Lees in elk geval de gebruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt installeert - in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid en
vermijdt u schade aan het toestel.
a Braadplaat
b Knopje
c Werkingscontrolelampje (geel)
d Temperatuurcontrolelampje (rood)
e Keukenfront
f Aansluitsnoer
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van het
@Hinweis = Personen die door hun
fysieke, zintuiglijke of geestelijke
mogelijkheden of hun onervarenheid
of gebrek aan kennis niet in staat
zijn het toestel veilig te gebruiken,
mogen dit toestel niet zonder toe
zicht of opdracht van een
verantwoordelijke persoon ge
bruiken.
-
-
Technische veiligheid
Vergelijk eerst de aansluitgege
vens (spanning en frequentie) op
het typeplaatje met die van de huisinstallatie. Sluit daarna pas het toestel
aan.
Deze gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan het toestel. Vraag bij twijfel
inlichtingen aan uw installateur.
Wordt de stekker van het aansluit-
snoer verwijderd, laat het toestel
dan uitsluitend door een vakman inbouwen en aansluiten. Uw installateur
is precies op de hoogte van de toepas
selijke voorschriften en houdt zich daar
strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen
en aansluiten van het toestel fouten
worden gemaakt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daar eventueel het gevolg
van is.
-
-
toestel is alleen gewaarborgd als
het wordt aangesloten op een volgens
de voorschriften geïnstalleerd aardsys
teem. Het is heel belangrijk dat die fun
damentele veiligheidsvoorziening voor
handen is.
Laat de elektrische installatie in uw wo
ning bij twijfel door een elektricien con
troleren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door een ont
brekende of beschadigde aarddraad.
Sluit u het toestel met een verleng
kabel aan op het net, dan moeten
de verlengkabel en de steekverbinding
tegen vocht geïsoleerd zijn. De verlengkabel moet van het type H 05 RR-F
(rubberisolatie) of H 05 VV-F
(PVC-isolatie) zijn en een diameter van
1,5 mm
Wanneer u delen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische
constructie wijzigt, kan dat voor u ge
vaar opleveren. Het kan ook tot sto
ringen in de werking van het toestel lei
den.
2
hebben.
Open in geen geval de behuizing
van het toestel.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing aan
dachtig door voordat u het toestel
voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger
voor uzelf en zo voorkomt u onnodige
schade aan het toestel.
Gebruik het toestel enkel in inge
bouwde toestand. Alleen dan kunt
u er zeker van zijn dat u niet met delen
in aanraking komt die onder stroom
staan.
Dit toestel is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik. Gebruik
het niet voor andere doeleinden.
Gebruik dit toestel enkel om le-
vensmiddelen te bereiden. Gebruik
voor andere doeleinden is niet toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant
is niet aansprakelijk voor schade die
wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of
door foutieve bediening.
Gebruik het kookvlak niet om het
vertrek te verwarmen. Door de
hoge temperaturen kunnen licht ont
vlambare voorwerpen in de omgeving
in brand schieten. Dat zou bovendien
de levensduur van het toestel vermin
deren.
Het toestel mag niet in de open
lucht worden opgesteld en ge
bruikt.
-
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Het is de bedoeling dat dit toestel
door volwassenen wordt gebruikt.
Die dienen de inhoud van deze hand
leiding precies te kennen. Kinderen
kunnen immers de risico's die door de
omgang met dit toestel ontstaan vaak
niet voldoende inschatten. Zorg er dus
voor dat kinderen voldoende in het oog
worden gehouden wanneer het toestel
in werking is.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken als hun de bedie
ning grondig werd uitgelegd, zodat ze
het toestel veilig kunnen hanteren en de
eventuele risico's van een foutieve bediening beseffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
Het toestel wordt heet wanneer het
in gebruik is en dat blijft het ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Hou
kinderen van het toestel weg tot het is
afgekoeld en er geen gevaar meer be
staat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of
achter het toestel. Anders worden kin
deren ertoe verleid op het toestel te
klauteren. Gevaar voor brandwonden!
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Delen van de verpakking, bijv. folie
of piepschuim, kunnen voor kin
deren gevaar inhouden. Ze kunnen
verstikken! Bewaar deze delen van de
verpakking buiten hun bereik en verwij
der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
Maak het afgedankte toestel
stroomloos en verwijder al de elek
trische draden. Zo houden die bijv. voor
spelende kinderen geen gevaar in.
