GEBRUIKSAANWIJZING
MULTI-BANDZENDONTVANGTOESTELVOORALLESTANDEN
TS-2000
TS-2000X
TS-B2000
KENWOOD CORPORATION
© B62-1226-00 (E)
09 08 07 06 05 04 03 02 01 00
HARTELIJK DANK
HARTELIJK DANK
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit TS-2000(X)/ TS-B2000- zendontvangtoestel van KENWOOD. Het apparaat werd ontwikkeld door een team van ingenieurs die zich volledig inzetten voor het uitstekende prestatievermogen en de innovatie waar zendontvangtoestellen van KENWOOD om bekend staan.
Dit zendontvangtoestel heeft digitale signaalverwerkings (DSP) units voor de verwerking van IFen AF-signalen. Dankzij deze DSP-technologie zorgt de TS-2000(X)/ TS-B2000 voor een betere ruisreductie en wordt de kwaliteit van het geluid dat u uitzendt zonder bijkomende analoge filters verbeterd. U merkt het verschil wanneer u QRM en QRN probeert tegen te gaan. Wanneer u dit zendontvangtoestel leert te gebruiken, zult u merken dat KENWOOD probeert om haar producten gebruikersvriendelijk te maken. Telkens wanneer u bijvoorbeeld het Menunummer in de Menustand wijzigt, ziet u scrollende berichten op het display, die u over uw selectie informeren.
Ook al is dit apparaat gebruikersvriendelijk, toch is het een technisch geavanceerd toestel, en het kan zijn dat het functies heeft die u niet eerder heeft gebruikt. Beschouw deze handleiding als een persoonlijke instructiecursus door de ontwerpers. Leer het apparaat aan de hand van de handleiding te gebruiken en gebruik de handleiding daarna als referentiemateriaal.
KENMERKEN
•Werking in alle standen, van HF tot 1,2 GHz (TS-2000/ TS-B2000 apart verkrijgbaar) amateurradioband met DSP-functies.
•Dubbele digitale signaalverwerkings (DSP) units op hoge snelheid.
•Instelbare DSP-filterfrequenties.
•Snelle automatische gevoeligheidsregeling (AGC).
•Een secundaire onafhankelijke ontvanger voor de 144 MHz en 430 (440) MHz banden (alleen in de FMen AM-stand).
•Een ingebouwde antennetuner voor de HF/ 50 MHz band.
•Een ingebouwde 9600/ 1200 bps TNC voor DX pakketclusters toon (P.C.T.) en Sky Command II+.
•DX-pakketclusters toon (P.C.T.) voor gegevensuitwisselingsschommelingen.
•Communicatietoets voor Instant Satelliet.
•Een vlijmscherp DSP-filter voor max. 50 Hz voor de CW-functie.
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES
Nadat u het zendontvangtoestel zorgvuldig heeft uitgepakt, moet u de voorwerpen identificeren die in de tabel staan beschreven. Wij raden u aan om de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren, in geval u het zendontvangtoestel ooit opnieuw moet inpakken.
|
Onderdeel- |
Hoeveelheid |
||
Accessoire |
|
|
||
nummer |
TS-2000 |
TS-B2000 |
||
|
|
TS-2000X |
||
Microfoon |
T91-0352-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
Gelijkstroomkabel |
E30-3157-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
7-pin DIN-stekker |
E07-0751-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
8-pin DIN-stekker |
E07-0851-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
13-pin DIN-stekker |
E07-1351-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
Zekering (25 A) |
F05-2531-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
Zekering (4 A) |
F06-4027-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
Schroevenset |
N99-2024-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
Afstandsring voor |
G11-2698-XX |
4 |
4 |
|
MB-430 |
||||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
Lijnfilter 1 |
L79-1408-XX |
1 |
1 |
|
Opsluitband 1 |
J61-0307-XX |
1 |
1 |
|
CD-ROM |
T93-0123-XX |
— |
1 |
|
|
|
|
|
|
Gebruiksaanwijzing |
B62-1226-XX |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
B52-0614-XX |
1 |
1 |
|
Schematische en |
B52-0616-XX |
1 |
1 |
|
blokdiagrammen |
B52-0617-XX |
1 |
1 |
|
|
B52-0618-XX |
1 |
1 |
|
|
B46-0469-XX |
|
|
|
Garantiekaart |
(K-type) of |
1 |
1 |
|
B46-0310-XX |
||||
|
|
|
||
|
(Alle E-types) |
|
|
|
|
|
|
|
|
1 Alleen E- en E2-types |
|
|
|
GEBRUIKTE CONVENTIES
De onderstaande conventies worden gebruikt om de instructies te vereenvoudigen en om onnodige herhalingen te voorkomen.
Instructie |
Actie |
Druk op [TOETS]. TOETS indrukken en loslaten.
Houdt TOETS1 ingedrukt, druk daarna op TOETS2. Als er meer
Druk op dan twee toetsen zijn, houd elke [TOETS1]+[TOETS2]. toets dan om de beurt ingedrukt,
totdat ook de laatste toets ingedrukt is.
Druk op
Druk TOETS1 even in, TOETS1
[TOETS1], [TOETS2].
loslaten, daarna TOETS2 indrukken.
|
|
|
Met de zendontvanger UIT, |
|||
Druk op |
houd TOETS ingedrukt, zet |
|||||
vervolgens de zendontvanger |
||||||
[TOETS]+[ |
|
]. |
||||
|
AAN door op [ |
|
] (STROOM) te |
|||
|
|
|
|
|||
|
|
|
drukken. |
N-i
MODELLEN DIE IN DEZE HANDLEIDING STAAN BESCHREVEN
De onderstaande modellen staan in deze handleiding beschreven.
TS-2000: HF/ VHF/ UHF Multi-band zendontvangtoestel voor alle standen
TS-2000X: HF/ VHF/ UHF 1,2 GHz Multi-band zendontvangtoestel voor alle standen
TS-B2000: HF/ VHF/ UHF Multi-band zendontvangtoestel voor alle standen
Voor de TS-B2000 kunt u on-line hulp raadplegen over de werking en besturing van het zendontvangtoestel. Lees pagina’s 2, 3 en 13 voor de installatie en voor informatie over de contacten.
MARKTCODES
K-type: Amerika
E-type: Europa
E2-type: Spanje
De marktcode staat op de verpakking.
Lees de specificaties {pagina 105} voor informatie over de beschikbare werkingsfrequenties.
N-ii
VOORZORGSMAATREGELEN
De volgende voorzorgsmaatregelen voorkomen brand, persoonlijk letsel en schade aan het zendontvangtoestel:
•Het zendontvangtoestel alleen aansluiten op een stroombron die in deze handleiding staat beschreven, of die op het apparaat zelf staat genoteerd.
•Routeer de stroomkabels op een veilige manier. Zorg ervoor dat niemand over de snoeren kan lopen en dat er geen voorwerpen op of tegen de snoeren drukken. Wees vooral voorzichtig op plaatsen vlakbij contactdozen, liggende stopcontacten en de invoercontacten van het apparaat.
•Zorg er voor dat er geen voorwerpen of vloeistoffen via de openingen in het zendontvangtoestel terechtkomen. Metalen voorwerpen, zoals haarspelden of naalden, die in het apparaat terechtkomen, kunnen de voltagespanning raken en ernstige elektrische schokken veroorzaken. Laat kinderen nooit voorwerpen in het zendontvangtoestel steken.
•Zorg ervoor dat er nooit met de aardverbinding en met de elektrische polarisatie van het apparaat geknoeid wordt; blijf vooral van het stroomsnoer af.
•Alle buitenantennes voor dit apparaat moeten op een goedgekeurde manier geaard worden. Een aardverbinding biedt bescherming tegen spanningstoten die door bliksem worden veroorzaakt. De verbinding vermindert ook het risico van te veel statische elektriciteit.
VOORBEELD VAN ANTENNE-AARDING
INGANGSSNOER
VOOR DE ANTENNE
AARDVERBIN-
DINGSKLEM
UITGANGSTOESTEL
VOOR DE ANTENNE
AARDINGS-
GELEIDERS
AARDVERBINDINGSKLEM
ELEKTRISCHE SERVICEAPPARATUUR ELEKTRODESYSTEEM
VOOR STROOMAARDING
•De minimum aanbevolen afstand tussen een buitenantenne en spanningskabels is anderhalf maal de verticale lengte van de constructie waar de antenne op vast zit. Deze afstand zorgt er voor dat er genoeg afstand tussen de antenne en de spanningskabels is, mocht de steunconstructie falen.
•Plaats het zendontvangtoestel zo, dat de ventilatie niet wordt gestoord. Plaats geen boeken of andere apparaten op het zendontvangtoestel, waardoor de luchtstroom wordt geblokkeerd. Laat een afstand van minstens 10 cm tussen de achterkant van het apparaat en de muur of de bureauplank.
•Het zendontvangtoestel niet in de buurt van water of in vochtige ruimtes gebruiken. Gebruik het niet naast een bad, wasbak, zwembad of in een vochtige kelder of zolder.
•Vaak betekent een vreemde geur of rook dat er problemen zijn. Zet het toestel onmiddellijk UIT en trek het stroomsnoer eruit. Neem voor advies contact op met een reparatiedienst van KENWOOD of met uw dealer.
•Plaats het zendontvangtoestel niet in de buurt van warmtebronnen, zoals een verwarming, gastoestel, versterker of andere apparaten die grote hoeveelheden warmte produceren.
•Gebruik geen vluchtige oplosmiddelen zoals alcohol, verfverdunner, benzine of benzeen om de buitenkant van het zendontvangtoestel schoon te maken. Gebruik een schone doek met warm water of een zachte zeepoplossing.
•Haal de stekker uit het stopcontact wanneer het zendontvangtoestel langere tijd niet wordt gebruikt.
•Verwijder de omkasting van het zendontvangtoestel alleen om accessoires te installeren, zoals dat in deze handleiding of in de handleiding van de accessoires staat beschreven. Volg de instructies zorgvuldig op om elektrische schokken te vermijden. Als u dit soort werk niet vaak doet, vraag dan of een ervaren persoon u kan helpen, of laat een professionele reparateur de taak verrichten.
•Ga naar een erkende reparateur indien:
a)Het stroomsnoer of de stekker is beschadigd.
b)Voorwerpen of vloeistoffen in het zendontvangtoestel zijn terechtgekomen.
c)Het zendontvangtoestel aan regen heeft blootgestaan.
d)Het zendontvangtoestel niet goed werkt of de werking ernstig is verslechterd.
e)Het zendontvangtoestel is gevallen of de behuizing is beschadigd.
N-iii
INHOUDSOPGAVE
HARTELIJK DANK ............................................................. |
i |
|
KENMERKEN .................................................................... |
|
i |
BIJGELEVERDE ACCESSOIRES ...................................... |
i |
|
GEBRUIKTE CONVENTIES .............................................. |
i |
|
MODELLEN DIE IN DEZE HANDLEIDING STAAN |
|
|
BESCHREVEN |
................................................................. |
ii |
MARKTCODES |
................................................................. |
ii |
VOORZORGSMAATREGELEN ....................................... |
iii |
|
HOOFDSTUK 1 |
INSTALLATIE |
|
ANTENNE AANSLUITEN ................................................. |
1 |
|
AARDVERBINDING ......................................................... |
1 |
|
BESCHERMING TEGEN BLIKSEM ................................. |
1 |
|
GELIJKSTROOMVERBINDING ....................................... |
2 |
|
AFSLUITBOOM GEBRUIKEN (ALLEEN TS-2000(X)) ...... |
2 |
|
ZEKERINGEN VERVANGEN ........................................... |
2 |
|
VERBINDING VAN DE ACCESSOIRES ........................... |
3 |
|
VOORPANEEL ............................................................ |
3 |
|
Koptelefoon (PHONES) .......................................... |
3 |
|
Microfoon (MIC) ..................................................... |
3 |
|
ACHTERPANEEL ........................................................ |
3 |
|
Externe luidsprekers (EXT.SP1/ EXT.SP2) ............. |
3 |
|
CW-toetsen (PADDLE en KEY) .............................. |
3 |
|
HOOFDSTUK 2 EERSTE QSO (HF/ 50 MHz BAND) |
|
|
ONTVANGEN .............................................................. |
4 |
|
UITZENDEN |
................................................................ |
5 |
HOOFDSTUK 3 EERSTE QSO (VHF/ UHF BAND) |
|
|
ONTVANGEN .............................................................. |
6 |
|
UITZENDEN |
................................................................ |
7 |
HOOFDSTUK 4 UW TOESTEL LEREN KENNEN |
|
|
VOORPANEEL ................................................................. |
|
8 |
ACHTERPANEEL ........................................................... |
13 |
|
DISPLAY ......................................................................... |
|
14 |
MICROFOON .................................................................. |
|
17 |
HOOFDSTUK 5 |
BASISWERKING |
|
TOESTEL AAN EN UIT ZETTEN .................................... |
18 |
|
VOLUME REGELEN ....................................................... |
18 |
|
AUDIO FREQUENTIE (AF)-VERHOGING ................. |
18 |
|
RADIO FREQUENTIE (RF)-TOENAME ..................... |
18 |
|
VFO A OF VFO B KIEZEN .............................................. |
18 |
|
BAND SELECTEREN ..................................................... |
18 |
|
STAND KIEZEN .............................................................. |
19 |
|
RUISBLOKKERING BIJSTELLEN .................................. |
19 |
|
FREQUENTIE KIEZEN ................................................... |
19 |
|
VOORPANEELMETER ................................................... |
19 |
|
UITZENDEN ................................................................... |
|
20 |
UITZENDVERMOGEN KIEZEN ................................. |
20 |
|
MICROFOONVERSTERKING ................................... |
20 |
|
HOOFDSTUK 6 MENU-INSTELLING |
|
|
WAT IS EEN MENU? ...................................................... |
21 |
|
MENU A/ MENU B ........................................................... |
21 |
|
TOEGANG TOT HET MENU ........................................... |
21 |
SNELMENU .................................................................... |
|
21 |
SNELMENU PROGRAMMEREN .............................. |
21 |
|
SNELMENU GEBRUIKEN .......................................... |
21 |
|
MENU-CONFIGURATIE .................................................. |
22 |
|
ALFABETISCHE FUNCTIELIJST ................................... |
26 |
|
HOOFDSTUK 7 |
BASISCOMMUNICATIE |
|
SSB-UITZENDING .......................................................... |
28 |
|
FM-UITZENDING ............................................................ |
28 |
|
AM-UITZENDING ............................................................ |
29 |
|
SMALLE BANDBREEDTE VOOR FM ............................ |
29 |
|
SMALLE BANDBREEDTE VOOR AM ............................ |
29 |
|
CW-UITZENDING ........................................................... |
30 |
|
AUTO-NULSLAGFUNCTIE ....................................... |
30 |
|
TX ZIJTOON/ RX PITCH-FREQUENTIE ................... |
30 |
|
HOOFDSTUK 8 |
BETERE COMMUNICATIE |
|
GESPLITSTE FREQUENTIE .......................................... |
31 |
|
TF-SET (INSTELLING UITZENDFREQUENTIE) ....... |
31 |
|
FM-LIJNVERSTERKER .................................................. |
32 |
|
OFFSET PROGRAMMEREN .................................... |
32 |
|
Offset-richting kiezen ............................................. |
32 |
|
Offset-frequentie kiezen ....................................... |
32 |
|
TOON UITZENDEN .................................................... |
33 |
|
Toonfunctie activeren ............................................ |
33 |
|
Toonfrequentie kiezen ........................................... |
33 |
|
Continue of een salvotoon kiezen ......................... |
33 |
|
1750 Hz toon uitzenden ....................................... |
33 |
|
AUTOMATISCHE LIJNVERSTERKER-OFFSET ....... |
34 |
|
OMKERINGSFUNCTIE .............................................. |
34 |
|
AUTOMATISCHE SIMPLEXCONTROLE (ASC) ............. |
34 |
|
TOONFREQUENTIE ID-SCAN .................................. |
34 |
|
FM CTCSS ...................................................................... |
|
35 |
CTCSS FREQUENTIE ID-SCAN ............................... |
35 |
|
FM DCS .......................................................................... |
|
36 |
DCS CODE ID-SCAN ................................................. |
36 |
|
HOOFDSTUK 9 |
COMMUNICATIEHULPMIDDELEN |
|
ONTVANGEN .................................................................. |
|
37 |
FREQUENTIE KIEZEN ............................................... |
37 |
|
Directe frequentie-invoer ...................................... |
37 |
|
Stappen van 1 MHz gebruiken ............................. |
37 |
|
Snelle QSY ........................................................... |
37 |
|
Fijnafstelling .......................................................... |
38 |
|
Vereffening van de VFO-frequenties (A=B) ........... |
38 |
|
RIT (ONTVANGST INCREMENTELE |
|
|
AFSTEMMING) .......................................................... |
38 |
|
AGC (AUTOMATISCHE |
|
|
GEVOELIGHEIDTIJDINSTELLING) .......................... |
38 |
|
UITZENDEN ................................................................... |
|
39 |
VOX (MET DE STEM BEDIENDE UITZENDING) ...... |
39 |
|
Microfoon-inputniveau ........................................... |
39 |
|
Vertragingstijd ....................................................... |
39 |
|
STEMVERWERKER ................................................... |
40 |
|
XIT (INCREMENTELE UITZENDAFSTEMMING) ...... |
40 |
|
UITZENDSIGNAALFUNCTIES INSTELLEN .............. |
41 |
|
TX-filterbandbreedte (SSB/ AM) ........................... |
41 |
|
TX-equalizer (SSB/ FM/ AM) ................................ |
41 |
|
UITZENDBLOKKERING ............................................. |
41 |
N-iv
TIJDENS DE UITZENDING VAN FREQUENTIE |
|
WISSELEN ................................................................. |
41 |
CW ONDERBREKIINGSTIJD ......................................... |
42 |
SEMI-ONDERBREKINGSTIJD EN VOLLEDIGE |
|
ONDERBREKINGSTIJD GEBRUIKEN ...................... |
42 |
ELEKTRONISCH TOETSENBLOK ................................ |
42 |
INTOETSSNELHEID VERANDEREN ........................ |
42 |
AUTOMATISCHE WEGING ....................................... |
42 |
Omgedraaide intoetswegingsverhouding .............. |
42 |
BUG-INTOETSFUNCTIE ............................................ |
43 |
CW-BERICHTGEHEUGEN ....................................... |
43 |
CW-berichten opslaan ........................................... |
43 |
Naar CW-berichten luisteren zonder uitzenden ..... |
43 |
CW-berichten uitzenden ....................................... |
43 |
Pauzetijd tussen de berichten veranderen ............ |
44 |
Zijtoonvolume regelen ........................................... |
44 |
Toetsaanslagen invoegen ..................................... |
44 |
FREQUENTIECORRECTIE VOOR CW .................... |
