Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan uw toestel.
De elektrische veiligheid van dit
Lees de gebruiksaanwijzing aan
dachtig door voordat u uw apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is vei
liger voor uzelf en zo voorkomt u on
nodige schade aan het apparaat.
Personen die door hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke mogelijkhe
den of hun onervarenheid of gebrek
aan kennis niet in staat zijn het toe
stel veilig te bedienen, mogen dit
toestel niet zonder toezicht of op
dracht van een verantwoordelijke
persoon gebruiken.
Kleef het typeplaatje dat bij de documentatie is gevoegd, op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek
"Typeplaatje".
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
-
-
-
-
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een volgens de voor
schriften geïnstalleerd aardsysteem
aansluit. Het is heel belangrijk dat deze
fundamentele beveiliging voorhanden
is.
Laat bij twijfel uw installatie door een
vakman nakijken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak.
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten. Die bie
den niet voldoende veiligheidsgaranties.
Maak de ommanteling van het toe-
stel in geen geval open. Zo u even-
tueel onderdelen aanraakt, die onder
spanning staan, of de elektrische en
mechanische structuur van het toestel
verandert, brengt u zichzelf in gevaar.
Dit kan ook tot storingen leiden in de
werking van het toestel.
-
-
Technisch veilig
Dit toestel mag u enkel door een
erkend vakman laten inbouwen en
aansluiten. Doe daartoe een beroep op
een elektricien die de vereiste voor
schriften kent en toepast. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die werd veroorzaakt door
schade bij het inbouwen of aansluiten
van dit toestel.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Dit toestel is enkel geschikt voor
gebruik in het huishouden. Het is
niet voor industriële of professionele
doeleinden bestemd.
Gebruik dit toestel enkel om le
vensmiddelen te bereiden. Andere
toepassingen zijn niet toegestaan. Ze
kunen ook risico's inhouden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
-
-
Gebruik het kookvlak niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen aan de kookzones kun
nen licht ontvlambare voorwerpen in de
omgeving in brand schieten. Dat zou
bovendien de levensduur van uw toe
stel verminderen.
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Met kinderen in het huishou
-
den
Dit toestel is bedoeld om door vol
wassenen te worden gebruikt. Die
dienen de inhoud van de gebruiksaan
wijzing precies te kennen. Kinderen
kunnen immers de risico’s die door de
omgang met dit toestel ontstaan, vaak
niet voldoende inschatten. Zorg er dus
voor dat kinderen in het oog worden
gehouden.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken indien hun de be
diening zo werd uitgelegd dat ze het
toestel veilig hanteren en de eventuele
risico’s van een foutieve bediening beseffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
Tijdens de werking wordt het toe-
stel heet en dat blijft nog enige tijd
zo nadat u het hebt uitgeschakeld. Hou
kinderen van het toestel weg tot het zo
afgekoeld is dat elk risico van verbran
ding geweken is.
Zorg ervoor dat kinderen geen
hete kookpotten omlaag kunnen
trekken. Ze kunnen zich daarbij ver
-
branden! In de handel vindt u een spe
ciaal beveiligingshekje waardoor dit ri
-
sico wordt beperkt.
Sommige delen van de verpakking,
bv. folie of piepschuim, houden
voor kinderen gevaar in. Zij kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en verwij
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
-
-
Bij toestellen die niet meer gebruikt
worden moeten de voedingskabels
uit het stopcontact worden gehaald én
volledig worden verwijderd van het toestel zodat dit voor vb. spelende kinderen geen gevaar kan opleveren.
-
-
-
-
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of
achter het toestel. Anders worden kin
deren ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Zij kunnen zich daarbij ver
branden!
8
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel tegen schade be
-
schermen
Vermijd dat er voorwerpen als
kookpannen bv. op het keramisch
oppervlak vallen. Zelfs zogezegd lichte
voorwerpen als zoutvaatjes kunnen in
een minder gunstig geval scheuren of
spleten veroorzaken.
