Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan uw toestel.
e AAN/UIT van het kookvlak
f vergrendeling
g kookzonebesturing
i boosterfunctie van de kookzone
rechts in het midden
j boosterfunctie van de kookzone links
Controlelampje voor:
g vergrendeling
3
Beschrijving van het toestel
Besturing en display van de kookzones
k display:
0= de kookzone is klaar voor gebruik
1 bis 9= ingesteld vermogen
H= resterende warmte
A= geactiveerde kookstart-automaat
(afgewisseld met de gekozen voortkookstand)
ß= geen of ongeschikt kookgerei
(zie rubriek "Kookgerei")
F= foutmelding (zie rubriek "Wat gedaan als ...?")
P= booster mee ingeschakeld
l kookzonesymbool
m sensortoetsen om het vermogen in te stellen
4
Beschrijving van het toestel
Gegevens over de kookzones
kookzoneKM 499 / KM 499-1
minimum- tot
maximum-C*
links16 - 23 cmnormaal:
in het mid
den links
in het mid
den rechts
rechts14 - 20 cmnormaal:
* Tussen deze minimum- en maxiumafmetingen kan u kookpotten gebruiken met
om het even welke diameter.
** Het opgegeven vermogen kan variëren naar gelang van het formaat en het ma-
teriaal van het kookgerei.
-
-
10 - 16 cmnormaal:
14 - 20 cmnormaal:
Vermogen in Watt bij 230 V **
met booster:
indien booster
links mee ingeschakeld is:
met booster:
indien booster in het midden
rechts mee ingeschakeld is:
Totaal:
2200 W
3000 W
1400 W
600 W
1800 W
2300 W
1800 W
1300 W
7200 W
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Inbouw en aansluiting
Dit toestel mag u enkel door een
erkend vakman laten inbouwen en
aansluiten. Doe daartoe een beroep op
een elektricien die de vereiste voor
schriften kent en toepast. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die werd veroorzaakt door
schade bij het inbouwen of aansluiten
van dit toestel.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien u het op een volgens de voor
schriften geïnstalleerd aardsysteem
aansluit. Het is heel belangrijk dat deze
fundamentele beveiliging voorhanden
is. Laat bij twijfel uw installatie door een
vakman nakijken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak.
Gebruik geen verlengsnoeren om
het toestel aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties.
-
-
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten,
koelkasten en diepvriezers. De soms
wel intensieve hittestraling van het
kookvlak kan aan deze toestellen scha
de toebrengen. In zo’n geval is er voor
het kookvlak ook geen degelijke ventila
tie gewaarborgd.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Enkel bij kookvlakken met een
facetrand:
De eerste dagen na de inbouw kan er
een kleine spleet zichtbaar zijn tussen
kookvlak en werkblad. Door het gebruik
wordt die wel kleiner. Ondanks deze
spleet blijft de elektrische veiligheid
toch steeds gewaarborgd.
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundig gebruik
Lees aandachtig uw gebruiksaan
wijzing voor u dit toestel in gebruik
neemt. Zo beschermt u zichzelf en ver
mijdt u schade aan het toestel.
Gebruik uw toestel enkel in inge
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Dit toestel is geschikt voor gebruik
in het huishouden. Het is niet voor
industriële of professionele doeleinden
bestemd.
-
Gebruik dit toestel enkel om le
-
-
vensmiddelen te bereiden. Andere
toepassingen zijn niet toegestaan. Ze
kunen ook risico’s inhouden.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die werd ver
oorzaakt doordat het toestel niet vol
gens de voorschriften gebruikt of ver
keerd bediend werd.
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Met kinderen in het huishou
-
den
Maak gebruik van de vergrende
ling om te vermijden dat kinderen
het toestel onverhoeds inschakelen of
instellingen wijzigen.
Dit toestel is bedoeld om door vol
wassenen te worden gebruikt. Die
dienen de inhoud van de gebruiksaan
wijzing precies te kennen. Kinderen
kunnen immers de risico’s die door de
omgang met dit toestel ontstaan, vaak
niet voldoende inschatten. Zorg er dus
voor dat kinderen in het oog worden
gehouden.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken indien hun de bediening zo werd uitgelegd dat ze het
toestel veilig hanteren en de eventuele
risico’s van een foutieve bediening beseffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
-
Zorg ervoor dat kinderen geen
hete kookpotten omlaag kunnen
trekken. Ze kunnen zich daarbij ver
branden! In de handel vindt u een spe
ciaal beveiligingshekje waardoor dit ri
sico wordt beperkt.
-
-
Sommige delen van de verpakking,
bv. folie of piepschuim, houden
voor kinderen gevaar in. Zij kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en verwij
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
Bij toestellen die niet meer gebruikt
worden moeten de voedingskabels
uit het stopcontact worden gehaald én
volledig worden verwijderd van het toestel zodat dit voor vb. spelende kinderen geen gevaar kan opleveren.
