Harman kardon AVR 247 User Manual [nl]

NEDERLANDS
AVR 247 Audio/VideoReceiver
HANDLEIDING
2 INHOUD
Inhoud
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
De vorm van de tekstcursor in de in-beeld menu’s kunnen iets afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding. Ongeacht of de tekst verschijnt in hoofdletters of kleine letters, de prestaties en de bediening blijft hetzelfde.
49
Tuner
49 Gebruik Tuner 49 Zenderkeuze 50 Voorkeurposities 50 RDS Gebruik 50 RDS Afstemmen 50 RDS Display Aanwijzingen 50 Programma Zoeken (PTY) 51 Programmeren Afstandsbediening 51 Programmeren met Codes 51 Code Direct Invoeren 51 Automatisch Zoeken 51 Code Uitlezen
52 Macro Programmeren 52 Geprogrammeerde Functies 53 Volume Doorschakelen 53 Kanaalbesturing Doorschakelen 53 Loopwerkbediening Doorschakelen 53 Resetten Geheugen Afstandsbediening 54 Functie Overzicht 56 Problemen 56 Processor Resetten 57 Technische Gegevens 58 Bijlage – Overzicht Instellingen
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
Wij, Harman Consumer Group, Inc.
2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir, Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003
EN 55020:2002 + A1:2003
EN 61000-3-2:2000
EN 61000-3-3:1995 + A1:2001
EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
05/07
3 Inleiding 4 Veiligheid 5 Uitpakken 6 Bedieningsorganen
8 Aansluitingen 11 Afstandsbediening Centrale Ruimte 15 Installeren en Aansluiten 15 Audio Verbindingen 15 HDMI Ingangen 15 HDMI Uitgangen 16 Video Verbindingen 17 Scart A/V Verbindingen 19 Systeem- en Lichtnetverbindingen 20 Luidsprekerkeuze 20 Luidsprekeropstelling 21 Systeemconfiguratie 21 In Gebruik Nemen 21 Gebruik Display 21 Instellingen 22 Opzet Ingangen 24 Surround Opzet 25 Instelling Nachtfunctie 26 Configureren Surround Uit
functies (stereo)
26 Automatische Luidspreker Opzet met EzSet/EQ 29 Zelf Instellen 29 Luidspreker Opzet 32 Instelling vertraging 33 Instelling Uitgangsniveau 35 Bediening 35 Overzicht Surround Functies 37 Bediening 37 Bronkeuze 37 Video Ingangskeuze 38 6/8 Kanaals Directe Ingang 38 Instelling en Gebruik Hoofdtelefoon 38 Keuze Surround Functie 39 Digitale Audioweergave 39 Dolby Digital 39 DTS 39 PCM Audioweergave 39 Digitale Bron Kiezen 39 Digitale Bitstream Indicatie 40 Surround Functies 41 Surround Functie Aanpassing 41 PCM Weergave Indicaties 42 Luidspreker/Kanaal Indicaties 42 Nachtfunctie 43 Opnemen 43 Gebruik van 44 Instelling Uitgangsniveau 44 Dimmer 44 Geheugen Beveiliging 45 Meerkamer Gebruik 45 Meerkamer Functies 45 Installatie 45 Meerkamer Opzet 45 Toewijzen Surround Versterker Kanalen 45 Meerkamer Bediening 47 Video Correcties 47 Bijzondere Functies 47 Helderheid Display 48 Volume bij Inschakelen 48 Semi In-Beeld (OSD) Instellingen 48 Volledig In-Beeld (OSD) Instellingen 49 Standaard Surround Functie
INLEIDING 3
NEDERLANDS
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 247 staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier. Ontworpen voor alle spannende en gedetailleerde effecten van films en alle nuances in muziekweergave is de AVR 247 een echte meerkanaals receiver voor het nieuwe millen­nium. Naast de traditionele 5.1 digitale decoder­functies zoals Dolby Digital en DTS, biedt hij de nieuwste ontwikkelingen in surround technolo­gie, zoals Dolby Pro Logic II en IIx, alle DTS-ES
6.1 functies, DTS Neo:6 en de nieuwste 7.1 kanaals versie van de eigen Harman Kardon Logic 7 technologie.
De AVR 247 is zo opgezet dat optimaal profijt wordt getrokken van de kracht van de digitale technologie. In-beeld menu’s, kleurgecodeerde aansluitingen maken snelle en eenvoudige installatie mogelijk. Om optimaal plezier te heb­ben van uw receiver, raden wij u aan even de tijd te nemen om deze handleiding in zijn geheel door te lezen. Controleer ook of alle verbindin­gen met de luidsprekers, bronnen en andere externe apparatuur correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt u zo snel mogelijk vertrouwd met alle functies en de bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkheden van de AVR 247 benutten. Bewaar de handleiding om deze later nog eens te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR 247 vormt het hart van uw home enter­tainment systeem met een groot aantal luister­mogelijkheden voor vrijwel elke denkbare audio­of videobron, of het nu gaat om een uitzending, een film of een sportevenement in HDTV of een oude mono- of stereo-opname. Bij het afspelen van digitale audiobronnen via conventionele optisch en coax digitale ingangen, dan wel via de voor HDMI 1.1 geschikte verbindingen, deco­deert de AVR 247 Dolby Digital, Dolby Digital EX, DTS en DTS-ES datastreams.Tweekanalen stereo en matrix surround bronnen profiteren van alle huidige Dolby Pro Logic IIx functies en DTS Neo:6. De nieuwste versie van onze eigen Logic 7
®
processor is aanwezig voor een breder, meer omringend geluidsbeeld en een betere positionering van het surround geluid, ongeacht het type bronmateriaal.
Dolby Virtual Speaker kan een omringend geluidsbeeld creëren vanuit de linker en rechter front luidsprekers en de nieuwste Dolby Head­phone schakeling biedt een verbazingwekkend open klankbeeld via de hoofdtelefoon.
Bij de AVR 247 wordt het videogedeelte van zijn naam serieus genomen. Samen met de twee HDMI ingangen en de drie 100 MHz analoge component video-ingangen, kan de video­processor van de AVR 247 het uitgangssignaal naar 720p naar beneden schalen met een 1080i en 1080p doorloop, passend bij de eigenschappen van uw specifieke beeldscherm. Dankzij de vaak onderscheiden Faroudja
®
technologie is de kwaliteit van uw videobeelden beter dan ooit. Voor het combineren van audio en video bezit de AVR 745 een A/V sync vertraging (delay) zodat het niet lipsynchroon lopen in materiaal waarin digitale video bewerking is gebruikt, wordt geëlimineerd.
Een belangrijke extra in de toch al indrukwekken­de lijst mogelijkheden van de AVR 247 is EzSet/EQ
, een systeem dat het configureren automatiseert waardoor het eenvoudiger, gemak­kelijker en nauwkeuriger wordt. In combinatie met de speciale bij de receiver geleverde micro­foon maakt het EzSet/EQ
het instellen van luid­sprekergrootte, wisselfilter en vertraging voor alle kanalen en luidsprekers een zekere zaak. Naast de configuratie omvat EzSet/EQ ook de equalizer voor de kamer zodat de signalen naar elke luid­spreker zijn aangepast voor wat betreft kamer­grootte, luidsprekertype en andere factoren die de kamerakoestiek beïnvloeden. Met EzSet/EQ wordt uw systeem in een paar minuten geconfigureerd met een tot voor kort zonder kostbare meetappa­ratuur ongekende nauwkeurigheid.
Naast EzSet/EQ bezit de AVR 247 een compleet stel handinstellingen voor hen die hun systeem helemaal zelf in willen stellen. Een viervoudig wisselfilter voor het laag maakt het mogelijk ver­schillende frequenties in te voeren voor elke set luidsprekers.
Een Stereo-Direct functie passeert de digitale processor om alle subtiele eigenschappen van het originele analoge, tweekanaals signaal te behouden, terwijl het bas management, beschik­baar in zowel de surround als de digitale stereo functies, meer mogelijkheden biedt om het sig­naal aan uw smaak of de kamerakoestiek aan te passen.
Voor een maximale flexibiliteit biedt de AVR faciliteiten voor 8 videoapparaten, elk met zowel composiet als S-Video ingangen. Verder twee extra audio ingangen en in totaal zes digitale ingangen en twee uitgangen, maken de AVR 247 geschikt voor het verwerken van de nieuwste digitale audiobronnen.
Voor compatibiliteit met de nieuwste HDTV videobronnen en progessive scan DVD-spelers, bezit de AVR een breedband videoschakeling met geringe overspraak.
Coax en optisch digitale uitgangen zijn beschik­baar voor directe verbinding met digitale recor­ders. Een video opname-uitgang en een kleurge­codeerde achtkanalen ingang maken de AVR 247 verregaand toekomstzeker; alles wat nodig is om nieuwe toekomstige formaten te kunnen gebrui­ken is aanwezig.
Door gebruik te maken van één simpele verbin­ding tussen de AVR 247 en de extra leverbare Harman Kardon kunt u ook luisteren naar materiaal opgenomen op uw daartoe geschikte Apple
®
iPod®**. De systeemafstands­bediening van de AVR is geprogrammeerd met besturingscodes waarmee nummers voor weer­gave gekozen en vele iPod functies genavigeerd kunnen worden, zelfs van de andere kant van de kamer. Met The Bridge
kunt u zelfs de iPod
opladen.
De flexibiliteit en het vermogen van de AVR hou­den niet op bij uw centrale thuisbioscoop of luis­terkamer. De AVR bevat een uitgebreid multi­zone bedieningssysteem met de mogelijkheid een bron te kiezen voor uw centrale kamer en een andere bron voor een tweede kamer. Zowel composiet video als S-video en audio, worden naar de tweede kamer doorgestuurd, waarbij u volledige controle hebt over het volume via een afzonderlijk infrarood link voor de afstandsbedie­ning. De extra mogelijkheden voor meerkamer gebruik zoals het toewijzen van twee uitgangs­kanalen van de AVR aan het meerkamersysteem.
De krachtige versterker van de AVR is gebouwd op de traditionele Harman Kardon technologieën voor de eindversterkers om een optimaal dyna­misch bereik te kunnen bieden met elke denk­bare programmabron.
Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan 50 jaar geleden uitgevonden. Met state-of-the-art en beproefde schakelingen vormt de AVR de per­fecte combinatie in digitale audio technologie, een rustige maar krachtige analoge versterker in een elegante, gemakkelijk te gebruiken vormgeving.
** Compatibel met alle iPod typen voorzien van een dock-aansluiting inclusief derde generatie 'klikwiel' en latere modellen. Niet compatibel met iPod
'shuffle' modellen. Hoewel alle iPod 'photo' modellen compatibel zijn; plaatjes opgeslagen op de iPod kunnen alleen worden bediend met de bedieningsorganen van de iPod, niet via de afstandsbediening van de AVR.
4 VEILIGHEID
Veiligheid
Dolby
®
Digital, Dolby Digital EX en Dolby
Pro Logic
®
II en IIx Decoders, en het
volldige pakket DTS
®
functies, inclusief
DTS-ES
®
6.1 Discrete & Matrix
Zeven kanalen high-current versterking en twee kanalen toewijsbaar aan surround achter of meerkamer toe­passingen
De exclusieve Logic 7
®
van Harman Kardon, samen met de keuze uit diverse Dolby Virtual Speaker pro­cessing bij gebruik van slechts twee luidsprekers
Dolby Headphone voor een open en ruimtelijk geluidsbeeld bij gebruik van een hoofdtelefoon
Het moderne EzSet/EQ
van Harman Kardon configureert de luidspre­kerinstellingen automatisch en stelt de kamerequalizer in voor een gemakkelijke, snelle en nauwkeurige systeemopzet
HDMI met audio/video processing, opschalen naar 720p. 1080i/1080p doorlaat en correctie voor grotere kabellengten zonder achteruitgang van het signaal
Twee HDMI
1.1 en drie toewijsbare analoge component ingangen met grote bandbreedte maken hem geschikt voor alle high-definition videobronnen
Analoge A/V Ingangen op de voorzijde
Digitale ingangen op de voorzijde voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare digitale apparatuur en de nieuwste videospelletjes
Verbindt een geschikte Apple
®
iPod®met de Harman Kardon (extra) voor laden, weergave en besturing
Alle ingangen kunnen benoemd worden
(uitgezonderd tuner)
Talloze digitale ingangen en uitgangen
In-beeld menu- en displaysysteem met
keus uit blauwe of zwarte achtergrond
Instelbare A/V Sync vertraging voor elke
ingang zorgt voor lipsynchrone digitale programma’s en video-opnamen
6-Kanalen/8-kanalen directe ingang voor
gebruik van toekomstige audioformaten
Uitgebreide laagprocessing, inclusief
vier afzonderlijke wisselfiltergroepen
Uitgebreide meerkamer mogelijkheden,
zoals toewijsbare versterkerkanalen voor het beluisteren van een andere bron in een andere zone
Afstandsbediening met ingebouwde
codes
Belangrijke veiligheidsinformatie
LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten ruimte zoals een kast of iets dergelijks - en achterzijde minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het apparaat uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op kan vallen of het apparaat kan worden blootgesteld aan lekkende of spattende vloeistoffen. Zet de volgende dingen nooit op de tuner:
– Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat
brand kan veroorzaken, het apparaat kan beschadigen en tot letsel kan leiden.
– Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en
zo elektrische schokken kunnen veroorzaken en het apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafelkleed of iets anders dat de ventilatie belemmert. Doordat de temperatuur in het inwendige dan oploopt, kan brand ontstaan en letsel worden toegebracht.
Stel het apparaat op in de nabijheid van een stopcontact waar de stekker gemakkelijk te bereiken is.
Dit apparaat voert stroom zolang het met het lichtnet is verbonden, ook wanneer het is uitgeschakeld. Die toestand noemen we standby en daarin wordt slechts een minimale hoeveelheid stroom opgenomen.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEK­TRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN HET APPARAAT NOOIT BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN, GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aan­wezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke voltages binnen in de behuizing van het apparaat. Deze voltages kunnen elek­trische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van belangrijke infor­matie aangaande onderhoud en service in de gebruiksaanwijzing.
INTRODUCTION 5
NEDERLANDS
Veiligheid
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR is ontworpen voor gebruik met 220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver op een andere netspanning aan dan waarvoor deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning voor dit specifieke model of over de netspanning in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw leverancier voordat het apparaat met het lichtnet verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste net­snoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere elektrische apparaten, het netsnoer niet onder vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmid­dellijk door een erkende technische dienst laten vervangen door een exemplaar dat aan de fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd niet zal worden gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden. Bij het openen van de behuizing kunt u een schok oplopen en wijzigingen aan het product zullen de garantie ongeldig maken. Mocht water of een metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen, neem dan de stekker direct uit het stopcontact en raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een ste­vige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat op schap, controleer dan of het schap en de steunen het gewicht kunnen dragen.
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit product in een kast of andere gesloten ruimte, controleer dan of er voldoende lucht in de kast circuleert. In sommige gevallen kan een venti­lator nodig zijn.
Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilatiesleuven worden afgesloten.
Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het bloot­staat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van een verwarming.
Plaats het apparaat niet in een vochtige of
stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en plaats er geen voorwerpen op.
Vanwege het gewicht van de AVR 247 en de
warmte die de versterkers ontwikkelen, bestaat de kans dat de rubber inleg van de pootjes van het apparaat op sommige houten of fineer ondergronden afdrukken achterlaten.Wees voorzichtig met het opstellen van de receiver op een zacht houten ondergrond, dan wel op materiaal dat door zware objecten of warmte kan worden beschadigd. Sommige materialen zijn heel gevoelig en absorberen deze afdruk­ken, iets waar Harman Kardon geen invloed op heeft, zoals de soort afwerking, de gebruikte reinigingsmiddelen en normale warmte en tril­lingen tijdens het gebruik van het product, en andere factoren. Wees daarom voorzichtig bij het kiezen van de juiste plaats voor de receiver, daar dit soort zaken niet onder de garantie valt.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een schone, zachte en droge doek. Indien nodig kunt bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en daarna met een doek met schoon water. Droog het apparaat onmiddellijk af met een droge doek. Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmidde­len met drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmidde­len, want deze kunnen de afwerking van metalen onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren of alle verbindingen met andere apparaten losgenomen zijn en dat de stekker van het apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen zijn speciaal ontworpen om schokken en trillingen te absorberen.Wij advi­seren u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u deze plat maken. Dit doet u door het plakband op de bodem helemaal los te maken en de doos plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kun­nen op dezelfde manier worden bewaard. Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is het goed te weten dat de doos en het overige verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden. Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op de daarvoor aangewezen plaats.
Vergeet niet de plastic beschermingsfolie van de display te verwijderen. Deze folie kan de werking van de afstandsbediening negatief beïnvloeden.
6 BEDIENINGSORGANEN
1
Netschakelaar: druk op deze toets om de AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt, dan staat het apparaat in standby, wat wordt aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en ook de afstandsbediening te blokkeren, deze schakelaar indrukken zodat deze naar buiten komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om het apparaat uit (standby) te schakelen. De lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens standby, als teken dat het apparaat gereed is voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon wordt aangesloten, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
Bij het configureren van uw systeem met EzSet/EQ wordt de kalibratie microfoon hierop aangesloten via de bijgeleverde adapter die de kleine miniplug van de microfoon in een 1/4" jackplug omzet.
5
Surround groep: indrukken om de eerste groep surround functies te kiezen. Telkens wan­neer u drukt wordt de volgende groep gekozen in deze volgorde: Dolby functies DTS Digital functies DSP functies Stereo functies Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de gewenste surround functiegroep in de Onderste
Displayregel
Ò
en dan drukt u op Surround
Functiekeuze
9
om door de beschikbare func­ties te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan op Surround Functiekeuze
9
om de verschil-
lende opties te kiezen.
6
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 29 voor meer informatie over installatie en configuratie.
Bedieningsorganen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
) ! @ # $ % ^ & *
( Ó Ô  Ò Ú Û Ù ı
Hoofd Netschakelaar Systeemschakelaar Lichtnetindicatie Hoofdtelefoonuitgang Surround Functie Groep Keuze Luidsprekerkeuze Insteltoetsen Klankregeling in/uit Surround Functiekeuze
Afstemmen FM/MG Instellen Voorkeurposities Luidspreker/Kanaal Indicatie Ingangskeuze RDS functies Vertraging Digitale ingang 3 optisch
Surroundfunctie indicaties Digitale ingang 3 coax Video 4 ingang Ingangsindicaties Display Sensor afstandsbediening Digitale ingangskeuze Kanaalkeuze Volume
DIGITAL LOGIC 7
PRO LOGIC
3 STEREO
DSP 5 7 CH. STEREO
HEADPHONE
SURR. OFF
VID 1
DVD
CD
VID 2
FMAM
VID 3
TAPE
VID 4
6 8 CH
Coaxial 3
Optical 3
BEDIENINGSORGANEN 7
NEDERLANDS
Bedieningsorganen
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de configuratie kiest u met deze toetsen uit de beschikbare mogelijkheden die in de display
Ò
worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en balans worden ingeschakeld door deze toets in te drukken. De indicatie
TONE IN verschijnt in de
display
Ò
en met de regelaars lage tonen,
hoge tonen en balans kan het signaal naar de
luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de indi­catie
TONE OUT in de display, dan wordt het
signaal ‘recht’ weergegeven.
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te kiezen uit de beschikbare surround functies voor de gekozen functiegroep. De specifieke functies kunnen verschillen op basis van het aantal beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of het om een analoge of een digitale bron gaat. Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de beschikbare functies te zien. Voor meer informa­tie omtrent functiekeuze, zie pagina 40.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de toets om naar een lagere frequentie te gaan, of op de rechter zijde om naar een hogere frequen­tie te gaan. Wordt een zender met een sterk signaal gevonden dan verschijnt
MANUAL
TUNED of AUTO TUNED in de display
Ò
(met de hand afgestemd of automatisch afge­stemd). Zie pagina 49 voor meer informatie over afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal indrukken hoort u de laatst gebruikte zender; nogmaals indrukken schakelt heen en weer tus­sen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te schakelen tussen stereo en mono, handafstem­ming en automatische afstemming. Zie pagina 49 voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configure­ren van de in de display
Ò
aangegeven instel­ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om voor- of achteruit door het overzicht van de voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 49 voor nadere informatie.
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of de configuratie van het binnenkomende signaal. De indicaties voor de luidsprekers links, centrum, rechts, links surround en rechts surround bestaan uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste twee wanneer een grote luidspreker is gekozen. Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen­trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 29 voor nadere informatie over het configureren van de luidsprekers. De letter in het middelste hokje geeft een actief kanaal aan. Voor standaard ana­loge bronnen zullen alleen L en R oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een digita­le bron dan geven de indicaties aan welke kana­len op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 41 voor nadere informa­tie over deze indicaties.
Opmerking: wanneer u via het
MULTIROOM
SETUP menu de surround achter luidsprekers
aan de andere zone heeft toegewezen, zullen de beide hokjes die de aanwezigheid van de surround achter luidsprekers aangeven automa­tisch verdwijnen. Dit ten teken dat de hoofd luisterruimte nu is geconfigureerd voor 5.1 kanalen. Zie pagina 45 voor meer informatie over het toewijzen van de surround achter kanalen voor meerkamer gebruik.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende boodschappen van het RDS-systeem van de AVR tuner op te roepen. Zie pagina 50 voor nadere informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 32 voor nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de opti­sche digitale audio uitgang van een audio of video product hierop aan. Wordt de ingang niet gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is afgedekt om te voorkomen dat er stof in de ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: de huidige bron verschijnt als één van de indicaties. Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR alle mogelijke functies kort oplichten, waarop naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk gebruikt voor het aansluiten van draagbare digitale audio apparaten, videospelletjes en andere producten die een coax digitale aanslui­ting hebben.
Ô
Video 4 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelij­ke verbinding met videospelletjes of draagbare audio/video apparaten zoals camcorders en draagbare audio spelers.
Ingangsindicatie: de gekozen bron licht op. Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR alle mogelijke functies kort oplichten, waarop naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ò
Display: in de display worden aanwijzingen en in de display verschijnen aanwijzingen en indi­caties die helpen het apparaat te bedienen.
Ú
Sensor afstandsbediening: deze sensor ontvangt de bevelen van de afstandsbediening. Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een externe sensor is aangesloten.
Opmerking: wanneer /DMP is gekozen als ingang, licht geen Ingangsindicatie
op.
DMP THE BRIDGE I S CONNECTED
(DMP/Bridge is aangesloten) loopt over de bovenste regel van de Display
Ò
tenzij u de naam van de bron heeft veranderd; in dat geval verschijnt de nieuwe naam. Zie pagina 22 voor nadere informatie over het benoemen van ingangen.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets
om te kiezen tussen de optische
R
en coax
N
digitale ingangen. Zie pagina 22 en 39 en verder voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen­de kanalen in te stellen met behulp van een externe audiobron. Voor meer informatie over het instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 44.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het niveau te verhogen, of naar links om het niveau te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch opgeheven zodra de volumeregelaar wordt ver­draaid.
8 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D
E F G H I J K L M N O
P Q
R S T U V W X Y Z a b c
MG antenne FM antenne Tape-ingang Tape-uitgang Subwoofer uitgang DVD audio-ingang CD ingang Video 1 audio-uitgang
DMP aansluiting 6/8-Kanalen directe-ingang Digitale audio-uitgang TV/monitor uitgang DVD video-ingang Front Luidsprekers Uitgangen
Centrum Luidspreker Uitgang Surround Luidsprekers Uitgangen Geschakelde lichtnetuitgang RS-232 Seriële Poort Netsnoer Video 2 Component video-ingang Monitor Component video-uitgang Video 1 component-ingang Video 2 audio-ingang Coax digitale ingangen Surround Achter/Meerkamer luidsprekeruitgangen Video 1 video-uitgang Video 1 video-ingang
Optisch digitale ingangen Video 1 audio-ingang Video 2 video-ingang Uitgang IR afstandsbediening Ingang IR afstandsbediening Voorversterker uitgang HDMI Uitgang Video 3 video ingang Video 3 audio ingang HDMI Ingang Multi IR ingang DVD/Video 3 Component Video Ingang
Opmerking: om het aansluiten van de ver­schillende verbindingen voor meerkanaals in­en uitgangen en de luidsprekers gemakkelijk te maken, zijn alle aansluitingen van een kleuren­code voorzien, overeenkomstig de nieuwste CEA standaard: Front Links Wit Front Rechts: Rood Centrum: Groen Surround Links: Blauw Surround Rechts: Grijs Surround Achter Links: Bruin Surround Achter Rechts: Tan Subwoofer (LFE): Paars Digitaal Audio: Oranje Composiet Video: Geel Component Video ‘Y’: Groen Component Video ‘Pr’: Rood Component Video ‘Pb’: Blauw
0
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde MG raamantenne aan. Wordt een externe MG­antenne gebruikt, sluit die dan aan conform de daarbij gevoegde aanwijzingen.
1
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel een kabelsysteem.
2
Tape-ingang: verbind deze ingangen met de Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
3
Tape-uitgang: verbind deze uitgangen met de Record/In ingangen van een audiorecorder.
4
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij gebruik van een losse subwooferversterker wordt deze uitgang met de ingang van die versterker verbonden.
5
DVD audio-ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een DVD­speler of een andere audiobron.
6
CD Ingang: verbind deze ingang met de analoge audio uitgang van een compact disc speler of CD-wisselaar of een andere audiobron.
7
Video 1 audio uitgang: verbind deze uitgangen met de Record/Input ingangen van een VCR.
8
Digital Media Player (DMP): ver­bind bij uitgeschakelde AVR 247 het ene einde van de extra Harman Kardon met de daarvoor bestemde aansluiting en de andere zijde met een geschikte Apple iPod. Wordt nu Digital Media Player als bron gekozen, dan ver­schijnt de besturing en navigatie van de iPod in het beeldscherm (indien aangesloten op de
Video Monitor Uitgang
B
en de bovenste en
onderste regel van de Display
Ò
. U kunt de iPod navigeren en nummers voor weergave kiezen met
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
F
plus de loopwerktoetsenPop de afstands­bediening van de AVR. Zie pagina 42 voor nadere informatie.
AANSLUITINGEN 9
NEDERLANDS
Aansluitingen
9
6/8-Kanalen Directe Ingang: deze ingangen worden gebruikt voor het aansluiten van DVD-Audio, Blu-ray, HD-DVD of SACD spe­lers met discrete analoge uitgangen. Afhankelijk van de, bron kunnen alle acht ingangen worden gebruikt, hoewel in de meeste gevallen alleen de front links/rechts, centrum, surround links/rechts en LFE (subwoofer) ingangen gebruikt zullen worden in een standaard 5.1 audio opzet.
A
Digitale audio-uitgang: verbind deze uitgangen met de digitale ingang van een digitale recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc recorder.
B
Video Monitor Uitgang: verbind deze aansluiting met de composiet en/of S-Video ingang van een TV of monitor of videoprojector om de in-beeld menu’s te kunnen zien, plus de met de videoschakelaar op de AVR gekozen standaard video of S-Video bron.
C
DVD video-ingang: verbind deze ingangen met de composiet of S-video uitgangen van een DVD-speler of andere videobron.
D
Front Luidsprekers Uitgangen: verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitin­gen van de linker en rechter luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de witte aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Front Links luidspreker, conform de oude codering. De rode aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Front Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de luidsprekers. Zie pagina 16 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
E
Centrum Luidspreker Uitgang: verbind deze uitgang met de juiste + en – aansluitingen van de centrum luidspreker. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de groene aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Centrum luid­spreker, conform de oude codering. Verbind de zwarte – aansluiting van de AVR met de zwarte – van de centrum luidspreker. Zie pagina 16 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
F
Surround Luidspreker Uitgangen:
verbind deze uitgangen met de juiste + en – aansluitingen van de surround luidsprekers. Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de blauwe aansluiting de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode + aansluiting van de Surround Links luidspreker, conform de oude codering. De grijze aansluiting is de positieve + aansluiting die verbonden wordt met de rode positieve + van de Surround Rechts luidspreker. Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR met de zwarte – van de surround luidsprekers. Zie pagina 16 voor nadere informatie over luid­sprekerpolariteit.
G
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het voeden van andere apparaten, die dan tegelijk met standby
2
op de AVR worden
ingeschakeld.
H
RS-232 Seriële Poort: deze speciale aan­sluiting kan worden gebruikt met uw personal computer in het geval Harman Kardon op enig moment in de toekomst een software update aanbiedt. Laat de functieschakelaar niet inge­drukt (in Operate Mode) en druk deze alleen in om te opwaarderen (Upgrade Mode). De reset schakelaar wordt uitsluitend tijdens het opwaar­deren gebruikt.
I
Netsnoer: verbind de stekker met een onge­schakeld stopcontact.
J
Video 2 Component Video Ingang: ver­bind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de HDTV settop converter, satellietontvanger of andere videobron met de component aansluitin­gen van dat apparaat. De fabrieksinstelling is naar de Video 1 ingang, maar u kunt deze altijd veranderen via het
INPUT SETUP menu. Zie
pagina 24 voor meer informatie over het con­figureren van component video ingangen.
K
Monitor Component Video Uitgang: sluit deze uitgangen aan op de component video­ingangen van een videoprojector of -monitor. Wanneer een bron, aangesloten op een van de three Component video-ingangen
JLc
, wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze aansluitingen gestuurd worden.
L
Video 1 component ingang: sluit de Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een DVD-speler aan op deze aansluitingen. De fabrieksinstelling is naar de DVD ingang, maar u kunt deze altijd veranderen via het
INPUT
SETUP menu. Zie pagina 23 voor meer infor-
matie over het configureren van component video ingangen.
Opmerking: alle component ingangen/uitgan­gen kunnen ook voor RGB-signalen worden gebruikt op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb-signalen en verbonden met de aan­sluitingen van de overeenkomstige kleur.
RGB-verbinding is niet mogelijk wanneer de bron een afzonderlijk sync-signaal afgeeft (zie pagina
17).
M
Video 2 Audio Ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een tweede VCR of een andere audio- of videobron.
N
Coax Digitale Ingangen: verbind de coax digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ont­vanger, de uitgang van een geschikte geluids­kaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD­speler of CD-speler met deze ingangen. Het sig­naal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron. Verbind geen RF digitale uitgang van een LD-speler met deze ingangen.
O
Surround Achter/Meerkamer Luidsprekeruitgangen: deze luidsprekeruit-
gangen worden gewoonlijk gebruikt om de surround achter links/rechts luidsprekers in een
7.1 systeem te voeden. Ze kunnen echter ook gebruikt worden om de luidsprekers in een ande­re zone te sturen met het signaal dat is gekozen voor een meerkamersysteem.
Om de uitgang te wijzigen van de standaard Surround Achter naar Meerkamer Uitgang dient een instelling in het
MEERKAMER MENU van
het OSD (in-beeld) systeem worden veranderd. Zie pagina 45 voor meer informatie voor het con­figureren van deze luidsprekeruitgang. Bij nor­maal surround gebruik zijn bruin en zwart de sur­round achter positieve (+) en negatieve (-) aan­sluitingen en tan en zwart aansluitingen zijn de surround achter rechts positieve (+) en negatieve (-) aansluitingen.
Voor meerkamer toepassing verbindt u de bruine en zwarte SBL aansluitingen met de rode en zwarte aansluitingen van de linker luidspreker in de andere zone en de tan en zwart SBR aan­sluitingen met de rode en zwarte aansluitingen van de rechter luidspreker in de andere zone.
P
Video 1 video-uitgang: verbind deze uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of S-video ingang van een VCR.
Q
Video 1 video-ingang: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een TV of andere videobron.
R
Optisch digitale ingangen: verbind de optisch digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ontvanger, de uitgang van een geschikte geluidskaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MD-speler of CD-speler met deze ingangen. Het signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM digitale bron.
S
Video 1 audio-ingang: verbind deze aan­sluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen van een TV of een andere audio- of videobron.
T
Video 2 video-ingang: verbind deze ingan­gen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een tweede VCR of andere video­bron.
10 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
U
IR-uitgang afstandsbediening: via deze aansluiting kan de IR-sensor in de receiver ook andere op afstand bediende apparaten bedienen. Verbind deze uitgang met de ‘IR-IN’ ingang op andere Harman Kardon of andere geschikte apparaten.
V
Meerkamer IR-ingang: wanneer de IR-sen­sor van de AVR geblokkeerd is door een kast of andere obstakels, kan een externe sensor worden gebruikt. Sluit deze op deze ingang aan.
W
Voorversterkeruitgang: verbind deze aan­sluitingen met een extra externe eindversterker voor toepassingen waarbij meer vermogen nodig is.
X
HDMI Uitgang: verbind deze geschikt uitgang met de HDMI ingang op een geschikte van HDMI voorzien videoscherm.
Y
Video 3 video ingang: verbind deze ingan­gen met de PLAY/OUT composiet of S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
Z
Video 3 audio ingang: verbind deze ingan­gen met de PLAY/OUT audio uitgangen van een VCR of andere videobron.
a
HDMI Ingangen: verbind de HDMI uitgang van videobronnen met een DVD-speler, settop box of HDTV tuner op één van deze aansluitingen.
OPMERKINGEN:
• Vanwege auteursrechtelijke bescherming wordt
geen signaal afgegeven op de Component Video Monitor Uitgangen bij gebruik van tegen kopiëren beveiligde bronnen.
