Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming is
verboden, behalve zoals toegestaan door het
auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garanties voor producten en services
van HP worden uiteengezet in de verklaringen
omtrent uitdrukkelijke garantie die bij dergelijke
producten en services worden geleverd. Niets in
dit document mag worden opgevat als
aanvullende garantie. HP stelt zich niet
aansprakelijk voor technische of redactionele
fouten of weglatingen in dit document.
Edition 1, 4/2019
Adobe®, Adobe Photoshop®, Acrobat®en
PostScript
®
zijn handelsmerken van Adobe
Systems, Incorporated.
Apple en het Apple-logo zijn handelsmerken van
Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere
landen/regio's.
macOS is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de VS en andere landen/regio's.
AirPrint is een handelsmerk van Apple Inc.,
geregistreerd in de VS en andere landen/regio's.
Google™ is een handelsmerk van Google, Inc.
Microsoft®, Windows®, Windows® XP en
Windows Vista® zijn in de Verenigde Staten
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk van The
Open Group.
Mogelijk schokgevaar ............................................................................................................................................................... 3
Vooraanzicht van de printer ............................................................................................................................... 4
Achteraanzicht van de printer ............................................................................................................................ 5
Energieverbruik, elektrische specicaties en geluidsemissies ................................................................... 15
Bereik voor de werkomgeving ......................................................................................................................... 15
Printerhardware en -software installeren .......................................................................................................................... 15
Papier plaatsen in lade 1 ....................................................................................................................................................... 19
Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) ......................................................................................... 19
Afdrukstand van het papier in lade 1 ............................................................................................................. 20
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het
bedieningspaneel van de printer ................................................................................................ 21
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel .............................................................................................................. 22
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel ......................................................................................... 22
Afdrukstand van lade 2 en de papierrichting van de laden voor 550 vel ................................................. 24
Etiketten afdrukken en plaatsen .......................................................................................................................................... 27
Handmatige invoer voor etiketten .................................................................................................................. 27
Afdrukstand van etiket ...................................................................................................................................... 27
De nietmachine gebruiken (alleen c-modellen) ................................................................................................................. 28
De nietmachine gebruiken ............................................................................................................................... 28
3 Benodigdheden, accessoires en onderdelen ..................................................................................................................................... 29
Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen .................................................................................................... 30
Benodigdheden en accessoires ....................................................................................................................... 30
Verbruiksartikelen voor onderhoud/levensduur .......................................................................................... 31
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant ........................................................................................................ 31
De tonercartridge vervangen ............................................................................................................................................... 33
Een opgeslagen taak maken (Windows) ........................................................................................................ 47
Een opgeslagen taak maken (macOS) ........................................................................................................... 48
Opgeslagen taken afdrukken ........................................................................................................................... 49
ivNLWW
Opgeslagen taken verwijderen ........................................................................................................................ 50
Een taak verwijderen die op de printer is opgeslagen ............................................................ 50
De limiet voor het opslaan van taken wijzigen ........................................................................ 50
Informatie die naar de printer is verzonden voor de boekhouding ........................................................... 50
Afdrukken van een USB-ashstation .................................................................................................................................. 51
De USB-poort inschakelen voor het afdrukken ............................................................................................ 52
Methode 1: De USB-poort inschakelen via het bedieningspaneel van de printer .............. 52
Methode 2: De USB-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde webserver van HP
(alleen voor printers die zijn aangesloten op het netwerk)
Afdrukken met high-speed USB 2.0-poort (bekabeld) .................................................................................................... 54
De high-speed USB-poort inschakelen voor het afdrukken ....................................................................... 55
Methode 1: De high-speed USB 2.0-poort inschakelen via de menu's op het
bedieningspaneel van de printer ................................................................................................ 55
Methode 2: De high-speed USB 2.0-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde
webserver van HP (alleen voor printers die zijn aangesloten op het netwerk) .................. 55
Een kopie maken .................................................................................................................................................................... 57
Voordat u begint ................................................................................................................................................ 64
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) .......................................................... 65
Stap twee: De netwerkidenticatie-instellingencongureren .................................................................. 65
Stap drie: De functie Verzenden naar e-mail congureren ........................................................................ 67
Methode 1: Basisconguratie met de wizard E-mail instellen .............................................. 67
Methode 2: Geavanceerde conguratie met behulp van E-mail instellen ........................... 70
Stap vier: De snelkoppeling Quick Sets congureren (optioneel) .............................................................. 75
Stap vijf: Instellen dat Verzenden naar e-mail gebruikmaakt van Oice 365 Outlook (optioneel) ...... 76
Voordat u begint ................................................................................................................................................ 79
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) .......................................................... 65
Stap twee: Scannen naar netwerkmap instellen .......................................................................................... 81
NLWWv
Methode 1: De wizard Scannen naar netwerkmap gebruiken .............................................. 81
Methode 2: Opslaan in netwerkmap instellen gebruiken ....................................................... 83
Stap één: De conguratie starten .......................................................................... 83
Stap twee: De instellingen Scannen naar netwerkmap congureren ............. 84
Stap drie: De conguratie voltooien ...................................................................... 94
Scannen naar SharePoint® instellen (alleen Flow-modellen) ......................................................................................... 95
Voordat u begint ................................................................................................................................................ 95
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) .......................................................... 65
Stap twee: Scannen naar SharePoint® inschakelen en een Quick Set maken voor Scannen naar
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) .......................................................... 65
Stap twee: Scannen naar USB-station inschakelen ................................................................................... 102
Stap drie: De snelkoppeling Quick Sets congureren (optioneel) ........................................................... 102
Standaardscaninstellingen voor Opslaan naar USB-station instellen .................................................... 103
Standaardbestandsinstellingen voor Opslaan op USB instellen ............................................................. 103
Scannen naar e-mail ........................................................................................................................................................... 105
Scannen naar e-mail ...................................................................................................................................... 105
Scannen naar taakopslag ................................................................................................................................................... 108
Scannen naar taakopslag op de printer ...................................................................................................... 108
Afdrukken vanuit taakopslag op de printer ................................................................................................. 110
Scannen naar netwerkmap ................................................................................................................................................ 111
Scannen naar netwerkmap ........................................................................................................................... 111
Scannen naar SharePoint ................................................................................................................................................... 113
Scannen naar SharePoint .............................................................................................................................. 113
Scannen naar USB-station ................................................................................................................................................. 115
Scannen naar USB-station ............................................................................................................................ 115
HP JetAdvantage-bedrijfsoplossingen gebruiken .......................................................................................................... 116
Kiesinstellingen voor fax ................................................................................................................................ 121
Een fax versturen ................................................................................................................................................................. 124
Disclaimer voor printer delen ........................................................................................................................ 139
Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ............................................................................................... 139
De naam van de printer in het netwerk wijzigen ....................................................................................... 139
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig congureren via het bedieningspaneel ....................................... 140
IPv6 TCP/IP-parameters handmatig congureren via het bedieningspaneel ....................................... 140
Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex ........................................................................................ 141
Functies voor beveiliging van de printer .......................................................................................................................... 143
Een beheerderswachtwoord instellen ......................................................................................................... 144
Gebruik de geïntegreerde webserver van HP (EWS) om een wachtwoord in te stellen .. 144
Gebruikers aanmeldgegevens verstrekken op het bedieningspaneel van de printer ..... 144
IP Security ......................................................................................................................................................... 145
Ondersteuning van codering: HP High Performance Secure Hard Disks ................................................ 145
De formatter vergrendelen ............................................................................................................................ 145
NLWWvii
Instellingen voor energiebesparing .................................................................................................................................. 146
Afdrukken met EconoMode ........................................................................................................................... 147
EconoMode congureren via de printerdriver ........................................................................ 147
EconoMode congureren op het bedieningspaneel van de printer ................................... 147
De sluimertimer instellen en de printer zo congureren dat het maximaal 1 watt verbruikt ............ 147
Het sluimerschema instellen ......................................................................................................................... 148
HP Web Jetadmin ................................................................................................................................................................. 148
Software- en rmware-updates ....................................................................................................................................... 148
Help-systeem op het bedieningspaneel .......................................................................................................................... 152
Methode 1: Fabrieksinstellingen terugzetten via het bedieningspaneel van de printer ..................... 153
Methode 2: Fabrieksinstellingen terugzetten vanaf de geïntegreerde webserver van HP (alleen
voor printers die zijn aangesloten op het netwerk) ................................................................................... 153
Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van
de printer ............................................................................................................................................................................... 154
De printer pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ................................................................... 155
De printer pakt geen papier op ..................................................................................................................... 155
De printer pakt meerdere vellen papier op ................................................................................................. 157
Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk
Autonavigatie voor het verhelpen van papierstoringen ........................................................................... 163
Frequente of terugkerende papierstoringen? ............................................................................................ 163
Papierstoringen verhelpen in de documentinvoer – 31.13.yz ................................................................ 163
Papierstoringen in lade 1 oplossen - 13.A1 ................................................................................................ 167
Papierstoringen in lade 2, lade 3, lade 4 en lade 5 verhelpen -13.A2, 13.A3, 13.A4, 13.A5 .............. 170
Papierstoringen in de uitvoerbak oplossen - 13.E1 .................................................................................. 173
Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid - 13.CX.XX- en 13.DX.XX-modellen ........................ 174
Papierstoringen in het gebied rondom de tonercartridge verhelpen ..................................................... 179
Storingen verhelpen in de fuser - 13.B9, 13.B2, 13.FF ............................................................................ 181
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen .................................................................................................................. 183
Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ..................................... 198
De scanner kalibreren ..................................................................................................................................... 199
De fax kan niet worden verzonden .......................................................................................... 216
De knop voor het faxadresboek wordt niet weergegeven .................................................. 216
De faxinstellingen in HP Web Jetadmin kunnen niet worden gevonden ........................... 216
Wanneer de overlay-functie is ingeschakeld, wordt de kopregel boven aan de
pagina ingevoegd ....................................................................................................................... 216
Er worden zowel namen als nummers weergegeven in het vak met ontvangers .......... 216
Eén faxpagina wordt afgedrukt over twee pagina's ............................................................. 216
Het document blijft tijdens het faxen in de documentinvoer steken ................................. 217
Het volume voor geluiden van de faxmodule is te hoog of te laag .................................... 217
USB-ashstation reageert niet .......................................................................................................................................... 218
Methode 1: De USB-poort inschakelen via het bedieningspaneel van de printer ................................... 52
Methode 2: De USB-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde webserver van HP (alleen voor
printers die zijn aangesloten op het netwerk) .............................................................................................. 52
Index ........................................................................................................................................................................................................... 219
xNLWW
1Printeroverzicht
Controleer de locatie van de functies op de printer, de fysieke en technische specicaties van de printer, en waar u
setupinformatie kunt vinden.
●
Waarschuwingspictogrammen
●
Mogelijk schokgevaar
●
Printeraanzichten
●
Printerspecicaties
●
Printerhardware en -software installeren
Zie www.hp.com/videos/LaserJet voor video-assistentie.
De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp
voor actuele informatie.
Voor meer informatie:
De uitgebreide Help van HP voor de printer omvat de volgende informatie:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
Waarschuwingspictogrammen
Wees voorzichtig als u een waarschuwingspictogram op uw HP-printer ziet, zoals hierboven aangegeven in de
pictogramdenities.
●Let op: elektrische schok
NLWW1
●Let op: heet oppervlak
●Let op: lichaamsdelen verwijderd houden van bewegende onderdelen
●Let op: scherpe kant in nabijheid
●Waarschuwing
2Hoofdstuk 1 PrinteroverzichtNLWW
Mogelijk schokgevaar
Lees deze belangrijke veiligheidsinformatie door.
●Lees en begrijp deze veiligheidsverklaringen om het gevaar van elektrische schokken te vermijden.
●Volg altijd elementaire veiligheidswaarschuwingen bij gebruik van dit apparaat om het risico op
verwondingen door brand of elektrische schokken te beperken.
●Lees en begrijp alle instructies in de gebruikershandleiding.
Houd u aan alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat staan vermeld.
●Gebruik alleen een geaard stopcontact als het apparaat verbinding op een voedingsbron wordt
aangesloten. Als u niet weet of het stopcontact geaard is, raadpleegt u een gekwaliceerde elektricien.
●Raak de contacten op een van de aansluitingen op het apparaat niet aan. Vervang beschadigde snoeren
onmiddellijk.
●Koppel dit apparaat los van het stopcontact voordat u het gaat reinigen.
●Installeer of gebruik dit apparaat niet in de buurt van water of als u nat bent.
●Installeer het apparaat stevig op een stabiele ondergrond.
●Installeer het apparaat op een beveiligde locatie waar niemand op het netsnoer kan stappen of hierover
kunt struikelen.
NLWWMogelijk schokgevaar3
Printeraanzichten
15
12
3
4
5
7
6
8
16
14
13
12
11
9
10
Belangrijke functies op de printer en het bedieningspaneel vinden.
●
Vooraanzicht van de printer
●
Achteraanzicht van de printer
●
Interfacepoorten
●
Overzicht van het bedieningspaneel
Vooraanzicht van de printer
U vindt de volgende functies aan de voorzijde van de printer.
1Klep documentinvoer (toegang voor het verhelpen van papierstoringen)
2Invoerlade documentinvoer
3Uitvoerbak documentinvoer
OPMERKING: Voor het invoeren van lang papier via de documentinvoer verlengt u de papierstop aan de rechterkant van de
uitvoerbak.
4Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm (kan worden gekanteld voor betere weergave)
5Fysiek toetsenbord (alleen c-model) Trek het toetsenbord recht naar voren om het te gebruiken.
6Nieteenheid (alleen c-model)
7Aan-uitknop
8Formatterklep
4Hoofdstuk 1 PrinteroverzichtNLWW
9Optionele papierinvoerlade voor 1 x 550 vel (lade 3)
1
2
6
5
4
3
OPMERKING: Elk printermodel is geschikt voor maximaal drie optionele papierinvoerladen voor 1 x 550 vel (laden 3, 4 en 5).
10Lade 2
11Modelnaam
12Lade 1
13Bovenklep (toegang tot de tonercartridge)
OPMERKING: De ontgrendelknop van de bovenklep bevindt zich aan de linkerkant van de printer.
14Standaarduitvoerbak
15Eenvoudig toegankelijke USB-poort (aan de linkerkant van het bedieningspaneel)
Plaats een USB-ashstation om zonder computer af te drukken of te scannen, of om de rmware van de printer bij te werken.
OPMERKING: Een beheerder moet deze poort eerst inschakelen.
16Aansluitmogelijkheid (HIP) voor apparatuur van derden
Achteraanzicht van de printer
U vindt de volgende functies aan de achterkant van de printer.
1Achterklep (toegang voor het verhelpen van storingen)
2Ontgrendelknop van de bovenklep
3Sticker met product- en serienummer
4Stofklep van lade 2 (slaat om als papier van Legal-formaat is geplaatst)
5Voedingsaansluiting
6Formatter (bevat de interfacepoorten)
NLWWPrinteraanzichten5
Interfacepoorten
1
2
3
4
5
Zoek de interfacepoorten op de printerformatter.
1Sleuf voor beveiligingsvergrendeling met een kabel
2Faxpoort (alleen c-modellen) De aansluiting is bedekt op het dn-model.)
3Ethernetpoort (RJ-45) voor LAN (Local Area Network)
4USB-poort voor het aansluiten van externe USB-apparaten (er bevindt zich mogelijk een afdekklepje op deze poort)
OPMERKING: Gebruik de USB-poort naast het bedieningspaneel om gemakkelijk af te drukken via USB.
5Snelle USB 2.0-afdrukpoort
6Hoofdstuk 1 PrinteroverzichtNLWW
Overzicht van het bedieningspaneel
3 4
2
1
5 6 7
8
9
10
12
13
11
Het bedieningspaneel biedt toegang tot printerfuncties en geeft de huidige status van de printer weer.