-
-
-
-
Tijdens de werking wordt het toe
stel heet en dat blijft nog enige tijd
zo nadat u het hebt uitgeschakeld. Hou
kinderen van het toestel weg tot het zo
afgekoeld is dat elk risico van verbran
ding geweken is.
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of
achter het toestel. Anders worden kin
deren ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Zij kunnen zich daarbij ver
branden!
8
-
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Schade aan het toestel voor
-
komen
Laat geen voorwerpen op het
kookvlak vallen. Zelfs zogezegd
lichte voorwerpen als zoutvaatjes kun
nen in een minder gunstig geval
scheuren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen kookpannen met een
ruwe bodem (bv. van gietijzer)
noch met braam. Er kunnen krassen op
de glaskeramiek ontstaan. Datzelfde
kan ook met zandkorrels gebeuren.
Laat geen vaste of vloeibare suiker,
kunststof en aluminiumfolie op hete
kookzones terechtkomen. Deze stoffen
kunnen smelten of gaan kleven. Bij het
afkoelen kunnen er ook scheurtjes,
spleten of andere schade in het keramisch oppervlak opduiken. Is er toch
wat op hete kookzones terechtgekomen, schakel het toestel dan uit. Verwijder de resten dadelijk met een glaskrabber zolang de zone nog warm is.
Voorzichtig:
Let erop dat u uw handen aan de hete
kookzones niet verbrandt.
Maak de kookzones daarna verder
schoon zodra ze afgekoeld zijn.
-
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let
er dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan on
derdelen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er kort
sluiting optreden. De druk kan aan het
oppervlak en aan onderdelen van het
toestel ook schade teweegbrengen, die
door de fabrikant niet wordt vergoed.
Zet nooit hete kookpannen vlakbij
het bedieningsvlak. Dat kan schade veroorzaken aan de elektronische
bediening die eronder zit.
Bevindt er zich onder het inge-
bouwde toestel een lade? Let er
dan op dat de afstand tussen de voorwerpen in die lade en de onderzijde
van het toestel groot genoeg is. Anders
wordt het toestel niet voldoende geventileerd.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Brand en verbranding voor
-
komen
Het toestel wordt tijdens de wer
king erg warm. Dat blijft ook enige
tijd na het uitschakelen nog zo. Pas
wanneer de controlelampjes voor reste
rende warmte zijn uitgegaan, is er geen
risico meer dat u zich verbrandt.
Hou vooral kinderen in het oog!
Bescherm uw handen telkens als u
aan of bij het hete toestel werkt.
Gebruik pannenlappen, hitte-isolerende
handschoenen e.d. Let erop dat die
niet nat of vochtig zijn. Daardoor wordt
de hitte beter geleid en kan u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten recipiënten
als bv. conservenblikjes op de
kookzones. Door de overdruk kunnen
de recipiënten of blikjes openspringen.
U kan daarbij letsels oplopen en u verbranden!
Gebruik het kookvlak niet om er
voorwerpen op te zetten of te leg
gen. Vooral geen metaal. Als u het
kookvlak inschakelt of terwijl het nog
warm is, bestaat het risico dat deze
voorwerpen - naar gelang van het ma
teriaal - verhitten, smelten of branden.
U kan zich daaraan verbranden.
-
-
-
Dek het toestel nooit af met een
doek of folie. Het kookvlak kan zo
heet zijn dat er brandgevaar bestaat.
Hou het toestel onder toezicht als u
vet of olie gebruikt. Oververhit vet
of olie kan vlam vatten en intussen zelfs
de wasemkap in brand zetten. Er is
brandgevaar!
Als het hete vet of de hete olie toch
eens ontvlamt, probeer het dan
niet met water te blussen! Doe het vuur
stikken, bv. met een deken, een voch
tige vaatdoek of iets in die aard.
Flambeer nooit onder een wasem-
kap. De vlammen kunnen de wasemkap in brand zetten.
-
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij een defect
Stelt u aan uw toestel een defect
vast, schakel dan eerst het toestel
en daarna ook de smeltveiligheden uit.
Doe vervolgens een beroep op de
technische dienst.
Zorg ervoor dat de smeltveiligheden in
geen geval opnieuw worden ingescha
keld voordat de reparatie achter de rug
is.
Hou er rekening mee dat ook
barsten en spleten in de glaskera
miek defecten zijn. Schakel het toestel
dan eveneens uit.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uit
gevoerd. Door ondeskundige reparaties
kunnen er voor u als gebruiker grote
risico’s opduiken. Het toestel kan even
eens schade oplopen. Maak de om
manteling van het toestel in geen geval
open.
Laat u het kookvlak tijdens de ga
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus
die door de fabrikant erkend is. Anders
-
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op waarborg.
-
-
-
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Overige risico’s
Let erop dat het kookgerei steeds
in het midden van de kookzone
staat. Zo bent u zeker dat u zich niet
nodeloos blootstelt aan het elektromag
netisch veld.