44 |
AUTOMATISCHE CW TX IN DE SSB-STAND ........... |
44 |
HOOFDSTUK 10 SECUNDAIR ONTVANGTOESTEL |
|
SECUNDAIR ONTVANGTOESTEL ................................ |
45 |
TXEN CONTROLE BAND ............................................. |
45 |
TX-BAND .................................................................... |
45 |
CONTROLE BAND ..................................................... |
45 |
ONTVANGEN .................................................................. |
45 |
SECUNDAIRE ONTVANGTOESTEL ACTIVEREN .... |
45 |
SECUNDAIRE ONTVANGTOESTEL REGELEN ....... |
45 |
BAND SELECTEREN ................................................. |
45 |
AUDIO FREQUENTIE (AF)-VERSTERKING |
|
INSTELLEN ................................................................ |
46 |
RUISBLOKKERING INSTELLEN ............................... |
46 |
FREQUENTIE KIEZEN ............................................... |
46 |
PANEELMEETAPPARAAT VAN HET SECUNDAIRE |
|
ONTVANGTOESTEL .................................................. |
46 |
STAND VOOR HET SECUNDAIRE |
|
ONTVANGTOESTEL KIEZEN ................................... |
46 |
FM CTCSS ................................................................. |
46 |
FM DCS ...................................................................... |
46 |
TOONFREQUENTIE ID-SCAN .................................. |
46 |
DCS CODE ID-SCAN ................................................. |
46 |
VERZWAKKER ........................................................... |
47 |
VOORVERSTERKER ................................................. |
47 |
DUBBELE BANDBEWAKING .................................... |
47 |
SCANNEN .................................................................. |
47 |
RUISVERMINDERING ............................................... |
47 |
UITZENDEN ................................................................... |
47 |
UITZENDVERMOGEN KIEZEN ................................. |
47 |
MICROFOONVERSTERKING ................................... |
47 |
FM-LIJNVERSTERKER .............................................. |
47 |
OMKERINGSFUNCTIE .............................................. |
47 |
AUTOMATISCHE SIMPLEXCONTROLE (ASC) ........ |
48 |
TOON UITZENDEN .................................................... |
48 |
GEHEUGEN ................................................................... |
48 |
HOOFDSTUK 11 SPECIALE COMMUNICATIE |
|
PAKKET-RADIO .............................................................. |
49 |
INGEBOUWDE TNC .................................................. |
49 |
VOORBEREIDING ..................................................... |
50 |
DCD-AFTASTING ....................................................... |
50 |
RADIO TELETYPEWRITING (RTTY) ............................. |
51 |
AMTOR/ PacTOR/ CLOVER/ G-TOR/ PSK31 ................ |
52 |
SLOW-SCAN/ TV/ FACSIMILE ....................................... |
52 |
DX-PAKKETCLUSTERS TOON ..................................... |
53 |
SATELLIETFUNCTIE ...................................................... |
53 |
HOOFDBEWERKING ..................................................... |
53 |
SATELLIETGEHEUGENKANALEN OPSLAAN .............. |
54 |
SATELLIETGEHEUGENKANAAL HERROEPEN ........... |
54 |
SATELLIETKANAALNAAM ............................................. |
54 |
SNELGEHEUGEN IN SATELLIETMODUS .................... |
54 |
UPLINK FREQUENTIE CONTROLEREN ...................... |
54 |
GEBRUIK VAN XIT/ RIT IN SATELLIETMODUS ............ |
54 |
FREQUENTIEBAND VERANDEREN ............................. |
54 |
HOOFDSTUK 12 STORING AFSTOTEN |
|
DSP-FILTERS ................................................................. |
55 |
ONTVANGSTBANDBREEDTE VERANDEREN ........ |
55 |
SSB/ FM/ AM-standen ........................................... |
55 |
CW/ FSK-standen ................................................. |
55 |
NOTCH FILTER (SSB) ............................................... |
56 |
AUTOMATISCHE ZWEVINGSANNULERING |
|
(SSB/ AM) ................................................................... |
56 |
MET DE HAND BEDIENDE |
|
ZWEVINGSANNULERING (ALLE STANDEN) ........... |
56 |
RUISVERMINDERING (N.R. 1: ALLE STANDEN, |
|
N.R. 2: SSB/ CW/ FSK/ AM) ...................................... |
56 |
N.R. 1 niveaubijstelling instellen ........................... |
56 |
N.R. 2 tijdconstante instellen ................................ |
56 |
NOISE BLANKER ........................................................... |
57 |
VOORVERSTERKER ..................................................... |
57 |
VERZWAKKER ............................................................... |
57 |
HOOFDSTUK 13 GEHEUGENFUNCTIES |
|
GEHEUGENKANALEN ................................................... |
58 |
GEGEVENS IN HET GEHEUGEN OPSLAAN ........... |
58 |
Simplex-kanalen .................................................... |
58 |
Kanalen met gesplitste frequenties ....................... |
59 |
GEHEUGEN TERUGHALEN EN SCROLLEN ........... |
59 |
Geheugen terughalen ............................................ |
59 |
Geheugen scrollen ................................................ |
60 |
Tijdelijke frequentiewijzigingen ............................. |
60 |
VFO GESPLITSTE GEHEUGENFUNCTIE ................ |
60 |
GEHEUGENOVERDRACHT ..................................... |
61 |
Geheugen \ VFO-overdracht .............................. |
61 |
Kanaal \ kanaal-overdracht ................................ |
61 |
FREQUENTIEBEREIK OPSLAAN ............................. |
62 |
Beginen eindfrequenties bevestigen ................... |
62 |
Programmeerbare VFO ......................................... |
62 |
GEHEUGENKANAAL BLOKKEREN .......................... |
62 |
GEHEUGENKANALEN WISSEN ............................... |
62 |
GEHEUGENKANALEN EEN NAAM GEVEN ............. |
63 |
Alfanumerieke karakters ....................................... |
63 |
Beschikbare tekens met gebruik van een |
|
DTMF-microfoon ................................................... |
63 |
GEHEUGENGROEP .................................................. |
64 |
Geheugengroep kiezen ......................................... |
64 |
SNEL GEHEUGEN ......................................................... |
64 |
GEGEVENS IN SNEL GEHEUGEN OPSLAAN ......... |
64 |
SNEL GEHEUGEN-KANALEN TERUGHALEN ......... |
65 |
TIJDELIJKE FREQUENTIEWIJZIGINGEN ................ |
65 |
SNEL GEHEUGEN \ VFO-OVERDRACHT ............. |
65 |
N-v
HOOFDSTUK 14 SCANFUNCTIE |
|
NORMALE SCANFUNCTIE ............................................ |
66 |
VFO-SCANFUNCTIE .................................................. |
66 |
PROGRAMMA-SCANFUNCTIE ................................ |
67 |
GEDEELTELIJK VERTRAAGDE |
|
PROGRAMMA-SCANFUNCTIE ................................ |
67 |
SCANFUNCTIE PAUZEREN ..................................... |
68 |
MHz-SCANFUNCTIE .................................................. |
68 |
GEHEUGEN-SCANFUNCTIE ......................................... |
68 |
DOORGAAN MET DE SCANFUNCTIE ..................... |
68 |
SCANFUNCTIE VOOR ALLE KANALEN ................... |
68 |
GROEP-SCANFUNCTIE ............................................ |
69 |
OPROEP-SCANFUNCTIE .......................................... |
69 |
VISUELE SCANFUNCTIE .......................................... |
70 |
Visuele scanfunctie gebruiken (VFO) .................... |
70 |
Verander het aantal kanalen dat u wilt scannen .... |
70 |
Met gebruik van visuele scanfunctie |
|
(Geheugenkanaal) ................................................ |
70 |
HOOFDSTUK 15 HANDIGE FUNCTIES |
|
ALT (AUTO LOCK TUNING) ............................................ |
72 |
ANTENNES .................................................................... |
72 |
HF/ 50 MHz-band ....................................................... |
72 |
VHF/ UHF/ 1,2 GHz-band ........................................... |
72 |
APO (AUTOMATISCHE ZENDONTVANGER- |
|
UITSCHAKELFUNCTIE) ................................................. |
72 |
AUTOMATISCHE ANTENNETUNER ............................. |
72 |
Vooraf instellen ...................................................... |
73 |
VERZWAKKER ............................................................... |
73 |
AUTO-STAND ................................................................. |
73 |
PIEPFUNCTIE ................................................................ |
74 |
OPROEPKANAAL ........................................................... |
75 |
DISPLAY ......................................................................... |
75 |
HELDERHEID ............................................................ |
75 |
CONTRAST ................................................................ |
75 |
TOETSVERLICHTING ................................................ |
75 |
DTMF .............................................................................. |
75 |
DTMF MET DE HAND KIEZEN ................................. |
75 |
DTMF-GEHEUGEN .................................................... |
75 |
DTMF-tonen invoeren ........................................... |
75 |
DTMF-geheugenkanaalgegevens uitzenden ........ |
76 |
Duur van de DTMF-tonen ..................................... |
76 |
Duur van de DTMF-pauzes .................................. |
76 |
HF RX ANTENNE ........................................................... |
76 |
LINEAIRE VERSTERKERCONTROLE .......................... |
76 |
VERGRENDELINGSFUNCTIES .................................... |
77 |
FREQUENTIEVERGRENDELINGSFUNCTIE ........... |
77 |
VERGRENDELING VAN ALLE FUNCTIES ................ |
77 |
PF-TOETSEN VOOR DE MICROFOON ........................ |
77 |
MONITORFUNCTIE ........................................................ |
77 |
PF-TOETS ...................................................................... |
77 |
CW-OPLOOPTIJD .......................................................... |
77 |
RX DSP-EQUALIZER ..................................................... |
78 |
ONTVANGSTGELUIDEN VEREFFENEN |
|
(SSB/ FM/ AM) ............................................................ |
78 |
APART LUIDSPREKERSIGNAAL .................................. |
78 |
RUISBLOKKERING VAN DE S-METER ......................... |
78 |
HANGTIJD VAN DE RUISBLOKKERING .................. |
78 |
UITSCHAKELKLOK ........................................................ |
78 |
TNC ................................................................................ |
79 |
TRANSVERTER ............................................................. |
79 |
TX-MONITORFUNCTIE .................................................. |
79 |
TX VERMOGEN .............................................................. |
79 |
SNELLE GEGEVENSOVERDRACHT ............................ |
80 |
OPZETTEN ................................................................ |
80 |
Benodigde apparatuur ........................................... |
80 |
Verbindingen ......................................................... |
80 |
SNELLE GEGEVENSOVERDRACHT |
|
GEBRUIKEN .............................................................. |
80 |
Gegevens doorgeven ............................................ |
80 |
Gegevens ontvangen ............................................ |
80 |
BEDIENING VIA EEN COMPUTER ............................... |
81 |
OPZETTEN ................................................................ |
81 |
Benodigde apparatuur ........................................... |
81 |
Verbindingen ......................................................... |
81 |
COMMUNICATIEPARAMETERS ............................... |
81 |
AFSTANDS MICROFOON REGELAAR ......................... |
81 |
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING |
|
(ALLEEN K-TYPE) .......................................................... |
82 |
VOORBEREIDING ..................................................... |
82 |
CONTROLEFUNCTIE ................................................ |
82 |
SKY COMMAND II+ (ALLEEN K-TYPE) ......................... |
83 |
SKY COMMAND II+ DIAGRAM ................................. |
83 |
VOORBEREIDING ..................................................... |
83 |
Opstelling TS-2000 (Transporter): ........................ |
83 |
Opstelling TM-D700A (Commander): .................... |
83 |
Sky Command II+ gebruiken: ............................... |
84 |
Op de TS-2000 (Transporter): .............................. |
84 |
Op de TM-D700A (Commander): .......................... |
84 |
CONTROLEFUNCTIE ................................................ |
84 |
TH-D7A ALS EEN COMMANDER GEBRUIKEN ........ |
85 |
Opstelling TS-2000(X) (Transporter): .................... |
85 |
Opstelling TM-D7A (Commander): ........................ |
85 |
CONTROLEFUNCTIE ................................................ |
85 |
ANDERE TS-2000 ALS EEN COMMANDER |
|
GEBRUIKEN .............................................................. |
87 |
Opstelling TS-2000(X) (Transporter): .................... |
87 |
Opstelling TS-2000 (Commander): ....................... |
87 |
Sky Command II+ gebruiken: ............................... |
87 |
APARTE TRANSPORTER GEBRUIKEN ................... |
88 |
Opstelling van de TS-2000 + TH-D7A/ TM-D700A |
|
(Transporter): ........................................................ |
88 |
Opstelling TM-D7A/ TM-D700A (Commander): ..... |
88 |
HERHALINGSFUNCTIE (ALLEEN K-TYPE) .................. |
88 |
LOCKED-BAND HERHALER .................................... |
88 |
CROSS-BAND HERHALER ...................................... |
88 |
HANG TIME HERHALINGSFUNCTIE ....................... |
88 |
DRU-3A DIGITAAL OPNAMETOESTEL |
|
(APART VERKRIJGBAAR) .............................................. |
89 |
BERICHTEN OPNEMEN ............................................ |
89 |
BERICHTEN WEERGEVEN ...................................... |
89 |
Berichten controleren ............................................ |
89 |
Berichten versturen ............................................... |
90 |
Opgenomen bericht wissen .................................. |
90 |
Pauzetijd tussen de berichten veranderen ............ |
90 |
Weergavevolume veranderen .............................. |
90 |
VS-3 STEMSYNTHESIZER (APART |
|
VERKRIJGBAAR) ........................................................... |
91 |
MICROPROCESSOR OPNIEUW INSTELLEN .............. |
92 |
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN ..................... |
92 |
GEDEELTELIJKE RESET .......................................... |
92 |
VOLLEDIGE RESET .................................................. |
92 |
N-vi
HOOFDSTUK 16 RANDAPPARATUUR AANSLUITEN |
|
COMPUTER ................................................................... |
93 |
COMPATIBEL ZENDONTVANGTOESTEL ..................... |
93 |
RTTY-APPARATUUR ...................................................... |
94 |
HF LINEAIRE VERSTERKER ......................................... |
94 |
ANTENNETUNER ........................................................... |
94 |
MCP EN TNC .................................................................. |
95 |
TYPISCHE INSTALLATIE VAN TNC/ MCP ..................... |
96 |
LINEAIRE VERSTERKER |
|
(50 MHz, VHF, UHF en 1,2 GHz) ............................... |
96 |
HOOFDSTUK 17 INSTALLATIE-OPTIES |
|
ONDERKANT VERWIJDEREN ...................................... |
97 |
DRU-3A DIGITAAL OPNAMETOESTEL ......................... |
97 |
VS-3 STEMSYNTHESIZER ............................................ |
97 |
MB-430 BEWEEGBARE BEUGEL ................................. |
98 |
RC-2000 REMOTE PANEEL ........................................... |
98 |
HOOFDSTUK 18 DEFECTEN OPSPOREN |
|
ALGEMENE INFORMATIE .............................................. |
99 |
ONDERHOUD ............................................................ |
99 |
INFORMATIE VOOR DE REPARATEUR ................... |
99 |
REINIGEN .................................................................. |
99 |
LITHIUMBATTERIJ ......................................................... |
99 |
DEMONSTRATIESTAND ................................................ |
99 |
DEFECTEN OPSPOREN .............................................. |
100 |
OPMERKINGEN OVER DE WERKING ......................... |
103 |
TX-SIGNAALSAMENKLANK .................................... |
103 |
INTERNE SLAGEN .................................................. |
103 |
VISUELE SCANFUNCTIE ........................................ |
103 |
GEVOELIGHEID (ALLEEN K-TYPE) ........................ |
103 |
AGC ......................................................................... |
103 |
SECUNDAIR ONTVANGTOESTEL .......................... |
103 |
HOOFDSTUK 19 APART VERKRIJGBARE ACCESSOIRES |
|
APART VERKRIJGBARE ACCESSOIRES .................... |
104 |
HOOFDSTUK 20 SPECIFICATIES |
|
SPECIFICATIES ............................................................ |
105 |
HOOFDSTUK 21 APPENDIX |
|
TS-B2000 VOORPANEEL ............................................. |
109 |
COM-CONTACT ........................................................... |
110 |
BESCHRIJVING VAN DE HARDWARE .................... |
110 |
BEDIENING .............................................................. |
110 |
BESTURINGSOPDRACHTEN VAN DE |
|
COMPUTER ............................................................. |
111 |
Alfabetische opdrachten ...................................... |
111 |
Parameters ......................................................... |
111 |
Eindteken ............................................................ |
111 |
Foutberichten ...................................................... |
111 |
N-vii
INSTALLATIE
Een antennesysteem installeren en verbinden {pagina 1}.
