HP Photosmart 7350, Photosmart 7345 Basic Guide [nl]

Page 1
hp photosmart
7350
beknopte handleiding
Page 2
inhoud
1 aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
printeronderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
voorzijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
achterzijde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
sleuven voor geheugenkaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
informatie over papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
papier laden in de invoerlade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
fotopapier laden in de fotolade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
informatie over inktpatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
een inktpatroon in de houder plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
de reservemodus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
de inktpatronen installeren of vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
de knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
het menu Extra . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
de indicatielampjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
2 de printer gebruiken met een digitale camera . . . . . . . . . . . . . . 19
via de camera geselecteerde foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
foto’s selecteren en afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
afdrukken vanaf een geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
ondersteunde geheugenkaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
een geheugenkaart plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
kiezen welke foto’s u wilt afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
foto’s afdrukken via het bedienings-paneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
inhoud
i
Page 3
3 de printer gebruiken met een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
afdrukken onder Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
afdrukken vanuit een software-toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
de taakbalkpictogrammen onder Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
afdrukken op de Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
afdrukken vanuit een software-toepassing (OS X of OS 9.x) . . . . . . . . . . .29
4 problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
problemen met de Windows-aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
problemen met de Macintosh-aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
problemen met de USB-aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
problemen met de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
afdrukproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
ii
beknopte handleiding
Page 4

inleiding

aan de slag

1
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een HP Photosmart printer. Bij uw nieuwe printer wordt de volgende documentatie geleverd waarin wordt beschreven hoe u de printer in gebruik neemt en deze optimaal kunt gebruiken.
Installatiegids — Een poster met handzame instructies voor
het instellen van de printer en het installeren van de bijbehorende software.
Beknopte handleiding — Een handige naslaggids met
inzichtelijke informatie over uw nieuwe printer. Verder wordt uitgelegd hoe u de voornaamste functies van de printer kunt gebruiken en hoe u problemen met de hardware kunt opsporen en oplossen.
Software-installatie & productondersteuning— Een boekje
met uitleg over het installeren en configureren van de software die bij de printer wordt geleverd. Hierin kunt u ook lezen hoe u softwareproblemen kunt opsporen en oplossen, hoe u ondersteuning kunt opvragen bij www.hp.com en hoe u contact kunt opnemen met HP Support & Services.
Help bij HP Photosmart-printer — On line informatie over
de geavanceerde functies van uw nieuwe printer. Hierin kunt u meer lezen over het onderhoud van de printer, geavanceerde procedures voor foutopsporing en foutberichten.
aan de slag
Wanneer u de HP Photosmart-software op de computer hebt geïnstalleerd, kunt u de Help bij de HP Photosmart­printer bekijken en afdrukken.
1
Page 5
Help bij de HP Photosmart-printer weergeven
• Onder Windows: Ga naar het menu Start, kies Programma’s, Hewlett-Packard, Photosmart-printer 130, 230, 7150, 7345, 7350, 7550 en HP-dirigent voor foto- en beeldbewerking. Klik in de HP-dirigent voor foto- en beeldbewerking op Help.
Op de Macintosh: Plaats de HP Photosmart-cd in het cd-rom-station. Selecteer uw taal in de map User Docs en klik op het bestand photosmart 7350.html.
Help bij de HP Photosmart-printer afdrukken
Onder Windows: Klik op Afdrukken op de navigatie­balk boven aan het venster Help bij HP Photosmart­printer.
Op de Macintosh: Ga naar het menu Archief en selecteer Print of klik op Print op de navigatiebalk boven aan het browservenster.
aan de slag: inleiding
2
Page 6

printeronderdelen

Sl

voorzijde

Bovenste klep
Open deze klep om de inktpatroon te vervangen
Uitvoerlade
In deze verwijder­bare lade worden de afgedrukte foto’s of documenten opgevangen
Fotolade
In deze lade plaatst u het fotopapier (10 x 15 cm) waarop u wilt afdrukken
Papierbreedtegeleider
Schuif deze geleider tegen de rand van het papier in de invoerlade
Envelopinvoer
In deze opening plaatst u één envelop die u wilt bedrukken
Invoerlade
In deze lade plaatst u het papier of de enveloppen waarop u wilt afdrukken
Bedieningspaneel Zie bedienings­paneel op pagina 5.
Uitschuifbare uitvoerlade
Als u een groot aantal pagina’s wilt afdrukken, trekt u deze lade voorzichtig uit om te voorkomen dat het papier op de grond valt
euven voor geheugenkaarten Zie sleuven voor geheugen-kaarten op
pagina 6.
Deksel van fotolade
Via dit deksel hebt u toegang tot de fotolade
Camerapoort
Via deze poort kunt u een HP direct-printing digitale camera op de printer aansluiten
Schuifknop fotolade
Met deze schuifknop kunt u de fotolade in- of uitschakelen
Papierlengtegeleider
Schuif deze geleider tegen de rand van het papier in de invoerlade
aan de slag: printeronderdelen
3
Page 7

achterzijde

USB-poort
Via deze poort kunt u de printer op de computer aansluiten
Netsnoeraansluiting
Sluit hier het meegeleverde netsnoer aan
Klep aan achterzijde
Verwijder deze klep als u een papierstoring wilt verhelpen
aan de slag: printeronderdelen
4
Page 8
bedienings­paneel
E
XEMPLAREN
Gebruik deze knop om het aantal exemplaren te selecteren dat u wilt afdrukken
F
OTOS KIEZEN
Met deze knop kunt u selecteren welke foto’s u wilt afdrukken
A
AN/UIT
Met deze knop kunt u de printer aan- of uitzetten
ANNULEREN/NEE
Met deze knop kunt u een instelling annuleren, het afdrukken of opslaan stoppen, een vraag op het LCD-scherm met nee beantwoorden of een menu sluiten
EXTRA
Met deze knop kunt u allerlei taken voor printerbeheer uitvoeren
LCD-scherm
Op dit scherm vindt u informatie over de status van de printer
OK/JA
Met deze knop kunt u foto’s selecteren, een vraag op het LCD-scherm met ja beantwoorden of menuopties selecteren
A
FDRUKKEN
Met deze knop drukt u geselecteerde foto’s van een geheugenkaart af
FORMAAT
Met deze knop kunt u het fotoformaat selecteren
PSLAAN
O
Met deze knop kunt u foto’s vanaf een geheugenkaart opslaan of via de camera geselecteerde foto’s afdrukken
Lampje van geheugenkaart (groen)
De geheugenkaart is op de juiste manier in de sleuf geplaatst
Uit
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
Knippert
Er worden gegevens verzonden tussen de geheugenkaart en de printer of de computer
Lampje Afdrukken Aan (groen)
De printer staat aan
Uit
De printer staat uit
Knippert (groen)
De printer is bezig
Knippert (oranje)
Er is een probleem met de printer
aan de slag: printeronderdelen
5
Page 9
sleuven voor
C
h/
geheugen­kaarten
ompactFlas Sleuf voor IBM Microdrive­geheugenkaart
Plaats een CompactFlash­of Microdrive­geheugenkaart in deze sleuf als u de foto’s wilt afdrukken of opslaan
Sleuf voor MultiMediaCard/Secure Digital-geheugenkaart
Plaats een MultiMediaCard- of Secure Digital­geheugenkaart in deze sleuf als u de foto’s wilt afdrukken of opslaan
Sleuf voor Memory Stick­geheugenkaart
Plaats een Memory Stick­geheugenkaart in deze sleuf als u de foto’s wilt afdrukken of opslaan
aan de slag: printeronderdelen
Sleuf voor SmartMedia­geheugenkaart
Plaats een SmartMedia­geheugenkaart in deze sleuf als u de foto’s wilt afdrukken of opslaan
6
Page 10

