Miele KM 440, KM 441, KM 442, KM 443, KM 444 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Keramische kookvlakken
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voordat u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat. M.-Nr. 04 847 861
*

Beschrijving van de toestellen

KM 440
KM 441, KM 442
2
KM 443, KM 444
Kookzones
Beschrijving van de toestellen
KM 440
b kookzone: 14,5 cm Ø c kookzone: 21 cm Ø d kookzone: 14,5 cm Ø e kookzone: 18 cm Ø
KM 443, KM 444
b
vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø kookzone: 14,5 cm Ø
c
KM 441, KM 442
b vario-kookzone: 12 cm / 21 cm Ø c kookzone: 14,5 cm Ø d kookzone: 18 cm Ø (KM 442: halog.) e kookzone: 14,5 cm Ø
d kookzone / ovale zone: 17 cm Ø / 17 cm x 26,5 cm e kookzone: 18 cm Ø (KM 444: halog.)
Sensortoetsen
f vario-kookzone g ovale zone h kookzonebediening en -aanduiding: achteraan links i
kookzonebediening en -aanduiding: achteraan rechts
j kookzonebediening en -aanduiding: vooraan rechts k kookzonebediening en -aanduiding: vooraan links l vergrendeling m ingebruikneming, uitschakelbeveiliging
3

Inhoud

Inhoud
Beschrijving van de toestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening
Sensortoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Aanduidingen van resterende warmte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vergrendelfunctie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Uitschakelbeveiligingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Foutmelding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Kookstart-automatic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De kookzone vergroten
(niet bij KM 440). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Eisen die aan het vaatwerk worden gesteld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Hou hiermee rekening bij het gebruik van het kookvlak:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Wat gedaan als...? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Naverkoopdienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inbouwhandleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Type pla atje
Daar het typeplaatje na de inbouw van het kookvlak niet meer zichtbaar is, wordt er een tweede typeplaatje bijgevoegd. Gelieve dit plaatje in het afgebakende vakje onder Naverkoopdienst te kleven. Bij een tussenkomst dient de technicus van de naverkoopdienst immers het type en het nummer van uw toestel te kennen.

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu

Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge­kozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge­spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter­rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waarde­vol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw ge­meentebestuur of aan het dichtstbijzijn­de autowrak- of schrootverwerkend be­drijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kinderveilig wordt bewaard. Hou dus rekening met de gelijknamige ru­briek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen".
5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen

Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Dit toestel voldoet aan de voorge­schreven veiligheidsvoorschriften. Bij ondeskundig gebruik kan er schade optreden aan het toestel en kan de gebruiker gevaar lopen.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij­zing voordat u uw toestel in gebruik neemt. U vindt er belangrijke wen­ken omtrent de inbouw, de veilig­heid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Deskundig gebruik
Deze toestellen zijn enkel voor
huishoudelijk gebruik bestemd. U mag er enkel levensmiddelen mee bra­den, koken, opwarmen en inmaken. Elke andere toepassing gebeurt op uw eigen risico.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor­den gesteld voor schade die werd ver­oorzaakt doordat het toestel niet vol­gens de voorschriften gebruikt of verkeerd bediend werd.
Technisch veilig
Vergelijk eerst de aansluitgege-
vens (spanning en frequentie) op de typeplaatjes met die van uw huisin­stallatie. Sluit daarna pas uw toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan uw toestel. Vraag in geval van twijfel inlichtingen aan uw installa­teur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd indien het op een aardingssysteem is aangesloten, dat volgens de voorschrif­ten werd geïnstalleerd. Het is heel be­langrijk dat deze fundamentele veilig­heidsvoorziening voorhanden is. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman te laten nakijken. De fabrikant kan niet worden aanspra­kelijk gesteld voor schade die werd ver­oorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elektrische schokken mogelijk.
Gebruik uw toestel enkel in inge-
bouwde toestand. Zo bent u zeker dat u geen elektrische onderdelen kan aanraken.
Maak de ommanteling van het toe-
stel in geen geval open. Zo u eventueel aansluitingen aanraakt, die onder spanning staan, of de elektri­sche en mechanische structuur van het toestel verandert, brengt u zichzelf in gevaar. Dit kan ook tot storingen leiden in de werking van het toestel.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
De installatie en de herstelling van
uw elektrische toestellen mag u en­kel door een erkend vakman laten uit­voeren. Door ondeskundige installatie- of reparatiewerkzaamheden kunnen er niet te onderschatten risicos opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Het toestel is pas stroomloos in-
dien aan een van deze voorwaar­den werd voldaan:
– het snoer is van het elektrisch net los-
gekoppeld,
– de smeltstoppen van uw installatie
zijn uitgeschakeld of helemaal uitge­schroefd.
Gebruik uit veiligheidsoverwegin-
gen geen verlengsnoeren. Die bieden niet voldoende veiligheids­garanties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
Het kookvlak mag niet boven was-,
droog-, afwasautomaten, koelkas­ten en diepvriezers worden ingebouwd. De soms wel intensieve hittestraling van het kookvlak kan aan deze toestel­len schade toebrengen.
Bouwt u het kookvlak boven een
oven in, plaats de aansluitkabel van het kookvlak dan zo dat die de om­manteling van de oven niet aanraakt.
Wegens de stralingswarmte wordt
het afgeraden het kookvlak boven laden in te bouwen. Bouw het kookvlak enkel in boven meubels met een vast voorzijdepaneel en met een bescher­mende tussenplank.
Gebruik
Voorzichtig! U kan zich verbranden! In en rond het kookvlak loopt de temperatuur hoog op!
Verbied kleine kinderen het toestel
tijdens de werking aan te raken. Het kookvlak wordt heet. Kinderen kunnen zich echter ook ver­branden door kookpannen naar zich toe te trekken.
De kookzones worden na het in-
schakelen heet. Door een verklik­kerlampje wordt aangeduid of er nog een kookzone heet is.
Hou het toestel onder toezicht als
u vet of olie gebruikt. Vet of olie kan vlam vatten. Er bestaat dan ook brandgevaar!
Gebruik uw toestel niet om het ver-
trek te verwarmen. Door hoge temperaturen aan de kook­zones kunnen licht ontvlambare voorwerpen in de omgeving in brand schieten.
Zodra er barsten of spleten in het
