Miele KM 461, KM 463, KM 464, KM 465, KM 466 Assembly instructions

...
Montagehandleiding
Keramische kookplaten KM 461 / KM 463 KM 464 / KM 465 KM 466 / KM 467 KM 468 / KM 469
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 05 397 201
M
Inhoud
Veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Veiligheidsafstand boven het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Het inbouwen in een beklede nis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Afmetingen en uitsparing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
KM 460 / KM 461 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
KM 463. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
KM 464. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
KM 465 / KM 466 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
KM 468. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
KM 469. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bevestiging klemveren en steunprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het inbouwen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bij een granieten werkblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Het inbouwen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Inbouwaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Aansluitschema . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Aansluitkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Het vervangen van de aansluitkabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
2
Inbouwen
Om te voorkomen dat het apparaat wordt beschadigd, moet het pas na het monteren van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd.
Veiligheidsinstructies
De lijsten en randen van het werk
blad moeten met een hittebesten dige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hitte bestendig zijn.
De apparaten mogen slechts aan
één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan de apparaten zelf (zie de afbeeldingen).
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld een boot of cam­per) worden ingebouwd en aangeslo­ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden voor een veilig gebruik worden vol­daan.
-
-
-
aan te bevelen!
toegestaan maar niet aan te bevelen!
a Afstand tot de uitsparing: minimaal
50 mm, behalve bij niet-brandbare materialen. Zie: “Het inbouwen in een beklede nis”.
niet toegestaan!
3
Veiligheidsinstructies
Wanneer zich onder het apparaat
een schuiflade bevindt, zonder tus senbodem, mogen daarin geen brand bare voorwerpen zoals spuitbussen worden bewaard. Een eventuele be stekbak moet van hittebestendig mate riaal zijn.
Het is niet toegestaan de kookplaat
boven koelapparatuur, afwas-, was- en droogautomaten in te bouwen.
De aansluitkabel van de kookplaat
mag na het inbouwen niet in aanra king komen met de bodemplaat van het apparaat en niet worden blootgesteld aan mechanische belastingen, bijvoor­beeld van een schuiflade.
Bewaar de handleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eige­naar van het apparaat.
Alle maten in deze montagehandleiding worden aangegeven in mm.
-
Veiligheidsafstand boven het
-
apparaat
-
-
-
b Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven. Is deze informatie niet beschikbaar, bij­voorbeeld bij een keukenplank, dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen ten minste 760 mm be­dragen.
Als in de gebruiksaanwijzing of mon tagehandleiding van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een wok brander of een elektrische kook plaat) ten aanzien van de plaatsing onder een afzuigkap verschillende veiligheidsafstanden worden ge noemd, kies dan de grootste af stand.
4
-
-
-
-
-
Veiligheidsinstructies
Het inbouwen in een beklede nis
Kookplaat met rand / facetrand Kookplaat zonder rand
a Wand b Nisbekleding c Wandafdichtstrip d Werkblad e Uitsparing in het werkblad f De minimale afstand tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in
het werkblad is 50 mm. Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materi aal (metaal, keramische tegels en dergelijke) kan de afstand f worden ver kleind met de dikte van de nisbekleding (voor zover praktisch realiseerbaar). Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken.
-
-
5
Afmetingen en uitsparing
KM 460 / KM 461
a Klemveren
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
^
Houd een afstand van ten minste 50 mm aan tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand moet eveneens minstens 50 mm wor den vrijgelaten. Zie ook de rubriek “Veiligheidsinstructies”.
^
De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden af gewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aange­tast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
6
b De inbouwdiepte, inclusief de net-
aansluitdoos rechts achter, is ca. 48 mm.
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (max. R4) voorzichtig met een de
­coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
KM 463
Afmetingen en uitsparing
a Klemveren
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
^
Houd een afstand van ten minste 50 mm aan tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand moet eveneens minstens 50 mm wor den vrijgelaten. Zie ook de rubriek “Veiligheidsinstructies”.
