Miele KM448 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
keramisch kookvlak KM 448
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat.
*
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
KM 448
Vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
b
Kookzone: 14,5 cm Ø
c
Kookzone / braadzone: 17 cm Ø / 17 cm x 26,5 cm
d
Kookzone: 18 cm Ø
e
Sensortoetsen
Vario-kookzone
f
Braadzone
g
Bediening en display voor kookzone achteraan links
h
Bediening en display voor kookzone achteraan rechts
i
Bediening en display voor kookzone vooraan rechts
j
Bediening en display voor kookzone vooraan links
k
Vergrendeling
l
Inschakeling (AAN/UIT), veiligheidsuitschakeling
m
2
Inhoud
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Uw bijdrage tot bescherming van het milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Sensortoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het kookvlak in werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Aanduiding resterende warmte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vergrendelfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Veiligheidsuitschakeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Foutmelding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Kookstart-automaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Kookzones uitbreiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Eisen die aan het vaatwerk worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Hou hiermee rekening bij het gebruik van het kookvlak:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Wat gedaan als...? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Inbouwhandleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
3
Uw bijdrage tot bescherming van het milieu
Uw bijdrage tot bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge­kozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge­spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter­rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waarde­vol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw ge­meentebestuur of aan het dichtstbijzijn­de autowrak- of schrootverwerkend be­drijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kinderveilig wordt bewaard.
Maak oude, niet meer gebruikte toestel­len stroomloos. Verwijder alle stroom­toevoerleidingen. Zo vermijdt u dat het toestel risico’s inhoudt, bv. voor spelen­de kinderen. Zie ook de rubriek ‘Opmer­kingen omtrent uw veiligheid’.
Typeplaatje
Het typeplaatje is na de inbouw van het kookvlak niet meer zichtbaar. Daarom is er een tweede typeplaatje bijgeleverd. Gelieve dit typeplaatje onder de rubriek ‘Technische Dienst’ te kleven. Bij een tussenkomst van de technische dienst, heeft de technicus namelijk het type- en fabricagenummer van uw toestel nodig.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit apparaat voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsbepalingen. Als het niet wordt gebruikt waarvoor het is bestemd, kunnen personen letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voor u uw toestel voor het eerst gebruikt. U vindt er belangrijke tips voor de veiligheid, de inbouw, het gebruik en het on­derhoud van het toestel. Dat is veili­ger voor uzelf en u voorkomt onnodi­ge schade aan uw toestel.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef ze door aan wie het toestel na u gebruikt!
Efficiënt gebruik
Dit kookvlak is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik en wel voor het bereiden, verwarmen en inma­ken van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is voor eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die wordt ver­oorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door foutieve bediening.
Technisch veilig
Voor u het kookvlak aansluit, dient
u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens moeten beslist over­eenstemmen. In geval van twijfel kunt u een electricien raadplegen.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien het op een volgens de voor­schriften geïnstalleerd aardsysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele beveiliging voorhan­den is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman nakijken. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die veroorzaakt is doordat de aardleiding onderbroken was of ge­woon ontbrak. In zo’n geval zijn er ook elektrische schokken mogelijk.
Gebruik uw toestel enkel in inge-
bouwde toestand. Zo bent u zeker dat u geen elektrische onderdelen kan aanraken.
Maak de ommanteling van het toe-
stel in geen geval open. Zo u eventueel aansluitingen aanraakt, die onder spanning staan, of de elektri­sche en mechanische structuur van het toestel verandert, brengt u zichzelf in gevaar. Dit kan ook tot storingen leiden in de werking van het toestel.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u en­kel door een erkend vakman laten uit­voeren. Door ondeskundige installatie­of reparatiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risicos opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk wor­den gesteld.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van deze voorwaar­den werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld; trek niet aan het snoer, wel aan de stekker, om het toestel stroomloos te maken.
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren. Die bie­den niet voldoende veiligheidsgaran­ties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Bouwt u het kookvlak boven een
oven in, plaats de aansluitkabel van het kookvlak dan zo dat die de om­manteling van de oven niet raakt.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kan gebruiken.
