HP LaserJet P1560, LaserJet P1600 User's Guide [nl]

HP LASERJET PROFESSIONAL P1560 en P1600
Printer serie
Gebruikershandleiding
www.hp.com/support/ljp1560series www.hp.com/support/ljp1600series
HP LaserJet Professional P1560 en P1600 printer serie
Copyright en licentie
© 2011 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht.
Handelsmerken
®
, Acrobat® en PostScript® zijn
Adobe handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen/regio's.
De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en services van HP wordt uiteengezet in de garantieverklaring die bij dergelijke producten en services wordt geleverd. Niets in deze verklaring mag worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in deze verklaring.
Onderdeelnummer: CE663-90964
Edition 1, 3/2011
Microsoft®, Windows®, Windows® XP en Windows Vista® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-logo zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde merken.
Symbolen in deze handleiding
TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen.
OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of
uitleg van een taak.
VOORZICHTIG: Met ´Let op´ worden procedures aangegeven die worden aanbevolen om te
voorkomen dat er gegevens verloren gaan of dat het product wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Door waarschuwingen wordt u op speciale procedures gewezen waardoor
persoonlijk letsel, desastreus verlies van gegevens of ernstige beschadiging aan het product kan worden voorkomen.
NLWW iii
iv Symbolen in deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave
1 Basisinformatie over het apparaat .................................................................................... 1
Productvergelijking ................................................................................................................... 2
Milieuvriendelijke functies ......................................................................................................... 3
Voorzieningen van het product .................................................................................................. 4
Productaanzichten .................................................................................................................... 6
Voor- en linkeraanzicht .............................................................................................. 6
Achteraanzicht ......................................................................................................... 7
Locatie van serie- en modelnummer ............................................................................. 7
Indeling bedieningspaneel ......................................................................................... 8
2 Software voor Windows ................................................................................................... 9
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ...................................................................... 10
Ondersteunde printerstuurprogramma's voor Windows ............................................................... 11
Selecteer het juiste printerstuurprogramma voor Windows ........................................................... 12
HP Universal Print Driver (UPD) ................................................................................. 12
Prioriteit van afdrukinstellingen ................................................................................................ 13
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ............................................................ 14
Software verwijderen voor Windows ........................................................................................ 15
Gebruik het hulpprogramma voor het ongedaan maken van de installatie om de
Windows-software te verwijderen ............................................................................. 15
Gebruik het Configuratiescherm van Windows voor het verwijderen van software .......... 15
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ........................................................................ 16
HP Web Jetadmin ................................................................................................... 16
Geïntegreerde HP webserver .................................................................................... 16
3 Het product gebruiken op de Mac ................................................................................... 17
Software voor Mac ................................................................................................................ 18
Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh ...................................................... 18
Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh .............................................................. 18
Software voor Mac verwijderen ................................................................................ 18
Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac .................................................................. 18
NLWW v
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh ............................................ 19
Software voor Mac .................................................................................................. 19
HP Printer-hulpprogramma voor Mac .......................................................... 19
Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac ................................................................ 19
Geïntegreerde HP webserver ..................................................................... 19
Afdrukken met Mac ................................................................................................................ 21
Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh ............................... 21
Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat ..... 21
Een omslagblad afdrukken ....................................................................................... 21
Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh ...................................... 22
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Mac .................................................................. 22
Automatisch ............................................................................................. 22
Handmatig .............................................................................................. 23
4 Sluit het product aan ...................................................................................................... 25
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen ................................................................................. 26
Disclaimer voor printer delen .................................................................................... 26
Aansluiten met USB ................................................................................................................ 27
Het product installeren met HP Smart Install ................................................................ 27
Cd-installatie .......................................................................................................... 27
Op een netwerk aansluiten ...................................................................................................... 28
Ondersteunde netwerkprotocollen ............................................................................. 28
Installeer het product op een bekabeld netwerk .......................................................... 28
Netwerkinstellingen configureren .............................................................................. 29
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ................................................. 29
Het netwerkwachtwoord instellen of wijzigen ............................................... 30
IP-adres ................................................................................................... 30
Instellingen voor de koppelingssnelheid en duplex ........................................ 30
5 Papier en afdrukmateriaal ............................................................................................. 31
Het gebruik van papier en afdrukmateriaal ............................................................................... 32
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal .................................................................... 33
De printerdriver wijzigen om de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in te stellen .............. 34
Ondersteunde papierformaten ................................................................................................. 35
Ondersteunde papiersoorten ................................................................................................... 37
Lade- en bakcapaciteit ............................................................................................................ 38
Papierinvoerladen laden ......................................................................................................... 39
Voorrangsinvoersleuf ............................................................................................... 39
Hoofdinvoerlade ..................................................................................................... 39
Afdrukstand voor het vullen van laden ....................................................................... 39
vi NLWW
6 Afdruktaken ................................................................................................................... 41
Afdruktaak annuleren ............................................................................................................. 42
De huidige afdruktaak afbreken via het bedieningspaneel ........................................... 42
Een afdruktaak afbreken vanuit het programma .......................................................... 42
Afdrukken met Windows ......................................................................................................... 43
Open het printerstuurprogramma voor Windows ........................................................ 43
Ondersteuning vragen bij een afdrukoptie met Windows ............................................. 43
Aantal kopieën voor de huidige taak wijzigen met Windows ....................................... 43
Gekleurde tekst als zwart printen met Windows .......................................................... 43
Uw aangepaste instellingen voor afdrukken opslaan met Windows ............................... 44
Een snelinstelling voor afdruktaak gebruiken ................................................ 44
Een aangepaste snelinstelling voor afdruktaak maken ................................... 44
Afdrukkwaliteit onder Windows verbeteren ................................................................ 44
Een papierformaat selecteren ..................................................................... 44
Een aangepast papierformaat selecteren ...................................... 44
Een papiersoort selecteren ......................................................................... 45
Selecteer de afdrukresolutie ....................................................................... 45
De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken met Windows ........................... 45
Een document aanpassen aan paginagrootte met Windows ......................................... 45
Een watermerk aan een document toevoegen met Windows ......................................... 46
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows ........................................................... 46
Automatisch ............................................................................................. 46
Handmatig .............................................................................................. 47
Een brochure maken met Windows ........................................................................... 48
Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows .................................................... 48
De standaardafdrukstand selecteren met Windows ...................................................... 49
HP ePrint gebruiken ................................................................................................. 49
HP Cloud Print gebruiken .......................................................................... 49
AirPrint gebruiken .................................................................................... 50
7 Beheer en onderhoud ..................................................................................................... 53
Druk informatiepagina's af ...................................................................................................... 54
Configuratiepagina ................................................................................................. 54
Statuspagina printerbenodigdheden .......................................................................... 54
Demopagina .......................................................................................................... 55
Werken met de geïntegreerde HP webserver ............................................................................. 56
De geïntegreerde webserver openen ......................................................................... 56
Secties van de geïntegreerde webserver .................................................................... 57
Tabblad Informatie ................................................................................... 57
Tabblad Instellingen ................................................................................. 57
Tabblad Netwerk ..................................................................................... 57
NLWW vii
Het tabblad HP Smart Install ...................................................................... 57
Koppelingen ............................................................................................ 57
Eco-instellingen ...................................................................................................................... 59
EconoMode ............................................................................................................ 59
Auto-uit-modus ........................................................................................................ 59
Instellingen voor de stille modus ............................................................................................... 61
Benodigdheden en accessoires beheren ................................................................................... 62
Printcartridges beheren ............................................................................................ 62
Opslag van printcartridges ........................................................................ 62
Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn ................ 62
HP fraudehotline en -website ...................................................................... 62
Benodigdheden recyclen ........................................................................... 62
Instructies voor vervanging ....................................................................................... 63
Toner opnieuw verdelen ............................................................................ 63
Printcartridge vervangen ........................................................................... 64
De transportrol vervangen ......................................................................... 66
Het scheidingskussen vervangen ................................................................ 69
Het product reinigen ............................................................................................................... 72
Transportrol reinigen ............................................................................................... 72
De papierbaan reinigen ........................................................................................... 73
Gebied rondom de printcartridge reinigen ................................................................. 73
De buitenkant reinigen ............................................................................................. 75
Productupdates ...................................................................................................................... 76
Firmware-updates .................................................................................................... 76
8 Problemen oplossen ....................................................................................................... 77
Algemene problemen oplossen ................................................................................................ 78
Controlelijst voor het oplossen van problemen ............................................................ 78
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ............................................... 79
Fabrieksinstellingen herstellen .................................................................................................. 80
Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel ......................................................................... 81
Storingen verhelpen ............................................................................................................... 86
Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen ........................................................ 86
Storingslocaties ....................................................................................................... 86
Vastgelopen papier uit de uitvoerladen verwijderen .................................................... 87
Papierstoringen in de duplexeenheid verhelpen .......................................................... 89
Vastgelopen papier uit uitvoergebieden verwijderen .................................................... 91
Papierstoringen opheffen in het inwendige van het product .......................................... 92
Herhaaldelijke papierstoringen oplossen .................................................................... 94
Wijzig de instelling voor herstel bij papierstoring ........................................................ 95
Problemen met de papierverwerking oplossen ........................................................................... 96
viii NLWW
Problemen met afbeeldingskwaliteit oplossen ............................................................................. 98
Voorbeelden van afdrukproblemen ............................................................................ 98
Lichte of vervaagde afdrukken ................................................................... 98
Tonerspatten ............................................................................................ 98
Weggevallen gedeelten ............................................................................ 99
Verticale strepen ...................................................................................... 99
Grijze achtergrond ................................................................................... 99
Tonervegen ........................................................................................... 100
Losse toner ............................................................................................ 100
Steeds terugkerende verticale defecten ...................................................... 100
Vervormde lettertekens ............................................................................ 101
Scheef afgedrukte pagina ....................................................................... 101
Gekrulde of golvende tekens ................................................................... 101
Kreukels of vouwen ................................................................................ 102
Toner uitgesmeerd rond letters ................................................................. 102
Vocht .................................................................................................... 103
Afbeeldingskwaliteit optimaliseren en verbeteren ...................................................... 104
Afdrukdichtheid vervangen ...................................................................... 104
Prestatieproblemen oplossen .................................................................................................. 105
Verbindingsproblemen oplossen ............................................................................................ 106
Problemen met rechtstreekse verbindingen oplossen .................................................. 106
Netwerkproblemen oplossen .................................................................................. 106
Softwareproblemen oplossen ................................................................................................. 108
Algemene Windows-problemen oplossen ................................................................ 108
Enkele veel voorkomende problemen met Macintosh oplossen .................................... 109
Bijlage A Benodigdheden en accessoires .......................................................................... 113
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen .............................................................. 114
Onderdeelnummers .............................................................................................................. 115
Accessoires voor papierverwerking ......................................................................... 115
Printcartridges ....................................................................................................... 115
Kabels en interfaces .............................................................................................. 115
Bijlage B Service en ondersteuning .................................................................................. 117
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ..................................................................... 118
De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJet-
printcartridge ...................................................................................................................... 120
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ............................................................................... 121
Garantieservice voor reparaties door de klant ......................................................................... 124
Klantondersteuning ............................................................................................................... 125
Het product opnieuw verpakken ............................................................................................ 126
NLWW ix
Bijlage C Specificaties ...................................................................................................... 127
Fysieke specificaties ............................................................................................................. 128
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ............................................. 129
Omgevingsspecificaties ........................................................................................................ 129
Bijlage D Overheidsinformatie ......................................................................................... 131
FCC-voorschriften ................................................................................................................. 132
Milieuvriendelijke producten .................................................................................................. 133
Milieubescherming ................................................................................................ 133
Ozonproductie ..................................................................................................... 133
Lager energieverbruik ............................................................................................ 133
Tonerverbruik ....................................................................................................... 133
Papierverbruik ...................................................................................................... 133
Plastic onderdelen ................................................................................................. 133
Afdrukbenodigdheden voor HP LaserJet ................................................................... 134
Instructies voor retourneren en recyclen .................................................................... 134
Verenigde Staten en Puerto Rico .............................................................. 134
Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge) ................ 134
Enkele retourzendingen ............................................................ 134
Verzenden .............................................................................. 135
Inzameling buiten de V.S. ....................................................................... 135
Papier .................................................................................................................. 135
Materiaalbeperkingen ........................................................................................... 135
Voorschriften voor het afdanken van apparaten voor privé-huishoudens in de Europese
Unie .................................................................................................................... 135
Chemische stoffen ................................................................................................. 136
Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ...................................................... 136
Meer informatie .................................................................................................... 136
Conformiteitsverklaring ......................................................................................................... 137
Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................ 138
Laserverklaring ..................................................................................................... 138
Canadese DOC-voorschriften ................................................................................. 138
VCCI-verklaring (Japan) ......................................................................................... 138
Instructies voor netsnoer ......................................................................................... 138
Netsnoerverklaring (Japan) ..................................................................................... 138
EMC-verklaring (Korea) .......................................................................................... 139
Laserverklaring voor Finland ................................................................................... 140
GS-verklaring (Duitsland) ........................................................................................ 140
Tabel met chemicaliën (China) ................................................................................ 141
Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) ...................... 141
x NLWW
Index ............................................................................................................................... 143
NLWW xi
xii NLWW

