KONICA MINOLTA PagePro 1250E Setup Guide [nl]

PagePro 1250E Installatiehandleiding Nederlands (1/2)
Raadpleeg de veiligheidsinformatie in de Gebruikers­handleiding alvorens de printer teinstalleren. Deze
staat in PDF-formaat op de bijgeleverdeCD-ROM met hulpprogramma's en documentatie (Utilities and Documentation).
1 Verwijder de verpakkings-
materialen
2 Kies een geschikte plek voor de
printer

Ruimtevereisten

Laat voldoende ruimte vrij rond de printer, zodat u de printer gemakkelijk kunt bedienen, papier en toner kunt bijvullen en onderhoud aan de printer kunt uitvoeren.
100 mm (3.9")
285 mm
(11.2")
300 mm
(11.8")
600 mm (23.6")
550 mm (21.7")
150 mm
(5.9")
100 mm (3.9")
891 mm (35.1")
19.9"(505 mm)
395 mm (15.6")
441 mm (17.4")

Voorzorgsmaatregelen

Installeer de printer
• op een droge en stofvrije plek
• op een stabiele ondergrond
• in een goed geventileerde ruimte
• vlakbij een gemakkelijk toegankelijk stopcontact
• op voldoende afstand van voorwerpen die het ventilatierooster van de printer kunnen blokkeren
• op veilige afstand van licht ontvlambare stoffen (zoals gordijnen)
• op veilige afstand van vloeistoffen die op het apparaat kunnen spatten
• op veilige afstand van organische gassen (zoals ammonia)
• niet in de volle zon
• op een locatie waar geen grote temperatuurschommelingen optreden
• op voldoende afstand van de uitlaat van verwarm­ing-, ventilatie- en airconditioningsystemen

3 Optionele accessoires installeren

Als u een onderste toevoereenheid, een uitvoerbak voor uitvoer met bedrukking naar boven en/of extra geheugen hebt gekocht, installeer die opties dan nu. De aanwijzingen daarvoor vindt u in de Gebruikers- handleiding (in PDF-formaat op de CD-ROM met hulp­programma's en documentatie (Utilities and Documentation).

4 De printer gebruiksklaar maken

Papier in lade 1 laden

Voedingskabel aansluiten

LET OP!
Maak alleen gebruik van devoedingskabel die wordt meegeleverd bij de printer.
1 Verzeker u ervan
dat de aan/ uitschakelaar van de printer op de stand “O” (uit) staat.
2 Steek een uiteinde
van de voedingskabel die is meegeleverd bij de printer in de desbetreffende netspannings connector op de achterkant van de printer. Steek het andere uiteinde in een stopcontact.

Schakel de printer in

Zet de aan/uitschakelaar in de stand “I” (aan). De printer is nu binnen ca. 20 seconden klaar voor gebruik. Het groene lampje (Ready) moet gaan branden (zonder te knipperen) en het oranje storingslampje (Error) moet uit zijn.

De printer testen

Druk een configuratiepagina af om te controleren of de printer goed werkt.
1 Controleer of het groene lampje
(Ready) en het oranje storingslampje (Error) uit zijn en druk kort op de knop op het bedieningspaneel. Alle lampjes gaan snel knipperen.
2 Druk nog twee maal op de knop op het
bedieningspaneel. Er wordt een configuratiepagina afgedrukt.

5 De printer aansluiten op een PC

Als u de printer op een Macintosh aanluit, kunt u verdergaan vanaf het hoofdstuk “De printer aansluiten op een Macintosh.”

Minimale systeemvereisten

• IBM-compatibele PC met een Pentium 133-MHz processor
• Windows XP/Me/2000/98/95/NT 4.0
•64MBRAM
• 15 MB vrije ruimte op vaste schijf
• IEEE 1284 Type B parallelle poort of USB-poort
• CD-ROM-station

Parallelle interface (Windows XP/2000/ Me/98/95/NT 4.0)

LET OP!
Door het gebruik van het verkeerde type kabel kan de connector op uw printer beschadigd raken. Gebruik alleen een IEEE 1284 type B afgeschermde interfacekabel.
1 Schakel de printer
en de PC uit.
2 Sluit een uiteinde
van de interfacekabel aanop de parallelle poort vandePC.
3 Sluit het andere
uiteinde van de interfacekabel aan op de aansluiting voor de parallelle interface achterop de printer. Zet de kabel vast met de twee klemmen.
4 Schakel de printer in, wacht tot hij opgestart is en
schakel dan de PC in.
5 Als u Windows XP/Me/2000/98 gebruikt, moet de
plug-and-play installatie van het stuurprogramma van de printer automatisch starten. Volg de instructies op het scherm.
Als u Windows 95/NT 4.0 gebruikt, ofals plug-and­play niet automatisch start, volg dan de instructies in hoofdstuk, “Een stuurprogramma in Windows installeren,” om het stuurprogramma van de printer handmatig te installeren.

