Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat.
*
M.-Nr. 05 573 760
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
KM 448
Vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
b
Kookzone: 14,5 cm Ø
c
Kookzone / braadzone: 17 cm Ø / 17 cm x 26,5 cm
d
Kookzone: 18 cm Ø
e
Sensortoetsen
Vario-kookzone
f
Braadzone
g
Bediening en display voor kookzone achteraan links
h
Bediening en display voor kookzone achteraan rechts
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Uw oud toestel afdanken
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard.
Maak oude, niet meer gebruikte toestellen stroomloos. Verwijder alle stroomtoevoerleidingen. Zo vermijdt u dat het
toestel risico’s inhoudt, bv. voor spelende kinderen. Zie ook de rubriek ‘Opmerkingen omtrent uw veiligheid’.
Typeplaatje
Het typeplaatje is na de inbouw van het kookvlak niet meer zichtbaar. Daarom is
er een tweede typeplaatje bijgeleverd.
Gelieve dit typeplaatje onder de rubriek ‘Technische Dienst’ te kleven. Bij een
tussenkomst van de technische dienst, heeft de technicus namelijk het type- en
fabricagenummer van uw toestel nodig.
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit apparaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Als het niet wordt gebruikt waarvoor
het is bestemd, kunnen personen
letsel oplopen en kan er materiële
schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voor u uw toestel
voor het eerst gebruikt. U vindt er
belangrijke tips voor de veiligheid,
de inbouw, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw toestel.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef ze door aan wie
het toestel na u gebruikt!
Efficiënt gebruik
Dit kookvlak is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik en wel
voor het bereiden, verwarmen en inmaken van levensmiddelen. Gebruik voor
andere doeleinden is voor eigen risico
en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere
doeleinden dan hier aangegeven of
door foutieve bediening.
Technisch veilig
Voor u het kookvlak aansluit, dient
u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje met
de waarden van het elektriciteitsnet te
vergelijken.
Deze gegevens moeten beslist overeenstemmen. In geval van twijfel kunt u
een electricien raadplegen.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele beveiliging voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door
een vakman nakijken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade die veroorzaakt is doordat de
aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. In zo’n geval zijn er ook
elektrische schokken mogelijk.
Gebruik uw toestel enkel in inge-
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Maak de ommanteling van het toe-
stel in geen geval open.
Zo u eventueel aansluitingen aanraakt,
die onder spanning staan, of de elektrische en mechanische structuur van het
toestel verandert, brengt u zichzelf in
gevaar. Dit kan ook tot storingen leiden
in de werking van het toestel.
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige installatieof reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt. Daarvoor
kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld; trek niet aan het snoer,
wel aan de stekker, om het toestel
stroomloos te maken.
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer gevaar
voor oververhitting.
Bouwt u het kookvlak boven een
oven in, plaats de aansluitkabel
van het kookvlak dan zo dat die de ommanteling van de oven niet raakt.
Indien u dit toestel niet op een vas-
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten,
koelkasten en diepvriezers. De soms
wel intensieve hittestraling van het
kookvlak kan aan deze toestellen schade toebrengen.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Voorzichtig! U kan zich verbranden!
In en rond het kookvlak loopt de
temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken.
Het kookvlak wordt heet.
Kinderen kunnen zich echter ook verbranden door kookpannen naar zich
toe te trekken.
De kookzones worden na het in-
schakelen heet.
Door een verklikkerlampje wordt aangeduid of er nog een kookzone heet is.
Hou het toestel onder toezicht als
u vet of olie gebruikt.
Vet of olie kan vlam vatten. Er bestaat
dan ook brandgevaar!
Als het vet of de olie toch eens zou
ontvlammen, probeer het dan niet
met water te blussen! Doe het vuur stikken, bv. met een deken of met het
schuim van een brandblusser.
Gebruik het kookvlak niet om het
vertrek te verwarmen. Door hoge
temperaturen aan de kookzones kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de
omgeving in brand schieten.
