Kia Niro 2017 Owner's Manual [nl]

Kia, HET BEDRIJF
Geniet van uw auto & ervaar Kia “Family-like Care”!
Hartelijk dank voor de aanschaf van een nieuwe Kia.
Als wereldwijde autofabrikant die zich richt op het bouwen van kwalitatief hoogwaardige auto's voor een betaalbare prijs, doet Kia Motors er alles aan om u meer service te bieden dan u verwacht en de klanten een prettige ervaring te geven.
Alle informatie in dit instructieboekje was actueel ten tijde van de druk. Kia behoudt zich echter te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren, zodat ons beleid van continue productverbetering kan worden uitgevoerd.
Dit instructieboekje is van toepassing op alle Kia-modellen en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de standaarduitrusting. Hierdoor staan in dit instructieboekje mogelijk zaken beschreven die niet van toepassing zijn op uw Kia.
i
Hartelijk dank voor het kiezen van een Kia. Dit instructieboekje zal u vertrouwd maken met de bediening, het onderhoud en de veiligheidsaspecten van uw
nieuwe auto. Bij het instructieboekje hoort een garantie- en onderhoudsboekje waarin u informatie vindt over de garantie. Kia raden u aan om deze informatie zorgvuldig te lezen en de daarin opgenomen aanwijzingen zorgvuldig op te volgen, zodat u veilig en probleemloos van uw nieuwe auto kunt genieten.
Kia rust zijn talrijke modellen uit met een grote verscheidenheid aan opties, componenten en kenmerken. Het is dan ook mogelijk dat de uitrusting die in dit instructieboekje beschreven staat en die op illustraties afgebeeld
is, niet allemaal van toepassing is op uw auto. De in dit instructieboekje opgenomen informatie en specificaties golden ten tijde van het ter perse gaan. Kia behoudt
zich te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vragen heeft, kunt u zich te allen tijde tot uw Kia-dealer wenden.
Kia zullen er alles aan doen om u optimaal en tot volle tevredenheid van uw nieuwe Kia te laten genieten.
© 2016 Kia MOTORS NEDERLAND B.V. Alle rechten voorbehouden. Complete of gedeeltelijke reproductie op wat voor manier dan ook, elektronisch of
mechanisch, inclusief kopiëren, vastleggen via een systeem voor het opslaan en terughalen van informatie, of vertalen is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Kia Motors Corporation.
Gedruk in Korea
VVoooorrwwoooorrdd
ii
1
2
3
4
5
6
7
8
I
Introductie
Uw auto in één oogopslag
Veiligheidsysteem van uw auto
Kenmerken van uw auto
Audiosysteem
Rijden met uw auto
Wat te doen in een noodgeval
Onderhoud
9
Specificaties & Consumenteninformatie
Index
INHOUDSOPGAVE
HEV (HYBRIDE ELEKTRISCH VOERTUIG) -SYSTEEM / H2
NIRO HYBRID ENERGIESTROMEN / H3
DE HYBRIDE AUTO STARTEN (SMART KEY) / H7
DE ONDERDELEN VAN DE HYBRIDE AUTO / H9
Overzicht hybridesysteem
H2
HEV (HYBRIDE ELEKTRISCH VOERTUIG) -SYSTEEM
De hybride elektrische wagen (HEV) van Kia haalt zijn vermogen zowel uit de benzinemotor als uit de elektromotor. De elektromotor wordt aangedreven door een HEV-hoogspanningsbatterijpakket van 270V.
Op basis van de rijomstandigheden kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektromotor of zelfs allebei gelijktijdig. Het brandstofverbruik daalt wanneer de verbrandingsmotor stationair draait of wanneer het voertuig wordt aangedreven door de
elektromotor met het HEV-batterijpakket. De HEV-batterij moet een bepaalde ladingstoestand houden voor wanneer de motor optreedt als dynamo, bijvoorbeeld tijdens het
stationair draaien. Opladen gebeurt ook tijdens het decelereren of door regeneratief remmen.