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten, koelkasten en diepvriezers. De soms wel intensieve hittestraling van het kookvlak kan aan deze toestellen scha­de toebrengen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Voorzichtig! U kan zich verbranden! In en rond het kookvlak loopt de temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken. Het kookvlak wordt heet. Kinderen kunnen zich echter ook ver­branden door kookpannen naar zich toe te trekken.
De kookzones worden na het in-
schakelen heet. Door een verklikkerlampje wordt aange­duid of er nog een kookzone heet is.
Hou het toestel onder toezicht als
u vet of olie gebruikt. Vet of olie kan vlam vatten. Er bestaat dan ook brandgevaar!
Als het vet of de olie toch eens zou
ontvlammen, probeer het dan niet met water te blussen! Doe het vuur stik­ken, bv. met een deken of met het schuim van een brandblusser.
Gebruik het kookvlak niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge temperaturen aan de kookzones kun­nen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving in brand schieten.
Zodra er barsten of spleten in het
keramisch kookvlak ontstaan, dient u het kookvlak dadelijk uit te schake­len. Eventueel overkokende spijzen kunnen via deze defecte plaatsen te­rechtkomen op kookvlakonderdelen die onder spanning staan. Er kan kortslui­ting optreden. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de smeltstoppen uit. Verwittig dan meteen de naverkoopdienst.
Verwarm geen gesloten recipiën-
ten, bv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de opduikende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes sprin­gen. Er is dan risico op verbranding en ander lichamelijk letsel!
Gebruik het toestel niet om er voor-
werpen op neer te zetten. Als u het onverhoeds inschakelt of als het nog warm is van een kookproces, bestaat het risico dat het materiaal verhit. U kan zich daaraan verbranden. Het ma­teriaal zelf kan ook smelten.
Hou de sensortoetsen altijd netjes.
Zet er geen voorwerpen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sen­sortoetsen kunnen namelijk elektroni­sche onderdelen onder het oppervlak beschadigen. Let er vooral bij het schoonmaken van het kookvlak op dat het vuil niet op de sensortoetsen worden gewreven. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden ver­staan als vingercontact.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vermijd dat er voorwerpen op het
kookvlak vallen. Zelfs zogezegd lichte voorwerpen, als zoutvaatjes, kun­nen in een minder gunstig geval scheu­ren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen vaatwerk van kunst-
stof of aluminiumfolie. Bij hogere temperaturen gaat dat smel­ten. Bij het kookvlak bestaat bovendien het risico dat het keramisch oppervlak wordt beschadigd.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, alsook kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Bij het afkoelen van het kookvlak kunnen er scheurtjes of sple­ten opduiken. Schakel de getroffen kookzone uit. Verwijder de resten dadelijk met een glaskrabber zolang de zone nog heet is. Let erop dat u uw handen niet ver­brandt.
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let er dan op dat de bodem zuiver is, vrij van vet en droog.
De panbodem mag geen randen
noch braam vertonen. Die mag ook niet onzuiver geëmailleerd zijn. Bij het verschuiven kan zon bodem blij­vende krassen veroorzaken!
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd. De nodige programmaduur hangt van heel wat factoren af. B.v. van de aan­vankelijke temperatuur, de hoeveel­heid, de soort en de kwaliteit van de spijzen. Wellicht werd ook van het re­cept afgeweken. Zo er in de spijzen eventueel kiemen aanwezig zijn, wor­den die enkel bij een toereikende tem­peratuur (> 70°C) en bij een voldoende lange programmaduur (> 10 min.) ver­nietigd. Twijfelt u eraan of de spijzen voldoende worden opgewarmd, kies dan liever een ietwat langere tijd. Het is van belang dat de temperatuur in de spijzen gelijkmatig wordt ver­deeld en voldoende hoog is. Dit bereikt u b.v. door in de spijzen te roeren of ze om te draaien.
Gebruik om het kookvlak schoon
te maken in geen geval een toestel dat met stoom onder druk werkt. De stoom kan onderdelen van het toe­stel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Maak de voegen tussen de rand-
lijst en het werkblad en tussen de randlijst en het keramisch kookvlak nooit met spitse voorwerpen schoon. Anders beschadigt u de afdichting.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van het toestel? Dan mag het snoer van het apparaat niet op het kookvlak rusten. De isolatie van het snoer kan schade oplopen. Er is risico op elektrische schokken!
