MIELE H 6660 BP User Manual [nl]

Page 1
Gebruiks- en montageaanwijzing Ovens
Lees absoluut de gebruiks- en montageaanwijzing voor u het toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 609 330nl-BE
Page 2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................19
Aan-uittoets K ....................................................22
Sensortoetsen ....................................................22
Display ..........................................................24
Symbolen .....................................................25
Uitrusting .......................................................27
Toesteltype ......................................................27
Typeplaatje ......................................................27
Meegeleverd en mits toeslag verkrijgbaar toebehoren.....................27
Zijroosters .....................................................28
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging ...........28
FlexiClip-geleiders HFC72 ........................................29
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen...........................29
Vergrendeling 0 van de oven .....................................34
Veiligheidsuitschakeling ..........................................34
Koelventilator ..................................................34
Geventileerde deur ..............................................34
Deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging .........................34
Met PerfectClean veredelde oppervlakken ..............................35
Toebehoren dat geschikt is voor pyrolyse...............................35
Oven voor het eerst opwarmen en het verdampingssysteem doorspoelen .....38
Instellingen ......................................................40
Instellingen wijzigen en opslaan....................................42
Taal J...........................................................42
Tijd .............................................................43
Weergave .....................................................43
Tijdsformaat ...................................................43
Instellen.......................................................43
2
Page 3
Inhoud
Datum ..........................................................43
Verlichting .......................................................44
Lichtsterkte display ................................................44
Volume ..........................................................44
Geluidssignalen ................................................44
Toetsgeluid ....................................................44
Eenheden........................................................45
Gewicht.......................................................45
Temperatuur ...................................................45
Naloop ventilator ..................................................45
Pyrolyse .........................................................45
Voorgeprogr. temp. ................................................46
Veiligheid ........................................................46
Vergrendeling 0 ................................................46
Toetsenvergrendeling............................................46
Katalysator .......................................................47
Handelaar .......................................................47
Demo-functie ..................................................47
Fabrieksinstellingen ................................................47
Kookwekker N ...................................................48
Kookwekkertijd instellen ..........................................48
Kookwekkertijd wijzigen ..........................................49
Kookwekkertijd wissen ...........................................49
Restwarmtebenutting ............................................52
Energiebesparende modus .......................................52
Koelventilator .....................................................53
Functie wijzigen ...................................................54
Snel opwarmen ...................................................56
Ovenruimte voorverwarmen .......................................57
Crisp function gebruiken (vochtigheid verminderen) ......................57
3
Page 4
Inhoud
Bereidingsproces automatisch uitschakelen ..........................59
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen .....................59
Verloop van een bereidingsproces dat automatisch wordt in- en uitgeschakeld
.............................................................60
Ingevoerde bereidingstijden wijzigen................................60
Bereidingsproces afbreken .......................................60
Profi d.........................................................61
Verloop van een bereidingsproces bij gebruik van de ovenfunctie Profi d ....62
Temperatuur instellen ............................................62
Aantal stoomstoten instellen .......................................62
Tijdstip van de stoomstoten:.......................................63
Water klaarzetten en opzuigproces starten ...........................63
Functie wijzigen ................................................64
Automatische stoomstoot .........................................65
1, 2 of 3 stoomstoten ............................................65
Restwaterverdamping meteen uitvoeren .............................66
Restwaterverdamping overslaan ...................................67
Opmerkingen omtrent het gebruik ..................................69
Eigen programma's ...............................................70
Bereidingsstappen wijzigen .......................................72
Naam wijzigen .................................................73
Bakken .........................................................74
Baktabel.........................................................76
Braden..........................................................80
Spijzenthermometer................................................82
Belangrijke opmerkingen omtrent het gebruik ...........................83
4
Page 5
Inhoud
Resttijdweergave ..................................................85
Overschakelen tussen de resttijdweergave en de weergave van de
kerntemperatuur ................................................85
Restwarmtebenutting...............................................85
Braadtabel .......................................................86
Speciale toepassing "Garen op lage temp." gebruiken.....................89
Garen op lage temperatuur met handmatige temperatuurinstelling ...........90
Grillen ..........................................................91
Grilltabel.........................................................94
Ontdooien .......................................................96
Drogen ..........................................................97
Opwarmen .......................................................98
Servies verwarmen ................................................98
Deeg laten rijzen ..................................................99
Pizza ...........................................................99
Bruineren .......................................................101
Diepgevroren producten/kant-en-klaargerechten ........................103
Controlegerechten volgens EN 60350 ..............................104
Energie-efficiëntieklasse.........................................104
Tips ...........................................................106
Normaal vuil .....................................................106
Spijzenthermometer ............................................106
Hardnekkig vuil (op andere oppervlakken dan op de FlexiClip-geleiders).....107
Ovenruimte reinigen met Pyrolyse ^.................................108
Pyrolysereiniging voorbereiden ...................................108
Pyrolysereiniging starten ........................................109
Na afloop van de pyrolysereiniging ................................110
Pyrolysereiniging wordt afgebroken ................................111
Deur uit elkaar halen............................................113
Deur plaatsen ...................................................117
5
Page 6
Inhoud
Steunroosters met FlexiClip-geleiders verwijderen .......................118
Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill omlaagklappen............119
Verloop van een ontkalkingsproces ................................120
Ontkalkingsproces voorbereiden ..................................121
Ontkalkingsproces uitvoeren .....................................121
Dienst Herstellingen aan huis van Miele en garantie ...................132
Detailafmetingen van het front van de oven ............................137
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze oven voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor
­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiks- en montageaanwijzing aandachtig voor u de oven in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de oven. Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze opmerkingen niet in acht werden genomen.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Deze oven is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
~
gelijkaardige omgevingen.
Deze oven is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de oven uitsluitend in huishoudelijke context voor het
~
bakken, braden, grillen, bereiden, ontdooien, inmaken en drogen van levensmiddelen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn de oven veilig te bedienen, moeten bij de bediening in het oog wor­den gehouden. Deze personen mogen de oven zonder toezicht bedienen, maar al­leen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
-
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de oven
~
worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de oven zonder toezicht bedie
~
nen, maar alleen wanneer hun de bediening van het toestel zo uitge legd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen beseffen en begrijpen.
Kinderen mogen de oven niet zonder toezicht reinigen of onder
~
houden.
Let op kinderen die in de buurt van de oven komen. Laat kin-
~
deren nooit met de oven spelen.
Gevaar voor verstikking! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen
~
in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor stikken. Hou kinderen uit de buurt van verpakkingsma­teriaal.
-
-
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gevaar voor verbranding!
~
De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. De glasplaat van de deur, het bedie ningspaneel en de openingen voor de uitvoer van de lucht van de ovenruimte worden warm. Voorkom dat kinderen tijdens de werking de oven aanraken.
Gevaar voor verwonding!
~
De deur kan maximaal 15 kg dragen. Kinderen kunnen zich verwon den aan de geopende deur. Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of eraan gaan hangen.
Gevaar voor verbranding!
~
De huid van kinderen reageert gevoeliger op hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. Tijdens de pyrolysereiniging bereikt de oven hogere temperaturen dan bij normale werking. Voorkom dat kinderen tijdens de pyrolysereiniging de oven aanraken.
-
-
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of
~
herstellingswerken kunnen er voor de gebruiker aanzienlijke risico's ontstaan. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen al leen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Beschadigingen aan de oven kunnen uw veiligheid in gevaar
~
brengen. Controleer of het toestel zichtbaar beschadigd is. Een be schadigde oven mag u nooit in gebruik nemen.
De elektrische veiligheid van de oven wordt enkel gegarandeerd
~
wanneer het toestel wordt aangesloten op een volgens de voor­schriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat de elek­trische installatie in uw woning bij twijfel door een elektricien con­troleren.
-
-
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
~
van de oven moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de oven. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Vraag bij twijfel inlichtingen aan een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
~
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Gebruik deze niet om de oven aan te sluiten op het elektriciteitsnet.
Gebruik de oven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een
~
veilige werking gegarandeerd.
Deze oven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip)
~
worden gebruikt.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek
~
trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de oven lei den. Open nooit de behuizing van de oven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klanten
~
dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel met originele Miele-wisselstukken bent u zeker dat ze ten
~
volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt. Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door originele Miele­wisselstukken.
Als de oven zonder aansluitkabel wordt geleverd of als een be-
~
schadigde aansluitkabel moet worden vervangen, moet een specia­le aansluitkabel worden geïnstalleerd door een vakman of vakvrouw die door Miele erkend is (zie rubriek "Elektrische aansluiting").
Tijdens installatie-, onderhouds- en herstellingswerken (bijv. wan-
~
neer de ovenverlichting defect is) moet het toestel van het elektrici­teitsnet losgekoppeld zijn (zie rubriek "Wat gedaan als ...?"). Ga daartoe als volgt te werk:
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
-
-
-
draai de schroefzekeringen in uw zekeringkast helemaal uit of
trek de stekker van het toestel (als de aansluitkabel uitgerust is met een stekker) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de aansluitkabel, wel aan de stekker.
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Om optimaal te kunnen werken, heeft de oven een voldoende
~
toevoer van koellucht nodig. Let erop dat de toevoer van koellucht niet wordt belemmerd (bijv. door de inbouw van warmte­isolatielijsten in de inbouwkast). Bovendien mag de vereiste koellucht niet door andere warmtebronnen (bijv. kachels op vaste brandstof) overmatig worden verwarmd.
Wanneer de oven achter een meubelfront (bijv. een deur) wordt
~
ingebouwd, mag u dat nooit sluiten terwijl u de oven gebruikt. Ach ter het gesloten meubelfront zou er een ophoping van warmte en vochtigheid ontstaan. Daardoor kunnen de oven, de inbouwkast en de vloer beschadigd raken. Sluit de meubeldeur pas wanneer de oven volledig afgekoeld is.
-
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gevaar voor verbranding!
,
De oven wordt heet terwijl deze in werking is. U kunt zich verbranden aan verwarmingselementen, de oven ruimte, gerechten en toebehoren. Trek ovenwanten aan om hete gerechten in te schuiven of uit te nemen en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
Voorwerpen in de omgeving van de ingeschakelde oven kunnen
~
in brand vliegen door de hoge temperaturen. Gebruik de oven nooit om het vertrek te verwarmen.
Olie en vet kunnen door oververhitting ontvlammen. Laat de oven
~
nooit zonder toezicht achter als u olie of vet gebruikt. Brand door olie of vet mag u nooit met water blussen. Schakel de oven uit. Verstik vlammen in de ovenruimte door de deur gesloten te laten.
-
Bij het grillen van levensmiddelen kunnen te lange grilltijden ertoe
~
leiden dat de gerechten uitdrogen en mogelijk ontvlammen. Neem de aanbevolen grilltijden in acht.
14
Page 15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bepaalde levensmiddelen drogen snel uit en kunnen door hoge
~
grilltemperaturen zelfs in brand vliegen. Gebruik nooit de grillfuncties om broodjes of brood af te bakken. Gebruik de grillfuncties ook nooit om bloemen of kruiden te drogen. Gebruik de ovenfunctie "Hetelucht Plus" U of "Boven-onderwarmte" V.
Gebruikt u bij het bereiden van levensmiddelen alcoholische
~
dranken, dan moet u ermee rekening houden dat alcohol bij hoge temperaturen verdampt. Deze damp kan ontvlammen op de hete verwarmingselementen.
Als u de resterende warmte benut om gerechten warm te houden,
~
kan er door de hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie op­treden in de oven. Ook het bedieningspaneel, het werkblad of de in­bouwkast kunnen beschadigd raken. Schakel de oven nooit uit maar laat de gekozen functie ingescha­keld en stel de laagste temperatuur in. De koelventilator blijft dan automatisch ingeschakeld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
~
waard, kunnen uitdrogen en de vrijgekomen vochtigheid kan leiden tot corrosie in de oven. Dek de gerechten daarom af.
Het email op de bodem van de ovenruimte kan door warmteop
~
hoping barsten of afspringen. Bedek de bodem van de ovenruimte nooit met aluminiumfolie, be schermfolie voor ovens of iets anders. Plaats geen braadpannen, pannen, kookpotten of bakplaten rechtstreeks op de bodem van de ovenruimte.
Het email op de bodem van de ovenruimte zou door het heen en
~
weer schuiven van de voorwerpen beschadigd kunnen raken. Wanneer u in de ovenruimte kookpotten of pannen bewaart, mag u deze niet op de bodem van de ovenruimte schuiven.
-
-
15
Page 16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gegoten,
~
ontstaat er damp. Deze kan ernstige brandwonden veroorzaken. Boven dien kunnen hete geëmailleerde oppervlakken beschadigd raken door de plotse temperatuurschok. Giet nooit direct koude vloeistoffen op hete geëmailleerde oppervlakken.
Bij bereidingsprocessen met vochtregeling en tijdens de
~
restwaterverdamping ontstaat waterdamp, die ernstige brandwon den kan veroorzaken. Open nooit de deur terwijl een stoomstoot bezig is of terwijl de restwaterverdamping bezig is.
Het is belangrijk dat de temperatuur zich gelijkmatig verdeelt in
~
het gerecht en dat de temperatuur hoog genoeg is. Roer de ge­rechten regelmatig om of keer ze regelmatig om ervoor te zorgen dat ze gelijkmatig worden verwarmd.
-
-
Kunststof kookgerei dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
~
temperaturen. Dergelijk kookgerei kan de oven beschadigen of kan in brand vliegen. Gebruik alleen kunststof kookgerei dat ovenbestendig is. Hou re­kening met de informatie van de producent van het kookgerei.
In afgesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en ver
~
warmen overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de oven nooit voor het inmaken en verwarmen van conser venblikken.
U kunt zich verwonden aan de geopende deur van de oven of
~
zich eraan stoten. Laat de deur niet onnodig openstaan.
De deur kan maximaal 15 kg dragen.
~
Ga niet op de geopende deur staan of zitten en plaats er geen zwa re voorwerpen op. Zorg er ook voor dat er niets vastgeklemd raakt tussen de deur en de ovenruimte. De oven kan beschadigd raken.
16
-
-
-
Page 17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderde
~
len die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de oven nooit een stoomreiniger.
Door krassen kan het glas van de glasplaten van de deur breken.
~
Gebruik voor het reinigen van de glasplaten van de deur geen schuurmiddelen, geen harde sponsen of borstels en geen scherpe metalen schrapers.
De zijroosters kunt u verwijderen om deze te reinigen (zie rubriek
~
"Reiniging en onderhoud"). Plaats deze correct terug. Gebruik de oven nooit terwijl de zijroosters verwijderd zijn.
Grof vuil in de ovenruimte kan een sterke rookontwikkeling veroor-
~
zaken en ertoe leiden dat de pyrolysereiniging wordt uitgeschakeld. Verwijder grof vuil uit de ovenruimte voordat u de pyrolysereiniging start.
-
17
Page 18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Gebruik alleen origineel Miele-toebehoren. Worden er andere on
~
derdelen gemonteerd of geplaatst, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
De Miele-braadpannen HUB 5000-M/HUB 5001-M/HUB 5000-XL
~
(indien voorhanden) mogen niet op niveau 1 in de oven worden ge schoven. De bodem van de ovenruimte zou beschadigd raken. Door de kleine afstand zou een warmteophoping ontstaan en zou het email kunnen barsten of afspringen. Schuif de Miele-braadpannen ook nooit op de bovenste steun van het niveau 1. Daar zijn ze immers niet beveiligd door de uittrekbevei­liging. Doorgaans gebruikt u het best het niveau 2.
Door de hoge temperaturen tijdens de pyrolysereiniging raakt
~
toebehoren dat niet geschikt is voor pyrolyse beschadigd. Neem al het toebehoren dat niet geschikt is voor pyrolyse uit de ovenruimte voordat u de pyrolysereiniging start. Dat geldt ook voor mits toeslag verkrijgbaar toebehoren dat niet geschikt is voor pyroly­se (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
-
Gebruik alleen de meegeleverde spijzenthermometer van Miele.
~
Als de spijzenthermometer defect is, moet u deze door een originele spijzenthermometer van Miele vervangen.
18
Page 19
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd voor milieu vriendelijk en recycleerbaar verpak kingsmateriaal gekozen. Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking te rug.
-
-
Wat met een afgedankt toe stel?
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
-
schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als deze stoffen bij het
-
restafval terechtkomen of verkeerd wor den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de menselijke gezond heid en het milieu. Geef uw oude toe stel dus niet mee met het gewone huis vuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele­handelaar.