-
Schade aan het toestel voor
komen
De braadplaat wordt zeer heet
-
-
tijdens het gebruik. Gebruik derhal
ve geen behandeld bestek. Ook behan
deld grilbestek dat is bestand tegen
hoge temperaturen is niet geschikt.
Gebruik nooit een stoomreiniger
om het toestel schoon te maken.
De stoom kan op onderdelen van het
toestel terechtkomen die onder span
ning staan. Zo kan er kortsluiting ont
staan. De stoom kan ook het oppervlak
en onderdelen van het toestel bescha
digen, wat door de fabrikant niet wordt
vergoed.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bescherming tegen brandwon
den
Het toestel is tijdens de werking
heet en dat blijft het ook nog enige
tijd na het uitschakelen. Let erop dat u
het toestel niet aanraakt zolang het nog
warm kan zijn.
Bescherm uw handen telkens als u
met het hete toestel omgaat. Maak
gebruik van ovenwanten, pannenlap
pen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat
dit textiel niet nat of vochtig is. Anders
wordt de warmte nog sterker overge
dragen en kunt u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten reci-
piënten, bijv. conservenblikjes, met
dit toestel. Door de resulterende overdruk kunnen de recipiënten of blikjes
springen. Er is dan risico van verbrandingen en ander lichamelijk letsel!
Gebruik het toestel niet om er voor-
werpen op neer te zetten. Als u het
toestel onverhoeds inschakelt of als het
nog warm is van een kookproces, be
staat het risico dat het materiaal verhit.
U kan zich daaraan verbranden. Het
materiaal zelf kan ook smelten of vlam
vatten.
-
-
-
-
Dek het toestel nooit met een doek
of folie af. Als u het toestel onver
hoeds inschakelt, bestaat er brandge
vaar.
Hou het toestel onder toezicht als u
heet vet of olie gebruikt. Oververhit
vet of olie kan ontvlammen. Daardoor
kan ook de afzuigkap in brand geraken.
Brandgevaar!
Als het toch gebeurt dat het hete
vet of de hete olie ontvlamt, pro
beer het dan niet met water te blussen!
Smoor het vuur, bijv. met een deken,
een vochtige vaatdoek of iets in die
aard.
Flambeer nooit spijzen onder een
afzuigkap. De ventilator zuigt de
vlammen aan zodat de afzuigkap in
brand kan geraken.
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het toestel defect is
Schakel, wanneer u een defect
vaststelt, eerst het toestel uit en
vervolgens ook de zekering. Smeltvei
ligheden moeten helemaal zijn uitge
draaid. Als het toestel geen vaste aan
sluiting heeft, trek dan ook de stekker
uit het stopcontact. Trek daartoe niet
aan de draad, wel, indien aanwezig,
aan de stekker. Doe een beroep op de
klantendienst.
Zorg ervoor dat het toestel niet op het
elektriciteitsnet wordt aangesloten alvo
rens is het gerepareerd.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kan de gebruiker
aanzienlijke risico's lopen en kan het
toestel beschadigd raken. Open in
geen geval de behuizing van het toestel.
Laat u het toestel tijdens de ga-
rantieperiode herstellen, dan mag
dat enkel gebeuren door een technicus
die door de fabrikant is erkend. Anders
is er bij schade achteraf geen aan
spraak meer op waarborg.
-
-
-
Andere gevaren voorkomen
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het toe
stel. Het snoer van een ander toestel
mag niet met het hete toestel in aanra
king komen. De isolatie van de leiding
kan worden beschadigd. Er bestaat ge
vaar voor elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de gerechten altijd
voldoende worden verwarmd. Kie
men die eventueel in de gerechten aan
wezig zijn, worden alleen gedood als
de temperatuur waaraan ze worden
blootgesteld, hoog genoeg is en die
lang genoeg wordt aangehouden.
-
-
-
-
-
-
8
Uw bijdrage tot de bescherming van het milieu
Verpakking wegdoen
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. De handelaar neemt
de verpakking normaal gezien terug.
Door de verpakking te recycleren wordt
er grondstof gespaard en verkleint de
afvalberg. Als u de transportverpakking
zelf wegdoet, kunt u bij uw gemeente
bestuur het adres van een container
park in uw buurt opvragen.
-
-
Uw oud toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe
stellen bevatten vaak nog waardevol
materiaal. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die noodzakelijk waren voor hun werking en beveiliging.
Als deze stoffen in het restafval terechtkomen of verkeerd worden behandeld,
kunnen ze schade berokkenen aan de
menselijke gezondheid en het milieu.