Gebruik geen pannen met onge
slepen bodem (bv. van gietijzer) of
met graat. Daardoor kunnen er krassen
op het glazen oppervlak opduiken. Hou
er rekening mee dat ook zandkorreltjes
krassen kunnen veroorzaken.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Deze stoffen smelten en gaan
vastkleven. Ze kunnen bij het afkoelen
scheurtjes of spleten in het oppervlak
veroorzaken. Is dit toch eens gebeurd,
schakel het toestel dan uit. Verwijder de
resten dadelijk met een krabber zolang
de zone nog warm is.
Voorzichtig:
Daar de kookzones heet zijn, kan u zich
daaraan verbranden!
Maak de kookzones verder schoon zo
dra ze afgekoeld zijn.
-
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let
er dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
Gebruik om het toestel schoon te
maken geen hogedrukreiniger. De
vloeistof kan het oppervlak en onderde
len van het toestel beschadigen, die
door de fabrikant niet worden vergoed.
Gebruik geen vaatwerk met een te
dunne bodem. Verwarm nooit leeg
vaatwerk tenzij de vaatwerkfabrikant
deze toepassing uitdrukkelijk toelaat.
Als u hiermee geen rekening houdt, kan
het kookvlak schade oplopen.
Zet in geen geval hete kookpannen
vlakbij de bedieningszone. De
elektronische elementen kunnen immers schade oplopen.
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bescherm u tegen verbran
-
dingen
Het toestel is tijdens de werking
heet en dat blijft het ook nog enige
tijd na het uitschakelen. Pas zodra het
lampje voor de resterende warmte is
uitgegaan, is het gevaar om u te ver
branden geweken.
Let vooral op kinderen!
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt.
Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende
handschoenen e.d. Let erop dat die
niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt
de hitte beter geleid en kan u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten reci-
piënten, bv. conservenblikjes, met
dit toestel. Door de opduikende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes
springen. Er is dan risico van verbrandingen en ander lichamelijk letsel!
Gebruik het toestel niet om er voor-
werpen op neer te zetten. Als u het
onverhoeds inschakelt of als het nog
warm is van een kookproces, bestaat
het risico dat het materiaal verhit. U kan
zich daaraan verbranden. Het materiaal
zelf kan ook smelten of vlam vatten.
-
Dek het toestel nooit met een doek
of folie af. Als u het onverhoeds in
schakelt, bestaat er brandgevaar.
Hou het toestel onder toezicht als u
heet vet of olie gebruikt. Oververhit
vet of olie kan ontvlammen. Daardoor
kan ook de wasemkap in brand gera
ken. Brandgevaar!
Als het hete vet of de hete olie toch
eens ontvlamt, probeer het dan
niet met water te blussen! Doe het vuur
stikken, bv. met een deken, een voch
tige vaatdoek of iets in die aard.
Flambeer nooit spijzen onder een
wasemkap. De ventilator zuigt de
vlammen aan zodat de wasemkap in
brand kan geraken.
-
-
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel
en daarna ook de smeltveiligheden uit.
Doe vervolgens een beroep op de
technische dienst.
Zorg ervoor dat de smeltveiligheden in
geen geval opnieuw worden ingescha
keld voor de reparatie achter de rug is.
Hou er rekening mee dat ook
barsten en spleten in de glaskera
miek defecten zijn. Schakel het toestel
dan eveneens uit. Anders bestaat het
risico dat u elektrische schokken op
loopt.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties
kunnen er voor u als gebruiker grote
risico’s opduiken. Het toestel kan eveneens schade oplopen. Maak de ommanteling van het toestel in geen geval
open.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus
die door de fabrikant erkend is. Anders
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op waarborg.
-
-
-
-
-
Overige risico’s
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook
vlak. Het snoer van het toestel mag niet
met het kookvlak in aanraking komen.
De isolatie van de leiding kan bescha
digd worden. Er is risico van elektrische
schokken!
