Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voor u uw toestel installeert en in
gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
De desinfectie- en reinigingsautomaat
G 7830 TD is geschikt om instrumenten
en toebehoren in artspraktijken en
klinieken automatisch te behandelen.
Voor verschillende toepassingen, bv.
tandheelkunde, gynaecologie, urologie,
keel-, neus- en oorheelkunde en opera
ties staat een groot aantal korven en in
zetten ter beschikking.
De instrumenten en utensiliën worden
bij voorkeur machinaal gereingid en
thermisch gedesinfecteerd.
Op basis van algemeen aanvaarde hy
giënische aspecten gebeurt dit met het
procédé DESIN vario TD. Houdt men
rekening met hygiënische aspecten in
verband met besmettelijke ziekten (wet
op de bescherming tegen infecties),
dan komt het procédé DESIN 93 °C/10’
in aanmerking.
Het Robert Koch Instituut te Berlijn - het
Duits Instituut voor besmettelijke en
niet-besmettelijke ziekten - heeft
"instrumentendesinfectie in reinigingsautomaten" met de desinfectieparame
ters 93 °C, 10 min. inwerktijd opgeno
men. De doeltreffendheidsdomeinen
A+B werden geregistreerd onder ru
briek 3.2.4 van de lijst volgens § 18 van
de Duitse wet op de bescherming te
gen infecties.
-
-
-
De G 7830 is steeds uitgerust met een
dampcondensator (DK) en een water
ontharder.
-
-
-
-
-
De doeltreffendheidsdomeinen worden
als volgt bepaald:
A = vernietiging van vegetatieve bacte
riekiemen, inclusief mycobacteriën, als
ook van zwammen, inclusief zwamspo
ren.
B = inactiveren van virussen, inclusief
HBV (hepatitis infectiosa) en HIV (aids).
-
-
-
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
a Toets aan-uit (I-0)
b Deuropener
c Display
d Controlelampje "Startuitstel"; zie
"Speciale functies programmeren"
e Controlelampje "Drogen"
f Controlelampje "Programmastart"
g Starttoets
h Toets "Drogen"
i Omschakeltoets voor het display
"bereikte temperatuur" of "afgelopen
reinigingstijd"
j Controlelampje "Neutralisatiemiddel
toevoegen"
Optische interface
(voor de technische dienst)
(doseerpomp voor vloeibaar reini
gingsmiddel) - achterzijde -
b Filterset
c Reservoir voor regenereerzout
(waterontharder)
d Reservoir voor neutralisatiemiddel
(met doseerinstelling)
e Peiloog voor neutralisatiemiddel
f Reservoir voor poedervormig
reinigingsmiddel
g Reservoir voor naspoelmiddel (met
doseerinstelling)
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Hou deze opmerkingen in acht om
Dit apparaat voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsbepalingen.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen. Er kan ook
schade optreden aan het toestel.
Lees eerst aandachtig deze ge
bruiksaanwijzing voordat u het ap
paraat in gebruik neemt. Zo be
schermt u zichzelf en vermijdt u
schade aan het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig!
Efficiënt gebruik van het apparaat
Deze desinfectie- en reinigingsau-
tomaat mag u uitsluitend gebruiken
voor de doeleinden vermeld in de gebruiksaanwijzing. Ieder ander gebruik,
aanpassing en wijziging is ongeoorloofd en wellicht ook gevaarlijk.
De desinfectie- en reinigingsprocédés
zijn enkel ontworpen voor instrumenten
en utensiliën die volgens de fabrikant
opnieuw mogen worden behandeld.
Hou daarbij rekening met de richtlijnen
van de fabrikanten van objecten en in
strumenten.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor
den gesteld voor schade die werd ver
oorzaakt doordat het toestel niet vol
gens de voorschriften gebruikt of ver
keerd bediend werd.
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt of monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
risico’s van kwetsuren te vermijden.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Dit apparaat mag u enkel laten in
stalleren en onderhouden door de
technische dienst van Miele.
Om het best tegemoet te komen aan de
richtlijnen voor exploitanten van medi
sche producten verdient een Miele-on
derhoudscontract wel aanbeveling.
Stel dit apparaat niet op in een ver
trek met explosie- of vorstgevaar.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is alleen dan gewaar
borgd als het wordt aangesloten op
een aardsysteem dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit controleert en de elektrische installatie in geval van twijfel
door een vakman laat nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door een ontbrekende of beschadigde
aardleiding. Er is gevaar voor elektrische schokken.
Door een beschadigd apparaat
komt uw veiligheid in gevaar. Scha
kel het meteen uit en waarschuw de
technische dienst van Miele.
Laat reparaties enkel uitvoeren
door de technische dienst van
Miele. Ondeskundige reparaties kun
nen ernstig gevaar opleveren voor de
gebruiker!
-
-
-
-
-
-
-
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wie de machine bedient, dient re
gelmatig geschoold te worden. De
reinigingsautomaat mag niet worden
bediend door niet opgeleid personeel.
Belangrijk! Vloeibare hulpmiddelen
en additieven zijn soms bijtende en
prikkelende stoffen. Gebruik nooit orga
nisch oplosmiddel. Er is dan namelijk
explosiegevaar.
Hou de geldende veiligheidsvoor
schriften in acht! Draag een veiligheids
bril en handschoenen! Hou bij gebruik
van chemische middelen rekening met
de veiligheidsrichtlijnen van de fabri
kant!
Vermijd bij poedervormig reini-
gingsmiddel stofdeeltjes in te
ademen. Als dat middel wordt ingeslikt,
kan dat door de inbijtende werking
mond- en keelholte beschadigen. Er is
ook risico van verstikking!
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater!
Ga nooit op de geopende deur zit
ten of staan. Het apparaat kan kan
telen en schade oplopen.
Als u scherpe, puntige voorwerpen
rechtop in de automaat plaatst, let
er dan op dat u zich niet verwondt en
plaats de voorwerpen zo in de auto
maat dat risico’s zijn uitgesloten.
-
-
-
-
Pas op! De temperaturen in de au
tomaat kunnen hoog oplopen. De
kans op verbranding is groot! Korven
en inzetten moeten eerst afkoelen. Er
kan nog heet water in holtes e.d. zijn
achtergebleven. Giet die objecten
daarom eerst leeg in de spoelruimte.
Raak de verwarmingselementen
niet meteen aan na het openen van
de deur. U kan zich daaraan verbran
den, zelfs nog enkele minuten na afloop
van het programma.
Spuit de reinigingsautomaat en de
directe omgeving ervan niet met
water (waterslang, hogedrukreiniger)
af.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u het apparaat altijd stroomloos te maken: schakel het apparaat uit,
trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de stroom uit met de hoofdschakelaar van de huisinstallatie.
Hou volgende aanwijzingen in acht
-
voor een optimale kwaliteit van de
-
reiniging en om schade te voor
komen!
Werd het apparaat gebruikt voor
van overheidswege gelaste
ontsmettingsopdrachten? Dan moeten
de dampcondensator en de verbin
dingen daarvan naar de spoelruimte en
naar de afvoer van de machine bij re
paratie of vervanging worden gedesin
fecteerd.
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij door de overheid gelaste ont
smettingen mag u het programma
na de start niet onderbreken. In geval
van nood raadpleegt u de rubriek "Een
programma onderbreken".
De exploitant dient de desinfectie
standaard van de desinfectiepro
cédés aantoonbaar te bewijzen. De
procédés moeten geregeld thermoelektrisch of d.m.v. chemo- of bioindicatoren aantoonbaar worden ge
controleerd.
Desinfectieprogramma’s mag u
niet onderbreken. Het desinfectie
resultaat komt anders in het gedrang. Is
dat toch nodig, herhaal het programma
dan volledig.
Voor thermische desinfectie dient u
temperaturen en tijden toe te passen, die volgens normen en richtlijnen
alsook volgens microbiologische en hygiënische kennis de vereiste infectieprofylaxe bieden.
Gebruik enkel reinigings- en desin
fectiemiddel dat door Miele is ge
test en aanbevolen voor speciale af
wasautomaten.
Als u ander reinigingsmiddel gebruikt,
kunnen zowel de objecten als de auto
maat schade oplopen.
-
-
-
-
-
-
-
-
Wordt voor een bepaalde toepas
sing een chemisch hulpmiddel (als
bv. reinigingsmiddel) aanbevolen, dan
betekent dit nog niet dat de fabrikant
van dit apparaat ook aansprakelijk is
voor het effect van dat hulpmiddel op
het behandelde materiaal.
Let op: wijzigingen aan formules en
opslagvoorwaarden die de fabrikant
van de chemicaliën niet heeft bekend
gemaakt, kunnen het reinigingsresul
taat negatief beïnvloeden.
Hou bij gebruik van reinigingsmid
delen en speciale producten abso
luut rekening met de aanwijzingen van
de fabrikant van die middelen. Wend
het reinigingsmiddel enkel aan waarvoor de fabrikant het heeft voorzien.
Daarmee vermijdt u materiële schade
en eventueel ook heel heftige chemische reacties, als bv. van knalgas.
Deze automaat is enkel geschikt
voor gebruik met water en toegevoegd reinigingsmiddel. U mag er geen
-
organisch oplosmiddel in gebruiken. Er
is onder meer explosiegevaar.
