Line 6 LOW DOWN User Manual [de]

Pilotenhandboek
40-00-0300 Electrophonic Limited Edition available @ www.line6.com Rev F
Alle in deze handleiding vermelde product­namen zijn handelsmerken van de betref­fende eigenaars, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. Deze namen worden alleen gebruikt om duidelijk te maken welke producten door Line 6 werden bestudeerd en waar de gemodelleerde geluiden op gebaseerd zijn.
Lees de volgende belangrijke veiligheidsinstructies door.
Bewaar deze instructies op een veilige plaats op.
• Lees alle instructies aandachtig door.
• Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
• Volg alle waarschuwingen op.
• Voer alle instructies uit zoals ze er staan.
• Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water.
• Maak het product alleen schoon met een droge doek.
• Blokkeer nooit de ventilatieopeningen. Stel het product alleen overeenkomstig de instructies van de fabrikant op.
• Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals stoven, ovens, radiatoren of andere apparaten die veel warmte genereren.
• Probeer nooit het veiligheidssysteem van een gepolariseerde stekker te omzeilen. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen waarvan de ene wat breder is dan de andere. Als er ook een aarding op zit, is er nog een derde pen. De brede of derde pen is er voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet je het door een vakman laten vervangen.
• Zorg dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Dat is met name in de buurt van het stopcontact gevaarlijk, maar kan er ook op het apparaat voor zorgen dat de aders breken.
• Gebruik alleen de uitdrukkelijk door de fabrikant aanbevolen opties en uitbreidingen.
• Gebruik alleen karretjes, stands, statieven, houders enz. die door de fabrikant uitdrukkelijk worden aanbevolen of bij dit product worden geleverd. Als je het product op een wagen zet, voorkom dan dat hij kan kantelen, omdat dit ernstige verwondingen kan veroorzaken.
• Verbreek, tijdens een onweer, of als je het product langere tijd niet wilt gebruiken, de aansluiting op het lichtnet.
• Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer beschadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in het inwendige terecht zijn gekomen, moet je het product onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met een erkende herstellingsdienst.
• Stel dit apparaat nooit bloot aan water of vochtigheid. Zet er geen glazen, flessen met drank, vazen enz. op of naast.
• WAARSCHUWING: Om het risico op brand of elektrocutie te voorkomen mag je dit apparaat nooit blootstellen aan vochtigheid of regen.
• De netschakelaar dient voor het afkoppelen van dit product van het net en moet dus altijd naar behoren werken.
• Het luisteren op een pittig volume kan leiden tot gehoorverlies – en zoiets is onomkeerbaar. Zet het volume dus nooit overdreven hard.
• Let erop dat je, alvorens de versterker aan te zetten, een speaker of een voldoende grote last op de juiste speakeruitgang aansluit.
• In de volgende gevallen moet het product door een erkende herstellingsdienst nagekeken worden:
• als het netsnoer of de stekker beschadigd is.
• als er vloeistoffen of andere voorwerpen in het inwendige terechtgekomen zijn.
• als dit product in de regen heeft gestaan of nat is geworden.
• als het product gevallen of de ombouw beschadigd is.
• als het product niet meer naar behoren lijkt te werken.
Line 6, LowDown, POD, A.I.R, Floorboard, FBV, FBV Shortboard, FBV4 en FBV2 zijn handelsmerken van Line 6, Inc. Alle andere productnamen, handelsmerken en namen van artiesten zijn eigendom van de betreffende bedrijven en personen, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, afbeeldingen en artiestennamen worden alleen gehanteerd als verwijzing naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen in dit product bestudeerd heeft. Het gebruik van productnamen, handelsmerken, afbeeldingen en namen van artiesten impliceert geen medewerking of ondersteuning.
Wichtige Sicherheitshinweise
WAARSCHUWING: Om het risico op elektrische schokken te voorkomen nooit de front- of achterplaat verwijderen. Dit apparaat
bevat geen onderdelen die je mag herstellen. LAAT ALLE ONDERHOUDSWERKEN OVER AAN EEN ERKENDE HERSTELLINGSDIENST.
WAARSCHUWING: Om het risico op brand of elektrocutie te voorkomen mag je dit apparaat
nooit blootstellen aan vochtigheid of regen.