Verwarm de spijzen steeds vol
doende. Eventuele kiemen worden
enkel vernietigd indien de temperatuur
hoog genoeg en de programmaduur
lang genoeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij
hogere temperaturen smelten. Er is dan
ook brandgevaar!
Is er onder het ingebouwde kook-
vlak een lade aangebracht? Bewaar daarin dan geen ontvlambare
vloeistof noch brandbare voorwerpen
als bv. spraybussen. Is die lade met
een bestekinzet uitgerust, dan dient die
vervaardigd te zijn van tegen hitte be
stand materiaal.
-
-
-
-
-
11
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
12
Voor het eerste gebruik
Eerste schoonmaak en eerste
opwarming
Voor het eerste gebruik dient u het toe
stel met een vochtig doekje af te wissen
en daarna droog te wrijven.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blauwige verkleu
ringen op het glas verschijnen.
-
-
De metalen onderdelen zijn beschermd
door een onderhoudsmiddel. Daarom
wordt er tijdelijk wat reuk gevormd als
-
het toestel voor het eerst opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trek
ken gauw weg. Deze verschijnselen wij
zen niet op een verkeerde aansluiting
noch op een defect aan het toestel.
-
-
13
Bediening
In- en uitschakelen
De knoppen voor kookzones zonder
aanslag zijn 360° draaibaar. U scha
kelt ze in door de erbij passende knop
naar rechts of naar links op het ge
wenste vermogen te draaien. U scha
kelt ze uit door de knop naar rechts of
links of "0" te draaien.
De knoppen voor kookzones met eentweede verwarmingskring hebben
een aanslag. U schakelt ze in door de
erbij passende knop naar rechts te
draaien tot op het gewenste vermogen.
U schakelt ze uit door de knop naar
links op "0" te draaien.
De knop niet na de aanslag draaien,
anders gaat de knop stuk
-
-
-
Aanduiding voor resterende
warmte
Indien een bepaalde kookzone na het
inschakelen, bv. die vooraan links, een
bepaalde temperatuur heeft bereikt,
dan gaat het erbij passende lichtje aan
in het display voor resterende warmte:
Enige tijd na het uitschakelen van de
kookzone gaat het display voor resterende warmte uit.
Raak de kookzones niet aan en leg
er geen voorwerpen op, die geen
warmte verdragen, zolang de zones
nog heet zijn.
U kan zich daaraan verbranden!
saus aanmaken enkel met eigeel en boter
kleine hoeveelheden vloeibare spijzen opwarmen
gerechten die makkelijk aanbranden, warm houden
rijst laten zwellen
vloeibare en half vaste gerechten opwarmen
room en saus maken, bv. Hollandse saus
melkpap koken
een omelet of spiegelei zonder korst bakken
fruit stoven
diepvries ontdooien
groente en vis stoven
deegwaren, peulvruchten gaar koken
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden en bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken9 - 11
grote hoeveelheden water aan de kook brengen11 - 12
1 - 2
1 - 3
3 - 5
4 - 6
7
8 - 9
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale por
ties voor 4 personen. Zo de kookpan groter is, u zonder deksel kookt en meer spij
zen klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een
lagere stand in.
-
-
15
Bediening
De tweede verwarmingskring
mee inschakelen
Gebruikt u grote kookpannen, dan kan
u de kookzone vergroten bij zones met
twee cirkels en bij de braadzone.
Ga als volgt te werk:
Draai de knop voor de kookzone
^
naar rechts voorbij de "12" tot aan
de aanslag en nog even verder.
Daarna draait u de knop naar links
^
op het gewenste vermogen.
U schakelt de tweede
verwarmingskring uit door de knop
terug op "0" te draaien.
16
Bediening
Kookgerei kiezen
Gebruik kook- en braadpannen met
–
een stabiele bodem die zich in kou
de toestand lichtjes naar binnen
welft. Als de bodem heet wordt, ligt
die dan mooi effen op de kookzone.
