In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de knoppen, displays en
hardwarefuncties.
Inleiding
Met de KODAK DC290 digitale zoomcamera (DC290) kunt u prachtige foto’s
maken zonder dat u een filmrolletje nodig hebt. Deze camera biedt onder andere
de volgende mogelijkheden:
Foto’s maken en deze onmiddellijk weergeven op de kleurendisplay van
de camera of op uw tv of computer.
Foto’s maken in de burst-stand (snel na elkaar) en time-lapse-stand (met
een bepaalde tussenpoze).
Geluid aan een foto toevoegen.
Uw foto’s ordenen in elektronische albums op de camera.
Uw foto’s overzetten naar uw computer en als e-mail versturen naar
familie en vrienden.
Camerafuncties
Ingebouwde flitser met rode-ogenreductie.
Eenvoudig te gebruiken statusdisplay met camera-instellingen.
Losse en opnieuw te gebruiken geheugenkaart.
Snel overzetten van foto’s naar een USB-computer.
Een 3x optische, 2x digitale zoomlens om op voorwerpen in te zoomen.
1
JPEG- en niet-gecomprimeerde TIFF-bestandsformaten voor vastleggen
van foto’s.
Ultra-instelling voor een geïnterpoleerde afbeeldingresolutie van
2240 x 1500.
Scripts en toepassingen die het instellen en gebruiken van de camera
vereenvoudigen.
1901 x 1212= 2,3 miljoen pixels
(totale aantal pixels)
2240 x 1500=3.360.000
1792 x 1200=2.150.400
1440 x 960=1.382.400
720 x 480=345.600
24-bits, miljoenen kleuren
Exif versie 2.1 (JPEG-basis) of TIFF
Alleen extern geheugen: ATA-compatibele
CompactFlash-kaart
Doorzicht
100
0,5 tot 4,0 m
0,5 tot 2,5 m
Glas van optische kwaliteit
Groothoek
Tele
6X:
38,4 tot 115,2 mm
(vergelijkbaar met 35 mm camera)
8 tot 24 mm (effectief)
Groothoek/Tele:
AA 1,5-volt alkaline, of AA
1,2-volt Ni-MH oplaadbaar
AC adapter voor digitale camera’s uit de
KODAK DC200-serie
schroefdraad van 0,006 m
NTSC of PAL
118 mm
63 mm
106 mm
525 gram zonder batterijen
0 tot 40° C
F/3
F/4,7
3X optische zoom
2X digitale zoom
0,3 m tot oneindig
0,5 m tot oneindig
4
Variabele knoppen
Uw camera is voorzien van drie variabele knoppen. Bij deze variabele knoppen
wordt de functie bepaald door wat er op het LCD-scherm wordt weergegeven. In
de Capture-stand wordt bijvoorbeeld het volgende scherm weergegeven:
Variabele
knoppen
In dit geval komt u met de linker v ariabele knop in de Advanced Focus-stand. Als
er een ander beeld op het scherm wordt weergegeven, heeft deze variabele knop
een volledig andere functie.
Keuzering en vierkeuzeknop
Met de keuzering kunt u kiezen uit vier cameramodi:
Capture
Review
Connect
Info
Met de vierkeuzeknop kunt u verschillende menuopties en pictogrammen
selecteren en door uw foto’s bladeren.
— voor het maken van prachtige digitale foto’s
— voor het weergeven, bewerken en ordenen van uw foto’s
— voor het aansluiten van de camera op uw computer
— voor het weergeven van informatie over uw camera-firmware
1
5
De status-LCD
Op de statusdiplay aan de bovenkant van de camera ziet u de huidige instellingen.
In de volgende subsecties vindt u een korte beschrijving van de gegevens op de
display. Voor informatie over het instellen van opties in de Capture-stand
raadpleegt u pagina 26.
De camera moet zijn ingeschakeld en in de Capture-stand staan om met deze
weergave te kunnen werken.