●
Het bedieningspaneel met aanraakscherm gebruiken
Door op de knop Beginscherm aan de linkerzijde van het bedieningspaneel om terug te keren naar het
beginscherm, of raak de knop Beginscherm aan in de linkerbovenhoek van de meeste schermen.
OPMERKING: De functies die in het beginscherm worden weergegeven zijn afhankelijk van de conguratie van
de printer.
1
Knop U kunt altijd naar het beginscherm terugkeren door de knop te selecteren.
2ToepassingsgebiedSelecteer een pictogram om de toepassing te openen. Veeg over het scherm om toegang te krijgen tot
meer toepassingen.
OPMERKING: De beschikbare toepassingen variëren per printer. De beheerder kan instellen welke
toepassingen worden weergegeven en de volgorde waarin ze worden weergegeven.
3ResetknopSelecteer de Resetknop om wijzigingen ongedaan te maken, de printer uit de pauzestand te halen,
verborgen fouten weer te geven en de standaardinstellingen te herstellen (inclusief de taal en
toetsenbordindeling).
4De knop Aanmelden of
Afmelden
Selecteer de knop Aanmelden om het scherm Aanmelden te openen.
Selecteer de knop Afmelden om u af te melden bij de printer. De printer herstelt alle opties naar de
standaardinstellingen.
OPMERKING: Deze knop wordt alleen weergegeven als de beheerder machtigingen voor de printer
heeft ingesteld voor toegang tot functies.
NLWWPrinteraanzichten7
5
6
7Huidige tijdHier wordt de huidige tijd weergegeven.
knopSelecteer de knop als u een scherm wilt openen dat toegang biedt tot verschillende soorten
printerinformatie. Selecteer de knoppen aan de onderkant van het scherm voor de volgende
informatie:
●Schermtaal: Vanuit dit scherm kunt u de taalinstellingen wijzigen.
●Slaapstand: Vanuit dit scherm kunt u de slaapstand van de printer inschakelen.
●Wi-Fi Direct: Hier vindt u informatie over hoe u rechtstreeks via Wi-Fi met een telefoon, tablet of
ander apparaat verbinding kunt maken met de printer.
●Draadloos: Bekijk en wijzig instellingen voor de draadloze verbinding (bij sommige modellen hebt
u een optioneel draadloos accessoire nodig).
●Ethernet: Gebruik dit scherm om instellingen voor de Ethernet-verbinding weer te geven en te
wijzigen.
●HP Webservices: Hier vindt u informatie over het verbinding maken en afdrukken met de printer
via HP Webservices (ePrint).
●Faxnummer: Hier wordt het faxnummer van de printer weergegeven (voor f- en z-modellen, en
alleen voor het dn-model als het optioneel faxaccessoire is geïnstalleerd).
Knop Selecteer de knop als u het geïntegreerde Help-systeem wilt openen.
Dit systeem biedt een lijst van Help-onderwerpen of informatie over een onderwerp bij gebruik van het
beginscherm, een app, een optie of een functie.
8Knop KopiërenSelecteer de knop Kopiëren om een kopieertaak te starten.
9Aantal kopieënIn het veld Aantal kopieën ziet u hoeveel kopieën er zullen worden gemaakt.
10Indicator voor
beginschermpagina
11Toetsenbord
(alleen c-model)
12USB-poort met
eenvoudige toegang
13Hardware-
integratiepocket
Het beginscherm bevat meerdere pagina's. Dit pictogram geeft het aantal pagina's aan en op welke
pagina u zich momenteel bevindt. Veeg over het scherm om te bladeren tussen pagina's.
Deze printer heeft een fysiek toetsenbord. De toetsen zijn op dezelfde manier aan uw taal gekoppeld
als het virtuele toetsenbord op het aanraakscherm van de printer. Als u een andere indeling voor het
virtuele toetsenbord selecteert, worden de toetsen op het fysieke toetsenbord aangepast aan de
nieuwe instellingen.
OPMERKING: Op sommige locaties wordt de printer geleverd met zelfklevende toetsenbordoverlays
waarmee u de toetsen voor verschillende talen kunt aanpassen.
Plaats een USB-ashstation om zonder computer af te drukken of te scannen, of om de rmware van
de printer bij te werken.
OPMERKING: Een beheerder moet deze poort eerst inschakelen.
Voor het aansluiten van accessoires en apparatuur van derden.
Het bedieningspaneel met aanraakscherm gebruiken
Doorloop de volgende stappen om het bedieningspaneel met aanraakscherm van de printer te gebruiken.
8Hoofdstuk 1 PrinteroverzichtNLWW
ActieOmschrijvingVoorbeeld
AanrakenRaak een item op het scherm aan om dat item te
selecteren of dat menu te openen. U kunt tijdens
het bladeren door menu's het scherm kort
aanraken om het bladeren te onderbreken.
VegenRaak het scherm aan en schuif met uw vinger
horizontaal over het scherm om horizontaal te
bladeren.
BladerenRaak het scherm aan en schuif met uw vinger
verticaal over het scherm om verticaal te
bladeren. U kunt tijdens het bladeren door
menu's het scherm kort aanraken om het
bladeren te onderbreken.
Raak het pictogram Instellingen aan om de app
Instellingen te openen.
Veeg over het scherm totdat de app Instellingen
wordt weergegeven.
Blader door de app Instellingen.
NLWWPrinteraanzichten9
Printerspecicaties
●
Technische specicaties
●
Ondersteunde besturingssystemen
●
Printerafmetingen
●
Energieverbruik, elektrische specicaties en geluidsemissies
●
Bereik voor de werkomgeving
BELANGRIJK: De volgende specicaties zijn correct op het moment van uitgave maar zijn onderhevig aan
wijzigingen. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp voor actuele informatie.
Bedieningspaneel uitgevoerd als
kleurenaanraakscherm
Fysiek toetsenbordniet beschikbaarOpgenomen
papier van Letter-formaat en 43 ppm op
papier van A4-formaat
Afdrukken vanaf USBOpgenomenOpgenomen
Afdrukken vanaf mobiel/cloudniet beschikbaarniet beschikbaar
Afdruktaken opslaan op het
printergeheugen om later of privé af te
drukken
OpgenomenOpgenomen
Opgenomenniet beschikbaar
OptioneelOpgenomen
OpgenomenOpgenomen
OpgenomenOpgenomen
OpgenomenOpgenomen
niet beschikbaarniet beschikbaar
FaxenOptioneelOptioneel
Kopiëren en scannenKopieert 45 pagina's per minuut (ppm) af op
papier van Letter-formaat en 40 ppm op
papier van A4-formaat
Tweekoppige documentinvoer van 100
pagina's, geschikt voor dubbelzijdig
kopiëren en scannen
HP EveryPage technologie, waaronder
ultrasone multi-invoerdetectie
Met Embedded OCR (optical character
recognition, optische tekenherkenning) kunt
u afgedrukte pagina's omzetten naar tekst
die kan worden bewerkt of wordt herkend
op een computer
De functie SMART Label detecteert
papierranden voor het automatisch
bijsnijden van pagina's
Automatische afdrukstand van de pagina
voor pagina's die minstens 100 tekens aan
tekst bevatten
Met tint automatisch aanpassen kunt u
contrast, helderheid en achtergrond
verwijderen voor iedere pagina instellen
OpgenomenOpgenomen
OpgenomenOpgenomen
niet beschikbaarOpgenomen
niet beschikbaarOpgenomen
niet beschikbaarOpgenomen
niet beschikbaarOpgenomen
niet beschikbaarOpgenomen
NLWWPrinterspecicaties11
ModelnaamE52645dnFlow E52645c
Apparaatnummer1PS54A1PS55A
Digitaal verzendenDocumenten verzenden naar e-mail, USB
en gedeelde mappen op een netwerk
Documenten verzenden naar SharePoint®niet beschikbaarOpgenomen
Ondersteunde besturingssystemen
Op basis van de volgende informatie kunt u ervoor zorgen dat uw printer compatibel is met het
besturingssysteem van uw computer.
Linux: Ga voor informatie en printerdrivers voor Linux naar www.hp.com/go/linuxprinting.
UNIX: Ga voor informatie over en printerdrivers voor UNIX® naar www.hp.com/go/unixmodelscripts.
De volgende informatie geldt voor de printerspecieke HP PCL 6 printerdrivers voor Windows, HP-printerdrivers
voor macOS en het software-installatieprogramma.
Windows: Download HP Easy Start van 123.hp.com/LaserJet om de HP-printerdriver te installeren. Of ga naar de
website met printerondersteuning voor deze printerhttp://www.hp.com/support/ljE52645mfp om de
printerdriver of het software-installatieprogramma van de HP-printerdriver te downloaden.
macOS: Mac-computers worden door deze printer ondersteund. Download HP Easy Start vanaf 123.hp.com/
LaserJet of vanaf de printerondersteuningspagina en gebruik HP Easy Start vervolgens om de HP-printerdriver te
installeren.
niet beschikbaarOpgenomen
1.Ga naar 123.hp.com/LaserJet.
2.Volg de stappen voor het downloaden van de printersoftware.
Tabel
1-1 Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers
of gebruik het installatieprogramma op het
web voor macOS)
Windows Server 2008 R2, SP 1, 64-bitsDe printerspecieke printerdriver PCL 6 kan
worden gedownload vanaf de website voor
printerondersteuning. Download de driver
en installeer deze vervolgens via het
Microsoft-hulpprogramma Printer
toevoegen.
Windows Server 2012, 64-bitsDe printerspecieke printerdriver PCL 6 kan
worden gedownload vanaf de website voor
printerondersteuning. Download de driver
en installeer deze vervolgens via het
Microsoft-hulpprogramma Printer
toevoegen.
Windows Server 2012 R2, 64-bitsDe printerspecieke printerdriver PCL 6 kan
worden gedownload vanaf de website voor
printerondersteuning. Download de driver
en installeer deze vervolgens via het
Microsoft-hulpprogramma Printer
toevoegen.
Windows Server 2016, 64-bitsDe printerspecieke printerdriver PCL 6 kan
worden gedownload vanaf de website voor
printerondersteuning. Download de driver
en installeer deze vervolgens via het
Microsoft-hulpprogramma Printer
toevoegen.
Opmerkingen
macOS 10.12 Sierra, macOS 10.13 High
Sierra
Download HP Easy Start van 123.hp.com/
LaserJet en gebruik deze vervolgens om de
printerdriver te installeren.
OPMERKING: Ondersteunde besturingssystemen kunnen wijzigen. Voor een actueel overzicht van
ondersteunde besturingssystemen en voor uitgebreide Help van HP voor de printer, gaat u naar
http://www.hp.com/support/ljE52645mfp.
OPMERKING: Ga voor meer informatie over client- en serverbesturingssystemen en driverondersteuning voor
HP UPD voor deze printer naar www.hp.com/go/upd. Klik op de koppelingen onder Meer informatie.
Tabel 1-2 Minimale systeemvereisten
WindowsmacOS
●Internetverbinding
●USB 1.1 of 2.0-verbinding of een netwerkverbinding
●2 GB vrije ruimte op de harde schijf
●1 GB RAM (32-bits) of 2 GB RAM (64-bits)
●Internetverbinding
●USB 1.1 of 2.0-verbinding of een netwerkverbinding
●1,5 GB vrije ruimte op de harde schijf
NLWWPrinterspecicaties13
OPMERKING: Het software-installatieprogramma van Windows installeert de HP Smart Device Agent Base-
service. De bestandsgrootte is circa 100 kb. De enige functie van de service is om elk uur te controleren of er
printers zijn aangesloten via USB. Er worden geen gegevens verzameld. Als er een USB-printer wordt gevonden,
wordt vervolgens geprobeerd een JetAdvantage Management Connector (JAMc)-instantie te vinden in het
netwerk. Als er een JAMc wordt gevonden, wordt de HP Smart Device Agent Base veilig bijgewerkt naar een
volledige Smart Device Agent in JAMc die vervolgens afgedrukte pagina's verantwoordt in een Managed Print
Services-account (MPS). De webpakketten met alleen de driver die zijn gedownload van hp.com voor de printer
en geïnstalleerd via de wizard Printer toevoegen, installeren deze service niet.
Als u de service wilt verwijderen, opent u het Conguratiescherm, selecteert u Programma's of Programma's en
onderdelen
en selecteert u vervolgens Programma's toevoegen/verwijderen of Een programma verwijderen om
de service te verwijderen. De bestandsnaam is HPSmartDeviceAgentBase.
Printerafmetingen
Tabel 1-3 Afmetingen van de basisprinter
Hoogte497 mm750 mm
Printer geheel geslotenPrinter geheel geopend
DiepteStofklep lade 2 gesloten: 496 mm
Stofklep lade 2 geopend: 559 mm
Breedte482 mm482 mm
Gewicht23 kg
Tabel 1-4 Afmetingen van de papierinvoerlade voor 1 x 550 vel
Hoogte130 mm
DiepteLade dicht: 376 mm
Lade open: 569 mm
Breedte410 mm
Gewicht1,4 kg
Tabel 1-5 Afmetingen van de printerstandaard
Hoogte381 mm
DiepteKlep dicht: 632 mm
Klep geopend en achterste wielen gedraaid: 865 mm
674 mm
BreedteKlep dicht: 600 mm
Klep geopend en achterste wielen gedraaid: 630 mm
Gewicht9,0 kg
▲Deze waarden zijn onderhevig aan wijzigingen. Ga voor actuele informatie naar http://www.hp.com/
support/ljE52645mfp.
14Hoofdstuk 1 PrinteroverzichtNLWW
Tabel 1-6 Afmetingen van de printer met drie papierinvoereenheden voor 1 x 550 vel en de standaard
Printer geheel geslotenPrinter geheel geopend
Hoogte1268 mm1521 mm
Diepte632 mm865 mm
Breedte600 mm630 mm
Gewicht36,2 kg
▲Deze waarden zijn onderhevig aan wijzigingen. Ga voor actuele informatie naar http://www.hp.com/
support/ljE52645mfp.
Energieverbruik, elektrische specicaties en geluidsemissies
Ga naar http://www.hp.com/support/ljE52645mfp voor recente informatie.
VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar de printer wordt verkocht.
Verander niets aan de ingestelde spanning. Hierdoor raakt de printer beschadigd en komt de garantie van de
printer te vervallen.
Bereik voor de werkomgeving
Tabel
1-7Specicaties voor de werkomgeving
OmgevingAanbevolenToegestaan
Temperatuur17 tot 25 °C15 tot 30 °C
Relatieve luchtvochtigheidRelatieve luchtvochtigheid (RH) van 30 tot
70%
Printerhardware en -software installeren
Raadpleeg de handleiding voor de hardware-installatie die u bij de printer hebt ontvangen voor eenvoudige
installatie-instructies. Ga naar de HP ondersteuningspagina voor aanvullende instructies.
Ga naar http://www.hp.com/support/ljE52645mfp voor de uitgebreide Help van HP voor de printer. Zoek de
volgende ondersteuning:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
10% tot 80% RH
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
NLWWPrinterhardware en -software installeren15
16Hoofdstuk 1 PrinteroverzichtNLWW
2Papierladen
Ontdek manieren om de papierladen te vullen en te gebruiken, inclusief het plaatsen van speciale items zoals
enveloppen en etiketten.
●
Inleiding
●
Papier plaatsen in lade 1
●
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel
●
Enveloppen afdrukken en laden
●
Etiketten afdrukken en plaatsen
●
De nietmachine gebruiken (alleen c-modellen)
Zie www.hp.com/videos/LaserJet voor video-assistentie.
De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp
voor actuele informatie.
Voor meer informatie:
De uitgebreide Help van HP voor de printer omvat de volgende informatie:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
Inleiding
Wees voorzichtig als u papier in de papierladen plaatst.