informatie over papier

U kunt afdrukken op papier van uiteenlopende soorten en formaten, van indexkaarten en fotopapier tot enveloppen en transparanten. Voor de beste afdrukkwaliteit raden we u aan inkjetpapier van HP te gebruiken.
Gebruik de invoerlade voor alle ondersteunde papiersoorten en -formaten
Gebruik de fotolade als u wilt afdrukken op fotopapier van 10 x 15 cm
Gebruik de envelopinvoer boven de uitvoerlade als u één envelop wilt bedrukken
Raadpleeg de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over de ondersteunde papiersoorten en -formaten.
Als u inkjetpapier van HP gebruikt, moet u de juiste papiersoort instellen in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer (onder Windows) of het dialoogvenster Print (op de Macintosh).
papier laden in
1 Til de uitvoerlade omhoog.
de invoerlade
Papierbreedtegeleider
2 Trek de papierlengtegeleider uit de invoerlade en schuif de
papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar links.
aan de slag: informatie over papier
Uitvoerlade
Schuifknop fotolade
Papierlengtegeleider
Invoerlade
7
Page 11
3 Plaats een stapel papier in de invoerlade.
• Leg het papier met de kant waarop u wilt afdrukken naar
beneden. Het papier wordt de printer in getrokken,
omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het document met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade wordt opgevangen.
• Leg het papier altijd in de lengterichting in de printer, met
de korte zijde naar u toe gekeerd.
• Gebruik niet te veel of te weinig papier. Zie de sectie over
de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie. Wanneer de invoerlade maar één of twee vellen papier bevat, kan de printer moeite hebben met het oppakken van het volgende vel papier. Zorg ervoor dat de stapel meerdere vellen bevat, maar niet boven de bovenzijde van de papierlengtegeleider uitsteekt.
• Gebruik slechts één soort en formaat papier tegelijk. Doe
geen verschillende soorten en formaten papier door elkaar in de invoerlade.
4 Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe.
Hiermee schakelt u de fotolade uit.
5 Schuif de papierbreedtegeleider en papierlengtegeleider zo
dicht mogelijk tegen het papier aan, zonder dat het papier opbolt. Dit zorgt ervoor dat het papier recht in de printer wordt ingevoerd.
6 Laat de uitvoerlade zakken.
fotopapier laden in de
Wanneer u de fotolade gebruikt, kunt u het papier in de invoerlade laten zitten.
fotolade
1 Trek de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe.
Hiermee schakelt u de fotolade uit.
2 Til het deksel van de fotolade op. 3 Leg het papier in de fotolade met de kant waarop u wilt
afdrukken naar beneden. Als u papier met een
afscheurstrook gebruikt, plaatst u dit zo dat de strook als eerste wordt ingevoerd. Het papier wordt de printer in getrokken, omgedraaid en vervolgens bedrukt, waarna het document met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade wordt opgevangen.
• U kunt maximaal 20 vellen papier in de fotolade plaatsen.
aan de slag: informatie over papier
Als het fotopapier in de fotolade op is, wordt er verder afgedrukt op het papier uit de invoerlade.
8
Page 12
Deksel van fotolade
Uitvoer­lade
Schuifknop fotolade
4 Laat het deksel van de fotolade zakken.
5 Duw de schuifknop van de fotolade van u af (in de richting
van de printer) totdat deze tegen de rand van het papier tot stilstand komt. Zo wordt de fotolade ingeschakeld.
Wanneer u de fotolade niet meer wilt gebruiken, trekt u de schuifknop van de fotolade helemaal naar u toe. De fotolade wordt dan uitgeschakeld en er wordt weer afgedrukt op het papier in de invoerlade.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over:
het laden van één envelop
het laden van een stapel enveloppen
het laden van indexkaarten en andere kleine afdrukmaterialen
het laden van transparanten

informatie over inktpatronen

Voor uw printer kunt u kiezen uit drie inktpatronen:
De twee inktpatronen die worden geleverd bij de printer zijn bij uitstek geschikt voor het afdrukken van prachtige foto's.
HP #57 (C6657A) — Driekleurige inktpatroon
HP #58 (C6658A) — Inktpatroon voor foto’s
aan de slag: informatie over inktpatronen
9
Page 13
Voor het voordelig afdrukken van gewone documenten kunt u een zwarte inktpatroon kopen voor gebruik in plaats van de inktpatroon voor foto’s:
HP #56 (C6656A) — Zwarte inktpatroon
De wagen voor inktpatronen op de printer biedt plaats aan twee inktpatronen. Welke inktpatronen u gebruikt, hangt af van wat u wilt afdrukken.
Type afdruk Aanbevolen inktpatronen
Documenten Links: Driekleurige inktpatroon (HP #57)
Rechts: Zwarte inktpatroon (HP #56)

een inktpatroon in de houder plaatsen

Foto’s op fotopapier
Door een ongebruikte inktpatroon in de houder te plaatsen kunt u deze langer goed houden. Bewaar de inktpatroon daarom altijd in de meegeleverde houder wanneer u deze uit de printer verwijdert.
U kunt een inktpatroon in de houder plaatsen door de patroon schuin in de houder te schuiven en deze vervolgens op zijn plaats te klikken.
U kunt de inktpatroon weer uit de houder verwijderen door op de bovenkant van de houder te drukken en deze naar achter te bewegen, waarna u de inktpatroon uit de houder kunt schuiven.
Links: Driekleurige inktpatroon (HP #57) Rechts: Inktpatroon voor foto’s (HP #58)
Bij het afdrukken van foto’s kunt u de zwarte inktpatroon in de wagen laten zitten. Voor de beste fotokwaliteit is het raadzaam de inktpatroon voor foto’s te installeren.
aan de slag: informatie over inktpatronen
10
Page 14

de reservemodus

In de reservemodus kunt u doorgaan met afdrukken als een van de inktpatronen defect raakt, geen inkt meer bevat of niet compatibel is met uw printer. Als er een foutbericht over de inktpatroon verschijnt op het LCD- of computerscherm, verwijdert u de inktpatroon in kwestie en sluit u het bovenste deksel van de printer. Vervolgens wordt de reservemodus geactiveerd. Er verschijnt een bericht waarin wordt gemeld dat de reservemodus is geactiveerd.
In de reservemodus wordt er trager afgedrukt en is de kwaliteit van de afdrukken minder.
Gebruikte inktpatroon Resultaat
Zwarte inktpatroon Kleuren worden afgedrukt in
grijstinten
Driekleurige inktpatroon Kleuren worden gewoon
afgedrukt, maar zwart als grijs
Inktpatroon voor foto’s Kleuren worden afgedrukt als
grijstinten
Hoewel u in de reservemodus kunt doorgaan met afdrukken, is de afdrukkwaliteit minder goed. Vervang de ontbrekende inktpatroon daarom zo snel mogelijk, zodat u weer afdrukken kunt maken van de hoogste kwaliteit.

de inktpatronen installeren of vervangen

aan de slag: informatie over inktpatronen
Uw printer presteert pas optimaal als u echte HP-benodigd­heden gebruikt, zoals echte HP-inktpatronen die door HP zijn gevuld.
11
Page 15
De inktpatronen gaan het langst mee als u de printer na gebruik uitzet met de knop A
AN/UIT. Trek de stekker pas uit het
stopcontact of schakel de stroomvoorziening (bijvoorbeeld een snoercentrale) pas uit wanneer het lampje Afdrukken niet meer brandt. Op die manier kunnen de inktpatronen veilig worden weggeborgen.
Let op! Controleer of u de juiste inktpatronen gebruikt. Vul
de inktpatronen niet zelf bij. Schade die ontstaat door het aanpassen of bijvullen van HP-inktpatronen valt uitdrukkelijk niet onder de garantie van HP.
1 Als de printer uit staat, drukt u op de knop A
AN/UIT op
het bedieningspaneel om de printer aan te zetten.
2 Open de bovenste klep. De wagen met de inktpatronen
beweegt naar het midden van de printer.
3 Til de vergrendeling van de wagen voor de inktpatroon die
u wilt installeren of vervangen op door uw vinger onder het nummer op het palletje te plaatsen en dit naar u toe te trekken. De vergrendeling van de inktpatroon wordt geopend.
4 Als u de inktpatroon wilt vervangen, trekt u de oude
inktpatroon eruit en ruimt u deze op.
aan de slag: informatie over inktpatronen
12
Page 16
5 Neem de nieuwe inktpatroon uit de verpakking.
6 Pak deze vast bij het roze lipje en trek de plastic tape los.
Let erop dat u alleen de doorzichtige tape van de inktsproeiers aftrekt en de koperen contactpunten laat zitten.
Raak de inktsproeiers en de koperen contactpunten NIET aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunt u de inktpatroon beschadigen.
aan de slag: informatie over inktpatronen
13
Page 17
7 De inktpatroon plaatsen:
• Houd de inktpatroon met de koperen contactpunten
naar de houder. Zorg ervoor dat de opstaande randen links en rechts op de bovenkant van de inktpatroon zich precies onder de uitsparingen op de wagen bevinden. Schuif de inktpatroon voorzichtig in de wagen en druk deze vervolgens stevig op zijn plaats.
• Duw de vergrendeling naar beneden. Plaats uw vinger
bovenop het palletje. Plaats uw duim onder het nummer op het palletje en druk dit naar beneden. Laat het palletje los zodat de inktpatroon op zijn plaats klikt.
8 Sluit de bovenste klep.
Er wordt automatisch een kalibratiepagina afgedrukt. Zorg ervoor dat de invoerlade gewoon papier bevat.
aan de slag: informatie over inktpatronen
14
Page 18

het bedieningspaneel

de knoppen Op het bedieningspaneel van de printer ziet u meerdere knoppen:

AN/UIT — Met deze knop kunt u de printer aan- of uitzetten.
•A
XEMPLAREN — Met deze knop kunt u selecteren hoeveel
•E
exemplaren u wilt afdrukken.
•F
ORMAAT — Met deze knop kunt u het fotoformaat selecteren.
F
OTOS KIEZEN — Met deze knop kunt u allerlei taken
uitvoeren, zoals navigeren door de menuopties en selecteren welke foto’s of DPF-bestanden u vanaf de geheugenkaart wilt afdrukken.
•O
PSLAAN — Met deze knop kunt u foto’s vanaf een
geheugenkaart op de computer opslaan of via de camera geselecteerde foto’s afdrukken.
•A
FDRUKKEN — Met deze knop kunt u geselecteerde foto’s
vanaf een geheugenkaart afdrukken.
A
NNULEREN/NEE — Met deze knop kunt u een instelling
annuleren, het afdrukken of opslaan stoppen, een vraag op het LCD-scherm met nee beantwoorden of een menu sluiten.
OK/J
A — Met deze knop kunt u een vraag op het LCD-
scherm met ja beantwoorden, de huidige foto selecteren of een fotobereik selecteren. Selecteer de eerste foto van een fotobereik als u een fotobereik wilt selecteren. Houd de knop OK/Yes (OK/Ja) ongeveer drie seconden ingedrukt en druk vervolgens op de knop F
OTOS KIEZEN totdat de gewenste
foto aan het einde van het bereik wordt weergegeven.

het menu Extra Via het menu EXTRA kunt u allerlei taken uitvoeren, zoals een

testpagina afdrukken, de inktpatronen reinigen, pagina- en foto­opties selecteren en de printerinstellingen aanpassen.
De huidige printerinstelling is op het LCD-scherm gemarkeerd met een sterretje (*).
Optie in menu Extra Opties
Een testpagina afdrukken N.v.t.
Een diagnosepagina afdrukken N.v.t.
De inktpatronen reinigen N.v.t.
Papierinstelling selecteren Automatisch
Handmatig
aan de slag: het bedieningspaneel
15
Page 19
Optie in menu Extra Opties
Paginalay-out selecteren Fotoalbum
Besparing
Opties voor bijsnijden Standaard
Volledige afbeelding (niet bijsnijden)
Helderheid van foto aanpassen zeven niveaus van donker
naar licht
Kleurenopties volgende afdruk Kleur
Zwart-wit Sepia (bruin) Antiek
Afdrukken zonder randen Aan
Uit
Taal selecteren Engels, Frans, Duits, Spaans,
Italiaans, Japans, Portugees, Nederlands
Land/regio selecteren V.S./Canada, Verenigd
Koninkrijk, Europa, Japan, Australië, Azië/Pacific
Alle functies op beginwaarden N.v.t.
Opties van menu Extra openen
Î Druk op het bedieningspaneel op de knop Extra totdat de
optie die u wilt wijzigen, wordt weergegeven op het LCD­schermen druk daarna op OK/Ja.
Deze optie biedt u mogelijk meerdere keuzen.
Een keuze selecteren
1 Druk op de rechterkant van de knop Extra totdat de
gewenste keuze wordt weergegeven.
2 Druk op OK/Ja.
aan de slag: het bedieningspaneel
16
Page 20
de indicatie­lampjes
Op het bedieningspaneel van de printer ziet u twee indicatielampjes:
Lampje Afdrukken — Wanneer dit lampje brandt, staat de printer aan. Wanneer dit lampje groen knippert, is de printer bezig. Wanneer dit lampje oranje knippert, is er een probleem met de printer.
Lampje Geheugenkaart — Wanneer dit lampje niet brandt, is er geen kaart in de sleuf voor de geheugenkaart geplaatst. Wanneer dit lampje groen is, is de kaart op de juiste manier geplaatst. Wanneer dit lampje groen knippert, wordt er informatie uitgewisseld tussen de printer en de computer.
aan de slag: het bedieningspaneel
17
Page 21
aan de slag: het bedieningspaneel
18
Page 22
de printer gebruiken
met een digitale camera
Met de HP Photosmart 7350-printer kunt u schitterende foto’s afdrukken vanaf uw digitale camera zonder dat u de computer gebruikt.

via de camera geselecteerde foto’s

Als u beschikt over een ‘direct-printing’ digitale camera van HP, kunt u de printer gebruiken om via de camera geselecteerde foto’s af te drukken.

foto’s selecteren en afdrukken

1 Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken in het menu Delen
van uw camera. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie.
2 Sluit de camera aan op de camerapoort aan de voorkant
van de printer met behulp van de speciale USB-kabel die bij de camera is geleverd.
2

de printer gebruiken met een digitale camera

19
Page 23
3 Zodra u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt
het menu Afdrukinstellingen van de camera geopend. Vanuit dit menu kunt u het volgende doen:
• de foto’s wijzigen die u hebt geselecteerd om af te
drukken
• het papiertype selecteren
• het papierformaat selecteren
4 Volg de instructies op het LCD-scherm van de camera als u
klaar bent om de foto’s af te drukken.
Raadpleeg de documentatie die bij de camera is geleverd voor meer informatie over het gebruik van via de camera geselecteerde foto’s.

afdrukken vanaf een geheugenkaart

Als in uw digitale camera foto’s op een geheugenkaart worden opgeslagen, kunt u de geheugenkaart in de printer plaatsen om uw foto’s af te drukken of op te slaan zonder de computer te gebruiken. De stappen die u moet uitvoeren, worden weergegeven op het LCD-scherm van de printer.
Door de printer worden zeven verschillende geheugenkaarten ondersteund. Deze kaarten worden geproduceerd door diverse leveranciers en zijn beschikbaar met diverse opslag­capaciteiten. U kunt geheugenkaarten kopen op de plaats waar u uw digitale camera hebt gekocht en in de meeste winkels met computerbenodigdheden. Als in uw digitale camera foto’s op een geheugenkaart worden opgeslagen, kunt u de geheugenkaart in de printer plaatsen om uw foto’s af te drukken of op te slaan.
ondersteunde geheugen­kaarten
de printer gebruiken met een digitale camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart
De printer biedt ondersteuning voor geheugenkaarten van
CompactFlash (CFA-gecertificeerd, type I of II), IBM Microdrive™, SmartMedia™, MultiMediaCard™, Secure Digital™ en Memory Stick™.
Let op! Als u een ander type geheugenkaart gebruikt, kan
de geheugenkaart en/of de printer beschadigd raken.
20
Page 24
Compact Flash Type I of II
IBM Microdrive
SmartMedia

een geheugenkaart plaatsen

MultiMediaCard
Secure Digital
Memory Stick
Als uw digitale camera meerdere bestandstypen ondersteunt, kunt u foto’s waarschijnlijk ook opslaan met bestands­indelingen zoals JPEG, niet-gecomprimeerde TIFF, FlashPix en RAW. U kunt JPEG- en ongecomprimeerde TIFF-bestanden direct vanaf de geheugenkaart afdrukken of u kunt andere bestandsindelingen op de computer opslaan en vervolgens afdrukken vanaf de computer met behulp van een software­toepassing.
Wanneer u foto’s hebt genomen met uw digitale camera, kunt u deze onmiddellijk afdrukken of rechtstreeks op de computer opslaan via de printer.
De printer kan slechts één sleuf voor een geheugenkaart tegelijkertijd gebruiken.
Wanneer de geheugenkaart is geplaatst, brandt het lampje van de betreffende sleuf. Op het LCD-scherm wordt kort weergegeven hoeveel foto’s op de geheugenkaart zijn gevonden.
Let op! Trek de geheugenkaart niet uit de sleuf zolang het
betreffende lampje knippert. Wanneer u een geheugenkaart verwijdert terwijl deze in gebruik is, kunnen de printer, de geheugenkaart of de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken. Raadpleeg kiezen welke foto’s u wilt afdrukken op pagina 24 voor meer informatie.
de printer gebruiken met een digitale camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart
21
Page 25
een CompactFlash- of IBM Microdrive-geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart in de linkerbovensleuf, waarbij de voorkant van de kaart naar links is gekeerd en de kant met de gaatjes het eerst in de printer schuift.
Let op! Schuif eerst de kant met de gaatjes in de printer.
Als u de geheugenkaart op een andere manier plaatst, kan de kaart of de printer beschadigd raken.
Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer gaat. Als u de geheugenkaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken.
Sleuf voor CompactFlash/IBM Microdrive­geheugenkaart
CompactFlash/IBM Microdrive­geheugenkaart
een MultiMediaCard- of Secure Digital-geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart in de rechterbovensleuf, waarbij de voorkant van de kaart naar links is gekeerd en de kant met de metalen contactpunten eerst in de printer schuift.
Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer gaat. Als u de geheugenkaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken.
de printer gebruiken met een digitale camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart
22
Page 26
Sleuf voor MultiMedia- of Secure Digital­geheugenkaart
MultiMedia- of Secure Digital­geheugenkaart
een SmartMedia-geheugenkaart plaatsen
Plaats de geheugenkaart in de linkerbenedensleuf, waarbij de voorkant van de kaart (de zwarte kant) naar links is gekeerd en de kant met de metalen contactpunten als eerste in de printer schuift.
Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer gaat. Als u de geheugenkaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken.
Sleuf voor SmartMedia­geheugenkaart
een Memory Stick-geheugenkaart plaatsen
Plaats de Memory Stick-geheugenkaart in de rechterbenedensleuf, waarbij de kant met de metalen contactpunten naar rechts is gekeerd en het einde met de metalen contactpunten als eerste in de printer schuift.
Duw de geheugenkaart rustig in de printer totdat de kaart niet verder kan. Het is mogelijk dat de kaart niet helemaal in de printer gaat. Als u de geheugenkaart met kracht doorduwt, kan de geheugenkaart of de printer beschadigd raken.
de printer gebruiken met een digitale camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart
SmartMedia­geheugenkaart
23
Page 27
Sleuf voor Memory Stick­geheugenkaart
Memory Stick­geheugenkaart