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Schuif de glaskrabber na gebruik
weer dicht. Anders kan u zich daar­aan kwetsen!
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het stopcontact. Maak daarna snoer en stekker onbruikbaar. Bij een vaste aan­sluiting laat u het aansluitsnoer door een bevoegd vakman uit het stopcon­tact verwijderen. Zo vermijdt u dat het kookvlak voor andere doeleinden wordt gebruikt dan waarvoor het bestemd is.
De fabrikant kan niet worden aan­sprakelijk gesteld voor schade die ontstaan is doordat deze veilig­heidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
9
Bediening
Bediening
Sensortoetsen
Uw keramisch kookvlak is uitgerust met elektronische sensortoetsen. Zulke tip­toetsen reageren op het contact met uw vingers. Door met een vinger de gewenste toets aan te raken, bedient u het kookvlak. Let erop dat u telkens maar één enkele toets aanraakt. Raakt u er verschillende tegelijk aan, dan wordt de ‘opdracht’ niet aanvaard.
Hou de sensortoetsen altijd netjes. Zet er geen voorwerpen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elek­tronische onderdelen onder het op­pervlak beschadigen. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
Het kookvlak inschakelen
Raak ca. 2 seconden de ingebruik­nemingstoets In de vier aanduidingen van de kook­zones verschijnt telkens ‘–’.
Nu kan u elk van de kookzones apart inschakelen. Zo u binnen een be­paalde tijd geen enkele zone hebt gekozen, wordt het kookvlak uitge­schakeld. Dan moet u het opnieuw inschakelen.
Een kookzone inschakelen
Raak de toets s van de gewenste kookzone aan. In de aanduiding van de gekozen kookzone verschijnt "0". De kookzo­ne is ingeschakeld, maar wordt pas verwarmd nadat u de gewenste stand hebt gekozen.
s aan.
Het kookvlak in werking stellen
Als het kookvlak niet in werking is, zijn de displays van alle sensortoetsen uit­geschakeld.
Voor het eerste gebruik
Maak het keramisch kookvlak eerst grondig schoon. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud. Bij het eerste gebruik kan er wat reuk worden ontwikkeld. Dat komt doordat resterend vocht in de iso­latie verdampt.
10
De stand kiezen
U kan kiezen uit 9 standen. Zie tabel voor het instellen van de kookzones. U kan een stand kiezen via de _-toet- sen van de overeenkomstige zones.
Raak de _-toetsen van de kook­zone aan tot de gewenste stand wordt aangeduid. Raakt u de toets aan, dan wordt er stapsgewijs vooruit- (0, 1, 2, ... 9), bij $ stap voor stap achteruitgeteld (9, 8, 7, ... 0).
De stand veranderen
Druk op de _-toetsen van de over­eenkomstige kookzone totdat de ge­wenste stand wordt aangeduid.
Bediening
Tabel om de kookzones in te stellen
Om ... Stand
boter, chocolade enz. te smelten gelatine op te lossen yoghurt klaar te maken
spijzen warm te houden kleine hoeveelheden al dan niet vloeibare spijzen op te warmen room en saus aan te maken een omelet te bakken
diepvries te ontdooien deegwaren, rijst- en havermoutpap gaar te koken groente, fruit en vis te stoven bouillon en soep van peulvruchten klaar te maken
vlees, vis en groente klaar te maken aardappelen, soep en eenpansgerechten te koken gelei, jam en vruchtenmoes te bereiden
vis, schnitzel en koteletten te braden
pannekoeken, lever, worst en spiegeleieren te braden
grote hoeveelheden vlees te braden biefstuk en filet te braden, aardappelkoek te bakken
spijzen in grote hoeveelheden vlug aan de kook te brengen
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor 4 personen. Zo de kookpan hoger is, u zonder deksel kookt en meer spijzen klaarmaakt, stel dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een lagere stand in.