• High Resolution 1080i en 1080p videosignalen
zijn niet beschikbaar via de HDMI Uitgang en worden naar beneden geconverteerd tot 720p voor de Component Video Uitgangen. Wanneer de bron analoge high-resolution video afgeeft, kunt u de Component Video Uitgangen gebrui­ken en de resolutie van de bron verkleinen, of de component video uitgangen van de bron direct met het beeldscherm verbinden.
• Ten gevolge van de constructie van sommige
beeldschermen kunnen analoge 576p of 720p signalen van component videobronnen arte­facten produceren bij gebruik van de analoge video uitgangen van de AVR (composiet, S-video of component video). Wanneer dat gebeurt, wijzig dan de Video Functie in het
INPUT SETUP menu of verbind de video
uitgang van die bron direct met het beeld­scherm. Het beste resultaat bereikt u echter met een voor HDMI geschikt beeldscherm.
b
Meerkamer IR-ingang: verbind de uitgang van een IR-sensor in een andere kamer met deze aansluiting om het meerkamersysteem van de AVR te bedienen.
c
DVD/Video 3 Component Video Ingang:
deze ingang kan met elke bron worden gebruikt die is voorzien van analoge Y/Pr/Pb of RGB com­ponent video uitgangen. De fabrieksinstelling is naar de Video 2 ingang, maar u kunt deze altijd veranderen via het
INPUT SETUP menu. Zie
pagina 23 voor meer informatie over het configu­reren van component video ingangen.
Dankzij de krachtige processor van de AVR kun­nen maximaal twee van HDMI-aansluitingen voorziene bronnen op de HDMI-ingangen via één enkele kabel worden aangesloten met als voor­deel een superieure digitale audio- en videover­binding. Wanneer uw beeldscherm niet geschikt is voor HDMI, dient de bron te worden verbon­den met een van de andere ingangen en kiest u een coax of optische digitale audio-ingang en een analoge video-ingang. Zie onder Aansluitingen en Installeren voor nadere infor­matie.
Wanneer uw beeldscherm wel een HDMI-ingang heeft maar sommige bronnen uitsluitend over analoge video-uitgangen beschikken, kunt nog steeds de HDMI videoverbinding naar het beeld­scherm gebruiken; de AVR zal de analoge video­signalen automatisch omzetten naar het HDMI­formaat.
Opmerking over videoverbindingen: bij het aansluiten van een video-apparaat zoals een VCR, DVD-speler, satellietontvanger, kabel settop box, personal videorecorder of een videospelletje op de AVR 247, kunt u de composiet of S-video aansluiting gebruiken, maar niet beide tegelijk.
AFSTANDSBEDIENING 11
NEDERLANDS
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q                 
Afstandsbediening
Standby IR-zender Programma Indicatie Inschakelen Ingangskeuze AVR-keuze MG/FM keuze 6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang Testsignaal Sluimerfunctie Surroundfunctie Nachtfunctie Kanaalkeuze
⁄/¤
toetsen
toets Instellen Digitale keuze Cijfertoetsen Tunerfunctie Directfunctie Afstemmen hoger/lager In-beeld display/info (OSD) Dolby Functie DTS Digital Functie Logic 7 Functie Loopwerktoetsen Meerkamer Volgende/vorige Stereo Functie DTS Neo:6 Functie Macro's RDS-functie Voorkeuze hoger/lager Wissen Geheugen Vertraging/Voorgaande zender
toets Luidsprekerkeuze Muting Volume hoger/lager
DMP Functie TV/Video Keuze Dimmer Klankregeling
Opmerking: de hier gebruikte functienamen slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De meeste toetsen hebben meerdere functies wan­neer de afstandsbediening voor andere appara­ten wordt gebruikt. Zie pagina 54-55 voor een overzicht van deze functies.
12 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Belangrijk: De afstandsbediening van de
AVR 247 kan geprogrammeerd worden voor het besturen van maximaal zeven apparaten, inclusief de AVR. Voordat u de afstandsbediening in ge­bruik neemt eerst de ingangskeuze
4
indruk­ken en het apparaat kiezen dat u wilt gebruiken. Af fabriek is de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het bedienen van de AVR en de meeste Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De afstandsbediening kan ook een reeks andere producten bedienen via de codes die al aanwezig zijn. Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt met andere producten, eerst de aanwijzingen op pagina 51-53 over het program­meren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kun­nen functies toegewezen worden die afhankelijk zijn van het product dat met de ingangskeuze
4
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de functies van de afstandsbediening voor de AVR beschreven. Zie pagina 54-55 voor infor­matie over andere functies voor de toetsen van de afstandsbediening.
0
Standby: indrukken om de AVR of een aan­gegeven apparaat in standby te zetten.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma-Indicatie: deze driekleurige indicatie wordt gebruikt om u door het program­meren van de afstandsbediening te leiden. Zie pagina 51 voor informatie over het programme­ren van de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de netspanning van het apparaat in te schakelen dat met de ingangskeuze
4
is gekozen, uitge-
zonderd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen in te drukken gebeuren er drie dingen: staat de AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan wordt de bron gekozen overeenkomend met de ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstands­bediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen bron bedient.
De toetsen DVD, TAPE en HDMI 1 worden gebruikt voor één van de volgende twee ingangsbronnen:
• De eerste keer dat op DVD wordt gedrukt, kiest u de bron die is verbonden met de DVD-ingang. De tweede maal kiest de bron die is verbonden met de CD-ingang.
• De eerste keer dat u op TAPE drukt wordt Tape als ingang gekozen. Een tweede maal indrukken kiest The Bridge als ingang.
• De eerste keer dat op HDMI 1 wordt gedrukt, kiest u de bron die is verbonden met de HDMI 1 ingang. De tweede maal kiest de bron die is ver­bonden met de HDMI 2 ingang.
Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op
AVR-keuze
5
om de functies van de AVR met
de afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstandsbediening om, zodat deze de functies van de AVR bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
7
6-Kanaals/8-Kanaals Directe Ingang:
druk op deze toets om het apparaat dat is aange­sloten op de 6-Kanaals Directe Ingang of op de 8-Kanaals Directe Ingang
9
is aange­sloten. De beschikbare ingang wordt bepaald door de keuze 5.1 of 6.1/7.1 die u in de surround instelling maakt. Zie pagina 40 voor meer informatie.
8
Testsignaal: druk hierop om het configure­ren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten. Zie pagina 33 voor nadere informatie over het kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: sluimerfunctie: druk op deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal de AVR automatisch in standby gaan. Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de sluimerfunctie uit te schakelen. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een ander kanaal te kiezen op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de
Ingangskeuze
4
.
A
Surround Functie: druk op deze toets om één van de surround functies HALL, THEATER te kiezen. Denk er aan dat afhankelijke van het type ingang niet altijd alle functies beschikbaar zijn. Zie pagina 35-36 voor meer informatie over de surround functies. Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt om een zender af te stem­men op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer die bron is gekozen via de Ingangskeuze
4
.
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in. Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat ook op laag volume de dialoog in het cen­trum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 25 voor nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met een externe bron. Na eenmaal op deze toets gedrukt te hebben kan met de toetsen
⁄/¤
D
het kanaal worden gekozen, waarna met
instellen
F
en dan opnieuw met de ⁄/¤het niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 44 voor aanvullende informatie.
D
⁄/¤
toetsen: Deze multifunctionele toet­sen worden gebruikt om te wijzigen of door items in de in-beeld menu’s of de display te lopen en de configuratie in te stellen van digitale ingangen of de vertraging. Bij het wijzigen van een instelling drukt u eerst op de toets voor de functie of instelling die veranderd moet worden, bijvoorbeeld de Digitale Keuze
G
om een digitale ingang te wijzigen. Druk vervolgens op één van deze toetsen om door de beschikbare opties te schakelen of om de instelling te verho­gen of te verlagen. In de verschillende paragrafen die de functies behandelen wordt het gebruik van deze toetsen per functie toegelicht.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd wordt op de codes van een ander apparaat, wordt deze toets ook gebruikt bij 'Automatisch zoeken'. Zie pagina 51 voor nadere informatie omtrent het programmeren van de afstandsbediening.
AFSTANDSBEDIENING 13
NEDERLANDS
E‹toets: om het menu-item of –instelling te wijzigen wanneer een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, enz.) is gekozen.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om instellingen in het geheugen van de AVR op te slaan. Tevens voor het invoeren van de vertra­gingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een van de digitale ingangen
NR
te kiezen. Zie pagina 39 voor nadere informatie over het gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een nummer op CD, DVD, of LD worden inge­voerd, afhankelijk van de gekozen bron en de programmering van de afstandsbediening.
I
Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner actief is om te kiezen tussen hand- of automati­sche afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de onderste regel van de display
Ò
de aanwijzing
MANUAL (met de hand) en door op Af-
stemming
K)te drukken gaat de frequen-
tie in enkele stappen hoger of lager. Is FM geko­zen en staat
AUTO (automatische afstemming)
in de display
Ò
dan wordt door op deze toets te drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina 49 voor meer informatie.
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner actief is om de frequentie van een zender direct in te toetsen. Voer vervolgens met de
cijfertoetsen
H
de frequentie in. Zie pagina
49 voor nadere informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik. Heeft u op Tunerfunctie
I
gedrukt, of
Afstembereik
!
ingedrukt gehouden zodat
AUTO in de display
Ò
verschijnt, dan zal de tuner na het indrukken van één van de toetsen de tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
MANUAL in de display
Ò
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige
stappen. Zie pagina 49 voor meer informatie.
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste Dolby Surround processor functie. Door in te drukken wordt beurtelings een van de functies Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen beschikbaar is bij een digitale ingang en de andere functies alleen zolang geen Dolby Digital bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking op pagina 35-36. Zie pagina 35 over de beschik­bare Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op deze toets te drukken wordt alleen de gekozen functie aangegeven, afhankelijk van het afge­speelde surround materiaal en de luidsprekercon­figuratie.Wordt geen DTS bron gebruikt, dan heeft deze toets geen functie. Zie pagina 35 voor de beschikbare DTS opties.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om één van de beschikbare Logic 7 functie te kiezen. Zie pagina 35-36 voor de beschikbare Logic 7 functies.
P
Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen wel geprogrammeerd worden voor het voor­waarts/achterwaarts afspelen van een breed scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of videocassetterecorders. Zie pagina 51 voor aan­vullende informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Q
Meerkamer: activeert het meerkamersys­teem en de instelling van het wijzigen van het ingangs- of afspeelniveau van de tweede zone. Zie pagina 45 voor nadere informatie over het meerkamersysteem.
Volgende/vorige: deze toetsen hebben geen functie voor de AVR, maar worden afhanke­lijk van de programmering gebruikt voor CD, DVD, audio- of videorecorders om naar een volgend of voorgaand nummer te gaan.
Stereo Functieschakelaar: indrukken om een stereofunctie te kiezen. Verschijnt na indruk­ken
SURROUNDOFF (surround uit) in de
Display
Ò
en blijft alleen Surr Off Surround
Functie
(
branden, dan staat de AVR in de passeerfunctie en wordt de volledig analoge tweekanalen links/rechts stereofunctie gebruikt zonder surround processing of bass manage­ment, dit in tegenstelling tot andere functies waarin digitale bewerking wordt toegepast. Verschijnt na indrukken
SURROUNDOFF
(surround uit) in de DisplayÒen blijven zowel DSP als Surr Off Surround Functie(bran­den, dan is tweekanalen weergave gekozen en is het bass management actief.Verschijnt
SURROUNDOFF in de display
Ò
dan hoort u stereoweergave aangevuld met de voordelen van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREOof 7 CHSTEREO dan wordt
het stereosignaal naar alle vijf de luidsprekers gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 26 voor meer informatie over stereoweergave.
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te drukken schakelt de AVR door de verschillende DTS Neo:6 functies, waarmee een vijf-, zes- of zevenkanalen surround klankbeeld wordt gedestilleerd uit tweekanalen programmamateriaal (van een PCM-bron of een analoog ingangs­signaal). De eerste keer dat u drukt wordt de laatst gebruikte DTS Neo:6 functie gebruikt en elke volgende maal kiest de volgende functie.
Macro's: druk op deze toetsen om een 'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 53 voor informatie over het opslaan en oproepen van macro's.
RDS-functies: indrukken om de verschil­lende informaties op te roepen die RDS op de AVR biedt. Zie pagina 50 voor nadere informatie over RDS.
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van de tuner drukt u op deze toets om door het over­zicht van de geprogrammeerde zenders in het geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD gekozen met de ingangskeuze
4
dan func­tioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit (DVD) of +10 (CD, CDR).
Wissen: druk op deze toets om verkeerde instellingen te wissen wanneer u met de afstandsbediening de frequentie van de zender invoert.
Afstandsbediening
Geheugen: indrukken om een zender in het geheugen van de AVR op te slaan. Twee streepjes knipperen rechts in de display
Ò
en
u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer-
toetsen
H
een positie voor het geheugen te
kiezen. Zie pagina 51 voor meer informatie.
Vertraging/Voorgaande zender: druk op deze toets om het instellen van de vertragingstijd in te stellen, die door de AVR bij surround ge­bruikt. Voer vervolgens de tijd in door op instel-
len
F
te drukken en dan met ⁄/¤D
in te stellen. Druk nogmaals op instellenFom het proces af te ronden. Zie pagina 32 voor aanvul­lende informatie.
›-toets: indrukken om de menu-instelling of keuze te wijzigen nadat een menugestuurd apparaat (TV, VCR, DVD, e.a.) is gekozen.
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass Management Systeem van de AVR te configure­ren op het door u gebruikte luidsprekersysteem. Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Dom het kanaal te kiezen dat u wilt instellen. Druk op de insteltoets
F
en kies het luid­sprekertype (Large, Small of None – groot, klein of geen) overeenkomend met de gebruikte luid­spreker. Zie pagina 29 voor meer informatie.
Muting: druk hierop om het geluid van de AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd is voor gebruik met een ander apparaat, kan deze toets samen met Ingangskeuze
4
worden ingedrukt om het programmeren te activeren. Zie pagina 51 voor informatie over het programmeren van de afstandsbediening.
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
Bridge Digital media Player
(DMP) Functie: wanneer de van
Harman Kardon (extra leverbaar) is aangesloten op Digital Media Player (DMP)
8
en een geschikte Apple®iPod®is in de geplaatst, wordt met deze toets de iPod als audiobron voor de AVR 247 gekozen. Bovendien, wanneer een beeldscherm is aangesloten op een
Video Monitor
B
aansluiting, verschijnen ook de aanwijzingen van de iPod in beeld en op de bovenste en onderste regels van de Display
Ò
.
De toetsen
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
F
plus de loopwerktoetsenPkunnen worden gebruikt om de iPod te navigeren en de functies te activeren. Zie pagina 42 en de handleiding voor de Bridge en uw iPod voor nadere informatie.
TV/Video Keuze: deze toets heeft op de AVR geen functie, maar bij gebruik van een geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen het signaal van de speler of receiver en de externe video input van de speler. Raadpleeg de handleiding van de speler of receiver voor details over deze functie.
Opmerking: door op een willekeurige toets te drukken zal de ingangskeuze
45
relevant voor de ingedrukte toets kort rood oplichten om het bevel te bevestigen, mits er een functie voor die toets is in combinatie met het gekozen appa­raat. Zie functieoverzicht op pagina 58-59.
Dimmer: indrukken om de dimmer te acti­veren waarmee de helderheid van de display kan worden verminderd, of geheel kan worden uitge­schakeld. Eenmaal indrukken laat de standaard instelling zien. Nogmaals indrukken voor 50% reductie van de helderheid en binnen vijf secon­den nogmaals indrukken schakelt de display geheel uit. Denk er aan dat deze instelling tijde­lijk is; ongeacht de gekozen instelling zal de dis­play bij het inschakelen van de AVR altijd op volle sterkte oplichten. De blauwe verlichting rond
Lichtnetindicatie
3
blijft altijd op volle sterkte branden ongeacht de instelling om aan te geven dat de AVR aan staat.
Klankregeling: met deze toetsen wordt de klankregeling – bas, hoog en balans – in- en uitgeschakeld.Wanneer deze toets is ingedrukt en
TONE IN (klankregeling in) verschijnt in de
Display
Ò
dan zijn de instellingen voor bas, hoog en balans actief en beïnvloeden het uitgangssignaal. Wordt de toets nogmaals ingedrukt dan verschijnt
TONE OUT (klank-
regeling uit) in de Display
Ò
en wordt het
uitgangssignaal niet beïnvloed en is ‘recht’.
Afstandsbediening
14 AFSTANDSBEDIENING
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op een stevige ondergrond en controleer of deze het gewicht kan dragen. Vervolgens dient het apparaat aangesloten te worden op de overige audio- en videoapparatuur.
Aansluiten Audio Apparatuur
Er zijn twee soorten audioverbindingen. Digitale audioverbindingen zijn beter van kwaliteit en zijn noodzakelijk voor het luisteren naar bronnen die gecodeerd zijn met digitale surround functies, zoals Dolby Digital en DTS. Er zijn drie typen digi­tale audioverbindingen: HDMI, coax en optisch. Elk van deze digitale audioverbindingen kan wor­den gebruikt voor elke bron, maar altijd slechts één voor dezelfde bron. Wel kan tegelijkertijd een analoge en een digitale verbinding voor dezelfde bron worden gebruikt.
Daar de AVR geschikt is voor het bewerken van de audio- en videocomponenten van het HDMI­signaal, kunt u, wanneer uw beeldscherm een HDMI-ingang heeft met één enkele verbinding de bron (bijvoorbeeld een DVD-speler) op de AVR aansluiten. In dat geval is geen afzonderlijke digitale audioverbinding nodig.
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of veranderen van de verbindingen tussen audio­apparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voor­komen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d. naar de luidsprekers gaat, waardoor deze beschadigd zouden kunnen worden.
HDMI Verbinding
HDMI™staat voor High-Definition Multimedia Interface wat snel de standaard wordt tussen hoogwaardige audio/video apparatuur en de monitor, vooral bij high-definition videosignalen. HDMI is een digitale verbinding waardoor het converteren van digitaal naar analoog en weer terug wordt vermeden en een betere kwaliteit bij digitale bronnen wordt bereikt. De HDMI signa­len kunnen audio bevatten, maar dat is niet altijd het geval, en levert zo een complete verbinding via één kabel tussen de bron en de AVR.
Het is belangrijk dat u zich realiseert dat er ver­schillende versies van de HDMI standaard in gebruik zijn; voordat u een HDMI product op uw AVR aansluit is het belangrijk de versie van de HDMI verbinding te bepalen.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw sys­teem maken wellicht gebruik van DVI (Digital Video Interface) voor de digitale videoverbindin­gen. DVI voert dezelfde digitale signalen als HDMI maar maakt gebruik van een grotere con­nector en voert geen audio- en stuursignalen. In de meeste gevallen kunnen DVI en HDMI digitale videoverbindingen door elkaar worden gebruikt,
eventueel met de nodige verlooppluggen. Denk er echter wel aan dat sommige van DVI voorzie­ne beeldschermen niet geschikt zijn voor de HDCP kopieerbeveiliging die steeds vaker aan­wezig is in signalen die via HDMI zijn verbonden. Bij gebruik van een HDMI bron en een DVI beeld­scherm kan soms het beeld wegvallen wanneer het beeldscherm geen HDCP ontvangt. Dat is geen fout van de AVR of de bron, maar het geeft aan dat het beeldscherm niet geschikt is.
HDMI Ingangen
De verschillende “versies” van HDMI bepalen voor welke type audiosignalen het geschikt is. Gebaseerd op de oudste versie van HDMI onder uw bronnen, maakt u de verbindingen met de AVR als volgt:
HDMI 1.0 bronnen voeren uitsluitend digitale video- en meerkanalen of tweekanalen PCM audiosignalen. Verbind de HDMI uitgang van een 1.0 bron met een HDMI Ingang
a
van de AVR. Gaat het om een DVD Audiospeler of een andere bron met een meerkanalen analoge audio-uitgang, verbind deze dan met de
8-Kanalen Directe Ingang
9
. Bij een HDMI
1.0 bron, vooral een DVD-speler, controleren of de menu’s in de bron zelf op “Bitstream Out” of “Original” staan zodat 5.1 digitale audio beschikbaar is. Blijkt 5.1 Dolby Digital of DTS audio net beschikbaar te zijn via de HDMI-ver­binding, dan is een extra verbinding tussen de bron en de AVR 247 met de Coax
NÓ
of de
Optisch
R*
Digitale Ingang noodzake-
lijk.
HDMI 1.1 bronnen voeren naast de digitale videosignalen ook de meerkanalen digitale audiosignalen van DVD-Audiospelers. Gebruikt u een HDMI 1.1 product dan is slechts één ver­binding nodig voor het luisteren in de hoofd kamer van de HDMI uitgang naar een HDMI
Ingang
a
op de AVR. Gaat het om een speler met SACD, HD-DVD of Blu-ray mogelijkheid, dan dient u de analoge uitgangen van de bron te verbinden met de 8-Kanalen Directe
Ingang
9
.
HDMI 1.2 (en hoger) bronnen worden aange­sloten als HDMI 1.1 hiervoor, uitgezonderd dat bij SACD spelers geen afzonderlijke analoge verbinding nodig is.
Bovendien zet de AVR analoge videosignalen om naar het HDMI-formaat en schaalt het op naar 720p resolutie. Bronsignalen met 1080i of 1080p resolutie worden naar uw beeldscherm doorge­stuurd met de oorspronkelijke hoge resolutie, afhankelijk van de eigenschappen van uw beeld­scherm. U kunt de in-beeld menu’s van de AVR bekijken via de HDMI-uitgang.
BELANGRIJK: de AVR 247 kan 1080i of 1080p analoge videosignalen niet omzetten naar het HDMI formaat en converteert ze naar beneden naar 720p voor de Component Video Uitgangen. Dat heeft gevolgen voor gebruikers van Microsoft
®
Xbox®360 systemen en sommige
oudere settop boxen.
Wanneer uw digitale kabeltelevisie settop box via de component video uitgangen een signaal afgeeft van 1080i of hoger en niet is voorzien van een HDMI uitgang, neem dan contact op met uw kabelexploitant voor vervanging.
Gebruikers van de Xbox 360 en satelliettelevisie kunnen de instellingen van de bron wijzigen om te zorgen dat alleen 720p videosignalen via de component video uitgangen worden afgegeven, die door de AVR in HDMI kunnen worden omge­zet, of verbind de Component Video Monitor Uitgangen van de AVR met het beeldscherm. Hoewel u de component video uitgangen van de bron direct met het beeldscherm kunt verbinden, dient u dan de juiste video ingang op het beeld­scherm te kiezen, afhankelijk van de bron die op de AVR in gebruik was.
De lengte van HDMI-kabels is doorgaans beperkt tot 3 meter. De AVR bezit echter een ‘repeater’ (een tussenversterker) waardoor drie meter extra kabel tussen de bron en het beeldscherm moge­lijk is.
Wanneer uw beeldscherm of de bron niet geschikt is voor HDMI, dan dient u of een coax of een optisch digitale audiokabel te gebruiken, plus één van de analoge videoverbindingen (composiet, S-video of component video) als beschreven in de volgende paragrafen.
• Het is niet mogelijk een analoog composiet of S-videosignaal naar een recorder of naar het AVR meerkamersysteem te zenden wanneer daarvoor een HDMI-ingang wordt gebruikt. Wanneer de bron met HDMI aansluiting tevens over analoge audio- en video-uitgangen beschikt, verbind deze dan met de Video 2 of
Video 3
TY
en Audio
MZ
ingangen op
de AVR.
• Soms laten HDMI-bronnen niet meer dan één video-uitgang tegelijk toe en dan kan een bron niet gelijktijdig in de hoofdkamer en in een andere kamer of zone worden gebruikt. Dat ligt niet aan de AVR maar is deel van de auteursrechtelijke bescherming die deel uit­maakt van de HDMI-standaard.
HDMI Uitgangen
Verbind de HDMI UitgangXmet een HDMI ingang van uw beeldscherm. Dankzij de video­processor in de AVR 247 worden alle videosigna­len omgezet naar een HDMI uitgang, zodat slechts één verbinding nodig is tussen de ACR en uw beeldscherm.
Installeren en Aansluiten
16 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Analoge en Digitale Ingangen
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op de CD-ingang
6
aan.
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste als variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat voor reden dan ook in niveau aangepast dient te worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van en cassettedeck, MD, CD-R of andere audio­recorder met de tape ingang
2
. Verbind de analoge ingangen RECORD/IN met de uitgangen Tape uitgang
3
op de AVR.
3. Verbind de digitale uitgang van een digitale bron zoals een CD of DVD speler of wisselaar, videospelletje, digitale satellietontvanger, HDTV ontvanger of digitale settop box, dan wel de uit­gang van een geschikte computer geluidskaart met de Optisch of Coax Digitale Ingangen
RN
. Wij raden u aan de coax digitale audio-uitgang van de DVD-speler te verbinden met Coax
Digital Audio Ingang
N
daar die ingang stan-
daard is toegewezen aan de DVD bron.
De Video 2/Kabel/Sat bronnen worden standaard met de Optisch Digitale Audiobron 1
R
ver­bonden. Wanneer uw kabeltelevisie settop-box of satellietontvanger is uitgerust met een optisch digitale audio-uitgang, raden we u aan dat u deze verbindt met deze ingang om te profiteren van hoogwaardige digitale audio (zoals PCM, Dolby Digital 2.0 of Dolby Digital 5.1 signalen uitgezonden via de kabel of satelliet).
Opmerking: wanneer u wilt dat de digitale bronfunctie ook beschikbaar is voor meerkamer gebruik, dient u de analoge audio-uitgang te ver­binden met een geschikte ingang op de AVR 247, daar het meerkamersysteem niet in staat is digita­le signalen naar een andere zone te brengen.
4. Verbind de Coax of Optische digitale uit-
gangen
A
op de achterzijde van de AVR met de overeenkomstige digitale ingangen van een CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit deze aan op de schroefklemmen AM en GND
0
.
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
(75 ohm) ingang1. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne binnens­huis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem. Als de antenne is aangesloten via een lintkabel van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm adapter gebruikt te worden.
7. Verbind bij uitgeschakelde AVR 247 de extra leverbare Harman Kardon naar
Digital Media Player (DMP)
8
.
Een geschikte Apple
®
iPod®kan in de worden geplaatst om als audiobron te worden gebruikt.
8. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum en surround luidsprekeruitgangen
DEFO
.
Voor een optimale signaaloverdracht naar de luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan worden beïnvloed door de afstand tussen uw luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en andere factoren. Uw leverancier of installateur kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel. Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken, vanwege vermogensverlies en de teruggang in prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keur­merk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur of een erkend elektriciën die op de hoogte is van de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de juiste polariteit letten. Merk op dat de positieve (+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifie­ke kleurcode draagt als aangegeven op pagina 9. De meeste luidsprekers maken echter gebruik van een rode aansluiting voor de plus (+). Verbind de zwarte negatieve (-) pool van de luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de versterker.
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabri­kanten zich houden aan de industriële standaard waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve draad en rode voor de positieve draad worden gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze configuratie afwijken. Om een goede fase en opti­male prestaties te verzekeren, het typeplaatje op uw luidspreker of de handleiding van de luidspre­kers controleren op de polariteit.Als u niet weet wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan uw leverancier om advies voordat u verder gaat met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/ importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten voor het aansluiten van de luidsprekerparen. Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luid­sprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround links en surround rechts, ook als de luidsprekers op verschillende afstanden van de AVR staan.
9. De verbindingen naar de subwoofer worden gewoonlijk aangesloten via een lijnniveau audio aansluiting van de subwooferuitgang
4
met een subwoofer met een ingebouwde versterker. Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt, gaat de uitgang naar een eindversterker, waarop dan één of meer subwoofers worden aangeslo­ten. Gebruikt u een actieve subwoofer zonder lijnniveau ingangen, lees dan de instructies die bij de luidspreker zijn gevoegd voor informatie over de aansluiting.
10. Verbind de 5.1 uitgangen van een meerka­naals audiobron zoals een externe digitale pro­cessor/decoder, DVD-Audio, SACD, Blu-ray of HD-DVD speler, met de 8-Kanaals Directe
Ingang
9
.
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aan­gesloten als audiocomponenten. Het gebruik van signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk voor het behoud van de signaalkwaliteit.
Wanneer u al een bron heeft aangesloten op een van de HDMI-ingangen als uitgelegd in de para­graaf Audio Apparatuur, dan is dat meteen ook een videoverbinding, daar het HDMI-signaal zowel digitale audio- als videosignalen omvat.
Is uw beeldscherm of bron niet geschikt voor HDMI, dan dient u één van de analoge videover­bindingen (composiet, S-video of component video) te gebruiken als hieronder beschreven.
Wanneer de bron niet geschikt is om het digitale audiosignaal via de HDMI-verbinding over te dragen, gebruik dan één van de coax of optisch digitale audio-ingangen voor deze bron.
Wanneer een meerkanalen analoge audioverbin­ding nodig is voor bepaalde verliesloze formaten (b.v. DVD-Audio, SACD, HD-DVD of Blu-Ray Disc) kunt u beide verbindingen maken. Om naar een meerkanalen disc te luisteren, kiest u de HDMI­ingang, vervolgens kiest u de 6/8 kanalen analoge audio-ingang en de AVR houdt de laatstgekozen videobron.
Installeren en Aansluiten
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 17
Installeren en Aansluiten
8. Indien de component video-ingangen gebruikt worden, sluit dan de Component video-
uitgangen
K
aan op de component video­ingangen van uw TV, projector of weergave­apparaat.
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind de audio, video en digitale audio uitgangen van dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
. Een op Video 4 ingangÔaange­sloten apparaat wordt gekozen als Video 4 ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3' ingang. Zie pagina 22 voor nadere informatie over de configuratie van de ingangen.
BELANGRIJK VOOR MICROSOFT
®
XBOX
®
360 GEBRUIKERS:
Het Microsoft Xbox 360 spelletjes systeem kan via de component video uitgangen high-resolu­tion 1080i en 1080p videosignalen afgeven. Daar de AVR 247 deze analoge component videosignalen niet kan omzetten in het HDMI formaat en ze naar beneden omzet in 720p voor de Component Video Uitgangen om naar het Xbox 360 videosignaal te kijken, verbind dan ofwel de component video uitgangen van de Xbox met het beeldscherm, of wijzig de instellin­gen van de Xbox zodat deze 720p afgeeft wat de AVR wel kan omzetten in het HDMI formaat.
10. Wanneer de AVR 247 wordt verbonden met een standaard analoog beeldscherm met alleen standaard composiet en S-video ingangen, kun­nen geen component video-ingangen worden gebruikt. In dat geval verbindt u de Video en
S-video Monitor Uitgang
B
met de overeen­komstige composiet en S-video ingangen van het beeldscherm, afhankelijk welk type video wordt gebruikt door de bronnen. Wanneer beide typen video worden gebruikt door verschillende bronnen dan dienen beide Video Monitor
Uitgangen
B
afzonderlijk met het beeldscherm
te worden verbonden.
Opmerkingen over video-aansluitingen:
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen, en verbonden met de aansluitingen van overeen­komstige kleur.
Maar dat werkt alleen zolang de drie RGB video­signalen door de bron worden afgegeven, alleen met een sync signaal in het ‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal van de bron.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen en/of S-video aansluitingen, zowel voor de audio- als de videosignalen: elk normaal video­apparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor alleen afspelen 3 cinch verbindingen; video­recorders voor afspelen en opnemen zelfs 6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten (S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en 1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of 4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit) verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet voor alle audio- en video in- en -uitgangen die nodig zijn als eerder beschreven, maar via een zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrij­wel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding. In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adap­ters of kabels nodig:
• Voor weergave van satellietontvangers, camcorders, DVD- of LD-spelers, een adapter van scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1 (normale videoapparaten), of van scart naar 2 cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4 (S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding 2 (normale video), of van scart naar 4 audio +2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video VCR). Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten op de uitgangen van de AVR) en welke voor het weergavesignaal van de videorecorder (aansluiten op de Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel niet uw leverancier te raad­plegen indien u twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoappara­ten, dan is voor de TV-monitor een adapter van 3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een extra adapter van 2 cinch +1 S-video plug naar scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
B
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan- gen met de Video 2 In ingangen
MT
op de achterzijde. De audio en video Record/In ingan- gen van de VCR worden verbonden met de
Video 1 uitgangen
P7
van de AVR.
2. Hoewel op deze ingang elke videobron kan worden aangesloten, raden we u aan de TV op de Audio 1 Audio/Video Ingang
SQ
aan te sluiten zodat u kunt werken met de voorgepro­grammeerde TV afstandsbedieningscodes voor de Video 1 positie. Om dezelfde reden raden u aan de videorecorder, kabel-TV converter of satellietontvanger op de Video 2 Audio/Video
Ingang
MT
aan te sluiten.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgan­gen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
5C
.
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of HDTV-converter aan op de juiste Optische of Coaxiale digitale ingangen
RN
.
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
N
hoort. Alle andere gaan standaard naar de analoge ingangen hoewel in principe elke digitale bron op elke digitale audio­ingang van de receiver kan worden toegewezen.