VOORZICHTIG: Dit product werd uitvoerig getest. Daarbij is gebleken dat het, volgens “Part 15” van de Amerikaanse FCC Rules, beantwoordt aan de vereisten voor “Class B”-apparaten. Meer bepaald moet het product aan de volgende eisen voldoen: (1) Het mag geen schadelijke interferenties veroorzaken en (2) het moet bestand zijn tegen eventueel ontvangen interferenties die de werking van het product op een onvoorspelbare manier zouden kunnen beïnvloeden.
Het uitroepteken in een driehoek betekent “voorzichtig”. Lees alle met dit symbool gemerkte dingen aandachtig door.
De bliksemschicht in een driehoek slaat op elektrische waarschuwingen. Meer bepaald maakt het symbool je attent op de aanwezigheid van instructies i.v.m. het voltage en mogelijke elektrocutie.
Low Down Pilot’s Guide © 2008, Line 6, Inc.
Dit symbool in een driehoek wijst op hete oppervlakken. Het bevindt zich meestal in de buurt van onderdelen die je tijdens het gebruik niet mag aanraken.
9
10
1
2
1. Passive & Active Input - Sluit je instrument eerst op de PASSIVE INPUT aan. Als de ingangstrap dan overstuurt, moet je de ACTIVE INPUT gebruiken. De TUNER/CLIP-knop (zie 11) licht op, wanneer de ingangstrap overstuurt. (Een “passief” instrument bevat noch een voorversterker, noch een batterij. Een “actieve” bas bevat wél een voorversterker en dus ook een batterij.)
2. Amp Models - Met deze regelaar kies je één van de 5 versterkermodellen of activeer je de bassynthesizer. De overige regelaars van de LowDown worden dan automatisch zo ingesteld dat je meteen met de juiste sound kunt beginnen!
3. Drive - Deze regelaar komt overeen met de volume- of gainregelaar op andere versterkers: hiermee bepaal je de hoeveelheid “scheur”.
4. Tone Controls – De precieze werking van BASS, LOW MID, HI MID en TREBLE verschilt naar gelang het gekozen versterkermodel.
3
4
5. Channel Volume - Met deze regelaar zorg je dat de in de LowDown opgeslagen sounds (zie 10) ongeveer hetzelfde volume hebben. Zet hem aanvankelijk op “2 uur” en stel de toonregelaars en DRIVE naar smaak in. Vervolgens kun je het volume van je sound in functie van overige opgeslagen sounds met CHAN VOL bijregelen.
6. Opto Comp - Draai deze regelaar naar rechts om de dynamiek te verminderen (het signaal sterker te comprimeren). Houd de THRESHOLD-indicator in de gaten en stel de regelaar zo in dat het lampje pas bij je typische speelintensiteit oplicht.
7. Smart FX - Hiermee kun je vliegensvlug het gewenste effectgeluid instellen: je kiest er het “Envelope Filter”-, “Octaver”- of “Chorus”-effect mee. Verder bepaal je er de effectintensiteit mee – van subtiel tot druipnat. De indicator van het gekozen effect licht op.
11
5 6 7 8
14
12
15
13
17
16
8. Master - Het weergavevolume heeft geen enkele invloed op het geluid als dusdanig en kan dus naar keuze worden ingesteld.
9. Deep - Met DEEP activeer je een speciale EQ, die je sound nóg vetter maakt.
10. Channel Memories - Bij levering bevatten de vier geheugens al ijzersterke sounds. Je kunt er echter ook je eigen instellingen naar wegschrijven.
11. Tuner/Clip-knop - Hiermee schakel je de ingebouwde tuner in. (De AMP MODEL-indicators geven aan welke noot je net aan het stemmen bent.)
OPMERKING: De volgende bedieningsorganen bevinden zich aan de achterkant van bepaalde modellen.
12. XLR Direct Out - Stuurt een perfect voorbereid
signaal (met speakersimulatie) naar de PA-man enz. Met de schakelaar links kun je de massa afkoppelen.
13. Mute Horn - (enkel op de LD175, LD300 Pro en LD400 Pro) Hiermee kun je de hoorn uitschakelen, als je niet zo gek bent op hoge tonen.