Let wel: er zijn veel organische oplos
middelen zonder explosiegevaar. Er
kunnen dan andere problemen op
duiken, bv. schade aan rubber en
kunststof.
-
-
-
-
-
-
-
Sommige voorafgaande behande
lingen (bv. met reinigings- of desin
fectiemiddel), maar ook bepaalde
soorten vuil en reinigingsmiddel doen
schuim ontstaan. Schuim kan het
reinigings- en desinfectieresultaat in het
gedrang brengen.
8
-
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bij toepassingen waarbij zeer spe
cifieke eisen aan het resultaat wor
den gesteld, moet u de voorwaarden
voor het reinigingsproces (reinigings
middel, waterkwaliteit enz.) van te vo
ren afstemmen met Miele.
Wanneer zeer hoge eisen worden
gesteld aan het reinigings- en na
spoelresultaat, dient de gebruiker re
gelmatig een kwaliteitscontrole uit te
voeren om er zeker van te zijn dat de
behandelingsnorm wordt gehaald.
De speciale inzetten mogen uitslui
tend worden gebruikt waarvoor ze
aangewezen zijn.
Alle schalen en bakjes moet u
leeggieten voor u ze in het toestel
zet.
Laat geen resten van oplosmiddel
en zuur, in het bijzonder zoutzuur
en chloridehoudende oplossingen in de
spoelruimte terechtkomen. Bv. als u de
objecten in de automaat zet. Ook mogen er geen corroderende metalen in
terechtkomen.
Oplosmiddel mag samen met vuil enkel
in een sporenhoeveelheid aanwezig
zijn. Dit geldt vooral bij risicoklasse A1.
-
-
-
-
Gebruik van toebehoren
-
-
-
Voor extra toepassingen mogen al
leen Miele-hulpapparaten worden
aangesloten. Informeer bij de Tech
nische Dienst van Miele naar de ty
penummers van deze apparaten.
Uw oud toestel afdanken
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door. Verwij
der al de restjes reinigingsmiddel.
Hou daarbij rekening met de geldige
veiligheids- en milieuvoorschriften.
Gelieve een bril en handschoenen te
dragen.
Verwijder ook het deurslot of maak het
onbruikbaar zodat kinderen zich niet in
het toestel kunnen opsluiten. Ruim het
toestel daarna weg en hou daarbij rekening met de bescherming van ons
milieu.
De fabrikant kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die
werd veroorzaakt doordat deze op
merkingen omtrent uw veiligheid niet
werden in acht genomen.
-
-
-
-
-
Om schade door corrosie te ver
mijden, mag de r.v.s buitenbekle
ding niet met zoutzuur bevattende op
lossingen noch dampen in contact
komen.
Neem de installatie-instructies in
deze gebruiksaanwijzing en in de
installatiehandleiding in acht.
-
-
-
9
Page 10
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter
rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waarde
vol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw ge
meentebestuur of aan het dichtstbijzijn
de autowrak- of schrootverwerkend be
drijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken. Zorg er
voor dat het toestel intussen kindervei
lig wordt bewaard. Raadpleeg ook de
rubriek "Opmerkingen omtrent uw vei
ligheid".
-
-
-
-
-
-
-
10
Page 11
Voordat u de automaat in gebruik neemt
Hou rekening met volgende punten
voor u het toestel in gebruik neemt!
Uitvoerige opmerkingen omtrent de af
zonderlijke punten vindt u in de over
eenkomstige rubrieken.
De objecten keurig plaatsen!
Al de af te wassen oppervlakken die
nen voor de waterstralen goed bereik
baar te zijn. Bedekte vlakken worden
niet schoon.
Laat de sproeiarmen niet door utensili
en blokkeren!
-
-
-
De waterontharder voorbereiden.
De waterontharder dient u nauwkeurig
in te stellen naar gelang van de hard
heid van het u geleverde water.
Het reservoir voor regenereerzout dient
u eerst met water
nereerzout te vullen.
Zo u het reservoir onverhoeds
,
met reinigingsmiddel vult, gaat de
waterontharder stuk!
Het naspoel- en neutralisatiemiddelreservoir vullen.
,
Zo u dit reservoir voor vloeibaar
middel onverhoeds met reinigings
middel vult (zelfs met vloeibaar reini
gingsmiddel of middel voor afwas
met de hand) wordt het reservoir
vernietigd!
Gebruik enkel reinigingsmiddel voor
speciale reinigingsautomaten!
en daarna met rege
-
-
Voldoende reinigingsmiddel doseren.
Hou rekening met de doseertips op de
verpakking van het reinigingsmiddel.
Doseert u te weinig, dan kan het resul
taat teleurstellen!
Naar gelang van de soort van het reini-
gingsmiddel en van het gekozen programma dient u anders te doseren.
Hou dus absoluut rekening met de
doseertips in het programmaoverzicht.
Het reinigingseffect van het middel kan
variëren. Bent u er niet tevreden over,
neem dan eens een geschikt middel
van een ander goed merk. Doe dan
pas een beroep op de technische
dienst van Miele.
-
De filterset op de bodem van de
spoelruimte en de sproeiarmen moe
ten steeds proper zijn!
Het is absoluut nodig dat u die gere
geld nakijkt en eventueel schoonmaakt.
-
-
-
Gebruik nooit afwasmiddel voor huis
houdelijke vaatwassers!
-
11
Page 12
De deur openen en sluiten
Elektrische deurvergrendeling
Uw toestel is uitgerust met een elek
trisch deurslot.
U kan de deur enkel openmaken als
het toestel elektrisch aangesloten is
^
en
de hoofdschakelaar I-0 ingedrukt is.
^
-
De deur openen a
Duw de deuropener tot de aanslag
^
in, grijp tegelijk in de greeplijst en
trek de deur open.
Raak de weerstanden tijdens of
,
na een programma niet aan wanneer
u de deur openmaakt. Zelfs enkele
minuten na het programma kan u
zich daar nog steeds aan verbranden.
De deur sluiten
Draai de programmakiezer op f
^
(het programma wordt onderbroken).
Belangrijk!
Wat u verder te doen staat, vooral in
verband met voorschriften omtrent epi
demiebestrijding, vindt u beschreven in
de rubriek "In- en uitschakelen" onder
"Een programma onderbreken". Hou
daar absoluut rekening mee.
De deur openen met de nood
-
ontgrendeling
De noodontgrendeling mag u enkel ge
bruiken indien u de toesteldeur niet
meer op een normale manier open
krijgt. Bv. bij een stroomonderbreking.
Let op bij DESIN-programma’s!
^ Draai de programmakiezer op f.
^ Schakel de automaat uit (toets I-0).
-
-
^ Klap de deur omhoog en duw ze ste-
vig dicht tot u een klik hoort. Duw in
tussen de deuropener niet in.
Ca. 1,5 min. na de programmastart kan
de deur niet meer open. Behalve dan in
de programma’s D (AFSPOELEN),
6 (WEGPOMPEN) en tijdens de droog
fase (bijkomend programma). De deur
blijft vergrendeld tot op het einde van
het programma. Dan kan ze weer open.
-
Een programma onderbreken
Zo de toesteldeur in dringende geval
len open moet, bv. als er objecten ram
melen of het programma met een
foutaanduiding onderbroken werd.
12
-
-
^
Trek het snoer van de noodontgren
deling achter de buitenste deurplaat
naar beneden.
-
-
Page 13
De waterontharder
Om kalkafzetting op de objecten en in
het toestel tegen te gaan, dient het wa
ter waarmee wordt afgewassen, te wor
den onthard.
Deze taak kan de ingebouwde water
ontharder pas behoorlijk vervullen als
1. de ontharder juist is ingesteld
(geprogrammeerd) en
2. het reservoir voor regenereerzout
gevuld is.
(Bij zeer lage waterhardheid - minder
dan 4° Duitse (4° d) of 7° Franse
hardheid (7° f) - hoeft u geen
regenereerzout toe te voegen).
In de fabriek werd de ontharder op een
waterhardheid van 19° d of 34° f of 3,4
mmol/l ingesteld.
Wijkt de hardheid van het u geleverde water daarvan af (ook bij minder dan 4° d of 7° f)? Verander dan
de fabrieksmatige instelling via de
toetsen op het paneel. Zie regeltabel
op de volgende bladzijde.
-
Uitzondering:
Bij een waterhardheid van 35 à 45° d of
63 à 81° f kan u het toestel ook zonder
"Aqua-Softsystem G 7897" gebruiken.
In dat geval mag u de speciale functies
"1. nominale waterhoeveelheid + 1 l" en
"3. Tweede tussenspoelbeurt" niet
grammeren. Stel de waterontharder dan
in op 35° d of 63° f.
Bij een eventuele tussenkomst van de
technische dienst achteraf maakt u het
de technicus makkelijker als u de wa
terhardheid kent.
Vul hier de waterhardheid in:
^
° Duitse of
° Franse hardheid.
pro
-
-
Vraag uw waterbedelingsmaatschappij
hoe hard het u geleverde water is en of
ze de waterhardheid in °d of °f uitdruk
ken.
