Miele CT 400 Y User Manual [nl]

Montage- en gebruiksaanwijzing
Roestvrijstalen plaat TepanYaki CT 400 Y
Lees in elk geval de ge­bruiksaanwijzing voor u het toestel opstelt ­installeert - in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan het toestel.
M.-Nr. 06 760 390
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot de bescherming van het milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Voor het eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Informatie vooraf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Het toestel reinigen en opwarmen voor het eerste gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
In- en uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Mogelijke instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om te braden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Wat gedaan als .... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid tijdens het inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Montagetoebehoren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Inbouwafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Het werkblad voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Gaten voor het schakelelement boren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Schakelelement bevestigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Het toestel monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Kapjes van de controlelampjes en het knopje aanbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Beschermbodem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Dichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
2
Beschrijving van het toestel
a Braadplaat b Knopje c Werkingscontrolelampje (geel) d Temperatuurcontrolelampje (rood) e Keukenfront f Aansluitsnoer
3
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De elektrische veiligheid van het @Hinweis = Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn het toestel veilig te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toe zicht of opdracht van een verantwoordelijke persoon ge bruiken.
-
-
Technische veiligheid
Vergelijk eerst de aansluitgege
vens (spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van de huisin­stallatie. Sluit daarna pas het toestel aan. Deze gegevens dienen absoluut over­een te stemmen. Anders treedt er scha­de op aan het toestel. Vraag bij twijfel inlichtingen aan uw installateur.
Wordt de stekker van het aansluit-
snoer verwijderd, laat het toestel dan uitsluitend door een vakman in­bouwen en aansluiten. Uw installateur is precies op de hoogte van de toepas selijke voorschriften en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het toestel fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
toestel is alleen gewaarborgd als het wordt aangesloten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsys teem. Het is heel belangrijk dat die fun damentele veiligheidsvoorziening voor handen is. Laat de elektrische installatie in uw wo ning bij twijfel door een elektricien con troleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ont brekende of beschadigde aarddraad.
Sluit u het toestel met een verleng
kabel aan op het net, dan moeten de verlengkabel en de steekverbinding tegen vocht geïsoleerd zijn. De verleng­kabel moet van het type H 05 RR-F (rubberisolatie) of H 05 VV-F (PVC-isolatie) zijn en een diameter van 1,5 mm
Wanneer u delen onder spanning aan­raakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u ge vaar opleveren. Het kan ook tot sto ringen in de werking van het toestel lei den.
2
hebben.
Open in geen geval de behuizing
van het toestel.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Efficiënt gebruik
Lees de gebruiksaanwijzing aan
dachtig door voordat u het toestel voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en zo voorkomt u onnodige schade aan het toestel.
Gebruik het toestel enkel in inge
bouwde toestand. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder stroom staan.
Dit toestel is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Gebruik dit toestel enkel om le-
vensmiddelen te bereiden. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegela­ten en kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge­bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
Gebruik het kookvlak niet om het
vertrek te verwarmen. Door de hoge temperaturen kunnen licht ont vlambare voorwerpen in de omgeving in brand schieten. Dat zou bovendien de levensduur van het toestel vermin deren.
Het toestel mag niet in de open
lucht worden opgesteld en ge bruikt.
-
-
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Het is de bedoeling dat dit toestel
door volwassenen wordt gebruikt. Die dienen de inhoud van deze hand leiding precies te kennen. Kinderen kunnen immers de risico's die door de omgang met dit toestel ontstaan vaak niet voldoende inschatten. Zorg er dus voor dat kinderen voldoende in het oog worden gehouden wanneer het toestel in werking is.
Oudere kinderen mogen het toestel
enkel gebruiken als hun de bedie ning grondig werd uitgelegd, zodat ze het toestel veilig kunnen hanteren en de eventuele risico's van een foutieve be­diening beseffen.
Laat kinderen niet met het toestel
spelen.