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het kook
vlak. Het snoer van het toestel mag niet
met het hete toestel in aanraking
komen. De isolatie van de leiding kan
beschadigd worden. Er is risico van
elektrische schokken!
Verwarm de spijzen steeds vol-
doende. Eventuele kiemen worden
enkel vernietigd indien de temperatuur
hoog genoeg en de programmaduur
lang genoeg is.
Gebruik geen kookgerei van kunst-
stof of aluminiumfolie. Dat gaat bij
hogere temperaturen smelten.
Terwijl het kookvlak werkt, mogen
er vlakbij geen voorwerpen liggen,
die kunnen worden gemagnetiseerd.
Hou kredietkaarten, diskettes, zakre
kenmachientjes e.d. uit de buurt. De
werking hiervan kan worden verstoord.
-
-
Is er onder het ingebouwde kook
vlak een lade aangebracht? Be
waar daarin dan geen ontvlambare
vloeistof noch brandbare voorwerpen
als bv. spraybussen. Is die lade met
een bestekinzet uitgerust, dan dient die
vervaardigd te zijn van tegen hitte be
stand materiaal.
Enkel voor personen die een pace
maker gebruiken:
Zo het inductiekookvlak ingescha
keld is, wordt vlakbij een elektro
magnetisch veld opgewekt. In som
mige gevallen kan de werking van
uw pacemaker daardoor in het gedrang komen. Wend u in geval van
twijfel tot de fabrikant van uw pacemaker of tot uw arts.
-
-
-
-
-
-
-
12
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
raat dan ook nooit met het gewone af
val.
-
-
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
-
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
–
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
13
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Als u het toestel voor het eerst aansluit
of de stroom onderbroken was, ver
schijnt in de displays van de kookzones
enkele seconden lang een - of een 1 of
2. Zodra deze displays gedoofd zijn,
kan u het toestel in gebruik nemen.
Uw toestel werkt met inductie. De kook
zones werken dus enkel als u daar
kookgerei met een magnetiseerbare
bodem opzet. Zie rubriek "Kookgerei".
Als het kookvlak ingeschakeld is, hoort
u een zacht gebrom of geklik. Maak u
geen zorgen. Die geluidjes zijn typisch
bij inductiekookvlakken.
-
Kleef het typeplaatje dat u bij uw toestel
vindt, in het daartoe voorziene vakje in
de rubriek "Typeplaatje".
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorg
vuldig. Geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
-
-
14
Voor het eerste gebruik
Eerste schoonmaak en eerste
opwarming
Voor het eerste gebruik dient u het toe
stel met een vochtig doekje af te wissen
en daarna droog te wrijven.
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blauwige verkleu
ringen op het glas verschijnen.
-
-
De metalen onderdelen zijn beschermd
door een onderhoudsmiddel. Daarom
wordt er tijdelijk wat reuk gevormd als
-
het toestel voor het eerst opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trek
ken gauw weg. Deze verschijnselen wij
zen niet op een verkeerde aansluiting
noch op een defect aan het toestel.
-
-
15
Bediening
Wat betekent inductief koken?
Onder elke kookzone bevindt zich een
elektrische spoel. Zodra u een kookzo
ne inschakelt, ontstaat er door deze
spoel een magnetisch veld. Dat mag
netisch veld verwekt in de bodem van
de kookpan, die magnetiseerbaar dient
te zijn, wervelstromen. Daardoor wordt
de panbodem opgewarmd. De kookzo
ne wordt enkel onrechtstreeks ver
warmd door de warmte die door de
kookpan wordt afgegeven.
Hou bij koken met inductie rekening
met de volgende punten:
– De inductiezone reageert enkel op
kookgerei met een magnetiseerbare
bodem. Ongeschikt kookgerei wordt
niet verwarmd.
– Pandetectie:
De inductie werkt niet indien u geen
kookpan ofwel ongeschikt kookgerei
op de kookzone zet.
– Detectie van het panformaat:
De inductiezone past haar vermogen
automatisch aan de diameter van de
kookpan aan.
Over deze punten vindt u meer informa
tie in de volgende gelijknamige ru
brieken.
-
-
-
Geluiden
Tijdens de werking van uw inductie
kookvlak kunnen er in de kookpan -
naar gelang van het materiaal en de
afwerking van de bodem - volgende
geluiden ontstaan:
Bij een hoog vermogen kan er ge
–
brom hoorbaar zijn. Dat verzwakt en
verdwijnt zodra het vermogen lager
wordt ingesteld.
U kan geknetter waarnemen indien
–
de bodem van de kookpan uit ver
schillende materialen bestaat, bv.
sandwichplaat.
– Er is gefluit mogelijk zo de met elkaar
verbonden kookzones (zie rubriek
Boosterfunctie) tegelijk met hun
hoogste vermogen werken en de gebruikte kookpannen een bodem hebben, die uit verschillende materialen
bestaat, bv. sandwichplaat.
– Elektronische schakelprocessen kun-
nen klikken, vooral bij lagere vermogens.
