Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl - NL, BE
M.-Nr. 10 505 000
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................5
Op het apparaat aangebrachte symbolen .............................9
Dit apparaat voldoet aan de gelden
de veiligheidsvoorschriften. Bij on
deskundig gebruik echter kunnen
personen letsel oplopen en kan er
materiële schade ontstaan. Lees de
gebruiksaanwijzing daarom aan
dachtig door voordat u het apparaat
voor het eerst gebruikt. Dat is vei
liger voor uzelf en u voorkomt scha
de aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig.
Verantwoord gebruik
Deze automaat is uitsluitend be-
~
stemd voor het gebruik dat is aangegeven in deze gebruiksaanwijzing. Ander
gebruik, alsmede aanpassingen en wijzigingen zijn niet toegestaan en kunnen
gevaarlijk zijn.
De reinigings- en desinfectieprogramma's zijn uitsluitend bedoeld voor instrumenten en medische hulpmiddelen
die daarvoor door de desbetreffende
fabrikanten zijn vrijgegeven. Neem de
aanwijzingen van die fabrikanten in
acht.
De fabrikant van deze automaat kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door onjuist ge
bruik of foutieve bediening.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld
~
voor binnengebruik.
Dit apparaat mag uitsluitend door
~
een vakman op een niet-stationaire lo
catie worden ingebouwd en aangeslo
ten. Hierbij moet aan alle voorwaarden
voor een veilig gebruik worden vol
daan.
-
-
-
-
-
-
-
-
Neem de volgende veiligheidsin
structies in acht, zodat uw eigen vei
ligheid en die van anderen gewaar
borgd is!
Dit apparaat mag alleen door Miele
~
in gebruik worden genomen, alsmede
onderhouden en gerepareerd. Volgens
het Besluit Medische Hulpmiddelen is
regelmatig onderhoud aan te bevelen.
In dit verband is een Miele-onder
houdscontract aan te raden. Door on
deskundige reparaties kunnen voor de
gebruiker grote risico's ontstaan.
Het apparaat mag niet worden op
~
gesteld in een explosiegevaarlijke ruimte. De ruimte dient tevens vorstvrij te
zijn.
De elektrische veiligheid van het ap-
~
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vak
man wordt geïnspecteerd. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade die wordt veroorzaakt door
een ontbrekende of beschadigde aard
draad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
Een beschadigd of lekkend appa
~
raat kan uw veiligheid in gevaar bren
gen. Stel het apparaat meteen buiten
werking en neem contact op met Miele.
Personeel dat het apparaat bedient,
~
moet regelmatig worden geïnstrueerd.
Laat het apparaat niet bedienen door
personeel dat niet is geïnstrueerd.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wees voorzichtig in de omgang met
~
proceschemicaliën (reinigings- en neu
tralisatiemiddelen, reinigingsverster
kers, naspoelmiddelen, etc.)! Dit zijn
vaak bijtende en irriterende stoffen.
Neem de geldende veiligheidsvoor
schriften in acht. Draag een veiligheids
bril en handschoenen. Houdt u zich bij
alle proceschemicaliën aan de veilig
heidsvoorschriften en de veiligheidsge
gevensbladen van de betreffende fabri
kant!
Deze automaat is alleen geschikt
~
voor gebruik met water en geschikte
proceschemicaliën. Gebruik geen organische oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen, in verband met explosiegevaar. Maar er kunnen ook andere problemen optreden, zoals aantasting van
rubberen en kunststof onderdelen.
Hierdoor kunnen vloeistoffen uitlopen
en schade veroorzaken.
Vermijd het inhaleren van stofdeel-
~
tjes bij poedervormige middelen. Worden reinigingsmiddelen doorgeslikt,
dan kan ernstig letsel aan mond en
keelholte ontstaan dan wel verstikking
het gevolg zijn.
Het water in de spoelruimte is geen
~
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit
~
ten of staan. Het apparaat kan kantelen
en beschadigd raken.
Plaats scherpe en spitse voor
~
werpen zo in de automaat dat dit geen
risico's oplevert. Wees extra voorzichtig
als u dergelijke voorwerpen rechtop
zet.
-
-
-
-
-
Houd bij gebruik van de automaat
~
rekening met eventuele hoge tempera
turen. Als u de deurvergrendeling de
activeert en de deur vervolgens opent,
kunt u zich branden of met bijtende
stoffen in aanraking komen. Bovendien
kunt u bij desinfectiemiddelen met toxi
sche dampen in aanraking komen!
Als bij de samenstelling van het sop
~
toxische/chemische substanties kunnen
ontstaan (bijvoorbeeld aldehydes in het
desinfectiemiddel), dan moet u de
dichting van de deur regelmatig contro
leren. Dit geldt eventueel ook voor de
functie van de dampcondensator.
Als u bij een programma-onderbreking
de deur van de automaat opent, kan
hiermee een risico verbonden zijn.
Houdt u zich bij contact met toxi-
~
sche dampen of proceschemicaliën
aan de aanwijzingen uit de veiligheidsgegevensbladen van de betreffende fabrikant!
Wagens, rekken, inzetten en de be-
~
lading moeten eerst afkoelen. Giet wa
ter dat eventueel in het spoelgoed is
achtergebleven in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen niet
~
meteen aan als u de deur tijdens of na
een programma opent. U kunt zich er
aan branden, ook nog minuten na af
loop van een programma.
De automaat en de directe omge
~
ving ervan mogen niet met water (wa
terslang of hogedrukreiniger) worden
afgespoten.
Maak het apparaat vóór onder
~
houdswerkzaamheden altijd spannings
vrij.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Neem de volgende aanwijzingen in
acht om de kwaliteit te waarborgen
bij de behandeling van medische
producten. U vermijdt daarmee risi
co's voor de patiënten, alsmede
schade aan apparaat en spoelgoed!
Indien het apparaat gebruikt is voor
~
ontsmettingen die van overheidswege
zijn voorgeschreven, moeten bij repara
tie of vervanging de dampcondensator,
de verbindingen van de dampconden
sator met de spoelruimte en de afvoer
van het apparaat worden gedesinfec
teerd.
Programma's mogen alleen in uit-
~
zonderingsgevallen worden onderbroken. Dit mag alleen door geautoriseerde personen worden gedaan.
De reinigings- en desinfectiestan-
~
daard van het desinfectieproces moet
worden bewaakt. Daarom moeten de
processen regelmatig thermo-elektrisch
worden gecontroleerd en moet ook het
eindresultaat worden beoordeeld. De
resultaten moeten worden gedocumen
teerd.
Voor de thermische desinfectie
~
moeten temperaturen en inwerktijden
worden gebruikt die volgens de richtlij
nen en volgens microbiologische en hy
giënische inzichten de vereiste profyla
xe tegen infectie bieden.
-
-
-
Proceschemicaliën kunnen onder
~
bepaalde omstandigheden schade aan
het apparaat veroorzaken. Houdt u zich
aan de aanbevelingen van de fabrikant
van de proceschemicaliën. Neem in
geval van schade of wanneer u ver
moedt dat chemicaliën schadelijk zijn
contact op met Miele.
Een voorbehandeling (bijvoorbeeld
-
~
met reinigings- of desinfectiemiddelen),
maar ook bepaalde verontreinigingen
en sommige proceschemicaliën kunnen
- ook door chemische wisselwerking schuim veroorzaken. Schuim kan het
resultaat van de reiniging of desinfectie
verminderen.
Het proces moet zo zijn ingesteld
~
dat geen schuim uit de spoelruimte
komt. Uitstromend schuim kan van invloed zijn op het veilig functioneren van
de automaat.
Controleer het behandelingsproces
~
regelmatig op schuimvorming.
Om schade te voorkomen aan de
~
automaat en de gebruikte toebehoren
(door inwerking van proceschemicali
ën, verontreinigingen en de wisselwer
king tussen deze stoffen) dient u de
aanwijzingen uit het hoofdstuk "Chemi
sche procestechniek" in acht te nemen.
-
-
-
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer voor een toepassing be
~
paalde proceschemicaliën worden aan
bevolen (bijvoorbeeld een reinigings
middel), betekent dit niet dat de fabri
kant van het apparaat ook aansprakelijk
is voor het effect van het middel op het
spoelgoed. Houd er rekening mee dat
veranderingen in formules en opslag
voorschriften die niet afkomstig zijn van
de fabrikant van de chemicaliën het re
sultaat kunnen beïnvloeden.
Let bij gebruik van proceschemicali
~
ën (zoals reinigingsmiddelen) altijd op
de aanwijzingen van de fabrikant. Ge
bruik de proceschemicaliën alleen voor
toepassingen die door de fabrikant
worden aangegeven. Hiermee voorkomt u materiële schade en eventuele
heftige chemische reacties (bijvoorbeeld een gasexplosie).
Bij toepassingen waarbij zeer hoge
~
eisen aan het resultaat worden gesteld,
raden wij u aan de voorwaarden voor
het reinigingsproces (proceschemicaliën, waterkwaliteit, etc.) van te voren
met Miele te bespreken.
-
-
-
-
-
Verwijder resten van oplosmiddelen
~
en zuren, met name zoutzuur en chlori
dehoudende oplossingen, van het
spoelgoed vóórdat u het in de auto
maat plaatst. Dit geldt ook voor stoffen
die corrosie kunnen veroorzaken. Van
oplosmiddelen in verbinding met vuil
mogen slechts sporen aanwezig zijn.
Dit geldt met name voor gevarenklasse
A1.
-
Om schade door corrosie te ver
~
mijden, mag de roestvrijstalen omman
teling niet in aanraking komen met zout
zuurhoudende oplossingen en
dampen.
Na werkzaamheden aan de water-
~
voorziening moet de leiding naar de automaat worden ontlucht. Anders kunnen
onderdelen van de automaat beschadigd raken.
Neem de installatie-instructies uit de
~
gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding in acht.
-
-
-
-
-
Wagens, rekken en inzetten mogen
~
alleen volgens de voorschriften worden
gebruikt. Holle instrumenten moeten
van binnen goed doorgespoeld kunnen
worden.
Schalen, bakjes en dergelijke die
~
nog vloeistofresten bevatten, moeten
geleegd worden vóórdat u ze in de au
tomaat plaatst.
8
-
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik van toebehoren
Voor speciale toepassingen mogen
~
alleen Miele-hulpapparaten worden
aangesloten. Informeer bij Miele naar
de mogelijkheden.
Gebruik uitsluitend wagens, rekken
~
en inzetten van Miele. Als deze
Miele-producten worden aangepast of
bij gebruik van wagens of inzetten van
derden kan Miele niet waarborgen dat
het reinigings- en desinfectieresultaat
toereikend is. Hieruit voortvloeiende
schade valt niet onder de garantie.
Gebruik uitsluitend proceschemicali-
~
ën die door de betreffende fabrikant
zijn vrijgegeven voor de gewenste toepassing. De fabrikant van de proceschemicaliën is verantwoordelijk voor
eventuele negatieve gevolgen voor het
spoelgoed en de automaat.
Op het apparaat aangebrachte
symbolen
Het afdanken van het apparaat
Houdt u er rekening mee dat het ap
~
paraat door bloed of andere lichaams
vloeistoffen gecontamineerd kan zijn.
Decontamineer het apparaat daarom
voordat u het wegdoet.