NLWW17
VOORZICHTIG: Trek niet meer dan één papierlade tegelijk uit.
Gebruik een papierlade niet als een opstapje.
Houd uw handen uit de papierladen wanneer deze worden gesloten.
Alle laden moeten zijn gesloten als u de printer verplaatst.
18Hoofdstuk 2 PapierladenNLWW
Papier plaatsen in lade 1
De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 1.
●
Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade)
●
Afdrukstand van het papier in lade 1
●
Alternatieve briefhoofdmodus gebruiken
Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade)
Deze lade kan maximaal 100 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 of 10 enveloppen bevatten.
OPMERKING: Selecteer de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u begint met afdrukken.
VOORZICHTIG: Ter voorkoming van storingen mag tijdens het afdrukken geen papier worden geplaatst in of
verwijderd uit lade 1.
1.Pak de hendel aan de zijkant van lade 1 vast en
trek deze naar voren om de lade te openen.
2.Trek het verlengstuk naar buiten om het papier te
ondersteunen.
NLWWPapier plaatsen in lade 119
3.Schuif de papiergeleider naar het juiste formaat en
plaats vervolgens het papier in de lade. Raadpleeg
Afdrukstand van het papier in lade 1
op pagina 20 voor informatie over de
afdrukstand van het papier.
Zorg dat het papier onder de vullijn van de
papiergeleiders past.
OPMERKING: De maximale stapelhoogte is 10
mm of ongeveer 100 vellen papier van 75 g/m2 .
4.Stel de papiergeleiders zodanig bij dat deze de
papierstapel licht raken maar het papier niet
buigen.
Afdrukstand van het papier in lade 1
PapiersoortEnkelzijdig afdrukkenDubbelzijdig afdrukken en Alternatieve
briefhoofdmodus
Briefpapier, voorbedrukt of geperforeerd.Afdrukzijde boven
Bovenrand eerst in de printer
Afdrukzijde beneden
Onderrand in de richting van de printer
20Hoofdstuk 2 PapierladenNLWW
Alternatieve briefhoofdmodus gebruiken
Met de functie Alternatieve briefhoofdmodus kunt u briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor alle taken op
dezelfde manier in de lade plaatsen, of u nu enkelzijdige of dubbelzijdige afdrukken maakt. In deze modus
plaatst u het papier op dezelfde manier als bij automatisch dubbelzijdig afdrukken.
●
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer
In het menu Instellingen kunt u de instelling voor de Alternatieve briefhoofdmodus instellen
1.Open het menu Instellingen in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Open de volgende menu's:
●Kopiëren/afdrukken of Afdrukken
●Laden beheren
●Alternatieve briefhoofdmodus
3.Selecteer Ingeschakeld en raak vervolgens de knop Opslaan aan of druk op OK.
NLWWPapier plaatsen in lade 121
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel
De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 2 en de optionele laden voor 550 vel.
●
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel
●
Afdrukstand van lade 2 en de papierrichting van de laden voor 550 vel
●
Alternatieve briefhoofdmodus gebruiken
OPMERKING: De procedure voor het plaatsen van papier is voor de laden voor 550 vel hetzelfde als voor lade 2.
Hier wordt alleen lade 2 weergegeven.
VOORZICHTIG: Trek niet meer dan één papierlade tegelijk uit.
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel
De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 2 en de optionele laden voor 550 vel. Deze
laden kunnen maximaal 550 vel papier met een gewicht van 75 g/m
OPMERKING: De procedure voor het plaatsen van papier is voor de laden voor 550 vel hetzelfde als voor lade 2.
Hier wordt alleen lade 2 weergegeven.
OPMERKING: Trek niet meer dan één papierlade tegelijk uit.
1.Open de lade.
OPMERKING: Open de lade niet als deze in
gebruik is.
2.Voordat u papier plaatst, stelt u de
papierbreedtegeleiders in door de vergrendeling
van elk van de geleiders in te drukken en de
geleiders op te schuiven tot het formaat van het
papier dat u gebruikt.
2
bevatten.
22Hoofdstuk 2 PapierladenNLWW
3.Stel de papierlengtegeleiders in door de
B5
11 LTR
14 LGL
14 LGL
vergrendeling van de geleider in te drukken en
deze op te schuiven tot het formaat van het papier
dat u gebruikt.
4.Als u papier van Legal-formaat in de lade wilt
plaatsen, knijpt u de hendel aan de achterzijde van
de lade dicht (links van het midden), en verlengt u
de lade naar het juiste papierformaat.
OPMERKING: Deze stap is niet van toepassing op
andere papierformaten.
5.Plaats het papier in de lade. Raadpleeg
Afdrukstand van lade 2 en de papierrichting van de
laden voor 550 vel op pagina 24 voor informatie
over de afdrukstand van het papier.
OPMERKING: Verplaatst de papiergeleiders niet
te strak tegen de papierstapel. Pas de
papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of
de markeringen in de lade.
OPMERKING: Schuif de papiergeleiders naar het
juiste formaat en plaats niet te veel papier in de
lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de
bovenkant van de stapel niet boven de indicator
voor de maximale stapelhoogte uitkomt, zoals
weergegeven in de vergroting in de afbeelding.
NLWWPlaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel23
6.Sluit de lade.
X
Y
123
123
7.Een conguratiebericht over de lade wordt op het
bedieningspaneel van de printer weergegeven.
8.Als het papierformaat en de papiersoort niet juist
wordt weergegeven, selecteert u Wijzigen om een
ander papierformaat of een andere papiersoort te
kiezen.
Voor papier van afwijkend formaat moet u de X- en
Y-afmetingen opgeven wanneer daarom wordt
gevraagd op het bedieningspaneel.
Afdrukstand van lade 2 en de papierrichting van de laden voor 550 vel
PapiersoortEnkelzijdig afdrukkenDubbelzijdig afdrukken en Alternatieve
briefhoofdmodus
Briefpapier, voorbedrukt of geperforeerd.Afdrukzijde beneden
Afdrukzijde boven
Bovenrand aan voorzijde lade
Onderrand aan voorzijde lade
24Hoofdstuk 2 PapierladenNLWW
Alternatieve briefhoofdmodus gebruiken
Met de functie Alternatieve briefhoofdmodus kunt u briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor alle taken op
dezelfde manier in de lade plaatsen, of u nu enkelzijdige of dubbelzijdige afdrukken maakt. In deze modus
plaatst u het papier op dezelfde manier als bij automatisch dubbelzijdig afdrukken.
●
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer
In het menu Instellingen kunt u de instelling voor de Alternatieve briefhoofdmodus instellen
1.Open het menu Instellingen in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer.
2.Open de volgende menu's:
●Kopiëren/afdrukken of Afdrukken
●Laden beheren
●Alternatieve briefhoofdmodus
3.Selecteer Ingeschakeld en raak vervolgens de knop Opslaan aan of druk op OK.
NLWWPlaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel25
Enveloppen afdrukken en laden
Gebruik alleen lade 1 om op enveloppen af te drukken. In lade 1 passen 10 enveloppen.
●
Enveloppen afdrukken
●
Afdrukstand envelop
Enveloppen afdrukken
Volg deze stappen om de juiste instellingen te selecteren in de printerdriver voor het afdrukken van enveloppen
met de optie handmatige invoer. Stuur daarna de afdruktaak naar de printer en plaats de enveloppen in de lade.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
OPMERKING: Als u deze functies wilt openen vanaf een Startscherm in Windows 8 of 8.1, selecteert u
Apparaten, Afdrukken en vervolgens de printer.
3.Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.Selecteer het juiste formaat voor de enveloppen in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5.Selecteer Envelop in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6.Selecteer Handmatige invoer in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
7.Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
8.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Afdrukstand envelop
Plaats enveloppen in lade 1 met de afdrukzijde naar boven, met de
korte frankeerzijde eerst in de printer.
26Hoofdstuk 2 PapierladenNLWW
Etiketten afdrukken en plaatsen
Gebruik lade 1 om op etiketvellen af te drukken. Lade 2 en de optionele laden voor 550 vel ondersteunen geen
etiketten.
●
Handmatige invoer voor etiketten
●
Afdrukstand van etiket
Handmatige invoer voor etiketten
Met de modus voor handmatige invoer voor lade 1 kunt u afdrukken op vellen etiketten.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
OPMERKING: Als u deze functies wilt openen vanaf een Startscherm in Windows 8 of 8.1, selecteert u
Apparaten, Afdrukken en vervolgens de printer.
3.Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.Selecteer het juiste formaat voor de etiketten in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5.Selecteer Etiketten in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6.Selecteer Handmatige invoer in de vervolgkeuzelijst Papierbron.
7.Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
8.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Afdrukstand van etiket
Etiketten moeten op een specieke manier worden geplaatst om goed te worden afgedrukt.
LadeEtiketten plaatsen
Lade 1Plaats de etiketvellen met de bedrukte zijde omhoog en de bovenrand van het vel richting de printer.
NLWWEtiketten afdrukken en plaatsen27
De nietmachine gebruiken (alleen c-modellen)
Met de nietmachine kunnen taken van maximaal 20 vel van 75 g/m2 papier worden geniet.
●
De nietmachine gebruiken
VOORZICHTIG: Probeer om schade aan de printer te voorkomen geen ander materiaal dan papier te nieten.
De nietmachine gebruiken
1.Plaats de stapel papier in de opening aan de voorkant van de nietmachine.
2.Wacht totdat de vellen zijn geniet door de nieteenheid. De nietmachine wordt geactiveerd wanneer er
papier wordt gedetecteerd en maakt vervolgens een nietgeluid.
OPMERKING: Als de printer zich in de slaapstand bevindt, is er mogelijk een korte vertraging.
3.Haal het geniete papier uit de sleuf.
28Hoofdstuk 2 PapierladenNLWW
3Benodigdheden, accessoires en onderdelen
Benodigdheden of accessoires bestellen, de tonercartridges vervangen, of andere onderdelen verwijderen en
vervangen.
●
Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen
●
De tonercartridge vervangen
●
De nietjescassette vervangen (alleen c-model)
Zie www.hp.com/videos/LaserJet voor video-assistentie.
De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp
voor actuele informatie.
Voor meer informatie:
De uitgebreide Help van HP voor de printer omvat de volgende informatie:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
NLWW29
Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen
●
Bestellen
●
Benodigdheden en accessoires
●
Verbruiksartikelen voor onderhoud/levensduur
●
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant
Bestellen
Benodigdheden en papier bestellenwww.hp.com/go/SureSupply
Originele onderdelen of accessoires van HP bestellenwww.hp.com/buy/parts
Bestellen via service- of ondersteuningsprovidersNeem contact op met een erkende service- of
ondersteuningsleverancier van HP.
Bestellen via de geïntegreerde webserver van HP (EWS)Typ het IP-adres of de hostnaam van de printer in het adres- of
URL-veld van een ondersteunde webbrowser op de computer om
toegang te krijgen tot de webserver. De geïntegreerde webserver
bevat een koppeling naar de SureSupply-website van HP. Hier vindt
u mogelijkheden voor het aanschaen van originele
benodigdheden van HP.
Benodigdheden en accessoires
ItemOmschrijvingNummer
Supplies (Benodigdheden)
Navulling HP-nietcassetteVervangende nietjescassettes voor de printer.Q7432A
Accessoires
HP LaserJet papierlade voor 550 velOptionele papierinvoerlade voor 550 vel
OPMERKING: De printer ondersteunt maximaal drie
papierinvoereenheden voor 1 x 550 vel tenzij andere
invoerapparaten aanwezig zijn.
Onderstel voor HP LaserJet-printerOptionele printerstandaardF2A73A
HP 1 GB DDR 3x32 144-pins 800 MHz SODIMMOptionele DIMM om het geheugen uit te breidenE5K48A
HP Trusted Platform-moduleCodeert automatisch alle gegevens die de printer
verwerkt
HP High-Performance Secure Hard Disk DriveOptionele beveiligde vaste schijfB5L29A
HP LaserJet MFP analoog faxaccessoire 700Optioneel faxaccessoire voor het dn-model2EH31A
HP Jetdirect 2900nw printserverUSB draadloze afdrukserveraccessoireJ8031A
HP Jetdirect 3100w BLE/NFC/Wireless-accessoireWi-Fi Direct-accessoire om met één druk op de knop af
te drukken vanaf mobiele apparaten
F2A72A
F5S62A
3JN69A
HP interne USB-poortenTwee interne USB-poorten om apparatuur van derden
aan te sluiten
B5L28A
30Hoofdstuk 3 Benodigdheden, accessoires en onderdelenNLWW
ItemOmschrijvingNummer
HP Foreign Interface HarnessOptionele poort voor het aansluiten van apparatuur van
derden
HP toegankelijkheidskitToegankelijkheidskit is inclusief knopstickers en een
toegankelijkheidshendel
HP universele USB-kaartlezerUSB Proximity Card ReaderX3D03A
B5L31A
2TD64A
Verbruiksartikelen voor onderhoud/levensduur
Onderhouds-/LLC-kitNummerGeschatte levensduur
HP 200 ADF rolvervangingskitB5L52A
1
De levensduurspecicaties voor HP Maintenance/Long Life Consumables (LLC) zijn schattingen op basis van de hieronder vermelde
omstandigheden voor LLC-levensduurtesten. De feitelijke individuele levensduur tijdens normaal gebruik varieert per gebruik, omgeving,
papier en andere factoren. De geschatte levensduur is geen impliciete garantie.
*
De omstandigheden van de LLC-levensduurtest
●Afdrukdekking: 5% gelijkmatig gedistribueerd over de pagina
●Omgeving: 17 tot 25 °C; relatieve luchtvochtigheid (RH) van 30-70%
●Papierformaat: Letter/A4
50.000 pagina’s
1
*
●Papiergewicht: 75 g/m2 normaal papier
●Taakformaat: 4 pagina’s
●Invoer korte zijde (A3) (d.w.z. papier van Legal-formaat)
Factoren die de levensduur ten opzichte van de bovenstaande omstandigheden kunnen verminderen:
●Afdrukmateriaal dat smaller is dan Letter/A4 (thermische vertraging staat gelijk aan meer rotaties)
●Papier dat zwaarder is dan 75 g/m2 (zwaarder afdrukmateriaal vergt meer van de onderdelen van de
printer)
●Afdruktaken van minder dan 4 pagina’s (kleinere taken betekenen meer thermische cycli en meer rotaties)
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant
Zelfreparatie-onderdelen voor de klant (CSR, Customer Self-Repair) zijn voor veel HP LaserJet printers
beschikbaar om de reparatietijd te verminderen. Ga voor meer informatie over het CSR-programma en de
voordelen naar www.hp.com/go/csr-support en www.hp.com/go/csr-faq.
Echte HP vervangingsonderdelen kunt u bestellen op www.hp.com/buy/parts of door contact op te nemen met
een bevoegde service- of ondersteuningsprovider van HP. Om een onderdeel te bestellen, hebt u een van de
volgende gegevens nodig: onderdeelnummer, serienummer (op de achterkant van de printer), productnummer
of printernaam.
●Onderdelen die zijn gemarkeerd met Verplicht kunnen door de klant zelf worden geïnstalleerd. U kunt de
reparatie ook laten uitvoeren door servicemedewerkers van HP maar dan worden kosten in rekening
NLWWBenodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen31
gebracht. Voor deze onderdelen wordt onder uw HP-printergarantie geen ondersteuning ter plekke of
reparatie in de werkplaats aangeboden.
●Onderdelen die zijn gemarkeerd met Optioneel, kunnen tijdens de garantieperiode van de printer op uw
verzoek zonder bijkomende kosten worden geïnstalleerd door servicemedewerkers van HP.