Een aardverbindingsysteem installeren dat voldoet aan DCen RF-aardingsvereisten {pagina 1}.
Een bliksemafleider installeren om het antennesysteem, uw persoonlijke veiligheid en uw eigendom te beschermen {pagina 1}.
Een gelijkstroomtoevoerbron installeren en verbinden {pagina 2}.
Alle accessoires op het zendontvangtoestel aansluiten {pagina’s 3, 94}. De accessoires zijn o.m.:
• |
Microfoon |
• |
Koptelefoon |
• |
Antennetuner |
• |
Externe luidspreker |
• |
CW-toets |
• |
RTTY-apparatuur |
• |
Computer |
• |
Lineaire versterker |
• |
TNC/ Multistand |
• |
Remote Paneel |
|
communicatieprocessor |
|
|
ANTENNE AANSLUITEN
Een antennesysteem bestaat uit een antenne, een voedingslijn en een aardverbinding. Het zendontvangtoestel functioneert uitstekend indien het antennesysteem zorgvuldig wordt geïnstalleerd. Gebruik een juist ingestelde 50Ω antenne van goede kwaliteit, een 50Ω coaxiale kabel van goede kwaliteit en contacten van goede kwaliteit. Alle verbindingen moeten schoon zijn en goed vast zitten.
Nadat de verbindingen tot stand zijn gekomen, moet de impedantie van de coaxiale kabel en de antenne gelijk zijn, zodat de staandegolfverhouding 1,5:1 of minder is. Een hoge staandegolfverhouding heeft als gevolg dat het uitzendsignaal verslechtert en kan leiden tot radiofrequentiestoring van andere apparaten, zoals stereo-ontvangers en televisies. Het kan zelfs uw eigen zendontvangtoestel verstoren. Als blijkt dat uw signaal vervormd wordt, dan kan dit betekenen dat uw antennesysteem de energie van het zendontvangtoestel niet efficiënt genoeg uitstraalt.
Verbind uw primaire HF/ 50 MHz antennevoedingslijn aan ANT 1 aan de achterkant van het toestel. Als u twee
HF/ 50 MHz antennes gebruikt, dan verbindt u de secundaire antenne aan ANT 2. Verbind VHF (144MHz), UHF (430/ 440 MHz) en 1,2 GHz (TS-2000/ TS-B2000 optioneel) antennes aan hun respectievelijke antennecontacten aan de achterkant van het zendontvangtoestel. Lees pagina 13 voor de locatie van de antennecontacten.
Uitzenden zonder een antenne of een andere aangepaste belasting kan het zendontvangtoestel beschadigen. Altijd eerst de antenne aan het zendontvangtoestel verbinden, voordat u met uitzenden begint.
Alle vaste stations moeten uitgerust zijn met een bliksemafleider om de kans op brand, elektrische schok en schade aan het zendontvangtoestel te verkleinen.
Opmerking: Het beschermingscircuit van het zendontvangtoestel wordt actief wanneer de signaalgolfverhouding groter is dan 2,5:1; reken echter niet op deze bescherming als compensatie voor een slecht functionerend antennesysteem.
AARDVERBINDING
Er is minimaal een goede gelijkstroom-aardverbinding nodig om de kans op elektrische schokken te reduceren. Voor betere communicatieresultaten is een goede RFaardverbinding voor het antennesysteem nodig. Er kan aan deze twee voorwaarden worden voldaan d.m.v. een goede aardverbinding van uw station. Begraaf één of meer aardstaven of een grote koperen plaat onder de grond en verbind dit aan de GND-terminal van het zendontvangtoestel. Gebruik voor deze verbinding een zware meetdraad of een koperen riem, die zo kort mogelijk afgesneden is. Gebruik geen gaspijpen, elektriciteitsbuizen of plastic waterpijpen als aardverbinding.
BESCHERMING TEGEN BLIKSEM
Zelfs in gebieden waar onweer niet vaak voorkomt, zijn er momenten waarop het bliksemt. Denk goed na over hoe u uw apparatuur en uw huis tegen blikseminslag kunt beschermen. De installatie van een bliksemafleider is een begin, maar daar houdt het niet mee op. U kunt bijvoorbeeld de uitzendlijnen van uw antennesysteem afsluiten op een ingangspaneel dat u buiten uw huis installeert. Aard dit ingangspaneel met een goede externe aardverbinding, en verbind daarna de juiste voedingslijnen tussen het ingangspaneel en uw zendontvangtoestel. Wanneer het bliksemt, haalt u de voedingslijnen uit uw zendontvangtoestel voor extra bescherming.
N-1
1 INSTALLATIE
GELIJKSTROOMVERBINDING |
ZEKERINGEN VERVANGEN |
Om dit zendontvangtoestel te kunnen gebruiken, heeft u een aparte gelijkstroomverbinding van 13,8 V nodig, die apart verkrijgbaar is. Het zendontvangtoestel niet direct op een wisselstroomstekker aansluiten. Gebruik de bijgeleverde gelijkstroomkabel om het toestel aan een gereguleerde stroombron te verbinden. Vervang geen kabels met kleinere meetdraden. De stroombron moet een piekstroom van 20,5 A of meer hebben.
Als de zekering doorslaat, moet u bepalen wat de oorzaak is en het probleem verhelpen. Vervang de doorgeslagen zekering met een zekering met de juiste classificatie pas nadat het probleem is verholpen. Als een pas geïnstalleerde zekering ook doorslaat, dan moet u de stekker uit het stopcontact halen en de reparatiedienst van KENWOOD of uw dealer voor advies bellen.
Zekeringhouders
Zekering (25 A)
Zwart |
Rood |
TS-2000/ TS-2000X
TS-B2000
gelijkstroomverbinding van 13,8 V
Verbind eerst de gelijkstroomkabel aan de gereguleerde gelijkstroombron; de rode kabel naar het positieve contact en de zwarte kabel naar het negatieve contact. Verbind daarna de gelijkstroomkabel aan het gelijkstroomcontact van het zendontvangtoestel. Knijp de contacten krachtig samen, totdat de vergrendeling vastklikt.
Opmerkingen:
Voordat u de gelijkstroombron aan het zendontvangtoestel verbindt, moet u de gelijkstroombron en het zendontvangtoestel
UIT zetten.
Steek de gelijkstroombron niet in een wisselstroomcontact totdat alle verbindingen gemaakt zijn.
Zekeringlocatie |
Stroomvermogen van de |
|
zekering |
||
|
||
TS-2000(X)/ TS-B2000 |
4 A |
|
(Voor een externe antennetuner) |
||
Geleverde |
25 A |
|
gelijkstroomkabel |
||
|
Zekering (4 A)
AFSLUITBOOM GEBRUIKEN (ALLEEN TS-2000(X))
Dit zendontvangtoestel heeft een afsluitboom, zodat u het toestel kunt kantelen. De afsluitboom bevindt zich onderaan het toestel. Trek de afsluitboom voorwaarts, totdat het niet verder gaat, zoals is afgebeeld.
Trek aan de afsluitboom
N-2
1 INSTALLATIE
VERBINDING VAN DE ACCESSOIRES
VOORPANEEL
■ Koptelefoon (PHONES)
Verbind een monaurale of stereo koptelefoon met een 4 tot 32Ω impedantie. Dit contact is geschikt voor een
stekker van 6,3 mm met 2 geleiders (mono) of 3 geleiders (stereo). Nadat de koptelefoon is aangesloten, komt er geen geluid uit de interne (of apart verkrijgbare externe) luidspreker.
■ Microfoon (MIC)
Verbind een microfoon met een impedantie van 250 tot 600Ω. Steek de stekker volledig in het toestel en schroef de borgring naar rechts, totdat hij vast zit. Dit zijn de compatibele microfoons: the MC-43S, MC-47, MC-52DM, MC-60A, MC-80, MC-85, en MC-90. De volgende microfoons niet gebruiken: MC-44, MC-44DM, MC-45, MC-45E, MC-45DM, MC-45DME, of MC-53DM.
ACHTERPANEEL
■ Externe luidsprekers (EXT.SP1/ EXT.SP2)
Dit zendontvangtoestel heeft 2 onafhankelijke ontvangtoestellen. Zodoende kan het 2 aparte audiosignalen versturen. Als standaard, vermengt het zendontvangtoestel beide audiosignalen intern en zendt ze via de interne luidspreker uit. Op het achterpaneel van het zendontvangtoestel zitten 2 contacten voor externe luidsprekers. Als een externe luidspreker aan EXT.SP1 wordt verbonden, is de interne luidspreker stil. Als de luidspreker aan EXT.SP2 wordt verbonden, dan functioneren zowel de externe als de interne luidspreker. Gebruik alleen externe luidsprekers met een impedantie van 4 tot 8Ω (8Ω nominaal). Deze contacten zijn alleen geschikt voor stekkers van 3,5 mm met 2 geleiders (mono).
Geen koptelefoon op dit contact aansluiten. Het luide audiosignaal dat uit dit contact komt, kan uw oren beschadigen.
■ CW-toetsen (PADDLE en KEY)
Voor de CW-werking met het interne elektronische toetsenblok, moet u een toetsenblokpaddle aan het PADDLE-contact aansluiten. Voor de CW-werking zonder het interne elektronische toetsenblok, moet u een rechte toets, een semi-automatische toets (bug), een elektronische toets of de CW-output met toetsen van een Multistand communicatieprocessor (MCP) op het KEYcontact aansluiten. De PADDLEen KEY-contacten zijn respectievelijk geschikt voor een stekker van 6,3 mm met 3 geleiders en een stekker van 3,5 mm met 2 geleiders. Externe elektronische toetsenblokken of MCP’s moeten voor dit zendontvangtoestel een positieve toets hebben. Gebruik een afgeschermde kabel tussen de toets en het zendontvangtoestel.
Opmerking: Gezien de functie van het interne elektronische toetsenblok, is het waarschijnlijk niet nodig om zowel een paddle als een ander soort toetsenblok aan te sluiten, tenzij u een op een PC gebaseerde toetsenblok voor CW wilt gebruiken. Lees het onderdeel “ELEKTRONISCH TOETSENBLOK” {pagina 42} voor meer informatie over het interne toetsenblok.
Koptelefoon
TS-2000
TS-2000X
TS-B2000
i AARD (STBY)
MICq
u AARD (MIC)
PTTw
y NC
OMLAAGe
t 8 V (10 mA max)
OMHOOGr
Microfoon |
MIC-contact (vanaf de voorkant) |
Externe luidspreker
TS-2000
TS-2000X
TS-B2000
AARD |
+ |
AARD Streepje Stip |
|
• Rechte toets |
• Paddle |
•Bug-toets
•Elektronisch toetsenblok
•MCP CW-signaal
N-3
EERSTE QSO (HF/ 50 MHz BAND)
Bent u klaar om uw TS-2000(X) eens uit te proberen? Wanneer u deze twee bladzijden gelezen heeft, moet het mogelijk zijn om binnenkort uw stem in uw eerste QSO op de HF/ 50MHz band te horen. De onderstaande instructies zijn bedoeld als een snelle richtlijn. Als u problemen ondervindt of als er iets is wat u niet begrijpt, lees dan de gedetailleerde uitleg die verderop in deze handleiding staat.
ONTVANGEN
2 |
6 |
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
|||
2 |
|||
3 |
|||
TONE/SEL |
METER |
||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
5 |
||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|
||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
|
AUTO |
|
CAR |
LSB |
|
MIC |
USB |
|
TX MONI |
REV |
|
CW |
|
|
PWR |
|
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
SEL |
|
|
||
DISP |
1MHz |
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
ALT
XIT
_
CLEAR
P.C.T
SET
|
SUB |
MENU |
TF- |
|
|
|
SET |
|
|
MAIN |
SUB |
|
|
|
SG.SEL |
|
CTRL |
SCAN |
|
8 |
5 |
|
|
|
|
UAL |
BC |
MAIN |
|
|
GAIN |
||
|
|
MAN |
RF |
|
|
QUICK MEMO |
|
||
|
|
|
||
|
MR |
M.IN |
|
|
CALL |
C |
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
IN |
|
|
|
|
|
TL |
|
|
|
|
SA |
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
|
A/B |
SPLIT |
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|
VFO/CH |
|
AF |
|
|
A=B |
|
||
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
MG.SEL |
|
|
L |
|
M.IN |
|
SQ |
||
M VFO |
|
|
3 1 7 1 4 1
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
Opmerking: In dit onderdeel staan alleen de toetsen en knoppen beschreven die nodig zijn als u het zendontvangtoestel wilt uitproberen.
qDe volgende instellingen volgen:
•MAIN AF: Helemaal naar links draaien
•MAIN RF GAIN: Helemaal naar rechts draaien
•MAIN SQL: Helemaal naar links draaien
wDe gelijkstroom aanzetten en daarna even [ ] (STROOM) op het toestel ingedrukt houden.
•De schakelaar niet langer dan ca. 2 seconden lang ingedrukt houden, anders gaan het toestel weer uit.
•Wanneer het toestel aan is, ziet u “HELLO”, gevolgd door de gekozen frequentie en andere indicatoren.
d
|
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
20 |
40 |
60dB |
S |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
|
25 |
50 |
|
100W |
|
PWR |
|
|
|
|
|
|
||
ALC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
eBevestig dat VFO A voor communicatie werd gekozen; “tA” verschijnt op het display. Gebeurt dit niet, druk dan op [A/B] om VFO A te kiezen.
rDraai de MAIN AF-regelknop langzaam naar rechts totdat het achtergrondgeluid een acceptabel niveau heeft bereikt.
t Druk op [+]/ [–]om een HF/ 50 MHz amateurradioband te kiezen.
yDruk op [LSB/ USB/ AUTO] of op [FM/ AM/ NAR] om een werkingstand te kiezen.
•Om de tweede stand van elke knop te kiezen, moet u dezelfde knop opnieuw indrukken. Bijvoorbeeld, telkens wanneer u op
[LSB/ USB/ AUTO] drukt, schakelt u over van de LSBop de USB-stand en vice versa.
uAls u FM heeft gekozen, draai de MAIN SQL- regelknop naar rechts totdat u haast geen achtergrondgeluid meer hoort; de LED van de MAIN band (boven de [MIC/ CAR] toets) gaat uit.
•Als u LSB of USB heeft gekozen, slaat u deze stap over.
iStel de Afstemknop af op een station.
•Als u geen stations hoort, dan kan het zijn dat u het foute antennecontact heeft gekozen. Druk op
[FUNC], [AT/ ANT1/2] om van antenne 1 op antenne 2 over te schakelen.
N-4
2 EERSTE QSO (HF/ 50 MHz BAND)
UITZENDEN
4 9
5 8
2 3
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
2 |
||
3 |
|||
TONE/SEL |
|||
METER |
|||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
5 |
||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|
||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
AUTO |
CAR |
LSB |
MIC |
USB |
TX MONI |
REV |
|
PWR |
CW |
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
|
SEL |
|
|
|
DISP |
1MHz |
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
ALT
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
_ |
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
|
AL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
|
MANU |
|
RF |
|
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
|
MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
CALL |
C |
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TL |
|
|
|
|
|
|
|
|
SA |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
|
MAIN |
|
||
|
MAIN |
SUB |
|
A/B |
SPLIT |
|
||
|
|
TRACE |
|
|
|
|||
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
AF |
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CTRL |
|
SG.SEL |
|
MG.SEL |
M.IN |
|
|
SQL |
SCAN |
M VFO |
|
|
|
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
qDraai de Afstemknop naar een gewenst station of kies een ongebruikte frequentie.
wDruk even op [AT/ ANT1/2].
• “AT ” verschijnt.
S |
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
20 |
40 |
6 |
0dB |
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
10 |
|
25 |
50 |
|
100W |
|
|
PWR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ALC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
|
eDruk op [AT/ ANT1/2] en houd de knop ingedrukt om de ingebouwde antennetuner te activeren.
