Hartelijk dank voor het aanschaffen van een HP Photosmart
printer. Bij uw nieuwe printer wordt de volgende documentatie
geleverd waarin wordt beschreven hoe u de printer in gebruik
neemt en deze optimaal kunt gebruiken.
•Installatiegids — Een poster met handzame instructies voor
het instellen van de printer en het installeren van de
bijbehorende software.
•Beknopte handleiding — Een handige naslaggids met
inzichtelijke informatie over uw nieuwe printer. Verder
wordt uitgelegd hoe u de voornaamste functies van de
printer kunt gebruiken en hoe u problemen met de
hardware kunt opsporen en oplossen.
•Software-installatie & productondersteuning— Een boekje
met uitleg over het installeren en configureren van de
software die bij de printer wordt geleverd. Hierin kunt u
ook lezen hoe u softwareproblemen kunt opsporen en
oplossen, hoe u ondersteuning kunt opvragen bij
www.hp.com en hoe u contact kunt opnemen met
HP Support & Services.
•Help bij HP Photosmart-printer — On line informatie over
de geavanceerde functies van uw nieuwe printer. Hierin
kunt u meer lezen over het onderhoud van de printer,
geavanceerde procedures voor foutopsporing en
foutberichten.
aan de slag
Wanneer u de HP Photosmart-software op de computer
hebt geïnstalleerd, kunt u de Help bij de HP Photosmartprinter bekijken en afdrukken.
1
Help bij de HP Photosmart-printer weergeven
• Onder Windows: Ga naar het menu Start, kies
Programma’s, Hewlett-Packard, Photosmart-printer
130, 230, 7150, 7345, 7350, 7550 en HP-dirigent
voor foto- en beeldbewerking. Klik in de HP-dirigent
voor foto- en beeldbewerking op Help.
• Op de Macintosh: Plaats de HP Photosmart-cd in het
cd-rom-station. Selecteer uw taal in de map User Docs
en klik op het bestand photosmart 7350.html.
Help bij de HP Photosmart-printer afdrukken
• Onder Windows: Klik op Afdrukken op de navigatiebalk boven aan het venster Help bij HP Photosmartprinter.
• Op de Macintosh: Ga naar het menu Archief en
selecteer Print of klik op Print op de navigatiebalk
boven aan het browservenster.
aan de slag: inleiding
2
printeronderdelen
Sl
voorzijde
Bovenste klep
Open deze klep om
de inktpatroon te
vervangen
Uitvoerlade
In deze verwijderbare lade worden
de afgedrukte
foto’s of
documenten
opgevangen
Fotolade
In deze lade plaatst
u het fotopapier
(10 x 15 cm)
waarop u wilt
afdrukken
Papierbreedtegeleider
Schuif deze geleider
tegen de rand van het
papier in de
invoerlade
Envelopinvoer
In deze opening
plaatst u één
envelop die u
wilt bedrukken
Invoerlade
In deze lade
plaatst u het
papier of de
enveloppen
waarop u wilt
afdrukken
Bedieningspaneel
Zie bedieningspaneel op pagina 5.
Uitschuifbare
uitvoerlade
Als u een groot
aantal pagina’s
wilt afdrukken,
trekt u deze lade
voorzichtig uit om
te voorkomen dat
het papier op de
grond valt
euven voor
geheugenkaarten
Zie sleuven voor
geheugen-kaarten op
pagina 6.
Deksel van
fotolade
Via dit deksel
hebt u toegang
tot de fotolade
Camerapoort
Via deze poort
kunt u een HP
direct-printing
digitale camera
op de printer
aansluiten
Schuifknop
fotolade
Met deze
schuifknop kunt
u de fotolade
in- of
uitschakelen
Papierlengtegeleider
Schuif deze geleider
tegen de rand van het
papier in de invoerlade
aan de slag: printeronderdelen
3
achterzijde
USB-poort
Via deze poort kunt u de
printer op de computer
aansluiten
Netsnoeraansluiting
Sluit hier het
meegeleverde
netsnoer aan
Klep aan achterzijde
Verwijder deze klep als u een
papierstoring wilt verhelpen
aan de slag: printeronderdelen
4
bedieningspaneel
E
XEMPLAREN
Gebruik deze knop om
het aantal exemplaren
te selecteren dat u wilt
afdrukken
F
OTO’SKIEZEN
Met deze knop
kunt u selecteren
welke foto’s u
wilt afdrukken
A
AN/UIT
Met deze knop
kunt u de printer
aan- of uitzetten
ANNULEREN/NEE
Met deze knop kunt u
een instelling annuleren,
het afdrukken of
opslaan stoppen,
een vraag op het
LCD-scherm met nee
beantwoorden of
een menu sluiten
EXTRA
Met deze knop kunt u
allerlei taken voor
printerbeheer uitvoeren
LCD-scherm
Op dit scherm vindt u informatie
over de status van de printer
OK/JA
Met deze knop kunt u
foto’s selecteren, een
vraag op het LCD-scherm
met ja beantwoorden of
menuopties selecteren
A
FDRUKKEN
Met deze knop drukt u
geselecteerde foto’s van
een geheugenkaart af
FORMAAT
Met deze knop kunt u het
fotoformaat selecteren
PSLAAN
O
Met deze knop kunt u
foto’s vanaf een
geheugenkaart
opslaan of via de
camera geselecteerde
foto’s afdrukken
Lampje van
geheugenkaart
(groen)
De geheugenkaart is
op de juiste manier in
de sleuf geplaatst
Uit
Er is geen
geheugenkaart
geplaatst.