ODE056001
Oppstart / kjøring i lav hastighet
Akselerering
Kjøring i høy hastighet
Fartsreduksjon
Stans
Elektromotor
Elektromotor +
Verbrandingsmotor
6
Motor
Laden
Motor UIT
H3
Het Kia-hybridesysteem informeert de bestuurder over de energiestromen in de verschillende rijomstandigheden. Er kunnen elf modi worden weergegeven.
Voertuig gestopt
De situatie bij stilstaand voertuig. (Er is geen energiestroom.)
EV-aandrijving
Het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor.
(Hybridebatterijpakket Wielen)
Extra vermogen
Het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor en de verbrandingsmotor.
(Hybridebatterijpakket & Verbrandingsmotor Wielen)
NIRO HYBRID ENERGIESTROMEN
ODE046120L
ODE046120HO
ODE046122L
ODE046122HO
ODE046121L
ODE046121HO
H4
Aandrijving alleen door verbrandingsmotor
Het voertuig wordt aangedreven door de verbrandingsmotor. (Verbrandingsmotor Wielen)
Opladen door verbrandingsmotor
Het voertuig staat stil terwijl de verbrandingsmotor het hybridebatterijpakket oplaadt.
(Verbrandingsmotor Hybridebatterijpakket)
Regeneratief remmen
Het hybridebatterijpakket wordt opgeladen door regeneratief remmen.
(Wielen Hybridebatterijpakket)
ODE046123L
ODE046123HO
ODE046124L
ODE046124HO
ODE046121L
ODE046121HO
H5
Afremmen op de motor
Het voertuig wordt afgeremd op de verbrandingsmotor.
(Wielen Verbrandingsmotor)
Opladen door reservevermogen
De verbrandingsmotor zorgt gelijktijdig voor de aandrijving van het voertuig en het opladen van het hybridebatterijpakket. (Verbrandingsmotor Wielen & Hybridebatterijpakket)
Opladen door de verbrandingsmotor/Elektrische aandrijving
Het voertuig wordt afgeremd op de verbrandingsmotor en door regeneratief remmen. Het hybridebatterijpakket wordt opgeladen door regeneratief remmen.
(Verbrandingsmotor Hybridebatterijpakket Wielen)
ODE046126L
ODE046126HO
ODE046127L
ODE046127HO
ODE046128L
ODE046128HO
NIRO HYBRID ENERGIESTROMEN (VERVOLG)
H6
Opladen door verbrandingsmotor/Regeneratief remmen
Het hybridebatterijpakket wordt tijdens het decelereren opgeladen door de verbrandingsmotor en door regeneratief remmen.
(Verbrandingsmotor & Wielen Hybridebatterijpakket)
Afremmen op de motor/Regeneratief remmen
Er kan op de verbrandingsmotor worden afgeremd. Het hybridebatterijpakket wordt opgeladen door regeneratief remmen.
(Wielen Verbrandingsmotor & Hybridebatterijpakket)
ODE046122L
ODE046122HO
ODE046128L
ODE046128HO
H7
Starten van het hybridesysteem
1.Neem de Smart Key met u in het voertuig.
2.Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
3.Zet de selectiehendel in stand P (parkeren).
In stand N (neutraal) kunt u het voertuig niet starten.
4.Trap het rempedaal in.
5.Druk op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) of zet het contact in de stand ON.
6.De motor dient gestart te worden zonder het gaspedaal in te trappen. Laat bij extreme kou of wanneer het voertuig een aantal dagen niet is gebruikt de motor warmdraaien zonder het gaspedaal in te trappen.
• Als de Smart Key zich in het voertuig
bevindt maar op enige afstand van u, slaat de motor mogelijk niet aan.
Wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) zich in de stand ACC of ON bevindt, of zet het contact in de stand ACC of ON. Als een van de portieren geopend is, controleert het systeem of de Smart Key aanwezig is. Als de Smart Key zich niet in het voertuig bevindt, verschijnt de waarschuwing "Sleutel niet in het voertuig", en als alle portieren zijn gesloten, klinkt het geluidssignaal ook gedurende ongeveer 5 seconden. Het controlelampje gaat uit wanneer het voertuig rijdt. Houd de Smart Key in het voertuig wanneer hij in de stand ACC staat of de motor van het voertuig aan staat.