Zodra er barsten of spleten in het
keramisch kookvlak ontstaan, dient
u het kookvlak dadelijk uit te schakelen. Eventueel overkokende spijzen
kunnen via deze defecte plaatsen terechtkomen op kookvlakonderdelen die
onder spanning staan. Er kan kortsluiting optreden.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de smeltstoppen uit. Verwittig
dan meteen de naverkoopdienst.
Verwarm geen gesloten recipiën-
ten, bv. conservenblikjes, met dit
toestel. Door de opduikende overdruk
kunnen de recipiënten of blikjes springen. Er is dan risico op verbranding en
ander lichamelijk letsel!
Gebruik het toestel niet om er voor-
werpen op neer te zetten. Als u het
onverhoeds inschakelt of als het nog
warm is van een kookproces, bestaat
het risico dat het materiaal verhit. U
kan zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan ook smelten.
Hou de sensortoetsen altijd netjes.
Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak
beschadigen.
Let er vooral bij het schoonmaken van
het kookvlak op dat het vuil niet op de
sensortoetsen worden gewreven.
Wat op de sensortoetsen achterblijft of
ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vermijd dat er voorwerpen op het
kookvlak vallen. Zelfs zogezegd
lichte voorwerpen, als zoutvaatjes, kunnen in een minder gunstig geval scheuren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen vaatwerk van kunst-
stof of aluminiumfolie.
Bij hogere temperaturen gaat dat smelten. Bij het kookvlak bestaat bovendien
het risico dat het keramisch oppervlak
wordt beschadigd.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, alsook kunststof
en aluminiumfolie op hete kookzones
terechtkomen. Bij het afkoelen van het
kookvlak kunnen er scheurtjes of spleten opduiken.
Schakel de getroffen kookzone uit.
Verwijder de resten dadelijk met een
glaskrabber zolang de zone nog heet
is. Let erop dat u uw handen niet verbrandt.
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet, let
er dan op dat de bodem zuiver is, vrij
van vet en droog.
De panbodem mag geen randen
noch braam vertonen. Die mag
ook niet onzuiver geëmailleerd zijn.
Bij het verschuiven kan zo’n bodem blijvende krassen veroorzaken!
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd.
De nodige programmaduur hangt van
heel wat factoren af. B.v. van de aanvankelijke temperatuur, de hoeveelheid, de soort en de kwaliteit van de
spijzen. Wellicht werd ook van het recept afgeweken. Zo er in de spijzen
eventueel kiemen aanwezig zijn, worden die enkel bij een toereikende temperatuur (> 70°C) en bij een voldoende
lange programmaduur (> 10 min.) vernietigd. Twijfelt u eraan of de spijzen
voldoende worden opgewarmd, kies
dan liever een ietwat langere tijd.
Het is van belang dat de temperatuur
in de spijzen gelijkmatig wordt verdeeld en voldoende hoog is. Dit bereikt
u b.v. door in de spijzen te roeren of ze
om te draaien.
Gebruik om het kookvlak schoon
te maken in geen geval een toestel
dat met stoom onder druk werkt.
De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Maak de voegen tussen de rand-
lijst en het werkblad en tussen de
randlijst en het keramisch kookvlak
nooit met spitse voorwerpen schoon.
Anders beschadigt u de afdichting.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van het toestel?
Dan mag het snoer van het apparaat
niet op het kookvlak rusten.
De isolatie van het snoer kan schade
oplopen.
Er is risico op elektrische schokken!
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Schuif de glaskrabber na gebruik
weer dicht. Anders kan u zich daaraan kwetsen!
Uw oud toestel afdanken
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar. Bij een vaste aansluiting laat u het aansluitsnoer door
een bevoegd vakman uit het stopcontact verwijderen. Zo vermijdt u dat het
kookvlak voor andere doeleinden wordt
gebruikt dan waarvoor het bestemd is.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden
genomen.
9
Bediening
Bediening
Sensortoetsen
Uw keramisch kookvlak is uitgerust met
elektronische sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reageren op het contact met
uw vingers.
Door met een vinger de gewenste toets
aan te raken, bedient u het kookvlak.