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale kabelbox of een ander set-top tuner met digitale audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale als de analoge uitgangen daarvan op de AVR aan te sluiten. De ingebouwde audio omschakelfunc­tie van de AVR zorgt er dan voor dat er een ononderbroken audiosignaal is, doordat bij onderbreking van het digitale signaal of het niet beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal, automatisch wordt omgeschakeld naar de analoge aansluitingen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
B
op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video ingang van de televisie of videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide component video aansluitingen hebben, sluit de component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
L
. Merk op dat zelfs wanneer de component video-aansluitingen gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
5
of op de Coaxiale
of Optische digitale ingangen
NR
.
7. Indien u een ander component video-apparaat ter beschikking hebt, sluit het dan aan op de
Video 2 of Video 3 component video­ingangen
Jc
De audio-aansluitingen voor
dit apparaat dienen te worden gemaakt op de
Video 2 ingangen
X
of op de Coaxiale of
Optische digitale ingangen
NR
.
18 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Belangrijk bij gebruik van scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten zijn via een scartkabel worden naast de audio/videosignalen ook stuursignalen naar de TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoor­beeld de automatische bronkeuze, zodat de TV automatisch naar de juiste bron schakelt zodra de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers wordt de TV ook automatisch op 16:9 gescha­keld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het 16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld, afhankelijk van de instelling van de DVD-speler. Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze signalen verloren en dient de TV met de hand op de juiste positie gezet te worden.
Opmerking over het RGB-signaal met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVD­spelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal gebruiken, dan moet de SCART-uitgang recht­streeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen (zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met SCART) die niet additioneel door de AVR gescha­keld en geleverd kunnen worden.
RGB signalen kunnen alleen door de AVR geleid worden wanneer geen afzonderlijk synchroni­satie signaal nodig is (zie laatste opmerking bij Video Aansluiting op pagina 17).
Afbeelding 1:
scart/cinch adapter voor
weergave;
richting: scart
cinch
Afbeelding 2:
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart cinch
Afbeelding 3:
cinch/scart adapter voor
weergave:
richting: cinch →scart
Afbeelding 4:
scart/S-video adapter
voor weergave:
richting: scart
cinch
Afbeelding 5:
scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
richting: scart cinch
Afbeelding 6:
scart/S-video adapter
voor weergave:
richting: cinch
scart
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart
Geel
Rood
Zwart Rood
S-video in
Rood
Zwart
S-video uit
Zwart
Rood
Blauw
1
Geel
S-video in
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
Belangrijke opmerking over adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en video ingangspluggen dan altijd aan op de audio en video uitgangen van de AVR en om­gekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de sig­naalrichting zoals die is aangegeven in boven­staande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
Alleen de S-video in/uit van S-video apparatuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT zowel de normale als de S-video aansluitingen, uitgezonderd de TV, zie punt 2. Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt worden.
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 19
Systeem en eindversterker verbindingen
De AVR 247 is ontwikkeld voor flexibele toepas­sing in meerkamersystemen, externe besturingen en eindversterkers.
Uitbreiding afstandsbediening centrale kamer
Wanneer de ontvanger in een gesloten kast staat of achter donker glas, dan kan dat er toe leiden dat de sensor van de afstandsbediening geen bevelen ontvangt. In dat geval kan de afstands­bedieningsensor van een ander Harman Kardon, of geschikt apparaat, die wel ontvangst heeft, worden gebruikt. Hiervoor kan ook een extra sensor gebruikt worden. Verbind de IR-uitgang voor afstandsbediening van dat apparaat, of de uitgang van de afstandsbedieningsensor aan op de ingang IR afstandsbediening
V
.
Wanneer ook andere componenten geen bevelen van de afstandsbediening ontvangen, is maar één sensor nodig. Gebruik eenvoudig de sensor van dit apparaat, of een extra sensor door een verbinding te maken van uitgang IR afstands-
bediening
U
naar de aansluiting afstandsbe­diening ingang op de Harman Kardon of andere geschikte apparatuur.
Meerkamer IR-link
Essentieel voor gebruik in een andere kamer is de andere kamer te verbinden met die waar de AVR staat middels een kabel voor een infrarood ontvanger en de luidsprekers. De IR ontvanger in de andere kamer – dat kan een extra IR ontvan­ger zijn – wordt met de AVR verbonden via een standaard coaxkabel. Sluit de IR-uitgang van het apparaat of een extra sensor aan op de
multi IR-ingang
b
op de achterzijde van de
AVR.
Wanneer nog andere Harman Kardon compa­tibele bronnen deel uitmaken van de installatie in de centrale kamer, verbind dan uitgang IR af-
standsbediening
U
op de achterzijde met de IR ingang van de CD-speler of DVD-speler (niet het cassettedeck). Zo kunnen vanuit de kamer op afstand ook de functies van de bronnen worden bediend, naast de bron en het volume in de kamer zelf.
Opmerking: alle op afstand bediende compo­nenten moeten onderling zijn doorverbonden. Verbind de IR uitgang van het ene apparaat met de IR ingang van het volgende, om de signalen door te lussen.
Meerkamer audio aansluitingen
Door gebruik te maken van de zeven versterkers die in de AVR zijn ingebouwd, kunnen daarvan twee versterkers worden gebruikt om een paar luidsprekers in een andere kamer te sturen. Bij gebruik van deze optie kan niet tegelijkertijd ook de 7.1 optie van de AVR worden gebruikt voor de hoofdkamer, maar wel een extra kamer zonder daarvoor een afzonderlijke versterker te installe­ren. Om de ingebouwde versterkers te gebruiken voor een andere zone sluit u deze luidsprekers aan op de Surround Achter/Meerkamer
Luidsprekeruitgangen
O
. Voordat u de ande­re kamer gebruikt dient u de configuratie van de versterkers voor de surround achter kanalen in het Multiroom menu te wijzigen, als beschreven op pagina 45.
Opmerking: u kunt een extra IR ontvanger (Harman Kardon HE 1000) op de AVR aansluiten via een daartoe geschikte kabel. Verbind deze kabel met de Meerkamer IR ingang
b
op de AVR en gebruik de afstandsbediening om het volume daar te regelen. Ook kunt u een extra volumeregelaar aansluiten tussen de uitgang van de versterker en de luidsprekers.
Opmerking: het meerkamersysteem van de AVR 247 kan alleen analoge audiobronnen naar de andere zone transporteren. Het is daarom belangrijk bij het aansluiten van uw digitale audio-apparatuur (b.v. CD- of DVD-speler) als beschreven op pagina 16 zowel de digitale als de analoge audioverbindingen te gebruiken om de signalen ook voor het meerkamersysteem beschikbaar te maken.
Lichtnet Aansluiting
Deze receiver is voorzien van één lichtnetuitgang voor andere apparatuur en toebehoren, maar is niet bedoeld voor apparatuur die veel stroom trekt, zoals eindversterkers. De maximale belast­baarheid van de Geschakelde Uitgang
G
bedraagt 50 watt.
De geschakelde lichtnetuitgang
G
voert alleen spanning wanneer het apparaat geheel is ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor appara­ten die geen netschakelaar hebben, of een mechanische netschakelaar die continu inge­schakeld kan blijven.
Opmerking: veel audio- en videoproducten gaan over op standby wanneer deze met gescha­kelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en kunnen via zo’n uitgang niet worden geacti­veerd, zonder gebruik van de afstandsbediening van dat product.
De AVR 247 trekt aanzienlijk meer stroom uit het stopcontact dan andere huishoudelijke appara­tuur met losse netsnoeren zoals computers. Daarom is het belangrijk dat alleen het bijgeleverde netsnoer wordt gebruikt en dat bij vervanging een identiek exemplaar wordt gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u bijna klaar om van de AVR 247 te gaan genieten!
Installeren en Aansluiten
20 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem altijd hetzelfde merk en type voor de front luid­sprekers links,midden en rechts. Zo ontstaat een consistent front geluidsbeeld en wordt voorkomen dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen. Harman Kardon adviseert luidsprekers van JBL of Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home theater systeem met meerdere kanalen heeft een aanzienlijke invloed op de bereikte geluids­kwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en uw televisietoestel, dient u uw centrum luidspre­ker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te worden, dan wel in het midden achter een akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, wor­den de front luidsprekers links en rechts opgesteld en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan de afstand tussen de centrum luidspreker en de gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front luidsprekers zo te worden opgesteld dat de twee­ters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de tweeter in de centrum luidspreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luidspre­kers magnetisch afgeschermd zijn om vervorming van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround sets, meestal is alleen de centrum luidspreker wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resultaat worden verbeterd door de front luidsprekers links en rechts ten opzichte van de centrum luidspreker iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte staan wanneer u zich op uw luisterpositie bevindt.
Aan de hand van deze uitgangspunten kunt u experimenteren met de opstelling van de front luidsprekers in uw systeem.Aarzel niet de onderde­len te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luid­sprekers tot de audio-overgangen van de front luidsprekers gebalanceerd klinken.Surround luid­sprekers dienen tegen de zijwanden van de kamer te worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter de luisterpositie. Het hart van de luidspreker wordt op de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen, kunnen de luidsprekers tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie.De luid­sprekers bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luisterpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1 kanaals functie kunnen de surround luidsprekers het beste tegen de zijwanden van de kamer worden opge­steld, of iets achter de luisterpositie. In een 6.1 kanalen systeem is een surround achter luidspreker noodzakelijk, liefst opgesteld tegen de achterwand van de luisterruimte en gericht naar de front center luidspreker. Het centrum van de luidsprekers is naar de luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
De opstelling van de achter luidsprekers is afhan­kelijk van de eisen die uw specifieke systeem stelt. Gebruikt u alleen de in de AVR 247 ingebouwde versterkers,dan dienen de achter surround luid­sprekers tegen de achterwand gemonteerd te wor­den, als aangegeven in de tekening linksonder.
Opstelling tegen de achterwand is ook mogelijk kan ook in plaats van opstelling tegen de zij­wand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin het niet praktisch is de hoofd surround luidsprekers aan de zijkant in de kamer op te stellen.
In een 7.1 systeem zijn zowel surround luidspre­kers aan de zijkant als aan de achterzijde nodig. Het centrum van de luidsprekers is naar de luis­teraar gekeerd. Zie hiernaast.
Surround Achter luidsprekers zijn nodig bij een vol­ledig 7.1 systeem en kunnen tevens gebruikt wor­den in een 5.1 kanaals systeem als een alternatief wanneer het niet goed mogelijk is de hoofd sur­round luidsprekers aan de zijkant van de kamer op te stellen. Deze luidsprekers kunnen tegen de ach­terwand worden geplaatst, achter de luisterpositie. Net als bij de zijluidsprekers dient het hart van de luidspreker op de luisteraar gericht te zijn. De luid­sprekers niet meer dan twee meter achter de luis­terpositie opstellen.
De AVR 247 kan geconfigureerd worden voor 5.1 of 7.1 kanalen weergave, maar niet voor 6.1 kanalen. Bij weergave van 6.1 materiaal of een
6.1 kanalen functie wordt het signaal voor het surround achter kanaal weergegeven via de
Surround Achter Links en Rechts Luid­sprekeruitgangen
O
. Door slechts één luidspre­ker op deze uitgangen aan te sluiten, mist u niet alleen de 7.1 surround functies zoals Logic 7, maar het conflicteert ook met de EzSet/EQ luid­sprekeropzet en kalibratie als beschreven op pagina 26. Het kan ook tot overbelasting leiden van de surround achter versterkers en voedingen.
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een TV-toestel of een projector achter het scherm.
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
5.1-Kanalen systeem
6.1-Kanalen systeem
7.1-Kanalen systeem
Installeren en Aansluiten
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht geluid en kunnen bijna overal in de ruimte wor­den opgesteld. De opstelling dient te worden gebaseerd op de afmetingen en vorm van het vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt. Een methode om de optimale locatie voor een subwoofer te vinden is deze eerst in het front van de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een muur, of in de buurt van een hoek. Een andere methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens in de kamer rond te lopen totdat u een plaats vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instructies van de fabrikant van de sub­woofer op, of experimenteer om de beste locatie voor een subwoofer in de luisterruimte te vinden.
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge­steld en aangesloten, dan dient het geheugen van de systeem geconfigureerd te worden.
Hoewel het noodzakelijk is dat u zelf de instellin­gen van ingang/uitgang en surround functies kiest, raden we u aan te profiteren van de func­ties van EzSet/EQ en zo automatisch de functies kiest en invoert voor alle andere audioparameters. Daarmee spaart u niet alleen tijd, het zorgt er ook voor dat uw kamer wordt gemeten en gecorri­geerd met een nauwkeurigheid die met een hand­instelling niet mogelijk is. Het wordt nu tijd de AVR 247 in te schakelen en deze fijninstellingen te gaan uitvoeren.
In gebruik name en in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instel­lingen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer
I
in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar
1
zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie
3
oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het venster op de afstandsbediening. Met die folie zal het bereik van de afstandsbediening aanzien­lijk kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
5. Schakel de AVR in door op Standby
2
te
drukken, of met de ingangskeuze
%
op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
3
, AVR keuze5, of op een
van de toetsen Ingangskeuze
4
te drukken.
De lichtnetindicatie
3
wordt nu blauw ten
teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
Ò
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de ingangskeuze
4
om het apparaat in te
schakelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
5
om de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het eenvoudigste via de in-beeld display van het TV toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige status van de AVR gemakkelijk worden afgele­zen, wat prettig is bij het kiezen van de luidspre­kers, de vertraging en andere instellingen. Om de in-beeld display te activeren dient een verbinding gemaakt te zijn tussen de video monitor uit-
gang
B
op de achterzijde naar de composiet­of S-video ingang van uw TV of projector. Om de in-beeld informatie van de AVR te kunnen zien, dient ook op de monitor/projector de juiste videobron gekozen te zijn. Denk er aan dat de in­beeld menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een component video display wordt gebruikt.
Om de in-beeld menu’s te kunnen zien, is een verbinding van of de HDMI Uitgang
X
naar de
Video Monitor Uitgang
B
op de achterzijde van de HDMI, component, composiet of S-video ingang van uw TV of projector nodig. Om de dis­plays van de AVR te kunnen zien, dient de juiste video-ingang op het beeldscherm te worden gekozen.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij projectoren, kan het continu weergeven van sta­tische beelden als deze menu’s, of beelden van videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke schade valt niet onder de garantie van de AVR en is vrij zeker ook niet onder de garantie van de TV of projector. De AVR heeft twee in­beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk) en ‘Full-OSD’ (volledig). Bij het configureren raden wij u aan Full-OSD functie te gebruiken. De volledige status en de opties verschijnen dan in beeld, wat het gemakkelijker maakt uit de beschikbare mogelijkheden te kiezen en instellin­gen te maken. De Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel. Denk er aan dat bij het Full­OSD (volledig inbeeld) de gekozen menu’s niet in de display
Ò
verschijnen. Wanneer de volledi­ge In-Beeld Display (OSD) wordt gebruikt ver­schijnt
OSD ON in de display
Ò
om aan te
geven dat een beeldscherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk in­beeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratie­toetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze wordt ook aangegeven in de display
Ò
.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
L
te drukken.Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu
MASTER
MENU (Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
gen gemaakt worden vanuit de individuele menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zul­len blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd kan verlengd worden tot 50 seconden door naar het
SYSTEM SETUPmenu te gaan en het
item
FULL OSD TIME OUT te wijzigen.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld via het ADVANCED SELECT menu. Zie pagina
SYSTEM SETUP. Met het semi OSD
systeem kunt u direct instellingen maken door op de toetsen op de voorzijde of op de afstandsbe­diening te drukken. Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een bron te wijzigen drukt u op
Digitale Keuze
ÛGen een van de keuze-
toetsen
‹/›
7
or
⁄/¤
D
op de voorzijde
of de afstandsbediening.
Systeemopzet
De AVR 247 heeft een uitgebreid modern geheugensysteem waarmee u verschillende configuraties kunt instellen voor de digitale ingangen, surround functies en voor elke ingang. Op deze wijze kunt u op flexibele wijze zelf bepalen hoe u naar elke bron wilt luisteren en dat in de AVR opslaan. Dat betekent bijvoorbeeld dat u verschillende surround functies en analoge of digitale ingangen kunt koppelen aan verschil­lende bronnen. Zijn deze instellingen eenmaal gemaakt, dan worden die weer geactiveerd zodra die ingang wordt gekozen.
Wij raden u aan de eerste maal dat u de AVR gebruikt het systeem te configureren met het EzSet/EQ proces waarmee de luidsprekers snel en zeker voor grootte en vertraging worden inge­steld en in balans gebracht en de AVR wordt ingesteld op uw systeem en uw kamer. Voordat u de EzSet/EQ procedure begint dienen een paar instellingen gemaakt te worden om een nauwkeurige resultaat te verzekeren.
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
De standaard fabrieksinstellingen voor de AVR 247 zijn alle geconfigureerd voor analoge audiosignalen, uitgezonderd de DVD-ingang, waar de Coax Digitale Ingang
N
standaard is en de
Video 2 ingang waar Optisch Digitale Audio Ingang
R
standaard is. Is het DSP processor sys­teem voor het eerst gebruikt voor een willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerinstelling auto­matisch in ‘Small’ (klein) en de subwoofer op ‘Sub (LFE)’ gezet. De standaardinstelling voor de sur­round functies is Logic 7 Music, hoewel Dolby Digital of DTS automatisch worden gekozen wan­neer een bron met een digitaal signaal in gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, zullen de instellingen voor de meeste ingangen waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze correct te configureren voor het gebruik met digi­tale of analoge ingangen en de surround functie die aan de ingang is gekoppeld. Denk eraan dat deze instellingen voor elke gebruikte ingang gemaakt dienen te worden, aangezien het geheu­gensysteem van de AVR de instellingen voor elke ingang afzonderlijk opslaat. Anderzijds zullen eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen te worden nadat de systeemcomponenten gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap alle ingangen te doorlopen. Wij raden aan de instellingen voor alle ingangen te noteren in de daarvoor bestemde bijlage ach­ter in deze handleiding, voor het geval door stroomuitval of een andere reden alle instellingen opnieuw moeten worden gemaakt.
Het OSD (in-beeld display) systeem bestaat uit zes hoofdmenu’s: Input Setup, Surround Setup, Speaker Setup, Multiroom Setup, Video Setup en System Setup (Opzet Ingangen, Surround, Luidsprekers, Meerkamer,Video en Systeem). De navigatieknoppen voor elk menu ziet u links in beeld. De eerste maal dat u op In-Beeld
L
drukt verschijnt het Ingang Setup Menu (afbeel­ding 1) doordat die knop bovenaan staat. U drukt dan op Set
F
om het Ingang Setup Menu te kiezen om de gewenste instellingen te maken.Wilt u een ander menu kiezen, gebruik dan
⁄/¤
D
om de knop voor het gewenste
menu te markeren en druk op Set
F
om deze
te kiezen.
Afbeelding 1
Wanneer u voor het eerst een menu kiest, wordt de eerste regel gemarkeerd (zie afbeelding 2)
Afbeelding 2
Wanneer u die instelling wilt wijzigen, drukt u op
Set
F
. Hoewel de instelling gemarkeerd blijft, verschijnt de waarde in blauwe karakters met een pijl naar rechts als teken dat u met
‹/›
E
door de beschikbare waarden kunt schakelen. Zie afbeelding 3. Zodra de gewenste waarde verschijnt drukt u op Set
F
om deze
te kiezen.
Afbeelding 3
Gebruik ⁄/¤D
om de andere instellingen in het menu te navigeren. Heeft u alle instellingen in het menu gemaakt, druk dan op
E
om naar de navigatieknoppen terug te keren en gebruik weer
⁄/¤
D
om een knop voor een
ander menu te kiezen.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is het kiezen van een ingang, om een analoge of digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v. CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang is gekozen, alle instellingen voor de Digitale Ingang daaraan gekoppeld zullen worden en in een geheugen worden opgeslagen. Dat betekent dat deze instellingen ook automatisch voor ande­re ingangen gebruikt zullen worden. Daarom die­nen onderstaande instellingen voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen nodig wan­neer u voor een bepaalde ingang een andere instelling wenst.
Maakt u gebruik van het volledige In-Beeld sys­teem (full-OSD) om de basisinstellingen te maken, druk dan eenmaal op In-Beeld
L
zodat het INGANG SETUP menu (opzet ingangen – Afbeelding 2) in beeld verschijnt. Druk eenmaal op Set
F
om de regel
Source (bron) te markeren. Druk weer op Set
F
en dan op ‹/›
E
tot de gewenste naam van de ingang in blauwe tekst verschijnt. Worden de standaard links/rechts analoge ingan­gen gebruikt, dan zijn geen verdere instellingen nodig.
Afbeelding 2
De AVR biedt de mogelijkheid alle ingangen (behalve tuner) een andere naam te geven in de display en bij in-beeld aanwijzingen. Handig wan­neer u over meer dan één videorecorder beschikt en u bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt associëren of een naam wilt gebruiken waar­aan u de gekozen bron gemakkelijk kunt herken­nen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u op
/
¤
NavigatieDop de afstandsbediening
zodat de regel
Title (titel) blauw wordt gemar-
keerd. Nu verschijn het menu als afgebeeld in afbeelding 4. Met Navigatie
DE
mar­keert u de gewenste letter (of ander karakter) en u drukt op Set
F
om deze aan de nieuwe titel toe te voegen die in de regel bovenin beeld verschijnt. Met Navigatie
DE
kunt u de cursor ook binnen de nieuwe titel verplaatsen. Voor een spatie verplaatst u de cursor één karakter naar rechts als hiervoor beschreven, of u markeert de indicatie
SPACE (spatie) in het beeld en u drukt op Set
F
.
Afbeelding 4
Systeemconfiguratie
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
U kunt een naam aanpassen door karakters toe te voegen of weg te halen. Een nieuw karakter toevoegen tussen twee bestaande karakters ver­plaatst u de cursor zo dat het karakter rechts van het invoegpunt in de balk bovenin beeld. Markeer dan de
INS indicatie (insert – invoe-
gen) en druk op Set
F
. Kies nu het karakter dat u op deze plaats wilt invoegen. Wis een karakter door de cursor in de balk bovenin beeld naar het te wissen karakter te verplaatsen. Markeer dan de indicatie
DEL (delete – wissen)
en druk op Set
F
.
Heeft u een nieuwe titel ingevoerd, markeer dan de indicatie
OKen druk op Set
F
om naar het Ingang Setup menu terug te keren. Hoewel de naam van de bron in het Ingang Setup menu het­zelfde blijft, verschijnt de nieuwe naam nu in de Semi-OSD display (gedeeltelijke in-beeld display) en het frontpaneel.
Opmerkingen:
• Voor titels zijn alleen hoofdletters beschikbaar.
• Normaal gesproken verschijnen zowel de bron als de digitale (of analoge) audio ingangskeuze in de bovenste regel van de semi-OSD en in de display op het frontpaneel. Wanneer The Bridge als bron is gekozen, verschijnt diens status als
CONNECTED (aangesloten) of UNPLUGGED (niet aangesloten) in plaats van
de audio ingangskeuze.Wanneer een ingang een andere naam heeft gekregen verschijnt de audio ingangskeuze (of de status van The Bridge) niet langer, tenzij u op Digitale Ingangskeuze
ÛGdrukt op de afstandsbediening dan wel
op het frontpaneel.
Afbeelding 5
De Video In instelling geeft de video-ingang aan die aan de bron is toegewezen. De standaard toewijzing voor alle bronnen is
COMPOSITE
(composiet) met onderstaande uitzonderingen:
Bron Standaard Video Ingang
DVD COMPONENT 1 VIDEO 1 COMPONENT 2 VIDEO 2 COMPONENT 3 HDMI 1 HDMI 1 HDMI 2 HDMI 2
Wij raden u aan de instellingen voor HDMI niet te wijzigen. Voor de andere bronnen wijzigt u de instelling op de
Video I n regel als gewenst
voor de Component 1, 2 of 3 Video Ingangen. Gebruikt u de composiet of S-video ingang voor
een bron, let er dan op dat deze op
COMPOSITE staat. Er is geen afzonderlijke
keuze voor S-video.
Opmerking: wanneer uw beeldscherm een HDMI-ingang heeft, hoeft u alleen de HDMI
Uitgang
X
van de AVR met het beeldscherm te verbinden. De AVR 247 zet analoge videosigna­len van composiet, S-video of component video om naar het HDMI-formaat en kan tevens het signaal opschalen naar 720p om aan te passen aan het gebruikte beeldscherm.
De enige uitzondering hierop is bij analoge 1080i/p bronnen die niet beschikbaar zijn op de HDMI-uitgang en naar beneden worden gecon­verteerd naar 720p voor de Component Video Uitgangen. Wanneer uw bron een Microsoft Xbox 360 of een oudere settop box is met een signaal van 1080i of hoger via de component video uit­gangen, stel de bron dan in op 720p video, of verbind die component video uitgangen met het beeldscherm.
Wanneer uw beeldscherm geen HDMI-ingang heeft maar wel component video ingangen, ook dan hoeft u alleen maar de Component Video
Uitgang
K
van de AVR met het beeldscherm te verbinden. De AVR zet composiet en S-video sig­nalen om naar het component video formaat. Wanneer de beste video-ingang van uw beeld­scherm een S-video ingang is, hoeft u de Composiet Video Monitor Uitgang niet met het beeldscherm te verbinden; elk composiet video­signaal wordt omgezet naar S-video en S-video signalen worden omgezet naar composiet in het geval uw beeldscherm geen S-video ingang bezit.
Standaard zijn de analoge audio-ingangen op de fabriek toegewezen aan alle bronnen, met de onderstaande uitzonderingen:
Bron Standaard Digitale Audio Ingang
DVD Coax 1 VIDEO 2 Optisch 1 HDMI 1 Coax 2 HDMI 2 Optisch 2
Gebruikt u een digitale audioverbinding voor een andere bron, dan dient deze instelling op de
Audio I n regel van het menu te worden ver-
anderd om de juiste digitale audio-ingang aan de bron toe te wijzen, ook wanneer u tevens een analoge audio-uitgang van de bron op de recei­ver hebt aangesloten.
Afbeelding 6
Om een analoge of digitale ingang te koppelen aan de gekozen ingang kunt u op elk moment op de Digitale Ingangskeuze
ÛGop de voor-
zijde of op de afstandsbediening drukken wan­neer volledige in-beeld niet actief is. Binnen vijf seconden wordt nu de ingang gekozen met in-
stellen
7
op de voorzijde, of met
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot de gewenste digitale of analoge ingang in de display
Ò
en in het onderste deel van de videodisplay die op de AVR is aangesloten. Druk tenslotte op instellen
F
om de nieuwe digitale instelling op te slaan.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabel­box of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de ontvangen zender. De Auto Polling (automatische doorschakeling) van de AVR 247 voorkomt dat het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door zowel het analoge als het digitale signaal met de AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard positie, maar het apparaat schakelt automatisch over naar de analoge ingang wanneer het digita­le audiosignaal wegvalt.
Figure 7
In die gevallen waar alleen een digitale bron wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automati­sche doorschakeling los te koppelen om te voor­komen dat de AVR een analoog signaal probeert te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om Auto Polling (automatisch doorschakelen) voor een ingang uit te schakelen, controleert u eerst of de
Auto Poll regel blauw gemarkeerd is en u
drukt op Set
F
in het menu. Vervolgens drukt
u op
‹/›
E
zodat OFF (uit) in blauwe tekst wordt gemarkeerd. Herhaal de procedure om zonodig later de automatische doorschake­ling weer te herstellen door
ON(aan) te kiezen.
De overige regels in het Ingang Setup menu zijn voor het instellen van de klankregeling. Wilt u op dit moment de instellingen niet veranderen, ga dan verder naar het volgende menu.
Afbeelding 8
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/laag klankregeling in de signaalweg wordt opgenomen. De standaard instelling is dat de klankregeling actief is, maar u kunt deze ook uit de signaalweg verwijderen voor een ‘vlakke’ weergave. Controleer dan eerst of
Tone In in
blauw gemarkeerd is en u drukt op Set
F
,
gevolgd door
‹/›
E
tot OUT (uit) in
blauw wordt gemarkeerd.
Wanneer u de klankregeling in de signaalweg laat, kunt u het hoog en laag corrigeren door met
⁄/¤
D
Bass- (laag) of Treble
(hoog) in blauw te markeren. Daarna drukt u op
Set
F
gevolgd door
‹/›
E
om de
gewenste instelling te maken.
De instelling van de videofunctie is alleen nodig bij een geheel analoge videosignaalweg (compo­siet, S-video of component video). Dit heeft geen effect op HDMI-bronnen en beeldschermen. Vanwege het ontwerp van sommige analoge beeldschermen en het karakter van de videostan­daard, kunnen er met de AVR problemen optre­den in de synchronisatie.Wanneer er sprake is van een geringe video instabiliteit bij het gebruik van de analoge video-uitgangen van de AVR, probeer dan het effect door de Video Functie op B te zetten. Blijft u problemen houden, verbind de video-uitgang van de bron dan direct met het beeldscherm of overweeg de overgang naar een beeldscherm dat geschikt is voor HDMI.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen van de surround functie die met die ingang gebruikt moet worden. Aangezien de surround­functies een kwestie zijn van persoonlijke smaak, bent u vrij in uw keuze – die bovendien later gewijzigd kan worden. Het Surround Functie Overzicht op pagina 35-36 kan u helpen de func­tie te kiezen die het beste past bij de gekozen ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7 voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital voor ingangen aangesloten op digitale bronnen. Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner kan het best de stereofunctie worden gekozen, wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt. Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er materiaal met surroundcodering zal wor­den afgespeeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of Logic 7 Music functie worden gekozen voor stereo programmamateriaal. De surround instellingen worden het gemakkelijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s in beeld. Gebruik
⁄/¤
D
om de Surround knop te
markeren en druk op Set
F
om het SUR-
ROUND SETUP menu op te roepen, als afge-
beeld in afbeelding 9. Wanneer de regel
Surround Mode (surround functie) is
gemarkeerd, drukt u op Set
F
om de surround
functiegroep te wijzigen. Gebruik
‹/›
E
om door de opties te schakelen en druk op Set
F
zodra de gewenste functiegroep verschijnt.
Ga naar de
Mode (functie) regel en volg dezelf-
de procedure om een specifieke functie te kiezen.
Afbeelding 9
Elke regel in dit menu kiest een surround functie­groep en binnen elk van deze categorieën kan uit specifieke opties worden gekozen. De keuze aan functies wisselt afhankelijk van de luidspreker­configuratie in uw systeem.
Wanneer de regel
Surr Back regel van het
SPEAKER SETUP menu (afb. 25) op NONE
(geen) staat, is de AVR geconfigureerd voor 5.1 kanaals bedrijf en alleen de functies bestemd voor een vijf luidspreker opstelling zullen ver­schijnen.
Wanneer de regel
Surr Back in het
SPEAKER SETUP menu (afbeelding 25) op SMALL (klein) of LARGE (groot) is ingesteld,
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1-kanalen gebruik en extra functies als Dolby Digital EX en 7 STEREO of Logic 7 7.1 verschijnt. Bovendien, de functies DTS ES (Discrete) en DTS+NEO:6 (DTS-ES Matrix) die in de AVR beschikbaar zijn, verschijnen alleen bij een digitale bron met het juiste digitale signaal.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de AVR 247 niet tenzij een digitale bron is gekozen en de juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 systeem krijgt, zij het met slechts één luidspreker achter in de kamer. De functie-indicaties geven dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud ook dat de AVR de informatie van de linker en rechter surround achter kanalen in 7.1 functies zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combi­neren en zal afgeven als één enkel surround ach­ter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR auto­matisch de juiste surround functie, ongeacht de standaard instelling voor die ingang. In dat geval zijn geen andere surround functies beschikbaar, uitgezonderd bij Dolby Digital opnamen en alle Pro Logic II functies met Dolby Digital 2-kanaals (2.0) opnamen.
Op de regel
Dolby Surround functie
kunt u kiezen uit Dolby Digital, Dolby Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II en IIx Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3 Stereo. De Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic IIx functies zijn alleen beschikbaar wanneer het systeem inge­steld is op 6.1/7.1 gebruik door de surround ach­ter luidsprekers op Small (klein) of Large (groot) te configureren als beschreven op pagina 29. Wanneer een disc speelt met een speciale code in de digitale audio datastroom, wordt automa­tisch de EX functie gekozen, maar deze kan ook gekozen worden via dit menu of via het frontpa­neel of de afstandsbediening als aangegeven op pagina 38. Een volledig overzicht van deze func­ties vindt u op pagina 35-36. Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld zijn, niet met de ingang. Daarom hoeven deze instel­lingen slechts eenmalig gemaakt te worden en niet met elke gebruikte ingang. In het volgende hoofdstuk worden deze behandeld.
Zodra de regel
Mode (functie) in blauw is
gemarkeerd, drukt u op Set
F
en u gebruikt
‹/›
E
om de gewenste Dolby surround functie te kiezen. Denk er aan dat de beschikbare functies worden bepaald door het type program­ma dat u afspeelt en het aantal luidsprekers in uw systeem configuratie.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro Logic IIx Music is gekozen als afspeelfunctie, ver­schijnen drie speciale instellingen in het menu om het klankbeeld aan uw kamerakoestiek en uw smaak aan te passen.
