De informatie in dit document kan zonder
vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garanties voor HP producten en
diensten worden vermeld in de specieke
garantieverklaring bij dergelijke producten en
diensten. Niets in dit document mag worden
opgevat als aanvullende garantie. HP stelt zich
niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in dit
document.
Handelsmerken
Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en
PostScript® zijn handelsmerken van Adobe
Systems Incorporated.
Corel® is een handelsmerk of gedeponeerd
handelsmerk van Corel Corporation of Corel
Corporation Limited.
ENERGY STAR en het ENERGY STARhandelsmerk zijn gedeponeerde handelsmerken
in de Verenigde Staten.
Microsoft® en Windows® zijn in de Verenigde
Staten gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
PANTONE® is het controlenormhandelsmerk
voor kleur van Pantone, Inc.
Hulpprogramma van HP ....................................................................................................................................................... 13
In- en uitschakelen van printer ............................................................................................................................................ 15
De printer voorbereiden ........................................................................................................................................................ 16
Andere informatiebronnen ................................................................................................................................................... 37
Papier wordt niet geladen ..................................................................................................................................................... 48
Een papiersoort beschermen ............................................................................................................................................... 49
Veilige modus ......................................................................................................................................................................... 83
Menu-items van het voorpaneel ......................................................................................................................................... 87
5 Het verzenden van een taak om af te drukken ................................................................................................................................. 96
Afdrukken vanaf het stuurprogramma ............................................................................................................................... 97
Opslaan op een USB-ashstation ..................................................................................................................................... 100
Afdrukken via e-mail (HP Print) ......................................................................................................................................... 102
Taakwachtrij in de geïntegreerde webserver .................................................................................................................. 111
7 Scannen en kopiëren (alleen MFP) .................................................................................................................................................... 112
Bezig met scannen .............................................................................................................................................................. 113
Stapelaar met hoge capaciteit ........................................................................................................................................... 141
HP vouwers ........................................................................................................................................................................... 143
Mand ...................................................................................................................................................................................... 153
Nauwkeurigheid van paginalengte ................................................................................................................................... 160
De buitenkant van de printer reinigen .............................................................................................................................. 163
De printer verplaatsen of opslaan .................................................................................................................................... 163
De stapelaar met hoge capaciteit verplaatsen of opbergen ........................................................................................ 164
De vouwer verplaatsen of opslaan ................................................................................................................................... 164
De glasplaat van de scanner reinigen (alleen MFP) ........................................................................................................ 165
De glasplaat van de scanner vervangen (alleen MFP) ................................................................................................... 167
De scanner kalibreren (alleen MFP) .................................................................................................................................. 169
Vervangen van de tabspoel van de vouwer .................................................................................................................... 170
De rmware bijwerken ........................................................................................................................................................ 175
Lijst van accessoires ............................................................................................................................................................ 178
12 Als u hulp nodig hebt ........................................................................................................................................................................ 180
Gedetailleerde telgegevens van de taak verkrijgen ....................................................................................................... 186
Specicaties van de snelheid (lijnen/snelle modus) ....................................................................................................... 192
15 Foutmeldingen op het voorpaneel ................................................................................................................................................. 193
Index ........................................................................................................................................................................................................... 197
NLWWv
viNLWW
1Inleiding
●
Welkom bij uw printer
●
Veiligheidsmaatregelen
●
Belangrijkste onderdelen
●
Voorpaneel
●
Hulpprogramma van HP
●
Geïntegreerde webserver
●
In- en uitschakelen van printer
●
Interne afdrukken
●
De printer voorbereiden
●
Toegankelijkheid
●
Andere informatiebronnen
NLWW1
Welkom bij uw printer
Uw printer is een kleureninkjetprinter die is ontworpen voor het sneller afdrukken en aeveren, in monochroom
en kleur, met een enkel apparaat. Enkele belangrijke eigenschappen:
●HP PageWide XL 5000-printerserie: Tot 14 D/A1-pagina's/min afdrukken; eerste pagina gereed in 20 sec.
HP PageWide XL 5100-printerserie: Tot 20 D/A1-pagina's/min afdrukken; eerste pagina gereed in 20 sec.
●Leveren van gemengde monochroom- en kleurensets met een geconsolideerde workow.
●Afdrukken sneller starten met een ultra-snelle processor, plus oorspronkelijk PDF-beheer of SmartStream
HP-software.
●De gebruiker ontlasten bij het gebruik van accessoires zoals de productiestapelaar, online vouwer,
maximaal vier rollen en twee inkttoevoeren met auto-schakelaar.
●Afrdrukken GIS-kaart en point-of-sale (POS) poster toepassingen bij duizelingwekkende snelheden.
●Stel een technische documentstandaard in met scherpe lijnen, jne detail en soepele grijstinten.
●HP PageWide XL pigment inkt voor donkere zwarten, levendige kleuren, en vocht/vervagingsbestendigheid,
zelfs op niet-gecoat briefpapier.
●Afdrukken op een breed scala van papier, maximaal 101,6 cm (40 in) breed, die ISO/V.S. technische en
oset standaarden dekken.
●Dit alles met één ruimtebesparend apparaat voor zowel monochroom als kleur, of kies voor de MFP om af
te drukken/te scannen/te kopiëren.
●Verminder downtime met cloud-gebaseerde ondersteuning, zelf controleren, proactieve meldingen en
automatisch onderhoud.
Veiligheidsmaatregelen
Voordat u de printer gebruikt, moet u deze veiligheidmaatregelen lezen, begrijpen en volgen, evenals uw lokale
milieu-, gezondheids- en veiligheidsregels, om er voor te zorgen dat u de apparatuur veilig gebruikt.