14. CD/MP3 - Hierop kun je een signaalbron naar keuze aansluiten, die dan eveneens via de luidspreker van de LowDown of in de hoofdtelefoon wordt weergegeven. Handig voor het instuderen van nieuwe licks of het gebruik van een drumcomputer… Het volume van de signaalbron moet je met diens regelaar instellen.
15. FBV Pedal - Hierop kun je een FBV Shortboard, FBV Express of FBV2 pedaaleenheid aansluiten, wat verschillende voordelen heeft. Zie “Stampen met de voetjes” voor meer details.
16. Phones - Hier kun je een hoofdtelefoon aansluiten, die hetzelfde signaal weergeeft als de luidspreker van de LowDown. Je hoort m.a.w. je bas en de op CD/MP3 aangesloten bron.
17. Power - Aan of uit. Je hoort meer, wanneer je de versterker inschakelt.
Bijkomende uitgangen op de HD400, LD400 Pro & HD750.
PRE OUT
UNBALANCED
18
EXTENSION
SPEAKER
OUTPUT
MINIMUM 8 OHM LOAD
19
18. Preamp Out - Verbind deze connector met een externe basversterker of eindtrap. Het betreffende signaal bevat geen microfoonsimulatie. (alleen HD400 & HD750)
19. Extension Speaker Output (alleen LD400Pro)
Op de Extension Speaker Output-connector mag je alleen een 8-speaker aansluiten.
20. Speaker Outs (alleen HD400 & HD750) -
Voor de monoweergave mag je alleen een 4-speaker gebruiken. Omgekeerd moet je er bij gebruik van twee speakers op letten dat het 8-uitvoeringen zijn. Waarschuwing! Sluit nooit twee 4-speakers op de HD400 of HD750 aan, omdat je de versterker daarmee beschadigt.
PARALLEL SPEAKER OUTPUTS
MINIMUM 4 OHM OUTPUT AT 400 WATTS
CONNECT
8 Ohm pair
20
OR
4 Ohm single
ONLY
Gebruik van de Neutrik Speakon-uitgangen
De LD400 Pro, HD400 en HD750 zijn voorzien van Neutrik Speakon NL4-connectors met een schroefklem. Die worden in de plaats van asymmetrische 1/4”­speakeruitgangen gebruikt en zorgen voor een betrouwbare verbinding met professionele basgitaar­speakers, zoals de LowDown 410 van Line 6.
De bedrading van de pennen 1+ en 1- is afgestemd op het gebruik van een Speakon–Speakon-kabel, maar je kunt er ook een Speakon–1/4”-verloopstuk op aan­sluiten.
Waarschuwing! Als je een Speakon–1/4”-adapter moet gebruiken, schakel je de versterker het best uit alvorens zijn uitgangen op gewone 1/4”-speakeringangen aan te sluiten om elektrocutie te voorkomen.
Waarschuwing! Sluit nooit een Speakon-kabel van het “BRIDGE MODE”-type op de HD400 of HD750 aan om schade aan de versterker te voorkomen.
Dames en heren… de LowDown
Bedankt voor je keuze van een LowDown van Line 6! Fijn dat je nu (opnieuw) deel uitmaakt van de Line 6­familie. Samen met een aantal bekende bassisten en ingenieurs hebben we de populairste basverster­kersounds voor je klaargestoomd. De LowDown put zijn inspiratie uit klassieke rockversterkers, zoals de Ampeg® SVT®, Ampeg® B-15 of de Marshall® Super Bass. Die zijn zó kordaat dat je meteen een heel apart gevoel van binnen krijgt. Ze vormen nog steeds het standaardgereedschap van elke rechtgeaarde
De LowDown is het resultaat van heel wat zwoegwerk. Hij is immers de eerste combo c.q. top, die klinkt als een stadionmonster en toch betaalbaar blijft. We hebben de beste versterkers ontleed, bestudeerd en met behulp van onze modeling in je combo gepropt. Knallende funksounds, klassieke rock’n’roll die overal ter wereld populair is – de LowDown van Line 6 kan gewoon alles. Je kunt je zoektocht naar de perfecte amp dus staken, omdat je over een oerdegelijke
versterker beschikt! professionele bassist. Helaas zijn ze ook loodzwaar en hebben ze een nefaste invloed op je budget. Precies daarom kiezen veel bassisten dan toch maar voor een combo’tje, zelfs al heeft dat een erg alledaagse sound. Het was dus de hoogste tijd voor een alternatief.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden alleen gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft. AMPEG® is een handelsmerk van St. Louis Music, Inc. MARSHALL is een handelsmerk van Marshall Amplification Plc.