ItemOmschrijving
Instructies voor zelf
vervangenNummer
Invoerkit voor 1 x 550 velVervangende papierinvoerlade voor 1 x 550
vel
Secure Hard Disk DriveVervangende harde schijfVerplichtB5L29A
HP 1 GB DDR 3x32 144-pins 800 MHz
SODIMM
Kit voor HP Trusted Platform ModuleVervangende Trusted Platform ModuleVerplichtF5S62A
HP Jetdirect 2900nw printserverVervangend USB draadloze
HP Jetdirect 3100w BLE/NFC/Wirelessaccessoire
HP interne USB-poortenVervangende interne USB-poortenVerplichtB5L28A
HP LaserJet toetsenbordoverlaykit voor
Chinees (Vereenvoudigd) en Chinees
(Traditioneel) (alleen c-modellen)
HP LaserJet toetsenbordoverlaykit Zweeds
(alleen c-modellen)
Vervangende geheugen-DIMMVerplichtE5K48A
afdrukserveraccessoire
Vervangend Wireless Direct Print-accessoire
om met één druk op de knop af te drukken
vanaf mobiele apparaten
ToetsenbordoverlayVerplichtA7W12A
ToetsenbordoverlayVerplichtA7W14A
VerplichtF2A72A
VerplichtJ8031A
Verplicht3JN69A
32Hoofdstuk 3 Benodigdheden, accessoires en onderdelenNLWW
De tonercartridge vervangen
12
Vervang de tonercartridges als er een melding op de printer verschijnt, of als er problemen met de
afdrukkwaliteit zijn.
●
Cartridge-informatie
●
De cartridge verwijderen en vervangen
Cartridge-informatie
De printer geeft aan wanneer de tonercartridge bijna leeg en vrijwel leeg is. De echte resterende levensduur van
de tonercartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende tonercartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de
afdrukkwaliteit niet meer voldoet.
Neem contact op met uw onderhoudstechnicus om cartridges aan te schaen. Zorg ervoor dat u het
apparaatmodelnummer bij de hand hebt. U vindt het nummer op het productlabel op de achterzijde van de
printer. Ga naar HP SureSupply op www.hp.com/go/suresupply om de cartridgecompatibiliteit van de printer te
controleren. Blader naar de onderkant van de pagina en controleer of land/regio juist is ingesteld.
OPMERKING: Tonercartridges met hoge capaciteit bevatten meer toner dan standaardcartridges, waardoor er
meer pagina's mee kunnen worden afgedrukt. Ga naar www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer
informatie.
Verwijder de tonercartridge pas uit de verpakking wanneer u deze gaat vervangen.
VOORZICHTIG: Voorkom schade aan de tonercartridge: stel deze niet langer dan een paar minuten bloot aan
licht. Dek de groene afbeeldingsdrum af als de tonercartridge voor langere tijd uit de printer wordt verwijderd.
De volgende afbeelding geeft de onderdelen van de tonercartridge weer.
1Geheugenchip
2Afbeeldingsdrum
VOORZICHTIG: Raak de afbeeldingsdrum niet aan. Vingerafdrukken kunnen leiden tot kwaliteitsproblemen bij
afdrukken.
NLWWDe tonercartridge vervangen33
VOORZICHTIG: Als er toner op uw kleding komt, veegt u dit af met een droge doek en wast u de kleding in koud
water. Heet water xeert toner in stof.
OPMERKING: Op de verpakking van de tonercartridge vindt u informatie over hergebruik van gebruikte
cartridges.
De cartridge verwijderen en vervangen
1.Druk op de ontgrendelknop van de bovenklep aan
de linkerkant van de printer.
2.Open de voorklep.
34Hoofdstuk 3 Benodigdheden, accessoires en onderdelenNLWW
3.Trek de gebruikte tonercartridge aan de greep uit
1
2
3
het apparaat.
4.Haal de nieuwe tonercartridge uit de
beschermende verpakking door de plastic strook
te verwijderen en de verpakking te openen. Bewaar
alle verpakking om de tonercartridge mee te
recyclen.
5.Houd de tonercartridge recht voor de sleuf en
schuif de cartridge in de printer.
NLWWDe tonercartridge vervangen35
6.Sluit de voorklep.
1
2
7.Stop de gebruikte tonercartridge in de doos waarin
de nieuwe cartridge is geleverd. Zie de bijgesloten
recyclinggids voor informatie over recycling.
In de VS en Canada wordt een gefrankeerd etiket in
de doos meegeleverd. Ga voor andere landen/
regio's naar www.hp.com/recycle om een
gefrankeerd etiket af te drukken.
Plak het gefrankeerde etiket op de doos en
retourneer de gebruikte cartridge naar HP voor
recycling.
36Hoofdstuk 3 Benodigdheden, accessoires en onderdelenNLWW
De nietjescassette vervangen (alleen c-model)
Installeer een nieuwe nietjescassette wanneer de huidige cassette leeg is.
●
Inleiding
●
De nietjescassette verwijderen en vervangen
Inleiding
De volgende informatie bevat instructies voor het vervangen van de nietcassettes.
38Hoofdstuk 3 Benodigdheden, accessoires en onderdelenNLWW
4Afdrukken
Afdrukken met de software, of afdrukken vanaf een mobiel apparaat of USB-ashstation.
●
Afdruktaken (Windows)
●
Afdruktaken (macOS)
●
Afdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken
●
Afdrukken van een USB-ashstation
●
Afdrukken met high-speed USB 2.0-poort (bekabeld)
Zie www.hp.com/videos/LaserJet voor video-assistentie.
De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp
voor actuele informatie.
Voor meer informatie:
De uitgebreide Help van HP voor de printer omvat de volgende informatie:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
NLWW39
Afdruktaken (Windows)
Meer informatie over algemene afdruktaken voor Windows-gebruikers.
●
Afdrukken (Windows)
●
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)
●
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows)
●
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows)
●
De papiersoort selecteren (Windows)
●
Overige afdruktaken
Afdrukken (Windows)
Gebruik de optie Afdrukken vanuit een softwaretoepassing om de printer en de basisopties voor de afdruktaak te
selecteren.
De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Windows.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de knop Eigenschappen
of Voorkeuren om de printerdriver te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
●Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
OPMERKING: Klik op de knop Help (?) in de printerdriver voor meer informatie.
3.Klik op de tabbladen in de printerdriver om de beschikbare opties te congureren. Stel bijvoorbeeld de
papierrichting in op het tabblad Afwerking en stel papierbron, papiersoort, papierformaat en
kwaliteitsinstellingen in op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.Klik op de knop OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Afdrukken. Geef op dit scherm het aantal af
te drukken exemplaren op.
5.Klik op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)
Als uw printer is voorzien van een automatische eenheid voor dubbelzijdig afdrukken, kunt u automatisch
afdrukken op beide zijden van het papier. Gebruik een type en formaat die worden ondersteund door de eenheid
voor dubbelzijdig afdrukken.
40Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
●Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
3.Open het tabblad Afwerking.
4.Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. Klik op OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
5.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (Windows)
Gebruik deze procedure voor printers waarop geen automatische eenheid voor dubbelzijdig afdrukken is
geïnstalleerd, of om af te drukken op papier dat de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken niet ondersteunt.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
●Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
3.Open het tabblad Afwerking.
4.Selecteer Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) en klik op OK om het dialoogvenster
Documenteigenschappen te sluiten.
5.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de eerste zijde van de taak af te drukken.
6.Haal de afgedrukte stapel uit de uitvoerbak en leg deze in lade 1.
7.Selecteer, wanneer u hierom wordt gevraagd, de desbetreende knop op het bedieningspaneel om door te
gaan.
NLWWAfdruktaken (Windows)41
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows)
Als u vanuit een softwaretoepassing afdrukt met de optie Afdrukken, kunt u een optie selecteren om meerdere
pagina's op één vel papier af te drukken. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld een grote document afdrukt en
papier wilt besparen.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
●Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
3.Open het tabblad Afwerking.
4.Selecteer het aantal pagina's per vel in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel.
5.Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting. Klik op OK om
het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten.
6.Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
De papiersoort selecteren (Windows)
Als u vanuit een softwaretoepassing afdrukt met de optie Afdrukken, kunt u instellen welke papiersoort u voor
uw afdruktaak wilt gebruiken. Als uw standaardpapiersoort bijvoorbeeld Letter is, maar u voor de afdruktaak een
andere papiersoort wilt gebruiken, selecteert u die specieke papiersoort.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
●Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
3.Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
42Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
4.Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
5.Klik op OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken
op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Als de lade gecongureerd moet worden, wordt er een conguratiebericht over de lade op het
bedieningspaneel van de printer weergegeven.
6.Vul de lade met het opgegeven type en formaat papier en sluit de lade.
7.Raak de knop OK aan om het gedetecteerde formaat en de gedetecteerde soort te accepteren, of raak de
Wijzigen aan als u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt kiezen.
knop
8.Selecteer de juiste papiersoort en het juiste formaat en raak de knop OK aan.
Overige afdruktaken
Zoek informatie op het web voor het uitvoeren van algemene afdruktaken.
Ga naar http://www.hp.com/support/ljE52645mfp.
Er zijn instructies beschikbaar voor afdruktaken, zoals:
●Afdruksnelkoppelingen of voorinstellingen maken en gebruiken
●Selecteer het papierformaat of gebruik een aangepast papierformaat
●Afdrukstand maken
●Een brochure maken
●Een document schalen zodat het past op een bepaald papierformaat
●De eerste of laatste pagina's van het document op ander papier afdrukken
●Watermerken op een document afdrukken
NLWWAfdruktaken (Windows)43
Afdruktaken (macOS)
Afdrukken met de HP-afdruksoftware voor macOS, inclusief afdrukken aan beide zijden en meerdere pagina's per
vel afdrukken.
●
Afdrukken (macOS)
●
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (macOS)
●
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (macOS)
●
Meerdere pagina's per vel afdrukken (macOS)
●
Papiersoort selecteren (macOS)
●
Overige afdruktaken
Afdrukken (macOS)
In de volgende procedure wordt het standaardafdrukproces voor macOS beschreven.
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en selecteer vervolgens andere menu's om de
afdrukinstellingen aan te passen.
OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma.
4.Klik op de knop Print (Afdrukken).
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (macOS)
OPMERKING: Deze informatie heeft betrekking op printer die beschikken over een automatische eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken.
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar als u de HP-printerdriver installeert. Mogelijk is de functie niet
beschikbaar als u AirPrint gebruikt.
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en klik vervolgens op het menu Lay-out.
OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma.
4.Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Dubbelzijdig.
5.Klik op de knop Print (Afdrukken).
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (macOS)
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar als u de HP-printerdriver installeert. Mogelijk is de functie niet
beschikbaar als u AirPrint gebruikt.
44Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en klik vervolgens op het menu Handmatig
dubbelzijdig.
OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma.
4.Klik op het vak Handmatig dubbelzijdig en selecteer een bindoptie.
5.Klik op de knop Print (Afdrukken).
6.Ga naar de printer en verwijder alle lege vellen uit lade 1.
7.Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omlaag in de invoerlade.
8.Raak, wanneer u hierom wordt gevraagd, de desbetreende knop op het bedieningspaneel aan om door te
gaan.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (macOS)
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en klik vervolgens op het menu Lay-out.
OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma.
4.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel wilt afdrukken.
5.Selecteer in het gedeelte Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel.
6.Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken.
7.Klik op de knop Print (Afdrukken).
Papiersoort selecteren (macOS)
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer de printer.
3.Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en klik vervolgens op het menu Afdrukmateriaal en
kwaliteit of het menu Papier/kwaliteit.
OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma.
4.Selecteer in de opties Media en kwaliteit of Papier/kwaliteit .
OPMERKING: Deze lijst bevat de hoofdset met beschikbare opties. Sommige opties zijn niet beschikbaar
op alle printers.
NLWWAfdruktaken (macOS)45
●Afdrukmateriaal: Selecteer de optie voor de papiersoort voor de afdruktaak.
●Afdrukkwaliteit: Selecteer het resolutieniveau voor de afdruktaak.
●Rand-tot-rand afdrukken: Selecteer deze optie om dicht tegen de randen van het papier af te
drukken.
5.Klik op de knop Print (Afdrukken).
Overige afdruktaken
Zoek informatie op het web voor het uitvoeren van algemene afdruktaken.
Ga naar http://www.hp.com/support/ljE52645mfp.
Er zijn instructies beschikbaar voor afdruktaken, zoals:
●Afdruksnelkoppelingen of voorinstellingen maken en gebruiken
●Selecteer het papierformaat of gebruik een aangepast papierformaat
●Afdrukstand maken
●Een brochure maken
●Een document schalen zodat het past op een bepaald papierformaat
●De eerste of laatste pagina's van het document op ander papier afdrukken
●Watermerken op een document afdrukken
46Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
Afdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken
●
Inleiding
●
Een opgeslagen taak maken (Windows)
●
Een opgeslagen taak maken (macOS)
●
Opgeslagen taken afdrukken
●
Opgeslagen taken verwijderen
●
Informatie die naar de printer is verzonden voor de boekhouding
Inleiding
De volgende informatie bevat procedures voor het maken en afdrukken van documenten die zijn opgeslagen op
het USB-ashstation. Deze taken kunnen op een later tijdstip of privé worden afgedrukt.
Een opgeslagen taak maken (Windows)
Sla taken op het USB-ashstation op voor privé- of vertraagde afdrukken.
1.Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.Selecteer de printer uit de lijst met printers en selecteer vervolgens Eigenschappen of Voorkeuren.
OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
●Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 V4 downloaden.
3.Klik op het tabblad Taakopslag.
4.Selecteer een optie voor Modus Taakopslag:
●Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
●Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van
de printer. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken
selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet u de vereiste pincode in het
bedieningspaneel opgeven. Als u de taak beveiligt, moet u de vereiste pincode invoeren op het
bedieningspaneel. De afdruktaak wordt na het afdrukken uit het geheugen gewist en gaat verloren
als de stroom naar de printer wordt uitgeschakeld.
NLWWAfdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken47
●Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak wordt afgedrukt en een exemplaar van de
taak wordt opgeslagen in het geheugen van de printer, zodat u de taak later nogmaals kunt
afdrukken.
●Opgeslagen taak: Een taak opslaan op de printer en andere gebruikers toestaan de taak af te
drukken. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken
selecteren. Als u een pincode aan de taak toewijst, moet degene die de taak afdrukt de vereiste
pincode invoeren op het bedieningspaneel. Als u de taak beveiligt, moet degene die de taak afdrukt
de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5.Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast en voert u
de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam:
●Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
●Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
6.Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster
Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Een opgeslagen taak maken (macOS)
Sla taken op het USB-ashstation op voor privé- of vertraagde afdrukken.
1.Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken.
2.Selecteer de printer in het menu Printer.
3.Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de
vervolgkeuzelijst en klik op het menu Taakopslag.
OPMERKING: Als het menu Taakopslag niet wordt weergegeven, sluit u het afdrukvenster en opent u het
vervolgens opnieuw om het menu te activeren.
4.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Modus het type opgeslagen taak.
●Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt, zodat u dit kunt
controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt.
●Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van
de printer. Als de taak een persoonlijk identicatienummer (pincode) heeft, moet u de vereiste
pincode op het bedieningspaneel opgeven. De afdruktaak wordt na het afdrukken uit het geheugen
gewist en gaat verloren als de stroom naar de printer wordt uitgeschakeld.
●Snelkopie: Het gewenste aantal exemplaren van een taak wordt afgedrukt en een exemplaar van de
taak wordt opgeslagen in het geheugen van de printer, zodat u de taak later nogmaals kunt
afdrukken.
●Opgeslagen taak: Een taak opslaan op de printer en andere gebruikers toestaan de taak af te
drukken. Als de taak een persoonlijk identicatienummer (pincode) heeft, moet degene die de taak
afdrukt de vereiste pincode invoeren op het bedieningspaneel.