Kies bij schommelende waterhardheid
(bv. tussen 8 en 17° d of 14 en 31° f)
steeds de hoogste waarde. In dit voor
beeld: 17° d resp. 31° f.
Belangrijk!
De ingebouwde ontharder kan u instel
len van 1° tot 35° d of van 2 tot 63° f.
Bij een waterhardheid boven de 35° d
of 63° f kan u gebruik maken van het
Miele "Aqua-Softsystem G 7897".
blijf erop drukken en schakel de au
tomaat intussen via de hoofdschake
laar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmatoestand "P...".
Het controlelampje p / 6 brandt.
Druk 1x op toets 3. De "P" wordt ge
^
doofd. In het display verschijnt "E01"
(programmeerniveau 1).
^ Draai de programmakiezer vijf scha-
kelstappen naar rechts in de stand
"5 uur".
In het display verschijnt het getal "19"
(in de fabriek ingestelde waterhardheid in Duitse graden of °d).
^ Druk zo vaak of zo lang op toets 4
tot de gewenste hardheidsgraad (in
°d) in het display opduikt. Na "35"
volgt weer de "0".
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6. De ge
wenste waarde wordt opgeslagen.
Het display wordt gedoofd.
-
-
-
-
*) in de fabriek ingesteld
Bij toestellen zonder ontharder werd
in de fabriek de waarde "0" ingesteld. Bij deze toestellen mag de
waarde "0" niet worden gewijzigd.
14
^
De reinigingsautomaat is klaar voor
gebruik.
Page 15
Regenereerzout toevoegen
Gebruik enkel zuiver, door indamping
gewonnen zout ofwel speciaal regene
reerzout, bij voorkeur met grove korrel
(ca. 1 à 4 mm). Gebruik in geen geval
ander zout, bv. tafel- of strooizout. Zo’n
zout kan namelijk bestanddelen bevat
ten, die niet in water oplosbaar zijn. Dat
kan de werking van de ontharder in het
gedrang brengen!
De waterontharder
Voor u de eerste keer zout toevoegt,
dient u het reservoir met ca. 1 liter
water te vullen.
-
Het reservoir kan ca. 1,2 kg zout bevat
ten.
Zo u het zoutreservoir onver
,
hoeds met reinigingsmiddel
gaat de ontharder onherroepelijk
stuk!
Wees er dus zeker van dat u de verpakking met zout
voor u het zoutreservoir vult.
^ Neem de onderste korf uit het toestel.
^ Schroef de schroefdop van het zout-
reservoir af.
ter hand neemt
-
vult,
-
^ Zet de trechter op de vulopening.
^ Giet het reservoir vol regenereerzout.
Bij het toevoegen van zout loopt er
water over.
^ Verwijder de zoutresten van de
schroefdraad van het zoutreservoir.
^
Draai de schroefdop goed dicht.
^
Kies dadelijk daarna
D (AFSPOELEN). Zo wordt de over
gelopen pekel verdund en wegge
pompt.
Opmerking:
Wordt de programmastart na het in
schakelen enkele minuten vertraagd,
dan is er geen sprake van een storing.
Die tijd is nodig om de ontharder te re
genereren.
het programma
-
-
-
-
15
Page 16
De waterontharder
Aanduiding van het zoutpeil
^ Voeg regenereerzout toe zodra het
controlelampje k "regenereerzout
toevoegen" b begint te branden.
De ontharder wordt tijdens het programmaverloop vanzelf geregenereerd.
Intussen brandt het controlelampje ka in het display van het programmaverloop.
16
Page 17
Toepassingen
Deze reinigingsautomaat kan u met
twee basiskorven (een onderste en een
bovenste) uitrusten.
Naar gelang van de soort en de vorm
van de te reinigen utensiliën kan u deze
korven van de meest verscheiden inzet
ten voorzien of door andere speciale
korven vervangen.
Er zijn zoveel inzetten en korven dat die
hier niet allemaal apart kunnen worden
afgebeeld noch besproken.
Om holle instrumenten te reinigen en te
desinfecteren, dienen ze van binnen
volledig met sop doorstroomd of geïn
jecteerd te worden.
-
De objecten schikken
Vooraf wegruimen
^ De te reinigen objecten eerst leeg-
maken voor u ze in de automaat zet.
Hou desgevallend rekening met de
richtlijnen i.v.m. besmettingen.
,
Restjes zuur en oplosmiddel,
vooral zoutzuur en chloride, mogen
niet in de kuip terechtkomen.
Hou hiermee rekening
^
De af te wassen objecten zo schik
ken dat het water alle vlakken om
spoelt. Enkel dan kunnen ze schoon
worden!
^
Leg de af te wassen objecten niet in
elkaar. Ze mogen elkaar niet bedek
ken.
-
-
-
Plaats holle recipiënten met de ope
^
ning naar onder in de passende in
zetten. Zo kan het water vrij in- en uit
lopen.
Objecten met een diepe bodem zo
^
schuin mogelijk plaatsen, zodat het
water er goed kan aflopen.
Hoge, slanke holle recipiënten zoveel
^
mogelijk in het midden van de korf
zetten. Daar kunnen de sproeistralen
ze beter bereiken.
De sproeiarmen mogen niet door
^
hoge of naar beneden hangende ob
jecten worden geblokkeerd. Test dat
even door ze te laten draaien.
^ Om corrosie te vermijden, is het aan
te bevelen enkel onberispelijke instrumenten van instrumentenstaal te
gebruiken, die tegen afwas bestand
zijn.
^ Vernikkelde instrumenten en instru-
menten met getint geëloxeerd aluminium zijn niet geschikt voor toepassingen in deze automaat.
^
Gebruik kunststof objecten die tegen
hitte bestand zijn.
^
Wegwerpinstrumenten mag u in geen
geval in deze automaat behandelen.
^
Korven met aanpasstukken moet u
juist aankoppelen (zie volgende blz.).
^
Zet de toesteldeur dadelijk na afloop
van het programma 10 à 15 minuten
lang ca. 10 cm open. Indien u het
toestel dan pas leegmaakt, wordt al
les goed droog door eigen warmte.
Zo vermijdt u ook corrosie.
-
-
-
-
-
17
Page 18
Toepassingen
Duiken er mettertijd verkleuringen of
^
corrosievlekken op de instumenten
op, vooral aan de scharnieren? Dan
kan u een extra dosering van neutra
lisatiemiddel (refresh) in de tussen
spoelbeurt I programmeren. Zie
daarvoor "Neutralisatiemiddel toevoe
gen" en "Speciale functies program
meren". Biedt deze maatregel geen
oplossing, doe dan een beroep op
de technische dienst van Miele.
Tandartspraktijk
^
hoekstukken dient te behandelen,
vindt u in de gebruiksaanwijzing "In
zet voor overbrengingsinstrumenten".
Die wordt bij een dergelijke inzet bijgeleverd. De inzet zelf is mits toeslag
verkrijgbaar.
Hand- en hoekstukken met glasvezelstaafjes kunnen de behandeling verdragen. Glasvezelbundels zijn evenwel vlugger aan slijtage onderworpen.
^ Tandartspraktijk
behandeling van de patiënt op dat er
zo weinig mogelijk tandcement en/of
amalgaam op de instrumenten ach
terblijft. Wrijf die restjes eventueel af
aan een propje watten. Na ther
mische desinfectie is het anderzijds
mogelijk manueel na te reinigen zon
der infectierisico. Hou rekening met
de voorschriften om ongevallen te
vermijden.
: Hoe u hand- en
: let er reeds bij de
-
Belangrijk:
Het verende aanpasstuk voor de water
toevoer van korven of injectiekorven
moet u bij het inschuiven juist aankop
pelen. Stel het 4 à 5 mm hoger in dan
de watertoevoeropening in het toestel.
Anders past u het verstelbare aanpas
stuk aan de watertoevoer aan.
Draai de klemring los.
^
Schuif het aanpasstuk omhoog (4 à 5
^
mm hoger dan de watertoevoerope
ning in het toestel) en draai de klem
-
-
ring weer aan.
Kies de korven en inzetten volgens de
taken die dienen te worden verricht.
Voorbeelden van uitvoering vindt u
op de volgende bladzijden.
-
-
-
-
-
-
^
Keel-, neus- en oorheelkunde
dunne chroomlaagje in oortrechters
kan erg gevoelig zijn voor neutralisa
tiemiddel.
18
: het
-
Page 19
Toepassingen
Voorbeelden van uitvoering:
Toepassing: tandartspraktijk
Bovenste korf O 801-03 /
polyfunctionele injector
vooraan E 800-03 inzet voor 3 zeefschalen E 146-03 en achteraan
E 801-03 voor mondspoelbekertjes.
Wegens het risico van verwondingen bij
instrumenten die aan beide uiteinden
spits zijn, kan u deze korf het best van
achteren naar voren laden en van voren
naar achteren leegmaken.
Niet alle spiegels met glazen rug kun
nen machinaal worden behandeld.
Bovenste korf / lafette O 800-03
vooraan 2 zeefschalen E 146-03 voor
instrumenten en achteraan inzet
E 802-03 voor instrumenten.
-
In het midden is er plaats voor 10
sproeiers / trechters voor de directe in
spuiting van instrumenten met holtes,
waar het sop kan doorstromen. Zo wor
den de instrumenten van binnen dege
lijk gereinigd en gedesinfecteerd. Er is
ook nog plaats voor zeefschalen.
