Lees beslist deze gebruiksaanwijzing
voordat u het apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan het apparaat.M.-Nr. 05 389 940
b Functiekeuzeschakelaar voor de oven
c Temperatuurkeuzeschakelaar voor
de oven
d Controlelampje voor de ovenverwarming
e Digitale klok *
f Kookzoneschakelaars *
g Controlelampje voor de kookzones *
Binnenruimte van de oven
h Verwarmingselement voor "Boven-
warmte" en "Grilleren"
i Aanzuigopening voor de ventilator
j Geleiderails met inschuif-
hoogten 1, 2, 3, 4
k Ovendeur
* afhankelijk van het type oven/fornuis
5
Algemeen
Accessoires
Elk model is voorzien van een:
– bakplaat,
– braadslede,
– rooster,
– vetfilter.
Kookplaat
De inbouwfornuizen kunnen met de volgende kookplaten worden gecombineerd:
KM 200
KM 213, KM 227
KM 215, KM 228
Typeplaatje van de kookplaat
Het typeplaatje van de kookplaat is niet
meer te zien als de oven is ingebouwd.
Daarom wordt er een tweede typeplaatje bijgevoegd.
Plak dit in de gebruiksaanwijzing onder
de rubriek "Technische Dienst". U heeft
de gegevens die op dit typeplaatje
staan vermeld nodig wanneer u contact opneemt met de Technische
Dienst.
6
Keramische kookplaat KM 215, KM 228
Algemeen
b Vario-kookzone: 14,5 cm / 21 cm Ø
c Kookzone: 14,5 cm Ø
d Kookzone / braadzone: 17 cm Ø / 17 cm x 26 cm *
e Kookzone: 14,5 cm Ø
f Display van de kookplaat, restwarmte-indicator
KM 213, KM 227
* Kookzone: 18 cm Ø
7
Algemeen
Elektrische kookplaat KM 200
b Kookzone: 18 cm Ø
c Kookzone: 14,5 cm Ø
d Kookzone: 18 cm Ø
e Kookzone: 14,5 cm Ø
f Kookzoneschakelaar: links voor
g Kookzoneschakelaar: links achter
h Kookzoneschakelaar: rechts achter
i Kookzoneschakelaar: rechts voor
8
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op een geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw gemeente waar u die kunt afgeven.
Wat te doen met een afgedankt
apparaat
Van een afgedankt apparaat kunnen
de onderdelen vaak nog waardevol
zijn. Zorg er daarom voor dat uw oude
apparaat via de dealer of via de gemeente gerecycled kan worden (zorgt
u ervoor dat het afgedankte apparaat
tot die tijd buiten het bereik van kinderen wordt opgeslagen). U kunt hierover
meer informatie vinden in de rubriek
"Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsbepalingen.
Als het apparaat echter niet wordt
gebruikt voor het doel waarvoor het
is bestemd, of als het op een verkeerde manier wordt bediend, kunnen personen letsel oplopen en kan
er materiële schade ontstaan.
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
U vindt hierin belangrijke instructies
voor het inbouwen, de veiligheid,
het gebruik en het onderhoud van
het apparaat. Dat is veiliger voor
uzelf en voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
Efficiënt gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik, en wel
voor het bakken, braden, ontdooien, koken, inmaken, drogen en grilleren van
levensmiddelen.
Gebruik voor andere doeleinden is voor
eigen risico en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangegeven of door een
foutieve bediening.
Technische veiligheid
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje
met de waarden van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze gegevens
moeten beslist overeenkomen.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is uitsluitend gegarandeerd als het is aangesloten op een
aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïn-
stalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een
elektrische schok).
Gebruik het apparaat alleen als
het is ingebouwd. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk elektrische onderdelen aanraakt.
Open in geen geval de ommante-
ling van het apparaat. Wanneer onderdelen die onder spanning staan worden aangeraakt of als elektrische of
mechanische delen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Dit kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Ondeskundig uitgevoerde installa-
tie- en onderhoudswerkzaamheden, alsmede ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor
de gebruiker.
De fabrikant kan daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. Laat installatieen onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitsluitend uitvoeren door erkende vakmensen.
Er staat alleen dan geen elektri-
sche spanning op het apparaat,
als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– als de zekering van de huisinstallatie
is uitgeschakeld;
– als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld;
– als de stekker uit het stopcontact is
getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
Het apparaat mag niet via een ver-
lengsnoer op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (er
kan bijvoorbeeld oververhitting ontstaan).