Geef deze stoffen dus niet met het gewone huisvuil mee.
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
de firma Recupel,
–
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen. Hou dus rekening
met de gelijknamige rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw veiligheid".
-
9
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Kleef het typeplaatje dat bij de docu
mentatie is gevoegd op de daarvoor
bestemde plaats in de rubriek "Type
plaatje".
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en
geef ze door aan wie het toestel even
tueel na u gebruikt.
-
-
-
Het toestel reinigen en
opwarmen voor het eerste
gebruik
Voor het eerste gebruik dient u het toe
stel met spoelmiddelloog te reinigen en
daarna droog te wrijven.
De metalen onderdelen zijn beschermd
door een onderhoudsmiddel. Daarom
wordt er tijdelijk wat reuk gevormd wan
neer het toestel voor het eerst opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trek
ken gauw weg. Deze verschijnselen wij
zen niet op een verkeerde aansluiting
noch op een defect aan het toestel.
-
-
-
-
10
Bediening
In- en uitschakelen
De braadplaat wordt ingeschakeld
door het knopje naar rechts a te draai
en, en uitgeschakeld door het knopje
naar links b te draaien.
Het knopje kan niet voorbij "12" naar
"0" worden gedraaid.
Na het inschakelen branden het
werkcontrolelampje c en het tempera
tuurcontrolelampje d naast het knopje.
Het temperatuurcontrolelampje schakelt
"aan en uit" overeenkomstig de op
warming van de braadplaat, m.a.w. het
controlelampje brandt enkel als de ver
warming in werking is.
-
-
-
11
Bediening
Mogelijke instellingen
KookprocesStand
Warmhouden van bereide levensmiddelen1 - 2
Stoven van fruit, bijv. stukjes appel, perzikhelften,
schijfjes, paprikareepjes, uiringen enz.
Behoedzaam braden van vis (gepaneerd, in eiomhulsel)7 - 9
Vlot na elkaar aanbraden van vlees, vaste vis,
spiegeleieren, pannenkoeken enz.
Braden van pannenkoeken, garnalen, maïskolven11 - 12
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. De braadduur hangt af van het soort,
de toestand en de dikte van het te braden voedsel.
2 - 4
5 - 7
9 - 11
12
Bediening
Tips om te braden
Veeg voor elk gebruik de braadplaat
vochtig af, om stofdeeltjes en an
dere resten te verwijderen.
Verwarm de braadplaat op voorhand
–
gedurende 8-10 minuten. Kies daar
voor de temperatuur waarop u ver
volgens wilt bakken of braden. Bij de
instelniveaus 9 tot 12 kunt u met
instelniveau 12 voorverwarmen.
De braadplaat moet vooral bij vlees
–
heet genoeg zijn. Als de temperatuur
te laag is, komt er te veel sap uit het
vlees.
– Om op de braadplaat te braden,
moet u maar weinig vet op de braadplaat doen, bij gemarineerd voedsel
heeft u zelfs geen vet nodig. Wanneer u braadvet gebruikt, doet u dit
pas op de braadplaat wanneer het
controlelampje van de temperatuur is
gedoofd.
Door het te braden voedsel te mari
–
neren wordt het extra aromatisch.
Dep vochtig voedsel droog met
-
–
keukencrêpe om spatten te ver
mijden.
Breng vlees pas na het braden op
–
-
-
smaak met zout, anders wordt het te
droog.
-
-
–
Gebruik enkel vet of olie die geschikt
is voor hoge temperaturen.
13
Reiniging en onderhoud
Gebruik nooit een stoomreiniger om
het toestel schoon te maken. De
stoom kan op onderdelen van het
toestel terechtkomen die onder
spanning staan. Zo kan er kortslui
ting ontstaan. De stoom kan ook het
oppervlak en onderdelen van het
toestel beschadigen, wat door de fa
brikant niet wordt vergoed.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen
die zand, soda, alkali, zuren of chlo
ride bevatten. Gebruik ook geen
ovensprays, schoonmaakmiddelen
voor vaatwassers, staalwol, ruwe
sponsjes of harde borstels. Gebruik
evenmin sponsjes of andere hulpmiddelen waarin nog restjes schuurmiddel zitten.
Lees bij gebruik van speciaal reinigingsmiddel voor roestvrij staal de
richtlijnen van de fabrikant.
Reinig het toestel na elk gebruik.
Grote hoeveelheden vuil verwijdert u
het best onmiddellijk met een schraper.