Verwijder met het oog op de veiligheid
en het milieu alle resten proceschemi
caliën. Neem hierbij de veiligheidsin
structies in acht. Draag een veiligheids
bril en handschoenen!
Maak het slot van de deur onbruikbaar,
zodat kinderen zich niet in het apparaat
kunnen opsluiten. Informeer bij de ge
meentelijke reinigingsdienst naar de
verdere verwerkingsprocedures voor
afgedankte apparaten.
Als de veiligheidsinstructies niet
worden opgevolgd, kan de fabrikant
niet verantwoordelijk worden gesteld
voor schade die daar eventueel het
gevolg van is.
-
-
-
-
-
-
Let op!
Volg de aanwijzingen uit de ge
bruiksaanwijzing!
Let op!
Gevaar voor een elektrische
schok!
-
9
Bestemming
Met deze automaat kunt u voor herge
bruik bedoelde medische producten uit
de tandheelkunde, KNO en gynaecolo
gie reinigen, spoelen en thermisch des
infecteren.
Houdt u zich daarbij ook aan de aanwij
zingen van de fabrikanten van de medi
sche producten (EN ISO 17664).
Toepassingen:
Instrumenten en toebehoren uit de toe
passingsgebieden:
Tandheelkunde
–
– Gynaecologie
– KNO
De term "spoelgoed" wordt in deze gebruiksaanwijzing algemeen toegepast
als de te behandelen voorwerpen niet
nader gedefinieerd worden.
Voor de behandeling van instrumenten
dient vanwege de standaardisatie bij
voorkeur van machinale reinigingsprocédés gebruik te worden gemaakt.
Indien het spoelgoed moet worden ge
desinfecteerd, dient dit bij voorkeur met
thermische desinfectie te geschieden,
bijvoorbeeld met het DESIN vario
TD-programma.
Overeenkomstig het A
EN ISO 15883-1 geschiedt de ther
-concept van
0
-
mische desinfectie bij 80 °C (+ 5 °C,
- 0 °C) en een inwerktijd van 10 minuten
600) dan wel bij 90 °C (+ 5 °C,
(A
0
- 0 °C) en een inwerktijd van 5 minuten
(A
3000), afhankelijk van de vereiste
0
desinfectiewerking. Het werkings
gebied A
3000 omvat ook de inactive
0
-
ring van HBV.
Houdt u zich aan alle voorschriften die
van toepassing zijn op desinfecties (in
Duitsland bijvoorbeeld § 18 IfSG).
-
De behandeling moet aan de verontrei
niging en het te behandelen spoelgoed
worden aangepast.
Stem de proceschemicaliën af op het
reinigingsprobleem.
Het reinigingsresultaat is van doorslag
gevend belang voor de desinfectie, de
sterilisatie en de verwijdering van ver
ontreinigingsresten en daarmee voor
een veilig hergebruik.
Voor de behandeling van medische
producten verdient het DESIN vario
TD-programma de voorkeur.
Voor een goede reiniging van de instrumenten en apparaten moeten geschikte
beladingssystemen worden gebruikt
(rekken, modules, inzetten, etc.). In het
hoofdstuk "Toepassingsmogelijkheden"
vindt u diverse voorbeelden.
p / 6 Watertoevoer / -afvoer
kRegenereerzout
wNeutralisatiemiddel
HNaspoelmiddel
8 DOS Optische interface voor
Miele;
bij aangesloten DOSmodule K 60: vloeibaar
reinigingsmiddel
i Programmaschakelaar
fStop
AVrij programmeerbaar
programma
E Universeel
DAfspoelen
qAfpompen
varioTD
SPECIAL 93°C-10'
11
Algemeen
a Aansluiting voor DOS-module K 60
aan de achterkant
b Zeefcombinatie
c Zoutreservoir (regenereerzout)
d Reservoir voor neutralisatiemiddel
(met doseerinstelling)
12
e Niveau-indicator voor neutralisatie
middel
f Doseerbakje voor poedervormige rei
nigingsmiddelen
g Reservoir voor naspoelmiddel (met
doseerinstelling)
Optioneel:
interfacestekker RS 232 aan de achter
kant
-
-
-
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal remt de afvalproductie en het ge
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
meente waar u die kunt afgeven.
-
-
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
handeling kunnen deze stoffen schade
lijk zijn voor de gezondheid en het mili
eu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen. Hierover vindt u meer
informatie in het hoofdstuk "Veiligheids
instructies en waarschuwingen".
-
-
-
-
-
-
-
13
Het openen en sluiten van de deur
Elektrische deurvergrendeling
Het apparaat is voorzien van een elek
trische deurvergrendeling.
U kunt de deur alleen openen als:
de automaat elektrisch is aangeslo
^
ten en
de Aan/Uit-toets I-0 op "Aan" is gezet.
^
-
Deur openen a
Druk de deuropener tot de aanslag
^
in, pak tegelijk de greep vast en
open de deur.
Raak de verwarmingselementen
,
niet meteen aan als u de deur na
een programma opent. U kunt zich
eraan branden, ook nog minuten na
afloop van een programma.
Na de eerste watertoevoer kunt u de
deur niet openen. De deur blijft tot het
programma-einde vergrendeld. De vergrendeling geldt niet voor de program
ma's AFSPOELEN D en AFPOMPEN
6.
Als u de deur ook tijdens de program
mafase "Drogen" wilt kunnen openen,
moet de automaat door Miele worden
geherprogrammeerd.
-
Deur ontgrendelen met de
noodvoorziening
-
U mag de noodvoorziening alleen
gebruiken als u de deur niet normaal
kunt openen, bijvoorbeeld als de
stroom is uitgevallen.
Let op bij SPECIAL-programma's
(zie ook "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen")!
Als u de deurvergrendeling deacti
veert en de deur vervolgens opent,
kunt u zich branden of met bijtende
stoffen in aanraking komen!
^ Zet de programmaschakelaar op f.
^ Schakel de automaat uit (toets I-0).
-
-
Deur sluiten
Klap de deur omhoog en druk hem
dicht totdat hij vastklikt. Druk daarbij
niet op de deuropener.
14
^
Trek aan het lusje dat zich achter het
deurpaneel bevindt.
Waterontharder
Voor een optimaal reinigingsresultaat
moet de automaat kunnen beschikken
over zacht (kalkarm) water. Bij hard wa
ter ontstaan er witte afzettingen op het
spoelgoed en de wanden van de spoel
ruimte.
Water met een hardheid van meer dan
4 °dH (0,7 mmol/l) moet dan ook wor
den onthard. Dit gebeurt automatisch in
de ingebouwde ontharder.
De waterontharder werkt met regene
–
reerzout.
De automaat moet nauwkeurig wor
–
den ingesteld op de waterhardheid
in uw regio.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u informeren over de hardheid
van het water in uw omgeving.
Als de waterhardheid schommelt (bijvoorbeeld tussen 8 en 17 °dH), programmeer dan altijd de hoogste waarde (in dit geval 17 °dH)!
-
-
Voor Miele is het voor bepaalde werk
zaamheden handig te weten wat de
waterhardheid in uw regio is.
-
Noteer hier de waterhardheid:
-
°dH
-
-
De ingebouwde waterontharder kan
worden ingesteld op een waarde
tussen 1 en 35 °dH.
Als het water harder is dan 35 °dH,
moet het "Aqua-softsysteem G 7897"
worden aangesloten.
deze ingedrukt en schakel tegelijk
de automaat in met de Aan/Uit-toets
I-0.
In het display verschijnt de actuele pro
grammaversie P....
Het controlelampje p / 6 brandt.
Druk 1x op de toets 0.
^
In het display verschijnt E01.
^ Draai de programmaschakelaar 1 po-
sitie naar rechts (op de stand "1 uur").
In het display verschijnt het getal 19 (dit
is de standaard ingestelde waterhardheid in °dH).
^ Druk de toets ß zo vaak in of houd
deze zo lang ingedrukt totdat de gewenste waarde (hardheid in °dH) in
het display verschijnt.
Na de waarde 35 begint de teller weer
bij 0.
^
Druk op de toets 6.
In het display verschijnt SP.
^
Druk nogmaals op de toets 6.
De gewenste waarde wordt opgesla
-
gen. Het display gaat uit.
De automaat is klaar voor gebruik.
-
-
16
Waterontharder
Zoutreservoir vullen
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig
regenereerzout met een korrelgrootte
van ca. 1-4 mm, zoals Broxomatic of
Sunzout. Gebruik in geen geval andere
soorten zout zoals keukenzout of strooi
zout! Deze zouten kunnen niet-oplosba
re deeltjes bevatten die een schadelijk
effect kunnen hebben op de ontharder.
Het zoutreservoir heeft een inhoud
van ca. 1,2 kg.
Als u per ongeluk reinigingsmid-
,
del in het zoutreservoir doet, raakt
de waterontharder defect! Controleer daarom vóórdat u het zoutreservoir vult of u een pak regenereerzout
in uw handen heeft.
Haal het onderrek uit de automaat.
^
Draai de afsluitdop van het reservoir.
^
Als u het zoutreservoir voor de
eerste keer vult, moet u het reservoir
eerst met ca. 1,0 l water vullen, zo
dat het zout kan oplossen. Na de in
gebruikneming bevindt zich altijd
voldoende water in het reservoir.
^ Plaats de trechter in de opening van
het zoutreservoir.
-
-
^
Vul het reservoir met zout.
Als u het reservoir vult, zal een beetje
zoutoplossing over de rand van het re
servoir lopen.
-
17
Waterontharder
Verwijder eventuele zoutresten van
^
de schroefdraad en de dichting van
het zoutreservoir.
^ Zet de afsluitdop er weer op en draai
de dop goed vast.
^ Kies direct daarna het programma
AFSPOELEN D. Zo wordt de overgelopen zoutoplossing verdund en
weggespoeld.
Controlelampje "Zout
bijvullen"
De ontharder wordt automatisch tijdens
een programma geregenereerd. Als dit
gebeurt, brandt in het programmaverloop het controlelampje a k.
^ Vul regenereerzout bij als het contro-
lelampje b k oplicht.
Als het programma D na de pro
grammastart pas na enkele minuten
begint, is er niet sprake van een sto
ring. De waterontharder wordt dan
eerst geregenereerd.
18
-
-
Toepassingsmogelijkheden
Deze automaat kan van twee rekken
worden voorzien (een onderrek en een
bovenrek). Afhankelijk van de te reini
gen en desinfecteren voorwerpen kunt
u deze rekken van verschillende inzet
ten voorzien of vervangen door andere
speciale rekken.
Gebruik rekken en inzetten die ge
schikt zijn voor de toepassing.
Op de volgende bladzijden vindt u di
verse voorbeelden en informatie over
de toepassingsmogelijkheden.
Controleer de volgende punten voordat u een programma start (visuele
controle):
– Is het spoelgoed correct ge-
plaatst/aangesloten?
– Zijn de lumina/kanalen van holle in-
strumenten goed toegankelijk voor
het water?
–
Zijn de sproeiarmen schoon en kun
nen ze vrij roteren?
-
-
-
Controleer na elk programma-einde
de volgende punten:
Controleer het reinigingsresultaat vi
–
-
sueel.
Bevinden zich alle holle instrumenten
–
nog op de betreffende inspuiters?
Holle instrumenten die tijdens de
,
behandeling zijn losgeraakt, moeten
opnieuw worden behandeld.
Zijn de lumina van de holle instru
–
menten open?