Opmerkingen:
Mondspiegels met een rodiumlaag
dient u wegens hun delicaat oppervlak
zo te schikken dat ze geen mechani
sche schade oplopen.
-
-
-
-
Onderste korf / lafette U 800-03
vooraan E 800-03 inzet voor 3 zeef
schalen E 146-03 en achteraan
E 806-03 voor 11 trayschalen/plateaus.
-
19
Page 20
Toepassingen
Inzet E 806-03
voor 11 trays/plateaus in de onderste
korf.
Inzet E 800-03
voor drie E 146-03 of drie E 363-03
zeefschalen.
Inzet E 805-03
voor 8 halve trayschalen in de onderste
korf.
Inzet E 801-03
voor 8 mondspoelbekertjes.
Mondspoelglazen behandelt u bij voor
keur enkel in de bovenste korf. In de
onderste korf is er wegens de grotere
temperatuurschommelingen en mecha
nische belasting meer risico van ver
wering door spanningskloven.
-
-
-
20
Page 21
Toepassing: keel-, neus- en
oorheelkunde:
Inzet E 803
voor oortrechters en oor- en
neusspiegeltjes
Toepassingen
Inzet E 804
voor keel-, neus- en oorinstrumenten
als bv. inhalatie-aansluitingen.
21
Page 22
Toepassingen
Toepassing: gynaecologie
Kwart-inzet E 416
voor gynaecologische spiegeltjes.
Te laden als op de afbeelding.
22
Page 23
Naspoelmiddel dient u te doseren om
het water tijdens het drogen als een film
van de objecten te laten lopen. Daar
mee drogen die na het spoelen ook
vlotter.
U giet het naspoelmiddel, Mielclear bv.,
in het reservoir. Volgens de ingestelde
hoeveelheid wordt het daarna automa
tisch gedoseerd.
Het reservoir kan ca. 125 ml bevatten.
Zo u in het reservoir voor na
,
spoelmiddel onverhoeds reinigings
middel giet (zelfs vloeibaar), gaat
het reservoir zeker stuk!
Gebruik enkel naspoelmiddel voor
speciale reinigingsautomaten!
-
-
-
-
Naspoelmiddel toevoegen
Druk op de toets van het naspoelmid
^
delreservoir in de richting van de pijl
tot het deksel openspringt.
-
^
Zodra het controlelampje H "na
spoelmiddel toevoegen" aangaat,
dient u het reservoir bij te vullen met
naspoelmiddel
^
Zet de toesteldeur horizontaal
.
-
open.
23
Page 24
Naspoelmiddel toevoegen
Stop met gieten zodra het naspoel
^
middel aan de vulopening zichtbaar
wordt.
^ Doe het deksel stevig dicht tot u een
klik hoort. Anders kan er tijdens het
programma water in het reservoir binnendringen.
^ Veeg gemorst middel goed weg. Zo
vermijdt u te overvloedig schuim in
het daaropvolgende programma.
Het deksel blijft altijd dicht. Doe het en
kel open om naspoelmiddel bij te vul
len!
-
-
De dosering van het
naspoelmiddel instellen
De doseerknop (zie pijl) in de vulopening kan u instellen van 3 tot 8. In de fabriek werd die op 3 (= 3 ml) ingesteld.
^ Draai de knop op een hogere stand
indien er vlekken op de objecten verschijnen.
^ Indien er een film of sluier te voor-
schijn komt, draai de doseerknop
dan op een lagere stand.
^
Vul pas naspoelmiddel bij wanneer u
op het bedieningspaneel het con
trolelampje H weer ziet aangaan.
24
-
Page 25
Neutralisatiemiddel toevoegen
Duiken er mettertijd verkleuringen of
corrosievlekken op de instrumenten op,
vooral aan de scharnieren? Pas dan
met speciale zuursoorten in het pro
grammadeel "tussenspoelen I" neutrali
satie toe. Vraag eventueel advies aan
de technische dienst van Miele.
Belangrijk:
dient u het programma op "dosering
van neutralisatiemiddel" te programme
ren.
In de deur is er een doseerautomaat
voor vloeibaar middel ingebouwd. Die
kan ca. 180 ml bevatten. Daarmee kan
u het geschikte vloeibaar neutralisatiemiddel automatisch laten doseren.
via de "speciale functie"
-
-
-
Draai de schroefdop open.
^
^
Zodra het controlelampje w "neutrali
satiemiddel toevoegen" aangaat,
dient u het reservoir met neutralisatie
middel bij te vullen.
Het reservoir voor neutralisatiemiddel
heeft een extra peilaanduiding op de
binnenzijde van de toesteldeur; zie
afbeelding rechts.
^
Vul neutralisatiemiddel bij tot de peil
aanduiding (zie pijl) donker wordt.
Gebruik eventueel een trechter.
-
^
Draai de schroefdop dicht. Wis even
tueel gemorst neutralisatiemiddel
goed weg.
-
-
25
Page 26
Neutralisatiemiddel toevoegen
De dosering van het
neutralisatiemiddel instellen
De knop in de vulopening kan u instellen van 1 tot 6 (1 tot 6 ml). In de fabriek
werd de dosering op "6" (6 ml) ingesteld.
Opmerking:
Gebruik bij dosering van zachtalkalisch reinigingsmiddel neutralisatiemiddel op basis van fosforzuur.
Werkt u echter met een neutraal enzy
matisch vloeibaar reinigingsmiddel, ge
bruik dan liever neutralisatiemiddel op
basis van citroenzuur.
-
-
26
Page 27
Gebruik enkel reinigingsmiddel
,
voor speciale reinigingsautomaten.
Geen middel voor huishoudmodel
len!
Het verdient aanbeveling (zachtalkalisch) vloeibaar reinigingsmiddel
via de doseringsmodule te doseren.
Deze module is een speciale uitvoe
ring. Zie onder "Opmerkingen" op de
volgende blz.
Deze aanbeveling geldt vooral voor het
programma "DESIN vario TD"!
Wordt er niet vloeibaar gedoseerd, giet
dan voor elk programma (behalve
D AFSPOELEN) poedervormig
gingsmiddel in het daartoe voorziene
bakje.
-
-
reini-
Reinigingsmidddel toevoegen
Giet het reinigingsmiddel in vakje II.
^
Dosering:
overeen met ca. 20 g per reinigingsbeurt. In het programmadeel "reinigen"
vloeit er ca. 6,5 l water naar binnen.
Hou rekening met eventueel afwijkende
aanwijzingen van de reinigingsmiddelfabrikant!
ca. 3 g per liter; dit komt
^
Duw de vergrendelknop (zie pijl) van
het deksel van het bakje naar voren.
Het deksel springt open. Na een pro
gramma is dit deksel steeds open.
^ Doe het deksel van het bakje dicht.
-
27
Page 28
Reinigingsmidddel toevoegen
Bij de keus van reinigingsmiddel kan u,
om ecologische redenen, met de vol
gende criteria rekening houden:
Welke alkaliteit is er voor de oplos
^
sing van het reinigingsprobleem ver
eist?
Is er actieve chloor als stof vereist
^
voor desinfectie of oxydatie (pig
mentverwijdering)?
Zijn er, met het oog op dispersie en
^
emulsie, tensiden noodzakelijk?
Bij thermische desinfectie dient u een
^
geschikt zacht-alkalisch reinigings
middel zonder actieve chloor te gebruiken.
Door speciale verontreinigingen zijn er
soms andere samenstellingen voor het
reinigingsmiddel of voor het additief
vereist. Vraag in dat geval advies bij de
technische dienst van Miele.
-
-
-
-
Opmerking:
U kan het toestel op verzoek ook met
een "doseerpomp voor vloeibaar reini
gingsmiddel" (doseringsmodule K 60 of
C 60) laten uitrusten. De pomp wordt
extern aangesloten.
Zie ook "Montage en aansluiting van de
doseringsmodule".
Om de doseersystemen te laten ont
luchten en de dosering in te stellen,
raadpleegt u het best de rubriek "Spe
ciale functies programmeren".
Ga voorzichtig om met vloeibare
,
middelen/additieven! Die bevatten
deels bijtende en prikkelende stoffen!
Hou terdege rekening met de veiligheidsvoorschriften!
Gelieve een veiligheidsbril en handschoenen te dragen !
-
-
-
28
Page 29
Een programma kiezen
Laat de keus van het programma af
hangen van de soort objecten en van
de mate waarin die vuil zijn.
In het overzicht van de programma’s
op de volgende bladzijden vindt u de
programma’s alsook de toepassingen
ervan beschreven.
-
29
Page 30
Overzicht van de programma’s
Programma’sToepassingenReinigingsmiddel
(niet bij vloeibare dosering)
Hou rekening
met de aanwijzingen
van de fabrikant!
DAFSPOELEN
E INTENSIEF
65 °C
DESIN vario TD
DESIN 93 °C - 10"
6WEGPOMPEN
Om erg belaste instrumenten (bv. na een bad
in een desinfectieoplossing) af te spoelen. Er
wordt vermeden dat er te veel schuim wordt
ontwikkeld.