Oneffen panbodems vertragen het
kookproces.
koudheet
– Let erop dat de panbodem met het
formaat van de kookzone overeenstemt of iets groter is. Anders verspilt
u nodeloos warmte.
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter bovenaan wordt opgegeven. Wat telt, is
echter de meestal kleinere diameter
van de bodem.
Tips om stroom te besparen
Kook bij voorkeur met een deksel op
–
-
de pan. Zo vermijdt u dat er warmte
ontsnapt.
zonder dekselmet deksel
– Schakel de kookzone bij lange kook-
tijden reeds 5 à 10 minuten voor het
einde van die kooktijd uit. Zo benut u
de resterende warmte.
te kleingepast
17
Bediening
Beveiliging tegen over
-
verhitting
Elke kookzone is voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Dat is een
onderdeel dat de interne temperatuur
beperkt. Het schakelt de verwarming
van de kookzone automatisch uit voor
dat de glaskeramiek oververhit geraakt.
Zodra de glaskeramiek afgekoeld is,
wordt de verwarming weer automatisch
ingeschakeld.
-
Het kan tot oververhitting komen als
de kookzone werd ingeschakeld zon
–
der kookpan erop,
er leeg vaatwerk wordt verwarmd,
–
de bodem van het vaatwerk niet keu
–
rig effen op de kookzone ligt,
het vaatwerk de warmte slecht ge
–
leidt.
Dat de beveiliging gereageerd heeft,
merkt u aan het feit dat de verwarming,
zelfs in de hoogst mogelijke vermo
gensstand, in- en uitgeschakeld wordt.
-
-
-
-
18
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan onder
delen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden. De druk kan
aan het oppervlak en aan onderde
len van het toestel ook schade te
weegbrengen, die door de fabrikant
niet wordt vergoed.
Neem geen puntige voorwerpen om
de dichtingen tussen het glas en de
rand en / of tussen de rand en het
werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, soda, alkali, zuur of chloride
bevat. Evenmin ovenspray of afwasmiddel voor vaatwassers. Vermijd
ook staalwol, ruwe sponzen of harde
borstels. Gebruik ook geen sponzen
of ander poetsgerei waarin nog restjes schuurmiddel zitten. Daardoor
wordt het oppervlak immers aangetast.
-
-
-
Neem bij toepassing van speciaal
-
reinigingsmiddel voor glaskeramiek
de opmerkingen van de fabrikant in
acht.
Als er nog resten van dat speciaal
reinigingsmiddel op het kookvlak
achtergebleven zijn, wis die dan met
een vochtige doek weg. Bij het op
warmen van de kookzones kunnen
die resten immers een bijtende wer
king hebben.
Wrijf het kookvlak na elke vochtige
schoonmaakbeurt goed droog.
Daarmee vermijdt u kalkresten.
Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een pan opzet, let er
dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
-
-
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blijvende blauwige
verkleuringen op het glas verschij
nen.
-
-
19
Reiniging en onderhoud
Maak uw keramisch kookvlak geregeld
schoon, bij voorkeur na elk gebruik.
Laat het vlak daartoe afkoelen. Verwij
der al het grove vuil met een vochtige
doek. Vast eraan klevend vuil schraapt
u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig
schoon met enkele druppels speciaal
reinigingsmiddel voor glaskeramiek.
Gebruik daartoe wat keukenrol of een
zuivere doek. Zo verwijdert u ook kalk
resten, veroorzaakt door overgekookt
water, alsook metaalachtig glinsterende
vlekken (aluminiumresten).
Wis het vlak daarna vochtig af en wrijf
het ten slotte met een zuivere doek
droog.
Eventueel gebruikt u een reinigingsmiddel dat de glaskeramiek meteen ook
onderhoudt. Dat middel vormt een film
die water en vuil afstoot.
