De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garanties voor HP producten en
diensten worden vermeld in de specieke
garantieverklaring bij dergelijke producten en
diensten. Niets in dit document mag worden
opgevat als aanvullende garantie. HP stelt zich
niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in dit
document.
Handelsmerken
Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en
PostScript® zijn handelsmerken van Adobe
Systems Incorporated.
Corel® is een handelsmerk of gedeponeerd
handelsmerk van Corel Corporation of Corel
Corporation Limited.
ENERGY STAR en het ENERGY STARhandelsmerk zijn gedeponeerde handelsmerken
in de Verenigde Staten.
Microsoft® en Windows® zijn in de Verenigde
Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
PANTONE® is het controlenormhandelsmerk
voor kleur van Pantone, Inc.
Hulpprogramma van HP ....................................................................................................................................................... 13
In- en uitschakelen van printer ............................................................................................................................................ 15
De printer voorbereiden ........................................................................................................................................................ 16
Andere informatiebronnen ................................................................................................................................................... 37
Papier wordt niet geladen ..................................................................................................................................................... 48
Een papiersoort beschermen ............................................................................................................................................... 49
Veilige modus ......................................................................................................................................................................... 83
Menu-items van het voorpaneel ......................................................................................................................................... 87
5 Het verzenden van een taak om af te drukken ................................................................................................................................. 96
Afdrukken vanaf het stuurprogramma ............................................................................................................................... 97
Opslaan op een USB-ashstation ..................................................................................................................................... 100
Afdrukken via e-mail (HP Print) ......................................................................................................................................... 102
Taakwachtrij in de geïntegreerde webserver .................................................................................................................. 111
7 Scannen en kopiëren (alleen MFP) .................................................................................................................................................... 112
Bezig met scannen .............................................................................................................................................................. 113
Stapelaar met hoge capaciteit ........................................................................................................................................... 141
HP vouwers ........................................................................................................................................................................... 143
Mand ...................................................................................................................................................................................... 153
Nauwkeurigheid van paginalengte ................................................................................................................................... 160
De buitenkant van de printer reinigen .............................................................................................................................. 163
De printer verplaatsen of opslaan .................................................................................................................................... 163
De stapelaar met hoge capaciteit verplaatsen of opbergen ........................................................................................ 164
De vouwer verplaatsen of opslaan ................................................................................................................................... 164
De glasplaat van de scanner reinigen (alleen MFP) ........................................................................................................ 165
De glasplaat van de scanner vervangen (alleen MFP) ................................................................................................... 167
De scanner kalibreren (alleen MFP) .................................................................................................................................. 169
Vervangen van de tabspoel van de vouwer .................................................................................................................... 170
De rmware bijwerken ........................................................................................................................................................ 175
Lijst van accessoires ............................................................................................................................................................ 178
12 Als u hulp nodig hebt ........................................................................................................................................................................ 180
Gedetailleerde telgegevens van de taak verkrijgen ....................................................................................................... 186
Specicaties van de snelheid (lijnen/snelle modus) ....................................................................................................... 192
15 Foutmeldingen op het voorpaneel ................................................................................................................................................. 193
Index ........................................................................................................................................................................................................... 197
NLWWv
viNLWW
1Inleiding
●
Welkom bij uw printer
●
Veiligheidsmaatregelen
●
Belangrijkste onderdelen
●
Voorpaneel
●
Hulpprogramma van HP
●
Geïntegreerde webserver
●
In- en uitschakelen van printer
●
Interne afdrukken
●
De printer voorbereiden
●
Toegankelijkheid
●
Andere informatiebronnen
NLWW1
Welkom bij uw printer
Uw printer is een kleureninkjetprinter die is ontworpen voor het sneller afdrukken en aeveren, in monochroom
en kleur, met een enkel apparaat. Enkele belangrijke eigenschappen:
●HP PageWide XL 5000-printerserie: Tot 14 D/A1-pagina's/min afdrukken; eerste pagina gereed in 20 sec.
HP PageWide XL 5100-printerserie: Tot 20 D/A1-pagina's/min afdrukken; eerste pagina gereed in 20 sec.
●Leveren van gemengde monochroom- en kleurensets met een geconsolideerde workow.
●Afdrukken sneller starten met een ultra-snelle processor, plus oorspronkelijk PDF-beheer of SmartStream
HP-software.
●De gebruiker ontlasten bij het gebruik van accessoires zoals de productiestapelaar, online vouwer,
maximaal vier rollen en twee inkttoevoeren met auto-schakelaar.
●Afrdrukken GIS-kaart en point-of-sale (POS) poster toepassingen bij duizelingwekkende snelheden.
●Stel een technische documentstandaard in met scherpe lijnen, jne detail en soepele grijstinten.
●HP PageWide XL pigment inkt voor donkere zwarten, levendige kleuren, en vocht/vervagingsbestendigheid,
zelfs op niet-gecoat briefpapier.
●Afdrukken op een breed scala van papier, maximaal 101,6 cm (40 in) breed, die ISO/V.S. technische en
oset standaarden dekken.
●Dit alles met één ruimtebesparend apparaat voor zowel monochroom als kleur, of kies voor de MFP om af
te drukken/te scannen/te kopiëren.
●Verminder downtime met cloud-gebaseerde ondersteuning, zelf controleren, proactieve meldingen en
automatisch onderhoud.
Veiligheidsmaatregelen
Voordat u de printer gebruikt, moet u deze veiligheidmaatregelen lezen, begrijpen en volgen, evenals uw lokale
milieu-, gezondheids- en veiligheidsregels, om er voor te zorgen dat u de apparatuur veilig gebruikt.
U wordt verwacht de juiste technische opleiding en ervaring te hebben die nodig zijn om bekend te zijn met de
gevaren waaraan u kunt blootstaan bij het uitvoeren van een taak, en de juiste maatregelen te treen om de
risico's voor uzelf en anderen te minimaliseren.
Algemene veiligheidsrichtlijnen
●Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de printer behalve die aan de orde komen in
het reparatieprogramma voor klanten van HP (zie http://www.hp.com/go/selfrepair/). Raadpleeg voor
onderhoud aan andere onderdelen gekwaliceerde onderhoudsmedewerkers.
●Schakel de printer uit en neem contact op met de servicevertegenwoordiger in de volgende gevallen:
–Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
–De drogingsbehuizingen zijn beschadigd (alleen Pacisch Azië en Japan).
–De printer is beschadigd door een klap.
2Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
–Er is mechanische schade of schade aan de behuizing.
–Er is vloeistof in de printer gekomen.
–Er komt rook of een ongewone lucht uit de printer.
Iemand heeft de printer laten vallen.
–
–De drogingsmodule is beschadigd (alleen Pacisch Azië en Japan).
–De printer functioneert niet als normaal.
●Zet de printer uit in de volgende gevallen:
–Tijdens onweer
–Tijdens een stroomstoring
●Wees extra voorzichtig met zones die zijn gemarkeerd met waarschuwingslabels.
Gevaar van elektrische schok
WAARSCHUWING! De interne circuits van de ingebouwde voedingstoevoer en de stroomingang werken met
gevaarlijke spanningen en kunnen ernstig persoonlijk letsel of zelfs overlijden veroorzaken.
WAARSCHUWING! De interne circuits van het droogsysteem (alleen Pacisch Azië en Japan) werken met
gevaarlijke spanningen en kunnen ernstig persoonlijk letsel of zelfs overlijden veroorzaken.
De printer gebruikt een netsnoer. Ontkoppel het netsnoer alvorens onderhoud aan de printer uit te voeren.
Ter vermijding van een elektrische schok:
●De printer mag alleen op geaarde stopcontacten worden aangesloten.
●Probeer niet om de droogmodules te demonteren (alleen Pacisch Azië en Japan).
●De afgesloten systeemkappen of -pluggen niet verwijderen of openen.
●Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●Struikel niet over de kabels als u achter de printer loopt.
Hittegevaar (alleen Pacisch Azië en Japan)
Het droogsubsysteem van de printer werkt met hoge temperaturen en kan bij aanraking brandwonden
veroorzaken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om persoonlijk letsel te voorkomen.
●Laat de printer afkoelen voordat u het papieruitvoergebied opent in geval van een papierstoring.
●Laat de printer afkoelen alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Brandgevaar
De inwendige onderdelen van het droogsubsysteem van de printer werken met hoge temperaturen (alleen
Pacisch Azië en Japan).
NLWWVeiligheidsmaatregelen3
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden:
●Het is de verantwoordelijkheid van de klant om te voldoen aan de printervereisten en aan de plaatselijke
elektrische regelgeving van het land waar de apparatuur wordt geïnstalleerd. Gebruik de stroomspanning
die op het typeplaatje staat vermeld.
●Gebruik alleen het netsnoer dat door HP met de printer is geleverd. Gebruik geen beschadigd netsnoer.
Gebruik het netsnoer niet met andere producten.
●Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●Mors geen vloeistof op de printer. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat de
printer weer wordt gebruikt.
●Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten. Gebruik de printer
niet in een omgeving met explosiegevaar.
●Blokkeer of bedek de openingen van de printer niet.
●Probeer de droogmodules niet te demonteren of te wijzigen (alleen Pacisch Azië en Japan).
Mechanisch gevaar
De printer heeft bewegende delen die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u dicht bij de printer werkt:
●Houd kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen van de printer.
●Draag geen halskettingen, armbanden en andere hangende voorwerpen.
●Als uw haar lang is, probeer dit dan vast te zetten zodat het niet in de printer terecht kan komen.
●Zorg ervoor dat mouwen of handschoenen niet vast komen te zitten in de bewegende delen van de printer.
●Gebruik de printer niet zonder kleppen.
●Probeer niet om de snijder te demonteren: laat het onderhoud over aan gekwaliceerde
onderhoudsmedewerkers.
●Ga niet op de laden staan: de printer kan omvallen.
Gevaar van lichtstraling
Lichtstraling wordt uitgezonden vanuit het baken, kwaliteitsniveau-indicatoren, inktniveau-indicatoren,
papierlade-indicatoren en formatter-statusindicatoren. Het afgegeven licht is in overeenstemming met de eisen
van de risicogroep IEC 62471:2006: Fotobiologische veiligheid van lampen en lampsystemen. Wijzig deze
modules niet.
Gevaar van zware papier
Speciale aandacht is vereist om persoonlijk letsel te voorkomen bij het hanteren van zware papierrollen.
●Bij het hanteren van zware papierrollen kunnen meerdere personen nodig zijn. Let er op dat de rug niet te
veel wordt belast en dat letsel wordt voorkomen.
●Overweeg het gebruik van een vorkheftruck, pallettruck of ander hanteringsapparatuur.
4Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
●Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, inclusief schoenen en handschoenen bij het hanteren van
zware papierrollen.
●Overschrijd niet het maximale gewicht van een papierrol: zie Functionele specicaties op pagina 189.
Papierrollen kunnen tot 18 kg wegen. Volg uw lokale milieu-, gezondheids- en veiligheidsaanbevelingen voor het
hanteren van zware papierrollen.
Omgaan met inkt
HP beveelt het dragen van handschoenen aan bij het hanteren van de onderhoudspatroon voor de inkt of de
afvalhouder.
Waarschuwingen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om een correct gebruik van de printer te
waarborgen en om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd. Volg de instructies die met deze symbolen
zijn gemarkeerd.
WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van deze richtlijnen die met dit symbool zijn gemarkeerd, kan leiden tot
ernstig letsel of overlijden.
VOORZICHTIG: Als u de instructies bij dit symbool niet opvolgt, kan dit leiden tot licht letsel of schade aan de
printer.
Waarschuwingslabels
LabelToelichting
Gevaar van elektrische schok. Verwarmingsmodules werken met
gevaarlijke spanningen. Ontkoppel het netsnoer alvorens
onderhoud uit te voeren.
VOORZICHTIG: Tweepolig. Neutrale zekering.
Voordat u begint, leest en volgt u de bedienings- en
veiligheidsinstructies.
Gevaar van pletting. Blijf uit de buurt van de bewegende
onderhoudswagen.
Dit label bevindt zich bij de toegang tot de onderhoudswagen, op de
gasveren en in de vouwer.
NLWWVeiligheidsmaatregelen5
LabelToelichting
U wordt aangeraden handschoenen te dragen bij het hanteren van
de reinigingscontainer.
Dit label bevindt zich op de reinigingscontainer en bij de toegang tot
de onderhoudswagen.
Gebruik de laden niet als trap: de printer kan uit evenwicht raken.
Dit label bevindt zich op de laden.
Raak de sterwielen niet aan: ze zijn kwetsbaar.
Dit label bevindt zich aan weerszijden van het uitvoergedeelte.
Risico van beklemd raken van vingers. Raak de rollers niet aan.
Dit label bevindt zich op de hoge capaciteits-stapelaar.
Risico van beklemd raken van vingers. Raak de tandwielen niet aan
als deze in beweging zijn.
Dit label bevindt zich op de hoge capaciteits-stapelaar.
OPMERKING: De uiteindelijke labelpositie en labelgrootte op de printer kunnen enigszins verschillen, maar
labels moeten altijd zichtbaar zijn en zich dicht bij het potentiële risicogebied bevinden.
6Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Belangrijkste onderdelen
De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer.
Vooraanzicht
1.Afdrukbalk
2.Voorpaneel
3.Inktpatronen
4.Voorste kap van de papiertoevoer
5.Lade
6.Onderhoudspatroon
Achteraanzicht
1.Uitvoermodule
2.Papieruitvoer
3.Stroomschakelaar en stekker
NLWWBelangrijkste onderdelen7
4.LAN-verbindingen
5.Reinigingscontainer
Voorpaneel
Het voorpaneel is een aanraakgevoelig scherm met een grasche gebruikersinterface dat zich aan de
rechtervoorkant van de printer bevindt. Dit kan horizontaal 360 graden draaien zodat u deze vanaf de voorkant
of de achterkant van de printer kunt gebruiken. U kunt het ook kantelen om
Het geeft u volledige controle over uw printer: vanaf het voorpaneel kunt u informatie bekijken over de printer,
printerinstellingen wijzigen, de status van de printer controleren en taken uitvoeren zoals het vervangen van
benodigdheden en kalibraties. Het voorpaneel toont berichten (waarschuwings- en foutmeldingen) wanneer dat
nodig is.
reecties te beperken.
Het bestaat uit de volgende onderdelen:
1.Een Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden van een USB-ashstation, waarmee bestanden
kunnen worden geleverd voor afdrukken of een bestemming voor gescande bestanden. Als een USB-ashstation is geplaatst, wordt er een USB-pictogram weergegeven op het startscherm van het
voorpaneel.
2.Het voorpaneel zelf: een 8 inch kleuren aanraakgevoelig scherm met een grasche gebruikersinterface;
3.Een luidspreker.
4.De Aan/uit-toets waarmee u de printer in en uit kunt schakelen, of uit de slaapstand kunt wekken. Het
lampje van de knop brandt als de printer aan staat. Het knippert wanneer de printer in de slaapstand staat.
5.Het baken, waarmee u de printerstatus en meldingen van een afstand kunt zien.
Het voorpaneel heeft een groot centraal gedeelte om dynamische informatie en pictogrammen te tonen. Aan de
linker- en rechterkant kunt u op verschillende momenten tot vier vaste pictogrammen zien. Normaal gesproken
worden deze niet allemaal op hetzelfde moment getoond.
8Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Vaste pictogrammen die u links en rechts hebt vastgezet
●Tik op het pictogram om terug te gaan naar het beginscherm.
●Tik op het pictogram om de helpfunctie voor het huidige scherm te bekijken.
●Tik op het pictogram om terug naar het vorige scherm te gaan. Hierdoor worden wijzigingen die zijn
aangebracht in het huidige scherm niet verwijderd.
●Tik op het pictogram om het huidige proces te annuleren.
Startschermen
Er zijn drie top-level-schermen waartussen u kunt navigeren door uw vinger over het scherm te schuiven of door
te tikken op de juiste knop aan de onderkant van het scherm:
●Het eerste hoofdvenster biedt directe toegang tot de belangrijke printerfuncties, afhankelijk van uw
printermodel en accessoires.
Niet-MFP-scherm
MFP-scherm
NLWWVoorpaneel9
●De volledige-app scherm toont een lijst van alle applicaties beschikbaar in de printer en de status van elk.
●Met het widget-scherm kunt u in een oogopslag supplies controleren, zoals inkt en papier, de taak die
momenteel wordt afgedrukt en de afdrukwachtrij.
Printermeldingen
De printer heeft een baken dat zich aan de bovenkant van het voorpaneel bevindt; het geeft een samenvatting
van de status van de printer die van een afstand kan worden waargenomen.