kiezen welke foto’s u wilt afdrukken

foto’s afdrukken via het bedienings­paneel
Als u wilt bepaen welke foto’s u wilt afdrukken of opslaan, kunt u een indexpagina met foto’s afdrukken zodat u kunt bekijken welke foto’s zijn opgeslagen op de geheugenkaart.
1 Plaats een geheugenkaart in de printer.
2 Controleer of de volgende tekst wordt weergegeven op het
LCD-scherm van de printer:
ALLE FOTO’S
1 exemplaar Index
3 Druk op de knop A
Als u foto’s wilt afdrukken vanaf een geheugenkaart, plaatst u de geheugenkaart in de printer, selecteert u de gewenste foto’s en drukt u op de knop A
FDRUKKEN.
FDRUKKEN.
Foto’s afdrukken via het bedieningspaneel:
1 Plaats een geheugenkaart in de printer.
2 Druk op de knop F
afdrukken te selecteren.
3 Druk op OK/J
afdrukken wordt weergegeven op het LCD-scherm.
OTOS KIEZEN om de foto’s die u wilt
A wanneer het aantal foto’s dat u wilt
4 Druk op de knop A
af te drukken.
Raadpleeg de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over het afdrukken van afzonderlijke of meerdere foto’s, het afdrukken van een doorlopend fotobereik of het afdrukken van foto’s van verschillende grootten.
de printer gebruiken met een digitale camera: afdrukken vanaf een geheugenkaart
FDRUKKEN om de geselecteerde foto’s
24
Page 28
de printer gebruiken
met een computer
U kunt de HP Photosmart 7350-printer gebruiken in combinatie met elke softwaretoepassing voor Windows of de Macintosh waarmee kan worden afgedrukt. U kunt allerlei projecten afdrukken, zoals pagina’s van een fotoalbum, wenskaarten of nieuwsbrieven.
Als u al weet hoe u een printer met de computer gebruikt, kunt u afdrukken maken zoals u gewend bent. Als u nog nooit afdrukken hebt gemaakt of als u vragen hebt, vindt u meer informatie in dit hoofdstuk.
Wanneer u afdrukt vanaf de computer, zijn de instellingen op het bedieningspaneel niet van toepassing. De software op de computer heeft voorrang op de printerinstellingen.

afdrukken onder Windows

afdrukken vanuit een software­toepassing
1 Kies Print in het menu Archief van de softwaretoepassing.
2 Selecteer in het dialoogvenster Print de pagina’s en de
aantallen die u wilt afdrukken.
3

de printer gebruiken met een computer

25
Page 29
3 Klik op Eigenschappen als u meer geavanceerde
instellingen wilt weergeven. Stel de printereigenschappen (zoals afdrukkwaliteit en papiertype) in en klik op OK.
Als u meer wilt weten over de beschikbare instellingen, klikt u rechtsboven in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer op de knop ?. Vervolgens klikt u op het onderwerp waarover u meer informatie wenst. U kunt ook op
Help klikken.
de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows
26
Page 30
4 Klik op OK om het document af te drukken.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over:
het wijzigen van de afdrukinstellingen
het werken met geavanceerde instellingen
het aanpassen van de kleur en de helderheid van foto’s
de taakbalk­pictogrammen onder Windows
Nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd, worden twee pictogrammen weergegeven op de Windows-taakbalk:
het pictogram van de HP Photosmart-printer
het pictogram van de HP Photosmart-geheugenkaart
Met deze pictogrammen kunt u allerlei taken uitvoeren.
Printerpictogram
Pictogram Geheugenkaart
pictogram van hp photosmart-printer
Via het printerpictogram kunt u het dialoogvenster Eigenschappen van de printer openen, een standaardprinter selecteren of de werkset weergeven.
Wanneer u op het printerpictogram klikt, wordt het dialoogvenster Eigenschappen van de printer geopend.
Wanneer u met de rechtermuisknop op het printer­pictogram klikt, wordt het volgende menu geopend. Kies een optie uit het menu.
de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows
27
Page 31
Klik hierop om het dialoogvenster Eigenschappen van de printer te openen.
Klik hierop om de HP
Klik hierop om het menu te sluiten en het printer­pictogram van de taakbalk te verwijderen. Als u het menu wilt sluiten zonder het printerpictogram van de taakbalk te verwijderen, klikt u ergens buiten het menu.
Photosmart Werkset te openen.
In de lijst met geïnstalleerde printers kunt u de gewenste HP Photosmart-printer selecteren. De geselecteerde printer wordt aangegeven met een vinkje.
het pictogram voor de hp photosmart-geheugenkaart
Met het geheugenkaartpictogram kunt u de status van de printer bepalen, foto’s openen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart en de dialoogvensters voor de verbinding weergeven.
De vorm van het pictogram geeft de status van de printer aan.
Wanneer het geheugenkaartpictogram groen wordt weergegeven, is de geheugen­kaart in de printer geplaatst. De printer is klaar om de foto’s op de geheugenkaart te openen.
Wanneer het geheugenkaartpictogram grijs wordt weergegeven, is er geen geheugen­kaart in de printer geplaatst.
Wanneer een rode X over het geheugen­kaartpictogram wordt weergegeven, is de verbinding tussen de printer en de computer verbroken. Als u vanaf de computer wilt afdrukken, moet u opnieuw verbinding maken. Raadpleeg problemen met de Windows-aansluiting op pagina 33 voor meer informatie over het herstellen van de verbinding.
de printer gebruiken met een computer: afdrukken onder Windows
28
Page 32
Wanneer u met de rechtermuisknop op het geheugenkaart­pictogram klikt, wordt het volgende menu geopend. Kies een optie uit het menu.
Klik hierop om Windows Verkenner te openen, waarin u foto’s kunt verplaatsen, kopiëren, verwijderen of openen. U kunt ook op
het geheugenkaart­Klik hierop als u verbindingsberichten wilt weergeven wanneer de verbinding met de printer is verbroken of de printer probeert om de verbinding met de computer te herstellen. Een vinkje geeft aan dat deze berichten worden weergegeven.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over:
het instellen van de printereigenschappen
pictogram dubbel-
klikken om Windows
Verkenner te openen.
Klik hierop om de geheugenkaart uit de printer te verwijderen.
het gebruik van de Werkset
het werken met de HP-dirigent voor foto- en beeldbewerking

afdrukken op de Macintosh

afdrukken vanuit een software­toepassing (OS X of OS 9.x)
de printer gebruiken met een computer: afdrukken op de Macintosh
De volgende stappen zijn specifiek voor OS X. Voor OS 9.x kunnen deze stappen iets afwijken. Zorg ervoor dat u de Photosmart-printer hebt geselecteerd in het Afdrukbeheer (OS X) of in de Kiezer (OS 9.x) voordat u met afdrukken begint. Zie het boekje Software-installatie & productondersteuning bij de printer voor meer informatie.
29
Page 33
1 Kies Pagina-instelling in het menu Archief van de
softwaretoepassing.
2 Kies Photosmart 7350 in het uitrolmenu Indeling en
selecteer vervolgens de paginakenmerken (zoals papier­formaat, afdrukstand en schaal) voor uw project. Wanneer u klaar bent met het instellen van de paginakenmerken klikt u op OK.
3 Kies Print in het menu Archief van de softwaretoepassing.
4 Selecteer de gewenste afdrukinstellingen voor uw project.
Via het uitrolmenu kunt u naar de andere deelvensters gaan.
de printer gebruiken met een computer: afdrukken op de Macintosh
30
Page 34
5 Klik op Print (OS X) of OK (OS 9.x) om met afdrukken te
beginnen.
Klik op ? in de linkerbenedenhoek van het dialoogvenster als u meer wilt weten over de beschikbare instellingen (alleen onder OS X).
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over:
het wijzigen van de afdrukinstellingen
het werken met geavanceerde instellingen
het aanpassen van de kleur en de helderheid van foto’s
de printer gebruiken met een computer: afdrukken op de Macintosh
31
Page 35
de printer gebruiken met een computer: afdrukken op de Macintosh
32
Page 36

problemen oplossen

Uw HP Photosmart-printer is ontworpen met het oog op betrouwbaarheid en gebruiksgemak. In deze sectie vindt u tips, adviezen en antwoorden op veelgestelde vragen. Controleer eerst het volgende:
Zijn alle kabels tussen de printer en de computer op de juiste manier aangesloten?
Gebruikt u de meest recente versie van de software? Ga na of er software-updates beschikbaar zijn op
www.hp.com. Raadpleeg het boekje Software-installatie & productondersteuning dat bij de printer wordt geleverd
voor contactinformatie.
De informatie in deze sectie heeft betrekking op Windows- en Macintosh-besturingssystemen.