•“AT” begint te knipperen en de LED van de MAIN band boven de [MIC/ CAR] toets wordt rood.
S |
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
20 |
40 |
6 |
0dB |
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
10 |
|
25 |
50 |
|
100W |
|
|
PWR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ALC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
|
•Het toestel moet binnen de 20 seconden met de
afstelling klaar zijn, waarna “AT” niet langer knippert.
•Als de afstelling niet binnen 20 seconden klaar is, dan hoort u een foutsignaal. Druk op [AT/ ANT1/2] om het foutsignaal en de afstelling te stoppen.
Controleer uw antennesysteem voordat u verdergaat. Als u niet op [AT/ ANT1/2] drukt, zal het toestel nog ca. 60 seconden lang afstellen.
Opmerking: U hoort een aantal klikgeluiden van het zendontvangtoestel terwijl de antennetuner de antenne probeert af te stellen. Dit zijn de relaisschakelaars die AAN en UIT gaan.
rWanneer u LSB, USB of AM heeft gekozen, drukt u op [MIC/ CAR] om de Microphone Gain Adjust te activeren.
•“MIC GAIN 50” verschijnt.
1 |
7 |
tDruk op [SEND].
• De LED van de MAIN band wordt rood.
y Begin met uw normale stem in de microfoon te spreken.
uLSB/ USB: Terwijl u in de microfoon spreekt, stelt u de MULTI/ CH-regelknop in, zodat de ALC-meter uw stemniveau weergeeft.
|
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
20 |
40 |
60 |
|
S |
|
|
|
|
dB |
||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
10 |
|
25 |
5 |
0 |
10 |
0W |
|
R |
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
||
PW |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
C |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
|
AM: Terwijl u in de microfoon spreekt, stelt u de
MULTI/ CH-regelknop in, zodat de geijkte stroommeter uw stemniveau enigszins weergeeft.
FM: Sla deze stap over.
iWanneer u stopt met spreken, drukt u op [SEND] om naar de ontvang-stand terug te keren.
oDruk op [MIC/ CAR] om de microfoon sterkteregeling te verlaten.
Opmerking: Als u dat wilt, kunt u naar Menu Nr. 41 {pagina 28} gaan om de microfoon sterkteregeling voor FM uit te proberen.
Hiermee is de introductie van de TS-2000(X) voltooid, maar u kunt nog veel meer te weten komen. In “BASISWERKING” {pagina 18} en de daaropvolgende hoofdstukken staan alle functies van dit zendontvangtoestel uitgelegd, beginnend met de meest gebruikte basisfuncties.
•Als u FM heeft gekozen, slaat u deze stap over.
N-5
EERSTE QSO (VHF/ UHF BAND)
Als uw primaire werkingsband VHF (144 MHz) of UHF (430/ 440 MHz) is, dan kan de TS-2000(X) ook gebruikt worden als een krachtig VHF/ UHF zendontvangtoestel voor alle standen. De onderstaande instructies zijn bedoeld als een snelle richtlijn voor het gebruik van de VHF/ UHF-band. Als u problemen ondervindt of als er iets is wat u niet begrijpt, lees dan de gedetailleerde uitleg die verderop in deze handleiding staat.
ONTVANGEN
2 |
6 |
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
|||
2 |
|||
3 |
|||
TONE/SEL |
METER |
||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
5 |
||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|
||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
|
AUTO |
|
CAR |
LSB |
|
MIC |
USB |
|
TX MONI |
REV |
|
CW |
|
|
PWR |
|
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
SEL |
|
|
||
DISP |
1MHz |
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
ALT
XIT
_
CLEAR
P.C.T
SET
|
SUB |
MENU |
TF- |
|
|
|
SET |
|
|
MAIN |
SUB |
|
|
|
SG.SEL |
|
CTRL |
SCAN |
|
8 |
5 |
|
|
|
NUAL |
BC |
MAIN |
|
GAIN |
||
|
MA |
RF |
|
QUICK MEMO |
|
||
|
|
||
MR |
M.IN |
|
|
C |
|
|
|
CALL |
|
|
|
. |
|
|
|
IN |
|
|
|
|
TL |
|
|
|
SA |
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
IN |
|
|
|
SPLIT |
|
|
A/B |
MA |
|
|
TRACE |
|
|
|
VFO/CH |
|
AF |
|
A=B |
|
||
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
MG.SEL |
|
|
L |
|
|
SQ |
|
M VFO M.IN |
|
|
3 1 7 1 4 1
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
Opmerking: In dit onderdeel staan alleen de toetsen en knoppen beschreven die nodig zijn als u het zendontvangtoestel wilt uitproberen.
qDe volgende instellingen volgen:
•MAIN AF: Helemaal naar links draaien
•MAIN RF GAIN: Helemaal naar rechts draaien
•MAIN SQL: Helemaal naar links draaien
wDe gelijkstroom aanzetten en daarna even [ ] (STROOM) op het toestel ingedrukt houden.
•De schakelaar niet langer dan ca. 2 seconden lang ingedrukt houden, anders gaan het toestel weer uit.
•Wanneer het toestel aan is, ziet u “HELLO”, gevolgd door de gekozen frequentie en andere indicatoren.
|
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
20 |
40 |
60dB |
S |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
10 |
|
25 |
50 |
|
100W |
|
PWR |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ALC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
eDruk op [MAIN] en bevestig dat VFO A voor communicatie werd gekozen; “tA” verschijnt op het display. Gebeurt dit niet, druk dan op [A/B] om VFO A te kiezen.
rDraai de MAIN AF regelknop langzaam naar rechts totdat het achtergrondgeluid een acceptabel niveau heeft bereikt.
tDruk op [+]/ [–]om naar de VHF (144 MHz) of naar de UHF (430/ 440 MHz) amateurradioband te gaan.
|
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
20 |
40 |
60dB |
S |
|
|
|
|
||||
|
|
10 |
|
25 |
50 |
|
100W |
|
PWR |
|
|
|
|
|
|
||
ALC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
y Bevestig dat de werkingstand FM is. Is dit niet het geval, druk dan op [FM/ AM/ NAR] om FM te kiezen.
uDraai de SQL-regelknop naar rechts totdat het achtergrondgeluid niet meer gehoord kan worden; de LED van de MAIN band gaat uit.
iStel de Afstemknop af op een station.
•U kunt de MULTI/ CH-regelknop gebruiken om sneller van frequentie te veranderen. Als u geen stations hoort, dan kan het zijn dat de antenne niet juist is geïnstalleerd of aangesloten. Controleer het antennecontact aan de achterkant van het toestel {pagina 13}.
N-6
3 EERSTE QSO (HF/ UHF BAND)
UITZENDEN
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
2 |
||
3 |
|||
TONE/SEL |
|||
METER |
CTCSS/SEL |
||
4 |
5 |
||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|
||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
AUTO |
CAR |
LSB |
MIC |
USB |
TX MONI |
REV |
|
PWR |
CW |
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
|
SEL |
|
|
|
DISP |
1MHz |
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
ALT
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
_ |
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
|
UAL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
|
MAN |
|
RF |
|
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
|
MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
CALL |
C |
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
|
IN |
|
||
|
|
|
|
|
SPLIT |
|
||
|
MAIN |
SUB |
|
A/B |
MA |
|
|
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|||
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
AF |
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SG.SEL |
|
MG.SEL |
|
|
|
SQL |
CTRL |
SCAN |
M VFO M.IN |
|
|
|
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
3 5 |
1 |
2 |
qBevestig dat de werkingstand FM is. Is dit niet het geval, druk dan op [FM/ AM/ NAR] om FM te kiezen.
wDraai de Afstemknop of de MULTI/ CH-regelknop naar een gewenst station of kies een ongebruikte frequentie.
eDruk op [SEND].
• De LED van de MAIN band wordt rood.
r Begin met uw normale stem in de microfoon te spreken.
S
PWR
ALC
1
3
10
5
7
25
9
FILT
50
ER
20
40
100W
6 |
0dB |
tWanneer u stopt met spreken, drukt u op [SEND] om naar de ontvang-stand terug te keren.
Hiermee is de introductie van de TS-2000(X) voltooid: hoe u op de VHF/ UHF-band kunt ontvangen en uitzenden. In “BASISWERKING” {pagina 18} en de daaropvolgende hoofdstukken staan alle functies van dit zendontvangtoestel beschreven.
N-7
UW TOESTEL LEREN KENNEN
VOORPANEEL
1 2
3
4
5
6
7
8
9
10
q PF-toets
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
11 13
12
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
|||
2 |
3 |
||
TONE/SEL |
METER |
||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
|||
5 |
|||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|||
|
|||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
AUTO |
CAR |
LSB |
MIC |
USB |
TX MONI |
REV |
|
PWR |
CW |
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
|
SEL |
|
|
|
DISP |
1MHz |
U kunt een functie aan deze programmeerbare functietoets toekennen. De standaardfunctie is VOICE 1 {pagina 77}.
w [ ] (STROOM) schakelaar
Indrukken en momenteel ingedrukt houden om het zendontvangtoestel AAN te zetten. Nogmaals indrukken om het toestel UIT te zetten.
e ATT/ F LOCK-toets
Indrukken om de ontvangstverzwakker AAN of UIT te zetten {pagina 57}. Druk op [FUNC], [ATT/ F LOCK] om de frequentievergrendelingsfunctie AAN of UIT te zetten {pagina 77}.
r PRE/ LOCK A-toets
Indrukken om de voorversterker van het ontvangtoestel AAN of UIT te zetten {pagina 57}. Druk op [FUNC], [PRE/ LOCK A] om alle toetsen van het zendontvangtoestel te vergrendelen {pagina 77}.
t VOX/ LEVEL-toets
In de stemstand, drukt u op deze toets om de met de stem bediende uitzendingfunctie AAN of UIT te zetten {pagina 39}. In de CW-stand, drukt u op deze toets om de CW onderbremkingstijd AAN of UIT te zetten {pagina 42}. Druk op [FUNC], [VOX/ LEVEL] om het microfoonsignaalniveau voor de VOX-werking bij te stellen. Het VOX-LED licht oranje op wanneer de VOX-functie actief is.
y PROC/ LEVEL-toets
Indrukken om de stemverwerker voor de uitzendfunctie AAN of UIT te zetten {pagina 40}. Druk op [FUNC], [PROC/ LEVEL] om het stemverwerkingsinputniveau bij te stellen. Het PROC-LED licht oranje op wanneer de stemverwerkings-functie actief is.
u SEND-toets
Indrukken om het toestel op de ontvangstof op de uitzendstand over te schakelen en vice versa {pagina’s 5, 7}.
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
ALT
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
_ |
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
|
UAL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
|
MAN |
|
RF |
|
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
C |
MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
C |
|
|
|
|
||
|
|
SET |
L |
IN |
|
|
|
|
|
|
|
A |
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
L |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TL |
|
|
|
|
|
|
|
|
SA |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
|
IN |
|
||
|
|
|
|
|
SPLIT |
|
||
|
MAIN |
SUB |
|
A/B |
MA |
|
|
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|||
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
AF |
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CTRL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
M.IN |
|
|
SQL |
|
SCAN |
M VFO |
|
|
|
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
i AT/ ANT1/2-toets
Indrukken om de interne antennetuner {pagina 72} of een externe antennetuner te activeren. Druk op [FUNC],
[AT/ ANT1/2] om ofwel Antenne 1 of Antenne 2 voor de HF/ 50 MHz band te kiezen {pagina 72}.
o PHONES-contact
U kunt een koptelefoon op dit contact aansluiten. Wanneer u een stekker in het contact steekt, dan komt er geen geluid meer uit de luidspreker {pagina’s 3, 78}.
! 0MIC-contact
U kunt een compatibele microfoon op dit contact aansluiten en daarna de borgring voorzichtig aandraaien {pagina 3}.
! 1N.R./ LEVEL-toets
Indrukken om de DSP ruisreductiefunctie AAN of UIT te zetten. Druk op [FUNC], [N.R./ LEVEL] om het ruisreductieniveau bij te stellen. Druk nogmaals op [FUNC], [N.R./ LEVEL] om de bijstelling te verlaten {pagina 56}.
! 2A.N./ LEVEL-toets
Indrukken om de DSP Auto Notch-functie AAN of UIT te zetten. Druk op [FUNC], [A.N./ LEVEL] om het DSP automatische scherpstellingniveau bij te stellen. Druk nogmaals op [FUNC], [A.N./ LEVEL] om de bijstelling te verlaten {pagina 56}.
! 3B.C./ MANUAL-toets
Indrukken om de DSP automatische zwexvingsannuleringfunctie AAN of UIT te zetten. Druk op [FUNC],
[B.C./ MANUAL] om de slagannulatiefrequentie met de hand bij te stellen. Druk nogmaals op [FUNC], [B.C./ MANUAL] om de handmatige bijstelling te verlaten {pagina 56}.
N-8
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
16
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
AUTO |
|
1 |
|
|
||||
2 |
3 |
C |
CAR |
LSB |
|
|
|
|
|||||
TONE/SEL METER |
|
|
USB |
|
||
CTCSS/SEL |
N |
MIC |
|
|||
4 |
5 |
|
U |
|
|
|
6 |
F |
TX MONI |
REV |
|
||
NB/LEVEL AGC/OFF |
|
CW |
|
|||
FINE/STEP |
|
PWR |
|
|||
7 |
8 |
9 |
|
DELAY |
FSK |
|
DCS/SEL |
|
NAR |
|
|||
SHIFT/OFFSET |
|
|
||||
. |
|
KEY |
FM |
|
||
0 |
|
|
|
|||
|
ENT |
|
|
AM |
|
|
|
HI/ |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
SHIFT |
|
CLR |
SEL |
||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
DISP |
1MHz |
|
|
14 |
15 |
18 |
|
|
17
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
ALT
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
_ |
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
|
AL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
|
MANU |
|
RF |
|
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
|
MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
CALL |
C |
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TL |
|
|
|
|
|
|
|
|
SA |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
|
MAIN |
|
||
|
MAIN |
SUB |
|
A/B |
SPLIT |
|
||
|
|
TRACE |
|
|
|
|||
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
AF |
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CTRL |
|
SG.SEL |
|
MG.SEL |
M.IN |
|
|
SQL |
SCAN |
M VFO |
|
|
|
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
! 4Het veelzijdige keypad
Het keypad bestaat uit 10 toetsen die worden gebruikt om numerieke gegevens in te voeren. Het keypad wordt ook voor de volgende functies gebruikt:
•1/ CH1/REC, 2/ CH2/REC en 3/ CH3/REC-toetsen
Indrukken om de CWof voice-berichten te horen of op te nemen die bij de DRU-3A Digitale opnameeenheid {pagina 89} en het interne elektronische toetsenblok {pagina 43} horen.
•4/ TONE/SEL-toets
Indrukken om de “sub-audible” toonfunctie te activeren voor toegang tot de lijnversterkers van de FM-stand. Om de toonfrequentie te kiezen, drukt u op [FUNC],
[4/ TONE/SEL] en daarna kiest u de gewenste toonfrequentie met de MULTI/ CH-regelknop {pagina 33}.
•5/ METER-toets
Indrukken om de meterbalans te kiezen {pagina 19}.
•6/ CTCSS/SEL-toets
Indrukken om de voortdurend toongecodeerd ruisonderdrukkingsysteem (CTCSS)-functie van de FM-stand te activeren. Om de CTCSS-toonfrequentie te kiezen, drukt u op [FUNC], [5/ CTCSS/SEL] en daarna kiest u de gewenste CTCSS-toonfrequentie met de MULTI/ CH- regelknop {pagina 35}.
•7/ NB/LEVEL-toets
Indrukken om de analoge ruisblankerfunctie AAN of UIT te zetten. Druk op [FUNC], [7/ NB/LEVEL] om het ruisonderdrukkingsniveau bij te stellen {pagina 57}.
•8/ AGC/OFF-toets
Indrukken om de responstijd van de automatische toenameregeling bij te stellen. Om AGC UIT te zetten, drukt u op [FUNC], [8/ AGC/OFF] {pagina 38}.
•9/ FINE/STEP-toets
Indrukken om de fijnafstellingsstand te activeren voor een nauwkeurigere afstelling {pagina 38}.
••/ DCS/SEL-toets
Indrukken om de ruisonderdrukking met digitale codefunctie van de FM-stand te activeren. Om de DCScode te kiezen, drukt u op [FUNC], [•/ DCS/SEL]en daarna kiest u de gewenste code met de MULTI/ CH- regelknop {pagina 36}.
•0/ SHIFT/OFFSET-toets
Indrukken om de Shift-functie van de FM-stand AAN of UIT te zetten wanneer toegang wordt verkregen tot de lijnversterkers. De Shift-frequentie kan met de hand worden ingesteld door op [FUNC], [0/ SHIFT/OFFSET] te drukken en daarna de shift-frequentiewaarde bij te stellen met de MULTI/ CH-regelknop {pagina 32}.
•ENT-toets
Indrukken om de door u gewenste frequentie met het keypad in te voeren {pagina 37}.