keramisch kookvlak ontstaan, dient u het kookvlak dadelijk uit te schake­len. Eventueel overkokende spijzen kunnen via deze defecte plaatsen te­rechtkomen op kookvlakonderdelen die onder spanning staan. Zo ontstaat er kortsluiting. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de smeltstoppen uit. Verwittig dan meteen de naverkoopdienst.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik het kookvlak niet om er ob-
jecten op te zetten of te leggen. Als u het kookvlak inschakelt, kunnen die smelten of in brand raken. Dat risi­co bestaat ook na een kookproces.
Zorg ervoor dat de sensortoetsen
netjes blijven. Zet er geen voorwer­pen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sen­sortoetsen kunnen namelijk elektroni­sche onderdelen onder het oppervlak beschadigen. Let er vooral bij het schoonmaken van het kookvlak op dat de bevuilingen niet op de sensortoetsen worden gewreven. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden ver­staan als vingercontact.
Vermijd dat er voorwerpen op het
kookvlak vallen. Zelfs zogezegd lichte voorwerpen, als zoutvaatjes, kunnen in een minder gun­stig geval scheuren of spleten veroorza­ken.
Gebruik geen vaatwerk van kunst-
stof of aluminiumfolie. Bij hogere temperaturen gaat dat smelten. Bij het kookvlak bestaat bovendien het risico dat het keramisch oppervlak wordt beschadigd.
Vermijd dat er suiker, in vaste of
vloeibare vorm, alsook kunststof en aluminiumfolie op hete kookzones te­rechtkomen. Bij het afkoelen kunnen er scheurtjes of spleten in het keramisch oppervlak opduiken. Schakel de getroffen kookzone uit. Ver­wijder de resten dadelijk met een schraapmesje zolang de zone nog warm is. Let erop dat u uw handen niet verbrandt.
Gebruik op het keramisch kook-
vlak geen pannen met een bodem met een rand of braam. Er kunnen kras­sen ontstaan.
Gebruikt u soms een stopcontact
in de omgeving van het toestel? Dan mag het snoer van het apparaat niet op het kookvlak rusten. De isolatie van het snoer kan schade oplopen. Er is risico op elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de spijzen steeds
voldoende worden opgewarmd. De nodige programmaduur hangt van heel wat factoren af. B.v. van de aan­vankelijke temperatuur, de hoeveel­heid, de soort en de kwaliteit van de spijzen. Wellicht werd ook van het re­cept afgeweken. Zo er in de spijzen eventueel kiemen aanwezig zijn, worden die enkel bij een toereikende temperatuur (> 70°C) en bij een voldoende lange programma­duur (> 10 min.) vernietigd. Twijfelt u eraan of de spijzen voldoende worden opgewarmd, kies dan liever een ietwat langere tijd.
Het is van belang dat de tempera-
tuur in de spijzen gelijkmatig wordt verdeeld en voldoende hoog is. Dit be­reikt u b.v. door in de spijzen te roeren of ze om te draaien.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik om het kookvlak schoon
te maken in geen geval een toestel dat met stoom onder druk werkt. De stoom kan onderdelen van het toe­stel aanraken, die onder spanning staan. Zo kan er kortsluiting optreden.
Enkel bij halogeen-kookzones:Kijk
niet te lang op een ingeschakelde halogeen-kookzone waar geen kook­pan op staat. Er bestaat risico op oog­letsels.
Maak de voegen tussen de rand-
lijst en het werkblad en tussen de randlijst en het keramisch kookvlak nooit met een spits voorwerp schoon. Anders beschadigt u de afdichting.
Gebruik van het toebehoren
Schuif het schraapmesje na ge-
bruik weer dicht. Anders kan u zich daaraan kwetsen!
Berging van uw oud toestel
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
stellen trekt u de stekker uit het stopcontact. Maak daarna snoer en stekker onbruikbaar. Bij een vaste aan­sluiting laat u het aansluitsnoer door een bevoegd vakman uit het stopcon­tact verwijderen. Zo vermijdt u dat uw toestel voor verkeerde doeleinden wordt gebruikt.
De fabrikant kan niet worden aan­sprakelijk gesteld voor schade die ontstaan is doordat deze veilig­heidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
9