– Zijn de inspuiters en aansluitingen
vast verbonden met het rek of de inzet?
Controle op proteïneresten
Het reinigingsresultaat moet steekproefsgewijs via proteïneanalyse worden gecontroleerd. U kunt hiervoor bijvoorbeeld de "Test-kit" van Miele gebruiken.
-
-
-
–
Is de zeefcombinatie schoon? Verwij
der eventuele grove verontreini
gingen of reinig de zeefcombinatie.
–
Sluit de rekadapter voor de watertoe
voer van de sproeiarmen c.q. sproei
koppen goed aan?
–
Is de inhoud van de reservoirs met
proceschemicaliën nog voldoende?
-
-
-
-
19
Toepassingsmogelijkheden
Spoelgoed inruimen
Zet het spoelgoed zo in de rekken
–
dat het aan alle kanten door het wa
ter kan worden bereikt. Alleen dan
kan het goed schoon worden.
Plaats het spoelgoed zo dat de delen
–
elkaar niet afdekken.
Instrumenten met holle ruimten moe
–
ten ook van binnen volledig kunnen
worden doorgespoeld.
Voor het inruimen van instrumenten
–
met nauwe, lange holle ruimten in
c.q. het aansluiten van dergelijke in
strumenten op het spoelsysteem
moet zijn gewaarborgd dat de instrumenten goed kunnen worden doorgespoeld.
– Plaats holle voorwerpen met de ope-
ningen naar beneden in de bijbehorende rekken en inzetten. Het water
moet er goed in en uit kunnen.
– Plaats spoelgoed met een diepe bo-
dem zo veel mogelijk schuin in het
rek, zodat het water eraf kan lopen.
-
-
-
De sproeiarmen mogen niet door te
–
hoog of naar beneden uitstekend
spoelgoed worden geblokkeerd.
Gebruik alleen degelijke instru
–
menten van roestvrij staal om corro
sie te voorkomen.
Vernikkelde instrumenten en instru
–
menten met geëloxeerd aluminium
zijn niet geschikt voor machinale be
handeling.
Kunststof voorwerpen dienen ther
–
mostabiel te zijn.
Reinig geen wegwerpinstrumenten in
–
deze automaat.
Voorbereiden
^ Maak het spoelgoed leeg voordat u
het in de automaat zet (neem hierbij
de geldende voorschriften in acht).
,
Er mogen geen zuurresten of oplosmiddelen, vooral geen zoutzuur
en chloride, in de spoelruimte terechtkomen.
-
-
-
-
-
–
Plaats hoog, smal spoelgoed in het
midden van de rekken, zodat het
goed door het water kan worden be
reikt.
–
Dek licht spoelgoed met een net (bij
voorbeeld A 6) af en plaats kleine
voorwerpen in een zeefschaal, zodat
ze de sproeiarm niet kunnen blokke
ren.
–
Wagens en rekken met een adapter
moeten op de juiste wijze zijn aange
koppeld.
20
Opslag
De instrumenten dienen zonder voorbe
handeling in de automaat te worden
geplaatst (droge opslag).
-
-
-
-
Verende watertoevoeradapter
De verende watertoevoeradapter van
de rekken en injectorwagens moet bij
het inschuiven in de automaat goed
aansluiten. Daarom moet de adapter
4-5 mm hoger zijn ingesteld dan de wa
tertoevoer in de automaat.
Is dat niet het geval, dan kunt u de
adapter als volgt verstellen:
Toepassingsmogelijkheden
-
^ Draai de klemring los a.
^
Schuif de adapter omhoog b.
^
Draai de klemring weer vast c.
21
Toepassingsmogelijkheden
O 801/2 Bovenrek / injector
Het voorste en achterste gedeelte kunt
u voor inzetten gebruiken, bijvoorbeeld
voor E 800 en E 801.
In het midden bevinden zich een rooster en 10 inspuiters (in siliconen houders) voor holle instrumenten. De inspuiters dienen voor de directe inspuiting. Hierdoor kunnen de lumina van
holle instrumenten goed worden doorgespoeld voor een adequate reiniging
en desinfectie.
,
Wegens het verwondingsgevaar
bij dubbelzijdig spitse instrumenten
of bij het rechtop inruimen van in
strumenten met omhoog gerichte
sondes moet de belading van ach
teren naar voren plaatsvinden. Bij
het leegruimen dient u van voren
naar achteren te werken.
,
Holle instrumenten moet met ge
filterde perslucht van binnen worden
gedroogd! Controleer daarbij tevens
op verstoppingen.
-
-
Bovenrek O 800/1
Voor inzetten en zeefschalen, bijvoorbeeld E 802 en E 146.
Onderrek U 800
Voor inzetten, bijvoorbeeld E 800 en
E 806.
-
22
Tandheelkunde
Voor de behandeling van hand- en
hoekstukken moet u voor het bovenrek
O 801/2 een speciale houder AUF 2 (bij
te bestellen accessoire) gebruiken.
Bij de houder AUF 2 hoort een speciale
gebruiksaanwijzing "Inzet voor hand- en
hoekstukken".
Hand- en hoekstukken met glasstaaf
kunnen meestal zonder problemen in
een automaat worden behandeld.
Hand- en hoekstukken met glasvezels
kunnen wel extra slijtage vertonen.
Al bij het behandelen van de patiënt
moet erop worden gelet dat zo weinig
mogelijk tandcement, polijstpasta,
etc. aan de instrumenten blijft zitten.
Deze stoffen kunnen bijvoorbeeld aan
een tampon worden afgeveegd.
Na de thermische desinfectie kan een
instrument eventueel handmatig worden nagereinigd, zonder infectiegevaar.
Toepassingsmogelijkheden
E 806
Voor 11 trays/tableaus in het onderrek.
Mondspiegels met een opgedampte
rhodiumlaag moeten vanwege het
kwetsbare oppervlak zo worden ge
plaatst dat ze niet beschadigd kun
nen raken. Niet alle mondspiegels
kunnen machinaal worden gerei
nigd.
-
-
-
E 800
Voor 3 E 146 of 3 E 363 zeefschalen.
23
Toepassingsmogelijkheden
E 805
Voor 8 trays/tableaus in het onderrek.
Reinig mondspoelbekers bij voor
keur in het bovenrek. In het onderrek
kunnen de grote temperatuurwisse
lingen en de mechanische werking
spanningscorrosie veroorzaken.
-
-
E 801/1
Voor 8 mondspoelbekers.
24
Toepassingsmogelijkheden
KNO
E 803
Voor oortrechters en oor- en neusspecula.
^ Plaats de specula geopend in de in-
zet, zodat het water alle vlakken kan
bereiken.
De dunne chroomlaag in oortrechters kan zeer gevoelig zijn voor neutralisatiemiddelen
GYN
E 416
Voor gynaecologische specula.
Belaad de inzet zoals afgebeeld.
Eendelige specula:
^ Plaats de specula geopend tussen
de spijlen van de inzet.
Tweedelige specula:
^
Plaats de onderste delen in de smalle
vakken van de inzet (op de afbeel
ding links).
-
^
Plaats de bovenste delen in de brede
vakken van de inzet (op de afbeel
ding rechts).
Plaats de specula telkens tussen
twee spijlen, zodat ze niet met el
kaar in aanraking komen of elkaar
afdekken.
-
-
25
Chemische procestechniek
Algemene aanwijzingen
Probleem/effectMaatregel
Als elastomeren (dichtingen en
slangen) en kunststoffen in de reini
gings- en desinfectieautomaat bescha
digd raken, kan dit onder meer het op
zwellen, krimpen, verharden en poreus
worden van de materialen tot gevolg
hebben en kan er scheurvorming optre
den. De onderdelen functioneren niet
meer goed en er zal meestal lekkage
ontstaan.
Overmatige schuimvorming tijdens het
programmaverloop heeft een ongunstig
effect op het reinigen en spoelen van
het spoelgoed. Schuim dat uit de
spoelruimte stroomt, kan schade aan
de automaat veroorzaken.
Bij schuimvorming verloopt het reinigingsproces per definitie niet gestandaardiseerd en niet gevalideerd.
Corrosie van het roestvrije staal van de
spoelruimte en de toebehoren kan verschillende verschijningsvormen heb
ben:
–
roestvorming (rode vlekken/verkleu
ringen).
–
zwarte vlekken/verkleuringen.
–
witte vlekken/verkleuringen (het glad
de oppervlak is aangetast).
Putcorrosie kan lekkage in het apparaat
veroorzaken. Afhankelijk van de situatie
kan de corrosie het reinigings- en
spoelresultaat ongunstig beïnvloeden
(laboratoriumanalyse) of corrosie op het
spoelgoed (roestvrij staal) induceren.
-
-
-
-
Zoek de oorzaken en neem deze
–
weg.
-
Zie ook "Aangesloten proceschemicali
ën", "Ingebrachte verontreinigingen" en
"Reactie tussen proceschemicaliën en
verontreinigingen".
-
Zoek de oorzaken van de schuimvor
–
ming en neem deze weg.
– Controleer het behandelingsproces
regelmatig op schuimvorming.
Zie ook "Aangesloten proceschemicaliën", "Ingebrachte verontreinigingen" en
"Reactie tussen proceschemicaliën en
verontreinigingen".
– Zoek de oorzaken van de corrosie en
neem deze weg.
Zie ook "Aangesloten proceschemicali
ën", "Ingebrachte verontreinigingen" en
"Reactie tussen proceschemicaliën en
verontreinigingen".
-
-
-
-
26
Chemische procestechniek
Aangesloten proceschemicaliën
Probleem/effectMaatregel
De inhoudstoffen van de proceschemi
caliën hebben een grote invloed op de
houdbaarheid en functionaliteit (capaci
teit) van de doseersystemen. De do
seersystemen (doseerslangen en
pomp) zijn over het algemeen voor een
bepaald type proceschemicaliën be
doeld.
Algemene indeling:
alkalische tot pH-neutrale producten.
–
zure tot pH-neutrale producten.
–
De proceschemicaliën kunnen de elastomeren en kunststoffen van de automaat en de toebehoren beschadigen.
-
-
Houdt u zich aan de aanwijzingen en
-
–
aanbevelingen van de fabrikanten
van de proceschemicaliën.
Controleer het doseersysteem regel
–
matig visueel op beschadigingen.
Controleer regelmatig de capaciteit
–
van het doseersysteem.
– Houdt u zich aan de aanwijzingen en
aanbevelingen van de fabrikanten
van de proceschemicaliën.
– Controleer regelmatig visueel alle vrij
toegankelijke elastomeren en kunststoffen op beschadigingen.
-
27
Chemische procestechniek
Aangesloten proceschemicaliën
Probleem/effectMaatregel
De volgende proceschemicaliën kun
nen ernstige schuimvorming tot gevolg
hebben:
tensidehoudende reinigingsmiddelen
–
en naspoelmiddelen.
emulgators.
–
De schuimvorming kan optreden:
in het programmablok waarin de pro
–
ceschemicalie wordt gedoseerd.
in het erop volgende programmablok
–
door achtergebleven resten.
– bij naspoelmiddel in het volgende
programma door achtergebleven
resten.
Ontschuimers, met name op siliconenbasis, kunnen de volgende problemen
veroorzaken:
– afzettingen in de spoelruimte.
– afzettingen op het spoelgoed.
– elastomeren en kunstoffen in de au-
tomaat aantasten.