U wordt verwacht de juiste technische opleiding en ervaring te hebben die nodig zijn om bekend te zijn met de
gevaren waaraan u kunt blootstaan bij het uitvoeren van een taak, en de juiste maatregelen te treen om de
risico's voor uzelf en anderen te minimaliseren.
Algemene veiligheidsrichtlijnen
●Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de printer behalve die aan de orde komen in
het reparatieprogramma voor klanten van HP (zie http://www.hp.com/go/selfrepair/). Raadpleeg voor
onderhoud aan andere onderdelen gekwaliceerde onderhoudsmedewerkers.
●Schakel de printer uit en neem contact op met de servicevertegenwoordiger in de volgende gevallen:
–Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
–De drogingsbehuizingen zijn beschadigd (alleen Pacisch Azië en Japan).
–De printer is beschadigd door een klap.
2Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
–Er is mechanische schade of schade aan de behuizing.
–Er is vloeistof in de printer gekomen.
–Er komt rook of een ongewone lucht uit de printer.
Iemand heeft de printer laten vallen.
–
–De drogingsmodule is beschadigd (alleen Pacisch Azië en Japan).
–De printer functioneert niet als normaal.
●Zet de printer uit in de volgende gevallen:
–Tijdens onweer
–Tijdens een stroomstoring
●Wees extra voorzichtig met zones die zijn gemarkeerd met waarschuwingslabels.
Gevaar van elektrische schok
WAARSCHUWING! De interne circuits van de ingebouwde voedingstoevoer en de stroomingang werken met
gevaarlijke spanningen en kunnen ernstig persoonlijk letsel of zelfs overlijden veroorzaken.
WAARSCHUWING! De interne circuits van het droogsysteem (alleen Pacisch Azië en Japan) werken met
gevaarlijke spanningen en kunnen ernstig persoonlijk letsel of zelfs overlijden veroorzaken.
De printer gebruikt een netsnoer. Ontkoppel het netsnoer alvorens onderhoud aan de printer uit te voeren.
Ter vermijding van een elektrische schok:
●De printer mag alleen op geaarde stopcontacten worden aangesloten.
●Probeer niet om de droogmodules te demonteren (alleen Pacisch Azië en Japan).
●De afgesloten systeemkappen of -pluggen niet verwijderen of openen.
●Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●Struikel niet over de kabels als u achter de printer loopt.
Hittegevaar (alleen Pacisch Azië en Japan)
Het droogsubsysteem van de printer werkt met hoge temperaturen en kan bij aanraking brandwonden
veroorzaken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om persoonlijk letsel te voorkomen.
●Laat de printer afkoelen voordat u het papieruitvoergebied opent in geval van een papierstoring.
●Laat de printer afkoelen alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Brandgevaar
De inwendige onderdelen van het droogsubsysteem van de printer werken met hoge temperaturen (alleen
Pacisch Azië en Japan).
NLWWVeiligheidsmaatregelen3
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden:
●Het is de verantwoordelijkheid van de klant om te voldoen aan de printervereisten en aan de plaatselijke
elektrische regelgeving van het land waar de apparatuur wordt geïnstalleerd. Gebruik de stroomspanning
die op het typeplaatje staat vermeld.
●Gebruik alleen het netsnoer dat door HP met de printer is geleverd. Gebruik geen beschadigd netsnoer.
Gebruik het netsnoer niet met andere producten.
●Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●Mors geen vloeistof op de printer. Zorg ervoor dat na het reinigen alle componenten droog zijn voordat de
printer weer wordt gebruikt.
●Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten. Gebruik de printer
niet in een omgeving met explosiegevaar.
●Blokkeer of bedek de openingen van de printer niet.
●Probeer de droogmodules niet te demonteren of te wijzigen (alleen Pacisch Azië en Japan).
Mechanisch gevaar
De printer heeft bewegende delen die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u dicht bij de printer werkt:
●Houd kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen van de printer.
●Draag geen halskettingen, armbanden en andere hangende voorwerpen.
●Als uw haar lang is, probeer dit dan vast te zetten zodat het niet in de printer terecht kan komen.
●Zorg ervoor dat mouwen of handschoenen niet vast komen te zitten in de bewegende delen van de printer.
●Gebruik de printer niet zonder kleppen.
●Probeer niet om de snijder te demonteren: laat het onderhoud over aan gekwaliceerde
onderhoudsmedewerkers.
●Ga niet op de laden staan: de printer kan omvallen.
Gevaar van lichtstraling
Lichtstraling wordt uitgezonden vanuit het baken, kwaliteitsniveau-indicatoren, inktniveau-indicatoren,
papierlade-indicatoren en formatter-statusindicatoren. Het afgegeven licht is in overeenstemming met de eisen
van de risicogroep IEC 62471:2006: Fotobiologische veiligheid van lampen en lampsystemen. Wijzig deze
modules niet.
Gevaar van zware papier
Speciale aandacht is vereist om persoonlijk letsel te voorkomen bij het hanteren van zware papierrollen.
●Bij het hanteren van zware papierrollen kunnen meerdere personen nodig zijn. Let er op dat de rug niet te
veel wordt belast en dat letsel wordt voorkomen.
●Overweeg het gebruik van een vorkheftruck, pallettruck of ander hanteringsapparatuur.
4Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
●Draag persoonlijke beschermingsmiddelen, inclusief schoenen en handschoenen bij het hanteren van
zware papierrollen.
●Overschrijd niet het maximale gewicht van een papierrol: zie Functionele specicaties op pagina 189.
Papierrollen kunnen tot 18 kg wegen. Volg uw lokale milieu-, gezondheids- en veiligheidsaanbevelingen voor het
hanteren van zware papierrollen.
Omgaan met inkt
HP beveelt het dragen van handschoenen aan bij het hanteren van de onderhoudspatroon voor de inkt of de
afvalhouder.