5.Als u een aangepaste gebruikersnaam of taaknaam wilt gebruiken, klikt u op de knop Aangepast en voert u
de gebruikersnaam of taaknaam in.
Selecteer welke optie u wilt gebruiken als er al een andere taak bestaat met dezelfde naam.
48Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
●Taaknaam + (1-99) gebruiken: Voeg een uniek nummer toe aan het einde van de taaknaam.
●Bestaand bestand vervangen: Overschrijf de bestaande opgeslagen taak met de nieuwe taak.
6.Als u de optie Opgeslagen taak of Persoonlijke taak hebt geselecteerd in stap 4, kunt u de taak beveiligen
met een pincode. Typ een viercijferig getal in het veld PIN voor afdrukken. Als anderen proberen deze taak
af te drukken, worden zij gevraagd deze pincode in te voeren.
7.Klik op de knop Afdrukken om de taak te verwerken.
Opgeslagen taken afdrukken
Volg de volgende procedure om een taak af te drukken die is opgeslagen in het printergeheugen.
1.Navigeer vanaf het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Afdrukken en
selecteer vervolgens het pictogram Afdrukken.
2.Selecteer Afdrukken vanuit taakopslag.
3.Selecteer eerst Kiezen en vervolgens de naam van de map waar de opdracht is opgeslagen.
4.Selecteer de naam van de taak. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op.
5.Als u het aantal exemplaren wilt aanpassen, selecteert u het veld voor het aantal kopieën linksonder in het
scherm. Gebruik het toetsenblok om het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken op te geven.
6.Selecteer Starten of Afdrukken om de taak af te drukken.
NLWWAfdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken49
Opgeslagen taken verwijderen
Documenten die u op de printer hebt opgeslagen, kunt u verwijderen wanneer u ze niet meer nodig hebt. U kunt
ook het maximum aantal taken aanpassen dat voor de printer wordt opgeslagen.
●
Een taak verwijderen die op de printer is opgeslagen
●
De limiet voor het opslaan van taken wijzigen
Een taak verwijderen die op de printer is opgeslagen
Gebruik het bedieningspaneel om een taak te verwijderen die is opgeslagen in het printergeheugen.
1.Navigeer vanaf het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Afdrukken en
selecteer vervolgens het pictogram Afdrukken.
2.Selecteer Afdrukken vanuit taakopslag.
3.Selecteer eerst Kiezen en vervolgens de naam van de map waar de opdracht is opgeslagen.
4.Selecteer de naam van de taak. Als de taak privé of beveiligd is, geeft u de pincode of het wachtwoord op.
Selecteer de knop Prullenbak om de taak te verwijderen.
5.
De limiet voor het opslaan van taken wijzigen
Wanneer een nieuwe taak in het printergeheugen wordt opgeslagen, overschrijft de printer alle voorgaande
taken met dezelfde gebruiker- en taaknaam. Als een taak nog niet is opgeslagen onder dezelfde gebruikers- en
taaknaam en als de printer extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen taken automatisch worden
verwijderd, te beginnen met de oudste taak.
Als u het aantal taken dat kan worden opgeslagen in de printer wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1.Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Instellingen en
selecteer vervolgens het pictogram Instellingen.
2.Open de volgende menu's:
●Kopiëren/afdrukken of Afdrukken
●Opgeslagen taken beheren
●Limiet voor opslaan van tijdelijke taken
3.Gebruik het toetsenblok om het aantal taken in te voeren dat wordt opgeslagen in de printer.
4.Selecteer OK of Gereed om de instelling op te slaan.
Informatie die naar de printer is verzonden voor de boekhouding
Afdruktaken die worden verzonden vanaf stuurprogramma's op de client (bijv. pc) kunnen persoonlijke informatie
verzenden naar apparaten voor afdrukken en beeldverwerking van HP. Dit kan onder andere de gebruikersnaam
zijn en de naam van de client waar de taak vandaan komt. Deze informatie kan, afhankelijk van de instellingen
die de beheerder van het afdrukapparaat heeft bepaald, worden gebruikt voor de boekhouding. Deze informatie
kan ook met de taak worden opgeslagen op het apparaat voor massaopslag (bijv. schijfstation) van het
afdrukapparaat als u de taakopslagfunctie gebruikt.
50Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
Afdrukken van een USB-ashstation
Deze printer beschikt over USB met eenvoudige toegang. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de
bestanden via de computer te verzenden.
●
De USB-poort inschakelen voor het afdrukken
●
USB-documenten afdrukken
De USB-poort bij het bedieningspaneel is geschikt voor standaard USB-ashstations. U kunt de volgende
bestandstypen openen:
●.pdf
●.prn
●.pcl
●.ps
●.cht
NLWWAfdrukken van een USB-ashstation51
De USB-poort inschakelen voor het afdrukken
De USB-poort is standaard uitgeschakeld. Schakel de USB-poort in voordat u deze functie gebruikt.
●
Methode 1: De USB-poort inschakelen via het bedieningspaneel van de printer
●
Methode 2: De USB-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde webserver van HP (alleen voor printers die
zijn aangesloten op het netwerk)
Gebruik een van de volgende methoden om de poort in te schakelen:
Methode 1: De USB-poort inschakelen via het bedieningspaneel van de printer
1.Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Instellingen en
selecteer vervolgens het pictogram Instellingen.
2.Open de volgende menu's
●Kopiëren/afdrukken of Afdrukken
●USB-poort van apparaat inschakelen
3.Selecteer Ingeschakeld om de USB-poort in te schakelen.
Methode 2: De USB-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde webserver van HP (alleen voor printers
die zijn aangesloten op het netwerk)
1.Selecteer vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer het pictogram Informatie en
vervolgens het pictogram Netwerk om het IP-adres of de hostnaam weer te geven.
2.Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres exact in zoals dat wordt weergegeven op
het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de computer. De EWS
wordt geopend.
OPMERKING: Als de internetbrowser de melding Er is een probleem met het beveiligingscerticaat van
deze website weergeeft wanneer u de EWS probeert te openen, klikt u op Doorgaan naar deze website
(niet aanbevolen).
Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen) is niet schadelijk voor de computer terwijl u navigeert in de
EWS van de HP-printer.
3.Selecteer het tabblad Kopiëren/afdrukken voor MFP-modellen of het tabblad Afdrukken voor SFP-
modellen.
4.Selecteer in het linkermenu de optie Afdrukken vanaf USB-station instellen.
5.Selecteer Afdrukken vanaf USB inschakelen.
6.Klik op Apply (Toepassen).
USB-documenten afdrukken
1.Plaats het USB-ashstation in de USB-poort voor direct afdrukken.
52Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
OPMERKING: De poort is mogelijk afgedekt. Op sommige printers moet u het klepje openklappen. Op
andere printers moet u het klepje er recht uittrekken.
2.Navigeer vanaf het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Afdrukken en
selecteer vervolgens het pictogram Afdrukken.
3.Selecteer Afdrukken vanaf USB.
4.Selecteer Kiezen, selecteer de naam van het document dat u wilt afdrukken en kies Selecteren.
OPMERKING: Het document staat mogelijk in de map. Open mappen waar nodig.
5.Als u het aantal exemplaren wilt aanpassen, raakt u het vak links van de knop Afdrukken aan en selecteert
u vervolgens het aantal exemplaren met het geopende toetsenblok. Selecteer de knop knop Sluiten
om het toetsenblok te sluiten.
6.Selecteer Afdrukken om het document af te drukken.
NLWWAfdrukken van een USB-ashstation53
Afdrukken met high-speed USB 2.0-poort (bekabeld)
●
De high-speed USB-poort inschakelen voor het afdrukken
54Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
De high-speed USB-poort inschakelen voor het afdrukken
Deze printer beschikt over een high-speed USB 2.0-poort voor bekabeld afdrukken via USB. De poort bevindt
zich in het gebied van de interfacepoorten en is standaard uitgeschakeld. Gebruik een van de volgende
methoden om de poort in te schakelen. Zodra de poort is ingeschakeld, moet u de productsoftware installeren
om af te drukken met behulp van deze poort.
●
Methode 1: De high-speed USB 2.0-poort inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de
printer
●
Methode 2: De high-speed USB 2.0-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde webserver van HP (alleen
voor printers die zijn aangesloten op het netwerk)
Methode 1: De high-speed USB 2.0-poort inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de
printer
Gebruik het bedieningspaneel om de poort in te schakelen.
1.Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Instellingen en
selecteer vervolgens het pictogram Instellingen.
2.Open de volgende menu's
●Algemeen
●USB-poort van apparaat inschakelen
3.Selecteer de optie Ingeschakeld.
Methode 2: De high-speed USB 2.0-poort inschakelen vanaf de geïntegreerde webserver van HP (alleen
voor printers die zijn aangesloten op het netwerk)
Gebruik de geïntegreerde webserver van HP om de poort in te schakelen.
1.Zoek het IP-adres van de printer. Raak op het bedieningspaneel van de printer de Informatieknop aan
en selecteer vervolgens het pictogram Netwerk om het IP-adres of de hostnaam weer te geven.
2.Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres exact in zoals dat wordt weergegeven op
het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de computer. De EWS
wordt geopend.
OPMERKING: Als de webbrowser een bericht weergeeft dat toegang tot de website mogelijk niet veilig is,
selecteert u de optie om door te gaan naar de website. Toegang tot deze website zal de computer niet
beschadigen.
3.Selecteer het tabblad Beveiliging.
4.Klik aan de linkerkant van het scherm op Algemene beveiliging.
5.Blader naar beneden naar de Hardwarepoorten en schakel het selectievakje bij de volgende twee items in:
●USB-poort van apparaat inschakelen
●Host USB-plug-and-play inschakelen
6.Klik op Apply (Toepassen).
NLWWAfdrukken met high-speed USB 2.0-poort (bekabeld)55
56Hoofdstuk 4 AfdrukkenNLWW
5Kopiëren
Kopieën maken met de printer, weten hoe u een document dubbelzijdig kopieert en extra kopieertaken zoeken
op het web.
●
Een kopie maken
●
Dubbelzijdig kopiëren (duplex)
●
Overige kopieertaken
Zie www.hp.com/videos/LaserJet voor video-assistentie.
De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp
voor actuele informatie.
Voor meer informatie:
De uitgebreide Help van HP voor de printer omvat de volgende informatie:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
Een kopie maken
1.Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de
afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat.
2.Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Kopiëren en
selecteer vervolgens het pictogram Kopiëren.
3.Selecteer in het paneel Opties het aantal kopieën.
4.Selecteer Tekst/afbeelding optimaliseren voor optimalisatie van het type afbeelding dat wordt gekopieerd:
tekst, afbeeldingen of foto's. Selecteer een van de gedenieerde opties.
5.Stel eerst de opties met een gele driehoek in voordat u de voorbeeldfunctie gebruikt.
NLWW57
OPMERKING: Na de voorbeeldscan worden deze opties verwijderd uit de hoofdlijst met Opties en worden
ze samengevat in de lijst met Opties vóór scannen. Als u een van deze opties wilt wijzigen, sluit u het
voorbeeld en begint u opnieuw.
De voorbeeldfunctie is optioneel.
6.Raak de het rechterpaneel van het scherm aan om een voorbeeld van het document te bekijken. Gebruik de
knoppen aan de rechterkant van het voorbeeldscherm om de voorbeeldopties aan te passen en om
pagina's te herschikken, draaien, invoegen of verwijderen.
Met deze knoppen kunt u schakelen tussen de weergave met twee pagina's en de weergave met
miniaturen. In de weergave met miniaturen zijn er meer opties beschikbaar dan in de weergave
met twee pagina's.
Met deze knoppen kunt u in- of uitzoomen op de geselecteerde pagina.
OPMERKING: Selecteer slechts één pagina voor het gebruik van deze knoppen.
Met deze knop kunt u de pagina 180 graden draaien.
OPMERKING: Deze knop is alleen beschikbaar in de weergave met miniaturen.
Met deze knop kunt u de geselecteerde pagina's verwijderen.
OPMERKING: Deze knop is alleen beschikbaar in de weergave met miniaturen.
Met deze knoppen kunt u de pagina's opnieuw rangschikken in het document. Selecteer een of
meer pagina's en verplaats ze naar links of rechts.
OPMERKING: Deze knoppen zijn alleen beschikbaar in de weergave met miniaturen.
Met deze knop kunt u een pagina aan het document toevoegen. De printer vraagt u om
aanvullende pagina's te scannen.
Met deze knop kunt u de wijzigingen in het voorbeeld wissen en overnieuw beginnen.
7.Als het document gereed is, raakt u Start aan om te beginnen met kopiëren.
58Hoofdstuk 5 KopiërenNLWW
Dubbelzijdig kopiëren (duplex)
1.Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de
afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat.
2.Navigeer van het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de toepassing Kopiëren en
selecteer vervolgens het pictogram Kopiëren.
3.Selecteer in het paneel OptiesZijden origineel en selecteer vervolgens de optie die het originele document
beschrijft:
●Gebruik Automatisch detecteren om te detecteren of het origineel enkel- of dubbelzijdig is afgedrukt.
●Gebruik Enkelzijdig voor originelen die op één zijde van de pagina zijn afgedrukt.
●Gebruik Dubbelzijdig (boekstijl) voor originelen die bij de linker-/rechterrand van de pagina omslaan,
zoals boeken. Als de afbeelding zich in staande positie bevindt, slaat de uitvoer bij de lange zijde van
de pagina om. Als de afbeelding zich in liggende positie bevindt, slaat de uitvoer bij de korte zijde van
de pagina om.
●Gebruik Dubbelzijdig (omslagstijl) voor originelen die bij de boven-/onderrand van de pagina omslaan,
zoals kalenders. Als de afbeelding zich in staande positie bevindt, slaat de uitvoer bij de korte zijde
van de pagina om. Als de afbeelding zich in liggende positie bevindt, slaat de uitvoer bij de lange zijde
van de pagina om.
4.Selecteer Uitvoerzijden en selecteer vervolgens een van de volgende opties:
●Overeenkomen met origineel: Met deze functie zal de uitvoer overeenkomen met het formaat van het
origineel. Als het origineel bijvoorbeeld enkelzijdig is, zal de uitvoer ook enkelzijdig zijn. Als de
beheerder enkelzijdig afdrukken echter heeft beperkt en het origineel enkelzijdig is, zal de uitvoer
dubbelzijdig (boekstijl) zijn.
●Enkelzijdig: De uitvoer is enkelzijdig. Als de beheerder enkelzijdig afdrukken echter heeft beperkt, zal
de uitvoer dubbelzijdig (boekstijl) zijn.
●Dubbelzijdig (boekstijl): De uitvoer slaat bij de linker-/rechterrand van de pagina om, zoals bij een
boek. Als de afbeelding zich in staande positie bevindt, slaat de uitvoer bij de lange zijde van de
pagina om. Als de afbeelding zich in liggende positie bevindt, slaat de uitvoer bij de korte zijde van de
pagina om.
●Dubbelzijdig (omslagstijl): De uitvoer slaat bij de boven-/onderrand van de pagina om, zoals bij een
kalender. Als de afbeelding zich in staande positie bevindt, slaat de uitvoer bij de korte zijde van de
pagina om. Als de afbeelding zich in liggende positie bevindt, slaat de uitvoer bij de lange zijde van de
pagina om.
5.Stel eerst de opties met een gele driehoek in voordat u de voorbeeldfunctie gebruikt.
OPMERKING: Na de voorbeeldscan worden deze opties verwijderd uit de hoofdlijst met Opties en worden
ze samengevat in de lijst met Opties vóór scannen. Als u een van deze opties wilt wijzigen, sluit u het
voorbeeld en begint u opnieuw.
De voorbeeldfunctie is optioneel.
6.Raak de het rechterpaneel van het scherm aan om een voorbeeld van het document te bekijken. Gebruik de
knoppen aan de rechterkant van het voorbeeldscherm om de voorbeeldopties aan te passen en om
pagina's te herschikken, draaien, invoegen of verwijderen.