Let erop dat u telkens maar één enkele
toets aanraakt. Raakt u er verschillende
tegelijk aan, dan wordt de ‘opdracht’
niet aanvaard.
Hou de sensortoetsen altijd netjes.
Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de
sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak beschadigen.
Wat op de sensortoetsen achterblijft
of ligt, kan door het toestel worden
verstaan als vingercontact.
Het kookvlak inschakelen
Raak ca. 2 seconden de ingebruiknemingstoets
In de vier aanduidingen van de kookzones verschijnt telkens ‘–’.
Nu kan u elk van de kookzones apart
inschakelen. Zo u binnen een bepaalde tijd geen enkele zone hebt
gekozen, wordt het kookvlak uitgeschakeld. Dan moet u het opnieuw
inschakelen.
Een kookzone inschakelen
Raak de toets s van de gewenste
kookzone aan.
In de aanduiding van de gekozen
kookzone verschijnt "0". De kookzone is ingeschakeld, maar wordt pas
verwarmd nadat u de gewenste
stand hebt gekozen.
s aan.
Het kookvlak in werking stellen
Als het kookvlak niet in werking is, zijn
de displays van alle sensortoetsen uitgeschakeld.
Voor het eerste gebruik
Maak het keramisch kookvlak eerst
grondig schoon. Zie rubriek ‘Reiniging
en onderhoud’. Bij het eerste gebruik
kan er wat reuk worden ontwikkeld. Dat
komt doordat resterend vocht in de isolatie verdampt.
10
De stand kiezen
U kan kiezen uit 9 standen. Zie tabel
voor het instellen van de kookzones. U
kan een stand kiezen via de _-toet-
sen van de overeenkomstige zones.
Raak de _-toetsen van de kookzone aan tot de gewenste stand
wordt aangeduid.
Raakt u de toets aan, dan wordt er
stapsgewijs vooruit- (0, 1, 2, ... 9), bij
$ stap voor stap achteruitgeteld (9,
8, 7, ... 0).
De stand veranderen
Druk op de _-toetsen van de overeenkomstige kookzone totdat de gewenste stand wordt aangeduid.
Bediening
Tabel om de kookzones in te
stellen
Om ...Stand
boter, chocolade enz. te smelten
gelatine op te lossen
yoghurt klaar te maken
spijzen warm te houden
kleine hoeveelheden al dan niet
vloeibare spijzen op te warmen
room en saus aan te maken
een omelet te bakken
diepvries te ontdooien
deegwaren, rijst- en
havermoutpap gaar te koken
groente, fruit en vis te stoven
bouillon en soep van
peulvruchten klaar te maken
vlees, vis en groente
klaar te maken
aardappelen, soep en
eenpansgerechten te koken
gelei, jam en vruchtenmoes
te bereiden
vis, schnitzel en koteletten
te braden
pannekoeken, lever, worst
en spiegeleieren te braden
grote hoeveelheden vlees
te braden
biefstuk en filet te braden,
aardappelkoek te bakken
spijzen in grote hoeveelheden
vlug aan de kook te brengen
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze
zijn van toepassing op normale porties voor
4 personen. Zo de kookpan hoger is, u zonder
deksel kookt en meer spijzen klaarmaakt, stel
dan een hogere stand in. Maakt u minder klaar,
stel dan een lagere stand in.
1
1 – 2
2 – 3
3 – 5
5 – 6
6 – 7
7 – 9
9
De kookzone uitschakelen
Raak toets s van de gewenste
kookzone aan.
In het display verschijnt ‘–’ zodra u
de kookzone kan aanraken. U ziet
een "H" knipperen indien de zone
nog te heet is. Zie ‘Aanduiding resterende warmte’.
Is er geen andere kookzone meer in
werking, dan wordt het kookvlak na
enige tijd uitgeschakeld.
Aanduiding resterende warmte
Zolang een kookzone na het uitschakelen nog heet is, knippert er een ‘H’ in
het display.
Raak deze kookzones niet aan en
leg er geen voorwerpen op, die
geen warmte kunnen verdragen. U
kan zich daaraan verbranden! Bij
een stroomonderbreking verdwijnt
de ‘H’ zelfs als de kookzone nog te
heet is.