1 Basisinformatie over het apparaat

Productvergelijking
Milieuvriendelijke functies
Voorzieningen van het product
Productaanzichten
NLWW 1

Productvergelijking

HP LaserJet Professional P1560 printer serie HP LaserJet Professional P1600 printer serie
Snelheid: 22 A4-pagina's per minuut (ppm), Letter-
formaat 23 ppm
Laden: Voorrangsinvoersleuf (10 vellen) en een hoofdinvoerlade (250 vellen)
Uitvoerbak: 125 vellen
Aansluitingen: USB 2.0-poort voor hoge snelheid
Tweezijdig afdrukken: Handmatig dubbelzijdig
afdrukken (doormiddel van het printerstuurprogramma en de knop Start
op het bedieningspaneel)
Snelheid: 25 A4 ppm, Letter-formaat 26 ppm
Laden: Voorrangsinvoersleuf (10 vellen) en een hoofdinvoerlade (250 vellen)
Uitvoerbak: 125 vellen
Aansluitingen: USB 2.0-poort voor hoge snelheid en ingebouwde netwerkfunctionaliteit
Tweezijdig afdrukken: Automatisch dubbelzijdig
afdrukken
2 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW

Milieuvriendelijke functies

Duplex Bespaar papier door dubbelzijdig afdrukken als de standaardinstelling voor afdruktaken te
gebruiken.
De HP LaserJet Professional P1560 printer serie ondersteunt handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
De HP LaserJet Professional P1600 printer serie ondersteunt automatisch en handmatig
dubbelzijdig afdrukken.
Recycling Verminder afval door gerecycled papier te gebruiken.
Recycle printcartridges via de procedure voor retourzending van HP.
Energiebesparing Bespaar energie door de modus Auto-Off van het product in te schakelen.
HP Smart Web Printing Gebruik HP Smart Web Printing om tekst en afbeeldingen te selecteren, op te slaan en te
organiseren van meerdere webpagina's. Druk vervolgens exact af wat u op uw scherm ziet. Dit geeft u de controle die u nodig hebt om handige informatie af te drukken met zo min mogelijk verspilling.
Download HP Smart Web Printing van deze website:
www.hp.com/go/smartweb.
NLWW
Milieuvriendelijke functies
3

Voorzieningen van het product

Voordeel Ondersteunende voorzieningen
Afdrukkwaliteit
Ondersteunde besturingssystemen
Eenvoudig in gebruik
Originele printcartridge van HP.
Tekst en afbeeldingen op 600 x 600 dpi (dots per inch).
FastRes (1200 dpi).
Aanpasbare instellingen voor het optimaliseren van de afdrukkwaliteit.
Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Vista (32-bits en 64-bits)
Windows XP (32-bits en 64-bits)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits)
Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits)
Mac OS X v10.4, v10.5 en v10.6
HP Smart Install installeert productsoftware wanneer u een USB-kabel
aansluit tussen het product en een computer.
De originele HP printcartridge is gemakkelijk te installeren.
Eenvoudige toegang tot de printcartridge en tot het papierpad via de
printcartridgeklep.
U kunt de papierlade instellen met één hand.
Flexibele papierverwerking
Interfaceaansluitingen
Energiebesparing
Een hoofdlade voor briefhoofdpapier, enveloppen, etiketten, transparanten, afdrukmateriaal van speciaal formaat, briefkaarten en zwaar papier.
Voorrangsinvoersleuf voor briefhoofdpapier, enveloppen, etiketten,
transparanten, afdrukmateriaal van speciaal formaat, briefkaarten en zwaar papier.
Een bovenste uitvoerbak voor 125 vellen.
Dubbelzijdig afdrukken
HP LaserJet Professional P1560 printer serie: Handmatig dubbelzijdig afdrukken.
HP LaserJet Professional P1600 printer serie: Automatisch
dubbelzijdig afdrukken.
USB 2.0-poort voor hoge snelheid
Een geïntegreerde printserver voor aansluiting op een 10/100Base-T-
netwerk (alleen netwerkmodellen).
Het product bespaart automatisch elektriciteit door het energieverbruik aanmerkelijk terug te brengen wanneer er niet wordt afgedrukt.
4 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW
Voordeel Ondersteunende voorzieningen
Economisch afdrukken
Benodigdheden
Toegankelijkheid
Beveiliging
De functies N-per-vel afdrukken (meerdere pagina's op één vel afdrukken) en Dubbelzijdig afdrukken besparen papier.
Economode (bespaart mogelijk toner).
Een pagina Status benodigdheden met een weergave van de geschatte resterende hoeveelheden in de printcartridges. Niet beschikbaar voor benodigdheden die niet van HP zijn.
Echtheidscontrole van originele HP printcartridges.
Eenvoudig bestellen van vervangende benodigdheden.
De online gebruikershandleiding is compatibel met schermlezers.
Alle kleppen en kappen kunnen met één hand worden geopend.
Aansluiting voor Kensington-slot aan de achterkant van het product.
NLWW
Voorzieningen van het product
5

Productaanzichten

Voor- en linkeraanzicht

Afbeelding 1-1 HP LaserJet Professional P1560 en P1600 printer serie
1
2
7
6
Uitvoerbak
1
Verlengstuk voor uitvoerlade
2
Voorrangsinvoersleuf
3
Hoofdinvoerlade
4
Aan/uit-knop
5
Optillipje voor cartridgeklep
6
Bedieningspaneel
7
3
4
5
6 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW

Achteraanzicht

Afbeelding 1-2 HP LaserJet Professional P1560 en P1600 printer serie
USB-poort
1
Interne netwerkpoort van HP (alleen HP LaserJet Professional P1600 printer serie)
Netsnoeraansluiting
2
Kensington-vergrendeling
3
1
3
4
2
Duplexeenheid en toegangsklep bij storing achterkant (alleen HP LaserJet Professional P1600 printer serie)
4

Locatie van serie- en modelnummer

Het label met de product- en serienummers bevindt zich op de achterkant van het product.
NLWW
Productaanzichten
7

Indeling bedieningspaneel

Het bedieningspaneel bevat vier lampjes en twee knoppen.
OPMERKING: Raadpleeg Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel op pagina 81 voor een
beschrijving van de betekenis van de lampjespatronen.
Afbeelding 1-3 Bedieningspaneel HP LaserJet Professional P1560 en P1600 printer serie
1
2 3 4 5 6
1
Tonerlampje printcartridge uit het apparaat is gehaald, knippert het printcartridgelampje
2
Attentielampje
Klaar-lampje
3
gegevens aan het verwerken is, knippert het Klaar-lampje
4
Start-lampje
5
Startknop wanneer het Klaar-lampje
. Wanneer het Start-lampje knippert, drukt u op de startknop om door te gaan met de afdruktaak.
De knop Annuleren
6
: Wanneer de printcartridge bijna leeg is, brandt het printcartridgelampje . Wanneer de
: Geeft aan dat de printcartridgeklep open is of dat er een andere fout is opgetreden.
: Wanneer het product gereed is om af te drukken, brandt het Klaar-lampje . Wanneer het product
.
: Geeft aan dat er een terugkerende fout is (samen met het attentielampje ).
: Houd de startknop ingedrukt om een configuratiepagina af te drukken en laat de knop vervolgens los
knippert. Druk op de startknop en laat deze los wanneer u een demopagina wilt afdrukken
: Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren .
.
8 Hoofdstuk 1 Basisinformatie over het apparaat NLWW

2 Software voor Windows

Ondersteunde besturingssystemen voor Windows
Ondersteunde printerstuurprogramma's voor Windows
Selecteer het juiste printerstuurprogramma voor Windows
Prioriteit van afdrukinstellingen
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
Software verwijderen voor Windows
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows
NLWW 9

Ondersteunde besturingssystemen voor Windows

Het product wordt geleverd met software voor de volgende Windows®-besturingssystemen:
Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Vista (32-bits en 64-bits)
Windows XP (32-bits en 64-bits)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits)
Windows Server 2003 (32-bits en 64-bits)
Kijk voor meer informatie over het upgraden van Windows 2000 Server naar Windows Server 2003, het gebruik van Windows Server 2003 Point and Print of Windows Server 2003 Terminal Services en afdrukken op
http://www.microsoft.com.
10 Hoofdstuk 2 Software voor Windows NLWW

Ondersteunde printerstuurprogramma's voor Windows

Het product wordt geleverd met software voor Windows die de communicatie van de computer met het product mogelijk maakt. Deze software wordt een printerdriver genoemd. Printerdrivers geven toegang tot de functies van het product, zoals het afdrukken op aangepaste papierformaten, het formaat van documenten wijzigen en het invoegen van watermerken.
OPMERKING: De meest recente stuurprogramma's zijn beschikbaar op www.hp.com/support/ ljp1560series of www.hp.com/support/ljp1600series.
Naast de printerstuurprogramma´s die worden geïnstalleerd tijdens HP Smart Install of via installatie vanaf de product-cd kunnen de volgende stuurprogramma´s van internet worden gedownload:
PCL 5 Universal-printstuurprogramma voor Windows (HP UPD PCL 5) (alleen voor de serie
HP LaserJet Professional P1600 printer)
XPS-stuurprogramma (XML Paper Specification)
OPMERKING: Zie www.hp.com/go/upd voor meer informatie over de UPD.
NLWW
Ondersteunde printerstuurprogramma's voor Windows
11

Selecteer het juiste printerstuurprogramma voor Windows

OPMERKING: Alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer ondersteunt het HP Universal
Print-stuurprogramma.
Gebruik, indien mogelijk, de printerstuurprogramma's die zijn geïnstalleerd tijdens HP Smart Install of via installatie vanaf de product-cd. Het UPD-printerstuurprogramma is een printerstuurprogramma voor secondaire back-up.

HP Universal Print Driver (UPD)

OPMERKING: Wanneer u de HP UPD wilt gebruiken, moet u de functie HP Smart Install uitschakelen.
De HP Universal Print Driver (UPD) voor Windows is een driver die rechtstreeks toegang biedt tot vrijwel elk HP LaserJet-product, vanaf elke locatie, zonder afzonderlijke drivers te downloaden. De driver is gebaseerd op HP-printdrivertechnologie die zich in het verleden al heeft bewezen. Ook is de driver grondig getest en gebruikt in combinatie met veel verschillende softwareprogramma's. Het betreft een krachtige oplossing die gelijkmatig presteert.
De HP UPD communiceert rechtstreeks met elk HP-product, verzamelt configuratiegegevens en past vervolgens de gebruikersinterface aan om zo de unieke, beschikbare functies van het product weer te geven. De UPD schakelt automatisch functies in die voor het product beschikbaar zijn. Hierbij kunt u denken aan dubbelzijdig afdrukken en nieten, zodat u deze functies niet meer handmatig hoeft in te schakelen.
Ga naar
www.hp.com/go/upd voor meer informatie.
12 Hoofdstuk 2 Software voor Windows NLWW

Prioriteit van afdrukinstellingen

Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling. Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op Pagina-instelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma
waarin u werkt. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
Dialoogvenster Afdrukken: klik op Afdrukken, Afdrukinstellingen of op een
soortgelijke opdracht in het menu Bestand van het programma waar u in werkt om dit dialoogvenster te openen. De instellingen die u wijzigt in het dialoogvenster Afdrukken hebben een lagere prioriteit en hebben meestal geen invloed op de wijzigingen die u hebt aangebracht in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Dialoogvenster Printereigenschappen (printerdriver): klik op Eigenschappen in het
dialoogvenster Afdrukken om de printerdriver te openen. Instellingen die u wijzigt in het dialoogvenster Printereigenschappen hebben meestal geen invloed op instellingen elders in de afdruksoftware. U kunt de meeste afdrukinstellingen hier wijzigen.
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer, zoals hierboven beschreven.
NLWW
Prioriteit van afdrukinstellingen
13

Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows

De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten
1. Klik in het menu Bestand van het
softwareprogramma op Afdrukken.
Selecteer de driver en klik
2.
vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Windows XP, Windows
Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
-of-
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (met de klassieke weergave van het menu Start): Klik op Start, klik op Instellingen en vervolgens op Printers.
-of-
Windows Vista en Windows 7: Klik op Start, Configuratiescherm, en in de categorie voor Hardware en Geluid op Printer.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
1. Windows XP, Windows
Server 2003 en Windows Server 2008 (te beginnen vanuit de standaardweergave van het menu Start): Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
-of-
Windows XP, Windows Server 2003 en Windows Server 2008 (met de klassieke weergave van het menu Start): Klik op Start, klik op Instellingen en vervolgens op Printers.
-of-
Windows Vista en Windows 7: Klik op Start, C
nfiguratiescherm, en in de
o
categorie voor Hardware en Geluid op Printer.
Klik met de rechtermuisknop op het
2.
pictogram van de driver en selecteer vervolgens
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Klik met de rechtermuisknop op het
2.
pictogram van de driver en selecteer vervolgens Eigenschappen.
Klik op het tabblad
3.
Apparaatinstellingen.
14 Hoofdstuk 2 Software voor Windows NLWW

Software verwijderen voor Windows

Gebruik het hulpprogramma voor het ongedaan maken van de installatie om de Windows-software te verwijderen
1. Klik op Start en vervolgens op Alle programma's.
2. Klik op HP en vervolgens op HP LaserJet Professional P1560 en P1600 printer.
3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software.