Voor erg vuile instrumenten; vooral als het vuil
op de instrumenten geen proteïnen bevat.
Er wordt geen thermische desinfectie uitge
voerd.
Om te voldoen aan hygiënische eisen in het
algemeen. Voor erg delicate en sterk met
bloed verontreinigde instrumenten. Ofwel om
aluminiumcassettes te behandelen.
Voor reiniging en thermische desinfectie bij
93 °C met 10 min. inwerktijd.
Desinfectie-effect AB volgens § 18 van de
Duitse wet op de bescherming tegen
infecties.
Om het sop weg te pompen zo het program
ma bv. onderbroken werd (programmakiezer
op f "STOP").
Volg desgevallend de richtlijnen ter voor
koming van epidemieën. Zie "Een programma
onderbreken".
-
-
20 g in het vakje voor
reinigingsmiddel.
Bij voorkeur vloeibaar
gingsmiddel (zacht-alkalisch)
via de doseringsmodule.
20 g in het vakje voor
reinigingsmiddel.
-
reini-
30
Page 31
ProgrammaverloopOpmerkingen
1
voor-
spoe
-len
thermisch
desinfec-
teren
2
en/of
reinigen
X65 °C/3’
2)
XX
45 °C.3’
2)
X
93°C/10’
3
tussen-
spoe-
1)
len I
4
tussen-
spoe-
len II
5
na-
spoe-
1)
len
6
drogen
(extra
func-
tie)
X
XX
(X)
65 °C/2’
2)
X(X)
3)
X
93°C/10’
(X)
2)
(X)
X
3)
X
(X)
75 °C/3’
Hier kan u noteren:
wijzigingen aan de reinigingstemperatuur en/of aan de
tijd dat de temperatuur constant
wordt gehouden
ingestelde temp. / tijd:
reinigen: ..............° C / .........min.
naspoelen: .........° C / .........min.
ingestelde temp. / tijd:
reinigen: ..............° C / ........min.
naspoelen: ........° C / .........min.
X = aflopende programmadelen (met reinigingstemperatuur en tijd waarin die temperatuur op een con
stant peil wordt gehouden)
1)
Tussenspoelen I
Zie "Speciale functies programmeren".
2)
Wijzigingen aan de temperatuur en aan de tijd waarin die constant moet blijven:
zie rubriek "Speciale functies programmeren".
3)
Tweede tussenspoelbeurt kiezen: zie rubriek "Speciale functies programmeren".
met dosering van neutralisatiemiddel en / of naspoelen met naspoelmiddel.
-
31
Page 32
In- en uitschakelen
Inschakelen
Sluit de toesteldeur.
^
Draai de waterkraan open zo die nog
^
dicht staat.
^ Druk de toets I-0 in.
Staat de programmakiezer in de positie
f "STOP", dan wordt in het display een
punt verlicht.
Een programma starten
^ Draai de programmakiezer naar links
of rechts op het gewenste programma.
In het display ziet u de reinigingstem
peratuur van het gekozen program
ma. Bij D (AFSPOELEN) en 6 (WEG
POMPEN) is dat niet het geval.
^
Kies evt. de extra functie 3 (DRO
GEN). Zie "Extra functies kiezen".
-
-
Tijdens het opwarmen wordt in het pro
grammadeel "Reiniging / desinfectie" en
"Naspoelen / desinfectie" in het display
de te bereiken temperatuur aangeduid.
Na de start van het programma worden
al de andere programma’s geblokkeerd. Indien de programmakiezer
daarna op een ander programma wordt
gezet, wordt de aanduiding in het display gedoofd. De tijd of temperatuur
wordt weer zichtbaar zodra u de programmakiezer weer op het programma
draait, dat aan de gang is.
-
^
Met de toets 4 schakelt u tijdens
het programmaverloop over en weer
tussen "verstreken programmaduur"
en "bereikte temperatuur".
-
^
Druk op de toets "Start" 6. In het dis
play wordt nu de duur van het geko
zen programma in minuten aange
duid (oplopend).
Het controlelampje naast de toets
"Start" gaat aan.
32
-
-
-
Page 33
In- en uitschakelen
Van programma veranderen
Indien u nog niet op de toets "Start"
hebt gedrukt, kan u een verkeerd geko
zen programma nog als volgt wijzigen.
In het andere geval raadpleegt u de ru
briek "Een programma onderbreken".
Draai de programmakiezer op het
^
gewenste programma.
Kies eventueel opnieuw de extra
^
functie 3 (DROGEN). Zie "Extra
functie kiezen.
Druk op de toets "Start" 6.
^
Een extra functie kiezen
U kan de volgende extra functie kiezen:
^ 3 DROGEN
Meteen na de keus van een programma kan u de extra functie "Drogen"
erbij kiezen. Dat gaat evenwel niet op
voor D "AFSPOELEN" en 6 "WEGPOMPEN". Het drogen duurt 10 minuten. De verwarming wordt afwisselend in- en uitgeschakeld. Dan duurt
het programma dus wat langer.
Display van het programmaverloop
"DESIN 93 °C-10’" bij een temperatuur von 93 °C die 10 minuten
-
-
constant wordt gehouden, en
"DESIN vario TD" bij een temperatuur van 80-93 °C die 3 à 10
min. constant wordt gehouden.
Einde van het programma
Zodra er in het display van het pro
grammaverloop geen controlelampje
meer brandt - behalve "TD" - en het
start-controlelampje 6 uitgaat, is het
programma afgelopen. In het midden
van het display verschijnt een "0".
Met de toets 4 kan u de totale programmaduur of de bereikte temperatuur opvragen.
Uitschakelen
^ Druk de toets I-0 in en laat die uit-
springen.
Opmerking:
De toesteldeur gaat pas open indien de
toets I-0 is ingedrukt. Het toestel is immers uitgerust met een elektrische
deurvergrendeling. Zie ook "De deur
openen en sluiten".
-
Het controlelampje van het programma
deel dat aan de gang
het programmaverloop verlicht.
kRegenereren
IVoorspoelen
lReinigen en evt. desinfecteren
m / H Tussen- / naspoelen
Is het programma reeds begonnen, on
derbreek het dan enkel bij dringende
noodzaak. Bv. wanneer de objecten
rammelen. Wordt er een epidemie vast
gesteld door een arts van de openbare
gezondheidsdienst, lees dan eerst de
kolom hiernaast.
Draai de programmakiezer op f.
^
Het programma wordt afgebroken.
Maak de toesteldeur open via a
^
Voorzichtig! De de reinigen ob
,
jecten kunnen heet zijn. U kan zich
daaraan verbranden.
^ Schik de objecten stabieler; neem
eventueel maatregelen ter bescherming tegen infectie: trek handschoenen aan.
^ Voeg opnieuw reinigingsmiddel
(poeder) toe indien dat vereist is.
^ Sluit de toesteldeur.
^
Kies het programma 6 (WEGPOM
PEN). Het sop wordt weggepompt.
^
Kies en start het programma op
nieuw.
-
-
-
De volgende procedure is enkel
of mogelijk indien een arts van de
openbare gezondheidsdienst een epi
demie vaststelt. Dat geldt ook voor het
programma DESIN 93 °C-10’
Draai de programmakiezer op f.
^
Het programma wordt afgebroken.
Maak de toesteldeur open via a
^
Voorzichtig! De de reinigen ob
,
jecten kunnen heet zijn. U kan zich
daaraan verbranden.
Schik de objecten stabieler; neem
^
eventueel maatregelen ter bescherming tegen infectie: trek handschoenen aan.
^ Voeg opnieuw reinigingsmiddel (poe-
der) toe indien dat vereist is.
^ Sluit de toesteldeur.
^ Kies en start het programm DESIN
93°C-10’ opnieuw. Het besmette water mag tevoren niet
pompt.
In het display wordt een eventueel
vereiste temperatuuraanpastijd afge
teld.
:
worden wegge-
vereist
-
-
-
34
Page 35
Speciale functies programmeren
Elke wijziging aan fabrieksmatige in
stellingen dient u bij een eventuele
tussenkomst van de technische
dienst kenbaar te maken.
Vul die wijziging a.u.b. in het vakje
"Ingestelde waarde:
" in.
1. Koudwatertoevoer van: "toevoer
-
nominaal aantal liters water" naar
"idem + 1 l".
De hoeveelheid toegevoerd water kan u
per watertoevoer met 1 l (max. 7 l) ver
hogen. Ga als volgt te werk:
Draai de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^ Druk 1x op toets 3, de "P" wordt ge-
doofd. In het display verschijnt nu
"E01" (1ste programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer op D.
In het display verschijnt "10" of "11".
"10" = nominale waterhoeveelheid
"11" = nominale waterhoeveelheid + 1 l
-
het
^
Druk op toets 4: de "10" verandert
in "11" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
35
Page 36
Speciale functies programmeren
2. Dosering van neutralisatie- en/of
naspoelmiddel programmeren.
Normalerwijs wordt in programmadeel
5 naspoelmiddel gedoseerd. Wenst u
neutralisatiemiddel (Refresh) ofwel
neutralisatie- en
seren? Ga als volgt te werk:
Draai de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^ Druk 1x op toets 3, de "P" wordt
gedoofd. In het display verschijnt nu
"E01" (1ste programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer op E. In
het display ziet u "20", "21" of "22".