Belichting
Compensatie
Rode-ogen
Type foto
Kwaliteit
Flitser
Batterij
Status
Handmatig
Flitser
IrDA (Infrarood)
Communicatie
Zelfontspanner
Foto’s
Resterend
Uw camera is voorzien van een ingebouwde flitser met een functie voor het
tegengaan van rode ogen. De flitser heeft een effectief bereik van ongeveer
0,5 tot 4,0 m. Er zijn vier flitserinstellingen:
Automatisch
— de flitser gaat automatisch af als u een foto maakt bij
gering licht.
Rode-ogen
— bepaalt of er wel of niet voldoende licht is, en flitst één
keer als u op de sluiter drukt om de kans op rode ogen te verminderen
en flitst nogmaals 600 milliseconden later als de foto wordt genomen.
Invulflits
— de flitser gaat af wanneer u op de sluiterknop drukt.
Gebruik deze instelling als er weinig licht is of bij tegenlicht.
— schakelt de flitser uit.
Uit
6
Belichtingscompensatie
In zeer grote ruimtes met weinig licht bereikt u mogelijk een beter resultaat als u
de flitser volledig uitschakelt of als u een externe flitser gebruikt met behulp van
de flitsersynchronisatiefunctie.
In de Capture-stand kan de camerabelichting worden aangepast van –2,0 tot
+2,0 EV (exposure value ofwel belichtingswaarde) in stappen van 0,5 EV.
In de onderstaande gevallen doet u het volgende:
juist belicht — behoudt de standaardinstelling Automatisch, zodat
automatisch de juiste belichting wordt gekozen.
te donker — verhoog (+) de belichtingscompensatie.
te licht — verlaag (-) de belichtingscompensatie.
1
Type foto
Het pictogram van het type foto geeft aan welk type foto’s u neemt. U kunt deze
instelling wijzigen via de knoppen Scroll en Select of via het menu Picture Type.
Raadpleeg pagina 27. Er zijn drie typen foto’s:
Still
camera inschakelt, is deze instelling standaard geselecteerd.
Burst
Time-lapse
interval tussen de opnamen. U geeft het exacte interval op via het
menu Picture Type.
— (de standaardinstelling) hiermee neemt u één foto. Als u de
— hiermee maakt u snel achter elkaar een reeks foto’s.
— hiermee maakt u een reeks foto’s met een vast
7
Resterende foto’s
Het pictogram voor de resterende foto’s wordt automatisch aangepast zodat
automatisch wordt aangegeven hoeveel foto’s er nog resteren bij de huidige
instellingen voor kwaliteit en resolutie. Dit pictogram dient alleen ter informatie.
U kunt het pictogram niet selecteren of wijzigen.
Het getal verandert niet altijd als u een foto hebt gemaakt, omdat de inhoud van
een foto soms gemakkelijk kan worden gecomprimeerd.
Als de geheugenkaart vol is, verschijnt de aanduiding Full op de statusdisplay. In
dat geval dient u bestaande foto’s te verwijderen of de geheugenkaart te
vervangen als u meer foto’s wilt maken. Voor meer informatie over het
verwijderen van foto’s raadpleegt u pagina 57.
Advanced Capture Mode
De camera heeft twee Advanced Capture-standen, de stand voor de externe flitser
en de stand voor lange belichtingstijd. Voor meer informatie zie "Advanced
Exposure Modes (geavanceerde belichting)-instellingen" op pagina 32.
External flash
functie "external flash sync" als flitsvoorziening. U kunt de
diafragma-instelling (of f/stop) van de camera opgeven. De
standaardinstelling voor het diafragma is 5,6.
Long-time
belichtingstijd wilt voor de omgeving waarin u op dat moment foto’ s
maakt. U kunt een belichtingstijd instellen van 0,5 tot 16 seconden in
stappen van 0,5 seconde.