NLWWDubbelzijdig kopiëren (duplex)59
Met deze knoppen kunt u schakelen tussen de weergave met twee pagina's en de weergave met
miniaturen. In de weergave met miniaturen zijn er meer opties beschikbaar dan in de weergave
met twee pagina's.
Met deze knoppen kunt u in- of uitzoomen op de geselecteerde pagina.
OPMERKING: Selecteer slechts één pagina voor het gebruik van deze knoppen.
Met deze knop kunt u de pagina 180 graden draaien.
OPMERKING: Deze knop is alleen beschikbaar in de weergave met miniaturen.
Met deze knop kunt u de geselecteerde pagina's verwijderen.
OPMERKING: Deze knop is alleen beschikbaar in de weergave met miniaturen.
7.Als het document gereed is, raakt u Start aan om te beginnen met kopiëren.
Overige kopieertaken
Zoek informatie op het web voor het uitvoeren van algemene kopieertaken.
Ga naar http://www.hp.com/support/ljE52645mfp.
Met deze knoppen kunt u de pagina's opnieuw rangschikken in het document. Selecteer een of
meer pagina's en verplaats ze naar links of rechts.
OPMERKING: Deze knoppen zijn alleen beschikbaar in de weergave met miniaturen.
Met deze knop kunt u een pagina aan het document toevoegen. De printer vraagt u om
aanvullende pagina's te scannen.
Met deze knop kunt u de wijzigingen in het voorbeeld wissen en overnieuw beginnen.
Er zijn instructies beschikbaar voor het uitvoeren van specieke kopieertaken, zoals:
●Pagina's uit boeken of andere gebonden documenten kopiëren of scannen
●Documenten van verschillende formaten kopiëren
60Hoofdstuk 5 KopiërenNLWW
●Beide zijden van een identiteitsbewijs kopiëren of scannen
●Een document in brochure-indeling kopiëren of scannen
NLWWOverige kopieertaken61
62Hoofdstuk 5 KopiërenNLWW
6Scan
Scannen met behulp van de software of rechtstreeks scannen naar e-mailadressen, een USB-ashstation, een
netwerkmap of een andere bestemming.
●
Scannen naar e-mail instellen
●
Scannen naar netwerkmap instellen
●
Scannen naar SharePoint® instellen (alleen Flow-modellen)
●
Scannen naar USB-station instellen
●
Scannen naar e-mail
●
Scannen naar taakopslag
●
Scannen naar netwerkmap
●
Scannen naar SharePoint
●
Scannen naar USB-station
●
HP JetAdvantage-bedrijfsoplossingen gebruiken
●
Overige scantaken
Zie www.hp.com/videos/LaserJet voor video-assistentie.
De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie http://www.hp.com/support/ljE52645mfp
voor actuele informatie.
Voor meer informatie:
De uitgebreide Help van HP voor de printer omvat de volgende informatie:
●Installeren en congureren
●Leren en gebruiken
●Problemen oplossen
●Software- en rmware-updates downloaden
●Meepraten op ondersteuningsforums
●Informatie over garantie en wettelijke informatie zoeken
NLWW63
Scannen naar e-mail instellen
De printer bevat de functie om een document te scannen en dit naar een of meer e-mailadressen te verzenden.
●
Inleiding
●
Voordat u begint
●
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS)
●
Stap twee: De netwerkidenticatie-instellingencongureren
●
Stap drie: De functie Verzenden naar e-mail congureren
●
Stap vier: De snelkoppeling Quick Sets congureren (optioneel)
●
Stap vijf: Instellen dat Verzenden naar e-mail gebruikmaakt van Oice 365 Outlook (optioneel)
Inleiding
Om deze scanfunctie te gebruiken, moet de printer met een netwerk zijn verbonden. Deze functie is niet
beschikbaar totdat deze is gecongureerd. Er zijn twee methoden om Scannen naar e-mail te congureren: de
installatiewizard Scannen naar e-mail voor basisconguratie en E-mail instellen voor geavanceerde conguratie.
Gebruik de volgende informatie om de functie Scannen naar e-mail in te stellen.
Voordat u begint
Om de functie Scannen naar e-mail in te stellen, moet de printer een actieve netwerkverbinding hebben.
Beheerders hebben de volgende informatie nodig voordat ze met het conguratieproces kunnen beginnen.
●Beheertoegang tot de printer
●DNS-achtervoegsel (bijv. bedrijfsnaam.com)
●SMTP-server (bijvoorbeeld smtp.mycompany.com)
OPMERKING: Als u de SMTP-servernaam, het SMTP-poortnummer of de vericatiegegevens niet kent,
neemt u contact op met de e-mail-/internetprovider of systeembeheerder voor informatie. SMTPservernamen en poortnamen zijn doorgaans te vinden op internet. Zoek bijvoorbeeld op 'gmail smtp
servernaam' of 'yahoo smtp servernaam'.
●Vereisten voor SMTP-serververicatie voor uitgaande e-mailberichten, inclusief de gebruikersnaam en het
wachtwoord voor vericatie, indien van toepassing.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie van uw e-mailserviceprovider voor informatie over de limieten voor
digitaal verzenden voor uw e-mailaccount. Sommige providers vergrendelen mogelijk tijdelijk uw account als u
uw verzendlimiet overschrijdt.
64Hoofdstuk 6 ScanNLWW
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS)
Open de EWS als u het installatieproces wilt starten.
1.Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer het pictogram Informatie aan en
vervolgens het pictogram Netwerk om het IP-adres of de hostnaam weer te geven.
2.Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt
weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de
computer. De EWS wordt geopend.
OPMERKING: Als de webbrowser een bericht weergeeft dat toegang tot de website mogelijk niet veilig is,
selecteert u de optie om door te gaan naar de website. Toegang tot deze website zal de computer niet
beschadigen.
Stap twee: De netwerkidenticatie-instellingencongureren
OPMERKING: Het congureren van e-mailinstellingen op het tabblad Netwerk is een geavanceerd proces en
vereist mogelijk de hulp van een systeembeheerder.
1.Klik in de bovenste EWS-navigatietabbladen op Netwerk.
OPMERKING: Voor het congureren van de instellingen van het netwerk voor gebruik met Oice 365, zie
Stap vijf: Instellen dat Verzenden naar e-mail gebruikmaakt van Oice 365 Outlook (optioneel)
op pagina 76
2.Klik in het linkerdeelvenster op TCP/IP-instellingen. Mogelijk is een gebruikersnaam /-wachtwoord vereist
om toegang te krijgen tot het tabblad Netwerkidenticatie van de EWS.
3.Klik in het dialoogvenster TCP/IP-instellingen op het tabblad Netwerkidenticatie.
NLWWScannen naar e-mail instellen65
4.Als het netwerk DNS vereist, controleert u in het gebied TCP/IP-domeinachtervoegsel of het DNS-
achtervoegsel voor de e-mailclient dat u gebruikt is genoemd. DNS-achtervoegsels hebben het volgende
formaat: bedrijfsnaam.com.com, gmail.com, enz.
OPMERKING: Als het domeinnaamachtervoegsel niet is ingesteld, gebruikt u het IP-adres.
5.Klik op Apply (Toepassen).
6.Klik op OK.
66Hoofdstuk 6 ScanNLWW
Stap drie: De functie Verzenden naar e-mail congureren
De twee opties voor het instellen van Verzenden naar e-mail zijn de wizard E-mail instellen voor
basisconguratie en E-mail instellen voor geavanceerde conguratie. Gebruik de volgende opties voor het
congureren van de functie Verzenden naar e-mail:
●
Methode 1: Basisconguratie met de wizard E-mail instellen
●
Methode 2: Geavanceerde conguratie met behulp van E-mail instellen
Methode 1: Basisconguratie met de wizard E-mail instellen
Met deze optie opent u de wizard E-mail instellen in de geïntegreerde webserver van HP (Embedded Web Server
- EWS) voor de basisconguratie.
1.Klik in de bovenste EWS-navigatietabbladen op Scannen/Digitaal verzenden.
2.Klik in het linkernavigatievenster op Wizards E-mail en Scannen naar netwerkmap snel instellen.
3.Klik in het gebied Wizards E-mail en Scannen naar netwerkmap snel instellen op de koppeling E-mail
instellen.
OPMERKING: Als er een bericht wordt weergegeven om aan te geven dat de functie Scannen naar e-mail
is uitgeschakeld, klikt u op Doorgaan om door te gaan met de conguratie en schakelt u de functie Scannen
naar e-mail in als u klaar bent.
4.Selecteer in het dialoogvenster E-mailserver (SMTP) congureren een van de volgende opties en voer de
stappen uit:
Optie één: Een server gebruiken die al door de functie E-mail wordt gebruikt
▲Selecteer Een server gebruiken die al door de e-mailfunctie wordt gebruikt en klik vervolgens op
Volgende.
OPMERKING: Deze optie vindt alleen uitgaande SMTP-servers binnen uw rewall.
NLWWScannen naar e-mail instellen67
Optie twee: Op het netwerk zoeken naar een server voor uitgaande e-mail
a.Selecteer Op het netwerk zoeken naar een server voor uitgaande e-mail en klik vervolgens op
Volgende.
b.Selecteer de juiste server in de lijst E-mailserver (SMTP) congureren en klik daarna op Volgende.
c.De optie selecteren die de vericatievereisten van de server beschrijft:
–Server vraagt niet om vericatie: Selecteer Server vraagt niet om vericatie en klik daarna op
Volgende.
-OF-
–Server vraagt om vericatie: Selecteer een vericatie-optie in de vervolgkeuzelijst:
○Gebruikersgegevens gebruiken om verbinding te maken na aanmelding op het
bedieningspaneel: Selecteer Gebruikersgegevens gebruiken om verbinding te maken na
aanmelding op het bedieningspaneel en klik daarna op Volgende.
-OF-
○Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken: Selecteer Altijd deze aanmeldgegevens
gebruiken, voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in en klik daarna op Volgende.
Optie drie: SMTP-server toevoegen
a.Selecteer SMTP-server toevoegen
b.Voer de Servernaam en het Poortnummer in en klik vervolgens op Volgende.
OPMERKING: In de meeste gevallen hoeft het standaardpoortnummer niet te worden gewijzigd.
OPMERKING: Als u een gehoste SMTP-service zoals Gmail gebruikt, controleert u het SMTP-adres,
het poortnummer en de SSL-instellingen op de website van de serviceprovider of andere bronnen.
Voor Gmail is het SMTP-adres standaard smtp.gmail.com, het poortnummer is 465 en SSL moet zijn
ingeschakeld.
Raadpleeg online bronnen om te controleren of deze serverinstellingen actueel zijn als u uw product
congureert.
c.Selecteer de juiste optie voor serververicatie:
–Server vraagt niet om vericatie: Selecteer Server vraagt niet om vericatie en klik daarna op
Volgende.
-OF-
–Server vraagt om vericatie: Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Server vraagt om
vericatie:
○Gebruikersgegevens gebruiken om verbinding te maken na aanmelding op het
bedieningspaneel: Selecteer Gebruikersgegevens gebruiken om verbinding te maken na
aanmelding op het bedieningspaneel en klik daarna op Volgende.
-OF-
○Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken: Selecteer Altijd deze aanmeldgegevens
gebruiken, voer de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in en klik daarna op Volgende.
68Hoofdstuk 6 ScanNLWW
5.Voer in het dialoogvenster E-mailinstellingen congureren de volgende informatie over het e-mailadres
van de afzender in en klik op Volgende.
OPMERKING: Als u de velden Van, Onderwerp en Bericht instelt en het selectievakje Door gebruiker aan te
passen is uitgeschakeld, kunnen gebruikers deze velden niet op het bedieningspaneel van de printer
aanpassen bij het verzenden van een e-mail.
OptieOmschrijving
Van
(verplicht)
Onderwerp
(optioneel)
Bericht
(optioneel)
Selecteer een van de volgende opties in de vervolgkeuzelijst Van:
●Gebruikersadres (aanmelden vereist)
●Standaardafzender: Voer een standaard e-mailadres en weergavenaam in de velden
Standaarde-mailadres van afzender en Standaard weergavenaam in.
OPMERKING: Maak een e‑mailaccount voor de printer en gebruik het adres daarvan
als het standaard-e‑mailadres.
OPMERKING: Congureer de e-mailfunctie zodat gebruikers zich moeten aanmelden
voordat ze deze kunnen gebruiken. Hiermee voorkomt u dat gebruikers e-mails
verzenden vanaf adressen die niet van hun zijn.
Geef een standaardonderwerp voor e-mailberichten op.
Voer een berichttekst in.
Om dit bericht te gebruiken voor alle e-mails die vanaf de printer worden verzonden, schakelt
u het selectievakje Door gebruiker aan te passen voor Bericht uit.
6.Stel in het gebied Instellingen voor bestandsscans congureren de standaardscanvoorkeuren in en klik
vervolgens op Volgende.
OptieOmschrijving
BestandstypeSelecteer het standaardbestandstype dat u wilt gebruiken voor het gescande document:
●PDF
●JPEG
●TIFF
●MTIFF
●XPS
●PDF/A
Kleur/zwartSelecteer de standaardkleurinstelling voor het gescande document:
●Kleur
●Zwart
●Zwart/Grijs
●Automatisch detecteren
NLWWScannen naar e-mail instellen69
OptieOmschrijving
Kwaliteit en bestandsformaatSelecteer de standaarduitvoerkwaliteit voor het gescande document:
●Laag (klein bestand)
●Gemiddeld
●Hoog (groot bestand)
OplossingSelecteer de standaardscanresolutie voor het gescande document:
●75 dpi
●150 dpi
●200 dpi
●300 dpi
●400 dpi
●600 dpi
7.Controleer het gebied Overzicht en klik vervolgens op Voltooien om de installatie te voltooien.
Methode 2: Geavanceerde conguratie met behulp van E-mail instellen
1.Via de bovenste navigatietabbladen van de geïntegreerde webserver (EWS) klikt u op Scannen/Digitaal
verzenden en klikt u vervolgens op E-mail instellen in het linkernavigatievenster.
OPMERKING: Standaard ziet u op de pagina E-mail instellen de basisinstellingen voor Scannen naar e-
mail. Als u aanvullende instellingen wilt weergeven, klikt u op Geavanceerde instellingen onder aan de
pagina.
2.Schakel in het dialoogvenster E-mail instellen het selectievakje Verzenden naar e-mail inschakelen in. Als
dit selectievakje niet is ingeschakeld, is de functie niet beschikbaar op het bedieningspaneel van de printer.
3.Voer in het gedeelte Uitgaande e-mailservers (SMTP) de stappen voor een van de volgende opties uit:
70Hoofdstuk 6 ScanNLWW
●Selecteer een van de weergegeven servers
●Klik op Toevoegen om de SMTP-wizard te starten.
1.Selecteer in de SMTP-wizard een van de volgende opties:
○Optie één:Ik weet het adres of de hostnaam van de SMTP-server: Voer het adres van een
SMTP-server in en klik vervolgens op Volgende
○Optie twee: Als u het adres van de SMPT-server niet kent, selecteert u Op het netwerk
zoeken naar een server voor uitgaande e-mail en klikt u vervolgens op Volgende. Selecteer
de server en klik op Volgende.
OPMERKING: Als er al een SMTP-server is gemaakt voor een andere printerfunctie, wordt de
optie Een server gebruiken die al door een andere functie wordt gebruikt weergegeven.
Selecteer deze optie en congureer dat deze moet worden gebruikt voor de e-mailfunctie.
2.Stel in het dialoogvenster Instellen van de noodzakelijke basisinformatie voor verbinding met de
server de te gebruiken opties in en klik op Volgende.
