2 route de Tours, 72500 Château-du-Loir,
Frankrijk
verklaren dat het product dat beschreven wordt in deze
handleiding voldoet aan de technische normen:
EN 55013:2001 + A1:2003
EN 55020:2002 + A1:2003
EN 61000-3-2:2000
EN 61000-3-3:1995 + A1:2001
EN 60065:2002
Jurjen Amsterdam
Harman Consumer Group, Inc.
10/06
Opzet van de handleiding
Om de handleiding optimaal te kunnen gebruiken in combinatie met de afstandsbediening, de bedieningsorganen, de aansluitingen en de display is deze als volgt ingedeeld:
VOORBEELD (vet gedrukt) geeft een toets op de afstandsbediening of de voorzijde aan, dan wel een
aansluiting op de achterzijde.
VOORBEELD (display) geeft een aanwijzing in de display aan.
1
- (cijfer in een hokje) verwijst naar een specifieke toets op de voorzijde.
0
- (cijfer in een cirkel) verwijst naar een aansluiting op de achterzijde.
0
- (cijfer in een ovaal) verwijst naar een toets op de afstandsbediening.
å
- (letter in een ovaal) verwijst naar een toets van Zone II op de afstandsbediening.
De vorm van de tekstcursor in de in-beeld menu’s kunnen iets afwijken van de afbeeldingen in deze
handleiding. Ongeacht of de tekst verschijnt in hoofdletters of kleine letters, de prestaties en de bediening blijft hetzelfde.
2 INHOUD
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een
Harman Kardon product!
Met de aanschaf van een Harman Kardon AVR 245
staat u aan het begin van vele jaren luisterplezier.
Ontworpen voor alle spannende en gedetailleerde
effecten van films en alle nuances in muziekweergave is de AVR 245 een echte meerkanaals receiver voor het nieuwe millennium. Naast de traditionele 5.1 digitale decoderfuncties zoals Dolby
Digital en DTS, biedt hij de nieuwste ontwikkelingen in surround technologie, zoals Dolby Pro
Logic II en IIx, alle DTS-ES 6.1 functies, DTS Neo:6
en de nieuwste 7.1 kanaals versie van de eigen
Harman Kardon Logic 7 technologie.
De AVR is zo opgezet dat optimaal profijt wordt
getrokken van de kracht van de digitale technologie. In-beeld menu’s, kleurgecodeerde aansluitingen maken snelle en eenvoudige installatie
mogelijk. Om optimaal plezier te hebben van uw
receiver, raden wij u aan even de tijd te nemen
om deze handleiding in zijn geheel door te lezen.
Controleer ook of alle verbindingen met de luidsprekers, bronnen en andere externe apparatuur
correct zijn uitgevoerd. Op deze manier raakt u zo
snel mogelijk vertrouwd met alle functies en de
bedieningsorganen en kunt u alle mogelijkheden
van de AVR benutten. Bewaar de handleiding om
deze later nog eens te raadplegen.
Beschrijving en functies
De AVR is een van de veelzijdigste, multifunctionele
A/V receivers die er op de markt zijn en biedt talloze
luistermogelijkheden. Naast de Dolby Digital en DTS
decoders voor de digitale bronnen is er een ruime
keus aan surround functies voor Matrix surround
gecodeerde en stereo opnamen, bedoeld voor bronnen als CD,VCR,TV-uitzendingen en de eigen
MG/FM tuner van de AVR. Samen met Dolby Digital
EX, Dolby Pro Logic II en IIx, DTS Neo:6,DTS 96/24,
Dolby 3 Stereo, 5 Kanaals of 7 Kanaals Stereo en de
Hall en Theater functies, biedt de AVR het exclusieve
Logic 7 proces van Harman Kardon in zowel 5.1 als
7.1 versies voor een breder, omringend geluidsbeeld
met beter gedefinieerde overgangseffecten.
Dolby Virtual Speaker kan een omringend geluidsbeeld creëren vanuit de linker en rechter front
luidsprekers en de nieuwste Dolby Headphone
schakeling biedt een verbazingwekkend open
klankbeeld via de hoofdtelefoon.
Buiten het grote aantal luistermogelijkheden is de
AVR ook gemakkelijk te configureren voor optimaal
resultaat met uw luidsprekers in uw luisterruimte.
In-beeld menu's met het EzSet+ systeem voor
automatische luidsprekerconfiguratie en algemene setup zorgen voor een perfect uitgebalanceerde weergave waarmee de bedoelingen van de
producers realistisch worden gereproduceerd.
Een Stereo-Direct functie passeert de digitale processor om alle subtiele eigenschappen van het
originele analoge, tweekanaals signaal te behouden, terwijl het bas management, beschikbaar in
zowel de surround als de digitale stereo functies,
meer mogelijkheden biedt om het signaal aan uw
smaak of de kamerakoestiek aan te passen.
Bij de AVR 245 is het videogedeelte uiterst serieus
opgezet. Samen met de twee HDMI ingangen en
drie 60 MHz analoge component video-ingangen
zet de AVR 245 binnenkomende analoge signalen
om in component zodat verbindingen met één
kabel mogelijk zijn. Voor het combineren van
audio en video bezit de AVR 245 een A/V sync
vertraging (delay) zodat het niet lipsynchroon
lopen in materiaal waarin digitale video
bewerking is gebruikt, wordt geëlimineerd.
Voor een maximale flexibiliteit biedt de AVR
faciliteiten voor 8 videoapparaten, elk met zowel
composiet als S-Video ingangen. Verder twee
extra audio ingangen en in totaal 6 digitale
ingangen en twee uitgangen, maken de AVR 245
geschikt voor het verwerken van de nieuwste
digitale audiobronnen.
Coax en optisch digitale uitgangen zijn beschikbaar voor directe verbinding met digitale recorders. Een video opname-uitgang en een kleurgecodeerde achtkanalen ingang maken de AVR 245
verregaand toekomstzeker; alles wat nodig is om
nieuwe toekomstige formaten te kunnen gebruiken is aanwezig.
Tot nu toe waren de AVR receivers van
Harman Kardon geschikt voor vrijwel alle bronnen
zoals lijnniveau analoog, optisch en coax digitaal,
inclusief de meeste digitale mediaspelers. Door
gebruik te maken van één simpele verbinding
tussen de AVR 245 en de extra leverbare
Harman Kardon kunt u ook luisteren
naar materiaal opgenomen op uw daartoe
geschikte Apple
®
iPod®**. De systeemafstandsbediening van de AVR is geprogrammeerd met
besturingscodes waarmee nummers voor weergave gekozen en vele iPod functies genavigeerd
kunnen worden, zelfs van de andere kant van de
kamer. Met The Bridge™ kunt u zelfs de iPod
opladen.
De flexibiliteit en het vermogen van de AVR houden niet op bij uw centrale thuisbioscoop of luisterkamer. De AVR bevat een uitgebreid multi-zone
bedieningssysteem met de mogelijkheid een bron
te kiezen voor uw centrale kamer en een andere
bron voor een tweede kamer. Zowel composiet
video als S-video en audio, worden naar de
tweede kamer doorgestuurd, waarbij u volledige
controle hebt over het volume via een afzonderlijk
infrarood link voor de afstandsbediening. Extra
instellingen voor de andere kamers om twee van
de uitgangskanalen van de AVR toe te wijzen aan
het meerkamersysteem.
De krachtige versterker van de AVR is gebouwd
op de traditionele Harman Kardon technologieën
voor de eindversterkers om een optimaal dynamisch bereik te kunnen bieden met elke denkbare
programmabron.
Harman Kardon heeft de ‘HiFi’ receiver meer dan
50 jaar geleden uitgevonden. Met state-of-the-art
en beproefde schakelingen vormt de AVR de perfecte combinatie in digitale audio technologie,
een rustige maar krachtige analoge versterker in
een elegante, gemakkelijk te gebruiken vormgeving.
®
■ Dolby
■ Zeven kanalen high-current versterking.
■ De exclusieve Logic 7
Digital, Dolby Digital EX en Dolby
®
Pro Logic
dige pakket DTS
®
ES
II en IIx Decoders, en het voll-
®
functies, inclusief DTS-
6.1 Discrete & Matrix.
®
processing van
Harman Kardon, voor het eerst beschikbaar met zowel 7.1 als 5.1 processing in
verscheidene functies.
