Miele H 5081, H 5581, H 5681, H 5688 How to use

Aanwijzingen voor het gebruik
Bakken, braden, grilleren, inmaken, ontdooien, koken
Automatische programma's
Lees beslist de gebruiks- en montage­handleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL
M.-Nr. 07 689 930
2
Inhoud
Automatische programma's .........................................6
Het gebruik van de automatische programma's ...........................6
Aanwijzingen voor het gebruik ......................................7
Overzicht automatische programma's.................................8
Bratometer ......................................................10
Principe .........................................................10
Gebruiksmogelijkheden.............................................11
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik ..............................11
Het gebruik van de Bratometer .......................................12
Resttijd .......................................................13
Restwarmtebenutting, energiebesparende fase .......................13
Aanwijzingen voor het bakken ......................................14
Bakvormen.......................................................14
Bakpapier .....................................................14
Universele bakplaat .............................................14
Bakvorm ......................................................14
Tabelgegevens ...................................................15
Temperatuur, bereidingstijd .......................................15
Niveau........................................................15
Diepvriesproducten ................................................15
Tabel bakken ....................................................16
Hetelucht plus U.................................................16
Boven-Onderwarmte V ............................................17
Intensief bakken O ...............................................18
Aanwijzingen voor het braden ......................................19
Bruinering .....................................................20
Rusten........................................................20
Gevogelte braden...............................................20
Diepgevroren vlees braden .......................................20
Tabel braden.....................................................21
Koken op lage temperatuur ........................................22
Koken op lage temperatuur gebruiken .................................22
Koken op lage temperatuur zonder automatisch programma ...............23
Aanwijzingen voor het grilleren .....................................24
Tabel grilleren ...................................................27
Ontdooien .......................................................28
Inmaken ........................................................29
3
Inhoud
Het bereiden van kant-en-klaargerechten .............................30
Ovenschotels/gratins .............................................31
Kaassoufflé (Frankrijk) .............................................31
Ovenschotel met aardappelen in mosterdsaus...........................32
Gegratineerde aardappelen met kaas .................................33
Knoflooksoep (Spanje, Sopa Castellana) ...............................34
Lasagne .........................................................35
Pasta (ovenschotel) ................................................36
Janssons Verleiding (Zweden) .......................................37
Moussaka met aubergines ..........................................38
Spinazie in bladerdeeg (Spanakopita) .................................39
Quiche lorraine ...................................................40
Ratatouille .......................................................41
Tonijnschotel (Spanje, Empanada gallega)..............................42
Brood/broodjes/broodmixen........................................43
Dessert .........................................................44
Chocoladegebak (Oostenrijk) ........................................44
Karamelpudding (Noorwegen) .......................................45
Flan (Spanje) .....................................................46
Chocoladedessert (Frankrijk) ........................................47
Verwarmen ......................................................48
Vis .............................................................49
Aanwijzingen voor de automatische programma's ........................49
Vis .............................................................50
Stokvisfilet in groene saus (Spanje, Merluza en salsa verde) ................50
Zeebarbeel en papillote.............................................51
Stokvisbrandade ..................................................52
Vlees ...........................................................53
Aanwijzingen voor de automatische programma's ........................53
Gehakt (Zweden) ..................................................54
Kerstham (Zweden) ................................................55
Varkensfilet in bladerdeeg...........................................56
Gebak ..........................................................57
Uitsteekkoekjes ...................................................57
Chocolademuffins met kersen ........................................58
Walnootmuffins ...................................................59
4
Inhoud
Spritsen .........................................................60
Vanillekipferl......................................................61
Soezen ..........................................................62
Gevogelte .......................................................63
Aanwijzingen voor de automatische programma's ........................63
Eend à l'orange ...................................................64
Taart/cake .......................................................65
Appeltaartje ......................................................65
Appeltaart, fijn ....................................................66
Appeltaart, afgedekt ...............................................67
Appeltaart met krokante kruimels .....................................68
Biscuittaart .......................................................69
Boterkoek........................................................71
Guglhupf (tulband) ................................................72
Gistkoek .........................................................73
Gistdeeg ........................................................74
Amandeltaart (Spanje, Tarta de Santiago) ..............................75
Marmercake......................................................76
Kruimeltaart ......................................................77
Obstwähe (Zwitserland).............................................78
Zandtaart ........................................................79
Kruimelkoek ......................................................80
Suikerkoek .......................................................81
Pizza ...........................................................82
Sabbatprogramma ................................................83
5
Automatische programma's
Uw apparaat heeft tal van automatische programma's die comfortabel en veilig een optimaal bereidingsresultaat ople veren. In de elektronische besturing zijn voor de afzonderlijke programma's ovenfuncties, temperaturen en tijden in gesteld die op basis van uitgebreide tests zijn vastgesteld.
Hierdoor is het soms al voldoende aan te geven of u bijvoorbeeld uw rosbief rood, medium of doorbakken wilt heb ben of dat bakwaren normaal of extra bruin moeten worden.
Achter in het boekje vindt u voor­beelden van recepten voor diverse automatische programma's.
-
-
Het gebruik van de automatische programma's
Kies "Automatic".
^
Kies het gewenste submenu (bijvoor
^
-
beeld "Taart/cake").
Er verschijnt een lijst van diverse taar ten en cakes.
Kies het gewenste punt (bijvoorbeeld
^
"Appeltaartje").