Gebruik het Configuratiescherm van Windows voor het verwijderen van software

Windows XP
1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Software.
Zoek en selecteer het product in de lijst.
2.
3. Klik op de knop Wijzigen/verwijderen om de software te verwijderen.
Windows Vista en Windows 7
1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Programma's en Functies.
Zoek en selecteer het product in de lijst.
2.
3. Selecteer de optie Verwijderen/wijzigen.
NLWW
Software verwijderen voor Windows
15

Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows

OPMERKING: Alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer ondersteunt hulpprogramma's
voor Windows.

HP Web Jetadmin

HP Web Jetadmin is een eenvoudig softwarehulpmiddel voor het beheer van afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur. Het helpt u het gebruik van het apparaat te optimaliseren, de kosten van kleurenafdrukken te beheersen, apparaten te beveiligen en het beheer van benodigdheden te stroomlijnen met configuratie op afstand, proactieve controle, oplossen van beveiligingsproblemen en rapporten van afdruk- en beeldbewerkingsapparaten.
Ga voor het downloaden van de laatste versie van HP Web Jetadmin en voor de nieuwste lijst met ondersteunde hostsystemen naar
Als het programma op een hostserver is geïnstalleerd, kan een Windows-client met een ondersteunde webbrowser (zoals Microsoft® Internet Explorer) toegang tot HP Web Jetadmin krijgen door naar de HP Web Jetadmin-host te navigeren.

Geïntegreerde HP webserver

OPMERKING: Alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer ondersteunt de geïntegreerde
HP webserver.
www.hp.com/go/webjetadmin.
Dit product is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie over de activiteiten van het product en het netwerk. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer, Apple Safari of Firefox.
De geïntegreerde webserver bevindt zich in het apparaat. Hij is niet geladen op een netwerkserver.
De geïntegreerde webserver biedt een interface voor het apparaat die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde webbrowser op de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IP­adres van het apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
informatiepagina's af op pagina 54.)
Secties van de geïntegreerde webserver op pagina 57 voor een volledig overzicht van de
Zie functies van de geïntegreerde webserver.
Druk
16 Hoofdstuk 2 Software voor Windows NLWW

3 Het product gebruiken op de Mac

Software voor Mac
Afdrukken met Mac
NLWW 17

Software voor Mac

Ondersteunde besturingssystemen voor Macintosh

De volgende Macintosh-besturingssystemen worden door het product ondersteund:
Mac OS X v10.4, v10.5 en v10.6
OPMERKING: PPC- en Intel® Core™-processoren worden ondersteund.

Ondersteunde printerdrivers voor Macintosh

Het installatieprogramma voor de HP LaserJet biedt PostScript® Printer Description-bestanden (PPD), een CUPS-stuurprogramma en de hulpprogramma's voor HP Printer voor Mac OS X. Het PPD-bestand voor de HP Printer biedt in combinatie met het CUPS-stuurprogramma volledige afdrukfunctionaliteit en toegang tot specifieke HP-afdrukfuncties.

Software voor Mac verwijderen

Gebruik het hulpprogramma voor het ongedaan maken van de installatie om de software te verwijderen
Ga naar de volgende map:
1.
Library/Printers/hp/laserjet/P1100_P1560_P1600Series/
2. Dubbelklik op het bestand HP Uninstaller.app.
3. Klik op de knop Doorgaan en volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen.

Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac

Wijzigingen die u in de afdrukinstellingen aanbrengt, hebben prioriteit afhankelijk van waar de wijzigingen zijn aangebracht:
OPMERKING: Namen van opdrachten en dialoogvensters kunnen variëren afhankelijk van het
programma dat u gebruikt.
Dialoogvenster Pagina-instelling: Klik op Pagina-instelling of op een vergelijkbare
opdracht op het menu Archief van het programma waarin u werkt om dit dialoogvenster te openen. Instellingen die u hier wijzigt, kunnen instellingen die u ergens anders hebt gewijzigd vervangen.
Dialoogvenster Afdrukken: Het dialoogvenster wordt geopend wanneer u klikt op
Afdrukken, Afdrukinstelling of een vergelijkbare opdracht in het menu Bestand van het programma waarin u werkt. Instellingen die in het dialoogvenster Afdrukken worden gewijzigd hebben een lagere prioriteit en doen wijzigingen in het dialoogvenster Pagina-instelling niet teniet.
Standaard instellingen printerstuurprogramma: De standaardinstellingen voor het
printerstuurprogramma zijn bepalend voor alle afdruktaken, tenzij de instellingen worden veranderd in het dialoogvenster Pagina-instelling of Afdrukken.
18 Hoofdstuk 3 Het product gebruiken op de Mac NLWW

Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh

De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten
1. Kies Druk af in het menu Archief.
Wijzig de gewenste instellingen in
2.
de verschillende menu's.
De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen
1. Kies Druk af in het menu Archief.
Wijzig de gewenste instellingen in
2.
de verschillende menu's.
3. Klik in het menu Instellingen op
Bewaar als en typ een naam
voor de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu Instellingen opgeslagen. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet u de opgeslagen voorinstelling selecteren wanneer u een programma opent en wilt afdrukken.
De configuratie-instellingen van het product wijzigen
Mac OS X V10.4
Klik in het Apple-menu op
1.
Systeemvoorkeuren en vervolgens op Afdrukken en faxen.
2. Klik op Printerconfiguratie.
Klik op het menu
3.
Installatiemogelijkheden.
Mac OS X v10.5 en v10.6
Klik in het Apple-menu op
1.
Systeemvoorkeuren en vervolgens op Afdrukken en faxen.
2. Klik op Opties &
Benodigdheden.
3. Klik op het menu Driver.

Software voor Mac

HP Printer-hulpprogramma voor Mac
Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om de productgegevens af te drukken en vanaf een Mac­computer de Auto-uit-instelling te wijzigen.
Volg de stappen hieronder om het HP LaserJet-hulpprogramma te openen.
Open de afdrukwachtrij en klik op het pictogram Utility (Hulpprogramma).

Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac

Geïntegreerde HP webserver
OPMERKING: Alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer ondersteunt de geïntegreerde
HP webserver.
Selecteer de driver in de lijst en
4.
configureer de geïnstalleerde opties.
NLWW
Software voor Mac
19
Dit product is uitgerust met een geïntegreerde webserver die toegang geeft tot informatie over de activiteiten van het product en het netwerk. Deze informatie wordt weergegeven in een webbrowser, zoals Microsoft Internet Explorer, Apple Safari of Firefox.
De geïntegreerde webserver bevindt zich in het apparaat. Hij is niet geladen op een netwerkserver.
De geïntegreerde webserver biedt een interface voor het apparaat die toegankelijk is voor iedereen met een standaardwebbrowser en een op het netwerk aangesloten computer. Er is geen speciale software die moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd, maar u moet wel een ondersteunde webbrowser op de computer hebben. Als u naar de geïntegreerde webserver wilt gaan, typt u het IP­adres van het apparaat in de adresregel van de browser. (Als u het IP-adres niet weet, drukt u een configuratiepagina af. Meer informatie over het afdrukken van een configuratiepagina vindt u in
Druk
informatiepagina's af op pagina 54.)
Secties van de geïntegreerde webserver op pagina 57 voor een volledig overzicht van de
Zie functies van de geïntegreerde webserver.
20 Hoofdstuk 3 Het product gebruiken op de Mac NLWW

Afdrukken met Mac

Voorinstellingen voor afdrukken maken en gebruiken in Macintosh

Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
Een voorinstelling voor afdrukken maken
1. Klik in het menu Archief op Druk af.
Selecteer de driver.
2.
Selecteer de afdrukinstellingen.
3.
4. Klik in het venster Instellingen op Bewaar als... en typ een naam voor de voorinstelling.
5. Klik op OK.
Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken
1. Klik in het menu Archief op Druk af.
Selecteer de driver.
2.
3. Selecteer in het menu Instellingen de voorinstelling die u wilt gebruiken.
OPMERKING: Selecteer Standaard om de standaardinstellingen van de printerdriver te gebruiken.

Het formaat van documenten wijzigen of afdrukken op een aangepast papierformaat

U kunt een document schalen zodat het op een ander formaat papier past.
1. Klik in het menu Archief op Druk af.
2. Open het menu Papierafhandeling.
3. Selecteer in het gebied voor Doelpapierformaat de optie Pas aan papierformaat aan en
selecteer vervolgens het formaat in de vervolgkeuzelijst.
4. Als u alleen papier wilt gebruiken dat kleiner is dan het document, selecteert u Verklein alleen.

Een omslagblad afdrukken

U kunt een afzonderlijk voorblad met een mededeling afdrukken voor uw document (bijvoorbeeld “Vertrouwelijk”).
NLWW
1. Klik in het menu Archief op Druk af.
Selecteer de driver.
2.
Afdrukken met Mac
21
3. Open het menu Voorblad en selecteer of u het voorblad voor het document of achter het
document wilt afdrukken.
4. In het menu Type voorblad selecteert u de mededeling die u op het voorblad wilt plaatsen.
OPMERKING: Als u een leeg voorblad wilt afdrukken, selecteert u Standaard als het Type
voorblad.

Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken in Macintosh

U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Dankzij deze functie is het mogelijk voorbeeldpagina's goedkoop af te drukken.
1. Klik in het menu Archief op Druk af.
Selecteer de driver.
2.
3. Open het menu Lay-out.
4. Selecteer bij Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of
16).
5. Selecteer naast Lay-outrichting de volgorde en de plaats van de pagina's op het vel.
6. Bij Randen selecteert u het soort rand dat u om iedere pagina van het vel wilt afdrukken.

Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Mac

Automatisch
OPMERKING: Automatisch dubbelzijdig afdrukken wordt alleen ondersteund voor een product van
de serie HP LaserJet Professional P1600 printer.
Het printerstuurprogramma ondersteunt alleen bepaalde formaten afdrukmateriaal voor automatisch afdrukken. Gebruik de functie voor handmatig afdrukken voor formaten afdrukmateriaal die niet beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma.
22 Hoofdstuk 3 Het product gebruiken op de Mac NLWW
De functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken is standaard ingeschakeld. Wanneer u automatisch dubbelzijdig afdrukken wilt uitschakelen, moet u de standaardinstellingen voor de productconfiguratie wijzigen. Raadpleeg
1.
2. Klik in het menu Archief op Druk af.
3. Open het menu Lay-out.
4. Selecteer naast Dubbelzijdig de optie Lange kant binden of Korte kant binden.
5. Klik op Druk af.
Handmatig
1.
2. Klik in het menu Archief op Druk af.
3. Mac OS X V10.4 Selecteer in de vervolgkeuzelijst Layout de optie Inbinden aan lange
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh op pagina 19.
Plaats voldoende papier in de invoerlade om de afdruktaak te kunnen uitvoeren. Als u speciaal papier gebruikt, zoals briefhoofdpapier, plaatst u dit met de voorkant naar beneden in de lade.
Plaats voldoende papier in de invoerlade om de afdruktaak te kunnen uitvoeren. Als u speciaal papier gebruikt, zoals briefhoofdpapier, plaatst u dit met de voorkant naar beneden in de lade.
zijde of Inbinden aan korte zijde.
-of-
Mac OS X v10.5 en v10.6: Klik op het selectievakje Dubbelzijdig.
4. Klik op Afdrukken. Volg de instructies in het dialoogvenster dat verschijnt, voordat u de stapel
afdrukken in de lade plaatst voor het afdrukken van de andere zijde.
Ga naar het product en verwijder het lege papier uit de lade.
5.
Haal de stapel met afdrukken uit de uitvoerbak en plaats deze met de afgedrukte kant naar
6.
beneden in de lade en de bovenrand eerst in het product.
7. Klik op de computer op de knop Doorgaan om de afdruktaak te voltooien.
NLWW
Afdrukken met Mac
23
24 Hoofdstuk 3 Het product gebruiken op de Mac NLWW

4 Sluit het product aan

Ondersteunde netwerkbesturingssystemen
Aansluiten met USB
Op een netwerk aansluiten
NLWW 25

Ondersteunde netwerkbesturingssystemen

OPMERKING: Alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer ondersteunt netwerkfuncties.
De volgende besturingssystemen ondersteunen afdrukken via het netwerk:
Windows 7 (32-bits en 64-bits)
Windows Vista (Starter Edition, 32-bits en 64-bits)
Windows XP (32-bits, Service Pack 2)
Windows XP (64-bits, Service Pack 1)
Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits)
Windows Server 2003 (Service Pack 1)
Mac OS X v10.4, v10.5 en v10.6

Disclaimer voor printer delen

HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoft­besturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op
www.microsoft.com.
26 Hoofdstuk 4 Sluit het product aan NLWW

Aansluiten met USB

Dit product ondersteunt een USB 2.0-verbinding. U moet een A-tot-B-type USB-kabel gebruiken die niet langer is dan 2 m.