■systeem inclusief microfoon
configureert automatisch de luidsprekers. Het stelt ook de vertraging
en de uitgangsniveaus voor optimale
weergave in.
■ Stereo Direct Functie voor tweekanaals
weergave die de DSP processor passeert
om de kwaliteit van analoge bronnen
volledig te behouden.
■ Stereo Digitale Functie voor program-
meerbaar bas management van de lage
frequenties tussen de hoofd luidsprekers
en de subwoofer.
™
■ Twee HDMI
1.1 en drie toewijsbare
analoge component ingangen met grote
bandbreedte maken hem geschikt voor
alle high-definition videobronnen.
■ Analoge A/V Ingangen op de voorzijde.
■ Digitale ingangen op de voorzijde voor
gemakkelijk aansluiten van draagbare
digitale apparatuur en de nieuwste
videospelletjes.
■ Verbindt een geschikte Apple
®
iPod®met
de Harman Kardon (extra) voor
laden, weergave en besturing
■ Alle ingangen kunnen benoemd worden
(uitgezonderd tuner)
■ Talloze digitale ingangen en uitgangen.
■ In-beeld menu- en displaysysteem met
keus uit blauwe of zwarte achtergrond
■ Instelbare A/V Sync vertraging voor elke
ingang zorgt voor lipsynchrone digitale
programma’s en video-opnamen.
■ 6-Kanalen/8-kanalen directe ingang voor
gebruik van toekomstige audioformaten
■ Uitgebreide laagprocessing, inclusief vier
afzonderlijke wisselfiltergroepen.
■ Uitgebreide opties voor meerkamerge-
bruik, zoals toewijsbare versterkerkanalen om in een andere zone naar een
andere bron te kunnen luisteren.
■ Afstandsbediening met ingebouwde
codes.
NEDERLANDS
** Compatibel met alle iPod typen voorzien van een dock-aansluiting inclusief derde generatie 'klikwiel' en latere modellen. Niet compatibel met iPod
'shuffle' modellen. Hoewel alle iPod 'photo' modellen compatibel zijn, kunnen beelden die op iPods zijn opgeslagen niet worden weergegeven.
INLEIDING 3
Veiligheid
WAARSCHUWING
KANS OP ELEKTRISCHE
SCHOKKEN. NIET OPENEN
LET OP: VERMIJD HET RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN. OPEN NOOIT ZELF DE BEHUIZING. IN HET APPARAAT
BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ZELF KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN,
GEREPAREERD EN/OF VERVANGEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN GEKWALIFICEERDE TECHNICI.
WAARSCHUWING: VERKLEIN BRANDGEVAAR EN DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN; STEL HET APPARAAT NIET
BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
Het symbool van de bliksemschicht met
pijlpunt en een gelijkzijdige driehoek
waarschuwt de gebruiker voor de aanwezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke
voltages binnen in de behuizing van het
apparaat. Deze voltages kunnen elektrische schokken veroorzaken.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek waarschuwt de gebruiker voor
de aanwezigheid van belangrijke informatie aangaande onderhoud en service
in de gebruiksaanwijzing.
Belangrijke veiligheidsinformatie
in uw omgeving, raadpleeg dan eerst uw
leverancier voordat het apparaat met het lichtnet
LEES DIT VOORDAT U HET
APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
Installeer dit apparaat niet in een afgesloten
ruimte zoals een kast of iets dergelijks - en achterzijde minimaal 10 cm ruimte vrij. Houd het
apparaat uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of
koude.
Vermijd opstelling op een plaats waar er iets op
kan vallen of het apparaat kan worden blootgesteld aan lekkende of spattende vloeistoffen. Zet
de volgende dingen nooit op de tuner:
– Brandende objecten (b.v. kaarsen) daar dat
brand kan veroorzaken, het apparaat kan
beschadigen en tot letsel kan leiden.
– Vazen met vloeistof die om kunnen vallen en zo
elektrische schokken kunnen veroorzaken en
het apparaat beschadigen.
Dek het apparaat niet af met kranten, een tafelkleed of iets anders dat de ventilatie belemmert.
Doordat de temperatuur in het inwendige dan
oploopt, kan brand ontstaan en letsel worden
toegebracht.
Stel het apparaat op in de nabijheid van een stopcontact waar de stekker gemakkelijk te bereiken
is.
Dit apparaat voert stroom zolang het met het
lichtnet is verbonden, ook wanneer het is uitgeschakeld. Die toestand noemen we standby en
daarin wordt slechts een minimale hoeveelheid
stroom opgenomen.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN HET
APPARAAT NOOIT BLOOTSTELLEN AAN
VOCHT OF REGEN.
Controleer netspanning voor gebruik
Uw nieuwe AVR is ontworpen voor gebruik met
220 - 240 volt wisselspanning. Sluit u de receiver
op een andere netspanning aan dan waarvoor
deze is bedoeld, dan kan dit gevaarlijk zijn en
zelfs brand ontstaan. Bovendien kan de receiver
hier door beschadigd worden.
Heeft u vragen heeft over de juiste netspanning
voor dit specifieke model of over de netspanning
verbindt.
Gebruik geen verlengsnoeren
Gebruik het apparaat alleen met het vaste netsnoer. Het gebruik van verlengsnoeren met dit
product wordt afgeraden. Leg, net als bij andere
elektrische apparaten, het netsnoer niet onder
vloerbedekking of tapijten en zet er geen zware
voorwerpen op. Een beschadigd netsnoer onmiddellijk door een erkende technische dienst laten
vervangen door een exemplaar dat aan de
fabrieksspecificaties voldoet.
Ga voorzichtig met het netsnoer om
Wanneer u het netsnoer uit het stopcontact
neemt, trek dan altijd aan de stekker en niet aan
het snoer. Wanneer het apparaat voor langere tijd
niet zal worden gebruikt, neem dan de stekker uit
het stopcontact.
Open de behuizing niet
In dit product bevinden zich geen onderdelen die
door de gebruiker gerepareerd kunnen worden.
Bij het openen van de behuizing kunt u een schok
oplopen en wijzigingen aan het product zullen de
garantie ongeldig maken. Mocht water of een
metalen voorwerp zoals een paperclip, een nietje
of iets dergelijks in het apparaat terechtkomen,
neem dan de stekker direct uit het stopcontact en
raadpleeg een erkende reparateur.
Opstelling
■ Plaats het apparaat, om een goede werking te
verzekeren en risico’s te vermijden, op een stevige en vlakke ondergrond. Zet u het apparaat
op schap, controleer dan of het schap en de
steunen het gewicht kunnen dragen.
■ Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is voor
ventilatie rond het apparaat. Plaatst u dit
product in een kast of andere gesloten ruimte,
controleer dan of er voldoende lucht in de kast
circuleert. In sommige gevallen kan een ventilator nodig zijn.
■ Plaats het apparaat niet op een tapijt of een
dergelijke ondergrond, daar dan de ventilatiesleuven worden afgesloten.
■ Gebruik het apparaat niet op extreem hete of
koude plaatsen, op een plaats waar het blootstaat aan direct zonlicht, of in de nabijheid van
een verwarming.
4 VEILIGHEID
■ Plaats het apparaat niet in een vochtige of stof-
fige omgeving.
■ Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven in de
bovenzijde van het apparaat vrij blijven en
plaats er geen voorwerpen op.
■ Vanwege het gewicht van de AVR 245 en de
warmte die de versterkers ontwikkelen, bestaat
de kans dat de rubber inleg van de pootjes van
het apparaat op sommige houten of fineer
ondergronden afdrukken achterlaten.Wees
voorzichtig met het opstellen van de receiver
op een zacht houten ondergrond, dan wel op
materiaal dat door zware objecten of warmte
kan worden beschadigd. Sommige materialen
zijn heel gevoelig en absorberen deze afdrukken, iets waar Harman Kardon geen invloed op
heeft, zoals de soort afwerking, de gebruikte
reinigingsmiddelen en normale warmte en trillingen tijdens het gebruik van het product, en
andere factoren. Wees daarom voorzichtig bij
het kiezen van de juiste plaats voor de receiver,
daar dit soort zaken niet onder de garantie valt.
