Miele G 7881 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Reinigings- en ontsmettingsautomaat G 7881
Lees absoluut de gebruiks­aanwijzing voor u het toestel opstelt, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw toestel.
nl-BE
M.-Nr. 07 778 151
Inhoud
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................5
Symbolen op het toestel ...........................................9
Bedoeld gebruik..................................................10
Beschrijving van het toestel ........................................11
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................13
Deur openen en sluiten ............................................14
Elektrische deurvergrendeling........................................14
Deur openen a ..................................................14
Deur sluiten ......................................................14
Deur openen met de noodontgrendeling ...............................14
Waterontharder ..................................................15
Waterontharder programmeren .......................................15
Vullen met regenereerzout...........................................17
Controlelampje voor het zout.........................................18
Gebruikstechniek.................................................19
Controle op proteïneresten ..........................................19
Spoelmateriaal plaatsen ............................................20
Verende adapter watervoorziening ....................................21
Hoogte van een onderrek aanpassen ..................................21
Dentaal..........................................................23
Chemische procestechniek ........................................25
Dosering van proceschemicaliën....................................29
Vullen met naspoelmiddel ...........................................29
Indicator voor naspoelmiddel ........................................30
Dosering van naspoelmiddel instellen..................................30
Vullen met neutralisatiemiddel........................................31
Indicator voor neutralisatiemiddel .....................................32
Reiniger toevoegen ................................................33
Poedervormige reiniger doseren ......................................33
Bediening .......................................................35
Inschakelen ......................................................35
Programma starten ................................................35
De extra functie Drogen 0 selecteren ..............................35
Weergave van het programmaverloop .................................36
Einde van het programma ...........................................36
Afbreking van het programma........................................37
Afbreking van het programma door een storing .......................37
2
Inhoud
Handmatige afbreking van het programma ...........................37
Uitschakelen .....................................................37
Programmeerfuncties .............................................38
Voor alle programmeerfuncties geldt het volgende: .......................38
Programmeermodus activeren .....................................38
Waarden opslaan en de programmeermodus beëindigen ...............38
Programmeermodus beëindigen zonder op te slaan....................38
Dosering met DOS 1 ...............................................39
Doseerconcentratie instellen ......................................39
Doseersysteem ontluchten ........................................39
Dosering met DOS 3 ...............................................40
Doseerconcentratie instellen ......................................40
Doseersysteem ontluchten ........................................40
Zoemer..........................................................41
Programmaparameters veranderen ...................................42
Temperatuur veranderen .........................................42
Inwerktijd veranderen ............................................43
Fabrieksinstellingen herstellen .......................................43
Tijd en datum instellen..............................................44
Procesdocumentatie (optioneel) ....................................45
Instandhouding ..................................................46
Onderhoud.......................................................46
Procesvalidering ..................................................47
Routinecontroles ..................................................47
Filters in de spoelruimte reinigen......................................48
Grove filter reinigen .............................................48
Platte filter en micro-fijnfilter reinigen ................................49
Sproeiarmen reinigen ..............................................50
Bedieningspaneel reinigen ..........................................51
Voorzijde van het toestel reinigen .....................................51
Spoelruimte reinigen ...............................................51
Deurdichting reinigen ..............................................51
Doseersystemen ..................................................51
Rekken en inzetten ................................................52
Storingen verhelpen ..............................................53
Storingen ongedaan maken ........................................61
Thermoschakelaar .................................................61
Afvoerpomp en de terugslagklep reinigen ..............................62
3
Inhoud
Filters in de watertoevoer reinigen.....................................63
Serviceafdeling ..................................................64
Opstellen........................................................65
Reinigingsautomaat inbouwen onder een werkblad .......................65
Elektrische aansluiting ............................................67
Wateraansluiting .................................................68
Watertoevoer aansluiten ............................................68
Waterafvoer aansluiten .............................................70
Technische gegevens .............................................71
Programmaoverzicht ..............................................72
4
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze reinigings- en ontsmettings automaat voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel. Voor u deze reinigings- en ontsmettingsautomaat in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwij zing aandachtig lezen. Dat is vei liger voor uzelf en u vermijdt schade aan de reinigings- en ontsmettings automaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Juist gebruik
De reinigings- en ontsmettings-
~
automaat mag uitsluitend worden ge­bruikt voor de in de gebruiksaanwijzing vermelde toepassingen. Andere toe­passingen zijn niet toegelaten en kun­nen gevaarlijk zijn, net als aanpassingen en veranderingen aan het toestel. De procédés om te reinigen en te ontsmetten zijn alleen bedoeld voor in strumenten of medische producten die volgens de producent gereinigd en op nieuw gebruikt kunnen worden. U moet de aanwijzingen van de producent van het spoelmateriaal en de instrumenten volgen. De fabrikant is niet aansprake lijk voor schade die werd veroorzaakt doordat het toestel voor andere doel einden werd gebruikt of verkeerd werd bediend.