Om de levensduur van de elektronische
besturing te verhogen, is het toestel uit
-
gerust met een koelventilator. Zo u het
toestel intensief gebruikt, dan wordt die
ventilator aangezet en hoort u een ge
zoem. De ventilator kan ook nog blijven
draaien nadat u het toestel heeft uitge
schakeld.
-
-
-
-
-
-
16
Kookgerei
Vaatwerksoort
Inductiekookzones werken enkel indien
u kookgerei met een magnetiseerbare
bodem gebruikt.
Geschikt kookgerei
roestvrij staal met een magnetiseer
–
bare bodem
geëmailleerd staal
–
gietijzer
–
Ongeschikt kookgerei
– roestvrij staal met een niet-magnet-
iseerbare bodem
– aluminium, koper
– glas, keramiek, aardewerk
Bent u niet zeker of een kookpan voor
inductiekoken geschikt is? Kijk dat dan
als volgt na:
^ Vul de kookrecipiënt met een beetje
water en zet het op de kookzone.
^
Schakel de kookzone in en raak de of + aan om een vermogen in te stel
len.
-
Bediening
Gebruik geen kookgerei met een te
dunne bodem en verwarm het nooit
te lang als het leeg is tenzij de vaat
werkfabrikant deze toepassing uit
drukkelijk toelaat. Anders kan het
schade oplopen.
Formaat van het kookgerei
De diameter van de panbodem dient
minstens zo groot te zijn als de binnen
ste diametermarkering op de zone. Is
de diameter van de panbodem te klein,
dan werkt de inductie niet. Zie rubriek
"Detectie van het kookpanformaat".
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter bovenaan
wordt opgegeven. Wat telt, is echter de
meestal kleinere diameter van de bodem.
Tip om stroom te besparen
Bereid de spijzen bij voorkeur enkel
met een deksel op de kookpan. Zo ver
mijdt u dat er warmte verloren gaat.
-
-
-
-
-
Is het kookgerei niet geschikt, dan gaat
het ingestelde vermogen na enkele se
conden uit. In het display van de kook
zone verschijnt ook het teken ß.
Denk erom dat de eigenschappen van
de vaatwerkbodem de gelijkmatigheid
van het kookresultaat kunnen beïn
vloeden.
-
-
-
opengesloten
17
Bediening
Sensortoetsen
Het bedieningsvlak van uw inductie
kookvlak is uitgerust met elektronische
sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reage
ren op het contact met uw vingers.
Door met een vinger de gewenste toet
sen aan te raken, bedient u de kookzo
nes. Bij elke reactie van de schakeltoet
sen hoort u een signaal.
Let erop dat u telkens maar een en
kele sensortoets aanraakt. Doe dat
in het midden van de toets en hou
uw vinger verticaal. Hou het bedie
ningsvlak ook vrij van vuil. Leg er
geen voorwerpen op. Anders reageren de schakeltoetsen niet. Er kunnen eveneens verkeerde instellingen
worden teweeggebracht. Eventueel
wordt het kookvlak dan automatisch
uitgeschakeld. Zie rubriek "Veiligheidsuitschakeling".
Zet in geen geval hete kookpannen
op het schakelvlak. De elektronica
die eronder zit, kan schade oplopen.
-
-
-
Inschakelen
Schakel eerst het kookvlak in en daarna
de gewenste kookzone.
-
Zo schakelt u het kookvlak in:
Raak het schakelvlakje AAN/UIT s
^
aan.
In de displays van de kookzones ver
schijnt een 0. Stelt u verder niets in,
dan wordt het kookvlak ter wille van de
veiligheid na enkele seconden uitge
schakeld.
Zo schakelt u een kookzone in:
^ Door de schakeltoets - of + aan te ra-
ken stelt u bij de gewenste kookzone
een vermogen in tussen 1 en 9.
saus aanmaken met eigeel en boter
kleine hoeveelheden vloeibare spijzen opwarmen
gerechten die makkelijk aanbranden, warm houden
rijst laten zwellen
vloeibare en half vaste gerechten opwarmen
room en saus maken, bv. Hollandse saus
melkpap koken
een omelet of spiegelei zonder korst bakken
fruit stoven
diepvries ontdooien
groente en vis stoven
deegwaren, peulvruchten gaar koken
granen laten zwellen
spijzen in grotere hoeveelheden aan de kook brengen en
verder laten koken
vis, schnitzel, worst, spiegeleieren e.d. behoedzaam laten
braden of bakken zonder dat het vet oververhit wordt
pannenkoeken, flensjes e.d. bakken7 - 8
1 - 2
1 - 3
2 - 4
3 - 5
5 - 6
7
grote hoeveelheden water aan de kook brengen
kookstart
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale por
ties voor 4 personen. Zo de kookpan groter is, u zonder deksel kookt en meer spij
zen klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een
lagere stand in.
9
-
-
19
Bediening
Pandetectie
Pandetectie zorgt voor uw veiligheid.
De kookzone werkt immers niet ...