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire
locatie (bijvoorbeeld een boot of camper) worden ingebouwd en aangesloten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden voldaan.
Gebruik
Pas op! De kookzones en de oven
worden zeer heet!
Zorg dat kinderen uit de buurt van
het apparaat blijven als het in werking is.
Niet alleen de kookzones worden heet,
maar ook bijvoorbeeld de ovendeur, de
wasemafvoer, de handgreep en het bedieningspaneel. Kinderen kunnen zich
ook verbranden als ze pannen van de
kookplaat trekken.
Oven
Draag altijd ovenwanten als u ge-
rechten in de oven zet of eruit
haalt, of als u in de oven bezig bent.
Wanneer u "Boven- en onderwarmte" of
bijvoorbeeld de grill gebruikt, wordt het
bovenste verwarmingselement zeer
heet. U kunt zich eraan branden!
Als u de bovenwand van de oven
wilt reinigen, laat dan eerst het verwarmingselement afkoelen voordat u
het naar beneden laat zakken. Anders
kunt u zich eraan branden.
Duw het verwarmingselement niet
met geweld omlaag, want daardoor kan het beschadigd raken.
Gebruik geen kunststof servies-
goed. Kunststof smelt bij hoge
temperaturen, hierdoor kan de oven
beschadigd raken.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik bij inmaken in de oven
nooit conservenblikken.
Deze kunnen door overdruk uit elkaar
springen en de oven beschadigen.
Schuif geen pannen en dergelijke
over de bodem van de oven heen
en weer, anders beschadigt u het oppervlak van de bodem.
Ga niet op de geopende ovendeur
zitten of staan. Zet er ook geen
zware voorwerpen op, anders kunt u
het apparaat beschadigen. 10 kg is het
maximumgewicht dat de deur kan dragen.
Houd de ovendeur bij de greep
vast als u deze sluit. Anders kan
de deur tot aan de aanslag dichtklappen. Hierdoor kan de ovendeur beschadigd raken. Zorg dat niets tussen de
deur en de oven beklemd raakt.
Dek gerechten altijd af als ze in de
oven worden bewaard. Het vocht
uit de gerechten kan corrosie veroorzaken. Bovendien voorkomt u door het afdekken dat de gerechten uitdrogen.
Bereid diepvriesproducten (zoals
pizza) niet op de bakplaat of de
braadslede. De bakplaat en de braadslede kunnen zo kromtrekken dat ze
niet meer uit de oven gehaald kunnen
worden als ze heet zijn. Bij elk volgend
gebruik trekken ze weer krom. Gebruik
daarom het rooster en leg onder het
diepvriesproduct bakpapier. Voor patat, kroketten en dergelijke kunt u de
bakplaat of de braadslede wel gebruiken.
Giet nooit water op de bakplaat,
de braadslede en in de ovenruimte, zolang deze nog heet zijn, anders
vormt zich waterdamp die ernstige
brandwonden kan veroorzaken, alsmede schade aan het email.
Leg nooit aluminiumfolie op de bo-
dem van de oven, wanneer u de
ovenfunctie "Boven- en onderwarmte A" gebruikt. Zet ook geen pannen,
schalen, bakplaten of een braadslede
op de bodem van het apparaat.
Gebruikt u een braadslede van een ander merk, let er dan op dat de afstand
tussen de onderkant van de braadslede en de bodem van de oven minimaal
6 cm is.
Neemt u deze aanwijzingen niet in
acht, dan kan de onderwarmte niet
goed worden afgegeven, waardoor de
emaillaag van de bodem kan scheuren
en loslaten.
In de handel worden soms produc-
ten van aluminiumfolie aangeboden die de ovenruimte moeten schoonhouden en de reiniging moeten
vergemakkelijken. Gebruik dergelijke
producten niet, aangezien ze een negatief effect op het bak- en braadresultaat
hebben en de oven kunnen beschadigen (bijvoorbeeld door warmteophoping).
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Keramische kookplaat
De kookzones worden heet zodra
ze worden ingeschakeld. U kunt
zich eraan branden. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone heet
is.
Zet geen hete pannen of schalen
op het display van de kookplaat.
Hierdoor kunnen de restwarmte-indicatoren beschadigd raken.