problemen met de Windows-aansluiting

4
problemen oplossen
Als u de HP Photosmart gebruikt met een Windows-pc, moet de printer voortdurend in verbinding staan met de computer. Deze communicatieverbinding wordt gebruikt om gegevens van de printer te ontvangen.
Als de verbinding tussen de Windows-pc en de HP Photosmart is verbroken, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven op het beeldscherm van de computer.
33
Page 37
Een verbinding kan zijn verbroken om de volgende redenen:
De computer is niet aangesloten op de printer. De printer is uitgeschakeld of niet aangesloten op een stopcontact.
Als u een USB-hub of basisstation gebruikt waaraan meerdere apparaten zijn gekoppeld, kan de verbinding met de printer tijdelijk worden verbroken wanneer een ander apparaat in gebruik is. Wacht totdat het andere apparaat niet meer in gebruik is of sluit de printer rechtstreeks op de computer aan.
Zodra een verbinding is verbroken, wordt op de Windows-taakbalk met het pictogram aangegeven dat de verbinding met de geheugenkaart is verbroken.
Probeer het volgende om opnieuw verbinding te maken:
Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten en of de printer is aangesloten op een stopcontact en is ingeschakeld.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de verbinding met de geheugen­kaart is verbroken als de verbinding nog steeds niet is hersteld en kies de menuoptie Opnieuw verbinden hp photosmart series.
Klik op Opnieuw om opnieuw een verbinding tot stand te brengen als er een dialoogvenster van HP Photosmart wordt geopend.

problemen met de Macintosh-aansluiting

Als u de HP PhotoSmart gebruikt met een Macintosh-computer, moet de printer voortdurend in verbinding staan met de computer. Deze communicatieverbinding wordt gebruikt om gegevens van de printer te ontvangen.
problemen oplossen: problemen met de Macintosh-aansluiting
34
Page 38
Als de verbinding tussen de Macintosh-computer en de HP PhotoSmart is verbroken, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven op het beeldscherm van de computer.
Een verbinding kan zijn verbroken om de volgende redenen:
De computer is niet aangesloten op de printer. De printer is uitgeschakeld of niet aangesloten op een stopcontact.
Als u een USB-hub of basisstation gebruikt waaraan meerdere apparaten zijn gekoppeld, kan de verbinding met de printer tijdelijk worden verbroken wanneer een ander apparaat in gebruik is. Wacht totdat het andere apparaat niet meer in gebruik is of sluit de printer rechtstreeks op de computer aan.
Controleer alle kabelaansluitingen als u opnieuw verbinding wilt maken. Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten en of de printer is aangesloten op een stopcontact en is ingeschakeld.
problemen oplossen: problemen met de Macintosh-aansluiting
35
Page 39

problemen met de USB-aansluiting

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Alleen onder Windows
Ik heb de printer met een USB-kabel aangesloten via een ander USB­apparaat of een hub, maar wanneer ik probeer af te drukken verschijnt er een foutbericht met de volgende of een vergelijk­bare melding: FOUT BIJ SCHRIJVEN NAAR <NAAM VAN USB-POORT>.
Alleen onder Windows
Ik heb de printer aangesloten met een USB-kabel, maar wanneer ik probeer af te drukken verschijnt er een bericht met de volgende of een vergelijkbare melding: FOUT BIJ SCHRIJVEN NAAR <NAAM VAN DOT4>.
Misschien ontvangt de printer niet de juiste gegevens van het andere apparaat of de hub.
OF De communicatie tussen
de printer en de computer is onderbroken door een ander apparaat dat op de hub is aangesloten.
De USB-kabel is te lang. Gebruik een USB-kabel met een lengte
Er is een probleem met de USB-aansluiting.
Probeer het volgende:
• Sluit de printer rechtstreeks aan op de USB-poort van de computer.
• Sluit de USB-kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB-poort op de achterzijde van de printer.
• Koppel de andere USB-apparaten los van de hub en probeer het document opnieuw af te drukken.
die wordt ondersteund door de printer. Zie de sectie over de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer voor informatie over de ondersteunde lengte van de USB-kabel.
Probeer het volgende:
• Koppel de USB-kabel los van de computer en sluit deze opnieuw aan.
• Sluit de kabel op de juiste manier aan op de computer en de USB­poort op de achterzijde van de printer.
• Start de computer opnieuw.
problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting
36
Page 40
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Wanneer ik een USB-kabel aansluit tussen de printer en de computer, verschijnt er een foutbericht met de volgende of een vergelijkbare melding: U HEBT DE COMPUTER AANGESLOTEN OP DE USB­POORT AAN DE VOORZIJDE VAN DE PRINTER.
U hebt de computer aangesloten op de camerapoort op de voorzijde van de printer. U kunt via deze poort alleen een HP direct-printing digitale camera op de printer aansluiten.
Probeer het volgende:
• Sluit de USB-kabel aan op de USB­poort op de achterzijde van de printer.
Als u printersoftware aan het installeren was toen het foutbericht verscheen, probeert u het volgende:
Onder Windows 1 Verwijder de printersoftware. Plaats
de cd met de printersoftware in de computer, klik op De software van de HP Photosmart verwijderen en volg de aanwijzingen op het scherm.
2 Start de computer opnieuw nadat u
de software hebt verwijderd.
3 Sluit de USB-kabel aan op de USB-
poort op de achterzijde van de printer.
4 Installeer de printersoftware
opnieuw. Raadpleeg het boekje
Software-installatie & productondersteuning voor
instructies.
Op de Macintosh 1 Verwijder de printersoftware. Plaats
de cd met de printersoftware in de computer, klik op Verwijder in de Installer en volg de aanwijzingen op het scherm.
2 Start de computer opnieuw nadat u
de software hebt verwijderd.
3 Sluit de USB-kabel aan op de USB-
poort op de achterzijde van de printer.
4 Installeer de printersoftware
opnieuw. Raadpleeg het boekje
Software-installatie & productondersteuning voor
instructies.
problemen oplossen: problemen met de USB-aansluiting
37
Page 41
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Alleen onder Windows
Wanneer ik een USB-kabel aansluit tussen de printer en de computer, verschijnt het bericht ONBEKEND APPARAAT.
Misschien is er statische elektriciteit ontstaan in de kabel tussen de computer en de printer.
OF Misschien is de USB-
kabel defect. OF Misschien hebt u de
USB-kabel niet op de juiste wijze aangesloten.
OF De software herkent de
printer niet. Misschien is de USB-aansluiting van de printer defect.
Probeer het volgende: 1 Koppel de USB-kabel los van de
printer.
2 Koppel het netsnoer los van de
printer.
3 Wacht ongeveer 10 seconden. 4 Sluit het netsnoer weer aan op de
printer.
5 Sluit de USB-kabel weer aan op de
USB-poort op de achterzijde van de printer.
6 Als het bericht ONBEKEND
APPARAAT nog steeds wordt weergegeven in het dialoogvenster van de wizard Nieuwe hardware, kijkt u op www.hp.com om te zien of er updates zijn of neemt u contact op met HP Support & Services. Raadpleeg het boekje
Software-installatie & productondersteuning dat bij de
printer wordt geleverd voor contactinformatie.