USB Interface (Windows XP/2000/Me/98)

LET OP!
Door het gebruik van het verkeerde type kabel kan de connector op uw printer beschadigd raken. Gebruik alleen een kabel die voldoet aan USB Revision 1.1.
1 Schakel de PCen
de printer uit.
2 Schakel de PCin. 3 Schakel de printer
in.
4 Wachttot zowel
Windows als de printerzijn opgestart en sluit dan een uiteinde van de interfacekabel aan op de USB-poortvandePC.
5 Sluit het andere uiteinde van de interfacekabel
aan op de aansluiting voor de USB-interface achteropde printer.
6 De plug-and-play installatie van het stuurpro-
gramma van de printer moet automatisch starten. Volg de instructies op het scherm. Als plug-and­play niet automatisch start , volg dan de instructies in hoofdstuk, “Een stuurprogramma in Windows installeren,” om het stuurprogramma van de printer handmatig te installeren.
Als het programma vraagt om een stuurpro­gramma te zoeken, selecteer dan “Toon een lijst van alle stuurprogramma's op een specifieke locatie, zodat u het gewenste stuurprogramma kunt selecteren” en zoek het stuurprogramma in de desbetreffende lijst.
Windows XP/2000/Me
\drivers\language\win2000
Windows 98
\drivers\language\win9x
PagePro 1250E Installatiehandleiding Nederlands (2/2)
6 De printer aansluiten op een
Macintosh

Minimale systeemvereisten

• Apple Macintosh computer met een PowerPC 604 processor
• Macintosh OS 9/OS X
• 128 MB RAM
• 15 MB vrije ruimte op vaste schijf
• USB-poort
• CD-ROM-station

Alleen USB-interface

LET OP
Door het gebruik van het verkeerde type kabel kan de ingang op uw printer beschadigd raken. Gebruik alleen een kabel die voldoet aan USB Revision 1.1.
1 Schakel zowel de Macintosh als de printer in. 2 Wacht tot zowel
de Macintosh als de printer zijn opgestart en sluit dan een uiteinde van de interfacekabel aan op de USB­poort van de Macintosh.
3 Sluit het andere uiteinde van de interfacekabel
aan op de aansluiting voor de USB-interface achterop de printer.
4 Ga naar hoofdstuk 8, “Een stuurprogramma voor
Macintosh installeren.”
7 Een stuurprogramma in Windows
installeren
Hebt u de printer aangesloten op een Macintosh, ga dan naar hoofdstuk 8, “Een stuurprogramma voor Macintosh installeren.”
1 Plaatsde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw
PC. Het installatieprogramma start automatisch.
2 Installeer het stuurprogramma voor de printer en
de hulpprogramma's voor printerbeheer volgens de aanwijzingen op het scherm.
3 Registreer uw printer als volgt:
• Ga naar het hoofdmenu en kies Registreren
(internetaansluiting nodig) of
• ga naar http://printer.konicaminolta.net/register
(internetaansluiting vereist) of
• vul de registratiekaart in die is meegeleverd met
de printer en stuur hem op.
4 Ga naar het hoofdmenu en kies Afsluiten om het
installatieprogramma te sluiten.
5 Verwijder de CD-ROM en berg hem veilig op.
8 Een stuurprogramma voor
Macintosh installeren
1 Plaatsde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw
Macintosh.
2 Dubbelklik op het pictogram MINOLTA-QMS om
het installatieprogramma te starten.
3 Dubbelklik op het pictogram voor Installeren. 4 Installeer de vereiste bestanden op uw Macintosh
volgens de aanwijzingen op het scherm.
5 Open het pictogram voor de vaste schijf (Hard
Disk) van de Macintosh op het bureaublad.
6 Open de map Apple Extras (OS 9) of Applications
(OS 9.1 of hoger).
7 Open de map Apple LaserWriter Software (OS 9)
of Utilities (OS 9.1 of hoger).
8 Dubbelklik op Desktop Printer Utility
(Hulpprogramma bureaublad printer).
9 Selecteer Printer (USB) uit de lijst Create Desktop
(Bureaublad aanmaken) en kies vervolgens OK.
10 Klik op [Change] (Veranderen) vanuit het
PostScript Printer Description (PPD) bestand om een specifiek stuurprogramma te kiezen.
11 Selecteer MINOLTA-QMS PagePro 1250E en kies
vervolgens Selecteren.
12 Klik op [Change] (Veranderen) vanuit de sectie
USB PrinterSelection(selectie USB-printer)om de USB-printer te kiezen.
13 Selecteer PagePro 1250E en kies vervolgens OK. 14 Kies Create (Aanmaken). 15 Selecteer de locatie en de naam voor uw printer
en kies vervolgens Opslaan. Hiermee zijn de installatie van het stuurprogramma van de printer en de USB-printerinstellingen voltooid.
16 Verwijder de CD-ROM en berg hem veilig op. 17 Registreer uw printer als volgt:
• Ga naar http://printer.konicaminolta.net/register (internetaansluiting vereist) of
• vul deregistratiekaart in die is meegeleverd met de printer en stuur hem op.