! 5FUNC-toets
Indrukken om de secundaire functies van de toetsen te gebruiken. Als de FUNC-toets is geactiveerd, licht het FUNC- LED oranje op.
! 6MIC/ CAR-toets
Indrukken om de microfoonversterking bij te stellen {pagina 20}. Wanneer de stemverwerkingsfunctie AAN staat, wordt dit de toets waarmee het signaalniveau van de stemverwerker wordt bijgesteld {pagina 40}.
Druk op [FUNC], [MIC/ CAR] om het ladingsniveau voor de CW-, FSKen AM-standen bij te stellen {pagina 20}.
! 7PWR/ TX MONI-toets
Indrukken om het uitgangsvermogen bij te stellen {pagina 20}. Druk op [FUNC], [PWR/ TX MONI], om uw uitzendsignaal te controleren {pagina 79}.
! 8KEY/ DELAY-toets
Indrukken om de snelheid van het interne elektronische toetsenblok bij te stellen. Druk op [FUNC], [KEY/ DELAY], om de VOX-vertragingstijd of onderbrekingstijd (volledige onderbrekingstijd/ semi-onderbrekingstijd) van de CW-stand in te stellen {pagina 42}.
N-9
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
19
20
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
2 |
||
3 |
|||
TONE/SEL |
|||
METER |
|||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
|||
5 |
|||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|||
|
|||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
|
MAIN |
|
|
|
|
AUTO |
|
C |
CAR |
LSB |
|
MIC |
USB |
|
|
N |
|
||
FU |
TX MONI |
REV |
|
|
PWR |
CW |
|
|
FSK |
|
|
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
|
KEY |
FM |
|
|
|
AM |
|
|
CLR |
SEL |
|
|
|
||
|
DISP |
1MHz |
21 23 24
22
29
25 |
27 |
28 |
33 |
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000
CW TUNE
RIT
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
_ |
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
SUB |
|
|
AL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
MANU |
|
RF |
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
|
MR |
M.IN |
|
|
|
|
CALL |
C |
|
|
|
|
|
|
SET |
|
IN |
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
MAIN |
SUB |
A/B |
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
|
VFO/M |
CTRL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
SCAN |
M VFO |
||
26 |
|
32 |
|
30 |
|
31 |
|
SATL
REV
SPLIT
TRACE
A=B
M.IN
MAIN
AF
SQL
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
|
! 9LSB/ USB/ AUTO-toets
Indrukken om een lagere zijband (LSB) of hogere zijband (USB)-stand voor de stemof digitale werking te kiezen. Druk op [FUNC], [LSB/ USB/ AUTO] om naar de automatische standselectie over te schakelen en vice versa {pagina 73}.
@0 CW/ FSK/ REV-toets
Indrukken om de CWof FSK (Frequentieverschuiving invoeren)-stand te kiezen {pagina’s 30, 51}. Druk op [FUNC], [CW/ FSK/ REV] om de toon van de zijband te keren.
@1 FM/ AM/ NAR-toets
Indrukken om de FMof AM-stand te kiezen {pagina’s 28, 29}. Druk op [FUNC], [FM/ AM/ NAR] om de uitzendstand voor de smalle bandbreedte te kiezen {pagina 29}.
@2 CLR-toets
Indrukken om de verschillende functies te verlaten, te beëindigen of opnieuw te stellen. Wordt ook gebruikt om de geheugenkanalen te wissen {pagina 62} of om de geheugenkanalen uit de scanlijst te blokkeren {pagina 62}.
@3 DISP-toets
Indrukken om van de normale werkingstand over te schakelen op de displaystand met DSP-filtersetting en vice versa {pagina 55}. Ingedrukt houden om de Visuele Scanfunctie te starten {pagina 70}.
@4 1MHz/ SEL-toets
Indrukken om de MHz omhoog/ omlaag-functie met de MULTI/ CH-regelknop AAN of UIT te zetten. Druk op [FUNC], [1MHz/ SEL] om de verhogingsof verlagingsstap te wijzigen {pagina 37}. Ingedrukt houden om de MHz Scanfunctie te starten {pagina 68}.
@5 Afstemknop
Met de knop de gewenste frequentie kiezen {pagina 37}. Gebruik de handige vingertop-uitholling om voortdurend af te stemmen.
De handel achter deze knop regelt het torsieniveau van de knop; helemaal naar rechts draaien voor een lichte torsie en helemaal naar links voor een zware torsie.
@6 CTRL-toets
Indrukken om de bedieningsknoppen van het hoofdontvangtoestel over te schakelen op de secundaire ontvanger en vice versa. De uitzendband wordt niet door deze toets gewijzigd.
@7 MENU-toets
Indrukken om de Menustand te kiezen of te annuleren die wordt gebruik om de functies te activeren en te configureren {pagina 21}.
@8 TF-SET-toets
Indrukken, terwijl de gesplitste frequentie wordt gebruikt, om de uitzendfrequentie te controleren of te wijzigen {pagina 31}.
@9 +/ –(Omhoog/ Omlaag)-toetsen
Indrukken om alle amateurradiobanden achter elkaar te beluisteren {pagina 18}. Wordt ook gebruikt om selecties uit het Menu te maken {pagina 21} en om de starten eindfrequenties van de Scanfunctie te controleren {pagina 62}.
#0 MAIN-toets
Indrukken om de bedieningsknoppen naar het hoofdontvangtoestel over te schakelen. Deze toets verplaatst ook de uitzendband naar de frequentie van het hoofdontvangtoestel.
#1 SUB-toets
Indrukken om de bedieningsknoppen naar de secundaire ontvanger over te schakelen. Deze toets verplaatst ook de uitzendband naar de frequentie van de secundaire ontvanger.
#2 SCAN/ SG.SEL-toets
Indrukken om de Scanfunctie te starten of te stoppen {page 66}. Druk op [FUNC], [SCAN/ SG.SEL] om een scangroep te kiezen {pagina 69}.
#3 CALL/ C.IN-toets
Indrukken om een oproepkanaal voor de gekozen band (HF/ 50 MHz/ 144 MHz/ 430 (440) MHz/ 1,2 GHz (TS-2000/ TS-B2000 optioneel)) terug te halen. Druk op [FUNC], [CALL/ C.IN] om een nieuw oproepkanaal in het geheugen te laden {page 75}.
N-10
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
|||
2 |
|||
3 |
|||
TONE/SEL |
METER |
||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
5 |
||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF F |
||
7 |
8 |
INE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|||
|
|||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
AUTO |
CAR |
LSB |
MIC |
USB |
TX MONI |
REV |
|
PWR |
CW |
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
|
SEL |
|
|
|
DISP |
1MHz |
41 40
|
|
36 |
35 |
34 |
42 |
|
39 |
||
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
|
CW TUNE |
||||||
|
|
RIT |
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
|
|
_ |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
|
|
NUAL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
|
MA |
|
RF |
||
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
C |
MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
|
C |
|
|
|
|
|
||
|
|
SET |
A |
IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
LL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SA |
|
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
IN |
|
||
|
|
|
|
|
SPLIT |
|
|
||
|
MAIN |
SUB |
|
A/B |
|
MA |
|
|
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
|
AF |
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CTRL |
|
SG.SEL |
|
MG.SEL |
M.IN |
|
|
|
SQL |
SCAN |
M VFO |
|
|
|
|
43
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
|
|
SUB |
|
#4 QUICK MEMO-toestellen
Regelt de snel geheugenfunctie {pagina 64}.
•MR-toets
Indrukken om de gegevens uit de snel geheugen terug te halen {pagina 65}.
•M.IN-toets
Indrukken om de gegevens in de snel geheugen in te voeren {pagina 64}.
#5 SATL-toets
Indrukken om de satellietcommunicatiestand te activeren {pagina 53}.
#6 Frequentieregeltoetsen
Deze toetsen regelen de functies die betrekking hebben op het kiezen van een frequentie, een VFO of een geheugenkanaal.
•A/B / M/S-toets
Indrukken om VFO A of VFO B te kiezen {pagina 18}. Druk op deze toets in de satellietstand, om de hoofden secundaire frequenties om te wisselen, zodat u de frequenties met een Afstemknop kunt wijzigen
{page 54}.
•SPLIT/ REV-toets
Indrukken om de gesplitste frequentie te kiezen, waardoor u verschillende frequenties voor uitzending en ontvangst kunt gebruiken {pagina 31}. Druk op deze toets in de satellietstand om de Trace Reverse-functie AAN en UIT te zetten {pagina 54}.
•VFO/M / VFO/CH-toets
Indrukken om de gehugenof VFO-stand te kiezen {pagina 59}. Druk op deze toets in de satellietstand om tussen de VFOen geheugenkanaalwerking heen en weer te schakelen {pagina 54}.
•A=B/ TRACE-toets
Indrukken om de gegevens op de momenteel geselecteerde VFO naar de andere VFO te kopiëren {pagina 31}. Druk op deze toets in de satellietstand om de Trace-functie AAN en UIT te zetten {pagina 54}.
37 38
#7 MsVFO/ MG.SEL-toets
Indrukken om de gegevens van een geheugenkanaal op een VFO over te zetten {pagina 61}. Druk op [FUNC],
[MsVFO/ MG.SEL] om de een geheugengroep kiezenstand te activeren {pagina 64}.
#8 M.IN-toets
Hiermee worden gegevens op een geheugenkanaal geschreven {pagina 58} of wordt de geheugen scrollestand gekozen {pagina 60}.
#9 RIT/ CW TUNE-toets
Indrukken om de ontvangst incrementele afstemmingfunctie AAN of UIT te zetten {pagina 38}. Druk op [FUNC],
[RIT/ CW TUNE] om de automatische auto-nulslagfunctie voor de CW-stand te activeren {pagina 30}.
$0 XIT/ ALT-toets
Indrukken om de incrementele uitzendafstemmingfunctie AAN of UIT te zetten {pagina 40}. Druk op [FUNC], [XIT/ ALT] om de ALT (Auto Lock Tuning)-stand voor de 1,2 GHz band (FM) AAN of UIT te zetten {pagina 72}.
$1 CLEAR-toets
Indrukken om de RIT/XIT-Frequentieoffset terug op nul te zetten {pagina’s 38, 40}.
$2 SET/ P.C.T.-toets
Indrukken om de ontvangen DX-pakketclusters frequentiegegevens naar het hoofd zendontvangtoestel te sturen wanneer de pakketclusters toon-stand geactiveerd is. Druk op [FUNC], [SET/ P.C.T.] om de pakketclusters toonstand AAN of UIT te zetten {pagina 53}.
$3 TNC Statuslichtjes
•9.6k LED
Het lichtje gaat aan wanneer de interne TNC op 9600 bps functioneert. De standaardstand is 1200 bps {pagina 50}.
•STA-LED
Het lichtje gaat aan wanneer de interne TNC de gegevens in de buffer vasthoudt om te verzenden.
•CON-LED
Het lichtje gaat aan wanneer de interne TNC aan een andere TNC is verbonden.
N-11
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
54
PF |
|
|
F LOCK |
A |
|
ATT |
PRE |
|
LEVEL |
||
LEVEL |
||
VOX |
||
PROC |
||
|
||
SEND |
ANT1/2 |
|
AT |
||
|
||
PHONES |
LEVEL |
|
|
N |
|
|
. |
|
|
R |
|
|
. |
|
|
LEVEL |
|
|
A |
|
|
. |
|
|
N |
|
|
. |
|
MIC |
MANUAL |
|
|
B |
|
|
. |
|
|
C |
|
|
. |
|
|
LO/ |
|
|
WIDTH |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
1 |
|||
2 |
3 |
||
TONE/SEL |
METER |
||
CTCSS/SEL |
|||
4 |
5 |
||
6 |
|||
NB/LEVEL |
|||
|
|||
|
AGC/OFF |
||
7 |
8 |
FINE/STEP |
|
9 |
|||
. |
|||
|
|||
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
||
|
0 |
ENT |
|
|
HI/ |
|
|
|
SHIFT |
C N U F
MAIN |
|
|
AUTO |
CAR |
LSB |
MIC |
USB |
TX MONI |
REV |
|
PWR |
CW |
|
FSK |
|
|
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
KEY |
FM |
|
|
AM |
|
CLR |
|
SEL |
|
|
|
DISP |
1MHz |
52 53
$4 RIT/SUB-regelknop
Nadat de RITof XIT-functie is AAN, wordt met deze knop de gewenste frequentieoffset gekozen {pagina’s 38, 40}.
Draai aan de knop om de frequentie van de secundaire ontvanger bij te stellen wanneer de RITen XIT-functies UIT zijn en de secundaire ontvanger AAN is {pagina 45}.
$5 MANUAL BC-regelknop
Draai aan de knop om de audioscherptefrequentie bij te stellen wanneer de DSP slagannulatiefunctie op de met de hand bediende audioscherptefilterstand is ingesteld {pagina 56}.
$6 MAIN RF GAIN-regelknop
Draai aan de knop om de radiofrequentietoename voor het hoofdzendontvangtoestel bij te stellen {pagina 18}.
$7 MULTI/ CH-regelknop
Draai aan de knop in VFO-stand om de werkingsfrequentie hoger of lager in te stellen {pagina 37}. Draai aan de knop in de geheugenkanaalstand om een geheugenkanaal te kiezen {pagina 58}. Deze knop wordt ook gebruikt om de Menunummers in de Menustand te kiezen {pagina 21} en om de instellingen voor verschillende functies te kiezen die met de toetsen op het voorpaneel worden geactiveerd. Het MULTI/ CH-LED licht op wanneer de instelling met de MULTI/ CH-regelknop gewijzigd kan worden.
$8 MAIN SQL-regelknop
Deze knop wordt gebruik om de luidspreker, de koptelefoon en het AF-signaal op ACC2 (13-pen DIN-contact) te onderdrukken (“ruisblokkeren”) wanneer er geen signaal door het hoofdzendontvangtoestel wordt ontvangen {pagina 19}.
$9 MAIN AF-regelknop
Draai de knop om het volume van het hoofdzendontvangtoestel te regelen {pagina 19}.
%0 SUB SQL-regelknop
Deze knop wordt gebruik om de luidspreker, de koptelefoon en het AF-signaal op ACC2 (13-pen DIN-contact) te onderdrukken (“ruisblokkeren”) wanneer er geen signaal door het secundaire ontvangtoestel wordt ontvangen {pagina 46}.
55 |
45 |
46 |
44 |
47 |
HF/VHF/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
||||||
|
RIT |
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
_ |
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
|
NUAL |
BC |
|
MAIN |
|
|
|
|
|
|
GAIN |
||
|
|
|
|
|
MA |
|
RF |
|
|
|
|
|
QUICK MEMO |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
||
MENU |
TF- |
CA |
MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
C |
|
|
|
|
||
|
|
SET |
IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
LL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TL |
|
|
|
|
|
|
|
|
SA |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
|
IN |
|
||
|
|
|
|
|
SPLIT |
|
||
|
MAIN |
SUB |
|
A/B |
MA |
|
|
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|||
|
|
|
|
VFO/CH |
|
|
AF |
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CTRL |
|
SG.SEL |
|
MG.SEL |
M.IN |
|
|
SQL |
SCAN |
M VFO |
|
|
|
9.6k STA CON
RIT/SUB
+
MULTI |
CH |
SUB |
48 |
49 |
50 |
51 |
%1 SUB AF-regelknop
Indrukken om de secundaire ontvanger AAN of UIT te zetten. Wanneer de secundaire ontvanger AAN staat, dan gaat het oranje LED aan. Draai aan de knop om het volume van de secundaire ontvanger te regelen.
%2 LO/ WIDTH-regelknop
Naar rechts/ naar links draaien om de waarde van de DSPfilterfrequentie met lage verbreking of de filterbandbreedte (CW/ FSK) te verhogen/ verlagen. De gekozen waarde verschijnt op het hoofd-dot-matrix-display {pagina 55}.
%3 HI/ SHIFT-regelknop
Naar rechts/ naar links draaien om de waarde van de DSPfilterfrequentie met lage verbreking of de Shiftfrequentie te verhogen/ verlagen. De gekozen waarde verschijnt op het secundaire dot-matrix-display {pagina 55}.
%4 MAIN-band LED
Dit lampje licht groen op wanneer de ruisblokkering van het hoofdzendontvangtoestel open staat. Dit lampje licht rood op tijdens het uitzenden op de VFO-band van het hoofdzendontvangtoestel.
%5 SUB-band LED
Dit lampje licht groen op wanneer de ruisblokkering van het secundaire ontvangtoestel open staat. Dit lampje licht rood op tijdens het uitzenden op de VFO-band van het secundaire ontvangtoestel.