• Center Width (breedte): deze instelling corri-
geert de balans van de stemmen verdeeld over de links/rechts luidsprekers en de center luid­spreker. De lagere instellingen spreiden het geluid van het center kanaal meer over de links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling (max. “7”) geeft een smallere presentatie van het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround klankbeeld door het ondieper te maken, waar­door de geluiden dichter bij het front van de kamer lijken, of juist een diepere presentatie waarbij het centrum zich meer naar de achter­zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De instelling “0” is de neutrale standaardinstelling met het “R-3” bereik voor een dieper naar achter georiënteerd beeld en “F-3” voor een ondieper, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die vooral de perceptie van geluid van de zijwan­den van de kamer versterkt.
Systeemconfiguratie
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 25
Systeemconfiguratie
Afbeelding 10
Om deze instellingen te wijzigen drukt u op
⁄/¤
D
terwijl het Surround menu in beeld staat tot de parameter die u wilt wijzigen in blauw is gemarkeerd.Vervolgens drukt u op Set
F
en op ‹/›E
om de instelling naar
wens aan te passen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat deze instellingen slechts één keer gemaakt wor­den en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital die een speciale bewerking gebruikt om het dyna­misch bereik en de verstaanbaarheid van het film­geluid te behouden, terwijl het piekniveau begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse­ling pieken anderen storen, zonder dat de impact van de digitale bron al te zeer wordt aangetast. Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nachtfunctie vanuit het menu te wijzigen, drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op
te roepen. Druk dan op
¤
D
om de
Surround knop te markeren en druk op Set
F
om het te openen. Druk tweemaal op
¤
D
tot de regel Night (nacht) in blauw wordt
gemarkeerd (afbeelding 11).
Afbeelding 11
Om de Nacht functie te wijzigen, drukt u eerst op
Set
F
gevolgd door
‹/›
E
om te kiezen
uit de volgende instellingen:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast worden.
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium) te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby Digital surround functie is geactiveerd door op
Night
B
te drukken.Wanneer u op de toets
drukt verschijnt
D-RANGE in het onderste
derde deel van het beeld en in de display
Ò
.
Druk binnen drie seconden op de
⁄/¤
D
om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen
F
om de instelling te bevestigen.
De laatste optie in dit menu is het instellen van de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale bron­nen op hun oorspronkelijke sampling rate worden verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale bron wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de AVR 247 ook deze 48 kHz signalen laten upsam­pelen naar 96 kHz voor extra resolutie.
Afbeelding 12
Om voordeel te hebben van deze functie drukt u
/¤ n zodat de regel Upsampling in
blauw wordt gemarkeerd en druk op Set
F
,
gevolgd door
‹/›
E
zodat ON(aan) in omgekeerd video wordt gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic en Dolby 3 Stereo.
In het
DTS menu worden de keuzes die gemaakt
zijn met
‹/›
E
op de afstandsbediening bepaald door de combinatie van het soort DTS programma materiaal dat wordt afgespeeld en of het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luid­spreker configuratie.
Wanneer een DTS bron actief is wordt de functiekeuze voor 7.1 systemen bepaald door het type signaal (DTS Stereo, DTS 5.1, DTS-ES Matrix of DTS-ES Discrete). Druk op
‹/›
E
om door de voor het systeem en het lopende programma beschikbare keuzes te lopen.
Wanneer geen bron actief is, of tijdens het afspelen van een analoge bron, zijn alleen de DTS Neo:6 surround functies beschikbaar. Deze omvatten DTS Neo:6 3-kanalen Cinema (aanbe­volen wanneer front links, rechts en center luidsprekers aanwezig zijn maar geen surround luidsprekers), DTS Neo:6 5-kanalen Cinema (aanbevolen voor film en televisie), DTS Neo:6 5­kanalen Music (optimaal voor mzuiek alleen materiaal) en DTS Neo:6 6-kanalen Cinema en Music (beschikbaar wanneer de Surround Achter luidsprekers zijn geconfigureerd als
LARGE of
SMALL als beschreven op pagina 26).
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen zodra een DTS data stream wordt ontvangen. Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete automatisch worden geactiveerd zodra een DTS bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter­wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe­treffende surround functie aangegeven oop de
display
Ò
en in beeld. In al die gevallen licht DTS-ES op.Wordt een niet-DTS disc afgespeeld en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat auto­matisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig 8 luidspreker surround weergave.Wanneer een DTS 96/24 signaal wordt gedetecteerd staat de AVR 247 standaard in de DTS surround functie en verwerkt de hogere resolutie signalen die aanwezig zijn automatisch vanwege de hogere sampling frequentie. Zie pagina 35 en 36 voor uitleg over de DTS functies.
In het
LOGIC 7 menu wordt de keus met ‹/
E
op de afstandsbediening bepaald door de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve Logic 7 processor een volledig omringend, meer­kanaals surround van een tweekanaals Stereo of Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS cassette, laserdisc of televisieprogramma met Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music, Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het beste met tweekanaals muziek, surround geco­deerde programma’s of standaard tweekanaals programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen, dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik­baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd. Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik­baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital geluid wordt gespeeld.
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
In het DSP (SURR) menu wordt met
‹/›
E
op de afstandsbediening een van de DSP surround functies gekozen die ontwikkeld zijn voor gebruik met tweekanaals stereo pro­gramma’s voor een reeks ruimtebeelden. De beschikbare keuzes zijn 5.1 of 6.1 functies van Hall 1, Hall 2 en Theater. De Hall en Theater func­ties zijn bedoeld voor meerkanaals systemen. Zie pagina 37-38 voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies. Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS materiaal wordt afgespeeld.
In het
STEREO
menu wordt gekozen met
‹/›
E
op de afstandsbediening voor traditio­nele stereoweergave zonder surround, of voor
5 C H Stereo of 7 CH Stereo decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1. In het laatste geval wordt het stereosignaal naar beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter luidsprekers en de beide surround achter luidsprekers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen over alle luidsprekers worden verspreid, ook de centrum. Zie pagina 35-36 voor een toelichting van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes zijn gemaakt in de Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Sound – geluid) of Stereo menu’s, drukt u op
E
om terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Configureren Surround Uit (Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een analoge Stereo-Direct functie waarbij de digitale signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een compleet analoge signaalweg ontstaat en de zui­verheid van het signaal blijft behouden, en een digitale functie waarbij het Bas Management voor optimale verdeling van het laag over kleine­re luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt gekozen door op de Stereo Functiekeuze
tot SURROUND OFF in de displayÒen de Surround Functie
(
met SURROUND
OFF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct doorsturen naar de front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale gedeelte over­geslagen.
In deze functie worden de front links en rechts luidsprekers automatisch als
LARGE (groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie) kunt u nog altijd de subwoofer configureren zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsig­naal naar de front links/rechts luidsprekers wordt gestuurd, dan wel deze configureren zodat de subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
6.
2. Druk op Instellen
F@om het configuratie
menu op te roepen.
3. Druk op
/
¤
D
op de afstandsbediening
of op
‹/›
7
op de voorzijde om de gewenste
optie te kiezen.
SUBNONE schakelt de
subwoofer uit, terwijl
SUB <L+R> deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op Instellen
F@om naar normaal bedrijf terug
te gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) func­tie wordt gebruikt, gaat altijd een breedband sig­naal naar de front links/rechts luidsprekers. In dat geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front luidsprekers geen breedband typen zijn maar ‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor stereo luisteren niet de Bypass functie te gebrui­ken, maar de
DSP SURROUND OFF functie.
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik te maken van het Bas Management systeem drukt u op Stereofunctietot SUR-
ROUND OFF in de display
Ò
verschijnt en
de DSP en
SURR OFF Surroundfunctie
(
beide oplichten. Licht alleen SURROFF
Surroundfunctie(op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de front links/rechts luidsprekers en de subwoofer geconfigureerd worden op de specificaties van de gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup) verderop.
Automatische Luidsprekeropzet met EzSet/EQ
De AVR 247 is één van de eerste receivers in zijn klasse met automatische luidsprekerinstelling en systeemconfiguratie. Dit proces met behulp van een reeks testsignalen en de mogelijkheden van moderne digitale bewerkingen, maakt het instal­leren van uw nieuwe receiver een stuk eenvoudi­ger en maakt het zelf instellen van luidspreker­grootte, het wisselfilter, de vertraging en de uit­gangsniveaus overbodig. Verder worden afwijkin­gen in de frequentiekarakteristiek als gevolg van de eigenschappen van de luisterruimte opgehe­ven door de ingebouwde meerbands parametri­sche equalizer. EzSet/EQ attendeert zelfs op fouten in de luidsprekerverbindingen.
Met EzSet/EQ wordt het systeem in een fractie van de normale tijd gekalibreerd en met een nauwkeurigheid die alleen met kostbare meetap­paratuur en tijdrovende procedures haalbaar is. Op die manier bereikt uw nieuwe receiver opti­male prestaties ongeacht de luidsprekers die u gebruikt en in elke kamer, hoe groot of klein ook.
Wij raden u aan voor het kalibreren van uw sys­teem EzSet/EQ te gebruiken en wanneer u enige instelling zelf wilt maken, dan wel de door EzSet/EQ gemaakte instelling wilt corrigeren, de aanwijzingen te volgen op pagina 31 tot 34.
Afbeelding 13
Wilt u de AVR zelf instellen, of kunt u om een of andere reden niet over de EzSet/EQ microfoon beschikken, volg ook dan de aanwijzingen op pagina 31 tot 34.
Stap 1: voor EzSet/EQ is een zo gering mogelijk stoorniveau in de kamer noodzakelijk om te voorkomen dat de metingen van de signalen van de AVR tijdens het instellen worden beïnvloed. Schakel alle huishoudelijke en andere apparatuur uit en vermijd elk geluid tijdens het instellen.
Systeemconfiguratie
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 27
Systeemconfiguratie
Stap 2: de EzSet/EQ microfoon wordt op oor-
hoogte geplaatst op de gebruikelijke luisterposi­tie, dan wel in het centrum van de kamer als het om een groot luistergebied gaat. Het kan prak­tisch zijn een fotostatief te gebruiken voor stabie­le opstelling van de EzSet/EQ op de juiste hoog­te. De microfoon heeft daarvoor een schroefope­ning in de bodem.
Stap 3: verbind de EzSet/EQ met de Hoofdtelefoon Uitgang
4
van de AVR 247 via de bijgeleverde 1/4" jackplug adapter. De microfoonkabel is ca. 7 meter lang wat in de meeste gevallen lang genoeg is. Zonodig kan de kabel verlengd worden met een in de handel ver­krijgbaar verlengsnoer. Toch raden we het gebruik van een verlengsnoer niet aan, daar het resultaat er negatief door kan worden beïnvloed.
Stap 4: nadat de microfoon correct is gepositio­neerd en aangesloten, gaat u verder met de EzSet/EQ menu’s door eerst op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk vervol­gens op
⁄/¤
D
om de Speaker (luid-
spreker) knop wit te markeren en druk op Set
F
om de SPEAKER SETUP (luidspreker
configuratie) te openen. Druk op
¤
D
om de
regel
Auto Configuration te kiezen
en druk op Set
F
om naar het volgende menu
te gaan (Afbeelding 14).
Afbeelding 14
Stap 5: het eerste menu van het EzSet/EQ sys­teem vraagt u de microfoon aan te sluiten. Heeft u dat nog niet gedaan, verbind dan de microfoon met de Hoofdtelefoon Uitgang
4
als aange­geven in stap 2 en 3. Zodra dat gebeurd is ver­plaatst u de cursor naar
Continue en u
drukt op Set
F
. Wilt u niet verder gaan met
het instellen van EzSet/EQ, drukt dan op
‹/›
E
om Cancel te markeren en druk op
Set
F
om naar SPEAKER SETUP terug te
keren.
Afbeelding 15
Stap 6: nadat u “Continue’ (verder gaan) heeft gekozen, verschijnt het menu als afgebeeld in afbeelding 15. Hoewel de AVR kan worden gebruikt met maximaal acht luidsprekers heeft u wellicht nog geen achter surround luidsprekers geïnstalleerd, of u heeft besloten de achter sur­round kanalen te gebruiken om luidsprekers in een andere kamer of een meerkamersysteem te sturen. Dit menu is voor het programmeren EzSet/EQ voor een 5.1 of een 7.1 kanalen confi­guratie. Kies de instelling die overeenkomt met het aantal luidsprekers in uw systeem en EzSet/EQ doet automatisch de rest!
Opmerking: wanneer uw systeem minder dan zes luidsprekers omvat, is het niet mogelijk de luidsprekers met EzSet/EQ te configureren en dient u Manual Configuration (zelf configureren) te kiezen als beschreven vanaf pagina 29. Heeft u voor een 6.1 configuratie gekozen met één enkele achter surround luidspreker, dan kunt u een combinatie gebruiken van EzSet/EQ automa­tische configuratie voor 5.1 luidsprekers. U sluit de enkele achter surround luidspreker aan op de Linker Surround Achter luidsprekeruitgang en u configureert deze zelf, als beschreven vanaf pagina 29. Wij raden de 6.1 configuratie echter niet aan.
Vergeet u de microfoon voor EzSet/EQ aan te sluiten, dan verschijnt een waarschuwing in beeld als afgebeeld in afbeelding 16.
Afbeelding 16
Opmerking: zoals is aangegeven in de afbeel­dingen 14-22 wordt tijdens het EzSet/EQ proces een
Cancel (afbreken) functie gemarkeerd.
U kunt EzSet/EQ op elk gewenst moment stop­pen door simpelweg op Set
F
te drukken.
BELANGRIJK: iedereen die gevoelig is voor luide signalen dient de kamer nu te verlaten of oorbescherming te gebruiken om het geluidsni­veau te verminderen. Goedkope, overal verkrijg­bare schuimrubber oordopjes zijn uitstekend bruikbaar voor dit doel. Vindt u dat niet prettig en gebruikt u geen oorbescherming, dan advise­ren we u dringend de kamer te verlaten en iemand anders te vragen het EzSet/EQ proces uit te voeren, dan wel het proces met de hand uit te voeren als beschreven op pagina 31 tot 34.
Afbeelding 17
Stap 7: Is EzSet/EQ gestart dan hoort u test­signalen circuleren over alle luidsprekers om het totaal volume in te stellen, te controleren waar de luidsprekers staan, de afstanden te meten en de vertragingen te berekenen, de luidspreker grootte te bepalen en de wisselfilters in te stel­len. Tijdens het meten en kalibreren kunt u de voortgang volgen in de tweede regel van het menu. Bij de start van EzSet/EQ staan daar een reeks punten, maar zodra de test loopt, kunnen daar de volgende aanwijzingen verschijnen:
EzSet/EQ gebruikt de linker front luidspreker als referentie voor het master volume en gaat dan verder met het meten van de luidspreker niveaus.
Speaker Level: bij deze test stelt EzSet/EQ zo in dat ze op de luisterpositie alle even luid klinken. Tijdens surround sound weergave is het gebrui­kelijk dat de surround kanalen minder prominent zijn, of soms zelfs niet worden gebruikt. Door de basisniveaus correct in te stellen is de AVR een neutrale basis waarop de filmregisseur speciale effecten kan creëren.
Een menu lijkend op dat van afbeelding 18 ver­schijnt, waarbij de luidsprekerpositie wisselt ter­wijl EzSet/EQ de niveaus van alle luidsprekers meet. Zo nu en dan kan EzSet/EQ een testsignaal naar de front links luidspreker sturen ter vergelij­king van het niveau van de luidspreker die wordt gemeten met het referentieniveau dat voor front links is ingesteld.
28 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Afbeelding 18
Hoort u op een bepaald moment het testsignaal niet komen uit de luidspreker die in beeld wordt aangegeven, druk dan op Set
F
om EzSet/EQ
te stoppen. Schakel de AVR uit met de
Hoofdschakelaar
1
en controleer de luidspre­kerverbindingen. Controleer of alle kabels zijn verbonden met de juiste luidsprekers en de
Luidspreker Uitgangen
DEFO
op de AVR en dat ook de juiste polariteit (+ aan + en – aan –) is aangehouden.
Opmerking: deze test stelt vast of op een kanaal een luidspreker is aangesloten, maar niet of een luidspreker op de juiste positie staat. Voorbeeld: het stelt vast dat er een luid­spreker is aangesloten op de Surround Rechts uitgang, maar niet of deze links of rechts in de kamer staat. Daarom raden we u aan goed te luisteren naar het testsignaal dat rond gaat en te controleren of de aanduiding klopt met de positie in de kamer. Hoort u een signaal van een luidspreker die niet klopt met de aandui­ding in beeld, stop dan EzSet/EQ, verlaat het menu, schakel de receiver uit en controleer de luidsprekerverbindingen voordat u verder gaat met de instellingen.
Wanneer EzSet/EQ vaststelt dat er slechts één luidspreker van een paar aanwezig is (b.v. sur­round achter links, maar geen surround achter rechts, of geen front luidsprekers) wordt een fout vastgesteld en stopt het systeem. Er verschijnt een scherm als dat van afbeelding 19. In dat geval controleert u of de luidsprekers op de juiste posities staan en of alle luidsprekers wel op de juiste uitgangen zijn aangesloten.
Afbeelding 19
Speaker Distance (luidsprekerafstand): in deze test circuleren de signalen weer terwijl de naam van elk kanaal wordt aangegeven om de afstand tussen microfoon en luidspreker wordt gemeten. Het resultaat van deze tests wordt gebruikt om de vertragingen in te stellen voor elke actieve luidsprekerpositie. Distance ver­schijnt een menu als dat in afbeelding 20. De luidsprekerpositie wisselt terwijl EzSet/EQ de afstand tot elke luidspreker meet.
Afbeelding 20
Speaker Grootte: de metingen en berekenin­gen voor deze test worden gedaan tegelijker­tijd met het circuleren voor de uitgangsniveaus en worden gebruikt om te bepalen of de luid­sprekers groot of klein zijn op het punt laag­weergave. Desgewenst kunnen deze gegevens van de automatische test als basis worden gebruikt waarop u zelf correcties aanbrengt in de luidsprekergrootte en onafhankelijk van de bron, als aangegeven op pagina 29.
Tijdens het testen van de Speaker Size (grootte) verschijnt een menu als dat in afbeelding 21, terwijl de luidsprekerpositie wisselt als elke luidspreker wordt gemeten.
Afbeelding 21
Tijdens het meten van het frequentiebereik van de luidsprekers meet de AVR ook de instelling van de wisselfrequentie van elke luidspreker in het systeem om te zorgen voor een naadloze overgang van de frequenties naar de hoofd luid­sprekers en de subwoofer (indien aanwezig). Desgewenst kunnen deze gegevens van de auto­matische test als basis worden gebruikt waarop u zelf correcties aanbrengt in wisselfrequentie onafhankelijk van de bron als aangegeven op pagina 29.
Opmerking: de wisselfrequentie als bepaald door EzSet/EQ is niet hetzelfde als de specificatie van de wisselfrequentie in de handleiding van de luidspreker. EzSet/EQ bepaalt het punt waarop het audiosignaal van de hoofd luidspreker moet worden overgedragen aan de subwoofer. Voor een afzonderlijke luidspreker bepaalt de fabrikant het punten of de punten waarop het audiosig­naal van de ene naar de andere eenheid binnen de luidspreker gaat.
Kamer Equalization: Elke kamer heeft unieke eigenschappen die de frequentiekarak­teristiek op de luisterpositie beïnvloeden. Zo kunnen togen en nissen het verloop van het laag benadrukken. En verschillende oppervlak­ken als harde vloeren en ramen, dan wel zacht tapijt en gordijnen hebben eveneens invloed op de reactie van de kamer. Tot voor kort waren er kostbare testapparaten en vele inten­sieve metingen plus aanpassingen van de aan­kleding van de kamer voor nodig om de karak­teristiek te corrigeren en bijverschijnselen te voorkomen. EzSet/EQ vereenvoudigt de correc­tie en biedt topprestaties zonder extra kosten. Terwijl het testsignaal circuleert kan EzSet/EQ een 'beeld' van de eigenschappen van de kamer maken en het signaal van de receiver aanpassen aan de eigenschappen van de luis­terkamer.
Terwijl EzSet/EQ deze instellingen maakt, ver­schijnt een scherm als dat in afbeelding 22. U hoort wellicht dat EzSet/EQ de signalen naar verschillende luidsprekers herhaalt bij het uit­voeren van de equalization.
Afbeelding 22
Stap 8: Wanneer alle metingen met succes zijn afgerond, verschijnt een scherm als dat in afbeel­ding 23. Door op Set
F
te drukken, verschijnt
het
SPEAKER SETUP menu als in afbeel-
ding 13. Kies
Manual Configuration
(zelf instellen) om de resultaten van EzSet/EQ te zien. De menu’s van Manual Speaker Setup wor­den uitgelegd in het volgende hoofdstuk.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
Systeemconfiguratie
Afbeelding 23
Neem de microfoon los en berg deze veilig op zodat deze weer gebruikt kan worden wanneer u het systeem opnieuw wilt kalibreren vanwege een wijziging in de luidsprekers, luisterpositie, belangrijke verandering in meubilering (zoals nieuwe vloerbedekking of extra meubels) waar­voor andere instellingen nodig zijn.
Wanneer het EzSet/EQ proces met succes is vol­tooid en al de nodige correcties van de ingangen en surround functies zijn geconfigureerd, is uw receiver gereed voor gebruik. Wanneer u geen eigen correcties wilt maken in de instellingen, kunt u de rest van dit gedeelte overslaan en terugkeren naar Basis Bediening op pagina 37 om te kijken hoe de AVR 247 wordt bediend. Wilt u wel wijzigingen aanbrengen in de instellingen ga dan verder met de aanwijzingen op de volgende pagina's.
Zelf Instellen
Harman Kardon raadt u aan de EzSet/EQ procedure te gebruiken om uw receiver te configureren als beschreven op pagina 28-30. Ook kunt u uw AVR zelf instellen wanneer uw systeem minder dan zes luidsprekers heeft, wanneer u EzSet/EQ heeft uitgevoerd maar wilt corrigeren, wanneer de EzSet/EQ microfoon niet beschikbaar is of wanneer u het gewoon liever zelf doet. Verder dient de A/V Sync Delay (vertraging) door uzelf ingesteld te worden (zie 'Instelling Vertraging' op pagina 32).
U begint het zelf instellen met het full-OSD menusysteem door op In-Beeld v te drukken zodat het hoofdmenu verschijnt. Druk op
/¤
n tot de Speaker knop wit gemarkeerd is en druk op Set p. De regel
Manual
Configuration is nu in blauw
gemarkeerd. Druk op Set p om het zelf instellen
SPEAKER SETUP menu te openen
(zie afbeelding 24).
Afbeelding 24
Het Manual Speaker Setup Menu heeft vier sub­menu’s: Speaker Size (luidspreker grootte), Speaker Crossover (wisselfilter), Delay Adjust (vertraging) en Channel Adjust (kanalen). Zodra een submenu is gemarkeerd, worden ook de instellingen aange­geven. Om de Manual Speaker Setup menu’s te navigeren, drukt u op Set
F
zodra het gewens­te submenu wordt gemarkeerd, waarop de eerste regel van het submenu wordt gemarkeerd. Druk op Set
F
om de instelling te wijzigen en met
/›o
door de opties te lopen en weer op
Set
F
te drukken om een optie te kiezen.
Gebruik
/¤ n om een andere instelling in
het submenu te kiezen. Wanneer u gereed bent met het maken van instellingen in een bepaald submenu, drukt u op ‹oom naar het sub­menu overzicht terug te gaan en kies met
/¤
n een ander submenu.
Wanneer u EzSet/EQ heeft gebruikt, verschijnen de daarmee gevonden waarden in deze menu’s. U kunt ze als uitgangspunt voor uw instellingen gebruiken – aanbevolen! – of deze waarden reset­ten in de Delay Adjust en Channel Adjust sub­menu’s.
Corrigeer de submenu’s in het
SPEAKER SETUP menu in de aangegeven volgorde, daar
bepaalde instellingen pas na de voorgaande kun­nen worden gedaan.
Luidspreker grootte
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre­kers met de AVR worden gebruikt en is. Dit is belangrijk omdat het bepaalt of uw systeem de 5-kanalen of 6-kanalen/7-kanalen functies, naast het bepalen welke luidsprekers de lage frequen­ties (bas) informatie moeten krijgen.
Wanneer u al eerder een complete automatische setup met EzSet/EQ dan zullen de daarin gevon­den waarden verschijnen. Geen verdere correctie is nodig tenzij u een specifiek item wilt verande­ren en aan uw eigen smaak wilt aanpassen of een niet-standaard systeem opzet.
Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE (groot) wanneer traditionele luidsprekers
worden aangesloten die geschikt zijn voor fre­quenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL (klein) voor kleinere, satellietachtige
luidsprekers die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepas­sing van kleine luidsprekers voor front links en rechts, een subwoofer onmisbaar is voor het weer­geven van de lage frequenties.
Het is het eenvoudigst de juiste instellingen voor de luidspreker opzet in te voeren via het
SPEAKER SETUP - Size menu (afbeel-
ding 25). Druk op In-Beeld
L
om het hoofd­menu op te roepen (afbeelding 1) en druk twee­maal op
¤ n zodat de Speaker knop wit
wordt gemarkeerd. Druk dan tweemaal op Set
F
om het SPEAKER SETUP menu op te
roepen.
Afbeelding 25
Op dit punt met de cursor op de blauw gemar­keerde
Size regel drukt u op Set
F
roept u
het onderstaande menu op (Afbeelding 26).
Afbeelding 26
1. Start het luidspreker grootte instelproces door te controleren dat de regel
Left/Right die
de instelling bepaalt voor de front links en rechts luidsprekers, blauw gemarkeerd is.Wilt u de con­figuratie van de front luidsprekers wijzigen, druk dan op Set
F
zodat de regel verandert in
blauwe tekst en vervolgens op
‹/›
E
zodat of LARGE (groot) of SMALL (klein) ver­schijnt, passend bij de juiste omschrijving van de bovenstaande definities.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub­wooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u geen lage frequenties via de front kanalen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor het item SUBWOOFER in dit menu (zie verderop), kan het laag voor front links en rechts ook naar een subwoofer worden gestuurd.
30 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE (groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals ste­reo, zodra een analoog signaal aanwezig is, wordt het direct naar de volumeregelaar geleid zonder bewerking of digitalisering. Gebruikt u breedband front luidsprekers en wilt u de digitale bewerking uit de signaalweg verwijderen, kies dan deze configuratie.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met sub­woofer en twee front satellieten, verbonden met de luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer verbonden te worden met de Front luidspreker-
uitgangen
D
en dient LARGE (groot) voor de
front luidsprekers gekozen te worden (en
NONE
voor de subwoofer, zie verderop).
2. Wanneer u de keuze voor de front kanalen heeft gemaakt, drukt u op Set
F
gevolg door ¤D
op de afstandsbediening om de cursor naar
Center te verplaatsen.
3. Druk op Set
F
zodat de regel blauwe tekst
laat zien, gevolgd door
‹/›
E
op de afstandsbediening om de optie te kiezen die het best uw center luidspreker omschrijft, gebaseerd op de luidspreker definities hieronder.
Wordt
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
tonen voor het centrum kanaal naar de front kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge­steld op
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker gestuurd worden, en bij analoge en digitale surroundfuncties wordt GEEN signaal van het centrum kanaal naar de subwooferuitgang gestuurd (behalve wanneer de Pro Logic II Music in gebruik is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie voor een specifieke ingang, waarvoor u de luid­sprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en duidt niet op een probleem met uw receiver.
NONE (geen) gekozen, wordt geen signaal naar
de centrum kanaal uitgang gestuurd. De receiver werkt dan in een ‘fantoom’ centrum functie. De informatie van het centrum kanaal wordt ver­deeld over de linker en rechter front luidsprekers en het laag van het centrum kanaal wordt naar de subwoofer gestuurd, mits
L/R+LFE is
gekozen in het item
Subwoofer in dit
menu; zie hieronder. Deze functie is nodig wan­neer geen centrum luidspreker wordt gebruikt. Denk er aan dat wanneer de Logic 7 Cinema of Enhanced functie is gekozen wel een centrum luidspreker noodzakelijk is; de Logic 7 Music functie werkt prima zonder centrum luidspreker.
4. Wanneer u de keuze voor het center kanaal heeft gemaakt, drukt u op Set
F
gevolgd door
¤
D
op de afstandsbediening om de cursor
naar
SURROUND te verplaatsen.
5. Druk op Set
F
zodat de regel blauwe tekst
laat zien, gevolgd door
/
E
op de afstandsbediening om de optie te kiezen die het best uw surround luidsprekers past, gebaseerd op de luidspreker definities op pagina 29.
Is
SMALL (klein) gekozen, dan zal bij alle digitale
surround functies het laag van de surround kanalen naar de front luidsprekers,indien geen subwoofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer wanneer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge surround functie hangt de laag sturing naar de achter luid­sprekers af van de gekozen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledi-
ge frequentiebereik naar de surround kanalen gestuurd (bij alle analoge en digitale surround­functies) en, met uitzondering van de Hall en Theater functies, wordt geen laag van de surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen links front en rechts front. Merk op dat voor opti­male weergave zonder surround luidsprekers gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo functie.
Gebruikt u surround achter luidsprekers in uw systeem druk dan op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor naar
Surr Back.Deze
keuze dient twee functies: niet alleen de instel­ling van de surround achter – indien aanwezig – kanalen wordt geconfigureerd, ook bepaalt het of de processing van de AVR voor 5.1 dan wel
7.1 geconfigureerd moet worden.
Wanneer MAIN (hoofd) op deze regel verschijnt, zijn de surround achter luidsprekers beschikbaar voor gebruik in de hoofd kamer. Verschijnt echter MULTI (meerkamer) dan zijn de surround achter luidsprekers geconfigureerd voor meerkamer gebruik en kunnen niet worden geconfigureerd in dit menu. Zie pagina 45 voor informatie over het configureren van de surround achter kanalen voor meerkamer gebruik.
Opmerking: om de luidsprekerinstellingen voor de surround achter luidsprekers te corrigeren, dient eerst een meerkanalen functie als Logic 7, Dolby Pro Logic, DTS Neo:6, 5-kanalen stereo, Hall 1 of 2 (5-kanalen) of Theater (5-kanalen) te worden gekozen, dan wel een meerkanalen Dolby Digital of DTS bron dient te spelen. Dan activeert het systeem de surround achter functie.
Druk op
‹/›
op de afstandsbediening om de optie te kiezen waarmee de gebruikte luidspre­kers voor surround achter links en rechts het best worden omschreven, gebaseerd op de definities op deze pagina:
Wanneer
NONE (geen) wordt gekozen stelt het
systeem zich zo in dat alleen 5.1 kanaals surround processor/decoder functies beschikbaar zijn en de surround achter kanalen worden niet gebruikt.
Wanneer
SMALL (klein) is gekozen dan stelt
het systeem zich zo in dat 6.1/7.1 surround pro­cessor/decoder wordt gebruikt, terwijl de laag­frequent informatie beneden het crossover punt (identiek aan dat voor de surround luidsprekers) naar de subwoofer wordt gestuurd wanneer de subwoofer op ON (in) staat, of naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer op OFF (uit) staat.
Is
LARGE (groot) gekozen dat stelt het systeem
zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/ decoder wordt gebruikt en wordt een breedband signaal naar de achter kanalen gestuurd, zonder dat lage frequenties naar de subwoofer uitgang worden gestuurd.
6. Wanneer u de keuze voor de surround kanalen heeft gemaakt, drukt u op Set
F
gevolgd door
¤
D
op de afstandsbediening om de cursor
naar
Subwoofer te verplaatsen.
7. Druk op Set
F
zodat de regel blauwe tekst
laat zien, gevolgd door
/
E
op de afstandsbediening om de optie te kiezen die het best bij uw systeem past.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de subwoofer worden bepaald door de instellingen voor de andere luidsprekers, vooral de front links en rechts posities.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL staan wordt de subwoofer automatisch
op
SUB (LFE) gezet, wat betekent dat deze
actief is.Wanneer de front links/rechts luidspre­kers op
LARGE staan, zijn drie opties beschik-
baar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
druk dan op ‹/›
E
op de afstandsbe-
diening, zodat
NONE in het in-beeld menu
verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt alle laag informatie naar de front links/rechts ‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR,
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’ luidsprekers het laag in alle gevallen te laten weergeven en de subwoofer alleen te acti­veren wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale bron die een speciaal Low Frequency Effects, of LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Die optie wordt gekozen door op
/
E
op de afstandsbediening te druk-
ken zodat
SUB (LFE) in het in-beeld menu
verschijnt.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 31
Systeemconfiguratie
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en deze wordt gebruikt voor de laagweergave in combinatie met de hoofdluidsprekers front links/rechts, ongeacht het type programmabron of de gekozen surroundfunctie, druk dan op
/
E
op de afstandsbediening waar-
op
SUB L/R+LFE in het in-beeld menu
verschijnt. Wordt deze optie gekozen, dan gaat een breedband signaal naar de front links en rechts hoofdluidsprekers. De subwoofer ont­vangt de front links en rechts lage frequenties beneden de wisselfrequentie, die in het volgen­de item in dit menu wordt gekozen, als hierna beschreven, en tevens het LFE signaal.