11
Bediening
Vergrendelfunctie
Na de aansluiting van het kookvlak op
het stroomnet en na een stroomonderbreking is het kookvlak vergrendeld.
Dat wordt aangeduid door een controlelampje. Schakel de vergrendeling uit
voor u het kookvlak in gebruik neemt.
Het verdient aanbeveling de kookzones te vergrendeln om onverhoedse
bediening door kleine kinderen, huisdieren e.d. te vermijden.
Activeert u de vergrendeling bij uitge-schakeld kookvlak, dan kan u het
kookvlak niet meer inschakelen.
Zet u de vergrendelfunctie tijdens dewerking aan, dan kan u het toestel nog
enkel in beperkte mate bedienen:
– De vermogensstand van de kook-
zones kan u niet meer wijzigen.
– De kookzones en het kookvlak kan u
enkel nog via toets
daarna echter niet meer inschakelen.
s uitschakelen ,
Veiligheidsuitschakeling
Blijft een kookzone ongewoon lang in
werking, dan wordt die vanzelf uitgeschakeld.
De duur, 1 à 10 uur, hangt af van de
gekozen stand. Hoe hoger het vermogen dat u heeft gekozen, hoe vlugger
de kookzone automatisch wordt uitgeschakeld.
Bovendien is elke kookzone uitgerust
met een interne temperatuurbegrenzer.
Die schakelt de kookzones uit zodra
het keramisch oppervlak oververhit is.
U kan alle kookzones tegelijk uitschakelen zelfs indien ze vergrendeld zijn.
Raak de toets ‘s’ aan tot het kookvlak uitgeschakeld is.
De vergrendeling inschakelen
Raak het schakelvlakje voor de vergrendeling ‘a’ aan tot het controlelampje erboven verlicht wordt.
De vergrendeling uitschakelen
Raak het schakelvlakje voor de vergrendeling ‘a’ aan tot het controlelampje erboven uitgaat.
12
Foutmelding
Laat keukengerei als deksels, bestek,
doeken niet op het bedieningsvlak liggen.
Hou de sensortoetsen altijd netjes.
Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de
sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het
oppervlak beschadigen.
Wat op de sensortoetsen achterblijft
of ligt, kan door het toestel worden
verstaan als vingercontact. Daardoor kan het toestel worden ingeschakeld.
Bediening
13
Bediening
Kookstart-automaat
Elke kookzone is voorzien van een
kookstart-automaat. Die kunt u al dan
niet instellen.
Kiest u voor de kookstart-automaat,
dan worden de spijzen met een hoog
vermogen opgewarmd. Na het kookbegin (zie tabel) wordt automatisch
overgeschakeld op de gekozen voortkookstand. Het verwarmingsvermogen
wordt verlaagd. U hoeft het vermogen
dus niet manueel te regelen.
Indien u de kookstart-automaat hebt ingeschakeld, is er achter de aanduiding
van de stand een punt zichtbaar.
De duur van de kookstart
De duur van het kookbegin hangt van
de gekozen stand af. De kooksector
(stand 2 - 5) is van de braadsector
(stand 6 - 9) gescheiden. In beide sectoren zijn de optimale kookstarttijden
verschillend.
SectorStandKookstart
(in min.en
sec.) (ca.)
Verwarmen,
warm houden
Koken2
Braden6
11’ 30"
2’ 30"
3
4
5
7
8
9
4’
5’ 30"
7’
1’ 30"
2’ 30"
2’ 30"
– *
In de kooksector duurt de kookstart
langer naarmate u een hogere stand instelt. In de braadsector lopen deze tijden minder op omdat bij het braadbegin over het algemeen de lege
recipiënt wordt opgewarmd.
De kookstart-automaat inschakelen
Schakel het kookvlak in door ca.
2 seconden de toets ‘
ken.
In het display verschijnt ‘–’.
Schakel de gewenste kookzone in
door de toets ‘
aan te raken.
In het display verschijnt ‘0’.