Schoonmaken
Maak het apparaat zonodig schoon met een
schone, zachte en droge doek. Indien nodig kunt
bevochtigt u een zachte doek met lauw sop en
daarna met een doek met schoon water. Droog
het apparaat onmiddellijk af met een droge doek.
Gebruik NOOIT benzeen, reinigingsmiddelen met
drijfgassen, verdunner, alcohol of andere vluchtige middelen. Gebruik geen schuurmiddelen, want
deze kunnen de afwerking van metalen onderdelen beschadigen. Vermijd het gebruik van insecticiden in de buurt van dit apparaat.
Verplaatsen
Alvorens het apparaat te verplaatsen controleren
of alle verbindingen met andere apparaten
losgenomen zijn en dat de stekker van het
apparaat zelf uit het stopcontact genomen is.
Uitpakken
De doos en overig verpakkingsmateriaal dat
gebruikt werd om uw nieuwe receiver tijdens transport te beschermen zijn speciaal ontworpen om
schokken en trillingen te absorberen.Wij adviseren
u de doos en het verpakkingsmateriaal te bewaren
voor het geval u gaat verhuizen of als het apparaat
ooit gerepareerd zou moeten worden.
Om de omvang van de doos te verkleinen kunt u
deze plat maken. Dit doet u door het plakband
op de bodem helemaal los te maken en de doos
plat te drukken. De kartonnen hulpstukken kunnen op dezelfde manier worden bewaard.
Verpakkingsmateriaal dat niet samengedrukt kan
worden kan in een plastic zak worden bewaard.
Wilt u het verpakkingsmateriaal niet bewaren, is
het goed te weten dat de doos en het overige
verpakkingsmateriaal gerecycled kunnen worden.
Denk aan het milieu en lever dit materiaal in op
de daarvoor aangewezen plaats.
Vergeet niet de plastic beschermingsfolie van de
display te verwijderen. Deze folie kan de werking
van de afstandsbediening negatief beïnvloeden.
Netschakelaar: druk op deze toets om de
AVR in te schakelen. Is de schakelaar ingedrukt,
dan staat het apparaat in standby, wat wordt
aangegeven door de oranje LED
3
. Wanneer
deze toets NIET ingedrukt is, werkt het apparaat
niet. Om het apparaat geheel uit te schakelen en
ook de afstandsbediening te blokkeren, deze
schakelaar indrukken zodat deze naar buiten
komt en het woord ‘OFF’ (uit) op de bovenzijde
van de schakelaar zichtbaar wordt.
Opmerking: Laat deze schakelaar normaal
gesproken in de positie ON (aan) staan.
2
Standby: wanneer de netschakelaar
1
ingedrukt is, drukt u op deze toets om de AVR i
n te schakelen. Druk deze knop opnieuw in om
het apparaat uit (standby) te schakelen.
De lichtnetindicatie
3
wordt blauw als het
apparaat aan staat.
3
Lichtnetindicatie: licht oranje op tijdens
standby, als teken dat het apparaat gereed is
voor gebruik. Ingeschakeld licht deze blauw op.
4
Hoofdtelefoonuitgang: sluit hierop een
hoofdtelefoon aan om ongestoord te kunnen
luisteren. Gebruik een hoofdtelefoon met een
standaard 6,3 jackplug. Zodra de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, worden de luidsprekers
uitgeschakeld.
Bij het configureren van uw systeem met EzSet+
wordt de kalibratie microfoon hierop aangesloten
via de bijgeleverde adapter die de kleine miniplug van de microfoon in een 1/4" jackplug
omzet.
5
Surround groep: indrukken om de eerste
groep surround functies te kiezen. Telkens wanneer u drukt wordt de volgende groep gekozen
in deze volgorde: Dolby functies ➜ DTS Digital
functies ➜ DSP functies ➜ Stereo functies ➜
Logic 7 functies, enz.
Na het indrukken verschijnt de naam van de
gewenste surround functiegroep in de Onderste
Displayregel
Functiekeuze
Ò
en dan drukt u op Surround
9
om door de beschikbare functies te schakelen. Druk hier bijvoorbeeld op om
de gewenste Dolby functie te kiezen en druk dan
op Surround Functiekeuze
9
om de verschil-
lende opties te kiezen.
6
Luidsprekerkeuze: kiest de luidsprekers
die in uw kamer worden gebruikt. Zie pagina 17
voor meer informatie over installatie en
configuratie.
BEDIENINGSORGANEN 5
Bedieningsorganen
7
Insteltoetsen: bij het vastleggen van de
configuratie kiest u met deze toetsen uit de
beschikbare mogelijkheden die in de display
worden aangegeven.
8
Klankregeling in/uit: de klankregeling en
balans worden ingeschakeld door deze toets in te
drukken. De indicatie
display
Ò
TONE IN verschijnt in de
en met de regelaars lage tonen,
hoge tonen en balans kan het signaal naar de
luidsprekers worden gecorrigeerd. Staat de indicatie
TONE OUT in de display, dan wordt het
signaal ‘recht’ weergegeven.
9
Surround Functiekeuze: indrukken om te
kiezen uit de beschikbare surround functies voor
de gekozen functiegroep. De specifieke functies
kunnen verschillen op basis van het aantal
beschikbare luidsprekers, de functiegroep en of
het om een analoge of een digitale bron gaat.
Druk bijvoorbeeld op Surround Functie Groep
Keuze
5
om een functiegroep te kiezen als
Dolby of Logic 7 en dan op deze toets om de
beschikbare functies te zien. Voor meer informatie omtrent functiekeuze, zie pagina 30.
)
Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequentie te gaan. Wordt een zender met een sterk
signaal gevonden dan verschijnt
TUNED of AUTO TUNED in de display
MANUAL
(met de hand afgestemd of automatisch afgestemd). Zie pagina 45 voor meer informatie over
afstemmen.
!
FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer tussen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om te
schakelen tussen stereo en mono, handafstemming en automatische afstemming. Zie pagina 45
voor nadere informatie.
@
Instellen: regelt het instellen en configureren van de in de display
Ò
aangegeven instelling, die dan in het geheugen van de AVR wordt
opgeslagen.
#
Voorkeurposities: druk op deze toetsen om
voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 45 voor
nadere informatie.
Ò
Ò
$
Luidspreker/kanaal functie: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround bestaan
uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel
hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer
een ‘kleine’ luidspreker is gekozen, de buitenste
twee wanneer een grote luidspreker is gekozen.
Brandt geen enkel hokje voor de kanalen centrum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die
posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina 25
voor nadere informatie over het configureren van
de luidsprekers. De letter in het middelste hokje
geeft een actief kanaal aan. Voor standaard
analoge bronnen zullen alleen L en R oplichten,
wat een stereobron aangeeft. Gaat het om een
digitale bron dan geven de indicaties aan welke
kanalen op de digitale ingang worden ontvangen. Een knipperende letter geeft een onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 38 voor
nadere informatie over deze indicaties.
Opmerking: wanneer u via het
SETUP menu de surround achter luidsprekers
MULTIROOM
aan de andere zone heeft toegewezen, zullen de
beide hokjes die de aanwezigheid van de
surround achter luidsprekers aangeven automatisch verdwijnen. Dit ten teken dat de hoofd
luisterruimte nu is geconfigureerd voor 5.1
kanalen. Zie pagina 43 voor meer informatie over
het toewijzen van de surround achter kanalen
voor meerkamer gebruik.
%
Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende
boodschappen van het RDS-systeem van de AVR
tuner op te roepen. Zie pagina 46 voor nadere
informatie over RDS.
&
Vertragingstijd: druk op deze toets om een
vertragingstijd in te stellen. Zie pagina 28 voor
nadere informatie over vertragingstijden.
*
Digitale ingang 3 optisch: sluit de optische digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is
afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
(
Surroundfunctie indicaties: de huidige
bron verschijnt als één van de indicaties. Denk er
aan dat bij het inschakelen van de AVR alle
mogelijke functies kort oplichten, waarop naar
normaal gebruik wordt overgeschakeld en alleen
de actieve functie verlicht blijft.