OPMERKING: Bij sommige servers treden problemen op als er e-mailberichten groter dan 5
megabyte (MB) worden verzonden of ontvangen. Deze problemen kunnen worden voorkomen
door in E-mailberichten groter dan (MB) splitsen een getal in te voeren.
OPMERKING: In de meeste gevallen hoeft het standaardpoortnummer niet te worden
gewijzigd. Als u echter de optie SSMTP SSL-protocol inschakelen gebruikt, dan moet u poort 587
gebruiken.
OPMERKING: Als u Google™ Gmail gebruikt voor e-maildiensten, dan selecteert u het vakje
SMTP SSL-protocol mogelijk maken. Voor Gmail is het SMTP-adres standaard smtp.gmail.com,
het poortnummer 465 en is SSL ingeschakeld.
Raadpleeg online bronnen om te controleren of deze serverinstellingen actueel zijn als u uw
product congureert.
3.Selecteer in het dialoogvenster Vericatievereisten voor server de optie die de
vericatievereisten van de server beschrijft:
○Server vraagt niet om vericatie en klik vervolgens op Volgende.
○Server vraagt om vericatie
○Selecteer in de vervolgkeuzelijst Gebruik gebruikersgegevens om verbinding te
maken na aanmelding op het bedieningspaneel en klik vervolgens op Volgende.
○Selecteer in de vervolgkeuzelijst Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken, voer de
Gebruikersnaam en het Wachtwoord in en klik vervolgens op Volgende.
OPMERKING: Als u de gebruikersgegevens van een aangemelde gebruiker gebruikt, stelt u op
het bedieningspaneel van de printer in dat de gebruiker zich voor e-mail moet aanmelden.
Weiger toegang voor gastapparaten tot e-mail door het selectievakje voor e-mail in de kolom
Gast apparaat in het gedeelte Beleid voor aanmelden en machtigingen in het dialoogvenster
Toegangsbeheer op het tabblad Beveiliging uit te schakelen. Het pictogram in het selectievakje
verandert van een vinkje naar een slot.
4.Selecteer in het dialoogvenster Servergebruik de printerfuncties die via deze SMTP-server email verzenden en klik op de knop Volgende.
NLWWScannen naar e-mail instellen71
OPMERKING: Als de server vraagt om vericatie, is een gebruikersnaam en wachtwoord voor
het verzenden van automatische waarschuwingen en rapporten vanaf de printer vereist.
5.Voer in het dialoogvenster Overzicht en test een geldig e-mailadres in het veld Test-e-mail
verzenden naar: in en klik vervolgens op Testen.
6.Controleer of alle instellingen juist zijn en klik vervolgens op Voltooien om de conguratie van de
server voor uitgaande e-mail te voltooien.
4.Voer in het gedeelte Beheer van adres- en berichtveld een instelling in voor Van: in en congureer alle
overige optionele instellingen.
Instellingen Beheer van adres- en berichtveld:
FunctieOmschrijving
Adresveldbeperkingen
1
Speciceer of gebruikers een e-mailadres uit een adresboek moeten selecteren of dat gebruikers
handmatig een e-mailadres mogen invoeren.
VOORZICHTIG: Als Gebruikers moeten adressen in een adresboek selecteren is geselecteerd en
een van de adresvelden is ingesteld op Door gebruiker aan te passen, worden wijzigingen in deze
velden ook doorgevoerd in het adresboek.
U kunt voorkomen dat gebruikers contactpersonen in het adresboek wijzigen op de printer. Ga
hiervoor naar de pagina Toegangsbeheer op het tabblad Beveiliging en weiger Gast apparaat
toegang tot de functie voor adresboekwijziging.
Ongeldige indeling voor emailadressen toestaan
Door gebruiker aan te passenOm de Standaardafzender en Standaardweergavenaam te gebruiken voor alle e-mailberichten die
Standaardafzender: en
Standaardweergavenaam:
1
Aan:
1
CC:
1
BCC:
Onderwerp:Geef een standaardonderwerp voor e-mailberichten op.
1
Selecteer deze optie om ongeldige e-mailadressen toe te staan.
met deze printer worden verzonden (tenzij een gebruiker zich heeft aangemeld), schakelt u het
selectievakje Door gebruiker aan te passen niet in.
Als u de adresvelden instelt en het selectievakje Door gebruiker aan te passen is uitgeschakeld,
kunnen gebruikers deze velden niet op het bedieningspaneel van de printer aanpassen bij het
verzenden van een e-mail. Om de functie Naar mij verzenden te gebruiken, schakelt u de
selectievakjes Door gebruiker aan te passen uit voor alle adresvelden, waaronder de velden
Van:Aan:CC: en BCC: en stelt u vervolgens in dat de velden Van: en Aan: het e-mailadres van de
gebruiker zelf bevatten.
Geef een e-mailadres en naam op om deze te gebruiken voor het adres Van: van het emailbericht.
OPMERKING: Maak een e‑mailaccount voor de printer en gebruik het adres daarvan als het
standaard-e‑mailadres.
OPMERKING: Congureer de e-mailfunctie zodat gebruikers zich moeten aanmelden voordat ze
deze kunnen gebruiken. Hiermee voorkomt u dat gebruikers e-mails verzenden vanaf adressen
die niet van hun zijn.
Geef een Aan-e-mailadres (ontvanger) op voor e-mails.
Geef een CC-e-mailadres op voor e-mail.
Geef een BCC-e-mailadres op voor e-mail.
Bericht:Voer een berichttekst in. Om dit bericht te gebruiken voor alle e-mails die vanaf de printer worden
verzonden, schakelt u het selectievakje Door gebruiker aan te passen voor Bericht: uit.
1
Deze instelling is alleen beschikbaar op de pagina Geavanceerde instellingen.
5.Stel in het gedeelte Ondertekenen en coderen de voorkeuren voor ondertekenen en coderen in.
72Hoofdstuk 6 ScanNLWW
OPMERKING: Deze instellingen zijn alleen beschikbaar op de pagina Geavanceerde instellingen.
Instellingen Ondertekenen en coderen:
FunctieOmschrijving
OndertekeningSelecteer of het beveiligingscerticaat moet worden ondertekend.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling
op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Hash-algoritmeSelecteer het algoritme dat moet worden gebruikt voor het ondertekenen van het certicaat.
CoderingSelecteer of het e-mailbericht moet worden gecodeerd.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling
op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
CoderingsalgoritmeSelecteer het algoritme dat moet worden gebruikt voor het coderen van het e-mailbericht.
Kenmerk voor openbare
sleutel van ontvanger
Gebruik het certicaat met
openbare sleutel van de
ontvanger om de ontvanger te
veriëren
Voer in welk attribuut moet worden gebruikt voor het ophalen van het certicaat met openbare
sleutel van de ontvanger via LDAP.
Selecteer deze instelling om het certicaat met openbare sleutel van de ontvanger te gebruiken
om de ontvanger te veriëren.
6.Selecteer in het gedeelde Meldingsinstellingen wanneer gebruikers meldingen over verzonden e-
mailberichten ontvangen. De standaardinstelling is dat het e-mailadres van de aangemelde gebruiker
wordt gebruikt. Als het e-mailadres van de ontvanger leeg is, wordt er geen bericht gestuurd.
7.Stel in het gedeelte Scaninstellingen de standaardvoorkeuren voor scannen in.
OPMERKING: Deze instellingen zijn alleen beschikbaar op de pagina Geavanceerde instellingen.
Scaninstellingen:
FunctieOmschrijving
Formaat origineelSelecteer het paginaformaat van het originele document.
Zijden origineelSelecteer of het originele document enkel- of dubbelzijdig is.
Tekst/afbeelding optimaliseren Selecteer deze optie om de uitvoer van een bepaald soort inhoud te optimaliseren.
Afdrukstand inhoudSelecteer de manier waarop de inhoud van het originele document op de pagina is geplaatst:
Staand of Liggend.
Achtergrond opruimenSelecteer een waarde om vage beelden of een lichte achtergrondkleur uit de achtergrond te
verwijderen.
DonkerteSelecteer een waarde om de donkerheid van het bestand aan te passen.
ContrastSelecteer een waarde om het contrast van het bestand aan te passen.
ScherpteSelecteer een waarde om de scherpte van het bestand aan te passen.
AfbeeldingsvoorbeeldSelecteer of een voorbeeldweergave van de taak vereist of optioneel is of om deze functie uit te
schakelen.
NLWWScannen naar e-mail instellen73
FunctieOmschrijving
bijsnijdoptiesSelecteer of een taak bijgesneden mag worden en de manier waarop dit moet gebeuren.
Randen wissenSelecteer deze instelling om de breedte van de te wissen randmarges in millimeters of inches voor
de voor- en achterzijde van een taak op te geven.
8.Stel in het gedeelte Bestandsinstellingen de standaardvoorkeuren voor bestandsinstellingen in.
Bestandsinstellingen:
FunctieOmschrijving
Voorvoegsel voor
bestandsnaam
1
Stel het standaardvoorvoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden die in
een netwerkmap worden opgeslagen.
BestandsnaamStandaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling
op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Achtervoegsel voor
bestandsnaam
1
Stel het standaardachtervoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden die in
een netwerkmap worden opgeslagen.
Standaardachtervoegsel voor identieke bestandsnaam: [bestandsnaam] _YYYYMMDDT
1
Voorbeeld bestandsnaam
Bestandsnummerindeling
Voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op de knop Voorbeeld bijwerken.
1
Selecteer een bestandsnaamindeling voor wanneer een taak in meerdere bestanden wordt
gesplitst.
Nummering toevoegen
wanneer een taak slechts één
bestand bevat (bijv. _1–1)
Selecteer deze instelling om nummering toe te voegen aan een bestandsnaam als de taak slechts
één bestand bevat in plaats van meerdere bestanden.
1
BestandstypeSelecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling
op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Hoge compressie (kleiner
1
bestand)
Selecteer deze instelling om het gescande bestand te comprimeren zodat de bestandsgrootte
afneemt. Het scanproces voor een bestand met hoge compressie kan echter langer duren dan
voor een bestand met normale compressie.
PDF-codering
1
Als het bestandstype PDF is, wordt met deze optie het PDF-uitvoerbestand gecodeerd. Als
onderdeel van de codering moet een wachtwoord worden opgegeven. Hetzelfde wachtwoord
moet worden ingevoerd om het bestand te openen. Als er nog geen wachtwoord is opgegeven
wanneer op Start wordt gedrukt, wordt de gebruiker gevraagd om voorafgaand aan het scannen
van de taak een wachtwoord op te geven.
OplossingStel de resolutie van het bestand in. Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan uit meer dpi
(dots per inch) en geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen met een lagere resolutie
bestaan uit minder dpi en geven dus minder details weer. De bestandsgrootte is echter kleiner.
Kwaliteit en bestandsformaatSelecteer de kwaliteit van het bestand. Afbeeldingen met een hogere kwaliteit hebben een grotere
bestandsgrootte dan afbeeldingen met een lagere kwaliteit en het duurt langer om deze te
verzenden.
Kleur/zwartGeef op of kopieën in kleur, zwart en grijstinten of alleen zwart-wit moeten worden afgedrukt.
1
Lege pagina's onderdrukken
Als de optie Lege pagina' s onderdrukken is ingeschakeld, worden lege pagina's genegeerd.
74Hoofdstuk 6 ScanNLWW
FunctieOmschrijving
1
Meerdere bestanden maken
1
Deze instelling is alleen beschikbaar op de pagina Geavanceerde instellingen.
Selecteer deze instelling om pagina's naar afzonderlijke bestanden te scannen, op basis van een
vooraf bepaald maximum aantal pagina's per bestand.
9.Controleer of de geselecteerd opties juist zijn en klik vervolgens op Toepassen om de installatie te
voltooien.
Stap vier: De snelkoppeling Quick Sets congureren (optioneel)
Quick Sets zijn taken die snel kunnen worden gestart vanaf het beginscherm of de Quick Sets-toepassing op de
printer.
1.Klik in het gebied E-mail instellen van het linkernavigatievenster op Quick Sets.
2.Voer een van de volgende handelingen uit:
●Selecteer een bestaande Quick Set onder Quick Sets-toepassing in de tabel.
-OF-
●Klik op Toevoegen om de Quick Set-wizard te starten.
3.Als u Toevoegen hebt geselecteerd, wordt de pagina Quick Sets instellen geopend. Voer de volgende
gegevens in:
●Quick Set-naam: Voer een titel in voor de nieuwe Quick Set.
●Beschrijving Snelinstelling: Voer een beschrijving in voor de Quick Set.
●Snellinstelling startoptie: Als u wilt instellen hoe de Quick Set wordt gestart, klikt u op Toepassing
invoeren, daarna drukt de gebruiker op Start of Direct starten indien geselecteerd vanuit het
beginscherm.
4.Denieer de volgende instellingen voor de Quick Set: Beheer van adres- en berichtveld, Ondertekenen en
coderen, Meldingsinstellingen, Scaninstellingen en Bestandsinstellingen.
5.Klik op Voltooien om de Quick Set op te slaan.
NLWWScannen naar e-mail instellen75
Stap vijf: Instellen dat Verzenden naar e-mail gebruikmaakt van Oice 365 Outlook
(optioneel)
●
Inleiding
●
De server voor uitgaande e-mail (SMTP) congureren om via een Oice 365 Outlook-account e-mails te
verzenden
Inleiding
Microsoft Oice 365 Outlook is een cloudgebaseerd e-mailsysteem van Microsoft dat gebruikmaakt van de
SMTP-server (Simple Mail Transfer Protocol) van Microsoft om e-mails te ontvangen of verzenden. Voltooi de
volgende stappen om ervoor te zorgen dat de printer vanaf het bedieningspaneel e-mails via een
Outlook-account kan verzenden.
OPMERKING: U moet een e-mailaccount bij Oice 365 Outlook hebben om de instellingen in de EWS te
congureren.
De server voor uitgaande e-mail (SMTP) congureren om via een Oice 365 Outlook-account e-mails te
verzenden
1.Klik in de bovenste EWS-navigatietabbladen op Netwerk.
2.Klik in het linkerdeelvenster op TCP/IP-instellingen.
3.Klik in het gebied TCP/IP-instellingen op het tabblad Netwerkidenticatie.
Oice 365
4.Als het netwerk DNS vereist, controleert u in het gebied TCP/IP-domeinachtervoegsel of het DNS-
achtervoegsel voor de e-mailclient dat u gebruikt is genoemd. DNS-achtervoegsels hebben het volgende
formaat: bedrijfsnaam.com, Gmail.com, enz.
OPMERKING: Als het domeinnaamachtervoegsel niet is ingesteld, gebruikt u het IP-adres.
5.Klik op Apply (Toepassen).
76Hoofdstuk 6 ScanNLWW
6.Klik op het tabblad Scannen/digitaal verzenden.
7.Klik in het linkernavigatievenster op E-mail instellen.
8.Schakel op de pagina E-mail instellen het selectievakje Verzenden naar e-mail inschakelen in. Als dit
selectievakje niet ingeschakeld is, is de functie niet beschikbaar op het printerbedieningspaneel.
9.Klik in het gedeelte Servers voor uitgaande e-mail (SMTP) op Toevoegen om de SMTP-wizard te starten.
10. Typ in het veld Ik weet het adres of de hostnaam van de SMTP-server smtp.onoice.com en klik vervolgens
op Volgende.
11. Typ in het veld Poortnummer in het dialoogvenster Instellen van de noodzakelijke basisinformatie voor
verbinding met de server 587.
OPMERKING: Bij sommige servers treden problemen op als er e-mailberichten groter dan 5 megabyte
(MB) worden verzonden of ontvangen. Deze problemen kunnen worden voorkomen door in Emailberichten groter dan (MB) splitsen een getal in te voeren.