1
1 – 2
2 – 3
3 – 5
5 – 6
6 – 7
7 – 9
9
De kookzone uitschakelen
Raak toets s van de gewenste kookzone aan. In het display verschijnt ‘–’ zodra u de kookzone kan aanraken. U ziet een "H" knipperen indien de zone nog te heet is. Zie Aanduiding reste­rende warmte’.
Is er geen andere kookzone meer in werking, dan wordt het kookvlak na enige tijd uitgeschakeld.
Aanduiding resterende warmte
Zolang een kookzone na het uitschake­len nog heet is, knippert er een ‘H’ in het display.
Raak deze kookzones niet aan en leg er geen voorwerpen op, die geen warmte kunnen verdragen. U kan zich daaraan verbranden! Bij een stroomonderbreking verdwijnt de ‘H’ zelfs als de kookzone nog te heet is.
11
Bediening
Vergrendelfunctie
Na de aansluiting van het kookvlak op het stroomnet en na een stroomonder­breking is het kookvlak vergrendeld. Dat wordt aangeduid door een controle­lampje. Schakel de vergrendeling uit voor u het kookvlak in gebruik neemt.
Het verdient aanbeveling de kookzo­nes te vergrendeln om onverhoedse bediening door kleine kinderen, huis­dieren e.d. te vermijden.
Activeert u de vergrendeling bij uitge- schakeld kookvlak, dan kan u het kookvlak niet meer inschakelen.
Zet u de vergrendelfunctie tijdens de werking aan, dan kan u het toestel nog enkel in beperkte mate bedienen:
– De vermogensstand van de kook-
zones kan u niet meer wijzigen.
– De kookzones en het kookvlak kan u
enkel nog via toets daarna echter niet meer inschakelen.
s uitschakelen ,
Veiligheidsuitschakeling
Blijft een kookzone ongewoon lang in werking, dan wordt die vanzelf uitge­schakeld. De duur, 1 à 10 uur, hangt af van de gekozen stand. Hoe hoger het vermo­gen dat u heeft gekozen, hoe vlugger de kookzone automatisch wordt uitge­schakeld.
Bovendien is elke kookzone uitgerust met een interne temperatuurbegrenzer. Die schakelt de kookzones uit zodra het keramisch oppervlak oververhit is.
U kan alle kookzones tegelijk uitschake­len zelfs indien ze vergrendeld zijn.
Raak de toets s aan tot het kook­vlak uitgeschakeld is.
De vergrendeling inschakelen
Raak het schakelvlakje voor de ver­grendeling a aan tot het controle­lampje erboven verlicht wordt.
De vergrendeling uitschakelen
Raak het schakelvlakje voor de ver­grendeling a aan tot het controle­lampje erboven uitgaat.
12
Foutmelding
Laat keukengerei als deksels, bestek, doeken niet op het bedieningsvlak lig­gen.
Hou de sensortoetsen altijd netjes. Zet er geen voorwerpen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elek­tronische onderdelen onder het oppervlak beschadigen. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact. Daar­door kan het toestel worden inge­schakeld.
Bediening
13
Bediening
Kookstart-automaat
Elke kookzone is voorzien van een kookstart-automaat. Die kunt u al dan niet instellen. Kiest u voor de kookstart-automaat, dan worden de spijzen met een hoog vermogen opgewarmd. Na het kook­begin (zie tabel) wordt automatisch overgeschakeld op de gekozen voort­kookstand. Het verwarmingsvermogen wordt verlaagd. U hoeft het vermogen dus niet manueel te regelen. Indien u de kookstart-automaat hebt in­geschakeld, is er achter de aanduiding van de stand een punt zichtbaar.
De duur van de kookstart
De duur van het kookbegin hangt van de gekozen stand af. De kooksector (stand 2 - 5) is van de braadsector (stand 6 - 9) gescheiden. In beide sec­toren zijn de optimale kookstarttijden verschillend.
Sector Stand Kookstart
(in min.en
sec.) (ca.)