Waarschuwingen
De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om een correct gebruik van de printer te
waarborgen en om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd. Volg de instructies die met deze symbolen
zijn gemarkeerd.
WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van deze richtlijnen die met dit symbool zijn gemarkeerd, kan leiden tot
ernstig letsel of overlijden.
VOORZICHTIG: Als u de instructies bij dit symbool niet opvolgt, kan dit leiden tot licht letsel of schade aan de
printer.
Waarschuwingslabels
LabelToelichting
Gevaar van elektrische schok. Verwarmingsmodules werken met
gevaarlijke spanningen. Ontkoppel het netsnoer alvorens
onderhoud uit te voeren.
VOORZICHTIG: Tweepolig. Neutrale zekering.
Voordat u begint, leest en volgt u de bedienings- en
veiligheidsinstructies.
Gevaar van pletting. Blijf uit de buurt van de bewegende
onderhoudswagen.
Dit label bevindt zich bij de toegang tot de onderhoudswagen, op de
gasveren en in de vouwer.
NLWWVeiligheidsmaatregelen5
LabelToelichting
U wordt aangeraden handschoenen te dragen bij het hanteren van
de reinigingscontainer.
Dit label bevindt zich op de reinigingscontainer en bij de toegang tot
de onderhoudswagen.
Gebruik de laden niet als trap: de printer kan uit evenwicht raken.
Dit label bevindt zich op de laden.
Raak de sterwielen niet aan: ze zijn kwetsbaar.
Dit label bevindt zich aan weerszijden van het uitvoergedeelte.
Risico van beklemd raken van vingers. Raak de rollers niet aan.
Dit label bevindt zich op de hoge capaciteits-stapelaar.
Risico van beklemd raken van vingers. Raak de tandwielen niet aan
als deze in beweging zijn.
Dit label bevindt zich op de hoge capaciteits-stapelaar.
OPMERKING: De uiteindelijke labelpositie en labelgrootte op de printer kunnen enigszins verschillen, maar
labels moeten altijd zichtbaar zijn en zich dicht bij het potentiële risicogebied bevinden.
6Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Belangrijkste onderdelen
De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer.
Vooraanzicht
1.Afdrukbalk
2.Voorpaneel
3.Inktpatronen
4.Voorste kap van de papiertoevoer
5.Lade
6.Onderhoudspatroon
Achteraanzicht
1.Uitvoermodule
2.Papieruitvoer
3.Stroomschakelaar en stekker
NLWWBelangrijkste onderdelen7
4.LAN-verbindingen
5.Reinigingscontainer
Voorpaneel
Het voorpaneel is een aanraakgevoelig scherm met een grasche gebruikersinterface dat zich aan de
rechtervoorkant van de printer bevindt. Dit kan horizontaal 360 graden draaien zodat u deze vanaf de voorkant
of de achterkant van de printer kunt gebruiken. U kunt het ook kantelen om
Het geeft u volledige controle over uw printer: vanaf het voorpaneel kunt u informatie bekijken over de printer,
printerinstellingen wijzigen, de status van de printer controleren en taken uitvoeren zoals het vervangen van
benodigdheden en kalibraties. Het voorpaneel toont berichten (waarschuwings- en foutmeldingen) wanneer dat
nodig is.
reecties te beperken.
Het bestaat uit de volgende onderdelen:
1.Een Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden van een USB-ashstation, waarmee bestanden
kunnen worden geleverd voor afdrukken of een bestemming voor gescande bestanden. Als een USB-ashstation is geplaatst, wordt er een USB-pictogram weergegeven op het startscherm van het
voorpaneel.
2.Het voorpaneel zelf: een 8 inch kleuren aanraakgevoelig scherm met een grasche gebruikersinterface;
3.Een luidspreker.
4.De Aan/uit-toets waarmee u de printer in en uit kunt schakelen, of uit de slaapstand kunt wekken. Het
lampje van de knop brandt als de printer aan staat. Het knippert wanneer de printer in de slaapstand staat.
5.Het baken, waarmee u de printerstatus en meldingen van een afstand kunt zien.
Het voorpaneel heeft een groot centraal gedeelte om dynamische informatie en pictogrammen te tonen. Aan de
linker- en rechterkant kunt u op verschillende momenten tot vier vaste pictogrammen zien. Normaal gesproken
worden deze niet allemaal op hetzelfde moment getoond.
8Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Vaste pictogrammen die u links en rechts hebt vastgezet
●Tik op het pictogram om terug te gaan naar het beginscherm.
●Tik op het pictogram om de helpfunctie voor het huidige scherm te bekijken.
●Tik op het pictogram om terug naar het vorige scherm te gaan. Hierdoor worden wijzigingen die zijn
aangebracht in het huidige scherm niet verwijderd.
●Tik op het pictogram om het huidige proces te annuleren.
Startschermen
Er zijn drie top-level-schermen waartussen u kunt navigeren door uw vinger over het scherm te schuiven of door
te tikken op de juiste knop aan de onderkant van het scherm:
●Het eerste hoofdvenster biedt directe toegang tot de belangrijke printerfuncties, afhankelijk van uw
printermodel en accessoires.
Niet-MFP-scherm
MFP-scherm
NLWWVoorpaneel9
●De volledige-app scherm toont een lijst van alle applicaties beschikbaar in de printer en de status van elk.
●Met het widget-scherm kunt u in een oogopslag supplies controleren, zoals inkt en papier, de taak die
momenteel wordt afgedrukt en de afdrukwachtrij.
Printermeldingen
De printer heeft een baken dat zich aan de bovenkant van het voorpaneel bevindt; het geeft een samenvatting
van de status van de printer die van een afstand kan worden waargenomen.