-
-
-
-
-
-
De reinigings- en ontsmettings
~
automaat mag enkel en alleen binnen worden gebruikt.
Als u de reinigings- en ontsmettings
~
automaat niet op een vaste plaats in stalleert, laat dit karwei dan enkel uit voeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
Neem de onderstaande opmerkingen in acht om verwondingen te ver mijden!
De reinigings- en ontsmettings
~
automaat mag alleen door de Service After Sales van Miele in gebruik geno­men, onderhouden en hersteld worden. Om zo goed mogelijk aan wettelijke voorschriften te voldoen, is het aan te bevelen een herstellings- en onderhoudscontract met Miele af te sluiten. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's voor de ge­bruiker ontstaan!
De reinigings- en ontsmettings
~
automaat mag niet worden opgesteld in ruimtes waar ontploffingsgevaar moge
­lijk is of er vriestemperaturen kunnen voorkomen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De elektrische veiligheid van het
~
toestel is alleen dan gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheids voorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. De fabrikant kan niet aansprakelijk wor den gesteld voor schade die werd ver oorzaakt doordat de aardleiding onder broken was of gewoon ontbrak. Er be staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Een beschadigde of lekkende
~
reinigings- en ontsmettingsautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen. Schakel de reinigings- en ontsmettings­automaat onmiddellijk uit en verwittig de Service After Sales van Miele.
De personen die het toestel be-
~
dienen, moeten geïnstrueerd zijn en indien nodig bijkomende training vol­gen. Personeel dat niet geïnstrueerd is en geen training heeft gevolgd, mag de reinigings- en ontsmettingsautomaat niet bedienen.
Bij de omgang met de
~
proceschemicaliën (reinigings- en neu tralisatiemiddel, reinigingsversterker, naspoelmiddel enz.) is voorzichtigheid geboden! Het gaat deels om bijtende en irriterende stoffen. Respecteer de van kracht zijnde veiligheidsregels. Draag een veiligheidsbril en hand schoenen! Bij het gebruik van proces chemicaliën dient u altijd de veiligheidsrichtlijnen en veiligheidsinformatiebladen van de pro ducent te respecteren!
-
-
-
-
De reinigings- en ontsmettings
~
automaat is ontworpen om alleen maar met water en daarvoor bedoelde proceschemicaliën te werken. Het toestel mag niet met organische oplos middelen of ontvlambare vloeistoffen worden gebruikt. Dat kan o.a. tot explo siegevaar leiden en tot aantasting van onderdelen in rubber en kunststof. Hier door kan er vloeistof uitlopen.
-
-
-
-
-
Bij poedervormige reiniger het stof
~
niet inademen! Als reinigingsmiddelen worden ingeslikt, kunnen ze brandwon den in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden.
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
Ga niet op de geopende deur staan
~
of zitten. De reinigings- en ontsmettingsautomaat kan hierdoor kantelen of beschadigd raken.
Wanneer u scherpe en puntige voor-
~
werpen rechtop in het toestel plaatst, moet u erop letten u niet te verwonden. Plaats de voorwerpen zo dat ze geen verwondingen kunnen veroorzaken.
Let op de eventuele hoge tempera
~
tuur tijdens de werking van de reinigings- en ontsmettingsautomaat. Wanneer u de vergrendeling omzeilt om de deur te openen, bestaat de kans dat u zich verbrandt of dat u met bijten de stoffen in contact komt.
-
-
-
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Omdat het spoelwater tijdens de be
~
handeling giftige en chemische stoffen kan bevatten (bijv. aldehyde in het ontsmettingsmiddel), moet u er altijd voor zorgen dat de deur goed dicht is en (indien van toepassing) de werking van de dampcondensor controleren. U moet bijzonder goed opletten wan neer u het programma onderbreekt en vervolgens de deur van de reinigings­en ontsmettingsautomaat opent. Dit houdt een risico in.
Raadpleeg in noodgevallen of wan
~
neer u in contact komt met giftige dampen of proceschemicaliën altijd de veiligheidsinformatiebladen van de pro­ducent van de proceschemicaliën!