-
-
-
-
-
-
-
-
Zorg ervoor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
19
Page 20
Overzicht van de oven
a Bedieningselementen van de oven
b Deurvergrendeling voor de pyrolysereiniging
c Verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill
d Openingen voor de stoomtoevoer
e Aanzuigbuisje voor het verdampingssysteem
f Aansluitbus voor de spijzenthermometer
g Aanzuigopening voor de ventilator met daarachter het ringverwarmingselement
h Zijroosters met 5 niveaus
i Bodem van de ovenruimte met daaronder het verwarmingselement voor onder
warmte
j Frame van het front met het typeplaatje
k Deur
20
-
Page 21
Bedieningselementen van de oven
a Aan-uittoets K
b Sensortoetsen C voor de bediening
c Display
d Sensortoetsen 0–9 (cijferblok) e Sensortoetsen *, #, I, N
21
Page 22
Bedieningselementen van de oven
Aan-uittoets K
De aan-uittoets K bevindt zich in een holte en reageert op vingercontact.
Hiermee schakelt u de oven in en uit.
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op vingercontact. Elke aanraking wordt met een toetsgeluid bevestigd. U kunt het toetsgeluid uitschakelen (zie rubriek "Instellingen – Volume – Toetsgeluid").
Sensor toets
0–9 Cijferblok om
Functie Opmerkingen
-
C Om menupunten
te kiezen en te bladeren (scrollen) in de keuzelijsten
waarden in te stellen
# Om stapsgewijs
terug te keren
U kiest een menupunt door de verlichte sensortoets C naast het menupunt aan te raken.
Met het cijferblok stelt u bijv. temperaturen of tijden in.
22
Page 23
Bedieningselementen van de oven
Sensor toets
Functie Opmerkingen
-
I Om de ovenver
lichting in en uit te schakelen
N Om een kookwek-
kertijd in te stellen
* Om de
stoomstoten te activeren
Wanneer een keuzelijst op het display verschijnt of
­terwijl een bereidingsproces bezig is, kunt u de ovenverlichting in- en uitschakelen door I aan te ra ken (u kunt de ovenverlichting bijv. inschakelen om de oven te reinigen).
Is het display donker, dan moet u eerst de oven in schakelen voordat de sensortoets I reageert.
Afhankelijk van de gekozen instelling gaat de oven verlichting na 15 seconden uit bij een bereidingspro ces of blijft deze continu ingeschakeld bij een berei dingsproces.
Wanneer een keuzelijst op het display verschijnt of terwijl een bereidingsproces bezig is, kunt u op elk gewenst moment een kookwekkertijd invoeren, bijv. om eieren te koken.
Is het display donker, dan moet u eerst de oven in­schakelen voordat de sensortoets N reageert.
Zijn bij de ovenfunctie "Profi" d handmatige stoomstoten gekozen, dan activeert u deze door de sensortoets * aan te raken.
De sensortoets * licht op zodra een stoomstoot kan worden geactiveerd.
Terwijl een stoomstoot bezig is, wordt op het display * weergegeven.
-
-
-
-
-
23
Page 24
Bedieningselementen van de oven
Display
Op het display worden de tijd (het uur) of de meldingen weergegeven over oven functies, temperaturen, bereidingstijden, automatische programma's en instel lingen. Afhankelijk van de gekozen functie, verschijnen informatievensters of keuzelijsten.
Na het inschakelen van de oven via de aan-uittoets K verschijnt het hoofdmenu:
Ovenfuncties
Autom.programma's
Speciale toepassingen
Eigen programma's
Instellingen !
Onderhoud
Wanneer u "Wijzigen" kiest terwijl een bereidingsproces bezig is, verschijnt een keuzelijst met menupunten die u voor dat bereidingsproces kunt instellen of wijzi­gen:
– Temperatuur – Kerntemperatuur (alleen wanneer u de spijzenthermometer gebruikt) – Bereidingstijd – Klaar om – Start om (alleen wanneer "Bereidingstijd"/"Klaar om" ingesteld is) – Opwarmfase (alleen bij bepaalde ovenfuncties) – Ovenfunctie (alleen bij de ovenfunctie "Profi" d) – Crisp function (vochtigheid verminderen) –
Ovenfuncties
-
-
^
U kiest een menupunt door de verlichte sensortoets C naast het menupunt aan te raken.
^
Vervolgens roept u uw keuze op door de verlichte sensortoets C naast "OK" aan te raken.
24
Page 25
Bedieningselementen van de oven
Symbolen
Naast de tekst verschijnen mogelijk ook de volgende symbolen:
Symbool Betekenis
N Kookwekker
- Geeft aan dat een menupunt bij een verlichte sensortoets C
hoort. Het menupunt kan worden gekozen.
Wanneer meer dan 4 keuzemogelijkheden beschikbaar zijn,
#
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ Bij het bladeren in een keuzelijst verschijnt aan het einde een
P P P P G G GM Sommige instellingen worden via een balk met segmenten in-
( Het vinkje geeft de huidige instelling aan.
: Dit symbool geeft extra informatie en opmerkingen omtrent
0 De vergrendeling is ingeschakeld (zie rubriek "Instellingen –
verschijnt een balk aan de rechterkant. Met de bijhorende sensortoetsen bladert u in de keuzelijst.
streepjeslijn. Daarna wordt weer het begin van de keuzelijst weergegeven.
gesteld, bijv. de lichtsterkte van het display of het volume.
Naast dit symbool wordt geen "-" weergegeven en de desbe­treffende sensortoets is niet verlicht.
de bediening aan. Deze informatievensters bevestigt u met "OK".
Veiligheid"). De bediening is vergrendeld.
25
Page 26
Bedieningselementen van de oven
Wanneer u een ovenfunctie kiest, kunnen afhankelijk van de instelling ook de vol gende symbolen verschijnen:
Symbool Betekenis
U Hetelucht Plus
O Intensief bakken
d Profi
[ Braadautomaat
V Boven-onderwarmte
W Bovenwarmte
X Onderwarmte
P Ontdooien
Y Grote grill
Z Kleine grill
\ Circulatiegrill
K Bruineren
c Automatisch programma
^ Pyrolyse
* Stoomstoten
O Proces afgerond
Q Kerntemperatuur bij gebruik van de spijzenthermometer
-
26
Page 27
Uitrusting
Toesteltype
Op de achterzijde vindt u een opsom ming van de toesteltypen die worden beschreven.
-
Typeplaatje
Het typeplaatje is zichtbaar op het frame van het front wanneer u de deur opent.
Daarop vindt u het toesteltype van uw oven, het serienummer en de aansluit gegevens (netspanning/frequentie/ maximale aansluitwaarde).
Hou deze informatie bij de hand wan­neer u vragen of problemen hebt, zodat Miele u gericht kan helpen.
-
Wat is er meegeleverd?
Het volgende is meegeleverd:
– de gebruiks- en montageaanwijzing
om de ovenfuncties te bedienen,
een receptenboekje met recepten voor bijv. de ovenfunctie "Profi" d en de automatische programma's,
Meegeleverd en mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Uitrusting afhankelijk van het toesteltype! In elk geval beschikt uw oven over zijroosters, een universele bakplaat en een bak- en braadrooster (kortweg: rooster). Afhankelijk van uw toesteltype, is uw oven daarnaast ook uitgerust met an der toebehoren dat hier wordt ver meld.
Al het vermelde toebehoren, waaronder reinigings- en onderhoudsmiddelen, zijn afgestemd op de Miele-toestellen.
U kunt deze bestellen in de Miele Online Shop op www.miele-shop.com of via de dienst Onderdelen en toebe­horen van Miele. Ze zijn ook verkrijg­baar bij uw Miele-handelaar.
Geef bij het bestellen het toesteltype van uw oven op en de naam of de aan­duiding van het gewenste toebehoren.
-
-
schroeven om uw oven te bevestigen in de inbouwkast,
ontkalkingstabletten en een kunststofslang met houder om het verdampingssysteem te ontkalken,
toebehoren.
27
Page 28
Uitrusting
Zijroosters
In de ovenruimte bevinden zich aan de rechter- en linkerkant de zijroosters met de niveaus om het toebehoren in de oven te schuiven.
De aanduiding van de niveaus kunt u aflezen op het frame van het front.
Elk niveau bestaat uit twee boven el kaar liggende steunen:
Het toebehoren (bijv. de rooster)
schuift u tussen de steunen in de oven,
– de FlexiClip-geleiders (indien voor-
handen) plaatst u op de onderste steun.
U kunt de zijroosters verwijderen om deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
-
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging
Bakplaat HBB71:
Universele bakplaat HUBB71:
Rooster HBBR72:
Schuif dit toebehoren altijd tussen de steunen van een niveau in de zijroosters.
Schuif de rooster altijd met het bereidingsvlak naar onderen gericht in de oven.
28
Dit toebehoren is aan de korte zijden voorzien van een uittrekbeveiliging in het midden. Deze voorkomt dat het toebehoren uit de zijroosters omlaagglijdt als u het toe behoren slechts gedeeltelijk wilt uittrek ken.
Wanneer u de universele bakplaat ge bruikt met daarop de rooster, wordt de universele bakplaat tussen de steunen van een niveau geschoven en de roos ter vanzelf erboven.
-
-
-
-
Page 29
Uitrusting
FlexiClip-geleiders HFC72
U kunt de FlexiClip-geleiders op elk ni veau plaatsen.
Schuif de FlexiClip-geleiders volle dig in de ovenruimte voordat u toe behoren erop plaatst. Wanneer u dan toebehoren plaatst, wordt het vanzelf veilig geplaatst tussen de nokken vooraan en achteraan en kan het niet omlaagglijden.
De FlexiClip-geleiders kunnen 15 kg dragen.
-
-
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen
Gevaar voor verbranding!
,
De verwarmingselementen moeten uitgeschakeld zijn. De ovenruimte moet afgekoeld zijn.
De FlexiClip-geleiders worden tussen
­de steunen van een niveau geplaatst.
De FlexiClip-geleider met het Miele­logo moet rechts worden geplaatst.
Trek de FlexiClip-geleiders bij het plaatsen of verwijderen niet uit el­kaar.
^ Haak de FlexiClip-geleider vooraan
vast op de onderste steun van een niveau (1.) en schuif deze via de steun in de ovenruimte (2.).
29
Page 30
Uitrusting
Klik de FlexiClip-geleider vast op de
^
onderste steun van het niveau (3.).
Als de FlexiClip-geleiders na het plaatsen geblokkeerd zitten, moet u ze één keer krachtig uittrekken.
Bakplaat met gaatjes, HBBL71
De bakplaat met gaatjes is speciaal ontwikkeld voor het bakken van bakwaren op basis van vers gistdeeg en kwark-oliedeeg, brood en broodjes. De fijne perforatie ondersteunt de brui ning van de onderzijde van het gerecht. U kunt deze ook gebruiken om te dro gen.
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
-
-
Ga als volgt te werk om een FlexiClip­geleider te verwijderen:
^ Schuif de FlexiClip-geleider volledig
naar binnen.
^
Til de FlexiClip-geleider vooraan om hoog (1.) en trek deze via de steun van het niveau uit (2.).
Grill- en braadplaat HGBB71
De grill- en braadplaat wordt op de uni­versele bakplaat gelegd. Tijdens het grillen of braden voorkomt deze dat de afdruipende vleesjus ver brandt. Op die manier kan de jus wor den gebruikt.
­Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
-
-
30
Page 31
Uitrusting
Ronde bakvorm HBF27-1
De ronde bakvorm is uitstekend ge schikt voor het bereiden van pizza's, platte taarten/cakes uit gist- of roer deeg, zoete en hartige taart, gegrati neerde desserts en plat brood of voor het afbakken van diepgevroren taart/ cake of pizza.
Het geëmailleerde oppervlak is met PerfectClean veredeld.
Baksteen HBS60
Met de baksteen verkrijgt u een opti­maal bakresultaat bij gerechten die een krokant gebakken onderzijde moeten hebben, zoals pizza's, quiches, brood, broodjes, pikante gebakjes en derge lijke. De baksteen is een vuurvaste steen uit keramiek die met glazuur bekleed is. De steen wordt op de rooster gelegd. Om er eten op te leggen en weer van te nemen, is een houten spatel van onbe handeld hout meegeleverd bij de baksteen.
-
-
-
-
Braadpannen van de HUB-reeks en deksels voor braadpannen van de HBD-reeks
De braadpannen van Miele kunnen, in tegenstelling tot andere braadpannen, rechtstreeks in de zijroosters worden geschoven. Net zoals de rooster is ook de braadpan voorzien van een uittrek beveiliging. Het oppervlak van de braadpannen is bekleed met een antiaanbaklaag.
De braadpannen zijn verkrijgbaar met een diepte van 22 cm of 35 cm. De breedte en hoogte zijn gelijk.
Bijpassende deksels zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
Vermeld bij het bestellen het type.
Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm
HUB5000-M HUB5001-M*
HBD60-22 HBD60-35
-
* Geschikt voor inductiekookvlakken
HUB5000-XL
-
31
Page 32
Uitrusting
Warmhoudplaat WHP
Met de warmhoudplaat kunt u uw ge rechten op tafel warmhouden.
U warmt de warmhoudplaat gewoon op in de ovenruimte en neemt deze vervol gens met behulp van de twee meegele verde handgrepen veilig uit het toestel.
Handgreep HEG
Dankzij de handgreep kunt u de univer­sele bakplaat, de bakplaat en de roos­ter gemakkelijker uitnemen.
Ontkalkingstabletten, kunststofslang met houder
-
Spijzenthermometer
Met de spijzenthermometer kunt u de temperatuur tijdens bereidingsproces sen nauwkeurig controleren (zie rubriek
­"Braden – Spijzenthermometer").
-
Als de spijzenthermometer wordt gebruikt, kunnen de FlexiClip­geleiders niet op niveau 4 worden geplaatst, omdat ze dan de aansluit­bus afdekken.
Opener
Met de opener kunt u de afdekking van de verlichting opzij afnemen.
-
Dit toebehoren hebt u nodig om de oven te ontkalken.
32
Page 33
Microvezeldoek van Miele
Uitrusting
De microvezeldoek is ideaal om nor maal vuil en vingerafdrukken te verwij deren.
Ovenreiniger van Miele
De ovenreiniger is geschikt om zeer hardnekkig vuil te verwijderen. De ovenruimte hoeft niet te worden opge warmd.
-
-
-
33
Page 34
Uitrusting
Elektronische besturing van de oven
Met de elektronische besturing van de oven kunt u de verschillende ovenfunc ties gebruiken om te bakken, braden en grillen en ook
het uur weergeven,
een kookwekkertijd instellen,
bereidingsprocessen automatisch in-
en uitschakelen,
gerechten bereiden met
vochtregeling,
– automatische programma's ge-
bruiken,
– eigen instellingen programmeren.
Veiligheidsvoorzieningen
Vergrendeling 0 van de oven
De vergrendeling beveiligt de oven te gen ongewenste bediening (zie rubriek "Instellingen – Vergrendeling 0").
De vergrendeling blijft ook na een stroomonderbreking ingeschakeld.
Veiligheidsuitschakeling
De veiligheidsuitschakeling wordt auto matisch geactiveerd wanneer de oven gedurende een ongewoon lange tijd wordt gebruikt. Na hoeveel tijd de vei ligheidsuitschakeling wordt geacti veerd, is afhankelijk van de gekozen ovenfunctie.
-
-
-
Koelventilator
De koelventilator wordt automatisch in geschakeld bij elk bereidingsproces. Hierdoor wordt de hete lucht uit de
­ovenruimte gemengd met koude ka
merlucht en afgekoeld, waarna de lucht tussen de deur en het bedieningspa neel wegstroomt.
Na een bereidingsproces blijft de koel ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
De koelventilator wordt automatisch uit­geschakeld wanneer de temperatuur in de ovenruimte tot onder een bepaald niveau gedaald is.
Geventileerde deur
De deur bestaat uit glasplaten die een gedeeltelijk warmtereflecterende coa­ting hebben.
Tijdens de werking wordt lucht door de deur gevoerd, zodat de buitenste glas plaat van de deur koel blijft.
U kunt de deur verwijderen en uit elkaar halen om deze te reinigen (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Deurvergrendeling voor de
-
pyrolysereiniging
Aan het begin van de pyrolysereiniging wordt de deur om veiligheidsredenen vergrendeld. Deze vergrendeling wordt pas weer ontgrendeld wanneer de tem peratuur in de ovenruimte na afloop van de pyrolysereiniging onder 280 °C ge daald is.
-
-
-
-
-
-
-
34
Page 35
Uitrusting
Met PerfectClean veredelde oppervlakken
Met PerfectClean veredelde oppervlak ken kenmerken zich door uitstekende antiaanbakeigenschappen en een bui tengewoon eenvoudige reiniging.
U kunt het bereide gerecht altijd zonder moeite losmaken. Na bak- of braadpro cessen kunt u vuil gemakkelijk verwij deren.