Zelfontspanner
Met de zelfontspanner stelt u een vertraging van 10 seconden in tussen het
moment waarop u de sluiter indrukt en het moment waarop de foto wordt
genomen. Hiermee hebt u voldoende tijd om uzelf op de foto te zetten. Voor meer
informatie zie "De zelfontspanner instellen" op pagina 24.
8
— schakelt de ingebouwde flitser uit en gebruikt de
— hiermee schakelt u de flitser uit als u een extra lange
IrDA-communicatie (infrarood)
Als u in de Review-stand twee camera’s op elkaar aansluit, kunnen deze via een
infraroodverbinding gegevens uitwisselen. Het pictogram voor IrDA
Communication verschijnt als u een IrDA-verbinding tot stand brengt en geeft de
status van de communicatie met de andere camera aan. Voor meer informatie zie
"Gemarkeerde foto's van camera naar camera kopiëren" op pagina 52.
nitiating communication
I
is gestart.
Searching for communication partner (knipperend)
dat de camera een IrDA-communicatiepartner zoekt.
— geeft aan dat de IrDA-communicatie
— geeft aan
1
Communicating
andere camera. De nummerweergave geeft aan hoeveel foto’s er nog
moeten worden verzonden.
Communication timed out (knipperend)
probleem heeft voorgedaan en dat de communicatie is verbroken.
Het pictogram blijft knipperen totdat u reageert op de tekst op het
LCD-scherm of de camera uitschakelt.
— geeft aan dat de camera communiceert met de
— geeft aan dat zich een
9
Batterijen
Het pictogram dat de lading van de batterij aangeeft, verandert automatisch. Dit
pictogram dient alleen ter informatie en kan niet worden geselecteerd of
gewijzigd.
— geeft aan dat de batterijen volledig zijn geladen.
Vol
— geeft aan dat de batterijen moeten worden vervangen.
Leeg
Knipperend
camera leveren en moeten worden vervangen.
— geeft aan dat de batterijen niet voldoende vermogen aan de
De batterijen raken snel leeg in de Preview- of Review-stand. De foto’s die op de
geheugenkaart zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de batterijen leeg zijn.
Uw camera gebruikt vier AA-batterijen. Er worden twee sets batterijen bij uw
camera geleverd, vier alkalinebatterijen en vier oplaadbare Ni-MH-batterijen met
een oplaadapparaat. Met de alkalinebatterijen kunt u onmiddellijk aan de slag
met de camera. Voordat u de oplaadbare batterijen voor de camera kunt
gebruiken, moet u ze opladen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar.
10
De batterijen installeren
Open het batterijklepje.
1
Schuif het klepje in de camera naar de
2
achterkant van de camera haal het vervolgens
van de camera af.
Plaats de batterijen op de manier die op het
3
batterijklepje is aangegeven.
Sluit en vergrendel het klepje in de camera en
4
het buitenste batterijklepje.
Verwijder de batterijen als u de camera langere tijd niet gebruikt. Hierdoor gaan
de batterijen langer mee en voorkomt u beschadiging van de camera door lekken
of roesten van de batterijen. Als de batterijen langer dan een paar dagen
verwijderd zijn, gaan datum en tijd verloren en moeten deze opnieuw worden
ingesteld.
Als u batterijen gebruikt, dient u niet langer dan twintig minuten achter elkaar
gebruik te maken van de kleuren-LCD voor het bekijken van uw foto’s. Dit is
vooral van belang als u Lithium-batterijen gebruikt. Het bekijken van uw foto’s
op het LCD-scherm vereist veel stroom, waardoor de batterijen na verloop van
tijd aanzienlijk verhit kunnen raken. Als het binnenwerk van de camera te heet
wordt, schakelt deze zichzelf automatisch uit. Geef de camera voldoende tijd om
af te koelen voordat u hem opnieuw inschakelt. Overweeg het gebruik van de
AC Adapter voor de KODAK DC200 digitale zoomcamera als u de Previewstand langere tijd achter elkaar wilt gebruiken. Volg altijd de instructies van de
fabrikant van de batterijen nauwkeurig op.