Wijze raad…
Ziehier een aantal tips om te zorgen dat je LowDown de eerstkomende jaren perfect blijft functioneren. Voor de opstelling van de amp moet je het volgende in de gaten houden:
• Hoe dichter je de versterker bij een muur of een hoek van de kamer zet, des te beter komen de lage frequenties tot hun recht. (Als je de sound nogal “boomy” vindt, moet je de versterker dus ergens anders zetten!)
• Wat op het podium te gek klinkt, kan in de zaal erg beroerd overkomen. Daarom moet je, nadat je de gewenste sound ingesteld hebt, 7 meter van je amp vandaan gaan staan (als de signaalkabel dit tenminste toelaat) en wat spelen. Probeer vervolgens een compromis te vinden tussen wat jij wilt horen en wat in de zaal “werkt”. Dan is iedereen namelijk gelukkig!
• Als je een LowDown 150 met een 12”-luidspreker
in monitorbehuizing gekocht hebt, moet je goed in de
gaten houden dat de sound verandert, wanneer je de
amp kantelt. Wanneer je hem als monitor gebruikt,
verlies je weliswaar wat laag, maar beschik je wel over
een betere definitie en meer volume. Dat is handig
voor kleine clubs, in kerken e.d. Tijdens repetities in
de garage of in een iets grotere gelegenheid zet je de
versterker echter het best recht om te zorgen dat je
overal goed te horen bent.
Over de versterkermodellen
De LowDown is voor bassisten wat olieverf voor een kunstschilder is – hiermee geef je kleur aan je muziek. Wanneer je één van de beschikbare modellen kiest, worden de toonregeling en de overige functies automatisch optimaal ingesteld. Ben je het daar niet mee eens, dan kun je de nodige wijzigingen doorvoeren en die op de versterker of met een optionele FBV­pedalenbak opslaan.
Een paar tips
De respons van de toonregelaars staat steeds in functie van het gekozen model. Tenslotte is dat op het gemodelleerde origineel ook zo. Zo verschilt de werking van de TREBLE-regelaar bv. aanzienlijk naar gelang het model. Daarom kies je best eerst altijd het versterkermodel. Zet de toonregeling op “12 uur” en DRIVE op de minimumwaarde. Daarna kun je dan de nodige wijzigingen aanbrengen. Wil je meer laag, dan moet je je eerst afvragen of dat van het wollige type moet zijn of eerder voor meer punch moet zorgen. In functie daarvan regel je dan BASS of LOW MID bij. Soms bereik je met wat meer lage middentonen een goede basrespons en meer punch. Dito voor de hoge frequenties – wil je een betere definitie of een percussieve attack? De definitie kun je vaak met HI MID verbeteren en op die manier voor­komen dat de aanslag echt begint te kletsen.
Drive
Met deze regelaar kun je de voorversterker oversturen en zorgen dat het geluid begint te scheuren. Draai hem helemaal naar links voor een “cleane” sound. Hoe verder je hem naar rechts draait, hoe meer het geluid begint te vervormen. Kies zelf maar.
Toonregelaars
De precieze werking van BASS, LOW MID, HI MID en TREBLE verschilt naar gelang het gekozen versterkermodel. Met deze regelaars kun je het geluid naar smaak bijkleuren en de sound van je leven instellen.
Opto Comp - Met deze regelaar stel je de niveaudrempel van de compressor in. Hoe verder je hem naar rechts draait, hoe sterker het signaal gecomprimeerd wordt. Dat zorgt voor een compacter (gelijkvormiger) niveau. Draai hem helemaal naar links om de compressor uit te schakelen. Door de regelaar naar rechts te draaien verlaag je de drempel (“Threshold”), zodat ook betrekkelijk lage niveaus al gecomprimeerd worden. De indicator links van deze regelaar licht op, wanneer de compressor het signaalniveau met –5db afzwakt. Dat vormt altijd een goed uitgangspunt.
De versterkermodellen
Clean
Dit model heeft alles te maken met funk en fusion, wat dus gepaard gaat met een “cleane” bas. Veel warmte in het laag en voldoende punch in het hoog. Dit geluid is gebaseerd op onze studie van een Eden Traveler.