BELANGRIJK: De informatie in het baken is alleen voor functionele informatiedoelen, en is niet van belang voor
de veiligheid. Waarschuwingslabels op de printer moeten altijd gevolgd worden als de printer in gebruik is, en
gelden altijd ongeacht de statussen die door de bakenlichtjes worden aangegeven.
Wit lichtDe printer is gereed.
10Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Wit bewegend lichtDe printer drukt af of is aan het voorbereiden op afdrukken.
De printer heeft binnenkort aandacht nodig: inkt of papier is bijvoorbeeld
Geel eindlicht
Geel lampje
bijna op. Bij het afdrukken blijft het gele lampje aan de linkerkant en
verschijnt een wit bewegend licht.
De printer kan afdrukken, maar er is iets mis. Als het probleem blijft
bestaan, neem dan contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger.
Tijdens het afdrukken ziet u een geel in plaats van een wit lampje.
U kunt de bakeninstellingen wijzigen door te tikken op
bijvoorbeeld de helderheid van het baken wijzigen. U kunt ook bakenwaarschuwingen uitschakelen en alleen
echte fouten tonen.
Dimstand
Na enige tijd zonder activiteit (standaard 5 minuten) gaat de printer naar de dimstand, die de helderheid van het
voorpaneel met 25% vermindert en de helderheid van het baken met 10%. Elke activiteit, zoals het gebruik van
het voorpaneel of de aankomst van een afdruktaak, eindigt de dimstand en herstelt de normale helderheid. Na
enige tijd in de dimstand (standaard 15 minuten), gaat de printer naar de slaapstand. De perioden kunnen
worden gewijzigd vanaf het voorpaneel. Zie Slaapstand op pagina 11.
Slaapstand
Rood lampje
De printer niet kan afdrukken en heeft aandacht nodig of een belangrijk
subsysteem van de printer werkt niet.
en vervolgens op Systeem > Baken. U kunt
Slaapstand zet de printer in een verminderde energiemodus na een periode van inactiviteit en schakelt enkele
elementen uit om energie te besparen. Printerfuncties kunnen worden ingeschakeld vanuit deze modus en de
printer behoudt netwerkconnectiviteit en wordt alleen wakker als dat nodig is.
U kunt de printer op de volgende manieren uit de slaapstand laten ontwaken:
●Door te drukken op de aan/uit-knop
●Door het openen van een deur of lade
●Door een afdruktaak te verzenden
NLWWVoorpaneel11
●Door een pagina in de scanner te plaatsen (alleen MFP)
●Door het installeren of verwijderen van de stapelaar met hoge capaciteit
De printer wordt binnen enkele seconden wakker. Dit duurt korter dan bij een uitgeschakelde printer. In de
slaapmodus knippert de aan/uit-knop.
Zie voor het wijzigen van de tijd die voor de slaapmodus verstrijkt Systeemopties wijzigen op pagina 12.
Printermonitoring (met de afdrukspoeler) en printerbeheer op afstand met de HP Utility en Web JetAdmin blijven
beschikbaar tijdens de slaapstand. Sommige beheertaken op afstand bieden de optie om op afstand de printer
wakker te maken wanneer er een taak gedaan moet worden.
De taal voor het voorpaneel wijzigen
U kunt op twee manieren een andere taal voor de menu's en berichten op het front panel selecteren:
●Als u de huidige taal op het voorpaneel begrijpt, tikt u op het pictogram en vervolgens op Systeem
> Taal .
●Als u de huidige taal op het voorpaneel niet begrijpt, zet u de printer eerst uit. Druk op de aan/uit-knop om
hem in te schakelen. Zodra er pictogrammen verschijnen op het voorpaneel, tikt u op het pictogram en
vervolgens op het pictogram . Het voorpaneel bevestigt deze volgorde door de pictogrammen snel
aan en uit te zetten.
Bij beide methoden verschijnt nu het taalselectiemenu op het voorpaneel. Tik op de gewenste taal.
De beschikbare talen zijn Engels, Portugees, Spaans, Catalaans, Frans, Nederlands, Italiaans, Duits, Pools,
Russisch, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Koreaans en Japans.
Systeemopties wijzigen
U kunt verschillende opties voor het printersysteem wijzigen via het voorpaneel. Tik op en vervolgens op
Systeem.
●Datum en tijd opties om de datum en tijd van de printer te zien of in te stellen.
●Luidsprekervolume om het volume van de luidspreker van de printer te wijzigen. Selecteer Uit, Zacht of
Hard.
●Helderheid voorpaneel om de helderheid van het voorpaneeldisplay te wijzigen. De standaard helderheid is
50.
●Baken > Baken voor het wijzigen van de helderheid van het baken. Selecteer Hoog, Gemiddeld, Laag of Uit.
●Baken > Waarschuwingsmeldingen om waarschuwingen in of uit te schakelen.
●Energieopties > Slaapstand printer om de lengte te wijzigen van de periode dat de printer wacht voordat hij
in de slaapstand gaat (zie Slaapstand op pagina 11). U kunt een tijd instellen tussen 5 en 240 minuten. De
standaardtijd is 20 minuten (totale tijd inclusief 5 minuten in de dimstand).
12Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
●Eenheidselectie om de maateenheden op het voorpaneel te wijzigen. Selecteer Engels of Metrisch.
Maateenheden zijn standaard ingesteld op Metrisch.
●Fabrieksinstellingen herstellen om de printerinstellingen terug te zetten naar de oorspronkelijke
fabriekswaarden. Met deze optie worden alle printerinstellingen hersteld, behalve de Gigabit Ethernet- en
de papiervoorinstellingen.
Hulpprogramma van HP
Met de HP Utility kunt u uw printer beheren vanaf een computer met een TCP/IP-verbinding.
OPMERKING: De HP Utility bij Mac OS X en de HP DesignJet Utility bij Windows hebben gelijksoortige functies en
worden soms in deze gids ook wel beiden de HP Utility genoemd.
●In Windows start u de HP DesignJet Utility met het pictogram op de taakbalk of via Start > Alle
programma's
gestart en ziet u de HP DesignJet-printers die zijn geïnstalleerd op uw computer. Wanneer u de HP
DesignJet Utility voor de eerste keer opent kan een automatische update worden gestart met verbeterde
functionaliteit. Het wordt aangeraden om deze te accepteren.
●In Mac OS X start u de HP Utility via de snelkoppeling op de Dock, of door op Toepassingen > HP > HP Utility
te klikken. Hierdoor wordt de HP Utility gestart en ziet u de printers die zijn geïnstalleerd op uw computer.
> HP > HP DesignJet Utility > HP DesignJet Utility. Hierdoor wordt de HP DesignJet Utility
Wanneer u uw printer selecteert in het linker deelvenster, is alles in het rechter deelvenster speciek voor
die printer.
Geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver is een webserver die in de printer actief is. U kunt deze gebruiken om
printerinformatie te verkrijgen, instellingen en voorinstellingen te beheren, nieuwe rmware te uploaden en
problemen op te lossen. Onderhoudstechnici kunnen het gebruiken om interne gegevens op te halen waarmee
ze printerproblemen kunnen vaststellen.
NLWWHulpprogramma van HP13
U kunt de geïntegreerde webserver op afstand openen via een gewone webbrowser die op een computer
aanwezig is.
De volgende browsers zijn getest op compatibiliteit met de geïntegreerde webserver:
●Internet Explorer 8 of nieuwer voor Windows 7 en nieuwer
●Apple Safari 6 voor Mac OS X 10.8 en later
●Mozilla Firefox 36 en hoger
●Google Chrome 41 of later
Noteer het IP-adres van uw printer, dat u ziet op het voorpaneel door te tikken op het pictogram en
vervolgens op Netwerk.
Wanneer u de geïntegreerde webserver op een willekeurige computer wilt gebruiken, opent u de webbrowser en
typt u het IP-adres van de printer in de adresbalk van de browser.
Op het venster van de geïntegreerde webserver worden vijf afzonderlijke tabbladen getoond. Met een knop aan
de bovenkant van iedere pagina verkrijgt u toegang tot online hulp.
De geïntegreerde webserver werkt in de volgende talen: Engels, Portugees, Spaans, Catalaans, Frans,
Nederlands, Italiaans, Duits, Pools, Russisch, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Koreaans en Japans.
De server gebruikt de taal die u opgeeft in de webbrowseropties. Als u een niet-ondersteunde taal hebt
opgegeven, wordt het Engels geselecteerd.
Als u een andere taal wilt selecteren, moet u de taalinstelling in uw webbrowser wijzigen. Als u bijvoorbeeld
Chrome gebruikt, klikt u op Instellingen > Taal (in de weergave geavanceerde instellingen). Zorg ervoor dat de
gewenste taal bovenaan staat in de lijst van het dialoogvenster. Als u Internet Explorer versie 8 gebruikt, gaat u
naar het menu Extra en klikt u op Internet-opties > Talen. Controleer of de taal die u wilt gebruiken, boven aan de
lijst in het dialoogvenster staat.
Sluit de webbrowser en open deze opnieuw om de wijziging door te voeren.
14Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
In- en uitschakelen van printer
De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen, is met de aan/uit-knop op het front
panel.
Als u echter van plan bent om de printer voor langere tijd op te bergen of als de aan/uit-knop niet werkt, raden
we u aan de stroom uit te schakelen met de aan/uit-knop aan de achterkant.
U schakelt deze weer in via de Aan-uitschakelaar aan de achterkant.
Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de afdrukbalk ongeveer
drie minuten. Het gereedmaken van de afdrukbalk duurt ongeveer 75 seconden. Als de printer echter twee
weken of langer heeft uitgestaan, dan kan het voorbereiden van de afdrukbalk zeven minuten duren, plus
dertien minuten in het geval van printkopherstel.
Zie ook Slaapstand op pagina 11.
NLWWIn- en uitschakelen van printer15
Interne afdrukken
De interne afdrukken bieden verschillende soorten informatie over de printer. Ze kunnen op het voorpaneel
worden opgevraagd.
Controleer voordat u een interne print opvraagt of de printer en het papier klaar zijn om af te drukken.
●Het geladen papier moet ten minste 420 mm (16.53 in) (liggende A3) breed zijn, anders wordt de afdruk
mogelijk afgesneden.
●Het voorpaneel moet het bericht Gereed weergeven.
Als u een interne afdruk wilt maken, tikt u op het pictogram , vervolgens gaat u naar Interne afdrukken en
tikt u hierop en selecteert u het gewenste type interne afdruk. De volgende interne afdrukken zijn beschikbaar:
●Demo-afdrukken geven een aantal eigenschappen van de printer weer
–Illustratiedemo afdrukken
–Renderingsdemo afdrukken
–GIS-kaart afdrukken
●Afdrukken met gebruikersinformatie
–gebruiksrapport toont schattingen van het totale aantal afdrukken, aantal afdrukken per papiertype,
aantal afdrukken per printkwaliteitoptie, aantal scans, en de totale hoeveelheid inktgebruik per kleur
(de nauwkeurigheid van deze schattingen kan niet worden gegarandeerd)
–HP-GL/2-palet geeft de kleur- of grijstintdenities in het momenteel geselecteerde kleurenpalet weer
–PostScript-lettertypelijst geeft beschikbare PostScript-lettertypen weer (alleen PostScript-printers)
–Vouwpatroon afdrukken
●Afdrukken met service-informatie
–Huidige afdrukinformatie
–Printerverbruikgegevens
–Printerlogbestand
–Afdrukkalibratiestatus
–Afdrukconnectiviteitconguratie
–Alle pagina's afdrukken (drukt alle bovenstaande rapporten af)
●Uitvoer bestemming afdrukken
–Test afdrukken op vouwer om uitlijning te controleren
–Test afdrukken op de stapelaar om uitlijning te testen
16Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
De printer voorbereiden
De printer met het netwerk verbinden
De printer kan zichzelf voor de meeste netwerken congureren op een manier die vergelijkbaar is met elke
andere computer op hetzelfde netwerk. De eerste keer dat u verbinding maakt kan het proces enkele minuten in
beslag nemen.
Zodra de printer een werkende netwerkconguratie heeft, kunt u het netwerkadres controleren vanaf het
voorpaneel: tik op het pictogram .
TIP: Noteer de netwerknaam van de printer en het IP-adres, omdat u deze nodig kunt hebben tijdens het
instellen of bij het verbinden van de Windows- of Mac OS-clients.
Netwerkconguratie bijwerken
Om de huidige netwerkconguratie te wijzigen, gaat u naar het voorpaneel en tikt u op het pictogram ,
vervolgens op het pictogram
nodig) om de instellingen handmatig aan te passen. Dit kan ook worden gedaan op afstand met de
geïntegreerde webserver.
Zie voor de volledige details van de beschikbare verbindingsinstellingen Netwerken op pagina 85.
Als u de printernetwerkinstellingen per ongeluk verkeerd congureert, kunt deze herstellen naar de
fabriekswaarden vanuit het voorpaneel: tik op het pictogram
pictogram
Hierdoor wordt automatisch een werkende
printerinstellingen blijven onveranderd.
en ten slotte op Fabrieksinstellingen herstellen. Vervolgens moet u de printer opnieuw opstarten.
en daarna op Gigabit Ethernet. Van hieruit is het mogelijk (maar niet altijd
, vervolgens op , daarna op het
netwerkconguratie voor de meeste netwerken verstrekt. De overige
Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Windows)
De volgende instructies zijn van toepassing indien u van plan bent met een printerstuurprogramma af te drukken
vanuit softwaretoepassingen. Zie Het verzenden van een taak om af te drukken op pagina 96 voor alternatieve
manieren van afdrukken.
NLWWDe printer voorbereiden17
Controleer de apparatuur voordat u begint:
●De printer moet zijn gecongureerd en ingeschakeld.
●De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken.
●De printer en de computer moeten zijn aangesloten op het netwerk (zie De printer met het netwerk
verbinden op pagina 17).
U kunt nu de printersoftware installeren en de printer verbinden.
Installatie van printersoftware
1.Noteer de hostnaam en het IP-adres van de printer vanaf het voorpaneel (zie Geïntegreerde webserver
op pagina 13).
2.Download de printersoftware op de website van HP via http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/
drivers.
3.Selecteer Windows of Mac OS X-software en kies welke specieke software u wilt installeren (standaard:
alles).
4.Zodra het bestand is gedownload opent u het en volgt u de stappen op het scherm.
Als uw computer geen printers vindt op het netwerk, dan wordt het venster Printer niet gevonden getoond,
waarmee u wordt geholpen uw printer te vinden. Indien er een rewall actief is, moet u deze mogelijk tijdelijk
uitschakelen zodat de printer gevonden kan worden. U hebt ook de optie om de printer te zoeken op hostnaam,
IP-adres of MAC-adres.
De printersoftware verwijderen (Windows)
Gebruik het bedieningspaneel om de software te verwijderen, op dezelfde wijze als dat u elke andere software
kunt verwijderen.
Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Mac OS X)
U kunt de printer op de volgende manieren verbinden met een Mac OS X-netwerk:
●Bonjour
●TCP/IP
OPMERKING: De printer biedt geen ondersteuning voor AppleTalk.
De volgende instructies zijn van toepassing indien u van plan bent met een printerstuurprogramma af te drukken
vanuit softwaretoepassingen. Zie Het verzenden van een taak om af te drukken op pagina 96 voor alternatieve
manieren van afdrukken.
Controleer de apparatuur voordat u begint:
●De printer moet zijn gecongureerd en ingeschakeld.
●De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken.
●De printer en de computer moeten zijn aangesloten op het netwerk (zie De printer met het netwerk
verbinden op pagina 17).
U kunt nu de printersoftware installeren en de printer verbinden.
18Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
1.Ga naar het voorpaneel en tik op het pictogram . Noteer de mDNS-servicenaam van uw printer.
2.Open het installatiepakket vanaf de website van HP: http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/
drivers. Selecteer uw printer in de lijst als hierom wordt gevraagd.
3.Wanneer het venster PageWide Printer op uw scherm verschijnt, klik dan op Software en stuurprogramma's
en vervolgens op Installeren.
4.Selecteer Windows of Mac OS X-software en kies welke specieke software u wilt installeren (standaard:
alles).
5.Wanneer de software is geïnstalleerd, wordt de HP Utility automatisch gestart om een verbinding met de
printer in te stellen. Volg de instructies op het scherm.
6.Zoek in het scherm Installatie-assistent naar de mDNS-servicenaam van uw printer (die u in stap 1 heeft
genoteerd) in de kolom Printernaam.
●Als u de juiste naam vindt, scrolt u opzij indien nodig om de kolom Verbindingstype te zien en
controleert u of er Bonjour staat. Markeer vervolgens deze regel. Ga anders door met zoeken in de
lijst.
●Als u uw printernaam niet kunt vinden, klikt u op Doorgaan en stelt u deze later handmatig in bij
Systeemvoorkeuren.