8. Wanneer alle luidsprekerformaten zijn ingesteld
kunt u de Quadruple Crossover van de AVR active­ren, waarmee per luidsprekergroep een individuele wisselfrequentie kan worden ingesteld. In systemen met breedbandluidsprekers in het front, of waar verschillende merken luidsprekers in de diverse posities worden toegepast, kan het laag met grotere precisie dan ooit worden gere­aliseerd. Het wisselpunt wordt bepaald door het ontwerp van de gebruikte luidsprekers en is de laagste frequentie die deze luidspreker kan weer­geven.
Heeft u de EzSet/EQ metingen en berekeningen al uitgevoerd dan verschijnen de daar gevonden waarden. Geen verdere correctie is nodig tenzij u een specifiek item wilt veranderen en aan uw eigen smaak wilt aanpassen of een niet-stan­daard systeem opzet.
Voordat u iets aan de instellingen voor het crossoverpunt verandert, raden we u aan de wisselfrequentie voor elk van de drie groepen – front links/rechts, centrum front, en surround – door deze op te zoeken in desbetreffende hand­leidingen, op de website van de fabrikant of via de servicedienst. U heeft deze gegevens nodig bij de volgende instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling over­slaan. Om echter één van deze instellingen te wijzigen, als aangegeven in afbeelding 27 door de regel
Cross-Over links in het menu te
kiezen en u drukt op Set
F
.
Afbeelding 27
Om de instellingen voor elk van de vier luidspre­kergroepen Links/Rechts, Center, Surround of Surround Achter te kiezen, drukt u op
⁄/¤
D
tot de gewenste instelling verschijnt. Vervolgens drukt u op
‹/›
E
tot de gewenste instel­ling verschijnt. De beschikbare wisselfrequenties waar beneden de lage frequenties naar de sub­woofer worden gestuurd (of naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer op OFF staat) en niet naar het luidsprekerkanaal, zijn 40, 60, 80, 100, 120, 150 en 200 Hz. Kies de frequentie die overeenkomt met de informatie die u over uw luidsprekers heeft gevonden, of, wanneer een exacte overeenkomst niet voorhan­den is, de waarde die het dichtst BOVEN de gewenste wisselfrequentie of laagfrequent limiet ligt. Dit om een ‘gat’ in het laag te voorkomen, omdat het systeem daar geen laag geeft en druk op Set
F
om de keuze te bevestigen.
Wanneer
LARGE is gekozen voor de front luid-
sprekers en
SUB L/R+LFE als optie voor de
subwoofer, wordt het geluid voor de front kana­len beneden de voor de L/R front luidsprekers gekozen wisselfrequentie (wanneer voor front “Small” – klein – is gekozen), naar zowel de front luidsprekers als de subwoofer gestuurd.
De wisselfilter instellingen voor Links/Rechts, Center, Surround en Surround Achter worden gebruikt om te bepalen waar de lage frequenties naar toe moeten, afkomstig van de hoofdkanalen van een bron. De instelling voor de afgebeelde menuregel
Subwoofer wordt gebruikt voor
het bepalen van een laagdoorlaatfilter punt voor de informatie in het Laag Frequent Effect (LFE) kanaal dat deel uitmaakt van het Dolby Digital en DTS gecodeerde signaal. Het LFE kanaal is de “.1” die u bij surround sound opgaven ziet en is beperkt tot lage frequenties, sommige mixen kunnen informatie bevatten die hoger in frequen­tie liggen dan uw subwoofer kan weergeven. Om te voorkomen dat niet-gewenste signalen naar de subwoofers worden gestuurd – die deze niet kunnen verwerken en geen ingebouwd laagdoor­laatfilter bezitten – kan op de
Subwoofer
regel een instelling voor het laagdoorlaatfilter, dat deel uitmaakt van de signaaltoevoer van het LFE kanaal, worden gekozen. De beschikbare instellingen zijn dezelfde als die welke gekoppeld zijn aan elk van de vier beschikbare luidspreker­posities in dit submenu. Wij raden aan een frequentie te kiezen die iets hoger ligt dan
bovengrens van de subwoofer, als aangegeven in de handleiding van de subwoofer. Druk op
‹/›
NavigerenEwanneer de cursor op de regel
Subwoofer staat om de juiste instelling te
kiezen.
9. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt, drukt u op
E
tot de Speaker knop links
wit wordt gemarkeerd.
10. De luidsprekerinstelling kan op elk moment gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig) menu in beeld op te roepen, door opluidspre-
kerkeuze
6
op het frontpaneel of op op de afstandsbediening. Nadat de toets is inge­drukt verschijnt FRONT SPEAKER onderin het beeld en in de displayÒ.
Druk nu binnen vijf seconden op
‹/›
7
op de
voorzijde of op
⁄/¤
D
op de afstandsbedie­ning om een andere luidsprekerpositie te kiezen, of druk op instellen@F
om de instelling van
de front luidsprekers links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
@Fis gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de instelling voor de front luidsprekers, geven de in­beeld display en de display
Ò
FRONT
LARGE of FRONT SMALLaan, afhankelijk
van de huidige instelling. Druk op
‹/›
7
op de
voorzijde of op
⁄/¤
D
op de afstandsbedie­ning tot de gewenste instelling wordt aangege­ven, gebruik makend van de eerder gegeven aan­wijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk dan op instellen@F
.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te worden gewijzigd, drukt u op
‹/›
7
het front-
paneel of op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening om een andere luid-sprekerpositie te kiezen, ver­volgens drukt u op instellen@F
en dan op
het frontpaneel, of op
‹/›
7
op het frontpa-
neel, of op de
⁄/¤
D
op de afstandsbedie­ning tot de gewenste luidsprekerpositie wordt aangegeven, en tenslotte weer op instellen
@Fom de keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellin­gen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
$
telkens wanneer een luid­sprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht alleen het binnenste symbool op dan is op SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luid­sprekerpositie verschijnt, dan is die positie op NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschikbaar bij het maken van wijzigingen in de opzet zonder de volledige in-beeld display.
32 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een sub­woofer is gekozen.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de luisterpositie tot de front luidsprekers en de sur­round luidsprekers, is ook de tijd die het geluid nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend. Door gebruik te maken van de vertraging kunnen deze verschillen in luidsprekerpositie en kame­rakoestiek in uw luisterruimte of home theater gecompenseerd worden. Om de front, centrum en surround kanalen opnieuw te synchroniseren is het nodig eerst de afstand van de luister/kijk positie naar de front, centrum, surround en sur­round achter luidsprekers (indien aanwezig) in meters te meten en te noteren.
Heeft u het systeem al gekalibreerd met EzSet/EQ dan staan de aangegeven vertragingen voor de metingen van het EzSet/EQ systeem. Geen verdere correctie is nodig tenzij u een spe­cifiek item wilt veranderen en aan uw eigen smaak wilt aanpassen of een niet-standaard sys­teem opzet. Om de instelling te veranderen volgt u de aanwijzingen hieronder om de afstand tus­sen de plaats van de luidspreker en de hoofd luisterpositie in te voeren. Deze meting hoeft niet op de centimeter nauwkeurig te zijn daar het sys­teem zich richt op de algehele indruk, meer dan op de exacte plaats. Deze metingen zijn niet tot op de centimeter nauwkeurig, daar het systeem is ontwikkeld voor algemene toepassing en niet voor één specifieke luisterpositie.
Naast het corrigeren van de vertragingstijd voor elke afzonderlijke luidsprekerpositie, kan bij de AVR als een der weinige A/V receivers, ook de ver­traging voor alle luidsprekers van een groep gecor­rigeerd worden. Deze functie heet A/V Sync Delay en compenseert voor vertragingen in het video­beeld die kunnen ontstaan door vertragingen in digitale videoschermen, video scalers,digitale kabel- of satellietsystemen en videorecorders. Met de juiste correctie van de A/V Sync Delay kunt u het lipsynchroon lopen van beeld en geluid in digi­tale videotoepassingen herstellen.
Hoewel EzSet/EQ de vertragingen voor de indivi­duele luidsprekerposities zeer nauwkeurig bere­kent, kunnen de instellingen voor A/V Sync Vertraging alleen met de hand worden ingesteld daar het noodzakelijk is het programmamateriaal in beeld te bekijken tijdens het instellen van de
vertraging voor desbetreffende bron. Hoewel dus EzSet/EQ is gebruikt voor de overige instellingen van de vertraging, dient de A/V Sync Vertraging als hieronder beschreven te worden ingesteld.
Vanwege de verschillen in werking van de diverse surround functies dienen ook de vertragingen indi­vidueel voor elke surround functie te worden inge­steld. Zijn echter de vertragingen ingesteld voor de surround functie met het maximum aantal kanalen, dan hoeven deze niet opnieuw te worden ingesteld voor die functie met minder kanalen. Voorbeeld: wanneer de vertragingen voor Dolby Pro Logic IIx – Movie zijn ingesteld worden deze overgedra­gen aan de Dolby Pro Logic II – Movie functie. Wel dienen de vertragingen voor elke variant afzonderlijk te worden ingesteld, zoals Dolby Pro Logic IIx – Music, Dolby Pro Logic IIx – Game, Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo en Dolby Digital EX.
De vertragingstijden zijn voor alle surround functies instelbaar. Hoewel alle kanalen in beeld verschijnen met de standaard of de later inge­stelde afstanden, kunt u via het menusysteem de instellingen voor de actieve kanalen in de huidi­ge surround functie instellen. Luistert u bijvoor­beeld naar muziek-CD’s via de CD-ingang met DSP Surround Off dan kan alleen de vertraging voor front links, front rechts en de subwoofer worden ingesteld. De cursor slaat in het menu bij het instellen de niet in gebruik zijnde kanalen over. Daarom raden we u aan de eerste keer bij het instellen een 5.1, 6.1 of 7.1 kanalen sur­round functie te kiezen, afhankelijk van het aan­tal luidsprekers in het systeem.Voor het instellen van de vertragingen bieden de Logic 7 functies de mogelijkheid alle kanalen in te stellen zonder dat een bron wordt afgespeeld.
U begint het instellen van de vertraging door
SPEAKER SETUP - Delay (afbeelding
28) te kiezen. Staat het systeem nog niet op dat punt, druk dan op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu op te roepen. Druk tweemaal op
¤
D
of
tot de
SPEAKER knop wit wordt gemarkeerd.
Druk dan tweemaal op Set
F
en vervolgens
op
¤
D
tot de regel Delay Adj blauw
wordt gemarkeerd. Druk op Set
F
om het
menu te openen.
Afbeelding 28
Verplaats nu de blauwe balk naar beneden naar de regel
Unit, druk op Set
F
en kies de
eenheid voor afstand die u wilt gebruiken, feet
(voet) of meter met
‹/›
E
. Verplaats de
blauwe balk nu naar de regel
Front Left
waar de eerste instelling wordt gemaakt en druk op Set
F
. Druk nu op
‹/›
E
tot de afstand van de front links luidspreker tot de luisterpositie is ingevoerd, gevolgd door Set
F
om uw keus te bevestigen. Druk dan eenmaal op
¤
D
om naar de volgende regel te gaan.
De blauwe balk markeert nu de
Center regel
en nu kan de vertraging voor de Center luidspreker worden ingesteld. Druk op Set
F
en dan op
‹/›
E
tot de afstand tussen de primaire luisterpositie en de center luidspreker is ingevoerd. Herhaal dit voor alle actieve luidsprekerposities door op
¤
D
te drukken en
gebruik
‹/›
E
om de instelling te wijzigen. Denk eraan dat deze laatste instelling alleen nodig is wanneer surround achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en Dolby Digital als surround functie is gekozen.
Wanneer de vertraging voor alle luidspreker posities is ingesteld, kunt u terugkeren naar het hoofdmenu door meermaals op
E
te
drukken.
Heeft u echter een digitale videobron of een digi­taal beeldscherm waardoor e.e.a. niet meer lip­synchroon is, kunt u de A/V Sync correctie gebrui­ken om het audiosignaal dat naar alle kanalen gaat te vertragen (in tegenstelling tot de indivi­duele instellingen), zodat beeld en geluid weer synchroon lopen. Wij raden u aan deze instelling te maken met de directe instellingen op de afstandsbediening als hieronder aangegeven. Zo kunt u dan het beeld zien terwijl u corrigeert; het is echter ook mogelijk de instelling in het menu te maken.
Om de A/V Sync vertraging in te stellen drukt u op
⁄/¤
D
zodat de blauwe balk de regel
AV Sync Delay in het menu markeert, en
dan op Setp. Druk dan op
‹/›
E
om het geluid zo te vertragen dat het klopt met het videobeeld.
De vertraging kan op elk moment tijdens het kijken via de afstandsbediening worden gecorrigeerd door op Vertraging
. De A/V Sync Vertraging is de eerste en kan worden gecorrigeerd door binnen 5 seconden op Set
te drukken nadat A/V SYNC DELAY
in beeld en op de onderste regel van de display M verschijnt. Druk dan op
⁄/¤
D
om de gewenste instelling van de vertraging in te voe­ren zodat audio en video synchroon lopen. Druk nogmaals op Setp om de instelling te openen.
Denk er aan dat de A/V Sync vertraging voor elke videobron anders is en dat dus verschillende instellingen voor alle aangesloten apparaten op de Video 1, 2, 3 en 4 ingangen.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 33
Systeemconfiguratie
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
en dan op
⁄/¤
D
om de gewenste posi­tie te kiezen zodra de naam in beeld en in de onderste regel van de display
Ò
verschijnt. Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5 seconden op Set p. Druk op
⁄/¤
D
om de
gewenste vertraging voor die luidspreker in te voeren en druk op Set p om deze vast te leg­gen. Dan kunt u met
⁄/¤
D
om een andere positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een belangrijk onderdeel van het configuratieproces bij een surround sound product. Het is in het bij­zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over werking van de surround kanalen. Sommigen menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers moet komen, terwijl er juist voor het merendeel van de tijd weinig of geen geluid uit de surround kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen ge­bruikt worden wanneer een regisseur of geluids­technicus daar specifiek een geluid toevoegt om een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of een actie te laten bewegen van het front van de kamer naar de achterzijde.Wanneer de uitgangs­niveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat de surround luidsprekers slechts zo nu en dan actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie van een omrin­gend klankbeeld teniet doen, in afwijking van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
Wanneer u het systeem al gekalibreerd heeft met EzSet/EQ zijn de aangegeven niveau instellingen­het resultaat van metingen van EzSet/EQ. Er zijn geen verdere correcties nodig tenzij u een speci­fiek item wilt veranderen vanwege smaak of een niet-standaard systeemconfiguratie.
Wanneer de AVR is geconfigureerd voor
6.1-kanalen gebruik met een enkele surround achter luidspreker, kan via de uitgangsinstelling nog altijd het niveau van de afzonderlijke sur­round achter links en surround achter rechts, ondanks het feit dat uw systeem slechts één sur­round achter luidspreker gebruikt. Dat betekent dat het Surround Achter kanaal tweemaal ver­schijnt, maar dat is in 6.1 gebruik normaal. De gescheiden SBL/SBR instellingen voor 6.1 gebruik zijn nodig voor een optimale balans tussen de beide discrete kanalen in de AVR wanneer die worden gemengd naar een enkele luidspreker.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart wor­den ingesteld voor elke digitale en analoge sur­round functie. Daarmee kunnen niveauverschillen tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en tevens kunnen verschillen afhankelijk van de geko­zen surround functie, of het niveau van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd of ver­laagd worden. Denk er aan instellingen die gemaakt zijn voor een surround functie ook effec­tief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn aan die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan­gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaan­de aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luis­terpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste manier zijn geconfigureerd op LARGE en SMALL als eerder beschreven en schakel zono­dig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
15 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display en de display
Ò
.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld is aan de surround functie waarvan u het uit­gangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet dezelfde correcties te maken met alle andere surroundfuncties gecombineerd met de gebruikte ingangen.
4. De eenvoudigste manier om het uitgangs­niveau zelf in te stellen is via het
Ch Adjust menu (kanaal correctie –
afbeelding 29). Bent u al in het hoofdmenu, druk dan op
¤
D
tot de Speaker knop wit is gemarkeerd. Staat u niet in het hoofd­menu druk dan op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op te roepen (afbeelding 1) en druk tweemaal op
¤
D
zodat de
Speaker knop wit is gemarkeerd. Druk
dan op Set
F
om de regel Manual
Configuration (zelf instellen) te mar-
keren en druk weer op Set
F
. Ga nu naar
beneden tot de regel
Ch Adjust blauw is
gemarkeerd en druk op Set
F
.
Afbeelding 29
Wanneer het SPEAKER SETUP - Ch
Adjust menu voor het eerst verschijnt, is het
testsignaal uitgeschakeld. Gebruik
⁄/¤
D
en
Set
F
om een kanaal met een externe bron
zoals een test-CD, voor correctie te kiezen om
daarmee het uitgangsniveau te bepalen. Wanneer het kanaal dat u wilt corrigeren in blauw is gemarkeerd, drukt u op Set
F
en
daarna op
‹/›
E
om het uitgangsniveau te verhogen of te verlagen. Voordat u zelf gaat instellen, raden we u aan eerst de ingebouwde testtoongenerator van de AVR te gebruiken die automatisch een signaal naar alle kanalen stuurt om te controleren of alle luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
5. Schakel de testtoon in en laat deze automa-
tisch over de kanalen circuleren over de kana­len waarvan voorheen luidsprekers zijn gecon­figureerd (zie pagina 29). Druk nu op
⁄/¤
D
tot de regel Test Tone Seq in
blauw is gemarkeerd. Druk dan op Set
F
gevolgd door ‹/›E
tot AUTO wordt aangegeven. Op dat moment start ook het testsignaal, circuleert rechtsom door de kamer, laat elke luidspreker twee seconden horen en schakelt naar de volgende luidsprekerpositie. De tekst die de actieve luidspreker aangeeft is blauw gemarkeerd om aan te geven welke luidspreker op dat moment hoorbaar dient te zijn.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel lager niveau heeft dan normale muziek dient u het volume, na de instelling van alle kanalen, terug te nemen. Het juiste volume dient weer hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de luidsprekers correct zijn aangesloten.Terwijl het testsignaal rond gaat controleert u of het geluid ook werkelijk komt van de luidspreker die in de display
Ò
wordt aangegeven. Zou dat bij een luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit met de netschakelaar
1
en controleer de luid­sprekeraansluitingen en eventuele verbindingen naar externe versterkers om er zeker van te zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen zijn verbonden.
Opmerking: wanneer uw systeem slechts over één surround achter luidspreker beschikt en geconfigureerd is voor 6.1 kanalen, zult u de testtoon tweemaal van de achter luidspreker horen, eenmaal met de aanduiding SBL en een­maal met de aanduiding SBR. Dat is normaal en geeft u tevens de kans de balans in te stellen voor de mengschakeling die een 6.1 uitgangs­signaal maakt wanneer 7.1 functies zoals Logic 7/7.1 worden gebruikt.
34 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
6. Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en luistert u of een kanaal luider klinkt dan de andere. Met de front luidsprekers als referentie drukt u op
‹/›
E
op de afstandsbedie­ning zodra de aanduiding van de luidspreker die u wilt instellen in blauw wordt gemar­keerd, om alle luidsprekers op hetzelfde niveau te brengen. Merk op dat drukken op
‹/›
E
het testsignaal op dat kanaal zal blijven om de tijd te geven de afregeling te maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na vijf seconden weer rond. De cursor-balk u in beeld kan ook direct naar de af te regelen luidspreker verplaatst worden met de
⁄/¤
D
toetsen op de afstandsbediening.
7. Ga door met het regelen van de afzonderlijke luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume heb­ben. Merk op dat de regelingen alleen gemaakt dienen te worden met
‹/›
E
op de afstandsbediening, NIET met de volume­regeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
dan op –15 dB en stel het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter 75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted, slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook geheel zelf maken door op
⁄/¤
D
te drukken
tot de blauwe cursor-balk de regel
Test
Tone Seq in het menu markeert. Druk dan op
Set
F
en vervolgens kiest u met ‹/›E
MANUAL (zelf instellen). In de MANUAL func-
tie start het testsignaal ook direct, maar gaat alleen naar een andere luidspreker door op
‹/›
E
. te drukken.Wanneer de handinstelling actief is kan de testtoon worden uitgeschakeld door op
⁄/¤
D
te drukken tot de blauwe
cursor-balk de regel
Test Tone markeert.
Druk dan op Set
F
en vervolgens kiest u met
‹/›
E
de markering OFF(uit).
Wanneer u vindt dat de niveaus onaangenaam laag of hoog liggen, kunt u de procedure herha­len. Ga terug naar stap 2 en stel het hoofdvolu­me iets hoger of iets lager in, passend bij uw kamer en uw eigen voorkeur. U kunt de procedu­re zo vaak herhalen als u wilt om het gewenste resultaat te bereiken. Om eventuele schade aan uw gehoor of de apparatuur te voorkomen, wij­zen we er op dat het hoofdvolume liever niet boven 0 dB ingesteld moet worden.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volume hebben is het instellen voltooid. Gebruik
⁄/¤
D
tot
de regel
Test Tone blauw is gemarkeerd.
Druk dan op Set
F
en vervolgens op ‹/
E
tot het woord OFF (uit) verschijnt om
het testsignaal uit te schakelen.
Denk er aan dat telkens wanneer een bepaalde surround functie wordt gekozen, ook voor een andere bron, deze uitgangsniveau instelling zal worden gekozen. Toch dienen de uitgangsni­veaus onafhankelijk voor elke surround functie te worden ingesteld, ook voor varianten als Dolby Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II – Music. Het mag ingewikkeld lijken maar het is noodzakelijk om de prestaties van de AVR 247 te optimaliseren wanneer verschillende methoden worden gebruikt om audiosignalen naar de ver­schillende kanalen te sturen. De AVR neemt de instellingen over van de ene functie naar dezelf­de in een andere kanaalconfiguratie, zoals Dolby Pro Logic IIx – Movie en Dolby Pro Logic II – Movie. Desgewenst, als een korte methode om te beginnen, kunt u de niveaus voor Dolby Pro Logic IIx – Movie instellen en deze kopiëren voor alle Dolby functies en alleen die invoeren voor de luidsprekers die voor die functie nodig zijn. Later corrigeert u de niveaus dan op het gehoor door naar de verschillende bronnen te luisteren en niet op het testsignaal. Zie pagina 44 voor nadere informatie over het afstellen van de uitgangsni­veaus op extern bronmateriaal.
Opmerking: het uitgangsniveau van de sub­woofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp van het testsignaal. Om het niveau van de sub­woofer te corrigeren volgt u de stappen voor het instellen van het uitgangsniveau op pagina 44.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is de afregeling gereed. Zet nu met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeel­niveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Om het menu te verlaten, drukt u op
E
tot het hoofdmenu in beeld verschijnt.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld wor­den door de afzonderlijke toetsen en het Semi­OSD systeem te gebruiken. Om op deze manier de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in het onderste derde deel van het beeld en in de
display
Ò
. Als een extra aanwijzing wordt het juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat, ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot het gewenste niveau in de display of in beeld wordt aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau hebben, zet u met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna drukt u op testsignaal
8
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangs­niveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen, maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur­roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een andere functie, kiest u die functie (met welke ingang dan ook) en u herhaalt de boven omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in niveaus tussen luidsprekers, die per surround­functie kunnen verschillen, compenseren, of het niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik­baar voor de Surround uit functie, aangezien er geen surround luidsprekers gebruikt worden (en er dus geen niveauverschillen kunnen optreden tussen luidsprekers in dezelfde kamer). Maar om niveauverschillen te compenseren tussen stereo en andere surroundfuncties (onafhankelijk van de gekozen ingang) kunnen de uitgangen ingere­geld worden met de procedure voor fijnregeling van de niveaus, zie pagina 44, ook voor de Surround uit (stereo) functies.
Nadat een ingang is ingesteld voor analoge of digitale signalen, luidsprekertypen en surround functie, keert u terug naar de
Input knop
links in het menu en u drukt op Set
F
om de instellingen voor elke ingang die u wilt gebruiken te openen.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instel­lingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt wor­den. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt kunnen worden, dient dit bij voorkeur te gebeu­ren nadat u naar meerdere bronnen heeft geluis­terd met verschillende soorten bronmateriaal. Deze geavanceerde instellingen worden op pag. 49-51 van deze handleiding beschreven. Bovendien kan elke instelling die u in het begin gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aan­wijzingen voor het veranderen van de parameter als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle wij­zigingen op elk moment, ook bij gebruik van afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt gereset (zie pagina 56).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie van de AVR staat u op het punt het beste in muziek en home theater weergave te beleven. Veel plezier!
NEDERLANDS
BEDIENING 35
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DOLBY DIGITAL Alleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects.
DOLBY DIGITAL EX Beschikbaar wanneer de receiver geconfigureerd is voor 6.1/7.1 kanaals weergave; Dolby Digital EX
is de nieuwste versie van Dolby Digital. Bij gebruik met films of andere programma’s met een speciale codering, reproduceert Dolby Digital EX de speciaal gecodeerde geluidssporen zo dat een volledig 6.1/7.1 ruimtebeeld beschikbaar komt. Staat de receiver op 6.1/7.1 gebruik en is een Dolby Digital signaal aanwezig, dan wordt automatisch EX gekozen. Ook wanneer een specifieke EX codering niet beschikbaar is om het extra kanaal te leveren, zorgen de speciale algoritmes voor een 6.1/7.1 signaal.
DTS 5.1 Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data. DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
DTS-ES 6.1 Matrix Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 6.1/7.1 kanaals gebruik, zal weergave van DTS-ES 6.1 Discrete van een DTS gecodeerd programma automatisch de keus van één van de twee DTS-ES functies
activeren. Nieuwere discs met speciale discrete DTS-ES codering worden gedecodeerd naar zes discrete, kanalen met complete bandbreedte, plus een afzonderlijk laagfrequent kanaal. Alle andere DTS discs worden gecodeerd in de DTS-ES Matrix functie, wat een 6.1 kanaals klankbeeld oplevert met 5.1-kanaals geluid.
Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby
Movie Laboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround Music kanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele stereobronnen Dolby Pro Logic bij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen. De Dolby Pro GAME Logic II Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix surround en levert
gescheiden centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Music gebruikt wordt met muziekprogramma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in gewoon stereo, met geschei­den links en rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weergave van conventionele stereo opnamen. Game biedt speciale effecten die naar de surround kana­len worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
DOLBY PRO LOGIC IIx Dolby Pro Logic IIx is de nieuwste uitbreiding van de Dolby Pro Logic technologie en creëert een
MUSIC 6.1 en 7.1 ruimtebeeld uit een matrix surround of tweekanalen stereobron in systemen die zijn MOVIE geconfigureerd voor surround achter luidsprekers. Movie (film), Muziek (muziek) en Game (spel) GAME (spel) versies van Pro Logic IIx zijn beschikbaar. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen
worden gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
Logic 7 Cinema Exclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround Logic Musi informatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt.Afhankelijk Logic 7 Enhance van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het
SURROUND SELECT
menu zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen, terwijl de
7.1 versies van Logic 7 een volledig rondom klankbeeld geeft, inclusief achter surround luidsprekers wanneer de 6.1/7.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter. Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en geconfigureerd) voor optimale impact van de bas. De Logic 7 E (Enhanced) functie is een uitbreiding van de Logic 7 functies die primair gebruikt worden bij muziekprogramma’s en is alleen beschikbaar met de 5.1 surround optie. Logic 7 E voegt extra laag effect in het gebied van 40 Hz tot 120 Hz toe aan de front en surround luidsprekers en daarmee een minder sterk gelokaliseerd toneel dat breder en dieper lijkt dan wanneer de subwoofer de enige bron van dat laag is.
36 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIE EIGENSCHAPPEN
DTS Neo:6 Cinema Deze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het creëren DTS Neo:6 Music van een zeskanaals surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en traditionele
stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s. Bij het kiezen van een DTS Neo:6 Cinema functie, kunnen 3-, 5- of 6-kanalen configuraties beschikbaar zijn, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem. Gebruik de 3-kanalen functie wanneer alleen een front links en rechts en een center luidspreker ter beschikking staan; surround kanalen informatie wordt dan ook naar die luidsprekers gemengd. De 6-kanalen functie is alleen beschikbaar wanneer u de surround achter luidsprekers als actief heeft geconfigureerd.
DTS 96/24 DTS 96/24 is een hoge resolutie formaat dat gebruik maakt van een 96 kHz sampling frequentie en een
bit-rate van 24 bits en daarmee meer informatie geeft dat de harmonischen van het bronmateriaal versterkt. De AVR signaleert en decodeert DTS 96/24 materiaal automatisch en geeft het weer zoals door de artiest bedoeld.
Dolby 3 Stereo Gebruikt de informatie van een surround of tweekanalen stereo programma voor het creëren van center
kanaal informatie. Daarnaast wordt de informatie die normaal gesproken naar de surround achter luidsprekers gaat, nu gemengd met de front links en front rechts kanalen voor extra realistische weergave. Gebruik deze functie wanneer u wel een center luidspreker, maar geen surround luidsprekers heeft.
Dolby Virtual Speaker Dolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van de nieuwe generatie algoritmes die de Referentie dynamiek en surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals luidsprekersysteem weer te geven via Breed alleen de front links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie wordt de schijnbare breedte van het
frontbeeld bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers. De functie Breed geeft een nog breder frontbeeld wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar staan.
THEATER De Theater functie creëert een 5.1 of 6.1 klankbeeld de akoestiek suggereert van een standaard live uitvoering in de zaal,
met stereo en zelfs gewone mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2 De beide Hall (zaal) functies creëren 5.1 of 6.1 klankbeelden die een kleine (Hall 1) of een medium (Hall 2) zaal
suggereren, met stereo en zelfs gewone mono bronnen.
5-Kanaals Stereo Deze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal 7-Kanaals Stereo zowel voor als achter in de kamer. Afhankelijk van de configuratie van de AVR op 5.1 of 6.1/7.1 gebruik,
is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen van muziek b.v. op een feestje, met identieke signalen op front en achter links en op front en achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een monosignaal van in fase materiaal van links en rechts
Surround Uit (stereo) Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts Surround Uit (passeren) weergave van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt DSP Surround Uit met analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
Dolby Headphone Dankzij Dolby Headphone kan met een normale hoofdtelefoon het geluid van vijfkanalen surround DH weergave worden nagebootst.
NEDERLANDS
BEDIENING 37
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik worden genomen en kunt u ervan gaan genie­ten. Voor optimaal plezier van uw nieuwe recei­ver gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik neemt drukt u op de netschakelaar
1
op het frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het apparaat komt dan in de standby positie, als aan­gegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie
3
. Vanuit de standby positie kan het
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
of op ingangskeuze%op het frontpaneel
te drukken, of op AVR keuze
5
. Merk op dat
de lichtnetindicatie
3
groen wordt. Het apparaat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron. Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door op één van de ingangskeuze
4567
of ingangskeuze%op de
voorzijde.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
(uitge-
zonderd VID3) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
5
om de afstandsbediening de
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
2
op het frontpaneel of op uitscha-
kelen
3
op de afstandsbediening. De voeding
naar een apparaat dat op de geschakelde
lichtnetuitgang
G
op de achterzijde is aange-
sloten, zal spanningsloos worden en de licht-
netindicatie
3
wordt oranje.Als de afstandsbediening gebruikt wordt om het apparaat uit te schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby, als wordt aangegeven door de oranje kleur van de lichtnetindicatie
3
.
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het verstandig om het apparaat helemaal uit te zetten met de netschakelaar
1
.
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheu­gen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
1
uit staat.
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor auto­matische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
9
op de afstandsbediening. Telkens wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de tijd tot het uitschakelen verkorten in de volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
Ò
en telt terug tot de tijd verstreken is.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (standby). Denk er aan dat de helderheid van de display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten vervallen drukt u op sluimerfunctie
9
en u houdt deze vast tot de display naar de normale helderheid terugkeert en de indicatie
SLEEP
OFF in de display
Ò
verschijnt.
Ingangskeuze
Voor directe toegang tot elke bron drukt u op
ingangskeuze
467
op de afstands­bediening. Daar de AVR 247 aansluitingen voor meer ingangen heeft dan er toetsen op de afstandsbediening zitten, zitten er soms meerde­re op een toets. Dat zijn de DVD en CD bronnen, de Tape en The Bridge bronnen en de HDMI 1 en HDMI 2 bronnen. De eerste keer dat u op een van de drie Bronkeuze toetsen drukt, kiest u de bron die op de toets staat aangegeven, b.v. DVD, Tape of HDMI 1. Nogmaals indrukken om de bron te kiezen die boven de toets staat aangege­ven (b.v. CD, The Bridge of HDMI 2). Daarbij licht de LED op de afstandsbediening groen op als teken dat de bron is gekozen die in groen boven de toets staat. Elke volgende keer dat u de toets indrukt schakelt u tussen de beide bronnen.
Opmerking: na op ingangskeuze
4
gedrukt
te hebben, drukt u op AVR keuze
5
om de afstandsbediening de AVR functie te laten bestu­ren.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
%
op het frontpaneel te drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal de volgende bron in de reeks beschikbare bronnen gekozen worden.