Verwarmen, warm houden
Koken 2
Braden 6
11’ 30"
2 30" 3 4 5
7 8 9
4
5 30"
7
1 30"
2 30"
2 30"
– *
In de kooksector duurt de kookstart langer naarmate u een hogere stand in­stelt. In de braadsector lopen deze tij­den minder op omdat bij het braad­begin over het algemeen de lege recipiënt wordt opgewarmd.
De kookstart-automaat inschakelen
Schakel het kookvlak in door ca. 2 seconden de toets ken. In het display verschijnt ‘–’.
Schakel de gewenste kookzone in door de toets aan te raken. In het display verschijnt ‘0’.
Kies stand 9 door een keer de toets $ van de kookzone aan te raken. In het display verschijnt ‘9’.
Raak een keer de toets van de kookzone aan. In het display verschijnt ‘9
U heeft nu enkele seconden de tijd om de voortkookstand te kiezen. Daarna verdwijnt de punt. U dient nu de kook­start-automaat opnieuw in te schakelen.
Kies de voortkookstand door de toets $ aan te raken tot de gewenste stand in het display verschijnt. Achter de stand staat nog steeds de punt. Die gaat pas uit zodra de kook­start afgelopen en de voortkookstand bereikt is.
s van de kookzone
s aan te ra-
.’.
* Er wordt continu met het maximumvermogen verwarmd.
14
Bediening
Kookzones uitbreiden
De kookzones zijn op het kookvlak ge­markeerd. Enkele zones kan u vergroten, nl. de braadzone achteraan rechts en de vario-kookzone vooraan links.
U kan enkel een zone uitbreiden indien de kookzone zelf reeds ingeschakeld is.
Vario-kookzone
Raak de toets voor de vario-kook­zone
n’ aan indien u de zone met
grotere diameter wenst te gebruiken. Er wordt een controlepunt boven de sensortoets verlicht.
Braadzone
Raak de toets voor de braadzone
x’ aan indien u de braadzone
wenst te gebruiken. Er wordt een controlepunt boven de sensortoets verlicht.
n
x
15
Bediening
Eisen die aan het vaatwerk worden gesteld
Als u met de volgende wenken reke­ning houdt, – wordt er bij het koken of braden
geen energie verspild,
– kan wat overkookt, niet op de kook-
zone druipen en erin vastbranden.
De bodem van het kookgerei
Kook- en braadpannen dienen van een stabiele, heel lichtjes naar binnen verlo­pende bodem voorzien te zijn. Dan ligt de bodem bij het verhitten mooi effen op de kookzone. Vraag in de winkel naar kookgerei dat voor koken op kera­mische kookvlakken geschikt is.
Het formaat van het kookgerei
De diameter van de pan moet ietwat groter zijn dan de kookzone. Hou ermee rekening dat bij pannen vaak de maximumdiameter bovenaan wordt opgegeven. Wat telt, is echter de meestal kleinere diameter van de bo­dem.
Deksel
Door een deksel op de pan te zetten kan de warmte niet ontsnappen.
16
Bediening
Hou hiermee rekening bij het gebruik van het kookvlak:
Voordat u een kookzone inschakelt, dient u daar een kookpan met spijzen erin op te zetten. Anders wordt er ener­gie verspild.
De kookzone en de bodem van de kookpan dienen droog en zuiver te zijn. Zo wordt de schoonmaak na gebruik van het kookvlak tot een minimum be­perkt.
Bij het begin van het kookproces mag er geen zand op het kera­misch kookvlak liggen.
Indien er zand onder de kookpan ge­raakt en die wordt verschoven, ont­staan er krassen op het oppervlak!
De panbodem mag geen randen noch braam vertonen. Die mag ook niet onzuiver geëmailleerd zijn.
Bij het verschuiven kan zon bodem krassen maken en over het keramisch oppervlak schuren!
Verschuif geen voorwerpen als b.v. bakplaten, afdruipschalen e.d. op het glazen oppervlak.
Aluminium vaatwerk of roestvrijsta­len kookgerei met een aluminium bodem kan op het keramisch kook­vlak parelmoerkleurige vlekken ach­terlaten.
Deze vlekken verwijdert u bij voorkeur onmiddellijk na het optreden. Gebruik daarvoor een speciaal reinigingsmid­del. Zie rubriek Reiniging en onder­houd’.