Klik op Doorgaan.
7.Volg verder de instructies op het scherm.
De printersoftware verwijderen (Mac OS X)
Tijdens de vorige stap van de installatie hebt u de optie voor het installeren van de toepassing
verwijderingsprogramma van HP in uw systeem. Dit hoort beschikbaar te zijn onder HP in de map Toepassingen
van het systeem.
BELANGRIJK: Het verwijderingsprogramma van HP zal alle HP software van uw systeem verwijderen.
Om alleen de afdrukwachtrij te verwijderen, selecteert u het dialoogvenster Afdrukken en scannen in
systeemvoorkeuren. Klik op de naam van de printer en vervolgens op de knop –.
Uw connectiviteit congureren
Door de connectiviteit te congureren, kunt u afdrukken vanuit uw lokale netwerk, uw printer up-to-date te
houden en toegang tot extra printerservices krijgen. Denk eraan om de netwerkkabel met de printer te
verbinden.
Accepteer de connectiviteitsovereenkomst en instellingen om:
●automatisch rmware-updates te ontvangen
●mee te doen aan het klantbetrokkenheidsprogramma
●extra printer services in te schakelen
Een netwerkverbinding is vereist, zodat de printer zijn eigen connectivity kan testen. Congureren en problemen
oplossen met de connectiviteit van de printer en gebruik maken van de verbinding met uw printer.
NLWWDe printer voorbereiden19
Als u deel uitmaakt van de HP Partner Link 'betalen op basis van gebruik'-service, denk er dan aan om naar de
app Connectiviteit te gaan en op Printerservices > Nieuwe service registreren te tikken om de printerservice te
registreren.
Tijdens de aanvankelijke printerconguratie wordt u gevraagd of u deze services wilt inschakelen. Die beslissing
kunt u later wijzigen door te tikken op het pictogram en vervolgens op Connectiviteit >
Connectiviteitsovereenkomst terugzetten.
Daarnaast kan elke service afzonderlijk worden ingeschakeld of uitgeschakeld zoals hieronder beschreven.
Controleer de verbinding van de printer naar HP
U kunt controleren of de printer verbinding kan maken met HP services door te tikken op het pictogram
en vervolgens op het pictogram en de status daar te controleren.
Als er een probleem is met het maken van verbinding met HP, krijgt u met een beschrijving van het probleem en
een paar mogelijke oplossingen.
Congureer het Klantbetrokkenheidsprogramma en andere Printerservices
U kunt de status van uw Klantbetrokkenheidsprogramma controleren door te tikken op het pictogram en
vervolgens op het pictogram .
Tik op Alle verbindingen testen om de verbinding met HP, het Klantbetrokkenheidsprogramma en andere online
afdrukdiensten te testen. Als een probleem is gedetecteerd, krijgt u een beschrijving van het probleem en een
aantal mogelijke oplossingen.
Afdrukken per e-mail via HP Connected congureren
Met de service HP Connected kunt u gemakkelijk taken naar uw printer verzenden door deze aan een emailbericht toe te voegen.
U moet de 'Connectiviteitsovereenkomst' accepteren om HP Connected te kunnen gebruiken. U kunt die
beslissing later wijzigen door te tikken op het pictogram
en vervolgens op Connectiviteit >
Connectiviteitsovereenkomst terugzetten.
20Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Om de conguratie van afdrukken per e-mail te congureren, tikt u op het pictogram en vervolgens op
het pictogram , waarna de unieke printercode van de printer en het e-mailadres dat kan worden gebruikt om
taken naar de printer te versturen, worden weergegeven. U moet ook http://www.hpconnected.com bezoeken
om u en uw printer (met de printercode) te registreren.
Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek van het HP Connected-scherm om toegang te krijgen tot de
volgende opties:
●
Connectiviteitsmenu van HP Connected: u kunt HP Connected voor deze printer in- of uitschakelen, of deze
volledig uit de service HP Connected verwijderen.
●Printercode: u kunt de printercode laten weergeven of hernieuwen.
●E-mailadres: u kunt het e-mailadres van de printer laten weergeven.
●HP Connected-taken: u kunt ervoor kiezen of taken die per e-mail worden ontvangen direct worden
afgedrukt (de standaardoptie) of in de wachtrij worden gezet.
●HP Connected-instellingen herstellen: u kunt HP Connected-instellingen naar hun standaardwaarden
terugzetten.
Firmware-updates congureren
Vanuit de geïntegreerde webserver of vanuit het voorpaneel kunt u kiezen of en hoe rmware-updates worden
gedownload.
OPMERKING: Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moeten deze instellingen worden veranderd.
●In de geïntegreerde webserver: klik op Instellen > Firmware-update.
●Via het voorpaneel: tik op het pictogram , vervolgens op het pictogram en daarna op het
pictogram .
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
●Controleren: als u Automatisch selecteert (de standaardinstelling), controleert de printer automatisch elke
week (of wanneer de printer zeven keer opnieuw is opgestart, als dat eerder is) of er nieuwe rmware
beschikbaar is. Als u Handmatig selecteert, controleert de printer niet automatisch; u kunt op elk moment
handmatig controleren.
●Download: als u Automatisch selecteert (de standaardinstelling), downloadt de printer automatisch nieuwe
rmware wanneer deze beschikbaar komt. Als u Handmatig selecteert, wordt u gevraagd om elke
download goed te keuren.
OPMERKING: Het downloaden van de rmware betekent niet dat dit op de printer is geïnstalleerd. Om de
nieuwe rmware te installeren, moet u de installatie eerst handmatig bevestigen.
●Geschiedenis rmware-update: hiermee drukt u een lijst af met rmwareversies die op de printer zijn
geïnstalleerd. Het is meestal mogelijk om de versie direct voorafgaand aan de versie die momenteel wordt
geïnstalleerd, te installeren als u problemen hebt met de huidige versie.
NLWWDe printer voorbereiden21
Congureer een scannen-naar-netwerk- of scannen-naar-FTP-map (alleen MFP)
Een gescande afbeelding kan worden opgeslagen op een USB-ashstation in een netwerkmap of een FTP-map.
De optie USB-ashstation vereist geen voorbereiding, maar de andere opties functioneren alleen wanneer deze
op de volgende manier zijn ingesteld.
OPMERKING: De printer krijgt toegang tot gedeelde naar-netwerk-scannen mappen (zoals een client) via
NTLMv1- en NHLMv2-vericatie. Scan-naar-FTP-map vericatie gebruikt leesbare tekst. Daarom heeft Scannaar-netwerk de voorkeur vanwege veiligheidsredenen.
Conguratie van de server voor scannen-naar-netwerkmap
1.Maak een map op een computer waartoe de scanner via het netwerk toegang heeft. Zie Voorbeeld: een
scan-naar-netwerkmap maken onder Windows op pagina 24 of Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap
maken onder Mac OS op pagina 25.
2.Maak een gebruikersaccount op dezelfde computer voor de printer.
3.Wijzig de opties voor het delen van de map zodat deze wordt gedeeld met de 'scannergebruiker', en wijs
volledige controle over de map toe aan de betreende gebruiker.
4.Maak een share-naam voor de map.
Conguratie van de server voor scannen-naar-FTP-map
1.Maak een map op een FTP-server.
2.Zorg ervoor dat u de servernaam kent, de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de FTP-server.
BELANGRIJK: U moet de bovenstaande stappen voor één optie voltooien voordat u de resterende stappen
hieronder kunt uitvoeren.
Conguratie in de geïntegreerde webserver
1.In de geïntegreerde webserver van de printer klikt u op het tabblad Instellen en vervolgens op Scannen
naar netwerk. Zie Geïntegreerde webserver op pagina 13.
U kunt ook in de HP Utility op het tabblad Instellingen klikken en vervolgens op Scannen naar netwerk. Zie
Hulpprogramma van HP op pagina 13.
2.Op de pagina Scannen naar netwerk klikt u op Netwerkmap toevoegen en vult u de verschillende velden in.
22Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
●Protocol kan FTP of CIFS zijn (scan-naar-netwerk).
●Type map kan openbaar of privé zijn. Het type map wordt zowel in de geïntegreerde webserver als op
het voorpaneel weergegeven door middel van een pictogram. Wanneer u een persoonlijke map
selecteert, moet u een wachtwoord invoeren op het voorpaneel.
●Aliasnaam wordt weergegeven op het voorpaneel wanneer u de scanbestemming kiest. Deze kan
afwijken van de netwerk- of FTP-mapnaam.
●Stel deze netwerkbestemming in als standaard. Als u HP SmartStream hebt geïnstalleerd, verschijnt
de optie voor het instellen als een bestemming.
●Servernaam moet de netwerknaam van de externe computer bevatten.
●Mapnaam moet de sharenaam van de map bevatten.
●Gebruikersnaam moet de naam van de 'scannergebruiker' bevatten.
●Gebruikerswachtwoord moet het wachtwoord van de 'scannergebruiker' bevatten.
●Domeinnaam moet de naam van het domein bevatten waarin de gebruikersnaam bestaat. Als de
'scannergebruiker' niet tot een domein behoort, laat u dit veld leeg.
De server- en mapnamen worden gebruikt om verbinding te maken met de gedeelde map, door op de
volgende manier een pad te maken naar de netwerkmap: \\servernaam\mapnaam
Voor een netwerkmap voert u de naam of het IP-adres in van de externe computer, de naam van de
gedeelde map en de gebruikersnaam en het wachtwoord van de 'scannergebruiker' die u al heeft gemaakt
op de externe computer. Laat het gebruikersdomein-veld leeg, tenzij de gebruiker lid is van een Windowsdomein. Als de gebruiker alleen een lokale gebruiker is van de externe computer, laat u het veld leeg. Het is
alleen mogelijk de naam (in plaats van het IP-adres) in het veld Servernaam te gebruiken als de gedeelde
map zich op een Windows-computer in hetzelfde lokale netwerk bevindt.
Voor een FTP-map, voert u de servernaam, mapnaam, gebruikersnaam en het wachtwoord in. Laat het
gebruikersdomein leeg.
3.Klik op Toevoegen om de conguratie op te slaan.
OPMERKING: Als het product reeds is gecongureerd voor scannen naar het netwerk en u wilt nu een
andere gedeelde map gebruiken, klik dan op Wijzigen.
4.De printer controleert automatisch of er toegang is tot de netwerkmap. Zo niet, zie Geen toegang tot de
netwerkmap of HP Smartstream (indien als accessoire geïnstalleerd) op pagina 134.
U kunt later op elk gewent moment controleren of de gedeelde map nog altijd toegankelijk is, door te
klikken op Controleren in de geïntegreerde webserver. Een correct gecongureerde gedeelde map kan
ontoegankelijk worden als het gebruikerswachtwoord wordt gewijzigd, of als de gedeelde map wordt
verplaatst of verwijderd.
NLWWDe printer voorbereiden23
Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap maken onder Windows
1.Maak een nieuwe gebruikersaccount voor de 'scannergebruiker' op de externe computer. U kunt voor dit
doel een bestaande gebruikersaccount gebruiken, maar dit wordt niet aangeraden.
2.Maak een nieuwe map op de externe computer, tenzij u een bestaande map wilt gebruiken.
3.Klik met de rechtermuisknop op de map en klik vervolgens op Eigenschappen.
4.Klik op het tabblad Delen op de knop Geavanceerd delen.
5.Schakel het vakje Deze map delen in.
24Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
6.Controleer of de 'scannergebruiker' volledige lees-/schrijfbevoegdheden heeft voor de gedeelde map.
Hiervoor klikt u op Machtigingen en verleent u Volledig beheer aan de gebruiker (of aan de betreende
groep waar de gebruiker deel van uitmaakt).
7.Als het venster Eigenschappen voor uw map een tabblad Beveiliging bevat, moet u dezelfde gebruiker ook
Volledig beheer toekennen voor de map in het tabblad Beveiliging. Slechts enkele bestandssystemen zoals
NTFS vereisen dit.
De 'scannergebruiker' heeft nu toegang tot de map en kan bestanden in de map opslaan. Vervolgens moet
u de printer congureren om scans naar de map te verzenden.
Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap maken onder Mac OS
1.Maak een nieuwe gebruikersaccount voor de 'scannergebruiker' op de externe computer. U kunt voor dit
doel een bestaande gebruikersaccount gebruiken, maar dit wordt niet aangeraden.
2.Maak of kies een map op de externe computer. Standaard hebben Mac OS-gebruikers een map Public die
gemakkelijk voor dit doel kan worden gebruikt.
NLWWDe printer voorbereiden25
3.Open de toepassing Systeemvoorkeuren en klik op het pictogram Delen.
4.Zorg ervoor dat de 'scannergebruiker' Lezen & Schrijven-toegang heeft tot de map.
5.Klik op Opties.
6.Schakel het vakje Deel bestanden en mappen via SMB in en zorg ervoor dat de 'scannergebruiker' is
aangevinkt in de kolom Aan.
26Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
7.Klik op Gereed: u ziet nu dat het delen van bestanden en Windows delen zijn ingeschakeld.
De 'scannergebruiker' heeft nu toegang tot de map en kan bestanden in de map opslaan. Vervolgens moet
u de printer congureren om scans naar de map te verzenden.
Congureer de e-mailserver
Om de e-mailserver te congureren met de geïntegreerde webserver, klikt u op Instellen > E-mailserver en vult u
de volgende velden in, waarvan de benodigde informatie meestal wordt geleverd door de provider van de emailserver.
●SMTP-server en poortnummer: het IP-adres of de volledige domeinnaam van de server voor uitgaande e-
mail (SMTP), die alle uitgaande e-mailberichten van de printer verwerkt. Als de mailserver vericatie vereist,
kunt u geen e-mailmeldingen instellen.
●Het e-mailadres van de printer: het e-mailadres dat is toegekend aan de account die wordt gecongureerd
in de printer. Dit e-mailadres wordt weergegeven in het Van:- veld van alle door de printer verzonden emailberichten. Dit is niet hetzelfde e-mailadres dat wordt gebruikt door HP Connected.
●Maximale bestandsgrootte bijlage: de maximale grootte van een bijlage voor een e-mailbericht. Wanneer u
vanaf het voorpaneel naar e-mail wilt scannen verschijnt er een waarschuwing als de bijlage de maximale
grootte overschrijdt, maar u kunt de waarschuwing negeren en het bericht toch verzenden.
●Gebruik SSL-certicaten: selecteer dit vakje wanneer u SSL-certicaten wilt gebruiken als de server een
versleutelde verbinding vereist. Klik op de koppeling om de geavanceerde certicaat-instellingen
congureren.
●Vericatie: als u vericatie kiest, wordt u ook gevraagd om uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Wij raden u aan om de conguratie te controleren zodra u de e-mailserver hebt gecongureerd.
Het e-mailadresboek congureren (alleen MFP)
De printer gebruikt LDAP v3, de meest recente versie van het Lightweight Directory Access Protocol (LDAP),
waarmee u een netwerkadresboek kunt openen om te scannen-naar-e-mail.
Om LDAP te gebruiken, hebtu printerrmware met releasedatum januari 2016 of later nodig.
De onderstaande instructies beschrijven hoe u LDAP kunt gebruiken om de printer te verbinden met het emailadresboek van een netwerk en hoe u een standaard SMTP kunt congureren om e-mailberichten vanaf de
printer te verzenden.
NLWWDe printer voorbereiden27
E-mails opzoeken
Wanneer de printer LDAP gebruikt om te scannen-naar-e-mail, zoekt deze in een database van e-mailadressen.
Wanneer u het e-mailadres invoert en op de knop Zoeken klikt, zoekt LDAP in een lijst met e-mailadressen op
overeenkomende tekens. U kunt de zoekresultaten verjnen door extra tekens te typen en een nieuwe
zoekopdracht uit te voeren.
Printers die LDAP ondersteunen, ondersteunen ook het gebruik van een standaardproel voor uitgaande e-mail,
zodat ze geen verbinding nodig hebben met een LDAP-server om e-mail te verzenden.
Benodigde informatie voordat u begint
Zorg ervoor dat u over de volgende informatie beschikt voordat u de conguratie begint:
●Vereisten voor serververicatie
●Het pad om de zoekopdracht te beginnen (BaseDN, hoofdmap voor zoeken) (bijvoorbeeld
o=mycompany.com)
●Kenmerken om de ingevoerde naam te laten overeenkomen (zoals cn of zelfdeAccountnaam), het e-
mailadres ophalen (zoals mail) en hoe de naam wordt weergegeven op het bedieningspaneel (zoals
schermnaam)
Adresboek instellen
In de geïntegreerde webserver klikt u op Instellen > Adresboek om het netwerkadresboek te openen.