U kunt uw gerecht op met PerfectClean veredelde oppervlakken snijden en ver delen.
Gebruik geen keramische messen. Deze kunnen immers krassen ver­oorzaken op met PerfectClean vere­delde oppervlakken.
Met PerfectClean veredelde oppervlak­ken kunnen ongeveer zoals glas wor­den gereinigd.
Lees de opmerkingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud", zodat de voordelen van de antiaanbakeigen schappen en de buitengewoon eenvou dige reiniging behouden blijven.
-
-
-
Toebehoren dat geschikt is voor pyrolyse
Het volgende toebehoren mag tijdens
­de pyrolysereiniging in de ovenruimte blijven:
zijroosters,
FlexiClip-geleiders,
-
rooster.
Lees de opmerkingen in de rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
-
De volgende onderdelen zijn met PerfectClean veredeld:
universele bakplaat,
bakplaat,
grill- en braadplaat,
bakplaat met gaatjes,
ronde bakvorm.
35
Page 36
Eerste ingebruikname
Basisinstellingen invoeren
De oven mag enkel in inge
,
bouwde toestand worden gebruikt.
Wanneer de oven wordt aangesloten op het elektriciteitsnet, wordt deze au tomatisch ingeschakeld.
Welkomstscherm
De begroeting "Miele Willkommen" ver schijnt. Vervolgens wordt u gevraagd enkele in stellingen in te stellen die nodig zijn voor de eerste ingebruikname van de oven.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
^ Blader in de keuzelijst totdat de ge-
wenste taal verschijnt.
^ Raak de verlichte sensortoets C
naast de gewenste taal aan.
-
Land instellen
Blader in de keuzelijst totdat het ge
^
wenste land verschijnt.
Raak de verlichte sensortoets C
^
naast het gewenste land aan.
-
-
Kies "OK".
^
Datum instellen
Stel met "+" of "–" achtereenvolgens
^
het jaar, de maand en de dag in.
Kies na elke instelling "OK".
^
-
Tijd instellen
^ Stel met het cijferblok de tijd in in
uren en minuten (bijv. 1-2-1-5 voor 12:15 uur).
^ Kies "OK".
U kunt de tijd ook weergeven in het 12-uurs-formaat (zie rubriek "Instel­lingen – Tijd – Tijdsformaat").
-
^
Kies "OK".
36
Page 37
Weergave van het uur
Kies "OK".
^
Eerste ingebruikname
Ten slotte kiest u of de weergave van de tijd (het uur) ingeschakeld moet zijn wanneer de oven uitgeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Tijd – Weergave").
Aan
De tijd (het uur) wordt altijd weerge geven op het display.
Uit
Het display is donker om energie te besparen. Sommige functies zijn be perkt.
– Nachtuitschakeling
De tijd (het uur) wordt alleen van
5.00 uur tot 23.00 uur weergegeven op het display en is 's nachts uitge­schakeld om energie te besparen.
^ Kies het gewenste weergaveformaat.
^ Kies "OK".
Er verschijnt een melding over het ener­gieverbruik.
-
De melding "Eerste ingebruikname succesvol afgerond" verschijnt.
Kies "OK".
^
De oven is klaar voor gebruik.
Hebt u per vergissing een taal geko zen die u niet begrijpt? Ga dan te werk zoals beschreven in de rubriek "Instellingen – Taal J".
-
-
37
Page 38
Eerste ingebruikname
Oven voor het eerst opwarmen en het verdampingssysteem doorspoelen
Wanneer de oven voor het eerst op warmt, kunnen er onaangename geu ren ontstaan. Verwijder deze door de lege oven gedurende minstens 1 uur op te warmen. Tegelijkertijd is het zinvol om het ver dampingssysteem door te spoelen.
Zorg gedurende het opwarmproces voor een goede verluchting van de keuken. Zorg ervoor dat de geuren niet naar andere kamers trekken.
^ Verwijder eventuele stickers of
beschermfolies van de oven en het toebehoren.
-
-
-
Kies "OK".
^
Kies "Automatische stoomstoot".
^
De instructie voor het opzuigproces verschijnt.
Vul een recipiënt met de gevraagde
^
hoeveelheid leidingwater.
Open de deur.
^
Klap het aanzuigbuisje uit, dat u links
^
onder het bedieningspaneel vindt.
^ Reinig de ovenruimte voorafgaand
aan het opwarmen met een vochtige doek om eventueel stof en verpakkingsresten te verwijderen.
^
Plaats de FlexiClip-geleiders op de zijroosters en schuif alle bakplaten en de rooster in het toestel.
^
Schakel de oven in.
Het hoofdmenu verschijnt.
^
Kies "Ovenfuncties".
^
Kies de ovenfunctie "Profi" d.
De voorgeprogrammeerde temperatuur (160 °C) verschijnt.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden ingeschakeld.
^
Stel met het cijferblok de maximale temperatuur (250 °C) in.
38
^
Doe het aanzuigbuisje in de recipiënt met leidingwater.
^
Kies "OK".
Het opzuigproces start.
Page 39
Eerste ingebruikname
De daadwerkelijke opgezogen hoeveel heid leidingwater kan kleiner zijn dan de gevraagde hoeveelheid, waardoor er wat in de recipiënt overblijft.
Verwijder de recipiënt na afloop van
^
het opzuigproces.
Bevestig de melding dat het opzui
^
gen voltooid is met "OK".
Sluit de deur.
^
De melding verdwijnt.
Er is nog een kort pompgeluid te horen. Dat geeft aan dat het resterende water in het aanzuigbuisje wordt opgezogen.
Na enige tijd wordt automatisch een stoomstoot geactiveerd.
Gevaar voor verwonding!
,
Waterdamp kan brandwonden ver­oorzaken. Terwijl een stoomstoot bezig is, mag u niet de deur ope­nen.
-
Nadat het toestel voor het eerst is
-
opgewarmd
Gevaar voor verbranding!
,
Laat de ovenruimte afkoelen voordat u deze met de hand reinigt.
Schakel de oven in.
^
Neem al het toebehoren uit de oven
^
ruimte en reinig het met de hand (zie rubriek "Reiniging en onderhoud").
Reinig de ovenruimte met warm wa
^
ter, handafwasmiddel en een schone sponsdoek. U kunt ook een schone, vochtige microvezeldoek gebruiken.
^ Wrijf de oppervlakken droog met een
zachte doek.
^ Schakel de oven uit.
Sluit de deur pas wanneer de oven­ruimte droog is.
-
-
Warm de oven gedurende minstens 1 uur op.
Ga als volgt te werk nadat minstens 1 uur is verstreken:
^
Schakel de oven uit.
39
Page 40
Instellingen
Overzicht van de instellingen
Instellingen kunnen alleen worden gewijzigd als er geen bereidingsproces be zig is.
De fabrieksinstellingen zijn in de tabel in het vet gedrukt.
Instelling Keuzemogelijkheden
Taal J ...
deutsch
english ... / Australia / United Kingdom / ...
... ...
Tijd Weergave Aan / Uit / Nachtuitschakeling
Tijdsformaat 24 uur /12uur
Instellen U kunt de tijd instellen.
Datum U kunt de datum instellen.
Verlichting Aan
15 seconden "Aan"
Lichtsterkte dis­play
Volume U kunt het volume van het geluidssignaal en het toetsgeluid
Eenheden Gewicht g
Donkerder P P P P G G GM Lichter
instellen of het geluidssignaal en het toetsgeluid uitscha­kelen.
Geluidssignalen Zachter P P P P P P P Harder
Toetsgeluid Zachter P P P P P P P Harder
Temperatuur °C
... ... / Duitsland / Luxemburg / ...
lb/oz
°F
-
40
Page 41
Instelling Keuzemogelijkheden
Naloop ventilator Temperatuurgestuurd
Tijdgestuurd
Pyrolyse Met advies
Zonder advies
Voorgeprogr. temp.
Veiligheid Vergrendeling Aan
Katalysator U kunt de geurreductie inschakelen.
Handelaar Demo-functie Aan
Fabrieksinstel lingen
U kunt de voorgeprogrammeerde temperaturen wijzigen bin nen het weergegeven temperatuurbereik.
Uit
Toetsenvergrendeling Aan
Uit
Min.
P P P P G G GM Max.
Uit
-
Instellingen
Eigen programma's
Voorgeprogr. temp.
Instellingen
-
41
Page 42
Instellingen
Menu "Instellingen" oproepen
Kies "Instellingen J" in het hoofdme
^
nu.
De keuzelijst met de instellingen ver schijnt.
U kunt de instellingen controleren of wijzigen.
Het vinkje ( naast een menupunt geeft aan welke instelling actief is.
Instellingen wijzigen en opslaan
Kies "Instellingen J".
^
^ Blader in de keuzelijst totdat de ge-
wenste instelling verschijnt.
^ Raak de sensortoets naast de instel-
ling aan. Indien nodig, kiest u in het onderste gedeelte de gewenste instelling.
^ Wijzig de instelling.
^ Kies "OK".
-
Taal J
U kunt uw taal en uw land instellen.
-
Na het instellen en bevestigen ver schijnt op het display onmiddellijk de gewenste taal.
Tip: Hebt u per vergissing een taal ge kozen die u niet begrijpt? Zoek dan in het menu naar J om het submenu "Taal J" te openen.
-
-
^
Raak # aan totdat het hoofdmenu verschijnt of kies een andere instel ling.
42
-
Page 43
Instellingen
Tijd
Weergave
Kies of de weergave van de tijd (het uur) ingeschakeld moet zijn wanneer de oven uitgeschakeld is:
Aan
De tijd (het uur) wordt altijd weerge geven op het display. Door de des betreffende sensortoets aan te ra ken, kunt u rechtstreeks de ver lichting in- en uitschakelen of de kookwekker gebruiken.
– Uit
Het display is donker om energie te besparen. U moet eerst de oven in­schakelen voordat u deze kunt be­dienen. Dat geldt ook voor de func­ties "Kookwekker" N en "Verlichting" I.
– Nachtuitschakeling
De tijd (het uur) wordt alleen van
5.00 uur tot 23.00 uur weergegeven op het display en is 's nachts uitge schakeld om energie te besparen.
-
Tijdsformaat
U kunt het tijdsformaat van de tijd (het uur) kiezen:
24 uur
De tijd wordt weergegeven in het 24­uurs-formaat.
12 uur
-
-
-
De tijd wordt weergegeven in het 12­uurs-formaat.
Instellen
Met het cijferblok stelt u de uren en de minuten in.
Na een stroomonderbreking ver­schijnt opnieuw de actuele tijd. Tijdens een stroomonderbreking blijft de tijd ca. 200 uur opgeslagen.
Datum
Met het cijferblok stelt u de datum in.
-
43
Page 44
Instellingen
Verlichting
Aan
De ovenverlichting blijft tijdens het hele bereidingsproces ingeschakeld.
15 seconden "Aan"
De ovenverlichting wordt tijdens een bereidingsproces na 15 seconden uitgeschakeld. Door I aan te raken, schakelt u deze 15 seconden in.
Lichtsterkte display
De lichtsterkte wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
^ Kies "Donkerder" of "Lichter" om de
lichtsterkte te wijzigen.
Volume
Geluidssignalen
Het volume wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
Wanneer alle segmenten gevuld zijn, is het maximumvolume gekozen. Wanneer er geen segment gevuld is, is het geluidssignaal uitgeschakeld.
Kies "Zachter" of "Harder" om het
^
volume te wijzigen.
^ Kies "Aan" of "Uit" om de
geluidssignalen in of uit te schakelen.
Toetsgeluid
Het volume van het toetsgeluid, dat bij het aanraken van een sensortoets weerklinkt, wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P P P P G G GM
44
Wanneer alle segmenten gevuld zijn, is het maximumvolume gekozen. Wanneer er geen segment gevuld is, is het toetsgeluid uitgeschakeld.
^
Kies "Zachter" of "Harder" om het volume te wijzigen.
^
Kies "Aan" of "Uit" om het toetsgeluid in of uit te schakelen.
Page 45
Instellingen
Eenheden
Gewicht
g
Het gewicht van gerechten in auto matische programma's wordt in gram ingesteld.
lb/oz
Het gewicht van gerechten in auto matische programma's wordt in pond/ons ingesteld.
Temperatuur
–°C
De temperatuur verschijnt in Celsius.
–°F
De temperatuur verschijnt in Fahrenheit.
-
-
Naloop ventilator
Na een bereidingsproces blijft de koel­ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
Temperatuurgestuurd
De koelventilator wordt uitgescha keld wanneer de oventemperatuur lager is dan ca. 70 °C.
Tijdgestuurd
De koelventilator wordt uitgescha keld na ca. 25 minuten.
Kiest u de instelling "Tijdgestuurd" voor de naloop van de ventilator, dan mag u geen gerechten warm houden in de ovenruimte. De luchtvochtigheid zou stijgen, waardoor het bedieningspaneel zou beslaan, er druppels zouden wor­den gevormd onder het werkblad en het front van het meubel zou be­slaan. Door condenswater kan de inbouw­kast en het werkblad beschadigd ra­ken en kan er corrosie optreden in de oven.
Pyrolyse
Met advies Er verschijnt advies voor het uitvoe ren van een pyrolysereiniging.
-
-
-
-
Zonder advies Er verschijnt geen advies voor het uitvoeren van een pyrolysereiniging.
45
Page 46
Instellingen
Voorgeprogr. temp.
Het is zinvol de voorgeprogrammeerde temperaturen te wijzigen als u vaak met afwijkende temperaturen werkt.
Wanneer u het menupunt oproept, ver schijnt de keuzelijst met de ovenfunc ties.
Wanneer u een ovenfunctie kiest, ver schijnt de voorgeprogrammeerde tem peratuur. Deze is geselecteerd. Tege lijkertijd verschijnt het temperatuurbe reik waarbinnen u de voorgeprogram meerde temperatuur kunt wijzigen.
^ Wijzig de voorgeprogrammeerde
temperatuur met het cijferblok.
-
-
-
-
-
Veiligheid
Vergrendeling 0
De vergrendeling verhindert dat de oven ongewild wordt ingeschakeld.
De vergrendeling blijft ook na een stroomonderbreking ingeschakeld.
U moet de vergrendeling activeren. Dat doet u door de optie "Aan" te kiezen.
Aan
De vergrendeling wordt geactiveerd. Om de oven te kunnen gebruiken, raakt u eerst minstens 6 seconden lang de sensortoets naast "OK" aan.
­Wanneer de vergrendeling geacti
veerd is, kunt u nog steeds meteen een kookwekkertijd instellen.
-
Uit
De vergrendeling is gedeactiveerd. U kunt de oven zoals gewoonlijk ge bruiken.
Toetsenvergrendeling
De toetsenvergrendeling voorkomt dat een bereidingsproces per ongeluk wordt uitgeschakeld of gewijzigd. Wanneer de toetsenvergrendeling ge­activeerd is, worden alle sensortoetsen enkele seconden na de start van een bereidingsproces vergrendeld.
– Aan
De toetsenvergrendeling is geacti veerd. Om de sensortoetsen weer te kun nen gebruiken, moet u eerst min stens 6 seconden lang de sensor toets naast "OK" aanraken. De toetsenvergrendeling wordt dan korte tijd gedeactiveerd.
-
-
-
-
-
-
46
Uit De toetsenvergrendeling is gedeacti veerd. De sensortoetsen reageren onmiddellijk wanneer u deze aan raakt.
-
-
Page 47
Instellingen
Katalysator
De geurreductie wordt via een balk met 7 segmenten weergegeven.
P G G G G G GM
Wanneer alle segmenten gevuld zijn, is de maximale geurreductie gekozen. Wanneer er geen segment gevuld is, is de katalysator uitgeschakeld.
Kies "Min." of "Max." om de
^
geurreductie te wijzigen.
Kies "Aan" of "Uit" om de katalysator
^
in of uit te schakelen.
Handelaar
Met deze functie kan de handelaar de oven zonder verwarming presenteren. Voor privégebruik is deze instelling overbodig.
Demo-functie
– Aan
De demo-functie wordt geactiveerd wanneer u de sensortoets naast "OK" minstens 4 seconden lang aanraakt.
Uit
De demo-functie wordt gedeacti veerd wanneer u de sensortoets naast "OK" minstens 4 seconden lang aanraakt. U kunt de oven zoals gewoonlijk gebruiken.
Fabrieksinstellingen
Instellingen
Alle instellingen worden hersteld door deze terug op de fabrieksinstel lingen te zetten.
Eigen programma's
Eigen programma's worden gewist.
– Voorgeprogr. temp.
De gewijzigde voorgeprogram­meerde temperaturen worden hersteld door deze terug op de fa­brieksinstellingen te zetten.