–
aantasting van bepaalde kunststof
fen (polycarbonaten, plexiglas, etc.)
in het spoelgoed.
-
-
De procesparameters van het reini
–
gingsprogramma (doseertempera
tuur, concentratie, etc.) moeten zo
worden ingesteld dat het gehele pro
ces schuimarm/-vrij is.
Neem de aanwijzingen van de fabri
–
kant van de proceschemicaliën in
acht.
-
– Gebruik ontschuimers alleen in uit-
zonderingsgevallen, bijvoorbeeld als
deze voor het proces beslist noodzakelijk zijn.
– Reinig de spoelruimte en de toebe-
horen periodiek zonder spoelgoed
en zonder ontschuimer met het pro
gramma SPECIAL 93°C-10'.
–
Neem contact op met Miele.
-
-
-
-
-
28
Chemische procestechniek
Ingebrachte verontreinigingen
Probleem/effectMaatregel
De volgende stoffen kunnen bij het rei
nigen en spoelen overmatige schuim
vorming veroorzaken:
behandelingsmiddelen (zoals desin
–
fectiemiddelen), afwasmiddelen, etc.
algemeen schuimende stoffen, zoals
–
tensiden.
De volgende stoffen kunnen corrosie
op het roestvrije staal van de spoel
ruimte en de toebehoren veroorzaken:
– zoutzuur.
– andere chloridehoudende stoffen,
zoals natriumchloride.
– geconcentreerd zwavelzuur.
– chroomzuur.
– ijzerdeeltjes en -splinters.
Reactie tussen proceschemicaliën en verontreinigingen
Probleem/effectMaatregel
Verontreinigingen die veel proteïnen
bevatten (zoals bloed) kunnen in com
binatie met alkalische proceschemicali
ën hevige schuimvorming tot gevolg
hebben.
-
Spoel het spoelgoed van tevoren
-
–
goed met water uit c.q. af.
Kies een reinigingsprogramma met
–
een of meermaals kort voorspoelen
met koud of warm water.
Spoel het spoelgoed van tevoren
–
goed met water uit c.q. af.
Plaats het spoelgoed alleen druppel
–
nat op de wagens, rekken en inzetten en in de spoelruimte.
–
Kies een reinigingsprogramma met
-
een of meermaals kort voorspoelen
-
met koud water.
-
Bij niet-edele metalen (zoals aluminium,
magnesium en zink) kan in combinatie
met zeer zure of alkalische procesche
micaliën waterstof vrijkomen (gasexplo
sie).
–
Neem de aanwijzingen van de fabri
kanten van de proceschemicaliën in
-
acht.
-
-
29
Dosering proceschemicaliën
Gebruik alleen speciale pro
,
ceschemicaliën voor reinigings- en
desinfectieautomaten en neem de
aanwijzingen van de betreffende fa
brikanten in acht.
Let beslist op de aanwijzingen van
de fabrikanten over toxicologisch
onbedenkelijke resthoeveelheden.
Naspoelmiddel doseren
-
-
Open de deur (horizontaal).
^
Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het wa
ter tijdens het drogen als een film van
het spoelgoed afloopt waardoor het
sneller droogt.
Het naspoelmiddel (bijvoorbeeld Mielclear) moet in het daarvoor bestemde
reservoir worden gevuld. De ingestelde
hoeveelheid wordt automatisch gedoseerd.
,
Vul het reservoir uitsluitend met
naspoelmiddel voor reinigings- en
desinfectieautomaten.
Doe nooit reinigingsmiddel in het reservoir. Het reservoir kan anders on
herstelbaar beschadigd raken.
-
-
^ Druk op de sluiting in de richting van
de pijl tot het klepje openspringt.
^
Vul naspoelmiddel bij totdat het in de
vulopening zichtbaar is, niet meer!
Het reservoir heeft een inhoud van
ca. 125 ml.
30
^
Druk het klepje daarna weer goed
dicht om te voorkomen dat tijdens het
spoelen water in het reservoir komt.
Dosering proceschemicaliën
Verwijder eventueel gemorst na
^
spoelmiddel om bij een volgend pro
gramma sterke schuimvorming te
voorkomen.
Het klepje blijft altijd gesloten. U mag
het alleen openen om naspoelmiddel
bij te vullen!
-
Controlelampje
"Naspoelmiddel bijvullen"
^
Vul het reservoir met naspoelmiddel
als het controlelampje H oplicht.
Dosering naspoelmiddel
-
instellen
U kunt het doseerapparaat instellen op
een stand tussen 3 en 8 (zie pijl). Dat
komt overeen met 3-8 ml. De standaardinstelling is 3 ml.
Als het spoelgoed vlekken vertoont,
^ kiest u een hogere stand.
Als het spoelgoed strepen en sluiers
vertoont,
^
kiest u een lagere stand.
31
Dosering proceschemicaliën
Neutralisatiemiddel doseren
Om verkleuringen en corrosievlekken
op de instrumenten te vermijden (met
name bij scharnierende delen), kan met
speciale zuren worden geneutraliseerd
(neem zo nodig contact op met Miele).
Neutralisatiemiddelen (pH-instelling:
zuur) neutraliseren tevens de resten
van alkalische reinigingsmiddelen die
op het oppervlak van het spoelgoed
zijn achtergebleven.
Het neutralisatiemiddel wordt na het rei
nigen automatisch gedoseerd in de
programmafase "Spoelen 2". Hiervoor
moet het reservoir in de deur van de
automaat gevuld zijn.
Het reservoir heeft een inhoud van
ca. 180 ml.
-
Schroef de afsluitdop los.
^
32
^
Vul neutralisatiemiddel bij totdat de
niveau-indicator (zie pijl) donker
kleurt. Gebruik eventueel een trech
ter.
^
Schroef de afsluitdop er weer op en
verwijder eventueel gemorst neutrali
satiemiddel.
-
-
Controlelampje
"Neutralisatiemiddel bijvullen"
Dosering proceschemicaliën
Standaard is de dosering op 6 ml in
gesteld.
-
^ Vul het reservoir met neutralisatiemid-
del als het controlelampje w oplicht.
Indien nodig kan de te doseren hoe
veelheid door Miele worden aangepast.
Bij gebruik van mild-alkalische reini
gingsmiddelen moet een neutralisa
tiemiddel op basis van fosforzuur
(refresh) worden gebruikt.
Wanneer u met een neutraal enzym
houdend, vloeibaar reinigingsmiddel
werkt, moet een neutralisatiemiddel
op citroenzuurbasis worden ge
bruikt.
-
-
-
-
-
33
Dosering proceschemicaliën
Reinigingsmiddel doseren
Gebruik uitsluitend reinigings
,
middelen voor reinigings- en desin
fectieautomaten. Gebruik geen reini
gingsmiddelen voor huishoudafwas
automaten!
De automaat kan op aanvraag worden
voorzien van een DOS-module K 60
(doseerpomp voor vloeibare reinigings
middelen). De DOS-module wordt ex
tern aangesloten.
Voor het ontluchten van het doseersys
teem en het instellen van de doseer
hoeveelheid zie het hoofdstuk "Programmeerfuncties".
Wij adviseren het gebruik van een
DOS-module (optie) voor het doseren van vloeibaar reinigingsmiddel.
-
-
-
-
Poedervormig
reinigingsmiddel doseren
Vermijd het inhaleren van stof
,
-
-
deeltjes bij poedervormige mid
delen. Worden reinigingsmiddelen
doorgeslikt, dan kan ernstig letsel
aan mond en keelholte ontstaan dan
wel verstikking het gevolg zijn.
-
Vul voor de start van het programma
poedervormig reinigingsmiddel in het
daarvoor bestemde doseerbakje (be
-
halve bij de programma's D AFSPOE
LEN en 6 AFPOMPEN).
Doseervoorbeeld:
Tijdens de programmafase "Reinigen"
stroomt ca. 6,5 l water in de automaat.
Bij een reinigingsmiddelconcentratie
van ca. 3 g/l komt dat overeen met ca.
20 g reinigingsmiddel.
Let op de aanwijzingen van de fabrikant van het reinigingsmiddel!
-
-
-
-
34
Druk de afsluitknop van het klepje
^
naar voren. Het klepje springt dan
open.
Dosering proceschemicaliën
Bij de keuze van het reinigingsmiddel
moet, ook uit milieu-overwegingen, met
de volgende criteria rekening worden
gehouden:
Welke alkaliteit is nodig voor het op
^
lossen van het reinigingsprobleem?
Is voor pigmentverwijdering actieve
^
chloor nodig voor desinfectie of oxi
datie?
Zijn speciaal voor dispersie en emul
^
gatie tensiden nodig?
Voor de thermische desinfectiepro
^
gramma's moet een geschikt mild-al
kalisch en chloorvrij reinigingsmiddel
worden gebruikt.
-
-
-
-
-
Na een spoelprogramma is het klepje al
geopend.
^
Doseer het reinigingsmiddel in vakje
II.
^
Sluit het klepje weer.
Voor bepaalde verontreinigingen
moet u soms andere samenstellingen van reinigings- en hulpmiddelen gebruiken. Neem in een dergelijk geval contact op met Miele.
35
Bediening
Inschakelen
Sluit de deur.
^
Draai de waterkranen open.
^
Druk op de toets I-0.
^
Als de programmaschakelaar op f
staat, licht in het display een punt op.
Programma starten
Laat de keuze van het programma
steeds afhangen van het te reinigen
spoelgoed en de mate van verontreiniging.
In het programma-overzicht achter in
deze gebruiksaanwijzing worden de
verschillende programma's en hun toe
passingsmogelijkheden beschreven.
^
Draai de programmaschakelaar naar
links of rechts op het gewenste pro
gramma.
In het display wordt de eerste reini
gingstemperatuur van het gekozen pro
gramma weergegeven, behalve bij D
en 6.
Het controlelampje naast de starttoets
6 knippert.
-
Aanvullende functie "Drogen 0"
kiezen
Meteen na het kiezen van een program
ma kunt u de aanvullende functie "Dro
gen" kiezen, behalve bij de program
ma's D en 6.
Ga als volgt te werk:
^ Druk op de toets 0.
Het droogproces geschiedt gedurende
10 minuten in fasen. De programmaduur neemt overeenkomstig toe.
^ Druk op de starttoets 6.
In het display wordt de bereikte tempe
ratuur weergegeven.
Het controlelampje naast de toets 6
brandt continu.
Gedurende het programmaverloop zijn
de andere programma's geblokkeerd.
Als u de programmaschakelaar op een
-
ander programma zet, verdwijnt de
weergave in het display. De gegevens
verschijnen weer, zodra u de program
maschakelaar weer op het eerder ge
kozen programma zet.
-
-
-
-
-
-
36
Bediening
Tijdens het programma kunt u heen en
weer schakelen tussen de weergaven:
Tijdens het programmaverloop brandt
het controlelampje van de programma
fase die op dat moment actief is.
kRegenereren
IVoorspoelen1+2
lReinigen1+2*
HSpoelen1-4/
Naspoelen1+2
* Bij het vrij programmeerbare pro
gramma A kan ook spoelblok 5 (chemi
sche desinfectie) als extra spoelfase
zijn geprogrammeerd. Er kan geen
chemisch desinfectiemiddel worden
gedoseerd!
Als spoelblok 5 actief is, brandt in het
programmaverloop het controlelampje
l.