Als de startprocedure is gevolgd, gaat op het instrumentenpaneel het symbool READY (klaar) branden.
Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
BRANDSTOFBESPARING en VEILIGE BEDIENING van hybridesysteem
• Rijd zo vloeiend mogelijk.Trek geleidelijk op en houd een houd een constante rijsnelheid aan. Rijd niet volgas weg. Race niet van verkeerslicht naar verkeerslicht.
Vermijd indien mogelijk verkeersopstoppingen. Bewaar altijd voldoende afstand tot uw voorligger, zodat u onnodig remmen kunt voorkomen.
Dat beperkt tevens de slijtage aan het remsysteem.
• Tijdens het decelereren wekt het regeneratief remsysteem energie op.
• Als het hybridebatterijpakket bijna leeg is, laadt het hybridesysteem automatisch het hybridebatterijpakket op.
• Als de motor in de stand N (neutraal) draait, kan het hybridesysteem geen elektriciteit opwekken. Het hybridebatterijpakket kan niet opladen in de stand N (neutraal).
Zie hoofdstuk 6.
DE HYBRIDE AUTO STARTEN (SMART KEY)
H8
AANWIJZING
Als het hybridesysteem in de modus READY (klaar) staat, zal de motor indien nodig automatisch gestart en gestopt worden. Als het systeem is ingeschakeld, brandt op het instrumentenpaneel het symbool READY (klaar).
H9
DE ONDERDELEN VAN DE HYBRIDE AUTO
1. Motor: 1,6 L
2. Elektromotor: 32 kW
3. Transmissie: 6-traps DCT
4. Hybridestartgenerator (Hybrid Starter Generator, HSG)
5. HPCU (Hybrid Power Control Unit)
6. Hoogspanningsbatterijsysteem
7. Generatief remsysteem
8. Virtual Engine Sound-systeem (VESS)
ODEQ016001L
De werkelijke vorm wijkt mogelijk af van de afbeelding.
H10
Het hybridebatterijpakket gebruikt hoogspanning voor de aandrijving van de elektromotor en andere onderdelen. Hoogspanning is gevaarlijk bij aanraking.
Uw voertuig is uitgerust met oranje isolatie en afdekkingen voor de hoogspanningsonderdelen, ter bescherming tegen een elektrische schok. Sommige systeemonderdelen zijn ook voorzien van labels die waarschuwen voor hoogspanning. Wij raden u aan om uw voertuig te laten onderhouden door een officiële Kia­dealer.
WAARSCHUWING
Raak nooit oranje onderdelen of componenten met een hoogspanningslabel aan, zoals draden, kabels en aansluitingen. Beschadigde of verwijderde isolatoren of afdekkingen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Raak bij het vervangen van de zekeringen in de motorruimte de HPCU nooit aan. De HPCU staat onder hoogspanning. Aanraken van de HPCU kan elektrocutie tot gevolg hebben.
ODEQ016002
ODEQ016003
HPCU
HEV-batterijpakket
H11
OPMERKING
• Oefen geen kracht uit en stapel niets boven de achterbank. Dit kan de batterijhouder vervormen, wat gevaarlijk kan zijn of tot verminderde prestaties kan leiden.
• Wees voorzichtig bij het laden van ontvlambare vloeistoffen op de achterbank.
Als de vloeistof lekt en in de hoogspanningsbatterij terechtkomt, kan dit gevaarlijk zijn en tot verminderde prestaties leiden.
• Langdurige blootstelling van een hoogspanningsbatterij aan hoge temperaturen kan leiden tot verminderde batterijprestaties.
Daarom mogen werkzaamheden aan het lakwerk van een auto in een droogcabine niet langer duren dan 30 minuten bij 70°C en 20 minuten bij 80°C.
(Vervolg)
(Vervolg)
• Bij het reinigen van de binnenkant van de motorruimte kan zowel een hogedrukreiniger en het rechtstreeks aanbrengen van water kan kortsluiting van de hoogspanning ontstaan. Dat kan een elektrische schok veroorzaken.