9 Veiligheidsinformatie

Laserapparatuur en veiligheid

Dit is een vellenprinter met een laser. Er bestaat geen veiligheidsrisico zolang de printer gebruikt wordt volgens de aanwijzingen in deze handleiding.
Omdat de straling van de laser volledig binnen de beschermende behuizing wordt opgesloten, kan de laserstraal tijdens bediening door de gebruiker niet buiten de machine komen.

Interne laserstraling

Maximaal gemiddeld stralingsvermogen: 35 µW bij de laseropening van de afdrukkopeenheid.
Golflengte: 770–795 nm. Dit product is voorzien van een klasse 3b laserdiode
die een onzichtbare laserstraal afgeeft. De laserdiode en de polygoonspiegel zijn in de afdrukkopeenheid ingebouwd.
Er kan NIET ter plekke onderhoud worden uitgevoerd aan de afdrukkop. De afdrukkop mag onder geen geval geopend worden.
Laseropening van de afdrukkopeenheid

V oor gebruikers in de VS— CDRH-regels

Deze machine is gecertificeerd als klasse 1 laserproduct volgens de Radiation Performance Standard (standaard voor stralingsopbrengst) conform de Amerikaanse Food, Drug en Cosmetic Act van
1990. De printer moet aan de eisen van deze standaard voldoen indien hij in de VS verkocht wordt. Dit wordt geregistreerd bij het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Food and Drug Administration van het Amerikaanse Department of Health and Human Services (DHHS). Dit betekent dat dit apparaat geen gevaarlijke laserstraling produceert.
Het onderstaande label geeft aan dat het product aan de CDRH-regels voldoet. Laserproducten die in de VS verkocht worden, moeten worden voorzien van dit label.

Veiligheidslabel voor laserapparatuur

LET OP!
Het uitvoeren van andere controles, aanpassingen of procedures of het gebruik van andere bedieningselementen
leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
dan beschreven in deze handleiding kan
Dit is een halfgeleider laser. Het maximum vermogen van de laserdiode is 5 mW en de golflengte is 770-795 nm. Er is een veiligheidslabel voor laserapparatuur aan de achterzijde van de printer bevestigd.
Waarschuwingslabel voor laserappara­tuur
Er is een waarschuwingslabel voor laserapparatuur binnenin de printer aangebracht.

Ozonemissie

Tijdens het gebruik van de printer komt er een beetje ozon vrij. Dit is een onschadelijke hoeveelheid. Toch dient u het vertrek waar de printer wordt gebruikt van afdoende ventilatie te voorzien, met name als u grote oplagen afdrukt of als de printer constant wordt gebruikt gedurende een lange periode.
Voor Europese gebruikers—CE­markering (conformiteitsverklaring)
Dit product voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: 89/336/EEC, 73/23/EEG en 93/68/EEG. Deze verklaring is uitsluitend geldig in de Europese Unie (EU).
Dit apparaat moet worden gebruikt met een afgeschermde, parallelle interfacekabel of een afgeschermde USB-interfacekabel. Het gebruik van niet-afgeschermde kabels kan leiden tot storing van radioverkeer en is verboden onder 89/336/EEG.
KONICA MINOLTA is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van KONICA MINOLTA HOLDINGS, INC.
PagePro is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de desbetreffende eigenaren.
Copyright (c) 2003 KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC., Marunouchi Center Building. 1-6-1 Marunouchi, Chiyoda-ku, Tokyo, 100-0005, Japan. Alle rechten voorbehouden.
1800673-013C
Loading...