• De Video 4 ingangen
Ô
, Optisch Digitale
Ingang 3
*
, of de Coax Digitale Ingang 3
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om tijdelijk een videospelletje of een camcorder op het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld verschijnen. De naam verschijnt ook in de
display
Ò
, en een blauwe LED licht op naast de
naam van de bron bij de ingangsindicatie
.
• Wanneer Digital Media Player (DMP) als bron is gekozen en een geschikte Apple iPod is geplaatst in de extra leverbare Harman Kardon
die is verbonden met DMP
8
op de achterzijde, verschijnen aanwijzingen in beeld op een monitor die is verbonden met
Video Monitor Uitgang
B
van de AVR en kan de afstandsbediening worden gebruikt om de iPod te navigeren en toegang te krijgen tot de vele functies. De aanwijzingen verschijnen ook in de display op de voorzijde en de accu van de iPod kan worden opgeladen. Zie de handleiding van de en de iPod voor nadere infor­matie.
Video Ingangskeuze
Wanneer een bron is gekozen, schakelt de AVR als volgt naar een video-ingang:
De
Video I n regel van het Ingang Setup
Menu geeft aan welke van de component video ingangen op de AVR aan welke bron is toe­gewezen. Standaard is de Component Video 1 ingang toegewezen aan de DVD bron, de Com­ponent Video 2 ingang aan de Video 1 bron en de Component Video 3 ingang aan de Video 2 bron.
De beide HDMI ingangen krijgen het video­signaal van hun eigen ingangen en kunnen niet worden toegewezen aan een andere video­ingang.
Wanneer uw iPod geschikt is voor het weergeven van stilstaande beelden en video’s, kan deze ook als videobron worden gebruikt. Ook kunt u de video-ingang voor The Bridge toewijzen aan een ander apparaat om daar naar te kijken terwijl u luistert naar audiobestanden opgeslagen op de iPod.
Alle andere bronnen staan standaard op Com­posiet wat wil zeggen dat ze uitsluitend gebruikt kunnen worden met de composiet of S-video ingangen. De AVR zet de binnenkomende composiet of S-video signalen om en deze zijn beschikbaar via de HDMI of component video­monitor uitgangen, zodat één enkele kabel naar uw televisie volstaat.
De component video-ingangen kunnen desgewenst worden toegewezen aan andere bronnen, afhankelijk van het type verbindingen dat u heeft gemaakt tijdens de Installatie.
Zodra een signaal aanwezig is op de component video-ingang die is toegewezen aan die bron, dan zal deze worden gekozen.
Is geen signaal aanwezig op de component video-ingang, dan wordt de S-video of composiet video-ingang voor die bron gekozen. Het is niet mogelijk de S-video of composiet video-ingangen toe te wijzen aan andere bronnen.
Bij pure audiobronnen, zoals de tuner- of CD­ingang waarbij geen component videosignaal aanwezig is, wordt de laatst gebruikte videobron gekozen.
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
Er zijn 2 ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler, aangesloten op de 8-kanaals Directe Ingang
9
. Kies een geschikte ingang overeenkomstig
de opzet in instelling van uw bronnen:
De
6 C H DIRECT INPUT wordt gebruikt
wanneer de Surround Achter Links en Rechts ingangen NIET gebruikt worden en de bron een eigen intern bass management bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumere­gelaar zonder enige analoge of digitale om-
38 BEDIENING
Bediening
zetting en de niet-gebruikte ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoor­signalen in het systeem kunnen doordringen.
De
8 C H DIRECT INPUT wordt gebruikt
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
9
en de bron een eigen intern bass manage­ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumeregelaar zonder enige ana­loge of digitale omzetting en de niet-gebruikte ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen surround functie kan worden gekozen daar de externe processor dan de functie bepaalt. Bovendien verschijnt er geen signaal op de opna­me uitgangen en geen laagprocessing wanneer de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt en de klankregeling en balans werken niet.
Instellingen en Gebruik Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume
ı
op het frontpaneel of volume hoger/lager
op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen druk u op de toets muting
. Dit zal het sig­naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon onderbreken, maar heeft geen invloed op een lopende opname of kopiëren. Is het geluid van het systeem uitgeschakeld, dan knippert
MUTE
in de DisplayÒ. Druk nogmaals op Mute
om naar normaal gebruik terug te keren.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te krijgen en de klankregeling en de balans van de AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8
zodat de indicatie Tone Off tijde-
lijk in de display
Ò
verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op
klankregeling in/uit
8
zodat Tone In
tijdelijk in de displayÒverschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofd­telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de
hoofdtelefoonuitgang
4
op het frontpaneel. Merk op dat wanneer de plug van de hoofd­telefoon wordt aangesloten, het woord
DOLBY
H:BP kort door de display
Ò
loopt en dat alle luidsprekers uitgeschakeld worden.Wanneer de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer ingeschakeld worden.
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u de Dolby Headphone functie gebruiken wat meerruimte geeft aan het luisteren met hoofdte­lefoon. Druk op Dolby Functie
M
of op
Surround Funtiegroep
5
om te kiezen uit de
drie Dolby Headphone functies.
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de AVR 247 is de mogelijkheid een volledig meer­kanaals surround klankbeeld weer te geven van digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde programma’s en standaard stereo en zelfs mono programma’s.
De keus van een surround functie is een persoon­lijke zaak, net als het type programmamateriaal dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TV­programma’s die het logo van een van de belangrijke surround processen dragen, Dolby Surround bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby Pro Logic II en IIx Movie (bij films) of Music (met muziek) surround functie, met een DTS Neo:6 functie of met de exclusieve Harman Kardon Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1 kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van surround gecodeerde program­ma’s, met een stereo links en rechts achter sig­naal, precies zoals het was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter was opgenomen ook alleen daar gehoord worden. Nadere details op pagina 35-36.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv. ‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals surround worden weergegeven (zie ook Dolby Digital op pagina 39).
Voor een breed en omringend geluid en duidelij­ke bewegingen met analoge stereo opnamen kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7 Music voor een dramatische verbetering ver­geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is gecodeerd met matrix surround informatie blijft deze informatie behouden zolang het program­ma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met surround geluid kunnen op elke analoge wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema, Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaal-TV of satelliet worden uitzonden. Bovendien worden er steeds meer TV-program­ma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek­CD’s opgenomen met surround geluid. U kunt een overzicht van deze programma’s bekijken op het web van Dolby Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd staat als met internationale surround informatie kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of Enhanced functie uitstekende surround weergave biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke surround informatie die in alle stereo-opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder surround informatie de Theater, Hall en 5/7 kanaals stereo functies (vooral effectief met oude­re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro­gramma’s raden we aan de Theater of Hall func­ties te proberen. Wanneer u uitsluitend de beide front luidsprekers gebruikt, kies dan één van de Dolby Virtual Speaker surround functies zodat een virtueel driedimensionale weergave ontstaat met slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde als op de afstandsbediening worden gekozen. Om via het frontpaneel een nieuwe surround functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
5
tot de gewenste hoofdgroep zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan op Surround functie
9
om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func­tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin zich de gewenste functie bevindt: Dolby
M
,
DTS Surround
N
, DTS Neo:6,
Logic 7
O
, Stereoof DSP
Surround
A
. De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver­schijnt de functie van die groep die actief is, dan wel de eerste beschikbare functie wanneer een andere actief is. Om door de verschillende func­ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals tot de gewenste functie in de display
Ò
en in-
beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2, Theater) drukt u herhaaldelijk op Surround
Functie
A
om de beschikbare functies te
doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een blauwe LED oplichten naast de gekozen functie bij de Surround Functie
(
in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een digitale bron automatisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf­hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer informatie over het kiezen van digitale bronnen in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan­gen in gebruik zijn, is er geen surround proces­sing, daar deze ingangen de analoge signalen gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
NEDERLANDS
BEDIENING 39
Bediening
Om naar een programma te luisteren in traditio­neel tweekanaals stereo met alleen de front luid­sprekers links en rechts (en de subwoofer indien geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
SURR
OFF in de display
Ò
verschijnt.
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts ten opzichte van het oude analoge surround sys­teem zoals Dolby Pro Logic. Het levert vijf, zes of zeven discrete kanalen: links front, centrum, rechts front, links surround en rechts surround en bij DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentie­bereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruis­afstand. Bovendien hebben digitale systemen de mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat spe­ciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u deze systemen beschreven ziet als “5.1,” “6.1” or “7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden van de andere kanalen, maar aangezien de band­breedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er die specifieke benaming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is een standaard onderdeel van DVD, en beschik­baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel­lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula­tor nodig is om de AVR te gebruiken met de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de RF uitgang van de LD-speler aan op de demodu­lator en sluit vervolgens de digitale uitgang van de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
RN
van de AVR. Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere methoden om de signalen te coderen en hebben daarom andere decoders nodig om de digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD of CD-speler voorzien van een digitale uit­gang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-LD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-spelers en op DVD-spelers worden afge­speeld. U hoeft zulke spelers slechts aan te slui­ten op de optische of coax ingangen
RN
van de AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS­signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo op het voorpaneel van de speler. Merk op dat sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen. Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet door­geven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecom­primeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kun­nen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbon­den met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LD-speler. (LD alleen voor PCM- of DTS-program­ma’s, voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig, zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen
RN
op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet eerst de ingang voor de gewenste bron worden geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden en een analoog audiosignaal te leveren voor opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
ÛGen gebruik vervolgens de
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of instellen
7
op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
Ò
verschijnt. Druk op instellen@F
om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke sur­round functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een digitale bron correct op de AVR te zijn aangeslo­ten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spe­lers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CD­spelers aan op de optische of coax ingangen
RN
op de achterzijde of de voorzijde aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, die­nen de analoge uitgangen van de digitale bron te worden verbonden met de juiste ingangen op de achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan op de DVD-ingang 5op de achterzijde als u de digitale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u eerst met de afstandsbediening of op het front de ingang met ingangskeuze
4%als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig) naar de TV monitor te sturen en het analoge audiosignaal voor opname beschikbaar te heb­ben. Wanneer het digitale signaal dat is toege­wezen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet automatisch wordt gekozen (door eerder gemaakte instellingen tijdens het configureren, zie pagina 21) kiest u de digitale bron door op digitale ingangskeuze
GÛte drukken en
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of de instel-
toetsen7op de voorzijde om de OPTICAL
of COAXIAL ingangen te kiezen, zoals deze in de displayÒof de in-beeld display verschij­nen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron, dan zal de AVR automatisch signaleren of een meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd, wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax) verbonden blijft met de analoge ingang (b.v. DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digita­le signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoor­beeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de AVR het type bitstream data dat aanwezig is. Gebruik makend van deze informatie wordt de juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voor­beeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bit­streams zorgt voor omschakeling op de Dolby Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de juiste surroundfunctie met de hand worden geko­zen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden bepaald van het type digitale data, maakt de AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies en ingangen afhankelijk van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf seconden in de display
Ò
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
40 BEDIENING
Bediening
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een driecijferige indicatie met het aantal kanalen in het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links, centrum en rechts signalen beschikbaar zijn. Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven voor Dolby Digital bitstream met stereo pro­grammamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 program­ma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informa­tie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting “5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig is.Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE
kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspre­ker configuratie is ingesteld op de aanwezig­heid van een subwoofer.
• De informatie rechts naast de display geeft aan of het digitale signaal een speciale code bevat waarmee automatisch de juiste 6.1 of 7.1 functie wordt geactiveerd. Dat wordt aangege­ven als EX-ON of EX-OFF voor Dolby Digital en als ES-ON of ES-OFF voor DTS bitstreams.
De aanwijzing
UNLOCK kan verschijnen in de
onderste regel van de display
Ò
. Dat geeft aan dat de digitale datastroom onderbroken of niet langer beschikbaar is.Wanneer dat gebeurt heeft de digitale processor van het apparaat geen sig­naal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daar­mee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschij­nen wanneer een DVD wordt gestart totdat de digitale bitstream op gang komt en de processor kan bepalen welke functie moet worden geko­zen; of op elk moment dat de datastroom weg­valt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken van menu’s bij sommige discs, of wanneer de speler schakelt tussen de verschillende delen van een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen wanneer een satellietontvanger, een set-top box of HDTV-tuner wordt gebruikt en het audiosig­naal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een ander kanaal wordt gekozen of wanneer de kabelbox schakelt van een kanaal met digitale datastroom naar een met alleen analoge audio. De
UNLOCK aanwijzing is normaal en duidt
niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt u slechts dat de inkomende datastroom om een aantal mogelijke redenen onderbroken of niet aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 sig­nalen worden afgespeeld schakelt de AVR auto­matisch naar de juiste surround functie en kan geen andere bewerking worden gekozen. Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of 2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste Dolby surround functie kiezen.
Wanneer geen EX kenmerk aanwezig is en uw receiver is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik, kunt u zelf als gewenst de EX bewerking active­ren door de Dolby Digital EX surround functie te kiezen als beschreven op pagina 26 en 40. Is geen ES kenmerk aanwezig in de DTS bitstream, dan kunt u toch van 6.1 kanalen presentatie genieten door de DTS+Neo:6 surround functie te kiezen als beschreven op pagina 26 en 40. In die functie worden de DTS Neo:6 algoritmes gebruikt om het surround achter kanaal uit de DTS bit­stream informatie te halen.
Surround Functie Aanpassing
Dankzij de kracht van de AVR 247 DSP processor is voor de meeste digitale signalen een aantal surround functies beschikbaar waarmee de oor­spronkelijke informatie kan worden geleverd, maar ook een uitgebreider ruimtebeeld, passend bij het aantal luidsprekers in uw systeem. De beschikbare functies en het aantal beschikbare kanalen van elke functie wordt bepaald door het binnenkomende bitstream signaal en de configuratie van het systeem en u vindt ze in onderstaande tabel. De functies kunnen op de gebruikelijke manier worden gekozen door eerst de surround hoofdgroep te kiezen en dan door de opties te lopen.
Het binnenkomende bitstream signaal wordt aangegeven in de onderste regel van de Display
Ò
als eerder beschreven. Nadat de surround functie is gekozen wordt na ca. 5 seconden kort de bitstream aangegeven voordat de receiver naar normaal gebruik terugkeert. U kunt de hui­dige bitstream bevestigen door simpelweg op de toets voor de Surround Functie Groep te drukken en een paar momenten te wachten tot de bitstre­am in de onderste regel van de Display
Ò
verschijnt. De bitstream informatie verschijnt ook wanneer de ingang is veranderd.
Zoek in de tabel hieronder de indicatie in de display en vergelijk deze met de Inkomende Bitstream in de linker kolom. De beschikbare sur­round functies leest u rechts af.
Voor inkomende Dolby Digital signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
Dolby Digital 1/0/.0 of 1/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 luidsprekers)
Dolby Digital 2/0/.0 of 2/0/.1 Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby Digital, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3
luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), Dolby Pro Logic IIx (Movie, Music of Game)
Dolby Digital 3/0/.0 of 3/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 3 luidsprekers)
Dolby Digital 2/01.0 of 2/1/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2, 3, 4 of 5 luidsprekers)
Dolby Digital 2/2/.0 of 2/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 4 luidsprekers), Dolby Digital EX1, Dolby Pro Logic IIx1 (Movie of Music)
Dolby Digital 3/2/.0 of 3/2/.1 Dolby Digital 3/2/.0, 3/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby
Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), of EX Dolby Digital EX1, Dolby Pro Logic IIx1 (Movie of Music)
NEDERLANDS
BEDIENING 41
Bediening
Het is altijd verstandig de uitlezing van de kanaalgegevens te controleren om er zeker van te zijn dat die overeenkomt met de audio logo informatie op de achterzijde van de DVD verpak­king. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal. In dat geval is het belangrijk de instellingen van uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelen­de disc te controleren om er zeker van te zijn dat het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het signaaltype dat voor standaard CD-weergave wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
Ò
kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
Verbindingen kunnen worden gemaakt met de Optisch of Coax Ingang
RN
op de achterzijde
of met de Digitale Ingang
op de voor-
zijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren, wordt eerst de ingang van de gewenste bron gekozen (b.v. CD). Vervolgens wordt op Digitale
bronkeuze
ÛGgedrukt en dan op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of ‹/›7
op de voorzijde tot de gewenste keus in onderste regel van de Display
Ò
verschijnt.
Tijdens PCM weergave kan elke Surround functie worden gekozen, uitgezonderd Dolby Digital of DTS, zoals in onderstaande tabel valt af te lezen. Om het gemakkelijk te maken zijn alle functies die beschikbaar zijn voor analoge bronnen (inclu­sief tuner) in het overzicht onder aan deze pagi­na opgenomen.
In de meeste gevallen zal dat
48KHZ zijn,
hoewel sommige speciaal geremasterde hoge resolutie audiodiscs kan
96KHZ aangegeven
worden.
De
PCM 48 KHZ indicatie verschijnt ook wan-
neer de functie van de ingang wordt gewijzigd voor analoge bronnen. In dat geval geeft het systeem aan welke sampling frequentie intern wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digi­taal converter die het binnenkomende signaal van een videorecorder, cassettedeck, tuner of andere analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen hoeveel kanalen in de digitale informatie ont­vangen worden en of het digitale signaal onderbroken wordt.
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties
$
in de displayÒstaan. Wanneer een standaard analoog stereo of matrix surround signaal actief is, lichten alleen “L” en “R” op, daar analoge signalen alleen links en rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de sur­round informatie alleen in het linker en rechter kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen hebben, afhankelijk van het programmamateriaal, de uitzendmethode en de manier waarop zij geco­deerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplich­ten als gevolg van het signaal dat ontvangen wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD
Voor inkomende DTS signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende Bitstream Beschikbare Surround Functies
DTS 1/0/.0, 1/0/.1, 2/0/.0, 2/0/.1, 3/0/.0, 3/0/.1, 3/1/.0 or 3/1/.1 DTS, DTS Stereo
DTS 2/2/.0, 2/2/.1, 3/2/.0 or 3/2/.1 DTS, DTS Stereo, DTS+Neo:61, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
DTS 96/24 DTS 96/24, DTS Stereo, DTS+Neo:6*, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
DTS-ES Matrix DTS-ES Matrix*, DTS, DTS Stereo, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
DTS-ES Discrete DTS-ES Discrete*, DTS, DTS Stereo, DTS+Pro Logic IIx Movie*, DTS+Pro Logic IIx Music*
* De Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX, DTS+Neo:6, DTS+Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES matrix, DTS-ES Discrete,DTS Neo:6 (6-kanalen), Logic 7 (7-kanalen), Hall 1 (6-kanalen), Hall 2 (6-kanalen), Theater (6-kanalen) en 7-kanalen Stereo functies zijn alleen beschikbaar wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter kanalen te configureren als
LARGE
(groot) of SMALL(klein). Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer de Surround Achter kanalen voor meerkamer gebruik zijn geconfigureerd.
Inkomend Signaal Beschikbare Surround Functies
Analoog (2-kanalen), Tuner, PCM 32kHz, Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo, Dolby Virtual Speaker 44,1 of 48 kHz Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), Dolby Pro Logic
IIx* (Movie, Music of Game), DTS Neo:6 (3-kanalen Cinema, 5-kanalen Cinema of Music of 6-kanalen Cinema of Music*), Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance; 7-kanalen Cinema, Music of Enhance*), Hall 1 (5- of 6-kanalen*), Hall 2 (5- of 6-kanalen*),Theater (5- of 6-kanalen*), Surround Uit**, 5-kanalen Stereo, 7-kanalen Stereo*, DSP Surround Uit
PCM 96 kHz Dolby Pro Logic II (Movie of Music), Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic IIx* (Movie of Music), Logic 7
(5-kanalen Cinema, Music of Enhance; 7-kanalen Cinema, Music of Enhance*), DSP Surround Uit
* De Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX, DTS+Neo:6, DTS+Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES matrix, DTS-ES Discrete,DTS Neo:6 (6-kanalen), Logic 7 (7-kanalen), Hall 1 (6-kanalen), Hall 2 (6-kanalen),
Theater (6-kanalen) en 7-kanalen Stereo functies zijn alleen beschikbaar wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter kanalen te configureren als
LARGE(groot) of SMALL (klein). Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer de Surround Achter kanalen voor meerkamer gebruik zijn geconfigureerd.
** De Surround Uit functie is alleen beschikbaar voor analoge bronnen of de tuner en alleen wanneer de klankregeling uitgeschakeld is, voor een 'rechte' weergave. In andere gevallen kan de DSP
Surround Uit functie worden gekozen wanneer tweekanalen weergave wordt verlangd.
42 BEDIENING
Bediening
of audionummers op een DVD of ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal op de schijf. De meeste schijven geven deze infor­matie in de vorm van een overzicht of symbool op de hoes.Wanneer een schijf meerdere systemen aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVD-speler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio select’ toets of via een menu op de schijf) om een volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens het afspelen van een DVD. In sommige gevallen zullen de voorproefjes van speciaal mate­riaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veran­deringen in de bitstream en het aantal kanalen detecteren en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron (Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1 bron. Deze functie wordt dan in de display aan­gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen kunnen de indicaties voor de achter surround luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let­ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig­naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen ook om aan te geven wanneer een bitstream onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer een digitale bron zoals een DVD op pauze staat. De knipperende indicaties wijzen erop dat het afspelen is onderbroken door de afwezigheid van een digitaal signaal en niet door een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal hervat worden zodra het afspelen opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func­tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volledig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak­ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen storen, zonder de impact van de digitale bron te beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functieBop de afstandsbediening. Druk ver-
volgens op
/
¤
D
om de gematigde of de volledige compressie (medium of full) van de nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt u op
/
¤
D
tot de aanwijzing
onderin de video display en de display
Ò
D-RANGE OFF.
De Nacht Functie kan ook permanent op het gewenste compressie niveau worden gekozen zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de opties in het
DOLBY menu. Zie pagina 25
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat, zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en wijst niet op een probleem met de AVR of met de bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer op afspelen staat, naar de normale digitale weer­gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat sommige toekomstige digitale formaten niet compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde programma’s en niet alle audionummers op een DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten. Raadpleeg de handleiding van het programma bij uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent automatisch het type digitale surround codering en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kunnen normaal gesproken geen analoge sur­round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3 Stereo, Hall,Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7 worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge­speeld kunnen worden. Zie pagina 38.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt kan een analoge opname NIET worden gemaakt via de Tape uitgangen
3
of Video 17uit­gangen, ook wanneer de bron is verbonden met een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron). Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix' naar Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen door de analoge audio uitgangen met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor­beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden. Bovendien worden de digitale signalen doorge­geven naar de digitale audio uitgangen
A
.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig­nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn gekozen door gestuurd naar de opname uitgan­gen. Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen door recorders aan te sluiten op de uitgangen
Tape Outputs
3
of Video 1 Outputs
P7
.
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op één van de digital audio uitgangen
A
dan kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R, MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk er aan dat alle digitale signalen worden door­gestuurd naar zowel de coax als optisch digitale uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for­maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa­len worden naar optisch omgezet en omgekeerd). Bovendien dient de digitale recorder compatibel te zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno­men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een digitale bron is mogelijk, maar alleen van een PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met elke andere Surround functie worden alleen de front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Gebruik
Wanneer van Harman Kardon (als extra leverbaar) is aangesloten en een geschikte Apple
®
iPod®in is geplaatst,
drukt u op The Bridge DMP
om de iPod als ingang te kiezen zodat u audio, video en stil­staande beelden van de iPod kunt weergeven via uw hoogwaardige audio/videosysteem. Door op
DMP Functie
worden ook de
AVR afstandsbedieningscodes voor de iPod
NEDERLANDS
BEDIENING 43
Bediening
geactiveerd en kunnen tevens de bedieningsor­ganen op de voorzijde voor de bediening van de iPod worden gebruikt. Ook kunt u DMP via het frontpaneel als bron kiezen door herhaal­delijk op Ingangskeuze
%
te drukken tot DMP
in de bovenste regel van de Display
Ò
ver-
schijnt; Ingangsindicatie
licht niet op.
Wanneer The Bridge correct is aangesloten en een geschikte iPod is geplaatst, geeft de bovenste regel in de Display
Ò
aan DMP/
CONNECTED. Zodra die aanwijzing verschijnt,
kunt u de iPod met de toetsen op het frontpaneel bedienen. Zie het functieoverzicht op pagina 58­59 voor een overzicht van de toetsen die ge­programmeerd zijn om de iPod te besturen.
Ook wanneer er geen iPod in The Bridge is geplaatst, zal het menu als aangegeven in afbeelding 30 in beeld komen, alleen kunt u het niet veranderen zolang geen iPod in The Bridge is geplaatst. U navigeert de menu’s van The Bridge met
‹/›
E
om een regel te markeren en u
drukt op Set
F
om die regel te activeren. Met
gaat u naar beneden en met ‹E
naar
boven. Druk op Menu
om naar het voor­gaande niveau in het menusysteem van The Bridge terug te keren.Vergeet niet de afstands­bediening in The Bridge functie te zetten door op
Tape/The Bridge
te drukken.
Afbeelding 30
MUSIC (muziek): via deze regel kunt u audio­materiaal opgeslagen op de iPod navigeren.
PHOTOS/VIDEOS (Foto’s en Video’s): door dit item te kiezen kunt u stilstaande beelden en video’s die zijn opgeslagen op de iPod weerge­ven. Het menu als in afbeelding 31 verschijnt en geeft aan de eigen bediening van de iPod te gebruiken om plaatjes en video’s af te spelen. Ook kunt u in plaats van de iPod-bediening de afstandsbediening van de AVR 247 gebruiken om te navigeren. De beelden verschijnen op het beeldscherm dat op de AVR is aangesloten.
Afbeelding 31
SETTING (instellingen): via deze regel heeft u toegang tot het Settings menu als in afbeelding
32. In dit menu vindt u de functies Shuffle (wille­keurig afspelen) en Repeat (herhalen) van de iPod. Ook kunt u de functie Resume (hervatten) instellen zodat u de weergave later kunt hervat­ten op de plaats waar u eerder was gestopt.
Afbeelding 32
Opmerking: iTunes biedt de mogelijkheid bepaalde selecties in te stellen om altijd of nooit de weergave positie op te slaan, of te verwijde­ren in de Shuffle functie. De instellingen van de AVR 247 hebben geen prioriteit over de instellin­gen van iTunes.
In het kort, Reverse Zoeken, Weergave en
Vooruit Zoeken
P
, plus ⁄/¤/‹/
DE
en SetFkunnen op de gebruike­lijke wijze worden gebruikt voor het navigeren van de iPod. Details over de bediening van een iPod met en een AVR afstandsbedie­ning vindt u in .
Opmerkingen:
• De weergave- en pauzefuncties zijn alleen
beschikbaar wanneer materiaal voor afspelen is gekozen via navigeren in het menusysteem.
• Voor de zoekfunctie de aangegeven toets
indrukken en vasthouden. Door op Voorgaande G te drukken keert de speler terug naar het begin van het lopende nummer. Tweemaal indrukken om naar het begin van het vooraf­gaande nummer te gaan.
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen worden gebruikt voor een beperkt aantal functies van de iPod. Druk op RDS select button
^
voor weergave of pauze van het lopende num­mer. Tuner Keuze
)
is voor achteruit zoeken (linker zijde van de toets) of vooruitzoeken (rech­ter zijde). Druk op Afstembereik
!
om het
menu van de iPod op te roepen. Druk op Preset
Stations Selector
#
om te scrollen en op
Set
@
om te kiezen.
Tijdens het afspelen van een selectie verschijnen de titel, artiest en naam van het album – indien beschikbaar op de iPod – lopend in de bovenste regel van de Display
Ò
op het front. De onder­ste regel geeft links de verstreken tijd, het weer­gave icoon en rechts de resterende tijd.
Daarnaast, wanneer een beeldscherm op de AVR is aangesloten, verschijnt kort een menu met informatie over de status van de iPod en het lopende item. De bovenste regel geeft weer het
weergave icoon, plus rechts de aanduiding ‘Now Playing’ (speelt nu) om u eraan te herinneren dat u de status van het lopende item ziet, afwijkend van een ander menu. Daaronder rechts geeft de AVR het totaal aantal items in de huidige afspeellijst aan (alle materiaal op de iPod worden als één afspeellijst beschouwd) met links het nummer van het lopende item. Titel, artiest en album worden eveneens aangegeven. Onder in beeld staat een grafische balk die de huidige positie in het item aangeeft; de verstreken en resterende tijden verschijnen onder de balk.
Na een korte tijd verdwijnt het menu uit beeld. Deze tijd wordt ingesteld met de full-OSD Time Out instelling in het Systeem Instellingen menu, als beschreven in de paragraaf ‘Bijzondere Functies’. U kunt het Now Playing menu oproepen door op
‹/›
E
te drukken en door de menu’s te navigeren als eerder beschreven.
Opmerking: het wordt dringend aanbevolen de schermbeveiliging die in uw beeldscherm is ingebouwd, te gebruiken om mogelijke schade aan uw plasmascherm of beeldbuis door inbranden te voorkomen. Schade kan ontstaan doordat een menu of stilstaand beeld langdurig in beeld blijft staan.
OPMERKINGEN OVER VIDEOWEERGAVE:
• Voordat videomateriaal kan worden afgespeeld
dat op de iPod is opgeslagen, controleert u het menu Video Instellingen op de iPod en of de TV Uitgang ingeschakeld is. De TV Signaal instel­ling dient op PAL te staan om op het beeld­scherm aan te sluiten. Zet Widescreen (breed­beeld) op On (aan) of Off (uit) afhankelijk van het beeldformaat van uw beeldscherm. Wanneer het afspelen liep op het moment dat de TV instelling werd gewijzigd, kan het nood­zakelijk zijn het menusysteem van de iPod te navigeren en de video voor de nieuwe TV Uitgang instelling opnieuw te kiezen. Hervatten van het afspelen vanuit de Now Playing functie (nu lopend) anticipeert niet altijd op de nieuwe TV instelling. Dat is een functie van de iPod en niet van de AVR 247.
• In de Video functie zijn de menu’s van de iPod
niet zichtbaar in beeld, mogelijk wel in het scherm van de iPod. U kunt de iPod bedienen met de afstandsbediening van de AVR zolang deze in The Bridge functie staat.
• U kunt de in-beeld menu’s van de AVR zien ter-
wijl The Bridge in gebruik is, net als bij elke andere videobron.
44 BEDIENING
Bediening
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt ingesteld met behulp van het testsignaal, als beschreven op pagina 33. In sommige gevallen echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus aan te passen aan de diverse programma’s waar u bekend mee bent.Verder kunnen de weergave niveaus voor de subwoofer en de Stereo functies alleen maar via deze procedure aangepast worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie opmerking hieronder) gekozen te worden. Start vervolgens het door u gekozen programma en stel, met volume
het referentie niveau voor
de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld, drukt u op kanaalkeuze
waarop
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
Ò
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F@en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen
7
of
⁄/¤
D
om het niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET de volumeregelaar, want dit zal de referentie instelling wijzigen.
Druk op de toets instellen
F@, zodra de
wijziging doorgevoerd is en druk vervolgens op de insteltoetsen
7
of
⁄/¤
D
om de loca­tie van zonodig een ander kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om het niveau van de subwoofer aan te passen, drukt u op de instel-
toetsen
7
of
⁄/¤
D
tot de aanwijzing
WOOFER LEVEL in de display
Ò
of op de in-beeld display verschijnt (alleen van toepassing indien de subwoofer geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in de display
Ò
en in beeld verschijnt, op in-
stellen
F@en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn gemaakt en gedurende vijf seconden worden geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel allereerst met volume
ıop een plezierig
geluidsniveau in.
Druk dan op In-BeeldLom het hoofdmenu op te roepen (Afbeelding 1). Druk tweemaal op
¤
D
tot de knop Speaker wit wordt
gemarkeerd. Druk op Set
F
om het menu op
te roepen en nogmaals om de regel
Manual
Configuration (zelf instellen) te active-
ren. Gebruik
⁄/¤
D
om naar de regel Ch
Adjust (kanaal instellen) en druk op Set
F
om het Ch Adjust submenu op te roepen.
Afbeelding 29
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal uitgeschakeld. Op die manier kan ook een exter­ne test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal worden gebruikt. Druk op Set
F
en kies met
⁄/¤
D
de kanalen die u wilt corrigeren. Op
elke kanaal drukt u op Set
F
en vervolgens
stelt u met
‹/›
E
het uitgangsniveau in. Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene­rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis­terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht welke surround functie is gekozen. Gebruikt u een gewone disc met muziek als testsignaal dan kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen­trum kanaal wat zachter zetten of de achter kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus in de oorspronkelijke fabrieksinstelling 0 dB wilt terugzetten, druk dan op
⁄/¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de
regel
RESET markeert en druk op Set
F
.
Nadat de niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om de gewenste niveau instellingen te maken.Wanneer alle instellingen zijn gemaakt, drukt u op
E
zo vaak als nodig is om terug te gaan naar het hoofdmenu om andere instellin­gen te maken. Indien u geen verdere aan­passingen wenst te maken, dan drukt u op de toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon­derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus voor een specifieke functie wenst, kies dan die functie en volg stapsgewijs bovengenoemde instructies. Met de Stereo functies is de hiervoor beschreven procedure de enige manier om de uitgangsniveaus in te stellen, b.v. om de niveaus van Stereo aan de andere aan te passen.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het bekijken van films of videoprogramma’s en met gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterk­te van de display en de indicaties op de voorzijde te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U kunt de displays dimmen als aangegeven op pagina 47, of de lichtsterkte direct met de afstandsbe­diening regelen.