Hier kunt u de printer congureren om e-mailadressen op te halen vanuit een LDAP-server, zodat ze beschikbaar
zijn wanneer gebruikers een zoekopdracht uitvoeren vanuit het scherm Scannen naar E-mail.
1.Open de geïntegreerde webserver.
2.Klik op het tabblad Instellen.
3.Klik in het linker navigatievenster op Adresboek.
4.Klik op Netwerkcontacten inschakelen (LDAP-server gebruiken).
28Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
5.Klik op de knop Toevoegen om door te gaan naar de LDAP-conguratiepagina.
6.In het vak LDAP-serveradres voert u de naam van de LDAP-server in (bijvoorbeeld
ldap.mycompany.com).
Als u de LDAP-server niet kent, neemt u contact op met de serverbeheerder om het netwerkadres en de te
gebruiken kenmerkcodes te verkrijgen.
7.Om een beveiligde (SSL)-verbinding in te schakelen, klikt u op Een beveiligde verbinding (SSL) gebruiken.
8.Als de LDAP-server vericatie vereist, selecteert u het juiste vericatietype in het gebied Vereisten voor
serververicatie.
9.In het vak Pad om de zoekopdracht te starten (BaseDN, Search Root), voert u het pad in om het zoeken in
de database (bijvoorbeeld o=mycompany.com) te starten.
10. In het vak Weergavenaam van de geadresseerde voert u de kenmerknaam in die de naam van de persoon
bevat (bijvoorbeeld weergavenaam).
11. In het vak E-mailadres van de geadresseerde voert u de kenmerknaam in die het e-mailadres van de
persoon bevat (bijvoorbeeld mail of rfc822Mailbox).
12. Gebruik het vak LDAP-ltervoorwaarde om een optionele lter in te stellen die andere e-mailaddressen
uitltert.
13. Om te controleren of het ophalen van de LDAP juist is ingesteld, voert u minstens drie tekens van de
contactnaam van een netwerk in het vak Testen in en klikt u vervolgens op de knop Testen. Als de test
voltooid is, wordt een lijst van mogelijke overeenkomsten weergegeven.
14. Klik op de knop Toepassen om de instellingen op te slaan. Het instellen is voltooid.
NLWWDe printer voorbereiden29
Gebruiksinformatie in- en uitschakelen
De printer kan periodiek gebruiksinformatie versturen per e-mail. U kunt dit op de volgende manieren
aanvragen:
●In HP DesignJet Utility voor Windows: op het tabblad Beheerder klikt u op Printerinstellingen > Telgegevens.
●In de HP Utility voor Mac OS X: klik op Printerinstellingen > Telgegevens.
●In de geïntegreerde webserver: klik op Instellen > Printerinstellingen > Telgegevens.
In elk geval moet u de volgende opties instellen:
●Telgegevensbestanden versturen: Ingeschakeld (de standaardwaarde is Uitgeschakeld)
●Telgegevensbestanden versturen naar: een geldig e-mailadres
●Telgegevens versturen elke: kies een aantal dagen (1–60) of een aantal afdrukken (1–500)
U moet er ook voor zorgen dat de e-mailserver is gecongureerd: zie Congureer de e-mailserver op pagina 27.
E-mailmeldingen in- en uitschakelen
Om e-mailmeldingen te ontvangen van de printer, moet de e-mailserver zijn gecongureerd (zie Congureer de
e-mailserver op pagina 27).
De meldingservice is altijd ingeschakeld, maar alle specieke meldingen zijn standaard uitgeschakeld. U kunt
deze afzonderlijk in- of uitschakelen door Meldingen te selecteren uit het Set-up van de geïntegreerde
webserver.
Toegang tot de printer beheren
Beveiligingsinstellingen van voorpaneel
Vanaf het voorpaneel kunt u tikken op het pictogram en vervolgens op Beveiliging om sommige functies
van de printer te beheren:
●USB-station: het gebruik van een USB-ashstation in- of uitschakelen.
●Firmware-update van USB: rmware-updates in- of uitschakelen vanaf een USB-ashstation.
●Gebruikerssessies: automatische afmelding na 1, 3 of 5 minuten in- of uitschakelen.
●EWS: schakel de geïntegreerde webserver in of uit.
●Printertoegangbeheer: het beheerderswachtwoord inschakelen, uitschakelen of wijzigen.
●Afdruk- en management webservices: schakel webservices in of uit die door afdruk- en managementtools
worden gebruikt zoals HP Utility, HP SmartStream en SDK voor RIPs.
●Webservice scannen op afstand (alleen MFP): in- of uitschakelen van webservices, die worden gebruikt om
de server op afstand te beheren.
30Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moet dit worden ingevoerd om de volgende bewerkingen uit te
voeren:
●De beveiligingsinstellingen wijzigen (inclusief het beheerderswachtwoord zelf)
●De conguratie van de internetverbinding wijzigen
●De conguratie van automatische rmware-updates wijzigen
●Het automatisch downloaden en/of installeren van automatische rmware-updates in- of uitschakelen
●Een eerdere versie van de rmware herstellen
●Fabrieksinstellingen herstellen
OPMERKING: Het beheerderswachtwoord kan alleen tekens bevatten die op het schermtoetsenbord op het
voorpaneel voorkomen. Als u een nieuw wachtwoord instelt met de geïntegreerde webserver, worden de tekens
die niet voorkomen in de beperkte tekenset afgewezen.
Beveiligingsinstellingen geïntegreerde webserver
In de geïntegreerde webserver kunt u klikken op het tabblad Instellen en vervolgens op Beveiliging om de
beveiligingsinstellingen wijzigen:
●Sommige of alle bestanden op een harde schijf veilig wissen
●Verschillende groepen van voorpaneelhandelingen in- of uitschakelen
●Gebruik dezelfde beveiligingsinstellingen die beschikbaar zijn in het voorpaneel (zie hierboven)
OPMERKING: Er is mogelijk een beheerderswachtwoord vereist.
OPMERKING: Ga voor meer informatie naar de online hulp van de geïntegreerde webserver.
Voor het regelen van toegang tot het voorpaneel van de printer vanuit de geïntegreerde webserver gaat u naar
het tabblad Instellen en klikt u op Beveiliging.
NLWWDe printer voorbereiden31
De volgende opties zijn beschikbaar:
●Ontgrendelen: onbeperkte toegang tot het voorpaneel.
●Minimale vergrendeling: onbeperkte toegang tot het voorpaneel.
●Gematigde vergrendeling: naast de opties van Minimale vergrendeling blokkeert deze optie de toegang tot
alle printerinstellingen, de taakwachtrij, informatie- en serviceafdrukken en het printerlogboek.
●Gemiddelde vergrendeling: naast de opties van Gematigde vergrendeling blokkeert deze optie de toegang
tot het papier, de inktvoorraad, onderhoudsopties en het maken van demoafdrukken. Gebruikers kunnen
alleen informatie over de printer en de benodigdheden bekijken.
●Maximale vergrendeling: blokkeert de toegang tot alle opties op het voorpaneel. Er wordt geen
gedetailleerde informatie weergegeven in de statusapplicaties.
Als een optie is geblokkeerd, is deze vergrendeld en wordt er een hangslotpictogram weergegeven.
Toegangsbeheer geïntegreerde webserver
In de geïntegreerde webserver kunt u klikken op het tabblad Instellen en vervolgens op Toegangsbeheer om de
instellingen voor toegangsbeheer te wijzigen.
Als u deze instellingen voor toegangsbeheer wilt gebruiken, moeten de beveiligingsinstellingen onbeperkte
toegang tot het voorpaneel (Ontgrendelen) toestaan. Zie Beveiligingsinstellingen geïntegreerde webserver
op pagina 31.
Categorieën voor toegangsbeheer
●Aanmeldmethoden: beheer de methoden die kunnen worden gebruikt om met de printer aan te melden.
●Gebruikersaccounts apparaat: maak, bewerk of verwijder gebruikersaccounts voor de printer.
●Aanmeld- en permissiebeleid: beheer aanmeldvereisten voor specieke taken, die gebruikerstoegang per
type activiteit beperken.
Aanmeldmethoden
De enig beschikbare aanmeldmethode is momenteel Lokaal apparaat, hetgeen verwijst naar de lokale accounts
die toegangscodes met een lengte tussen 4 en 8 cijfers hebben en die zijn opgeslagen op de vaste schijf van de
printer.
Gebruikersaccounts apparaat
Er zijn vier acties beschikbaar:
●Nieuw: een nieuw gebruikersaccount toevoegen.
●Bewerken: het geselecteerde gebruikersaccount bewerken.
●Verwijderen: het geselecteerde gebruikersaccount verwijderen.
●Alles verwijderen: alle gebruikersaccounts verwijderen.
32Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Wanneer u klikt op Nieuw, wordt het volgende venster geopend, waarin u ten minste uw naam en e-mailadres
moet invullen.
U kunt de toegangscode voor de gebruiker en de ingestelde permissie als volgt wijzigen:
●Admingebruiker: aan de admingebruiker zijn alle toegangsrechten verleend en deze kunnen niet worden
bewerkt.
●Apparaatgebruiker: aan de apparaatgebruiker zijn bepaalde toegangsrechten verleend, die op de pagina
voor toegangsbeheer kunnen worden bewerkt.
Gastgebruiker: aan de gastgebruiker zijn bepaalde toegangsrechten verleend, die op de pagina voor
●
toegangsbeheer kunnen worden bewerkt.
Klik op Toepassen om de nieuwe gebruiker toe te voegen, die vervolgens wordt weergegeven zoals hieronder is
afgebeeld.
Aanmeld- en permissiebeleid
U kunt de permissies voor apparaat- en gastgebruikers hier wijzigen en op Toepassen klikken om de wijzigingen
door te voeren.
NLWWDe printer voorbereiden33
OPMERKING: Om bepaalde functies gebruiken, moet u in staat zijn om de bovenliggende functie te gebruiken:
afdrukken vanaf USB, bijvoorbeeld, vereist Afdrukken.
OPMERKING: Alle gebruikers hebben ten minste gastpermissies.
OPMERKING: De functie van rmware-updates houdt in deze context in: automatische rmware-updates. Om
rmware-updates vanaf een USB-ashstation te blokkeren, moet u een specieke instelling gebruiken die
invloed heeft op alle gebruikers.
Wanneer een gebruiker een geblokkeerde functie voor de eerste keer probeert te gebruiken, verschijnt het
volgende venster, waarin de gebruiker het juiste wachtwoord moet invoeren. Klik op de drie puntjes in de
rechterbovenhoek om het beheerderswachtwoord in te voeren.
34Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Account-id vereisen
This printer will be managed with several drivers, each driver is optimized for specific circumstances as:
•Operating system. See specific for Windows (+link) or specific for Mac (+link)
•Type of applications you print from
•Number of HP Designjet printers supported (only one, fleet). See UPD if you have a fleet
(+link)
•Output accessories you have connected
Considering these aspects, it will be necessary to install one or several drivers depending on your needs.
Specific Windows drivers for HP Page Wide XL
HP-GL/2 PCL3GUI v4 PostScript PostScript v4 PDF v4
Application
CAD, GIS, office
applications
Recommended Recommended
Applications requiring
accurate color
Recommended Recommended
Adobe Acrobat or
Adobe InDesign
Recommended
System
Windows 7
n/a
n/a n/a
Windows 8 or later
Desktop
Modern app n/a
n/a
Als u records van uw printergebruik door verschillende gebruikersaccounts wilt bijhouden, kunt u uw printer
instellen om een account-id te vereisen voor elke taak.
●In HP DesignJet Utility voor Windows: op het tabblad Beheerder klikt u op Printerinstellingen > Telgegevens
> Account-id vereisen.
●In de HP Utility voor Mac OS X: klik op Printerinstellingen > Telgegevens > Account-id vereisen.
Als deze instelling wordt ingeschakeld, wordt het id-veld verplicht en afdruktaken zonder id-account worden in
de wachtrij geplaatst om te 'wachten op account'.
De account-id kan worden ingesteld in het printerstuurprogramma bij het verzenden van de afdruktaak. Als de
taak door de printer is ingesteld op 'in de wacht voor telgegevens', kunt u het account-id invoeren in de
geïntegreerde webserver, in de HP DesignJet Utility, in de HP Utility, op het voorpaneel of door naar de
taakwachtrij te gaan en op de taak in de wachtrij te klikken. Een venster met een tekstveld wordt weergegeven
en u kunt een account-id invoeren.
Stuurprogramma's
Er zijn diverse stuurprogramma's voor uw printer; wat voor u het beste is, hangt af van uw omstandigheden:
●Het besturingssysteem
●Het type toepassingen van waaruit u afdrukt
●Het aantal printers dat u hebt
●De uitvoeraccessoires die u hebt
U kunt ook één of meerdere stuurprogramma's afhankelijk van uw voorkeur installeren.
U vindt de laatste software voor printerstuurprogramma's op http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/
drivers/.
Specieke Windows-stuurprogramma 's
NLWWDe printer voorbereiden35
Universeel Windows-stuurprogramma
Het universele Windows-stuurprogramma wordt aangeraden als u een reeks HP DesignJet- en PageWide XLprinters gebruikt: dit zorgt voor installatie en wachtrijbeheer. Het stuurprogramma bevat HP-GL/2- en
PostScript-opties.
Conguratiehulpprogramma voor het universele Windows-stuurprogramma
Het conguratiehulpprogramma voor het universele Windows-stuurprogramma is een hulpprogramma om .vdfbestanden te maken, waarmee u universele stuurprogramma's (UPD's) voor de DesignJet en PageWide XL kunt
personaliseren door de standaardinstellingen te wijzigen of bepaalde instellingen te vergrendelen, zodat
gebruikers ze niet kunnen wijzigen. Dit hulpprogramma is bedoeld voor IT-beheerders, die hiermee de kleur,
rotatie en kwaliteitsopties van het stuurprogramma kunnen instellen of vergrendelen voor verschillende
gebruikersrollen.
Als u het hulpprogramma wilt installeren, gaat u naar http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/.
Selecteer uw printer in de lijst als hierom wordt gevraagd.
Klik in het gedeelte Software en stuurprogramma's op Software > Hulpprogramma > UPD-conguratiehulpmiddel > Downloaden. Voor informatie over hoe u deze kunt installeren en gebruiken, gaat u
naar https://support.hp.com/us-en/document/c05658213.
Mac OS-stuurprogramma's
Rasterstuurprogramma
●Speciek voor Mac OS X 10.8, 10.9 en 10.10
●Het beste voor CAD, GIS en kantoortoepassingen
PostScript 3-stuurprogramma
●Speciek voor Mac OS X 10.8, 10.9 en 10.10
●Het beste voor uw nauwkeurige kleur-toepassingen
Naast http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/drivers/ zijn er Mac OS-stuurprogramma's beschikbaar
via Apple Software-update.
Voorkeuren voor Windows-stuurprogrammas instellen
U kunt enkele standaardinstellingen in uw printerstuurprogramma volgens uw eigen voorkeuren wijzigen,
bijvoorbeeld om kleuremulatie of opties voor papierbesparing in te stellen. Om dit te doen klikt u op de knop
Start op uw computerscherm en klikt u vervolgens op Apparaten en instellingen. In het venster Apparaten en
instellingen klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer, en vervolgens klikt u op
Afdrukvoorkeuren. Alle instellingen die u wijzigt in het scherm Afdrukvoorkeuren worden opgeslagen als
standaardwaarden.
Om de standaardwaarden voor alle gebruikers van uw systeem in te stellen, klikt u met de rechtermuisknop op
het printerpictogram en klikt u vervolgens op Printereigenschappen, waarna u naar het tabblad Geavanceerd
gaat en op Standaardwaarden voor printer klikt. De instellingen die u wijzigt in de standaardwaarden voor printer
worden voor alle gebruikers opgeslagen.
36Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Toegankelijkheid
Voorpaneel
Indien nodig kunnen de schermhelderheid en het luidsprekervolume worden gewijzigd (zie Systeemopties
wijzigen op pagina 12) .
Geïntegreerde webserver
U kunt vanuit de geïntegreerde webserver de status van de printer zien en andere acties uitvoeren zonder het
voorpaneel te gebruiken.
Voor meer informatie over de toegankelijkheidsfuncties van de geïntegreerde webserver gaat u naar:
Ondersteuning > Door informatie bladeren > Toegankelijkheid:
Lees meer over de toegankelijkheid van HP op www.hp.com/hpinfo/abouthp/accessibility/ voor meer informatie
over het toegankelijkheidsprogramma van HP en over hoe HP zijn producten en diensten beschikbaar maakt
voor mensen met beperkingen.