-
-
Hebt u de demo-functie geactiveerd, dan verschijnt de volgende melding: "Demo-functie ingeschakeld. De ver warming werkt niet".
-
47
Page 48
Kookwekker N
Kookwekker N gebruiken
De kookwekker kunt u onder andere gebruiken als u iets buiten de oven be reidt, bijv. als u eieren kookt.
U kunt de kookwekker ook gebruiken terwijl u tijden hebt ingesteld voor het automatisch in- of uitschakelen van een bereidingsproces (bijv. om u eraan te herinneren dat u na het verstrijken van een deel van de bereidingstijd kruiden moet toevoegen of het vlees moet be sprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi maal 9 uur, 59 minuten en 59 seconden instellen.
Tip: Gebruik bij de ovenfunctie "Profi" d de kookwekker om u eraan te herin­neren wanneer u handmatig de stoomstoten moet activeren.
-
-
Kookwekkertijd instellen
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt een kook
­wekkertijd van 6 minuten en 20 secon den in.
Hebt u de instelling "Tijd – Weergave – Uit" gekozen, dan moet u eerst de oven inschakelen om een kookwek kertijd te kunnen instellen. Het aftellen van de kookwekkertijd ver schijnt dan terwijl de oven uitgescha keld is.
^ Raak N aan.
"0:00:00" verschijnt (h:min:sec).
^ Stel met het cijferblok de kookwek-
kertijd in (6-2-0).
^ Kies "OK".
De kookwekkertijd wordt opgeslagen.
Wanneer de oven uitgeschakeld is, ver­schijnt het aftellen van de kookwekker­tijd. U kunt het aftellen volgen op het display.
-
-
-
-
-
48
Is een bereidingsproces bezig, dan verschijnt de kookwekkertijd in het on derste gedeelte van het display.
-
Page 49
Kookwekker N
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert N,
loopt de tijd verder in stijgende zin,
weerklinkt een geluidssignaal, als het
geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
Raak N aan.
^
Het akoestische en optische signaal worden uitgeschakeld.
Kookwekkertijd wijzigen
Raak N of de verlichte sensortoets
^
naast de aftellende kookwekkertijd aan.
De ingestelde kookwekkertijd ver schijnt.
Stel de nieuwe kookwekkertijd in met
^
het cijferblok.
Kies "OK".
^
De gewijzigde kookwekkertijd wordt op geslagen en wordt in seconden afge teld.
Kookwekkertijd wissen
^ Raak N of de verlichte sensortoets
naast de aftellende kookwekkertijd aan.
De ingestelde kookwekkertijd ver­schijnt.
^ Kies "Herstellen".
-
-
-
De kookwekkertijd wordt gewist.
49
Page 50
Overzicht van de ovenfuncties
U kunt kiezen uit verschillende oven functies voor het bereiden van ge rechten.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden andere verwarmingselementen inge schakeld, al dan niet in combinatie met de ventilator (zie de informatie tussen haakjes).
Te kiezen in het menu "Oven
-
-
-
-
functies":
Hetelucht Plus U
(ringverwarmingselement + ventilator)
Om te bakken en te braden. U kunt op verschillende niveaus tegelijkertijd ge­rechten bereiden. U kunt met lagere temperaturen berei­den dan bij de ovenfunctie "Boven­onderwarmte" V. De warmte wordt door de ventilator immers direct over het gerecht verdeeld.
Profi d
(ringverwarmingselement + ventilator + verdampingssysteem)
Om te bakken en te braden met vochtregeling.
U kunt de vochtregeling combineren met een andere ovenfunctie.
Intensief bakken O
(ringverwarmingselement + ventilator + verwarmingselement voor onderwarm te)
Om taarten/cakes met vochtige garnering te bakken. Gebruik deze ovenfunctie niet om plat gebak te bakken. Gebruik deze ook niet om te braden, want de braadfond wordt te donker.
Braadautomaat [
(ringverwarmingselement + ventilator)
Om te braden. Tijdens de aanbraadfase wordt de oven eerst op een hoge aanbraadtempera­tuur (ca. 230 °C) opgewarmd. Zodra deze temperatuur bereikt is, gaat de oven automatisch naar de inge­stelde bereidingstemperatuur (door­braadtemperatuur).
Boven-onderwarmte V
(verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill + verwarmingselement voor onderwarmte)
Om traditionele recepten te bakken en braden, om soufflés te bereiden en om te garen op lage temperatuur.
Bij recepten uit oude kookboeken stelt u de temperatuur 10 °C lager in dan vermeld. De bereidingstijd hoeft niet te worden gewijzigd.
-
-
50
Page 51
Overzicht van de ovenfuncties
Bovenwarmte W
(verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill)
Kies deze ovenfunctie aan het einde van de bereidingstijd, wanneer meer bruining nodig is aan de bovenkant van het gerecht.
Onderwarmte X
(verwarmingselement voor onderwarm te)
Kies deze ovenfunctie aan het einde van de bereidingstijd, wanneer meer bruining nodig is aan de onderkant van het gerecht.
Grote grill Y
(verwarmingselement voor bovenwarm­te/de grill)
Om grote hoeveelheden platte ge­rechten (bijv. steaks) te grillen en om gerechten in grote bakvormen met een korstje te bedekken.
Het volledige verwarmingselement is in geschakeld en wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te produceren.
Kleine grill Z
(verwarmingselement voor bovenwarm
­te/de grill)
Om kleine hoeveelheden platte ge rechten (bijv. steaks) te grillen en om gerechten in kleine bakvormen met een korstje te bedekken.
Alleen het binnenste gedeelte van het verwarmingselement is ingeschakeld en wordt roodgloeiend om de vereiste
­infraroodstraling te produceren.
Circulatiegrill \
(verwarmingselement voor bovenwarm­te/de grill + ventilator)
Om dikke gerechten te grillen (bijv. rollades, kip). U kunt met lagere tempe­raturen grillen dan bij de ovenfunctie "Grill" Y. De warmte wordt door de ventilator immers direct over het ge­recht verdeeld.
Bruineren
(ringverwarmingselement afgewisseld
­met verwarmingselement voor boven
warmte/de grill + ventilator)
Om ovenschotels en gratins te berei den, die een knapperige bovenkant moeten hebben.
-
-
-
-
51
Page 52
Bediening van de oven
Tips om energie te besparen
Neem al het toebehoren uit de oven
ruimte dat u niet nodig hebt voor het desbetreffende bereidingsproces.
Verwarm de ovenruimte alleen voor
als dat wordt vermeld in het recept of in de bereidingstabel.
Open de deur niet tijdens een berei
dingsproces, indien mogelijk.
Doorgaans kiest u het best de lagere
temperatuur die wordt vermeld in het recept of de bereidingstabel. Con troleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd die wordt vermeld.
– Bereid gerechten met de ovenfunctie
"Hetelucht Plus" U. Met deze oven­functie kunt u gerechten met 10­30 °C lagere temperaturen bereiden dan met andere ovenfuncties.
– Voor veel grillgerechten kunt u de
ovenfunctie "Circulatiegrill" \ ge­bruiken. Daarbij grilt u met lagere temperaturen dan bij grillfuncties die werken met een maximale tempera tuurinstelling.
Wanneer u voor de weergave van de tijd (het uur) de fabrieksinstelling "Tijd – Weergave – Uit" hebt gekozen, is uw oven zo ingesteld dat deze zo weinig mogelijk energie verbruikt.
-
-
Restwarmtebenutting
Bij bereidingsprocessen met automa
­tische uitschakeling of met de spijzen thermometer wordt de ovenverwarming kort voor het einde van het bereidings proces automatisch uitgeschakeld.
De restwarmtebenutting wordt inge schakeld. De aanwezige warmte
­volstaat om het bereidingsproces af te
ronden.
Op het display wordt "Energiebespa rende fase" weergegeven. De koelventi lator en, afhankelijk van de ovenfunctie, ook de heteluchtventilator blijven inge­schakeld.
Energiebesparende modus
Als u na het inschakelen van de oven of na afloop van een bereidingsproces de oven niet verder bedient, wordt de oven na een bepaalde tijd automatisch uitge­schakeld om energie te besparen.
Na hoeveel tijd dat gebeurt, is afhanke­lijk van de gekozen instellingen (oven functie, temperatuur, bereidingstijd).
De tijd (het uur) wordt weergegeven of het display is donker (zie rubriek "Instel lingen – Tijd – Weergave").
-
-
-
-
-
-
-
-
Met de fabrieksinstelling "Verlichting – 15 seconden "Aan"" wordt de oven verlichting tijdens een bereidingspro ces automatisch uitgeschakeld na 15 seconden. U kunt deze op elk ge wenst moment weer inschakelen door I aan te raken.
52
-
-
-
Page 53
Bediening van de oven
Eenvoudige bediening
Schakel de oven in.
^
Het hoofdmenu verschijnt.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Kies "Ovenfuncties".
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
De ovenfunctie, de voorgeprogram meerde temperatuur en het tempera tuurbereik verschijnen.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden ingeschakeld.
^ Wijzig met het cijferblok de voorge-
programmeerde temperatuur, indien nodig.
De voorgeprogrammeerde tempera­tuur wordt na enkele seconden over­genomen. Indien nodig, kiest u "Wijzigen" om te­rug te keren naar het scherm voor temperatuurinstelling (zie rubriek "Geavanceerde bediening – Tempe ratuur wijzigen").
-
-
-
Na afloop van het bereidingsproces:
Neem het gerecht uit de ovenruimte.
^
Schakel de oven uit.
^
Koelventilator
Na een bereidingsproces blijft de koel ventilator ingeschakeld, zodat er geen luchtvochtigheid kan neerslaan in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of op de inbouwkast.
Zodra de temperatuur in de ovenruimte onder een bepaalde waarde is ge daald, wordt de koelventilator automa­tisch uitgeschakeld.
Deze fabrieksinstelling kunt u wijzigen (zie rubriek "Instellingen – Naloop venti­lator").
-
-
^
Kies "OK".
De gekozen en reële temperatuur ver schijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur volgen. Zodra de gekozen temperatuur bereikt is, weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
-
53
Page 54
Geavanceerde bediening
U hebt het gerecht in de ovenruimte geplaatst, een ovenfunctie gekozen en een temperatuur ingesteld.
Kies "Wijzigen".
^
Er verschijnen meer menupunten die u voor een bereidingsproces kunt instel len of wijzigen:
Temperatuur
Kerntemperatuur
(Verschijnt alleen wanneer u de spij zenthermometer gebruikt. In dat ge val kunt u geen bereidingstijd instel len.)
– Bereidingstijd
– Klaar om
– Start om
(Verschijnt pas wanneer "Bereidings­tijd" of "Klaar om" ingesteld is.)
– Opwarmfase
(Verschijnt alleen bij de ovenfuncties "Hetelucht Plus" U, "Braadauto­maat" [, "Boven-onderwarmte" V en "Profi" d wanneer u een tempe ratuur van meer dan 100 °C instelt.)
Functie wijzigen
U kunt van functie veranderen tijdens het bereidingsproces.
Kies "Wijzigen".
^
Blader in de keuzelijst totdat "Oven
^
-
-
-
-
functies" verschijnt.
Kies "Ovenfuncties".
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
Kies "OK".
^
-
Op het display verschijnen de gewij zigde ovenfunctie en de bijhorende voorgeprogrammeerde temperatuur.
^ Stel met het cijferblok de temperatuur
in voor de gewijzigde ovenfunctie, in­dien nodig.
^ Kies "OK".
De ovenfunctie is gewijzigd.
De ingevoerde tijden blijven behouden.
-
-
Ovenfunctie (Verschijnt alleen bij de ovenfunctie "Profi" d. U kunt de stoomstoten combineren met een andere oven functie.)
Crisp function (vochtigheid verminderen voor een knapperige buitenkant of voor taarten met een vochtige garnering)
Ovenfuncties (U kunt van functie veranderen tijdens het bereidingsproces.)
54
-
Page 55
Geavanceerde bediening
Temperatuur wijzigen
Wanneer u een ovenfunctie kiest, ver schijnt de bijhorende voorgeprogram meerde temperatuur in combinatie met het beschikbare temperatuurbereik.
In de fabriek zijn de volgende voorge programmeerde temperaturen inge steld:
Hetelucht Plus ....160°C(30–250 °C)
Intensief bakken . . . 170 °C (50–250 °C)
Profi ...........160°C(130–250 °C)
Braadautomaat* . . 160 °C (100–230 °C) Boven-onderwarmte180 °C (30–280 °C)
Bovenwarmte ....190°C(100–250 °C)
Onderwarmte ....190°C(100–250 °C)
Grote grill .......240°C(200–300 °C)
Kleine grill.......240°C(200–300 °C)
Circulatiegrill ....200°C(100–260 °C)
Bruineren .......190°C(100–250 °C)
* Aanbraadtemperatuur ca. 230 °C,
doorbraadtemperatuur 160 °C
^ Als de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur overeenstemt met de tem­peratuur in uw recept, kiest u "OK".
-
-
-
-
Voorbeeld: U hebt "Hetelucht Plus" U en 170 °C ingesteld en kunt de temperatuurwijziging volgen.
U wilt de gekozen temperatuur verla gen tot 155 °C.
Kies "Wijzigen".
^
Kies "Temperatuur".
^
De gekozen temperatuur is geselec teerd.
Stel met het cijferblok de temperatuur
^
in.
^ Kies "OK".
De gewijzigde gekozen temperatuur wordt opgeslagen.
^ Raak vervolgens "OK" aan als u de
reële temperatuur wilt zien en de temperatuurwijziging wilt volgen.
De gewijzigde gekozen temperatuur verschijnt.
-
-
^
Stemt de voorgeprogrammeerde temperatuur niet overeen met de temperatuur in uw recept, dan kunt u deze wijzigen voor dit bereidingspro ces.
U kunt de voorgeprogrammeerde temperatuur permanent aan uw persoonlijke kookgewoonten aanpas sen (zie rubriek "Instellingen – Voor geprogr. temp.").
-
-
-
55
Page 56
Geavanceerde bediening
Snel opwarmen
"Snel opwarmen" dient om de opwarm fase te verkorten.
Bij de ovenfuncties "Hetelucht Plus" U, "Braadautomaat" [, "Boven­onderwarmte" V en "Profi" d is de functie "Snel opwarmen" automatisch ingeschakeld wanneer u een tempera tuur van meer dan 100 °C instelt.
Pizza en delicaat deeg (bijv. biscuit, klein gebak) worden met de functie "Snel opwarmen" te snel bruin aan de bovenkant. Schakel bij het bereiden van derge­lijke gerechten de functie "Snel op­warmen" uit.
U kunt "Snel opwarmen" voor het des­betreffende bereidingsproces uitscha­kelen via het menupunt "Opwarmfase".
-
-
Menupunt "Opwarmfase"
Snel
(fabrieksinstelling) Het verwarmingselement voor boven warmte/de grill, het ringverwarmingselement en de venti lator worden gelijktijdig ingescha keld, zodat de oven zo snel mogelijk de gewenste temperatuur bereikt.
Normaal
Alleen de verwarmingselementen die bij de ovenfunctie horen, worden in geschakeld (zie rubriek "Overzicht van de ovenfuncties").
Ga als volgt te werk als u de functie "Snel opwarmen" wilt uitschakelen:
^ Kies "Wijzigen".
^ Kies "Opwarmfase".
^ Kies "Normaal".
^ Kies "OK".
^ Raak vervolgens "OK" aan als u de
reële temperatuur wilt zien en de temperatuurwijziging wilt volgen.
-
-
-
-
56
In plaats van "Snel opwarmen" ver schijnt "Opwarmen".
-
Page 57
Geavanceerde bediening
Ovenruimte voorverwarmen
Het voorverwarmen van de ovenruimte is slechts bij weinig bereidingen nodig.
U kunt de meeste gerechten in de kou de ovenruimte plaatsen om ook de warmte tijdens de opwarmfase te be nutten.
Bij de volgende bereidingen moet u de ovenruimte voorverwarmen:
Hetelucht Plus U
donker brooddeeg,
rosbief en filet.
Boven-onderwarmte V
– taart/cake en gebak met een korte
baktijd (tot ca. 30 minuten), – delicaat deeg (bijv. biscuit), – donker brooddeeg, – rosbief en filet.
^ Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
^ Schakel bij pizza en delicaat deeg
zoals biscuit of klein gebak de functie "Snel opwarmen" uit tijdens het voor verwarmen.
^
Wacht totdat de opwarmfase afge rond is.
-
-
Crisp function gebruiken (vochtigheid verminderen)
Deze functie is interessant om vochtige gerechten te bereiden die knapperig
­moeten zijn aan de buitenkant (bijv.
diepvriesfrieten of -kroketten, of korstgebraad).