De wagen(s), rekken, inzetten en la-
~
ding moeten afkoelen voordat u ze uit­trekt of uitneemt. Verwijder daarna eventuele waterresten uit onderdelen die water kunnen bevatten. Giet deze in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen niet
~
aan wanneer u tijdens of na het pro gramma de deur opent. Zelfs enkele minuten nadat het programma beëin digd is, kunt u zich daar nog aan ver branden.
De reinigings- en
~
ontsmettingsautomaat mag niet met een waterslang of een hogedrukreiniger worden afgespoeld en gereinigd, even min als de onmiddellijke omgeving er van.
Bij onderhoudswerken dient u altijd
~
de reinigings- en ontsmettingsautomaat los te koppelen van het elektriciteitsnet.
-
-
-
-
-
-
Neem de volgende tips in acht om
-
een goede reiniging van medische producten te garanderen, om de pati ënten niet in gevaar te brengen en om schade te vermijden!
Wanneer de reinigings- en
~
ontsmettingsautomaat voor door de overheid voorgeschreven ontsmet tingen wordt gebruikt, moeten de dampcondensor en zijn verbindingen met de spoelruimte en de afvoer van de reinigings- en ontsmettingsautomaat bij een herstelling of een vervanging wor den ontsmet.
Programma's mogen alleen in
~
uitzonderlijke gevallen en door bevoeg­de personen worden onderbroken.
De gebruiker moet kunnen aantonen
~
dat de normen op het vlak van reiniging en ontsmetting in de praktijk worden gehaald. De procedures moeten regel­matig thermo-elektrisch en door resultaatcontroles documenteerbaar worden gecontroleerd.
Voor de thermische ontsmetting zijn
~
temperaturen en inwerktijden vereist die volgens de normen en richtlijnen en in overeenstemming met de microbiolo gische en hygiënische kennis de nood zakelijke infectieprofylaxe garanderen.
Proceschemicaliën kunnen onder
~
bepaalde omstandigheden bijdragen
­tot schade aan de reinigings- en
ontsmettingsautomaat. Daarom is het belangrijk dat u de richtlijnen van de producent van de proceschemicaliën volgt. Bij beschadiging en vermoedelijke materiaalincompatibiliteit dient u contact op te nemen met Miele.
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Voorafgaande behandelingen (bijv.
~
met reinigings- of ontsmettingsmiddelen), maar ook be paalde vervuilingen en proces chemicaliën, in combinatie met de che mische wisselwerking, kunnen schuim veroorzaken. Schuim kan het reinigings- en ontsmettingsresultaat aantasten.
Het behandelingsproces moet zo
~
worden aangepast dat er geen schuim uit de spoelruimte vrijkomt. Vrijkomend schuim kan de veilige werking van de reinigings- en ontsmettingsautomaat in gevaar brengen.
U moet het behandelingsproces re-
~
gelmatig controleren om schuimvor­ming te voorkomen.
Om schade aan reinigings- en
~
ontsmettingsautomaten en het ge­bruikte toebehoren te voorkomen door het inwerken van proceschemicaliën, vervuilingen op het spoelmateriaal en de wisselwerking ertussen, moet u de aanwijzingen in de rubriek "Chemische procestechniek" volgen.
-
-
Let bij het gebruik van
~
proceschemicaliën (bijv. reinigingsmid delen) altijd op de aanwijzingen van de producent. Gebruik de proceschemicaliën alleen voor de door
­de producent voorziene toepassingen om schade aan materiaal en sterke chemische reacties (bijv. knalgas) te vermijden.
Bij kritische toepassingen, waarbij
~
bijzonder hoge eisen aan de reiniging worden gesteld, moeten de omstandig heden en procédés (proceschemicaliën, waterkwaliteit enz.) vooraf met Miele worden afgesproken.
De wagen(s), rekken en inzetten
~
voor het spoelmateriaal moeten over­eenkomstig het bedoelde gebruik wor­den gebruikt. Instrumenten met een holle ruimte moe­ten ook langs binnen volledig met het spoelwater kunnen worden behandeld.
Recipiënten die resten van vloeistof-
~
fen bevatten, moeten eerst worden leeggemaakt voor ze worden geplaatst.