Laat op in werking zijnde kookzo­nes geen suiker, noch in vaste noch in vloeibare vorm, geen kunststof voorwerpen en ook geen aluminium­folie liggen.
Wanneer de glaskeramiek afkoelt, kun­nen er daardoor scheurtjes of spleten in het oppervlak opduiken. Schakel de getroffen kookzone uit. Ver­wijder de resten dadelijk met een glas­krabber zolang de zone nog warm is. Let erop dat u uw handen niet ver­brandt.
Koelt het kookvlak af zonder dat het wordt gereinigd, dan kan het glas gro­tere of kleinere kuiltjes vertonen. Het formaat hangt af van hoeveel er werd gemorst.
Anders ontstaan er krassen!
17
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Eigenlijk kunt u het keramisch kookvlak net zo onderhouden als andere glazen oppervlakken.
Gebruik in geen geval producten met een schurend effect noch agressief reinigingsmiddel als b.v. grill- en ovenspray, vlek- en roest­oplosmiddel, schuurzand, sponsjes die krassen maken.
Maak de voegen tussen de randlijst en het werkblad en tussen de rand­lijst en het keramisch kookvlak nooit met spitse voorwerpen schoon. Anders beschadigt u de afdichting.
Om te vermijden dat resten gaan inbranden, verwijdert u het vuil zo vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let er dan op dat de bodem zuiver is, vrij van vet en droog.
Licht, niet vast ingebrand vuil kan u met een vochtig doek of spons zonder reinigingsmiddel wegwissen. U kan ook niet schurende crème gebruiken.
Gebruikt u om te reinigen b.v. af­wasmiddel, dan kunnen er blauwige vlekken opduiken. Deze hardnekki­ge vlekken kan u niet altijd meteen bij de eerste reinigingsbeurt weg­werken, zelfs niet met een speciaal reinigingsmiddel.
Schoonmaken na elk gebruik
Zorg ervoor dat de sensortoetsen netjes blijven. Zet er geen voorwer­pen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elek­tronische onderdelen onder het op­pervlak beschadigen. Let er vooral bij het schoonmaken van het kookvlak op dat u het vuil niet op de sensortoetsen wrijft. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden ver­staan als vingercontact.
18
Vast eraan klevend vuil kan u met een glaskrabber verwijderen. Wis het kook­vlak daarna met een vochtig doekje of sponsje af.
Reiniging en onderhoud
Vlekken verwijderen
Heldere, parelmoerkleurige vlekken
(aluminiumresten) op het kookvlak ver­wijdert u met een speciaal reinigings­middel zodra het kookvlak afgekoeld is.
Kalkresten op het kookvlak (veroor­zaakt door overgekookt water of een vochtige panbodem) kunt u makkelijk met azijn of een speciaal reinigings­middel wegwerken.
Suiker, gezoete spijzen, kunst­stof, aluminiumfolie verwijde­ren
Schakel de getroffen kookzone uit. Verwijder de resten dadelijk met een glaskrabber zolang de zone nog warm is. Let erop dat u uw han­den niet verbrandt.
Laat de kookzone afkoelen en maak ze achteraf nog beter schoon met behulp van een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigings- en onderhouds­middelen
Gebruik enkel speciaal reinigingsmid­del dat voor keramische oppervlakken
geschikt is.
Hou absoluut rekening met de aan­wijzingen omtrent schoonmaak en onderhoud op de verpakking.
Breng het reinigingsmiddel niet aan op hete kookzones.
Als er nog reinigingsmiddelresten op het kookvlak achtergebleven zijn, wis die dan met een vochtige doek weg. Als het kookvlak weer opwarmt, kunnen die immers een bijtende werking hebben.
Onderhoudsmiddel
Als u deze middelen gebruikt, wordt er een siliconenlaagje op het keramisch oppervlak aangebracht. Daardoor wordt het oppervlak beschermd. Zo wordt het kookvlak nog ‘gladder’ en stoot het nog beter water en vuil af.
Deze siliconenlaag blijft echter niet be­stand tegen de hoge temperaturen in de kookzones. Ze moet dus telkens op­nieuw worden aangebracht.
