Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voordat u het toestel installeert en
in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 847 861
*
Beschrijving van de toestellen
Beschrijving van de toestellen
KM 440
KM 441, KM 442
2
KM 443, KM 444
Kookzones
Beschrijving van de toestellen
KM 440
b kookzone: 14,5 cm Ø
c kookzone: 21 cm Ø
d kookzone: 14,5 cm Ø
e kookzone: 18 cm Ø
KM 443, KM 444
b
vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
kookzone: 14,5 cm Ø
c
KM 441, KM 442
b vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø
c kookzone: 14,5 cm Ø
d kookzone: 18 cm Ø (KM 442: halog.)
e kookzone: 14,5 cm Ø
d kookzone / ovale zone: 17 cm Ø / 17 cm x 26,5 cm
e kookzone: 18 cm Ø (KM 444: halog.)
Sensortoetsen
f vario-kookzone
g ovale zone
h kookzonebediening en -aanduiding: achteraan links
i
kookzonebediening en -aanduiding: achteraan rechts
j kookzonebediening en -aanduiding: vooraan rechts
k kookzonebediening en -aanduiding: vooraan links
l vergrendeling
m ingebruikneming, uitschakelbeveiliging
Daar het typeplaatje na de inbouw van het kookvlak niet meer zichtbaar is, wordt
er een tweede typeplaatje bijgevoegd.
Gelieve dit plaatje in het afgebakende vakje onder Naverkoopdienst” te kleven. Bij
een tussenkomst dient de technicus van de naverkoopdienst immers het type en
het nummer van uw toestel te kennen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus
opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kinderveilig wordt bewaard. Hou
dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen".
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan er
schade optreden aan het toestel en
kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwijzing voordat u uw toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke wenken omtrent de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud
van het toestel. Zo beschermt u
zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze toestellen zijn enkel voor
huishoudelijk gebruik bestemd. U
mag er enkel levensmiddelen mee braden, koken, opwarmen en inmaken.
Elke andere toepassing gebeurt op uw
eigen risico.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel niet volgens de voorschriften gebruikt of
verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op
de typeplaatjes met die van uw huisinstallatie. Sluit daarna pas uw toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag in geval
van twijfel inlichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardingssysteem is
aangesloten, dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In
geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman te laten nakijken.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding
onderbroken was of gewoon ontbrak.
Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Gebruik uw toestel enkel in inge-
bouwde toestand. Zo bent u zeker
dat u geen elektrische onderdelen kan
aanraken.
Maak de ommanteling van het toe-
stel in geen geval open.
Zo u eventueel aansluitingen aanraakt,
die onder spanning staan, of de elektrische en mechanische structuur van het
toestel verandert, brengt u zichzelf in
gevaar. Dit kan ook tot storingen leiden
in de werking van het toestel.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige installatie- of
reparatiewerkzaamheden kunnen er
niet te onderschatten risico’s opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld,
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld of helemaal uitgeschroefd.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren.
Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder meer
gevaar voor oververhitting.
Het kookvlak mag niet boven was-,
droog-, afwasautomaten, koelkasten en diepvriezers worden ingebouwd.
De soms wel intensieve hittestraling
van het kookvlak kan aan deze toestellen schade toebrengen.
Bouwt u het kookvlak boven een
oven in, plaats de aansluitkabel
van het kookvlak dan zo dat die de ommanteling van de oven niet aanraakt.
Wegens de stralingswarmte wordt
het afgeraden het kookvlak boven
laden in te bouwen. Bouw het kookvlak
enkel in boven meubels met een vast
voorzijdepaneel en met een beschermende tussenplank.
Gebruik
Voorzichtig! U kan zich verbranden!
In en rond het kookvlak loopt de
temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken.
Het kookvlak wordt heet.
Kinderen kunnen zich echter ook verbranden door kookpannen naar zich
toe te trekken.
De kookzones worden na het in-
schakelen heet. Door een verklikkerlampje wordt aangeduid of er nog
een kookzone heet is.