N-12
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
ACHTERPANEEL
1 |
|
|
2 |
|
3 |
4 |
6 |
5 |
8 |
2 |
1 |
|
|
|
|
|
AT |
|
ANT 1.2G |
|
|
|
|
|
ANT |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
144 |
|
|
ANT 2 |
ANT 1 |
|
|
KEY |
PADDLE |
ANT |
|
|
|
|
|
|
GND |
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
430 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
EXT. SP2 |
EXT. SP1 |
|
|
|
|
|
DC |
COM |
PANEL |
|
|
|
|
|
13.8V |
||
8Ω |
8Ω |
EXT. CONT |
ACC2 |
REMOTE |
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HF |
|
|
|
|
|
|
RX ANT |
9 |
10 |
11 |
12 |
13 |
14 |
15 |
7
q ANT 1 en ANT 2-contacten
Sluit uw primaire HF/ 50MHz antenne op ANT 1 aan. Als u 2 antennes voor de HF/ 50MHz band gebruikt, dan sluit u de secundaire antenne op het ANT 2-contact aan.
w GND-paal
Verbind een zware meetdraad of koperen riem tussen de aardverbindingpaal en de dichtstbijzijnde aardverbinding {pagina 1}.
e KEY en PADDLE-contacten
Het PADDLE-contact is voor een stekker met 3 geleiders van 6,3 mm, waarmee een toetsenblokpaddle aan het interne elektronische toetsenblok wordt aangesloten. Het KEYcontact is voor een stekker met 2 geleiders van 3,5 mm, waar een externe toets mee wordt aangesloten om de CW te gebruiken. Lees “CW-toetsen (PADDLE en KEY)” {pagina 3} voordat u deze contacten gebruikt.
r AT-contact
Dit contact is voor de stekker van de kabel die met de externe antennetuner is meegeleverd.
Lees de gebruiksaanwijzing van de tuner voor meer informatie.
t ANT 144
Sluit uw 144 MHz-bandantenne aan op dit contact. y ANT 430
Sluit uw 430 (440) MHz-bandantenne aan op dit contact. u ANT 1.2G (TS-2000/ TS-B2000 optioneel)
Sluit uw 1,2 GHz-bandantenne aan op dit contact. i DC 13.8V spanningsstroomcontact
Sluit een energiebron van 13,8 V gelijkstroon aan op dit contact {pagina 2}. Gebruik de kabel die samen met de gereguleerde gelijkstroombron geleverd werd.
o COM-contact
Dit contact hoort bij een 9-pen vrouwelijk RS-232C-contact waarmee een computer via één van de seriële communicatiepoorten wordt aangesloten {pagina 93}.
Dit wordt ook samen met de snelle gegevensoverdrachtfunctie gebruikt {pagina 93}.
! 0PANEL-contact
Sluit een kabel van het apart verkrijgbare remote paneel (RC-2000} op dit contact aan.
! 1EXT.SP1 en EXT.SP2-contacten
Dit contact is voor een stekker met 2 geleiders (mono) van 3,5 mm, waarmee de externe luidsprekers worden aangesloten {pagina’s 3, 78}.
! 2EXT.CONT-contact
Sluit de bedieningskabel van uw 50 MHz, 144 MHz,
430 (440) MHz of 1,2 GHz lineaire versterker op dit contact aan {pagina 76}.
! 3ACC2-contact
Dit contact is voor een 13-pen mannelijk DIN-contact, waarmee verschillende accessoires worden aangesloten, zoals een externe TNC/ MCP of een RTTY-terminal {pagina 94}.
! 4REMOTE-contact
Dit contact is voor een 7-pen mannelijk DIN-contact, waarmee een HF lineaire versterker wordt aangesloten {pagina 76}. Uw 50 MHz, 144 MHz, 430 (440) MHz of 1,2 GHz lineaire versterker niet op dit contact aansluiten; gebruik daarvoor het EXT.CONT-contact.
! 5HF RX ANT-contact
Sluit een aparte alleen-ontvangst-antenne voor HF-banden op dit contact aan (RCA-contact) {pagina 76}.
N-13
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
DISPLAY
8 12 14 16
1 |
6 |
7 |
11 |
13 |
15 |
S
1
3
5
7
9
20
40
60dB
PWR
ALC
10 |
25 |
5 |
0 |
|
|
|
|||
100 |
|
||||||||
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
W% |
|
|
|
|
FILTER |
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
3 |
4 |
5 |
10 |
9 |
q Meettoestel
Tijdens de ontvangst functioneert dit als een S-meettoestel en geeft de ontvangen signaalsterkte weer. Het geeft ook de filterbreedte weer. Tijdens de uitzending, functioneert het als een krachtmeter plus een ALC-meter, een SWR-meter of een compressiemeter voor de stemverwerking. De piek-vasthoud- functie zorgt ervoor dat elke meting ca. een halve seconde lang zichtbaar blijft.
Opmerking: De SWR-meter werkt alleen voor de HFen de 50 MHzbanden.
w
Dit verschijnt wanneer de interne antennetuner {pagina 72} of een externe antennetuner klaar is voor de ontvangst van de HF/ 50 MHz band.
e AT
Dit verschijnt wanneer de interne antennetuner {pagina 72} of een externe antennetuner klaar is voor de uitzending van de HF/ 50 MHz band.
r
Dit verschijnt wanneer het HF RX ANT {pagina 76} -contact geactiveerd is om HF-bandsignalen te ontvangen. U kunt de signalen niet via dit contact uitzenden.
t
Er verschijnt “ ” of “”, wanneer ofwel het Antenne 1- of het Antenne 2-contact voor de FH/ 50 MHz band werd gekozen {pagina 72}.
y MHz
Dit verschijnt wanneer de MHz omhoog/ omlaag-stand met de MULTI/ CH-regelknop is AAN {pagina 37}.
u ALT
Dit verschijnt wanneer ALT (Auto Lock Tuning) voor de 1,2 GHz (FM) band werd geactiveerd {pagina 72}.
i
Dit verschijnt wanneer de geheugen terughalen of geheugen scrollen wordt gebruikt {pagina 59}.
o
Dit toont het geheugenkanaalnummer voor het hoofdzendontvangtoestel. Als u een kanaal boven de 99 kiest, dan verschijnt een eerste cijfer (1 of 2) (de geheugennummers gaan van 00 tot 299}. Het toont ook de nummerlocatie van de snel geheugen (de snel geheugennummers gaan van “0_” tot “9_”).
! 0AUTO
Dit verschijnt wanneer de auto-standselectie is geactiveerd {pagina 73}.
! 1
Dit verschijnt wanneer het hoofdzendontvangtoestel voor de uitzendband is geselecteerd.
! 2
Dit verschijnt wanneer de functies van het hoofdzendontvangtoestel via de voorpaneeltoetsen geregeld kunnen worden.
! 3ATT
Dit verschijnt wanneer de ontvangstverzwakker (–12 dB) van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina’s 57, 73}.
! 4TNC
Dit verschijnt wanneer de interne TNC aan het hoofdzendontvangtoestel is toegewezen {pagina 49}.
! 5PRE
Dit verschijnt wanneer de ontvangstvoorversterker van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 57}.
! 6+ =
Er verschijnt “+” of “–”, en dit geeft aan welke offset-richting voor het hoofdzendontvangtoestel werd gekozen. “=” verschijnt wanneer de –7,6 MHz (430 MHz) of –6,0 MHz (1,2 GHz) offset werd gekozen (alleen voor alle E-types) (pagina 32}.
N-14
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
S |
1 |
|
|
R |
|
PW |
|
C |
|
AL |
|
3
10
5
7
25
9
FILTE
50
R
20
|
|
18 |
20 |
|
|
22 |
|
|
24 |
|
|
|
|
|
|
|
30 |
|
|
|
|
|
|||||||||||
17 |
19 |
|
|
21 |
23 |
|
26 |
25 |
27 |
|
|
28 |
29 |
||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
40 |
60 |
dB |
|
||
|
|
|
100 |
W% |
|
31 33 34 32
! 7DCS
Dit verschijnt wanneer de DCS (ruisonderdrukking met digitale code) van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 36}.
! 8[R]
“R” verschijnt wanneer de omdraaifunctie van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat. “[R]” verschijnt wanneer de ASC (automatische simplexcontrole) van het hoofdzendontvangtoestel is geactiveerd {pagina 34}.
! 9C T
“T” verschijnt wanneer de toonfunctie van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 33}. “C T” verschijnt wanneer de CTCSS (voortdurend toongecodeerd ruisonderdrukkingsysteem) van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 35}.
@0 AGC
Dit verschijnt wanneer de AGC (automatische toenameregeling) van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 38}. Het verdwijnt weer wanneer de AGC wordt uitgezet.
@1 M.B.C.
Er verschijnt “B.C.” wanneer de automatische slagannulering AAN staat. Er verschijnt “M.B.C.” wanneer de enkele slagannuleringsfrequentie met de hand wordt geregeld {pagina 56}.
@2 N.B.
Dit verschijnt wanneer de geluidsonderdrukker AAN staat {pagina 57}.
@3 FINE
Dit verschijnt wanneer de fijnafstelling voor de hoofdafstemknop AAN staat {pagina 38}.
@4 A.NOTCH
Dit verschijnt wanneer de DSP Auto Notch-functie van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 56}.
@5 |
|
|
“ |
” of “ |
” verschijnt, afhankelijk van het feit of DSP |
Ruisreductie 1 (lijnverbetering-methode) of Ruisreductie 2 (SPAC-methode) van het hoofdzendontvangtoestel is geactiveerd {pagina 56}.
@6
“ ” verschijnt wanneer de TX Equalizer-functie AAN staat. “ ” verschijnt wanneer de RX Equalizer-functie van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina’s 41, 78}.
@7
Dit verschijnt wanneer snelmenufunctie van het zendontvangtoestel AAN staat {pagina 21}. Het verschijnt ook wanneer het frequentiepunt van de gedeeltelijk vertraagde programmascan op het hoofdzendontvangtoestel is gekozen {pagina 67}.
@8
“” verschijnt wanneer de trace-functie in de satellietstand
AAN staat. “ ” verschijnt wanneer de Reverse tracefunctie AAN staat {pagina 53}.
@9 P.C.T.
Dit verschijnt wanneer de pakketclusters toonstand is geactiveerd {pagina 53}.
#0 SPLIT
Dit verschijnt wanneer de uitzendfrequentie verschilt van de ontvangfrequentie {pagina 31}.
#1 tAs
“tA” of “As” verschijnt terwijl VFO A actief is {pagina 18}. “A” verschijnt wanneer Menu A wordt gebruikt {pagina 21}.
#2 tBs
“tB” of “Bs” verschijnt wanneer VFO B is geactiveerd {pagina 18}. “B” verschijnt wanneer Menu B wordt gebruikt {pagina 21}.
#3 tMs
“tM” of “Ms” verschijnt wanneer een simplex geheugenkanaal is geactiveerd {pagina 59}. “tMs” verschijnt wanneer een geheugenkanaal met gesplitste frequentie is geactiveerd {pagina 60}.
#4
“” verschijnt wanneer de frequentievergrendelingsfunctie AAN staat. “” verschijnt wanneer de vergrendeling van alle toetsfunctie AAN staat {pagina 77}.
N-15
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
|
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
|
20 |
40 |
60 |
|
|
|
|
|
S |
|
|
|
|
|
dB |
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
10 |
|
25 |
5 |
0 |
|
10 |
0W% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
R |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
PW |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
C |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FILTER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
57
#5
Dit verschijnt wanneer het toestel in de satellietstand staat {pagina 53}.
#6
Dit verschijnt wanneer geheugen terughalen of geheugen scrollen wordt gebruikt voor het secundaire ontvangtoestel {pagina 59}.
#7
Dit toont het geheugenkanaalnummer voor het secundaire ontvangtoestel. Als u een kanaal boven de 99 kiest, dan verschijnt een eerste cijfer (1 of 2) (de geheugennummers gaan van 00 tot 299).
#8
Dit verschijnt wanneer het secundaire ontvangtoestel voor de uitzendband is geselecteerd.
#9
Dit verschijnt wanneer de functies van het secundaire ontvangtoestel via de voorpaneeltoetsen geregeld kunnen worden.
$0 ATT
Dit verschijnt wanneer de ontvangstverzwakker (–12 dB) van het secundaire ontvangtoestel AAN staat {pagina’s 57, 73}.
$1 TNC
Dit verschijnt wanneer de interne TNC aan het secundaire ontvangtoestel is toegewezen.
$2 XIT
Dit verschijnt wanneer de incrementele uitzendafstemmingfunctie van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 40}.
$3 PRE
Dit verschijnt wanneer de ontvangstvoorversterker van het secundaire ontvangtoestel AAN staat {pagina 57}.
$4 + =
Er verschijnt “+” of “–”, en dit geeft aan welke offset-richting voor het secundaire ontvangtoestel werd gekozen. “=” verschijnt wanneer de –7,6 MHz (430 MHz) of –6,0 MHz (1,2 GHz) offset werd gekozen (alleen voor alle E-types) {pagina 32}.
37 |
|
36 |
|
39 |
|
41 |
44 |
47 |
50 |
52 |
54 |
||||||||||||||||||
35 |
38 |
|
40 |
|
|
43 |
|
46 |
|
|
51 |
|
|
|
|
53 |
|
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
55 |
42 |
45 |
49 |
48 |
58 |
56 |
$5 RIT
Dit verschijnt wanneer de ontvangst incrementele afstemming-functie van het hoofdzendontvangtoestel AAN staat {pagina 38}.
$6 DCS
Dit verschijnt wanneer de DCS (ruisonderdrukking met digitale code) van het secundaire ontvangtoestel AAN staat {pagina 36}.
$7 [R]
“R” verschijnt wanneer de omkeringsfunctie van het secundaire ontvangtoestel AAN staat. “[R]” verschijnt wanneer de ASC (automatische simplexcontrole) van het secundaire ontvangtoestel werd geactiveerd {pagina 34}.
$8 S
Dit verschijnt wanneer de meter van het secundaire ontvangtoestel de signaalsterkte weergeeft {pagina 46}.
$9 PWR
Dit verschijnt wanneer het meettoestel van het secundaire ontvangtoestel het uitgangsvermogen weergeeft {pagina 20}.
%0
Doet dienst als een S-meter om de ontvangen signaalsterkte voor het secundaire ontvangtoestel te meten en weer te geven. Het geeft ook de relatieve outputkracht weer wanneer de sub-band voor de uitzending is gekozen.
%1 C T
“T” verschijnt wanneer de toonfunctie van het secundaire ontvangtoestel AAN staat {pagina 33}. “C T” verschijnt wanneer de CTCSS (Voortdurend toongecodeerd ruisonderdrukkingsysteem) van het secundaire ontvangtoestel AAN staat {pagina 35}.
%2
Dit verschijnt wanneer de DSP ruisvermindering 1 van het secundaire ontvangtoestel AAN staat {pagina 56}.
%3 PKT
Dit verschijnt wanneer de interne TNC in de pakketstand staat {pagina 49}.
N-16
4 UW TOESTEL LEREN KENNEN
%4 PC
Dit verschijnt wanneer de TS-2000(X) door een PC wordt bediend {pagina 81}.
%5
Dit display geeft de werkingsfrequentie van het hoofdzendontvangtoestel weer.
%6
Wanneer het secundaire ontvangtoestel AAN staat, dan wordt op het display de ontvangstfrequentie van het secundaire ontvangtoestel weergegeven. Als u echter de functies van het hoofdzendontvangtoestel regelt, zoals RIT, XIT, of SPLIT, dan wordt het display gebruikt om de frequentie-informatie van deze functies weer te geven {pagina 45}.
%7 Hoofd-dot-matrix-display
In de normale werkingstand, geeft dit display de werkingstand van het hoofdzendontvangtoestel weer. Het display wordt ook gebruikt voor allerlei andere informatie, zoals menunummers en instellingen en de DSP-filterconfiguratie.
%8 Secundair dot-matrix-display
In de normale werkingstand, geeft dit display de werkingstand van het secundaire ontvangtoestel weer. Het display wordt ook gebruikt voor allerlei andere informatie, zoals menunummers en de DSP-filterfrequentie-configuratie.
MICROFOON
q
DWN UP
w
PTT
q UP/ DWN-toetsen
Gebruik deze toetsen om de VFO-frequentie, de geheugenkanalen of menuselecties hoger of lager in te stellen. Deze toetsen voortdurend ingedrukt houden om de instellingen te wijzigen.
w PTT (Push-to-Talk)-schakelaar
Het zendontvangtoestel gaat over op de uitzendstand wanneer deze niet-vergrendelbare schakelaar langere tijd ingedrukt wordt. Als de schakelaar wordt losgelaten, dan gaat het zendontvangtoestel over op de uitzendstand.
N-17
BASISWERKING
TOESTEL AAN EN UIT ZETTEN
1De gelijkstroomtoevoer AAN zetten.
2[ ] (STROOM) momenteel ingedrukt houden om het zendontvangtoestel AAN te zetten.
•De schakelaar niet langer dan ca. 2 seconden lang ingedrukt houden, anders gaan het toestel weer uit.
•Wanneer het toestel aan is, ziet u “HELLO”, gevolgd door de gekozen frequentie en andere indicatoren.