-
-
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgeko
men? Schakel de zone dan uit. Verwij
der de resten dadelijk grondig met een
glaskrabber zolang de zone nog heet
is. Ga voorzichtig te werk, u kan zich
daarbij verbranden.
Maak de kookzone verder schoon zo
dra die afgekoeld is. Zie hierboven.
-
-
-
-
20
Laat herstellingen enkel door een er
kend elektricien uitvoeren. Door on
deskundige reparaties kunnen er
voor u als gebruiker grote risico's
opduiken
Wat gedaan als...
... het toestel na het inschakelen niet
warm wordt?
controleer of de smeltveiligheden van
uw elektrische installatie niet zijn
gesprongen. Doe in zo'n geval een beroep op een elektricien of op de Technische Dienst van Miele.
de verwarming van een kookzone bij
het hoogst instelbare vermogen inen uitgeschakeld wordt?
-
Wat gedaan als ...?
... de inhoud van de kookpan slecht
-
ofwel helemaal niet aan de kook ge
raakt?
De oorzaak kan zijn :
de kookpan geleidt de warmte slecht
–
de kookpan is in vergelijking met de
–
kookzone te groot of de tweede kring
is niet ingeschakeld
-
De oververhittingbeveiliging heeft gereageerd. Zie gelijknamige rubriek.
21
Technische Dienst / Typeplaatje
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de ge
gevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
-
22
Inbouw
Opmerkingen omtrent uw
veiligheid bij de inbouw
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de wasem
kap gemonteerd zijn.
Gefineerde delen van het werkblad
dienen verwerkt te zijn met lijm die
tegen hitte (100 °C) bestand is. Anders
komt de lijm los of vervormt hij.
De wandafsluitlijsten dienen tegen hitte
bestand te zijn.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Dit kookvlak mag u niet boven
was-, droog-, afwasautomaten,
koelkasten en diepvriezers inbouwen.
-
-
Bevindt er zich meteen onder het
kookvlak geen oven, fornuis of
schakelpaneel? Voorzie dan in de on
derkast een vast voorzijdepaneel en
een doorlopende plank; zie rubriek "Be
schermplank".
Neem strikt de veiligheidsaf
standen op de volgende bladzij
den in acht.
Gebruik geen middel om de
voegen te dichten tenzij dat uit
drukkelijk gevraagd wordt. De dich
tingsstrook van het kookvlak zorgt
reeds voldoende voor afdichting met
het werkblad. Zie rubriek "Dichting".
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat de aansluitleiding
van het kookvlak na de inbouw niet
in aanraking komt met de bodemplaat
en ook niet mechanisch belast wordt.
23
Inbouw
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een wasemkap erboven de veiligheidsafstand aan
die door de fabrikant van de wasemkap
wordt opgegeven.
Is er door de fabrikant van de wasemkap geen afstand vermeld of zijn er
licht ontvlambare materialen (bijv. een
rekje) boven het toestel geïnstalleerd,
dan dient de veiligheidsafstand minstens 760 mm te bedragen.
Bij inbouw van verschillende toestellen,
bv. een wokbrander en een elektrisch
kookvlak, naast elkaar onder een wa
semkap: neem de grootste opgegeven
afstand tussen toestel en wasemkap,
die wordt voorgeschreven. Die gege
vens vindt u in de montagehandleiding
of gebruiksaanwijzing van de wasem
kap.
-
-
-
24
Veilige afstand opzij
Bij inbouw van een kookvlak mogen er
zich aan een van de zijkanten en aan
de achterzijde om het even hoe hoge
kasten of wanden bevinden. Aan de an
dere zijkant mag er evenwel geen toe
stel of meubel hoger zijn dan het kook
vlak. Zie afbeeldingen.
Inbouw
-
-
-
Hou minstens volgende afstanden in
acht:
50 mm rechts of links van de uitspa
–
ring in het werkblad tot een meubel
ernaast, bv. kolomkast.
– 50 mm van de uitsparing in het werk-
blad tot de achterwand.
niet toegestaan!