Kies stand 9 door een keer de toets
$ van de kookzone aan te raken.
In het display verschijnt ‘9’.
Raak een keer de toets van de
kookzone aan.
In het display verschijnt ‘9
U heeft nu enkele seconden de tijd om
de voortkookstand te kiezen. Daarna
verdwijnt de punt. U dient nu de kookstart-automaat opnieuw in te schakelen.
Kies de voortkookstand door de toets
$ aan te raken tot de gewenste stand
in het display verschijnt.
Achter de stand staat nog steeds de
punt. Die gaat pas uit zodra de kookstart afgelopen en de voortkookstand
bereikt is.
s’ van de kookzone
s’ aan te ra-
.’.
* Er wordt continu met het maximumvermogen
verwarmd.
14
Bediening
Kookzones uitbreiden
De kookzones zijn op het kookvlak gemarkeerd.
Enkele zones kan u vergroten, nl. de
braadzone achteraan rechts en de
vario-kookzone vooraan links.
U kan enkel een zone uitbreiden indien
de kookzone zelf reeds ingeschakeld is.
Vario-kookzone
Raak de toets voor de vario-kookzone ‘
n’ aan indien u de zone met
grotere diameter wenst te gebruiken.
Er wordt een controlepunt boven de
sensortoets verlicht.
Braadzone
Raak de toets voor de braadzone
‘
x’ aan indien u de braadzone
wenst te gebruiken.
Er wordt een controlepunt boven de
sensortoets verlicht.
n
x
15
Bediening
Eisen die aan het vaatwerk
worden gesteld
Als u met de volgende wenken rekening houdt,
– wordt er bij het koken of braden
geen energie verspild,
– kan wat overkookt, niet op de kook-
zone druipen en erin vastbranden.
De bodem van het kookgerei
Kook- en braadpannen dienen van een
stabiele, heel lichtjes naar binnen verlopende bodem voorzien te zijn. Dan ligt
de bodem bij het verhitten mooi effen
op de kookzone. Vraag in de winkel
naar kookgerei dat voor koken op keramische kookvlakken geschikt is.
Het formaat van het kookgerei
De diameter van de pan moet ietwat
groter zijn dan de kookzone.
Hou ermee rekening dat bij pannen
vaak de maximumdiameter bovenaan
wordt opgegeven. Wat telt, is echter de
meestal kleinere diameter van de bodem.
Deksel
Door een deksel op de pan te zetten
kan de warmte niet ontsnappen.
16
Bediening
Hou hiermee rekening bij het
gebruik van het kookvlak:
Voordat u een kookzone inschakelt,
dient u daar een kookpan met spijzen
erin op te zetten. Anders wordt er energie verspild.
De kookzone en de bodem van de
kookpan dienen droog en zuiver te zijn.
Zo wordt de schoonmaak na gebruik
van het kookvlak tot een minimum beperkt.
Bij het begin van het kookproces
mag er geen zand op het keramisch kookvlak liggen.
Indien er zand onder de kookpan geraakt en die wordt verschoven, ontstaan er krassen op het oppervlak!
De panbodem mag geen randen
noch braam vertonen. Die mag ook
niet onzuiver geëmailleerd zijn.
Bij het verschuiven kan zo’n bodem
krassen maken en over het keramisch
oppervlak schuren!
Verschuif geen voorwerpen als b.v.
bakplaten, afdruipschalen e.d. op
het glazen oppervlak.
Aluminium vaatwerk of roestvrijstalen kookgerei met een aluminium
bodem kan op het keramisch kookvlak parelmoerkleurige vlekken achterlaten.
Deze vlekken verwijdert u bij voorkeur
onmiddellijk na het optreden. Gebruik
daarvoor een speciaal reinigingsmiddel. Zie rubriek ‘Reiniging en onderhoud’.
Laat op in werking zijnde kookzones geen suiker, noch in vaste noch
in vloeibare vorm, geen kunststof
voorwerpen en ook geen aluminiumfolie liggen.
Wanneer de glaskeramiek afkoelt, kunnen er daardoor scheurtjes of spleten
in het oppervlak opduiken.