R & B
Dit versterkermodel is een emulatie van de “cleane” en vette basgeluiden die eind de jaren 1960, begin de jaren ‘70 in trek waren. Deze sound hoor je op tal van Motown-platen. De meeste van die nummers werden door ene James Jamerson ingespeeld. Dit model berust op onze analyse van een B-15 Flip Top uit 1968.
Rock
Dit geluid is gebaseerd op onze studie van een Ampeg SVT uit 1974. Dat werkpaard is op tal van opnamen te horen en nog steeds op de grootste concertpodia te zien. En vanaf heden zit dit 150kg zware monster (8x10” speaker met top) gewoon in een flexibele, betrouwbare en compacte top of combo!
Brit
Marshall Super Bass van ‘68 Meer hoeven we niet te
zeggen. De Super Bass heeft dat licht vervormde
basgeluid waar de Britse rockpioniers (bv. The Cream
en The Who) eind de jaren 1960 evenals de bombasten
van Yes en Rush in de jaren ‘70 dol op waren.
Grind
De naam maakt al duidelijk dat dit model voor muziek
à la Alice in Chains, Mudvayne en Rage against the
Machine bedoeld is. Dit model berust op een vervormde
SansAmp PSA-1, die we op een SVT hebben aange-
sloten en waar we het cleane basgeluid dan nog eens
hebben bijgemixt. Dit is pas bikkelhard.
Synth
Ken je de ‘Gap Band’ of de ‘Dazz Band’? Of misschien
Marilyn Manson, of NIN? Die gebruiken allemaal een
bassynthesizer. Vanaf heden kun jij dat ook – en nog
wel met de vette geluiden van de jaren ‘70. Verderop
bespreken we de regelaarfuncties van deze synthesizer.
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden alleen gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft. AMPEG® en Sansamp® zijn handelsmerken van St. Louis Music, Inc. MARSHALL is een handelsmerk van Marshall Amplification Plc.
Over de synthesizer
Wanneer je het Synth-model kiest, fungeren de regelaars op het frontpaneel als bedieningsorganen van je analoge bassynthesizer. Ziehier hoe het allemaal werkt:
Drive
Voegt vervorming achter het filter toe. Vanaf “10 uur” begint het geluid te scheuren.
Golfvorm (Opto Comp)
Met deze regelaar kun je kiezen uit een groot aantal
golfvormen:
Cutoff (Bass)
Filterfrequentie (“cutoff”). Rond de “10 uur”-instelling wordt de synthesizer lekker rond.
Resonance (Low Mid)
Door deze regelaar naar rechts te draaien voorzie je de sound van een SciFi-tintje.
Envelope (High Mid)
Envelope-intensiteit van het filter. De filterenvelope wordt bij elke gespeelde noot opnieuw gestart. Met de envelope bepaal je hoe ver de filterfrequentie tijdens het spelen op en neer gaat.
Attack/Decay (Treble)
Snelheid van de filterenvelope. Hiermee bepaal je hoe snel de filterenvelope op je noten reageert. Zet de regelaar op “9 uur” voor dat typische bassynthesizer­geluid.
OPTO COMP
WAVEFORM
De golfvormen zijn in 2 groepen onderverdeeld. Groep
1 gaat van zaagtand tot driehoek. Groep 2 bestrijkt
het gebied tussen een blokgolf en pulsmodulatie (die
stevig kan pulseren). Rond “9 uur” heb je een heerlijk
vette sound te pakken.
Deep
Hiermee voorzie je de synthesizer van een driehoeksgolf
die één octaaf lager is gestemd.
Opmerking: Met de effecten van de LowDown kun
je nóg meer variatie in je bassynthesizergeluid brengen.
Het loont echt de moeite om daar wat mee te
experimenteren!
Smart FX:
Met de Smart FX-regelaar heb je toegang tot de populairste baseffecten aller tijden:
Envelope filter
Dit model werd geïnspireerd door een Electro­Harmonix Q-Tron – en dat is het gaafste envelopefilter ter wereld. De sound heb je al vaak gehoord bij P­Funk en de Red Hot Chili Peppers. Een envelopefilter is een WahWah-effect dat via de aanslag van de noten wordt gestuurd (dus niet met de voet).