Bediening

Bediening
Sensortoetsen
Uw keramisch kookvlak is uitgerust met elektronische sensortoetsen. Zulke tip­toetsen reageren op het contact met uw vingers. Door met een vinger de gewenste toets aan te raken, bedient u het kookvlak.
Let erop dat u telkens maar één enkele toets aanraakt. Raakt u er verschillende tegelijk aan, dan wordt de "opdracht" niet aanvaard.
Hou de sensortoetsen altijd netjes. Zet er geen voorwerpen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elek­tronische onderdelen onder het op­pervlak beschadigen. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
Ingebruikneming
Wanneer het kookvlak niet in werking is, zijn de aanduidingen van alle sen­sortoetsen uitgeschakeld.
Een kookzone inschakelen
Raak ca. 2 seconden de ingebruik­nemingstoets ,, In de vier aanduidingen van de kook­zones verschijnt telkens ,,–“.
Nu kunt u elk van de kookzones apart inschakelen. Zo u binnen een bepaal­de tijd geen enkele kookzone hebt ge­kozen, schakelt het kookvlak uit. Dan moet u het opnieuw inschakelen.
Een kookzone inschakelen
Raak de toets ,,s“ van de gewenste kookzone aan. In de aanduiding van de gekozen kookzone verschijnt "0". De kookzo­ne is ingeschakeld, maar wordt pas verwarmd nadat u de gewenste stand hebt gekozen.
De stand kiezen
U kan kiezen uit 9 standen. Zie tabel voor het instellen van de kookzones. U kan een stand kiezen via de _ toet­sen van de overeenkomstige kookzo­nes.
s“ aan.
Voor het eerste gebruik
Maak het kookvlak voor het eerste gebruik grondik schoon. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud". Bij het eer­ste gebruik kan er even reuk worden gevormd. Dat is te wijten aan het res­terende vocht dat in de isolatie ver­dampf.
10
Raak de _ toetsen van de kook­zone aan totdat de gewenste stand wordt aangeduid.
Raakt u de toets > aan, dan wordt er stapsgewijs vooruit (0, 1, 2, ... 9), bij $ stap voor stap achteruit (9, 8, 7, ... 0) geteld.
De stand veranderen
Druk op de _ toetsen van de overeenkomstige kookzone totdat de gewenste stand wordt aangeduid.
Bediening
Tabel voor het instellen van de kookzones
Stand
om boter, chocolade enz. te laten smelten om gelatine op te lossen om yoghurt klaar te maken
om spijzen warm te houden om kleine hoeveelheden al dan niet vloeibare spijzen op te warmen om room en saus aan te maken om een omelet te bakken
om diepvries te ontdooien om deegwaren, rijst- en havermoutpap gaar te koken om groente, fruit en vis te stoven om bouillon en soep van peulvruchten klaar te maken
om vlees, vis en groente klaar te maken om aardappelen, eenpansgerechten en soep te koken om gelei, jam en vruchtenmoes te bereiden
om vis, schnitzel en koteletten te braden
om pannekoeken, lever, worst, spiegeleieren te braden
om grote hoeveelheden vlees te braden om biefstuk en filet te braden, om aardappelkoek te bakken
om spijzen in grote hoeveelheden vlug aan de kook te brengen
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. Ze zijn van toepassing op normale porties voor 4 personen. Zo de kookpan hoger is, u zonder deksel kookt en meer spijzen klaarmaakt, stel de knop dan op een hogere stand in. Maakt u minder klaar, stel dan een lagere stand in.
1
1 – 2
2 – 3
3 – 5
5 – 6
6 – 7
7 – 9
9
Bediening
De kookzone uitschakelen
Raak toets ,,s van de gewenste kookzone aan. In de aanduiding verschijnt ,,–“ zodra de kookzone kan worden aange­raakt. U ziet een "H" knipperen in­dien de zone nog te heet is. Zie "aan­duidingen van resterende warmte".
Is er geen andere kookzone meer in werking, dan wordt het kookvlak na enige tijd uitgeschakeld,
Aanduidingen van resterende warmte
Zolang een kookzone na het uitschake­len nog heet is, knippert er een ,,H in de aanduiding.
Raak deze kookzones niet aan en leg er geen voorwerpen op, die geen warmte kunnen verdragen. U kan zich daaraan verbranden! Bij een stroomonderbreking ver­dwijnt de "H" zelfs als de kookzone nog te heet is.
11
Bediening
Bediening
Vergrendelfunctie
Indien u de kookzones vergrendelt, ver­mijdt u verkeerde bediening tijdens de werking. Kookprocessen die aan de gang waren, worden voortgezet. De aangeduide stand blijft geactiveerd.
Het is zinvol de kookzones te vergren­delen zo men wil vermijden dat kinde­ren, huisdieren enz. het toestel ver­keerd instellen.
Raak de vergrendeltoets ,,a“ aan totdat het puntje boven de toets wordt verlicht.
Ontgrendelen
Raak de vergrendeltoets ,,a“ aan totdat het puntje boven de toets uit­gaat.
Uitschakelbeveiligingen
Blijft een kookzone bijzonder lang in werking, dan wordt de uitschakelbeveili­ging geactiveerd. De duur van die reactie - van 1 tot 10 uur - hangt af van de stand die u hebt ingesteld. Hoe hoger die stand, hoe vlugger de kookzone automatisch uitge­schakeld wordt.
U kan alle kookzones tegelijk uitschake­len, zelfs al zijn ze vergrendeld.
Raak de ingebruikstellingstoets ,,s aan totdat het kookvlak uitgescha­keld is.
Foutmelding
Leg keukengerei als deksels, bestek en doeken niet op de sensortoetsen.
Zorg ervoor dat de sensortoetsen netjes blijven. Zet er geen voorwer­pen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elek­tronische onderdelen onder het op­pervlak beschadigen. Verwijder meteen elke bevuiling en wat eventueel overgelopen is. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