-
zeker aan te bevelen!
niet aan te bevelen!
25
Inbouw
Veilige afstand bij nisbekleding
Tussen de nisbekleding en de uitsparing in het werkblad dient u minstens een af
stand van 50 mm aan te houden.
Deze afstand is enkel noodzakelijk indien het materiaal van de nisbekleding van
hout of een andere brandbare stof is gemaakt. Bij onbrandbaar materiaal (metaal,
keramische tegels e.d.) kan van deze 50 mm de diktemaat van de nisbekleding
worden afgetrokken.
Door hoge temperaturen kan het materiaal vernietigd worden of wijzigingen on
dergaan.
Kookvlakken in één vlak met het
werkblad
Kookvlakken met omranding /
facetrand
-
-
a metselwerk
b nisbekleding
c wandafsluitlijst
d werkblad
e uitsparing in het werkblad
f minimumafstand 50 mm
26
Inbouwafmetingen
KM 520
Inbouw
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte voor het aansluitkastje
d Vooraan
27
Inbouw
KM 523
a Klemveren
b Inbouwhoogte
c Inbouwhoogte voor het aansluitkastje
d Vooraan
28
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
als op de maatschets.
Hou rekening met de minimumaf
stand van 50 mm tot de achterzijde
en tot een zijwand rechts of links. Zie
rubriek "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid bij inbouw".
De snijvlakken beschermt u met spe
^
ciale lak, siliconrubber of giethars. Zo
vermijdt u dat het werkblad door
vocht opzwelt.
De gebruikte materialen dienen hitte
bestendig te zijn.
Inbouw
Stelt u bij het inbouwen vast dat de
dichting van het raam aan de hoe
-
ken niet degelijk op het werkblad
rust, dan kan u de hoekradius ß R4
met een decoupeerzaag voorzichtig
bijwerken.
-
-
-
29
Inbouw
De klemveren bevestigen
Bij werkbladen van hout, corian,
askilan enz.
75
a
^ Leg de bijgeleverde klemveren a op
de aangeduide punten (zie rubriek
"Inbouwafmetingen") tegen de bovenste rand van de uitsparing. Bevestig
ze met de bijgeleverde schroeven
3,5 x 25 mm.
Bij natuurstenen werkbladen
75
f
a
^ Bevestig de klemveren a met ste-
vige, dubbelzijdige plakband f.
g
f
30
a
^
Op de zijranden alsook op de onder
rand van de klemveren kleeft u silico
nen g.
De schroeven hebt u voor natuurstenen
werkbladen niet nodig.
-
-
Inbouw
Het kookvlak inbouwen
Voer het snoer van het kookvlak naar
^
onderen door de uitsparing.
Leg het kookvlak los op de klemve
^
ren a.
Duw het kookvlak aan de rand gelijk
^
matig met beide handen omlaag. U
dient een klik te horen. Let erop dat
de dichting van het kookvlak op het
werkblad rust. Enkel dan bent u ze
ker dat de inbouw langs alle zijden
goed dicht is. Gebruik geen voeg
dichtingsmiddel.
^ Sluit het kookvlak elektrisch aan.
^ Zie na of het kookvlak degelijk werkt.
Het kookvlak kan enkel met speciaal
gereedschap uit de uitsparing worden getild.
-
-
-
Houten werkblad
-
Natuurstenen werkblad
31
Inbouw
Beschermplank
Na de inbouw van het kookvlak dient u
ervoor te zorgen dat u de onderzijde
van het toestel niet meer kan aanraken.
Daarom dient u een voorzijpaneel en
een beschermplank aan te brengen indien
– geen oven of fornuis onder het toe-
stel ingebouwd is.
– het kookvlak breder is dan de oven,
het fornuis of het schakelpaneel.
–
het kookvlak en de oven / het fornuis
/ het schakelpaneel niet vlak onder
elkaar worden ingebouwd.