Het toestel wordt heet wanneer het
in gebruik is en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Hou kinderen van het toestel weg tot het is afgekoeld en er geen gevaar meer be staat dat ze er zich aan verbranden.
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn, boven of achter het toestel. Anders worden kin deren ertoe verleid op het toestel te klauteren. Gevaar voor brandwonden!
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Delen van de verpakking, bijv. folie
of piepschuim, kunnen voor kin deren gevaar inhouden. Ze kunnen verstikken! Bewaar deze delen van de verpakking buiten hun bereik en verwij der de verpakking ook zo vlug mogelijk.
Maak het afgedankte toestel
stroomloos en verwijder al de elek trische draden. Zo houden die bijv. voor spelende kinderen geen gevaar in.
-
Schade aan het toestel voor komen
De braadplaat wordt zeer heet
-
-
tijdens het gebruik. Gebruik derhal ve geen behandeld bestek. Ook behan deld grilbestek dat is bestand tegen hoge temperaturen is niet geschikt.
Gebruik nooit een stoomreiniger
om het toestel schoon te maken. De stoom kan op onderdelen van het toestel terechtkomen die onder span ning staan. Zo kan er kortsluiting ont staan. De stoom kan ook het oppervlak en onderdelen van het toestel bescha digen, wat door de fabrikant niet wordt vergoed.
-
-
-
-
-
-
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Bescherming tegen brandwon den
Het toestel is tijdens de werking
heet en dat blijft het ook nog enige tijd na het uitschakelen. Let erop dat u het toestel niet aanraakt zolang het nog warm kan zijn.
Bescherm uw handen telkens als u
met het hete toestel omgaat. Maak gebruik van ovenwanten, pannenlap pen of iets dergelijks. Zorg ervoor dat dit textiel niet nat of vochtig is. Anders wordt de warmte nog sterker overge dragen en kunt u zich verbranden.
Verwarm geen gesloten reci-
piënten, bijv. conservenblikjes, met dit toestel. Door de resulterende over­druk kunnen de recipiënten of blikjes springen. Er is dan risico van verbran­dingen en ander lichamelijk letsel!
Gebruik het toestel niet om er voor-
werpen op neer te zetten. Als u het toestel onverhoeds inschakelt of als het nog warm is van een kookproces, be staat het risico dat het materiaal verhit. U kan zich daaraan verbranden. Het materiaal zelf kan ook smelten of vlam vatten.
-
-
-
-
Dek het toestel nooit met een doek
of folie af. Als u het toestel onver hoeds inschakelt, bestaat er brandge vaar.
Hou het toestel onder toezicht als u
heet vet of olie gebruikt. Oververhit vet of olie kan ontvlammen. Daardoor kan ook de afzuigkap in brand geraken. Brandgevaar!
Als het toch gebeurt dat het hete
vet of de hete olie ontvlamt, pro beer het dan niet met water te blussen! Smoor het vuur, bijv. met een deken, een vochtige vaatdoek of iets in die aard.
Flambeer nooit spijzen onder een
afzuigkap. De ventilator zuigt de vlammen aan zodat de afzuigkap in brand kan geraken.
-
-
-
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als het toestel defect is
Schakel, wanneer u een defect
vaststelt, eerst het toestel uit en vervolgens ook de zekering. Smeltvei ligheden moeten helemaal zijn uitge draaid. Als het toestel geen vaste aan sluiting heeft, trek dan ook de stekker uit het stopcontact. Trek daartoe niet aan de draad, wel, indien aanwezig, aan de stekker. Doe een beroep op de klantendienst. Zorg ervoor dat het toestel niet op het elektriciteitsnet wordt aangesloten alvo rens is het gerepareerd.
Herstellingen mogen enkel door
een erkend elektricien worden uit­gevoerd. Door ondeskundig uitge­voerde reparaties kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen en kan het toestel beschadigd raken. Open in geen geval de behuizing van het toe­stel.