Als u het kookvlak telkens met een van deze speciale middelen schoonmaakt, voorkomt u schade door suiker, gezoe­te spijzen of aluminiumfolie.
19
Wat gedaan als...?
Wat gedaan als...?
De installatie, het onderhoud en de herstelling van uw elektrische toe­stellen mag u enkel door een er­kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige installatie- en reparatiewerkzaamheden kunnen er voor de gebruiker grote risicos op­duiken.
Aan volgende storingen kunt u echter zelf verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het keramische kookvlak bij de eerste opwarming wat reuk afgeeft?
Dit is geen storing! Het water in de isolatie verdampt.
. . . u de kookzones niet kan inscha­kelen?
Zie eens na of de kookzones niet ver­grendeld zijn.
. . . een kookzone tijdens de werking uitvalt en er in de aanduiding vlug een "H" knippert?
Dit is geen storing! Zo de kookzones ongewoon lang in ge­bruik blijven, worden die automatisch uitgeschakeld. De lengte van die periode, van 1 tot 10 uur, hangt af van de ingestelde stand. Hoe hoger dat getal, hoe vlugger de zone automatisch wordt uitgeschakeld.
Zo activeert u de kookzone opnieuw:
Schakel de kookzone in en kies daar­na opnieuw de gewenste stand.
Indien in een of meer displays een "H" knippert, is dat geen fout. Dat wijst erop dat deze kookzones nog heet zijn.
Controleer of de smeltveiligheden van uw elektrische installatie niet zijn uitgesprongen als alle controlelamp­jes van het kookvlak uit zijn. Doe in zon geval een beroep op een elektricien of op de Technische Dienst van Miele.
20
. . . . . . de inhoud van de kookpan
moeilijk of helemaal niet begint te ko­ken als u met de kookstart-automaat werkt?
Gebruikt u soms een kookpan met een bodem die warmte opslorpt?
Dan wordt de warmte van de pan­bodem minder vlot aan de spijzen af­gegeven.
Is de pan niet te groot in vergelijking met de zonediameter? Was de kook­zone-uitbreiding wel ingeschakeld?
Zo de zone-uitbreiding niet ingescha­keld was, doe dat dan alsnog
Kies in beide gevallen een hogere voortkookstand. Of laat het gerecht op stand 9 starten en schakel dan terug.
Wat gedaan als...?
21
Technische Dienst
Technische Dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op – met uw Miele-handelaar
of – met de Technische Dienst van Miele. Het adres en telefoonnummer van onze technische dienst vindt u op de rugzijde
van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het bijge­leverde typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat het typenummer overeenstemt met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
22
Inbouwhandleiding
Inbouwtips
De vereiste gegevens over de aanslui­ting alsook het modelnummer vindt u op het typeplaatje van dit kookvlak. Deze gegevens dienen met die van het net overeen te stemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen vraagt, geef dan a.u.b. de spanning (voltage) en het model- en fabricage­nummer op.
Bouw het kookvlak pas in nadat de wandkasten gemonteerd zijn. Zo vermijdt u schade aan het glazen oppervlak.
Gefineerde delen of kunststof hang- en sluitwerk van inbouwmeubelen dienen verwerkt te zijn met lijm die tegen hitte (100°C) bestand is. Anders komt de lijm los of vervormt hij.
Inbouwhandleiding
Bevindt er zich onder het ingebouw­de toestel een lade, leg daar dan geen brandbare voorwerpen als bv. spuitbussen in. Eventuele bestekinzetten dienen ook tegen hitte bestand te zijn.
Bouw het kookvlak niet in boven was-, droog-, afwasautomaten, koel­kasten en diepvriezers. De soms wel intensieve hittestraling van het kookvlak kan aan deze toestellen schade toebrengen.
Bouwt u het kookvlak boven een oven in, plaats de aansluitkabel van het kookvlak dan zo dat die de om­manteling van de oven niet raakt.
23
Inbouwhandleiding
Keramisch kookvlak
Bij inbouw van een kookvlak mogen er aan een van de zijkanten en aan de achterzijde om het even hoe hoge kas­ten of wanden staan. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen toestel of meubel hoger zijn dan het kookvlak.