-
-
Dat de fabrikant van het toestel be
~
paalde proceschemicaliën (zoals bijv. reinigingsmiddelen) aanbeveelt, bete kent niet dat hij verantwoordelijk is voor de invloed van die chemicaliën op het materiaal dat wordt gereinigd. Hou er rekening mee dat wijzigingen in de samenstelling, bewaaromstandigheden enz. die de producent van de proceschemicaliën niet heeft meegedeeld, de kwaliteit van de reiniging kunnen aantasten.
8
-
-
Er mogen geen noemenswaardige
~
resten van oplosmiddelen en zuren, meer bepaald zoutzuren en chloride houdende oplossingen, in de spoel ruimte terechtkomen wanneer u het te reinigen materiaal in het toestel plaatst. Ook geen stoffen die metalen corroderen! Van oplosmiddelen mogen er in combi natie met de vervuiling (meer bepaald bij gevarenklasse A1) alleen maar spo ren aanwezig zijn.
-
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Let erop dat de roestvrijstalen
~
buitenbekleding niet in contact komt met oplossingen/dampen die zoutzuur bevatten. Dit om corrosie te vermijden.
Wanneer werken aan het
~
leidingwaternet zijn uitgevoerd, moet de watertoevoerleiding naar de reinigings- en ontsmettingsautomaat worden ontlucht. Anders kunnen onderdelen van de reinigings- en ontsmettingsautomaat beschadigd raken.
Volg de aanwijzingen voor de instal
~
latie in de gebruiksaanwijzing en instal latiehandleiding.
Toebehoren gebruiken
Er mag alleen toebehoren van Miele
~
voor het bedoelde gebruik worden aan­gesloten. De typeaanduiding van de af­zonderlijke toestellen krijgt u van Miele.
Er mogen alleen wagens, rekken en
~
inzetten van Miele worden gebruikt. Wanneer u het toebehoren van Miele wijzigt of wanneer u andere wagens en inzetten gebruikt, kan Miele niet garan deren dat het resultaat van de reiniging en ontsmetting voldoende is. Schade die als gevolg daarvan ontstaat, valt niet onder de garantie.
Er mogen alleen proceschemicaliën
~
worden gebruikt die volgens de produ cent van de proceschemicaliën voor het bedoelde toepassingsgebied ge schikt zijn. De producent van de proceschemicaliën draagt de verant woordelijkheid voor negatieve invloe den op het spoelmateriaal en de reinigings- en ontsmettingsautomaat.
-
-
-
Symbolen op het toestel
Let op: Gebruiksaanwijzing volgen!
Let op: Risico op elektrische schokken!
Uw toestel afdanken
Hou er rekening mee dat het toestel
~
door bloed of andere lichaamsvochten besmet kan zijn en dat het daarom moet worden ontsmet voor u het af
­dankt.
­Uit veiligheidsoverwegingen – en om het milieu te beschermen – verwijdert u alle resten van proceschemicaliën. Volg daarbij de veiligheidsvoorschriften (vei­ligheidsbril en handschoenen ge­bruiken!). Verwijder de deurvergrendeling of maak deze onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toestel kunnen opsluiten. Breng het toestel vervolgens naar een reglementair recyclagepunt.
-
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden gevolgd, kan de fabri kant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die daar even tueel het gevolg van is.
-
-
-
-
9
Bedoeld gebruik
In dit reinigings- en ontsmettingstoestel van Miele kunnen opnieuw te gebruiken medische producten voor dentale toe
­passingen worden gereinigd, gespoeld en thermisch ontsmet. Volg hierbij de instructies van de pro
­ducenten van de medische producten (EN ISO 17664).
Medische producten die in de reinigings- en ontsmettingsautomaat kunnen worden behandeld, zijn bijv. tandartsinstrumenten, zuiginstrumenten, overbrengingsinstrumenten enz.
De term "spoelmateriaal" wordt gebruikt als de te behandelen voorwerpen niet nader gedefinieerd zijn.
Om instrumenten geschikt te maken voor verder gebruik worden ze bij voor­keur machinaal gereinigd. Wanneer ontsmetting vereist is om me­disch personeel of patiënten te be­schermen, worden de voorwerpen ther­misch ontsmet, bijv. via het DESIN vario TD-procédé. Volgens het A EN ISO 15883-1 moet thermische ont
-concept van de norm
0
­smetting worden uitgevoerd bij 90 °C (+ 5 °C, - 0 °C) en met 5 minuten in werktijd (A van A
3000). Het werkingsbereik
0
3000 omvat ook de inactivering
0
-
van HBV.
In voorkomend geval moeten bij de ont smetting ook de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften worden gevolgd.