Voer eventuele verdere gegevens in.
^
Volg daarbij de aanwijzingen in het display.
De gaarheid, de bruinering, etc. stelt u in aan de hand van een balkje met 7 segmenten. Bij een gemiddelde instel­ling staat de markering in het midden.
NH H H TTTTT H H HN
Kies de gewenste instelling door het segmentje naar rechts of links te ver­schuiven.
-
-
De starttijd kunt u via het menupunt "La­ter starten" opschuiven.
De instellingen verschijnen in het dis play.
Als u een automatisch programma voortijdig wilt beëindigen, moet u het apparaat uitschakelen.
Als een gerecht na een automatisch programma nog niet helemaal gaar is, kiest u de functie "Nakoken" of "Nabak ken".
6
-
-
Automatische programma's
Aanwijzingen voor het gebruik
Bij gebruik van de automatische pro
gramma's dienen de volgende re cepten als oriëntatiehulpmiddel. Met een bepaald programma kunt u ook soortgelijke recepten met afwij kende hoeveelheden bereiden.
Laat het apparaat na een bereiding
eerst tot kamertemperatuur afkoelen, voordat u een automatisch program ma start.
Bij de start van een automatisch pro
gramma is de aangegeven berei dingstijd een schatting. Afhankelijk van het verloop van de bereiding kan de werkelijke tijd iets korter of iets langer zijn. Vooral bij gebruik van de Bratometer is de bereidingstijd af­hankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur. Alleen de uitgangs­temperatuur van het gerecht kan al tijdafwijkingen tot gevolg hebben.
– Bij sommige programma's moet na
een deel van de bereidingstijd vocht worden toegevoegd. In het display verschijnt dan een betreffende aan wijzing met tijdsaanduiding.
-
Bij sommige programma's moet de
oven worden voorverwarmd voordat
-
-
-
-
u het gerecht in de oven kunt zetten. Een betreffende aanwijzing met tijds aanduiding verschijnt in het display.
Het automatische programma "Ver
warmen" is voor het verwarmen van bordmaaltijden ontwikkeld. Volg de aanwijzingen op het display.
Volg bij diepvriesproducten de aan
­wijzingen op het display.
Automatische programma's kunt u
­ook als "Eigen programma" opslaan en in het hoofdmenu opnemen. Het betreffende menupunt "Opslaan als" verschijnt na afloop van het program­ma in het display.
-
-
-
Bij sensorgestuurde programma's is het belangrijk dat u de deur tijdens de bereiding niet opent. De sensor functioneert anders niet meer goed en het bereidingsresultaat wordt slechter. Let op de aanwijzingen in het dis play.
-
7
Overzicht automatische programma's
Taart/cake
ß
Appeltaartje
ß
Appeltaart
ß
Fijn
Afgedekt
Met kruimels
– Biscuittaart
ß
Boterkoek
ß
Guglhupf (tulband)
ß
Gistdeeg *
ß
15 minuten rijzen
30 minuten rijzen
45 minuten rijzen
– Gistkoek
ß
Amandeltaart
ß ß Marmercake ß Kruimeltaart
– Gistdeeg – Kwark-oliedeeg
ß Obstwähe ß Zandtaart ß Kruimelkoek ß Suikerkoek
ß Gebak
ß Uitsteekkoekjes
ß
Muffins –
Met fruit
Zonder fruit
ß
Spritsen
ß
Vanillekipferl
ß
Soezen
ß
Brood
ß
Stokbrood *
ß
Plat brood *
ß
Blikbrood *
ß
Gemengd brood *
ß
Olijvenbrood *
ß
Roggebrood **
ß
Vloerbrood, wit *
Broodmixen
ß
Boerenbrood **
ß
Speltbrood *
ß
Blikbrood **
ß
Meergranenbrood **
ß
Volkorenbrood *
ß
Broodjes
ß
Croissants *
ß
Gistbroodjes **
ß
Kaas-sesam-broodjes **
ß
Pizza
ß
Vers
ß
Gistdeeg
Kwark-oliedeeg
ß Diepgevroren
– Niet voorgebakken – Voorgebakken – Amerikaans
ß Vlees
ß Kalf
– Braadvlees (kalf) * – Kalfsschenkel
ß Lam
– Lamsbout met bot –
Lamsrug zonder bot
ß
Rund –
Runderfilet *
Rosbief *
ß
Varken –
Gehakt
Filet in deeg
Casselerrib zonder bot *
Voorgekookte braadworsten
Varkensvlees met zwoerd *
Beenham
Kerstham
8
Overzicht automatische programma's
Wild
ß
Hazenbout
ß
Hazenrug
ß
Hertenrug
ß
Konijn
ß
Reebout
ß
Reerug *
ß
Gevogelte
ß
Eend
ß
Eend à l'orange
ß
Gans
ß
Haantje/kip
ß
Kalkoen
ß
Kalkoenbout met bot *
ß
ß Vis
ß Forel ß Karper ß Zalmfilet ß Zalmforel ß Schol ß Zeebarbeel en papillote ß Stokvisfilet in groene saus ß Zeetong ß Stokvisbrandade
Diepvriesgerechten
ß
Stokbrood met beleg
ß
Vissticks
ß
Aardappelkroketten
ß
Kroketten
ß
Patates frites
ß
Filet (gepaneerd)
ß
Verwarmen
ß
Braadvlees met groente *
ß
Braadvlees met aardappelen *
ß
Braadvlees met knoedels *
ß
Braadvlees met pasta *
ß
Vis met groente *
ß
Vis met aardappelen *
ß ß Groenteschotel * ß Pastaschotel * ß Pastagerechten met saus * ß Pizza * ß Ragout/fricassee met saus *
ß Dessert
ß Flan ß Karamelpudding ß Chocoladedessert ß Chocoladegebak
ß
Ovenschotels/gratins
ß
Janssons Verleiding
ß
Aardappelgratin –
Aardappelen, rauw
Aardappelen, gekookt
ß
Kaassoufflé
ß
Knoflooksoep
ß
Lasagne –
5–7 bladen
8–19 bladen
20–29 bladen
ß
Moussaka
ß
Pastaschotel
ß
Quiche lorraine
ß
Ratatouille
ß
Spinazie in bladerdeeg
ß
Tonijnpaté
ß
Koken op lage temperatuur (oven functie "Lage temperatuur")
ß
Kalfsfilet
ß
Kalfsrug zonder bot
ß
Casselerrib zonder bot
ß
Lamsrug zonder bot
ß
Runderfilet
ß
Rosbief
ß
Varkensfilet
ß
Sabbatprogramma
Toelichting: * Programma met vochtregeling ** Programma met vochtregeling
en "'s nachts bakken" mogelijk
-
9
Bratometer
Met de snoerloze Bratometer (een kern temperatuurvoeler) kunt u tijdens de bereiding de temperatuur van het ge recht nauwkeurig controleren.