Knippert
Er worden gegevens
verzonden tussen de
geheugenkaart en de
printer of de computer
Lampje Afdrukken
Aan (groen)
De printer staat aan
Uit
De printer staat uit
Knippert (groen)
De printer is bezig
Knippert (oranje)
Er is een probleem
met de printer
aan de slag: printeronderdelen
5
sleuven voor
C
h/
geheugenkaarten
ompactFlas
Sleuf voor IBM
Microdrivegeheugenkaart
Plaats een CompactFlashof Microdrivegeheugenkaart in deze
sleuf als u de foto’s wilt
afdrukken of opslaan
Sleuf voor
MultiMediaCard/Secure
Digital-geheugenkaart
Plaats een
MultiMediaCard- of
Secure Digitalgeheugenkaart in deze
sleuf als u de foto’s wilt
afdrukken of opslaan
Sleuf voor Memory Stickgeheugenkaart
Plaats een Memory Stickgeheugenkaart in deze
sleuf als u de foto’s wilt
afdrukken of opslaan
aan de slag: printeronderdelen
Sleuf voor SmartMediageheugenkaart
Plaats een SmartMediageheugenkaart in deze
sleuf als u de foto’s wilt
afdrukken of opslaan
6
informatie over papier
U kunt afdrukken op papier van uiteenlopende soorten en
formaten, van indexkaarten en fotopapier tot enveloppen en
transparanten. Voor de beste afdrukkwaliteit raden we u aan
inkjetpapier van HP te gebruiken.
•Gebruik de invoerlade voor alle ondersteunde
papiersoorten en -formaten
•Gebruik de fotolade als u wilt afdrukken op fotopapier van
10 x 15 cm
•Gebruik de envelopinvoer boven de uitvoerlade als u één
envelop wilt bedrukken
Raadpleeg de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer
informatie over de ondersteunde papiersoorten en -formaten.
Als u inkjetpapier van HP gebruikt, moet u de
juiste papiersoort instellen in het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer (onder Windows)
of het dialoogvenster Print (op de Macintosh).
papier laden in
1Til de uitvoerlade omhoog.
de invoerlade
Papierbreedtegeleider
2Trek de papierlengtegeleider uit de invoerlade en schuif de
papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar links.
aan de slag: informatie over papier
Uitvoerlade
Schuifknop
fotolade
Papierlengtegeleider
Invoerlade
7
3Plaats een stapel papier in de invoerlade.
• Leg het papier met de kant waarop u wilt afdrukken naar
beneden. Het papier wordt de printer in getrokken,
omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het document
met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade wordt
opgevangen.
• Leg het papier altijd in de lengterichting in de printer, met
de korte zijde naar u toe gekeerd.
• Gebruik niet te veel of te weinig papier. Zie de sectie over
de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer
voor meer informatie. Wanneer de invoerlade maar één of
twee vellen papier bevat, kan de printer moeite hebben met
het oppakken van het volgende vel papier. Zorg ervoor dat
de stapel meerdere vellen bevat, maar niet boven de
bovenzijde van de papierlengtegeleider uitsteekt.
• Gebruik slechts één soort en formaat papier tegelijk. Doe
geen verschillende soorten en formaten papier door
elkaar in de invoerlade.
4Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe.
Hiermee schakelt u de fotolade uit.
5Schuif de papierbreedtegeleider en papierlengtegeleider zo
dicht mogelijk tegen het papier aan, zonder dat het papier
opbolt. Dit zorgt ervoor dat het papier recht in de printer
wordt ingevoerd.
6Laat de uitvoerlade zakken.
fotopapier
laden in de
Wanneer u de fotolade gebruikt, kunt u het papier in de
invoerlade laten zitten.
fotolade
1Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe.
Hiermee schakelt u de fotolade uit.
2Til het deksel van de fotolade op.