De reiniging moet optimaal op het soort vervuiling en het te behandelen spoelmateriaal worden afgestemd. Het gebruik van proceschemicaliën moet worden afgestemd op de reini ging.
Om voorwerpen correct te ontsmetten, te steriliseren en veilig verder te kunnen gebruiken is een effectieve reiniging vereist. Voor opnieuw te behandelen medische producten wordt de reiniging bij voor keur uitgevoerd met het DESIN vario TD-procédé.
Voor een correcte reiniging van de in­strumenten en laboratoriumbenodigdheden is het be­langrijk dat de juiste dragers (rekken, modules, inzetten enz.) worden ge­bruikt. In het hoofdstuk "Gebruikstechniek" vindt u voorbeelden hiervan.
De reinigings- en ontsmettingsautomaat biedt de mogelijkheid om na te spoelen met gebruikswater of gezuiverd water (optioneel) (bijv. Aqua destillata, (zeer) zuiver water, volledig ontzout water, ge demineraliseerd water in toepassingstechnisch aangepaste kwa liteit).
Volgens EN ISO 15883 is het toestel kwalificeerbaar voor validering van de processen.
-
-
-
-
-
10
Beschrijving van het toestel
a Aan-uitschakelaar I-0
b Deuropener a
c Tijdsaanduiding/display
d Omschakeltoets ß voor het display:
- reële temperatuur
- verstreken spoeltijd
- actief spoelblok
e Droogtoets 0 met controlelampje
f Starttoets 6 met controlelampje
g Weergave programmaverloop:
k Regenereren I Voorreinigen l Hoofdreinigen H Spoelen / naspoelen
c Drogen r Einde van het programma
h Controle- / foutlampjes:
p / 6 Toevoer / afvoer k Regenereerzout w Neutralisatiemiddel H Naspoelmiddel
8 DOS optische poort voor de
Technische Dienst van Miele; bij aangesloten DOS-module K 60: vloeibare reiniger
i Programmakiezer
f Stop A Vrij programmeerbaar
programma
E Universeel D Afspoelen 6 Afpompen
varioTD SPECIAL 93°C-10'
11
Beschrijving van het toestel
a Aansluiting voor DOS-module K 60
aan de achterzijde van het toestel
b Dienstklep
c Filtercombinatie
d Reservoir voor regenereerzout
e Reservoir voor poedervormige reini
ger
12
f Reservoir voor naspoelmiddel met
doseringsregelaar
g Vulpeilindicator voor naspoelmiddel
Aan de achterzijde van het toestel:
Poortstekker RS 232
-
Zuiglans voor extern reservoir voor neutralisatiemiddel
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvrien delijk en recycleerbaar verpakkingsma teriaal gekozen.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Uw handelaar neemt de verpakking terug.
-
Het afdanken van het toestel
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten vaak nog waarde volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als u het toestel bij het gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen scha­delijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte toestel dan ook nooit met het gewone afval.
-
Als u vragen heeft omtrent het afdan ken van uw oud toestel, neem dan con tact op met
de handelaar bij wie u het kocht
-
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrenge
-
-
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
13
Deur openen en sluiten
Elektrische deurvergrendeling
De reinigings- en ontsmettingsautomaat is uitgerust met een elektrische deur vergrendeling.
De deur kan enkel worden geopend als:
de reinigings- en ontsmettings
^
automaat elektrisch aangesloten is en
de schakelaar I-0 ingeschakeld is.
^
-
-
Deur openen a
Duw de deuropener tot tegen de
^
aanslag, neem tegelijk de greeplijst vast en open de deur.
Raak de verwarmingselementen
,
niet aan wanneer u na het beëin­digen van het programma de deur opent. Zelfs enkele minuten nadat het programma beëindigd is, kunt u zich daar nog aan verbranden.
Deur openen met de noodontgrendeling
De noodontgrendeling mag enkel worden bediend als de deur niet meer op de normale manier kan worden geopend, bijv. in geval van een stroomonderbreking. Let op bij SPECIAL-programma's, zie "Opmerkingen omtrent uw veilig heid"!
Wanneer u de vergrendeling omzeilt om de deur te openen, bestaat de kans dat u zich verbrandt of dat u met bijtende stoffen in contact komt.
^ Draai de programmakiezer op f.
^ Schakel het toestel uit met de scha-
kelaar I-0.