Ó
Digitale ingang 3 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale
aansluiting hebben.
Ô
Video 4 ingang: deze audio/video aansluitingen kunnen gebruikt worden als tijdelijke
verbinding met videospelletjes of draagbare
audio/video apparaten zoals camcorders en
draagbare audio spelers.
Ingangsindicatie: de gekozen bron licht op.
Denk er aan dat bij het inschakelen van de AVR
alle mogelijke functies kort oplichten, waarop
naar normaal gebruik wordt overgeschakeld en
alleen de actieve functie verlicht blijft.
Ò
Display: in de display worden aanwijzingen
en in de display verschijnen aanwijzingen en indicaties die helpen het apparaat te bedienen.
Ú
Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.
Opmerking: wanneer /DMP is gekozen
als ingang, licht geen Ingangsindicatie
DMP/THE BRIDGEI SCONNECTED
op.
(DMP/Bridge is aangesloten) loopt over de
bovenste regel van de Display
Ò
tenzij u de
naam van de bron heeft veranderd; in dat geval
verschijnt de nieuwe naam. Zie pagina 19 voor
nadere informatie over het benoemen van
ingangen.
Û
Digitale ingangskeuze: druk op deze toets
om te kiezen tussen de optische
L
en coax
9
digitale ingangen. Zie pagina 19 en 35 en verder
voor meer informatie over digitale audio.
Ù
Kanaalkeuze: indrukken om de verschillende kanalen in te stellen met behulp van een externe audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 40.
ı
Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt verdraaid.
6 BEDIENINGSORGANEN
Aansluitingen
NEDERLANDS
0
MG antenne
1
FM antenne
2
Tape-ingang
3
Tape-uitgang
4
Subwoofer uitgang
5
DVD audio-ingang
6
CD ingang
7
Video 1 audio-uitgang
8
9
8-Kanalen directe-ingang
A
Digitale audio-uitgang
B
TV/monitor uitgang
C
DVD video-ingang
D
Front Luidsprekers Uitgangen
E
Centrum Luidspreker Uitgang
Opmerking: om het aansluiten van de verschillende verbindingen voor meerkanaals inen uitgangen en de luidsprekers gemakkelijk te
maken, zijn alle aansluitingen van een kleurencode voorzien, overeenkomstig de nieuwste CEA
standaard:
Front LinksWit
Front Rechts:Rood
Centrum:Groen
Surround Links:Blauw
Surround Rechts:Grijs
Surround Achter Links:Bruin
Surround Achter Rechts: Tan
Subwoofer (LFE):Paars
Digitaal Audio:Oranje
Composiet Video:Geel
Component Video ‘Y’:Groen
Component Video ‘Pr’:Rood
Component Video ‘Pb’:Blauw
DMP aansluiting
F
Surround Luidsprekers Uitgangen
G
Geschakelde lichtnetuitgang
H
Multi IR ingang
I
Netsnoer
J
Video 2 Component video-ingang
K
Component video-uitgang
L
Video 1 component-ingang
M
Video 2 audio-ingang
N
Coax digitale ingangen
O
Surround Achter/Meerkamer
luidsprekeruitgangen
P
Video 1 video-uitgang
Q
Video 1 video-ingang
R
Optisch digitale ingangen
S
Video 1 audio-ingang
0
MG-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
MG raamantenne aan. Wordt een externe MGantenne gebruikt, sluit die dan aan conform de
daarbij gevoegde aanwijzingen.
1
FM-antenne: sluit hierop de bijgeleverde
FM-antenne aan, of een buitenantenne, dan wel
een kabelsysteem.
2
Tape-ingang: verbind deze ingangen met de
Play/Out uitgangen van een audiorecorder.
3
Tape-uitgang: verbind deze uitgangen met
de Record/In ingangen van een audiorecorder.
4
Subwoofer uitgang: verbind deze uitgang
met de lijningang van een actieve subwoofer. Bij
gebruik van een losse subwooferversterker wordt
deze uitgang met de ingang van die versterker
verbonden.
5
DVD audio-ingang: verbind deze ingang
met de analoge audio uitgang van een DVDspeler of een andere audiobron.
T
Video 2 video-ingang
U
Uitgang IR afstandsbediening
V
Ingang IR afstandsbediening
W
Voorversterkeruitgang/Meerkamer
Uitgangen
X
Video 3 Component Video Ingang
Y
Video 3 video ingang
Z
Video 3 audio ingang
a
HDMI Uitgang
b
HDMI Ingang
6
CD Ingang: verbind deze ingang met de
analoge audio uitgang van een compact disc
speler of CD-wisselaar of een andere audiobron.
7
Video 1 audio uitgang: verbind deze
uitgangen met de Record/Input ingangen van
een VCR.
8
verbind bij uitgeschakelde AVR 245 het ene einde
van de extra Harman Kardon met de
daarvoor bestemde aansluiting en de andere
zijde met een geschikte Apple iPod. Wordt nu
Digital Media Player als bron gekozen, dan verschijnt de besturing en navigatie van de iPod in
het beeldscherm (indien aangesloten op de
Video Monitor Uitgang
onderste regel van de Display
iPod navigeren en nummers voor weergave
kiezen met
plus de loopwerktoetsenPop de afstandsbediening van de AVR. Zie pagina 39 voor nadere
informatie.
Digital Media Player (DMP):
B
en de bovenste en
Ò
. U kunt de
⁄/¤/‹/›
DE
en Set
F
AANSLUITINGEN 7
Aansluitingen
9
8-Kanaals directe ingang: deze ingangen
worden gebruikt voor het aansluiten van
DVD-Audio of SACD spelers met discrete analoge
uitgangen. Afhankelijk van de, bron kunnen alle
acht ingangen worden gebruikt, hoewel in de
meeste gevallen alleen de front links/rechts,
centrum, surround links/rechts en LFE (subwoofer) ingangen gebruikt zullen worden in een
standaard 5.1 audio opzet.
A
Digitale audio-uitgang: verbind deze
uitgangen met de digitale ingang van een digitale
recorder zoals een CD-recorder of een MiniDisc
recorder.
B
Video Monitor Uitgang: verbind deze
aansluiting met de composiet en/of S-Video
ingang van een TV of monitor of videoprojector
om de in-beeld menu’s te kunnen zien, plus de
met de videoschakelaar op de AVR gekozen
standaard video of S-Video bron.
C
DVD video-ingang: verbind deze ingangen
met de composiet of S-video uitgangen van een
DVD-speler of andere videobron.
D
Front Luidsprekers Uitgangen: verbind
deze uitgangen met de juiste + en – aansluitingen van de linker en rechter luidspreker.
Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de
witte aansluiting de positieve + aansluiting die
verbonden wordt met de rode + aansluiting van
de Front Links luidspreker, conform de oude
codering. De rode aansluiting is de positieve +
aansluiting die verbonden wordt met de rode
positieve + van de Front Rechts luidspreker.
Verbind de zwarte – aansluitingen van de
AVR met de zwarte – van de luidsprekers. Zie
pagina 14 voor nadere informatie over
luidsprekerpolariteit.
E
Centrum Luidspreker Uitgang: verbind
deze uitgang met de juiste + en – aansluitingen
van de centrum luidspreker. Overeenkomstig de
nieuwe CEA kleurcode is de groene aansluiting
de positieve + aansluiting die verbonden wordt
met de rode + aansluiting van de Centrum luidspreker, conform de oude codering. Verbind de
zwarte – aansluiting van de AVR met de zwarte –
van de centrum luidspreker. Zie pagina 13 voor
nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
F
Surround Luidspreker Uitgangen:
verbind deze uitgangen met de juiste + en
– aansluitingen van de surround luidsprekers.
Overeenkomstig de nieuwe CEA kleurcode is de
blauwe aansluiting de positieve + aansluiting die
verbonden wordt met de rode + aansluiting van
de Surround Links luidspreker, conform de oude
codering. De grijze aansluiting is de positieve +
aansluiting die verbonden wordt met de rode
positieve + van de Surround Rechts luidspreker.
Verbind de zwarte – aansluitingen van de AVR
met de zwarte – van de surround luidsprekers.
Zie pagina 13 voor nadere informatie over luidsprekerpolariteit.