Schakel de kookplaat onmiddellijk
uit als deze scheurtjes en dergelijke vertoont. Door de scheuren kunnen
etensresten en overgekookt vocht in
aanraking komen met elektrische delen, waardoor kortsluiting ontstaat.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering uit. Waarschuw de
Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Leg er dus geen voorwerpen
op. Als de kookplaat per ongeluk wordt
ingeschakeld of als deze nog heet is,
zouden deze voorwerpen kunnen smelten of vlam kunnen vatten.
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want
dat smelt bij hoge temperaturen. Bovendien kan de kookplaat hierdoor beschadigd raken.
Voorkom dat suiker in vaste of
vloeibare vorm, kunststof en aluminiumfolie op warme kookzones terechtkomen. Deze stoffen kunnen bij afkoeling scheuren en barsten in de
keramische plaat veroorzaken. Komt
per ongeluk toch iets op een hete kookzone terecht, schakel deze dan uit en
verwijder de resten onmiddellijk met
een schraper zolang de kookzone nog
warm is. Let op dat u daarbij uw handen niet brandt.
Laat geen voorwerpen op de kera-
mische plaat vallen. Zelfs een licht
voorwerp als een zoutvaatje kan, als
het verkeerd terechtkomt, scheuren of
barsten in de plaat veroorzaken.
Gebruik op de keramische kook-
plaat geen pannen of schalen met
een scherpe rand aan de bodem. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te
verwijderen zijn.
Reinig de voegen tussen de rand-
lijst van de kookplaat en het werkblad respectievelijk tussen de randlijst
en de keramische kookplaat niet met
een spits voorwerp. Op deze manier
zou u de afdichting kunnen beschadigen.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Elektrische kookplaat
De kookzones worden heet zodra
ze worden ingeschakeld.
Zorg dat er geen zouthoudende
gerechten of vloeistoffen op de
roestvrijstalen plaat terechtkomen.
Gebeurt dit toch, verwijder de etensresten en vloeistoffen die zout bevatten
dan zo snel en zo grondig mogelijk. Als
u dit niet doet, kunnen er corrosievlekken ontstaan.
Wij adviseren u geen sierdeksels
voor kookzones te gebruiken. Wanneer een kookzone wordt ingeschakeld, terwijl er een sierdeksel op ligt,
kan de kookzone kromtrekken.
Ook kan er corrosie op een kookzone
ontstaan als:
– een sierdeksel op een nog vochtige
kookzone wordt gelegd;
– vocht of damp onder het sierdeksel
terechtkomt.
Gebruik de kookplaat niet als werk-
blad. Leg er dus geen voorwerpen
op. Als de kookplaat per ongeluk wordt
ingeschakeld of als deze nog heet is,
zouden deze voorwerpen kunnen smelten of vlam kunnen vatten.
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want
dat smelt bij hoge temperaturen. Bovendien kan de kookplaat hierdoor beschadigd raken.
Algemeen
Houd het apparaat goed in de ga-
ten als u met olie en/of vetten
werkt. Olie en vet kunnen in brand raken!
Gebruik het apparaat niet om er
een ruimte mee te verwarmen.
Door de hoge temperaturen in de ovenruimte kunnen licht ontvlambare voorwerpen, die zich in de buurt van het apparaat bevinden, vlam vatten.
Zorg ervoor dat voedsel altijd vol-
doende wordt verwarmd. De tijd
die daarvoor nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals de temperatuur van de ingrediënten op het moment dat het gerecht in de oven wordt
gezet, de hoeveelheid, het soort voedsel, de kwaliteit ervan en eventuele wijzigingen in het recept. Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood
wanneer de temperatuur hoog genoeg
is (> 70 °C) en lang genoeg wordt aangehouden (> 10 min.). Wanneer u twijfelt of een gerecht voldoende verwarmd is, kies dan liever een iets
langere tijd.
Het is belangrijk dat de temperatuur in
het gerecht gelijkmatig wordt verdeeld
en bovendien hoog genoeg is. Roer de
gerechten daartoe regelmatig door of
draai ze om.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u een contactdoos in de buurt
van het apparaat gebruikt, let er
dan op dat de aansluitkabel niet tussen
de hete ovendeur beklemd raakt. De
aansluitkabel kan beschadigd raken en
u loopt zo het risico een elektrische
schok te krijgen.