Principe
U steekt de Bratometer in het gerecht. In de punt van de voeler bevindt zich een temperatuursensor. Deze meet tij dens de bereiding de zogenaamde kerntemperatuur. Dat is de tempera­tuur binnen in het gerecht. Het oplopen van de kerntemperatuur geeft aan hoe gaar het gerecht is. Afhankelijk van de vraag of u bijvoor­beeld uw braadvlees medium of door­bakken wilt hebben, stelt u een lagere of hogere kerntemperatuur in.
U kunt een kerntemperatuur instellen tussen 30 en 99 °C. Meer informatie over gerechten en bijbehorende kerntemperaturen vindt u in de "Tabel braden".
Tijdens de bereiding kunt u het stijgen van de kerntemperatuur op het display volgen, zodra de temperatuur hoger is dan 20 °C.
De bereiding wordt automatisch beëin digd als de kerntemperatuur de door u ingestelde waarde heeft bereikt.
-
Het doorgeven van de kerntemperatuurwaarden aan de ovenelektronica gebeurt via radiosignalen. De zender bevindt zich in de greep van de Bratometer. De
­antenne voor de ontvangst bevindt zich
in het midden van het verwarmingsele ment voor de bovenwarmte.
Voor een optimale signaaloverdracht moet de ovendeur gesloten zijn.
Als u tijdens een bereiding de deur opent, bijvoorbeeld om het vlees te be
-
sprenkelen, wordt de signaaloverdracht onderbroken. De overdracht begint weer, zodra u de deur sluit. Het duurt enkele seconden totdat de actuele kerntemperatuur weer in het display verschijnt.
Als u de Bratometer niet gebruikt, mag u deze niet tijdens een berei­ding in de ovenruimte laten liggen. De temperatuursensor kan bij tem­peraturen boven 100 °C beschadigd raken. Doe de Bratometer na gebruik daar om altijd weer in de opbergruimte in de deur. Als u de Bratometer gebruikt, kan de voeler niet beschadigd raken, omdat u alleen kerntemperaturen tussen 30 °C en 99 °C kunt instellen.
-
-
-
-
10
Bratometer
Gebruiksmogelijkheden
Behalve voor automatische program ma's kunt u de Bratometer ook voor de volgende ovenfuncties gebruiken:
Braadautomaat
ß
Hetelucht plus
ß
Professional
ß
Boven-Onderwarmte
ß
Circulatiegrill
ß
Lage temperatuur (koken op lage
ß
temperatuur)
-
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik
Voor een optimaal resultaat moet
,
u beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen.
Vermijd:
– bij metalen pannen en schalen hoge
en smalle vormen, omdat deze de radiosignalen kunnen afzwakken.
dat de greep van de Bratometer in
het kookvocht komt te liggen, op het gerecht of op de rand van de pan of schaal.
Gebruik de Bratometer niet om het gerecht te dragen. De Bratometer kan anders breken!
Let ook op het volgende:
– De metalen punt van de Bratometer
moet geheel in het gerecht worden gestoken, ongeveer in de kern van het gerecht. De greep dient schuin omhoog te wijzen en niet horizontaal richting ovenhoeken of deur.
metalen voorwerpen boven de Brato meter, zoals deksels en aluminiumfo lie. Gebruik ook geen rooster of de universele bakplaat op de niveaus erboven. Glazen deksels kunt u wel gebruiken.
het gelijktijdige gebruik van een an dere metalen kerntemperatuurvoeler.
-
­–
Bij gevogelte kunt u de metalen punt het beste in het dikste borstgedeelte steken.
De metalen punt mag niet in aanra
-
king komen met botten of zeer vetrijke delen. Vetweefsel en botten kunnen ertoe leiden dat de oven te vroeg wordt uitgeschakeld.
-
11
Bratometer
Kies bij doorregen vlees de hoogste
waarde van het kerntemperatuurbe reik uit de braadtabel.