Hou het toestel onder toezicht als
u vet of olie gebruikt.
Vet of olie kan vlam vatten. Er bestaat
dan ook brandgevaar!
Gebruik uw toestel niet om het ver-
trek te verwarmen.
Door hoge temperaturen aan de kookzones kunnen licht ontvlambare
voorwerpen in de omgeving in brand
schieten.
Zodra er barsten of spleten in het
keramisch kookvlak ontstaan, dient
u het kookvlak dadelijk uit te schakelen. Eventueel overkokende spijzen
kunnen via deze defecte plaatsen terechtkomen op kookvlakonderdelen die
onder spanning staan. Zo ontstaat er
kortsluiting.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de smeltstoppen uit. Verwittig
dan meteen de naverkoopdienst.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik het kookvlak niet om er ob-
jecten op te zetten of te leggen.
Als u het kookvlak inschakelt, kunnen
die smelten of in brand raken. Dat risico bestaat ook na een kookproces.
Zorg ervoor dat de sensortoetsen
netjes blijven. Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak
beschadigen.
Let er vooral bij het schoonmaken van
het kookvlak op dat de bevuilingen niet
op de sensortoetsen worden gewreven.
Wat op de sensortoetsen achterblijft of
ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
Vermijd dat er voorwerpen op het
kookvlak vallen.
Zelfs zogezegd lichte voorwerpen, als
zoutvaatjes, kunnen in een minder gunstig geval scheuren of spleten veroorzaken.
Gebruik geen vaatwerk van kunst-
stof of aluminiumfolie. Bij hogere
temperaturen gaat dat smelten.
Bij het kookvlak bestaat bovendien het
risico dat het keramisch oppervlak
wordt beschadigd.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, alsook kunststof
en aluminiumfolie op hete kookzones terechtkomen. Bij het afkoelen kunnen er
scheurtjes of spleten in het keramisch
oppervlak opduiken.
Schakel de getroffen kookzone uit. Verwijder de resten dadelijk met een
schraapmesje zolang de zone nog
warm is. Let erop dat u uw handen niet
verbrandt.
Gebruik op het keramisch kook-
vlak geen pannen met een bodem
met een rand of braam. Er kunnen krassen ontstaan.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van het toestel?
Dan mag het snoer van het apparaat
niet op het kookvlak rusten.
De isolatie van het snoer kan schade
oplopen.
Er is risico op elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd.
De nodige programmaduur hangt van
heel wat factoren af. B.v. van de aanvankelijke temperatuur, de hoeveelheid, de soort en de kwaliteit van de
spijzen. Wellicht werd ook van het recept afgeweken.
Zo er in de spijzen eventueel kiemen
aanwezig zijn, worden die enkel bij een
toereikende temperatuur (> 70°C) en
bij een voldoende lange programmaduur (> 10 min.) vernietigd. Twijfelt u
eraan of de spijzen voldoende worden
opgewarmd, kies dan liever een ietwat
langere tijd.
Het is van belang dat de tempera-
tuur in de spijzen gelijkmatig wordt
verdeeld en voldoende hoog is. Dit bereikt u b.v. door in de spijzen te roeren
of ze om te draaien.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik om het kookvlak schoon
te maken in geen geval een toestel
dat met stoom onder druk werkt.
De stoom kan onderdelen van het toestel aanraken, die onder spanning
staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Enkel bij halogeen-kookzones:Kijk
niet te lang op een ingeschakelde
halogeen-kookzone waar geen kookpan op staat. Er bestaat risico op oogletsels.
Maak de voegen tussen de rand-
lijst en het werkblad en tussen de
randlijst en het keramisch kookvlak
nooit met een spits voorwerp schoon.
Anders beschadigt u de afdichting.
Gebruik van het toebehoren
Schuif het schraapmesje na ge-
bruik weer dicht. Anders kan u
zich daaraan kwetsen!
Berging van uw oud toestel
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het
stopcontact. Maak daarna snoer en
stekker onbruikbaar. Bij een vaste aansluiting laat u het aansluitsnoer door
een bevoegd vakman uit het stopcontact verwijderen. Zo vermijdt u dat uw
toestel voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden
genomen.