"20" = Naspoelmiddeldosering
(standaardinstelling).
"21" = Dosering neutralisatiemiddel
bij het tussenspoelen I (Refresh).
"22" = Dosering naspoel- en
satiemiddel.
^
Druk op toets 4 tot de gewenste
functie aangeduid wordt.
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
naspoelmiddel te do
neutrali
-
het
3. Een tweede tussenspoelbeurt kie
zen
Om het effect van het tussenspoelen
nog te verbeteren, programmeert u bij
de programma’s DESIN vario TD en
DESIN 93 °C-10’ een tweede tussen
spoelbeurt.
Draai de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^ Druk 1x op toets 3, de "P" wordt
gedoofd. In het display verschijnt nu
"E01" (1ste programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer 3 scha-
kelstappen naar rechts (op 3 uur).
In het display verschijnt "30" of "31".
"30" = Een tussenspoelbeurt.
"31" = Twee tussenspoelbeurten.
^
Druk op toets 4: de "30" verandert
in "31" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
-
-
het
Ingestelde waarde:
36
Page 37
Speciale functies programmeren
4. "Doseringsmodule K 60 of C 60"
(speciale uitvoering) ontluchten en
de dosering instellen
Zet de doseerschakelaar aan de do
^
seringsmodule op "10" (enkel bij do
seringsmodule C 60).
Draai de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^ Druk 2x op toets 3, de "P" wordt
gedoofd. In het display verschijnt nu
"E02" (2de programmeerniveau).
Het doseersysteem ontluchten:
^ Draai de programmakiezer op D.
In het display verschijnt "do1".
het
De dosering instellen:
De dosering stelt u in volgens de gege
vens van de reinigingsmiddelfabrikant.
Het toestel heeft in het programmadeel
"reinigen" 6,5 l water nodig.
Voorbeeld:
De fabrikant stelt voor 4 ml reinigings
middel per liter water te doseren.
6,5 l x 4 ml/l = 26 ml.
2 ml . 1 sec. doseertijd; programmeer
dus op 13 sec.
Draai de programmakiezer op E. In
^
het display verschijnt de ingestelde
doseertijd in seconden, bv. "10".
^ Druk of blijf drukken op toets 4 tot
het getal "13" verschijnt. Doseertijd
13 sec. . 26 ml. Zie voorbeeld hierboven.
De doseertijd / - hoeveelheid is ingesteld.
Na wijziging van 1 of van alle gegevens:
-
-
^
Druk 90 seconden op toets 4.
Het doseersysteem is ontlucht.
Indien er enkel moet worden ontlucht:
^
Schakel het toestel via toets I-0 uit.
^
Meteen daarna
D (AFSPOELEN) starten. Daarmee
worden producten die na het ont
luchten eventueel in de kuip zijn ge
vloeid, verdund en weggespoeld.
: het programma
-
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6. De wijzi
ging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
Werd ook het doseersysteem ontlucht?
-
^
Start het programma D AFSPOELEN.
Daarmee worden producten die na
het ontluchten evt. in de kuip zijn ge
vloeid, verdund en weggespoeld.
-
-
37
Page 38
Speciale functies programmeren
5. Wijziging aan de temperatuur en/of
aan de tijd waarin die constant wordt
gehouden in de programmadelen
"reinigen" en "naspoelen" van
"DESIN vario TD" en E "Intensief"
Noteer elke wijziging aan de tempe
ratuur en/of aan de tijd waarin die
constant wordt gehouden, in de ru
briek "Programmaoverzicht". Dat kan
nuttig zijn bij een eventuele tussen
komst van de technische dienst.
5.1 DESIN vario TD:
De fabriek heeft de reinigingstemperatuur op 45 °C ingesteld. Die blijft 3 min.
constant. De naspoeltemperatuur
draagt 93 °C. Die blijft 10 min. constant.
Via deze speciale functie kan u deze
temperaturen van 30 tot 93 °C en de
tijden van 1 tot 10 minuten laten variëren.
^ Plaats de programmakiezer op
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
^
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
erop drukken en schakel tegelijk
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controle
lampje p / 6 gaat aan.
^
Temperatuur voor "reinigen":
Druk 3x op de toets 3. De "P" wordt
gedoofd. "E03" (3de programmeerni
veau) verschijnt in het display.
-
-
-
be-
het
-
Draai de programmakiezer op het te
^
wijzigen programma. In het display
verschijnt de huidige waarde achter
de °C.
Druk of blijf drukken op toets 4 tot
^
de gewenste waarde verschijnt.
De tijd waarin de temperatuur con
^
stant blijft bij "reinigen":
Plaats de programmakiezer op
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
Druk nog eens op toets 3.
^
"E04" (4de programmeerniveau) ver
schijnt in het display. Daarna:
^ Draai de programmakiezer weer op
het te wijzigen programma. In het
display verschijnt de huidige waarde
achter min.
^ Druk op toets 4 tot de gewenste
waarde wordt aangeduid.
^ Temperatuur bij "naspoelen":
Plaats de programmakiezer op
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
^
Druk nog eens op toets 3.
"E05" (5de programmeerniveau) ver
schijnt in het display. Daarna:
^
Draai de programmakiezer weer op
-
het te wijzigen programma. In het
display verschijnt de huidige waarde
achter °C.
^
Druk of blijf drukken op toets 4 tot
de gewenste waarde verschijnt.
-
-
-
38
Page 39
Speciale functies programmeren
De tijd waarin de temperatuur con
^
stant blijft bij "naspoelen":
Plaats de programmakiezer op
f "STOP". Enkel in deze stand wordt
het programmeerniveau aangeduid.
Druk nog eens op toets 3.
^
"E06" (6de programmeerniveau) ver
schijnt in het display. Daarna:
Draai de programmakiezer weer op
^
het te wijzigen programma. In het
display verschijnt de huidige waarde
achter min.
Druk op toets 4 tot de gewenste
^
waarde wordt aangeduid.
Na wijziging van 1 of van alle gegevens:
^ Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^ Druk nog eens op toets 6. De wijzi-
ging wordt opgeslagen.
-
-
5.2 E "Intensief"
De fabriek heeft de reinigingstempera
tuur op 65 °C ingesteld. Die blijft 3 min.
constant. De naspoeltemperatuur
draagt 65 °C. Die blijft 2 min. constant.
Via deze speciale functie kan u deze
temperaturen van 30 tot 70 °C en de
tijden van 1 tot 10 minuten laten varië
ren.
^
Wijzig de waarden als onder 5.1.
be
-
-
-
39
Page 40
Speciale functies programmeren
6. Verlaging van de maximumtempe
ratuur van 93 naar 90 °C en ver
lenging van de tijd waarin die con
stant blijft van 10 tot 25 min. in het
programma DESIN 93°C-10’
Plaats de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controle
lampje p / 6 gaat aan.
^ Druk 1x op toets 3, de "P" wordt
gedoofd. In het display verschijnt nu
"E01" (1ste programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer 4 scha-
kelstappen naar rechts (op 4 uur).
In het display verschijnt "40" of "41".
"40" = temp. 93 °C, 10 min. lang.
"41" = temp. 90 °C, 25 min. lang.
-
-
-
-
^
Druk op toets 4: de "40" verandert
in "41" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
Ingestelde waarde:
40
Page 41
Speciale functies programmeren
7. Startuitstel activeren en tijd van
startuitstel invoeren
Ingestelde waarde:
De start van een programma kan u in
stappen van 30 minuten uitstellen tot
maxium 9 uur en 30 minuten.
Opmerking:
Het startuitstel mag u enkel kiezen bij
het intensief programma. In de overige
programma’s is er bij startuitstel geen
degelijk reinigingsresultaat gewaar
borgd. De kans bestaat immers dat het
vuil langer op de objecten aandroogt.
a) Het startuitstel activeren
^ Draai de programmakiezer op
f "STOP".
^ Schakel het toestel uit.
^ Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controlelampje p / 6 gaat aan.
^
Druk 1x op toets 3. In het display
verschijnt nu "E01" (1ste program
meerniveau).
-
-
b) De tijd van het startuitstel invoeren
De duur van het startuitstel (van 30 min.
tot 9 uur en 30 min.) dient u voor elke
programmastart opnieuw in te stellen.
Na de programmakeus - zie "Inscha
^
kelen" - dient u op de toets 4 te
drukken of te blijven drukken tot de
gewenste tijd wordt aangeduid. Het
controlelampje "Startuitstel" gaat aan.
Nadat u op de toets "Start" 6 hebt ge
drukt, wordt de duur van het uitstel af
geteld tot het programma automatisch
van start gaat.
-
-
-
^
Draai de programmakiezer 7 scha
kelstappen naar rechts (op 7 uur).
In het display verschijnt "70" of "71".
"70" = geen startuitstel.
"71" = startuitstel actief.
^
Druk op toets 4: de "70" verandert
in "71" of omgekeerd.
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.
De wijziging wordt opgeslagen.
-
41
Page 42
Speciale functies programmeren
8. Al de gewijzigde parameters op de
oorspronkelijke fabrieksmatige in
stellingen terugzetten.
Plaats de programmakiezer op
^
f "STOP".
Schakel het toestel uit.