Ook voor taarten met vochtige garnering (bijv. pruimen- of appeltaarten) is deze functie geschikt.
"Crisp function" kan bij elke ovenfunc tie worden gebruikt. Deze functie moet voor elk bereidingsproces af zonderlijk worden geactiveerd. De functie werkt het best als u deze aan het begin van een bereidings­proces activeert.
U hebt het gerecht in de ovenruimte geplaatst, een ovenfunctie gekozen en een temperatuur ingesteld.
^ Kies "Wijzigen".
^
-
Blader in de keuzelijst totdat "Crisp function" verschijnt.
^
Kies "Crisp function".
^
Kies "Aan".
-
-
Zodra de ingestelde temperatuur be reikt is, weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
^
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
-
^
Kies "OK".
Het verminderen van de vochtigheid is geactiveerd.
57
Page 58
Geavanceerde bediening
Bereidingstijd instellen
U hebt het gerecht in de ovenruimte geplaatst, een ovenfunctie gekozen en een temperatuur ingesteld.
Door "Bereidingstijd", "Klaar om" of "Start om" in te stellen, kunt u berei dingsprocessen automatisch in- en uit schakelen.
Bereidingstijd
U voert de tijd in die nodig is voor de bereiding van het gerecht. Wanneer die tijd verstreken is, wordt de ovenverwarming automatisch uit geschakeld. De maximale bereidingstijd die u kunt invoeren, is 12:00 uur.
Er kan geen bereidingstijd worden ingevoerd wanneer de spijzenther­mometer wordt gebruikt. In dat geval is de bereidingstijd afhankelijk van wanneer de kerntemperatuur wordt bereikt.
-
Start om
U legt het tijdstip vast waarop een bereidingsproces moet starten. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch ingeschakeld.
"Start om" kan alleen in combinatie
-
-
met "Bereidingstijd" of "Klaar om" worden gebruikt, tenzij de spijzen thermometer wordt gebruikt.
-
– Klaar om
U legt het tijdstip vast waarop een bereidingsproces afgerond moet zijn. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch uitgescha keld.
"Klaar om" kan niet worden inge voerd wanneer de spijzenthermome ter wordt gebruikt. In dat geval is het einde van het bereidingsproces af hankelijk van wanneer de kerntem peratuur wordt bereikt.
58
-
-
-
-
-
Page 59
Geavanceerde bediening
Bereidingsproces automatisch uitschakelen
Voorbeeld: Het is 11.45 uur. Uw gerecht moet 30 minuten in de oven en u wilt dat het klaar is om 12.15 uur.
U kunt "Bereidingstijd" kiezen en 0:30 u instellen of u kunt "Klaar om" kiezen en 12:15 uur instellen.
Na het verstrijken van deze duur of zo dra het zo laat is, wordt het bereidings proces uitgeschakeld.
"Bereidingstijd" instellen
^ Kies "Wijzigen".
^ Kies "Bereidingstijd".
^ Stel met het cijferblok de bereidings-
tijd in (3-0).
^ Kies "OK".
"Klaar om" instellen
^
Kies "Wijzigen".
^
Kies "Klaar om".
^
Stel met het cijferblok de tijd in waar op het gerecht klaar moet zijn (1-2-1-
5).
^
Kies "OK".
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
Vooral voor het braden is automa tisch in- en uitschakelen ideaal. Als u een taart/cake of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang vooraf programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de wer king van het rijsmiddel kan afnemen.
-
Om een bereidingsproces automa
-
tisch in en uit te schakelen,kuntuop verschillende manieren de tijden instel len:
– "Bereidingstijd" en "Klaar om"
– "Bereidingstijd" en "Start om"
– "Klaar om" en "Start om"
Voorbeeld: Het is 11.30 uur. Uw gerecht moet 30 minuten in de oven en u wilt dat het klaar is om 12.30 uur .
^ Kies "Wijzigen".
^
Kies "Bereidingstijd" en stel 0:30 u in.
^
Kies "Klaar om" en stel 12:30 uur in.
­"Start om" wordt automatisch berekend. Op het display verschijnt "Start om 12:00".
Op dat tijdstip wordt het bereidingspro ces automatisch ingeschakeld.
-
-
-
-
-
59
Page 60
Geavanceerde bediening
Verloop van een bereidingsproces dat automatisch wordt in- en uitgeschakeld
Tot aan de start worden de ovenfunc
tie, de gekozen temperatuur, "Start om" en de starttijd weergegeven.
Na de start kunt u de opwarmfase vol gen totdat de gekozen temperatuur be reikt is.
Zodra die temperatuur bereikt is, weer klinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie ru briek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
Na de opwarmfase verschijnt de reste­rende bereidingstijd (resttijd).
U kunt het aftellen van de bereidingstijd volgen. De laatste minuut wordt in se­conden afgeteld.
Na afloop van het bereidingsproces
weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie ru­briek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
-
-
-
Ingevoerde bereidingstijden wijzigen
Kies "Wijzigen".
^
Alle menupunten die kunnen worden gewijzigd, verschijnen.
Kies de gewenste tijd.
^
Stel met het cijferblok de tijd in.
^
­Kies "OK".
^
Als de stroom uitvalt, worden de in
­stellingen gewist.
Bereidingsproces afbreken
^ Raak # aan.
^ Wanneer "Bereiding afbreken?" ver-
schijnt, kiest u "Ja".
De ovenverwarming en de verlichting worden uitgeschakeld. De ingevoerde bereidingstijden worden gewist.
-
De ovenverwarming en de verlichting worden uitgeschakeld. "Proces afge rond" verschijnt.
U kunt uw instellingen als eigen pro gramma opslaan (zie rubriek "Eigen programma's") of het bereidingsproces verlengen via "Wijzigen". Wanneer u # aanraakt, verschijnt het hoofdmenu.
Tijdens de afkoelfase blijft de koelven tilator ingeschakeld.
60
-
-
-
Page 61
Profi d
Uw oven is uitgerust met een verdam pingssysteem voor bereidingsproces sen met vochtregeling. Bij het bakken, braden of bereiden met de ovenfunctie "Profi" d garanderen de optimale stoomtoevoer en luchtcirculatie een ge lijkmatige gaarheid en bruining.
Nadat u de ovenfunctie "Profi" d hebt gekozen, stelt u de temperatuur in en legt u het aantal stoomstoten vast.
U hebt de keuze uit:
Automatische stoomstoot
Zet de hoeveelheid water voor 1 stoomstoot klaar. De oven activeert de stoomstoot automatisch na de op­warmfase.
– 1 stoomstoot
2 stoomstoten 3 stoomstoten Zet de hoeveelheid water klaar die nodig is voor het aantal stoomstoten. U activeert de stoomstoten zelf.
Het verse leidingwater wordt door het verdampingssysteem opgezogen via het aanzuigbuisje, dat u links onder het bedieningspaneel vindt.
,
Als u andere vloeistoffen dan water gebruikt, zal de oven bescha digd raken. Gebruik alleen leidingwater voor be reidingsprocessen met vochtregeling.
-
-
-
Het water wordt tijdens het bereidings proces als stoom in de ovenruimte ver spreid. De openingen voor de stoomtoevoer bevinden zich in de linkerbovenhoek achteraan in de ovenruimte.
-
Een stoomstoot duurt ca. 5-8 minuten.
Het aantal stoomstoten en het tijdstip ervan baseert u op basis van het ge recht:
Gistdeeg rijst beter met een
stoomstoot aan het begin van het be reidingsproces.
Brood en broodjes rijzen beter met
een stoomstoot aan het begin van het bereidingsproces. De korst krijgt een mooie glans als er op het einde van het bereidingsproces nog een stoomstoot is.
– Bij het braden van vetrijk vlees
zorgt een stoomstoot aan het begin van het braadproces ervoor dat het vet beter uitbraadt.
Bereiden met vochtregeling is niet ge schikt voor deegsoorten die zeer veel vocht bevatten (bijv. meringue). Hier moet tijdens het bakken een droogpro ces plaatsvinden.
-
-
-
-
-
-
-
61
Page 62
Profi d
Verloop van een bereidings
-
proces bij gebruik van de ovenfunctie Profi d
Het is normaal dat tijdens een stoomstoot vochtigheid neerslaat op de binnenste glasplaat van de deur. Deze neerslag verdampt tijdens het bereidingsproces.
Bereid het gerecht voor en plaats het
^
in de ovenruimte.
Kies "Ovenfuncties".
^
^ Kies de ovenfunctie "Profi" d.
De voorgeprogrammeerde temperatuur (160 °C) verschijnt.
De ovenverwarming, de verlichting en de koelventilator worden ingeschakeld.
Temperatuur instellen
Stel met het cijferblok de gewenste
^
temperatuur in.
Kies "OK".
^
Aantal stoomstoten instellen
Tip: Gebruik de receptvoorbeelden als
leidraad.
Ga als volgt te werk wanneer u wilt dat de oven automatisch een stoomstoot activeert na de opwarmfase:
Kies "Automatische stoomstoot".
^
Ga als volgt te werk wanneer u één of meerdere stoomstoten op bepaalde tijdstippen wilt activeren:
^ Kies "1 stoomstoot", "2 stoomstoten"
of "3 stoomstoten".
62
Page 63
Profi d
Tijdstip van de stoomstoten:
Dit keuzescherm verschijnt alleen wanneer u 1, 2 of 3 stoomstoten hebt gekozen.
Tip: Als u meer dan één stoomstoot kiest, moet de 2e stoomstoot minstens 10 minuten na de start van het berei dingsproces worden geactiveerd.
Stoomstoot handmatig
Ga als volgt te werk als u de stoomstoten zelf wilt activeren:
^ Kies "Stoomstoot handmatig".
Stel een kookwekkertijd N in om u te herinneren aan het tijdstip.
– Stoomstoot tijdgestuurd
Ga als volgt te werk als u het tijdstip voor elke stoomstoot wilt instellen:
^ Kies "Stoomstoot tijdgestuurd".
^ Stel met het cijferblok het gewenste
tijdstip voor elke stoomstoot in. De oven activeert de desbetreffende stoomstoot na het verstrijken van de ingestelde tijd. Het aftellen van de tijd begint na de start van het bereidings proces.
^
Kies "OK".
De instructie voor het opzuigproces verschijnt.
-
Water klaarzetten en opzuigproces starten
Vul een recipiënt met de gevraagde
^
hoeveelheid leidingwater.
Open de deur.
^
Klap het aanzuigbuisje uit, dat u links
^
onder het bedieningspaneel vindt.
^ Doe het aanzuigbuisje in de recipiënt
met leidingwater.
^
Kies "OK".
Het opzuigproces start.
-
De daadwerkelijke opgezogen hoeveel heid leidingwater kan kleiner zijn dan de gevraagde hoeveelheid, waardoor er wat in de recipiënt overblijft.
U kunt het opzuigproces op elk ge wenst moment onderbreken en weer voortzetten door "Stop" of "Start" te kiezen.
-
-
63
Page 64
Profi d
Verwijder de recipiënt na afloop van
^
het opzuigproces.
Bevestig de melding dat het opzui
^
gen voltooid is met "OK".
Sluit de deur.
^
Er is nog een kort pompgeluid te horen. Dat geeft aan dat het resterende water in het aanzuigbuisje wordt opgezogen.
De ovenverwarming en de koelventila tor worden ingeschakeld. De gekozen en reële temperatuur verschijnen.
U kunt het stijgen van de temperatuur volgen. Zodra de gekozen temperatuur bereikt is, weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
Wanneer u "Stoomstoot tijdgestuurd" hebt gekozen, verschijnt na de op­warmfase het tijdstip waarop de vol­gende stoomstoot wordt geactiveerd. U kunt die tijd voorafgaand aan het activeren verschuiven via het menu punt "Wijzigen".
-
-
-
Functie wijzigen
De ovenfunctie "Profi" d combineert standaard de ovenfunctie "Hetelucht Plus" met vochtregeling.
U kunt de vochtregeling combineren met een andere ovenfunctie:
Boven-onderwarmte
Intensief bakken
Braadautomaat
Kies "Wijzigen".
^
Blader in de keuzelijst totdat "Oven
^
functie" verschijnt.
^ Kies de gewenste ovenfunctie.
^ Kies "OK".
Het bereidingsproces wordt voortgezet met de gewijzigde ovenfunctie.
-
64
Page 65
Profi d
Waterdamp kan brandwonden veroorzaken. Terwijl de stoomstoten bezig zijn, mag u niet de deur openen. Bovendien zou er waterdamp neerslaan op de sensortoetsen, waardoor deze minder snel zouden reageren.
Automatische stoomstoot
Na de opwarmfase wordt de stoomstoot automatisch geactiveerd.
Het water verdampt in de ovenruimte. Terwijl een stoomstoot bezig is, wordt op het display * weergegeven.
Na afloop van de stoomstoot dooft * op het display.
^ Laat het gerecht garen totdat het
klaar is.
1, 2 of 3 stoomstoten
Stoomstoot handmatig
Wanneer u "Stoomstoot handmatig" hebt gekozen, kunt u de stoomstoten activeren zodra de sensortoets * op licht.
Wacht totdat de opwarmfase afge rond is, zodat de waterdamp zich gelijkmatig verdeelt in de opgewarmde lucht in de ovenruimte.
Voor het tijdstip van de stoomstoten baseert u zich op het recept.
Tip: Stel een kookwekkertijd N in om u te herinneren aan het tijdstip.
^ Raak * aan.
De stoomstoot wordt geactiveerd, de toetsverlichting gaat uit en * verschijnt op het display.
^
Ga op dezelfde manier te werk als u meer stoomstoten wilt activeren.
-
-
Na afloop van een stoomstoot dooft * op het display.
^
Laat het gerecht garen totdat het klaar is.
Stoomstoot tijdgestuurd
De oven activeert de desbetreffende stoomstoot na het verstrijken van de in gestelde tijd.
-
65
Page 66
Profi d
Restwaterverdamping
Bij een bereidingsproces met vochtregeling dat zonder onderbreking verloopt, is er achteraf geen resterend water in het systeem. Het water wordt volledig verdeeld over het aantal stoomstoten.
Als een bereidingsproces met vochtregeling handmatig of door een stroomonderbreking wordt onderbro ken, is er water in het verdampingssys teem dat nog niet verdampt is.
De volgende keer dat u de ovenfunctie "Profi" d of een automatisch program­ma met vochtregeling gebruikt, ver­schijnt "Restwater verdampen?" met de opties "Overslaan" en "Ja".
Start de restwaterverdamping indien mogelijk meteen, zodat bij het vol­gende bereidingsproces uitsluitend vers water wordt gebruikt voor de stoomtoevoer.
-
Restwaterverdamping meteen uitvoeren
Waterdamp kan brandwonden ver oorzaken. Terwijl de restwaterverdamping be zig is, mag u niet de deur openen.
Kies de ovenfunctie "Profi" d of een
^
automatisch programma met vochtregeling.
­"Restwater verdampen?" verschijnt.
Kies "Ja".
^
"Restwater verdampen" en een tijdsaan­duiding verschijnen.
De restwaterverdamping start. U kunt het verloop volgen.
De weergegeven tijd is afhankelijk van de hoeveelheid water die zich in het verdampingssysteem bevindt. Afhanke­lijk van de daadwerkelijk aanwezige hoeveelheid water wordt de tijd moge­lijk gecorrigeerd tijdens de restwaterverdamping.
-
-
66
Page 67
Profi d
Na afloop van de restwaterverdamping verschijnt de melding "Proces afge rond".
Raak # aan.
^
U kunt nu een bereidingsproces met de ovenfunctie "Profi" d of een automa tisch programma met vochtregeling uit voeren.
Tijdens de restwaterverdamping slaat vochtigheid neer in de ovenruimte en op de deur. Verwijder deze vochtigheid in elk ge val nadat de ovenruimte afgekoeld is.
-
-
-
Restwaterverdamping overslaan
De restwaterverdamping mag u
,
niet overslaan of afbreken, indien mogelijk. Het verdampingssysteem kan in het slechtste geval immers overlopen in de ovenruimte wanneer
-
er opnieuw water wordt opgezogen.
Kies de ovenfunctie "Profi" d of een
^
automatisch programma met vochtregeling.
"Restwater verdampen?" verschijnt.
Kies "Overslaan".
^
U kunt nu een bereidingsproces met de ovenfunctie "Profi" d of een automa­tisch programma met vochtregeling uit­voeren.
De volgende keer dat u de ovenfunctie "Profi" d of een automatisch program­ma met vochtregeling gebruikt en ook bij het uitschakelen van de oven wordt u opnieuw gevraagd of u de restwaterverdamping wilt uitvoeren.