1
11
Kwaliteit
U kunt opgeven of u foto’s wilt nemen met de kwaliteitsinstelling Good, Better,
Best of Uncompressed (goed, beter, best of uncompressed). Met deze instellingen
bepaalt u in welke mate de foto wordt gecomprimeerd om ruimte op de
geheugenkaart te besparen. De foto’s worden opgeslagen in de JPEGbestandsstructuur. Alleen als u de optie Uncompressed kiest, wordt de TIFFstructuur gebruikt. Als u de niet-comprimeerde TIFF-structuur gebruikt, worden
bestanden erg groot en nemen veel ruimte op de geheugenkaart in beslag.
U kunt voor elke foto die u neemt een andere kwaliteitsinstelling kiezen. Als u de
instelling Uncompressed kiest, is de optie Ultra Resolution echter niet
beschikbaar. Het aantal foto’s dat op de geheugenkaart kan worden opgeslagen, is
afhankelijk van de gekozen resolutie. De instellingen voor de kwaliteit en de
resolutie bepalen samen hoeveel foto’ s u kunt opslaan op de geheugenkaart. Voor
meer informatie over het instellen van de cameraresolutie zie "Picture Typeinstellingen" op pagina 27. De vier kwaliteitsinstellingen zijn:
Uncompressed (Uncmp)
TIFF-bestandsformaat. Hiermee bereikt u een betere kwaliteit als u
de foto’s groot wilt afdrukken. Het gevolg is wel dat er zeer grote
bestanden ontstaan en dat het downloaden naar de computer veel tijd
in beslag neemt.
Best (best)
instelling voor de meeste foto’s.
Better (beter)
keuze als u een groot aantal foto’s wilt opslaan.
Goed
geheugenkaart opslaan; zeer geschikt voor foto’s die u on line wilt
gebruiken. Deze instelling zorgt voor de hoogste compressie en
levert de laagste beeldkwaliteit.
— voor foto’s van uitstekende kwaliteit. Dit is de goede
— voor foto’s van standaardkwaliteit; een goede
— hiermee kunt u het grootste aantal foto’s op de
— voor niet-gecomprimeerde foto’ s in het
12
Kwaliteit en resolutie
Met de camera zult u bijna altijd mooie digitale foto’s kunnen maken. Vanwege
twee factoren, resolutie en compressie, zullen sommige foto’s echter van hogere
kwaliteit zijn dan andere.
De foto’s worden door de camera niet op film vastgelegd, maar op de
geheugenkaart. Deze foto’s bestaan uit pixels. Als een foto uit meer pix els bestaat
(de resolutie hoger is), wordt meer ruimte gebruikt op de geheugenkaart.
Om ruimte te besparen, kunt u elke foto comprimeren. Als een foto wordt
gecomprimeerd, gaan sommige gegevens over kleuren en details verloren. Bij
een hogere compressiewaarde wordt de kwaliteit van de foto lager. Bij een lagere
compressiewaarde wordt de kwaliteit van de foto hoger.
De combinatie van kwaliteit en resolutie bepalen hoeveel foto’s op de
geheugenkaart passen.
Als u het meeste belang hecht aan de kwaliteit van de foto’s, gebruikt u de
instellingen Uncompressed (geen compressie), Best (weinig compressie)
en High Resolution (hoge resolutie). Doe dit bijvoorbeeld als u foto’s
afdrukt op een printer van hoge kwaliteit.
Als u meer foto’s wilt opslaan op één geheugenkaart, gebruikt u een van
de kwaliteitsinstellingen Good (goed) of Better (beter), waarbij foto’s
meer worden gecomprimeerd, en de resolutie-instelling Standard
(standaard). Doe dit bijvoorbeeld als u de foto’s gebruikt op een
webpagina.
1
Resolutie en kwaliteit zijn verschillende zaken. De resolutie geeft het aantal
pixels in de foto aan. De kwaliteit geeft aan in hoeverre de foto’s worden
gecomprimeerd.