Bij gebruik van braadfolie of van een
braadzak steekt u de Bratometer door de folie tot in de kern van het gerecht. U kunt de voeler ook inge stoken in het gerecht in de folie of zak doen. Houdt u zich hierbij ook aan de aanwijzingen van de betref fende fabrikant.
Als u vlees in aluminiumfolie wikkelt,
moet u de Bratometer door de folie heen tot in de kern van het vlees ste ken.
– De Bratometer moet in zeer platte
gerechten, zoals vis, bijna horizon­taal worden ingestoken. Bereid vis daarom in schalen van glas of kera­miek, omdat de wanden van een me­talen schaal de radiosignalen kun­nen storen.
Het gebruik van de Bratometer
­Volg de aanwijzingen op het display als u een automatisch programma gebruikt. De temperatuur en de kerntemperatuur worden door het
-
-
programma bepaald.
Bereid het gerecht voor.
^
Haal de Bratometer uit de
^
opbergruimte in de deur.
Steek de metalen punt van de Brato
^
meter helemaal in het gerecht. De greep moet schuin omhoog wijzen.
-
^ Plaats het gerecht in de oven en sluit
de deur.
^ Kies de gewenste ovenfunctie.
In het display wordt eerst de voorge­programmeerde temperatuur gemar­keerd.
^ Verander eventueel de voorgepro-
grammeerde temperatuur.
-
Mocht een foutmelding aangeven dat het contact tussen zender en ontvanger niet goed is, verander dan de positie van de voeler in het gerecht.
12
^
Roep de kerntemperatuur op ("Kern temp. - - °C").
In het display verschijnt de voorgepro grammeerde kerntemperatuur (60 °C).
^
Verander eventueel de voorgepro grammeerde kerntemperatuur.
U kunt de bereiding ook op een later tijdstip laten starten. Kies hiervoor het menupunt "Starttijd".
-
-
-
Bratometer
Het tijdstip waarop het programma eindigt, kan worden geschat, omdat de duur van een bereiding met en zonder Bratometer ongeveer gelijk is.
Voor "Duur" en "Einde" kunnen geen waarden worden ingevoerd, omdat de bereidingstijd afhankelijk is van het be reiken van de kerntemperatuur.
Resttijd
Na een bepaalde tijd verschijnt de geschatte, resterende bereidingstijd, de resttijd. De werkelijke temperatuur is nu niet meer zichtbaar en kan niet meer wor­den opgevraagd.
De resttijd wordt berekend aan de hand van de ingestelde temperatuur, de ge­wenste kerntemperatuur en de snelheid waarmee de kerntemperatuur stijgt.
In het begin is de resttijd een geschatte waarde. Omdat de resttijd gedurende de bereiding steeds opnieuw wordt be­rekend, wordt de waarde steeds aan
-
gepast en steeds nauwkeuriger.
Restwarmtebenutting, energiebesparende fase
Vlak voor het einde van een bereiding wordt de ovenverwarming uitgescha keld. De warmte in de oven is voldoen de om de bereiding af te ronden.
­Door deze automatische benutting van
de restwarmte bespaart u energie.
In het display wordt deze energiebe sparende functie met "Energiebespa rende fase" aangeduid. De gemeten kerntemperatuur verschijnt dan niet meer.
De koudeluchtventilator en (afhankelijk van de gekozen ovenfunctie) ook de heteluchtventilator blijven ingescha­keld.
Als de ingestelde kerntemperatuur bereikt is:
– wordt de oven automatisch uitge-
schakeld.
verschijnen de melding "Programma afgerond" en het symbool
-
-
-
-
O.
Alle resttijd-informatie wordt gewist, wanneer –
u de oven- of kerntemperatuur wij
-
zigt.
u een andere ovenfunctie kiest.
Als de ovendeur enige tijd geopend is geweest, wordt de resttijd opnieuw be rekend.
hoort u een signaal, als deze functie ingeschakeld is (zie "Instellingen ­Volume - Geluidssignalen").
Steek de Bratometer op een andere plaats in het gerecht en herhaal de stappen als het resultaat nog niet hele
-
maal naar wens is.
-
13
Aanwijzingen voor het bakken
Bakpapier
Houdt u zich aan de temperaturen, niveaus en tijden uit de baktabellen. Hierbij is rekening gehouden met di verse bakvormen, deeghoeveelheden en bakgewoontes.
Voor een gezonde voeding dienen de voedingsmiddelen zo behoed zaam mogelijk te worden bereid.
-
De bakplaat en de universele bak plaat zijn PerfectClean-veredeld. Deze
­coating heeft uitstekende
anti-aanbakeigenschappen. Hierdoor hoeft u de genoemde onderdelen voor het bakken niet in te vetten of met
bakpapier te bedekken.
U kunt het bereide product altijd zonder moeite loshalen.
-
Bak taarten, pizza's, patat en derge lijke goudgeel en niet donkerbruin.
Bakvormen
Houd bij de keuze van de ovenfunctie rekening met het materiaal van de bak­vorm.
Hetelucht plus U, Intensief bakken O
U kunt alle hittebestendige materialen gebruiken.
Boven-Onderwarmte V
Gebruik hiervoor matte, donker ge kleurde bakvormen, bijvoorbeeld vor men van donker blik, donker email, mat aluminium, hittebestendig glas of vor men met een anti-aanbaklaag.