Programma-einde
Het programma is afgelopen als in het
programmaverloop het controlelampje
r brandt en het controlelampje 6
dooft. In het midden van het display
verschijnt een 0. De overige controlelampjes vormen een looplicht.
Standaard hoort u gedurende maximaal
30 seconden ook een zoemer. De functie van de zoemer kan worden gewijzigd (zie het hoofdstuk "Programmeerfuncties").
U kunt met de toets ß de totale duur
van het programma of de actuele tem-
-
peratuur opvragen.
Direct na het einde van het programma
moet de deur van de automaat gedu
rende 10 - 15 minuten circa 10 cm wor
den geopend. Alleen zo bereikt u door
de aanwezige restwarmte een goed
droogresultaat en voorkomt u corrosie.
-
-
-
-
c Drogen
rProgramma-einde
(parameters programma bereikt)
37
Bediening
Programma afbreken
Als het programma wordt afge
,
broken, moet het spoelgoed op
nieuw worden behandeld!
Programma wordt na een storing
afgebroken
Het programma wordt voortijdig afge
broken en in het display verschijnt een
foutmelding "F...".
Afhankelijk van de oorzaak moet u
maatregelen nemen om de storing te
verhelpen. Zie hiervoor het hoofdstuk
"Nuttige tips".
Programma handmatig afbreken
Een gestart programma mag alleen in
noodgevallen worden onderbroken, bijvoorbeeld wanneer de inhoud rammelt.
-
-
-
Pas op! Het spoelgoed kan heet
,
zijn. U kunt zich eraan branden.
Zet het spoelgoed stabiel neer.
^
Neem de voorschriften in acht en
draag handschoenen in verband met
infectiegevaar.
Vul, indien nodig, poedervormig reini
^
gingsmiddel bij.
Sluit de deur.
^
Start het programma 6 .
^
Het spoelwater wordt afgepompt.
^ Stel het gewenste programma op-
nieuw in en start het.
Programma SPECIAL 93°C-10’ en bij
infectiegevaar:
^ Start het programma opnieuw.
-
Voor de kwalificatie van het reinigingsresultaat moet het programma
vóór de desinfectiefase worden afgebroken (volgens EN ISO
15883-1).
,
Gecontamineerd spoelwater
mag nooit zonder voorafgaande
desinfectie worden afgepompt!
^
Zet de programmaschakelaar op f.
Het programma wordt na ca. 2 secon
den afgebroken.
^
Open de deur a.
38
Het display toont een eventueel noodzakelijke aanpassingstijd voor de temperatuur (aflopend).
Uitschakelen
^
Druk op de toets I-0 en laat deze te
rugspringen.
Vanwege de elektrische deurver
grendeling kunt u de deur alleen
openen als de toets I-0 op "Aan"
-
staat (zie "Het openen en sluiten van
de deur").
-
-
Programmeerfuncties
Documenteer elke aanpassing van de standaardinstellingen. Dit kan handig
zijn bij een eventueel bezoek van een technicus van Miele.
Noteer de verandering in het daarvoor bestemde vakje.
Algemene aanwijzingen:
Niet gedefinieerde posities worden als een liggend streepje ( - ) in het display
–
weergegeven.
Als de programmaschakelaar op f staat, kunt u het programmeerniveau op
–
vragen. Het niveau wordt telkens als volgt weergegeven: E...
Bij de behandeling van medische producten moeten wijzigingen in het pro
–
gramma c.q. de dosering worden gedocumenteerd (Richtlijn Medische Hulp
middelen). De reinigings- en desinfectiewerking moeten eventueel opnieuw
worden gevalideerd.
Voor alle programmeerfuncties geldt:
Programmeermodus activeren
^ Zet de programmaschakelaar op f.
-
-
-
^ Schakel de automaat uit.
^ Druk de toetsen ß en 6 in, houd deze
ingedrukt en schakel tegelijk de auto
maat in met de Aan/Uit-toets I-0.
Waarden opslaan en programmeermodus afsluiten
^
Druk op de toets 6.
^
Druk nogmaals op de toets 6.
Programmeermodus zonder opslaan afsluiten
^
Schakel de automaat uit met de toets I-0.
In het display verschijnt de actuele
-
programmaversie P... Het controle
lampje p / 6 brandt.
In het display verschijnt SP.
De wijziging wordt opgeslagen.
De wijziging wordt niet opgeslagen.
-
39
Programmeerfuncties
Dosering met DOS 1
Concentratie instellen
Bij vloeibare reinigingsmiddelen moet de dosering (concentratie) worden inge
steld. Stel de dosering in volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het rei
nigingsmiddel en in overeenstemming met de toepassing.
Bij dosering van poedervormig reinigingsmiddel via het doseerbakje in de deur
mag de waarde niet worden veranderd.
HandelingWeergave / resultaat
Druk op de toets 0 totdat in het display E02
^
verschijnt.
Zet de programmaschakelaar op E.
^
zonder aangesloten DOS-module:
met aangesloten DOS-module:
^ Druk zo vaak op de toets ß of houd deze
toets ingedrukt totdat de gewenste waarde verschijnt, bijvoorbeeld 0.50.
Ingestelde concentratie:
Doseersysteem ontluchten
Ontlucht het doseersysteem alleen, als:
– u de concentratie voor het eerst heeft ingesteld,
– het reservoir voor vloeibaar reinigingsmiddel is leeggezogen en niet tijdig is
bijgevuld.
E02
10 = doseertijd 10 seconden
1.00 = concentratie 1,0%
0,50
De doseertijd/concentratie is
ingesteld.
-
-
HandelingWeergave / resultaat
^
Druk op de toets 0 totdat in het display
E02 verschijnt.
^
Zet de programmaschakelaar op A.
^
Druk op de toets ß.Het doseersysteem wordt automa
^
Sluit de programmeermodus af.
Start daarna het programma D.
40
E02
d§1
tisch ontlucht. Het systeem is ontlucht
als in het display 0 verschijnt.
De middelen die na het ontluchten in
de spoelruimte zijn gestroomd, wor
den verdund en weggespoeld.
-
-
Programmeerfuncties
Zoemer
U kunt de zoemer voor de volgende functies programmeren:
– om het programma-einde aan te geven (continu signaal),
– om foutmeldingen aan te geven (signaal in secondenritme),
– om een monsterneming aan te geven (3 x kort in afwisseling met
2 seconden pauze).
Monsterneming is alleen mogelijk na programmering door Miele.
De in het display weergegeven waarden hebben de volgende betekenis:
^ Druk op de toets 0 totdat in het display E04 ver-
schijnt.
E04
^ Zet de programmaschakelaar op E.
^
Druk op de toets ß of houd deze toets ingedrukt tot
dat de gewenste waarde verschijnt, bijvoorbeeld 26.
Ingestelde waarde:
U hoort de zoemer bij de betreffende instelling gedurende 30 seconden.
U kunt de zoemer eerder uitzetten als:
–
u de programmaschakelaar op f zet.
–
u op de toets ß drukt.
–
u de netspanning onderbreekt, bijvoorbeeld door de deur te openen.
21
-
26
41
Programmeerfuncties
Programmaparameters wijzigen
U kunt de reinigingsprogramma's A, E en varioTD aan specifieke eisen aanpas
sen. Hiertoe kunt u de temperatuur en de temperatuurstop (inwerktijd) in de pro
grammablokken "Reinigen 1" en "Naspoelen 2" veranderen.
De standaardinstellingen voor de temperatuur en de temperatuurstop in de afzon
derlijke programmablokken vindt u in het programma-overzicht achter in deze ge
bruiksaanwijzing.
Noteer elke wijziging in de betreffende kolom van het programma-overzicht, bij
voorbeeld met een pen.
Bij het programma SPECIAL 93°C-10' kunt u de programmaparameters in het
programmablok "Reinigen 1" niet veranderen!
Instelbaar bereik voor de temperatuur:
– 30 °C - 93 °C voor de programma's A en varioTD
– 30 °C - 70 °C voor het programma E
Temperaturen boven 55 °C hebben bloeddenaturatie en eventueel fixatie tot
gevolg.
Houdt u zich bij het programma "varioTD" aan de geldende voorschriften in
verband met het infectiegevaar!
Instelbaar bereik voor de temperatuurstop:
-
-
-
-
-
–
1 - 15 minuten
Temperatuur veranderen
HandelingWeergave / resultaat
^
Druk zo vaak op de toets 0 of houd deze inge
drukt, totdat het niveau van het te wijzigen program
mablok in het display verschijnt.
^
Zet de programmaschakelaar op het te veranderen
programma, bijvoorbeeld E.
^
Druk zo vaak op de toets ß of houd deze toets in
gedrukt totdat de gewenste waarde verschijnt, bij
voorbeeld 70 °C.
42
-
E09 voor Reinigen 1
-
E25 voor Naspoelen 2
°C ~65
-
°C ~70
-
Programmeerfuncties
Temperatuurstop veranderen
HandelingWeergave / resultaat
Druk zo vaak op de toets 0 of houd deze inge
^
drukt, totdat het niveau van het te wijzigen program
mablok in het display verschijnt.
Zet de programmaschakelaar op het te veranderen
^
programma, bijvoorbeeld E.
Druk zo vaak op de toets ß of houd deze toets in
^
gedrukt totdat de gewenste waarde verschijnt, bij
voorbeeld 10.
Standaardinstelling herstellen
HandelingWeergave / resultaat
^ Druk zo vaak op de toets 0 of houd deze ingedrukt
totdat in het display E33 verschijnt.
-
E10 voor Reinigen 1
-
E26 voor Naspoelen 2
min _ 1
-
min _ 10
-
E33
^ Zet de programmaschakelaar op een programma.
Standaardinstelling:
De elektronica is geherprogrammeerd:
^
Druk op de toets ß als in het display PP verschijnt.
Ook de eventueel gewijzigde programmering van de waterontharder wordt
weer op de standaardinstelling gezet. Stel de gewenste waarde daarom op
nieuw in, zie de rubriek "Waterontharder programmeren".
Programmawijzigingen in het vrij programmeerbare programma A blijven be
houden.
00
PP
00, de standaardinstel
ling is hersteld.
-
-
-
43
Programmeerfuncties
Tijd en datum instellen
In de Novotronic-besturing worden ook de datum en de dagtijd bijgehouden.
Deze gegevens worden afgedrukt als u een protocol uitprint.
De datum en de tijd zijn instelbaar, zodat bijvoorbeeld van zomer- naar wintertijd
kan worden gewisseld.
De afzonderlijke waarden van de tijd en de datum activeert u door de programma
schakelaar op een bepaalde stand te zetten:
Stand "1 uur": kalenderdag 01 - 31
Stand "2 uur": maand01 - 12
Stand "3 uur": jaar00 - 99 = 2000 - 2099
Stand "4 uur": uren00 - 23
Stand "5 uur": minuten00 - 59
Als u niveau E34 kiest, zonder dat de seriële interface is geactiveerd, verschijnt bij
alle standen van de programmaschakelaar een - in het display.
HandelingWeergave / resultaat
^ Druk zo vaak op de toets 0 of houd deze inge-
drukt totdat in het display E34 verschijnt.
Wacht voor de volgende handeling ca. 30 seconden.
^
Zet de programmaschakelaar op de stand van de
waarde die u wilt wijzigen, bijvoorbeeld op de
stand "4 uur" voor het instellen van de uren.