Het product installeren met HP Smart Install

OPMERKING: Dit installatietype wordt alleen voor Windows ondersteund.
Met HP Smart Install kunt u het productstuurprogramma en de software installeren door het product op een computer aan te sluiten met een USB-kabel.
OPMERKING: De installatie-cd is niet vereist tijdens een HP Smart Install. Plaats de installatie-cd niet
in het cd-romstation van de computer.
Schakel het product in.
1.
Sluit de USB-kabel aan.
2.
Het programma HP Smart Install wordt automatisch gestart. Volg de instructies op het scherm voor
3.
het installeren van de software.
Als HP Smart Install niet automatisch wordt gestart, dan is AutoPlay mogelijk uitgeschakeld.
Navigeer naar HP Smart Install en dubbelklik erop om het programma uit te voeren.

Cd-installatie

Plaats de installatie-cd in het cd-romstation van de computer.
1.
OPMERKING: Sluit de USB-kabel pas aan wanneer dat wordt gevraagd.
Als het installatieprogramma niet automatisch wordt geopend, bladert u op de cd naar het
2.
bestand SETUP.EXE en start u het programma handmatig.
Volg de instructies op het scherm voor het installeren van de software.
3.
Wanneer u de cd gebruikt om de software te installeren, kunt u de volgende installatietypen selecteren:
Eenvoudige installatie (aanbevolen)
U zult niet worden gevraagd wijzigingen in de standaardinstellingen te accepteren of in te voeren.
Geavanceerde installatie
U zult worden gevraagd wijzigingen in de standaardinstellingen te accepteren of in te voeren.
Als het programma u vraagt een verbindingstype te selecteren, kiest u de optie Configureren voor afdrukken via USB.
NLWW
Aansluiten met USB
27

Op een netwerk aansluiten

U kunt de serie HP LaserJet Professional P1600 printer aansluiten op een netwerk met behulp van de HP interne netwerkpoort.

Ondersteunde netwerkprotocollen

U hebt een netwerk nodig dat het volgende protocol gebruikt om een product met netwerkfunctionaliteit aan te sluiten op uw netwerk.
Functioneel bekabeld TCP/IP-netwerk

Installeer het product op een bekabeld netwerk

OPMERKING: Raadpleeg Verbindingsproblemen oplossen op pagina 106 om problemen met de
netwerkverbinding op te lossen.
U kunt het product op een netwerk installeren door HP Smart Install te gebruiken of via installatie vanaf de product-cd. Voer het volgende uit voordat u aan het installatieproces begint:
Sluit de CAT-5 Ethernet-kabel aan op een vrije poort op de Ethernet-hub of -router.
Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort aan de achterzijde van het product.
Controleer of een van de netwerklampjes op de netwerkpoort aan de achterzijde van het product
brandt.
28 Hoofdstuk 4 Sluit het product aan NLWW
HP Smart Install op een bekabeld netwerk
OPMERKING: Dit installatietype wordt alleen voor Windows ondersteund.
Druk een configuratiepagina af om het IP-adres van het product op te zoeken. Raadpleeg
1.
informatiepagina's af op pagina 54.
Open een webbrowser op de computer waarop u het product wilt installeren.
2.
Typ het IP-adres van het product in de adresregel van de browser.
3.
4. Klik op het tabblad HP Smart Install.
5. Klik op de knop Downloaden.
Volg de instructies op het scherm om de productinstallatie te voltooien.
6.
Cd-installatie op een bekabeld netwerk
OPMERKING: Wanneer u een cd gebruikt om de software te installeren, kunt u het installatietype
Easy Install (aanbevolen) of Advanced Install selecteren (u wordt gevraagd wijzigingen in de standaardinstellingen te accepteren of in te voeren).
Plaats de installatie-cd in het cd-romstation van de computer.
1.
Als het installatieprogramma niet automatisch wordt geopend, bladert u op de cd naar het
2.
bestand SETUP.EXE en start u het programma handmatig.
Volg de instructies op het scherm voor het instellen van het product en het installeren van de software.
3.
Druk
OPMERKING: Zorg dat u Configureren voor afdrukken via het netwerk selecteert
wanneer dat wordt gevraagd.

Netwerkinstellingen configureren

Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen
U kunt de IP-configuratie-instellingen weergeven of wijzigen via de geïntegreerde webserver.
Druk een configuratiepagina af en zoek het IP-adres.
1.
Als u IPv4 gebruikt, bevat het IP-adres alleen cijfers. Het adres heeft dan de volgende indeling:
xxx.xxx.xxx.xxx
Als u IPv6 gebruikt, bestaat het IP-adres uit een hexadecimale combinatie van tekens en
cijfers. De indeling is als volgt:
xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx
Open de geïntegreerde webserver door het IP-adres in te voeren op de adresregel van uw
2.
webbrowser.
3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven
instellingen wijzigen.
NLWW
Op een netwerk aansluiten
29
Het netwerkwachtwoord instellen of wijzigen
Met de geïntegreerde webserver kunt u een netwerkwachtwoord instellen of een bestaand wachtwoord wijzigen.
1. Open de geïntegreerde webserver, klik op het tabblad Netwerken en klik op de
koppeling Wachtwoord.
OPMERKING: Als er eerder een wachtwoord is ingesteld, krijgt u het verzoek dit wachtwoord
in te voeren. Typ het wachtwoord en klik op de knop Toepassen.
2. Typ het nieuwe wachtwoord in het vak Wachtwoord en het vak Wachtwoord bevestigen.
3. Klik onder aan het venster op de knop Toepassen om het wachtwoord op te slaan.
IP-adres
Het IP-adres van het product kan handmatig worden ingesteld of automatisch worden geconfigureerd via DHCP, BootP of AutoIP.
Als u het IP-adres handmatig wilt wijzigen, moet u het tabblad Netwerken in de geïntegreerde HP webserver gebruiken.
Instellingen voor de koppelingssnelheid en duplex
OPMERKING: In dit gedeelte verwijst duplex naar bidirectionele communicatie, niet naar
dubbelzijdig afdrukken.
Gebruik het tabblad Netwerken in de geïntegreerde webserver om de koppelingssnelheid zonodig in te stellen.
Als u onjuiste wijzigingen invoert in instellingen voor de koppelingssnelheid, kan het product mogelijk niet meer communiceren met andere netwerkapparaten. In de meeste situaties moet de automatische modus van het product ingeschakeld blijven. Wijzigingen kunnen veroorzaken dat het product wordt uit- en weer ingeschakeld. Voer alleen wijzigingen in wanneer het product niet actief is.
30 Hoofdstuk 4 Sluit het product aan NLWW

5 Papier en afdrukmateriaal

Het gebruik van papier en afdrukmateriaal
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal
De printerdriver wijzigen om de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in te stellen
Ondersteunde papierformaten
Ondersteunde papiersoorten
Lade- en bakcapaciteit
Papierinvoerladen laden
NLWW 31

Het gebruik van papier en afdrukmateriaal

Dit apparaat ondersteunt verschillende papiersoorten en andere afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Papier of afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en vroegtijdige slijtage van het product tot gevolg hebben.
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor laserprinters of multifunctioneel gebruik. Gebruik geen papier of afdrukmateriaal dat is gemaakt voor inkjetprinters. Hewlett-Packard Company kan geen aanbevelingen doen voor het gebruik van andere merken afdrukmateriaal omdat HP geen invloed heeft op de kwaliteit hiervan.
Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en u toch niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit. Dit kan een gevolg zijn van het onjuist gebruik van het materiaal, een onaanvaardbaar temperatuur- en/of vochtigheidsniveau of van andere omstandigheden waarop Hewlett-Packard geen invloed heeft.
VOORZICHTIG: Het gebruik van papier of afdrukmateriaal dat niet voldoet aan de specificaties van
Hewlett-Packard kan problemen met het product veroorzaken waardoor reparatie noodzakelijk is. Deze reparatie valt niet onder de garantie- of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard.
32 Hoofdstuk 5 Papier en afdrukmateriaal NLWW

Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal

Dit apparaat ondersteunt afdrukken op speciaal afdrukmateriaal. Houd u aan de volgende richtlijnen als u een bevredigend resultaat wilt krijgen. Voor de beste resultaten moet u eerst de papiersoort en het papierformaat instellen in de printerdriver wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt.
VOORZICHTIG: HP LaserJet-producten gebruiken een fuser om droge tonerdeeltjes in zeer precieze
puntjes op het papier te fixeren. HP-laserpapier is bestand tegen deze extreme hitte. Het gebruik van inkjetpapier kan het apparaat beschadigen.
Materiaalsoort Doen Niet doen
Enveloppen Bewaar de enveloppen plat.
Zorg dat de naden helemaal
doorlopen tot de hoek van de envelop.
Gebruik enveloppen met een
plakstrip die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
Etiketten
Transparanten
Gebruik alleen etiketbladen
waarvan het beschermblad niet zichtbaar is tussen de etiketten.
Gebruik etiketten die plat liggen.
Gebruik alleen volle vellen etiketten.
Gebruik alleen transparanten die
zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
Leg de transparanten op een glad
oppervlak nadat u ze uit het product heeft verwijderd.
Gebruik geen enveloppen die
gekreukeld, ingekeept, aan elkaar kleven of anderszins beschadigd zijn.
Gebruik geen enveloppen met
klemmen, binddraad, vensters of met reliëfopdruk.
Gebruik geen zelfklevende
middelen of andere synthetische materialen.
Gebruik geen etiketten met kreukels
of luchtbellen of die zijn beschadigd.
Druk geen vellen etiketten die niet
volledig zijn.
Gebruik geen transparant
afdrukmateriaal dat niet is goedgekeurd voor laserprinters.
NLWW
Briefpapier of voorbedrukte formulieren
Zwaar papier
Glanzend papier of papier met een coating
Gebruik alleen briefpapier of
voorbedrukte formulieren die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
Gebruik alleen zwaar papier dat is
goedgekeurd voor gebruik in laserprinters en voldoet aan de gewichtspecificaties voor dit product.
Gebruik alleen glanzend papier of
papier met een coating dat is goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
Richtlijnen voor speciaal papier of afdrukmateriaal
Gebruik geen briefpapier met reliëf
of metaalachtig briefpapier.
Gebruik geen papier dat zwaarder
is dan de aanbevolen specificaties voor afdrukmateriaal voor dit product, tenzij het HP-papier is dat is goedgekeurd voor gebruik in dit product.
Gebruik geen glanzend papier of
papier met een coating dat is bestemd voor gebruik in inkjetproducten.
33

De printerdriver wijzigen om de soort en het formaat van het afdrukmateriaal in te stellen

Selectie van papier volgens soort en formaat leidt tot aanmerkelijke verbeteringen in de afdrukkwaliteit voor zwaar papier, glanspapier en transparanten. Gebruik van de onjuiste instelling kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit. Druk altijd af volgens Soort voor speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten of transparanten. Druk altijd af volgens Formaat voor enveloppen.
1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer de driver en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer het correcte afdrukmateriaal in de lijst Type is of Formaat is.
5. Klik op OK.
34 Hoofdstuk 5 Papier en afdrukmateriaal NLWW

Ondersteunde papierformaten

Dit product ondersteunt verschillende papierformaten en kan worden gebruikt met diverse materialen.
OPMERKING: Om de beste afdrukresultaten te verkrijgen, selecteert u het gepaste papierformaat en
-type in de printerdriver voordat u begint af te drukken.
Het printerstuurprogramma ondersteunt alleen bepaalde formaten afdrukmateriaal voor automatisch afdrukken. Gebruik de functie voor handmatig afdrukken voor formaten afdrukmateriaal die niet beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma.
Tabel 5-1 Ondersteunde formaten voor papier en afdrukmateriaal
Formaat Afmetingen Hoofdinvoerlade Voorrangsinvoersle
Letter 216 x 279 mm
Legal 216 x 356 mm
A4 210 x 297 mm
Executive 184 x 267 mm
8,5 x 13 216 x 330 mm
uf
A5 148 x 210 mm
A6 105 x 148 mm
B5 (JIS) 182 x 257 mm
16K 184 x 260 mm
195 x 270 mm
197 x 273 mm
Aangepast
Minimum: 76 x 127 mm
Maximum: 216 x 356 mm
Tabel 5-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten
Formaat Afmetingen Hoofdinvoerlade Voorrangsinvoersle
uf
Envelop #10 105 x 241 mm
Envelop DL 110 x 220 mm
NLWW
Envelop C5 162 x 229 mm
Envelop B5 176 x 250 mm
Ondersteunde papierformaten
35
Tabel 5-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten (vervolg)
Formaat Afmetingen Hoofdinvoerlade Voorrangsinvoersle
uf
Envelop Monarch 98 x 191 mm
Japanse briefkaart
Dubbele Japanse briefkaart gedraaid
100 x 148 mm
148 x 200 mm
36 Hoofdstuk 5 Papier en afdrukmateriaal NLWW