^
Druk op de toetsen 4 en 6, blijf
^
erop drukken en schakel tegelijk het
toestel via de hoofdschakelaar I-0 in.
In het display verschijnt de huidige
programmastatus "P ...". Het controle
lampje p / 6 gaat aan.
Druk 7x op toets 3, de "P" wordt
^
gedoofd. In het display verschijnt nu
"E07" (7de programmeerniveau).
^ Draai de programmakiezer in om het
even welke stand, maar niet op
"STOP".
In het display verschijnt "00" of "PP".
"00" = fabrieksmatige instelling (er
vond geen herprogrammering van de
electronic plaats).
"PP" = Er vond herprogrammering
van de electronic plaats.
-
Belangrijk!
Had u de instelling van de waterhard
heid voor de ontharder reeds aange
past? Dan werd die nu teruggezet op
de oorspronkelijke fabrieksmatige re
geling (19° Duitse / 34° Franse hard
heid). U dient die dus opnieuw aan de
plaatselijke waterhardheid aan te pas
sen.
-
-
-
-
-
-
^
Zodra "PP" verschijnt, drukt u op toets
4. "PP" verandert in "00".
^
Druk op toets 6. "SP" verschijnt. "SP"
staat voor "speichern" = opslaan.
^
Druk nog eens op toets 6.
De gewijzigde waarden worden in de
oorspronkelijk stand teruggezet.
42
Page 43
Reiniging en onderhoud van het toestel
De filters in de kuip reinigen
Zonder filters mag u nooit afwas
,
sen!
De filterset op de bodem van de kuip
dient u regelmatig na te kijken. Als het
nodig is, dient u die ook te reinigen.
Voorzichtig!
,
U kan zich kwetsen aan glasscher
ven.
-
Neem de filters uit, verwijder de gro
^
ve resten. Spoel ze onder stromend
-
water af. Gebruik evt. een borstel.
^ Draai de filterset om en maak de slui-
ting van de grove filter open. Daartoe
verschuift u de ontgrendeling.
^ Let er na het reinigen op dat de slui-
ting juist vergrendeld is.
-
^
Zwenk het handvat naar rechts om
de filterset te ontgrendelen.
^
Plaats de filterset mooi vlak op de bo
dem van de kuip. Zwenk het handvat
van rechts naar links om de filterset
te vergrendelen.
-
43
Page 44
Reiniging en onderhoud van het toestel
De sproeiarmen schoonmaken
Er kunnen zich resten vastzetten in de
sproeikoppen. Kijk de sproeiarmen dus
geregeld na, bv. om de 6 maand.
Duw de resten met een spits voor
^
werp door de sproeikoppen naar bin
nen. Spoel de sproeiarmen onder
stromend water goed uit.
Daartoe dient u de sproeiarmen af te
nemen:
Schroef de bovenste sproeiarm af.
^
Schroef de middelste sproeiarm (aan
^
de bovenste korf) af. Draai daartoe
de gekartelde moer los.
Opmerking:
De gekartelde moer heeft linkse
schroefdraad. Om de moer los te
schroeven, draait u ze met de sproeiarm naar rechts.
-
-
De restjes in de onderste sproeiarm
kan u vlotter uitspoelen indien u het
sluitkapje opent.
^ Draai het sluitkapje in de richting van
de pijl open. Draai het na de reiniging weer stevig dicht.
Belangrijk:
Kijk na of de sproeiarmen na het reinigen vlot ronddraaien.
^
Neem de onderste korf uit.
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud van het toestel
De afvoerpomp en de terug
-
slagklep reinigen
Staat er nog water in de kuip na afloop
van een programma, dan werd dat niet
weggepompt. De oorzaak daarvan kan
zijn dat voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren. Die objec
ten kan u makkelijk verwijderen:
Neem de filterset uit de kuip.
^
^ Zwenk de sluitbeugel voor de terug-
slagklep weg.
-
Trek de terugslagklep naar boven toe
^
af. Spoel ze onder stromend water
goed schoon.
Onder de terugslagklep zit de afvoer
pomp (zie pijl).
^
Kijk na of er geen voorwerpen de af
voerpomp blokkeren voor u de terug
slagklep terugplaatst.
^
Plaats de teugslagklep keurig terug.
Zet ze weer met de sluitbeugel vast.
-
-
-
45
Page 46
Reiniging en onderhoud van het toestel
De filters in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel
zitten in de schroefkoppeling van de
toevoerslang filters. Zijn die vuil, dan
dient u die te reinigen. Anders loopt er
te weinig water in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek
trisch onderdeel. Dat mag u niet
onderdompelen in vloeistof!
Om de filter schoon te maken:
^ Maak het toestel stroomloos: schakel
het toestel uit en trek de stekker uit
het stopcontact. U kan ook de smeltstoppen uitschakelen zo het stopcontact niet toegankelijk is.
^ Draai de waterkraan dicht en schroef
het watertoevoerventiel los.
-
Let erop dat u de schroefkoppeling
^
niet schuin op de waterkraan draait.
Draai de waterkraan open.
^
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan.
Het bedieningspaneel reinigen
Wis dat enkel met een vochtige doek
^
af. U kan het ook schoonmaken met
een courant afwasmiddel voor kunst
stof. U kan ook een geschikt en
goedgekeurd desinfectiemiddel ge
bruiken.
Gebruik geen schuurmiddel. Af-
,
wasmiddel voor glazen oppervlakken of voor universeel gebruik is
eveneens uit den boze!
Wegens de samenstelling van dat
middel kan er aanzienlijke schade
ontstaan op kunststof oppervlakken.
De voorzijde van het toestel
reinigen
-
-
^
Maak de grote (1) en de fijne (2) zeef
schoon of vervang ze eventueel.
^
Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?
46
^
De voorzijde behandelt u met een
middel dat voor het onderhoud van
keukenvoorzijden geschikt is.
,
Reinigingsmiddelen die ammo
niak bevatten, nitro- of kunstharsver
dunningen mag u niet gebruiken!
-
-
Page 47
Eventuele kleine storingen
Indien er zich eens storingen voordoen
in de werking van uw toestel, kan u die
in vele gevallen zelf ongedaan maken.
Laat uit veiligheidsoverwegingen liever
bevoegde vaklui aan elektrische onder
delen werken!
Storingen / eventuele oorzaken
De automaat gaat niet van start
De deur is niet goed dicht.
–
De stekker zit niet goed in het stop
–
contact.
– De smeltveiligheden zijn defect.
Even na de programmastart knippert
het controlelampje p / 6 (foutcode
in het display: F..E).
– De waterkraan staat nog dicht.
– De filter in de watertoevoerslang is
vuil.
– De waterdruk is onvoldoende.
^
De programmakiezer op f "STOP"
draaien (de foutcode wordt gewist).
^
De automaat uitschakelen (toets I-0).
-
Het afwasprogramma is te vroeg af
gelopen en het controlelampje
p / 6 knippert (foutcode in het dis
play: F A).
-
De afvoerslang vertoont een knik.
–
De afvoerpomp is verstopt.
–
De programmakiezer op f "STOP"
^
draaien (de foutcode wordt gewist).
De fout opheffen.
^
Het water laten wegpompen en het
^
programma opnieuw starten. Zie pro
gramma "WEGPOMPEN" en "Inscha
kelen".
Het water in de kuip wordt niet warm;
het programma duurt te lang.
Deze automaat is uitgerust met een
thermoschakelaar die terug kan worden
ingeschakeld. Hierdoor wordt de verwarming bij oververhitting uitgeschakeld. Er kan oververhitting voorkomen
zo de weerstanden worden afgedekt
door grote objecten of indien de filters
in de kuip verstopt zijn.
^
Doe in zo’n geval een beroep op de
technische dienst van Miele.
-
-
-
-
^
De waterkraan opendraaien en/of de
filter schoonmaken. Zie "Reiniging en
onderhoud".
^
De automaat weer inschakelen en het
programma opnieuw starten.
47
Page 48
Eventuele kleine storingen
Technische dienst
Slaagt u er ondanks deze opmerkingen
niet in de storing zelf te verhelpen,
verwittig dan de technische dienst van
Miele. Geef dan ook de foutcode "F ..."
(te zien in het display) op.
Het adres en telefoonnumer van onze
technische dienst vindt u op de rugzij
de van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op onze
^
technische dienst, geef dan a.u.b.
altijd het type en het nummer van uw
toestel op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje terug. Zie rubriek "Elektrische
aansluiting".
-
48
Page 49
Opstellen
Hou rekening met het bijgevoegde
installatieplan!
In de omgeving van het toestel
,
mogen enkel meubelen worden ge
bruikt voor professionele toepas
singen. Er is anders beschadiging
door condenswater mogelijk.
Het toestel moet stabiel en waterpas
staan. Oneffenheden op de vloer werkt
u weg door de 4 voetjes te verdraaien.
Daarmee kan u de machine ook in de
hoogte regelen.
Uw automaat heeft volgende opstelmogelijkheden:
– Vrijstaand
– Naast meubelen / toestellen of in een
nis:
Die nis moet dan minstens 45 cm
breed en 60 cm diep zijn.
– Ingebouwd onder een doorlopend
werkblad / afdruipvlak:
De ruimte voor inbouw moet min
stens 45 cm breed, 60 cm diep en
82 cm hoog zijn.