9
Bediening
Bediening
Sensortoetsen
Uw keramisch kookvlak is uitgerust met
elektronische sensortoetsen. Zulke tiptoetsen reageren op het contact met
uw vingers.
Door met een vinger de gewenste toets
aan te raken, bedient u het kookvlak.
Let erop dat u telkens maar één enkele
toets aanraakt. Raakt u er verschillende
tegelijk aan, dan wordt de "opdracht"
niet aanvaard.
Hou de sensortoetsen altijd netjes.
Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de
sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak beschadigen.
Wat op de sensortoetsen achterblijft
of ligt, kan door het toestel worden
verstaan als vingercontact.
Ingebruikneming
Wanneer het kookvlak niet in werking
is, zijn de aanduidingen van alle sensortoetsen uitgeschakeld.
Een kookzone inschakelen
Raak ca. 2 seconden de ingebruiknemingstoets ,,
In de vier aanduidingen van de kookzones verschijnt telkens ,,–“.
Nu kunt u elk van de kookzones apart
inschakelen. Zo u binnen een bepaalde tijd geen enkele kookzone hebt gekozen, schakelt het kookvlak uit. Dan
moet u het opnieuw inschakelen.
Een kookzone inschakelen
Raak de toets ,,s“ van de gewenste
kookzone aan.
In de aanduiding van de gekozen
kookzone verschijnt "0". De kookzone is ingeschakeld, maar wordt pas
verwarmd nadat u de gewenste
stand hebt gekozen.
De stand kiezen
U kan kiezen uit 9 standen. Zie tabel
voor het instellen van de kookzones. U
kan een stand kiezen via de _ toetsen van de overeenkomstige kookzones.
s“ aan.
Voor het eerste gebruik
Maak het kookvlak voor het eerste
gebruik grondik schoon. Zie rubriek
"Reiniging en onderhoud". Bij het eerste gebruik kan er even reuk worden
gevormd. Dat is te wijten aan het resterende vocht dat in de isolatie verdampf.
10
Raak de _ toetsen van de kookzone aan totdat de gewenste stand
wordt aangeduid.
Raakt u de toets > aan, dan wordt
er stapsgewijs vooruit (0, 1, 2, ... 9),
bij $ stap voor stap achteruit
(9, 8, 7, ... 0) geteld.
De stand veranderen
Druk op de _ toetsen van de
overeenkomstige kookzone totdat de
gewenste stand wordt aangeduid.
Bediening
Tabel voor het instellen
van de kookzones
Stand
om boter, chocolade enz.
te laten smelten
om gelatine op te lossen
om yoghurt klaar te maken
om spijzen warm te houden
om kleine hoeveelheden al dan
niet vloeibare spijzen op te
warmen
om room en saus aan te maken
om een omelet te bakken
om diepvries te ontdooien
om deegwaren, rijst- en
havermoutpap gaar te koken
om groente, fruit en vis te stoven
om bouillon en soep van
peulvruchten klaar te maken
om vlees, vis en groente
klaar te maken
om aardappelen,
eenpansgerechten
en soep te koken
om gelei, jam en
vruchtenmoes te bereiden
om vis, schnitzel en
koteletten te braden
om pannekoeken, lever,
worst, spiegeleieren te braden
om grote hoeveelheden
vlees te braden
om biefstuk en filet te braden,
om aardappelkoek te bakken
om spijzen in grote
hoeveelheden vlug aan de
kook te brengen
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze
zijn van toepassing op normale porties voor 4
personen. Zo de kookpan hoger is, u zonder
deksel kookt en meer spijzen klaarmaakt, stel de
knop dan op een hogere stand in. Maakt u
minder klaar, stel dan een lagere stand in.
1
1 – 2
2 – 3
3 – 5
5 – 6
6 – 7
7 – 9
9
Bediening
De kookzone uitschakelen
Raak toets ,,s“ van de gewenste
kookzone aan.