... als u een kookzone wenst in te
schakelen, waarop geen of onge
schikt kookgerei staat:
Het ingestelde vermogen wordt na en
kele seconden gedoofd. In het display
van de kookzone verschijnt 10 minuten
lang het teken ß.
Indien u intussen
– geschikt kookgerei opzet, begint de
kookzone op het tevoren ingestelde
vermogen te werken.
– geen of ongeschikt kookgerei opzet,
verschijnt er na afloop van de tijd in
het kookzonedisplay een 0. De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
-
... als u de pan van een ingescha
kelde kookzone wegneemt:
In dit geval wordt de werking eerst on
derbroken. In het display van de kook
zone verschijnt ca. 10 minuten lang het
teken ß.
Indien u intussen
geschikt kookgerei opzet, verschijnt
–
het laatst ingestelde vermogen en
werkt de kookzone verder.
geen of ongeschikt kookgerei opzet,
–
verschijnt er na afloop van de tijd in
het kookzonedisplay een 0. De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
Pandetectie beschermt dus tegen
– onverhoeds inschakelen, bv. door
kinderen,
– brandgevaar wegens kookzones die
na het afnemen van de kookpan niet
werden uitgeschakeld.
-
-
-
20
De pandetectie van de inductie rea
geert op magnetiseerbare, metalen
voorwerpen. Zet dus niet om het
even wat op het kookvlak.
-
Bediening
Detectie van het
kookpanformaat
Inductiekookzones verwarmen enkel op
het vlak waarop zich een kookpan be
vindt. Hoe kleiner de pan die u opzet,
hoe kleiner de diameter die door induc
tie wordt verwarmd.
-
Om de kookzone heel efficiënt te benut
ten, kiest u het formaat van de kookpan
zo dat de pan tussen de binnenste en
buitenste markering van de kookzone
past. Is de pan kleiner dan de binnen
ste markering, dan kan het voorkomen
-
dat de inductie niet werkt. De kookzone
reageert dan alsof er geen kookgerei
op de zone werd gezet; zie rubriek
"Pandetectie".
Door deze veiligheidsmaatregel wordt
vermeden dat kleine metalen voor
werpen, als bv. theelepeltjes, die op
een ingeschakelde inductiekookzone
werden gelegd, gaan opwarmen.
-
-
-
21
Bediening
Kookstart-automaat
Is de kookstart-automaat actief, dan
wordt de kookzone automatisch op het
hoogste vermogen opgewarmd. Daar
na wordt dat vermogen teruggescha
keld tot op de door u gekozen voort
kookstand. De kookstart hangt af van
de gekozen voortkookstand. Raad
pleeg de tabel.
Bij hoge voortkookstanden zijn er maar
tamelijk korte kookstarttijden vereist. Op
deze standen wordt immers over het al
gemeen een lege kookpan verwarmd
om het gebraad er daarna op dicht te
schroeien.
Neemt u tijdens de kookstart het kookgerei van de kookzone, dan wordt de
kookstart-automaat onderbroken. Die
wordt voortgezet zodra u het kookgerei
binnen de 10 minuten weer op de zone
plaatst.
-
-
-
-
VoortkookstandKookstart
in minuten en se
11 : 15
21 : 40
32 : 10
43 : 00
55 : 05
67 : 40
71 : 40
82 : 10
9-
-
conden (ca.)
22
Bediening
Zo activeert u de kookstart-aut
omaat:
Stel door de - of + aan te raken, het
^
vermogen 9 in.
Raak (nog eens) het schakelvlakje +
^
aan.
In het display verschijnt een A zolang u
het schakelvlakje + aanraakt. Zodra u
het schakelvlakje loslaat, verschijnt af
wisselend het vermogen 9 en de A.
Terwijl de A afgewisseld met de 9
^
knippert, kiest u met de - een voort
kookstand.
Knippert het display niet meer, raak
dan nog eens het schakelvlakje +
aan.
Tijdens de kookstart knipperen afgewisseld de A en de ingestelde voortkookstand, bv. 7.
-
-
-
Tijdens de kookstart kan u de voort
kookstand nog altijd met de + verho
gen. De kookstart wordt dan in dezelf
de zin aangepast.
De voortkookstand met de - verlagen is
echter enkel binnen een paar seconden
na het activeren van de kookstart
mogelijk. Na afloop van deze tijd wordt
de kookstart-automaat, door de voort
kookstand te verlagen, uitgeschakeld.
-
-
-
-
23
Bediening
Boosterfunctie
De kookzones links en in het midden
rechts zijn uitgerust met een booster
functie. Dat houdt in dat het vermogen
wordt opgedreven.
Schakelt u de boosterfunctie mee in,
dan werken deze zones 10 minuten
lang op stand 9 met een extra hoog
vermogen. De booster is bedoeld voor
het snel opwarmen van grote hoeveel
heden water. Bijvoorbeeld om water
voor deegwaren te koken.
Eventueel kan u beide boosterfuncties
tegelijk gebruiken.