Schakel de getroffen kookzone uit. Verwijder de resten dadelijk met een glaskrabber zolang de zone nog warm is.
Let erop dat u uw handen niet verbrandt.
Koelt het kookvlak af zonder dat het
wordt gereinigd, dan kan het glas grotere of kleinere kuiltjes vertonen. Het
formaat hangt af van hoeveel er werd
gemorst.
Anders ontstaan er krassen!
17
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Eigenlijk kunt u het keramisch kookvlak
net zo onderhouden als andere glazen
oppervlakken.
Gebruik in geen geval producten
met een schurend effect noch
agressief reinigingsmiddel als b.v.
grill- en ovenspray, vlek- en roestoplosmiddel, schuurzand, sponsjes
die krassen maken.
Maak de voegen tussen de randlijst
en het werkblad en tussen de randlijst en het keramisch kookvlak nooit
met spitse voorwerpen schoon.
Anders beschadigt u de afdichting.
Om te vermijden dat resten gaan
inbranden, verwijdert u het vuil zo
vlug mogelijk. Als u een pan opzet,
let er dan op dat de bodem zuiver
is, vrij van vet en droog.
Licht, niet vast ingebrand vuil kan u
met een vochtig doek of spons zonder
reinigingsmiddel wegwissen. U kan
ook niet schurende crème gebruiken.
Gebruikt u om te reinigen b.v. afwasmiddel, dan kunnen er blauwige
vlekken opduiken. Deze hardnekkige vlekken kan u niet altijd meteen
bij de eerste reinigingsbeurt wegwerken, zelfs niet met een speciaal
reinigingsmiddel.
Schoonmaken na elk gebruik
Zorg ervoor dat de sensortoetsen
netjes blijven. Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de
sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak beschadigen.
Let er vooral bij het schoonmaken
van het kookvlak op dat u het vuil
niet op de sensortoetsen wrijft. Wat
op de sensortoetsen achterblijft of
ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
18
Vast eraan klevend vuil kan u met een
glaskrabber verwijderen. Wis het kookvlak daarna met een vochtig doekje of
sponsje af.
Reiniging en onderhoud
Vlekken verwijderen
Heldere, parelmoerkleurige vlekken
(aluminiumresten) op het kookvlak verwijdert u met een speciaal reinigingsmiddel zodra het kookvlak afgekoeld is.
Kalkresten op het kookvlak (veroorzaakt door overgekookt water of een
vochtige panbodem) kunt u makkelijk
met azijn of een speciaal reinigingsmiddel wegwerken.
Schakel de getroffen kookzone uit.
Verwijder de resten dadelijk met
een glaskrabber zolang de zone
nog warm is. Let erop dat u uw handen niet verbrandt.
Laat de kookzone afkoelen en maak ze
achteraf nog beter schoon met behulp
van een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Gebruik enkel speciaal reinigingsmiddel dat voor keramische oppervlakken
geschikt is.
Hou absoluut rekening met de aanwijzingen omtrent schoonmaak en
onderhoud op de verpakking.
Breng het reinigingsmiddel niet aan
op hete kookzones.
Als er nog reinigingsmiddelresten
op het kookvlak achtergebleven
zijn, wis die dan met een vochtige
doek weg. Als het kookvlak weer
opwarmt, kunnen die immers een
bijtende werking hebben.
Onderhoudsmiddel
Als u deze middelen gebruikt, wordt er
een siliconenlaagje op het keramisch
oppervlak aangebracht. Daardoor
wordt het oppervlak beschermd. Zo
wordt het kookvlak nog ‘gladder’ en
stoot het nog beter water en vuil af.
Deze siliconenlaag blijft echter niet bestand tegen de hoge temperaturen in
de kookzones. Ze moet dus telkens opnieuw worden aangebracht.
Als u het kookvlak telkens met een van
deze speciale middelen schoonmaakt,
voorkomt u schade door suiker, gezoete spijzen of aluminiumfolie.
19
Wat gedaan als...?
Wat gedaan als...?