Laat het toestel afkoelen tot het
-
handlauw is. Doe dan wat warm water
met afwasmiddel op de vuile plekken
en laat die even inweken. Verwijder het
vuil met een schraper en veeg alles
nadien nog eens met een vochtige
doek schoon.
Reinig het toestel daarna grondig met
enkele druppeltjes reinigingsmiddel
voor roestvrij staal en een schone,
vochtige doek.
Wis het toestel daarna vochtig af en
wrijf het ten slotte met een zuivere doek
droog.
Behandel de braadplaat nooit met
een verzorgingsmiddel voor roestvrij
staal!
Reinig daarna altijd met zuiver water.
Zo voorkomt u dat resten van reini
gingsmiddel achterblijven en bij het
volgende gebruik in contact kunnen
komen met het voedsel.
Droog het toestel na elke vochtige
reiniging. Daardoor vermijdt u kalk
aanslag.
14
-
-
Reparaties aan elektrische toestellen
mogen alleen door vakmensen wor
den uitgevoerd. Ondeskundig uitge
voerde reparaties leveren ernstig
gevaar op voor de gebruiker.
-
Wat gedaan als ...
Wat gedaan als ...
... het toestel na het inschakelen niet
-
heet wordt?
Controleer of de zekering van de huis
installatie niet is uitgevallen. Neem
eventueel contact op met een elektri
cien of met de technische dienst van
Miele.
-
-
15
Technische Dienst
Neem bij storingen die u zelf niet kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
–
de Technische Dienst van Miele.
–
Het adres en de telefoonnummers van
onze technische dienst
vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u een beroep doet op de technische dienst, geef dan altijd het
toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de ge
gevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
16
Inbouw
Opmerkingen omtrent uw
veiligheid tijdens het inbouwen
Om schade aan het toestel te ver
mijden, mag u het pas inbouwen na
dat de wandkasten en de afzuigkap
zijn gemonteerd.
Gefineerde delen van het werkblad
dienen te zijn verwerkt met lijm die
tegen hitte (100 °C) bestand is. Anders
komt het fineer los of vervormt het.
De wandafsluitlijsten dienen tegen hitte
bestand te zijn.
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats inbouwt en monteert, bijv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kunt gebruiken.
De elektrische aansluiting van het
toestel moet zo geplaatst zijn dat
ze na inbouw van het toestel nog vlot
toegankelijk is voor de klantendienst.
-
-
Zorg ervoor dat de aansluitleiding
van het toestel na de inbouw niet in
aanraking komt met de bodemplaat en
ook niet mechanisch wordt belast.
Na de inbouw van het toestel moet
verzekerd zijn dat de onderzijde
van het toestel niet kan worden aange
raakt. Daarom moet een
beschermbodem onder het toestel wor
den aangebracht (zie rubriek
"Beschermbodem").
Neem strikt de veiligheidsaf
standen op de volgende bladzij
den in acht.
Gebruik geen middel om de
voegen te dichten tenzij dat uitdrukkelijk wordt gevraagd. De dichtingsstrook van het toestel zorgt reeds
voor voldoende afdichting met het
werkblad. Zie rubriek "Dichting".
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm
-
-
-
-
Het toestel mag niet worden inge
bouwd boven koeltoestellen, vaat
wassers, wasmachines en
droogkasten.
-
-
17
Inbouw
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een afzuig
kap erboven de veiligheidsafstand aan
die door de fabrikant wordt opgegeven.
Is er geen afstand vermeld, bijv. bij een
rekje, dan dient deze afstand voor licht
ontvlambaar materiaal minstens 760
mm te bedragen.
-
Bij inbouw van verschillende toestellen,
bijv. TepanYaki en een elektrisch kook
vlak, naast elkaar onder een afzuigkap,
neemt u de grootste afstand die ver
meld is in de montagehandleiding of
gebruiksaanwijzing.
-
-
18
Veilige afstand opzij
Bij inbouw van het toestel mogen er
zich aan een van de zijkanten en aan
de achterzijde kasten of wanden van
gelijk welke hoogte bevinden. Aan de
andere zijkant mag er evenwel geen
toestel of meubel hoger zijn dan het
kookvlak. Zie afbeeldingen.
Inbouw
Hou minstens volgende afstanden in
acht:
50 mm rechts of links van de uitspa
–
ring in het werkblad tot een meubel
ernaast, bijv. kolomkast.
– 50 mm van de uitsparing in het werk-
blad tot de achterzijde.
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
-
Niet aan te bevelen!