13
Losse geheugenkaart
De camera maakt gebruik van een losse geheugenkaart, ook wel aangeduid met
CompactFlash of KODAK Picture Card, voor het opslaan van de foto’s. Zonder
deze kaart kunt u geen foto’s maken. U kunt de gegevens op de kaart wissen of
beveiligen en de kaart vervolgens opnieuw gebruiken. Om een geheugenkaart
opnieuw te formatteren, raadpleegt u pagina 47.
De losse geheugenkaart bevat geen bewegende onderdelen. De kaart wordt
gebruikt voor het vastleggen van gegevens. Als u de kaart uit de camera
verwijdert, blijven de gegevens op de kaart behouden. De gegevens worden pas
verwijderd als u de kaart wist of opnieuw formatteert. Normale magnetische
storing of Röntgenstralen die bij controle op vliegvelden worden gebruikt, zijn
niet schadelijk voor de opgeslagen informatie.
De KODAK Picture Card wordt standaard bij de camera geleverd. Extra
geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij de KOD AK leverancier of via onze website
op http://www.kodak.com/go/accessories. Elke standaard-CompactFlashkaart
met het certificaat "CF" kan bij uw camera worden gebruikt.
De geheugenkaart in de camera plaatsen
Open het klepje van de sleuf voor de
1
geheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart op dusdanige wijze
2
dat:
14
de aansluitkant als eerste in de camera
wordt geplaatst
het lipje op de kaart naar de voorzijde van
de camera is gericht
Sluit het klepje van de sleuf.
3
De geheugenkaart verwijderen
Open het klepje van de sleuf voor de
1
geheugenkaart.
Kantel de Release-knop van de geheugenkaart
2
zodat deze naar buiten steekt.
WAARSCHUWING: Druk niet op de Releaseknop als het rode lampje onder de knop brandt of
knippert. Als u de kaart verwijdert terwijl dit
lampje aan is, kunt u alle gegevens op de kaart
verliezen.
Druk op de Release-knop om de geheugenkaart
3
uit de camera te verwijderen.
Neem de geheugenkaart uit de camera.
4
Energiebeheer
U kunt uw digitale camera van stroom voorzien via batterijen of via de AC
adapter voor de KODAK DC200 digitale camera. Om energie te besparen, is de
camera voorzien van een sluimerstand.
1
Wat is de sluimerstand
Na een bepaalde periode van inactiviteit wordt de sluimerstand geactiveerd
doordat de kleuren-LCD wordt uitgeschakeld. U gebruikt het menu Capture
Preferences om op te geven na hoeveel tijd de sluimerstand moet worden
ingeschakeld. Raadpleeg voor meer informatie pagina 35.
De sluimerstand opheffen:
Druk in de Review-stand op Display.
In de Capture-stand gebruikt u de Zoom-regelaar of de sluiterknop zoals u
normaal doet om een foto te maken.
15
De AC adapter gebruiken
De AC adapter voor de KODAK DC200 digitale camera (een afzonderlijk aan te
schaffen accessoire) maakt het mogelijk de camera aan te sluiten op het lichtnet.
Dit is vooral handig als u foto’s overzet naar uw computer of gebruikmaakt van
de video-uitgang. De adapter voorziet de camera van stroom, maar zorgt niet
voor het opladen van de batterijen. De AC adapter voor de digitale camera’s uit
de KODAK DC200-serie zijn verkrijgbaar bij de KO D AK lev erancier of via onze
website op http://www.kodak.com/go/accessories.
WAARSCHUWING: Maak alleen gebruik van de AC adapter voor digitale
camera’s uit de K ODAK DC200-serie. Als u een andere adapter gebruikt, kan dit
leiden tot het vervallen van de garantie, beschadiging aan de camera, brand of een
elektrische schok of verwondingen.