G
Geschakelde lichtnetuitgang: voor het
voeden van andere apparaten, die dan tegelijk
met standby
ingeschakeld.
Opmerking: het totale opgenomen vermogen
van alle op de Lichtnetuitgang
apparaten mag niet meer bedragen dan 50 W.
H
Meerkamer IR-ingang: verbind de uitgang
van een IR-sensor in een andere kamer met deze
aansluiting om het meerkamersysteem van de
AVR te bedienen.
I
Netsnoer: verbind de stekker met een
ongeschakeld stopcontact.
J
Video 2 Component Video Ingang: verbind de Y/Pr/Pb component video uitgang van de
HDTV settop converter, satellietontvanger of
andere videobron met de component aansluitingen van dat apparaat.
K
Monitor Component Video Uitgang: sluit
deze uitgangen aan op de component videoingangen van een videoprojector of –monitor.
Wanneer een bron, aangesloten op een van de
twee Component video-ingangen
wordt geselecteerd dan zal het signaal naar deze
aansluitingen gestuurd worden.
L
Video 1 component ingang: sluit de
Y/Pr/Pb component video-uitgangen van een
DVD-speler aan op deze aansluitingen.
M
Video 2 Audio Ingang: verbind deze aansluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen
van een tweede VCR of een andere audio- of
videobron.
2
op de AVR worden
G
aangesloten
JL
,
N
Coax Digitale Ingangen: verbind de coax
digitale uitgang van een DVD-speler, HDTV ontvanger, de uitgang van een geschikte geluidskaart voor MP3 files of streams, LD-speler, MDspeler of CD-speler met deze ingangen. Het
signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals
MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM
digitale bron. Verbind geen RF digitale uitgang
van een LD-speler met deze ingangen.
O
Surround Achter/Meerkamer
Luidsprekeruitgangen: deze luidsprekeruit-
gangen worden gewoonlijk gebruikt om de
surround achter links/rechts luidsprekers in een
7.1 systeem te voeden. Ze kunnen echter ook
gebruikt worden om de luidsprekers in een andere zone te sturen met het signaal dat is gekozen
voor een meerkamersysteem.
Om de uitgang te wijzigen van de standaard
Surround Achter naar Meerkamer Uitgang dient
een instelling in het
het OSD (in-beeld) systeem worden veranderd.
Zie pagina 43 voor meer informatie voor het configureren van deze luidsprekeruitgang. Bij
normaal surround gebruik zijn bruin en zwart de
surround achter positieve (+) en negatieve
(-) aansluitingen en tan en zwart aansluitingen
zijn de surround achter rechts positieve (+) en
negatieve (-) aansluitingen.
Voor meerkamer toepassing verbindt u de bruine
en zwarte SBL aansluitingen met de rode en
zwarte aansluitingen van de linker luidspreker in
de andere zone en de tan en zwart SBR aansluitingen met de rode en zwarte aansluitingen
van de rechter luidspreker in de andere zone.
P
Video 1 video-uitgang: verbind deze
uitgangen met de RECORD/INPUT composiet of
S-video ingang van een VCR.
Q
Video 1 video-ingang: verbind deze
ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een VCR of andere
videobron.
R
Optisch digitale ingangen: verbind de
optisch digitale uitgang van een DVD-speler,
HDTV ontvanger, de uitgang van een geschikte
geluidskaart voor MP3 files of streams, LD-speler,
MD-speler of CD-speler met deze ingangen. Het
signaal kan een Dolby Digital, DTS, 2-kanaals
MPEG1 signaal zijn, dan wel een standaard PCM
digitale bron.
S
Video 1 audio-ingang: verbind deze aansluitingen met de PLAY/OUT audio-uitgangen
van een VCR of een andere audio- of videobron.
T
Video 2 video-ingang: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een tweede VCR of
andere videobron.
MEERKAMER MENU van
8 AANSLUITINGEN
Aansluitingen
U
IR-uitgang afstandsbediening: via deze
aansluiting kan de IR-sensor in de receiver ook
andere op afstand bediende apparaten bedienen.
Verbind deze uitgang met de ‘IR-IN’ ingang op
andere Harman Kardon of andere geschikte
apparaten.
V
Meerkamer IR-ingang: wanneer de IR-sensor van de AVR geblokkeerd is door een kast of
andere obstakels, kan een externe sensor worden
gebruikt. Sluit deze op deze ingang aan.
W
Voorversterker Uitgang/Meerkamer
Uitgangen: verbind deze aansluitingen met een
extra aan te schaffen externe eindversterker voor
toepassingen waar meer vermogen wordt verlangd, of om luidsprekers in een andere kamer te
activeren.
X
Video 3 Component Video Ingang: verbind de Y/Pr/Pb component video uitgang van
een HDTV Settop converter, satellietontvanger of
andere videobron met component video uitgangen met deze ingang.
Y
Video 3 video ingang: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT composiet of
S-video uitgangen van een VCR of andere videobron.
Z
Video 3 audio ingang: verbind deze ingangen met de PLAY/OUT audio uitgangen van een
VCR of andere videobron.
a
HDMI Uitgang: verbind deze geschikt
uitgang met de HDMI ingang op een geschikte
van HDMI voorzien videoscherm.
b
HDMI Ingangen: verbind de HDMI uitgang
van videobronnen met een DVD-speler, settop box
of HDTV tuner op één van deze aansluitingen.
Opmerking over videoverbindingen: bij het
aansluiten van een video-apparaat zoals een
VCR, DVD-speler, satellietontvanger, kabel settop
box, personal videorecorder of een videospelletje
op de AVR 245, kunt u de composiet of S-video
aansluiting gebruiken, maar niet beide tegelijk.
NEDERLANDS
AANSLUITINGEN 9
Afstandsbediening
0
Standby
1
IR-zender
2
Programma Indicatie
3
Inschakelen
4
Ingangskeuze
5
AVR-keuze
6
MG/FM keuze
7
6-Kanaals/8-kanaals Directe Ingang
8
Testsignaal
9
Sluimerfunctie
A
Surroundfunctie
B
Nachtfunctie
C
Kanaalkeuze
⁄/¤
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
Opmerking: de hier gebruikte functienamen
slaan op de voor de AVR gebruikte functies. De
meeste toetsen hebben meerdere functies wanneer de afstandsbediening voor andere apparaten wordt gebruikt. Zie pagina 50-51 voor een
overzicht van deze functies.
10 AFSTANDSBEDIENING
Afstandsbediening
Belangrijk: De afstandsbediening van de AVR 245
kan geprogrammeerd worden voor het besturen
van maximaal zeven apparaten, inclusief de AVR.
Voordat u de afstandsbediening in gebruik neemt
4
eerst de ingangskeuze
indrukken en het
apparaat kiezen dat u wilt gebruiken.Af fabriek is
de afstandsbediening van de AVR ingesteld op het
bedienen van de AVR en de meeste
Harman Kardon CD en DVD-spelers en cassettedecks. De afstandsbediening kan ook een reeks
andere producten bedienen via de codes die al
aanwezig zijn. Voordat u de afstandsbediening in
gebruik neemt met andere producten, eerst de
aanwijzingen op pagina 47-49 over het programmeren van bevelen uitvoeren.
Aan veel toetsen van de afstandsbediening kunnen
functies toegewezen worden die afhankelijk zijn
van het product dat met de ingangskeuze
4
geactiveerd is. Hier worden in de eerste plaats de
functies van de afstandsbediening voor de AVR
beschreven. Zie pagina 50-51 voor informatie over
andere functies voor de toetsen van de afstandsbediening.
0
Standby: indrukken om de AVR of een aan-
gegeven apparaat in standby te zetten.
1
IR-zender: richt dit op de sensor van de
AVR bij het indrukken van een toets, zodat de infrarood signalen goed worden ontvangen.
2
Programma-Indicatie: deze driekleurige
indicatie wordt gebruikt om u door het programmeren van de afstandsbediening te leiden. Zie
pagina 47 voor informatie over het programmeren
van de afstandsbediening.
3
Inschakelen: druk op deze toets om de net-
spanning van het apparaat in te schakelen dat
4
met de ingangskeuze
is gekozen, uitgezon-
derd Tape.