Ook kunnen de onderdelen van het voertuig, met name de elektronische, beschadigd raken en ervoor zorgen dat het voertuig niet meer werkt. Wees altijd voorzichtig wanneer u de binnenkant van de motorruimte reinigt.
WAARSCHUWING
Vermijd, zoals bij alle batterijen, contact tussen een vloeistof en het hybridebatterijpakket.
Als de batterij beschadigd is en elektrolyt in aanraking komt met uw lichaam, kledij of ogen, spoel dan onmiddellijk met een grote hoeveelheid schoon water.
ODEQ016004
Motor
DE ONDERDELEN VAN DE HYBRIDE AUTO (VERVOLG)
H12
WAARSCHUWING
Gebruik geen in de handel verkrijgbare acculader om de hybridebatterij te laden. Dit kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
WAARSCHUWING
- Diep water
• Vermijd diep water, omdat dit kan leiden tot water in uw voertuig en de hoogspanningsonderdelen kan aantasten.
• Raak de hoogspanningsonderdelen in uw voertuig in geen geval aan als uw voertuig tot de helft in water heeft gestaan. Dit kan leiden tot zware brandwonden of een elektrische schok, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
H13
DE ONDERDELEN VAN DE HYBRIDE AUTO (VERVOLG)
WAARSCHUWING
- Vloeistoffen op de achterbank
Laad geen grote hoeveelheden water in open verpakking in het voertuig. Als water in aanraking komt met de HEV-batterij, kan dit leiden tot korsluiting en de batterij beschadigen.
WAARSCHUWING
- Blootstelling aan hoogspanning
• De hoogspanning in het hybridebatterijsysteem is erg gevaarlijk en kan leiden tot zware brandwonden en elektrische schok. Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Voor uw veiligheid: raak, verplaats, demonteer of verwijder in geen geval onderdelen van het hybridebatterijsysteem, zoals kabels en stekkers.
WAARSCHUWING
- Het gebruik van water of vloeistoffen
Als water of een vloeistof in aanraking komt met onderdelen van het hybridesysteem en u ook in aanraking komt met het water, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel door elektrocutie.
WAARSCHUWING
- Hete onderdelen
Als het hybdridebatterijsysteem operationeel is, kan het HEV­batterijpakket heet zijn. Zelfs contact met geïsoleerde onderdelen van het HEV-systeem kan leiden tot brandwonden.
OPMERKING - De motor
reinigen
Gebruik voor het reinigen van de motorruimte geen water. Water kan elektrische vonken veroorzaken en elektronische onderdelen beschadigen.
H14
Veiligheidsstekker
De veiligheidsstekker bevindt zich onder de achterbank.
Bijzondere kenmerken van het hybride voertuig.
Hybride voertuigen klinken anders dan voertuigen met een benzinemotor. Als het hybridebatterijpakket operationeel is, kan een geluid van het hybridebatterijpakket achter de achterbank hoorbaar zijn. Als u het gaspedaal snel intrapt, kan een geluid hoorbaar zijn. Als u het rempedaal intrapt, kan een geluid van het regeneratieve remsysteem hoorbaar zijn. Wanneer het hybridesysteem in- of uitgeschakeld wordt, kan een geluid hoorbaar zijn in de motorruimte. Als u het rempedaal herhaaldelijk intrapt wanneer het hybridesysteem ingeschakeld is, kan een geluid hoorbaar zijn in de motorruimte. Geen van deze geluiden duidt op een probleem.
Het zijn kenmerken van hybride voertuigen.
Wanneer het hybridesysteem ingeschakeld wordt, kan de motor draaien. Dit wijst niet op een storing. Als het symbool READY (klaar) oplicht, draait het hybridesysteem. Zelfs als de benzinemotor is uitgeschakeld, kunt u met het voertuig rijden.
Het HEV-systeem kan elektromagnetische golven uitzenden die mogelijk de prestatie verstoren van elektronische apparaten die geen deel uitmaken van het voertuig, zoals laptops.