Sluit de AC adapter aan op de hiervoor bestemde
1
aansluiting aan de zijkant van de camera.
Sluit het andere uiteinde van de AC adapter aan op
2
een stopcontact.
Schakel de camera in.
3
Het batterijpictogram verschijnt niet op het
statusdisplay als de camera op het lichtnet is
aangesloten.
16
De batterijoplader gebruiken
Bij deze camera worden vier AA Ni-MH oplaadbare batterijen en een
batterijoplader geleverd, zodat u altijd een set volledig opgeladen batterijen bij de
hand hebt. Het volledig opladen van de batterijen duurt maximaal acht uur. Het
verdient aanbeveling een extra set batterijen op te laden, zodat u lege batterijen
snel kunt vervangen en verder kunt fotograferen. Extra KODAK Ni-MH
oplaadbare batterijen zijn verkrijgbaar als accessoire. Voor meer informatie over
verkrijgbare accessoires neemt u contact op met een leverancier van KODAK
producten of bezoekt u onze website op http://www.kodak.com/go/accessories.
Controleer of u Ni-MH-batterijen oplaadt.
1
De lader is geschikt voor het opladen van
maximaal vier Ni-MH- of Ni-Cd-batterijen tot
een vermogen van 1450 mAH.
Laad geen niet-oplaadbare batterijen op.
Plaats de batterijen met de positieve en
2
negatieve polen op de overeenkomende
contactpunten van de oplader.
Druk de batterijen in de oplader tot ze
3
vastklikken.
Sluit de oplader aan op een stopcontact.
4
1
De oplader wordt mogelijk met losse
netsnoerstekkers geleverd. Gebruik in dat
geval de stekker die past op het gebruikte
stopcontact.
Controleer of de lampjes op de oplader gaan
5
branden. Als dit niet het geval is, moet u
controleren of de batterijen correct zijn
geplaatst.
De batterijen zijn volledig opgeladen na acht
uur of als de lampjes op de oplader niet meer
branden.
Als de batterijen zijn opgeladen, haalt u de
6
netsnoerstekker van de oplader uit het
stopcontact en verwijdert u de batterijen.
17
Richtlijnen voor batterijgebruik
Kodak beveelt bij deze camera KODAK PHOTOLIFE AAalkalinebatterijen of KODAK PHOTOLIFE oplaadbare AA Ni-MHbatterijen aan.
Verwijder de batterijen wanneer u de camera gedurende een langere
periode niet gebruikt.
Volg altijd de instructies van de fabrikant van de batterijen nauwkeurig op.
Probeer de batterijen niet uit elkaar te nemen, kort te sluiten, of bloot te
stellen aan hoge temperaturen of vuur.
Uw camera is geschikt om te worden gebruikt met een breed scala aan
momenteel verkrijgbare batterijen van AA-formaat. Hieronder vallen
1,5-volt alkaline- en oplaadbare 1,2-volt Nickel Metal Hydride (Ni-MH)batterijen.
Vervang alle batterijen uit één set tegelijkertijd. Nieuwe batterijen mogen
niet samen met oude worden gebruikt. Gebruik geen oplaadbare en nietoplaadbare batterijen tegelijkertijd. Gebruik geen alkaline- of Ni-MHbatterijen door elkaar. Gebruik nooit verschillende klassen of merken
batterijen door elkaar. Indien deze voorzorgen genegeerd worden, kunnen
bepaalde batterijen in een set de normale verbruiksduur overschrijden
waardoor de kans op lekkage toeneemt.
NIET ALLE BATTERIJEN ZIJN GELIJK! De levensduur van batterijen
wordt in grote mate bepaald door ouderdom, gebruiksomstandigheden ,
type, merk en camera. Digitale camera’s stellen hoge eisen aan batterijen.