Laat u het toestel tijdens de ga-
rantieperiode herstellen, dan mag dat enkel gebeuren door een technicus die door de fabrikant is erkend. Anders is er bij schade achteraf geen aan spraak meer op waarborg.
-
-
-
Andere gevaren voorkomen
Wees voorzichtig als u een stop
contact gebruikt dichtbij het toe stel. Het snoer van een ander toestel mag niet met het hete toestel in aanra king komen. De isolatie van de leiding
­kan worden beschadigd. Er bestaat ge vaar voor elektrische schokken!
Zorg ervoor dat de gerechten altijd
voldoende worden verwarmd. Kie men die eventueel in de gerechten aan wezig zijn, worden alleen gedood als
­de temperatuur waaraan ze worden
blootgesteld, hoog genoeg is en die lang genoeg wordt aangehouden.
-
-
-
-
-
-
8
Uw bijdrage tot de bescherming van het milieu
Verpakking wegdoen
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. De handelaar neemt de verpakking normaal gezien terug. Door de verpakking te recycleren wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Als u de transportverpakking zelf wegdoet, kunt u bij uw gemeente bestuur het adres van een container park in uw buurt opvragen.
-
-
Uw oud toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevol materiaal. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die noodzakelijk wa­ren voor hun werking en beveiliging. Als deze stoffen in het restafval terecht­komen of verkeerd worden behandeld, kunnen ze schade berokkenen aan de menselijke gezondheid en het milieu. Geef deze stoffen dus niet met het ge­wone huisvuil mee.
-
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
– of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be of – uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt. Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen. Hou dus rekening met de gelijknamige rubriek in de "Op­merkingen omtrent uw veiligheid".
-
9
Voor het eerste gebruik
Informatie vooraf
Kleef het typeplaatje dat bij de docu mentatie is gevoegd op de daarvoor bestemde plaats in de rubriek "Type plaatje".
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel even tueel na u gebruikt.
-
-
-
Het toestel reinigen en opwarmen voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik dient u het toe stel met spoelmiddelloog te reinigen en daarna droog te wrijven.
De metalen onderdelen zijn beschermd door een onderhoudsmiddel. Daarom wordt er tijdelijk wat reuk gevormd wan neer het toestel voor het eerst opwarmt.
Die reuk en eventueel ook damp trek ken gauw weg. Deze verschijnselen wij zen niet op een verkeerde aansluiting noch op een defect aan het toestel.
-
-
-
-
10
Bediening
In- en uitschakelen
De braadplaat wordt ingeschakeld door het knopje naar rechts a te draai en, en uitgeschakeld door het knopje naar links b te draaien.
Het knopje kan niet voorbij "12" naar "0" worden gedraaid.
Na het inschakelen branden het werkcontrolelampje c en het tempera tuurcontrolelampje d naast het knopje.
­Het temperatuurcontrolelampje schakelt
"aan en uit" overeenkomstig de op warming van de braadplaat, m.a.w. het controlelampje brandt enkel als de ver warming in werking is.
-
-
-
11
Bediening
Mogelijke instellingen
Kookproces Stand
Warmhouden van bereide levensmiddelen 1 - 2 Stoven van fruit, bijv. stukjes appel, perzikhelften,
stukjes banaan enz. Groenten stoven, bijv. preiringen, champignon-
schijfjes, paprikareepjes, uiringen enz. Behoedzaam braden van vis (gepaneerd, in eiomhulsel) 7 - 9 Vlot na elkaar aanbraden van vlees, vaste vis,
spiegeleieren, pannenkoeken enz. Braden van pannenkoeken, garnalen, maïskolven 11 - 12
De gegevens hierboven zijn richtwaarden. De braadduur hangt af van het soort, de toestand en de dikte van het te braden voedsel.
2 - 4
5 - 7
9 - 11
12
Bediening
Tips om te braden
Veeg voor elk gebruik de braadplaat vochtig af, om stofdeeltjes en an dere resten te verwijderen.