Bovendien is elke kookzone binnenin uitgerust met een temperatuurbegren­zer. Die schakelt de kookzones uit zo­dra de keramische plaat oververhit.
12
Bediening
Bediening
Kookstart-automatic
Elke kookzone is voorzien van een kookstart-automatic. Die kunt u al dan niet instellen. Kiest u voor kookstart-automatic, dan worden de spijzen met een hoog ver­mogen opgewarmd. Na het kookbegin wordt automatisch overgeschakeld op de gekozen voortkookstand. Het ver­warmingsvermogen wordt verlaagd. U hoeft het vermogen dus niet manueel te regelen. Indien u de kookstart-automatic hebt in­geschakeld, is er achter de aanduiding van de stand een punt zichtbaar.
Duur van het kookbegin
Deze duur hangt af van de gekozen stand. Bij het koken (stand 2 tot 5) en bij het braden (stand 6 tot 9) horen ver­schillende gunstige kookstartperioden.
Wat? Stand Duur kookstart
in min. (ca.)
Opwarmen, warm houden
Koken 2
Braden 6
* Voortdurend maximumvermogen
1 1,5 min.
2,5 min. 3 4 5
7 8 9
4 min.
5,5 min.
7 min.
1,5 min.
2,5 min.
2,5 min.
– *
Bij het koken verlengt de duur naarma­te u een hogere stand kiest. Bij het bra- den is de duur korter, daar men bij deze standen meestal het lege kookge­rei verwarmt om het vlees e.d. vervol­gens dicht te schroeien.
De kookstart-automatic inschakelen
Schakel de kookstart-automatic in door de ingebruiknemingstoets ,, ca. 2 seconden aan te raken. In de aanduiding verschijnt ,,–“.
Schakel de gewenste kookzone in door de toets ,, aan te raken. In de aanduiding verschijnt ,,0“.
Kies stand 9 door de toets $ van de kookzone een keer aan te raken. In de aanduiding verschijnt ,,9“.
Raak een keer de toets > van de kookzone aan. In de aaduiding verschijnt ,,9
U hebt nu enkele seconden de tijd om de voortkookstand te kiezen. Anders verdwijnt de punt en dient u de kook­start-automatic opnieuw in te schake­len.
Kies de voortkookstand door de toets $ aan te raken totdat de ge­wenste stand In de aanduiding ver­schijnt. Achter de stand staat nog steeds de punt. Die verdwijnt pas zodra het kookbegin afgelopen en de voort­kookstand bereikt is.
s van de kookzone
s
.“.
13
Bediening
De kookzone vergroten
(niet bij KM 440)
De kookzones zijn op het kookvlak ge­markeerd. Sommige kookzones kunt u vergroten. Dat zijn de ovale zone achteraan rechts (bij KM 443 en KM 444) en de vario­zone vooraan links. U kan de vergrote kookzone enkel mee inschakelen zo die bewuste zone reeds zonder uitbreiding ingeschakeld is.
Vario-kookzone
(niet bij KM 440)
Raak de toets voor de vario-kookzo-
n“ aan indien u de grotere kook-
ne ,, zone wenst te gebruiken. Boven de sensortoets wordt een punt verlicht.
Ovale zone
(enkel bij KM 443 en KM 444)
Raak de toets voor de ovale zone
x
aan zo u de ovale zone wenst
,, te gebruiken. Boven de sensortoets wordt een punt verlicht.
n
x
14
Bediening
Eisen die aan het vaatwerk worden gesteld
Als u met de volgende wenken reke­ning houdt, – wordt er bij het koken of braden
geen energie verspild,
– kan wat overkookt, niet op de zone
of plaat druipen en erin vastbranden.
De bodem van het kookgerei
Kook- en braadpannen dienen van een stabiele, heel lichtjes naar binnen verlo­pende bodem voorzien te zijn. Dan ligt de bodem bij het verhitten mooi effen op de kookzone. Vraag in de winkel naar kookgerei dat voor elektrisch ko­ken geschikt is.
Bediening
Het formaat van het kookgerei
De diameter van de kook- of braadpan moet ietwat groter zijn dan de zone.
Een deksel
Door een deksel op de kookpan te plaatsen, kan de warmte niet ontsnap­pen.
15
Bediening
Bediening
Hou hiermee rekening bij het gebruik van het kookvlak:
Voordat u een kookzone inschakelt, dient u daar een kookpan met spijzen erin op te zetten. Anders wordt er ener­gie verspild.
De kookzone en de bodem van de kookpan dienen droog en zuiver te zijn. Zo wordt de schoonmaak na gebruik van het kookvlak tot een minimum be­perkt.
Bij het begin van het kookproces mag er geen zand op het kera­misch kookvlak liggen.
Indien er zand onder de kookpan ge­raakt en die wordt verschoven, ont­staan er krassen op het oppervlak!
De bodem van kook- of braadpan­nen mag geen randen noch braam vertonen. Die mag ook niet slordig geëmailleerd zijn.
Bij het verschuiven kan zon bodem krassen maken en over het keramisch oppervlak schuren!
Verschuif geen voorwerpen als b.v. bakplaten, afdruipschalen e.d. op het glazen oppervlak.
Aluminium vaatwerk of roestvrijsta­len kookgerei met een aluminium bodem kan op het keramisch kook­vlak parelmoerkleurige vlekken ach­terlaten.
Deze vlekken verwijdert u bij voorkeur onmiddellijk na het optreden. Gebruik daarvoor een speciaal reinigingsmid­del. Zie rubriek Reiniging en onder­houd".
Laat op in werking zijnde kookzo­nes geen suiker, noch in vaste noch in vloeibare vorm, geen kunststof voorwerpen en ook geen aluminium­folie liggen.
Wanneer de glaskeramiek afkoelt, kun­nen er daardoor scheurtjes of spleten in het oppervlak opduiken. Schakel de getroffen kookzone uit. Ver­wijder de resten dadelijk met een schraapmesje zolang de zone nog warm is. Let erop dat u uw handen niet verbrandt.
Koelt het kookvlak af zonder dat het wordt gereinigd, dan kan het glas grote­re of kleinere kuiltjes vertonen. Het for­maat hangt af van hoeveel er werd ge­morst.
Anders ontstaan er krassen!
16