Ondersteunde papiersoorten

Ga naar www.hp.com/support/ljp1560series of www.hp.com/support/ljp1600series voor een compleet overzicht van specifieke HP-papiersoorten die dit apparaat ondersteunt.
Papiersoort (printerdriver) Hoofdinvoerlade Voorrangsinvoersleuf
Gewoon
Gerecycled
Velijnpapier
Licht
Middelzwaar
Zwaar
Extra zwaar
Briefhoofd
Voorbedrukt
Geperforeerd
Kleur
Bond
Ruw
Envelop
Etiketten
Kaarten
Transparant
Briefkaarten
NLWW
Ondersteunde papiersoorten
37

Lade- en bakcapaciteit

Lade of bak Papiersoort Specificaties Hoeveelheid
Hoofdinvoerlade Papier Bereik:
60 g/m bankpost
Enveloppen
Minder dan 60 g/m
Transparanten Minimaal 0,13 mm dik Maximaal 125 transparanten
Voorrangsinvoersleuf Papier Bereik:
60 g/m bankpost
Transparanten Minimaal 0,13 mm dik Maximum stapelhoogte: 1 mm
Uitvoerbak Papier Bereik:
60 g/m bankpost
Transparanten Minimaal 0,13 mm dik Maximaal 75 transparanten
Enveloppen
Minder dan 60 g/m op 90 g/m
2
bankpost op 163 g/m
2
tot 90 g/m
2
bankpost op 163 g/m
2
bankpost op 163 g/m
2
2
bankpost
bankpost
250 vellen van 75 g/m
2
2
Maximaal 10 enveloppen
Equivalent aan 10 vellen
2
2
75 g/m
bankpost
Maximaal 125 vellen 75 g/m bankpost
2
Maximaal 10 enveloppen
2
bankpost
2
38 Hoofdstuk 5 Papier en afdrukmateriaal NLWW

Papierinvoerladen laden

VOORZICHTIG: Als u probeert af te drukken op materiaal dat is gekreukeld, gevouwen of
beschadigd, kan het afdrukmateriaal vastlopen in de printer. Raadpleeg
op pagina 86 voor meer informatie.

Voorrangsinvoersleuf

De voorrangsinvoersleuf kan maximaal tien vellen afdrukmateriaal bevatten of één envelop, transparant, kaart of vel met etiketten. Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel altijd eerst de materiaalgeleiders in om storingen en scheeftrekken te voorkomen.

Hoofdinvoerlade

De hoofdinvoerlade van de 250 kan maximaal 75 g/m2 pagina´s papier of minder pagina´s van zwaarder afdrukmateriaal bevatten (een stapel van 25 mm of minder).
Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel altijd de papiergeleiders aan voor- en zijkant in om storingen en scheeftrekken te voorkomen.
OPMERKING: Als u de invoerlade bijvult, haalt u eerst al het materiaal uit de lade en legt u de
volledige stapel recht. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier tegelijkertijd in product worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
Storingen verhelpen

Afdrukstand voor het vullen van laden

Gebruik alleen materiaal dat speciaal bestemd is voor laserprinters. Raadpleeg Ondersteunde
papierformaten op pagina 35.
Als u papier gebruikt dat een specifieke afdrukrichting vereist, moet u dit volgens de informatie in de volgende tabel laden.
Papiersoort Papier plaatsen
Voorbedrukt of briefhoofdpapier
Geperforeerd
Envelop
Naar boven
Bovenrand eerst in het product
Naar boven
Gaten aan de linkerkant van het product
Naar boven
Korte linkerrand eerst in het product
NLWW
Papierinvoerladen laden
39
OPMERKING: Gebruik de voorrangsinvoersleuf om één envelop of ander speciaal afdrukmateriaal
af te drukken. Gebruik de hoofdinvoerlade om meerdere enveloppen of ander speciaal afdrukmateriaal af te drukken.
Voordat u het materiaal plaatst, stelt u de materiaalgeleiders iets breder in dan het materiaal.
1.
Plaats het materiaal in de lade en stel de materiaalgeleiders in op de juiste breedte.
2.
40 Hoofdstuk 5 Papier en afdrukmateriaal NLWW

6 Afdruktaken

Afdruktaak annuleren
Afdrukken met Windows
NLWW 41

Afdruktaak annuleren

U kunt een afdruktaak stoppen via het bedieningspaneel of door het softwareprogramma te gebruiken. Voor instructies over het afbreken van een afdruktaak vanaf een computer in een netwerk raadpleegt u de online Help voor de desbetreffende netwerkbesturingssoftware.
OPMERKING: Nadat een afdruktaak is geannuleerd, kan het even duren voordat alle
afdrukgegevens uit het geheugen zijn verwijderd.

De huidige afdruktaak afbreken via het bedieningspaneel

Druk op de knop Annuleren
op het bedieningspaneel.

Een afdruktaak afbreken vanuit het programma

Wanneer u de afdruktaak verzendt, verschijnt er kort een dialoogvenster op het scherm, waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Wanneer u meerdere afdruktaken via uw software naar het product hebt gestuurd, is het mogelijk dat de afdruktaken zich nog in de afdrukwachtrij bevinden (bijvoorbeeld in Afdrukbeheer van Windows). Raadpleeg de documentatie bij de software om te weten te komen hoe u een afdruktaak vanaf de computer kunt afbreken.
Als de afdruktaak in de afdrukwachtrij of afdrukspooler staat, verwijdert u de taak daar.
1. Windows XP, Windows Server 2008 en Windows Server 2003 (met de
standaardweergave van het menu Start): Klik op Start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
-of-
Windows XP, Windows Server 2008 en Windows Server 2003 (met de klassieke weergave van het menu Start): Klik op Start en kies Printers.
-of-
Windows Vista en Windows 7: Klik op Start, Configuratiescherm, en in de categorie
voor Hardware en Geluid op Printer.
Dubbelklik in de lijst met printers op de naam van dit apparaat om de afdrukwachtrij of spooler te
2.
openen.
Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren, klik met de rechtermuisknop op de taak en klik op
3.
Annuleren of Verwijderen.
42 Hoofdstuk 6 Afdruktaken NLWW

Afdrukken met Windows

Open het printerstuurprogramma voor Windows

1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma.
2. Selecteer het product en klik op Eigenschappen of Voorkeuren.

Ondersteuning vragen bij een afdrukoptie met Windows

De Help bij de printerdriver is gescheiden van de Help bij toepassingen. De Help bij de printerdriver bevat een uitleg van de knoppen, selectievakjes en keuzelijsten van de printerdriver. Ook bevat deze Help aanwijzingen voor het uitvoeren van algemene afdruktaken, zoals het afdrukken op beide zijden van de pagina, het afdrukken van meerdere pagina's op één vel papier en het afdrukken van de eerste pagina of omslagbladen op een ander soort papier.
U opent de schermen van de Help bij de printerdriver als volgt:
Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van de printerdriver op de knop Help.
Klik op de toets F1 op het toetsenbord van de computer.
Klik op het vraagteken dat zich in de rechterbovenhoek van de printerdriver bevindt.
Klik met de rechtermuisknop op een item in het stuurprogramma.

Aantal kopieën voor de huidige taak wijzigen met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Geavanceerd.
2. Gebruik in het gebied Exemplaren de pijltjestoetsen om het aantal exemplaren aan te passen.
Als u meerdere exemplaren wilt afdrukken, klikt u op het selectievakje Sorteren om de exemplaren te sorteren.
3. Klik op de knop OK.

Gekleurde tekst als zwart printen met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Geavanceerd.
2. Klik op het selectievakje Alle tekst zwart afdrukken.
3. Klik op de knop OK.
NLWW
Afdrukken met Windows
43

Uw aangepaste instellingen voor afdrukken opslaan met Windows

Een snelinstelling voor afdruktaak gebruiken
1. Open het printerstuurprogramma en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Het
vervolgkeuzemenu Snelinstellingen afdruktaak wordt op alle tabbladen behalve Services weergegeven.
2. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Snelinstellingen afdruktaak een van de snelinstellingen
en klik vervolgens op OK om de taak met de vooraf gedefinieerde instellingen af te drukken.
Een aangepaste snelinstelling voor afdruktaak maken
1. Open het printerstuurprogramma en klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. Het
vervolgkeuzemenu Snelinstellingen afdruktaak wordt op alle tabbladen behalve Services weergegeven.
Een snelinstelling als basis selecteren.
2.
Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelinstelling.
3.
4. Klik op Opslaan als, voer een naam voor de voorinstelling in en druk op OK.

Afdrukkwaliteit onder Windows verbeteren

Een papierformaat selecteren
1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Selecteer een formaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is.
3. Klik op de knop OK.
Een aangepast papierformaat selecteren
1. Open het printerstuurprogramma en klik op het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Klik op de knop Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt
weergegeven.
Voer een naam en afmetingen in voor het aangepaste papierformaat en klik vervolgens op
3.
Opslaan.
4. Klik op de knop Afsluiten en vervolgens op OK.
44 Hoofdstuk 6 Afdruktaken NLWW
Een papiersoort selecteren
1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Selecteer een type in de vervolgkeuzelijst Type is.
3. Klik op de knop OK.
Selecteer de afdrukresolutie
1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Papier/kwaliteit.
2. In het gedeelte Afdrukkwaliteit selecteert u een optie in de vervolgkeuzelijst. Zie de online-
Help van de printerdriver voor meer informatie over elk van de beschikbare opties.
OPMERKING: Als u kladkwaliteit wilt gebruiken, klikt u in het gebied Afdrukkwaliteit op
het selectievakje EconoMode.
3. Klik op de knop OK.

De eerste of laatste pagina op ander papier afdrukken met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Papier/kwaliteit.
2. Klik op het selectievakje Gebruik ander papier/voorblad en selecteer de benodigde
instellingen voor de voorpagina, andere pagina's en achterpagina.
3. Klik op de knop OK.

Een document aanpassen aan paginagrootte met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Effecten.
2. Klik op het selectievakje Document afdrukken op en selecteer een formaat in de
vervolgkeuzelijst.
3. Klik op de knop OK.
NLWW
Afdrukken met Windows
45

Een watermerk aan een document toevoegen met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Effecten.
2. Selecteer een watermerk uit de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Als u het watermerk alleen op de eerste pagina wilt afdrukken, klikt u op het selectievakje Alleen eerste pagina. Anders wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt.
3. Klik op de knop OK.

Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows

Automatisch
OPMERKING: Automatisch dubbelzijdig afdrukken wordt alleen ondersteund voor een product van
de serie HP LaserJet Professional P1600 printer.
Het printerstuurprogramma ondersteunt alleen bepaalde formaten afdrukmateriaal voor automatisch afdrukken. Gebruik de functie voor handmatig afdrukken voor formaten afdrukmateriaal die niet beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma.
Voordat u functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken kunt gebruiken, moet u het selectievakje Automatisch dubbelzijdig toestaan inschakelen op het tabblad Apparaatinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. Zie
op pagina 14.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
Plaats het papier met de voorkant naar beneden in de voorrangsinvoersleuf of in de hoofdinvoerlade.
1.
2. Open het printerstuurprogramma en klik op het tabblad Afwerken.
3. Klik op het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken. Als u het document langs de bovenzijde
wilt binden, schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in.
4. Klik op de computer op de knop OK om de taak af te drukken.
46 Hoofdstuk 6 Afdruktaken NLWW
Handmatig
Voordat u de functie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken kunt gebruiken, moet u het selectievakje Handmatig dubbelzijdig toestaan inschakelen op het tabblad Apparaatinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen. Zie
op pagina 14.
1.
2. Open het printerstuurprogramma en klik vervolgens op het tabblad Afwerken.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows
Plaats het papier met de voorkant naar beneden in de voorrangsinvoersleuf of in de hoofdinvoerlade.
3. Klik op het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig). Als u het document langs de
bovenzijde wilt binden, schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan in.
4. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken.
NLWW
Afdrukken met Windows
47
Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar
5.
beneden in de hoofdinvoerlade, zonder de afdrukrichting te wijzigen.
Druk in het configuratiescherm op de startknop
6.
om de tweede zijde van de taak af te drukken.