In de aanduiding verschijnt ,,–“ zodra
de kookzone kan worden aangeraakt. U ziet een "H" knipperen indien de zone nog te heet is. Zie "aanduidingen van resterende warmte".
Is er geen andere kookzone meer in
werking, dan wordt het kookvlak na
enige tijd uitgeschakeld,
Aanduidingen van resterende
warmte
Zolang een kookzone na het uitschakelen nog heet is, knippert er een ,,H“ in
de aanduiding.
Raak deze kookzones niet aan en
leg er geen voorwerpen op, die
geen warmte kunnen verdragen.
U kan zich daaraan verbranden!
Bij een stroomonderbreking verdwijnt de "H" zelfs als de kookzone
nog te heet is.
11
Bediening
Bediening
Vergrendelfunctie
Indien u de kookzones vergrendelt, vermijdt u verkeerde bediening tijdens de
werking. Kookprocessen die aan de
gang waren, worden voortgezet. De
aangeduide stand blijft geactiveerd.
Het is zinvol de kookzones te vergrendelen zo men wil vermijden dat kinderen, huisdieren enz. het toestel verkeerd instellen.
Raak de vergrendeltoets ,,a“ aan
totdat het puntje boven de toets
wordt verlicht.
Ontgrendelen
Raak de vergrendeltoets ,,a“ aan
totdat het puntje boven de toets uitgaat.
Uitschakelbeveiligingen
Blijft een kookzone bijzonder lang in
werking, dan wordt de uitschakelbeveiliging geactiveerd.
De duur van die reactie - van 1 tot 10
uur - hangt af van de stand die u hebt
ingesteld. Hoe hoger die stand, hoe
vlugger de kookzone automatisch uitgeschakeld wordt.
U kan alle kookzones tegelijk uitschakelen, zelfs al zijn ze vergrendeld.
Raak de ingebruikstellingstoets ,,s“
aan totdat het kookvlak uitgeschakeld is.
Foutmelding
Leg keukengerei als deksels, bestek en
doeken niet op de sensortoetsen.
Zorg ervoor dat de sensortoetsen
netjes blijven. Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de
sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak beschadigen.
Verwijder meteen elke bevuiling en
wat eventueel overgelopen is.
Wat op de sensortoetsen achterblijft
of ligt, kan door het toestel worden
verstaan als vingercontact.
Bovendien is elke kookzone binnenin
uitgerust met een temperatuurbegrenzer. Die schakelt de kookzones uit zodra de keramische plaat oververhit.
12
Bediening
Bediening
Kookstart-automatic
Elke kookzone is voorzien van een
kookstart-automatic. Die kunt u al dan
niet instellen.
Kiest u voor kookstart-automatic, dan
worden de spijzen met een hoog vermogen opgewarmd. Na het kookbegin
wordt automatisch overgeschakeld op
de gekozen voortkookstand. Het verwarmingsvermogen wordt verlaagd. U
hoeft het vermogen dus niet manueel
te regelen.
Indien u de kookstart-automatic hebt ingeschakeld, is er achter de aanduiding
van de stand een punt zichtbaar.
Duur van het kookbegin
Deze duur hangt af van de gekozen
stand. Bij het koken (stand 2 tot 5) en
bij het braden (stand 6 tot 9) horen verschillende gunstige kookstartperioden.
Wat?Stand Duur kookstart
in min. (ca.)
Opwarmen,
warm houden
Koken2
Braden6
* Voortdurend maximumvermogen
11,5 min.
2,5 min.
3
4
5
7
8
9
4 min.
5,5 min.
7 min.
1,5 min.
2,5 min.
2,5 min.
– *
Bij het koken verlengt de duur naarmate u een hogere stand kiest. Bij het bra-den is de duur korter, daar men bij
deze standen meestal het lege kookgerei verwarmt om het vlees e.d. vervolgens dicht te schroeien.
De kookstart-automatic inschakelen
Schakel de kookstart-automatic in
door de ingebruiknemingstoets ,,
ca. 2 seconden aan te raken.