Niet alle batterijen functioneren even goed onder dergelijke
omstandigheden. Bij laboratoriumtesten uitge voerd door Kodak
leverden oplaadbare Ni-MH-batterije n onde r verschillende
omstandigheden de beste resultaten op. Ni-MH-batterijen zijn bestemd
voor apparatuur die hoge eisen stelt, zoals digitale camera’s, en vertonen
niet het "geheugen"-effect dat wel optreedt bij andere oplaadbare systemen.
Als u alkalinebatterijen wilt gebruiken in uw camera, krijgt u betere
prestaties met "photo-flash grade"-alkalinebatterijen, zoals KODAK
PHOTOLIFE alkalinebatterijen. Dit type batterijen gaat meer dan
tweemaal zo lang mee in digitale camera’s dan gewone alkalinebatterijen.
Alkalinebatterijen zijn niet oplaadbaar, dus probeer deze batterijen niet op
te laden in een batterijoplader.
Wanneer u batterijen gebruikt in uw camera, wordt u aanbevolen het
continu gebruik van LCD Preview (voorvertoning) of Review (overzicht)
te beperken tot minder dan 20 minuten per keer. Als u de camera langer
gebruikt, wordt u aangeraden de AC adapter te gebruiken.
18
Volg de instructies van de fabrikant en lokale en nationale regels en
wetten op als u batterijen wegdoet. Kodak raadt u aan gebruik te maken
van eventuele hergebruik- of inzamelingsmogelijkheden in uw gemeente.
Neem contact op met de gemeentelijke vuilophaaldienst of milieudienst
voor details.
Pas op: Heet oppervlak
Wanneer u batterijen wilt verwijderen, moet u de batterijen even laten
afkoelen voordat u ze aanraakt, omdat deze zeer warm kunnen zijn.
Tips voor de batterijoplader
Deze oplader is alleen bestemd voor het opladen van Ni-Cd- jen,
met een maximum en Ni-MH-batteri van 4 cellen en een
maximumspanning van 1450 mAh.
Laad geen niet-oplaadbare batterijen op.
1
Endast för att ladda Ni-Cd eller Ni-MH batterier, med maximalt
4 celler och en maximal laddning av 1450mAH.
Å
terladda inte batterier som inte är laddningsbara.
19
2 Foto’s maken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u prachtige foto’s maakt. U schakelt de
camera in, plaatst de keuzering in de positie Capture en begint met het maken van
foto’s. Mogelijk wilt u een aantal standaardinstellingen wijzigen. In dit hoofdstuk
leest u hoe u de gewenste instellingen opgeeft.
De camera in- en uitschakelen
Om de camera in te schakelen, drukt u
op de Aan/uit-knop.
Het groene Indicatorlampje op de
achterkant van de camera knippert
ongeveer zes seconden voordat de
camera gebruiksklaar is.
Om de camera uit te schakelen, drukt u
op de Aan/uit-knop en houdt u deze ten
minste één volle seconde ingedrukt.
Deze ingebouwde vertraging voorkomt
dat u de camera per ongeluk
uitschakelt.
2
Als de camera wordt uitgeschakeld
terwijl er een foto wordt verwerkt,
wordt de lens onmiddellijk ingetrokken
en wordt eerst de verwerking van de
foto voltooid.
21
De camera instellen voor opnamen
Zet de keuzering op Capture.
De lens wordt ingesteld op de standaardpositie.
U kunt geen foto’s maken als er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst. Als u
de Capture-stand inschakelt terwijl er geen
geheugenkaart in de camera is geplaatst,
verschijnt het bericht "NO CARD" op de
statusdisplay.
Als de sluimerstand wordt ingeschakeld om het
stroomverbruik te beperken, blijft het woord
"CARD" op het LCD-scherm staan.
Foto’s van te voren bekijken
Als u wilt weten hoe een foto eruit komt te zien, kunt u deze eerst bekijken op het
kleuren LCD-scherm.
Druk op de Display-knop.
Op het kleuren LCD-scherm op de achterkant
van de camera wordt een "live"-beeld
weergegeven.