Octaver
Dit model van een EBS OctaBass voorziet de gespeelde noten van een kopie die één octaaf lager staat gestemd. Het geluid heeft navenant meer “buik”.
Chorus
Dit model van de immens populaire T.C. Electronic®
Chorus is net zo transparant, fluweelzacht en expressief
als het origineel. Het effect heeft geen nadelige invloed
op de laagweergave. Fretless-bassen worden hiermee
onweerstaanbaar.
Voor elk van deze effecten kun je traploos kiezen tussen
een “vleugje” en een “erg effectief” geluid. Wanneer
je aan deze regelaar draait, stelt de LowDown
automatisch verschillende parameters in en zorgt hij
op die manier voor een gelikte sound zonder enige
instellingsmoeite. (Tenslotte wil jij vooral spelen,
nietwaar?)
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden alleen gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft. T.C. Electronic® is een geregistreerd handelsmerk van T.C. Electronic A/S Corp. EBS® is een geregistreerd handelsmerk van EBS. ELECTRO-HARMONIX® is een handelsmerk van New Sensor Corp.
Channel Memories:
VOORZICHTIG! Door op één van deze knoppen te drukken pleeg je een zware aanslag op je sounds. Geintje. Hiermee selecteer je de vier voorge­programmeerde sounds. Als die niet naar je gading zijn, kun je de geheugens met eigen instellingen overschrijven. Indien nodig, kun je de fabrieksklanken later weer laden. Je mag ze dus in eerste instantie gerust overschrijven.
Instellingen opslaan
Om eigen “snapshots” van alle regelaars (met uitzondering van MASTER) op te slaan, moet je één van deze knoppen minstens twee seconden ingedrukt houden. Zodra de instellingen opgeslagen zijn, knippert de indicator twee keer. Om de instellingen van één geheugen naar een ander te kopiëren moet je het gewenste geheugen selecteren en dan de knop van de bestemming zo lang ingedrukt houden tot zijn indicator twee keer oplicht. En dat is nog steeds niet alles: Als je niet toekomt met vier geheugens, kun je een FBV Shortboard aansluiten. Daarmee heb je namelijk toegang tot 36 presets – die je ook weer kunt over­schrijven.
Manual-mode: Je ziet wat je hoort (en vice versa)
Druk op A, B, C of D om één van de 4 geheugens te laden. Druk de betreffende knop daarna opnieuw in
(zijn indicator dooft) om naar de Manual-mode te gaan. Zolang geen enkele geheugenknop (CHANNEL MEMORIES) oplicht, is de Manual-mode actief. Bij gebruik van de LowDown in de Manual-mode komen de instellingen van de regelaars altijd precies overeen met de sound die je hoort. Dat ken je al van je vorige versterker.
Tuner-mode
Druk op de TUNER-knop om de stemfunctie in te schakelen. Het volume wordt dan op “0” gezet. Druk op eender welke andere knop om de tunermode weer te verlaten. De Amp Model-indicators slaan op de volgende bassnaren:
Clean= B-snaar R & B= E-snaar Rock= A-snaar Brit= D-snaar Grind= G-snaar Synth= C-snaar
De CHANNEL MEMORIES-indicators tonen je hoe goed de aangeslagen snaar gestemd is. Als hij helemaal juist gestemd is, lichten [B] en [C] in het GROEN op. Wanneer de [A]- of [B]-indicator in het GEEL oplicht, staat de snaar te laag. Als de [C]- of [D]-indicator GEEL oplicht, staat de snaar te hoog.
XLR Direct Output
Ziehier een directuitgang die je op de studio- of PA­mengtafel kunt aansluiten. De uitgestuurde signalen worden voorzien van onze unieke A.I.R.-bewerking, die aan de basis ligt van het overweldigende succes van Line 6-producten zoals de POD (dé referentie voor opnamen direct in de tafel). Het volume stel je in met CHAN VOL. Bovendien is er een schakelaar waarmee je de massa kunt afkoppelen, indien je bassignaal in de PA te kampen heeft met brom. De soundmensen van Line 6 hebben kosten noch moeite gespaard om je het beste van het beste te geven. Er zijn nogal wat geluidstechniekers die het liefst van al met een DI­box werken waarop jij de bas aansluit. Hoewel dit de dagdagelijkse praktijk is, zou je eens aan de technieker moeten vragen om deze uitgang uit te proberen. We zijn ervan overtuigd dat hij de sound mét speakerbewerking óók veel beter zal vinden!