67
Page 68
Automatische programma's
Uw oven beschikt over talrijke auto matische programma's, waarmee u telkens weer gemakkelijk optimale bereidingsresultaten bereikt voor een waaier aan gerechten. Kies gewoon het programma dat past bij het gerecht dat u wilt berei den en volg de instructies op het dis play.
De automatische programma's roept u op via het menupunt "Autom.program ma's".
Overzicht van de gerechtcategorieën
-
-
-
-
Automatische programma's gebruiken
Kies "Autom.programma's".
^
De keuzelijst met de gerechtcategorieën verschijnt.
Kies de gewenste gerechtcategorie.
^
De beschikbare automatische program ma's verschijnen.
Kies het gewenste automatische pro
^
gramma.
De afzonderlijke stappen tot de start van een automatisch programma wor den overzichtelijk weergegeven op het display.
-
-
-
– Taart/cake
– Gebak
– Pizza, quiche en dergelijke
– Vlees
– Wild
Gevogelte
Vis
Ovenschotels - gratins (Ovenscho tels en gratins)
Diepvriesgerechten
Dessert
Afhankelijk van het programma worden instructies weergegeven over
– de braad- of bakvorm,
– het niveau,
– het gebruik van de spijzenthermome-
ter,
de benodigde hoeveelheid water bij automatische programma's met
-
vochtregeling,
de bereidingstijd.
^
Volg de instructies op het display.
In het receptenboekje "Bakken – Braden – Profi" vindt u een waaier aan recepten voor de automatische programma's.
68
Page 69
Opmerkingen omtrent het gebruik
De meegeleverde recepten zullen u
helpen bij het gebruik van de auto matische programma's. Met de programma's kunt u ook gelijkaardige recepten met afwij kende hoeveelheden bereiden.
Laat de ovenruimte na een berei
dingsproces eerst tot op kamertem peratuur afkoelen voor u een auto matisch programma start.
De bereidingstijd die wordt vermeld
voor een automatisch programma, is een geschatte tijdsaanduiding. Af­hankelijk van het verloop van het be­reidingsproces wordt de bereidings­tijd mogelijk korter of langer. Als de spijzenthermometer wordt gebruikt, hangt de bereidingsduur af van wan­neer de kerntemperatuur wordt be­reikt. Mogelijk wijzigt de tijd in dat geval als het vlees al een bepaalde temperatuur heeft.
Automatische programma's
-
-
-
-
-
Bij sommige programma's moet u tijdens het bereidingsproces vocht toevoegen. Op het display wordt u daaraan herinnerd via een melding met een tijdsaanduiding (bijv. "Voeg ... vocht toe om ...").
Bij sommige programma's moet u wachten totdat de oven voorver warmd is voordat u het gerecht in de ovenruimte plaatst. In dat geval wordt op het display een melding met een tijdsaanduiding weergege ven.
-
-
69
Page 70
Eigen programma's
U kunt tot 20 eigen programma's sa menstellen en opslaan.
U kunt tot 10 bereidingsstappen
combineren om het verloop van lievelingsrecepten of vaak gebruikte recepten nauwkeurig te beschrijven. Daarbij kiest u voor elke bereidingsstap de ovenfunctie, de temperatuur en de bereidingstijd of kerntemperatuur.
U kunt het niveau of de niveaus voor
het gerecht programmeren.
U kunt het programma opslaan on
der een zelfgekozen programma­naam (bijv. de naam van het desbe­treffende recept).
Wanneer u uw programma opnieuw op­roept en start, verloopt het automatisch.
Andere mogelijkheden voor het instel­len van eigen programma's:
– Bevestig "Opslaan" na afloop van
een automatisch programma.
Bevestig "Opslaan" na afloop van een bereidingsproces waarvoor u een bereidingstijd had ingesteld.
Vervolgens voert u een programma naam in.
-
-
-
Eigen programma's samenstellen
Kies "Eigen programma's".
^
Het eerste eigen programma instel len:
Hebt u nog geen eigen programma sa mengesteld, dan verschijnt "Progr. sa menstellen".
Kies "OK".
^
Extra eigen programma's samenstel len:
Hebt u al eigen programma's samenge steld, dan verschijnen de programma­namen en daaronder "Programma be­werken".
^ Kies "Programma bewerken".
^ Kies "Progr. samenstellen".
U kunt nu de instellingen voor de 1e bereidingsstap vastleggen. Volg de instructies op het display:
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
Stel de gewenste temperatuur in en kies "OK".
^
Stel de gewenste bereidingstijd in. Bij sommige ovenfuncties kunt u in plaats van de bereidingstijd de kern temperatuur instellen.
-
-
-
-
-
-
70
^
Kies "OK".
Alle instellingen voor de 1e bereidingsstap zijn vastgelegd.
Page 71
Eigen programma's
U kunt extra bereidingsstappen toevoe gen, bijv. wanneer na afloop van het proces met de eerste ovenfunctie nog andere ovenfuncties moeten worden gebruikt.
Wanneer er extra bereidingsstappen vereist zijn:
Kies "Bereidingsstap toevoegen" en
^
ga te werk zoals beschreven voor de 1e bereidingsstap.
Zodra u alle vereiste bereidingsstappen hebt vastgelegd:
Kies "Programma afsluiten".
^
Vervolgens legt u het niveau of de ni­veaus voor uw gerecht vast:
^ Kies en bevestig het gewenste ni-
veau of de gewenste niveaus.
Op het display verschijnt een samenvatting van uw instellingen.
^ Controleer de instellingen en kies
"Overnemen".
Kies "Opslaan".
^
-
Vervolgens voert u de programmanaam in. Naast het alfabet vindt u de vol gende symbolen:
Sym
bool
ABC Alfabet in hoofdletters
abc Alfabet in kleine letters
123
Raak de sensortoetsen naast de
^
symbolen aan totdat het gewenste te­ken geselecteerd is.
^ Kies "Kiezen".
Het gekozen teken verschijnt op de bo­venste regel.
Als u verkeerde tekens hebt inge­voerd, kunt u deze één voor één wis­sen met "Wissen" of #.
Betekenis
-
Spatie
Cijfers van 0 tot 9 en koppelteken -
-
Als u uw programma wilt wijzigen, kiest u "Wijzigen". U kunt de afzon derlijke bereidingsstappen wijzigen of u kunt bereidingsstappen toevoe gen.
U kunt uw eigen programma nu op slaan of wijzigen. U kunt het meteen starten of u kunt een tijdstip instellen waarop het programma automatisch moet worden in- of uitgeschakeld.
Er zijn maximaal 12 tekens beschik
-
-
-
baar.
^
Kies de overige tekens.
^
Wanneer u de programmanaam hebt ingevoerd, kiest u "Opslaan".
Op het display verschijnt de bevesti ging dat uw programmanaam opgesla gen is.
^
Kies "OK".
-
-
-
71
Page 72
Eigen programma's
Eigen programma's starten
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
Kies "Eigen programma's".
^
Op het display verschijnen de program manamen en daaronder "Programma bewerken".
Kies het gewenste programma.
^
Op het display verschijnt een keuzelijst:
Meteen starten
Het programma wordt meteen ge start. De ovenverwarming wordt met een ingeschakeld.
– Later starten
Verschijnt alleen wanneer u de spij­zenthermometer gebruikt. U legt het tijdstip vast waarop het programma moet starten. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch in­geschakeld.
– Start om
U legt het tijdstip vast waarop het programma moet starten. De oven verwarming wordt op dat tijdstip au tomatisch ingeschakeld.
Klaar om U legt het tijdstip vast waarop het programma moet afgerond zijn. De ovenverwarming wordt op dat tijdstip automatisch uitgeschakeld.
Het punt "Bereidingsstapp. wijzigen" wordt beschreven in de rubriek "Ei gen programma's wijzigen".
-
-
-
-
Kies het gewenste punt.
^
Bevestig de melding over het in
^
schuifniveau van het gerecht met "OK".
­Afhankelijk van het gekozen start- of
eindtijdstip wordt het programma ge start.
Eigen programma's wijzigen
Bereidingsstappen wijzigen
-
De bereidingsstappen van automa tische programma's die u onder een zelfgekozen naam hebt opgeslagen, kunnen niet worden gewijzigd.
^ Kies "Eigen programma's".
Op het display verschijnen de program­manamen en daaronder "Programma bewerken".
^ Kies het gewenste programma.
^ Kies "Bereidingsstapp. wijzigen".
U kunt de vastgelegde instellingen per bereidingsstap wijzigen of extra bereidingsstappen toevoegen.
^
Kies de gewenste bereidingsstap of "Bereidingsstap toevoegen".
^
Wijzig het programma naar wens (zie rubriek "Eigen programma's samen stellen").
-
-
-
-
72
Page 73
Eigen programma's
Controleer de instellingen en kies
^
"Overnemen".
Kies "Opslaan".
^
Wijzig indien nodig de naam (zie ru
^
briek "Eigen programma's samenstel len") en kies "Opslaan".
De gewijzigde bereidingsstappen in uw programma worden opgeslagen.
Naam wijzigen
Kies "Eigen programma's".
^
Op het display verschijnen de program manamen en daaronder "Programma bewerken".
^ Kies "Programma bewerken".
^ Kies "Programma wijzigen".
^ Kies het gewenste programma.
^ Kies "Naam wijzigen".
^ Voer de nieuwe naam in (zie rubriek
"Eigen programma's samenstellen").
-
Eigen programma's wissen
Kies "Eigen programma's".
^
Op het display verschijnen de program manamen en daaronder "Programma bewerken".
-
Kies "Programma bewerken".
^
Kies "Programma wissen".
^
Kies het gewenste programma.
^
Bevestig de vraag of het programma
^
moet worden gewist met "Ja".
Het programma wordt gewist.
-
U kunt ook alle eigen programma's tegelijk wissen (zie rubriek "Instel­lingen – Fabrieksinstellingen – Eigen programma's").
-
^
Wanneer u de nieuwe naam hebt in gevoerd, kiest u "Opslaan".
Op het display verschijnt de bevesti ging dat uw programmanaam opgesla gen is.
^
Kies "OK".
De gewijzigde naam voor uw program ma wordt opgeslagen.
-
-
-
-
73
Page 74
Bakken
Als u behoedzaam omgaat met le vensmiddelen, komt dat uw gezond heid ten goede. Taart, pizza, frieten en dergelijke mogen slechts goudgeel worden gebakken, niet donkerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u "Hetelucht Plus" U, "Intensief bakken" O, "Profi" d of "Boven­onderwarmte" V gebruiken.
Bakvorm
Welke bakvorm u het best kiest, is af­hankelijk van de ovenfunctie en de be­reiding.
– Hetelucht Plus U, Intensief bak -
ken O, Profi d: bakplaat, universele bakplaat, bak­vormen van om het even welk ovenbestendig materiaal.
Boven-onderwarmte V: matte en donkere bakvormen van onvertind blik, donker email, donker gemaakt vertind blik of mat alumini um; hittebestendige glazen bak vormen; bakvormen met een antiaanbaklaag. Vermijd lichtgekleurde bakvormen van glanzend materiaal. Daarmee wordt het gerecht in de bakvorm on gelijkmatig of nauwelijks bruin, en onder ongunstige omstandigheden wordt het gerecht ook niet gaar.
-
-
Plaats bakvormen altijd op de roos
ter.
-
-
-
Rechthoekige of langwerpige bak vormen plaatst u het best dwars op de rooster. Zo zorgt u voor een opti male warmteverdeling in de bakvorm en bereikt u een gelijkmatig bakre sultaat.
Bak fruittaarten/-cakes en hoge
plaatkoeken op de universele bak plaat.
Bakpapier, invetten
Al het toebehoren van Miele, zoals de bakplaat, de universele bakplaat, de bakplaat met gaatjes of de ronde bak­vorm, zijn veredeld met PerfectClean.
Doorgaans hoeven met PerfectClean veredelde oppervlakken niet te worden ingevet en hoeft u er geen bakpapier op te leggen.
Bakpapier is alleen vereist bij
– zout gebak, omdat de natronloog die
tijdens de deegbereiding wordt ge bruikt, het met PerfectClean vere delde oppervlak kan beschadigen,
deeg dat wegens zijn hoge eiwitgehalte gemakkelijk vastkleeft (bijv. biscuit, schuimgebak, maka rons),
het bereiden van diepgevroren pro ducten op de rooster.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
74
Page 75
Bakken
Opmerkingen omtrent de baktabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur.
Als u hogere temperaturen kiest dan de temperatuur die wordt vermeld, verkort u weliswaar de baktijd maar het risico bestaat dan dat het gerecht zeer onge lijkmatig bruin wordt en onder bepaalde omstandigheden niet gaar is.
Baktijd +
Doorgaans controleert u het best na het verstrijken van de kortere tijd of het ge­recht al gaar is. Prik met een houten stokje in het deeg. Als er geen vochtig deeg aan het stokje blijft kleven, is het gerecht gaar.
Niveau
Het niveau waarop u het gerecht in de oven plaatst, kiest u op basis van de ovenfunctie en het aantal bakplaten.
Hetelucht Plus U
1 bakplaat: niveau 2 2 bakplaten: niveau 1+3 / 2+4 3 bakplaten: niveau 1+3+5
Wanneer u de universele bakplaat en
­de bakplaat tegelijkertijd op verschil
lende niveaus gebruikt om te bak ken, moet u de universele bakplaat op een lager niveau dan de bakplaat plaatsen.
Bak vochtig gebak en vochtige taart/ cake maximaal op twee niveaus te­gelijkertijd.
– Profi d
1 bakplaat: niveau 2
– Intensief bakken O
1 bakplaat: niveau 1 of 2
-
-
– Boven-onderwarmte V
1 bakplaat: niveau 1 of 2
75
Page 76
Bakken
Baktabel
Taart/cake/gebak
6
[°C]
U
+
[min]
Roerdeeg
Zandtaart 150–170 2 60–70 Tulbandcake 150–170 2 65–80
4)
Muffins (1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+3 Kleine cakes (1 bakplaat) Kleine cakes (2 bakplaten)
1) 2)
1) 2)
150 2 25–40
3)
150
] 30–50
2+4 25–40
Cake (bakplaat) 150–170 2 25–40 Marmercake, notentaart (bakvorm) 150–170 2 60–80 Vruchtentaart met baiser/glazuur (bakplaat) 150–170 2 45–50 Vruchtentaart (bakplaat) 150–170 2 35–55 Vruchtentaart (bakvorm) 150–170 2 55–65 Taartbodem
1)
Klein gebak/koekjes
1)
(1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+34)] 20–25
150–170 2 25–35
Kneeddeeg
Taartbodem 150–170 2 20–25 Kruimelkoek 150–170 2 45–55
1)
Klein gebak Zandkoekjes
(1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+34)] 15–25
1) 2)
(1 [2] bakpla(a)t(en)) 140 2 [1+34)] 30–45
Kwarktaart 150–170 2 70–95 Appeltaart (bakvorm C 20 cm) Appeltaart, afgedekt
1)
1) 2)
160 2 85–105
160–180 2 50–70 Abrikozentaart met glazuur (bakvorm) 150–170 2 55–75 Zwitserse quiche/quiche
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voor verwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
76
-
Page 77
Bakken
VO
6
[°C]
150–170 2 60–70 – 150–170 2 65–80 – 160–180 2 25–45
3)
160
–––––– 170–190 2 25–40 – 150–170 2 60–80 – 170–190 2 45–50 – 170–190 1 35–55 – 160–180 2 55–65 – 170–190 2 20–25
160–180
3)
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
3 25–35 –––
3 15–25
170–190
3)
2 15–20
170–190 2 45–55
160–180
160
3)
3)
3 15–25
2 15–33 –––
170–190 2 85–95 150–170 2 75–90
180 1 80–95 –––
170–190 1 45–65 160–180 1 50–70 170–190 2 55–75 150–170 2 50–60
220–240
3) 5)
1 35–50 190–210
3)
1 25–40
U Hetelucht Plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken
6 temperatuur / niveau / + baktijd
1) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen" uit. Kies daartoe "Wijzigen – Opwarmfase – Normaal".
2) De instellingen gelden ook voor de richtlijnen volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver
-
melde baktijd nog niet verstreken is.
5) Kies "Wijzigen – Crisp function – Aan".