HF/VHE/UHF ALL MO
PF
|
|
F LOCK A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ATT |
PRE |
|
|
|
|
|
|
|
PF |
|
LEVEL |
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
VOX |
PROC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SEND |
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
F LOCK |
A |
AT |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
|
PHONES |
LEVEL |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
AUTO |
|
||
ATT |
|
|
N. |
1 |
2 |
3 |
|
CAR |
LSB |
MEN |
|
|
R |
|
C |
||||||
PRE |
|
. |
TONE/SEL |
|
|
|
||||
|
LEVEL |
METER |
CTCSS/SEL |
N |
MIC |
USB |
|
|||
|
|
|
4 |
5 |
FU |
|
|
|
||
LEVEL |
|
|
A. |
6 |
TX MONI |
REV |
|
|||
LEVEL |
|
N |
7 |
8 |
|
FSK |
|
|||
|
B. |
9 |
|
|
|
|||||
|
|
MIC |
. |
NB/LEVEL |
AGC/OFF FINE/STEP |
|
PWR |
CW |
|
|
|
|
MANUAL |
|
|
|
|
||||
VOX |
|
|
C |
. |
|
|
|
DELAY |
NAR |
|
|
PROC |
|
. |
DCS/SEL SHIFT/OFFSET |
|
|
|
|
||
|
|
LO/ |
|
0 |
ENT |
|
|
AM |
|
|
|
ANT1/2 |
|
WIDTH |
|
HI/ |
|
|
|
SEL |
|
|
|
|
|
SHIFT |
|
CLR |
|
|||
SEND |
AT |
|
|
|
|
|
|
DISP 1MHz |
CTRL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 Om het toestel UIT te zetten, drukt u nogmaals op [ ] (STROOM).
4De gelijkstroomtoevoer UIT zetten.
•U kunt stap 3 overslaan. Wanneer het toestel AAN staat, kunt u het weer UIT of AAN zetten door de gelijkstroomtoevoer te regelen. Het zendontvangtoestel slaat de positie van de STROOM-schakelaar op wanneer de gelijkstroomtoevoer UIT wordt gezet.
VOLUME REGELEN
AUDIO FREQUENTIE (AF)-VERHOGING
Draai de MAIN AF-regelknop naar rechts om het geluidsniveau te verhogen en naar links om het niveau te verlagen.
MAIN
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
||||
|
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
AF |
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
||
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
SUB |
|
NUAL |
BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
|
|
|
MA |
|
RF GAIN |
|
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
||
B |
MENU |
TF- |
C MR |
M.IN |
|
|
|
|
B |
|
SET |
CALL IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
SQL |
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
||
|
|
SPLIT |
MAIN |
SUB |
||||
MAIN |
SUB |
A/B |
||||||
TRACE |
|
|
|
|||||
|
|
|
VFO/CH |
|
AF |
|
||
|
|
|
A=B |
|
|
|||
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
||
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
Opmerkingen:
De stand van de MAIN AF-regelknop heeft geen invloed op het volume van de alarmsignalen die veroorzaakt worden door de toetsen, noch op de zijtoon van de CW-uitzending. Het geluidsniveau van de Packet-werking wordt evenmin met de MAIN AF-regelknop geregeld.
Wanneer de apart verkrijgbare RC-2000 is geïnstalleerd, dan kunt u het volume zowel op het zendontvangtoestel als op de
RC-2000 met de AF-knoppen regelen. Als u echter het zendontvangtoestel aan zet, hebben de volumeinstellingen van de RC-2000 prioriteit.
RADIO FREQUENTIE (RF)-TOENAME
De MAIN RF GAIN-regelknop helemaal naar rechts draaien. U kunt het ook iets naar links draaien wanneer u het gewenste signaal niet goed kunt horen vanwege te veel atmosferische ruis of storing van andere stations. Noteer eerst de hoogste S-meter-stand van het gewenste signaal. Draai daarna de MAIN RF GAIN-regelknop naar links, totdat de S-meter de door u genoteerde waarde aangeeft. De signalen die zwakker zijn dat dit niveau worden verder verzwakt en de ontvangst van het station wordt beter.
MANUAL |
BC |
|
MAIN |
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
|||
RF |
GAIN |
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
||
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
|
|
SUB |
|
NUAL |
BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
|
MA |
|
RF GAIN |
|
|
|
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
|
|
|
|
B |
MENU |
TF- |
C MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
|
B |
|
SET |
CALL IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
MAIN |
SUB |
A/B |
SPLIT |
MAIN |
SUB |
|
|
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
VFO/CH |
|
AF |
|
|
|
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
|
|
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
Afhankelijk van het soort en de versterking van uw antenne en de conditie van de band, kunt u ook de MAIN RF GAIN- regelknop net zover naar links gedraaid laten, in plaats van helemaal naar rechts te draaien. Wanneer het toestel op FM staat, moet de MAIN RF GAIN-regelknop volledig naar rechts gedraaid worden.
VFO A OF VFO B KIEZEN
Er zijn 2 VFO’s beschikbaar voor de frequentieregeling van het hoofdzendontvangtoestel. Elke VFO, VFO A en VFO B functioneert onafhankelijk, zodat een verschillende frequentie en stand gekozen kunnen worden. Wanneer de SPLIT-functie aan staat, wordt VFO A gebruikt voor de ontvangst en VFO B voor de uitzending. De omgekeerde combinatie is ook mogelijk.
Druk op [A/B] om van VFO A op VFO B over te schakelen en vice versa.
•Er verschijnt “tA” of “tB” om aan te geven welke VFO werd gekozen.
|
TL |
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
|||
|
|
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
SA |
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
REV |
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
M/S |
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
|
SUB |
|
|
L BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
SPLIT |
B |
MENU |
TF- |
C MR |
MANUA |
RF GAIN |
|
|
|
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
|
A/B |
|
|
|
|
CALL IN |
M.IN |
|
|
|
|
|
B |
|
SET |
. |
|
|
|
|
|
TRACE |
|
|
|
|
SATL |
MAIN |
SUB |
|
|
|
|
|
|
SPLIT |
||||
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
VFO/CH |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MAIN SUB |
VFO/CH |
|
|
AF |
|
||
|
|
|
A/B |
TRACE |
|
|
|
||
|
A=B |
|
|
|
VFO/M |
A=B |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
VFO/M |
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
|
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
BAND SELECTEREN
Druk op [+]/ [–]om de door u gewenste band te kiezen.
•Als u één van beide toetsen ingedrukt houdt, dan verandert de band voortdurend.
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
|
SUB |
|
NUAL |
BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
RF GAIN |
|
||
MAIN |
SUB |
UTO |
|
|
|
MA |
|
|
|
|
SET |
QUICK MEMO |
|
|
|
||||
B |
MENU |
CALL IN |
M.IN |
|
|
|
|||
|
|
B |
TF- |
C MR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
MAIN |
SUB |
A/B |
SPLIT |
MAIN |
SUB |
|
|
|
|
|
|
VFO/CH |
TRACE |
|
AF |
|
|
|
|
|
|
VFO/M |
A=B |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
|
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
N-18
STAND KIEZEN
Druk op [LSB/ USB/ AUTO], [CW/ FSK/ REV] of op
[FM/ AM/ NAR]. Om de tweede stand van elke knop te kiezen, moet u dezelfde knop opnieuw indrukken. Bijvoorbeeld, telkens wanneer u op [LSB/ USB/ AUTO] drukt, schakelt u over van de LSBop de USB-stand en vice versa.
AUTO |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LSB |
F LOCK |
A |
|
|
|
|
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MO |
|
PF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
USB |
ATT |
PRE |
|
|
|
|
|
|
|
|
LEVEL |
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VOX |
PROC |
|
|
|
|
|
|
|
|
REV |
SEND |
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
AT |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
|
||
CW |
PHONES |
LEVEL |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
AUTO |
|
|
|
N. |
1 |
|
|
|
|||||
|
R |
|
2 |
3 |
C |
CAR |
LSB |
|
MEN |
|
|
. |
TONE/SEL |
|
|
|
|
||||
|
LEVEL |
METER |
CTCSS/SEL |
UN |
MIC |
USB |
|
|
||
FSK |
|
A. |
4 |
5 |
6 |
F |
TX MONI |
REV |
|
|
|
N |
7 |
8 |
|
FSK |
|
|
|||
|
B. |
9 |
|
|
|
|
||||
|
MIC |
. |
NB/LEVEL |
AGC/OFF FINE/STEP |
|
PWR |
CW |
|
|
|
|
MANUAL |
|
|
|
|
|
||||
|
|
C |
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
|
DELAY |
NAR |
|
|
|
|
|
. |
|
KEY |
FM |
|
|
|||
NAR |
|
|
. |
0 |
ENT |
|
|
|
||
|
LO/ |
|
|
|
AM |
|
|
|||
|
WIDTH |
|
HI/ |
|
|
CLR |
|
|
|
|
FM |
|
|
|
SHIFT |
|
SEL |
|
|||
|
|
|
|
|
|
DISP |
1MHz |
CTRL |
AM
Druk op [FUNC], [LSB/ USB/ AUTO] om van de automatische-standselectie over te schakelen en vice versa. Wanneer het is geactiveerd, dan verschijnt “AUTO”. Als de frequentie hoger of lager dan 9,5 MHz is, dan verandert het zendontvangtoestel automatisch van stand: LSB voor frequenties lager dan 9,5 MHz en USB voor frequenties gelijk aan of hoger dan 9,5 MHz (HF/ 50 MHz band). Voor de 144 MHz, 430 (440) MHz en 1,2 GHz banden schakelt het zendontvangtoestel automatisch over op FM. U kunt de frequentietabelgegevens uitbreiden om de stand automatisch te laten veranderen {pagina 73}.
RUISBLOKKERING BIJSTELLEN
De bedoeling van de ruisblokkering is om de luidspreker te onderdrukken wanneer er geen signalen aanwezig zijn. Wanneer de ruisblokkering juist is ingesteld, hoort u alleen geluid wanneer u daadwerkelijk signalen ontvangt. Hoe hoger het gekozen ruisblokkeringsniveau, des te sterker moeten de signalen zijn om ontvangen te kunnen worden. Het juiste ruisblokkeringsniveau hangt af van het RF-geluid in de omgeving.
Draai aan de MAIN SQL-regelknop wanneer er geen signalen aanwezig zijn om het ruisblokkeringsniveau te kiezen waarbij het achtergrondgeluid wordt geëlimineerd; de LED van de MAIN-band gaat aan. Vele ham-operators laten de
MAIN SQL-regelknop helemaal naar links staan, tenzij ze een volledige draaggolfstand, zoals FM, gebruiken. Het ruisblokkeringsniveau voor het hoofdzendontvangtoestel wordt in de fabriek ingesteld op ca. 9 uur voor FM en op
11 uur voor SSB en AM.
MAIN
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
|||
|
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
AF |
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
SUB |
|
AL |
BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
|
|
MANU |
|
RF GAIN |
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
|
B |
MENU |
TF- |
C MR |
M.IN |
|
|
|
B |
|
SET |
CALL IN |
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
SQL |
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
MAIN |
SUB |
A/B |
SPLIT |
MAIN |
SUB |
||
TRACE |
|
|
|
||||
|
|
|
VFO/CH |
A=B |
|
AF |
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
5 BASISWERKING
FREQUENTIE KIEZEN
Draai de Afstemknop naar rechts of druk op Mic [UP] om de frequentie te verhogen. Draai de Afstemknop naar links of druk op Mic [DWN] om de frequentie te verlagen.
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
|
SUB |
|
NUAL |
BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
RF GAIN |
|
||
|
|
|
|
|
|
MA |
|
|
|
|
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
|
|
|
B |
MENU |
TF- |
C MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
B |
|
SET |
CALL IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
MAIN |
SUB |
A/B |
SPLIT |
MAIN |
SUB |
|
|
|
|
|
|
VFO/CH |
TRACE |
|
AF |
|
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
||
SEL |
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
1MHz |
CTRL |
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
U kunt ook een frequentie direct met de cijfertoetsen invoeren als de gewenste frequentie ver van de huidige frequentie af ligt. Druk op [ENT], en druk daarna op de juiste cijfertoetsen. Voor meer informatie, lees “Directe frequentieinvoer” {pagina 37}.
CH1/REC |
|
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MO |
||
|
3 |
PF |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
F LOCK A |
|
|
|
|
|
|
|
|||
TONE/SEL |
|
METER |
ATT |
PRE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VOX |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
LEVEL |
PROC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CTCSS/SEL |
|
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
4 |
|
5 |
|
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
SEND |
AT |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
||
|
|
PHONES |
LEVEL |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
AUTO |
|
||
|
|
|
N. |
1 |
|
|
|
|||||
NB/LEVEL |
|
|
2 |
3 |
|
CAR |
LSB |
MEN |
||||
|
|
R |
|
C |
||||||||
|
|
|
. |
4 |
5 |
MIC |
|
|||||
|
|
|
A. |
CTCSS/SEL |
F |
REV |
|
|||||
|
|
AGC/OFF |
FINE/STEP |
|
LEVEL |
TONE/SEL |
METER |
UN |
USB |
|
||
7 |
|
|
. |
NB/LEVEL |
8 |
6 |
|
TX MONI |
CW |
|
||
|
|
|
|
N |
|
|
|
|
|
|||
|
8 |
9 |
MIC |
MANUAL |
|
AGC/OFF FINE/STEP |
|
PWR |
|
|
||
|
|
B. |
DCS/SEL |
|
9 |
|
DELAY |
NAR |
|
|||
|
|
C |
SHIFT/OFFSET |
|
|
|||||||
|
|
. |
|
KEY |
FM |
|
||||||
. |
|
|
|
. |
0 |
ENT |
|
|
||||
|
|
LO/ |
|
|
|
AM |
|
|||||
|
|
|
|
WIDTH |
|
HI/ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SEL |
|
|
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
|
|
|
SHIFT |
|
CLR |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
DISP 1MHz |
CTRL |
||||
|
|
0 |
ENT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dit zendontvangtoestel heeft vele anderen manieren om snel een frequentie te kiezen. Voor meer informatie, lees “FREQUENTIE KIEZEN” {pagina 37}.
VOORPANEELMETER
Het multifunctionele meetapparaat meet de parameters uit de onderstaande tabel. De S-meter en de FILTER-balans verschijnen wanneer het toestel op ontvangen staat, en de PWR-meter verschijnt wanneer het toestel op uitzenden staat. Telkens waneer u op [5/ METER] drukt, schakelt u over van de ALCop de SWRen op de COMP-meter. De hoogste standen van de S-meter, de ALC-, SWR, COMPen PWR-functies worden wat langer getoond.
Meter |
Wat wordt gemeten? |
|
S |
Kracht van de ontvangen signalen |
|
|
|
|
PWR |
Uitvoervermogen van de uitzending |
|
|
|
|
ALC |
Automatische niveauregelingsstand |
|
|
|
|
SWR |
Staandegolfverhouding van het |
|
antennesysteem |
||
|
||
|
|
|
COMP |
Stemcompressieniveau bij gebruik van de |
|
Stemverwerker {pagina 40} |
||
|
||
|
|
|
FILTER |
DSP-filterbreedte |
|
|
|
Opmerkingen:
De COMP-meter functioneert alleen wanneer de spraakp processor op AAN staat in de SSB-, FMof AM-stand.
Het PWR-indicator geeft het uitvoervermogen als een percentage op de 1,2 GHz band weer.
De SWR-meter werkt alleen voor ANT 1 en ANT 2 (HF/ 50 MHz band).
De piek-vasthoud metingen kunnen niet gedeactiveerd worden.
N-19
5 BASISWERKING
UITZENDEN
Voor stemcommunicatie drukt u op [SEND] of houdt u Mic [PTT] ingedrukt. Vervolgens spreekt u met uw normale stem in de microfoon. Wanneer u klaar bent met spreken, drukt u nogmaals op [SEND] of laat Mic [PTT] los.
Om CW uit te zenden, druk op [VOX/ LEVEL] om de onderbrekingstijdfunctie AAN te zetten. Sluit daarna de toets of de toetsenblokpaddle. Sluit een toets of toetsenblokpaddle aan {pagina’s 3, 39}, en kies daarna de CW-stand.
PF |
|
F LOCK A |
|
|
|
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MO |
|
|
|
PF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ATT |
PRE |
|
|
|
|
|
|
|
F LOCK |
A |
LEVEL |
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
VOX |
|
|
|
|
|
|
|
|||
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
PROC |
|
|
|
|
|
|
|
ATT |
|
SEND |
AT |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
PRE |
PHONES |
LEVEL |
CH1/REC |
CH2/REC |
3 |
C |
|
LSB |
|
|
|
. |
|
|
|
||||||
|
|
|
N. |
1 |
2 |
|
|
CAR |
|
MEN |
|
|
|
R |
TONE/SEL |
|
|
|
|||
LEVEL |
|
|
LEVEL |
METER |
CTCSS/SEL |
N |
MIC |
USB |
|
|
LEVEL |
|
A. |
4 |
5 |
6 |
FU |
TX MONI |
REV |
|
|
|
N |
NB/LEVEL |
|
|
|
|
||||
MIC |
. |
AGC/OFF FINE/STEP |
|
DELAY |
CW |
|
||||
C |
|
|
NAR |
|
||||||
|
MANUAL |
7 |
|
PWR |
FSK |
|
||||
VOX |
|
|
B. |
8 |
9 |
|
|
|
||
|
|
DCS/SEL |
0 |
|
|
AM |
|
|||
|
|
LO/ |
ENT |
|
|
|
||||
|
|
|
. |
SHIFT/OFFSET |
|
KEY |
FM |
|
||
|
PROC |
|
|
. |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
SHIFT |
|
CLR |
|
|
||
|
|
|
WIDTH |
|
HI/ |
|
|
|
|
|
|
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
SEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
DISP 1MHz |
CTRL |
||
SEND |
AT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor meer informatie over uitzenden, zie “BASISCOMMUNICATIE” vanaf pagina 28.