Gebruik voor het reinigen van het
apparaat nooit een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Let op als u alcoholhoudende dran-
ken voor het bakken of braden gebruikt. Voor de bereiding van levensmiddelen in de oven worden vaak
alcoholhoudende dranken gebruikt, zoals rum, cognac of wijn.
Door de hoge temperaturen verdampt
de alcohol. Houd er rekening mee dat
deze damp door het verwarmingselement vlam kan vatten.
Accessoires
Schuif na gebruik van de schraper
het mesje weer in de houder, an-
ders kunt u zich eraan verwonden.
Het afdanken van het apparaat
Haal de stekker uit het stopcontact
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
Hiermee voorkomt u dat het apparaat
gevaar oplevert, bijvoorbeeld voor spelende kinderen.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
15
Vóór het eerste gebruik
Vóór het eerste gebruik
Het instellen van de digitale klok
Afhankelijk van het type apparaat is uw
oven voorzien van een digitale klok.
Na het aansluiten van het apparaat
knipperen in het display "0
"AUTO".
Dagtijd instellen
(24-uurs-weergave)
Druk de toetsen "g" en ")" tegelijk
in en houd deze vast.
In het display blijven "0
knipperen.
Voer de dagtijd met de + of – toets in
·
minuten).
(uren
·00"en
·
00"en "AUTO"
Reiniging voor het eerste gebruik
Oven
Reinig de ovenruimte met warm wa-
ter en een mild reinigingsmiddel.
Wrijf de oven daarna met een schone doek droog.
Sluit de ovendeur pas wanneer de
binnenruimte droog is.
Was de accessoires af.
Bij nieuwe apparaten ontstaat vaak
een onaangename geur als ze voor het
eerst worden gebruikt. Door de oven
enige tijd op een hoge temperatuur
aan te zetten, verdwijnt deze geur echter snel.
Zet de oven daarom minstens één uur
aan:
Draai de functiekeuzeschakelaar op
"Hetelucht D".
Stel met de temperatuurkeuzeschakelaar de hoogste temperatuur in.
U kunt de oven ook automatisch uitschakelen met behulp van de digitale
klok.
Na het invoeren wordt de dagtijd in
uren en minuten weergegeven.
Let op! Het symbool "@" in het display geeft aan dat de oven los van de
digitale klok kan worden gebruikt.
16
Zorg dat de ruimte waar de oven
staat voldoende geventileerd wordt
als de oven aanstaat.
Vóór het eerste gebruik
Keramische kookplaat
Reinig de keramische kookplaat grondig voor het eerste gebruik (zie hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
Bij het eerste gebruik kunnen geurtjes
vrijkomen: het water in de isolering verdampt.
Elektrische kookplaat
Bij het eerste gebruik van de elektrische kookplaat komen geurtjes vrij.
Zet de kookzones ongeveer 5 minuten op de hoogste stand, zonder dat
er pannen op staan.
De roestwerende beschermlaag wordt
hierdoor extra gehard. Daarbij kan enige rookontwikkeling optreden.
Zorg dat de ruimte waar de oven
staat voldoende geventileerd wordt
als de oven aanstaat.
17
De functies van de kookplaat
De functies van de kookplaat
Keramische kookplaat
Kookzones
De kookzones zijn duidelijk zichtbaar in
de kookplaat aangebracht.
Alleen de ingeschakelde kookzone
wordt verwarmd. De rest van het oppervlak blijft relatief koud.
Kookzone-vergroting
U kunt deze functie alleen maar gebruiken als uw kookplaat voorzien is van vario-kookzones of van een kook-/braadzone.
De vergroting van de kookzone wordt
met de desbetreffende kookzoneschakelaar ingeschakeld.
Restwarmte-indicator
Elke kookzone heeft een controlelampje voor de restwarmte. Wanneer de
kookzone na het inschakelen een bepaalde temperatuur bereikt, gaat dit
lampje branden.
Zet geen hete pannen of schalen
op het display van de kookplaat.
Hierdoor kunnen de restwarmte-indicatoren beschadigd raken.
Het lampje blijft branden zolang de
kookzone nog warm is, ook nadat deze
is uitgeschakeld.
Raak de kookzone niet aan zolang
de restwarmte-indicator brandt en
leg ook geen voorwerpen op de
kookzone. U kunt zich branden!
Draai de schakelaar alleen rechtsom tot aan de aanslag.
De schakelaar raakt anders defect.