BELANGRIJK: De informatie in het baken is alleen voor functionele informatiedoelen, en is niet van belang voor
de veiligheid. Waarschuwingslabels op de printer moeten altijd gevolgd worden als de printer in gebruik is, en
gelden altijd ongeacht de statussen die door de bakenlichtjes worden aangegeven.
Wit lichtDe printer is gereed.
10Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Wit bewegend lichtDe printer drukt af of is aan het voorbereiden op afdrukken.
De printer heeft binnenkort aandacht nodig: inkt of papier is bijvoorbeeld
Geel eindlicht
Geel lampje
bijna op. Bij het afdrukken blijft het gele lampje aan de linkerkant en
verschijnt een wit bewegend licht.
De printer kan afdrukken, maar er is iets mis. Als het probleem blijft
bestaan, neem dan contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger.
Tijdens het afdrukken ziet u een geel in plaats van een wit lampje.
U kunt de bakeninstellingen wijzigen door te tikken op
bijvoorbeeld de helderheid van het baken wijzigen. U kunt ook bakenwaarschuwingen uitschakelen en alleen
echte fouten tonen.
Dimstand
Na enige tijd zonder activiteit (standaard 5 minuten) gaat de printer naar de dimstand, die de helderheid van het
voorpaneel met 25% vermindert en de helderheid van het baken met 10%. Elke activiteit, zoals het gebruik van
het voorpaneel of de aankomst van een afdruktaak, eindigt de dimstand en herstelt de normale helderheid. Na
enige tijd in de dimstand (standaard 15 minuten), gaat de printer naar de slaapstand. De perioden kunnen
worden gewijzigd vanaf het voorpaneel. Zie Slaapstand op pagina 11.
Slaapstand
Rood lampje
De printer niet kan afdrukken en heeft aandacht nodig of een belangrijk
subsysteem van de printer werkt niet.
en vervolgens op Systeem > Baken. U kunt
Slaapstand zet de printer in een verminderde energiemodus na een periode van inactiviteit en schakelt enkele
elementen uit om energie te besparen. Printerfuncties kunnen worden ingeschakeld vanuit deze modus en de
printer behoudt netwerkconnectiviteit en wordt alleen wakker als dat nodig is.
U kunt de printer op de volgende manieren uit de slaapstand laten ontwaken:
●Door te drukken op de aan/uit-knop
●Door het openen van een deur of lade
●Door een afdruktaak te verzenden
NLWWVoorpaneel11
●Door een pagina in de scanner te plaatsen (alleen MFP)
●Door het installeren of verwijderen van de stapelaar met hoge capaciteit
De printer wordt binnen enkele seconden wakker. Dit duurt korter dan bij een uitgeschakelde printer. In de
slaapmodus knippert de aan/uit-knop.
Zie voor het wijzigen van de tijd die voor de slaapmodus verstrijkt Systeemopties wijzigen op pagina 12.
Printermonitoring (met de afdrukspoeler) en printerbeheer op afstand met de HP Utility en Web JetAdmin blijven
beschikbaar tijdens de slaapstand. Sommige beheertaken op afstand bieden de optie om op afstand de printer
wakker te maken wanneer er een taak gedaan moet worden.
De taal voor het voorpaneel wijzigen
U kunt op twee manieren een andere taal voor de menu's en berichten op het front panel selecteren:
●Als u de huidige taal op het voorpaneel begrijpt, tikt u op het pictogram en vervolgens op Systeem
> Taal .
●Als u de huidige taal op het voorpaneel niet begrijpt, zet u de printer eerst uit. Druk op de aan/uit-knop om
hem in te schakelen. Zodra er pictogrammen verschijnen op het voorpaneel, tikt u op het pictogram en
vervolgens op het pictogram . Het voorpaneel bevestigt deze volgorde door de pictogrammen snel
aan en uit te zetten.
Bij beide methoden verschijnt nu het taalselectiemenu op het voorpaneel. Tik op de gewenste taal.
De beschikbare talen zijn Engels, Portugees, Spaans, Catalaans, Frans, Nederlands, Italiaans, Duits, Pools,
Russisch, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Koreaans en Japans.
Systeemopties wijzigen
U kunt verschillende opties voor het printersysteem wijzigen via het voorpaneel. Tik op en vervolgens op
Systeem.
●Datum en tijd opties om de datum en tijd van de printer te zien of in te stellen.
●Luidsprekervolume om het volume van de luidspreker van de printer te wijzigen. Selecteer Uit, Zacht of
Hard.
●Helderheid voorpaneel om de helderheid van het voorpaneeldisplay te wijzigen. De standaard helderheid is
50.
●Baken > Baken voor het wijzigen van de helderheid van het baken. Selecteer Hoog, Gemiddeld, Laag of Uit.
●Baken > Waarschuwingsmeldingen om waarschuwingen in of uit te schakelen.
●Energieopties > Slaapstand printer om de lengte te wijzigen van de periode dat de printer wacht voordat hij
in de slaapstand gaat (zie Slaapstand op pagina 11). U kunt een tijd instellen tussen 5 en 240 minuten. De
standaardtijd is 20 minuten (totale tijd inclusief 5 minuten in de dimstand).
12Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
●Eenheidselectie om de maateenheden op het voorpaneel te wijzigen. Selecteer Engels of Metrisch.
Maateenheden zijn standaard ingesteld op Metrisch.
●Fabrieksinstellingen herstellen om de printerinstellingen terug te zetten naar de oorspronkelijke
fabriekswaarden. Met deze optie worden alle printerinstellingen hersteld, behalve de Gigabit Ethernet- en
de papiervoorinstellingen.
Hulpprogramma van HP
Met de HP Utility kunt u uw printer beheren vanaf een computer met een TCP/IP-verbinding.
OPMERKING: De HP Utility bij Mac OS X en de HP DesignJet Utility bij Windows hebben gelijksoortige functies en
worden soms in deze gids ook wel beiden de HP Utility genoemd.