In de aanduiding verschijnt ,,–“.
Schakel de gewenste kookzone in
door de toets ,,
aan te raken.
In de aanduiding verschijnt ,,0“.
Kies stand 9 door de toets $ van
de kookzone een keer aan te raken.
In de aanduiding verschijnt ,,9“.
Raak een keer de toets > van de
kookzone aan.
In de aaduiding verschijnt ,,9
U hebt nu enkele seconden de tijd om
de voortkookstand te kiezen. Anders
verdwijnt de punt en dient u de kookstart-automatic opnieuw in te schakelen.
Kies de voortkookstand door de
toets $ aan te raken totdat de gewenste stand In de aanduiding verschijnt.
Achter de stand staat nog steeds de
punt. Die verdwijnt pas zodra het
kookbegin afgelopen en de voortkookstand bereikt is.
s“ van de kookzone
s“
.“.
13
Bediening
De kookzone vergroten
(niet bij KM 440)
De kookzones zijn op het kookvlak gemarkeerd.
Sommige kookzones kunt u vergroten.
Dat zijn de ovale zone achteraan rechts
(bij KM 443 en KM 444) en de variozone vooraan links.
U kan de vergrote kookzone enkel mee
inschakelen zo die bewuste zone reeds
zonder uitbreiding ingeschakeld is.
Vario-kookzone
(niet bij KM 440)
Raak de toets voor de vario-kookzo-
n“ aan indien u de grotere kook-
ne ,,
zone wenst te gebruiken.
Boven de sensortoets wordt een
punt verlicht.
Ovale zone
(enkel bij KM 443 en KM 444)
Raak de toets voor de ovale zone
x
“ aan zo u de ovale zone wenst
,,
te gebruiken.
Boven de sensortoets wordt een
punt verlicht.
n
x
14
Bediening
Eisen die aan het vaatwerk
worden gesteld
Als u met de volgende wenken rekening houdt,
– wordt er bij het koken of braden
geen energie verspild,
– kan wat overkookt, niet op de zone
of plaat druipen en erin vastbranden.
De bodem van het kookgerei
Kook- en braadpannen dienen van een
stabiele, heel lichtjes naar binnen verlopende bodem voorzien te zijn. Dan ligt
de bodem bij het verhitten mooi effen
op de kookzone. Vraag in de winkel
naar kookgerei dat voor elektrisch koken geschikt is.
Bediening
Het formaat van het kookgerei
De diameter van de kook- of braadpan
moet ietwat groter zijn dan de zone.
Een deksel
Door een deksel op de kookpan te
plaatsen, kan de warmte niet ontsnappen.
15
Bediening
Bediening
Hou hiermee rekening bij het
gebruik van het kookvlak:
Voordat u een kookzone inschakelt,
dient u daar een kookpan met spijzen
erin op te zetten. Anders wordt er energie verspild.
De kookzone en de bodem van de
kookpan dienen droog en zuiver te zijn.
Zo wordt de schoonmaak na gebruik
van het kookvlak tot een minimum beperkt.
Bij het begin van het kookproces
mag er geen zand op het keramisch kookvlak liggen.
Indien er zand onder de kookpan geraakt en die wordt verschoven, ontstaan er krassen op het oppervlak!
De bodem van kook- of braadpannen mag geen randen noch braam
vertonen. Die mag ook niet slordig
geëmailleerd zijn.
Bij het verschuiven kan zo’n bodem
krassen maken en over het keramisch
oppervlak schuren!
Verschuif geen voorwerpen als b.v.
bakplaten, afdruipschalen e.d. op
het glazen oppervlak.
Aluminium vaatwerk of roestvrijstalen kookgerei met een aluminium
bodem kan op het keramisch kookvlak parelmoerkleurige vlekken achterlaten.
Deze vlekken verwijdert u bij voorkeur
onmiddellijk na het optreden. Gebruik
daarvoor een speciaal reinigingsmiddel. Zie rubriek Reiniging en onderhoud".