Als het voertuig voor lange tijd geparkeerd staat, zal het hybridesysteem ontladen. U moet enkele keren per maand met het voertuig rijden om een bepaalde ladingstoestand te houden.
Als u het hybridesysteem opstart in de stand P (parkeren), licht op het instrumentenpaneel het symbool READY (klaar) op. U kunt zelfs met het voertuig rijden als de motor is uitgeschakeld.
ODEQ016006
GEVAAR
Raak de veiligheidsstekker onder de achterbank nooit aan. De veiligheidsstekker is verbonden met het hoogspanningssysteem van het hybridebatterijpakket. Het aanraken van de veiligheidsstekker kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. Werkplaatspersoneel moet de procedure uit het werkplaatshandboek volgen.
WAARSCHUWING
U moet het hybridesysteem uitschakelen als u het voertuig verlaat. Als u per toeval het gaspedaal intrapt en het voertuig niet in de stand P (parkeren) staat, zal het voertuig accelereren.
Dit kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
H15
Virtual Engine Sound-systeem (VESS)
Het Virtual Engine Sound-systeem genereert motorgeluid, zodat voetgangers het voertuig horen aankomen als hij met lage snelheid in de EV-modus rijdt.
Luchttoevoer van de hybridebatterij
De luchttoevoer van de hybridebatterij bevindt zich aan de onderkant van de achterbank. De luchttoevoer koelt de hybridebatterij.
Als de luchttoevoer van de hybridebatterij wordt geblokkeerd, kan de hybridebatterij oververhit geraken. Plaats geen objecten voor de luchttoevoer.
WAARSCHUWING
- Luchttoevoer
• Als de luchttoevoer achter de achterbank geblokkeerd wordt, kan de HEV-batterij beschadigd raken.
• Er mag geen water in de luchttoevoer komen, ook niet tijdens het reinigen. Water in de luchttoevoer kan een elektrische schok veroorzaken, wat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel door elektrocutie.
ODEQ016007
DE ONDERDELEN VAN DE HYBRIDE AUTO (VERVOLG)
H16
Bij een ongeval
• Vermijd de motorruimte
• Raak geen oranje of hoogspanningsdraden, -kabels of ­onderdelen aan.
• Ga ervan uit dat een hoogspanningsonderdeel blootligt en ga zo snel mogelijk weg van het voertuig.
• Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie over slepen.
WAARSCHUWING
• Parkeer het voertuig en zet de selectiehendel in stand P (parkeren). Schakel het hybridesysteem uit door op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) te drukken.
• Raak voor uw eigen veiligheid geen hoogspanningskabels, stekkers en modules van het pakket aan.
Hoogspanningscomponenten zijn oranje.
• In of buiten het voertuig kunnen blootliggende kabels of draden zichtbaar zijn. Raak de draden en kabels nooit aan, anders kunt u een elektrische schok krijgen, wat tot ernstig of dodelijk letsel kan leiden.
• Om een kleine brand in de hoogspanningsbatterij te blussen, kunnen de volgende technieken worden toegepast:
(Vervolg)
(Vervolg)
- Droge chemicaliën
- CO2
- Grote hoeveelheden water
- Normaal schuim Gebruik bij een grote brand in de
hoogspanningsbatterij deze blusmethoden:
- Grote hoeveelheden water
- Nevel
- Normaal schuim
• Zie hoofdstuk 7 als uw voertuig moet worden gesleept.
H17
WAARSCHUWING
Bij een ongeval:
1. Breng het voertuig tot stilstand en zet de selectiehendel in stand P (parkeren). Activeer vervolgens de parkeerrem.
2. Schakel het hybridesysteem uit door op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) te drukken.
3. Begeef u naar een veilige plaats.
4. Bel hulpdiensten voor hulp en laat hen weten dat het voertuig een hybride voertuig is.
Raak geen hoogspanningskabels, stekkers en modules van het pakket aan.
Hoogspanningscomponenten zijn oranje.
In of buiten het voertuig kunnen blootliggende kabels of draden zichtbaar zijn. Raak de draden en kabels nooit aan, anders kunt u een elektrische schok krijgen, wat tot ernstig of dodelijk letsel kan leiden.