●In Windows start u de HP DesignJet Utility met het pictogram op de taakbalk of via Start > Alle
programma's
gestart en ziet u de HP DesignJet-printers die zijn geïnstalleerd op uw computer. Wanneer u de HP
DesignJet Utility voor de eerste keer opent kan een automatische update worden gestart met verbeterde
functionaliteit. Het wordt aangeraden om deze te accepteren.
●In Mac OS X start u de HP Utility via de snelkoppeling op de Dock, of door op Toepassingen > HP > HP Utility
te klikken. Hierdoor wordt de HP Utility gestart en ziet u de printers die zijn geïnstalleerd op uw computer.
> HP > HP DesignJet Utility > HP DesignJet Utility. Hierdoor wordt de HP DesignJet Utility
Wanneer u uw printer selecteert in het linker deelvenster, is alles in het rechter deelvenster speciek voor
die printer.
Geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver is een webserver die in de printer actief is. U kunt deze gebruiken om
printerinformatie te verkrijgen, instellingen en voorinstellingen te beheren, nieuwe rmware te uploaden en
problemen op te lossen. Onderhoudstechnici kunnen het gebruiken om interne gegevens op te halen waarmee
ze printerproblemen kunnen vaststellen.
NLWWHulpprogramma van HP13
U kunt de geïntegreerde webserver op afstand openen via een gewone webbrowser die op een computer
aanwezig is.
De volgende browsers zijn getest op compatibiliteit met de geïntegreerde webserver:
●Internet Explorer 8 of nieuwer voor Windows 7 en nieuwer
●Apple Safari 6 voor Mac OS X 10.8 en later
●Mozilla Firefox 36 en hoger
●Google Chrome 41 of later
Noteer het IP-adres van uw printer, dat u ziet op het voorpaneel door te tikken op het pictogram en
vervolgens op Netwerk.
Wanneer u de geïntegreerde webserver op een willekeurige computer wilt gebruiken, opent u de webbrowser en
typt u het IP-adres van de printer in de adresbalk van de browser.
Op het venster van de geïntegreerde webserver worden vijf afzonderlijke tabbladen getoond. Met een knop aan
de bovenkant van iedere pagina verkrijgt u toegang tot online hulp.
De geïntegreerde webserver werkt in de volgende talen: Engels, Portugees, Spaans, Catalaans, Frans,
Nederlands, Italiaans, Duits, Pools, Russisch, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Koreaans en Japans.
De server gebruikt de taal die u opgeeft in de webbrowseropties. Als u een niet-ondersteunde taal hebt
opgegeven, wordt het Engels geselecteerd.
Als u een andere taal wilt selecteren, moet u de taalinstelling in uw webbrowser wijzigen. Als u bijvoorbeeld
Chrome gebruikt, klikt u op Instellingen > Taal (in de weergave geavanceerde instellingen). Zorg ervoor dat de
gewenste taal bovenaan staat in de lijst van het dialoogvenster. Als u Internet Explorer versie 8 gebruikt, gaat u
naar het menu Extra en klikt u op Internet-opties > Talen. Controleer of de taal die u wilt gebruiken, boven aan de
lijst in het dialoogvenster staat.
Sluit de webbrowser en open deze opnieuw om de wijziging door te voeren.
14Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
In- en uitschakelen van printer
De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen, is met de aan/uit-knop op het front
panel.
Als u echter van plan bent om de printer voor langere tijd op te bergen of als de aan/uit-knop niet werkt, raden
we u aan de stroom uit te schakelen met de aan/uit-knop aan de achterkant.
U schakelt deze weer in via de Aan-uitschakelaar aan de achterkant.
Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de afdrukbalk ongeveer
drie minuten. Het gereedmaken van de afdrukbalk duurt ongeveer 75 seconden. Als de printer echter twee
weken of langer heeft uitgestaan, dan kan het voorbereiden van de afdrukbalk zeven minuten duren, plus
dertien minuten in het geval van printkopherstel.
Zie ook Slaapstand op pagina 11.
NLWWIn- en uitschakelen van printer15
Interne afdrukken
De interne afdrukken bieden verschillende soorten informatie over de printer. Ze kunnen op het voorpaneel
worden opgevraagd.
Controleer voordat u een interne print opvraagt of de printer en het papier klaar zijn om af te drukken.
●Het geladen papier moet ten minste 420 mm (16.53 in) (liggende A3) breed zijn, anders wordt de afdruk
mogelijk afgesneden.
●Het voorpaneel moet het bericht Gereed weergeven.
Als u een interne afdruk wilt maken, tikt u op het pictogram , vervolgens gaat u naar Interne afdrukken en
tikt u hierop en selecteert u het gewenste type interne afdruk. De volgende interne afdrukken zijn beschikbaar:
●Demo-afdrukken geven een aantal eigenschappen van de printer weer
–Illustratiedemo afdrukken
–Renderingsdemo afdrukken
–GIS-kaart afdrukken
●Afdrukken met gebruikersinformatie
–gebruiksrapport toont schattingen van het totale aantal afdrukken, aantal afdrukken per papiertype,
aantal afdrukken per printkwaliteitoptie, aantal scans, en de totale hoeveelheid inktgebruik per kleur
(de nauwkeurigheid van deze schattingen kan niet worden gegarandeerd)
–HP-GL/2-palet geeft de kleur- of grijstintdenities in het momenteel geselecteerde kleurenpalet weer
–PostScript-lettertypelijst geeft beschikbare PostScript-lettertypen weer (alleen PostScript-printers)
–Vouwpatroon afdrukken
●Afdrukken met service-informatie
–Huidige afdrukinformatie
–Printerverbruikgegevens
–Printerlogbestand
–Afdrukkalibratiestatus
–Afdrukconnectiviteitconguratie
–Alle pagina's afdrukken (drukt alle bovenstaande rapporten af)
●Uitvoer bestemming afdrukken
–Test afdrukken op vouwer om uitlijning te controleren
–Test afdrukken op de stapelaar om uitlijning te testen
16Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
De printer voorbereiden
De printer met het netwerk verbinden
De printer kan zichzelf voor de meeste netwerken congureren op een manier die vergelijkbaar is met elke
andere computer op hetzelfde netwerk. De eerste keer dat u verbinding maakt kan het proces enkele minuten in
beslag nemen.