-
Zodra een programma is gestart, kan de deur niet meer worden geopend. De deur blijft vergrendeld tot aan het einde van het programma. De elektrische deurvergrendeling geldt niet voor de programma's AFSPOELEN D en AF POMPEN 6. Als het mogelijk moet zijn de deur tij dens de programmafase "Drogen" te openen, moet dit speciaal door de Ser vice After Sales van Miele worden ge programmeerd.
-
-
-
Deur sluiten
Klap de deur omhoog en duw ze vast tot ze vergrendelt. Duw daarbij niet op de deuropener.
-
^
Grijp langs onder achter de serviceklep en trek de ring van het noodontgrendelsnoer omlaag.
14
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te krij gen, heeft de reinigingsautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Als het leiding water hard is, zet er zich een witte aan slag af op het spoelmateriaal en op de wanden van de spoelruimte. Leidingwater met een waterhardheid vanaf 4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom worden onthard. Dit gebeurt automa tisch in het ingebouwde onthardingssysteem.
Bedenk: De waterontharder heeft
daarvoor wel regenereerzout nodig.
De reinigingsautomaat moet precies
worden geprogrammeerd volgens de hardheid van uw leidingwater.
– Uw waterbedrijf kan u informatie
verstrekken over de precieze hard­heid van het leidingwater.
Programmeer bij een variërende water­hardheid (bijv.8-17°dH) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 17 °dH).
De ingebouwde waterontharder kan worden geprogrammeerd van 1 °dH tot 60 °dH.
-
-
-
Waterontharder programmeren
Schakel de reinigingsautomaat uit.
^
Zet de programmakiezer op f.
^
-
Hou de toetsen ß en 6 ingedrukt
^
en schakel tegelijk het toestel in met de schakelaar I-0.
Op het display verschijnt de actuele
programmaversie P....
Het controlelampje p / 6 brandt.
Druk 1x op de toets 0,
^
Op het display verschijnt E01.
Draai de programmakiezer één scha
^
kelaarstand naar rechts (stand 1 uur).
Op het display verschijnt de waarde 19 (in de fabriek ingestelde waterhardheid in °dH).
^ Druk verschillende keren op de toets
ß of hou hem ingedrukt tot de ge­wenste waarde (hardheidsgraad in °dH) op het display verschijnt.
Waarden voor de waterhardheid in °dH, mmol/l en °f vindt u in de tabel op de volgende pagina.
Als de waarde bereikt is.
-
Bij een eventuele reparatie is het voor de technicus makkelijk als u de hard heid van het leidingwater kent.
Noteer daarom de hardheid van uw leidingwater:
°dH
^
Druk op de toets 6.
-
SP verschijnt op het display.
^
Druk nogmaals op de toets 6.
De gewenste waarde wordt opgesla gen. Het display gaat uit.
Het toestel kan verder worden gebruikt.
-
15
Waterontharder
Insteltabel
°dH mmol/l °f Instelling
0*) 1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 **) 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
1 2 3 4 5 6 7 8 9
0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5 2,7 2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5 6,7 6,8 7,0
2 4 5 7
9 11 13 14 16 18 20 22 23 25 27 29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65 67 68 70
°dH mmol/l °f Instelling
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
7,2 7,4 7,6 7,7 7,9 8,1 8,3 8,5 8,6 8,8 9,0 9,2 9,4 9,5 9,7
9,9 10,1 10,3 10,4 10,6 10,8
72 74 76 77 79 81 83 85 86 88 90 92 94 95 97
99 101 103 104 106 108
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
*) de waarde 0 enkel instellen voor rei-
nigingsautomaten zonder ontharder.
**)fabrieksinstelling
16
Waterontharder
Vullen met regenereerzout
Gebruik enkel speciaal regenereerzout met een zo grof mogelijke korrel, of zui vere ingedampte zouten met een korrel vanca.1-4mm,zoals het regenereer zout "BROXAL compact" of "Calgonit Professional". Gebruik nooit andere soorten zout, zoals tafelzout, veezout of strooizout. Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder!
Het reservoir is geschikt voor ca. 2,5 kg zout.
Als u het zoutreservoir per ver-
,
gissing met reiniger vult, raakt de ontharder beschadigd! Controleer altijd goed of u een pak zout in de hand heeft voor u het zoutreservoir vult.
Neem het onderrek uit.
^
Schroef de afsluitkap af.
^
­Voor de eerste zoutvulling: Vul het reservoir met ca. 2,5 l water,
­zodat het zout zich kan oplossen. Nadat u de reinigingsautomaat in gebruik hebt genomen, zit er altijd genoeg water in het reservoir.