Bij lichte vormen van blank materiaal wordt het gerecht in de vorm ongelijk matig of nauwelijks bruin. Onder on gunstige omstandigheden wordt het ook niet gaar.
-
-
-
-
-
Gebruik alleen bakpapier voor
-
gebak waarbij tijdens de deegberei
ding natronloog is toegepast (harde krakelingen en dergelijke). Natron­loog kan het PerfectClean-veredelde oppervlak aantasten.
deegsoorten die vanwege hun
hoge eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven, zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makronen.
Universele bakplaat
Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek op de universele bakplaat. Op deze manier blijft de oven schoon.
Bakvorm
Als u cakes en dergelijke in langwer pige vormen bakt, plaats deze dan dwars in de ovenruimte. De warmtever deling in de vorm is dan optimaal en u bereikt een gelijkmatig bakresultaat.
-
-
-
14
Tabelgegevens
De gegevens tussen rechte haakjes [ ] gelden voor apparaten met drie niveaus.
Temperatuur, bereidingstijd
Voor een behoedzame bereiding en een gelijkmatige bruinering van cake en gebak gaat u als volgt te werk:
Houd in principe de laagste tempe
ratuur uit de tabel aan. Kies geen hogere temperatuur dan in de tabel staat aangegeven. Een hoge temperatuur verkort weliswaar de baktijd, maar het gebak wordt vaak niet gelijkmatig bruin en onder ongunstige omstandigheden ook niet gaar.
– Controleer na afloop van de kortste
baktijd of het gebak gaar is. Prik daartoe met een houten stokje (bij­voorbeeld een satéstokje) in het deeg. Als niets aan het stokje blijft kleven, is het gebak gaar.
Niveau
Aanwijzingen voor het bakken
Bakpla
U 12
O 1 1 of 2
V 1 1 of 2
* Gebruik bij vochtig gebak, cake en
-
brood niet meer dan 2 bakplaten te gelijk.
-
ten
2 1en3[1en2]
3 1,3en5*[–]
Diepvriesproducten
Stel voor het bakken van
diepvriestaarten, -pizza's en
-stokbroden de laagste temperatuur in
die op de verpakking vermeld staat. Bak dergelijke producten op het rooster waarop u bakpapier heeft gelegd. Ge­bruik niet de bakplaat of de universele bakplaat. Deze platen kunnen anders kromtrekken en niet meer uit de oven worden gehaald als ze heet zijn. Bij elk volgend gebruik trekken de platen weer krom.
Niveau
-
De niveaus worden vanaf de onderkant geteld.
In apparaten met drie niveaus kunt u maximaal 2 bakplaten tegelijk bereiden.
Plaats de universele bakplaat onder de gewone bakplaat als u tijdens het bak ken zowel universele als gewone bak platen op meerdere niveaus wilt ge bruiken.
-
-
-
Voor diepvriesproducten zoals patat, kroketten en dergelijke kunt u de (uni versele) bakplaat wel gebruiken. Leg deze producten op bakpapier en stel de laagste temperatuur in die op de verpakking vermeld staat. Keer de pro ducten regelmatig om.
-
-
15
Tabel bakken
Hetelucht plus U
Taart / cake / gebak
Temperatuur
in °C
Aanbevolen
niveau
1)
Roerdeeg
Zandtaart, chocolade-/amandelcake Tulband Plaatcake Marmer-, notencake (vorm) Vruchtentaart met couverture (bakplaat) Vruchtentaart (bakplaat) Vruchtentaart (vorm) Taartbodem Koeken/koekjes
Biscuitdeeg
Taart (2 - 6 eieren) Biscuitrol
4)
4)
4)
4)
3)
150–170 150–170 150–170 150–170 150–170 150–170 150–170 150–170 150–170
160–180 160–180
2 2 2 2 2 2 2 2
1, 3 [1, 2]
2 2
5)
Kneeddeeg
Taartbodem Kruimeltaart Koeken/koekjes
4)
Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart Hartige taart
3)
150–170 150–170 150–170 150–170 150–170 150–170 190–210
2 2
1, 3 [1, 2]
2 2 2 2
5)
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Gistdeeg laten rijzen Tulband Kruimeltaart Vruchtentaart (bakplaat) Witbrood Volkorenbrood Pizza (bakplaat)
3)
4)
Uienbrood Appelflappen
50 150–170 150–170 160–180 160–180 170–190 170–190 170–190 150–170
Soezendeeg4), roomsoezen 160–180 1, 35)[2] 30–45 Bladerdeeg 170–190 1, 3 Eiwitgebak, makronen/bitterkoekjes 120–140 1, 3 [1, 2]
bodem ovenruimte
2 [2]
2 2 2 2 2 2
5)
1, 3
[2]
5)
[2] 20–25
5)
1) De gegevens tussen rechte haakjes [ ] gelden voor apparaten met drie niveaus (indien afwijkend).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Gebruik tijdens de opwarmfase niet het snelopwarmsysteem (Opwarmfase - Normaal).
5) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gebak voldoende bruin is, ook als de bereidingstijd nog niet verstreken is.
6) Leg het rooster op de bodem van de ovenruimte en zet de schaal daarop.
Tijd
2)
in min.