Zodra de printer een werkende netwerkconguratie heeft, kunt u het netwerkadres controleren vanaf het
voorpaneel: tik op het pictogram .
TIP: Noteer de netwerknaam van de printer en het IP-adres, omdat u deze nodig kunt hebben tijdens het
instellen of bij het verbinden van de Windows- of Mac OS-clients.
Netwerkconguratie bijwerken
Om de huidige netwerkconguratie te wijzigen, gaat u naar het voorpaneel en tikt u op het pictogram ,
vervolgens op het pictogram
nodig) om de instellingen handmatig aan te passen. Dit kan ook worden gedaan op afstand met de
geïntegreerde webserver.
Zie voor de volledige details van de beschikbare verbindingsinstellingen Netwerken op pagina 85.
Als u de printernetwerkinstellingen per ongeluk verkeerd congureert, kunt deze herstellen naar de
fabriekswaarden vanuit het voorpaneel: tik op het pictogram
pictogram
Hierdoor wordt automatisch een werkende
printerinstellingen blijven onveranderd.
en ten slotte op Fabrieksinstellingen herstellen. Vervolgens moet u de printer opnieuw opstarten.
en daarna op Gigabit Ethernet. Van hieruit is het mogelijk (maar niet altijd
, vervolgens op , daarna op het
netwerkconguratie voor de meeste netwerken verstrekt. De overige
Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Windows)
De volgende instructies zijn van toepassing indien u van plan bent met een printerstuurprogramma af te drukken
vanuit softwaretoepassingen. Zie Het verzenden van een taak om af te drukken op pagina 96 voor alternatieve
manieren van afdrukken.
NLWWDe printer voorbereiden17
Controleer de apparatuur voordat u begint:
●De printer moet zijn gecongureerd en ingeschakeld.
●De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken.
●De printer en de computer moeten zijn aangesloten op het netwerk (zie De printer met het netwerk
verbinden op pagina 17).
U kunt nu de printersoftware installeren en de printer verbinden.
Installatie van printersoftware
1.Noteer de hostnaam en het IP-adres van de printer vanaf het voorpaneel (zie Geïntegreerde webserver
op pagina 13).
2.Download de printersoftware op de website van HP via http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/
drivers.
3.Selecteer Windows of Mac OS X-software en kies welke specieke software u wilt installeren (standaard:
alles).
4.Zodra het bestand is gedownload opent u het en volgt u de stappen op het scherm.
Als uw computer geen printers vindt op het netwerk, dan wordt het venster Printer niet gevonden getoond,
waarmee u wordt geholpen uw printer te vinden. Indien er een rewall actief is, moet u deze mogelijk tijdelijk
uitschakelen zodat de printer gevonden kan worden. U hebt ook de optie om de printer te zoeken op hostnaam,
IP-adres of MAC-adres.
De printersoftware verwijderen (Windows)
Gebruik het bedieningspaneel om de software te verwijderen, op dezelfde wijze als dat u elke andere software
kunt verwijderen.
Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Mac OS X)
U kunt de printer op de volgende manieren verbinden met een Mac OS X-netwerk:
●Bonjour
●TCP/IP
OPMERKING: De printer biedt geen ondersteuning voor AppleTalk.
De volgende instructies zijn van toepassing indien u van plan bent met een printerstuurprogramma af te drukken
vanuit softwaretoepassingen. Zie Het verzenden van een taak om af te drukken op pagina 96 voor alternatieve
manieren van afdrukken.
Controleer de apparatuur voordat u begint:
●De printer moet zijn gecongureerd en ingeschakeld.
●De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken.
●De printer en de computer moeten zijn aangesloten op het netwerk (zie De printer met het netwerk
verbinden op pagina 17).
U kunt nu de printersoftware installeren en de printer verbinden.
18Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
1.Ga naar het voorpaneel en tik op het pictogram . Noteer de mDNS-servicenaam van uw printer.
2.Open het installatiepakket vanaf de website van HP: http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/
drivers. Selecteer uw printer in de lijst als hierom wordt gevraagd.
3.Wanneer het venster PageWide Printer op uw scherm verschijnt, klik dan op Software en stuurprogramma's
en vervolgens op Installeren.
4.Selecteer Windows of Mac OS X-software en kies welke specieke software u wilt installeren (standaard:
alles).
5.Wanneer de software is geïnstalleerd, wordt de HP Utility automatisch gestart om een verbinding met de
printer in te stellen. Volg de instructies op het scherm.
6.Zoek in het scherm Installatie-assistent naar de mDNS-servicenaam van uw printer (die u in stap 1 heeft
genoteerd) in de kolom Printernaam.
●Als u de juiste naam vindt, scrolt u opzij indien nodig om de kolom Verbindingstype te zien en
controleert u of er Bonjour staat. Markeer vervolgens deze regel. Ga anders door met zoeken in de
lijst.
●Als u uw printernaam niet kunt vinden, klikt u op Doorgaan en stelt u deze later handmatig in bij
Systeemvoorkeuren.
Klik op Doorgaan.
7.Volg verder de instructies op het scherm.