Als u de booster inschakelt, wordt automatisch een eventueel ingestelde kookstart bij de kookzones in het midden
links of uiterst rechts stopgezet.
Neemt u tijdens de boostertijd het kookgerei van de zone weg, dan wordt de
boosterfunctie onderbroken. Die wordt
voortgezet zodra u het kookgerei binnen de 10 minuten weer op de kookzone zet.
-
-
Ga als volgt te werk:
Raak het schakelvlakje B van de ge
^
wenste kookzone aan.
In het display van de kookzone ver
schijnt een P.
Na 10 minuten wordt er automatisch op
het normale vermogen 9 teruggeschakeld. De P wordt gedoofd.
U kan de boosterfunctie onderbreken
door
– het schakelvlakje voor de booster-
functie B nog eens aan te raken,
– het schakelvlakje - bij de gewenste
kookzone aan te raken.
-
-
24
Het kookvlak kan dat extra hoog
boostervermogen enkel leveren zo het
tijdens de boostertijd een deel van het
vermogen aan de zone vooraan in het
midden links of uiterst rechts onttrekt.
Deze zones werken intussen hoogstens
met vermogen 7, zelfs indien u een ho
ger vermogen, bv. 8, had ingesteld. U
ziet namelijk de 8 afgewisseld met de7
knipperen totdat de booster weer wordt
uitgeschakeld.
Bediening
-
25
Bediening
Uitschakelen en aanduiding
resterende warmte
Zo schakelt u een kookzone uit:
Raak tegelijkertijd de schakelvlakjes
^
- en + van de uit te schakelen kook
zone aan.
In het display van de kookzone wordt
enkele seconden een 0 verlicht. Is de
zone nog heet, dan wordt daarna de
resterende warmte aangeduid.
Zo schakelt u het kookvlak uit:
^ Raak het schakelvlakje AAN-/UIT s
aan.
Al de kookzones zijn nu uitgeschakeld.
In de displays van de kookzones die
nog te heet zijn om ze aan te raken, ziet
u de aanduiding voor de resterende
warmte.
-
De aanduidingen voor resterende
warmte gaan pas uit zodra u de kook
zones zonder enig risico kan aanraken.
Raak de kookzones niet aan zolang
de displays voor resterende warmte
worden verlicht. Leg er ook geen
voorwerpen op, die geen hitte kun
nen verdragen. Die kunnen ontvlam
men en u loopt het risico u te ver
branden!
-
-
-
-
26
Bediening
Vergrendeling
Om te vermijden dat iemand het kook
vlak en de kookzones onverhoeds in
schakelt of instellingen wijzigt, is uw
toestel uitgerust met een vergrendeling.
De vergrendeling kan u enkel in wer
king zetten en weer uitschakelen indien
het kookvlak ingeschakeld is.
Zo de vergrendeling ingeschakeld is,
kan u de instellingen van de kookzo
–
nes niet meer wijzigen.
kan u de kookzones én het kookvlak
–
enkel uitschakelen door het schakelvlakje AAN/UIT s aan te raken.
– kan niemand de kookzones nog
bedienen wanneer het kookvlak weer
wordt ingeschakeld.
-
-
-
De vergrendeling inschakelen:
Raak het schakelvlakje voor de ver
^
grendeling a aan tot het controle
lampje erboven verlicht wordt.
De vergrendeling uitschakelen:
Raak het schakelvlakje voor de ver
^
grendeling a aan tot het controle
lampje erboven uitgaat.
Bij de eerste aansluiting of na een
stroomonderbreking is de vergren
deling automatisch actief.
-
-
-
-
-
27
Bediening
Veiligheidsuitschakeling
Bij te lange werking
Uw kookvlak is ter wille van uw veilig
heid uitgerust met een uitschakelauto
matisme. Dit kan zijn nut bewijzen in
dien u bv. vergeet het kookvlak uit te
schakelen.
Blijft een kookzone ongewoon lang (zie
tabel) op hetzelfde vermogen in wer
king? Dan wordt de kookzone automa
tisch uitgeschakeld. De aanduiding
voor de resterende warmte wordt zicht
baar.
VermogenMaximumtijd
werking in uren
110 uur
25 uur
35 uur
44 uur
-
-
-
Bij bedekte sensortoetsen
Blijven een of meer schakeltoetsen
langer dan zowat 10 seconden bedekt,
bv. door uw vingers, overgekookte spij
zen, voorwerpen? Dan wordt het kook
vlak automatisch uitgeschakeld. Tege
lijkertijd verschijnt dan in de displays
van de kookzones die nog te heet zijn
om aan te raken, de aanduiding voor
de resterende warmte.
Maak het bedieningsvlak schoon of
^
verwijder de voorwerpen die erop lig
gen.
^ Schakel het kookvlak met de schakel-
toets AAN/UIT s weer in. Daarna kan
u het weer gewoon gebruiken.
-
-
-
-
53 uur
62 uur
72 uur
82 uur
91 uur
^
Wenst u de kookzone opnieuw te ge
bruiken? Schakel die dan als ge
woonlijk weer in.