60–70 65–80 25–40 60–80 45–50 35–55 55–65 25–35 20–25
20–35 15–25
20–25 45–55 15–25 70–95 50–70 55–75 30–45
6)
15–30 50–60 35–45 35–50 50–60 50–60 35–45 35–45 25–30
25–50
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
16
Tabel bakken
Boven-Onderwarmte V
Taart / cake / gebak
Temperatuur
in °C
Aanbevolen
niveau
1)
Roerdeeg
Zandtaart, chocolade-/amandelcake Tulband Plaatcake
3)
Marmer-, notencake (vorm) Vruchtentaart met couverture (bakplaat) Vruchtentaart (bakplaat) Vruchtentaart (vorm) Taartbodem Koeken/koekjes
Biscuitdeeg
Taart (2 - 6 eieren) Biscuitrol
3) 4)
3) 4)
3) 4)
3) 4)
3) 4)
150–170 170–190 170–190 150–170 170–190 170–190 160–180 170–190 170–190
170–190 180–200
2 [1]
2 2
2 [1]
2 2 2 2
3 [2]
3 [2]
2
Kneeddeeg
Taartbodem Kruimeltaart Koeken/koekjes Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met couverture Hartige taart
3) 4)
3)
3)
170–190 170–190 160–180 160–180
3)
170–190 170–190 220–240
2 2
3 [2]
2 2 2 1
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Gistdeeg laten rijzen Tulband Kruimeltaart Vruchtentaart (bakplaat) Witbrood Volkorenbrood Pizza (bakplaat) Uienbrood Appelflappen
Soezendeeg Bladerdeeg
3)
3) 4)
3)
3) 4)
, roomsoezen 180–200 3 [2] 35–45
3)
50 160–180 170–190 170–190 160–180 190–210 190–210 180–200 160–180
190–210 2 15–25
bodem ovenruimte
1[1 of 2]
6)
2
6)
2
1 [2]
2 2 2 2
Eiwitgebak3), makronen 120–140 2 25–50
1) De gegevens tussen rechte haakjes [ ] gelden voor apparaten met drie niveaus (indien afwijkend).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
3) Oven voorverwarmen.
4) Gebruik tijdens de opwarmfase niet het snelopwarmsysteem (Opwarmfase - Normaal).
5) Leg het rooster op de bodem van de ovenruimte en zet de schaal daarop.
6) Niveau voor gistdeeg; voor kwark-oliedeeg niveau 3 gebruiken.
Tijd
2)
in min.
60–70 65–80 25–40 60–80 45–50 35–55 55–65 20–25 15–25
15–35 12–16
15–20 45–55 15–25 85–95 45–65 55–75 35–50
5)
15–30 50–60 35–45 35–50 50–60 50–60 30–45 25–35 25–30
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
17
Tabel bakken
Intensief bakken O
Ideaal voor
taart met een vochtige vulling, zoals pruimentaart en quiche.
taart met couverture waarvan de bodem niet voorgebakken is.
Taart / cake / gebak Roerdeeg
Vruchtentaart met couverture (bakplaat) 150–170 1 [2] 40–60
Kneeddeeg
Kwarktaart Appeltaart, afgedekt Abrikozentaart met couverture Hartige taart
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Pizza (bakplaat) Uienbrood
1) De gegevens tussen rechte haakjes [ ] gelden voor apparaten met drie niveaus (indien afwijkend).
2) Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorverwarmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
3) Gebruik tijdens de opwarmfase niet het snelopwarmsysteem (Opwarmfase - Normaal).
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
3)
Temperatuur
in °C
150–170 150–170 150–170 190–210
170–190 170–190
Aanbevolen
niveau
2 2 [1] 1 [2] 1 [2]
2
2
1)
Tijd
in min.
65–75 50–60 50–60 30–40
40–50 25–35
2)
18
Aanbevelingen Opmerkingen
Ovenfunctie
Braadautomaat
[ Professional d
Kookgerei
Hittebestendig serviesgoed.
Niveau
2e van onderen.
Voorverwarmen
Niet vereist.
Temperatuur
Zie tabel.
Bereidingstijd
Zie tabel.
U kunt ook met "Boven-Onderwarmte V" werken.
Braadslede, braadpan, ovenvaste glazen schaal, braadfo lie/braadzakken, Römertopf, universele bakplaat, rooster op universele bakplaat.
Braden in een pan biedt diverse voordelen:
er blijft genoeg fond over voor een saus.
de oven blijft schoner dan bij braden op het rooster.
Gebruik bij apparaten met drie niveaus niveau 1 of 2, afhan kelijk van de dikte van het vlees.
Plaats het kookgerei op het rooster in de koude oven. Uitzondering: het braden van rosbief en filet.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven. Het
vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Stel bij "Braadautomaat [" een ca. 20 °C lagere tempera-
tuur in dan bij "Boven-Onderwarmte V".
– Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de temperatuur. Stel
de temperatuur vanaf 3 kg ca. 10 °C lager in dan in de ta­bel is aangegeven. Het braden duurt dan weliswaar iets langer, maar het vlees wordt gelijkmatig gaar en de korst wordt niet te dik.
Bij braden op het rooster moet de temperatuur ca. 20 °C lager worden ingesteld dan bij braden in een pan.
Bereidingstijd bepalen: vermenigvuldig de hoogte van het vlees met de tijd per cm:
rund/wild: 15 – 18 minuten/cm
varken/kalf/lam: 12 – 15 minuten/cm
rosbief/filet:8–10minuten/cm
Aanwijzingen voor het braden
-
-
19
Aanwijzingen voor het braden
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van de bereidingstijd bruin. Het wordt extra bruin als u halverwege de tijd het dek sel van de pan haalt.