Laat op in werking zijnde kookzones geen suiker, noch in vaste noch
in vloeibare vorm, geen kunststof
voorwerpen en ook geen aluminiumfolie liggen.
Wanneer de glaskeramiek afkoelt, kunnen er daardoor scheurtjes of spleten
in het oppervlak opduiken.
Schakel de getroffen kookzone uit. Verwijder de resten dadelijk met een
schraapmesje zolang de zone nog
warm is. Let erop dat u uw handen niet
verbrandt.
Koelt het kookvlak af zonder dat het
wordt gereinigd, dan kan het glas grotere of kleinere kuiltjes vertonen. Het formaat hangt af van hoeveel er werd gemorst.
Anders ontstaan er krassen!
16
Reiniging en onderhoud
Eigenlijk kunt u het keramisch kookvlak
net zo onderhouden als andere glazen
oppervlakken.
Gebruik in geen geval producten
met een schurend effect noch
agressief reinigingsmiddel als b.v.
grill- en ovenspray, vlek- en roestoplosmiddel, schuurzand, sponsjes
die krassen maken.
Maak de voegen tussen de randlijst
en het werkblad en tussen de randlijst en het keramisch kookvlak nooit
met een spits voorwerp schoon. Anders beschadigt u de afdichting.
Schoonmaken na elk gebruik
Zorg ervoor dat de sensortoetsen
netjes blijven. Zet er geen voorwerpen op neer.
Hete kookpannen op of dichtbij de
sensortoetsen kunnen namelijk elektronische onderdelen onder het oppervlak beschadigen.
Let er vooral bij het schoonmaken
van het kookvlak op dat de bevuilingen niet op de sensortoetsen worden gewreven.
Wat op de sensortoetsen achterblijft
of ligt, kan door het toestel worden
verstaan als vingercontact.
Lichte, niet vast ingebrande bevuilingen kunt u met een vochtig doek of
sponsje zonder reinigingsmiddel wegwissen. U kan ook niet schurende crè-
me gebruiken.
Reiniging en onderhoud
Indien u om te reinigen b.v. afwasmiddel gebruikt, kunnen er blauwige vlekken opduiken. Deze hardnekkige vlekken kunnen niet altijd
dadelijk bij de eerste reinigingsbeurt worden weggewerkt, zelfs niet
met een speciaal reinigingsmiddel.
Vast eraan klevende bevuilingen
kunt u met een schraapmesje verwijderen.
Wis het kookvlak daarna met een vochtig doekje of sponsje af.
Vlekken verwijderen
Heldere, parelmoerkleurige vlekken
(aluminiumresten) op het kookvlak worden met een speciaal reinigingsmiddel
verwijderd zodra het kookvlak afgekoeld is.
Kalkresten op het kookvlak (veroorzaakt door overgekookt water of een
vochtige panbodem) kunt u makkelijk
met azijn of een speciaal reinigingsmiddel wegwerken.
Schakel de getroffen kookzone uit.
Verwijder de resten dadelijk met
een schraapmesje zolang de zone
nog warm is. Let erop dat u uw handen niet verbrandt.Schakel in geen
geval de getroffen kookzone uit!
Laat de kookzone afkoelen en maak ze
achteraf nog beter schoon met behulp
van een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigings- en onderhoudsmiddelen
Speciale reinigingsmiddelen die ter-
dege voor glaskeramiek geschikt zijn:
– Sidol reinigingsmiddel voor roestvrij
staal,
– Vitro-Lin,
– Collo profi.
Onderhoudseigenschappen bieden:
– "Vitro-Lin"
– "Collo profi"
Als u deze middelen gebruikt, wordt er
een siliconenlaagje op het keramisch
oppervlak aangebracht. Daardoor
wordt het oppervlak beschermd. Zo
wordt het kookvlak nog "gladder" en
stoot het nog beter water en vuil af.
Deze siliconenlaag blijft echter niet bestand tegen de hoge temperaturen in
de kookzones. Ze moet dus telkens opnieuw worden aangebracht.