Druk eenvoudig op Dimmer
om het front tot de helft van de normale sterkte te dimmen; nogmaals indrukken om de displays uit te schakelen. Denk er aan dat wanneer de displays gedimd of uitgeschakeld zijn, de blauwe verlich­ting rond Standby/In
2
verlicht blijft om aan
te geven dat de AVR nog aan staat.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlich­ting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar normale sterkte zodra de AVR uit en weer inge­schakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak op Dimmer
als nodig is om weer de norma-
le sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de dis­plays kan de display automatisch weer oplichten zodra een toets op de afstandsbediening of de voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster periode weer te doven. U doet dat door de juiste instellingen te maken op de regel
VFD Fade
Timeout van het SYSTEM SETUP men,
als aangegeven op pagina 47.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveili­ging die de opgeslagen zenders van de tuner en de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa­raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit het stopcontact wordt genomen of wanneer de netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca. 2 weken behouden; daarna dient alle informatie opnieuw te worden ingevoerd.
NEDERLANDS
MEERKAMER GEBRUIK 45
Meerkamer gebruik
Meerkamer
De AVR is uitgerust om als regeleenheid in een compleet meerkamersysteem te fungeren, waarbij een afzonderlijke bron naar een tweede zone in het huis kan worden gestuurd en naar een andere in de centrale kamer kan worden geluisterd.
Wanneer de centrale kamer is geconfigureerd voor 5.1 gebruik, kunnen de Surround Achter Links/Rechts versterkers worden gebruikt voor het sturen van de andere zone, zodat geen extra eindversterkers nodig zijn.
Daarnaast heeft de AVR een aansluiting voor een IR sensor voor de afstandsbediening zodat de bevelen van de afstandsbediening naar de AVR worden overgedragen, terwijl de standaard IR in­/uitgangen ervoor zorgen dat de bevelen uit andere kamers naar geschikte IR gestuurde bron­nen worden gezonden.
Installatie
Hoewel eenvoudige meerkamersystemen door de gemiddelde doe-het-zelver te installeren zijn, is een meerkamer/meerzone systeem doorgaans, waarbij kabels moeten worden getrokken door wanden en de diensten van een goede installateur nodig kun­nen zijn. Ongeacht wie het werk doet, vergeet niet rekening te houden met de plaatselijke voorschrif­ten op dit gebied, zoals de soort bedrading en de wijze van verwerken. Uiteindelijk bent u alleen zelf verantwoordelijk voor de juiste installatie van het meerkamersysteem, overeenkomstig alle relevante codes en regels.
Voor installaties waarvan de Surround Achter ver­sterkerkanalen gebruikt worden voor een andere zone is het belangrijk dat het systeem voor dat type installatie is geconfigureerd. Zie pagina 45.
Meerkamer Opzet
Zodra de audio en IR aansluitingen gerealiseerd zijn, dient de AVR volgens de volgende procedure op meerkamersturing ingesteld wordt.
Druk op In-Beeld
L
om het hoofdmenu
(afbeelding 1) in beeld op te roepen. Druk op
⁄/¤
D
tot de knop Multiroom (meer­kamer) links wit wordt gemarkeerd. Druk op de toets instellen
F
om in het menu
MULTIROOM SETUP (meerkamer opzet -
Afb. 33) te komen.
Afbeelding 33
Zodra het MULTIROOM SETUP menu ver­schijnt, staat de blauwe cursorbalk op de regel
Multiroom. Omdat deze regel gebruikt
wordt om het systeem aan en uit te zetten, advi­seren wij u om hier geen aanpassingen te maken, tenzij u op dit moment het systeem uit wenst te schakelen. Om het systeem in te scha­kelen, drukt u op Set
F
en dan op
zodat ON(aan) wordt gemarkeerd. Wilt u het systeem op dit moment niet inschakelen of door­gaan naar het volgende punt, druk dan eenmaal op
¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de regel
Source (bron) markeert.
Op de Source regel drukt u op Set
F
gevolgd door
‹/›
E
tot de gewenste Audio/Video ingang voor het meerkamer systeem verschijnt. Zodra een keuze is gemaakt, drukt u op Set
F
om de keuze te bevestigen en u gaat
verder naar de regel
Default Volume
(standaard volume) door op ¤D
te drukken.
Op de regel
Default Volume drukt u op
Set
F
en vervolgens op
‹/›
E
of houd deze vast tot het gewenste volume voor het meerkamersysteem is ingevoerd en druk op Set
F
om de instelling te bevestigen. Gebruik NIET de standaard volumeregelaar voor deze instel­ling.
Toewijzen Surround Versterker­kanaal
De AVR is uitgerust met zeven vol vermogen versterkerkanalen voor volledige 7.1-kanaals werking zonder dat daar extra versterkers voor nodig zijn. In sommige systemen echter wilt u misschien de traditionele 5.1 configuratie gebrui­ken voor de centrale kamer, zodat de vrijblijvende surround achter links/rechts versterkers gebruikt kunnen worden voor het sturen van een paar luidsprekers in een andere kamer.
Wilt u de Surround Achter versterkers gebruiken voor een andere kamer, dan dient een instelling in het
MULTIROOM SETUP menu veranderd
te worden. Om die wijziging door te voeren, roept u eerst het menusysteem op door op In-
Beeld
L
te drukken zodat het hoofdmenu
(afbeelding 1) in beeld komt. Druk dan op
¤
D
tot de knop Multiroom wit wordt
gemarkeerd. Druk op Set
F
om het
Multiroom SETUP menu te openen.
Om de instelling te wijzigen zodat de Surround Achter versterkers worden gestuurd door de bron die voor het Meerkamersysteem is gekozen, drukt u op
⁄/¤
D
tot SB Amps (surround achter versterkers) blauw wordt gemarkeerd. Druk op Set
F
en vervolgens op ‹/›E zodat MULTI in blauwe tekst wordt gemar­keerd en druk op Set
F
.
Onthoud dat wanneer deze keuze is gemaakt, u niet langer gebruik kunt maken van de 6.1/7.1 kanaals decoders of bewerkingen en dat de luid­sprekers die voor de andere kamer zijn bestemd, worden aangesloten op de Surround Achter/
Meerkamer Luidspreker Uitgangen
O
. Het volume voor deze luidsprekers wordt ingesteld door het meerkamersysteem, als uitgelegd op pagina 46 in deze handleiding.
Meerkamerbesturing
Bij het bedienen van de AVR vanuit een andere kamer waar een IR sensor is verbonden met
Meerkamer IR Ingang
b
kunt u de hoofd afstandsbediening gebruiken. Om de meerkamer­sturing in te schakelen drukt u op een van de toetsen Ingangskeuze
456
op de
hoofd afstandsbediening. Druk op AVR keuze
5
om het apparaat op de laatst gebruikte bron in te schakelen, of op een van de andere toetsen om naar een bepaalde bron te gaan.
46 MEERKAMER GEBRUIK
Meerkamer gebruik
Zolang als een IR signaal vanuit de andere kamer naar de AVR wordt gestuurd, zal het gebruik van enige toets op de afstandsbediening invloed heb­ben op het volume in de andere kamer
,de
afgestemde frequentie wijzigen
K
, een andere
voorkeurzender kiezen
of het geluid uitscha-
kelen
(muting).
Is de ingang IR meerkamer
U
op de AVR ver­bonden met de IR aansluiting van een geschikte Harman Kardon audiocomponent, zoals een CD, DVD of cassettedeck, dan kunnen de loopwerk­functies van deze apparaten eveneens met de
transport toetsen
P
op beide afstands-
bedieningen worden bestuurd.
Om het systeem vanuit de andere kamer uit te schakelen drukt u op de netschakelaar
0
. Vergeet niet dat de AVR in- en uitgeschakeld kan worden vanuit de andere kamer, ongeacht de status van het systeem in de centrale kamer.
Opmerking: wanneer de tuner als bron voor de andere kamer wordt gekozen zal elke wijziging van de frequentie ook de zender veranderen waar in de centrale kamer naar wordt geluisterd, als ook daar tuner is gekozen. En ook wanneer iemand in de centrale kamer een andere zender opzoekt, zal dit effect hebben op de andere kamer.
Wanneer het meerkamersysteem ingeschakeld is geven de Display
Ò
of de in-beeld display
MULTI O N aan. Druk tweemaal op Set
F
om de instelling te activeren. Wanneer de
MULTI ON/OF (meerkamer in/uit) aanwijzing
op de onderste regel van de in beeld display ver­schijnt, drukt u op Set
F
en dan op
⁄/¤
D
zodat de display verandert in MULTI ON.
Druk weer op Set
F
om de instelling te activeren. Denk er aan dat deze methode kan worden gebruikt om het meerkamersysteem in en uit te schakelen, ook wanneer de AVR in de hoofdkamer in standby staat.
Wanneer het apparaat in standby staat, maar geschikt voor meerkamergebruik, blijft de ver­lichting rond Standby/In
3
blauw en MULTI
ONverschijnt in de Onderste Displayregel
Ò
zelfs wanneer het apparaat in de centrale
kamer uit staat.
Wanneer het meerkamersysteem is ingeschakeld, wordt het volume ingesteld als in het menu aan­gegeven, hoewel het ook via een extra IR sensor kan worden geregeld.
Hoewel wijzigingen in de ingang of het volume in een andere kamer meestal gemaakt worden via een IR sensor in de andere kamer die is ver­bonden met de AVR, is het tevens mogelijk deze instellingen te maken vanuit de centrale kamer. Dat is belangrijk in situaties waar sommige of geen enkele andere kamer een IR sensor bezit of om een kamer te besturen wanneer u daar niet bent.
Naast het gebruik van het
MULTIROOM menu
van de voorgaande pagina, kunt u de bron of het volume in de andere kamer met de afstandsbe­diening wijzigen. Druk op Meerkamer
Q
op
de afstandsbediening en zodra
MULTI
ON/OFF (aan/uit) in beeld verschijnt en in de
Onderste Displayregel
Ò
drukt u op Set
F
en druk dan op ⁄¤NavigatieDen om
te schakelen tussen
MULTI LEVEL (meerde-
re niveaus) of
MULTI INPUT (meerdere
bronnen).
Om de bron van de andere kamer te wijzigen wanneer
MULTI INPUT verschijnt, drukt u
op Set
F
en vervolgens op ⁄¤Navigatie
D
tot de gewenste ingang in-beeld en op de
Onderste Displayregel
Ò
verschijnt. Onthoud dat alleen analoge of PCM bronnen gekozen kunnen worden voor het meerkamersys­teem. Dolby Digital of DTS bronnen zijn niet beschikbaar voor het meerkamersysteem.
Om het volume in de andere kamer te verande­ren drukt u op Set
F
wanneer MULTI
LEVEL verschijnt en u drukt op
⁄¤
NavigatieDom het volume te veranderen.
Denk er aan dat deze volume-instelling het niveau van alle luidsprekers regelt die zijn aan­gesloten op de Surround Achter/Meerkamer
Luidspreker Uitgangen
O
wanneer de Surround Achter versterkerkanalen zijn gecon­figureerd voor meerkamergebruik als aangegeven op pagina 45.
Het meerkamersysteem blijft ingeschakeld, ook wanneer de AVR in de hoofdkamer op standby wordt gezet, door op uitschakelen
0
of op
standby
2
op het frontpaneel te drukken. Om het meerkamersysteem in de hoofdkamer uit te schakelen, zelfs wanneer de AVR op standby staat, drukt u op meerkamer
Q
en daarna op
instellen
F
. Druk op
⁄/¤
D
zodat de
Display
Ò
of in beeld MULTI OFF (meer-
voudig uit) wordt aangegeven.
Zelfs wanneer de AVR uitgeschakeld is (standby) en het meerkamersysteem is uitgeschakeld, kan het op elk moment worden geactiveerd door op
Meerkamer
Q
te drukken.
VIDEO INSTELLINGEN/BIJZONDERE FUNCTIES
47
Video Instellingen
Video Instellingen
De AVR 247 bezit de moderne Faroudja video­processing voor een betere beeldkwaliteit, ook bij oudere videobronnen en bij moderne in-beeld displays. Bij het opschalen van videomateriaal van een lagere resolutie naar een hogere (de AVR 247 schaalt maximaal op naar 720p) voegt de processor pixels aan het oorspronkelijke beeld toe. Soms veroorzaakt het converteren van interlaced video (achtereenvolgende weergave van de even en oneven beeldlijnen) naar progressive-scan video (gelijktijdige weergave van even en oneven beeldlijnen), het opvoeren van de resolutie en de interpolatie van nieuwe pixels vegen of trapjes in rechte lijnen op de overgangen zoals de strepen van de Amerikaanse vlag. Faroudja technici hebben het algoritme ontwikkeld dat de extra pixels de rand volgen, waardoor vegen wordt voorkomen en de opgeschaalde beelden worden verbeterd.
Op de fabriek is de videoprocessor zo ingesteld dat deze automatisch het best mogelijke beeld produceert, rekening houdend met de eigen­schappen van uw beeldscherm en het binnenko­mende videosignaal. Toch kan het zinvol zijn te experimenteren met de instellingen van het Video Setup menu om te zien of het beeld nog verder kan worden verbeterd. Het Video Setup menu heeft een reset functie voor het geval dat u naar de fabrieksinstelling wilt terugkeren of het nogmaals wilt proberen.
Om het Video Setup menu op te roepen drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op te roe­pen en te navigeren naar de knop Video. Druk op Set
F
om het Video Setup menu te ope-
nen, als in afbeelding 34.
Afbeelding 34
Output Format (uitgangsformaat): deze instelling wordt gebruikt om de resolutie van de video-uitgang van de AVR 247 op 576i, 576p of 720p in te stellen.
Wanneer de HDMI Uitgang actief is, is geen 576i signaal beschikbaar. Kiest u de 576i instelling en is uw beeldscherm geschikt voor 720p resolutie, dan kiest de AVR automatisch de hogere resolu­tie. Is het beeldscherm niet geschikt voor 720p resolutie, dan kiest de AVR de 576p instelling.
Wanneer het bronsignaal 1080i of 1080p is, wordt dit ongewijzigd doorgegeven naar de HDMI uitgang maar kunt u dat uitgangsformaat niet kiezen op deze regel, daar opschalen naar die resolutie niet wordt ondersteund. Gebruikt u de Video Monitor Uitgangen dan kunt u 1080p materiaal niet bekijken, maar 1080i signalen worden doorgegeven. In alle gevallen, ook wanneer het bronsignaal 1080i of 1080p is, ver­schijnt de semi-OSD (gedeeltelijk in-beeld) infor­matie niet, ook niet de volumebalk. Full OSD (volledig in-beeld) verschijnt wel, maar met een lagere resolutie.
Viewing Preference (voorkeur beeldinstel­ling): hier kiest u op de fabriek voorgeprogram-
meerde beeldinstellingen die zijn aangepast aan verschillende typen programmamateriaal. U zult merken dat wanneer u de instelling verandert, de Sharpness (scherpte), Brightness (helderheid), Contrast en Color (kleur) instellingen worden gewijzigd. De beschikbare opties zijn CINEMA, SPORT, NATURE en VIVID.
Sharpness (scherpte): de scherpte kan wor­den ingesteld van 0 tot 100 in stappen van 4-5 eenheden. Wij raden u aan deze instelling zo laag mogelijk te houden omdat, anders dan u verwacht, een minder scherp beeld helderder overkomt. Bovendien vraagt extra scherpte ook meer videobewerking wat weer kan leiden tot verminderde synchronisatie met het audio­signaal en visuele bijverschijnselen. Niettemin kan het geen kwaad met deze instelling te experimenteren.
Brightness (helderheid): hiermee wordt het niveau ingesteld dat een zwart beeld geeft. Wij raden u aan de fabrieksinstelling te handhaven hoewel het ook hier geen kwaad kan met deze instelling te experimenteren met behulp van een testsignaal.
Contrast: deze instelling regelt de verhouding tussen wit en zwart in het beeld. Wij raden u aan de fabrieksinstelling te handhaven hoewel het ook hier geen kwaad kan met deze instelling te experimenteren met behulp van een test­signaal.
Color (kleur): deze instelling regelt de sterkte van de kleuren in het beeld en kan worden ingesteld tussen 0 en 100. Kies een instelling waarbij mensen (huidkleur) en objecten er zo natuurlijk mogelijk uitzien. Er is geen aanbe­volen instelling en er is niets tegen experimente­ren.
Reset: wanneer u wilt terugkeren naar de fabrieksinstellingen kiest u deze regel en u drukt op Set
F
.
NEDERLANDS
Bijzondere functies
Bijzondere functies
De AVR 247 is voorzien van een aantal geavan­ceerde functies, die het apparaat extra flexibel maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indi­caties op de voorzijde op volle sterkte branden. U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als beschreven op pagina 44. Nog een andere optie is dat de displays alleen ingeschakeld worden wanneer op een toets op het front of op de afstandsbediening wordt gedrukt en dan na een vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front langzaam te doven, drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu in
beeld op te roepen. Druk op
⁄/¤
D
zodat de
knop
System wit wordt gemarkeerd en druk
op Set
F
om het SYSTEM SETUP (sys-
teem opzet) menu te activeren (afbeelding 35).
Om de display op het front op de fade functie te zetten drukt u op OSD
L
Afbeelding 35
Met het SYSTEM SETUP menu in beeld drukt u op
⁄/¤
D
zodat de blauwe cursor-
balk de regel
VFD Fade Timeout mar-
keert. Druk dan op Set
F
en vervolgens op
‹/›
E
zodat de tijdsduur na het indruk­ken van een toets en het faden van de display die u wenst, verschijnt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in nor­maal gebruik teruggekeerd, dan blijven de dis­plays branden gedurende de gekozen tijd telkens wanneer een toets op het front of op de afstandsbediening wordt ingedrukt. Daarna doven de displays langzaam met uitzondering van de verlichting rond Standby/In
3
die u er aan herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan dat de Fade functie niet werkt wanneer de dis­plays geheel uitgeschakeld zijn met de toets Dimmer als aangegeven op pagina 44.
48 BIJZONDERE FUNCTIES
Wanneer u andere items in het SYSTEM
SETUP menu wilt corrigeren, druk dan op
⁄/¤
D
om de blauwe cursorbalk op het
gewenste item te plaatsen en druk dan op Set
F
om een instelling in een ander menu te maken. Heeft u alle instellingen gemaakt, druk dan weer op In-Beeld
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de posi­tie van de volumeregelaar onthouden. Om een standaard instelling te krijgen die altijd als u het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies)
aan te passen. Druk op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (afb. 1) op te roepen. Druk op
D
tot de cursor in beeld naast
SYSTEM SETUP staat. Om het instellen te
starten drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu (afbeelding 1) in beeld op te roepen. Druk dan op
D
tot de knop System wit
is gemarkeerd. Druk op Set
F
om het
SYSTEM SETUP menu te openen
(afbeelding 35).
Controleer of de blauwe cursorbalk op de regel
Volume Default staat en druk zonodig
op
⁄/¤
D
. Druk dan op SetFgevolgd
door
‹/›
E
zodat het woord ON(aan) in
beeld verschijnt en druk weer op Set
F
om te
bevestigen. Druk dan eenmaal op
¤
D
zodat
de blauwe cursorbalk de regel
Default
Volume Set markeert. Om het startvolume
in te stellen drukt u op Set
F
gevolgd door
‹/›
E
of houd deze vast tot het gewenste
niveau wordt aangegeven op de regel
Default Volume Set en druk op Set
F
om te bevestigen. Gebruik NIET de stan-
daard volumeregelaar voor deze instelling.
Opmerking: omdat de instelling van het volume bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is op het moment dat u de instelling maakt, kan het verstandig zijn de instelling van het volume tevoren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeurige bron, stel het volume met de reguliere volume­regelaar
in. Zodra het door u gewenste volume bereikt is, maakt u een notitie van deze instelling zodra deze op het onderste derde deel van de display
Ò
verschijnt (het typische volume verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB). Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd, maak dan gebruik van toetsen
‹/›
E
om
deze instellingen in te voeren. In tegenstelling tot de andere instellingen in het
hoofdmenu, blijft het standaard ingestelde volume van kracht tot deze in dit menu uitgeschakeld is. Deze instelling blijft derhalve behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
Wanneer u andere items in het menu wilt corrigeren, druk dan op
⁄/¤
D
om de blauwe cursorbalk op het gewenste item te plaatsen. Wilt u geen andere instellingen maken, druk dan weer op In-Beeld
L
om het menusysteem te
verlaten.
Gedeeltelijke in-beeld display
De semi-OSD (gedeeltelijke in-beeld display) plaatst twee regelige aanwijzingen in het onderste derde deel van het beeldscherm zodra volume,ingangs­keuze,surround functie of tuner frequentie dan wel één van de configuratie instellingen worden gewij­zigd. Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat, zodra het volume, de ingangskeuze, de surround­functie of de afgestemde frequentie, of welke andere configuratie instelling dan ook gewijzigd is, in één regel in het onderste deel van het beeld de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display sys­teem is handig omdat het via het beeld informatie over alle wijzigingen en instellingen verschaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn. Het kan echter zijn dat u deze displays soms, voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schakelen. Ook kan de duur dat de informatie in beeld staat worden aan­gepast. Beide opties zijn binnen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem uit te schakelen, dient u binnen het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
35) aanpassingen te maken. Om het instellen te starten drukt u op In-Beeld
L
om het hoofd-
menu op te roepen. Druk op
D
tot de knop
System wit wordt gemarkeerd. Druk op
Set
F
om het SYSTEM SETUP menu te
openen.
In het
SYSTEM SETUP menu controleert u
of de blauwe cursorbalk de regel
Semi OSD
Timeout markeert. Druk zonodig op ⁄/
¤
D
gevolgd door ›
zodat het woord OFF (uit) in beeld verschijnt en druk op SetFom de nieuwe instelling te bevestigen.
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt of de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem uitgeschakeld is,zal de gedeeltelijke in-beeld dis­play de voorkeur houden, zelfs indien dit in de voorgaande luistersessie uitgeschakeld werd.
Om de tijdsduur die de semi OSD display in beeld blijft te veranderen, gaat u naar de regel
Semi
OSD Timeout als eerder beschreven en u
drukt op Set
F
. Druk dan op
‹/›
E
tot de gewenste tijd in seconden wordt aangegeven en druk op Set
F
om de nieuwe instelling te bevestigen. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een per­manente wijziging van de instelling is en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft bestaan, ook als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wanneer u andere items in het menu wilt corrigeren, druk dan op
⁄/¤
D
om de blauwe cursorbalk op het gewenste item te plaatsen. Wilt u geen andere instellingen maken, druk dan weer op In-Beeld
L
om het menusysteem te
verlaten.
Aanpassen van de volledige in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig in­beeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instel­lingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s te vereenvoudigen. De door de fabrikant inge­stelde standaard instelling laat de menu’s, wan­neer gedurende 20 seconden geen activiteit plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een beveiliging om inbranden van de tekst op het beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de duur van het menu in beeld aan de wensen wor­den aangepast.
Om de vervaltijd van het
FULL OSD (volledig
in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies -
Afb. 35). Om het instellen te starten drukt u op In-Beeld
L
om het hoofdmenu op te roepen. Druk op
D
tot de knop System wit wordt gemar-
keerd. Druk op Set
F
om het SYSTEM
SETUP menu te openen.
In het
SYSTEM SETUP menu controleert u
of de blauwe cursorbalk de regel
Full OSD
Timeout markeert en druk zonodig op ⁄/
¤
D
gevolgd door
‹/›
E
tot de gewenste
tijd in seconden wordt aangegeven en druk op
Set
F
om de nieuwe instelling te bevestigen. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een permanente wijzi­ging van de instelling betreft en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de blauwe cursorbalk de gewenste instelling markeert. Zijn er geen andere instellingen meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
om het menusys­teem te verlaten.
Bijzondere functies
BIJZONDERE FUNCTIES/ TUNER 49
NEDERLANDS
Standaard Surround Functie
Bij normaal gebruik zal de AVR zodra een Dolby Digital of DTS digitaal signaal binnenkomt de standaard surround functie kiezen en reageren op de data die op de disc zijn gecodeerd of aan de digitale video uitzending zijn toegevoegd. In de meeste gevallen is dit correct, maar u kunt een andere voorkeur hebben voor een functie bij Dolby Digital of DTS. De AVR kan zo worden ingesteld dat deze op de standaard reageert dan wel de door u gewenste functie inschakelt.
Wilt u de standaard functie kiezen zoals de disc die aangeeft, dan hoeft u niets te doen. Laat de standaard fabrieksinstelling op ON (in) staan.
Om de receiver zo in te stellen dat deze de laatst gebruikte surround functie kiest zodra een Dolby Digital of DTS bron wordt geactiveerd, drukt u op
⁄/¤
D
zodat de blauwe cursorbalk de regel
Default Surround Mode (standaard
surround functie) markeert. Druk op Set
F
gevolgd door
‹/›
E
zodat OFF (uit) ver-
schijnt en de instelling verandert. Druk weer op
Set
F
om de nieuwe instelling te bevestigen. Het apparaat gebruikt nu de laatste functie en niet de functie die de disc aangeeft voor de beide digitale datacodes.
De instelling is niet van toepassing op standaard PCM digitale ingangen of analoge. In die geval­len wordt altijd de laatstegebruikte surround of processor functie voor die ingang toegepast.
Wilt u nog meer instellingen maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de blauwe cursorbalk de gewenste instelling markeert.Wilt u geen verdere instellin­gen maken, druk dan op IN-Beeld Display
L
om het menu te verlaten.
In-Beeld Display Achtergrondkleur
Wanneer het volledige in-beeld menusysteem in gebruik is, verschijnt de standaard display met een egaal blauwe achtergrond met witte karakters. Desgewenst kunt u kiezen voor een egaal zwarte achtergrond als standaard. De instelling kan worden gewijzigd door op OSD
L
te drukken en het MASTER MENU op te
roepen. Gebruik ⁄/¤ D
om naar
ADVANCED te gaan en druk op Set
F
om het ADVANCED SELECT menu te kiezen. Druk weer op
⁄/¤
D
om naar de regel OSD
BACKGROUND te gaan. Zodra BLUEver-
schijnt, komen de volledige In-Beeld menu’s in beeld met een egaal blauwe achtergrond. Druk op
‹/›
E
tot BLACK verschijnt om volledige in-beeld menu’s met een egaal zwarte achtergrond te krijgen.
Deze instelling blijft bewaard ook wanneer de AVR in standby wordt gezet.
Wilt u nog andere instellingen maken, druk dan op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast
BACK TO MASTER MENU (terug naar
hoofdmenu) staat en druk op Set
L
. Wilt u geen andere instellingen meer maken, druk dan op OSD
L
om het menusysteem te verlaten.
Tuner
Gebruik van tuner
De AVR 247 is geschikt voor de ontvangst van MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand worden afgestemd, of worden opgeslagen als voorkeurzenders en weer worden opgeroepen uit een geheugen met een capaciteit voor 30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze
6
op de afstands­bediening om de tuner als ingang te kiezen, of door op de voorzijde op ingangskeuze
%
te drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door direct op MG/FM keuze
!
te drukken.
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze
6
of op
de MG/FM keuze
!
om tussen MG en FM om te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aan­gegeven.
3. Druk op tunerfunctie
I
op de afstands-
bediening of houd FM/MG keuze
!
op het frontpaneel 3 seconden ingedrukt om handaf­stemming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
AUTO in de dis-
play
Ò
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8Jte drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO S T TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
een FM mono zender is afgestemd. Druk nog­maals op de afstemtoetsen om naar de eerstvol­gende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat
MANUAL in
de display
Ò
verschijnt zal de afgestemde fre­quentie bij elke druk één stap omhoog of omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
MANUAL TUNED in de display
Ò
.
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden door eerst op direct
J
te drukken en vervol-
gens met de cijfertoetsen
H
de frequentie van de zender in te voeren. Denk er aan dat voor het invoeren van nummers boven de 100 eerst de ‘1’ en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de eerste ‘0’ wordt automatisch toegevoegd. Wanneer het laatste cijfer van de frequentie ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van de frequentie een verkeerde toets drukken, druk dan op wissen
om de frequentie opnieuw
in te voeren.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit verbeterd door naar mono om te schakelen door op Tunerfunctie
I
op de afstandsbediening
of op Ontvangstbereik
!
op de voorzijde te
drukken. Daarop verschijnt kort
MANUAL in de
display
Ò
en dooft vervolgens.
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen worden opgeroepen via de toetsen op het front­paneel, dan wel via de afstandsbediening. Om een zender in het geheugen op te slaan, stemt u eerst op de zender af door de hierboven beschreven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen
op de afstands-
bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
Ò
.
2. Binnen vijf seconden kiest u met de
cijfertoetsen
H
de positie waarop u de
zender wilt opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
Ò
.
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
H
overeenkomend met de
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen te doorlopen drukt u op voorkeurposities op de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
#
op de afstandsbediening.
50 TUNER
Tuner
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data System), dat op FM radio een breed scala aan informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen gebruikt en is een systeem voor het zenden van zendernamen of netwerkinformatie, een aandui­ding van het programmatype van de zender, tekstboodschappen of muziekspecificaties en de juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk te gebruiken bron voor zowel informatie als amusement. Dit hoofdstuk helpt u het RDS-systeem maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het sig­naal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch de naam van de zender of een programmaservice aan in de display
Ò
.
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan informatie die als aanvulling op de zendernaam verschijnt wanneer voor het eerst op de zender wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de display de naam van de zender, zendgemachtig­de of de oproepletters aangeven. Door op RDS
functies
^te drukken kunt u door de ver-
schillende soorten informatie schakelen, in deze volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de naam van de omroep).
• Zendfrequentie (
FREQ).
• Programmasoort (
PTY) zoals in onderstaand
overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in welk geval de display NONE(geen) aangeeft.
• Radiotekst (
RT) met een specifiek bericht via
de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien de melding langer is dan de 8 posities van de display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30 seconden duren voordat de melding verschijnt. Zodra RT is gekozen, zal het woord
TEXT
(tekst) knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd zal het woord TIME in display knipperen, wanneer
CT(clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle functies.Worden gegevens voor de gekozen functie niet verzonden, dan zal de display
Ò
de aanwijzing NO TYPE, NO TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de moge­lijkheid programmacodes voor de soort program­ma’s (PTY – Program Type) mee te zenden. Deze codes geven het type programma van de uitzen­ding aan. De onderstaande lijst geeft alle PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN RDS)
TRAFFIC (verkeer)
NEWS: nieuws
AFFAIRS: actualiteiten
INFO: algemene informatie
SPORT: sport
EDUCATE: educatief
DRAMA:drama
CULTURE: cultuur
SCIENCE: wetenschap
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
POP : populaire muziek
ROCK: rockmuziek
MOR: middle of the Road-muziek
LIGHT: licht klassieke muziek
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
OTHER M: andere muziek
WEATHER: weerbericht
FINANCE: financiële informatie
CHILDREN: kinderprogramma’s
SOCIAL: sociale zaken
RELIGION: religieuze uitzendingen
PHONE I N: telefoon talkshows
TEST: test
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
LEISURE: hobby en vrije tijd
JAZZ: jazz muziek
COUNTRY: country muziek
NATION: nationale muziek
OLDIES: goud van oud
FOLK M: volksmuziek
DOCUMENT: documentaire
TEST: nood test
ALARM: noodinformatie
Op de volgende wijze kunt u een specifiek programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
^tot de huidige PTY in de
display
Ò
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op voorkeurposities up/down
#of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om te zoeken naar een zender die RDS uitzendt drukt u op voorkeurposities up/down
#
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)K; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen met de gewenste keuze en voldoende sterk is voor kwaliteitsontvangst.
4. De tuner een complete scan van de gehele FM-band en zoekt naar de eerstvolgende zender het gevraagde PTY type èn een acceptabele ont­vangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden, verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende verkeers­informatie uit. Deze zenders kunnen gevonden worden door
TRAFFIC (verkeer) te kiezen,
een optie onder
NEWS (nieuws) in het over-
zicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt tijdens het zoeken.
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 51
De AVR 247 is voorzien van een krachtige afstandsbediening, die niet alleen de functies van de receiver bedient, maar tevens de meest gang­bare merken audio en video apparatuur, inclusief CD-spelers,TV-systemen, kabelsystemen,VCR’s (videorecorders) satellietontvangers en andere thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal is geprogrammeerd met de codes voor de door u gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de meeste andere afstandsbedieningen te laten ver­vallen en te vervangen door slechts één, univer­sele afstandsbediening.
Programmeren Afstandsbediening met Codes
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram­meerd voor alle AVR functies, plus die voor de meeste Harman Kardon CD-wisselaars, DVD-spe­lers, CD-spelers en cassettedecks, plus die voor het navigeren van de Apple iPod. Bovendien kunt u, door één van de onderstaande methoden te vol­gen, de afstandsbediening programmeren op een groot aantal apparaten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstands­bediening te programmeren op verschillende producten:
1. Gebruik de tabellen in de afzonderlijke code­lijst om de driecijferige code of codes voor zowel het type product (b.v. TV, VCR) als voor de merk­naam. Vindt u meer dan één nummer is voor een apparaat, probeer dan de verschillende mogelijk­heden.