Draai de schakelaar alleen rechtsom
op het symbool "n".
Stel vervolgens de gewenste stand
in.
Als de kookzoneschakelaar vervolgens
op "0" wordt gedraaid, gaan zowel de
kookzone als de vergroting ervan uit.
Elektrische kookplaat
Deze kookplaat beschikt over vier elektrische kookzones met twee verschillende afmetingen en vermogens.
18
Gebruik van de kookplaat
Kookzoneschakelaars
De kookzones worden met schakelaars
bediend.
Draai de kookzoneschakelaars alleen rechtsom, maximaal tot aan de
aanslag, en weer terug.
De schakelaars raken anders defect.
Zodra een schakelaar op een bepaalde stand wordt gedraaid, gaat het controlelampje voor de kookzones branden. Dit lampje gaat uit zodra de
schakelaar op "0" wordt gedraaid.
Zo gebruikt u de keramische
kookplaat
Kies een hoge stand voor het aan de
kook brengen of aanbraden van een
gerecht.
Zodra er stoom onder de rand van
de pan vandaan komt, moet de kookzoneschakelaar op een lagere stand
worden gedraaid.
Als u de schakelaar op tijd terugdraait
– voorkomt u dat gerechten overkoken;
– voorkomt u dat gerechten aanbran-
den;
– bespaart u energie.
Gebruik van de kookplaat
Tabel voor het kiezen van de juiste
stand
stand
boter smelten
chocolade smelten
gelatine oplossen
yoghurt maken
gerechten warmhouden
kleine hoeveelheden opwarmen
saus maken
omelet bakken
vlees/vis/groente koken
aardappels/eenpansgerechten/
soep koken
jam maken
schnitzel, lever, braadworst, vis
eieren bakken
röstischijven bakken
pannenkoeken bakken
biefstuk bakken
frituren in vet
De getallen in deze tabel zijn richtlijnen. Ze hebben betrekking op normale porties voor 4 personen. Als u hogere pannen gebruikt, zonder deksel kookt of grotere hoeveelheden bereidt, moet
een hogere stand worden ingesteld. Als u kleinere hoeveelheden bereidt, moet een lagere stand
worden ingesteld.
1
1 - 2
2 - 3
3 - 5
5 - 7
6 - 9
19
Gebruik van de kookplaat
De juiste pannen
Als u de volgende adviezen opvolgt
– bespaart u energie;
– voorkomt u dat overkokend vocht in-
brandt.
De bodem van de pan
De pannen moeten een stabiele onderkant hebben die iets naar binnen buigt.
Als de bodem heet wordt, staat deze
vlak op de kookzone. Gebruik pannen
die geschikt zijn voor koken op een keramische dan wel elektrische kookplaat.
De grootte van de pan
De doorsnede van de pan moet iets
groter zijn dan die van de kookzone.
Het deksel
Een deksel op de pan voorkomt dat de
warmte ontsnapt.
20
Gebruik van de kookplaat
Let op het volgende
Om onnodig energieverbruik te voorkomen, moet u altijd een pan opzetten
voordat u een kookzone inschakelt.
Bovendien voorkomt u op deze manier
dat de kookzones van de elektrische
kookplaat vervormen of zelfs defect raken.
De kookzone en de pan moeten
schoon en droog zijn. U hoeft dan na
het koken minder schoon te maken.
Speciaal voor keramische kookplaten
Zorg dat er geen zand op de kookzones ligt.
Als er zand tussen pan en kookzone
komt, kan dit krassen veroorzaken.
De bodem van de pan mag geen
scherpe randen hebben.
Als u een pan met scherpe randen verschuift, ontstaan er krassen op de keramische kookplaat.
Voorkom dat suiker of suikerhoudend voedsel op warme kookzones
terechtkomt en leg er geen kunststof of aluminiumfolie op.
Als de keramische plaat afkoelt, kunnen hierdoor scheuren of barsten in de
plaat ontstaan. Komt er per ongeluk
toch iets op een hete kookzone terecht,
schakel deze dan uit en verwijder de
resten onmiddellijk met een schraper
zolang de kookzone nog warm is. Let
op dat u daarbij uw handen niet brandt.
Als de kookzone afkoelt zonder dat
deze van tevoren is gereinigd, ontstaat
onherstelbare schade aan de keramische plaat.