De printersoftware verwijderen (Mac OS X)
Tijdens de vorige stap van de installatie hebt u de optie voor het installeren van de toepassing
verwijderingsprogramma van HP in uw systeem. Dit hoort beschikbaar te zijn onder HP in de map Toepassingen
van het systeem.
BELANGRIJK: Het verwijderingsprogramma van HP zal alle HP software van uw systeem verwijderen.
Om alleen de afdrukwachtrij te verwijderen, selecteert u het dialoogvenster Afdrukken en scannen in
systeemvoorkeuren. Klik op de naam van de printer en vervolgens op de knop –.
Uw connectiviteit congureren
Door de connectiviteit te congureren, kunt u afdrukken vanuit uw lokale netwerk, uw printer up-to-date te
houden en toegang tot extra printerservices krijgen. Denk eraan om de netwerkkabel met de printer te
verbinden.
Accepteer de connectiviteitsovereenkomst en instellingen om:
●automatisch rmware-updates te ontvangen
●mee te doen aan het klantbetrokkenheidsprogramma
●extra printer services in te schakelen
Een netwerkverbinding is vereist, zodat de printer zijn eigen connectivity kan testen. Congureren en problemen
oplossen met de connectiviteit van de printer en gebruik maken van de verbinding met uw printer.
NLWWDe printer voorbereiden19
Als u deel uitmaakt van de HP Partner Link 'betalen op basis van gebruik'-service, denk er dan aan om naar de
app Connectiviteit te gaan en op Printerservices > Nieuwe service registreren te tikken om de printerservice te
registreren.
Tijdens de aanvankelijke printerconguratie wordt u gevraagd of u deze services wilt inschakelen. Die beslissing
kunt u later wijzigen door te tikken op het pictogram en vervolgens op Connectiviteit >
Connectiviteitsovereenkomst terugzetten.
Daarnaast kan elke service afzonderlijk worden ingeschakeld of uitgeschakeld zoals hieronder beschreven.
Controleer de verbinding van de printer naar HP
U kunt controleren of de printer verbinding kan maken met HP services door te tikken op het pictogram
en vervolgens op het pictogram en de status daar te controleren.
Als er een probleem is met het maken van verbinding met HP, krijgt u met een beschrijving van het probleem en
een paar mogelijke oplossingen.
Congureer het Klantbetrokkenheidsprogramma en andere Printerservices
U kunt de status van uw Klantbetrokkenheidsprogramma controleren door te tikken op het pictogram en
vervolgens op het pictogram .
Tik op Alle verbindingen testen om de verbinding met HP, het Klantbetrokkenheidsprogramma en andere online
afdrukdiensten te testen. Als een probleem is gedetecteerd, krijgt u een beschrijving van het probleem en een
aantal mogelijke oplossingen.
Afdrukken per e-mail via HP Connected congureren
Met de service HP Connected kunt u gemakkelijk taken naar uw printer verzenden door deze aan een emailbericht toe te voegen.
U moet de 'Connectiviteitsovereenkomst' accepteren om HP Connected te kunnen gebruiken. U kunt die
beslissing later wijzigen door te tikken op het pictogram
en vervolgens op Connectiviteit >
Connectiviteitsovereenkomst terugzetten.
20Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Om de conguratie van afdrukken per e-mail te congureren, tikt u op het pictogram en vervolgens op
het pictogram , waarna de unieke printercode van de printer en het e-mailadres dat kan worden gebruikt om
taken naar de printer te versturen, worden weergegeven. U moet ook http://www.hpconnected.com bezoeken
om u en uw printer (met de printercode) te registreren.
Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek van het HP Connected-scherm om toegang te krijgen tot de
volgende opties:
●
Connectiviteitsmenu van HP Connected: u kunt HP Connected voor deze printer in- of uitschakelen, of deze
volledig uit de service HP Connected verwijderen.
●Printercode: u kunt de printercode laten weergeven of hernieuwen.
●E-mailadres: u kunt het e-mailadres van de printer laten weergeven.
●HP Connected-taken: u kunt ervoor kiezen of taken die per e-mail worden ontvangen direct worden
afgedrukt (de standaardoptie) of in de wachtrij worden gezet.
●HP Connected-instellingen herstellen: u kunt HP Connected-instellingen naar hun standaardwaarden
terugzetten.
Firmware-updates congureren
Vanuit de geïntegreerde webserver of vanuit het voorpaneel kunt u kiezen of en hoe rmware-updates worden
gedownload.
OPMERKING: Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moeten deze instellingen worden veranderd.
●In de geïntegreerde webserver: klik op Instellen > Firmware-update.
●Via het voorpaneel: tik op het pictogram , vervolgens op het pictogram en daarna op het
pictogram .
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
●Controleren: als u Automatisch selecteert (de standaardinstelling), controleert de printer automatisch elke
week (of wanneer de printer zeven keer opnieuw is opgestart, als dat eerder is) of er nieuwe rmware
beschikbaar is. Als u Handmatig selecteert, controleert de printer niet automatisch; u kunt op elk moment
handmatig controleren.
●Download: als u Automatisch selecteert (de standaardinstelling), downloadt de printer automatisch nieuwe
rmware wanneer deze beschikbaar komt. Als u Handmatig selecteert, wordt u gevraagd om elke
download goed te keuren.
OPMERKING: Het downloaden van de rmware betekent niet dat dit op de printer is geïnstalleerd. Om de
nieuwe rmware te installeren, moet u de installatie eerst handmatig bevestigen.
●Geschiedenis rmware-update: hiermee drukt u een lijst af met rmwareversies die op de printer zijn
geïnstalleerd. Het is meestal mogelijk om de versie direct voorafgaand aan de versie die momenteel wordt
geïnstalleerd, te installeren als u problemen hebt met de huidige versie.