3Leg het papier in de fotolade met de kant waarop u wilt
afdrukken naar beneden. Als u papier met een
afscheurstrook gebruikt, plaatst u dit zo dat de strook als
eerste wordt ingevoerd. Het papier wordt de printer in
getrokken, omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het
document met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade
wordt opgevangen.
• U kunt maximaal 20 vellen papier in de fotolade plaatsen.
aan de slag: informatie over papier
Als het fotopapier in de fotolade op is, wordt er
verder afgedrukt op het papier uit de invoerlade.
8
Deksel van
fotolade
Uitvoerlade
Schuifknop
fotolade
4Laat het deksel van de fotolade zakken.
5Duw de schuifknop van de fotolade van u af (in de richting
van de printer) totdat deze tegen de rand van het papier
tot stilstand komt. Zo wordt de fotolade ingeschakeld.
Wanneer u de fotolade niet meer wilt gebruiken,
trekt u de schuifknop van de fotolade helemaal
naar u toe. De fotolade wordt dan uitgeschakeld
en er wordt weer afgedrukt op het papier in de
invoerlade.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie
over:
•het laden van één envelop
•het laden van een stapel enveloppen
•het laden van indexkaarten en andere kleine
afdrukmaterialen
•het laden van transparanten
informatie over inktpatronen
Voor uw printer kunt u kiezen uit drie inktpatronen:
De twee inktpatronen die worden geleverd bij de printer zijn bij
uitstek geschikt voor het afdrukken van prachtige foto's.
•HP #57 (C6657A) — Driekleurige inktpatroon
•HP #58 (C6658A) — Inktpatroon voor foto’s
aan de slag: informatie over inktpatronen
9
Voor het voordelig afdrukken van gewone documenten kunt u
een zwarte inktpatroon kopen voor gebruik in plaats van de
inktpatroon voor foto’s:
•HP #56 (C6656A) — Zwarte inktpatroon
De wagen voor inktpatronen op de printer biedt plaats aan
twee inktpatronen. Welke inktpatronen u gebruikt, hangt af van
wat u wilt afdrukken.
Door een ongebruikte inktpatroon in de houder te plaatsen kunt
u deze langer goed houden. Bewaar de inktpatroon daarom
altijd in de meegeleverde houder wanneer u deze uit de printer
verwijdert.
•U kunt een inktpatroon in de houder plaatsen door de
patroon schuin in de houder te schuiven en deze
vervolgens op zijn plaats te klikken.
•U kunt de inktpatroon weer uit de houder verwijderen door
op de bovenkant van de houder te drukken en deze naar
achter te bewegen, waarna u de inktpatroon uit de houder
kunt schuiven.
Bij het afdrukken van foto’s kunt u de zwarte
inktpatroon in de wagen laten zitten. Voor de
beste fotokwaliteit is het raadzaam de
inktpatroon voor foto’s te installeren.
aan de slag: informatie over inktpatronen
10
de
reservemodus
In de reservemodus kunt u doorgaan met afdrukken als een van
de inktpatronen defect raakt, geen inkt meer bevat of niet
compatibel is met uw printer. Als er een foutbericht over de
inktpatroon verschijnt op het LCD- of computerscherm,
verwijdert u de inktpatroon in kwestie en sluit u het bovenste
deksel van de printer. Vervolgens wordt de reservemodus
geactiveerd. Er verschijnt een bericht waarin wordt gemeld dat
de reservemodus is geactiveerd.
In de reservemodus wordt er trager afgedrukt en is de kwaliteit
van de afdrukken minder.
Gebruikte inktpatroonResultaat
Zwarte inktpatroonKleuren worden afgedrukt in
grijstinten
Driekleurige inktpatroonKleuren worden gewoon
afgedrukt, maar zwart als grijs
Inktpatroon voor foto’sKleuren worden afgedrukt als
grijstinten
Hoewel u in de reservemodus kunt doorgaan met
afdrukken, is de afdrukkwaliteit minder goed.
Vervang de ontbrekende inktpatroon daarom zo
snel mogelijk, zodat u weer afdrukken kunt maken
van de hoogste kwaliteit.
de inktpatronen
installeren of
vervangen
aan de slag: informatie over inktpatronen
Uw printer presteert pas optimaal als u echte HP-benodigdheden gebruikt, zoals echte HP-inktpatronen die door HP zijn
gevuld.
11
De inktpatronen gaan het langst mee als u de printer na gebruik
uitzet met de knop A
AN/UIT. Trek de stekker pas uit het
stopcontact of schakel de stroomvoorziening (bijvoorbeeld een
snoercentrale) pas uit wanneer het lampje Afdrukken niet meer
brandt. Op die manier kunnen de inktpatronen veilig worden
weggeborgen.