Andere informatiebronnen
U kunt de volgende documenten downloaden van http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/manuals/:
●Inleidende informatie
●Gebruikershandleiding
●Juridische informatie
●Beperkte garantie
De Quick Response (QR)-codeafbeeldingen die in sommige delen van deze handleiding voorkomen, bieden
koppelingen naar extra video-uitleg over bepaalde onderwerpen.
NLWWToegankelijkheid37
2Papiertoevoer
●
Algemene informatie en tips
●
Ondersteunde papiersoorten
●
Papierstatus
●
Papier laden
●
Papier verwijderen
●
Papieropties
●
Papier opslaan
●
Papier wordt niet geladen
●
Een papiersoort beschermen
●
Papierstoring
38Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
Algemene informatie en tips
●Alle papierbreedtes moeten tussen 279 mm en 1016 mm zijn en de rolkern moet een diameter van 76 mm
hebben.
●Draag voor fotopapier katoenen handschoenen om te voorkomen dat er vet op het papier komt.
●Elke lade kan worden geladen met twee papierrollen (voor- en achterkant).
Uw printer heeft een of twee laden: de tweede kan worden aangeschaft als accessoire. De posities van de
rollen zijn genummerd 1 en 2 in de bovenste lade, 3 en 4 in de onderste lade.
De rolnummers worden weergegeven op de voorkant van iedere lade en op de rol-hubs.
●Elke lade heeft lampjes om de status te communiceren:
Lade rolpictogramlicht
–Uit: de rol heeft papier, of is er geen rol.
–Geel: de rol bevat bijna geen papier meer.
NLWWAlgemene informatie en tips39
–Rood: de rol is leeg
Licht ladeslot
– Uit: u kunt de lade openen.
– Aan: open de lade niet. Het papier beweegt en u kunt een papierstoring veroorzaken.
●Met behulp van de juiste instellingen kunt u papier besparen.
●De printer schat automatisch de resterende lengte van de rol.
Ondersteunde papiersoorten
De volgende papiersoorten zijn compatibel met uw printer.
Ondersteund HP-papier
NaamBreedteLengteProductnummer
Gewoon papier
HP Universal Bond Paper, met een kern van 3 inch16,5 in (420 mm)500 ft (152 m)K6B85A
HP Bright White Inkjet Bond Paper, met een kern van 3 inch16,5 in (420 mm)500 ft (152 m)L4Z41A
18 in (457 mm)500 ft (152 m)M2N04A
23,4 in (594 mm)500 ft (152 m)K6B86A
24 in (610 mm)500 ft (152 m)K6B88A
30 in (762 mm)500 ft (152 m)M2N05A
33,1 in (841 mm)500 ft (152 m)K6B87A
36 in (914 mm)500 ft (152 m)L4L08A
36 in (914 mm)575 ft (175 m)M2N06A
23,4 in (594 mm)500 ft (152 m)L4Z42A
24 in (610 mm)500 ft (152 m)L4Z44A
33,1 in (841 mm)500 ft (152 m)L4Z43A
36 in (914 mm)500 ft (152 m)L4Z45A
HP Premium Bond-papier, kern van 3 inch24 in (610 mm)300 ft (91 m)L6B12A
33,1 in (841 mm)300 ft (91 m)L6B11A
36 in (914 mm)300 ft (91 m)L6B13A
40 in (1016 mm)300 ft (91 m)L6B14A
Gecoat papier
40Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
NaamBreedteLengteProductnummer
HP Universal Heavyweight Coated Paper, met een kern van 3 inch33,1 in (841 mm)300 ft (91 m)L5C79A
36 in (914 mm)300 ft (91 m)L5C80A
40 in (1016 mm)300 ft (91 m)L5C81A
Posterpapier
HP productie Matte Poster Paper, kern van 3 inch24 in (610 mm)150 ft (46 m)N2V71A
24 in (610 mm)300 ft (91 m)L5P96A
36 in (914 mm)150 ft (46 m)N2V72A
36 in (914 mm)300 ft (91 m)L5P97A
40 in (1016 mm)150 ft (46 m)N2V73A
40 in (1016 mm)300 ft (91 m)L5P98A
HP productie Satin Poster Paper, kern van 3 inch24 in (610 mm)150 ft (46 m)N2V75A
24 in (610 mm)300 ft (91 m)L5Q01A
36 in (914 mm)150 ft (46 m)N2V76A
36 in (914 mm)300 ft (91 m)L5Q02A
40 in (1016 mm)150 ft (46 m)N2V77A
HP Gloss Poster Paper, kern van 3 inch40 in (1016 mm)200 ft (61 m)L5Q08A
Banner
HP mat polypropyleen, kern van 3 inch40 in (1016 mm)150 ft (46 m)L6B19A
Overige ondersteunde papiersoorten
Gewoon papier
●Gewoon papier < 90 g/m²
●Gewoon papier 90 – 110 g/m²
●Gewoon papier > 110 g/m²
●Gerecycled
●Gekleurd papier
Technisch papier
40 in (1016 mm)300 ft (91 m)L5Q03A
●Natuurlijk overtrekpapier (alleen Pacisch Azië en Japan)
●Vellum
●Doorschijnend bond-papier
NLWWOndersteunde papiersoorten41
Gecoat papier
●Gecoat papier 90 – 100 g/m²
●Zwaar papier met coating
Posterpapier
●Mat posterpapier
●Satijn posterpapier
●Glanzend posterpapier
●Halfglanzend fotopapier
●Blueback papier
Voor banners en signalering
●Polypropyleen
●Tyvek 135 g/m²
Blauwdruk
●Blauwdruk
Papierstatus
De papierbron geeft de lade in de printer, en één van de volgende statusberichten voor elke rol:
●Papier bijna op
●Het papier is op
●Papier niet geladen
●In afwachting van kalibratie
●In afwachting van controle
●Laden mislukt
Storing bij laden
●
●Gereed
●Fout
42Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
Papier laden
1.Start de app Papier om toegang te krijgen tot het papiermenu en tik op Laden.
TIP: U kunt deze stap overslaan als de printer niet afdrukt en het vergrendellampje op de lade niet brandt.
2.Open de lade.
WAARSCHUWING! Niet op de lade staan: de printer kan omvallen.
VOORZICHTIG: Alleen MFP: laat de rol niet achter op de bovenkant van de scanner.
TIP: U kunt meer dan één rol op hetzelfde moment laden.
TIP: Laad zwaardere rollen in de bovenste laden; deze kunnen tot 18 kg wegen.
3.Open de vergendelingshendels van de linker en rechter rol-hubs.
NLWWPapier laden43
4.Verplaats de hubs naar buiten (ze zijn aangesloten) om ruimte voor de rol te maken.
5.Plaats de rol in de lade tussen de rolklemmen, met de papierrand in de richting die hierboven wordt
weergegeven.
Laad de rol niet onder een hoek, zoals dit:
6.Schuif de rolklemmen terug naar het midden zodat deze de rol vergrendelen.
44Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
7.Zorg ervoor dat de rolklemmen stevig aan beide zijden op de rol zijn aangebracht.
8.Belangrijk: sluit de vergendelingshendels van de linker- en rechterrolklem.
9.Laad het papier in de juiste sleuf: de voorste sleuf voor de voorste rol, de achterste sleuf voor de achterste
rol.
TIP: De achterste rol heeft mogelijk extra rol-ups nodig om de automatische invoer te vergemakkelijken.
Stop het doorvoeren niet totdat het papier automatisch wordt doorgevoerd.
10. Ga door met doorvoeren totdat u een piepsignaal hoort.
NLWWPapier laden45
11. Als de rand van het papier niet recht en schoon is, kunt u deze afsnijden met de daarvoor bestemde knop
(er is een knop voor elke rol in de lade).
Als u op de knop drukt, wordt het papier doorgevoerd; Als u de knop laat, wordt het papier afgesneden.
Vergeet niet om de afgesneden reep papier te verwijderen.
12. Sluit de lade wanneer u klaar bent met het laden van de rollen.
13. Selecteer de papiersoort op het voorpaneel. Het voorpaneel onthoudt de laatste papiersoort die geladen is
in deze-positie voor het geval dat helpt.
14. Tik wanneer u klaar bent, op Voltooien en controleren. De printer controleert de positie, breedte en lengte
van het geladen papier. De breedte en lengte worden weergegeven op het hoofdscherm.
OPMERKING: Als u geen papiersoort selecteert, wacht het voorpaneel enige tijd en voert vervolgens
Voltooien en controleren automatisch uit.
46Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
Papier verwijderen
1.Zorg ervoor dat de printer niet afdrukt en dat het vergrendelingslampje op de lade niet brandt.
2.Open de lade.
WAARSCHUWING! Niet op de lade staan: de printer kan omvallen.
3.Verwijder het papier uit de toevoersleuf.
4.Open de vergendelingshendels van de linker en rechter rol-hubs.
5.Schuif de hubs naar de zijkant zodat u de rol kunt verwijderen.
6.Verwijder de rol (of de kern, als alleen de kern is overgebleven).
7.Sluit de vergendelingshendels van de linker- en rechterrolklem.
8.Sluit de lade.
Papieropties
Om de papieropties weer te geven, tikt u op het pictogram .
De volgende opties zijn beschikbaar:
●Soort bewerken: u kunt de geladen papiersoort wijzigen.
●Papiersoorten beschermen: u kunt de geselecteerde papiersoorten beschermen om te voorkomen dat u er
per ongeluk op afdrukt.
NLWWPapier verwijderen47
Papier opslaan
Volg om de papierkwaliteit te behouden deze aanbevelingen op.
●Bewaar rollen in de verpakking van het origineel in het bereik voor temperatuur en luchtvochtigheid dat op
het etiket is vermeld.
●Wanneer natuurlijk overtrekpapier is opgeslagen in een vochtige omgeving, kan de breedte bij het laden
variëren en het kan zelfs vast komen te zitten in de printer. Om dit te voorkomen, slaat u dit type papier
onder vochtige omstandigheden in de verpakking op. Verwijder het uit de printer bij lage temperatuur en
hoge luchtvochtigeheid (zoals 15 ° C en 80% relatieve vochtigheid). Als u ziet dat het papier is beïnvloed
door vochtigheid, snij dan het begin van de rol af: ongeveer 8 m.
●Bewaar rollen bedekt door een ander stuk papier of textiel.
●Haal alle papiersoorten 24 uur vóór het afdrukken uit de verpakking en wacht tot ze zijn aangepast aan de
klimaatomstandigheden in de ruimte.
●Het gebruik van tape om de bovenrand van de rol aan de kern vast te maken is vooral van belang bij zwaar
papier omdat de inherente stijfheid van het papier ervoor kan zorgen dat de rol losraakt en van de kern
wordt afgewikkeld.
Papier wordt niet geladen
●Controleer of zich een rol in de geselecteerde lade en sleuf bevindt.
●Controleer of de vergrendelhendels op beide hubs zijn gesloten en dat de hubs goed zijn gepositioneerd.
●Zorg ervoor dat u de hubs vergrendelt voordat het papier wordt ingevoerd in de printer.
●Controleer of het papier op de juiste manier in de printer wordt ingevoerd.
●Controleer of het papier niet is gekreukeld of scheefgetrokken, en dat de randen recht zijn.
●Controleer of de lade correct is gesloten.
●Controleer of het papier stevig op de rol is gedraaid.
●Controleer of het papier goed vast zit op de kern.
●Controleer of u de specicaties van het papier aanhoudt.
48Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
TIP: Bij het laden van de achterste rollen moet u meer papier handmatig invoeren (ongeveer 40 cm of 16 inch)
dan met rollen vooraan.
Een papiersoort beschermen
U kunt de geselecteerde papiersoorten beschermen om te voorkomen dat u er per ongeluk op afdrukt. Op een
beschermde papiersoort wordt alleen afgedrukt als de papiersoort speciek is opgegeven in de taak.
Om een papiersoort te beschermen, gaat u naar de app Papier, tikt u op ... voor de papiersoort die u wilt
beschermen en selecteert u vervolgens Rol beschermen. U kunt ook tikken op het pictogram en
vervolgens op
Als een papiersoort is beveiligd, verschijnt het pictogram voor de naam van het papier.
Om af te drukken op een beschermde rol, selecteert u speciek de papiersoort bij het verzenden van de taak via
een printerstuurprogramma of andere software voor het aanbieden van taken.
OPMERKING: Als een beschermde papiersoort niet speciek is geselecteerd en er geen andere papiersoorten
beschikbaar zijn, verschijnt een bericht dat het papier op is.
Papierstoring
Wanneer de printer een papierstoring detecteert, probeert deze automatisch het probleem op te lossen. Als dat
niet lukt, stopt hij en moet u het probleem handmatig verhelpt.
Het voorpaneel start de wizard voor papierstoring om aan te geven waar de storing optreedt en hoe deze op te
lossen.
U lost de papierstoring op zoals op de schermen van de wizard wordt aangegeven. Als u al het papier hebt
verwijderd, tikt u op Nu controleren om te controleren of het probleem is opgelost.
NLWWEen papiersoort beschermen49
Papierstoring in een lade.
1.Open de lade waarin de papierstoring is opgetreden.
2.Snijd het papier indien nodig af.
3.Open de voorklep van de lade.
Gebieden waar de storing zich voordoen, worden aangeduid met dit label:
50Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
4.Verplaats de snijder naar de rechterkant, tenzij deze daar al is.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u niet uzelf snijdt bij het verplaatsen van de snijder.
VOORZICHTIG: De snijdereenheid niet demonteren: raadpleeg gekwaliceerde onderhoudsmedewerkers
voor het repareren.
5.Verwijder het papier en snijd het handmatig indien nodig.
6.Controleer dat er geen losse stukken papier in de lade zijn achtergebleven.
7.Sluit de voorklep van de lade.
NLWWPapierstoring51
8.Spoel het papier terug.
9.Snijd de voorste rand van het papier af als dit is beschadigd.
10. Spoel weer terug en voer het papier in de sleuf.
11. Gebruik de knop papier afsnijden om de voorste rand opnieuw af te snijden.
12. Sluit de lade.
13. Wacht totdat de printer klaar voor papier is.
14. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de voorklep van de papiertoegang
1.Open de voorklep.
52Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
2.Trek het papier naar buiten.
VOORZICHTIG: Wees voorzichtig zodat u alleen het papier naar buiten trekt en niet de steunen van de
printer.
3.Snijd het papier indien nodig af.
BELANGRIJK: Gebruik een schaar voor dit doel, niet een enkel mes.
4.Zorg ervoor dat er geen stukken papier overblijven.
5.Sluit de voorklep.
6.Wacht totdat de printer klaar voor papier is.
7.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de papieruitvoer
NLWWPapierstoring53
1.Controleer of de storing niet in de accessoire-interface is.
2.Als u een vouwer geïnstalleerd hebt, breng dan de vouwerlade omhoog.
3.Druk op de toets om de uitvoermodule omhoog te brengen.
4.Trek het papier naar buiten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u de knijpwielen niet aanraakt. ze zijn scherp en kunnen in uw vingers
snijden.
54Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
5.Zorg ervoor dat er geen stukken papier overblijven.
6.Sluit de papieruitvoermodule.
7.Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
8.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de bovenste stapelaar
1.Open de achterklep.
NLWWPapierstoring55
2.Trek het papier naar buiten.
3.Open de stapelaar.
4.Trek het papier naar buiten.
5.Sluit de achterklep.
56Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
6.Sluit de stapelaar.
7.Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
8.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de invoer van de vouwer (HP F60-, HP F70- en HP PageWide XLvouwers)
1.Open de klep van de waaiervouwer om de vouwermotor te stoppen en de stroom te onderbreken.
2.Snijd indien nodig het papier tussen de printer en de lade.
3.Verwijder het papier uit de lade niet-vouwen.
4.Ontgrendel en til de vouwerinvoer op.
5.Trek het papier uit de lade.
NLWWPapierstoring57
6.Druk op de toets om de uitvoermodule omhoog te brengen.
7.Trek het papier naar buiten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u de knijpwielen niet aanraakt. ze zijn scherp en kunnen in uw vingers
snijden.
8.Zorg ervoor dat er geen stukken papier overblijven.
9.Sluit de papieruitvoermodule.
10. Breng de lade omlaag.
11. Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
12. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de invoer van de vouwer (alleen voor HP F40-vouwer)
1.Koppel de printer los van de vouwer.
2.Snijd indien nodig het papier tussen de printer en de vouwer door.
3.Verwijder het papier uit de invoer van de vouwer.
4.Druk op de toets om de uitvoermodule van de printer omhoog te brengen.
58Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
5.Trek het papier naar buiten.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u de knijpwielen niet aanraakt. ze zijn scherp en kunnen in uw vingers
snijden.
6.Zorg ervoor dat er nergens in de vouwer papier is achtergebleven. Zie Papierstoring in de baan van de
waaiervouwlade (alleen de HP F40-vouwer) op pagina 61 en Papierstoring in de baan van de kruisvouwer
(alleen HP F40-vouwer) op pagina 63.