77
Page 78
Bakken
Baktabel
Taart/cake/gebak
Biscuitdeeg
1)
Taartbodem (2 eieren)
Biscuit (4 tot 6 eieren)
Waterbiscuit
1)
Rol
1) 2)
6
[°C]
1)
1)
170–190 2 15–20
175–195 2 22–30
180 2 25–35
160–180 2 15–25
U
+
[min]
Gistdeeg/kwark-oliedeeg
Deeg laten rijzen 50
5)
15–30
Tulbandcake 150–170 2 50–60
Stollen 150–170 2 55–65
Kruimelkoek 150–170 2 35–45
Vruchtentaart (bakplaat) 160–180 2 40–60
Wit brood 160–180 2 50–60
3)
Volkorenbrood 170–190
Pizza (bakplaat)
1)
170–190 2 35–45
2 50–60
Uientaart 170–190 2 35–45
4)
Appelflappen (1 [2] bakpla(a)t(en)) 150–170 2 [1+3
] 25–30
Soezendeeg1), soezen (1 [2] bakpla(a)t(en)) 160–180 2 [1+34)] 30–45
4)
Bladerdeeg (1 [2] bakpla(a)t(en)) 170–190 2 [1+3
] 20–25
Meringue, makarons (1 [2] bakpla(a)t(en)) 120–140 2 [1+34)] 25–50
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een ovenruimte die niet is voor verwarmd. Bij een voorverwarmde ovenruimte zijn de tijden ca. 10 minuten korter.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
78
-
Page 79
6
[°C]
Bakken
VO
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
35
3)
3)
3)
3)
2 10–20 –––
2 20–40 –––
2 20–45 –––
2 15–20 –––
5)
15–30
170–190
170–190
150–180
170–190
160–180 1 50–60
150–170 2 55–65
170–190 2 35–45
170–190
1) 6)
3 40–55 170–190 2 40–55
160–180 2 50–60
190–210
190–210
180–200
3)
6)
6)
2 50–60
2 30–45 170–190 2 40–50
2 25–35 170–190 2 25–35
160–180 2 25–30
180–200
190–210
120–140
3)
3)
3)
3 30–40
2 20–25
2 25–50
U Hetelucht Plus / V Boven-onderwarmte / O Intensief bakken 6 temperatuur / niveau / + baktijd
1) Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel opwarmen" uit. Kies daartoe "Wijzigen – Opwarmfase – Normaal".
2) De instellingen gelden ook voor de richtlijnen volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Neem de bakplaat uit het toestel zodra het gerecht voldoende bruin is, ook als de ver
-
melde baktijd nog niet verstreken is.
5) Plaats de rooster op de bodem van de ovenruimte en plaats de recipiënt op de rooster.
6) Kies "Wijzigen – Crisp function – Aan".
79
Page 80
Braden
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding, kunt u "He telucht Plus" U, "Profi" d, "Braadauto maat" [, "Boven-onderwarmte" V of automatische programma's gebruiken.
Kookgerei
U kunt om het even welk ovenbestendig kookgerei gebruiken:
braadpan, braadpot, hittebestendige glazen vorm, braadzakken, römertopf, universele bakplaat, universele bak plaat met daarop de rooster en/of de grill- en braadplaat (indien voor­handen).
Wij raden aan te braden in de braad­pan, zodat er voldoende braadfond overblijft om een saus te bereiden. Bovendien blijft de ovenruimte zo scho­ner dan wanneer u op de rooster braadt.
-
Opmerkingen omtrent de braadtabel
-
-
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Als u hogere temperaturen kiest dan de temperatuur die wordt vermeld, wordt het vlees wel bruin maar niet gaar.
Kies bij "Hetelucht Plus" U, "Profi" d of "Braadautomaat" [ een ca. 20 °C lagere temperatuur dan bij "Boven­onderwarmte" V.
Kies bij stukken vlees die meer dan 3 kg wegen, een temperatuur die ca. 10 °C lager is dan de temperatuur die wordt vermeld in de braadtabel. Daardoor duurt het braadproces wat langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en krijgt geen te dikke korst.
Wanneer u braadt op de rooster, kiest u een temperatuur die 10 °C lager ligt dan wanneer u braadt in de braadpan.
80
Voorverwarmen
Voorverwarmen is doorgaans niet no dig. Het is alleen vereist bij het berei den van rosbief en filets.
-
-
Page 81
Braden
Braadtijd +
U kunt de braadtijd bepalen door de hoogte van het gebraad [cm] te verme nigvuldigen met de tijd per cm hoogte [min/cm] voor het desbetreffende soort vlees:
rund/wild: .............15-18 min/cm
varken/kalf/lam: ........12-15 min/cm
rosbief/filet: ............8-10 min/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de braad tijd per kg met ca. 20 minuten toe. Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien.
Doorgaans controleert u het best na het verstrijken van de kortere tijd of het ge­recht al gaar is.
Niveau
Doorgaans gebruikt u het best het ni­veau 2.
Tips
Bruining
­Het vlees wordt pas aan het einde van de braadtijd bruin. Het vlees wordt ex tra bruin als u na het verstrijken van on geveer de helft van de braadtijd het deksel van het kookgerei verwijdert.
Even laten staan
Na afloop van het braadproces neemt u
­het vlees uit de ovenruimte, wikkelt u
het in aluminiumfolie en laat u het ca. 10 minuten staan. Zo loopt er bij het aansnijden minder vleessap uit.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de braadtijd met licht gezouten wa­ter bestrijkt.
-
-
81
Page 82
Braden
Spijzenthermometer
Met de spijzenthermometer kunt u de temperatuur tijdens een bereidingspro ces nauwkeurig controleren.
Hoe werkt de spijzenthermometer?
De metalen punt van de spijzenthermo meter wordt in het gerecht gestoken. De punt bevat een temperatuursensor. Deze meet tijdens het bereidingspro ces de zogenaamde kerntemperatuur binnen in het gerecht. Aan de hand van
­de stijging van de kerntemperatuur
controleert u of het gerecht gaar ge noeg is. Afhankelijk van of u een gebraad medi um of doorbakken wilt, stelt u een lage re of hogere kerntemperatuur in.
De kerntemperatuur kan op een waarde tot 99 °C worden ingesteld. In de braadtabel in de rubriek "Garen op lage temperatuur" vindt u informatie over ge­rechten en de bijhorende kerntemperaturen.
De tijd voor braden met temperatuur­controle is vergelijkbaar met deze bij een tijdsafhankelijk braadproces.
-
-
-
-
-
82
Page 83
Braden
Gebruiksmogelijkheden
Behalve voor de automatische pro gramma's, speciale toepassingen en eigen programma's kunt u de spijzen thermometer ook gebruiken voor de volgende ovenfuncties:
Braadautomaat [
Hetelucht Plus U
Intensief bakken O
Boven-onderwarmte V
Profi d
– Circulatiegrill \
-
Belangrijke opmerkingen omtrent het gebruik
Neem de volgende opmerkingen in
-
acht:
U kunt het vlees in een pan leggen of
op de rooster met daaronder de uni versele bakplaat.
De metalen punt van de spijzenther
mometer moet volledig in het gerecht gestoken zijn, ongeveer tot aan de kern van het gerecht.
Bij gevogelte steekt u de metalen
punt het best in de dikste plaats van de borst. Om de dikste plaats te vinden, drukt u met uw duim en wijs­vinger op de borst.
– De metalen punt mag niet in aanra-
king komen met been en mag niet in een plaats met veel vet worden ge­stoken. Het is mogelijk dat de spij­zenthermometer in dat geval vroegtijdig wordt uitgeschakeld ten gevolge van vetweefsels en been.
-
-
Kies bij sterk gemarmerd, doorregen vlees de hogere waarde van het kerntemperatuurbereik uit de braad tabel.
Wanneer u een braadzak of alumini umfolie gebruikt, steekt u de spijzen thermometer door de folie heen in het gerecht, tot aan de kern van het gerecht. U kunt de thermometer ook samen met het vlees in de folie doen. Hou daarbij ook rekening met de in structies van de producent van de folie.
-
-
-
-
83
Page 84
Braden
Spijzenthermometer gebruiken
Steek de metalen punt van de spij
^
zenthermometer volledig in het ge recht.
Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^
^ Steek de stekker van de spijzenther-
mometer in de aansluitbus en zorg ervoor dat deze goed vastzit.
^ Sluit de deur.
^ Kies een ovenfunctie of automatisch
programma.
-
-
U kunt het proces ook op een later tijd stip laten starten. Kies daartoe het me nupunt "Start om".
Het tijdstip voor het einde kunt u onge veer inschatten. De duur van een berei dingsproces met de spijzenthermome ter stemt immers ongeveer overeen met de duur van een bereidingsproces zon der spijzenthermometer.
"Bereidingstijd" en "Klaar om" kunt u niet invoeren, aangezien de totale tijd af hankelijk is van wanneer de kerntempe ratuur wordt bereikt.
-
-
-
-
-
-
-
-
^
Stel met het cijferblok de temperatuur in, indien nodig.
^
Stel met het cijferblok de kerntempe ratuur in, indien nodig.
Bij automatische programma's zijn de kerntemperatuurwaarden vast voor geprogrammeerd.
84
-
-
Page 85
Braden
Resttijdweergave
Na enige tijd verschijnt de geschatte resterende duur van het bereidingspro ces (resttijd).
De resttijd wordt berekend op basis van de ingestelde bereidingstempera tuur, de gekozen kerntemperatuur en het verloop van de stijging van de kern temperatuur.
De weergegeven resttijd is eerst een geschatte waarde. Doordat de resttijd tijdens het verloop van het proces steeds opnieuw wordt berekend, wordt de weergegeven tijd voortdurend ge­corrigeerd en steeds nauwkeuriger.
Alle resttijdinformatie wordt gewist wan­neer de bereidings- of kerntemperatuur wordt gewijzigd of wanneer een andere ovenfunctie wordt gekozen. Als de deur gedurende lange tijd wordt geopend, wordt de resttijd daarna op­nieuw berekend.
Overschakelen tussen de resttijdweergave en de weergave van de kerntemperatuur
Zodra de resttijd wordt weergegeven, kunt u overschakelen tussen de resttijd weergave en de weergave van de kern temperatuur.
^
Kies "Wijzigen".
^
Kies "Status".
-
Restwarmtebenutting
Kort voor het einde van het bereidings proces wordt de ovenverwarming uitge
­schakeld. De aanwezige warmte volstaat om het bereidingsproces af te ronden.
Dankzij deze automatische benutting van de resterende warmte wordt ener
­gie bespaard.
Op het display wordt deze energiebe sparende functie aangegeven via "Energiebesparende fase". De gemeten kerntemperatuur verschijnt dan niet meer.
De koelventilator en, afhankelijk van de ovenfunctie, ook de heteluchtventilator blijven ingeschakeld.
Wanneer de ingestelde kerntempera­tuur bereikt is,
– verschijnt "Proces afgerond" op het
display,
weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie rubriek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
-
­Als het vlees nog niet naar wens gaar
is, steekt u de spijzenthermometer op een andere plaats in het gerecht en herhaalt u het proces.
-
-
-
-
^
Kies of de resttijd of de kerntempera tuur moet verschijnen op het display en bevestig door "OK" te kiezen.
-
85
Page 86
Braden
Braadtabel
Vlees/vis U / [
6
[°C]
Rundergebraad, ca. 1 kg 170–190 100–130 Runderfilet/rosbief, ca. 1 kg 200–220 45–55 Wildbraad, ca. 1 kg 140–160 100–120 Varkensgebraad/rollade, ca. 1 kg 160–180 100–120 Varkensgebraad met zwoerd, ca. 2 kg 160–180 130–160 Casselerrib, ca. 1 kg 150–170 60–80 Vleesbrood (gehakt), ca. 1 kg 160–180 60–70 Kalfsgebraad, ca. 1,5 kg 180–200 80–100 Lamsbout, ca. 1,5 kg 170–190 90–120 Lamsrug, ca. 1,5 kg 170–190 50–60 Gevogelte, 0,8–1 kg 180–200 60–70 Gevogelte, ca. 2 kg 170–190 100–120 Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 170–190 110–130 Gevogelte, ca. 4 kg 160–180 150–180 Vis, stuk, ca. 1,5 kg 160–180 35–55
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt.
+
[min]
2)
3)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
3)
De tijden gelden voor een niet-voorverwarmde ovenruimte.
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
De temperatuurgegevens gelden voor het bereiden in een onafgedekte braadpan. Verlaag de temperatuur met 10 °C als u rechtstreeks op de universele bakplaat of rechtstreeks op de rooster met de universele bakplaat braadt.
86
Page 87
Braden
1)
d
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
––190–210 110–140 200–220 45–55
140–160 100–120
160–180 110–130 170–190 130–160
160–180 60–80
170–190 60–70
170–190 90–110 170–190 90–120
4)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
150–170 100–120
180–200 100–120 190–210 130–160
170–190 80–100
190–210 60–70
190–210 100–120 200–220 90–120
––190–210 50–60 70–75
190–210 60–70 190–210 60–75 180–200 90–110 190–210 90–110 180–200 100–120 190–210 110–130 170–190 140–170 180–200 150–180 85–90 170–190 35–55 190–210 35–55 75–80
U Hetelucht Plus / [ Braadautomaat / d Profi / V Boven-onderwarmte
6 temperatuur / + braadtijd /
Doorgaans gebruikt u het best niveau 2.
1) Na de opwarmfase: Activeer de handmatige stoomstoten gespreid over de bereidingstijd.
2) Bereid het gerecht eerst met het deksel. Verwijder het deksel na het verstrijken van de helft van de tijd en voeg ca. 0,5 l vocht toe.
3) Verwarm de ovenruimte voor. Schakel tijdens de opwarmfase de functie "Snel op warmen" uit. Kies daartoe "Wijzigen – Opwarmfase – Normaal".
4) Voeg na het verstrijken van de helft van de tijd ca. 0,5 l vocht toe.
5) Gebruik niveau 3.
6) Wanneer u de spijzenthermometer gebruikt, voert u de kerntemperatuur in die hoort bij het gerecht.
7) Kies de kerntemperatuur op basis van de gewenste gaarheidsgraad: bleu: 40–45 °C, medium: 50–60 °C, doorbakken: 60–70 °C
Q kerntemperatuur voor de spijzenthermometer
V
+
[min]
6)
Q
[°C]
2)
3)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
4)
5)
5)
5)
85–95
40–70
80–90 80–90 80–90 75–80 75–80 70–80 80–85
85–90 85–95 85–95
7)
-
87
Page 88
Garen op lage temperatuur
Dit bereidingsproces is ideaal voor deli cate stukken vlees van een rund, var ken, kalf of lam die heel juist moeten worden gegaard.
Braad het stuk vlees eerst korte tijd langs alle kanten gelijkmatig aan op een zeer hete temperatuur.
Vervolgens doet u het vlees in de voor verwarmde ovenruimte. Daar wordt het vlees bij een lage temperatuur en met een lange bereidingstijd behoedzaam en zachtjes gegaard totdat het klaar is.
Daarbij ontspant het vlees zich. Het sap binnenin begint te circuleren en ver­deelt zich gelijkmatig tot in de buitenste lagen. Het gaarresultaat is zeer mals en sap­pig.
-
Tips
– Gebruik alleen goed bestorven, ma-
ger vlees (zonder pezen en vetrandjes). Het been moet vooraf uit het vlees gesneden zijn (uitgebeend).
Gebruik voor het aanbraden bijv. boterolie of spijsolie die geschikt is voor zeer hoge temperaturen.
Dek het vlees tijdens het garen niet af.
De bereidingstijd bedraagt ca. 2-4 uur en is afhankelijk van het gewicht en de grootte van het stuk vlees en ook van de gewenste gaarheid en bruining.
Bereidingstijden/
-
kerntemperaturen
Vlees Berei
dingstijd
[min]
-
Rosbief
bleu 60–90 48
medium 120–150 57
doorbakken 180–240 69
– Varkensfilet 120–150 63 Casselerrib* 150–210 68 Kalfsrug* 180–210 63 Lamsrug* 90–120 60
* Zonder been
Na afloop van het bereidings­proces
Aangezien de bereidings- en kerntemperaturen zeer laag zijn,
kunt u het vlees direct aansnijden. U hoeft het vlees niet eerst even te la ten staan.
wordt het gaarresultaat niet negatief beïnvloed wanneer het vlees na af loop van de bereidingstijd nog in de ovenruimte blijft. U kunt het zonder problemen warmhouden totdat het wordt geserveerd.
heeft het vlees een optimale consumptietemperatuur. Serveer het gerecht op voorverwarmde borden en doe er zeer warme saus bij, zodat het niet te snel afkoelt.
-
Kern
tempe
ratuur
[°C]
-
-
-
-
88
Page 89
Speciale toepassing "Garen op
lage temp." gebruiken
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Garen op lage temp.".
^
Stel de temperatuur in.
^
Stel de kerntemperatuur in.
^
Volg de instructies op het display.
^
Laat de rooster en de universele bakplaat tijdens het voorverwarmen in de ovenruimte.