19
Inbouw
Veilige afstand bij nisbekleding
Tussen de nisbekleding en de uitsparing in het werkblad dient u minstens een af
stand van 50 mm aan te houden.
Deze afstand is enkel noodzakelijk als het materiaal van de nisbekleding van hout
of een andere brandbare stof is gemaakt. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, ke
ramische tegels e.d.) kan van deze 50 mm de diktemaat van de nisbekleding wor
den afgetrokken. Door hoge temperaturen kan het materiaal worden vernietigd of
wijzigingen ondergaan.
-
-
-
a Metselwerk
b Nisbekleding
c Wandafsluitstrip
d Werkblad
e Uitsparing in het werkblad
f 50 mm minimale afstand
20
Montagetoebehoren
Schakelelement
–
1 knopje met schaalring voor het schakelelement
–
4 Spax-schroeven 4 x 15 voor de bevestiging van het schakelelement
–
2 kapjes voor controlelampjes,
–
rood en geel
1 symbool voor de "0"-stand
–
1 boorsjabloon
–
Dichtingstape
–
4 bevestigingshoeken
–
– 4 inbus-cilinderschroeven M 5 x 30 en moerplaatjes
Inbouw
21
Inbouw
Inbouwafmetingen
74
113
16
174
g
122
f
50
c
82
d
384
b
500
124
ß
d
20
362
514
9
51
a
c
R4ß
040
b
5
51
e
a Inbouwhoogte
b Vooraan
c Geïntegreerd schakelelement (achter
keukenfront, enkel knopje zichtbaar)
d Verbindingskabel 700 mm lang
22
a
e Aansluitsnoer 1800 mm lang
f Plaats waar de elektrische aan
sluiting bij voorkeur wordt aange
bracht
g Tussenbodem
-
-
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets.
Hou rekening met de minimumaf
stand van 50 mm tot de achterzijde
en tot een zijwand rechts of links. Zie
rubriek "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak,
siliconenrubber of giethars om op
zwellen door vocht te verhinderen.
De gebruikte materialen moeten hitte
bestendig zijn.
Inbouw
Mocht bij het inbouwen worden vast
gesteld dat de omranding in de
-
-
hoeken niet precies op het werkblad
ligt, dan kan de hoek ß R4 met de
decoupeerzaag voorzichtig worden
bijgewerkt.
-
-
23
Inbouw
Gaten voor het schakelelement
boren
Om het schakelelement aan te
brengen, moeten met behulp van de
bijgeleverde boorsjabloon e volgende
gaten in het houten front van het keu
kenmeubel worden geboord:
Langs voor
a voor de as van het schakelelement
b voor het controlelampje / geel
c voor het controlelampje / rood
Langs achter
d voor de bevestiging van het schakel-
element 4 maal aanboren
-
Wegens de luchtvochtigheid kan de
nauwkeurigheid van de boorsja
bloon iets afwijken.
Controleer de maten voor u de gaten
boort.
Bij een werkblad van 40 mm dikte
plaatst u de boorsjabloon e tegen de
aanslag aan de onderkant (zie afbeel
ding).
De afstand tussen de onderkant van
het werkblad en het houten paneel van
het keukenmeubel moet 5 mm bedra
gen.
-
-
-
24
Schakelelement bevestigen
Inbouw
^ Plaats de roestvrijstalen plaat met het
oppervlak omlaag naast de uitsparing op de werkplaat.
Let erop dat de roestvrijstalen plaat
en het werkblad niet beschadigd raken.
^ Steek het schakelelement met de as
en de controlelampjes langs de binnenzijde van de kast door de voorziene gaten. Bevestig het schakelelement met de bijgeleverde schroeven
a.
25
Inbouw
Het toestel monteren
Let er bij het plaatsen van het toestel
op dat er geen kabels vastgeklemd
of beschadigd raken.
Kleef de bijgeleverde dichtingstape
^
a na het verwijderen van de be
schermfolie b langs onder op de
rand van de roestvrijstalen plaat (zie
afbeelding).
Bevestig het toestel met de bijgele
^
verde bevestigingshoeken c (zie af
beelding).
-
Snij eventueel uitstekende resten van
^
de dichtingstape af met een scherp
mes.
-
-
^
Voer het snoer van het toestel naar
onderen door de uitsparing in het
werkblad.
^
Plaats het toestel in de voorziene uit
sparing.
^
Steek de stekker in het stopcontact
(AC 230 V / 50 Hz).