Verwarm de braadplaat op voorhand
gedurende 8-10 minuten. Kies daar voor de temperatuur waarop u ver volgens wilt bakken of braden. Bij de instelniveaus 9 tot 12 kunt u met instelniveau 12 voorverwarmen.
De braadplaat moet vooral bij vlees
heet genoeg zijn. Als de temperatuur te laag is, komt er te veel sap uit het vlees.
– Om op de braadplaat te braden,
moet u maar weinig vet op de braad­plaat doen, bij gemarineerd voedsel heeft u zelfs geen vet nodig. Wan­neer u braadvet gebruikt, doet u dit pas op de braadplaat wanneer het controlelampje van de temperatuur is gedoofd.
Door het te braden voedsel te mari
neren wordt het extra aromatisch. Dep vochtig voedsel droog met
-
keukencrêpe om spatten te ver mijden.
Breng vlees pas na het braden op
-
-
smaak met zout, anders wordt het te droog.
-
-
Gebruik enkel vet of olie die geschikt is voor hoge temperaturen.
13
Reiniging en onderhoud
Gebruik nooit een stoomreiniger om het toestel schoon te maken. De stoom kan op onderdelen van het toestel terechtkomen die onder spanning staan. Zo kan er kortslui ting ontstaan. De stoom kan ook het oppervlak en onderdelen van het toestel beschadigen, wat door de fa brikant niet wordt vergoed.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen die zand, soda, alkali, zuren of chlo ride bevatten. Gebruik ook geen ovensprays, schoonmaakmiddelen voor vaatwassers, staalwol, ruwe sponsjes of harde borstels. Gebruik evenmin sponsjes of andere hulp­middelen waarin nog restjes schuur­middel zitten.
Lees bij gebruik van speciaal reini­gingsmiddel voor roestvrij staal de richtlijnen van de fabrikant.
Reinig het toestel na elk gebruik. Grote hoeveelheden vuil verwijdert u
het best onmiddellijk met een schraper. Laat het toestel afkoelen tot het
-
handlauw is. Doe dan wat warm water met afwasmiddel op de vuile plekken en laat die even inweken. Verwijder het vuil met een schraper en veeg alles
­nadien nog eens met een vochtige doek schoon.
Reinig het toestel daarna grondig met
­enkele druppeltjes reinigingsmiddel
voor roestvrij staal en een schone, vochtige doek.
Wis het toestel daarna vochtig af en wrijf het ten slotte met een zuivere doek droog.
Behandel de braadplaat nooit met een verzorgingsmiddel voor roestvrij staal!
Reinig daarna altijd met zuiver water. Zo voorkomt u dat resten van reini gingsmiddel achterblijven en bij het volgende gebruik in contact kunnen komen met het voedsel.
Droog het toestel na elke vochtige reiniging. Daardoor vermijdt u kalk aanslag.
14
-
-
Reparaties aan elektrische toestellen mogen alleen door vakmensen wor den uitgevoerd. Ondeskundig uitge voerde reparaties leveren ernstig gevaar op voor de gebruiker.
-
Wat gedaan als ...
Wat gedaan als ...
... het toestel na het inschakelen niet
-
heet wordt?
Controleer of de zekering van de huis installatie niet is uitgevallen. Neem eventueel contact op met een elektri cien of met de technische dienst van Miele.
-
-
15
Technische Dienst
Neem bij storingen die u zelf niet kunt verhelpen, contact op met:
uw Miele-handelaar of
de Technische Dienst van Miele.
– Het adres en de telefoonnummers van onze technische dienst
vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing. Wanneer u een beroep doet op de technische dienst, geef dan altijd het
toesteltype en -nummer op. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Kleef hier het bijgeleverde typeplaatje. Let erop dat de typebenaming met de ge gevens op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing overeenstemt.
-
16
Inbouw
Opmerkingen omtrent uw veiligheid tijdens het inbouwen
Om schade aan het toestel te ver mijden, mag u het pas inbouwen na dat de wandkasten en de afzuigkap zijn gemonteerd.