4
Ingangskeuze: door een van deze toetsen in
te drukken gebeuren er drie dingen: staat de
AVR niet aan, dan wordt deze ingeschakeld; dan
wordt de bron gekozen overeenkomend met de
ingedrukt toets, en tenslotte wordt de afstandsbediening omgeschakeld, zodat deze de gekozen
bron bedient.
De toetsen DVD, DMP en HDMI 1 worden
gebruikt voor één van de volgende twee ingangsbronnen:
• De eerste keer dat op DVD wordt gedrukt, kiest
u de bron die is verbonden met de DVD-ingang.
De tweede maal kiest de bron die is verbonden
met de CD-ingang.
• De eerste keer dat u op DMP drukt wordt Tape
als ingang gekozen. Een tweede maal indrukken
kiest The Bridge als ingang.
• De eerste keer dat op HDMI 1 wordt gedrukt,
kiest u de bron die is verbonden met de HDMI 1
ingang. De tweede maal kiest de bron die is verbonden met de HDMI 2 ingang.
Nadat u op deze toets gedrukt hebt, drukt u op
5
AVR-keuze
om de functies van de AVR met de
afstandsbediening te activeren.
5
AVR-keuze: hiermee schakelt u de afstandsbediening om, zodat deze de functies van de AVR
bedient. Staat de AVR op standby, dan wordt deze
ingeschakeld.
6
MG/FM keuze: druk op deze toets om de
tuner van de AVR als bron te kiezen. Drukt u op
deze toets terwijl de tuner al gekozen is, dan
wordt omgeschakeld tussen MG en FM.
7
6-Kanaals/8-Kanaals Directe Ingang:
druk op deze toets om het apparaat dat is aangesloten op de 6-Kanaals Directe Ingang of op de
8-Kanaals Directe Ingang
9
is aangesloten.
De beschikbare ingang wordt bepaald door de
keuze 5.1 of 6.1/7.1 die u in de surround instelling
maakt. Zie pagina 34 voor meer informatie.
8
Testsignaal: druk hierop om het configureren van de uitgangsniveaus van de AVR te starten.
Zie pagina 25 voor nadere informatie over het
kalibreren van de AVR.
9
Sluimerfunctie: sluimerfunctie: druk op
deze toets om het apparaat in de sluimerfunctie
te zetten. Na de in de display aangegeven tijd zal
de AVR automatisch in standby gaan.
Elke keer dat u op deze toets drukt zal de tijd
veranderen in deze volgorde:
Houd de toets twee seconden ingedrukt om de
sluimerfunctie uit te schakelen.
Denk er aan dat deze toets ook gebruikt wordt
om een ander kanaal te kiezen op TV,VCR en Sat
ontvanger wanneer die bron is gekozen via de
4
Ingangskeuze
A
Surround Functie: druk op deze toets om
.
één van de surround functies HALL, THEATER of
VMAx te kiezen. Denk er aan dat afhankelijke van
het type ingang niet altijd alle functies beschikbaar zijn. Zie pagina 32-33 voor meer informatie
over de surround functies. Denk er aan dat deze
toets ook gebruikt wordt om een zender af te
stemmen op TV,VCR en Sat ontvanger wanneer
4
die bron is gekozen via de Ingangskeuze
B
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor dat
ook op laag volume de dialoog in het centrum
kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 21 voor
nadere informatie.
C
Kanaalkeuze: hiermee activeert u het
instellen van de uitgangsniveaus van de AVR met
een externe bron. Na eenmaal op deze toets
⁄/¤
gedrukt te hebben kan met de toetsen
D
het kanaal worden gekozen, waarna met
F
instellen
en dan opnieuw met de ⁄/¤het
niveau kan worden ingesteld. Zie pagina 37 voor
aanvullende informatie.
⁄/¤
D
toetsen: Deze multifunctionele toetsen worden gebruikt om te wijzigen of door items
in de in-beeld menu’s of de display te lopen en de
configuratie in te stellen van digitale ingangen of
de vertraging. Bij het wijzigen van een instelling
drukt u eerst op de toets voor de functie of instelling die veranderd moet worden, bijvoorbeeld de
G
Digitale Keuze
om een digitale ingang te
wijzigen. Druk vervolgens op één van deze toetsen om door de beschikbare opties te schakelen
of om de instelling te verhogen of te verlagen. In
de verschillende paragrafen die de functies
behandelen wordt het gebruik van deze toetsen
per functie toegelicht.
Wanneer de afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd wordt op de codes van een ander
apparaat, wordt deze toets ook gebruikt bij
'Automatisch zoeken'. Zie pagina 47 voor nadere
informatie omtrent het programmeren van de
afstandsbediening.
E‹toets: om het menu-item of –instelling te
wijzigen wanneer een menugestuurd apparaat
(TV, VCR, DVD, enz.) is gekozen.
F
Instellen: deze toets wordt gebruikt om
instellingen in het geheugen van de AVR op te
slaan. Tevens voor het invoeren van de vertragingstijd, instelling van de luidsprekerconfiguratie en
het uitgangsniveau van de zender.
G
Digitale keuze: druk op deze toets om een
van de digitale ingangen
NR*Ó
te kiezen.
Zie pagina 36 voor nadere informatie over het
gebruik van de digitale ingangen.
H
Cijfertoetsen: met deze tien cijfertoetsen
kan de frequentie van een radiozender of een programma op TV of satellietontvanger, dan wel een
nummer op CD, DVD, of LD worden ingevoerd,
afhankelijk van de gekozen bron en de programmering van de afstandsbediening.
I
Tunerfunctie: indrukken terwijl de tuner
actief is om te kiezen tussen hand- of automatische afstemming. Ingedrukt verschijnt er in de
Ò
onderste regel van de display
MANUAL (met de hand) en door op Af-
stemming
K)te drukken gaat de frequentie
de aanwijzing
in enkele stappen hoger of lager. Is FM gekozen
AUTO (automatische afstemming) in de
en staat
Ò
display
dan wordt door op deze toets te
drukken omgeschakeld naar mono ontvangst en
worden ook zwakke zenders hoorbaar. Zie pagina
45 voor meer informatie.
J
Directfunctie: indrukken wanneer de tuner
actief is om de frequentie van een zender direct in
te toetsen. Voer vervolgens met de cijfertoetsen
H
de frequentie in. Zie pagina 45 voor nadere
informatie.
K
Afstemmen hoger/lager: wanneer de
tuner in gebruik is gaat u met deze toetsen
omhoog of omlaag in het gekozen afstembereik.
I
Heeft u op Tunerfunctie
!
Afstembereik
AUTO in de display
ingedrukt gehouden zodat
gedrukt, of
Ò
verschijnt, dan zal de
tuner na het indrukken van één van de toetsen de
tuner zoeken naar de eerstvolgende zender die
met voldoende sterkte voor goede ontvangst binnenkomt. Verschijnt
MANUAL in de display
Ò
dan zal worden afgestemd in enkelvoudige stappen. Zie pagina 45 voor meer informatie.
NEDERLANDS
AFSTANDSBEDIENING 11
Afstandsbediening
L
In-beeld display/info: indrukken om
aanwijzingen in beeld te zien en te kiezen.
M
Dolby Functie: kies hiermee de gewenste
Dolby Surround processor functie. Door in te
drukken wordt beurtelings een van de functies
Dolby Pro Logic II, Dolby 3 Stereo of Dolby Digital
gekozen. Denk er aan dat de Dolby functie alleen
beschikbaar is bij een digitale ingang en de
andere functies alleen zolang geen Dolby Digital
bron wordt gebruikt, uitgezonderd Pro Logic II
met Dolby Digital 2.0 opnamen, zie opmerking
op pagina 32-33. Zie pagina 30 over de beschikbare Dolby surround functies.
N
DTS Digital Functie: wordt een DTS bron
gebruikt dan kiest de AVR automatisch de juiste
functie en zijn geen andere beschikbaar. Door op
deze toets te drukken wordt alleen de gekozen
functie aangegeven, afhankelijk van het afgespeelde surround materiaal en de luidsprekerconfiguratie.Wordt geen DTS bron gebruikt, dan
heeft deze toets geen functie. Zie pagina 32 en
33 voor de beschikbare DTS opties.