Opmerking: Wanneer u de AM-, CWof FSK-stand gebruikt, dan kunt u het ladingsniveau bijstellen. Over het algemeen stelt u het niveau zo in dat de ALC-meter een stand aangeeft binnen de limieten van de ALC-zone. Voor meer informatie over de bijstellingsprocedures, leest u de instructies voor elke stand onder “UITZENDEN” {pagina’s 28, 29, 30}.
UITZENDVERMOGEN KIEZEN
Het is verstandig om een lager uitzendvermogen te kiezen wanneer de communicatie nog steeds goed is. Dit vermindert de kans op storing van anderen op de band. Als u batterijen gebruikt, gaat de batterij langer mee als u een lager uitzendvermogen kiest. Met dit zendontvangtoestel kunt u het uitzendvermogen tijdens de uitzending veranderen.
1Druk op [PWR/ TX MONI].
• Het huidige uitzendvermogen verschijnt.
CAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MIC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MO |
PF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ATT |
PRE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F LOCK |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LEVEL |
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VOX |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TX MONI |
|
PROC |
|
|
|
|
|
|
|
|
SEND |
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AT |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
|
||
PHONES |
LEVEL |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
AUTO |
|
||
|
|
N. |
1 |
|
|
|
||||
|
|
R |
|
2 |
3 |
C |
CAR |
LSB |
|
MEN |
PWR |
|
. |
TONE/SEL |
|
|
|
|
|||
|
LEVEL |
METER |
CTCSS/SEL |
N |
MIC |
USB |
|
|
||
|
A. |
4 |
5 |
6 |
FU |
TX MONI |
REV |
|
|
|
|
N. |
NB/LEVEL |
|
|
CW |
|
|
|||
MIC |
MANUAL |
AGC/OFF FINE/STEP |
|
PWR |
|
|
||||
|
|
B. |
7 |
8 |
9 |
|
DELAY |
FSK |
|
|
|
|
C |
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
|
NAR |
|
|
||
|
|
. |
|
KEY |
FM |
|
|
|||
DELAY |
|
|
. |
0 |
ENT |
|
|
|
||
|
LO/ |
|
|
CLR |
AM |
|
|
|||
|
WIDTH |
|
SHIFT |
|
SEL |
|
||||
|
|
|
HI/ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DISP |
1MHz |
CTRL |
KEY
2Draai de MULTI/ CH-regelknop naar links om het vermogen te verminderen of naar rechts om het vermogen te versterken.
MULTI |
CH |
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA |
CON |
||||
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
|
+ |
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
|
SUB |
|
L |
BC |
MAIN |
MULTI |
CH |
|
|
|
|
|
MANUA |
|
RF GAIN |
|
|
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
|
|
|
B |
MENU |
TF- |
C MR |
M.IN |
|
|
|
|
|
B |
|
SET |
CALL IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
MAIN |
SUB |
A/B |
SPLIT |
MAIN |
SUB |
|
|
|
|
|
|
VFO/CH |
TRACE |
|
AF |
|
|
|
|
|
|
A=B |
|
|
|
||
|
|
|
|
VFO/M |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
|
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
|
•Het selectiebereik verschilt, afhankelijk van de gebruikte band en stand.
3 Druk op [PWR/ TX MONI] om de instelling te voltooien.
Opmerking: U kunt Menu Nr. 23 “VERMOGENSAFSTEMMING
VOOR FIJNUITZENDING” en daarna “AAN” kiezen (druk op [+]) om de afstellingstap van 5 W tot 1 W te reduceren {pagina 79}.
MICROFOONVERSTERKING
De microfoonversterking moet worden bijgesteld wanneer de SSBof AM-stand zonder stemverwerking wordt gebruikt {pagina’s 28, 29}.
1Druk op [MIC/ CAR].
•Het huidige microfoonversterkingsniveau verschijnt. De standaardinstelling is 50; het bereik gaat van 0 tot 100.
CAR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
HF/VHE/UHF ALL MO |
MIC |
PF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F LOCK |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ATT |
PRE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
VOX |
LEVEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
TX MONI |
|
PROC |
|
|
|
|
|
|
|
|
SEND |
ANT1/2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AT |
|
|
|
|
MAIN |
|
|
|
||
PHONES |
LEVEL |
CH1/REC |
CH2/REC |
CH3/REC |
|
|
AUTO |
|
||
|
|
N. |
1 |
2 |
3 |
|
CAR |
LSB |
|
MEN |
|
|
R |
|
C |
|
|||||
PWR |
|
. |
TONE/SEL |
|
|
|
|
|||
|
LEVEL |
METER |
CTCSS/SEL |
UN |
MIC |
USB |
|
|
||
|
A. |
4 |
5 |
6 |
F |
TX MONI |
REV |
|
|
|
|
N. |
NB/LEVEL |
|
|
CW |
|
|
|||
MIC |
MANUAL |
AGC/OFF FINE/STEP |
|
PWR |
|
|
||||
|
|
B. |
7 |
8 |
9 |
|
DELAY |
FSK |
|
|
|
|
C |
DCS/SEL |
SHIFT/OFFSET |
|
NAR |
|
|
||
|
|
. |
|
KEY |
FM |
|
|
|||
DELAY |
|
|
. |
SHIFT |
|
|
|
|||
|
|
|
|
CLR |
SEL |
|
||||
|
|
LO/ |
|
0 |
ENT |
|
|
AM |
|
|
|
|
WIDTH |
|
HI/ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DISP |
1MHz |
CTRL |
KEY
2Druk op [SEND] en houdt Mic [PTT] ingedrukt.
• De LED van de MAIN band wordt rood.
3SSB: Terwijl u in de microfoon spreekt, stelt u de MULTI/ CH-regelknop in, zodat de ALC-meter uw stemniveau weergeeft, maar de ALC-limiet niet overschrijdt.
AM: Terwijl u in de microfoon spreekt, stelt u de
MULTI/ CH-regelknop in, zodat de geijkte stroommeter uw stemniveau enigszins weergeeft.
CW, FSK: Tijdens de uitzending stelt u de MULTI/ CH-regelknop in, zodat de ALC-meter het ladingsniveau binnen de ALC-zone aangeeft.
MULTI |
CH |
|
|
|
|
|
RIT |
RIT/SUB |
|
HF/VHE/UHF ALL MODE MULTI BANDER TS-2000 |
|
CW TUNE |
9.6k STA CON |
||||
|
|
|
|
|
|
|
ALT |
|
|
|
|
|
|
|
|
XIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
CLEAR _ |
+ |
|
|
|
|
|
|
|
P.C.T |
|
|
|
|
|
|
|
|
SET |
|
|
|
|
SUB |
|
AL |
BC |
MAIN |
MULTI CH |
|
|
|
|
|
MANU |
|
RF GAIN |
|
|
UTO |
|
|
QUICK MEMO |
|
|
|
|
|
B |
MENU |
TF- |
C MR |
M.IN |
|
|
|
|
B |
|
SET |
CALL IN |
|
|
|
|
|
|
|
|
. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SATL |
|
|
|
|
|
|
|
M/S |
REV |
|
|
|
|
|
|
|
SPLIT |
MAIN |
SUB |
||
|
|
MAIN |
SUB |
A/B |
||||
|
|
|
|
VFO/CH |
TRACE |
|
AF |
|
|
|
|
|
VFO/M |
A=B |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SEL |
|
SG.SEL |
MG.SEL |
|
|
SQL |
|
|
1MHz |
CTRL |
SCAN |
M VFO |
M.IN |
|
|
|
4Druk op [SEND] of laat Mic [PTT] los.
•Het LED van de MAIN-band wordt groen of gaat uit, afhankelijk van de instelling van de MAIN SQL- regelknop.
5Druk op [MIC/ CAR].
Voor de FM-stand, ga naar Menu Nr. 41 {pagina 28} en kies “LOW (laag)”, “MID (medium)” of “HIGH (hoog)”.
Opmerking: Wanneer u de apart verkrijgbare MC-90-microfoon in de FM-stand gebruikt, kies dan “HIGH (hoog)” voor de microfoonversterking. De gevoeligheid van de microfoon is laag in de FM-stand. Hierdoor kan onvoldoende modulatie ontstaan. Kies voor andere microfoons ofwel “LOW (laag)” of “MID (medium)”.
N-20
MENU-INSTELLING
WAT IS EEN MENU?
Vele functies van dit zendontvangtoestel worden gekozen of geconfigureerd via een door software gecontroleerd menu, in plaats van door de fysieke regelknoppen van het toestel.
Wanneer u het menusysteem eenmaal kent, dan zult u verbaasd staan over de veelzijdigheid ervan. U kunt de verschillende timings, instellingen en programmafuncties van dit zendontvangtoestel precies instellen zoals u dat wilt, zonder dat daar veel knoppen of schakelaars voor gebruikt hoeven te worden.
MENU A/ MENU B
Dit zendontvangtoestel heeft twee menu’s: Menu A en Menu B. Deze menu’s bevatten identieke functies en kunnen apart geconfigureerd worden. Met dit zendontvangtoestel kunt u dus snel en gemakkelijk van de ene naar de andere instelling overschakelen. Bijvoorbeeld, u kunt Menu A voor Dxing en wedstrijden gebruiken en Menu B is voor als u ontspannen en plaatselijk wilt “ragchewen”. Door van Menu A op Menu B over te schakelen, kunt u onmiddellijk de Menuconfiguratie veranderen alsook de toetsfuncties, al naar gelang de door u gewenste werking. Of twee operators kunnen hetzelfde zendontvangtoestel gebruiken door aan elk één Menu toe te wijzen. Beide operators kunnen dan altijd met hun eigen configuratie werken.
TOEGANG TOT HET MENU
1Druk op [MENU].
•Het menunummer en de instelling verschijnen op het hoofd-dot-matrix-display en de uitleg over het menu verschijnt op het secundaire dot-matrix-display.
2Druk op [A/B] om Menu A of Menu B te kiezen.
•Er verschijnt een “A” of een “B”, hetgeen aangeeft welk menu werd gekozen.
3Draai de MULTI/ CH-regelknop om het gewenste menunummer te kiezen.
•Telkens wanneer u het menunummer verandert, verschijnt een scrollend bericht op het secundaire dot-matrix-display, met een beschrijving van het menunummer.
•U ziet “PUSH SUB” staan als het menunummer secundaire menu’s heeft. Druk op [SUB] om de secundaire menu’s te kiezen. Druk op [MAIN] om de secundaire menuselectie te verlaten.
4Druk op [+], [–,]Mic [UP]/ [DWN] om een parameter te kiezen.
5Druk op [MENU] om de menustand te verlaten.
SNELMENU
Aangezien dit zendontvangtoestel een enorm aantal functies kan uitvoeren, bevat elk menu vele items. Als het opzoeken van het gewenste menunummer teveel tijd in beslag neemt, dan kunt u het snelmenu gebruiken om uw eigen aangepaste, verkorte menu samen te stellen. U kunt de menunummers die u vaak gebruikt aan uw snelmenu toevoegen. Als u menunummers in het snelmenu overneemt, dan heeft dat geen effect of het Menu.
SNELMENU PROGRAMMEREN
1Druk op [MENU].
2Draai de MULTI/ CH-regelknop om het gewenste menunummer te kiezen.
3Druk op QUICK MEMO [M.IN].
•Er verschijnt een ster, hetgeen aangeeft dat het menuitem aan het snelmenu is toegevoegd.
•Om het item uit het snelmenu te verwijderen, drukt u nogmaals op QUICK MEMO [M.IN].
4 Druk op [MENU] om de menustand te verlaten.
Opmerking: U kunt geen secundair menunummer aan het snelmenu toevoegen. Druk op [MAIN] om naar het hoofdmenunummer terug te keren, druk daarna op
QUICK MEMO [M.IN] om het menunummer aan het snelstand toe te voegen.
SNELMENU GEBRUIKEN
1Druk op [MENU].
2Druk op [1MHz/ SEL].
• Er verschijnt “MHz”.
3Draai de MULTI/ CH-regelknop om het gewenste snelmenunummer te kiezen.
4Druk op [+], [–,]Mic [UP]/ [DWN] om de huidige instelling voor het geselecteerde menunummer te wijzigen.
5Druk op [MENU] om de snelmenu-stand te verlaten.
Opmerking: Als het snelmenu niet is geprogrammeerd, dan zorgt draaien aan de MULTI/ CH-regelknop bij stap 2 ervoor dat “CHECK” in morsecode wordt uitgezonden.
N-21
6 MENU-INSTELLING
MENU-CONFIGURATIE
Groep |
Menu |
|
Functie |
Keuzemogelijkheden |
Oorspronkelijke- |
Zie |
|
|
nummer |
|
|
|
instelling |
pagina |
|
Operator |
00 |
Helderheid van het display |
UIT/ 1 tot 4 |
3 |
75 |
||
UIT, 1: minimum, 4: maximum |
|||||||
|
|
|
|
||||
interface |
|
|
|
|
|
|
|
01 |
Toetsverlichting |
ON/ OFF |
ON |
75 |
|||
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
02 |
Wijziging van de afstemmingsregeling per omwenteling |
500/ 1000 |
1000 |
38 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
03 |
Afstemming met de MULTI/ CH-regelknop |
ON/ OFF |
ON |
37 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Afstemmings- |
04 |
Rondt de gewijzigde VFO-frequenties af, door gebruik van de |
ON/ OFF |
ON |
37 |
||
regeling |
MULTI/ CH-regelknop |
||||||
|
|
|
|
||||
|
|
9 kHz frequentiestapgrootte voor de MULTI/ CH-regelknop voor |
|
Zie de |
|
||
|
05 |
ON/ OFF |
referentie- |
37 |
|||
|
de AM-stand in de AM-uitzendband |
||||||
|
|
|
pagina |
|
|||
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
06 |
Geheugenkanaal |
Druk op SUB voor |
— |
— |
||
|
het sub-menu |
||||||
Geheugen- |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
06A |
Gesplitste functie voor geheugen-VFO |
ON/ OFF |
OFF |
60 |
|||
kanaal |
|||||||
|
06B |
Afstembare (AAN) of vaste (UIT) geheugenkanaalfrequenties |
ON/ OFF |
OFF |
60 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
07 |
Gedeeltelijk vertraagde programmascan |
ON/ OFF |
ON |
67 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
08 |
Het frequentiebereik voor de programmascanfunctie vertragen |
100/ 200/ 300/ |
300 Hz |
67 |
||
|
400/ 500 Hz |
||||||
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Scanfunctie |
09 |
Programmascanfunctie geactiveerd houden |
ON/ OFF |
OFF |
68 |
||
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
Tijd-bestuurd (TO)/ |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
|
10 |
Scanhervattingsmethode |
Lading-bestuurd |
TO |
68 |
||
|
|
|
|
(CO) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
Visueel scanbereik |
31/ 61/ 91/ 181 |
61 kanalen |
70 |
||
|
kanalen |
||||||
|
|
|
|
|
|
||
|
12 |
Alarmgeluidsniveau |
UIT/ 1 tot 9 |
4 |
74 |
||
|
UIT, 1: minimum, 9: maximum |
||||||
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
13 |
TX-zijtoonvolume |
UIT/ 1 tot 9 |
5 |
44 |
||
|
UIT, 1: minimum, 9: maximum |
||||||
Monitorgeluid |
|
|
|
|
|||
14 |
DRU-3A afspeelvolume |
UIT/ 1 tot 9 |
4 |
89 |
|||
|
|||||||
|
UIT, 1: minimum, 9: maximum |
||||||
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
15 |
VS-3 afspeelvolume |
UIT/ 1 tot 9 |
4 |
91 |
||
|
UIT, 1: minimum, 9: maximum |
||||||
|
|
|
|
|
|||
|
|
Geluidsconfiguratie voor EXT.SP2 of koptelefoon |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0 |
SP1 (L): MAIN/ sub mix |
|
|
|
|
|
|
SP2 (R): MAIN/ sub mix |
|
|
|
||
|
16 |
|
0/ 1/ 2 |
0 |
78 |
||
|
|
|
|||||
Luidspreker- |
1 |
SP1 (L): MAIN |
|||||
|
|
|
|
||||
|
SP2 (R): Sub |
|
|
|
|||
output |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
|
|
2 |
SP1 (L): MAIN + 1/4 sub mix |
|
|
|
|
|
|
SP2 (R): Sub + 1/4 hoofd mix |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
||
|
17 |
Draait het geluid van EXT.SP1 en EXT.SP2 om (de L/R |
ON/ OFF |
OFF |
78 |
||
|
kanalen van de koptelefoonstekker) |
||||||
|
|
|
|
|
N-22