Let op! Controleer of u de juiste inktpatronen gebruikt. Vul
de inktpatronen niet zelf bij. Schade die ontstaat door het
aanpassen of bijvullen van HP-inktpatronen valt
uitdrukkelijk niet onder de garantie van HP.
1Als de printer uit staat, drukt u op de knop A
AN/UIT op
het bedieningspaneel om de printer aan te zetten.
2Open de bovenste klep. De wagen met de inktpatronen
beweegt naar het midden van de printer.
3Til de vergrendeling van de wagen voor de inktpatroon die
u wilt installeren of vervangen op door uw vinger onder
het nummer op het palletje te plaatsen en dit naar u toe te
trekken. De vergrendeling van de inktpatroon wordt
geopend.
4Als u de inktpatroon wilt vervangen, trekt u de oude
inktpatroon eruit en ruimt u deze op.
aan de slag: informatie over inktpatronen
12
5Neem de nieuwe inktpatroon uit de verpakking.
6Pak deze vast bij het roze lipje en trek de plastic tape los.
Let erop dat u alleen de doorzichtige tape van de
inktsproeiers aftrekt en de koperen contactpunten laat
zitten.
Raak de inktsproeiers en de koperen
contactpunten NIET aan. Als u deze onderdelen
aanraakt, kunt u de inktpatroon beschadigen.
aan de slag: informatie over inktpatronen
13
7De inktpatroon plaatsen:
• Houd de inktpatroon met de koperen contactpunten
naar de houder. Zorg ervoor dat de opstaande randen
links en rechts op de bovenkant van de inktpatroon zich
precies onder de uitsparingen op de wagen bevinden.
Schuif de inktpatroon voorzichtig in de wagen en druk
deze vervolgens stevig op zijn plaats.
• Duw de vergrendeling naar beneden. Plaats uw vinger
bovenop het palletje. Plaats uw duim onder het nummer
op het palletje en druk dit naar beneden. Laat het
palletje los zodat de inktpatroon op zijn plaats klikt.
8Sluit de bovenste klep.
Er wordt automatisch een kalibratiepagina
afgedrukt. Zorg ervoor dat de invoerlade gewoon
papier bevat.
aan de slag: informatie over inktpatronen
14
het bedieningspaneel
de knoppenOp het bedieningspaneel van de printer ziet u meerdere knoppen:
AN/UIT — Met deze knop kunt u de printer aan- of uitzetten.
•A
XEMPLAREN — Met deze knop kunt u selecteren hoeveel
•E
exemplaren u wilt afdrukken.
•F
ORMAAT — Met deze knop kunt u het fotoformaat selecteren.
•F
OTO’SKIEZEN — Met deze knop kunt u allerlei taken
uitvoeren, zoals navigeren door de menuopties en selecteren
welke foto’s of DPF-bestanden u vanaf de geheugenkaart wilt
afdrukken.
•O
PSLAAN — Met deze knop kunt u foto’s vanaf een
geheugenkaart op de computer opslaan of via de camera
geselecteerde foto’s afdrukken.
•A
FDRUKKEN — Met deze knop kunt u geselecteerde foto’s
vanaf een geheugenkaart afdrukken.
•A
NNULEREN/NEE — Met deze knop kunt u een instelling
annuleren, het afdrukken of opslaan stoppen, een vraag op
het LCD-scherm met nee beantwoorden of een menu sluiten.
•OK/J
A — Met deze knop kunt u een vraag op het LCD-
scherm met ja beantwoorden, de huidige foto selecteren of
een fotobereik selecteren. Selecteer de eerste foto van een
fotobereik als u een fotobereik wilt selecteren. Houd de knop
OK/Yes (OK/Ja) ongeveer drie seconden ingedrukt en druk
vervolgens op de knop F
OTO’SKIEZEN totdat de gewenste
foto aan het einde van het bereik wordt weergegeven.
het menu ExtraVia het menu EXTRA kunt u allerlei taken uitvoeren, zoals een
testpagina afdrukken, de inktpatronen reinigen, pagina- en fotoopties selecteren en de printerinstellingen aanpassen.
De huidige printerinstelling is op het LCD-scherm
gemarkeerd met een sterretje (*).
Optie in menu ExtraOpties
Een testpagina afdrukkenN.v.t.
Een diagnosepagina afdrukken N.v.t.
De inktpatronen reinigenN.v.t.
Papierinstelling selecterenAutomatisch
Handmatig
aan de slag: het bedieningspaneel
15
Optie in menu ExtraOpties
Paginalay-out selecterenFotoalbum
Besparing
Opties voor bijsnijdenStandaard
Volledige afbeelding (niet
bijsnijden)
Helderheid van foto aanpassen zeven niveaus van donker