Gefineerde delen van het werkblad
dienen te zijn verwerkt met lijm die tegen hitte (100 °C) bestand is. Anders komt het fineer los of vervormt het. De wandafsluitlijsten dienen tegen hitte bestand te zijn.
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats inbouwt en monteert, bijv. op een schip, laat dit karwei dan enkel uitvoeren door vakmensen. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
De elektrische aansluiting van het
toestel moet zo geplaatst zijn dat ze na inbouw van het toestel nog vlot toegankelijk is voor de klantendienst.
-
-
Zorg ervoor dat de aansluitleiding
van het toestel na de inbouw niet in aanraking komt met de bodemplaat en ook niet mechanisch wordt belast.
Na de inbouw van het toestel moet
verzekerd zijn dat de onderzijde van het toestel niet kan worden aange raakt. Daarom moet een beschermbodem onder het toestel wor den aangebracht (zie rubriek "Beschermbodem").
Neem strikt de veiligheidsaf
standen op de volgende bladzij den in acht.
Gebruik geen middel om de
voegen te dichten tenzij dat uit­drukkelijk wordt gevraagd. De dich­tingsstrook van het toestel zorgt reeds voor voldoende afdichting met het werkblad. Zie rubriek "Dichting".
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm
-
-
-
-
Het toestel mag niet worden inge
bouwd boven koeltoestellen, vaat wassers, wasmachines en droogkasten.
-
-
17
Inbouw
Veilige afstand naar boven toe
Hou tussen het toestel en een afzuig kap erboven de veiligheidsafstand aan die door de fabrikant wordt opgegeven. Is er geen afstand vermeld, bijv. bij een rekje, dan dient deze afstand voor licht ontvlambaar materiaal minstens 760 mm te bedragen.
-
Bij inbouw van verschillende toestellen, bijv. TepanYaki en een elektrisch kook vlak, naast elkaar onder een afzuigkap, neemt u de grootste afstand die ver meld is in de montagehandleiding of gebruiksaanwijzing.
-
-
18
Veilige afstand opzij
Bij inbouw van het toestel mogen er zich aan een van de zijkanten en aan de achterzijde kasten of wanden van gelijk welke hoogte bevinden. Aan de andere zijkant mag er evenwel geen toestel of meubel hoger zijn dan het kookvlak. Zie afbeeldingen.
Inbouw
Hou minstens volgende afstanden in acht:
50 mm rechts of links van de uitspa
ring in het werkblad tot een meubel ernaast, bijv. kolomkast.
– 50 mm van de uitsparing in het werk-
blad tot de achterzijde.
Niet toegestaan!
Zeker aan te bevelen!
-
Niet aan te bevelen!
19
Inbouw
Veilige afstand bij nisbekleding
Tussen de nisbekleding en de uitsparing in het werkblad dient u minstens een af stand van 50 mm aan te houden. Deze afstand is enkel noodzakelijk als het materiaal van de nisbekleding van hout of een andere brandbare stof is gemaakt. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, ke ramische tegels e.d.) kan van deze 50 mm de diktemaat van de nisbekleding wor den afgetrokken. Door hoge temperaturen kan het materiaal worden vernietigd of wijzigingen ondergaan.