O
Logic 7 Functie: druk op deze toets om
één van de beschikbare Logic 7 functie te kiezen.
Zie pagina 32-33 voor de beschikbare Logic 7
functies.
P
Loopwerktoetsen: deze toetsen hebben
geen enkele functie voor de AVR, maar kunnen
wel geprogrammeerd worden voor het voorwaarts/achterwaarts afspelen van een breed
scala aan CD- of DVD-spelers, en audio- of
videocassetterecorders. Zie pagina 47 voor aanvullende informatie over het programmeren van
de afstandsbediening.
Q
Meerkamer: activeert het meerkamersysteem en de instelling van het wijzigen van het
ingangs- of afspeelniveau van de tweede zone.
Zie pagina 43 voor nadere informatie over het
meerkamersysteem.
Volgende/vorige: deze toetsen hebben
geen functie voor de AVR, maar worden afhankelijk van de programmering gebruikt voor CD,
DVD, audio- of videorecorders om naar een
volgend of voorgaand nummer te gaan.
Stereo Functieschakelaar: indrukken om
een stereofunctie te kiezen. Verschijnt na indrukken
SURROUND OFF (surround uit) in de
Display
Ò
en blijft alleen Surr Off Surround
Functie
(
branden, dan staat de AVR in de
passeerfunctie en wordt de volledig analoge
tweekanalen links/rechts stereofunctie gebruikt
zonder surround processing of bass management, dit in tegenstelling tot andere functies
waarin digitale bewerking wordt toegepast.
Verschijnt na indrukken
SURROUND OFF
(surround uit) in de DisplayÒen blijven zowel
DSP als Surr Off Surround Functie
(
branden, dan is tweekanalen weergave gekozen en is
het bass management actief.Verschijnt
SURROUND OFF in de display
˜
dan hoort
u stereoweergave aangevuld met de voordelen
van bas management. Verschijnt tenslotte
5 CH STEREO of 7 CH STEREO dan wordt
het stereosignaal naar alle vijf de luidsprekers
gevoerd, voorzover aanwezig. Zie pagina 22 voor
meer informatie over stereoweergave.
DTS Neo:6 Functie: door op deze toets te
drukken schakelt de AVR door de verschillende
DTS Neo:6 functies, waarmee een vijf-, zes- of
zevenkanalen surround klankbeeld wordt
gedestilleerd uit tweekanalen programmamateriaal
(van een PCM-bron of een analoog ingangssignaal). De eerste keer dat u drukt wordt de
laatst gebruikte DTS Neo:6 functie gebruikt en
elke volgende maal kiest de volgende functie.
Macro's: druk op deze toetsen om een
'macro' op te slaan of op te roepen. Een macro is
een vastgelegde reeks bevelen. Zie pagina 48
voor informatie over het opslaan en oproepen
van macro's.
RDS-functies: indrukken om de verschillende informaties op te roepen die RDS op de
AVR biedt. Zie pagina 46 voor nadere informatie
over RDS.
Voorkeuze hoger/lager: bij gebruik van
de tuner drukt u op deze toets om door het overzicht van de geprogrammeerde zenders in het
geheugen van de AVR te gaan. Is CD of DVD
gekozen met de ingangskeuze
4
dan functioneert deze toets als vertraagd voor/achteruit
(DVD) of +10 (CD, CDR).
Wissen: druk op deze toets om verkeerde
instellingen te wissen wanneer u met de
afstandsbediening de frequentie van de zender
invoert.
Geheugen: indrukken om een zender in
het geheugen van de AVR op te slaan. Twee
streepjes knipperen rechts in de display
Ò
en
u heeft dan vijf seconden om met de Cijfer-
toetsen
H
een positie voor het geheugen te
kiezen. Zie pagina 45 voor meer informatie.
Vertraging/Voorgaande zender: druk op
deze toets om het instellen van de vertragingstijd
in te stellen, die door de AVR bij surround gebruikt. Voer vervolgens de tijd in door op instel-
len
F
te drukken en dan met ⁄/¤D
stellen. Druk nogmaals op instellen
F
in te
om het
proces af te ronden. Zie pagina 28 voor aanvullende informatie.
›-toets: indrukken om de menu-instelling
of keuze te wijzigen nadat een menugestuurd
apparaat (TV, VCR, DVD, e.a.) is gekozen.
Luidsprekerkeuze: indrukken om het Bass
Management Systeem van de AVR te configureren op het door u gebruikte luidsprekersysteem.
Vervolgens gebruikt u de
⁄/¤
toetsen Dom
het kanaal te kiezen dat u wilt instellen.
Druk op de insteltoets
F
en kies het luid-
sprekertype (Large, Small of None – groot, klein
of geen) overeenkomend met de gebruikte luidspreker. Zie pagina 25 voor meer informatie.
Muting: druk hierop om het geluid van de
AVR of de TV (afhankelijk van het apparaat dat
gekozen is) tijdelijk uit te schakelen.Wanneer de
afstandsbediening van de AVR geprogrammeerd
is voor gebruik met een ander apparaat, kan
deze toets samen met Ingangskeuze
4
worden ingedrukt om het programmeren te
activeren. Zie pagina 47 voor informatie over het
programmeren van de afstandsbediening.
Volume hoger/lager: verhoogt of verlaagt
het afspeelniveau van het systeem.
Nachtfunctie: schakelt de nachtfunctie in.
Bedoeld voor digitale bronnen en zorgt ervoor
dat ook op laag volume de dialoog in het centrum kanaal verstaanbaar blijft. Zie pagina 21
voor nadere informatie.
TV/Video Keuze: deze toets heeft op de
AVR geen functie, maar bij gebruik van een
geschikte VCR, DVD of satellietontvanger met
een TV/Video functie, schakelt deze toets tussen
het signaal van de speler of receiver en de
externe video input van de speler. Raadpleeg de
handleiding van de speler of receiver voor details
over deze functie.
Opmerking: door op een willekeurige toets te
drukken zal de ingangskeuze
45
relevant
voor de ingedrukte toets kort rood oplichten om
het bevel te bevestigen, mits er een functie voor
die toets is in combinatie met het gekozen apparaat. Zie functieoverzicht op pagina 50-51.
Dimmer: indrukken om de dimmer te activeren waarmee de helderheid van de display kan
worden verminderd, of geheel kan worden uitgeschakeld. Eenmaal indrukken laat de standaard
instelling zien. Nogmaals indrukken voor 50%
reductie van de helderheid en binnen vijf seconden nogmaals indrukken schakelt de display
geheel uit. Denk er aan dat deze instelling tijdelijk is; ongeacht de gekozen instelling zal de display bij het inschakelen van de AVR altijd op volle
sterkte oplichten. De blauwe verlichting rond
Lichtnetindicatie
3
blijft altijd op volle sterkte
branden ongeacht de instelling om aan te geven
dat de AVR aan staat.
12 AFSTANDSBEDIENING
Installeren en Aansluiten
Plaats het apparaat nadat het uitgepakt is op
een stevige ondergrond en controleer of deze het
gewicht kan dragen. Vervolgens dient het
apparaat aangesloten te worden op de overige
audio- en videoapparatuur.
Aansluiten audioapparatuur
Wij raden u aan uitsluitend signaalkabels van
goede kwaliteit te gebruiken om achteruitgang
van het signaal te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om bij het maken of
veranderen van de verbindingen tussen audioapparatuur of luidsprekers altijd de stekker uit
het stopcontact te nemen. Daarmee wordt voorkomen dat er onbedoeld een schakelpuls o.i.d.
naar de luidsprekers gaat, waardoor deze
beschadigd zouden kunnen worden.
1. Sluit de analoge uitgang van een CD-speler op
de CD-ingang
6
aan.
Opmerking: als de CD-speler zowel een vaste als
variabele audio-uitgang heeft, kunt u het beste de
vaste uitgang gebruiken, tenzij het signaal om wat
voor reden dan ook in niveau aangepast dient te
worden aan dat van andere bronnen.
2. Verbind de analoge uitgangen PLAY/OUT van
en cassettedeck, MD, CD-R of andere audiorecorder met de tape ingang
2
. Verbind de analo-
ge ingangen RECORD/IN met de uitgangen
Tape uitgang
3
op de AVR.