28
-
-
Bediening
Beveiliging tegen over
-
verhitting
Bij oververhitting van een elektrische
spoel
De elektrische spoel van een kookzone
kan oververhit raken indien
het kookgerei de warmte slecht ge
–
leidt.
er vet of olie wordt verwarmd op een
–
hoge vermogensstand.
De oververhittingbeveiliging brengt bij
de getroffen kookzone een van deze effecten teweeg:
– Gaat het om een kookzone met
boosterfunctie en was die functie ingeschakeld? Dan wordt die afgebroken.
– Was de vermogensstand 9 ingesteld,
dan knippert de 9 afgewisseld met
de 8. Het vermogen van de kookzone wordt dus tot stand 8 beperkt.
-
U vermijdt dat de oververhittingsbeveili
ging weer wordt ingeschakeld door
vaatwerk te gebruiken, dat de warm
–
te beter geleidt.
olie en vet enkel bij een gemiddelde
–
vermogensstand te verwarmen.
-
-
–
De bewuste kookzone wordt automa
tisch uitgeschakeld. In het display
verschijnt eerst een 0 en daarna de
aanduiding voor resterende warmte.
Zodra de kookzone voldoende afge
koeld is, kan u ze weer als gewoonlijk in
gebruik nemen.
-
-
29
Bediening
Bij oververhitting van de afkoelplaat
De afkoelplaat van het kookvlak kan
oververhit raken indien het toestel on
voldoende ventilatie krijgt.
De oververhittingsbeveiliging brengt bij
heel het kookvlak een van deze ef
fecten teweeg:
Eventueel wordt de ingeschakelde
–
boosterfunctie afgebroken.
Bij alle kookzones waarbij het vermo
–
gen 9 ingesteld is, knippert die 9 af
gewisseld met de 8. Dat betekent
dat het vermogen tot stand 8 wordt
beperkt.
– Alle kookzones worden automatisch
uitgeschakeld en in de displays knippert een 0.
Zodra de koelplaat voldoende afgekoeld is, werken de kookzones automatisch weer met het oorspronkelijk ingestelde vermogen.
-
-
Ga als volgt te werk:
Is er onder het kookvlak een lade in
^
gebouwd, zorg er dan voor dat de af
stand tussen de voorwerpen in die
lade en de onderzijde van het toestel
groot genoeg is.
Zo de oververhittingsbeveiliging op
^
nieuw reageert, doe dan een beroep
op een elektricien of op de Tech
nische Dienst.
-
-
-
-
-
-
30
Reiniging en onderhoud
Gebruik in geen geval een hoge
drukreiniger. De vloeistof kan onder
delen van het toestel aanraken, die
onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden. De druk kan
aan het oppervlak en aan onderde
len van het toestel ook schade te
weegbrengen, die door de fabrikant
niet wordt vergoed.
Neem geen puntige voorwerpen om
de dichtingen tussen het glas en de
rand en / of tussen de rand en het
werkblad niet te beschadigen.
Gebruik nooit reinigingsmiddel dat
zand, soda, alkali, zuur of chloride
bevat. Evenmin ovenspray of afwasmiddel voor vaatwassers. Vermijd
ook staalwol, ruwe sponzen of harde
borstels. Gebruik ook geen sponzen
of ander poetsgerei waarin nog restjes schuurmiddel zitten. Daardoor
wordt het oppervlak immers aangetast.
-
-
-
Neem bij toepassing van speciaal
-
reinigingsmiddel voor glaskeramiek
de opmerkingen van de fabrikant in
acht.
Als er nog resten van dat speciaal
reinigingsmiddel op het kookvlak
achtergebleven zijn, wis die dan met
een vochtige doek weg. Bij het op
warmen van de kookzones kunnen
die resten immers een bijtende wer
king hebben.
Wrijf het kookvlak na elke vochtige
schoonmaakbeurt goed droog.
Daarmee vermijdt u kalkresten.
Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug
mogelijk. Als u een pan opzet, let er
dan op dat de bodem zuiver is,
droog en vrij van vet.
-
-
Gebruik geen afwasmiddel. Daar
door kunnen er blijvende blauwige
verkleuringen op het glas verschij
nen.
-
-
31
Reiniging en onderhoud
Maak uw keramisch kookvlak geregeld
schoon, bij voorkeur na elk gebruik.
Laat het vlak daartoe afkoelen. Verwij
der al het grove vuil met een vochtige
doek. Vast eraan klevend vuil schraapt
u weg met een glaskrabber.
Maak het kookvlak daarna grondig
schoon met enkele druppels speciaal
reinigingsmiddel voor glaskeramiek.
Gebruik daartoe wat keukenrol of een
zuivere doek. Zo verwijdert u ook kalk
resten, veroorzaakt door overgekookt
water, alsook metaalachtig glinsterende
vlekken (aluminiumresten).
Wis het vlak daarna vochtig af en wrijf
het ten slotte met een zuivere doek
droog.