^
Druk zo vaak op de toets ß of houd deze toets
ingedrukt totdat de gewenste waarde verschijnt,
bijvoorbeeld 1 x.
E34
De besturing leest de actuele instellingen.
10
11
-
De gewijzigde waarden worden aan de interface overgedragen, nadat de waar
den zijn opgeslagen en de programmeermodus is afgesloten. Wacht daarom nog
ca. 30 seconden voordat u de automaat uitschakelt!
44
-
Procesdocumentatie (optie)
Met de reinigings- en desinfectieauto
maat kunt u de behandelingsprocessen
documenteren (procesdocumentatie).
Voor de procesdocumentatie kunt u ge
bruik maken van externe software of
van een externe printer.
Hiervoor is de automaat aan de achter
kant voorzien van een seriële interface.
De configuratie van de interface
moet door Miele worden uitgevoerd.
Procesdocumentatie met externe
software
Voor digitaal archiveren worden de procesgegevens aan externe documentatiesoftware doorgegeven.
Procesdocumentatie met een protocolprinter
De procesprotocollen worden op een
direct aangesloten protocolprinter geprint en in papiervorm gearchiveerd.
Gebruik alleen eindapparaten (zoals
printers) die voldoen aan EN/IEC
60950.
-
Tijdens het programmaverloop worden
onder meer de volgende gegevens
vastgelegd:
Datum en machinenummer
–
Programmastart en programmanaam
–
Gebruikte spoelblokken
–
Doseersysteem met doseertempera
–
tuur en eventueel ingestelde hoe
veelheid
Ingestelde temperaturen en inwerktij
–
den
Minimale temperatuur tijdens de in
–
werktijd
– Alle storingen (bijvoorbeeld watertoe-
voer defect)
– Programma-einde
– Waarschuwingen, bijvoorbeeld "Zout
bijvullen"
U kunt de protocollen in het Duits, Engels, Frans, Italiaans en Spaans uitdraaien.
Voor meer informatie over geschikte
printers en software-oplossingen kunt
u met Miele contact opnemen.
-
-
-
-
45
Onderhoudsmaatregelen
Onderhoud
Bij deze automaat moet na 1000 be
drijfsuren of eens per jaar, maar ui
terlijk na 18 maanden periodiek onder
houd worden uitgevoerd. Dit onder
houd dient door Miele te worden uitge
voerd.
Het onderhoud omvat de volgende
punten:
de elektrische veiligheid volgens de
–
daarvoor geldende regels,
het deurmechanisme en de deur
–
dichting,
– de schroefkoppelingen en aanslui-
tingen in de spoelruimte,
– de watertoe- en -afvoer,
– de interne en externe doseersyste-
men,
– de sproeiarmen,
– de zeefcombinatie,
-
-
-
-
In het kader van het onderhoud:
wordt een programma als testrun af
–
gewerkt,
wordt een thermo-elektrische meting
–
-
uitgevoerd,
wordt op lekkage gecontroleerd,
–
worden alle veiligheidsrelevante
–
meetsystemen gecontroleerd (fout
meldingen).
-
-
–
het zeefhuis met afvoerpomp en te
rugslagklep,
–
alle rekken, inzetten en modules,
en voor zover van toepassing:
–
de dampcondensator,
–
een aangesloten printer.
46
-
Onderhoudsmaatregelen
Procesvalidatie
De exploitant dient veilig te stellen dat
de reinigings- en desinfectieprocédés
in de dagelijkse routine correct worden
uitgevoerd.
In sommige landen gelden hiervoor ook
nationale wetten, verordeningen of aan
bevelingen.
In Duitsland zijn dit onder meer
MPBetreibV, de RKI-richtlijnen en de
gezamenlijke validatierichtlijn van
DGKH, DGSV en AKI.
Voor Nederland zijn dit onder meer de
richtlijnen die opgenomen zijn in de
bundel "Steriliseren en steriliteit". De apparatuur moet voldoen aan de richtlijn
"Valideren" (R 6151) en "Aanschaf"
(R 8151). Ook worden controles voorgeschreven, zoals vastgelegd in de
norm EN ISO 15883.
Routinecontroles
Dagelijks voor aanvang van de werk
zaamheden moet een daartoe bevoegd
persoon het apparaat controleren. Voor
deze routinecontroles wordt bij de auto
maat een checklist geleverd.
Men dient de volgende punten te con
troleren:
de zeven in de spoelruimte,
–
de sproeiarmen in de automaat en
–
aan de rekken,
de spoelruimte en de deurdichting,
–
– de doseersystemen en
– de rekken en inzetten.
Bij gebruik van een poedervormig reinigingsmiddel moet u eens per 14 dagen
de temperatuur op het doseermoment
controleren.
De doseertemperatuur wordt bij de validatie in het validatieprotocol vastgelegd.
Voor de controle moet u tijdens een
programma de temperatuur op het mo
ment waarop het klepje van het doseer
bakje hoorbaar openklapt op het dis
play aflezen, documenteren en met de
waarde in het validatieprotocol verge
lijken.
-
-
-
-
-
-
-
,
Neem contact op met Miele, als
de vastgestelde doseertemperatuur
meer dan +/- 2 °C van de in het vali
datieprotocol vastgelegde tempera
tuur afwijkt.
-
-
47
Onderhoudsmaatregelen
Zeven in de spoelruimte
reinigen
De zeefcombinatie op de bodem van
de spoelruimte voorkomt dat grove ver
ontreinigingen in het circulatiesysteem
terechtkomen.
De zeven kunnen door dergelijke ver
ontreinigingen verstopt raken. Contro
leer de zeefcombinatie daarom dage
lijks en reinig deze indien dat nodig is.
-
-
-
-
Zonder de zeven mag de auto
,
maat niet worden gebruikt!
Pas op voor glassplinters!
,
-
^ Ontgrendel de zeefcombinatie door
de greep naar rechts te zwenken.
^
Haal de zeefcombinatie uit het appa
raat. Verwijder de grove verontreini
gingen en spoel de combinatie onder
stromend water af. Gebruik eventueel
een borstel.
-
-
48
Draai de zeefcombinatie om en open
^
de sluiting van de grove zeef door de
ontgrendeling naar achteren te trekken.
Onderhoudsmaatregelen
Na het reinigen van de grove zeef
^
moet de sluiting weer correct worden
vergrendeld.
^ Plaats de zeefcombinatie zo in de uit-
sparing dat deze strak op de bodem
van de reinigingsruimte aansluit. Vergrendel de combinatie door de greep
naar links te draaien.
49
Onderhoudsmaatregelen
Sproeiarmen reinigen
Het kan voorkomen dat de sproeikop
pen van de sproeiarmen verstopt ra
ken. Controleer de sproeiarmen dan
ook dagelijks.
Druk eventuele verontreinigingen in
^
de sproeikoppen met een spits voor
werp naar binnen en spoel ze vervol
gens onder stromend water weg.
Daartoe moet u de sproeiarmen eerst
als volgt verwijderen:
Verwijder de ingeschoven rekken.
^
Bij een sproeiarm aan het bovenrek (afhankelijk van het rek):
^ Draai de sproeiarm naar rechts om
deze los te schroeven. De moer van
de sproeiarm heeft een linksdraaiende schroefdraad.
De sproeiarmen van de automaat:
^ Schroef de bovenste sproeiarm eraf.
-
-
-
-
Als u de afsluitdop van de onderste
sproeiarm losdraait, kunt u verontreinigingen gemakkelijker wegspoelen.
^ Draai de afsluitdop in de richting van
de pijl. Draai de dop na het schoonmaken weer vast.
^ Plaats de sproeiarmen na het reini-
gen weer terug c.q. schroef deze
weer vast.
^
Trek de onderste sproeiarm eraf.
50
Controleer na de montage of de
sproeiarmen gemakkelijk ronddraai
en.
-
Bedieningspaneel reinigen
Reinig het bedieningspaneel alleen
^
met een vochtige doek of gebruik
een normaal reinigingsmiddel voor
glas of kunststof.
Gebruik voor het desinfecteren een
geschikt desinfectiemiddel.
Gebruik geen schuurmiddelen
,
en geen allesreinigers! Deze kunnen
door hun chemische samenstelling
het kunststof oppervlak bescha
digen.
-
Front reinigen
^ Reinig het roestvrijstalen front alleen
met een vochtige doek en gewoon
afwasmiddel of met een niet-schurend reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
^ Om te voorkomen dat het oppervlak
snel weer vuil wordt (vingerafdrukken, etc.), kunt u het vervolgens met
een onderhoudsmiddel voor roestvrij
staal behandelen (bijvoorbeeld Neo
blank, verkrijgbaar bij Miele).
Onderhoudsmaatregelen
De automaat en de directe om
,
geving ervan mogen niet met water
(waterslang of hogedrukreiniger)
worden afgespoten.
Spoelruimte reinigen
De spoelruimte is nagenoeg zelfreini
gend.
Mocht u toch afzettingen constateren,
neem dan contact op met Miele.
Deurdichting reinigen
Reinig de deurdichting regelmatig met
een vochtige doek om verontreinigingen te verwijderen.
Een beschadigde of lekkende dichting
moet door Miele worden vervangen.
Doseersystemen
Controleer regelmatig het verbruik van
de toegepaste proceschemicaliën. U
kunt zo onregelmatigheden bij de dose
ring herkennen.
-
-
-
,
Gebruik geen salmiakhoudende
reinigingsmiddelen alsmede nitroen kunstharsoplossingen!
Dergelijke producten kunnen het op
pervlak aantasten.
-
51
Onderhoudsmaatregelen
Rekken en inzetten
Om veilig te stellen dat de rekken en in
zetten goed functioneren, moet u deze
dagelijks controleren. Bij de automaat
wordt een checklist geleverd.
U dient de volgende punten te controle
ren:
Zijn de loopwielen in orde en vast
–
verbonden met het rek of de inzet?
Bevindt zich de rekaankoppeling op
–
de juiste hoogte en is deze vastge
schroefd?
– Zijn alle inspuiters, spoelhulzen en
slangadapters vast verbonden met
het rek of de inzet?
– Kunnen alle inspuiters, spoelhulzen
en slangadapters goed worden doorgespoeld?
– Zitten de kapjes en afsluitingen ste-
vig op de spoelhulzen?
– Functioneren de afsluitdoppen in de
module-aankoppelingen van de wa
gens (modulair systeem)?
-
-
-
-
Voor zover van toepassing:
–
Kunnen de sproeiarmen vrij draaien?
–
Zijn de sproeikoppen van de sproei
armen verstopt? Zie ook de rubriek
"Sproeiarmen reinigen".
–
Moet het filterplaatje in de houder
voor de hand- en hoekstukken of in
de E 478 voor Sauter-canules wor
den vervangen?
52
-
-
Nuttige tips
Het volgende overzicht helpt u de oorzaken van een probleem te vinden en het
probleem te verhelpen. Houdt u daarbij rekening met het volgende:
Reparaties mogen uitsluitend door Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig
,
uitgevoerde reparaties kunnen voor u een groot gevaar opleveren.
Mocht zich een foutmelding voor het eerst voordoen, controleer dan of deze fout
melding het gevolg is van een eventuele foutieve bediening. U voorkomt zo een
onnodig bezoek van een technicus.
Ga als volgt te werk:
Zet de programmaschakelaar op f (de foutmelding verdwijnt).
^
Schakel de automaat uit met de toets I-0.