problemen met de printer

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het afdrukken verloopt erg langzaam.
(zie volgende pagina)
problemen oplossen: problemen met de printer
Misschien voldoet de computer niet aan de systeemvereisten.
Misschien worden er te veel programma’s tegelijk uitgevoerd.
Controleer de hoeveelheid vrij RAM­geheugen en de processorsnelheid van de computer. Zie de sectie over de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer voor informatie over de systeemvereisten.
Sluit alle overbodige programma’s.
38
Page 42
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
Het afdrukken verloopt erg langzaam.
Misschien gebruikt u verouderde printersoftware.
Kijk op www.hp.com om te zien of er een recentere versie van de software beschikbaar is. Raadpleeg het boekje
Software-installatie & productondersteuning dat bij de printer
wordt geleverd voor contactinformatie.
Onder Windows
Gebruik de toepassing Web Update van HP om te controleren welke versie van het printerstuurprogramma u gebruikt. Zie de sectie over productgebruik en -onderhoud in de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
Op de Macintosh
In het dialoogvenster Print (OS 9.x) of het Afdrukbeheer (OS X) kunt u controleren welke versie van het printerstuurprogramma u momenteel gebruikt. Zie de sectie over afdrukopties voor alledag in de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
Misschien drukt u een complex document af met afbeeldingen of foto’s.
OF Misschien drukt u een
foto met een hoge resolutie af.
problemen oplossen: problemen met de printer
Probeer het volgende:
• Maak wat ruimte vrij op de vaste schijf. Als er minder dan 100 MB ruimte op de vast schijf van de computer vrij is, kan de verwerkingstijd langer worden.
• Wacht even. Het afdrukken van grote, complexe documenten met afbeeldingen of foto’s duurt langer dan het afdrukken van tekstdocumenten.
39
Page 43
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
Het afdrukken verloopt erg langzaam.
Misschien hebt u
4800x1200 dpi Geoptimaliseerd
gekozen.
Misschien gebruikt u een USB-hub en zijn er andere USB-apparaten in gebruik.
Het kan zijn dat de optie Papiertype is ingesteld op Automatisch.
Onder Windows 1 Stel de afdrukkwaliteit in op Beste
en stel het papiertype in op Fotopapier op het tabblad Kwaliteit. Selecteer de optie voor hoge resolutie PhotoREt in plaats van
4800x1200 dpi Geoptimaliseerd.
2 Druk het document opnieuw af. Op de Macintosh 1 Ga naar het deelvenster
Papiertype/Kwaliteit en schakel de optie Foto met hoge resolutie uit.
2 Druk het document opnieuw af.
Probeer het volgende:
• Sluit de USB-kabel van de computer rechtstreeks aan op de USB-poort op de achterzijde van de printer. Gebruik geen hub.
• Gebruik tijdens het afdrukken geen andere apparaten die aan de hub zijn gekoppeld.
Wanneer als papiersoort Automatisch is ingesteld, scant de printer het papier om het juiste papiertype te bepalen. Dit kan enkele seconden langer duren. U kunt dit voorkomen door de juiste papiersoort op te geven voordat u met afdrukken begint.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op het tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in het deelvenster Papiertype/Kwaliteit van het dialoogvenster Print.
problemen oplossen: problemen met de printer
40
Page 44
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het afdrukken verloopt erg langzaam.
(vervolg van vorige pagina)
Ik kan de printer niet aanzetten.
Het groene lampje Afdrukk en knippert.
Het oranje lampje Afdrukken knippert.
Misschien drukt u af in de reservemodus. De reservemodus wordt geactiveerd wanneer een van de inktpatronen ontbreekt.
Misschien heeft de printer te veel stroom gebruikt.
De printer is aangesloten op een snoercentrale en deze is uitgeschakeld.
Misschien is de printer bezig met het verwerken van gegevens.
Er is een probleem met de printer.
Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe.
Koppel het netsnoer los van de printer en wacht ongeveer tien seconden. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de
A
AN/UIT-knop om de printer aan te
zetten.
Schakel de snoercentrale in.
Wacht even. De printer heeft enige tijd nodig om de gegevens te verwerken.
Probeer het volgende: 1 Kijk op het LCD-scherm van de
printer, de computermonitor of het LCD-scherm van de camera voor instructies.
2 Als dit geen soelaas biedt, zet u de
printer uit. Koppel het netsnoer los van de printer, wacht een minuut en sluit het netsnoer weer aan. Zet de printer aan.
Het rode lampje Afdrukken
Er is een fatale fout opgetreden.
knippert.
problemen oplossen: problemen met de printer
Probeer het volgende: 1 Zet de printer uit. Koppel het
netsnoer los van de printer, wacht een minuut en sluit het netsnoer weer aan. Zet de printer aan.
2 Als dit geen soelaas biedt, kijkt u op
www.hp.com of neemt u contact op
met HP Support & Services. Raadpleeg het boekje Software- installatie & productondersteuning dat bij de printer wordt geleverd voor contactinformatie.
41
Page 45
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Alleen onder Windows
Op de taakbalk verschijnt het pictogram waar­mee wordt aan­gegeven dat de verbinding met de geheugenkaart is verbroken.
De printer herkent het bestand op de geheugenkaart niet.
Er is een probleem met de verbinding of de communicatie tussen de printer en de computer.
De geheugenkaart bevat bestandstypen die de printer niet kan lezen.
Probeer het volgende: 1 Klik op het verbindingspictogram en
klik vervolgens op Verbinden in het dialoogvenster. Als er nog steeds een probleem is met de verbinding, controleert u of de verbindingskabel stevig is aangesloten op de computer en op de USB-poort aan de achterkant van de printer.
2 Start de computer opnieuw op als
dit niet werkt.
Stel de camera in voor het opslaan van foto's in bestandsindelingen die de printer ondersteunt. Zie de sectie over de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer voor een lijst met ondersteunde bestandsindelingen voor afbeeldingen en raadpleeg de documentatie van de camera voor instructies over het instellen van de camera voor het opslaan van bepaalde bestandsindelingen.