7.Sluit de papieruitvoermodule
8.Sluit de printer opnieuw aan op de vouwer.
9.Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
10. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de lade voor niet-vouwen (HP F60-, HP F70- en HP PageWide XLvouwers)
BELANGRIJK: Deze bewerking moet worden uitgevoerd door een servicemonteur of door iemand anders met
de juiste opleiding.
1.Open de bovenklep van de lade.
NLWWPapierstoring59
2.Snijd het papier tussen de printer en de vouwer, indien nodig.
3.Verwijder het papier.
4.Sluit de klep.
VOORZICHTIG: Let erop waar u uw handen plaatst.
5.Wacht totdat de printer klaar voor papier is.
6.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de baan van de waaiervouwlade (HP F60-, HP F70- en HP PageWide XLvouwers)
1.Probeer het papier te verwijderen door het uit de lade voor niet-vouwen te trekken. Als u niet al het papier
op deze manier kunt verwijderen, gaat u verder met de volgende stappen.
2.Open de klep van de waaiervouwer.
3.Trek het papier naar buiten.
60Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
OPMERKING: Mogelijk ziet u papier bij de waaier-vouwlade of aan de achterkant van de vouwer. Probeer
het er uit te trekken waar u het ziet.
4.Verwijder alle resterende stukken papier.
5.Zorg ervoor dat de metalen kogels op hun plaats blijven.
6.Sluit de klep.
7.Wacht totdat de printer klaar voor papier is.
8.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de baan van de waaiervouwlade (alleen de HP F40-vouwer)
1.Open de klep van de waaiervouwer.
2.Verplaats de rollen om het papier los te maken.
3.Trek het papier naar buiten.
4.Zorg ervoor dat de metalen kogels op hun plaats blijven.
5.Sluit de klep van de waaiervouwer.
NLWWPapierstoring61
6.Controleer of er nog papier in het waaiervouwgebied aan de uitvoerzijde van de vouwer zit.
7.Verwijder alle resterende stukken papier.
8.Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
9.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring tussen de waaiervouwer en het kruisvouwpad
Dit hoort goed zichtbaar te zijn vanaf de achterkant. Open de klep van de waaiervouwer om de vouwermotor te
stoppen en verwijder het papier.
Papierstoring in de baan van de kruisvouwer (HP-F60-, HP F70- en HP PageWide XLvouwers)
1.Open de klep van de kruisvouwer.
62Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
2.Verwijder het papier.
VOORZICHTIG: Zorg dat u letsel voorkomt.
3.Sluit de afdekplaat.
4.Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
5.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de baan van de kruisvouwer (alleen HP F40-vouwer)
1.Open de bovenklep van de kruisvouwer.
2.Verwijder het papier.
VOORZICHTIG: Zorg dat u letsel voorkomt.
NLWWPapierstoring63
3.Sluit de bovenklep van de kruisvouwer.
4.Als de storing niet kan worden verholpen, opent u de zijklep van de kruisvouwer.
5.Verwijder het papier.
VOORZICHTIG: Zorg dat u letsel voorkomt.
6.Sluit de afdekplaat.
7.Wacht totdat de printer klaar is voor papier.
8.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in stapelaar met hoge capaciteit
1.Druk op de knop uitvoer om de uitvoermodule omhoog te brengen.
64Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
2.Verwijder de stapelaar met hoge capaciteit. U kunt aan de stapelaar trekken aan de wagenbalk op de
achterkant van de lade.
3.Snijd het papier tussen de printer en de stapelaar met hoge capaciteit, indien nodig.
4.Verwijder het papier uit de stapelaar met hoge capaciteit.
5.Verwijder het paier uit de printer.
NLWWPapierstoring65
6.Sluit de papieruitvoermodule.
7.Sluit de stapelaar met hoge capaciteit weer aan.
8.Wacht totdat de printer klaar voor papier is.
9.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de scanner (alleen MFP)
1.Er bevindt zich een kleine hendel links aan de achterzijde van de scanner. Schuif de hendel omhoog en
open de scannerklep.
66Hoofdstuk 2 PapiertoevoerNLWW
2.Verwijder het papier.
3.Controleer dat er zich geen papier in de scanner bevindt (steek uw hand naar binnen).
4.Sluit de klep.
5.De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of
alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
NLWWPapierstoring67
3Inktsysteem
●
Inktpatronen
●
Afdrukbalk
●
Reinigingscontainer
●
Onderhoudspatroon
●
Veilige modus
68Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
Inktpatronen
De printer heeft twee sets inktpatronen in de volgorde C1K1Y1M1 – C2K2Y2M2, met een capaciteit van 400 ml.
Een patroon van elke kleur wordt per keer gebruikt, de andere is inactief totdat deze nodig is en kan worden
vervangen tijdens het afdrukken.
Onder elke inktpatroon heeft de printer twee LED indicatoren: een handslot en een inktddruppel.
●De hangslot-LED licht op als de patroon gebruikt wordt.
BELANGRIJK: Probeer een patroon niet te verwijderen als de hangslot-LED oplicht.
●De inktdruppel-LED wordt geel als de patroon bijna leeg is en rood als de inktpatroon leeg of defect is.
Inktpatronen vereisen geen onderhoud of reiniging, maar moeten voor installatie wel worden geschud.
Afdrukken met hoge kwaliteit blijft onderhouden, ook wanneer de inkt bijna op is.
VOORZICHTIG: Vermijd aanraken van de pinnen, draden en het circuit bij het hanteren van de inktpatronen
omdat deze elementen gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Dergelijke apparaten worden ESDgevoelige (elektrostatische ontlading) apparaten genoemd. Zie Woordenlijst op pagina 194. Elektrostatische
ontladingen behoren tot de belangrijkste gevaren van elektronische producten. Dit type schade kan de
levensduur van het apparaat verminderen.
De status van elke patroon wordt gemeld op het voorpaneel:
●OK: de patroon werkt normaal.
●Installeer opnieuw: de patroon reageert niet, maar verwijderen en opnieuw plaatsen kan dit probleem
verhelpen.
●Vervangen: de patroon is als defect geïdenticeerd. Hij moet worden vervangen door een werkende
inktpatroon.
●Inkt bijna op: de inktpatroon is bijna leeg HIj moet binnenkort worden vervangen.
●Zeer weinig inkt: de inktpatroon is vrijwel leeg Hij moet heel snel worden vervangen.
●Leeg: de patroon heeft geen inkt. Hij moet worden vervangen.
●Ontbreekt: de patroon ontbreekt.
●Verkeerde/niet-compatibele/onjuiste: het type patroon is niet geschikt voor deze printer.
NLWWInktpatronen69
●Verlopen: de patroon heeft de vervaldatum bereikt.
●Gewijzigd: de patroon is geïdenticeerd als opnieuw gevuld of gewijzigd.
Onderdeelnummers inktpatronen
PageWide-printer 400 mlC1Q57AHP 843A zwarte inktpatroon, 400 ml
C1Q58AHP 843A cyaan inktpatroon, 400 ml
C1Q59AHP 843A magenta inktpatroon, 400 ml
C1Q60AHP 843A gele inktpatroon, 400 ml
C1Q61AHP 843B zwarte inktpatroon, 400 ml
C1Q62AHP 843B cyaan inktpatroon, 400 ml
C1Q63AHP 843B magenta inktpatroon, 400 ml
C1Q64AHP 843B gele inktpatroon, 400 ml
C1Q65AHP 843C zwarte inktpatroon, 400 ml
C1Q66AHP 843C cyaan inktpatroon, 400 ml
C1Q67AHP 843C magenta inktpatroon, 400 ml
C1Q68AHP 843C gele inktpatroon, 400 ml
F9J82AHP 848C 400 ml zwarte inktpatroon (alleen in de Verenigde Staten)
F9J83AHP 848C 400 ml cyaan inktpatroon (alleen in de Verenigde Staten)
F9J84AHP 848C 400 ml magenta inktpatroon (alleen in de Verenigde Staten)
F9J85AHP 848C 400 ml gele inktpatroon (alleen in de Verenigde Staten)
Inktpatronen tijdens het werken vervangen
U kunt een patroon op elk gewenst moment vervangen als de bijbehorende hangslot-LED gedoofd is. Als de
hangslot-LED ingeschakeld is, moet u de afdrukwachtrij onderbreken en wachten tot de LED dooft.
Vervangen van inktpatronen vanaf het voorpaneel
70Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
1.Ga naar het voorpaneel en tik op het pictogram , vervolgens op het tabblad Inktcartridges en daarna
op Vervangen.
Als een patroon geen inkt meer heeft, probeert de printer automatisch over te schakelen naar de andere
patroon van dezelfde kleur, waarna u de lege inktpatroon zonder een onderbreking in het afdrukken kunt
vervangen. Als de inktpatroon die u wilt vervangen is vergrendeld, moet u de afdrukwachtrij onderbreken
om door te gaan.
2.Als hierom wordt gevraagd, drukt u op de oude cartridge en schuift u deze omhoog om hem te
ontgrendelen.
3.Schud de nieuwe patroon zes keer.
4.Plaats de onderhoudspatroon en druk hem zo ver mogelijk naar binnen.
5.Volg de instructies op het voorpaneel.
NLWWInktpatronen71
6.Als u alle cartridges hebt vervangen die u wilt vervangen, tikt u op Voltooien en controleren.
7.Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het
afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem.
Als een patroon geen inkt meer heeft, probeert de printer automatisch over te schakelen naar de andere patroon
van dezelfde kleur, waarna u de lege inktpatroon zonder een onderbreking in het afdrukken kunt vervangen.
Als de beschikbare inkt is opgebruikt tijdens het afdrukken van een pagina, stopt het afdrukken en wordt de
pagina uitgeworpen. Wanneer een nieuwe patroon is geplaatst, kan het afdrukken worden hervat en wordt de
onderbroken pagina opnieuw afgedrukt.
HP raadt u aan de lege cartridge te vervangen door een nieuwe cartridge van HP. Zie Onderdeelnummers
inktpatronen op pagina 70.
Er kleven meerdere nadelen aan het gebruik van opnieuw gevulde of gewijzigde inktcartridges.
●De printer kan beschadigd raken. In dat geval geldt de printergarantie niet voor de reparatie van schade die
is veroorzaakt door de inktcartridge of voor problemen vanwege inktvervuiling.
●U verliest hiermee de aanspraak op garantie voor alle printkoppen van dezelfde kleur die in de printer
worden gebruikt.
●Mogelijk vermindert de afdrukkwaliteit.
●De printer kan het inktniveau in de cartridge niet schatten en zal het niveau dan ook niet aangeven.
Als u de printer wilt dwingen om een cartridge te accepteren die als leeg wordt aangemerkt, ga dan als volgt te
werk:
1.Tik op het voorpaneel op en kies , , , .
2.Op het voorpaneel verschijnt een melding dat de cartridge is gewijzigd, waarna het acceptatieproces voor
de cartridge wordt gestart. Volg de instructies die worden weergegeven op het voorpaneel. Als de cartridge
geen originele cartridge van HP is, adviseert HP u het proces te beëindigen. Als u de authenticiteit van de
inktcartridges wilt controleren, gaat u naar http://www.hp.com/go/anticounterfeit.
3.Als u verder gaat, verschijnt er een reeks waarschuwingsberichten op het voorpaneel.
Wanneer het proces is voltooid, wordt de normale inktcartridge op het voorpaneel weergegeven, maar het
inktniveau van de cartridge wordt niet aangegeven.
OPMERKING: Printer met dynamische beveiliging. Alleen bedoeld voor gebruik met cartridges met een originele
HP-chip. Cartridges met een chip die niet van HP is, werken mogelijk niet. Als ze nu wel werken, is dat in de
toekomst mogelijk niet meer het geval. Meer informatie: http://www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
Onderhoud inktpatronen
Tijdens de normale levensduur van een patroon is geen speciek onderhoud nodig. Patronen moeten worden
vervangen wanneer de uiterste houdbaarheidsdatum is verstreken. U vindt de vervaldatum in de
patrooninformatie op het voorpaneel.
72Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
Problemen met inktpatronen oplossen
1.Controleer of u het juiste type patroon hebt (modelnummer).
2.Controleer of de kleur van het etiket op de patroon overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf.
3.Controleer of de printkop goed is georiënteerd. De pijl op de voorzijde van de inktpatroon moet omhoog
wijzen.
VOORZICHTIG: Maak nooit de binnenkant van de inktpatroonsleuven schoon.
Afdrukbalk
Het voornaamste afdrukelement is een vaste afdrukbalk van 1016 mm (40 in), bestaande uit 8 printkoppen,
genummerd 1 tot en met 8 van links naar rechts, gezien vaaf de voorzijde van de printer. Het papier wordt met
hoge snelheid onder de afdrukbalk doorgevoerd, die gepigmenteerde inkten in vier kleuren uitwerpt.
De printkoppen zijn uiterst duurzaam en hoeven niet te worden vervangen telkens wanneer u een inktpatroon
vervangt. Ze zorgen voor uitmuntende resultaten ook wanneer de inktpatronen bijna leeg zijn.
Voor het behoud van optimale afdrukkwaliteit worden de printkoppen automatisch met regelmatige intervallen
getest. Indien nodig wordt automatisch onderhoud uitgevoerd. Dit duurt even en kan het afdrukken tijdelijk
vertragen. Wanneer een printkop toch moet worden vervangen, wordt dat aangegeven op het voorpaneel.
Het papierlaadsysteem van de printer bevat een optie voor automatisch indexeren: als papier wordt geladen,
verplaatst de printer de positie van de rol om het gebruik van de printkop-sputimond te compenseren, en de
levensduur van elke printkop te verlengen. Dit is automatisch gedrag, maar u kunt zien dat de voor- en
achterrollen de positie iets tussen de rollen wijzigen.
VOORZICHTIG: Vermijd het aanraken van de spuitmondjes.
NLWWAfdrukbalk73
VOORZICHTIG: Zet de printkop op geen enkel oppervlak neer, om welke reden ook.
TIP: Printkoppen blijven het beste behouden in de printer. Tevens geldt dat als u de printkoppen verwijdert, de
printer moet worden gekalibreerd als u ze terugplaatst. Daarom raden wij u aan om ze niet onnodig te
verwijderen.
Printkopstatus
●OK: de printkop werkt normaal.
●Ontbreekt: er is geen printkop gevonden in de sleuf.
●Vervangen: de printkop is als defect geïdenticeerd. Deze moet worden vervangen door een nieuwe of
●Installeer opnieuw: de printkop is geïdenticeerd als defect, maar verwijderen en opnieuw plaatsen kan het
●Verwijderen: de printkop moet worden verwijderd.
●Vervanging printkop niet voltooid. Start het opnieuw op.
●Als de garantiestatus buiten de garantie is, betekent dit dat de garantievoorwaarden zijn vervallen
werkende printkop.
probleem misschien verhelpen.
De printkop heeft de procedure voor het vervangen niet volledig uitgevoerd. U moet het vervangen
opnieuw starten en het volledig voltooien.
(bijvoorbeeld inktverbruik overschrijdt de gegarandeerde limiet).
OPMERKING: Als de garantie van een printkop vervallen is, kan een van de drie mogelijke statuswaarden
worden waargenomen in de statusmeter:
–OK: de printkop kan normaal afdrukken.
–Monitor-kwalicatie: de afdrukkwaliteit kan niet bij alle afdrukken worden behouden.
–Herstellen: u wordt aangeraden om het verbeterde printkopherstel op die printkop te gebruiken (zie
Uitgebreid printkopherstel op pagina 159).
Als de garantiestatus Zie garantieverklaring is, betekent dit dat inbreuk is gemaakt op de
garantievoorwaarden (bijvoorbeeld, verlopen of niet-HP-inkt is gebruikt).
U kunt de garantiestatus in de printer informatie toepassing controleren.
Zie het beperkte garantiedocument dat wordt geleverd met uw printer voor details over de implicaties van
de garantie.
Onderdeelnummer printkop
De printkop HP 841 heeft artikelnummer C1Q19A.
Printkoppen vervangen
Printkoppen hoeven maar zelden te worden vervangen, maar op het voorpaneel wordt aangegeven wanneer
een printkop het niet meer doet of als het einde van de levensduur is bereikt.
Tevens kan een testprint wijzen op een probleem met de printkop voordat de printer dit detecteert.
74Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
VOORZICHTIG: Vermijd aanraken van de pinnen, draden en het circuit bij het hanteren van de printkoppen
omdat deze elementen gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Dergelijke apparaten worden ESDgevoelige (elektrostatische ontlading) apparaten genoemd. Zie Woordenlijst op pagina 194. Elektrostatische
ontladingen behoren tot de belangrijkste gevaren van elektronische producten. Dit type schade kan de
levensduur van het apparaat verminderen.