26
-
Inbouw
Kapjes van de controlelampjes en het knopje aanbrengen
Steek het knopje c met de "0" omhoog op de as van het schakelelement.
^
Kleef het symbool voor de nulstand d van het knopje in het midden tussen de
^
boorgaten van de controlelampjes op het keukenmeubelfront.
De ondergrond waarop het symbool voor de nulstand d wordt aangebracht,
moet schoon, vetvrij en droog zijn.
Steek het gele kapje a in het linker gat en het rode kapje b in het rechtergat.
^
27
Inbouw
Beschermbodem
Na de inbouw van het toestel moet
verzekerd zijn dat de onderzijde van
het toestel niet kan worden aangeraakt.
Daarom moet onmiddellijk onder het
schakelelement een beschermbodem
worden aangebracht.
Tussen de bodem en de achterwand
moet een luchtspleet van 10 mm worden aangehouden.
Dichting
Gebruik, tenzij dat uitdrukkelijk zo opgegeven wordt, geen dichtingskit voor
voegen. De dichtingsstrook onder de
rand van het bovenste deel van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad.
Er mag in geen geval dichtingskit terecht komen tussen enerzijds de
omranding van het bovenste deel
van het toestel en anderzijds het
werkblad!
Anders wordt het moeilijker om het
toestel bij onderhouds- en
reparatiewerken te demonteren. De
omranding en het werkblad kunnen
dan schade oplopen.
28
Het is aan te bevelen het toestel via een
stekker aan te sluiten op het elektrici
teitsnet. Daardoor worden onderhoudsen reparatiewerken eenvoudiger.
Zorg ervoor dat het stopcontact na de
inbouw van het toestel nog vlot toegan
kelijk blijft.
Als de aansluiting niet via een stopcon
tact gebeurt, dient u de aansluiting te
laten uitvoeren door een elektricien die
goed op de hoogte is van de nationale
voorschriften en aanvullende voor
schriften van het lokale energiebedrijf
en deze voorschriften nauwkeurig op
volgt.
-
-
-
Elektrische aansluiting
De fabrikant wijst erop dat hij geen
aansprakelijkheid aanvaardt voor
(on)rechtstreekse schade die
voortvloeit uit een ondeskundige in
bouw of verkeerde aansluiting.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken
was of gewoon ontbrak. Er zijn elek
trische schokken mogelijk.
Na de montage moet de aarding ge
controleerd worden!
-
-
-
Is het stopcontact voor de gebruiker
niet meer toegankelijk of is er een vasteaansluiting voorzien, dan moet die
voor elke fase met een stroomonderbreker uitgerust zijn. Als stroomonderbrekers kunnen schakelaars worden gebruikt met een contactopening van minstens 3 mm. Bijvoorbeeld automatische
uitschakelaars, zekeringen en contactsluiters.
De vereiste aansluitgegevens vindt u
op het typeplaatje. De informatie moet
overeenkomen met de gegevens van
het net.
Totaalvermogen
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
AC 230 V / 50 Hz
Overstroombeveiliging 10 A
Onderbrekingskarakteristiek type B of
C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van 30
mA voor het toestel te schakelen.
Bij een beveiliging ß 100 mA kan het
voorvallen dat de veiligheidsschakelaar
na een langere periode van
niet-gebruik in werking treedt.
-
29
Elektrische aansluiting
Van het net loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van
het net dient losgekoppeld te worden,
gaat u afhankelijk van de installatie als
volgt te werk:
Smeltzekeringen
–
De inzetstukken helemaal uit de
schroefkappen nemen.of:
Automatische schroefzekeringen
–
De testknop (rood) indrukken tot de
middelste knop (zwart) terugspringt.
of:
Automatische zekering
–
(inbouwtype)
(Beveiligingsschakelaar voor
stroomleidingen, min. type B of C!):
Hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten.
of:
– FI-veiligheidsschakelaar
(verliesstroomschakelaar)
De hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0
(uit) schakelen of de proeftoets bedienen.
Vervangen van de aansluitleiding
Het snoer mag enkel worden vervan
gen door de fabrikant van het toestel,
een door hem erkende klantendienst of
een elektricien. Daarbij moet een aan
sluitleiding van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) met geschikte diameter
worden gebruikt. De vereiste aansluit
gegevens vindt u op het typeplaatje.
-
-
-
Het net moet na het loskoppelen be
veiligd worden tegen opnieuw in
schakelen.
30
-
-
31
Wijzigingen voorbehouden / 3206
M.-Nr. 06 760 390 / 01
nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.