Wegens de stralingswarmte dient u een veilige afstand te voorzien van minstens: – 50 mm van een meubel ernaast,
bv. kolomkast, tot de uitsnijding in het werkblad. 50 mm van een rugwand tot de uitsnijding in het werkblad.
Veilige afstand boven het toestell
c Hou tussen het toestel en de wasem-
kap erboven een veilige afstand. Die wordt doorgaans door de fabrikant van de wasemkap opgegeven. Is dat niet het geval, laat dan een af­stand van minstens 760 mm zo er boven het kookvlak licht ontvlambaar materiaal hangt, bv. een rekje.
Worden er voor verschillende toe­stellen, bv. een wokbrander en een elektrisch kookvlak, in de montage­of gebruiksaanwijzing andere veilig­heidsafstanden onder de wasem­kap opgegeven? Neem dan de grootste afstand.
24
KM 448
b ruimte voor aansluitsnoer vrijhouden!
Inbouwhandleiding
Dit kookvlak dat in één vlak met het werkblad wordt ingebouwd, is enkel geschikt voor inbouw in granieten, marmeren en betegelde oppervlak­ken. Ander materiaal als bv. Corian is niet geschikt. Voor de inbouw is een onderkast van 800 mm breed vereist. Na de inbouw moet het kookvlak voor eventuele onderhouds- of her­stelwerkzaamheden van onderen toegankelijk blijven. Dan hoeft het voegkit niet te worden verwijderd.
Om het kookvlak te bevestigen kan u – het rechtstreeks in een gepast uitge-
freesde opening van een natuurste­nen werkblad plaatsen,
– het in de uitsnijding van een bete-
geld werkblad met houten latten be­vestigen. Deze latten moeten ter plaatse ter beschikking worden ge­steld; ze worden niet bijgeleverd.
25
Inbouwhandleiding
Inbouw in de uitgefreesde opening van een natuurstenen werkblad
c werkblad d breedte van de voeg e kookvlak
De hoekstraal van het uitgefreesde werkblad is maximum R4.
Voer de uitsnijding in het werkblad
uit als op de afbeeldingen.
Plaats het kookvlak e in de uitsnij-
ding en centreer het.
Wegens toleranties in de afmetin­gen van het keramisch kookvlak en van de uitsnijding in het werkblad kan de breedte van de voeg variëren (minstens 2 mm).
Spuit de voeg e dicht met siliconen-
kit dat een temperatuur van minstens
160 °C kan verdragen.
d
Inbouw in een met tegels belegd werkblad
c
d
f
13
e
1
6
51
c werkblad d breedte van de voeg e kookvlak f houten latten (13 mm, niet bijgele-
verd) De hoekstraal van het uitgefreesde
werkblad is maximum R4.
Voer de uitsnijding in het werkblad uit als op de afbeeldingen.
Bevestig de houten latten 6 mm on­der de bovenkant van het werkblad.
Plaats het kookvlak e in de uitsnij­ding en centreer het.
Wegens toleranties in de afmetin­gen van het keramisch kookvlak en van de uitsnijding in het werkblad kan de breedte van de voeg variëren (minstens 2 mm).
d
58
26
Spuit de voeg dat een temperatuur van minstens 160 °C kan verdragen.
e dicht met siliconenkit
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kunt u het best aan een bevoegd elektricien toevertrou­wen. Die dient de plaatselijke regle­mentering te kennen en nauwgezet te volgen.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
In de installatie moet er voor elke fase een stroomonderbreker voorzien zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schake­laars, smeltstoppen en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aanslui- ting vindt u op het typeplaatje onder­aan op het toestel. Ga na of deze gege­vens met de spanning en frequentie van het net overeenstemmen.
Elektrische aansluiting
Zo u de aansluiting wijzigt of de aan­sluitkabel vervangt, moet u gebruik maken van de kabel H 05 VV-F of H 05 RR-F. Die is bij de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
Ook indien u ons later inlichtingen vraagt, geef dan a.u.b. de spanning (voltage) en het type- en fabricagenum­mer op.
27
Wijzigingen voorbehouden 01/0601
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...