^ Plaats de vultrechter.
^
Vul met regenereerzout.
Tijdens het vullen loopt een deel van het zout over.
17
Waterontharder
Verwijder zoutresten van de schroef
^
draad en de dichting van het reser­voir.
^ Schroef de afsluitkap goed vast.
^ Start onmiddellijk het programma AF-
SPOELEN D, zodat het overgelopen zout wordt verdund en weggespoeld.
Als de uitvoering van het program­ma D na de start enkele minuten vertraging oploopt, vormt dit geen storing. In dergelijk geval wordt eerst een vereiste regeneratie van de ontharder uitgevoerd.
Controlelampje voor het zout
­De regeneratie van de ontharder wordt
automatisch uitgevoerd terwijl een pro­gramma loopt. Gedurende die tijd staat a k op de programma-indicator.
^ Vul regenereerzout bij als het contro-
lelampje voor het zout b k brandt.
18
Gebruikstechniek
De reinigingsautomaat kan met telkens één onderrek en één bovenrek worden uitgerust. Deze rekken kunnen, afhan kelijk van het soort en de vorm van het te reinigen en te ontsmetten spoelmateriaal, worden uitgerust met verschillende inzetten. Ze kunnen ook worden vervangen door speciale rek ken.
De rekken en inzetten moeten over eenkomstig de uit te voeren taak worden gekozen.
Op de volgende pagina's vindt u uitrustingsvoorbeelden en tips voor specifieke toepassingsgebieden.
Voor u een programma start, dient u altijd het volgende te controleren (visuele controle):
– Is het spoelmateriaal spoeltechnisch
juist geplaatst/aangesloten?
Kan het spoelwater door de lumen/kanalen van holle instru menten lopen?
-
-
-
-
Controleer na het beëindigen van een programma altijd het volgende:
Controleer het reinigingsresultaat van
het spoelmateriaal visueel.
Zitten alle holle instrumenten nog op
de juiste sproeikoppen?
Instrumenten die tijdens de be
,
handeling losgekomen zijn van de adapters, moeten nogmaals worden behandeld.
Zijn de lumen van holle instrumenten
doorgankelijk?
– Zijn de sproeikoppen en de aanslui-
tingen degelijk verbonden met het rek of de inzet?
-
Controle op proteïneresten
Het reinigingsresultaat moet steekproefsgewijs via proteïneanalyse worden gecontroleerd. U kunt hiervoor bijvoorbeeld de "Test-kit" van Miele ge­bruiken.
Zijn de sproeiarmen schoon en kun nen ze vrij draaien?
Is de filtercombinatie vrij van grof vuil (aanwezige grote stukken verwijde ren, eventueel filtercombinatie reini gen)?
Is de rekadapter voor de watertoe voer naar de sproeiarmen of sproei koppen juist aangekoppeld?
Zijn de reservoirs voldoende gevuld met proceschemicaliën?
-
-
-
-
-
19
Gebruikstechniek
Spoelmateriaal plaatsen
Plaats het spoelmateriaal altijd zo,
dat alle vlakken door het water kun nen worden bereikt. Enkel op die ma nier is een goed resultaat mogelijk!
Het spoelmateriaal mag niet in elkaar
liggen en het mag elkaar niet bedek ken.
Instrumenten met een holle ruimte
moeten ook langs binnen volledig bereikbaar zijn voor het spoelwater.
Voor het inruimen van instrumenten
– Plaats holle recipiënten met de ope-
ningen omlaag in de overeenkomstige rekken en inzetten, zodat het water ongehinderd in en uit kan lopen.
Plaats spoelmateriaal met een diepe bodem zoveel mogelijk schuin, zodat het water eraf kan lopen.
Plaats slanke holle recipiënten zoveel mogelijk in het midden van de rek ken. Het water kan er dan beter bij.
Dek licht spoelgoed met een net (bij voorbeeld A 6) af en plaats kleine voorwerpen in een zeefschaal, zodat ze de sproeiarm niet kunnen blokke ren.
-
De sproeiarmen mogen niet worden
geblokkeerd door te hoge of langs
-
-
onder uitstekende onderdelen.
Gebruik enkel spoeltechnisch per
­fecte instrumenten uit instrumentenstaal om corrosie te ver mijden.
­Vernikkelde instrumenten en instru
menten met kleurgeëloxeerd alumini um zijn niet geschikt voor behande ling in de machine.
Gebruik thermisch stabiele
kunststofonderdelen.
– Wegwerpinstrumenten mogen in
geen geval worden behandeld.