Een brochure maken met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Afwerking.
2. Klik op het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (handmatig).
3. Klik in de vervolgkeuzelijst Indeling brochure op Inbinden aan linkerzijde of Inbinden
aan rechterzijde. De optie Pagina's per vel wordt automatisch gewijzigd in 2 pagina's per vel.
4. Klik op de knop OK.

Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Afwerking.
2. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel.
48 Hoofdstuk 6 Afdruktaken NLWW
3. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Oriëntatie.
4. Klik op de knop OK.

De standaardafdrukstand selecteren met Windows

1. Open het printerstuurprogramma, klik op de knop Eigenschappen of Voorkeuren en klik op
het tabblad Voltooien.
2. Selecteer in het gebied Oriëntatie de optie Staand of Liggend.
Als u de pagina omgekeerd wilt afdrukken, selecteert u de optie 180 graden draaien.
3. Klik op de knop OK.

HP ePrint gebruiken

HP ePrint is een serie op het web gebaseerde afdrukservices waarmee ondersteunde HP-producten de volgende typen documenten kunnen afdrukken:
E-mailberichten en bijlagen die direct naar het e-mailadres van het HP-product zijn gestuurd.
Documenten verzonden door bepaalde mobiele afdruktoepassingen.
HP Cloud Print gebruiken
Gebruik HP Cloud Print om e-mailberichten en bijlagen af te drukken door ze vanaf elk apparaat met een e-mailfunctie naar het e-mailadres van het product te sturen.
OPMERKING: Het product moet zijn verbonden met een bekabeld of draadloos netwerk. Om HP
Cloud Print te kunnen gebruiken, moet u een internetverbinding hebben en HP Web Services inschakelen.
Om HP Web Services in te schakelen in de HP Embedded Web Server (EWS), voert u de
1.
volgende stappen uit:
Als het product met het netwerk is verbonden, drukt u een configuratiepagina af waarop u
a.
het IP-adres van het product kunt vinden.
Open een webbrowser op uw computer en typ het IP-adres van het product in de adresregel.
b.
Het scherm HP EWS wordt weergegeven.
c. Klik op het tabblad HP webservices. Als uw netwerk geen proxyserver gebruikt om
verbinding te maken met internet, gaat u verder met de volgende stap. Als uw netwerk wel een proxyserver gebruikt om verbinding te maken met internet, voert u eerst de volgende instructies uit:
i. Selecteer het tabblad Proxy-instellingen.
ii. Vink het vakje Schakel dit selectievakje in aan als uw netwerk een
proxyserver gebruikt om verbinding te maken met internet aan.
NLWW
iii. Voer in het veld Proxyserver het adres van de proxyserver en het poortnummer in en
klik op de knop Toepassen.
Afdrukken met Windows
49
d. Selecteer het tabblad HP Webservices en klik op de knop Inschakelen. Het product
configureert de verbinding met internet en er verschijnt een bericht dat er een informatiepagina wordt afgedrukt.
e. Klik op de knop OK. Er wordt een ePrint-pagina afgedrukt. Zoek op de ePrint-pagina het e-
mailadres dat automatisch aan het product is toegekend.
Om een document af te drukken, voegt u het als bijlage toe aan een e-mailbericht dat u
2.
vervolgens naar het e-mailadres van het product stuurt. Ga naar zien welke typen documenten kunnen worden afgedrukt
Op de website van HP ePrintCenter kunt u ook de beveiligingsinstellingen definiëren en de
3.
standaardafdrukinstellingen configureren voor alle HP ePrint-taken die naar dit product worden gestuurd:
www.hpeprintcenter.com om te
Open een webbrowser en ga naar
a.
b. Klik op Aanmelden en voer uw e-mailadres en wachtwoord in voor HP ePrintCenter of
registreer u voor een nieuw account.
c. Selecteer uw product uit de lijst of klik op de knop + Printer toevoegen om uw printer toe
te voegen. Om het product toe te kunnen voegen, hebt u de productcode nodig, het gedeelte van het e-mailadres van het product vóór het @-symbool.
OPMERKING: Deze code is slechts 24 uur geldig vanaf het moment dat u HP Web
services hebt ingeschakeld. Als de code is verlopen, voert u nogmaals de procedure uit om HP Web Services in te schakelen om een nieuwe code te verkrijgen.
d. Klik op de knop Instellingen. Het dialoogvenster Instellingen HP ePrint wordt
weergegeven. U ziet drie tabbladen:
Toegestane afzenders. Om te voorkomen dat uw product onverwachte documenten
afdrukt, klikt u op het tabblad Toegestane afzenders. Klik op Alleen toegestane afzenders en voeg de e-mailadressen toe die ePrint-taken mogen uitvoeren.
Afdrukopties. Om de standaardinstellingen voor alle ePrint-taken in te stellen die
naar dit product worden gestuurd, klikt u op het tabblad Afdrukopties en selecteert u de gewenste instellingen.
Geavanceerd. Als u het e-mailadres van het product wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Geavanceerd.
www.hpeprintcenter.com.
AirPrint gebruiken
Direct afdrukken met AirPrint van Apple wordt ondersteund voor iOS 4.2 of hoger. Gebruik AirPrint om direct van een iPad (iOS 4.2), iPhone (3GS of nieuwer) of iPod touch (derde generatie of nieuwer) naar het product af te drukken vanuit de volgende toepassingen:
E-mail
Foto's
Safari
Bepaalde toepassingen van derden
50 Hoofdstuk 6 Afdruktaken NLWW
OPMERKING: Het product moet zijn verbonden met een bekabeld of draadloos netwerk.
Volg onderstaande stappen als u iets wilt afdrukken:
1.
Tik op het item actie
.
2. Tik op Afdrukken.
OPMERKING: Als het de eerste keer is dat u iets afdrukt of als het eerder geselecteerde
product niet beschikbaar is, moet u een product selecteren voordat u naar de volgende stap gaat.
3. Stel de afdrukopties in en tik op Afdrukken.
NLWW
Afdrukken met Windows
51
52 Hoofdstuk 6 Afdruktaken NLWW

7 Beheer en onderhoud

Druk informatiepagina's af
Werken met de geïntegreerde HP webserver
Eco-instellingen
Instellingen voor de stille modus
Benodigdheden en accessoires beheren
Het product reinigen
Productupdates
NLWW 53

Druk informatiepagina's af

U kunt de volgende pagina's met informatie afdrukken.

Configuratiepagina

De configuratiepagina bevat de huidige instellingen en eigenschappen van het product. Deze pagina bevat daarnaast een statusrapport. U kunt op de volgende manieren een configuratiepagina afdrukken:
Houd de startknop ingedrukt
afgedrukt. Laat de startknop los configuratiepagina wordt afgedrukt.
Selecteer Configuratiepagina in het vervolgkeuzemenu Informatiepagina's afdrukken in
het tabblad Services in Printervoorkeuren.
Serie HP LaserJet Professional P1600 printer alleen: Open de geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver openen op pagina 56), klik op het tabblad Informatie en
(zie selecteer vervolgens Informatiepagina's afdrukken. Klik op de knop Afdrukken naast Configuratiepagina afdrukken.
als het klaar-lampje brandt en er geen andere taken worden
wanneer het klaar-lampje begint te knipperen. De

Statuspagina printerbenodigdheden

Op de pagina Status benodigdheden vindt u de volgende informatie:
Het geschatte percentage van resterende toner in de printcartridge (alleen wanneer een originele
HP printcartridge is geplaatst).
Het aantal verwerkte pagina's en afdruktaken (alleen wanneer een originele HP printcartridge is
geplaatst).
Informatie over bestellen en recyclen.
U kunt op de volgende manieren een pagina Status benodigdheden afdrukken:
selecteer Pagina Status benodigdheden in het vervolgkeuzemenu Informatiepagina's afdrukken in het tabblad Services in Printervoorkeuren.
Serie HP LaserJet Professional P1600 printer alleen: Open de geïntegreerde webserver
De geïntegreerde webserver openen op pagina 56), klik op het tabblad Informatie en
(zie selecteer vervolgens Informatiepagina's afdrukken. Klik op de knop Afdrukken naast Pagina Afdrukbenodigdheden.
54 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW

Demopagina

De demopagina bevat voorbeelden van tekst en afbeeldingen. U kunt op de volgende manieren een demopagina afdrukken:
Druk op de startknop
worden afgedrukt. De demopagina wordt afgedrukt.
Selecteer Demopagina in het vervolgkeuzemenu Informatiepagina's afdrukken in het tabblad Services in Printervoorkeuren.
en laat deze los als het klaar-lampje brandt en er geen andere taken
NLWW
Druk informatiepagina's af
55

Werken met de geïntegreerde HP webserver

OPMERKING: Alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer ondersteunt de geïntegreerde
webserver.
Gebruik de geïntegreerde webserver (EWS) om de product- en netwerkstatus te bekijken en afdrukfuncties te beheren via de computer.
Productstatusinformatie bekijken
De resterende levensduur van alle benodigdheden bepalen en zo nodig nieuwe benodigdheden
bestellen
De standaardinstellingen voor de productconfiguratie weergeven en wijzigen
De netwerkconfiguratie bekijken en wijzigen
U hoeft geen software op de computer te installeren. U heeft alleen één van deze ondersteunde webbrowsers nodig:
Microsoft Internet Explorer 6.0 (en hoger)
Firefox 1.0 (en hoger)
Mozilla 1.6 (en hoger)
Opera 7.0 (en hoger)
Safari 1.2 (en hoger)
Konqueror 3.2 (en hoger)
De geïntegreerde webserver werkt wanneer het product op een TCP/IP-netwerk is aangesloten. De geïntegreerde webserver biedt geen ondersteuning voor aansluitingen via IPX of directe USB­aansluitingen.
OPMERKING: Om de geïntegreerde webserver te kunnen openen en gebruiken hoeft u geen
toegang tot internet te hebben. Als u echter op een van de pagina's op een koppeling klikt, hebt u toegang tot internet nodig om de corresponderende website te kunnen openen.

De geïntegreerde webserver openen

Als u de geïntegreerde webserver wilt openen, typt u het IP-adres of de hostnaam van het product in het adresveld van een ondersteunde webbrowser. U vindt het IP-adres door een configuratiepagina op het product af te drukken door de knop start
brandt en er geen andere taken worden afgedrukt. Laat de startknop los wanneer het klaar-lampje
begint te knipperen. De configuratiepagina wordt afgedrukt.
OPMERKING: De HP LaserJet Professional P1600 printer serie ondersteunt IPv4 en IPv6. Ga voor
meer informatie naar
www.hp.com/go/ljp1600series.
ingedrukt te houden wanneer het klaar-lampje
TIP: Nadat u de URL heeft geopend, voegt u een bladwijzer toe zodat u later snel naar deze URL
kunt terugkeren.
56 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
De geïntegreerde webserver bevat vier tabbladen met instellingen voor en informatie over het product: het tabblad Informatie, het tabblad Instellingen, het tabblad HP Smart Install en het tabblad
Netwerk.

Secties van de geïntegreerde webserver

Tabblad Informatie
De paginagroep Informatie bevat de volgende pagina's:
Op de pagina Apparaatstatus wordt de status van het product en de HP-benodigdheden
weergegeven.
Op de pagina Apparaatconfiguratie wordt de informatie weergegeven die u kunt vinden op
de configuratiepagina.
Op de pagina Status benodigdheden wordt de status van HP-benodigdheden en de
onderdeelnummers weergegeven. Als u nieuwe benodigdheden wilt bestellen, klikt u op Benodigdheden bestellen rechtsboven in het venster.
Op de pagina Netwerkoverzicht wordt de informatie weergegeven die u kunt vinden op de netwerkoverzichtspagina.
Met Informatiepagina's afdrukken kunt u een configuratiepagina of een pagina Status benodigheden afdrukken.
Tabblad Instellingen
Gebruik dit tabblad om het product te configureren vanaf de computer. Als u een netwerkproduct gebruikt, moet u altijd contact opnemen met de productbeheerder voordat u de instellingen op dit tabblad wijzigt.
Tabblad Netwerk
Netwerkbeheerders kunnen op dit tabblad de netwerkinstellingen voor het product controleren als dit is aangesloten op een IP-netwerk.
Het tabblad HP Smart Install
OPMERKING: Dit tabblad wordt alleen door Windows ondersteund.
Gebruik dit tabblad om het printerstuurprogramma te downloaden en te installeren:
Koppelingen
De koppelingen vindt u in de rechterbovenhoek van de statuspagina's. U hebt toegang tot internet nodig om deze koppelingen te gebruiken. Als u een inbelverbinding gebruikt en nog geen verbinding
NLWW
Werken met de geïntegreerde HP webserver
57
hebt wanneer u de geïntegreerde webserver opent, moet u eerst verbinding maken voordat u de websites kunt bezoeken. Het kan nodig zijn de geïntegreerde webserver te sluiten en opnieuw te openen.
Benodigdheden bestellen. Klik op deze koppeling om verbinding te maken met de website
van Sure Supply (
www.hp.com/post-embed/ordersupplies-na) voor het bestellen van originele
HP benodigdheden bij HP of bij een reseller van uw keus.
Ondersteuning. Biedt toegang tot de site voor productondersteuning. U kunt zoeken naar ondersteuning voor algemene onderwerpen.
58 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW

Eco-instellingen

EconoMode

Dit product beschikt over de optie EconoMode, waarmee u conceptversies van documenten kunt afdrukken. Met de EconoMode gebruikt u minder inkt en verlaagt u de kosten per pagina. De afdrukkwaliteit kan in EconoMode echter minder zijn.
HP raadt het doorlopende gebruik van EconoMode af. Wanneer EconoMode doorlopend wordt gebruikt gaat de toner mogelijk langer mee dan de mechanische delen in de printcartridge. Als de afdrukkwaliteit onder deze omstandigheden begint af te nemen, plaatst u een nieuwe printcartridge, zelfs als er nog toner in de cartridge aanwezig is.
U kunt de EconoMode als volgt in- of uitschakelen:
Open in Windows Eigenschappen van printer de tab Papier/Kwaliteit en selecteer de optie EconoMode.
Open in de geïntegreerde webserver (alleen de serie HP LaserJet Professional P1600 printer) het
tabblad Instellingen en selecteer de optie Instellingen PCL. Gebruik de vervolgkeuzelijst voor Instellingen om Aan of Uit te selecteren.
OPMERKING: Wanneer u EconoMode uitschakelt door de geïntegreerde webserver te
gebruiken, is dit alleen van invloed op afdruktaken waarbij gebruik wordt gemaakt van het PCL 5 Universal-printstuurprogramma (te downloaden vanaf internet).
Wanneer u de selectie van EconoMode wilt opheffen voor taken die gebruik maken van het printerstuurprogramma op de product/cd, moet u de selectie van EconoMode in het printerstuurprogramma opheffen.
Klik in het HP Printer-hulpprogramma voor Macintosh op Afdrukinstellingen en klik vervolgens op Economode & Tonerdichtheid.

Auto-uit-modus

Auto-uit is een energiebesparende functie van dit product. Na een door de gebruiker opgegeven periode wordt het energieverbruik van het apparaat automatisch verminderd (Auto-uit). Het product krijgt de status Klaar zodra u op een knop drukt of een afdruktaak verstuurt. Als de Auto-uit-modus is ingeschakeld, gaan alle lampjes op het bedieningspaneel en de achtergrondverlichting van de aan-/ uitknop uit.
OPMERKING: Hoewel de lampjes uit zijn in de Auto-uit-modus, werkt het apparaat normaal
wanneer er een afdruktaak wordt verstuurd.
Draadloze modellen bieden geen ondersteuning voor de modus Auto-aan/Auto-uit. De Slaapstand, met een stroomverbruik van 3,4 W, wordt wel ondersteund op draadloze modellen.
Wijzig de wachttijd voor de Auto-uit-modus
U kunt de inactieve periode tot het ingaan van de Auto-uit-modus (wachttijd) wijzigen.
NLWW
Eco-instellingen
59
OPMERKING: De standaardwachttijd is 5 minuten.
1. Open de printereigenschappen en klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
2. Selecteer de wachttijd in vervolgkeuzelijst Auto-uit.
OPMERKING: De gewijzigde instelling is pas van kracht als een afdruktaak naar het apparaat
wordt verstuurd.
60 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW

Instellingen voor de stille modus

Dit product beschikt over een stille modus, waarin het geluidsniveau tijdens het afdrukken lager is. Als de stille modus is ingeschakeld, drukt het product langzamer af.
OPMERKING: Met de stille modus wordt de afdruksnelheid verlaagd, waardoor de afdrukkwaliteit
beter kan zijn.
Volg deze stappen om de stille modus in te schakelen.
1. Open de printereigenschappen en klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
2. Klik op de optie Inschakelen om de functie Stille modus in te schakelen.
NLWW
Instellingen voor de stille modus
61

Benodigdheden en accessoires beheren

Als u de printcartridge correct gebruikt, bewaart en controleert, kan dit de hoge kwaliteit van de uitvoer waarborgen.

Printcartridges beheren

Opslag van printcartridges
Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om deze te gaan gebruiken.
VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet langer dan enkele minuten bloot aan licht om te
voorkomen dat de cartridge wordt beschadigd.
Beleid van HP ten aanzien van printcartridges die niet van HP zijn
Hewlett-Packard Company kan het gebruik van nieuwe of gereviseerde printcartridges die niet door HP zijn vervaardigd, niet aanbevelen.
OPMERKING: Beschadigingen door een printcartridge die niet van HP is, vallen niet onder de
garantie en serviceovereenkomsten van HP.
Zie Printcartridge vervangen op pagina 64 voor het installeren van een nieuwe originele printcartridge van HP.
HP fraudehotline en -website
Bel de fraude-hotline van HP (1-877 219 3183 in Noord-Amerika, gratis) of ga naar www.hp.com/go/
anticounterfeit als na de installatie van een HP-printcartridge een bericht op het bedieningspaneel
verschijnt dat de cartridge geen originele HP-cartridge is. HP helpt u te bepalen of de desbetreffende cartridge een origineel HP-product is en stappen te ondernemen om het probleem op te lossen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge:
U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge.
De printcartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (bijvoorbeeld het oranje treklipje ontbreekt of
de doos is anders).
Benodigdheden recyclen
Als u een nieuwe printcartridge van HP wilt installeren, volgt u de instructies die zijn bijgesloten in de verpakking van de nieuwe printcartridge of raadpleegt u de starthandleiding.
Als u benodigdheden wilt recyclen, plaatst u het verbruikte onderdeel in de doos waarin het nieuwe onderdeel is geleverd. Gebruik het bijgesloten retourlabel om het verbruikte onderdeel naar HP te verzenden voor recycling. Voor meer informatie raadpleegt u de recyclinghandleiding, die bij elk nieuw HP-onderdeel is bijgesloten.
62 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW

Instructies voor vervanging

Toner opnieuw verdelen
Als er een klein beetje toner in de printcartridge achterblijft, kunnen er op de afgedrukte pagina vage en lichte plekken ontstaan. U kunt in dat geval de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen.
Open de printcartridgeklep en verwijder de printcartridge.
1.
Als u de toner opnieuw wilt verdelen, schudt u de printcartridge zachtjes heen en weer.
2.
VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, dient u deze er met een droge doek af te
vegen en de kleding in koud water te wassen. Als u warm water gebruikt, maakt de toner een permanente vlek in de stof.
NLWW
Benodigdheden en accessoires beheren
63
Plaats de printcartridge terug in het apparaat en sluit de printcartridgeklep.
3.
Als de afdruk te licht blijft, moet u een nieuwe printcartridge installeren.
Printcartridge vervangen
Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge. Raadpleeg de informatie over
1.
recycling in de verpakking van de printcartridge.
Haal de nieuwe printcartridge uit de zak.
2.
VOORZICHTIG: Houd de printcartridge aan de uiteinden vast om beschadiging van de
printcartridge te voorkomen.
64 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
Trek aan het lipje en verwijder alle tape van de cartridge. Het lipje is geschikt voor recycling.
3.
Bewaar het dus in de verpakking van de cartridge.
Schud de printcartridge zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
4.
NLWW
Benodigdheden en accessoires beheren
65
Plaats de printcartridge in het product en sluit vervolgens de printcartridgeklep.
5.
VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, veegt u deze er met een droge doek af en
wast u de kleding in koud water. Met warm water wordt de toner in de stof opgenomen.
OPMERKING: Als de toner bijna op is, ontstaan er op de afgedrukte pagina vage en lichte plekken.
U kunt in dat geval de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de toner opnieuw te verdelen. U kunt de toner gelijkmatig in de cartridge verdelen door de cartridge uit het product te verwijderen en zachtjes heen en weer te schudden.
De transportrol vervangen
Bij normaal gebruik op goed afdrukmateriaal treedt er slijtage op. Wanneer u kwalitatief slecht afdrukmateriaal gebruikt, moet de transportrol wellicht vaker worden vervangen.
Als er zich regelmatig transportstoringen voordoen (er wordt geen papier ingevoerd), kan het zijn dat de transportrol moet worden vervangen of gereinigd. Raadpleeg voor informatie over het bestellen van een nieuwe transportrol.
WAARSCHUWING! Voordat u de transportrol gaat vervangen, moet u het product uitschakelen met
de aan/uit-schakelaar en wachten tot het product is afgekoeld.
Transportrol reinigen op pagina 72
66 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
VOORZICHTIG: Als u deze procedure niet correct uitvoert, kan het product beschadigd raken.
Open de printcartridgeklep en verwijder de printcartridge.
1.
VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging te
voorkomen. Bedek de printcartridge met een vel papier.
Zoek de transportrol.
2.
NLWW
Benodigdheden en accessoires beheren
67
Ontgrendel de kleine, witte lipjes aan elke zijde van de transportrol en draai de transportrol naar
3.
de voorkant.
Trek de transportrol voorzichtig omhoog en uit de printer.
4.
Plaats de nieuwe transportrol in de sleuf. Dankzij de ronde en rechthoekige sleuven aan beide
5.
zijden kunt u de rol niet verkeerd installeren.
68 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
Draai de bovenkant van de nieuwe transportrol van u af totdat beide zijden vastklikken.
6.
Plaats de printcartridge in het product en sluit vervolgens de printcartridgeklep.
7.
Het scheidingskussen vervangen
Bij normaal gebruik op goed afdrukmateriaal treedt er slijtage op. Wanneer u kwalitatief slecht afdrukmateriaal gebruikt, moet het scheidingskussen wellicht vaker worden vervangen.
Als het product regelmatig meerdere vellen papier tegelijk invoert, kan het zijn dat u het scheidingskussen moet vervangen.
WAARSCHUWING! Voordat u het scheidingskussen gaat vervangen, moet u het product
uitschakelen met de aan/uit-schakelaar en wachten tot het product is afgekoeld.
OPMERKING: Reinig eerst de transportrol voordat u het scheidingskussen vervangt. Raadpleeg
Transportrol reinigen op pagina 72.
Verwijder het papier en sluit de hoofdinvoerlade. Zet het product op zijn voorkant.
1.
NLWW
Benodigdheden en accessoires beheren
69
Draai aan de onderkant van het product de twee schroeven los waarmee het scheidingskussen op
2.
de plaats wordt gehouden.
Verwijder het scheidingskussen.
3.
70 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
Plaats het nieuwe scheidingskussen en draai de schroeven vast.
4.
Steek de stekker van het product in het stopcontact en schakel het product in.
5.
NLWW
Benodigdheden en accessoires beheren
71

Het product reinigen

Transportrol reinigen

Voer de volgende instructies uit als u de transportrol wilt reinigen voordat u besluit of u deze wilt vervangen:
Koppel het netsnoer van het product los en verwijder vervolgens de transportrol zoals beschreven
1.
in
De transportrol vervangen op pagina 66.
Bevochtig een pluisvrije doek met isopropyl alcohol en wrijf vervolgens de rol schoon.
2.
WAARSCHUWING! Alcohol is brandbaar. Houd alcohol en de doek uit de buurt van open
vuur. Voordat u het product sluit en het netsnoer aansluit, moet de alcohol volledig opgedroogd zijn.
OPMERKING: In bepaalde gebieden van Californië beperken wettelijke voorschriften voor
luchtvervuiling het gebruik van vloeiare isopropyl alcohol (IPA) als reinigingsmiddel. In die gebieden van Californië moet u de vorige aanbevelingen negeren en een droge, pluisvrije doek gebruiken en deze bevochtigen met water om de transportroller te reinigen.
Gebruik een droge, pluisvrije doek om de transportrol af te vegen en om losgeweekt vuil te
3.
verwijderen.
72 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
Laat de transportrol helemaal opdrogen, voordat u deze in het product terugplaatst.
4.
Sluit het netsnoer weer aan op het product.
5.

De papierbaan reinigen

Als er tonerspatten op de afdrukken zitten, reinigt u de papierbaan. U kunt stof en toner met behulp van een transparant van de papierbaan verwijderen. Gebruik geen bankpostpapier of ruw papier.
OPMERKING: Voor optimale resultaten kunt u het best een transparant gebruiken. Als u geen
transparanten heeft, kunt u afdrukmateriaal voor kopieerapparaten (60 tot 163 g/m oppervlak gebruiken.
Controleer of het apparaat niet actief is en of het Klaar-lampje
1.
Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade.
2.
3. Open de printereigenschappen.
4. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
5. Klik in het gedeelte Reinigingspagina op de knop Start om het reinigingsproces te starten.
OPMERKING: Het reinigingsproces duurt ongeveer 2 minuten. De reinigingspagina wordt
regelmatig gestopt tijdens het reinigen. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. U moet het reinigingsproces wellicht een aantal keren herhalen om de printer grondig te reinigen.