Speciaal voor elektrische kookplaten
Leg geen natte of vochtige voorwerpen op de kookzones.
Maak vochtige kookzones droog door
ze even aan te zetten. Anders bestaat
het gevaar dat ze gaan roesten.
Pannen van aluminium en roestvrijstalen pannen met een aluminium
bodem kunnen parelmoerkleurige
vlekken op de kookplaat veroorzaken.
Deze vlekken kunt u het beste onmiddellijk verwijderen met een speciaal reinigingsmiddel (zie de rubriek "Reiniging en onderhoud").
21
Ovenfuncties
Ovenfuncties
Hetelucht D
Bij deze ovenfunctie wordt met een
hete luchtstroom gewerkt.
De ventilator aan de achterkant zuigt
de lucht uit de oven aan, leidt deze
langs het ringvormige verwarmingselement en blaast de verwarmde lucht
door de openingen in de achterwand
weer terug.
Omdat de gerechten direct worden verwarmd, is voorverwarmen van de oven
niet nodig.
Uitzondering: voor het braden van rosbief of filet en voor het bakken van donker brooddeeg moet de oven wel
worden voorverwarmd.
Bij gebruik van "Hetelucht" kan er op
verschillende niveaus tegelijk worden
gebakken en gebraden. Door de hete
luchtstroom kan er bij deze ovenfunctie
met lagere temperaturen worden gewerkt dan bij "Boven- en onderwarmte".
Snelopwarmsysteem Ä
Bij deze ovenfunctie worden tegelijk de
verwarmingselementen van de grill en
de onderwarmte, alsmede de ventilator
ingeschakeld. Het apparaat wordt zo
snel op de gewenste temperatuur gebracht. Zodra het controlelampje voor
de ovenverwarming dooft, is de ingestelde temperatuur bereikt. U kunt de
functiekeuzeschakelaar nu op de gewenste ovenfunctie zetten.
Boven- en onderwarmte A
Bij deze conventionele ovenfunctie
wordt het gerecht van boven en van onderen verwarmd.
Voorverwarmen van de oven is alleen
nodig
– voor gebak met een korte baktijd (tot
ca. 30 minuten);
– voor het bakken van fijne deegsoor-
ten;
– voor het bakken van donker brood-
deeg;
– voor het braden van rosbief of filet.
Grilleren n
Het grillelement wordt al enkele minuten na het inschakelen roodgloeiend en
produceert de infrarood-straling die
voor het grilleren nodig is.
Verwarm het grillelement ca. 5 minuten
voor. Houd daarbij de deur gesloten.
Grilleren met luchtcirculatie N
De hitte van het grillelement wordt door
de ventilator aan de achterkant over
het gehele gerecht verspreid. Hierdoor
kan met een lagere temperatuur worden gewerkt dan bij gewoon grilleren.
22
Bediening van de oven
Bediening van de oven
Bedieningsknoppen
De oven heeft twee bedieningsknoppen: de functiekeuzeschakelaar en de
temperatuurkeuzeschakelaar.
Functiekeuzeschakelaar
Draai de keuzeschakelaar
– naar rechts om de ovenfuncties
"Snelopwarmsysteem Ä", "Hetelucht D" of "Grilleren met luchtcirculatie N" te kiezen.
– "Verlichting H"
Om de ovenverlichting apart in te
schakelen.
– "Boven- en onderwarmte A"
Voor het bakken en braden van traditionele gerechten, bijvoorbeeld soufflés.
– "Grilleren n"
Voor het grilleren van vlees, zoals
karbonade, biefstuk, gevogelte en
schaschlik.
Sluit de ovendeur tijdens het grilleren.
– "Snelopwarmsysteem Ä"
Om de opwarmtijd van de oven te
verkorten en voor het voorverwarmen. Ideaal voor het bereiden van
kant-en-klaarmaaltijden.
– "Hetelucht D"
Voor bakken en koken op meerdere
niveaus.
– "Grilleren met luchtcirculatie N"
Voor het grilleren van gerechten met
een relatief grote doorsnede, zoals
een rollade of gevogelte. Sluit de
ovendeur tijdens het grilleren.
– naar links om de ovenfuncties "Ver-
lichting H", "Boven- en onderwarmte A" of "Grilleren n" te kiezen.
Draai de keuzeschakelaar alleen
links- en rechtsom. Draai de schakelaar niet 360°, anders raakt deze defect.
23
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.