Voorbehandeling
^ Maak het spoelmateriaal leeg voor u
het plaatst en hou eventueel rekening met de ontsmettingsvoorschriften.
,
Resten van zuren en oplosmid­delen, met name zoutzuur en chlori­dehoudende oplossingen, mogen niet in de spoelruimte terechtkomen.
Afvalstoffen verwijderen van instru menten
Gecontamineerde instrumenten moeten zonder voorbehandeling rechtstreeks in
-
de reinigings- en ontsmettingsautomaat worden geplaatst (droog).
-
-
-
-
-
-
Wagens of rekken met adapter moe ten altijd goed aangekoppeld zijn.
20
-
Gebruikstechniek
Verende adapter watervoorziening
De verende adapter voor de watervoorziening van de rekken of in jectorwagen moet correct aankoppelen bij het inschuiven in de reinigingsauto maat, m.a.w. hij moet 4-5 mm hoger in gesteld zijn dan de watertoevoer in de reinigingsautomaat.
Als dit niet het geval is, de verstelbare adapter dienovereenkomstig aanpas sen.
-
-
Hoogte van een onderrek aanpassen
Het onderrek kan op drie niveaus tel kens 2 cm in de hoogte worden ver plaatst.
­Afhankelijk van de instelling van het bo
­venrek en het gebruik van een inzet kan
spoelmateriaal van verschillende hoog te in de rekken worden geplaatst.
Bovenrek verplaatsen:
Trek het bovenrek tot tegen de aan
^
slag naar voor en hef het van de looprails.
^ Schroef de rolhouders aan beide zij-
den van het rek af met een schroef­sleutel maat 7 en zet ze in de ge­wenste positie.
-
-
-
-
-
^
Maak de klemring los a.
^
Schuif de adapter omhoog b.
^
Draai de klemring vast c.
21
Gebruikstechniek
Bovenrek / injector O 177/1
aan de linker zijde met vasthoudrooster en 28 sproeikoppen in siliconenhouders voor holle instru­menten. Ze zorgen voor een directe in­spuiting, zodat de lumen van de holle instrumenten worden doorstroomd door het water en degelijk worden gereinigd en ontsmet.
De rechter zijde is vrij voor inzetten, bijv. E 337 voor staande instrumenten.
,
Wegens het gevaar voor verwon dingen als instrumenten worden ge plaatst die aan beide zijden scherp zijn of die naar boven gerichte sondes hebben, moet het laden van achter naar voor gebeuren. Het leegmaken gebeurt dan in omge keerde volgorde.
-
-
Bovenrek / injector O 177/1
met inzet E 413 voor de bevestiging van 6 afzuigslangen (bijv. systeem Sirona).
,
Holle instrumenten en slangen moeten met gefilterde perslucht aan de binnenkant worden gedroogd! Controleer daarbij tegelijkertijd de doorgang.
-
22
Dentaal
Voor de behandeling van hand- en hoekstukken wordt een speciale houder AUF 1 (mits toeslag verkrijgbaar toebe horen) in het bovenrek O 177/1 ge plaatst. Bij de houder AUF 1 is een gebruiks aanwijzing "Gebruik voor overbrengingsinstrumenten" geleverd.
Hand- en hoekstukken mit lichtgeleidende staaf zijn geschikt, ter wijl glasvezelbundels sneller kunnen verslijten.
Reeds tijdens de behandeling van de patiënt moet erop worden gelet dat er
zo weinig mogelijk behandelingsresten, zoals tandce­ment, polijstpasta en dergelijke op
de instrumenten achterblijft (eventueel afstrijken aan een wattenpropje). Na de thermische ontsmetting is een handmatige reiniging overeenkomstig de wettelijke voorschriften voor biomateriaal mogelijk zonder risico op infecties.
-
-
Gebruikstechniek
-
-
Onderrek / affuit U 874/2
voor de bevestiging van inzetten, bijv. E 130 en E 379.
Met rodium opgedampte mondspie gels moeten wegens hun gevoelig oppervlak zo worden geplaatst, dat ze niet mechanisch beschadigd kunnen raken. Niet alle spiegels op glasbasis kun nen machinaal worden behandeld.
-
Onderrek / affuit U 874/2
­voor de bevestiging van inzetten, bijv.
E 131/1 voor 5 zeefschalen met inlegnokken E 146 of 5 zeefschalen voor dubbelzijdige instrumenten E 363.
23
Loading...
+ 53 hidden pages