22
Foto’s maken
Het maken van verschillende soorten foto’s, Still, Burst of Time-lapse, komt in
wezen op hetzelfde neer. Het enige verschil is of u de sluiterknop kort of lang
indrukt. Voor een snelle camerareactie en om zeker te zijn dat u de camera niet
beweegt tijdens het afdrukken, drukt u de sluiterknop half in tot het groene
Indicatorlampje gaat branden. Vervolgens drukt u de sluiterknop helemaal in om
de foto te nemen. U hoeft de camera niet stil te houden als het groene
Indicatorlampje knippert. U kunt pas weer een foto maken als het lampje niet
langer knippert.
Plaats het voorwerp in het midden van de
1
zoeker of schakel Preview (de
voorvertoningsfunctie) in (pagina 22) en
gebruik het LCD-scherm om het voorwerp
goed in beeld te brengen.
Druk op de sluiterknop.
2
Als u de Quickview-instelling (kort tonen)
hebt ingeschakeld, wordt de afbeelding op
het LCD-scherm weergegeven en op de
geheugenkaart opgeslagen.
Voor één enkele foto (Still) drukt u de sluiterknop in en laat u deze weer
los.
Voor burst-foto’s houdt u de sluiterknop net zo lang ingedrukt als u
foto’s wilt maken.
De camera stopt met het maken van foto’s als er geen geheugen meer
beschikbaar is of als u de sluiterknop loslaat. De gekozen resolutie en
kwaliteit, opgegeven bij de burst-instellingen, bepalen hoe snel het
geheugen vol raakt. Raadpleeg pagina 27 voor meer informatie.
Voor time-lapsefoto’s drukt u de sluiterknop even in.
De camera legt foto’s vast met de interval die u hebt opgegeven bij de
time-lapse-instellingen. De camera blijft foto’s maken totdat u de
sluiterknop opnieuw indrukt, op Stop drukt of totdat het maximumaantal
foto’s is gemaakt dat is opgegeven bij de time-lapse-instellingen.
Raadpleeg pagina 27 voor meer informatie. Als u een lange interval
tussen de time-lapsefoto’s opgeeft, lijkt het of na het nemen van een foto
de sluimerstand wordt ingeschakeld. De camera schakelt zichzelf
opnieuw in om de volgende foto te maken.
Als u burst- of time-lapsefoto’s maakt, wordt op het LCD-scherm de
laatst genomen foto in de serie weergegeven. U kunt alleen geluid
opnemen als alle foto’s zijn gemaakt en de laatste foto wordt
weergegeven.
3
2
23
De instellingen voor Flash (flitser), Exposure
Compensation (belichtingscompensatie),
Picture Type (type foto) en Quality (kwaliteit)
instellen
U kiest de instellingen voor Flash, Exposure Compensation, Picture Type en
Quality met behulp van de knoppen Scroll en Select (blader en selectie) aan de
bovenkant van de camera.
Flash (flitser)
zie pagina 6.
Exposure Compensation (belichtingscompensatie)
zie pagina 7.
—
—
1
2
3
Picture Type (type foto)
— zie pagina 7.
Quality (kwaliteit)
zie pagina 12.
Zet de keuzering op Capture.
Druk op Scroll (bladeren) om door de
eerste vier functies op de statusdisplay te
bladeren. Flash, Exposure, Picture Type en
Quality (flitser, belichting, type foto en
kwaliteit).
Als de functie die u wilt wijzigen knippert,
drukt u op Select (selecteren) om de
verschillende instellingen voor deze functie
weer te geven.
De nieuwe selectie wordt van kracht als u
opnieuw op Scroll drukt om naar een
andere functie te gaan of als u vijf
seconden lang geen enkele knop indrukt.
—
De zelfontspanner instellen
Druk eenmaal op Timer om de zelfontspanner
te activeren.
De zelfontspanner wordt uitgeschakeld nadat
de foto is genomen. Voor meer informatie
raadpleegt u pagina 8.
24
Loading...
+ 80 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.