^
De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden af gewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aange­tast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
b De inbouwdiepte, inclusief de net-
aansluitdoos rechts achter, is ca. 48 mm.
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius
-
(max. R4) voorzichtig met een de coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
7
Afmetingen en uitsparing
KM 464
36
5
520
a
max.R4
44
560
75
e
75
a Klemveren b De inbouwdiepte, inclusief de net-
aansluitdoos rechts achter, is ca. 51 mm.
c Dikte keramische plaat e Steunprofiel
590
c
5
51
b
e
min.50
1
+
+
1
-
-
490
a
^
Maak een uitsparing in het werkblad volgens bovenstaande maatschets.
^
Houd een afstand van ten minste 50 mm aan tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand moet eveneens minstens 50 mm wor den vrijgelaten. Zie ook de rubriek “Veiligheidsinstructies”.
8
^
De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden af gewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aange­tast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
-
-
Speciale tussenbodem
Onder de hele kookplaat moet een
^
speciale tussenbodem worden aan gebracht. Houd daarbij een minimale afstand aan van 15 mm (zie afbeel ding).
Afmetingen en uitsparing
-
-
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (max. R4) voorzichtig met een de coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
9
Afmetingen en uitsparing
KM 465 / KM 466
a Klemveren
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
^
Houd een afstand van ten minste 50 mm aan tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand moet eveneens minstens 50 mm wor den vrijgelaten. Zie ook de rubriek “Veiligheidsinstructies”.
^
De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden af gewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aange­tast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
10
b De inbouwdiepte, inclusief de net-
aansluitdoos rechts achter, is ca. 53 mm.
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius
-
(max. R4) voorzichtig met een de coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
KM 468
Afmetingen en uitsparing
a Klemveren
^ Maak een uitsparing in het werkblad
volgens bovenstaande maatschets.
^
Houd een afstand van ten minste 50 mm aan tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand moet eveneens minstens 50 mm wor den vrijgelaten. Zie ook de rubriek “Veiligheidsinstructies”.
^
De snijvlakken moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden af gewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aange­tast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
b De inbouwdiepte, inclusief de net-
aansluitdoos rechts achter, is ca. 53 mm.
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius
-
(max. R4) voorzichtig met een de coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
11
Afmetingen en uitsparing
KM 469
520
36
max. R4
44
750
+
1
-
490
e
a
Positie klemveren en steunprofiel bij KM 469
300
75
e
a
314
+
-
a
780
5
90
5
51
b
c
190
min.
50
1
a
75
75
e
75
300
a Klemveren b De inbouwdiepte, inclusief de netaansluitdoos rechts achter, is ca. 51 mm. c Dikte keramische plaat e Steunprofiel
12
Maak een uitsparing in het werkblad
^
volgens bovenstaande maatschets. Houd een afstand van ten minste 50
^
mm aan tussen de kookplaat en de achterwand. Tussen de kookplaat en een eventueel aanwezige zijwand moet eveneens minstens 50 mm wor den vrijgelaten. Zie ook de rubriek “Veiligheidsinstructies”.
De snijvlakken moeten met speciale
^
lak, siliconenkit of giethars worden af gewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aange­tast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
Speciale tussenbodem
Afmetingen en uitsparing
Wordt bij het inbouwen geconsta teerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (max. R4) voorzichtig met een de coupeerzaag worden nabewerkt.
-
-
-
-
^
Onder de hele kookplaat moet een speciale tussenbodem worden aan gebracht. Houd daarbij een minimale afstand aan van 15 mm (zie afbeel ding).
-
-
13
Montage
Bevestiging klemveren en steunprofiel
75
b
Het inbouwen van het apparaat
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene den.
^ Leg de kookplaat losjes op de klem-
veren a .
^ Druk de kookplaat nu bij de rand ge-
lijkmatig naar beneden, totdat de plaat duidelijk vastklikt. Zorg dat de dichting van de kookplaat overal goed op het werkblad aansluit, zodat de plaat goed geïsoleerd is. De kook­plaat kan alleen met speciaal ge­reedschap weer uit de uitsparing worden gehaald.