afdrukproblemen

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het fotopapier wordt niet naar behoren ingevoerd.
problemen oplossen: afdrukproblemen
De fotolade is niet ingeschakeld.
Uw werkomgeving is extreem droog of vochtig.
Schakel de fotolade in door de schuifknop van u af te duwen totdat deze tot stilstand komt tegen de rand van het papier.
Probeer het volgende:
• Schuif het fotopapier zo ver mogelijk in de fotolade.
• Laad één vel fotopapier tegelijk.
42
Page 46
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het papier wordt niet naar behoren ingevoerd.
OF Het papier wordt
niet naar behoren uitgevoerd.
Er komt niets uit de printer.
(zie volgende pagina)
Misschien zit er te veel papier in de invoerlade.
Misschien zijn de papiergeleiders niet goed ingesteld.
Misschien is het papier te dun of te dik.
Misschien is het papier gekreukt.
Er is een probleem met de printer.
Misschien is er geen stroom of zit er een kabel los.
Misschien bevat de papierlade geen papier.
Verwijder wat papier uit de invoerlade en probeer het opnieuw.
Controleer of de papierbreedtegeleider en de papierlengtegeleider goed tegen de randen van het papier aanzitten, zonder dat het papier daarbij opbolt.
Zie de sectie over de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer voor informatie over ondersteunde papiergewichten.
Gebruik ander papier.
Lees de instructies op het LCD-scherm.
Probeer het volgende:
• Controleer of de printer aanstaat.
• Controleer of het netsnoer op de juiste wijze is aangesloten.
Controleer of het papier op de juiste manier in de papierlade is geplaatst. Zie informatie over papier op pagina 7 voor instructies bij het laden van papier.
Misschien staat de bovenste klep van de printer open.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Sluit de bovenste klep van de printer.
43
Page 47
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
Er komt niets uit de printer.
Misschien is er een papierstoring.
Probeer het volgende:
• Controleer of het LCD-scherm van de printer instructies bevat.
• Verwijder het papier uit de invoerlade en/of de uitvoerlade.
• Als u momenteel etiketten afdrukt, controleert u of er tijdens het afdrukken misschien een etiket is losgeraakt van het vel papier.
Als er nog steeds problemen zijn met de papierdoorvoer, probeert u het volgende:
1 Zet de printer uit. 2 Koppel de printer los. Open de
achterklep door de knop naar links te draaien. Verwijder de klep.
3 Verwijder het vastgelopen papier
voorzichtig uit de printer en zet de achterklep weer op zijn plaats.
4 Sluit de printer weer aan en zet
hem aan.
5 Wanner u de papierstoring hebt
verholpen, drukt u het document opnieuw af.
Als het papier vastloopt wanneer u op fotopapier afdrukt, probeert u het volgende:
• Schuif het fotopapier zo ver mogelijk in de fotolade.
• Laad één vel fotopapier tegelijk.
Misschien zit de wagen met de inktpatronen vast.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Lees de instructies op het LCD-scherm van de printer.
44
Page 48
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
Er komt niets uit de printer.
Alleen onder OS 9.x op de Macintosh
Er komt niets uit de printer.
Er komt een lege pagina uit de printer.
Misschien is er iets aan de hand met de inktpatronen.
Probeer het volgende:
• Kijk op het LCD-scherm van de printer, de computermonitor of het LCD-scherm van de camera voor foutberichten.
• Druk een diagnosepagina af en vervang eventueel het inktpatroon.
Misschien is de printer nog bezig met het
Zie problemen met de printer op pagina 38 voor meer informatie.
verwerken van gegevens.
Er is niet voldoende geheugen toegewezen
Wijs meer geheugen toe aan de
toepassing in het dialoogvenster Info. in de toepassing PrintMonitor in Systeem.
Misschien is de inkt op. Druk een diagnosepagina af en
vervang eventueel het inktpatroon.
Misschien hebt u een afdruktaak gestart en deze vervolgens geannuleerd.
Als u een afdruktaak annuleert
voordat het bestand is afgedrukt, kan
het papier al in de printer zijn
geladen. Wanneer u de volgende
afdruktaak start, komt er een lege
pagina uit de printer voordat de
huidige taak wordt uitgevoerd.
Misschien probeert u een fax af te drukken.
U drukt af in de reservemodus terwijl de zwarte inktpatroon is geïnstalleerd EN de optie voor afdrukken zonder randen is ingeschakeld.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Probeer het volgende:
1 Sla het faxbericht op met een
grafische indeling, bijvoorbeeld TIFF.
2 Neem het aldus opgeslagen
faxbericht op in een tekstverwerkingsdocument en druk het van daaruit af.
Vervang de ontbrekende inktpatroon
door een nieuwe.
OF
Schakel de optie voor afdrukken
zonder randen uit.
Zie de reservemodus op pagina 11
voor meer informatie.
45
Page 49
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het document wordt niet afgedrukt met de geselecteerde standaardafdrukin stellingen.
De papiersoort is ingesteld op Automatisch, maar bij het voorbereiden van de afdruk wordt het papier uitgeworpen.
Het kan zijn dat de standaardafdruk­instellingen van de printer afwijken van de afdrukinstellingen van de toepassing. De afdruk­instellingen van de toepassing hebben voorrang op de standaardinstellingen van de printer.
Misschien staat de printer in direct zonlicht, waardoor de automatische papiersensor ontregeld raakt.
Onder Windows
• Ga naar het menu Bestand van de toepassing, selecteer Afdrukken en klik op Eigenschappen om de gewenste afdrukinstellingen op te geven.
Op de Macintosh
• Ga naar het menu Archief van de toepassing, selecteer Print en geef de gewenste afdrukinstellingen op.
Verplaats de printer naar een minder zonnig plekje.
problemen oplossen: afdrukproblemen
46
Page 50
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Delen van het document ontbreken of zitten niet op de juiste plaats.
(zie volgende pagina)
Misschien hebt u niet de juiste afdrukstand geselecteerd.
Misschien hebt u niet het juiste papierformaat geselecteerd.
Onder Windows
• Selecteer de juiste afdrukstand (Staand of Liggend) op het tabblad Lay-out van het dialoogvenster Eigenschappen van de printer en in het dialoogvenster Pagina­instelling van de toepassing.
Op de Macintosh
• Controleer of u de juiste afdrukstand hebt geselecteerd (staand of liggend) in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Onder Windows
• Selecteer het juiste papierformaat op het tabblad Lay-out van het dialoogvenster Eigenschappen van de printer en in het dialoogvenster Pagina-instelling van de toepassing.
Op de Macintosh
• Controleer of u het juiste papierformaat hebt geselecteerd in het dialoogvenster Pagina­instelling.
Misschien hebt u niet de juiste marges geselecteerd in de gebruikte toepassing.
problemen oplossen: afdrukproblemen
De marges moeten binnen het afdrukgebied vallen. Zie de sectie over de specificaties in de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
47
Page 51
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
Delen van het document ontbreken of zitten niet op de juiste plaats.
Het document wordt schuin of niet midden op het papier afgedrukt.
Misschien is de optie Posters afdrukken (Windows) of Paginadelen (Macintosh) nog ingeschakeld.
Misschien hebt u een fout gemaakt bij het instellen van de schaal voor de tekst of de afbeeldingen, of zijn er problemen met de interne bestandsindeling van het document.
Misschien is het papier niet goed geladen.
Onder Windows
• Schakel de optie Posters afdrukken uit op het tabblad Functies in het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer.
Op de Macintosh
• Ga naar het deelvenster Lay-out in het dialoogvenster Print en stel de optie Meerdere pagina's per vel in op 1.
Controleer of de schaal van de tekst en de afbeeldingen klopt en of de gebruikte bestandsindelingen compatibel zijn binnen uw document.
Probeer het volgende:
• Zorg ervoor dat het papier goed in de invoerlade zit.
• Controleer of de papierbreedtegeleider en de papierlengtegeleider goed tegen de randen van het papier aanzitten.
Zie informatie over papier op pagina 7 voor instructies bij het laden van papier.
De afdrukkwaliteit valt tegen.
(zie volgende pagina)
Misschien drukt u af in de reservemodus. De reservemodus wordt geactiveerd wanneer een van de inktpatronen ontbreekt.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe.
48
Page 52
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt tegen.
Misschien raakt de inkt op.
De papiersoort die u gebruikt is mogelijk niet optimaal voor uw uitvoer.
Onder Windows
• Controleer het inktniveau van beide inktpatronen op het tabblad Geschat inktniveau van de Werkset.
OF
• Druk een diagnosepagina af.
Op de Macintosh
• Controleer het inktniveau met het HP Inkjet-hulpprogramma.
OF
• Druk een diagnosepagina af.
Als de inkt bijna op is, vervangt u de inktpatroon.
Probeer het volgende:
• Gebruik een papiersoort die geschikt is voor de printer. Voor optimale resultaten kunt u het beste inkjetpapier van HP-gebruiken.
• Kies een papiersoort die is bedoeld voor het type afdruk (foto’s, transparanten, enzovoort) dat u wilt maken, in plaats van gewoon papier.
Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier.
Misschien hebt u niet de juiste papiersoort geselecteerd in de printersoftware.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Leg het papier met de kant waarop u wilt afdrukken naar beneden.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op het tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in het deelvenster Papiertype/ Kwaliteit van het dialoogvenster Print.
49
Page 53
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt tegen.
Misschien moet u de inktpatronen reinigen.
Reinig de inktpatronen met behulp van het menu E
XTRA op het
bedieningspaneel. Zie de sectie over productgebruik en -onderhoud in de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
OF
Onder Windows
• Ga naar het tabblad Apparaatservices in het dialoogvenster HP Photosmart
Werkset en klik op Inktpatronen reinigen.
Op de Macintosh
• Ga naar het deelvenster Reinigen in het HP Inkjet-hulpprogramma en klik op Reinig.
Zie de sectie over productgebruik en -onderhoud in de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
problemen oplossen: afdrukproblemen
50
Page 54
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt tegen.
Als zwarte afdrukken nog steeds worden ontsierd door witte vegen nadat u de inktpatronen hebt gereinigd en u zeker weet dat de inktpatronen nog voldoende inkt bevatten, hebt u een van de inktpatronen misschien laten vallen.
Onder Windows 1 Klik op Beste in plaats van
Standaard of Snelconcept op het
tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer. Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
2 Druk een dag lang af met de
hogere kwaliteit.
3 Schakel na een dag weer over op
de gewenste afdrukkwaliteit.
Op de Macintosh 1 Klik op Beste in plaats van
Standaard of Snelconcept in het
deelvenster Papiertype/Kwaliteit in het dialoogvenster Print. Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie.
2 Druk een dag lang af met de
hogere kwaliteit.
3 Schakel na een dag weer over op
de gewenste afdrukkwaliteit.
Misschien zijn de inktpatronen niet (meer) goed uitgelijnd.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Onder Windows
• Als de gekleurde en de zwarte inkt op de afdruk niet samenvallen, gaat u naar het tabblad
Apparaatservices van de HP Photosmart Werkset en klikt u op Printer kalibreren.
Op de Macintosh
• Als de gekleurde en de zwarte inkt op de afdruk niet samenvallen, gaat u naar het deelvenster
Kalibreren in het HP Inkjet­hulpprogramma en klikt u op Lijn uit.
51
Page 55
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
De afdrukkwaliteit valt tegen.
Als de afdruk er vaal of verbleekt uitziet, gebruikt u misschien de optie
Standaard of Snelconcept.
Als de kleuren op de afdruk uitlopen, wordt voor de geselecteerde afdrukkwaliteit mogelijk te veel inkt gebruikt voor het papier waarop u afdrukt.
Onder Windows
•Klik op Normaal of Beste in plaats van Standaard of Snelconcept op het tabblad Kwaliteit in het dialoog-venster Eigenschappen van de printer.
Op de Macintosh
•Klik op Normaal of Beste in plaats van Standaard of Snelconcept in het deelvenster Papiertype/ Kwaliteit in het dialoogvenster Print.
Onder Windows
•Klik op Standaard of Snelconcept in plaats van Beste of Normaal op het tabblad Kwaliteit in het dialoog-venster Eigenschappen van de printer.
OF
• Verminder de gebruikte hoeveelheid inkt door te klikken op Geavanceerde functies op het tabblad Functies in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer en de schuifregelaar
Inktvolume te gebruiken.
Op de Macintosh
•Klik op Standaard of Snelconcept in plaats van Beste of Normaal in het deelvenster Papiertype/ Kwaliteit in het dialoogvenster Print.
OF
• Verminder de gebruikte hoeveelheid inkt. Ga naar het deelvenster Papiertype/Kwaliteit in het dialoogvenster Print en kies het tabblad Inkt. Pas de inkt­dichtheid aan met behulp van de schuifregelaars.
problemen oplossen: afdrukproblemen
52
Page 56
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Foto’s worden niet goed afgedrukt.
(zie volgende pagina)
Misschien is het fotopapier niet goed geladen.
Misschien is het fotopapier niet op de juiste wijze ingevoerd in de printer.
Misschien hebt u niet de juiste papiersoort of het juiste papierformaat geselecteerd.
Leg het fotopapier met de kant
waarop u wilt afdrukken naar beneden. Als u papier met een
afscheurstrook gebruikt, plaatst u dit zo dat de strook als eerste wordt ingevoerd.
Kijk of het papier misschien is vastgelopen en probeer dan het volgende:
• Schuif het fotopapier zo ver mogelijk in de fotolade.
• Laad één vel fotopapier tegelijk.
Onder Windows 1 Selecteer het juiste HP-fotopapier
op het tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer.
2 Stel het formaat van het
desbetreffende fotopapier in bij
Papierformaat.
Op de Macintosh 1 Selecteer het formaat van de foto
in het dialoogvenster Pagina­instelling.
2 Ga naar het deelvenster
Papiertype/Kwaliteit van het
dialoogvenster Print, selecteer Fotopapier als de papiersoort en selecteer vervolgens het fotopapier dat u gebruikt.
3 Klik op OK om het document af te
drukken.
problemen oplossen: afdrukproblemen
53
Page 57
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
(vervolg van vorige pagina)
Foto’s worden niet goed afgedrukt.
Misschien hebt u het papierformaat of de papiersoort opgegeven in het dialoogvenster Pagina-instelling van de toepassing.
Misschien hebt u niet de afdrukkwaliteit Beste geselecteerd.
Onder Windows
• Ga naar het menu Bestand van de toepassing, selecteer Afdrukken en klik op Eigenschappen om het juiste papierformaat en de juiste papiersoort op te geven.
Op de Macintosh
• Ga naar het menu Archief van de toepassing, selecteer Pagina- instelling en stel het juiste papierformaat in.
• Ga naar het menu Archief van de toepassing, selecteer Print en stel de juiste papiersoort in.
Onder Windows
• Schakel de optie Beste uit op het tabblad Kwaliteit in het dialoog- venster Eigenschappen van de printer.
Op de Macintosh
•Klik op Beste in het deelvenster Papiertype/Kwaliteit in het
dialoogvenster Print.
U drukt af in de reservemodus terwijl de zwarte inktpatroon is geïnstalleerd EN de optie voor afdrukken zonder randen is uitgeschakeld.
De foto’s die ik aan de hand van de nummers op het LCD-scherm van de camera heb
Mogelijk wijst uw camera andere nummers aan de foto’s toe dan de nummers die de printer
daaraan toewijst. geselecteerd, worden niet afgedrukt. In plaats daarvan worden andere foto’s afgedrukt.
problemen oplossen: afdrukproblemen
Vervang de ontbrekende inktpatroon door een nieuwe. Zie de reservemodus op pagina 11 voor meer informatie.
Een indexpagina met foto’s afdrukken Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken aan de hand van het nummer dat op de indexpagina met foto’s is vermeld.
54
Page 58
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De foto’s die ik op mijn camera heb gemarkeerd, worden niet afgedrukt.
De afdrukkwaliteit is anders wanneer ik de papiersoort instel op Automatisch in plaats van op een bepaald papiertype.
Bij sommige digitale camera’s (zoals de HP 318 en HP 612) kunt u zowel via het interne geheugen van de camera als de geheugenkaart foto’s markeren die u wilt afdrukken. Als u foto’s verplaatst van het interne geheugen van de camera naar de geheugenkaart, gaan deze markeringen verloren.
Wanneer het papiertype is ingesteld op Automatisch, wordt de afdrukkwaliteit automatisch ingesteld op Normaal. Wanneer een bepaald papiertype is ingesteld, kan de standaardafdrukkwaliteit anders zijn.
Markeer foto’s die u wilt afdrukken pas nadat u ze hebt verplaatst van het interne geheugen van de camera naar de geheugenkaart.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op
het tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer en kies vervolgens de gewenste afdrukkwaliteit.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in
het deelvenster Papiertype/ Kwaliteit van het dialoogvenster Print en kies vervolgens de gewenste afdrukkwaliteit.
problemen oplossen: afdrukproblemen
55
Page 59
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De papiersoort is ingesteld op Automatisch, maar de printer gebruikt niet de beste afdrukmodus voor het papier.
Misschien is het papier beschadigd, gescheurd of gekreukt.
OF Misschien is het papier
donker van kleur of bevat het metaalvezels.
Misschien bevat het papier een briefhoofd of een gedrukt patroon aan de bovenkant.
Als het papier op de een of andere manier beschadigd is, donker van kleur is of metaalvezels bevat. kan het zijn dat de sensor de juiste papier­soort en het juiste papierformaat niet herkent. Zorg ervoor dat het papier schoon is, geen krassen of vouwen bevat, licht van kleur is en geen metaalvezels bevat.
Onder Windows
• Selecteer de juiste papiersoort op
het tabblad Kwaliteit in het dialoogvenster Eigenschappen van de printer.
Op de Macintosh
• Selecteer de juiste papiersoort in
het deelvenster Papiertype/ Kwaliteit van het dialoogvenster Print.
Stel de papiersoort handmatig in in plaats van met de optie Automatisch.
Zie de Help bij de HP Photosmart-printer voor meer informatie over:
het afdrukken van een diagnosepagina
foutberichten op het LCD-scherm
problemen oplossen: afdrukproblemen
56
Page 60