Eventueel gebruikt u een reinigingsmiddel dat de glaskeramiek meteen ook
onderhoudt. Dat middel vormt een film
die water en vuil afstoot.
-
-
Is er suiker, kunststof of aluminiumfolie op het hete kookvlak terechtgeko
men? Schakel de zone dan uit. Verwij
der de resten dadelijk grondig met een
glaskrabber zolang de zone nog heet
is. Ga voorzichtig te werk, u kan zich
daarbij verbranden.
Maak de kookzone verder schoon zo
dra die afgekoeld is. Zie hierboven.
-
-
-
-
32
Herstellingen aan uw elektrische
toestellen mag u enkel door een er
kend elektricien laten uitvoeren.
Door ondeskundige reparatiewerk
zaamheden kunnen er voor de ge
bruiker grote risico’s opduiken.
Wat gedaan als . . .
Wat gedaan als . . . ?
... er in het display van een kookzone
een ß verschijnt?
Zie na of
-
-
de lege kookzone niet onverhoeds
–
ingeschakeld is gebleven.
er op de bewuste kookzone kookge
–
rei staat, dat voor inductie geschikt
en voldoende groot is.
-
...u het kookvlak of de kookzones
niet kan inschakelen?
^ Kijk eens na of
– het kookgerei wel geschikt is.
– de vergrendeling niet ingeschakeld
is. Om die uit te schakelen, leest u
het best de rubriek "Vergrendeling".
– de smeltveiligheden van uw elek-
trische installatie niet zijn uitgesprongen.
Is dat niet het geval, maak het toestel
dan ca. 1 minuut lang stroomloos.
Daartoe:
–
de smeltveiligheden die voor het
kookvlak bedoeld zijn, of
–
de verliesstroomschakelaar uitscha
kelen.
Kan u het toestel niet opnieuw in wer
king stellen nadat u de smeltveilig
heden of de verliesstroomschakelaar
weer hebt ingeschakeld? Doe dan een
beroep op een elektricien of op de
Technische Dienst.
-
-
... er in het display van een kookzone
een F verschijnt?
De temperatuurvoeler van de bewuste
kookzone is defect.
U kan deze kookzone niet meer inschakelen. Gelieve contact op te nemen met
de Technische Dienst.
... een aparte kookzone of heel het
kookvlak automatisch uitvalt?
Een van de automatismen die het toe
stel uitschakelen, is in werking getre
den: de veiligheidsuitschakeling of de
oververhittingsbeveiliging. Raadpleeg
de gelijknamige rubrieken.
-
-
-
33
Wat gedaan als . . . ?
... een van de volgende storingen op
treedt:
De boosterfunctie wordt automatisch
–
voortijdig afgebroken.
Het ingestelde vermogen 9 knippert
–
in het display afgewisseld met de 8.
In het display van elke kookzone
–
knippert een 0.
De oververhittingsbeveiliging is in wer
king getreden. Zie gelijknamige rubriek.
... de inhoud van de kookpan niet of
bijna niet aan de kook raakt wanneer
de automatische kookstart is ingeschakeld?
Dit kan veroorzaakt worden doordat
– u kookpannen gebruikt, die de
warmte slecht geleiden.
– er grote hoeveelheden levensmid-
delen worden verwarmd.
... de koelventilator na het uitscha
kelen nog steeds draait?
Dit is geen storing! De ventilator draait
tot het toestel afgekoeld is. Daarna
wordt hij automatisch uitgeschakeld.
-
-
Kies een hogere voortkookstand of be
gin het kookproces met een hoger ver
mogen en schakel daarna manueel te
rug.
34
-
-
-
Techniek
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het
stroomnet kan u het best aan een elek
tricien toevertrouwen, die de plaatse
lijke reglementering kent en nauwgezet
volgt.
Het verdient aanbeveling de aansluiting
via een stopcontact uit te voeren, daar
dit eventuele tussenkomsten van de
naverkoopdienst vergemakkelijkt.
Indien er een vaste aansluiting is voor
zien, moet die voor elke fase met een
stroomonderbreker uitgerust zijn. Als
stroomonderbrekers kan u schakelaars
gebruiken met een contactopening van
meer dan 3 mm, zoals automatische
schakelaars, smeltveiligheden en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aan-sluiting vindt u op het typeplaatje. Ga
na of deze gegevens met de spanning
van het net overeenstemmen.
-
-
Technische gegevens
Totale aansluitwaarde:
zie typeplaatje.
Elektrische aansluiting / smeltstop
pen:
zie montagehandleiding.
-
Het toestel mag enkel aan twee zijden
door wanden of meubels omgeven zijn,
hoger dan het toestel. Zie bijgevoegde
montagehandleiding.
35
Techniek
Technische Dienst
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
met uw Miele-handelaar
–
of
met de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rug
zijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en
-nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Typeplaatje
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
363738
39
Wijzigingen voorbehouden / 0605
M.-Nr. 06 041 950 / 03
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.