12. Schakel het selectievakje SMTP SSL-protocol inschakelen in en klik vervolgens op Volgende.
13. Voltooi in het dialoogvenster Vericatievereisten voor server de volgende handelingen:
a.Selecteer Server vraagt om vericatie.
b.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken
c.Typ in het veld Gebruikersnaam het Oice 365 Outlook-e-mailadres.
d.Typ in het veld Wachtwoord het Oice 365 Outlook-accountwachtwoord en klik vervolgens op
Volgende.
14. Selecteer in het dialoogvenster Servergebruik de printerfuncties die via deze SMTP-server e-mail
verzenden en klik op de knop Volgende.
NLWWScannen naar e-mail instellen77
15. Voer in het dialoogvenster Overzicht en test een geldig e-mailadres in het veld Test-e-mail verzenden naar:
in en klik vervolgens op Testen.
16. Controleer of alle instellingen juist zijn en klik vervolgens op Voltooien om de conguratie van de server
voor uitgaande e-mail te voltooien.
78Hoofdstuk 6 ScanNLWW
Scannen naar netwerkmap instellen
●
Inleiding
●
Voordat u begint
●
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS)
●
Stap twee: Scannen naar netwerkmap instellen
Inleiding
Dit document beschrijft hoe u de functie Scannen naar netwerkmap kunt inschakelen en congureren. De printer
bevat de functie om een document te scannen en dit naar een netwerkmap op te slaan. Om deze scanfunctie te
gebruiken, moet de printer met een netwerk zijn verbonden. Deze functie is niet beschikbaar totdat deze is
gecongureerd. Er zijn twee methoden om Scannen naar netwerkmap te congureren: de Installatiewizard
Opslaan in netwerkmap voor basisconguratie en Opslaan in netwerkmap instellen voor geavanceerde
conguratie.
Voordat u begint
OPMERKING: Om de functie Scannen naar netwerkmap in te stellen, moet de printer een actieve
netwerkverbinding hebben.
Beheerders hebben de volgende gegevens nodig voordat ze met het conguratieproces kunnen beginnen.
●Beheertoegang tot de printer
●De volledig gekwaliceerde domeinnaam (FQDN) (bijv. \\servernaam.us.bedrijfsnaam.net\scans) van de
bestemmingsmap OF het IP-adres van de server (bijv. \\16.88.20.20\scans).
OPMERKING: In deze context verwijst het begrip 'server' naar de computer waarop de gedeelde map zich
bevindt.
Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS)
Open de EWS als u het installatieproces wilt starten.
1.Raak vanaf het beginscherm op het bedieningspaneel van de printer het pictogram Informatie aan en
vervolgens het pictogram Netwerk om het IP-adres of de hostnaam weer te geven.
2.Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt
weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de
computer. De EWS wordt geopend.
OPMERKING: Als de webbrowser een bericht weergeeft dat toegang tot de website mogelijk niet veilig is,
selecteert u de optie om door te gaan naar de website. Toegang tot deze website zal de computer niet
beschadigen.
NLWWScannen naar netwerkmap instellen79
80Hoofdstuk 6 ScanNLWW
Stap twee: Scannen naar netwerkmap instellen
●
Methode 1: De wizard Scannen naar netwerkmap gebruiken
●
Methode 2: Opslaan in netwerkmap instellen gebruiken
Methode 1: De wizard Scannen naar netwerkmap gebruiken
Met deze optie opent u de installatiewizard die aanwezig is in de geïntegreerde webserver van HP (Embedded
Web Server - EWS) voor de printer. De installatiewizard bevat de opties voor basisconguratie.
OPMERKING: Voordat u begint: Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer wilt weergeven, raakt u eerst
het pictogram Informatie aan en vervolgens het pictogram Netwerk op het bedieningspaneel van de
printer.
1.Klik in de bovenste EWS-navigatietabbladen op het tabblad Scannen/Digitaal verzenden. Het
dialoogvenster Wizards E-mail en Scannen naar netwerkmap snel instellen wordt geopend.
2.Klik in het linkernavigatievenster op Wizards E-mail en Scannen naar netwerkmap snel instellen.
3.Klik op de koppeling Wizard van de Quick Set voor opslaan in netwerkmap.
4.Klik in het dialoogvenster Quick Set voor opslaan in netwerkmap toevoegen of verwijderen op Toevoegen.
OPMERKING: Quick Sets zijn taken die snel kunnen worden gestart vanaf het beginscherm van de printer
of in de toepassing Quick Sets.
OPMERKING: De functie Opslaan in netwerkmap kan minimaal worden gecongureerd zonder een Quick
Set te maken. Zonder een Quick Set moet de gebruiker echter de bestemmingsmap bij iedere scantaak
opnieuw invoeren in het bedieningspaneel. Een snelinstelling is vereist om metagegevens voor het opslaan
naar netwerkmap in te sluiten.
5.Voltooi in het dialoogvenster Quick Set voor map toevoegen de volgende handelingen:
a.Typ in het veld Titel Quick Set een titel.
OPMERKING: Geef de Quick Set een naam die gebruikers snel kunnen begrijpen (bijv. 'Scannen en
opslaan in een map').
b.Typ in het veld Beschrijving Quick Set een beschrijving die aangeeft wat de Quick Set zal opslaan.
c.Klik op Next (Volgende).
6.Voltooi in het dialoogvenster Bestemmingsmap congureren de volgende handelingen:
a.Typ in het veld UNC-mappad een mappad waarin de scan wordt opgeslagen.
Het mappad kan de volledige gekwaliceerde domeinnaam (FQDN) (bijv. \
\servernaam.us.bedrijfsnaam.net\scans) zijn of het IP-adres van de server (bijv. \\16.88.20.20\scans).
Controleer of het mappad (bijv. \scans) na de FQDN of het IP-adres komt.
OPMERKING: De FQDN is mogelijkerwijs betrouwbaarder dan het IP-adres. Als de server het IP-adres
via DHCP verkrijgt, dan kan het IP-adres veranderen. De verbinding met een IP-adres is echter
mogelijk sneller omdat de printer geen DNS hoeft te gebruiken om de bestemmingsserver te vinden.
b.Selecteer in de vervolgkeuzelijst Vericatie-instellingen een van de volgende opties:
NLWWScannen naar netwerkmap instellen81
●Gebruik gebruikersgegevens om verbinding te maken na aanmelding op het bedieningspaneel
●Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken
OPMERKING: Als Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken is geselecteerd, moet een
gebruikersnaam en wachtwoord in de bijbehorende velden worden ingevoerd en moet de
toegang van de printer tot de map worden gecontroleerd door op Toegang controleren te
klikken.
.Typ in het veld Windows-domein het Windows-domein.
c
TIP: Om in Windows 7 het Windows-domein te vinden, klikt u op Start, Conguratiescherm en
vervolgens op Systeem.
Om in Windows 8 het Windows-domein te vinden, klikt u op Zoeken, voert u in het zoekvak Systeem
in en klikt u vervolgens op Systeem.
Het domein wordt vermeld onder Instellingen voor computernaam, domein en werkgroep.
d.Klik op Next (Volgende).
7.Stel in het dialoogvenster Instellingen voor bestandsscans congureren de standaardscanvoorkeuren voor
de Quick Set in en klik vervolgens op Volgende.
8.Bekijk het dialoogvenster Samenvatting en klik vervolgens op Voltooien.
82Hoofdstuk 6 ScanNLWW
Methode 2: Opslaan in netwerkmap instellen gebruiken
Met deze optie kunt u de geavanceerde instellingen van de functie Opslaan in netwerkmap congureren met de
geïntegreerde webserver van HP (EWS) van de printer.
●
Stap één: De conguratie starten
●
Stap twee: De instellingen Scannen naar netwerkmap congureren
●
Stap drie: De conguratie voltooien
OPMERKING: Voordat u begint: Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer wilt weergeven, raakt u eerst
het pictogram Informatie aan en vervolgens het pictogram Netwerk op het bedieningspaneel van de
printer.
Stap één: De conguratie starten
1.Klik op het tabblad Scannen/digitaal verzenden.
2.Klik in het linkernavigatiemenu op de koppeling Scannen naar netwerkmap instellen.
NLWWScannen naar netwerkmap instellen83
Stap twee: De instellingen Scannen naar netwerkmap congureren
●
Stap één: De conguratie starten
●
Dialoogvenster één: Stel de naam en beschrijving van de Quick Set en de opties voor gebruikersinteractie
op het bedieningspaneel in.
●
Dialoogvenster twee: Mapinstellingen
●
Dialoogvenster drie: Meldingsinstellingen
●
Dialoogvenster vier: Scaninstellingen
●
Dialoogvenster vijf: Bestandsinstellingen
●
Dialoogvenster zes: Overzicht
Stap één: De conguratie starten
1.Selecteer op de pagina Scannen naar netwerkmap instellen het selectievakje Scannen naar netwerkmap
inschakelen. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is de functie niet beschikbaar op het
bedieningspaneel van de printer.
2.Klik in het gebied Scannen naar netwerkmap van het linkernavigatievenster op Quick Sets. Klik op
Toevoegen om het dialoogvenster Quick Sets instellen te openen.
OPMERKING: Quick Sets zijn taken die snel kunnen worden gestart vanaf het beginscherm van de printer
of in de toepassing Quick Sets.
OPMERKING: De functie Scannen naar netwerkmap kan minimaal worden gecongureerd zonder een
Quick Set te maken. Zonder een Quick Set moet de gebruiker echter de bestemmingsmap bij iedere
scantaak opnieuw invoeren in het bedieningspaneel. Een Quick Set is vereist om metagegevens voor
Scannen naar netwerkmap in te sluiten.
Voltooi alle instellingen van Quick Sets instellen om de functie Scannen naar netwerkmap volledig te
congureren.
Dialoogvenster één: Stel de naam en beschrijving van de Quick Set en de opties voor gebruikersinteractie op het
bedieningspaneel in.
Gebruik het dialoogvenster De knoplocatie voor de Quick Set en de opties voor gebruikersinteractie op het
bedieningspaneel instellen om in te stellen waar de Quick Set-knop op het bedieningspaneel van de printer moet
worden weergegeven en om de mate van gebruikersinteractie op het bedieningspaneel de printer in te stellen.
1.Typ een naam in het veld Naam Quick Set.
OPMERKING: Geef de Quick Set een naam die gebruikers snel kunnen begrijpen (bijv. 'Scannen en opslaan
in een map').
2.Typ in het veld Beschrijving Quick Set een beschrijving die aangeeft wat de Quick Set zal opslaan.
3.Selecteer in de lijst Startoptie voor Quick Sets een van de volgende opties:
●Optie één: Toepassing invoeren, daarna drukt de gebruiker op Start
●Optie twee: Direct beginnen na selectie
Selecteer een van de volgende opties bij de aanwijzing:
84Hoofdstuk 6 ScanNLWW
○Vragen naar originele zijden
○Vragen om extra pagina's
○Voorbeeldweergave vereisen
OPMERKING: Als Onmiddellijk beginnen na selectie is geselecteerd, moet de bestemmingsmap bij
de volgende stap worden ingevoerd.
.Klik op Next (Volgende).
4
NLWWScannen naar netwerkmap instellen85
Dialoogvenster twee: Mapinstellingen
Gebruik het dialoogvenster Mapinstellingen om de mapsoorten in te stellen waarnaar de printer de gescande
documenten moet verzenden.
●
De bestemmingsmap voor gescande documenten congureren
●
De bestemmingsmapmachtigingen selecteren
Er zijn twee soorten bestemmingsmappen waaruit u kunt kiezen:
●Gedeelde mappen of FTP-mappen
●Persoonlijke gedeelde mappen
Er zijn twee soorten mapmachtigingen waaruit u kunt kiezen:
●Lees- en schrijftoegang
●Alleen schrijftoegang
De volgende informatie beschrijft hoe u de mapinstellingen kunt congureren.
86Hoofdstuk 6 ScanNLWW
De bestemmingsmap voor gescande documenten congureren
●
Optie 1: De printer congureren om op te slaan in een gedeelde map of FTP-map
●
Optie 2: De printer congureren om op te slaan in een persoonlijke gedeelde map
Selecteer een van de volgende opties om een bestemmingsmap in te stellen.
Optie 1: De printer congureren om op te slaan in een gedeelde map of FTP-map
Om gescande documenten in een standaard gedeelde map of FTP-map op te slaan, voert u de volgende stappen
uit:
1.Selecteer Opslaan in gedeelde mappen of FTP-mappen.
2.Klik op Toevoegen.... Het dialoogvenster Netwerkmappad toevoegen wordt geopend.
3.Selecteer in het dialoogvenster Netwerkmappad toevoegen een van de volgende opties:
●Optie één: Opslaan in een standaard gedeelde netwerkmap
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over het maken van gedeelde netwerkmappen Een
gedeelde map maken (c04431534).
1.Selecteer Opslaan in standaard gedeelde netwerkmap.
2.Typ in het veld UNC-mappad een mappad.
Het mappad kan de volledige gekwaliceerde domeinnaam (FQDN) (bijv. \
\servernaam.us.bedrijfsnaam.net\scans) zijn of het IP-adres van de server (bijv. \
\16.88.20.20\scans). Controleer of het mappad (bijv. \scans) na de FQDN of het IP-adres komt.
OPMERKING: De FQDN is mogelijkerwijs betrouwbaarder dan het IP-adres. Als de server het IP-
adres via DHCP verkrijgt, dan kan het IP-adres veranderen. De verbinding met een IP-adres is
echter mogelijk sneller omdat de printer geen DNS hoeft te gebruiken om de
bestemmingsserver te vinden.
3.Om in de bestemmingsmap automatisch een submap voor gescande documenten te maken,
selecteert u in de lijst Aangepaste submap een notatie voor de naam van de submap.
NLWWScannen naar netwerkmap instellen87
Om toegang tot de submap te beperken tot de gebruiker die de scantaak heeft gemaakt,
selecteert u Toegang tot submap beperken tot gebruiker.
4.Om het volledige mappad voor gescande documenten weer te geven, klikt u op Voorbeeld
bijwerken.
5.Selecteer in de lijst Vericatie-instellingen een van de volgende opties:
○Gebruik gebruikersgegevens om verbinding te maken na aanmelding op het
bedieningspaneel
○Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken
OPMERKING: Als Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken is geselecteerd, moet een
gebruikersnaam en wachtwoord in de bijbehorende velden worden ingevoerd.
6.Typ in het veld Windows-domein het Windows-domein.
OPMERKING: Om in Windows 7 het Windows-domein te vinden, klikt u op Start,
Conguratiescherm en vervolgens op Systeem.
Om in Windows 8 het Windows-domein te vinden, klikt u op Zoeken, voert u in het zoekvak
Systeem in en klikt u vervolgens op Systeem.
Het domein wordt vermeld onder Instellingen voor computernaam, domein en werkgroep.
OPMERKING: Als een gedeelde map is opengesteld voor iedereen, moeten de waarden voor de
werkgroepnaam- (standaard is 'Werkgroep'), een gebruikersnaam en wachtwoord in de
bijbehorende velden worden ingevoerd. Als de map echter in een map van een individuele
gebruiker staat en Publiek, moet de gebruikersnaam en het wachtwoord van die gebruiker
worden gebruikt.
OPMERKING: Een IP-adres kan noodzakelijk zijn in plaats van een pc-naam. Vele thuis-routers
verwerken pc-namen niet altijd adequaat en er is geen domeinnaamserver (DNS). In dit geval
kunt u het beste een statisch IP-adres instellen op de gedeelde pc om het probleem dat DHCP
een nieuw IP-adres toewijst te verlichten. Op een gebruikelijke thuis-router kan dit worden
gedaan door een statisch IP-adres in te stellen dat op hetzelfde subnet is, maar buiten de DHCPadresreeks.
7.Klik op OK.
●Optie twee: Opslaan op een FTP-server
88Hoofdstuk 6 ScanNLWW
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.