^
Schakel de automaat weer in en start het programma opnieuw.
^
^ Als een storing herhaaldelijk optreedt en u de storing niet zelf kunt verhelpen,
neem dan contact op met Miele.
^ Vermeld daarbij het nummer van de foutmelding "F...".
StoringOorzaakOplossing
De automaat start niet.De deur zit niet goed dicht. Druk de deur stevig dicht.
De automaat is niet
klaar voor gebruik.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering van de huisin
stallatie is defect.
De automaat is niet inge
schakeld.
Foutmeldingen:
F04-F17, F20-F--
Foutmeldingen: F31-33 De aansturing van de do
Steek de stekker in het
stopcontact.
-
Controleer de zekering
(minimale sterkte: zie type
plaatje).
-
Druk op I-0 en kies een
programma.
Bel Miele.
seersystemen was niet
juist.
Bel Miele.
-
-
-
53
Nuttige tips
StoringOorzaakOplossing
Voor een programma
start knippert het con
trolelampje 8 DOS.
Er kan geen program
ma worden gestart.
Enkele minuten na de
programmastart knippert het controlelampje
8 DOS. Het programma wordt afgebroken.
-
-
-
Foutmelding: Fdo:
Het reservoir voor vloeibaar
reinigingsmiddel is leeg.
Foutmelding: Fdo:
Fout bij het doseren van
vloeibaar reinigingsmiddel.
Voordat u de storing ver
helpt, doet u het volgende:
Zet de programmascha
–
kelaar op f (de fout
melding verdwijnt).
Schakel de automaat uit
–
met de toets I-0.
Vul het reservoir of ver
vang het door een vol re
servoir.
Na afloop:
Schakelt u de automaat
–
in.
– Start u het programma
opnieuw.
Voordat u de storing verhelpt, doet u het volgende:
– Zet de programmascha-
kelaar op f (de foutmelding verdwijnt).
– Schakel de automaat uit
met de toets I-0.
Vul het reservoir of ver
vang het door een vol re
servoir.
Ontlucht het doseersys
teem, zie het hoofdstuk
"Programmeerfuncties".
Na afloop:
–
Schakelt u de automaat
in.
–
Start u het programma
opnieuw.
-
-
-
-
-
-
-
-
54
StoringOorzaakOplossing
Het controlelampje k
knippert.
Enkele minuten na de
programmastart knip
pert het controlelampje
p / 6.
Er moet regenereerzout
worden bijgevuld. De ont
harder kon niet worden ge
regenereerd.
-
Foutmelding: F..E:
Er is een probleem met de
watertoevoer.
Vul het reservoir met zout.
-
-
Voordat u de storing ver
helpt, doet u het volgende:
Zet de programmascha
–
kelaar op f (de fout
melding verdwijnt).
Schakel de automaat uit
–
met de toets I-0.
Draai de waterkraan he
–
lemaal open.
– Reinig de zeef in de wa-
tertoevoer.
– De waterdruk bij de wa-
teraansluiting is lager
dan 50 kPa. Informeer
bij een installateur naar
de mogelijke oplossingen.
Na afloop:
–
Schakelt u de automaat
in.
–
Start u het programma
opnieuw.
Nuttige tips
-
-
-
-
55
Nuttige tips
StoringOorzaakOplossing
Het programma is
voortijdig gestopt. Het
controlelampje p / 6
knippert.
Het water in de spoelruimte wordt niet ver
warmd. Het program
ma duurt te lang.
-
Foutmelding: F..A:
Er is een probleem met de
waterafvoer.
Foutmeldingen: F01 - F03,
-
F18, F19
Deze automaat heeft een
thermische beveiliging die
de verwarming bij overver
hitting uitschakelt. Overver
hitting kan ontstaan als bij
voorbeeld grote voorwerpen
de verwarmingselementen
afdekken of als de zeven in
de spoelruimte verstopt zijn.
Voordat u de storing ver
helpt, doet u het volgende:
Zet de programmascha
–
kelaar op f (de fout
melding verdwijnt).
Schakel de automaat uit
–
met de toets I-0.
Reinig de zeefcombina
–
tie in de spoelruimte.
Reinig de afvoerpomp.
–
Reinig de terugslagklep.
–
Verwijder een eventuele
–
knik of een hoog geplaatste lus in de afvoerslang.
Na afloop:
– Schakelt u de automaat
in.
– Pompt u het water weg.
– Start het programma op-
nieuw.
Verhelp het probleem. Ga
als volgt te werk:
–
Reinig de zeefcombina
tie in de spoelruimte.
-
–
Ruim het spoelgoed an
-
ders in.
Blijft de foutmelding, ga
dan als volgt te werk:
–
Laat de thermoschake
laar weer inschakelen
door Miele.
-
-
-
-
-
-
-
56
StoringOorzaakOplossing
In het reservoir voor rei
nigingsmiddel (in de
deur) kleven na een pro
gramma nog resten rei
nigingsmiddel.
Het klepje van het reini
gingsmiddelreservoir
kan niet worden geslo
ten.
Een knallend geluid uit
de spoelruimte.
Een rammelend geluid
uit de spoelruimte.
Knallende geluiden in
de waterleiding.
De instrumenten verto
nen sporen van corro
sie.
-
-
-
-
Het reservoir was tijdens
het vullen nog vochtig.
Spoelgoed heeft het klep
je van het reservoir in de
deur geblokkeerd.
Resten reinigingsmiddel
-
blokkeren de vergrende
ling.
-
Een sproeiarm raakt het
spoelgoed.
Het spoelgoed in de
spoelruimte rammelt.
Dit wordt mogelijk veroor
zaakt door de waterlei
ding ter plaatse c.q. door
een waterleiding met een
te geringe diameter.
-
De instrumenten zijn niet
geschikt voor machinale
behandeling.
Tijdens het programma
verloop is niet geneutrali
seerd.
-
Verwijder de reinigings
–
middelresten.
Behandel het spoelgoed
–
opnieuw.
Doseer het reinigingsmiddel
alleen als het reservoir
droog is.
Ruim het spoelgoed zo in
dat het klepje van het reser
voir geopend kan worden.
Verwijder de reinigingsmid
delresten.
-
Breek het programma af en
ruim het spoelgoed dat de
sproeiarmen blokkeert anders in. Zie ook Programmaafbreken.
Breek het programma af en
ruim het spoelgoed correct
in. Zie ook Programma af-breken.
-
Is niet van invloed op het
functioneren van de auto
maat. Neem eventueel con
tact op met een installateur.
Gebruik alleen degelijke in
strumenten van instrumen
tenstaal.
-
–
Vul het reservoir voor
-
neutralisatiemiddel.
–
Laat door Miele voor de
programma's A en E
een neutralisatiefase pro
grammeren.
Nuttige tips
-
-
-
-
-
-
-
-
57
Nuttige tips
StoringOorzaakOplossing
De instrumenten verto
nen sporen van corro
sie.
Op het spoelgoed be
vinden zich witte afzettingen.
-
Het chloridegehalte van
-
het water is te hoog.
-
Vliegroest of roest van bui
tenaf is in de spoelruimte
terechtgekomen door:
een te hoog ijzergehalte
–
van het water.
meegereinigde roesten
–
de instrumenten.
De ontharder is op een te
lage waarde geprogrammeerd.
In het zoutreservoir bevindt
zich geen regenereerzout.
De afsluitdop van het reservoir zit niet goed vast.
Voor het naspoelmiddel is
een te geringe hoeveel
heid ingesteld, waardoor
watervlekken ontstaan.
Er zitten nog resten tand
cement op de instru
menten.
-
Laat een wateranalyse uit
voeren. Zorg eventueel
voor een externe waterbe
handeling of gebruik
demi-water.
Controleer de installatie.
-
–
Gooi roestende instru
–
menten weg.
-
Controleer de hardheid
van het leidingwater en zet
de ontharder op de juiste
waarde.
Vul het reservoir met zout.
Draai de afsluitdop er
goed op en draai de dop
stevig vast.
Verhoog de doseerhoe-
-
veelheid voor naspoelmid
del.
-
Verwijder de resten van de
instrumenten voordat ze
hard worden.
-
-
-
-
58
StoringOorzaakOplossing
Het spoelgoed vertoont
vlekken.
Het reinigingsresultaat
is onvoldoende.
De naspoelmiddeldosering
is te laag ingesteld.
Het reservoir voor naspoel
middel is leeg.
De rekken en inzetten zijn
onjuist beladen of zitten te
vol.
Het gebruikte reinigings
middel is niet geschikt
voor de verontreiniging.
De verontreiniging is te ver
opgedroogd.
Een sproeiarm is geblokkeerd.
De sproeikoppen in de
sproeiarmen of van de inzetten zijn verstopt.
De zeven in de spoelruimte zijn verontreinigd.
Het rek of de inzet is niet
goed op de watertoevoer
aangesloten.
-
Verhoog de doseerhoe
veelheid voor naspoelmid
del.
Vul naspoelmiddel bij.
-
Ruim het spoelgoed cor
rect in.
Laad de rekken en inzetten
niet te vol.
Gebruik een geschikt reini
gingsmiddel voor machi
nale behandeling.
Tussen verontreiniging en
machinale reiniging mag
maximaal 6 uur liggen.
Ruim het spoelgoed zo in
dat het de sproeiarmen
niet blokkeert.
Controleer de sproeikoppen en reinig deze indien
dat nodig is.
Controleer de zeven en reinig deze indien dat nodig
is.
Stel de adapter voor de
watervoorziening van het
rek of de inzet goed in.
Nuttige tips
-
-
-
-
-
59
Storingen verhelpen
Afvoerpomp en terugslagklep
reinigen
Als zich na afloop van een programma
water in de spoelruimte bevindt, is het
water niet afgepompt. Mogelijk wordt
de afvoerpomp of de terugslagklep
door verontreinigingen of voorwerpen
geblokkeerd. U kunt deze eenvoudig
verwijderen.
Haal de spanning van de automaat
^
door het apparaat uit te schakelen en
daarna de stekker uit het stopcontact
te halen of de zekering dan wel de
hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit te schakelen.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte.
Klap de afsluitbeugel opzij.
^
60
^
Til de terugslagklep omhoog, verwij
der de klep en spoel deze goed af
onder stromend water.
-
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Controleer voordat u de terugslag-
klep terugplaatst of voorwerpen de
afvoerpomp blokkeren.
^ Zet de terugslagklep weer op zijn
plaats en vergrendel deze met de afsluitbeugel.
Storingen verhelpen
,
Het spoelgoed moet opnieuw
worden behandeld, als dit uit veilig
heidsoverwegingen zinvol is.
-
61
Storingen verhelpen
Zeefjes in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van de watertoevoer
klep zijn in de schroefkoppeling zeefjes
ingebouwd (zie afbeelding). Als de
zeefjes vuil zijn, moeten ze worden ge
reinigd, omdat er anders te weinig wa
ter in de automaat stroomt.
De kunststof behuizing van de
,
Waterproof-ventielen bevat een elek
trisch onderdeel en mag daarom
niet in vloeistoffen worden gedom
peld.
-
-
Zeefcombinatie reinigen
Maak het apparaat spanningsvrij.
^
-
-
-
Draai de waterkraan dicht en schroef
^
de toevoerslang los.
^ Reinig de pilaarzeef (1) en de fijne
zeef (2) of vervang deze (indien nodig).