WAARSCHUWING
In geval van brand:
1. Breng het voertuig tot stilstand, zet de selectiehendel in stand P (parkeren) en activeer vervolgens de parkeerrem. Open indien mogelijk de ruiten om rook van een brand naar buiten te laten gaan.
2. Schakel het hybridesysteem uit
door op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) te drukken.
3. Verlaat het voertuig en begeef u
naar een veilige plaats.
4. Bel hulpdiensten voor hulp en
laat hen weten dat het voertuig een hybride voertuig is.
Als u een brandblusser hebt, blus de brand dan voorzichtig.
Raak geen hoogspanningskabels, stekkers en modules van het pakket aan. Hoogspanningscomponenten zijn oranje.
In of buiten het voertuig kunnen blootliggende kabels of draden zichtbaar zijn. Raak de draden en kabels nooit aan, anders kunt u een elektrische schok krijgen, wat tot ernstig of dodelijk letsel kan leiden.
WAARSCHUWING
Als uw voertuig ondergedompeld is geweest in water:
Probeer het hybridesysteem niet te starten als uw voertuig in te diep water terechtgekomen is, waardoor de vloerbedekking doorweekt is of er water op de bodemplaat staat.
Raak nooit hoogspanningskabels, stekkers en modules van het pakket aan, anders kunt u een elektrische schok krijgen, wat tot ernstig of dodelijk letsel kan leiden. Hoogspanningskabels zijn oranje.
We raden aan om het voertuig naar een officiële Kia-dealer te laten vervoeren.
DE ONDERDELEN VAN DE HYBRIDE AUTO (VERVOLG)
H18
Als de hybride voertuig stopt
Wanneer de hoogspanningsbatterij of 12V-batterij leeggeraakt, of de benzinetank leeg is, werkt het hybridesysteem mogelijk niet.
Als het hybridesysteem stopt terwijl het voertuig rijdt, vertraag dan geleidelijk. Zet uw voertuig zo snel mogelijk langs de kant van de weg op een veilige plaats, zet de selectiehendel in stand P (parkeren) en:
1. Schakel de alarmknipperlichten in.
2. Zet de startknop op OFF en probeer het hybridesysteem te starten door het rempedaal in te trappen en op de START-knop te drukken.
3. Zie "STARTEN IN NOODGEVALLEN" in hoofdstuk 7 indien het hybridesysteem niet start.
Controleer het brandstofpeil voor u het voertuig probeert te starten met een hulpaccu. Als het brandstofpeil laag is, voeg brandstof toe voor u probeert te starten met een hulpaccu.
WAARSCHUWING
- Bij een ongeval
Raak nooit elektrische draden of kabels aan. Als blootliggende elektrische draden of kabels in of buiten het voertuig zichtbaar zijn, kunt u een elektrische schok krijgen.
WAARSCHUWING
- Brand blussen
Gebruik nooit water om een brand in uw voertuig te blussen. Verlaat het voertuig bij brand onmiddellijk en waarschuw de brandweer.
Introductie
Gebruik van dit instructieboekje . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Vereiste brandstof. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
• Benzinemotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3
Instructies voor het rijden met de auto . . . . . . . . . 1-5
Inrijprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-6
Aandrijflijn HEV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-6
1
Introductie
21
Wij willen u helpen om het meeste rijplezier van uw auto te krijgen. Het instructieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beperken, moet u met name de gedeeltes met WAARSCHUWING en OPMERKING door het gehele instructieboekje lezen.
De afbeeldingen vormen een waardevolle aanvulling op de tekst. In uw instructieboekje vindt u informatie over de kenmerken, over belangrijke veiligheidsaspecten en over het rijden onder diverse omstandigheden.
De algemene indeling van het instructieboekje vind u in de INHOUDSOPGAVE. De index vormt een goede ingang om de gewenste passage te vinden.
Hoofdstukken: Dit instructieboekje heeft negen hoofdstukken en een index. Elk hoofdstuk begint met een korte inhoudsopgave, zodat u direct kunt zien of het gewenste hoofdstuk de gewenste informatie bevat.