Reiniging en onderhoud

Eigenlijk kunt u het keramisch kookvlak net zo onderhouden als andere glazen oppervlakken.
Gebruik in geen geval producten met een schurend effect noch agressief reinigingsmiddel als b.v. grill- en ovenspray, vlek- en roest­oplosmiddel, schuurzand, sponsjes die krassen maken. Maak de voegen tussen de randlijst en het werkblad en tussen de rand­lijst en het keramisch kookvlak nooit met een spits voorwerp schoon. An­ders beschadigt u de afdichting.
Schoonmaken na elk gebruik
Zorg ervoor dat de sensortoetsen netjes blijven. Zet er geen voorwer­pen op neer. Hete kookpannen op of dichtbij de sensortoetsen kunnen namelijk elek­tronische onderdelen onder het op­pervlak beschadigen. Let er vooral bij het schoonmaken van het kookvlak op dat de bevuilin­gen niet op de sensortoetsen wor­den gewreven. Wat op de sensortoetsen achterblijft of ligt, kan door het toestel worden verstaan als vingercontact.
Lichte, niet vast ingebrande bevuilin­gen kunt u met een vochtig doek of
sponsje zonder reinigingsmiddel weg­wissen. U kan ook niet schurende crè- me gebruiken.
Reiniging en onderhoud
Indien u om te reinigen b.v. afwas­middel gebruikt, kunnen er blauwi­ge vlekken opduiken. Deze hardnek­kige vlekken kunnen niet altijd dadelijk bij de eerste reinigings­beurt worden weggewerkt, zelfs niet met een speciaal reinigingsmiddel.
Vast eraan klevende bevuilingen
kunt u met een schraapmesje verwijde­ren. Wis het kookvlak daarna met een voch­tig doekje of sponsje af.
Vlekken verwijderen
Heldere, parelmoerkleurige vlekken
(aluminiumresten) op het kookvlak wor­den met een speciaal reinigingsmiddel verwijderd zodra het kookvlak afge­koeld is.
Kalkresten op het kookvlak (veroor­zaakt door overgekookt water of een vochtige panbodem) kunt u makkelijk met azijn of een speciaal reinigingsmid­del wegwerken.
17
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Suiker, gezoete spijzen, kunst­stof, aluminiumfolie verwijde­ren
Schakel de getroffen kookzone uit. Verwijder de resten dadelijk met een schraapmesje zolang de zone nog warm is. Let erop dat u uw han­den niet verbrandt.Schakel in geen geval de getroffen kookzone uit!
Laat de kookzone afkoelen en maak ze achteraf nog beter schoon met behulp van een speciaal reinigingsmiddel.
Reinigings- en onderhouds­middelen
Speciale reinigingsmiddelen die ter-
dege voor glaskeramiek geschikt zijn: – Sidol reinigingsmiddel voor roestvrij
staal,
Vitro-Lin,Collo profi.
Onderhoudseigenschappen bieden:
"Vitro-Lin""Collo profi"
Als u deze middelen gebruikt, wordt er een siliconenlaagje op het keramisch oppervlak aangebracht. Daardoor wordt het oppervlak beschermd. Zo wordt het kookvlak nog "gladder" en stoot het nog beter water en vuil af.
Deze siliconenlaag blijft echter niet be­stand tegen de hoge temperaturen in de kookzones. Ze moet dus telkens op­nieuw worden aangebracht.
Als u het kookvlak telkens met een van deze speciale middelen schoonmaakt, voorkomt u schade door suiker, gezoe­te spijzen of aluminiumfolie.
Hou absoluut rekening met de aan­wijzingen omtrent schoonmaak en onderhoud op de verpakking.
Breng het reinigingsmiddel niet aan op hete kookzones.
Als er nog reinigingsmiddelresten op het kookvlak achtergebleven zijn, wis die dan met een vochtige doek weg. Als het kookvlak weer opwarmt, kun­nen die immers een bijtende wer­king hebben.
18