-
-
-
a Metselwerk b Nisbekleding c Wandafsluitstrip d Werkblad e Uitsparing in het werkblad f 50 mm minimale afstand
20
Montagetoebehoren
Schakelelement
1 knopje met schaalring voor het schakelelement
4 Spax-schroeven 4 x 15 voor de bevestiging van het schakelelement
2 kapjes voor controlelampjes,
rood en geel 1 symbool voor de "0"-stand
1 boorsjabloon
Dichtingstape
4 bevestigingshoeken
– – 4 inbus-cilinderschroeven M 5 x 30 en moerplaatjes
Inbouw
21
Inbouw
Inbouwafmetingen
74
113
16
174
g
122
f
50
c
82
d
384
b
500
124
ß
d
20
362
514
9
51
a
c
R4ß
040
b
5
51
e
a Inbouwhoogte b Vooraan c Geïntegreerd schakelelement (achter
keukenfront, enkel knopje zichtbaar)
d Verbindingskabel 700 mm lang
22
a
e Aansluitsnoer 1800 mm lang f Plaats waar de elektrische aan
sluiting bij voorkeur wordt aange bracht
g Tussenbodem
-
-
Het werkblad voorbereiden
Maak een uitsparing in het werkblad
^
zoals op de maatschets. Hou rekening met de minimumaf stand van 50 mm tot de achterzijde en tot een zijwand rechts of links. Zie rubriek "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
Bescherm het zaagpatroon bij houten
^
werkbladen met speciale lak, siliconenrubber of giethars om op zwellen door vocht te verhinderen. De gebruikte materialen moeten hitte bestendig zijn.
Inbouw
Mocht bij het inbouwen worden vast gesteld dat de omranding in de
-
-
hoeken niet precies op het werkblad ligt, dan kan de hoek ß R4 met de decoupeerzaag voorzichtig worden bijgewerkt.
-
-
23
Inbouw
Gaten voor het schakelelement boren
Om het schakelelement aan te brengen, moeten met behulp van de bijgeleverde boorsjabloon e volgende gaten in het houten front van het keu kenmeubel worden geboord:
Langs voor
a voor de as van het schakelelement b voor het controlelampje / geel c voor het controlelampje / rood
Langs achter
d voor de bevestiging van het schakel-
element 4 maal aanboren
-
Wegens de luchtvochtigheid kan de nauwkeurigheid van de boorsja bloon iets afwijken. Controleer de maten voor u de gaten boort.
Bij een werkblad van 40 mm dikte plaatst u de boorsjabloon e tegen de aanslag aan de onderkant (zie afbeel ding). De afstand tussen de onderkant van het werkblad en het houten paneel van het keukenmeubel moet 5 mm bedra gen.
-
-
-
24
Schakelelement bevestigen
Inbouw
^ Plaats de roestvrijstalen plaat met het
oppervlak omlaag naast de uitsparin­g op de werkplaat.
Let erop dat de roestvrijstalen plaat en het werkblad niet beschadigd ra­ken.
^ Steek het schakelelement met de as
en de controlelampjes langs de bin­nenzijde van de kast door de voor­ziene gaten. Bevestig het schakelele­ment met de bijgeleverde schroeven a.
25
Inbouw
Het toestel monteren
Let er bij het plaatsen van het toestel op dat er geen kabels vastgeklemd of beschadigd raken.
Kleef de bijgeleverde dichtingstape
^
a na het verwijderen van de be schermfolie b langs onder op de rand van de roestvrijstalen plaat (zie afbeelding).
Bevestig het toestel met de bijgele
^
verde bevestigingshoeken c (zie af beelding).
-
Snij eventueel uitstekende resten van
^
de dichtingstape af met een scherp mes.
-
-
^
Voer het snoer van het toestel naar onderen door de uitsparing in het werkblad.
^
Plaats het toestel in de voorziene uit sparing.
^
Steek de stekker in het stopcontact (AC 230 V / 50 Hz).
26
-
Inbouw
Kapjes van de controlelampjes en het knopje aanbrengen
Steek het knopje c met de "0" omhoog op de as van het schakelelement.
^
Kleef het symbool voor de nulstand d van het knopje in het midden tussen de
^
boorgaten van de controlelampjes op het keukenmeubelfront.
De ondergrond waarop het symbool voor de nulstand d wordt aangebracht, moet schoon, vetvrij en droog zijn.
Steek het gele kapje a in het linker gat en het rode kapje b in het rechtergat.
^
27
Inbouw
Beschermbodem
Na de inbouw van het toestel moet verzekerd zijn dat de onderzijde van het toestel niet kan worden aangeraakt.