BELANGRIJK: Kalibreer de printer na het vervangen van een printkop (zie Printbalk kalibreren op pagina 158).
Zorg dat het juiste papier voor kalibratie is geladen voordat u de printkop vervangt. Gebruik handschoenen bij het
hanteren van elk deel uit van het inktsysteem.
1.Zorg ervoor dat alle inktcartridges ten minste 25% vol zijn.
Start het vervangen van de printkop via het voorpaneel: tik op het pictogram , vervolgens op het
2.
tabblad Printkop en daarna op Vervangen.
3.Als u een bovenste stapelaar hebt, open deze.
4.Wacht totdat de afdrukbalk de vervangingspositie bereikt.
5.Open de bovenklep met beide handen door te drukken op de knoppen in de zijkant.
6.Open de klep van de afdrukbalk.
NLWWAfdrukbalk75
7.Identiceer de printkop(pen) die u wilt vervangen.
OPMERKING: U kunt meer dan één printkop tegelijk vervangen.
8.Trek de hendel van de printkop omhoog.
9.Til de vergrendeling op.
76Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
10. Verwijder de printkop voorzichtig.
BELANGRIJK: Printkoppen zijn kwetsbaar. Laat de printkop in de afgebeelde richting geplaatst indien u
van plan bent om deze later opnieuw te gebruiken. Nooit de spuitmondjes aanraken, wat ze kan
beschadigen. Als u meerdere printkoppen verwijdert en u wilt ze later gebruiken, zorg er dan voor dat ze in
de juiste volgorde blijven.
11. Verwijder de beschermdoppen langzaam van de nieuwe printkop in de volgorde die hieronder is afgebeeld.
NLWWAfdrukbalk77
12. Plaats de nieuwe printkop zoals hieronder is afgebeeld.
13. Druk hem stevig aan totdat u weerstand voelt.
14. Sluit de vergrendeling.
15. Sluit de hendel.
16. Sluit de bovenklep.
17. Als u een bovenste stapelaar hebt, sluit u deze.
18. Tik op Doorgaan en wacht ongeveer 32 minuten terwijl de printer automatische kalibraties en controles
uitvoert.
19. Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het
afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem.
Printkoponderhoud
De printer en de onderhoudspatroon reinigen de printkoppen automatisch.
Voorkomen onnodig verwijderen van printkoppen.
Probleemoplossing printkop
1.Controleer of u het juiste type printkop hebt (modelnummer).
2.Controleer of u de oranje beschermingen hebt verwijderd van de printkop.
3.Controleer of de printkop in de goede stand staat. Vergelijk hem met de andere.
78Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
4.Controleer of de afdekplaat van de printkoppen is gesloten en vergrendeld.
5.Als u nog steeds problemen ondervindt bij het afdrukken, gaat u naar Afdrukkwaliteit op pagina 155.
Reinigingscontainer
De reinigingscontainer is een vervangbaar onderdeel dat afvalinkt verzamelt in vloeibare vorm, met een
capaciteit van ongeveer 2 liter.
De reinigingscontainer is ontworpen om te verhinderen dat de afvalinkt van de printer schade aanricht aan de
printer en de omgeving vuil maakt.
Om deze doelen te bereiken, moet u zorgen dat hij correct wordt geïnstalleerd en onderhouden, en hem
vervangen wanneer hierom wordt gevraagd door het voorpaneel.
TIP: U wordt aangeraden handschoenen te dragen bij het vervangen van de reinigingscontainer.
Vervang altijd de reinigingscontainer met de printer ingeschakeld, anders werken de tellers mogelijk niet correct.
Als de printer blijft werken terwijl de reinigingscontainer niet goed is geïnstalleerd of niet juist is aangesloten, is
HP niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade of voor de kosten van het schoonmaken.
U kunt de status van de reinigingscontainer op het voorpaneel controleren.
Status van reinigingscontainer
●Gereed
●Ontbreekt: reinigingscontainer niet gedetecteerd
●Bijna vol: dit wordt geschat door de printer.
●Vol: de printer drukt niet meer af Hij gaat door nadat de reinigingscontainer is vervangen.
Onderdeelnummer reinigingscontainer
De reinigingscontainer van de HP-841 heeft artikelnummer F9J47A.
NLWWReinigingscontainer79
De reinigingscontainer vervangen
Tik op het voorpaneel op het pictogram , vervolgens op het pictogram en daarna op
1.
Reinigingscontainer > Vervangen.
2.Zoek de reinigingscontainer.
3.Pak de reinigingscontainer uit: til hem enigszins op en trek hem naar buiten.
TIP: Als u de printer lang laat staan zonder reinigingscontainer, kunnen een paar druppels vloeistof lekken
en vlekken op de vloer veroorzaken. Probeer hem snel te vervangen.
4.Verwijder het verpakkingsmateriaal van de nieuwe reinigingscontainer.
5.Plaats de nieuwe reinigingscontainer op de plek van de oude.
OPMERKING: Als u een reinigingscontainer plaatst die is gebruikt in een andere printer, wordt de
waarschuwing Bijna vol onbetrouwbaar.
6.De printer controleert de installatie.
7.Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het
afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem.
80Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
Problemen oplossen met de reinigingscontainer
Als de reinigingscontainer correct is geïnstalleerd maar de printer herkent hem niet, probeer dan eerst hem uit te
nemen en hem weer terug te zetten. Neem als dat mislukt contact op met uw
ondersteuningsvertegenwoordiger.
Onderhoudspatroon
De onderhoudspatroon reinigt en onderhoudt de printkoppen en slaat de waste inkt.
De patroon bevat een rolletje doek dat wordt gebruikt om de printkoppen te reinigen. Het heeft een totale
capaciteit van 500 wipes (reinigingsbewerkingen). Een zware gebruiker moet hem om de twee maanden
vervangen.
De printer zal weigeren een afdruktaak te starten als het einde van de reinigingsrol wordt gedetecteerd. U moet
de onderhoudspatroon dan door een nieuwe vervangen.
TIP: U wordt aangeraden handschoenen te dragen bij het vervangen van de onderhoudspatroon.
Status onderhoudspatroon
●Gereed
●Ontbreekt
●Bijna voltooid
●Voltooid
Onderhoudspatroon onderdeelnummer
De onderhoudspatroon van de HP 841 heeft artikelnummer F9J48A.
Vervang de onderhoudspatroon
BELANGRIJK: Leg de nieuwe onderhoudspatroon klaar voordat u begint met vervangen. Als de patroon is
verplaatst naar de vervangingspositie, hebt u 40 seconden om hem te vervangen. Als u boven die limiet uitkomt,
wordt automatisch de onderhoudspatroon terug verplaatst zodat de printkoppen niet droog worden. Als het
voorpaneel een fout geeft, sluit u de servicedeur.
1.Verwijder de plastic afdekking van de nieuwe onderhoudspatroon.
2.Start het vervangen vanaf het voorpaneel.
NLWWOnderhoudspatroon81
3.Open de deur van de onderhoudspatroon wanneer hierom wordt gevraagd door het voorpaneel.
BELANGRIJK: Wanneer u een onderhoudspatroon verwijdert, mag u niet vergeten dat deze vol inkt zit.
Draag daarom handschoenen en houd de patroon bij de hendel vast.
4.Til de greep van de onderhoudspatroon op om deze uit de sleuf te verwijderen en schuif hem eruit.
5.Als u van plan bent om een gedeeltelijk gebruikte vervangingspatroon te plaatsen, noteer dan het
percentage overgebleven doek, dat bij benadering wordt getoond aan de zijkant van de patroon. U wordt
later naar deze waarde gevraagd.
82Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
6.Plaats de nieuwe onderhoudspatroon in de sleuf.
BELANGRIJK: Let erop dat u de onderhoudspatroon correct plaatst.
7.Druk de onderhoudspatroon op zijn plaats; gebruik niet te veel kracht.
OPMERKING: De nieuwe onderhoudspatroon wordt pas op het frontpaneel weergegeven nadat de deur is
gesloten.
8.Sluit de deur.
9.Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het
afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem.
OPMERKING: De printer kan pas verdergaan met afdrukken als alle inktpatronen, printkoppen en
onderhoudspatroon zijn geïnstalleerd en het printervenster en de deur van de onderhoudspatroon zijn gesloten.
Het voorpaneel vraagt of de patroon nieuw of gebruikt is. Indien gebruikt, wordt u gevraagd het percentage van
overgebleven doek in te voeren. Deze informatie wordt gebruikt door de printer om te schatten wanneer de
patroon vervangen moet.worden.
Onderhoudspatroon probleemoplossing
Als de printer niet de onderhoudspatroon detecteert die u hebt geplaatst, open dan de deur en zorg ervoor dat
de onderhoudspatroon correct is geplaatst. Neem contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger als het
probleem na de aanbeveling nog niet is verholpen.
NLWWOnderhoudspatroon83
Veilige modus
Onder bepaalde omstandigheden, inclusief gebruik van de printer buiten de omgevingsspecicaties en wanneer
een gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktpatroon is gedetecteerd, zal de printer werken in 'veilige' modus.
HP is niet in staat om de prestaties van het afdruksysteem te garanderen wanneer het buiten
omgevingsspecicaties wordt gebruikt of wanneer gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktpatronen worden
gebruikt. Veilige modus is ontworpen om de printer en de printkoppen te beschermen tegen schade door
onverwachte omstandigheden, en is in werking wanneer het pictogram wordt weergegeven op het voorpaneel
van de printer en door de geïntegreerde webserver en de HP Designjet Utility.
Gebruik voor optimale prestaties originele inktcartridges van HP. HP DesignJet-printsystemen, inclusief originele
HP inkt en printkoppen, zijn bij elkaar ontworpen en in elkaar gezet om ongelimiteerde afdrukkwaliteit,
consistentie, prestaties, duurzaamheid en waarde te bieden bij elke afdruk.
OPMERKING: Deze printer is niet bedoeld om continue inktsystemen te gebruiken. Om het afdrukken te
hervatten, verwijdert u het continue inktsysteem en installeert u originele HP-cartridges (of compatibele).
OPMERKING: Deze printer is ontworpen voor inktpatronen die moeten worden gebruikt tot ze leeg zijn. Als u
inktpatronen opnieuw vult voordat ze leeg zijn, kan dit ertoe leiden dat de printer niet zal werken. Als dit gebeurt,
plaatst u een nieuwe (ofwel een originele HP of een compatibele) cartridge om door te gaan met afdrukken.
OPMERKING: Printer met dynamische beveiliging. Alleen bedoeld voor gebruik met cartridges met een originele
HP chip. Cartridges die gebruik maken van een niet-HP chip zouden niet kunnen werken en niet-HP chips die nu
wel werken zouden in de toekomst mogelijkerwijs niet meer kunnen werken. Voor meer info, zie:
http://www.hp.com/go/learnaboutsupplies.
84Hoofdstuk 3 InktsysteemNLWW
4Netwerken
●
Inleiding
●
Conguratie netwerkprotocollen
●
Menu-items van het voorpaneel
●
Verbindingsconguratiemethoden
●
Probleemoplossing
NLWW85
Inleiding
De printer heeft een enkele RJ-45-verbindingspoort voor een netwerkverbinding. Om te voldoen aan de Class Blimieten is het gebruik van beschermde I/O-kabels vereist.
De geïntegreerde Jetdirect-printserver ondersteunt verbinding met netwerken compatibel met IEEE 802.3
10Base-T Ethernet-, IEEE 802.3u 100Base-TX Fast Ethernet en 802.3ab 1000Base-T Gigabit Ethernet. De printer
onderhandelt automatisch met uw netwerk wanneer deze is verbonden en ingeschakeld om te werken met een
verbindingssnelheid van 10, 100 of 1000 Mbps en om te communiceren met full- of half-duplexmodus. U kunt
echter handmatig de verbinding
conguratiehulpprogramma's vanaf dat de netwerkcommunicatie tot stand is gebracht.
De printer kan meerdere netwerkprotocollen tegelijk ondersteunen, inclusief TCP/IPv4 en TCP/IPv6. Voor
beveiligingsredenen bevat het functies om IP-verkeer naar en van de printer te controleren en ondersteunt het
de conguratie van IP-beveiliging-protocols (IPsec).
congureren met het voorpaneel van de printer of via andere
Conguratie netwerkprotocollen
De printer kan gelijktijdig meerdere netwerkcommunicatieprotocollen ondersteunen. Hierdoor kunnen
netwerkcomputers die verschillende protocollen kunnen gebruiken communiceren met dezelfde printer.
Elk protocol kan moeten worden gecongureerd voordat de printer op het netwerk kan communiceren. Voor
sommige protocollen zijn vereiste parameters automatisch aangekruist en zijn opgegeven instellingen door de
gebruiker zijn niet nodig. Voor andere protocollen echter, kunnen er vele parameters zijn om te congureren.
Netwerkprotocollen in- en uitschakelen
Als er een netwerkprotocol is ingeschakeld, gaat de printer mogelijk actief uitzenden op het netwerk, zelfs
wanneer er geen computers op het netwerk dat het protocol gebruiken. Dit kan netwerkverkeer verhogen. U
kunt onnodig verkeer uitsluiten door niet-gebruikte protocollen uit te schakelen. Door het uitschakelen van de
niet-gebruikte protocollen kunt u:
●Netwerkverkeer verminderen door berichten te elimineren die worden uitgezonden van niet-gebruikte
protocollen
●Een betere controle bieden over wie de printer beheert door gebruikers te verwijderen uit andere
netwerken die mogelijk taken op deze printer afdrukken
●Protocolspecieke foutomstandigheden weergeven, alleen voor ingeschakelde protocollen
Voor het uitschakelen van niet-gebruikte protocollen via het conguratieschermmenu van het apparaat, zie
Menu-items van het voorpaneel op pagina 87. Voor andere hulpmiddelen zoals systeemopdrachttoegang tot
de geïntegreerde Telnet-server, raadpleegt u de Beheerdershandleiding voor de HP Jetdirect-printserver voor uw
printservermodel.
86Hoofdstuk 4 NetwerkenNLWW
Menu-items van het voorpaneel
Om de netwerkconguratie-instellingen van de printer te openen, tikt u op het voorpaneel op het pictogram
, vervolgens op het pictogram en daarna op Gigabit Ethernet.
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
Informatie Sec-rapport afdrukken Ja : Drukt een rapport af.
Nee (Standaard): Drukt een rapport niet af.
TCP/IP Hostnaam Een alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32 tekens die
wordt gebruikt voor de identicatie van het apparaat. Deze
naam staat op de conguratiepagina van HP Jetdirect. De
standaardhostnaam is NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx staat
voor de laatste zes cijfers van het adres van de LANhardware (MAC).
IPv4-instellingen Conguratiemethode Speciceert de methode waarmee TCP/IPv4-parameters
worden gecongureerd op de HP Jetdirect-printserver.
Bootp : Gebruik BootP (Bootstrap Protocol) voor
automatische conguratie van een BootP-server.
DHCP Standaard: Gebruik DHCP (Dynamic Host
Conguration Protocol) voor de automatische conguratie
vanaf een DHCPv4-server. Indien geselecteerd en er sprake
is van een DHCP-lease, dan zijn de menu's DHCP vrijgeven
en DHCP vernieuwen beschikbaar om de DHCP-leaseopties in te stellen.
Automatisch IP : Gebruik automatische link-local IPv4-
adressering. Een adres in de vorm van 169.254 .x.x wordt
automatisch toegewezen.
Handmatig : Gebruik het menu Handmatige instellingen om
TCP/IPv4-parameters te congureren.
DHCP vrijgeven Dit menu wordt weergegeven als Conguratiemethode is
ingesteld op DHCP en er sprake is van een DHCP-lease voor
de printserver.
Nee (Standaard): De huidige DHCP-lease wordt opgeslagen.
Ja : De huidige DHCP-lease en de geleasede IP-adressen
worden vrijgegeven.
DHCP vernieuwen Dit menu wordt weergegeven als Conguratiemethode is
ingesteld op DHCP en er sprake is van een DHCP-lease voor
de printserver.
Nee (Standaard): De printserver vraagt niet om het
vernieuwen van de DHCP-lease.
Ja : De printserver vraagt om vernieuwing van de huidige
DHCP-lease.
NLWWMenu-items van het voorpaneel87
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
Handmatige instellingen (Alleen beschikbaar als Conguratiemethode is ingesteld op
Handmatig ) Parameters rechtstreeks congureren vanaf
het conguratiescherm van de printer:
IP-adres : Het unieke IP-adres van de printer (n.n.n.n).
Subnetmasker : Het subnetmasker voor de printer (n.n.n.n).