Wat gedaan als...?

De installatie, het onderhoud en de herstelling van uw elektrische toe­stellen mag u enkel door een er­kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige installatie- en reparatiewerkzaamheden kunnen er voor de gebruiker grote risico’s op- duiken.
Aan volgende storingen kunt u echter zelf verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het keramische kookvlak bij de eerste opwarming wat reuk afgeeft?
Dit is geen storing! Het water in de isolatie verdampt.
. . . de kookzones niet kunnen wor­den ingeschakeld?
Zie eens na of de kookzones niet ver­grendeld zijn.
Controleer of de smeltveiligheden van uw elektrische installatie niet zijn uitgesprongen wanneer alle controle­lampjes van het kookvlak uit zijn. Doe in zon geval een beroep op een elektricien of op de Miele naverkoop­dienst.
Wat gedaan als...?
. . . een kookzone tijdens de werking uitschakelt en er in de aanduiding vlug een "H" knippert?
Dit is geen storing! Zo de kookzones ongewoon lang in ge­bruik blijven, worden die automatisch uitgeschakeld. De lengte van die periode, van 1 tot 10 uur, hangt af van de ingestelde stand. Hoe hoger dat getal, hoe vlugger de zone automatisch wordt uitgeschakeld.
Zo activeert u de kookzone opnieuw:
Kies stand "0" en daarna opnieuw de gewenste stand.
Indien in een of meer aanduidingen een "H" knippert, is dat geen fout. Dat er een "H"knippert, wijst erop dat deze kookzones nog heet zijn.
. . . de inhoud van de kookpan moei­lijk of helemaal niet begint te koken?
Gebruikt u soms een kookpan met een bodem die warmte opslorpt?
Dan wordt de warmte van de kook­panbodem minder vlot aan de spij­zen afgegeven.
Wordt er in grotere kookpannen ge­kookt?
Kies in deze gevallen een hogere voort­kookstand. Of laat het gerecht op stand 9 starten en schakel daarna te­rug.
19

Naverkoopdienst

Naverkoopdienst
Neem in geval van storingen waaraan u zelf niet kan verhelpen, contact op
– met uw Miele handelaar
of
– met de Miele Technische Dienst.
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het machinetype en -nummer op.
Beide gegevens vindt u op het type­plaatje:
Hier kunt u het typeplaatje van het kookvlak kleven.
20