Belangrijk
Vaak geeft de directe uitgang tijdens het in- en uitschakelen van de versterker een luide plof weer. Het verdient dan ook aanbeveling om hem pas na inschakelen van de LowDown aan te sluiten/af te koppelen c.q. externe apparaat uit te schakelen alvorens de versterker in/uit te schakelen.
Mute Horn
Hiermee schakel je de hoorn van de LD175, LD300
Pro of LD400 Pro uit. Misschien vraag je je nu af waar
dat goed voor is. De bewuste hoorn ligt aan de basis
van de twee bassistenkampen. De ene school verkondigt
dat de klassieke rockbas vooral een lange sustain en
een vleugje vervorming moet hebben. Als je voor
zoiets een hoorn gebruikt, dan klinkt het geheel
goedkoop, omdat het geluid begint te sissen. Dus heb
je geen boodschap aan een hoorn. De tweede school
wordt vertegenwoordigd door de jazz/funk/fusion/metal-
bassisten (dus eigenlijk de rest). Die vinden de hoorn
net wel leuk, omdat hij de attack in de verf zet en
gewoon bij de R&B en de slaptechniek hoort. TIP:
De LowDown “weet” hoe jij de hoorn ingesteld hebt
en zal hem voor het “Brit”- en “Rock”-model dus niet
activeren, ook al staat de schakelaar in de “aan”-stand.
CD/MP3
Hierop kun je een CD- of MP3-speler c.q. een
drumcomputer e.d. aansluiten. De LowDown stuurt
het geluid ervan naar de luidspreker en de
hoofdtelefoonaansluiting. Handig om in stilte te
jammen! Het niveau van het externe apparaat moet
je met diens volumeregelaar instellen.
Phones
Hier kun je een stereo-hoofdtelefoon aansluiten en dus in alle (uiterlijke) rust bassen of met je favoriete CD jammen. Door een hoofdtelefoon aan te sluiten schakel je de luidspreker uit.
Alle fabrieksinstellingen laden
Indien nodig, kun je opnieuw de 36 voorgeprogram­meerde sounds laden door CHAN A ingedrukt te houden, terwijl je de LowDown inschakelt. WAARSCHUWING: Hiermee overschrijf je alle eigen sounds die je misschien al geprogrammeerd hebt. Stel je dus de vraag: “Wil je dat echt?” Als het beves­tigende antwoord meteen komt, mag je je gang gaan.
Stampen met de voetjes
Het FBV Shortboard biedt alle bedieningsorganen voor een nóg vlotter gebruik van de LowDown. Verder zijn er een FBV Express met een Wah-/volumepedaal en voetschakelaars voor de geheugenkeuze, en een FBV2 voor het selecteren van geheugens. Onthoud echter dat je noch een Floor Board, noch een FB4 pedalenbak met de LowDown kunt gebruiken.
Een FBV wordt met een RJ-45-aansluitkabel geleverd.
Verbind die kabel met de connector op de LowDown
en aan de zijkant van je FBV. Als de kabel ooit stuk
gaat, kun je een Cat-5, 10 Base-T (alias RJ-45) kabel
met mannelijke stekkers gebruiken, die je bv. in een
computerzaak vindt.
OPMERKING: Gebruik nooit een “gekruiste” CAT-
5-kabel, omdat die de foute componenten van de FBV-
pedalenbak onder stroom zet. En die gaat dan finaal
stuk.
FBV2
1. Biedt twee voetschakelaars voor het doorlopen van
de geheugens. Daarmee heb je toegang tot de 4
geheugens (A, B, C & D) die je ook via het frontpaneel
van de LowDown kunt kiezen.
FBV Express
1. A, B, C & D: Hiermee kun je een geheugen kiezen. Manual-mode: Houd de oplichtende voetschakelaar ingedrukt.
2. FBV-pedaal: Trap dit expressiepedaal helemaal in om de instelling van de teenschakelaar te wijzigen. Zodoende kies je afwisselend Volume en Wah. Het Wah-effect is een model van de Tycobrahe ParaPedal. Hiermee kun je gewoon wahwah’en of hem in een bepaalde positie “parkeren” om met het betreffende gefilterde geluid te werken.