Als u het kookvlak telkens met een van
deze speciale middelen schoonmaakt,
voorkomt u schade door suiker, gezoete spijzen of aluminiumfolie.
Hou absoluut rekening met de aanwijzingen omtrent schoonmaak en
onderhoud op de verpakking.
Breng het reinigingsmiddel niet aan
op hete kookzones.
Als er nog reinigingsmiddelresten
op het kookvlak achtergebleven
zijn, wis die dan met een vochtige
doek weg.
Als het kookvlak weer opwarmt, kunnen die immers een bijtende werking hebben.
18
Wat gedaan als...?
De installatie, het onderhoud en de
herstelling van uw elektrische toestellen mag u enkel door een erkend vakman laten uitvoeren.
Door ondeskundige installatie- en
reparatiewerkzaamheden kunnen er
voor de gebruiker grote risico’s op-
duiken.
Aan volgende storingen kunt u echter
zelf verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het keramische kookvlak bij de
eerste opwarming wat reuk afgeeft?
Dit is geen storing!
Het water in de isolatie verdampt.
. . . de kookzones niet kunnen worden ingeschakeld?
Zie eens na of de kookzones niet vergrendeld zijn.
Controleer of de smeltveiligheden
van uw elektrische installatie niet zijn
uitgesprongen wanneer alle controlelampjes van het kookvlak uit zijn.
Doe in zo’n geval een beroep op een
elektricien of op de Miele naverkoopdienst.
Wat gedaan als...?
. . . een kookzone tijdens de werking
uitschakelt en er in de aanduiding
vlug een "H" knippert?
Dit is geen storing!
Zo de kookzones ongewoon lang in gebruik blijven, worden die automatisch
uitgeschakeld.
De lengte van die periode, van 1 tot 10
uur, hangt af van de ingestelde stand.
Hoe hoger dat getal, hoe vlugger de
zone automatisch wordt uitgeschakeld.
Zo activeert u de kookzone opnieuw:
Kies stand "0" en daarna opnieuw de
gewenste stand.
Indien in een of meer aanduidingen
een "H" knippert, is dat geen fout. Dat
er een "H"knippert, wijst erop dat deze
kookzones nog heet zijn.
. . . de inhoud van de kookpan moeilijk of helemaal niet begint te koken?
Gebruikt u soms een kookpan met
een bodem die warmte opslorpt?
Dan wordt de warmte van de kookpanbodem minder vlot aan de spijzen afgegeven.
Wordt er in grotere kookpannen gekookt?
Kies in deze gevallen een hogere voortkookstand. Of laat het gerecht op
stand 9 starten en schakel daarna terug.
19
Naverkoopdienst
Naverkoopdienst
Neem in geval van storingen waaraan
u zelf niet kan verhelpen, contact op
– met uw Miele handelaar
of
– met de Miele Technische Dienst.
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het machinetype
en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje:
Hier kunt u het typeplaatje van het
kookvlak kleven.
20
Inbouwhandleiding
Opmerkingen omtrent de inbouw
De vereiste gegevens omtrent de aansluiting alsook de juiste types vindt u terug op het typeplaatje van het kookvlak.
De aansluitgegevens dienen met die
van het stroomnet overeen te stemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen
vraagt, geeft u dan a.u.b. de spanning
(voltage) en het type- en fabrikagenummer van het kookvlak op.
Bouw het kookvlak pas in nadat de
wandkasten gemonteerd zijn. Zo
vermijdt u schade aan het glazen
oppervlak.
Gefineerde delen of kunststof hang- en
sluitwerk van inbouwmeubelen dienen
verwerkt te zijn met lijm die tegen hitte
(100°C) bestand is. Anders komt de
lijm los en vervormt hij.
Inbouwhandleiding
Wegens de stralingswarmte wordt
het afgeraden het kookvlak boven
laden in te bouwen. Bouw het kookvlak enkel in boven meubels met
een vast voorzijdepaneel en met
een beschermende tussenplank.