Daarom moet onmiddellijk onder het schakelelement een beschermbodem worden aangebracht.
Tussen de bodem en de achterwand moet een luchtspleet van 10 mm wor­den aangehouden.
Dichting
Gebruik, tenzij dat uitdrukkelijk zo op­gegeven wordt, geen dichtingskit voor voegen. De dichtingsstrook onder de rand van het bovenste deel van het toe­stel zorgt reeds voor voldoende afdich­ting met het werkblad.
Er mag in geen geval dichtingskit te­recht komen tussen enerzijds de omranding van het bovenste deel van het toestel en anderzijds het werkblad! Anders wordt het moeilijker om het toestel bij onderhouds- en reparatiewerken te demonteren. De omranding en het werkblad kunnen dan schade oplopen.
28
Het is aan te bevelen het toestel via een stekker aan te sluiten op het elektrici teitsnet. Daardoor worden onderhouds­en reparatiewerken eenvoudiger. Zorg ervoor dat het stopcontact na de inbouw van het toestel nog vlot toegan kelijk blijft.
Als de aansluiting niet via een stopcon tact gebeurt, dient u de aansluiting te laten uitvoeren door een elektricien die goed op de hoogte is van de nationale voorschriften en aanvullende voor schriften van het lokale energiebedrijf en deze voorschriften nauwkeurig op volgt.
-
-
-
Elektrische aansluiting
De fabrikant wijst erop dat hij geen aansprakelijkheid aanvaardt voor (on)rechtstreekse schade die voortvloeit uit een ondeskundige in bouw of verkeerde aansluiting.
-
De fabrikant is niet aansprakelijk
­voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er zijn elek trische schokken mogelijk.
Na de montage moet de aarding ge controleerd worden!
-
-
-
Is het stopcontact voor de gebruiker niet meer toegankelijk of is er een vaste aansluiting voorzien, dan moet die voor elke fase met een stroomonderbre­ker uitgerust zijn. Als stroomonderbre­kers kunnen schakelaars worden ge­bruikt met een contactopening van min­stens 3 mm. Bijvoorbeeld automatische uitschakelaars, zekeringen en contact­sluiters.
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje. De informatie moet overeenkomen met de gegevens van het net.
Totaalvermogen
zie typeplaatje
Aansluiting en beveiliging
AC 230 V / 50 Hz Overstroombeveiliging 10 A Onderbrekingskarakteristiek type B of C
Verliesstroomschakelaar
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen. Bij een beveiliging ß 100 mA kan het voorvallen dat de veiligheidsschakelaar na een langere periode van niet-gebruik in werking treedt.
-
29
Elektrische aansluiting
Van het net loskoppelen
Als het stroomcircuit van het toestel van het net dient losgekoppeld te worden, gaat u afhankelijk van de installatie als volgt te werk:
Smeltzekeringen
De inzetstukken helemaal uit de schroefkappen nemen. of:
Automatische schroefzekeringen
De testknop (rood) indrukken tot de middelste knop (zwart) terugspringt.
of:
Automatische zekering
(inbouwtype)
(Beveiligingsschakelaar voor stroomleidingen, min. type B of C!): Hendel van 1 (aan) op 0 (uit) zetten.
of:
FI-veiligheidsschakelaar
(verliesstroomschakelaar) De hoofdschakelaar van 1 (aan) op 0 (uit) schakelen of de proeftoets be­dienen.
Vervangen van de aansluitleiding
Het snoer mag enkel worden vervan gen door de fabrikant van het toestel, een door hem erkende klantendienst of een elektricien. Daarbij moet een aan sluitleiding van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) met geschikte diameter worden gebruikt. De vereiste aansluit gegevens vindt u op het typeplaatje.
-
-
-
Het net moet na het loskoppelen be veiligd worden tegen opnieuw in schakelen.
30
-
-
31
Wijzigingen voorbehouden / 3206
M.-Nr. 06 760 390 / 01
nl-BE
Loading...