Rusten
Haal het vlees na de bereiding uit de oven, wikkel het in aluminiumfolie en laat het ca. 10 minuten staan ("rusten"). Het vlees verliest dan minder vocht als u het snijdt.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het gevogelte 10 minuten voor het einde van de bereiding met licht gezouten water bestrijkt.
-
Diepgevroren vlees braden
Diepgevroren vlees met een gewicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zonder het eerst te ontdooien. De bereidingstijd neemt met ca. 20 minuten per kilo toe.
20
Tabel braden
Gebruik bij apparaten met vijf niveaus niveau 2.
Gebruik bij apparaten met drie niveaus niveau 1 of 2, afhankelijk van de dikte van het vlees.
Tijd
1)
4)
Kern-
tempera-
tuur in °C
6)
Braadautomaat [
Gerecht
Rundvlees (ca. 1 kg) 170 – 190 100 – 120 190 – 210 100 – 120 80 – 90
Runderfilet, rosbief, ca. 1 kg
Wild (ca. 1 kg) 180 – 200 90 – 120 190 – 210 90 – 120 80 – 90
Varkensvlees, nekstuk, ca. 1 kg
Varkensvlees met zwoerd, ca.2kg
Casselerrib, ca. 1 kg 170 – 190 60 – 70 200 – 220 60 – 70 75 – 85
Gehakt, ca. 1 kg 160 – 180 70 – 80 190 – 210 70 – 80 75 – 80
Kalfsvlees, ca. 1,5 kg 170 – 190 100 – 120 190 – 210 100 – 120 70 – 75
Lamsbout, ca. 1,5 kg 170 – 190 90 – 120 200 – 220 90 – 120 80 – 85
Lamsrug, ca. 1,5 kg
Gevogelte, 0,8–1kg 170–190 60–70 190–210 60–70 85–90
Gevogelte, ca. 2 kg 170 – 190 90 – 110 190 – 210 90 – 110 85 – 90
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg 170 – 190 110 – 130 190 – 210 110 – 130 85 – 90
Gevogelte, ca. 4 kg 160 – 180 150 – 180 180 – 200 150 – 180 85 – 90
Moot vis, ca. 1,5 kg 160 – 180 35 – 55 190 – 210 35 – 55 75 – 85
1) Voor braden adviseren wij de ovenfunctie "Braadautomaat [" of "Professional d". Maar u kunt ook met "Boven-Onderwarmte V" werken.
2) Braden met de Bratometer.
3) Temperatuur bij braden in de pan. Als het vlees op het rooster wordt bereid: temperatuur 20 °C lager instellen.
4) De tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een niet voorverwarmde ovenruimte.
5) Oven voorverwarmen.
6) Rood: 40 – 45 °C, medium: 50 – 60 °C, doorbakken: 60 – 70 °C.
5)
5)
Professional d
Temperatuur
3)
in °C
190–210 45–55 200–220 45–55 40–70
170 – 190 100 – 120 200 – 220 100 – 120 80 – 90
150 – 170 160 – 180 180 – 200 120 – 150 80 – 90
170–190 50–60 190–210 50–60 70–75
Tijd
in min.
Boven-Onderwarmte V
Temperatuur
4)
in °C
3)
in min.
2)
Kies in het algemeen de gemiddelde temperatuur en controleer het product na de kortste tijd.
21
Koken op lage temperatuur
De ovenfunctie "Lage temperatuur" is ideaal voor vleessoorten van rund, var ken, kalf en lam die zeer behoedzaam bereid moeten worden.
Bij deze functie werkt de oven met een lage temperatuur en een lange berei dingstijd.
Eerst moet u het vlees in korte tijd op hoge temperatuur rondom en gelijkma tig aanbraden (op de kookplaat). Bij de aansluitende ovenbereiding op lage temperatuur ontspant het vlees zich weer. Het sap in het vlees begint te circuleren en verdeelt zich gelijkma tig tot in de buitenste lagen.
Hierdoor blijft het vlees zeer mals en heerlijk sappig.
Voor dit automatische programma zijn in de elektronische besturing een oven­functie, een temperatuur en een kern­temperatuur vastgelegd.
-
Koken op lage temperatuur
-
gebruiken
Kies "Lage temperatuur" in het hoofd
^
menu of in de lijst met automatische programma's.
Volg de instructies en aanwijzingen
^
totdat het programma start.
-
-
Laat bij het voorverwarmen het roos ter en de universele bakplaat in de oven.
Braad alle kanten van het vlees (tij
^
dens het voorverwarmen van de oven) op een hoge stand op de kook plaat aan.
^ Leg het vlees op het rooster en steek
de Bratometer erin. De metalen punt van de voeler moet zich in de kern van het vlees bevinden.
Zie ook de aanwijzingen in het hoofdstuk "Bratometer".
^ Schuif het rooster met de universele
bakplaat op het aangegeven niveau in de oven.
-
-
-
-
22
,
Het bovenwarmte-/grillelement is
heet! U kunt zich branden!
Na afloop van het programma ver schijnt de melding "Programma afge rond" en klinkt er een akoestisch sig naal.
Als het vlees nog niet naar wens is, kunt u de bereiding nog verlengen.
Als u een gerecht na afloop van een bereiding niet uit de oven haalt, wordt het nog enige tijd warmgehouden. In het display verschijnt dan de melding "Warmhouden".