2. Schakel het apparaat in dat u in de afstands­bediening van de AVR wilt programmeren.
3. Druk op ingangskeuze
4
voor het type
product dat u wilt programmeren en muting
en houd beide vast. Zodra de
programma
2
amber wordt en knippert laat u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen 20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programme­ren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u program­meert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft als bevestiging van de invoer.
b.Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferi­ge code in tot het apparaat wel uitschakelt. Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
en zie dat de rode indica­tie onder de ingangskeuze driemaal knippert en dooft om de invoer te bevestigen.
5. Wanneer het inschakelen van het te program­meren apparaat niet lukt via de afstandsbedie­ning, volg dan onderstaande stappen (max. 20 seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3 worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de
cijfertoetsen
H
en druk weer op de
ingangskeuze
4
. Druk op een willekeurige transportfunctie die op afstand kan worden bediend, b.v. pauze of weergave
P
. Wanneer het apparaat dat u programmeert nu werkt is de juiste code ingevoerd.
b.Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a hierboven met het volgende driecijferige code­nummer in de tabel voor dat merk en type pro­duct, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening uit, om er zeker van te zijn dat het product goed werkt. Bedenk dat vele fabrikanten een aantal verschillende combinaties gebruiken, het is daar­om een goed idee niet alleen te controleren of het commando voor inschakelen, maar ook of volume, kanaal en transport naar behoren werken.Als de functies niet goed werken heeft u waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele inge­voerde code reageert, de gezochte code niet in de tabellen voorkomt, of niet alle functies correct werken, probeer dan de afstandsbediening te programmeren met Automatisch Zoeken.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbedie­ning met een Harman Kardon CD Recorder.
Af fabriek is de afstandsbediening geprogram­meerd voor het bedienen van Harman Kardon CD­spelers.Tevens kunnen de meeste functies van de Harman Kardon CD-recorders (zie functieoverzicht op pagina 54-55) nadat de code ‘002’ wordt inge­voerd op CD keuze
4
als eerder beschreven. Om terug te keren naar de CD speler besturing dient de code ‘001’ ingevoerd te worden.
Automatisch Zoeken
Wanneer het apparaat dat u in de afstandsbedie­ning van de AVR wilt opnemen niet in de tabellen voorkomt of deze niet correct lijkt te werken, kunt u proberen de juiste code te programmeren met Automatisch Zoeken. Merk op dat de automati­sche zoekmethode uitsluitend werkt voor appara­ten met een op afstand bediende aan/uit-functie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op de afstandsbediening van de AVR aan.
2. Druk de ingangskeuze
4
voor het bedoel-
de product (b.v. VCR, TV) en de muting
gelijktijdig in. Zodra de programma 2amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbedie­ning van de AVR op het apparaat dat u wilt pro­grammeren en u drukt op
D
en houdt deze
vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie
onder ingangskeuze4knippert een reeks codes uit de ingebouwde database van de afstandsbediening uitgezonden. Zodra het appa­raat dat geprogrammeerd moet worden uitschakelt laat u toets
D
los. Denk er aan dat het een paar minuten kan duren voordat de juiste code is gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat uitschakelt, dan wordt de juiste code weer ‘over­schreven’, doe daarom een test: schakel het appa­raat weer in en, terwijl de ingangskeuze
4
rood oplicht drukt u eenmaal op ⁄D
en dan
ook eenmaal op
¤
D
. Schakelt het apparaat nu uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder
ingangskeuze
4
nog brandt meermaals (niet
vasthouden) op
¤
D
om terug te gaan door de codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening om er zeker van te zijn dat het product werkt. Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal verschillende codecombinaties gebruiken, en het is goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat volume, kanaal en transport goed werken. Als niet alle functies goed werken, kunt u de automatische zoekmethode gebruiken om een andere code te zoeken, of om een code direct in te voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automati­sche zoekmethode, is het altijd goed om de exacte code te kennen, zodat deze zonodig later gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd. U kunt ook de codes uitlezen om te controleren welk apparaat geprogrammeerd is op een specifieke keuzetoets.
1. Druk de ingangskeuze
4
voor het be-
doelde product (b.v. VCR, TV) en de muting
gelijktijdig in. Zodra de programma 2amber wordt en knippert, laat u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen 20 seconden uit.
2. Druk op instellen
F
. De indicatie pro-
gramma
2
knippert groen in een tempo dat overeenkomt met de driecijferige code, met steeds één seconde pauze tussen de cijfers.Tel het aantal knipperingen tussen de pauzes om de code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1, tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen driemaal knipperen staat voor ‘0’.
Programmeren afstandsbediening
52 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Programmeren afstandsbediening
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een pauze van één seconde, met daarop zes maal knipperen, gevolgd door een pauze van één seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven de code 164 aan. Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID3/TV __________
VID2/CBL/SAT ______________________
TAPE ______________________________
VID4 ______________________________
Programmeren met macro’s
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte combinaties van bevelen vastleggen en met één druk op een knop van de afstandsbediening van de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan een macro maximaal 19 verschillende codes van de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem in te schakelen, bronnen te veranderen, en andere veelgebruikte handelingen uit te voeren. De AVR afstandsbediening kan maximaal vijf verschillende macro combinaties opslaan, één in combinatie met de netschakelaar
3
, en vier andere die
toegankelijk zijn via de toets macro
.
1. Begin het programmeren door tegelijkertijd op
mute
te drukken en op de macrodie
u wilt programmeren, of op netschakelaar
3
. Merk op dat de laatst gebruikte toets
ingangskeuze rood zal oplichten en programma
2
knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door op de toets voor het bedoelde bevel te drukken. Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan bestaan, telt elke handeling, ook het omschake­len naar een ander apparaat, als een stap
Programma
2
knippert tweemaal groen ter
bevestiging elke toetsdruk tijdens het invoeren. Opmerking: druk voor het invoeren van een
inschakelbevel van een apparaat tijdens het invoeren van een macro op muting
.
Druk NIET op inschakelen
3
.
• Vergeet niet de juiste ingangskeuze
4
in te drukken voordat u naar een ander apparaat omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze
5
zolang deze niet rood oplicht en AVR functies worden geprogrammeerd.
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie
9
om de bevelen op te slaan.
De rode indicatie onder de ingangskeuze
4
5
knippert en dooft, waarop Programma
2
tweemaal groen knippert als teken dat de
macro geprogrammeerd is.
Voorbeeld: om de Macro 1
toets te pro­grammeren zodat de AVR, TV en een sat-ontvan­ger worden ingeschakeld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
en op
muting
en laat deze los.
• Denk er aan dat de programma
2
amber
zal knipperen.
• Druk op AVR keuze
5
.
• Druk op muting
om het inschakelen van
de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze
4
om de
volgende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting
om het inschakelen van
de TV op te slaan.
• Druk op VID 3 ingangskeuze
4
om de volgende stap – SAT-ontvanger inschakelen – in te voeren.
• Druk op muting
om het inschakelen van
de SAT-ontvanger op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger
9
om het proces af te ronden en de macro op te slaan. Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
drukt.
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
en op de toets
macro
waarop de bevelen die u wilt wissen
zijn opgeslagen.
2. Denk er aan dat Programma
2
amber knippert en dat de rode LED onder de laatst gebruikte ingangskeuze
45
op zal lichten.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lager
A
.
4. De rode LED onder de ingangskeuze dooft en de programma
2
wordt groen, knippert
driemaal en dooft.
5. Zodra de programma
2
dooft is de macro
is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is geprogrammeerd op de codes van andere appa­raten, drukt u op de juiste ingangskeuze
4
om de afstandsbediening om te schakelen van bediening van de AVR naar het andere product. Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze kort oplichten, om aan te geven dat de bediening op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoe­ven de toetsen niet altijd overeen te komen met de functie die op de afstandsbediening of toets staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere toetsen veranderen van functie en corresponderen met de secundaire indicatie op de afstandsbedie­ning. Voorbeeld: de sluimer- en surround functie­toetsen fungeren ook als programma hoger/lager
toetsen bij de bediening van een TV-toestel, videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet. Raadpleeg dan de tabel op pagina 54-55 om te zien welke functie een toets bedient. Kies in de tabel eerst het type apparaat dat u bedient (b.v. TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding van de afstandsbediening op pagina 54. Om het gemakkelijk te maken zijn de toetsen genum­merd.
Om er achter te komen welke functie een toets voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het nummer van de toets in het Functie Overzicht en dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u bestuurt. Bijvoorbeeld, toets nummer 44 is de ‘Direct’ toets voor de AVR, maar is ook de toets ‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietontvanger set-top boxen. Toets nummer 30 is de vertraging voor de AVR, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er aan dat de nummers die gebruikt wor­den om de toetsfuncties te beschrijven als hier­boven en op pagina 54, bedoeld zijn om aan te geven hoe een toets een aantal andere nummers kan besturen, dan die welke in de rest van deze handleiding gebruikt worden om de toetsfuncties van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstandsbediening van de AVR met andere apparaten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets gebruiken voor dezelfde productcategorie. Daarom is het belangrijk dat u controleert of de code die u heeft ingevoerd wel op alle functies werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken, controleer dan of er een andere code is die meer functies kan besturen.
• Afhankelijk van merk en type is het mogelijk dat de functies zoals opgesomd in het functie overzicht, niet overeenstemmen met het juiste commando voor een functie, terwijl het apparaat op het commando reageert. In dat geval is het verstandig de reactie van het apparaat te noteren op dezelfde regel van de tabel, of een aparte notitie te maken.
• Wordt een toets ingedrukt op de afstands­bediening van de AVR, dan moet de rode indica­tie onder de ingangskeuze
45
vóór het te bedienen product kort knipperen. Knippert het echter wel voor sommige, maar niet voor alle functies van een bepaald product, betekent dat NIET dat er een probleem is met de afstands­bediening, maar dat er geen functie geprogram­meerd is voor de toets die ingedrukt werd.
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 53
Programmeren afstandsbediening
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden geprogrammeerd om volume hoger/lager
en mutingvan zowel de TV als de AVR in combinatie met elk apparaat dat door de af­standsbediening wordt bestuurd. Voorbeeld: daar de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig zijn het volume van de AVR te regelen, hoewel de afstandsbediening is omgeschakeld op de TV. Zowel de volumeregeling van de AVR als van de TV kan gecombineerd worden met elk van de op afstand bestuurde apparaten.
Om de afstandsbediening van de volumeregelaar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op de ingangskeuze
4
voor het apparaat dat u aan de volumeregelaar wilt koppelen en muting
tot de rode indicatie
onder de ingangskeuze
4
op lichte en merk
op dat programma
2
amber knippert.
2. Druk op volume hoger
en merk op dat
programma
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangs-
keuze
4
, afhankelijk van welke volumerege-
ling u wilt koppelen aan het doorschakelen. De
programma
2
knippert driemaal groen en
dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR te activeren ondanks het feit dat deze geschakeld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op
Video/TV
en muting. Vervolgens
drukt u op Volume hoger
, gevolgd door
AVR keuze
5
.
Opmerking: wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke configuratie van de afstandsbe­diening na een doorschakeling van het volume geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze stappen. U dient echter dezelfde ingangskeuze te gebruiken in de stappen één en drie.
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de kanaalfunctie van de toetsen sluimer
9
en surround
A
voor TV, kabel of satelliet gebruikt kan worden in combinatie met één van de andere apparaten die op afstand worden bestuurd. Voorbeeld: bij het besturen van de VCR wilt u wellicht een ander kanaal kiezen op de kabel- of satellietaansluiting zonder eerst van de afstandsbediening van het andere apparaat te hoeven terugschakelen naar bediening van de AVR. Om de afstandsbediening te programmeren op doorschakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze stappen:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het apparaat waaraan u de kanaalkeuze wilt koppelen en op muting
tot de rode indicatie onder de
ingangskeuze oplicht en de programma
2
knippert in amber.
2. Druk op volume lager
en merk op dat
programma
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppe-
len aan het doorschakelen. De programma
2
knippert driemaal groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veran­deren terwijl de afstandsbediening op de VCR is geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
4
en op muting. Laat de
toetsen los en druk op volume lager
,
gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
4
.
Opmerking: om de doorschakeling van de kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelijke configuratie weer te kunnen gebruiken, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op dezelfde
ingangskeuze in de stappen één en drie.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan gepro­grammeerd worden zodat de transportfuncties
P
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit, pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in samenhang met de andere functies zullen wer­ken met een van de andere apparaten die door de afstandsbediening worden bestuurd. Voor­beeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder het apparaat dat voor de afstandsbediening van de AVR is gekozen te moeten veranderen. Om de afstandsbediening te programmeren op transport doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op ingangskeuze
4
voor het apparaat waaraan u het transport wilt koppelen en op muting
tot de rode indicatie onder
de ingangskeuze oplicht en de programma
2
knippert in amber.
2. Druk op weergave
P
. De programma
2
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
5
of op ingangskeuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppelen
aan het doorschakelen. De programma
2
knippert driemaal groen en dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler te besturen terwijl de afstandsbediening op de TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze
4
en op muting.
Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave
P
, gevolgd door de CD ingangskeuze4.
Opmerking: om de transport doorschakeling te
verwijderen en naar de oorspronkelijke configuratie terug te keren, herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op VID 2/TV
ingangskeuze in stap 1 en 3.
Opmerking: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert, eerst controleren of de programmering nodig voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of satellietontvangers is uitgevoerd.
Resetten van het geheugen van de afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een home theater systeem, zult u soms de afstands­bediening geheel opnieuw willen programmeren om verwarring van bevelen, macro’s of door­schakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen. U doet dat door de afstandsbediening in de oorspronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten. Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen worden gewist en alles opnieuw moet worden ingevoerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’Htot de programma
indicatie
2
amber knippert.
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze
4
dooft en de programma2stopt met knippe­ren en wordt groen.
4. De programma
2
blijft groen tot de afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat dit even kan duren, afhankelijk van het aantal beve­len dat in de afstandsbediening zijn opgeslagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma
2
dooft is de afstandsbediening teruggezet in de fabrieks­instelling.
54 FUNCTIE OVERZICHT
Functie overzicht
No. Toets AVR Functie DVD CD/CD-R Tape
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Mute Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit 4 AVR AVR AVR AVR AVR 5 DVD/ DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CD CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
6 Tape/ Tape Tape Tape Tape
The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP)
The Bridge (DMP)
7 HDMI1/ HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1
HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 8 VID 1 (VCR) Video 1 VCR VCR VCR 9 VID 2 (Kabel/SAT) Video 2 Kabel/SAT Kabel/SAT Kabel/SAT
10 VID 3 (TV) Video 3 TV TV TV 11 VID 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 12 MG/FM Tuner Tuner Tuner Tuner 13 6/8 Kanalen 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 14 Sluimer/Kan+ Sluimer 15 Test Tone Testsignaal 16 T/V TV/DVD of V.Uit Ingangskeuze 17 Volume
Volume
Volume
Volume
18 Surround/Kan– DSP Surround Functie Disc Menu of Titel CDR 19 OSD OSD In-Beeld Display 20 M-ROOM M-ROOM HD 21 Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ 22 Kanaal/Overzicht Kanaal Fijnregeling Titel of Disc Menu Continu Afspelen 23 Luidspreker/Menu Luidspreker Opzet Menu of Setup Intro Scan 24 Verplaatsen/ Correctie Hoger Hoger 25 Verplaatsen/ Correctie Links Naar Links 26 Set Set Enter 27 Verplaatsen/ Correctie Rechts Rechts 28 ¤ Verplaatsen/ Correctie Lager Lager 29 Digital/Exit Digitale Ingangskeuze Open/Dicht 30 Vertr./Vorig kanaal Vertraging Instellen Terug of Status Open/Dicht 31 1 1111 32 2 2222 33 3 3333 34 4 4444 35 5 5555 36 6 6666 37 7 7777 38 8 8888 39 Tun-M Tuner Hoofdstuk+ of Zoom Herhalen 40 9 9999 41 0 0000 42 Memory Geheugen Audio of Overzicht Tijd 43 Tuning Up Afstemmen Hoger Volgend Hoofdstuk Nummer Kiezen 44 Direct Tuner Direct Camerapositie Willekeurig 45 Clear Wissen Wissen Wissen 46 Preset Voorkeuze Hoger Vertraagd Vooruit +10 47 Tuning ¤ Afstemmen Lager Vorig Hoofdstuk Nummer Verder 48 Tone Klankregeling Programma 49 RDS RDS 50 Preset ¤ Voorkeuze terug Vertraagd Achteruit 51 M1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 52 M2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 53 M3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 54 M4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 55 Dolby Surround Dolby Functies 56 DTS SURR DTS Digitale Functies 57 DTS Neo:6 DTS Neo:6 58 Night Nachtfunctie Ondertitels In/Uit CDP 59 Logic 7 Logic 7 60 Stereo Stereo 61 Skip ¤ Skip – (DVD) Stap – Skip – 62 Skip Skip + (DVD) Stap + Skip + 63 Dim Dimmer 64 Rewind Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken Terugspoelen 65 Play Weergave (DVD) Weergave Weergave Achteruit en Vooruit Afspelen 66 Fast Forward Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken Snel Doorspoelen 67 Record Opname Opname/Pauze 68 Stop Stop (DVD) Stop Stop Stop 69 Pause Pause (DVD) Pauze Pauze
NEDERLANDS
FUNCTIE OVERZICHT 55
Functie overzicht
No. Toets VCR (VID 3) TiVo (VID 1) CBL (VID 2) SAT (VID 2) TV (VID 1) (DMP) HDMI 1/2
1 Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen Inschakelen 2 Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen Uitschakelen 3 Mute Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit Geluid Uit 4 AVR AVR AVR AVR AVR AV R AV R AVR 5 DVD DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CD CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
6 Tape/ Tape Tape Tape Tape Tape Tape Tape
The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP) The Bridge (DMP)
7 HDMI1/ HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1 HDMI1
HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 HDMI2 8 VID 1 (VCR) VCR VCR VCR VCR VCR VCR VCR 9 VID 2 (Kabel/SAT) Kabel/SAT Kabel/SAT Kabel SAT Kabel/SAT Kabel/SAT CBL/SAT
10 VID 3 (TV) TV TV TV TV TV TV TV 11 VID 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 Video 4 12 MG/FM Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner Tuner 13 6/8 Kanalen 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 6/8 Kanalen Ingang 14 Sluimer/Kan+ Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + Kanaal + 15 Test Tone 16 T/V TV/VCR TV Ingang TV/Kabel TV/SAT TV/VCR TV/Video 17 Volume
Volume
Volume
Volume
Volume
Volume
18 Surround/Kan– Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – Kanaal – 19 OSD In-Beeld Menu Live TV In-Beeld Menu In-Beeld Menu In-Beeld Menu In-Beeld Menu 20 M-ROOM 21 Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ Volume ¤ 22 Kanaal/Overzicht Overzicht Info/Overzicht Info/Overzicht Overzicht 23 Luidspreker/Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu Menu 24 Hoger Hoger Hoger Hoger Hoger Hoger 25 Links Links Links Links Links Scroll – Links 26 Set Enter Keuze Enter Enter Enter Keuze Set/Enter 27 Rechts Rechts Rechts Rechts Rechts Scroll + Rechts 28 ¤ Lager Lager Lager Lager Lager Lager 29 Digital/Exit Terug/Exit 30 Vertr./Vorig kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal Vorig Kanaal 31 1 111 1 1 1 32 2 222 2 2 2 33 3 333 3 3 3 34 4 444 4 4 4 35 5 555 5 5 5 36 6 666 6 6 6 37 7 777 7 7 7 38 8 888 8 8 8 39 Tun-M 40 9 999 9 9 9 41 0 000 0 0 0 42 Memory 43 Tune Up Laten Vervallen Laten Vervallen Sluimer 44 Direct FAV/Camerapositie FAV FAV/Camerapositie 45 Clear Wissen Wissen Volgende 46 Preset Alt 47 Tune ¤ 48 Tone 49 RDS 50 Preset ¤ 51 M1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 Macro 1 52 M2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 Macro 2 53 M3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 Macro 3 54 M4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 Macro 4 55 Dolby Surround 56 DTS SURR 57 DTS Neo:6 58 Night 59 Logic 7 60 Stereo 61 Skip ¤ Scan – Miniaturen Lager Skip – (DVD) Skip – (DVD) Skip – (DVD) 62 Skip Scan + Miniaturen Hoger Skip + (DVD) Skip + (DVD) Skip + (DVD) 63 Dim 64 Rewind Terugspoelen Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken (DVD) Achteruit Zoeken (DVD) Skip – /Achteruit Zoeken Achteruit Zoeken 65 Play Afspelen Afspelen Afspelen (DVD) Afspelen (DVD) Afspelen (DVD) Afspelen Afspelen 66 Fast Forward Snel Doorspoelen Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken (DVD) Vooruit Zoeken (DVD) Skip + /Vooruit Zoeken Vooruit Zoeken 67 Record Opname Opname Opname 68 Stop Stop Vertraagd Stop (DVD) Stop (DVD) Stop (DVD) Stop 69 Pause Pauze Pauze Pauze (DVD) Pauze (DVD) Pauze (DVD) Pauze Pauze
56 PROBLEMEN
Problemen
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan de oorzaak liggen in een foutieve werking van het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal drie minuten voordat u deze weer in het stop­contact steekt. Controleer nu de werking van het apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van de AVR inclusief alle instellingen van de tuner, uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de gegevens voor luidsprekercombinaties, ver­wijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
2
.
Druk dan op Klankregeling in/uit
8
en houd
deze drie seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er aan dat u op deze manier het geheugen heeft gewist en dat alle systeem configuraties, instellingen en zenders opnieuw moeten worden ingesteld.
Opmerking: het resetten van de processor zal alle instellingen die u heeft gemaakt wissen: uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uit­gangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van de digitale ingangen en de opgeslagen radio­zenders. Na het resetten keert het apparaat terug in de fabrieksinstelling en moeten alle instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet goed, dan kan een elektrische ontlading er verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon technische dienst.
SYMPTOOM OORZAAK OPLOSSING
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning • Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar1wordt ingedrukt • Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal • Controleer alle aansluitingen geluid en geen beeld Muting ingeschakeld • Druk op muting
• Volume is geheel teruggedraaid • Draai het volume omhoog
Geen enkele luidspreker werkt; • Versterker beveiliging actief, kortsluiting • Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting lichtnetindicatie rood • Versterker beveiliging actief, intern probleem • Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of • Verkeerde surround functie • Kies een andere functie dan stereo centrum luidsprekers • Monosignaal • Er is geen surround informatie bij mono bronnen
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
• Verkeerd geconfigureerd • Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal • Sommige surround functies creëren geen achter kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening • Vervang batterijen de afstandsbediening • Verkeerde apparaat gekozen • Druk op AVR
5
• Sensor afstandsbediening Úgeblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt door een voorwerp of meubel
Intermitterende brom in de tuner • Lokale interferentie • Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische apparaten
Indicatie in kanaalaanduiding • Digitale audiosignaal pauzeert • Hervat weergave DVD knippert
$
display en audio stopt • Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
wordt gestuurd
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS 57
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo Continu nominaal vermogen (FTC)
65 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz, @ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
7 kanaals surroundfuncties Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen: 50 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal: 50 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround (L & R Zijkant, Achter) kanalen: 50 watt per kanaal, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau) 200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A) 100 dB
Surround overspraak
Analoge opname 40 dB (Pro Logic, enz.) Dolby Digital (AC-3) 55 dB DTS 55 dB
Frequentiebereik
@ 1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous Current Capability (HCC) + 35 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM) Onmeetbaar
Stijgtijd 16 µsec
Slew rate 40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik 87,5 – 108 MHz Bruikbare gevoeligheid IHF 1,3 µV / 13,2 dBf Signaal/ruis-afstand Mono/stereo: 70/68 dB (DIN) Vervorming Mono/stereo: 0,2/0,3% Stereo kanaalscheiding 40 dB @ 1 kHz Selectiviteit ±400 kHz: 70 dB Spiegelonderdrukking 80 dB MF onderdrukking 90 dB
MG tuner
Afstembereik 522 – 1620 kHz Signaal/ruis-afstand 45 dB Bruikbare gevoeligheid kamerantenne: 500 µV Vervorming 1 kHz, 50% mod.: 0,8% Selectiviteit ±10 kHz: 30 dB
Video gedeelte
Videosysteem PAL/NTSC Ingangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm Uitgangsniveau/impedantie 1 Vtt / 75 ohm
Video Frequentiebereik (Composiet en S-Video) 10 Hz–8 MHz (–3 dB) Video Frequentiebereik (Component) 10 Hz–100 MHz (–3 dB)
Algemeen
Lichnetspanning AC 220 – 240 V / 50 Hz Opgenomen vermogen 65 W rust, 540 W maximum
(7 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm Hoogte 165 mm Diepte 382 mm Gewicht 13,6 kg
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen. Hoogte inclusief voetjes en chassis. Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon, The Bridge en Logic 7 zijn geregistreerde handelsmerken van Harman International Industries, Incorporated.
is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
* Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. ‘Dolby’, ‘Pro Logic’ en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“DTS”, “DTS ES”,“Neo:6” en “96/24”zijn handelsmerken van DTS, Inc.
SA-CD is een handelsmerk van Sony Electronics, Inc.
Blu-Ray Disc is een handelsmerk van de Blu-ray Disc Association.
Apple en iPod zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Cirrus is een geregistreerd handelsmerk van Cirrus Logic Corp.
** Zonder ingangscompensatie en uitgangsisolatie netwerken.
Faroudja en DCDi by Faroudja zijn handelsmerken van Genesis Microchip, Inc.
HD-DVD is een handelsmerk van de DVD Format/Logo Licensing Corporation (DVD FLLC). HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
In dit product is technologie verwerkt ter bescherming van het auteursrecht die op zijn beurt wordt beschermd door bepaalde Amerikaanse patenten en andere rechten op het intellectuele eigendom van Macrovision Corporation en andere rechthebbenden. Het gebruik van deze beveiliging van het auteursrecht dient door Macrovision te worden geautoriseerd en is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik en kijken in beperkte kring, tenzij anderszins geautoriseerd door Macrovision Corporation. Ongedaan maken of verwijderen is verboden.
58 BIJLAGE
Bijlage - Werkblad instellingen
Aanhangsel – Standaard Instellingen, werkbladen, codes afstandsbediening
Tabel A1 – Standaard Instellingen Ingangen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge/ CD Tape Tuner 6-/8-
DMP Kanalen
Title I
NT.TUNER
Video In Comp V 1 HDMI 1 HDMI 2 Comp V 2 Comp V 3 Composiet Composiet The Bridge Comp V1 Comp V1 Comp V1 Comp V1
DMP
Audio In Coax 1 HDMI 1 HDMI 2 Analog Optical 1 Analog Analog Analoog Analog Analog Analoog Analoog
(The Bridge/DMP)
(Tuner) (6-/8-Channel)
Auto Schakel. Aan Uit Uit Aan Aan Aan Aan Uit Aan Aan Uit Uit
Surround Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Logic 7 Functie
7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek 7-Ka. Muziek
De aangegeven instelling is de aanbevolen surround functie voor PCM en Analoge audiobronnen.
Tabel A2 – Standaard Luidspreker/Kanaal Instellingen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge CD Tape Tuner 6-/8-
/DMP Kananlen
Bass Manager: Global
Links/Rechts Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Center Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Surround Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Surround Achter Luidspreker Grootte Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Klein Groot
Subwoofer Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub Sub
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Center Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Surround Luidspreker Wisselfilter 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz 100 Hz n.v.t.
Subwoofer Wisselfilter Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts Links/Rechts n.v.t.
Tabel A3 – Standaard Instellingen Vertraging
Luidsprekerpositie Afstand Luisprekers tot Luisterpositie Instelling Vertraging
Front Links 3,0 meter
Center 3,0 meter
Front Rechts 3,0 meter
Surround Rechts 3,0 meter
Surround Links 3,0 meter
Subwoofer 3,0 meter
A/V Sync Vertraging 0 ms
NEDERLANDS
BIJLAGE 59
Bijlage - Werkblad instellingen
Tabel A4 – Instellingen Ingangen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge/DMP CD Tape Tuner 6-/8 Kanalen
Titel Video Ingang Audio In The Bridge/DMP Tuner 6-Kanalen Auto Schakelen --- --- --­Surround Functie
+
Klankregeling Laag Hoog
Tabel A5 – Luidspreker/Kanalen Instellingen
Bron DVD HDMI 1 HDMI 2 Video 1 Video 2 Video 3 Video 4 The Bridge/DMP CD Tape Tuner 6-/8 Kanalen
††
Links/Rechts Luidspreker Grootte n.v.t.
Center Luidspreker Grootte n.v.t. Surround Luidspreker Grootte n.v.t.
Subwoofer n.v.t.
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter
n.v.t.
Center Luidspreker Wisselfilter
n.v.t.
Surround Luidspreker Wisselfilter
n.v.t. Subwoofer Wisselfilter n.v.t. Links/Rechts Niveau
†††
Center Niveau
†††
Surround Niveau
†††
Surround Achter Kanaal Niveau
Subwoofer Niveau
†††
††
De 6/8-kanalen ingang is een ‘directe’ ingang wat wil zeggen dat de signalen direct naar de volumeregelaar gaan zonder bass management bewerking. Op die manier zijn de luidspreker grootten altijd breedband en is
het niet mogelijk de grootte of het wisselfilter in te stellen.
†††
Opmerking: de kanaalniveaus variëren afhankelijk van surround functie en minder van het type bron.
Tabel A6 – Codes Afstandsbediening
Bron Product Type (aankruisen of invullen) Code Afstandsbediening
Video 1 VCR, PVR Video 2 Kabel, Satelliet Video 3 TV Video 4 TV DVD DVD CD CD, CDR Tape Cassette HDMI 1 DVD, VCR, PVR, Kabel, Satelliet HDMI 2 DVD, VCR, PVR, Kabel, Satelliet
Tabel A7 – Systeem Instellingen
Eigenschap Standaard Instelling Uw Instelling
VFD Fade tijd Uit Standaard Volume Uit Vol standaard Instelling -25dB Semi OSD tijdsduur 5 seconden Volledig OSD tijdsduur 20 seconden Standaard Surround Functie
Aan
Auteursrecht © by Bitstream, Inc.Alle rechten voorbehouden. Bitstream Vera is een handelsmerk van Bitstream, Inc.Hierbij wordt toestemming verleend, kosteloos, aan iedereen die een kopie bezit van de fonts die deze licentie vergezellen (“Fonts”) en de bijbehorende documentatie bestanden (de “Font Software”) deze Font Software, inclusief en zonder beperking te reproduceren en te verspreiden, te gebruiken,kopiëren, op te nemen, te publiceren en/of kopieën van de Font Software te verkopen en dit aan personen aan wie de Font Software is geleverd,toe te staan onder de volgende condities: bovenstaande auteursrechtelijke en handelsrechtelijke aantekeningen plus de toestemming wordt vermeld in alle kopieën van één of meer van de Font Software lettertypen. De Font Software mag worden gewijzigd,aangepast of toegevoegd, in het bijzonder kunnen het ontwerp van symbolen of karakters in de Fonts kunnen worden gewijzigd en extra symbolen of karakters kunnen worden toegevoegd, uitsluitend wanneer de Fonts een andere naam krijgen en niet de woorden “Bitstream” of “Vera” bevatten.Deze licentie vervalt geheel en volledig voorzover van toepassing op de Fonts of de Font Software die zijn gewijzigd en verspreid onder de “Bitstream Vera” namen. De Font Software mag worden verhandeld als deel van een groter softwarepakket maar niet als kopie van één of meer van de Font Software lettertypen apart. DE FONT SOFTWARE WORDT GELEVERD ZOALS DEZE IS, ZONDER ENIGE GARANTIE, EXPLICIET OF IMPLICIET,INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT TOT ENIGE GARANTIE TER VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR ENIG SPECIFIEK DOEL EN HET NIET SCHENDEN VAN AUTEURSRECHT, PATENT, HANDELSMERK OF ANDER RECHT. ONDER GEEN OMSTANDIGHEID KAN BITSTREAM OF DE GNOME ORGANISATIE VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE CLAIM, SCHADE OF ANDERE AANSPRAKELIJKHEID, INCLUSIEF ENIGE ALGEMENE, SPECIALE, INDIRECTE,INCIDENTELE OF VERVOLGSCHADES, IN GEPAST IN EEN CONTRACT, OVEREENKOMST OF ANDERSZINS,VOORTVLOEIEND UIT HET GEBRUIK OF DE ONMOGELIJKHEID DE FONT SOFTWARE TE GEBRUIKEN, DAN WEL VAN ENIGE ANDERE COMBINATIE MET DE FONT SOFTWARE. Uitgezonderd het in deze notitie genoemde, zullen de namen van Gnome, de Gnome Foundation en Bitstream Inc. Niet worden genoemd in advertenties en werving, gebruik of andere toepassingen van de Font Software zonder voorafgaande goedkeuring van de Gnome Foundation of Bitstream Inc. respectievelijk.Voor nade­re informatie kunt u contact opnemen met fonts bij www.gnome.org
250 Crossways Park Drive,Woodbury, New York 11797 www.harmankardon.com Harman Consumer Group, Inc.: 2, route de Tours, 72500 Château-du-Loir, France © 2007 Harman Kardon, Incorporated Best.nr.:CQX1A1255Z
Loading...