De installatie, het onderhoud en de
herstelling van uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige installatie- en
reparatiewerkzaamheden kunnen er
voor de gebruiker grote risico’s opduiken.
Aan volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het keramische kookvlak bij de
eerste opwarming wat reuk afgeeft?
Dit is geen storing!
Het water in de isolatie verdampt.
. . . u de kookzones niet kan inschakelen?
Zie eens na of de kookzones niet vergrendeld zijn.
. . . een kookzone tijdens de werking
uitvalt en er in de aanduiding vlug
een "H" knippert?
Dit is geen storing!
Zo de kookzones ongewoon lang in gebruik blijven, worden die automatisch
uitgeschakeld.
De lengte van die periode, van 1 tot 10
uur, hangt af van de ingestelde stand.
Hoe hoger dat getal, hoe vlugger de
zone automatisch wordt uitgeschakeld.
Zo activeert u de kookzone opnieuw:
Schakel de kookzone in en kies daarna opnieuw de gewenste stand.
Indien in een of meer displays een "H"
knippert, is dat geen fout. Dat wijst
erop dat deze kookzones nog heet zijn.
Controleer of de smeltveiligheden
van uw elektrische installatie niet zijn
uitgesprongen als alle controlelampjes van het kookvlak uit zijn.
Doe in zo’n geval een beroep op een
elektricien of op de Technische
Dienst van Miele.
20
. . . . . . de inhoud van de kookpan
moeilijk of helemaal niet begint te koken als u met de kookstart-automaat
werkt?
Gebruikt u soms een kookpan met
een bodem die warmte opslorpt?
Dan wordt de warmte van de panbodem minder vlot aan de spijzen afgegeven.
Is de pan niet te groot in vergelijking
met de zonediameter? Was de kookzone-uitbreiding wel ingeschakeld?
Zo de zone-uitbreiding niet ingeschakeld was, doe dat dan alsnog
Kies in beide gevallen een hogere
voortkookstand. Of laat het gerecht op
stand 9 starten en schakel dan terug.
Wat gedaan als...?
21
Technische Dienst
Technische Dienst
Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Technische Dienst van Miele.
Het adres en telefoonnummer van onze technische dienst vindt u op de rugzijde
van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan
a.u.b. altijd het machinetype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het bijgeleverde typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat het typenummer overeenstemt
met de gegevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing.
22
Inbouwhandleiding
Inbouwtips
De vereiste gegevens over de aansluiting alsook het modelnummer vindt u
op het typeplaatje van dit kookvlak.
Deze gegevens dienen met die van het
net overeen te stemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen
vraagt, geef dan a.u.b. de spanning
(voltage) en het model- en fabricagenummer op.
Bouw het kookvlak pas in nadat de
wandkasten gemonteerd zijn. Zo
vermijdt u schade aan het glazen
oppervlak.
Gefineerde delen of kunststof hang- en
sluitwerk van inbouwmeubelen dienen
verwerkt te zijn met lijm die tegen hitte
(100°C) bestand is. Anders komt de
lijm los of vervormt hij.
Inbouwhandleiding
Bevindt er zich onder het ingebouwde toestel een lade, leg daar dan
geen brandbare voorwerpen als bv.
spuitbussen in.
Eventuele bestekinzetten dienen
ook tegen hitte bestand te zijn.
Bouw het kookvlak niet in boven
was-, droog-, afwasautomaten, koelkasten en diepvriezers. De soms
wel intensieve hittestraling van het
kookvlak kan aan deze toestellen
schade toebrengen.
Bouwt u het kookvlak boven een
oven in, plaats de aansluitkabel van
het kookvlak dan zo dat die de ommanteling van de oven niet raakt.
23
Inbouwhandleiding
Keramisch kookvlak
Bij inbouw van een kookvlak mogen er
aan een van de zijkanten en aan de
achterzijde om het even hoe hoge kasten of wanden staan. Aan de andere
zijkant mag er evenwel geen toestel of
meubel hoger zijn dan het kookvlak.
Wegens de stralingswarmte dient u
een veilige afstand te voorzien van
minstens:
– 50 mm van een meubel ernaast,
bv. kolomkast, tot de uitsnijding
in het werkblad.