-
-
-
Koken op lage temperatuur
Opmerkingen
Gebruik goed bestorven, mager vlees zonder pezen en vetrandjes. Verwijder vooraf eventuele botten.
Gebruik voor het aanbraden zeer hitte bestendig vet, bijvoorbeeld boterolie of spijsolie.
Dek het vlees tijdens de bereiding niet af.
De bereidingstijd wordt bepaald door de gaarheid, de bruinering, de hoeveel heid en de grootte van het vlees en be draagt ca. 2-4 uur.
U kunt het vlees meteen aansnijden. U hoeft voor het vlees geen rusttijd aan te houden.
Tips
Vanwege de lage bereidings- en kerntemperaturen
– kunt u het vlees zonder moeite warm-
houden. U laat het gewoon in de oven, totdat het wordt opgediend. Het bereidingsresultaat wordt hier door niet beïnvloed.
heeft het vlees de juiste eettemperatuur. Dien het vlees op voorverwarmde borden op en serveer het met zeer hete saus, zo dat het vlees niet zo snel afkoelt.
-
-
-
Koken op lage temperatuur zonder automatisch programma
Gebruik bij voorkeur het rooster en de universele bakplaat.
Kies de ovenfunctie
^
"Boven-Onderwarmte".
Verwarm de oven, het rooster en de
^
universele bakplaat voor (130 °C, ca. 15 minuten).
-
­Braad alle kanten van het vlees (tij
^
dens het voorverwarmen van de oven) op een hoge stand op de kook­plaat aan.
^ Steek de Bratometer zo in het vlees
dat de metalen punt zich in de kern van het vlees bevindt.
^ Leg het vlees op het rooster.
^ Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^ Stel de kerntemperatuur in.
Gerecht Tijd in mi
nuten
Rosbief –
Rood
Medium
Doorbakken
Varkensfilet 120–150 63
Casselerrib 150–210 68
Kalfsrug 180–210 63
Lamsrug 90–120 60
60–90 120–150 180–240
-
Kerntem peratuur in °C
48 57 69
-
-
Na het bereiken van de kerntempera tuur wordt de oven automatisch uitge schakeld.
-
-
23
Aanwijzingen voor het grilleren
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren. Als u de deur niet sluit, wordt de
,
uitstromende hete lucht niet langs de koelventilator geleid en dus niet afge koeld. De bedieningselementen worden dan heet waardoor u zich kunt branden.
Ovenfuncties Opmerkingen
Grill groot Y: Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor
bruineren (grote vormen). Het hele grillelement wordt roodgloeiend.
Grill klein Z: Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor
bruineren (kleine vormen). Het binnenste gedeelte van het grillelement wordt roodgloei-
end.
-
Circulatiegrill \: Voor het grilleren van gerechten met een relatief grote door
snede, zoals een rollade of gevogelte.
24
-
Aanwijzingen voor het grilleren
Aanbevelingen Opmerkingen
Kookgerei
Rooster op universele bakplaat.
Niveau van onderen
Zie tabel.
Voorverwarmen
Is vereist.
Temperatuur
Zie tabel.
Tijden voor het grille­ren
Zie tabel.
Gebruik niet de gewone bakplaat!
Apparaten met vijf niveaus:
Plat vlees op niveau 4 of 5.
Dik vlees op niveau 3 of 4.
Apparaten met drie niveaus:
Plat vlees op niveau 2 of 3.
Dik vlees op niveau 1 of 2.
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de deur dicht.
– Plat vlees (bijvoorbeeld karbonade en biefstuk):
275 °C.
– Dikkere stukken (bijvoorbeeld gevogelte en rollade):
240 °C.
– Stel de temperatuur niet hoger in dan aangegeven.
Het vlees wordt anders wel bruin, maar niet gaar.
– Bij platte stukken vlees/vis per kant ca.6–8minuten.
Voor hogere stukken is iets meer tijd nodig.
Rollade, etc.: ca. 10 minuten per cm dikte.
Draai het vlees halverwege de tijd om.
25
Aanwijzingen voor het grilleren
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees af met koud water en droog het goed af. Zout het vlees niet voor het grilleren, anders verliest het zijn vocht.
Bestrijk mager vlees met een beetje olie. Andere soorten vet worden snel te donker of leiden tot rookontwikkeling.
Platte vissen en moten vis kunt u zouten en met een beetje citroensap bespren kelen.
Grilleren op het rooster
^ Plaats het rooster op de universele
bakplaat, zoals op de afbeelding hierboven.
^ Leg het vlees op het rooster.
Tips
Grilleer bij voorkeur stukken vlees die ongeveer even groot zijn, zodat de be reidingstijden niet teveel uiteenlopen.
Als tijdens het grilleren blijkt dat het vlees van buiten al een korstje krijgt, terwijl het van binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees op een lager niveau in de oven plaatsen of op een lagere tem peratuur verder grilleren.
­Als u wilt controleren of het vlees vol doende gaar is, druk dan met een lepel op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt, is
het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, is het
vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, is het
door en door gaar ("doorbakken").
-
-
-
^
Kies de ovenfunctie en stel de tem peratuur in.
^
Verwarm het grillelement ongeveer 5 minuten voor. Laat hierbij de deur dicht.
^
Leg het vlees in de oven en sluit de deur.
^
Draai het vlees halverwege de tijd om.
26
-
Loading...
+ 58 hidden pages