U vindt verschillende WAARSCHU
-
WINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN in dit instructieboekje. Deze dienen ter vergroting van uw persoonlijke veiligheid. Lees ALLE procedures en aanbevelingen in deze WAARSCHUWINGEN, OPMERKINGEN en AANWIJZINGEN nauwkeurig door en neem ze in acht.
AANWIJZING
OPMERKING geeft aan dat er interessante of nuttige informatie wordt gegeven.
GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE
WAARSCHUWING
Een WAARSCHUWING wijst u erop bijzonder voorzichtig te zijn ter voorkoming van schade en ernstig letsel.
OPMERKING
Informatie waar VOORZICHTIG bij staat, dient ervoor om te voorkomen dat u een fout maakt waardoor uw auto beschadigd zou kunnen raken.
13
Introductie
Benzinemotor
Loodvrij
Europa
Voor optimale prestaties van uw auto raden wij aan om ongelode benzine met een octaangetal (RON) hoger dan 95/AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te tanken.
U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden. (Gebruik geen brandstoffen die methanol bevatten.)
Buiten Europa
Gebruik voor uw nieuwe Kia uitsluitend loodvrije benzine met een octaangetal van RON 91/AKI 87 of hoger. (Gebruik geen brandstoffen die methanol bevatten.)
Bij gebruik van LOODVRIJE BENZINE zijn de prestaties maximaal en de uitlaatgassen het schoonst en wordt vervuiling van de bougies tegengegaan.
Loodhoudende benzine (indien van toepassing)
In sommige landen moet er lood- houdende benzine worden gebruikt. Neem contact op met een officiële Kia­dealer om te informeren of uw auto geschikt is voor het gebruik van loodhoudende benzine.
Het vereiste octaangetal voor lood
-
houdende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.
VEREISTE BRANDSTOF
WAARSCHUWING
• Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool automatisch is afgeslagen.
• Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen van brandstof in geval van een aanrijding te voorkomen.
OPMERKING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Loodhoudende benzine is schadelijk voor de katalysator en de lambdasensor van het motor
-
regelsysteem en zal de emissie- regeling nadelig beïnvloeden.
Voeg nooit brandstofadditieven producten toe aan het brandstof
-
systeem. (We adviseren u contact op te nemen met een officiële Kia­dealer.)
Introductie
41
Benzine die alcohol en methanol bevat
In sommige landen is naast benzine ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan 10% ethanol en gebruik geen benzine of mengsel dat methanol bevat. Deze brandstoffen kunnen rijproblemen en schade aan het brandstofsysteem veroorzaken.
Gebruik gasohol niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
Schade aan de auto of rijproblemen vallen mogelijk niet onder de fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10% ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine.
Andere brandstoffen
Het gebruik van brandstoffen als
- Brandstof die silicium (Si) bevat
- Brandstof die MMT (mangaan, Mn) bevat
- Brandstof die ferroceen (Fe) bevat
- Brandstoffen met andere metaal
-
achtige toevoegingen kunnen schade aan de auto en de motor veroorzaken en de volgende zaken kunnen zich voordoen: verstopping, overslaan, slechte acceleratie, afslaan van de motor, oververhitting van de katalysator, abnormale corrosie, kortere levensduur, enz. Ook gaat mogelijk het controlelampje motor- management (MIL) branden.
AANWIJZING
Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door het gebruik van deze brandstoffen.
Gebruik van MTBE
Geadviseerd wordt geen brandstof in uw auto te gebruiken die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
Brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MBTE (zuurstofmassa 2,7%) bevat kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en dampvorming of slecht aanslaan veroorzaken.
OPMERKING
Gebruik nooit benzinemengsels die methanol bevatten. Gebruik gasoholproducten niet langer wanneer er rijproblemen optreden.
OPMERKING
Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of het verhelpen van problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door brandstof die methanol bevat of brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MTBE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuurstofmassa 2,7%) bevat.