Keramisch kookvlak
Dit kookvlak behoort, wat de warmte-uitstraling betreft, tot beveiligingsklasse
"Y". Dit betekent dat er zich aan de achterzijde en aan een van de zijkanten
om het even hoe hoge kasten of muren
mogen bevinden. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen meubel of
toestel hoger zijn dan het kookvlak.
Het kookvlak mag niet boven was-,
droog-, afwasautomaten, koelkasten en diepvriezers worden ingebouwd. De soms wel intensieve hittestraling van het kookvlak kan aan
deze toestellen schade toebrengen.
Bouwt u het kookvlak boven een
oven in, plaats de aansluitkabel van
het kookvlak dan zo dat die de ommanteling van de oven niet aanraakt.
Wegens de stralingswarmte dient u
ter wille van de veiligheid met volgende minimumafstanden rekening
te houden:
– 40 mm van een kookvlakuitsnij-
ding tot een daarnaast staand
meubel (b.v. een kolomkast),
– 50 mm van de achterwand tot de
kookvlakuitsnijding.
21
Inbouwhandleiding
Inbouwhandleiding
Uitsnijding in het werkblad
Maak de uitsnijding in het werkblad
volgens de gepaste maatschets.
Hou daarbij rekening met de opgegeven toleranties.
Let erop dat er voor de aansluiting
achteraan een inbouwdiepte van
64 mm is vereist.
Hou de minimumafstanden in acht:
50 mm tot de achterwand en 40 mm
tot een zijwand links of rechts.
Bescherm het snijvlak met een speciale lak, siliconrubber of giethars.
Daarmee vermijdt u dat het werkblad door vocht gaat opzwellen.
Het gebruikte materiaal dient tegen
hitte bestand te zijn.
22
Inbouwhandleiding
Montage
Granieten werkbladen
Plaats en bevestig de speciale klem-
b met stevige dubbele kleef-
veren
band. Plak de randen van de uitsnijding bovendien dicht met siliconen.
De schroeven worden bij granieten
werkbladen niet gebruikt.
Voer de aansluitleiding van het kookvlak naar onderen door de uitsnijding en sluit het kookvlak op het
stroomnet aan.
Leg het kookvlak losjes op de uitsnijding. Plaats daarna beide handen
op het kookvlak. Duw het aan de
rand gelijkmatig naar onderen tot het
met een klik op zijn plaats zit.
Let er wel op dat alle randen van het
kookvlak stevig op het werkblad steunen.
(Het kookvlak kan er enkel met speciale werktuigen weer uitgetild worden.)
Bevestig de meegeleverde speciale
klemveren
plaatsen: leg ze op de bovenste
rand van de uitsnijding en bevestig
ze met de meegeleverde schroeven
3,5 x 25 mm.
b op de gemarkeerde
Inbouw met onderliggende plank
Ligt er onder het kookvlak een plank,
dan dient er tussen plank en kookvlak
55 mm afstand te zijn.
Tussen de plank en de achterwand
moet er bovendien een spleet van
10 mm worden opengelaten.
23
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op
het stroomnet kunt u het best aan
een bevoegd elektricien toevertrouwen. Die dient de plaatselijke reglementering te kennen en nauwgezet
te volgen.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
In de installatie moet er voor elke fase
een stroomonderbreker voorzien zijn.
Als stroomonderbrekers kunnen er
schakelaars worden gebruikt met een
contactopening van meer dan 3 mm.
Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aanslui-ting vindt u op het typeplaatje op de
onderzijde van het toestel.
Ga na of deze gegevens met de spanning en frequentie van het net overeenstemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen
vraagt, geef dan a.u.b. de spanning
(voltage) en het type- en fabricagenummer op.
Bij wijziging in de aansluiting of bij
vervanging van de aansluitkabel
moet u gebruik maken van de kabel
H 05 VV-F of H 05 RR-F. Deze zijn
bij de Miele-naverkoopdienst verkrijgbaar.
242526
27
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 000B - 2498
M.-Nr. 04 847 861 (KM 440, KM 441, KM 442, KM 443, KM 444)
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100% chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.