Syslog-server : Het IP-adres van de syslog-server (n.n.n.n)
wordt gebruikt voor de ontvangst en de opslag van syslogberichten.
Standaard gateway : Het IP-adres (n.n.n.n) van de gateway
of router die voor communicatie met andere netwerken
wordt gebruikt.
Time-out voor inactiviteit : De tijdsperiode in seconden
waarna een niet-actieve TCP-afdrukgegevensverbinding
wordt verbroken (standaard is 270 seconden, 0 schakelt de
time-out uit).
Standaard IP Geeft het IP-adres aan dat u standaard moet gebruiken
wanneer de printserver geen IP-adres kan verkrijgen van
het netwerk tijdens een gedwongen TCP/IP-herconguratie
(wanneer deze bijvoorbeeld handmatig werd
gecongureerd om BOOTP of DHCP te gebruiken).
Automatisch IP : Een koppeling lokaal IP-adres 169.254.x.x
is ingesteld.
Erfenis : Het adres 192.0.0.192 is ingesteld, dat consistent
is met oudere HP Jetdirect-apparaten.
Primaire DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een primaire DNS-server.
OPMERKING: Dit item wordt alleen weergegeven als de
conguratieHandmatig een hogere prioriteit heeft dan
DHCP in de tabel Conguratie Voorrang , die wordt
gecongureerd via de geïntegreerde webserver.
Secundaire DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een secundaire DNS-
server (Domain Name System) op.
OPMERKING: Dit item wordt alleen weergegeven als de
conguratieHandmatig een hogere prioriteit heeft dan
DHCP in de tabel Conguratie Voorrang , die wordt
gecongureerd via de geïntegreerde webserver.
IPv6-instellingen Inschakelen Met dit item schakelt u de IPv6-werking op de printserver in
of uit.
Uit : IPv6 is uitgeschakeld.
Aan (standaard): IPv6 is ingeschakeld.
Adres Met dit item kunt u handmatig een IPv6-adres
congureren.
Handmatige instellingen : Gebruik het menu Handmatige
instellingen voor het inschakelen en handmatig
congureren van een TCP/IPv6-adres.
Inschakelen : Selecteer dit item en kies Aan voor het
inschakelen van handmatige conguratie, of Uit voor het
uitschakelen van handmatige conguratie.
Adres : Met dit item voert u een 32-cijferig hexadecimaal
IPv6-knooppuntadres in dat de dubbelepunt hexadecimale
syntaxis gebruikt.
88Hoofdstuk 4 NetwerkenNLWW
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
DHCPv6-beleid Opgegeven router : De door de printserver te gebruiken
stateful-autoconguratiemethode wordt bepaald door een
router. De router speciceert of de printserver het adres, de
conguratiegegevens of beide verkrijgt van een DHCPv6server.
Router niet beschikbaar : Als er geen router beschikbaar is,
moet de printserver proberen de stateful-conguratie van
een DHCPv6-server te krijgen.
Altijd : De printserver probeert steeds, met of zonder
beschikbare router, de stateful-conguratie van een
DHCPv6-server te krijgen.
Primaire DNS Met dit item speciceert u een IPv6-adres voor een primaire
DNS-server die door de printserver moet worden gebruikt.
OPMERKING: Dit item wordt alleen weergegeven als de
conguratieHandmatig een hogere prioriteit heeft dan
DHCP in de tabel Conguratie Voorrang, die wordt
gecongureerd via de geïntegreerde webserver.
Secundaire DNS Met dit item speciceert u een IPv6-adres voor de
secundaire DNS-server die door de printserver moet
worden gebruikt.
OPMERKING: Dit item wordt alleen weergegeven als de
conguratieHandmatig een hogere prioriteit heeft dan
DHCP in de tabel Conguratie Voorrang, die wordt
gecongureerd via de geïntegreerde webserver.
Proxyserver Speciceert de proxyserver die moet worden gebruikt door
toepassingen die in het apparaat zijn geïntegreerd. Een
proxyserver wordt gewoonlijk gebruikt voor
internettoegang door netwerkclients. Deze slaat
webpagina's op in cache en biedt een zekere mate van
internetbeveiliging voor deze cliënten.
Als u een proxyserver wilt opgeven, voert u het IPv4-adres
of een volledig gekwaliceerde domeinnaam in. De naam
kan maximaal 255 octets bevatten.
Voor sommige netwerken moet u mogelijk contact
opnemen met uw ISP (Independent Service Provider) voor
het proxyserveradres.
Proxypoort Typ het poortnummer dat door de proxyserver wordt
gebruikt voor de ondersteuning van clients. Het
poortnummer identiceert de poort die is gereserveerd
voor proxyactiviteit op het netwerk en kan een waarde
hebben tussen 0 en 65535.
Beveiliging Sec-pagina afdrukken Ja : Drukt een pagina af met de huidige IPsec-
beveiligingsinstellingen van de HP Jetdirect-printserver.
Nee (Standaard): Er wordt geen pagina met
beveiligingsinstellingen afgedrukt.
NLWWMenu-items van het voorpaneel89
Menu-itemSubmenu-itemSubmenu-itemWaarden en beschrijving
Beveiligd web Geef voor het conguratiebeheer op of de geïntegreerde
webserver voor communicatie alleen HTTPS (veilige HTTP)
of zowel HTTP als HTTPS accepteert.
HTTPS Vereist: Voor veilige, gecodeerde communicatie
wordt alleen HTTPS-toegang geaccepteerd. De printserver
wordt weergegeven als een beveiligde site.
HTTP/HTTPS optioneel: Toegang via HTTP of HTTPS is
toegestaan.
OPMERKING: De standaardfabrieksinstelling hangt af van
het printservermodel.
IPSEC Geef de IPsec- of rewallstatus op de printserver op.
Behouden : IPsec-/rewallstatus blijft hetzelfde als die
momenteel is gecongureerd.
Uitschakelen : IPsec-/rewalloperatie op de printserver is
uitgeschakeld.
802.1x
Wissen inschakelen
Beveiliging herstellen Geef op of de huidige beveiligingsinstellingen van de
printserver worden opgeslagen of worden hersteld naar de
fabrieksinstellingen.
Nee (Standaard): De huidige beveiligingsinstellingen blijven
geldig.
Ja : Beveiligingsinstellingen zijn teruggezet naar de
fabrieksinstellingen.
Verbindingssnelheid De verbindingssnelheid en communicatiemodus van de
printserver moeten overeenkomen met die van het
netwerk. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van
het apparaat en de geïnstalleerde printserver. Kies één van
de volgende verbindingsconguratie-instellingen:
VOORZICHTIG: Wanneer u de verbindingsinstelling wijzigt,
gaan de netwerkcommunicaties met de printserver en het
netwerkapparaat misschien verloren.
Automatisch (Standaard): De printserver maakt gebruik van
automatische onderhandeling om zichzelf te congureren
met de hoogste verbindingssnelheid en de toegestane
communicatiemodus. Als automatische onderhandeling
mislukt, wordt 100TXHALF of 10TXHALF ingesteld,
afhankelijk van de verbindingssnelheid van de hub-/
switchpoort. (Een 1000T-half-duplex-selectie wordt niet
ondersteund.)
De printer ondersteunt 10-, 100- of 1000 Mbps-netwerkverbindingssnelheid via full- of half-duplexcommunicatiemodi (een 1000T-half-duplex- selectie wordt niet ondersteund). Er wordt standaard geprobeerd
om automatisch te onderhandelen over de verbinding met het netwerk.
Wanneer u verbinding maakt met netwerkhubs en -schakelaars die automatisch verbinding maken niet
ondersteunen, congureert de printer zichzelf voor 10 Mbps- of 100 Mbps-werking met half-duplex. Wanneer u
bijvoorbeeld bent aangesloten op een niet-onderhandelen 10 Mbps hub, werkt de printserver automatisch op 10
Mbps half-duplex.
Als de printer geen verbinding met het netwerk kan maken via automatische onderhandeling, kunt u de
verbindingsinstellingen instellen via één van de volgende methoden:
●Het voorpaneel
●De geïntegreerde webserver
●De Telnet-interface, via een systeemopdrachtprompt
●Een TFTP-conguratiebestand (Trivial File Transfer Protocol) dat is gedownload, bijvoorbeeld van een
BootP- of DHCP-server
●Netwerkmanagementhulpmiddelen zoals HP Web Jetadmin
Probleemoplossing
IO- conguratiepagina
De IO-conguratiepagina geeft de uitgebreide status van de printserver weer. Dit is een belangrijk diagnostisch
hulpmiddel, zeker wanneer netwerkcommunicatie niet beschikbaar is. Voor een beschrijving van berichten die op
de IO-conguratiepagina worden weergegeven, zie de Beheerdershandleiding bij de HPJetdirect-printservers voor
uw printservermodel.
Tik om de pagina I/O-conguratie af te drukken op het voorpaneel op het pictogram en vervolgens op
1.Druk een IO-conguratiepagina af om op statusberichten te controleren.
2.Zoek bovenaan de IO-conguratiepagina naar het statusbericht I/O-kaart gereed.
3.Wanneer I/O-kaart gereed wordt weergegeven, werkt de printserver correct. Ga naar de volgende sectie.
Als er een ander bericht dan I/O-kaart gereed wordt weergegeven, probeert u het volgende:
a.Schakel de printer uit en vervolgens weer in om de printserver opnieuw te initialiseren.
b.Controleer of de statuslampjes (leds) de juiste status aangeven.
Zie de Beheerdershandleiding bij HP Jetdirect-printservers om uw printservermodel te begrijpen en voor de
problemenoplossing van andere berichten.
NLWWVerbindingsconguratiemethoden91
Netwerkparameters opnieuw instellen
Als u de netwerkinstellingen van de printer per ongeluk verkeerd instelt, kunt u de fabriekswaarden herstellen
door te tikken op het pictogram , vervolgens op het pictogram , daarna op het pictogram en ten
slotte op
VOORZICHTIG: Een in de fabriek geïnstalleerd HP Jetdirect X. 509-certicaat blijft opgeslagen tijdens het
terugzetten van de fabrieksstandaardwaarden. Een certicaat van een Certicate Authority (CA) dat door de
gebruiker is geïnstalleerd om een netwerkvericatieserver te valideren wordt niet opgeslagen.
Fabrieksinstellingen herstellen.
Koppeling probleemoplossing
De printer heeft statuslampjes (LEDs) naast de netwerkaansluiting die de verbindingsstatus en netwerkactiviteit
aangeven.
●Als het groene lampje aan staat, is de printer verbonden met het netwerk.
●Als het gele lampje knippert, is er netwerkoverdrachtactiviteit.
Als u geen verbinding tussen de printer en het netwerk tot stand kunt brengen:
●Beide ledlampjes zijn uit.
●LAN-fout - Verbinding verbroken wordt weergegeven op de IO-conguratiepagina.
Probeer in deze situatie het volgende:
1.Controleer de kabelaansluitingen aan beide einden.
2.U kunt ook de kabels door bekende goede vervangen.
3.U kunt overschakelen naar een andere netwerkaansluiting in de netwerkswitch, hub of apparaat waarmee
de printer is verbonden.
4.De verbindingsinstelling handmatig congureren om overeen te komen met de poortconguratie van de
netwerkhub of switch. Voor handmatige conguratiemethoden zie Verbindingsconguratiemethoden
op pagina 91. Zet de printer uit en vervolgens weer aan om de instelling opnieuw te initialiseren.
5.Druk een IO-conguratiepagina af en controleer de verbindingsinstellingen.
92Hoofdstuk 4 NetwerkenNLWW
ItemBeschrijving
PoortconguratieAls de printer juist is gekoppeld, heeft dit item een van de volgende waarden:
●10BASE-T HALF: 10 Mbps, half-duplex
●10BASE-T VOLLEDIG: 10 Mbps, full-duplex
●100TX-HALF: 100 Mbps, half-duplex
●100TX VOLLEDIG: 100 Mbps, full-duplex
●1000TX VOLLEDIG
Als de printer niet goed is aangesloten, wordt één van de volgende berichten weergegeven:
●ONBEKEND: de printer bevindt zich in een initialisatiestatus.
●GEEN VERBINDING: er is geen netwerkverbinding gevonden. Controleer de netwerkkabels. Congureer
de verbindingsinstellingen of start de printer opnieuw.
Automatische
onderhandeling
Geeft aan of automatisch onderhandelen voor verbindingsconguratie aan of uit staat.
●AAN (standaard): de printer zal zichzelf automatisch op het netwerk congureren op de juiste snelheid
en communicatiemodus.
●UIT: u moet handmatig de verbindingssnelheid en communicatiemodus met gebruik van het
voorpaneel congureren. Uw instellingen moeten overeenkomen met die van het netwerk voor een
goede werking.
6.In geval van twijfel of onjuiste conguratie van verbindingsinstellingen, moet u de netwerkparameters
opnieuw naar de fabrieksinstellingen herstellen. Zie Netwerkparameters opnieuw instellen op pagina 92.
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer
Dit kan onder andere de volgende symptomen hebben:
●De melding Ontvangen taken verschijnt niet op het voorpaneel wanneer u taken naar de printer hebt
verzonden.
●Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken.
●Controleer of de juiste printer is geselecteerd toen u de taak verzond.
●Controleer of de printer correct werkt wanneer u afdrukt vanuit andere toepassingen.
●Als de printer op de computer is aangesloten via andere tussenapparaten, zoals switchboxes, buerboxes,
kabeladapters, kabelconvertoren, kunt u proberen hem te gebruiken als de printer rechtstreeks op de
computer is aangesloten.
●Probeer een andere kabel te gebruiken.
●Het ontvangen, verwerken en afdrukken van heel grote bestanden kan lang duren.
●Als de printer een waarschuwingen of foutmeldingen weergeeft die actie vereisen, neem dan de vereiste
actie voordat u probeert af te drukken.
NLWWProbleemoplossing93
Geen toegang tot geïntegreerde webserver
1.Lees Geïntegreerde webserver op pagina 13 als u dat nog niet hebt gedaan.
2.Zorg ervoor dat de functie Geïntegreerde webserver in de printer is ingeschakeld: tik op het voorpaneel op
het pictogram en vervolgens op Beveiliging > Connectiviteit > Geïntegreerde webserver (EWS) > Aan
.
3.Controleer de proxyconguratie in uw webbrowser voor het geval deze de communicatie met de printer
blokkeert.
4.Controleer of de printer correct werkt wanneer u afdrukt of hem opent vanuit andere toepassingen.
5.Als de printer waarschuwingen of foutmeldingen weergeeft die actie vereisen, neem dan de vereiste actie
voordat u probeert af te drukken.
6.Als al het andere mislukt, zet u de printer uit en vervolgens weer aan met de aan/uittoets op het
voorpaneel.
Geen toegang tot de printer via de HP Utility
1.Lees Hulpprogramma van HP op pagina 13 als u dat nog niet hebt gedaan.
2.Zorg ervoor dat uw printerdriver beschikbaar is en naar behoren werkt voor de HP DesignJet Utility in
Windows.
3.Tik op het voorpaneel op het pictogram , vervolgens op Beveiliging > Webservices > Afdrukken en
beheer en controleer of dit is ingeschakeld. Als dit is uitgeschakeld, werken sommige delen van HP Utility
mogelijk niet correct.
Het ontvangen van afdruktaken door de printer duurt te lang
Het ontvangen, verwerken en afdrukken van heel grote afdrukken kan lang duren. Als er echter een
ongebruikelijk lange vertraging is na het verzenden van afdruktaken naar de printer totdat ze in de wachtrij op
het voorpaneel worden weergegeven, zijn er echter verschillende dingen die u kunt controleren:
●Zorg ervoor dat de netwerkkabel die is aangesloten op de printer is beoordeeld met ten minste Cat5e.
●Zorg ervoor dat gigabitsnelheid netwerkapparatuur en kabels uw computer client met de printer verbinden.
●Zorg ervoor dat er geen koppelingsproblemen met het netwerk zijn. Zie Koppeling probleemoplossing
op pagina 92.
●Houd er rekening mee dat in netwerktoepassingen met IPSec-beveiligingsprotocollen ingeschakeld en
gecongureerd in de printer, netwerkprestaties terug kunnen lopoen door het gebruik van cryptograsche
algoritmes om de netwerkcommunicatie te beschermen.
●Als u problemen ondervindt met verminderde netwerkprestaties bij het gebruik van gereedschap zoals HP
SmartStream of RIP's van andere leveranciers, controleert u of de RIP printing service en de snelle
afdrukpoorten 9101 en 9102 zijn ingeschakeld in Geïntegreerde webserver > Netwerken > Andere
instellingen > Snelle RIP-modus > Snelle modus inschakelen.
94Hoofdstuk 4 NetwerkenNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.