Gebied rondom de printcartridge reinigen

U hoeft het gebied rondom de printcartridge niet vaak te reinigen. Het reinigen van deze ruimte kan de afdrukkwaliteit echter wel verbeteren.
brandt.
2
) met een glad
NLWW
Het product reinigen
73
WAARSCHUWING! Voordat u het product reinigt, moet u de stekker van het product uit het
stopcontact trekken en wachten tot het product is afgekoeld.
Koppel het netsnoer los van het product. Open de printcartridgeklep en verwijder de printcartridge.
1.
VOORZICHTIG: U mag de zwarte sponsrol binnen in het product niet aanraken. Hierdoor kunt
u het product namelijk beschadigen.
VOORZICHTIG: Stel de printcartridge niet gedurende langere tijd bloot aan licht. Zo voorkomt
u beschadigingen. Dek de cartridge af met een vel papier.
Gebruik een droge, pluisvrije doek om eventueel achtergebleven materiaal uit de papierbaan en
2.
uit de ruimte voor de printcartridge te vegen.
74 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW
Plaats de printcartridge terug in de printer en sluit de printcartridgeklep.
3.
Sluit het netsnoer weer aan op het product.
4.

De buitenkant reinigen

Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de buitenkant van het apparaat te verwijderen.
NLWW
Het product reinigen
75

Productupdates

Firmware-updates

Firmware- en software-updates en installatieinstructies voor dit product zijn beschikbaar op www.hp.com/
support/ljp1560series of www.hp.com/support/ljp1600series. Klik op Downloads en
stuurprogramma's, klik op het besturingssysteem en selecteer de download voor het product.
76 Hoofdstuk 7 Beheer en onderhoud NLWW

8 Problemen oplossen

Algemene problemen oplossen
Fabrieksinstellingen herstellen
Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel
Storingen verhelpen
Problemen met de papierverwerking oplossen
Problemen met afbeeldingskwaliteit oplossen
Prestatieproblemen oplossen
Verbindingsproblemen oplossen
Softwareproblemen oplossen
NLWW 77

Algemene problemen oplossen

Als het apparaat niet op de juiste wijze reageert, loopt u de punten in de volgende controlelijst een voor een na. Als het apparaat ergens niet verder wil, gaat u te werk volgens de suggesties voor probleemoplossing. Als het probleem na een bepaalde stap is opgelost, hoeft u de resterende stappen in de controlelijst niet meer uit te voeren.

Controlelijst voor het oplossen van problemen

Controleer of het klaar-productlampje
1.
branden:
Open de printcartridgeklep en sluit deze vervolgens om de modus Auto-uit uit te schakelen.
a.
Controleer alle kabels en netsnoeren.
b.
Controleer of de aan/uit-schakelaar is ingeschakeld.
c.
Controleer of het voltage geschikt is voor de netstroominstelling van het apparaat. (Zie het
d.
etiket aan de achterzijde van het apparaat voor de voltagespecificaties.) Als u een powerstrip gebruikt waarvan het voltage buiten de specificaties valt, steekt u de stekker rechtstreeks in het stopcontact. Als de stekker al in het stopcontact is gestoken, probeert u een ander stopcontact.
Zorg dat de printcartridge juist is geïnstalleerd.
e.
Neem contact op met de HP klantondersteuning als de MFP nog geen stroom krijgt.
f.
Controleer de bekabeling
2.
Controleer de kabelaansluitingen tussen het apparaat en de computer of de netwerkpoort.
a.
Zorg ervoor dat de kabel goed is aangesloten.
Controleer of de kabel beschadigd is door zo mogelijk een andere kabel te gebruiken.
b.
aan is. Voer de volgende stappen uit als er geen lampjes
Controleer de netwerkaansluiting. Zie
c.
Controleer of de lampjes op het bedieningspaneel branden. Zie
3.
bedieningspaneel op pagina 81.
Controleer of het gebruikte afdrukmateriaal aan de specificaties voldoet.
4.
Zorg dat de productsoftware goed is geïnstalleerd.
5.
Controleer of u het stuurprogramma van dit product hebt geïnstalleerd. Controleer in het
6.
programma of u het stuurprogramma van dit product gebruikt.
Druk een configuratiepagina af. Zie
7.
Als de pagina niet wordt afgedrukt, moet u controleren of ten minste één lade papier bevat.
a.
Storingen verhelpen op pagina 86 als het papier vastloopt in het apparaat.
Zie
b.
78 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Netwerkproblemen oplossen op pagina 106.
Betekenis van lampjes op het
Druk informatiepagina's af op pagina 54.
Controleer de volgende punten als de configuratiepagina wordt afgedrukt:
8.
Als de pagina niet correct wordt afgedrukt, ligt het probleem aan de hardware van het
a.
apparaat. Neem contact op met HP Klantondersteuning.
Als de pagina juist wordt afgedrukt, werkt de hardware van het product goed. Het probleem
b.
ligt bij de computer die u gebruikt, bij het printerstuurprogramma of het programma.
Druk een kort document af via een ander programma dat een vorige keer goed is afgedrukt. Als
9.
deze oplossing werkt, ligt het probleem bij het gebruikte programma. Als deze oplossing niet werkt (het document wordt niet afgedrukt), gaat u verder met de volgende stappen:
Probeer de afdruktaak uit te voeren vanaf een andere computer waarop de
a.
apparaatsoftware is geïnstalleerd.
Als het product op het netwerk is aangesloten, sluit u het product rechtstreeks op een
b.
computer aan met een USB-kabel. Leid het product om naar de juiste poort of installeer de software opnieuw en selecteer vervolgens de nieuwe aansluitmethode die u gebruikt.
Als de afdrukkwaliteit niet aanvaardbaar is, moet u de volgende stappen uitvoeren:
c.
Controleer of de printerinstellingen correct zijn voor het gebruikte soort afdrukmateriaal.
Raadpleeg
afdrukmateriaal in te stellen op pagina 34.
De printerdriver wijzigen om de soort en het formaat van het
Voer de procedures in
om de problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
Problemen met afbeeldingskwaliteit oplossen op pagina 98 uit

Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden

De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk:
Maximumsnelheid van het product in pagina's per minuut (ppm)
Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast
formaat)
Verwerkingstijd en downloadtijd van het product
De complexiteit en de grootte van afbeeldingen
De snelheid van de computer die u gebruikt
De USB-verbinding
De I/O-configuratie van het product
Het netwerkbesturingssysteem en de configuratie daarvan (indien van toepassing)
NLWW
Algemene problemen oplossen
79

Fabrieksinstellingen herstellen

Volg onderstaande stappen om de fabrieksinstellingen van het apparaat te herstellen.
Schakel het product uit.
1.
Schakel het apparaat in, en terwijl het apparaat bezig is met initialiseren, houdt u beide knoppen
2.
op het bedieningspaneel tegelijk ingedrukt totdat alle lampjes tegelijkertijd knipperen.
80 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW

Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel

Tabel 8-1 Verklaring van de lampjes
Symbool voor 'lampje uit'
Symbool voor 'lampje aan'
Symbool voor 'lampje knippert'
1
Zie Indeling bedieningspaneel op pagina 8 voor een beschrijving van de symbolen en lampjes op het bedieningspaneel.
1
1
1
Tabel 8-2 Lampjes van het bedieningspaneel
Status van lampje Lampjespatroon Status van het
product
Alle lampjes zijn uit
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is uit.
Het product staat in de modus Auto-uit of is uitgeschakeld.
Handeling
Druk op de Aan/uit­knop om de modus Auto-uit uit te schakelen of om het product in te schakelen.
NLWW
Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel
81
Tabel 8-2 Lampjes van het bedieningspaneel (vervolg)
Status van lampje Lampjespatroon Status van het
product
Alle lampjes zijn uit
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
Het attentielampje, klaarlampje branden om en om. Tonerlampje is uit.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
het
en het start-lampje
De formatter is niet juist op het product aangesloten.
De formatter wordt geïnitialiseerd.
Handeling
Schakel het
1.
product uit.
Wacht
2.
30 seconden en schakel het product weer in.
Wacht tot het
3.
product is geïnitialiseerd.
Neem contact op met HP Klanten­ondersteuning. Zie
Klantondersteuning op pagina 125.
Er is geen actie nodig. Wacht tot het initialiseren is voltooid. Het product krijgt de status Klaar zodra de initialisatie is voltooid.
Alle lampjes branden om en om.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
Het product verwerkt momenteel een reinigingspagina.
Er is geen actie nodig. Wacht tot het reinigingsproces is voltooid. Het product krijgt de status Klaar zodra het reinigingsproces is voltooid.
82 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Tabel 8-2 Lampjes van het bedieningspaneel (vervolg)
Status van lampje Lampjespatroon Status van het
product
Het klaar-lampje andere lampjes zijn uit.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
Het klaar-lampje andere lampjes zijn uit.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
is aan en alle
knippert en alle
Het product heeft de status Klaar.
Het product ontvangt of verwerkt momenteel gegevens.
Handeling
Er is geen actie nodig. Het product is klaar voor een afdruktaak.
Er is geen actie nodig. Het product ontvangt of verwerkt momenteel een afdruktaak.
Druk op de knop Annuleren om de huidige taak te annuleren
.
Het attentielampje alle andere lampjes zijn uit.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
knippert en
Er is een fout in het product opgetreden die in het product hersteld kan worden, zoals een papierstoring, een open klep of ontbrekend papier in de juiste lade.
Controleer het product, bepaal de fout en herstel de fout. Als de fout ontbrekend papier in de juiste lade is of als het product in de modus voor handmatige invoer staat, voert u het juiste papier in de lade in en volgt u de instructies op het scherm, of opent en sluit u de klep van de printcartridge om het afdrukken te hervatten.
NLWW
Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel
83
Tabel 8-2 Lampjes van het bedieningspaneel (vervolg)
Status van lampje Lampjespatroon Status van het
product
Het attentielampje klaar-lampje lampjes zijn uit.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
knippert, het
is aan en de andere
Er is een terugkerende fout opgetreden. Het product herstelt zichzelf.
Handeling
Druk op de startknop om de fout te herstellen en de beschikbare gegevens af te drukken
Als de fout is hersteld, schakelt het product over naar de status Gegevens verwerken en wordt de afdruktaak voltooid.
Als de fout niet is hersteld, schakelt het product over naar de status voor terugkerende fout. Probeer eventueel afdrukmateriaal uit de papierbaan te verwijderen en het apparaat uit en opnieuw aan te zetten.
.
Het attentielampje, klaarlampje zijn aan. Tonerlampje is uit.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
het
en het start-lampje
Er is een kritieke fout opgetreden. Het product kan zichzelf niet herstellen.
Schakel het
1.
product uit.
Wacht
2.
30 seconden en schakel het product weer in.
Wacht tot het
3.
product is geïnitialiseerd.
Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de klantenondersteuning van HP. Zie
Klantondersteuning op pagina 125.
84 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Tabel 8-2 Lampjes van het bedieningspaneel (vervolg)
Status van lampje Lampjespatroon Status van het
product
Het klaar-lampje
zijn aan.
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
Het tonerlampje
OPMERKING: De
achtergrondverlichting van de Aan/uit­knop is aan.
en tonerlampje
knippert.
De geschatte levensduur van de printcartridge is bijna bereikt.
De printcartridge is uit het product verwijderd.
Handeling
Bestel een nieuwe printcartridge en zorg dat deze klaarligt. Raadpleeg
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen op pagina 114.
Plaats de printcartridge terug in het product.
NLWW
Betekenis van lampjes op het bedieningspaneel
85

Storingen verhelpen

Let er bij het verhelpen van storingen op dat u het vastgelopen papier niet kapot trekt. Wanneer een klein stukje papier in het product achterblijft, kan dit extra storingen veroorzaken.
VOORZICHTIG: Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u
papierstoringen gaat verhelpen.

Veelvoorkomende oorzaken van papierstoringen

Het papier is niet goed in de invoerladen geplaatst of de laden zijn overvol.
OPMERKING: Als u de invoerlade bijvult, moet u altijd eerst al het afdrukmateriaal uit de lade
halen en de hele stapel recht leggen. Dit helpt voorkomen dat meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, zodat er minder papierstoringen optreden.
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de aanbevolen HP specificaties.
Het product moet worden gereinigd om papierstof en andere deeltjes uit de papierbaan te
verwijderen.
Na de papierstoring kan er losse toner in het product achterblijven. Dit probleem verdwijnt nadat u een paar vellen heeft afgedrukt.
VOORZICHTIG: Als u toner op uw kleren of op uw handen krijgt, moet u deze in koud water
wassen. Als u warm water gebruikt, heeft dat tot gevolg dat de toner zich blijvend vastzet in de stof.

Storingslocaties

Op de volgende plaatsen in het apparaat kunnen storingen optreden.
1 Interne gedeelten
1
3 4
2
2Invoerladen
3 Uitvoerbakken
4 Achterklep en duplexeenheid (serie HP LaserJet Professional P1600 printer)
86 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Loading...