index

A
Aan/uit (knop)
beschrijving 5
afdrukken
problemen 42 vanaf geheugenkaarten 20 vanuit Macintosh-softwaretoepassing 29 vanuit Windows-softwaretoepassing 25
Afdrukken (knop)
beschrijving 5
Afdrukken (lampje)
beschrijving 5
B
Beknopte handleiding 1 boekje Software-installatie &
productondersteuning 1
bovenste klep
beschrijving 3
C
camerapoort
beschrijving 3
computer
gebruiken met printer 25
D
deksel van fotolade
beschrijving 3
digitale camera
afdrukken vanaf geheugenkaarten 20 via camera geselecteerde foto’s
afdrukken 19
‘direct printing’ digitale camera van HP
foto’s afdrukken 19
E
Eigenschappen (dialoogvenster op Windows-
pc) 25
Exemplaren (knop)
beschrijving 5
Extra (knop)
beschrijving 5
F
Formaat (knop)
beschrijving 5
foto’s
via camera geselecteerde foto’s
afdrukken 19
Foto’s kiezen (pijltoetsen)
beschrijving 5
fotolade
beschrijving 3
G
geheugenkaarten
afdrukken 20 ondersteunde 20
geheugenkaartpictogram 28
H
Help bij HP Photosmart-printer
beschrijving 1
Help bij printer
afdrukken 2
weergeven 2 houder voor inktpatroon 10 HP Photosmart-geheugenkaart (pictogram) 28 HP Photosmart-printer (pictogram) 27
index
57
Page 61
I
inktpatronen
bewaren 10 houder voor inktpatronen gebruiken 10
Installatiegids 1
Invoerlade
beschrijving 3
K
klep aan achterzijde
beschrijving 4
M
MemoryStick-geheugenkaart, sleuf
beschrijving 6
MultiMediaCard-geheugenkaart, sleuf
beschrijving 6
papier
overzicht 7
papierbreedtegeleider
beschrijving 3
papierlengtegeleider
beschrijving 3
Print (dialoogvenster op Macintosh) 25, 29
printer
documentatie 1 gebruiken met computer 25
Printer (pictogram) 27
problemen oplossen
problemen met afdrukken 42 problemen met Macintosh-aansluiting 34 problemen met printer 38 problemen met USB-aansluiting 36 problemen met Windows-aansluiting 33
N
netsnoeraansluiting
beschrijving 4
O
OK/Ja (knop)
beschrijving 5
onder Windows
aansluitproblemen 33 afdrukken 25 taakbalkpictogrammen 27
op de Macintosh
afdrukken 29
Opslaan (knop)
beschrijving 5
P
Pagina-instelling (dialoogvenster op
Macintosh) 29
S
schuifknop fotolade
beschrijving 3
SecureDigital-geheugenkaart, sleuf
beschrijving 6
Sleuf voor SmartMedia-geheugenkaart
beschrijving 6
T
taakbalkpictogrammen
beschrijving 27 pictogram Geheugenkaart 28 printerpictogram 27
U
Uitvoerlade
beschrijving 3
USB
aansluitproblemen 36
USB-poort
beschrijving 4
V
via camera geselecteerde foto’s
afdrukken 19
58
beknopte handleiding
Page 62
© Copyright 2002 Hewlett-Packard Company
Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gefotokopieerd, gereproduceerd of vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company.
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor fouten in dit materiaal noch voor indirecte schade in verband met de aflevering, het functioneren of het gebruik van dit materiaal.
HP, het HP-logo en PhotoSmart zijn eigendom van Hewlett-Packard Company.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. CompactFlash, CF en het CF-logo zijn handelsmerken van de CompactFlash Association (CFA).
Mac, het Mac-logo en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
IBM is een geregistreerde handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Andere merken en producten zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectieve eigenaren.
De auteursrechten van bepaalde foto’s in dit document zijn behouden aan de oorspronkelijke eigenaren.
Page 63
Gedrukt op gerecycled papier Gedrukt in Duitsland, augustus 2002
ENERGY STAR® is een in de V.S. geregistreerd merk.
Als ENERGY STAR Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit
product voldoet aan de ENERGY STAR richtlijnen voor energiebesparing.
www.hp.com
©2002 Hewlett-Packard Company
Q1603-90204
®
-partner heeft
®
-
Loading...