15
Introductie
Gebruik geen methanol
Uw auto is niet geschikt voor het gebruik van methanol (methylalcohol). Dit type brandstof heeft een negatieve invloed op de prestaties van uw auto en kan schade aan het brandstofsysteem, motorregel- systeem en emissieregelsysteem veroorzaken.
Brandstofadditieven
Kia raadt u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van RON (Research Octane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger (Europa) of een octaangetal van RON (Research Octane Number) 91/AKI (Anti Klop Index) van 87 of hoger (behalve Europa).
Klanten die niet de beschikking hebben over kwalitatief hoogwaardige brandstoffen met de juiste additieven wordt geadviseerd elke 15.000 km (Europa)/10.000 km (behalve Europa) een fles additieven toe te voegen aan de brandstoftank als er problemen zijn met het starten of soepel ronddraaien van de motor. Bij uw officiële Kia-dealer zijn additieven verkrijgbaar met de daarbij behorende gebruiksinstructies. Gebruik geen andere additieven.
Rijden in het buitenland
Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan:
• Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in dat land geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot registratie en verzekering.
• Informeer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
Een onjuiste bediening van de auto kan ertoe leiden dat u de macht over het stuur kwijtraakt, dat u betrokken raakt bij een ongeval of dat de auto over de kop slaat.
Door het specifieke ontwerp (grotere bodemvrijheid, kleinere spoorbreedte, enz.) ligt het zwaartepunt hoger dan bij andere soorten personenauto's. Deze auto is dus niet ontworpen om met dezelfde snelheid als conventionele auto's met tweewielaandrijving bochten te nemen. Neem scherpe bochten voorzichtig en voer geen abrupte manoeuvres uit. Anders kunt u de macht over het stuur kwijtraken of kan de auto over de kop slaan. Lees de
aanwijzingen voor het rijden onder "Verkleinen van de kans op over de kop slaan" in hoofdstuk 6 van dit instructieboekje.
INSTRUCTIES VOOR HET RIJDEN MET DE AUTO
Introductie
61
U hoeft de auto niet gedurende een bepaalde periode in te rijden. U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1.000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto in positieve zin beïnvloeden.
• Voer het toerental van de motor niet te hoog op.
• Zorg ervoor dat het toerental van de motor (omw/min of omwentelingen per minuut) tijdens het rijden niet hoger wordt dan 3.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger.
U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen gedurende de eerste 1000 km de prestaties, het brandstofverbruik en de levensduur van uw auto verbeteren.
• Rijd niet met een te hoog motortoerental.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.
INRIJPROCEDURE AANDRIJFLIJN HEV
Uw auto in één oogopslag
Overzicht exterieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2
Interieur, overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Dashboard, oversicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
2
Uw auto in één oogopslag
22
OVERZICHT EXTERIEUR
1. Motorkap ...............................................4-28
2. Koplamp (Kenmerken van uw auto)....4-102
Koplamp (Onderhoud)...........................8-84
3. Motorvoertuigverlichting overdag
(MVO)..................................................4-102
4. Mistlamp.....................................4-106, 8-88
5. Wielen en banden...................8-49, 9-5, 9-6
6. Buitenspiegels.......................................4-42
7. Schuif-/kanteldak...................................4-33
8. Ruitenwisserbladen voor
(Kenmerken van uw auto)...................4-108
Ruitenwisserbladen voor (Onderhoud)..8-41
9. Ruiten....................................................4-23
10. Toets parkeerhulpsysteem...................4-95
11. Bagagerek.........................................4-154
ODE016001
Vooraanzicht
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
23
Uw auto in één oogopslag
1. Portiersloten ..........................................4-16
2. Tankdopklep ..........................................4-30
3. Achterlichtunit (Onderhoud) ..................8-84
4. Derde remlicht (Onderhoud) .................8-91
5. Achterklep .............................................4-20
6. Antenne...................................................5-2
7. Achterruitenwisser en
achteruitrijcamera ....................4-112, 4-100
8. Parkeerhulpsysteem (achter) .......4-91, 4-95
ODE016002
Achteraanzicht
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Loading...
+ 570 hidden pages