^ Plaats de zeefjes en de afdichtings-
ring terug. Controleer of alles goed
zit!
62
^
Schroef de toevoerslang weer aan de
kraan. De schroefkoppeling mag niet
scheef zitten.
^
Draai de waterkraan open. Mocht er
nog water uitlopen, dan is de
schroefkoppeling niet vast genoeg
aangedraaid of zit scheef.
^
Zet de schroefkoppeling recht en
draai deze stevig vast.
Dit apparaat mag alleen door
,
Miele in gebruik worden genomen,
alsmede onderhouden en gerepa
reerd.
Door ondeskundig onderhoud en
ondeskundige reparaties kunnen
voor de gebruiker grote risico's ont
staan.
Service
-
-
Als u een storing niet met de aanwij
zingen uit deze gebruiksaanwijzing
kunt verhelpen, neem dan contact op
met Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
^ Voor een goede en vlotte afhandeling
moet Miele het type en serienummer
van uw apparaat weten.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje (zie ook "Elektrische aansluiting").
^
Vermeld een eventuele foutmelding
in het display van de automaat als u
contact opneemt met Miele.
-
63
Plaatsing
Gebruik de bijgevoegde installatie
tekening!
In de directe omgeving van de
,
automaat mag uitsluitend geschikt
meubilair voor professioneel gebruik
worden geplaatst. Andere meubels
kunnen door de condens bescha
digd raken.
De automaat moet stabiel en waterpas
worden opgesteld.
Oneffenheden in de vloer en de hoogte
van het apparaat kunt u met de stelvoeten aan de voorkant compenseren c.q.
aanpassen.
Het apparaat is geschikt voor:
-
-
Plaatsing onder een werkblad
Bij plaatsing onder een doorlopend
werkblad moet u het machinedeksel als
volgt verwijderen:
Open de deur.
^
– Vrijstaande plaatsing.
– Plaatsing in een nis:
Als de automaat naast andere apparaten of meubels, of in een nis wordt
gezet, moet de nis minstens 45 cm
breed en 60 cm diep zijn.
–
Onderbouw:
Als de automaat onder een doorlo
pend werkblad of het afloopvlak van
een aanrecht geplaatst wordt, moet
de inbouwruimte minstens 45 cm
breed, 60 cm diep en 82 cm hoog
zijn.
64
^ Draai de linker en rechter beves-
tigingsschroef los.
^ Trek het machinedeksel ca. 5 mm
naar voren en til het naar boven toe
van het apparaat.
-
Apparaten met dampcondensator:
Om beschadiging van het werkblad
door waterdamp te voorkomen,
moet de bijgeleverde beschermfolie
(25 x 43 cm, zelfklevend) onder het
werkblad bij de dampcondensator
worden aangebracht.
Plaatsing
Apparaat stellen en vastschroeven
Om de stabiliteit te waarborgen, moet
het apparaat na het stellen aan het
werkblad worden vastgeschroefd.
Open de deur en schroef de auto
^
maat links en rechts (door de gaten
van de voorste lijst) aan het doorlo
pende werkblad vast.
^ Om de beluchting van de circulatie-
pomp niet te belemmeren, mogen de
spleten tussen de automaat en er
naast staande kasten of apparaten
niet met siliconenkit worden afge
dicht.
-
-
-
Montageset decorlijst
Het front van het apparaat kan met
deze lijst worden voorzien van een
frontpaneel dat bij uw andere meubels
past (bij te bestellen accessoire).
Bij de decorlijst is een aparte montage
handleiding gevoegd.
-
-
Beschermplaat voor het werkblad
Afhankelijk van de onderbouwsituatie
moet eventueel een beschermplaat
worden gemonteerd. U kunt deze bij
Miele bestellen.
De onderkant van het werkblad wordt
door deze plaat beschermd tegen be
schadigingen door waterdamp.
-
65
Elektrische aansluiting
Alle werkzaamheden die de
,
elektrische aansluiting betreffen,
mogen alleen door een erkend elek
tricien worden uitgevoerd.
De elektrische installatie moet vol
–
gens de daarvoor geldende normen
(zoals NEN 1010) zijn geïnstalleerd.
De aansluiting op de contactdoos
–
dient aan alle voorschriften te vol
doen. De contactdoos moet ook na
de plaatsing van het apparaat toe
gankelijk zijn. Bij reparaties of onder
houdswerkzaamheden kan dan eenvoudig een veiligheidscontrole worden uitgevoerd.
– Bij een vaste aansluiting dient een
hoofdschakelaar te worden geplaatst
waarmee het apparaat met alle polen
van het net kan worden losgekoppeld. Deze hoofdschakelaar dient
een contactopening te hebben van
minimaal 3 mm en moet in de nulstand vergrendelbaar zijn.
Deze automaat mag uitsluitend worden
gebruikt met de spanning, frequentie
en zekering die op het typeplaatje
-
staan aangegeven.
De automaat kan niet worden omgeschakeld.
-
Het typeplaatje bevindt zich aan de
achterkant van het apparaat en achter
het sokkelpaneel op het kunststof be
-
schermkapje.
Het schakelschema wordt bij het ap
-
paraat geleverd.
Zie ook de bijgevoegde installatietekening!
-
-
-
–
De elektrische installatie waarop het
apparaat wordt aangesloten, moet
zijn voorzien van een aardlekschake
laar (30 mA, volgens de EU-richtlij
nen voor Nederland).
–
Bij vervanging van de aansluitkabel
dient een originele Miele-kabel of
een geschikte kabel met kabeleind
hulzen te worden gebruikt.
–
Voor de technische gegevens zie het
typeplaatje of het bijgevoegde scha
kelschema!
66
-
-
-
-
Watertoevoer aansluiten
Het water in de automaat is geen
,
drinkwater!
De automaat moet volgens de voor
–
schriften van het waterleidingbedrijf
worden aangesloten.
Het gebruikte water moet minimaal
–
van drinkwaterkwaliteit zijn (volgens
de Europese drinkwaternorm).
Een hoog ijzergehalte kan corrosie
op het spoelgoed en aan het appa
raat veroorzaken.
Bij een chloridegehalte van meer dan
100 mg/l in het huishoudwater neemt
het corrosiegevaar voor het spoelgoed aanzienlijk toe.
– In bepaalde regio's, bijvoorbeeld in
de Alpen, zijn vanwege de specifieke
watersamenstelling afzettingen mogelijk. In dergelijke gevallen moet u
in verband met de dampcondensator
onthard water gebruiken.
–
Het apparaat kan zonder extra terug
slagklep worden aangesloten.
Wateraansluiting
Ligt de waterdruk buiten het ge
–
noemde bereik, informeer dan bij
Miele naar de maatregelen die moe
ten worden genomen (eventueel
brandt het controlelampje p / 6,
-
-
foutmelding "F E").
Standaard heeft het apparaat een
–
aansluiting voor koud water. Sluit de
toevoerslang aan op de kraan voor
koud water.
Voor de aansluiting is een kraan met
–
een 3/4"-schroefkoppeling vereist.
Deze kraan moet goed toegankelijk
zijn, omdat u de watertoevoer moet
afsluiten als u de automaat niet gebruikt.
– De toevoerslang is ca. 1,7 m lang
(DN 10) en heeft een 3/4"-schroefkoppeling. Het zeefje in de schroefkoppeling mag niet worden
verwijderd.
– Installeer de pilaarzeef tussen de
kraan en de toevoerslang (voor een
afbeelding zie "Storingen ver
helpen").
-
-
-
–
De minimale waterdruk moet
50 kPa (0,5 bar) overdruk bedragen.
–
De aanbevolen waterdruk bedraagt
150 kPa (1,5 bar) overdruk. U voor
komt daarmee onnodig lange wa
terinstroomtijden.
–
De maximaal toegestane statischewaterdruk bedraagt 1000 kPa
(10 bar) overdruk.
-
-
67
Wateraansluiting
De toevoerslang mag niet wor-
,
den ingekort of beschadigd (zie afbeelding).
Zie ook de bijgevoegde installatietekening!
68
Waterafvoer aansluiten
De afvoer van de automaat is voor
–
zien van een terugslagklep, zodat af
voerwater niet naar de machine kan
terugstromen.
Het apparaat kan het beste op een
–
apart afvoersysteem worden aange
sloten. Als dat niet mogelijk is, advi
seren wij de automaat aan te sluiten
op een sifon met twee kamers.
De opvoerhoogte moet liggen tussen
0,3 en 1 m, gemeten vanaf de onderkant van het apparaat. Ligt de
afvoer lager dan 0,3 m, breng dan
de afvoerslang aan (in een bocht) op
een hoogte van minimaal 0,3 m.
Het afvoersysteem moet een capaciteit van minimaal 16 l/minuut hebben.
– Het apparaat wordt geleverd met
een flexibele afvoerslang van circa
1,4 m. Deze heeft een binnendiameter van 22 mm. Slangklemmen voor
de aansluiting zijn bijgevoegd.
De afvoerslang mag niet worden ingekort!
Wateraansluiting
-
-
-
-
-
–
Langere afvoerslangen (tot 4 m) zijn
leverbaar.
–
De afvoerleiding mag niet langer zijn
dan4m.
Zie ook de bijgevoegde installatiete
kening!
-
69
Programma-overzicht
ProgrammaToepassing
A
E
UNIVERSEEL
D
AFSPOELEN
6
AFPOMPEN
varioTD
SPECIAL 93°C-10’
Vrij programmeerbaar programma (door Miele).
Voor normaal verontreinigd spoelgoed (zonder desinfectie).
Voor het afspoelen van sterk vervuild spoelgoed dat bijvoorbeeld in
desinfectieoplossingen heeft gelegen (gaat overmatige schuimvorming te
gen).
Voor het afpompen van het spoelwater, bijvoorbeeld als een programma is
afgebroken. Neem, indien van toepassing, de regels met betrekking totbesmettelijke ziekten in acht (zie "Programma afbreken").
Voor toepassingen waarbij aan de algemene hygiëne-eisen moet worden
voldaan, programma volgens EN ISO 15883-1, 90 °C (+ 5 °C, - 0 °C), in
werktijd 5 minuten.
Voor het reinigen en thermisch desinfecteren op 93 °C met een temperatuurstop (inwerktijd) van 10 minuten, volgens §18 IfSG, desinfectiewerking
A/B, indien van overheidswege voorgeschreven of op speciale indicatie.
-
-
70
Voorspoelen
12
Reinigen
12
Programmaverloop
Spoelen
12
Spoelen
34
Programma-overzicht
Naspoelen
12
Drogen*
KWKW
60°C
3 min
DOS 1
KWKW
55°C
5 min
DOS 1
KW
93°C
10 min
DOS 1
KW = koud water
xx °C = temperatuur
x min = temperatuurstop
* Aanvullende functie
DOS 1 = dosering reinigingsmiddel
DOS 2 = dosering naspoelmiddel
DOS 3 = dosering neutralisatiemiddel
* Bij plaatsing op een hoogte van meer dan 1500 m bereikt het spoelwater bij een
lagere temperatuur het kookpunt. Laat de desinfectietemperatuur zo nodig door
Miele verlagen en de temperatuurstop (inwerktijd) verlengen (A
727374
-waarde).
0
75
Nederland:
T
T
T
T
Miele Professional
Postbus 166
4130 ED VIANEN
elefoon afdeling Customer Service Professional (03 47) 37 88 84