50 mm van een rugwand tot de
uitsnijding in het werkblad.
Veilige afstand boven het
toestell
c Hou tussen het toestel en de wasem-
kap erboven een veilige afstand. Die
wordt doorgaans door de fabrikant
van de wasemkap opgegeven. Is
dat niet het geval, laat dan een afstand van minstens 760 mm zo er
boven het kookvlak licht ontvlambaar
materiaal hangt, bv. een rekje.
Worden er voor verschillende toestellen, bv. een wokbrander en een
elektrisch kookvlak, in de montageof gebruiksaanwijzing andere veiligheidsafstanden onder de wasemkap opgegeven?
Neem dan de grootste afstand.
24
KM 448
b ruimte voor aansluitsnoer vrijhouden!
Inbouwhandleiding
Dit kookvlak dat in één vlak met het
werkblad wordt ingebouwd, is enkel
geschikt voor inbouw in granieten,
marmeren en betegelde oppervlakken. Ander materiaal als bv. Corian
is niet geschikt.
Voor de inbouw is een onderkast
van 800 mm breed vereist.
Na de inbouw moet het kookvlak
voor eventuele onderhouds- of herstelwerkzaamheden van onderen
toegankelijk blijven. Dan hoeft het
voegkit niet te worden verwijderd.
Om het kookvlak te bevestigen kan u
– het rechtstreeks in een gepast uitge-
freesde opening van een natuurstenen werkblad plaatsen,
– het in de uitsnijding van een bete-
geld werkblad met houten latten bevestigen. Deze latten moeten ter
plaatse ter beschikking worden gesteld; ze worden niet bijgeleverd.
25
Inbouwhandleiding
Inbouw in de uitgefreesde opening
van een natuurstenen werkblad
c werkblad
d breedte van de voeg
e kookvlak
De hoekstraal van het uitgefreesde
werkblad is maximum R4.
Voer de uitsnijding in het werkblad
uit als op de afbeeldingen.
Plaats het kookvlak e in de uitsnij-
ding en centreer het.
Wegens toleranties in de afmetingen van het keramisch kookvlak en
van de uitsnijding in het werkblad
kan de breedte van de voeg
variëren (minstens 2 mm).
Spuit de voeg e dicht met siliconen-
kit dat een temperatuur van minstens
160 °C kan verdragen.
d
Inbouw in een met tegels belegd
werkblad
c
d
f
13
e
1
6
51
c werkblad
d breedte van de voeg
e kookvlak
f houten latten (13 mm, niet bijgele-
verd)
De hoekstraal van het uitgefreesde
werkblad is maximum R4.
Voer de uitsnijding in het werkblad
uit als op de afbeeldingen.
Bevestig de houten latten 6 mm onder de bovenkant van het werkblad.
Plaats het kookvlak e in de uitsnijding en centreer het.
Wegens toleranties in de afmetingen van het keramisch kookvlak en
van de uitsnijding in het werkblad
kan de breedte van de voeg
variëren (minstens 2 mm).
d
58
26
Spuit de voeg
dat een temperatuur van minstens
160 °C kan verdragen.
e dicht met siliconenkit
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kunt u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen. Die dient de plaatselijke reglementering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
In de installatie moet er voor elke fase
een stroomonderbreker voorzien zijn.
Als stroomonderbrekers kunnen er
schakelaars worden gebruikt met een
contactopening van meer dan 3 mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aanslui-ting vindt u op het typeplaatje onderaan op het toestel. Ga na of deze gegevens met de spanning en frequentie
van het net overeenstemmen.
Elektrische aansluiting
Zo u de aansluiting wijzigt of de aansluitkabel vervangt, moet u gebruik
maken van de kabel H 05 VV-F of
H 05 RR-F. Die is bij de Technische
Dienst van Miele verkrijgbaar.
Ook indien u ons later inlichtingen
vraagt, geef dan a.u.b. de spanning
(voltage) en het type- en fabricagenummer op.
27
Wijzigingen voorbehouden 01/0601
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.