Daartoe moet u het deksel van de
machine afnemen. Doe dat als volgt:
-
-
-
Doe de toesteldeur open.
^
^ Draai de linker en rechter bevesti-
gingsschroef met een kruiskopschroevendraaier uit.
^ Trek het deksel ca. 5 mm naar voren
en neem het naar boven toe af.
Belangrijk bij toestellen met een
dampcondensator:
Door waterdamp kan het werkblad
schade oplopen. Om dat te vermijden
wordt bij het toestel een zelfklevende
beschermfolie van 25 bij 43 cm gele
verd. Kleef die achteraan in de nis te
gen het werkblad.
-
-
49
Page 50
Opstellen
De automaat gelijk zetten en vast
schroeven
Om de stabiliteit van het toestel veilig te
stellen, dient u
het toestel gelijk te zetten en
–
het met behulp van schroeven tegen
–
het werkblad te bevestigen.
Doe de toeseldeur open. Bevestig
^
het toestel links en rechts via de
gaatjes op de voorste lijst met
schroeven aan het doorlopende
werkblad.
Spuit bij ingebouwde machines de
^
voegen tussen het toestel en de kasten of toestellen ernaast niet met siliconen dicht. Anders wordt de circulatiepomp niet terdege geventileerd.
Naar gelang van de inbouwtoestand
kan u zich bij de technische dienst van
Miele volgende montagesets
fen:
-
aanschaf-
Afdekplaat (werkbladbescherming)
Deze r.v.s. plaat beschermt de onder
kant van het werkblad tegen bescha
digingen door waterdamp.
Montageset bekledingsraam
De voorzijde van het toestel kan u
bekleden met een plaat die past bij de
voorzijde van de kasten ernaast.
Bij het bekledingsraam vindt u een
aparte montagehandleiding.
50
-
-
Page 51
Elektrische aansluiting
Vertrouw alle werk dat met de
,
elektrische aansluiting te maken
heeft, enkel toe aan een erkend
elektricien.
Dit toestel dient te worden aangeslo
^
ten op de aarding.
Bij aansluiting op een stopcontact
^
dient u de plaatselijke reglementering
te volgen. Dat stopcontact dient na
de installatie van het toesel ook toe
gankelijk te zijn.
Bij een vaste aansluiting dient u ter
^
plaatse een hoofdschakelaar aan te
brengen, waarbij elke fase van het
net kan worden afgesloten. De contactopening dient minstens 3 mm te
bedragen.
^ Het verdient bovendien aanbeveling
het toestel op een verliesstroomschakelaar van 30 mA aan te sluiten.
^ De technische gegevens vindt u op
het typeplaatje of stroomschema te
rug.
Laat het toestel enkel werken op de
spanning, frequentie en smeltveilig
heden vermeld op het typeplaatje
Er kan niet
Het typeplaatje
labels (VDE, CE, ...) zitten op de rugzij
de van de machine en op de kunststof
afdekking achter de sokkelplaat.
worden omgeschakeld.
alsook de verkregen
-
.
De sokkelplaat en de kunststof af
dekking afnemen:
-
-
Het toestel stroomloos maken.
,
^ Neem de sokkelplaat aan beide zij-
den vast, trek ze ietwat naar boven a
en neem ze naar voren weg b.
^ Maak de kunststof afdekking los door
2 schroeven (links en rechts) c uit te
-
draaien.
Vervolgens:
^
De kunststof afdekking en de sokkel
plaat in omgekeerde volgorde mon
teren.
Raadpleeg ook het bijgevoegde instal
latieplan!
-
-
-
-
-
Het stroomschema
binnenzijde van de kunststof afdekking.
is bevestigd op de
51
Page 52
Wateraansluiting
De watertoevoer aansluiten
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater!
De machine dient volgens de
^
plaatselijke voorschriften op de wa
terleiding te worden aangesloten.
De machine is uitgerust met een te
^
rugstroombeveiliging.
De waterdruk (aan de aftapkraan)
^
moet tussen 0,5 en 10 bar liggen.
Ligt die druk lager dan 1,5 bar, dan
wordt de watertoevoertijd verlengd.
Zo de waterdruk niet tussen 0,5 en
10 bar ligt, kan u van de technische
dienst van Miele de nodige inlichtingen ontvangen over de te treffen
maatregelen. Het is mogelijk dat het
controlelampje p / 6 aangaat en de
foutcode "F E" op het display verschijnt.
^ Om technische redenen is het toestel
enkel uitgerust voor aansluiting op
koud water
Sluit de toevoerslang dus aan op de
aftapkraan voor koud water.
^
Voor de aansluiting dient u een af
sluitkraan met 3/4"-schroefkoppeling
te voorzien. Deze kraan moet vlot be
reikbaar zijn. Als de machine niet
werkt, dient u de watertoevoer im
mers af te sluiten.
.
-
-
-
-
Tussen machine en afsluitkraan wordt
^
een ca. 1,7 m lange drukslang met
10 mm binnenwerkse C en
3/4"-schroefkoppeling aangebracht.
Het zeefje in de schroefkoppeling
mag u niet verwijderen.
Monteer de meegeleverde grote zeef
^
tussen afsluitkraan en toevoerslang.
De afbeelding daarvan vindt in de ru
briek "Reiniging en onderhoud, wa
tertoevoer".
,
De toevoerslang mag u niet
inkorten noch beschadigen.
Raadpleeg ook de meegeleverde in
stallatiehandleiding!
-
-
-
-
52
Page 53
De waterafvoer aansluiten
In de afvoer van de machine is een
^
terugslagklep ingebouwd zodat er
via de afvoerslang geen vuil water in
de machine kan terugstromen.
Sluit de automaat bij voorkeur aan op
^
een gescheiden
leren afvoersysteem.
Is dat niet voorhanden, dan verdient
het aanbeveling aan te sluiten op een
dubbele sifon. Deze sifon is bij de
technische dienst van Miele verkrijg
baar.
De plaatselijke aansluiting dient, van
de onderkant van het toestel gemeten, tussen 30 en 100 cm hoog te
liggen.
Zo de aansluiting lager ligt dan
30 cm, leg de afvoerslang dan in een
bocht van minstens 30 cm hoog.
Het afvoersysteem moet minstens
16 liter per minuut kunnen afvoeren.
, ter plaatse te instal
Wateraansluiting
-
-
^ Het toestel is uitgerust met een ca.
1,4 m lange, buigzame afvoerslang
met 22 mm binnenwerkse diameter.
Voor de aansluiting zijn twee slang
klemmen bijgeleverd. Deze slang
mag u niet inkorten.
^
Er zijn langere afvoerslangen (tot
4 m) leverbaar.
^
De afvoerslang mag hoogstens 4 m
lang zijn.
Raadpleeg ook het bijgevoegde instal
latieplan!
-
-
53
Page 54
Technische gegevens
Hoogte85 (82 cm)
Breedte45 cm
Diepte60 cm
Spanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Smeltveilighedenzie typeplaatje
Lengte aansluitsnoerca. 1,8 m
Waterdruk0,5 tot 10 bar
Koudwateraansluiting
Opvoerhoogte0,3 tot 1 m
Afvoerlengtetot max. 4 m
Lengte toevoerslangca. 1,7 m
Lengte afvoerslangca. 1,4 m
Geluidsemissie in dB (A):
Geluidssterkteniveau LpA<70 (vrijstaand)
<70 (ingebouwd)
Verkregen labelsVDE, radio-ontstoring
Euro-kenteken:MPG-richtlijn 93/42/EEG, klasse IIa
54
Page 55
Montage en aansluiting doseringsmodule
Deze module is mits toeslag leverbaar.
Laat doseringsmodules enkel
,
door de technische dienst van Miele
aansluiten.
De aansluitingen voor de stroomtoevoer
en voor de doseerslang bevinden zich
op de achterzijde van het toestel.
Voor montage tegen de wand zijn er bij
deze module 2 schroeven (BZ 4,8 x 32)
en 2 pluggen (8 mm) bijgeleverd.
118
^ Monteer de module tegen de wand.
^ Sluit doseerslang en stroomtoevoer
aan.
^ Verschuif de sluitdop van het
aanzuigslangetje of kort dat slangetje
in.
Zo past u het zuigslangetje aan het
formaat van de recipiënt aan.
a Aansluitng voor stroomtoevoer
b Aansluiting voor doseerslang
^
Vul de recipiënt en zet het
zuigslangetje er stevig in.
Om het doseersysteem te ontluchten en
de dosering in te stellen, raadpleegt u
het best de rubriek "Speciale functies
programmeren".
55
Page 56
Montage en aansluiting doseringsmodule
De doseersystemen onder
-
houden
Om van de veilige werking zeker te zijn,
dient u geregeld onderhoudswerk
zaamheden te laten uitvoeren. Deze
taak mag u enkel door de technische
dienst van Miele laten verrichten.
Om het jaar / om het anderhalf jaar
dient u de doseerslangen in de dose
ringsmodules te vervangen.
-
-
565758
Page 57
Page 58
Page 59
59
Page 60
Wijzigingen voorbehouden / 5003
M.-Nr. 05 232 890 / 02
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.