NLWWDe printer voorbereiden21
Congureer een scannen-naar-netwerk- of scannen-naar-FTP-map (alleen MFP)
Een gescande afbeelding kan worden opgeslagen op een USB-ashstation in een netwerkmap of een FTP-map.
De optie USB-ashstation vereist geen voorbereiding, maar de andere opties functioneren alleen wanneer deze
op de volgende manier zijn ingesteld.
OPMERKING: De printer krijgt toegang tot gedeelde naar-netwerk-scannen mappen (zoals een client) via
NTLMv1- en NHLMv2-vericatie. Scan-naar-FTP-map vericatie gebruikt leesbare tekst. Daarom heeft Scannaar-netwerk de voorkeur vanwege veiligheidsredenen.
Conguratie van de server voor scannen-naar-netwerkmap
1.Maak een map op een computer waartoe de scanner via het netwerk toegang heeft. Zie Voorbeeld: een
scan-naar-netwerkmap maken onder Windows op pagina 24 of Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap
maken onder Mac OS op pagina 25.
2.Maak een gebruikersaccount op dezelfde computer voor de printer.
3.Wijzig de opties voor het delen van de map zodat deze wordt gedeeld met de 'scannergebruiker', en wijs
volledige controle over de map toe aan de betreende gebruiker.
4.Maak een share-naam voor de map.
Conguratie van de server voor scannen-naar-FTP-map
1.Maak een map op een FTP-server.
2.Zorg ervoor dat u de servernaam kent, de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de FTP-server.
BELANGRIJK: U moet de bovenstaande stappen voor één optie voltooien voordat u de resterende stappen
hieronder kunt uitvoeren.
Conguratie in de geïntegreerde webserver
1.In de geïntegreerde webserver van de printer klikt u op het tabblad Instellen en vervolgens op Scannen
naar netwerk. Zie Geïntegreerde webserver op pagina 13.
U kunt ook in de HP Utility op het tabblad Instellingen klikken en vervolgens op Scannen naar netwerk. Zie
Hulpprogramma van HP op pagina 13.
2.Op de pagina Scannen naar netwerk klikt u op Netwerkmap toevoegen en vult u de verschillende velden in.
22Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
●Protocol kan FTP of CIFS zijn (scan-naar-netwerk).
●Type map kan openbaar of privé zijn. Het type map wordt zowel in de geïntegreerde webserver als op
het voorpaneel weergegeven door middel van een pictogram. Wanneer u een persoonlijke map
selecteert, moet u een wachtwoord invoeren op het voorpaneel.
●Aliasnaam wordt weergegeven op het voorpaneel wanneer u de scanbestemming kiest. Deze kan
afwijken van de netwerk- of FTP-mapnaam.
●Stel deze netwerkbestemming in als standaard. Als u HP SmartStream hebt geïnstalleerd, verschijnt
de optie voor het instellen als een bestemming.
●Servernaam moet de netwerknaam van de externe computer bevatten.
●Mapnaam moet de sharenaam van de map bevatten.
●Gebruikersnaam moet de naam van de 'scannergebruiker' bevatten.
●Gebruikerswachtwoord moet het wachtwoord van de 'scannergebruiker' bevatten.
●Domeinnaam moet de naam van het domein bevatten waarin de gebruikersnaam bestaat. Als de
'scannergebruiker' niet tot een domein behoort, laat u dit veld leeg.
De server- en mapnamen worden gebruikt om verbinding te maken met de gedeelde map, door op de
volgende manier een pad te maken naar de netwerkmap: \\servernaam\mapnaam
Voor een netwerkmap voert u de naam of het IP-adres in van de externe computer, de naam van de
gedeelde map en de gebruikersnaam en het wachtwoord van de 'scannergebruiker' die u al heeft gemaakt
op de externe computer. Laat het gebruikersdomein-veld leeg, tenzij de gebruiker lid is van een Windowsdomein. Als de gebruiker alleen een lokale gebruiker is van de externe computer, laat u het veld leeg. Het is
alleen mogelijk de naam (in plaats van het IP-adres) in het veld Servernaam te gebruiken als de gedeelde
map zich op een Windows-computer in hetzelfde lokale netwerk bevindt.
Voor een FTP-map, voert u de servernaam, mapnaam, gebruikersnaam en het wachtwoord in. Laat het
gebruikersdomein leeg.
3.Klik op Toevoegen om de conguratie op te slaan.
OPMERKING: Als het product reeds is gecongureerd voor scannen naar het netwerk en u wilt nu een
andere gedeelde map gebruiken, klik dan op Wijzigen.
4.De printer controleert automatisch of er toegang is tot de netwerkmap. Zo niet, zie Geen toegang tot de
netwerkmap of HP Smartstream (indien als accessoire geïnstalleerd) op pagina 134.
U kunt later op elk gewent moment controleren of de gedeelde map nog altijd toegankelijk is, door te
klikken op Controleren in de geïntegreerde webserver. Een correct gecongureerde gedeelde map kan
ontoegankelijk worden als het gebruikerswachtwoord wordt gewijzigd, of als de gedeelde map wordt
verplaatst of verwijderd.
NLWWDe printer voorbereiden23
Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap maken onder Windows
1.Maak een nieuwe gebruikersaccount voor de 'scannergebruiker' op de externe computer. U kunt voor dit
doel een bestaande gebruikersaccount gebruiken, maar dit wordt niet aangeraden.
2.Maak een nieuwe map op de externe computer, tenzij u een bestaande map wilt gebruiken.
3.Klik met de rechtermuisknop op de map en klik vervolgens op Eigenschappen.
4.Klik op het tabblad Delen op de knop Geavanceerd delen.
5.Schakel het vakje Deze map delen in.
24Hoofdstuk 1 InleidingNLWW
Loading...
+ 175 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.