3. Wah- en Volume-indicators: Deze indicators geven aan of het pedaal als wah-, dan wel als volumepedaal fungeert.
Werken met de tuner van de FBV Express
Te laag Te hoogOK
…tot het display er als volgt uitziet:
Ingedrukt houden…
Klaar met stemmen? Trap dan een voet­schakelaar (A, B, C of D) in
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden alleen gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Noot Mol
FBV Shortboard
1. A, B, C & D: Hiermee kun je de 4 geheugens kiezen
2. Bank Up - Bank Down: Een FBV Shortboard
biedt 9 banken à 4 geheugens. Bank 1 bevat de 4 geheugens die je via de geheugenknoppen (A, B, C en D) van de LowDown kunt selecteren, als er geen FBV op de versterker is aangesloten. Omgekeerd kun je de knoppen A, B, C en D van de LowDown gebruiken voor het kiezen van de 4 geheugens binnen de laatste bank, die je met het Shortboard geselecteerd hebt.
3. Stomp/Mod/Delay/Reverb: Juist ja! Hiermee schakel je de effecten van de LowDown in en uit. Dat werkt dus zoals aparte effectpedaaltjes.
Met STOMP schakel je de Smart FX in en uit. Met MOD schakel je de compressor in en uit. Met DELAY schakel je de DEEP-functie in en uit.
REVERB heeft geen enkele functie en is dus louter voor de show bedoeld.
4. Tap/Tuner: Omdat de LowDown geen delay bevat, kun je hiermee alleen de tuner in- en uitschakelen. Houd deze voetschakelaar zo lang ingedrukt tot de tunerpagina in het display van de pedalenbak verschijnt. Trap hem opnieuw in om de tunerpagina weer te verlaten.
5. Wah- en Volume-indicators: Deze indicators geven aan of het pedaal als wah-, dan wel als volume­pedaal fungeert. Opmerking: Trap het pedaal helemaal in om de instelling van de teenschakelaar te wijzigen. Zodoende wijs je de WahWah- of volumefunctie toe aan het pedaal. Als je een optioneel expressiepedaal op de 1/4”­connector aansluit, doet het ingebouwde pedaal alleen nog dienst als WahWah-pedaal. Met de teenschakelaar kun je de Wah-functie dan afwisselend in- en uitschakelen.
6. External Pedal-connector: Op de 1/4”-connector achterop het Shortboard kun je een optioneel expressiepedaal (bv. een EX-1 van Line 6) aansluiten. Dat doet dan dienst als volumepedaal.
7. FBV-pedaal: Trap dit expressiepedaal helemaal in om de instelling van de teenschakelaar te wijzigen. Zodoende kies je afwisselend Volume en Wah. Het
Alle productnamen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaars, die op geen enkele manier aan Line 6 verbonden zijn. De productnamen, omschrijvingen en foto’s worden alleen gehanteerd als verwijzingen naar de producten wier geluiden Line 6 tijdens de ontwikkeling van de modellen bestudeerd heeft.
Wah-effect is een model van de Tycobrahe ParaPedal.
Instellingen opslaan met het FBV Shortboard
Alvorens je eigen instellingen op te slaan verdient het aanbeveling de voorgeprogrammeerde sounds even de revue te laten passeren om uit te maken welke geheugens mogen worden overschreven. Noteer het adres (bank en nummer) van alle geheugens die door je eigen instellingen mogen worden vervangen.
Opslaan
Houd FX LOOP zo lang ingedrukt tot de boodschap “NAME EDIT” verschijnt. Op een Shortboard kun je met de voetschakelaars STOMP en MOD tevens de positie te kiezen waarvoor je een ander teken wilt invoeren. Met DELAY en REVERB kun je dan de gewenste letter, een cijfer of een symbool voor die positie invoeren. Kies met BANK UP en BANK DOWN de bank die je nieuwe sound moet bevatten.
Sla de instellingen op
Druk op A, B, C of D om je instellingen in het betreffende geheugen van de eerder gekozen bank op te slaan. In het display verschijnt nu de boodschap “SAVING”. Gefeliciteerd, je bent al klaar!
Loading...