Terwijl de ovenruimte wordt voorver
^
warmd, braadt u het stuk vlees langs alle kanten krachtig aan op het kook­vlak.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan om hete ge­rechten in te schuiven of uit te ne­men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
-
Garen op lage temperatuur
Het verwarmingselement voor
,
bovenwarmte/de grill is heet. Ge vaar voor verbranding!
Steek de stekker van de spijzenther
^
mometer in de aansluitbus en zorg ervoor dat deze goed vastzit.
Sluit de deur.
^
Na afloop van het programma ver schijnt "Proces afgerond" en weerklinkt een geluidssignaal, als het geluidssignaal ingeschakeld is (zie ru briek "Instellingen – Volume – Geluidssignalen").
Als u vindt dat het vlees nog niet gaar genoeg is, kunt u het bereidingsproces verlengen.
-
-
-
-
^
Zodra "Gebruik de spijzenthermome ter" verschijnt, legt u het aangebraden vlees op de rooster en steekt u de spijzenthermometer erin. Zorg ervoor dat de metalen punt er volledig in steekt, tot in de kern van het vlees.
Neem ook de opmerkingen in acht die vermeld staan in de rubriek "Bra den – Spijzenthermometer".
^
Plaats de rooster samen met de uni versele bakplaat op het vermelde in schuifniveau.
-
-
-
-
89
Page 90
Garen op lage temperatuur
Garen op lage temperatuur met handmatige temperatuurinstelling
Gebruik de universele bakplaat met de rooster erop.
Gebruik voor het voorverwarmen niet de functie "Snel opwarmen".
Schuif de universele bakplaat met de
^
rooster erop in de oven op niveau 2.
Kies de ovenfunctie "Boven-
^
onderwarmte" V en een tempera tuur van 130 °C.
^ Schakel de functie "Snel opwarmen"
uit door "Wijzigen – Opwarmfase – Normaal" te kiezen.
^ Verwarm de ovenruimte ca. 15 minu-
ten voor terwijl de universele bak­plaat en de rooster zich in de oven bevinden.
-
Leg het aangebraden vlees op de
^
rooster.
Kies "Wijzigen".
^
Kies "Temperatuur" en stel 100 °C in.
^
Gaar het vlees totdat het klaar is.
^
Het bereidingsproces kan automatisch worden uitgeschakeld (zie rubriek "Geavanceerde bediening – Berei dingstijd instellen").
-
^ Terwijl de ovenruimte wordt voorver-
warmd, braadt u het stuk vlees langs alle kanten krachtig aan op het kook vlak.
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan om hete ge rechten in te schuiven of uit te ne men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
90
-
-
-
Page 91
Gevaar voor verbranding!
,
Wanneer u grilt terwijl de deur open staat, gaat de hete lucht uit de ovenruimte niet meer automatisch via de koelventilator en wordt deze dus niet afgekoeld. De bedienings elementen worden heet. Sluit de deur tijdens het grillen.
Grillen
Kookgerei
-
-
Ovenfuncties
Grote grill Y
Om grote hoeveelheden platte ge rechten (bijv. steaks) te grillen en om gerechten in grote bakvormen met een korstje te bedekken.
Het volledige verwarmingselement is in­geschakeld en wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te produceren.
Kleine grill Z
Om kleine hoeveelheden platte ge­rechten (bijv. steaks) te grillen en om gerechten in kleine bakvormen met een korstje te bedekken.
Alleen het binnenste gedeelte van het verwarmingselement is ingeschakeld en wordt roodgloeiend om de vereiste infraroodstraling te produceren.
Circulatiegrill \
-
Gebruik de universele bakplaat met de rooster of de grill- en braadplaat (indien voorhanden) erop. Deze voorkomt dat de afdruipende vleesjus verbrandt, waardoor de jus kan worden gebruikt.
Gebruik niet de bakplaat.
Om dikke gerechten te grillen, bijv. kip.
Het verwarmingselement voor boven warmte/de grill en de ventilator worden afwisselend ingeschakeld.
-
91
Page 92
Grillen
Opmerkingen omtrent de grilltabel
Temperatuur 6
Doorgaans kiest u het best de lagere temperatuur. Als u hogere temperaturen kiest dan de temperatuur die wordt vermeld, wordt het vlees wel bruin maar niet gaar.
Voor platte gerechten kiest u door gaans het best de temperatuurinstelling 275 °C, voor dikke gerechten een tem peratuur van maximaal 220 °C.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is vereist bij grillen. Verwarm het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Niveau
Kies het niveau op basis van de dikte van het gerecht.
Platte gerechten: niveau 3/4
Dikke gerechten: niveau 1/2
Grilltijd +
Voor platte stukken vlees of vis hebt u per kant ca. 6-8 minuten nodig. Hogere stukken hebben per kant iets meer tijd nodig. Zorg ervoor dat de stukken ongeveer even groot zijn, zodat de grilltijden niet te veel uiteenlopen.
-
-
Test
Als u wilt controleren of het vlees al vol doende gaar is, drukt u met een lepel op het vlees:
Saignant: Als het vlees nog zeer
veerkrachtig aanvoelt, is het vanbinnen nog rood.
Medium (rosé, à point):
Doorbak ken/ bien cuit:
Doorgaans controleert u het best na het verstrijken van de kortere tijd of het ge­recht al gaar is.
Als het vlees een beetje meegeeft, is het vanbinnen roze.
Wanneer het vlees nauwe
­lijks nog meegeeft, is het doorbakken.
-
Tip
Als tijdens het grillen van grotere stuk­ken vlees blijkt dat het vlees aan de buitenkant al een korstje krijgt, terwijl het vanbinnen nog niet gaar is, kunt u het op een lager niveau of op een lage re temperatuur verder grillen. Zo ver mijdt u dat het vlees aan de buitenkant een te donkere kleur krijgt.
-
-
-
Keer het gerecht indien mogelijk om wanneer de helft van de grilltijd is verstreken.
92
Page 93
Grillen
Levensmiddelen voorbereiden op het grillen
Spoel vlees snel af onder koud stro mend water en dep het droog. Zout stukken (lapjes) vlees niet voorafgaand aan het grillen. Anders loopt de vleesjus uit het vlees.
Mager vlees kunt u bestrijken met olie. Gebruik geen andere soorten vet of bo ter. Deze worden immers snel donker of produceren rook.
Maak platte vissen en stukken vis schoon en zout deze. U kunt deze ook besprenkelen met citroensap.
-
Grillen
Leg de rooster of de grill- en braad
^
plaat (indien voorhanden) op de uni versele bakplaat.
Plaats het gerecht erop.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
^
tuur.
Verwarm het verwarmingselement
^
­voor bovenwarmte/de grill
ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan om hete ge­rechten in te schuiven of uit te ne­men en als u met uw handen in de hete ovenruimte moet komen.
^ Plaats het gerecht in de oven op het
desbetreffende niveau (zie grilltabel).
^ Sluit de deur.
^ Keer het gerecht indien mogelijk om
wanneer de helft van de grilltijd is verstreken.
-
-
-
93
Page 94
Grillen
Grilltabel
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn in het vet gedrukt. Tenzij anders aangegeven, verwarmt u het verwarmingselement voor bovenwarm te/de grill ca. 5 minuten voor, terwijl de deur gesloten is. Keer het gerecht om wanneer de helft van de tijd is verstreken. Controleer het gerecht na het verstrijken van de kortere tijd.
-
Grillgerecht
6
Platte gerechten
Runderbiefstukken 4 275 15–22 220 15–20
Beefburger
Sjasliek 3 275 25–30 220 25–30
Gevogeltebrochetten 4 275 20–25 220 12–16
Procureursteaks 4 275 15–20 220 17–23
Lever 4 275 8–12 220 12–15
Gehaktballen 4 275 13–18 220 18–22
Braadworst 4 275 12–18 220 13–19
Visfilet 4 275 20–25 220 13–18
Forellen 4 275 16–20 220 20–25
Toast
Toast Hawaï 3 275 10–15 220 10–15
Tomaten 4 275 6–10 220 8–10
Perziken 4 275 6–10 220 15–20
Dikke gerechten
Kip, ca. 1,2 kg
Varkensschenkel, ca. 1 kg 1 190 95–100
Rosbief, runderfilet, ca. 1 kg 2 250 35–45
Y Grote grill / Z Kleine grill / \ Circulatiegrill / niveau / 6 temperatuur / + grilltijd
1) De instellingen gelden bij gebruik van de ovenfunctie "Grote grill" Y ook voor de richt
lijnen volgens EN 60350.
2) Verwarm het verwarmingselement voor bovenwarmte/de grill niet voor.
3) Gebruik bij "Circulatiegrill" \ niveau 2.
1)
1) 2)
3)
4 300 15–22 ––
3 300 5–10 220 7–10
1 220 60–70 190 60–70
Y / Z\
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
-
94
Page 95
Speciale toepassingen
Naast de automatische programma's beschikt uw oven ook over de volgende speciale toepassingen:
Ontdooien
Drogen
Opwarmen (opwarmen van bereide
maaltijden)
Servies verwarmen
Deeg laten rijzen
Garen op lage temperatuur
Deze speciale toepassing wordt be schreven in de rubriek "Garen op lage temperatuur".
– Pizza
– Sabbat-programma
-
Bovendien vindt u in deze rubriek ook informatie over de volgende toepas singen:
Bruineren
Inmaken
Diepgevroren producten/kant-en-kla
argerechten
-
-
95
Page 96
Speciale toepassingen
Ontdooien
Dit programma is ontwikkeld om diep gevroren producten behoedzaam te ontdooien.
U kunt een temperatuur tussen 25 en 50 °C instellen.
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Ontdooien".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
Volg de instructies op het display.
^
De lucht in de ovenruimte circuleert en het diepgevroren product wordt be­hoedzaam ontdooid.
-
,Gevaar voor salmonella!
Let bij het ontdooien van gevogelte extra op de hygiëne. Het ontdooivocht mag u niet gebruiken.
Tijden voor het gedeeltelijk of volle dig ontdooien
­De tijden zijn afhankelijk van het soort product en het gewicht van het diepge vroren product:
Diepgevroren product
Kip 800 90–120 Vlees 500 60–90
Braadworst 500 30–50 Vis 1 000 60–90 Aardbeien 300 30–40 Boterkoek 500 20–30 Brood 500 30–50
Gewicht
[g]
1 000 90–120
-
-
Tijd
[min]
Tips
Haal het diepgevroren product uit de verpakking en leg het op de univer sele bakplaat of in een schotel.
Gebruik voor het ontdooien van ge vogelte de universele bakplaat met de rooster erop. Zo ligt het gevogelte niet in het ontdooivocht.
Vlees, gevogelte en vis hoeven niet volledig ontdooid te zijn voor verdere bereiding. Gedeeltelijk ontdooien volstaat. De buitenkant is dan zacht genoeg om kruiden op te nemen.
96
-
-
Page 97
Speciale toepassingen
Drogen
Dit programma is ontwikkeld om ge rechten op de traditionele manier in te maken door ze te drogen.
U kunt een temperatuur tussen 80 en 100 °C instellen.
Het fruit en de groenten moeten vers en voldoende rijp zijn en mogen geen drukplekken hebben.
Bereid de producten goed voor.
^
Appels schilt u eventueel, ontdoet u
van het klokhuis en snijdt u in ca. 0,5 cm dikke ringen.
– Pruimen ontpit u eventueel.
– Peren schilt u, ontdoet u van het
klokhuis en snijdt u in partjes.
– Bananen schilt u en snijdt u in schijf-
jes.
– Champignons maakt u schoon en
halveert u of snijdt u in schijfjes.
Peterselie of dille ontdoet u van dikke stengels.
-
Volg de instructies op het display.
^
Product Droogtijd
Fruit 2–8 uur Groenten 3–8 uur Kruiden* 50–60 minuten
* Aangezien bij dit programma de ven
tilator ingeschakeld is, gebruikt u om kruiden te drogen de ovenfunctie "Boven-onderwarmte" V op een temperatuur van 80-100 °C.
Verlaag de temperatuur wanneer er
^
zich waterdruppels vormen in de ovenruimte.
Gevaar voor verbranding!
,
Trek ovenwanten aan wanneer u de producten uit het toestel neemt.
^ Laat gedroogd fruit of gedroogde
groenten afkoelen.
Gedroogd fruit moet volledig droog zijn maar zacht en veerkrachtig aanvoelen. Bij het breken of snijden mag er geen sap meer ontsnappen.
-
^
Verdeel de producten gelijkmatig over de universele bakplaat.
U kunt ook de rooster of de bakplaat met gaatjes gebruiken, indien voor handen.
^
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Drogen".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
-
^
Bewaar de producten in goed afge sloten bokalen of conversenblikken.
-
-
97
Page 98
Speciale toepassingen
Opwarmen
Dit programma is ontwikkeld om berei de maaltijden op te warmen en werkt met vochtregeling.
U hebt de keuze uit:
Gebr. vlees + groenten
Gebrad. vlees+aardap.
Gebr. vlees + knoedels
Gebr. vlees + pasta
Vis met groenten
Vis met aardappelen
Groenteschotel
Gegrat. pastaschotel
Pastagerechten met saus
– – Pizza – Ragout met saus
Gebruik hittebestendig kookgerei.
^ Plaats het gerecht dat u wilt op-
warmen onafgedekt op de rooster.
^ Kies "Speciale toepassingen".
^ Kies "Opwarmen" en wijzig indien no-
dig de voorgeprogrammeerde tem peratuur.
-
Servies verwarmen
Dit programma is ontwikkeld om servies
­te verwarmen.
U kunt een temperatuur tussen 50 en 80 °C instellen.
Gebruik hittebestendig servies.
Schuif de rooster op niveau 2 in het
^
toestel en plaats het servies dat u wilt verwarmen erop.
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Servies verwarmen".
^
^ Wijzig indien nodig de voorgepro-
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
^ Volg de instructies op het display.
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan wanneer u het servies uit het toestel neemt.
^
Volg de instructies op het display.
,
Gevaar voor verbranding! Trek ovenwanten aan wanneer u het kookgerei uit het toestel neemt. Aan de onderkant van het kookgerei kunnen zich waterdruppels vormen.
98
Page 99
Speciale toepassingen
Deeg laten rijzen
Dit programma is ontwikkeld om gist deeg te laten rijzen zonder vochtregeling.
U kunt een temperatuur tussen 30 en 50 °C instellen.
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Deeg laten rijzen".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
Volg de instructies op het display.
^
Wanneer u gistdeeg met vochtregeling wilt laten rijzen, ge­bruikt het desbetreffende automa­tische programma.
Pizza
Dit programma is ontwikkeld om pizza's
­te bakken.
U kunt een temperatuur tussen 160 en 250 °C instellen.
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Pizza".
^
Wijzig indien nodig de voorgepro
^
-
grammeerde temperatuur en stel de bereidingstijd in.
Volg de instructies op het display.
^
-
99
Page 100
Speciale toepassingen
Sabbat-programma
Het Sabbat-programma dient ter ondersteuning van religieuze ge bruiken.
Nadat u het Sabbat-programma hebt gekozen, kiest u de ovenfunctie en tem peratuur.
Het programmaverloop wordt pas ge start door het openen en sluiten van de deur:
Na ca. 5 minuten start het berei
dingsproces met de ovenfunctie "Boven-onderwarmte" V of "Onder warmte" X.
– De oven warmt op tot de temperatuur
die u hebt ingesteld. Deze tempera­tuur wordt maximaal 72 uur aange­houden.
– De ovenverlichting gaat niet aan (ook
niet wanneer de deur wordt geo­pend).
Wanneer onder "Instellingen – Ver lichting – Aan" gekozen is, blijft de verlichting ingeschakeld tijdens het programmaverloop.
Op het display wordt continu "Sabbat-programma" weergegeven.
-
-
-
-
-
Sabbat-programma gebruiken
Kies "Speciale toepassingen".
^
Kies "Sabbat-programma".
^
Kies de gewenste ovenfunctie.
^
­Als een kookwekkertijd bezig is met
aftellen, kan het Sabbat-programma niet worden gestart.
Stel de temperatuur in.
^
Kies "OK".
^
Nu is de oven klaar voor gebruik.
c en de ingestelde temperatuur ver­schijnen.
^ Wanneer u het bereidingsproces wilt
starten, opent u de deur.
^ Plaats het gerecht in de ovenruimte.
^ Sluit de deur.
De ovenverwarming wordt na 5 minuten ingeschakeld.
Ga als volgt te werk als u het program ma vroegtijdig wilt afronden:
^
Raak de aan-uittoets K aan en wacht totdat de oven automatisch uitscha kelt.
-
-
De tijd (het uur) wordt niet weergege ven.
Een gestart Sabbat-programma kan niet worden gewijzigd of onder "Eigen programma's" worden opgeslagen.
Het proces kan alleen worden afgerond door de oven uit te schakelen.
100
-
Loading...