De afstand van de bovenkant van het
werkblad tot de beschermplank dient
minstens 75 mm te bedragen.
Dichting
Gebruik geen middel om de voegen te
dichten tenzij dat uitdrukkelijk gevraagd
wordt. De dichtingsstrook onder de
rand van het bovenste vlak van het
kookvlak zorgt reeds voldoende voor
afdichting met het werkblad.
Laat in geen geval voegdichtingsmiddel terechtkomen tussen de omranding van het kookvlakoppervlak
en het werkblad!
Bij een tussenkomst van de Tech
nische Dienst is het moeilijk om het
toestel te demonteren. De omran
ding en het werkblad kunnen dan
schade oplopen.
-
-
Laat tussen deze plank en de achter
wand een luchtspleet van minstens
10 mm.
32
-
Inbouw
Elektrische aansluiting
Voor het aansluiten van het apparaat op
het elektriciteitsnet en het vervangen
van de aansluitingsleiding doet u bij
voorkeur een beroep op een vakman
die de nationale normen en de voor
schriften van de plaatselijke elektrici
teitsmaatschappij grondig kent en zorg
vuldig in acht neemt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor directe of indirecte schade die
door fouten bij inbouw en aansluiting
werd veroorzaakt.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Zorg er ook voor dat de gebruiker
geen stroomvoerende onderdelen
kan aanraken nadat het toestel is
gemonteerd!
-
-
Totale aansluitwaarde
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
De vereiste gegevens over de aan
sluiting vindt u op het typeplaatje.
Ga na of deze gegevens met de net
spanning en -frequentie overeenstem
men.
Spanning AC 230 V / 50 Hz
overstroombeveiliging 16 A
onderbrekingskarakteristieken type B
of C
Voor de aansluitmogelijkheden verwijzen we naar het stroomschema.
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorvallen dat de veiligheidsschakelaar
na een langere periode van niet ge
bruik in werking treedt.
-
-
-
-
33
Inbouw
Onderbrekersystemen
Het toestel moet door
onderbrekersystemen met alle polen
van het net losgekoppeld kunnen wor
den! (In losgekoppelde toestand moet
een contactopening bestaan van min
stens 3 mm!) Die onderbrekersystemen
zijn overstroombeveiligingen en
veiligheidsschakelaars.
Van het net loskoppelen
Indien het stroomcircuit van het toestel
van het net dient losgekoppeld te wor
den gaat u afhankelijk van de installatie
als volgt tewerk:
– Smeltzekeringen
De inzetstukken helemaal uit de
schroefkappen nemen.of:
– Automatische schroefzekeringen
De testknop (rood) indrukken tot de
middelste knop (zwart) terugspringt.
-
of:
Aansluitleiding
Sluit het toestel aan met behulp van
een kabel van het type H 05 VV-F of H
05 RR-F met de vereiste diameter.
Raadpleeg het stroomschema.
Voor de aansluitmogelijkheden verwij
zen we naar het stroomschema.
De toegestane aansluitspanning en bij
behorende waarden voor uw toestel
vindt u op het typeplaatje.
Vervangen van de aansluitleiding
Indien de aansluitleiding vervangen
wordt moet u, afhankelijk van de gekozen manier van aansluiten, rekening
houden met de diameter van de leiding.
De aarding schroeft u op de met gemarkeerde aansluiting -.
-
-
– Automatische zekering
(inbouwtype)
( Beveiligingsschakelaar voor
stroomleidingen, min. type B of C!):
Hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten.
of:
–
FI-veiligheidsschakelaar
(Verliesstroomschakelaar) De hoofd
schakelaar van 1 (aan) op 0 (uit)
schakelen of de proeftoets in werking
stellen.
Het net moet na het loskoppelen be
veiligd worden tegen opnieuw in
schakelen.
34
-
-
-
Stroomschema
Inbouw
35
Wijzigingen voorbehouden / 3606
M.-Nr. 06 464 970 / 01
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.