Inbouwhandleiding

Opmerkingen omtrent de in­bouw
De vereiste gegevens omtrent de aan­sluiting alsook de juiste types vindt u te­rug op het typeplaatje van het kookvlak.
De aansluitgegevens dienen met die van het stroomnet overeen te stemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen vraagt, geeft u dan a.u.b. de spanning (voltage) en het type- en fabrikagenum­mer van het kookvlak op.
Bouw het kookvlak pas in nadat de wandkasten gemonteerd zijn. Zo vermijdt u schade aan het glazen oppervlak.
Gefineerde delen of kunststof hang- en sluitwerk van inbouwmeubelen dienen verwerkt te zijn met lijm die tegen hitte (100°C) bestand is. Anders komt de lijm los en vervormt hij.
Inbouwhandleiding
Wegens de stralingswarmte wordt het afgeraden het kookvlak boven laden in te bouwen. Bouw het kook­vlak enkel in boven meubels met een vast voorzijdepaneel en met een beschermende tussenplank.
Keramisch kookvlak
Dit kookvlak behoort, wat de warmte-uit­straling betreft, tot beveiligingsklasse "Y". Dit betekent dat er zich aan de ach­terzijde en aan een van de zijkanten om het even hoe hoge kasten of muren mogen bevinden. Aan de andere zij­kant mag er evenwel geen meubel of toestel hoger zijn dan het kookvlak.
Het kookvlak mag niet boven was-, droog-, afwasautomaten, koelkas­ten en diepvriezers worden inge­bouwd. De soms wel intensieve hit­testraling van het kookvlak kan aan deze toestellen schade toebrengen.
Bouwt u het kookvlak boven een oven in, plaats de aansluitkabel van het kookvlak dan zo dat die de om­manteling van de oven niet aan­raakt.
Wegens de stralingswarmte dient u ter wille van de veiligheid met vol­gende minimumafstanden rekening te houden: – 40 mm van een kookvlakuitsnij-
ding tot een daarnaast staand meubel (b.v. een kolomkast),
– 50 mm van de achterwand tot de
kookvlakuitsnijding.
21
Inbouwhandleiding
Inbouwhandleiding
Uitsnijding in het werkblad
Maak de uitsnijding in het werkblad volgens de gepaste maatschets. Hou daarbij rekening met de opge­geven toleranties.
Let erop dat er voor de aansluiting achteraan een inbouwdiepte van 64 mm is vereist.
Hou de minimumafstanden in acht: 50 mm tot de achterwand en 40 mm tot een zijwand links of rechts.
Bescherm het snijvlak met een spe­ciale lak, siliconrubber of giethars. Daarmee vermijdt u dat het werk­blad door vocht gaat opzwellen. Het gebruikte materiaal dient tegen hitte bestand te zijn.
22
Inbouwhandleiding
Montage
Granieten werkbladen
Plaats en bevestig de speciale klem-
b met stevige dubbele kleef-
veren band. Plak de randen van de uitsnij­ding bovendien dicht met siliconen. De schroeven worden bij granieten werkbladen niet gebruikt.
Voer de aansluitleiding van het kook­vlak naar onderen door de uitsnij­ding en sluit het kookvlak op het stroomnet aan.
Leg het kookvlak losjes op de uitsnij­ding. Plaats daarna beide handen op het kookvlak. Duw het aan de rand gelijkmatig naar onderen tot het met een klik op zijn plaats zit. Let er wel op dat alle randen van het kookvlak stevig op het werkblad steu­nen. (Het kookvlak kan er enkel met spe­ciale werktuigen weer uitgetild wor­den.)
Bevestig de meegeleverde speciale klemveren plaatsen: leg ze op de bovenste rand van de uitsnijding en bevestig ze met de meegeleverde schroeven 3,5 x 25 mm.
b op de gemarkeerde
Inbouw met onderliggende plank
Ligt er onder het kookvlak een plank, dan dient er tussen plank en kookvlak 55 mm afstand te zijn.
Tussen de plank en de achterwand moet er bovendien een spleet van 10 mm worden opengelaten.
23

Elektrische aansluiting

Elektrische aansluiting
De aansluiting van uw apparaat op het stroomnet kunt u het best aan een bevoegd elektricien toevertrou­wen. Die dient de plaatselijke regle­mentering te kennen en nauwgezet te volgen.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
In de installatie moet er voor elke fase een stroomonderbreker voorzien zijn. Als stroomonderbrekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schake­laars, smeltstoppen en contactsluiters.
De vereiste gegevens over de aanslui- ting vindt u op het typeplaatje op de onderzijde van het toestel.
Ga na of deze gegevens met de span­ning en frequentie van het net overeen­stemmen.
Ook indien u ons later inlichtingen vraagt, geef dan a.u.b. de spanning (voltage) en het type- en fabricagenum­mer op.
Bij wijziging in de aansluiting of bij vervanging van de aansluitkabel moet u gebruik maken van de kabel H 05 VV-F of H 05 RR-F. Deze zijn bij de Miele-naverkoopdienst ver­krijgbaar.
242526
27
Wijzigingen voorbehouden / 22 / 000 B - 2498
M.-Nr. 04 847 861 (KM 440, KM 441, KM 442, KM 443, KM 444)
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100% chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...