-
-
e
^
Bevestig de meegeleverde klemve ren a en de steunprofielen e op de aangegeven plaatsen (zie “Afmetin gen en uitsparing”). Plaats ze op res pectievelijk tegen de rand van de uit sparing en schroef ze vast met de meegeleverde schroeven 3,5 x 25 mm (zie afbeeldingen).
14
^
Sluit het apparaat op het elektrici teitsnet aan. Zie “Elektrische aanslui ting”.
-
-
-
-
-
-
Montage
Bij een granieten werkblad
Plak de klemveren a en de steunprofielen e met dubbelzijdig plakband met een sterke kleeflaag f aan het werkblad (zie afbeeldingen). Smeer hierna de randen met siliconenkit g aan.
Bij een granieten werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken.
f
e
e
g
15
Montage
Het inbouwen van het apparaat
Leid de aansluitkabel van de kook
^
plaat door de uitsparing naar bene­den.
^ Leg de kookplaat losjes op de klem-
veren a
^ Druk de kookplaat nu bij de rand ge-
lijkmatig naar beneden, totdat de plaat duidelijk vastklikt. Zorg dat de dichting van de kookplaat overal goed op het werkblad aansluit, zodat de plaat goed geïsoleerd is. De kook­plaat kan alleen met speciaal ge reedschap weer uit de uitsparing worden gehaald.
-
-
Inbouwaanwijzing
Gebruik beslist geen kit tussen de lijst van de kookplaat en het werk­blad!
Anders kan de kookplaat later - voor servicedoeleinden - alleen nog met moeite uit het werkblad worden ge­haald. Lijst en werkblad kunnen daarbij beschadigd raken.
De dichting onder de rand van het ap paraat is toereikend als afdichting tus sen kookplaat en werkblad.
-
-
^
Sluit het apparaat op het elektrici teitsnet aan. Zie “Elektrische aanslui ting”.
16
-
-
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteits­net worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht.
Na het inbouwen moet zijn gewaar borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange­raakt.
Voordat u het apparaat aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre­quentie) op het typeplaatje te vergelij­ken met de waarden van het elektrici­teitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Het apparaat moet via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De con tactopening in uitgeschakelde toe stand moet ten minste 3 mm bedragen! Geschikte schakelaars zijn overbelas tings- en aardlekschakelaars.
-
-
-
Moet het apparaat spanningsvrij wor den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruit­springt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(Zelfuitschakelaar, min. type B of C) Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit).
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingescha­keld.
-
-
17
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Aansluitschema
Aansluitkabel
De leidingen moeten volgens het aan sluitschema worden aangesloten. De leidingen dienen van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) of H 05 RR-F (rub beren isolatie) te zijn en moeten vol doende doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het aansluitschema.
De van toepassing zijnde aansluitwaar den vindt u op het typeplaatje.
18
-
Het vervangen van de aansluitkabel
-
Als de aansluitkabel moet worden ver vangen, houdt u dan rekening met de draaddoorsnede en de aansluitwijze.
­De aarddraad moet worden vastge
schroefd aan de aansluiting met sym bool -.
-
-
-
-
Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting
Aardlekschakelaar:
Om extra veiligheid te kunnen garande ren, wordt in de EU-voorschriften en
-richtlijnen voor Nederland geadviseerd de huisinstallatie van een aardlekscha kelaar (30 mA) te voorzien. Bij een beveiliging ß 100 mA kan het voorkomen dat de aardlekschakelaar reageert, als het apparaat wordt in­geschakeld, nadat u het enige tijd niet heeft gebruikt.
Let op!
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door een ontbrekende of be­schadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
De fabrikant kan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die op di­recte of indirecte wijze is ontstaan door ondeskundig inbouwen of door een ver keerde aansluiting.
-
-
-
19
Wijzigingen voorbehouden 00/4301
Dit papier bestaat uit 100% chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...