3. Verbind de digitale uitgang van een digitale
bron zoals een CD of DVD speler of wisselaar,
videospelletje, digitale satellietontvanger, HDTV
ontvanger of digitale settop box, dan wel de uitgang van een geschikte computer geluidskaart
met de Optisch of Coax Digitale Ingangen
RN*Ó
.
Wij raden u aan de coax digitale audio-uitgang
van de DVD-speler te verbinden met Coax
Digital Audio Ingang
N
daar die ingang stan-
daard is toegewezen aan de DVD bron.
De Video 2/Kabel/Sat bronnen worden standaard
met de Optisch Digitale Audiobron 1
R
verbonden. Wanneer uw kabeltelevisie settop-box of
satellietontvanger is uitgerust met een optisch
digitale audio-uitgang, raden we u aan dat u
deze verbindt met deze ingang om te profiteren
van hoogwaardige digitale audio (zoals PCM,
Dolby Digital 2.0 of Dolby Digital 5.1 signalen
uitgezonden via de kabel of satelliet).
Opmerking: wanneer u wilt dat de digitale
bronfunctie ook beschikbaar is voor meerkamer
gebruik, dient u de analoge audio-uitgang te verbinden met een geschikte ingang op de AVR 245,
daar het meerkamersysteem niet in staat is digitale signalen naar een andere zone te brengen.
4. Verbind de Coax of Optische digitale uit-
gangen
A
op de achterzijde van de AVR met
de overeenkomstige digitale ingangen van een
CD-R of MiniDisc recorder.
5. Installeer de bij het apparaat geleverde MG
kamerantenne als hieronder aangegeven. Sluit
deze aan op de schroefklemmen AM en GND
0
6. Sluit de bijgeleverde FM-antenne aan op FM
1
(75 ohm) ingang
. De FM-antenne kan een
externe dakantenne, een draadantenne binnenshuis zijn, of een aansluiting op het kabelsysteem.
Als de antenne is aangesloten via een lintkabel
van 300 ohm, dient een 300 ohm/75 ohm
adapter gebruikt te worden.
7. Verbind bij uitgeschakelde AVR 245 de extra
leverbare Harman Kardon naar
Digital Media Player (DMP)
Een geschikte Apple
®
iPod®kan in de
8
.
worden geplaatst om als audiobron te worden
gebruikt. Videomateriaal van de iPod kan niet via
de AVR worden bekeken.
8. Sluit de luidsprekers aan op de front, centrum
en surround luidsprekeruitgangen
DEFO
.
Voor een optimale signaaloverdracht naar de
luidsprekers, adviseren wij luidsprekerkabels van
goede kwaliteit te gebruiken. Er zijn vele merken
kabels leverbaar en de keuze van een kabel kan
worden beïnvloed door de afstand tussen uw
luidsprekers en de receiver, het type luidsprekers
dat u gebruikt, uw persoonlijke voorkeur en
andere factoren. Uw leverancier of installateur
kan u helpen bij het kiezen van de juiste kabel.
Een kabel met een doorsnede van 1,5 mm
2
kan
voor korte afstanden (minder dan 4 m) worden
gebruikt. Wij raden aan om geen kabels met een
doorsnede van 1 mm
2
of minder te gebruiken,
vanwege vermogensverlies en de teruggang in
prestatie die zich zal voordoen.
Kabel die door een muur gaat dient van een keurmerk voorzien te zijn, ten teken dat deze aan alle
eisen voldoet. Wend u zonodig tot uw installateur
of een erkend elektriciën die op de hoogte is van
de plaatselijke bouwvoorschriften met vragen
over kabel die door de muur wordt gevoerd.
Bij het aansluiten van de luidsprekerkabels op de
juiste polariteit letten. Merk op dat de positieve
(+) pool van elke luidsprekeruitgang een specifieke kleurcode draagt als aangegeven op pagina 9.
De meeste luidsprekers maken echter gebruik
van een rode aansluiting voor de plus (+).
Verbind de zwarte negatieve (-) pool van de
luidsprekers met de zwarte aansluitingen op de
versterker.
Opmerking: hoewel de meeste luidsprekerfabrikanten zich houden aan de industriële standaard
waarbij zwarte aansluitingen voor de negatieve
.
draad en rode voor de positieve draad worden
gebruikt, kunnen sommige fabrikanten van deze
configuratie afwijken. Om een goede fase en optimale prestaties te verzekeren, het typeplaatje op
uw luidspreker of de handleiding van de luidsprekers controleren op de polariteit.Als u niet weet
wat de polariteit van uw luidspreker is, vraag dan
uw leverancier om advies voordat u verder gaat
met de aansluiting, of raadpleeg de fabrikant/
importeur van de luidsprekers.
Gebruik ook bij voorkeur identieke kabellengten
voor het aansluiten van de luidsprekerparen.
Gebruik bijvoorbeeld dezelfde lengte voor de luidsprekers linksvoor en rechtsvoor en voor surround
links en surround rechts, ook als de luidsprekers op
verschillende afstanden van de AVR staan.
9. De verbindingen naar de subwoofer worden
gewoonlijk aangesloten via een lijnniveau audio
aansluiting van de subwooferuitgang
een subwoofer met een ingebouwde versterker.
Als er een passieve subwoofer wordt gebruikt,
gaat de uitgang naar een eindversterker, waarop
dan één of meer subwoofers worden aangesloten. Gebruikt u een actieve subwoofer zonder
lijnniveau ingangen, lees dan de instructies die
bij de luidspreker zijn gevoegd voor informatie
over de aansluiting.
10. Verbind de 5.1 uitgangen van een meerkanaals audiobron zoals een externe digitale processor/decoder, DVD-Audio of SACD speler, met
de 8-Kanaals Directe Ingang
9
Aansluitingen van videoapparatuur
Videoapparatuur wordt op dezelfde manier aangesloten als audiocomponenten. Het gebruik van
signaalkabel van goede kwaliteit is belangrijk
voor het behoud van de signaalkwaliteit.
1. Verbind de audio- en video Play/Out uitgan-
gen met de Video 1
ingangen
MT
video Record/In ingangen van de VCR worden
verbonden met de Video 1 uitgangen
van de AVR.
2. Hoewel elk video-apparaat met deze aansluitingen kan worden verbonden, raden we aan
voor de videorecorder Video 1 Video/Video
Ingang
SQ
de afstandsbediening die is geprogrammeerd
voor videorecorder productcodes op de Video 1
aansluiting.
Om dezelfde reden raden we aan de kabel-TV
converter of satellietontvanger op Video 2
Audio/Video Ingang
Video 2 Audio/Video Ingang
QS
of Video 2 In
op de achterzijde. De audio en
te gebruiken, zodat dit klopt met
MT
en de televisie op
YZ
NEDERLANDS
4
met
.
P7
.
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 13
Installeren en Aansluiten
Belangrijk: wanneer u de TV alleen gebruikt
als een beeldscherm (d.w.z. dat u de televisieprogramma's ontvangt via een kabelbox of
satellietontvanger) dient u de uitgangen van de
TV niet te verbinden met de Video 3 A/V en S-
Video Ingangen
van de AVR.
3. Verbind de analoge audio- en video-uitgangen van een DVD- of laserdiscspeler met de
DVD-ingang
4. Verbind de digitale audio uitgangen van een
CD- of DVD-speler, satellietontvanger, kabel- of
HDTV-converter aan op de juiste Optische of
Coaxiale digitale ingangen
Onthoud dat de DVD-bron standaard op Coax
Digitale Ingang 1
standaard naar de analoge ingangen hoewel in
principe elke digitale bron op elke digitale audioingang van de receiver kan worden toegewezen.
Opmerking: bij het aansluiten van een digitale
kabelbox of een ander set-top tuner met digitale
audio-uitgang, raden we u aan zowel de digitale
als de analoge uitgangen daarvan op de AVR aan
te sluiten. De ingebouwde audio omschakelfunctie van de AVR zorgt er dan voor dat er een
ononderbroken audiosignaal is, doordat bij
onderbreking van het digitale signaal of het niet
beschikbaar zijn ervan op een bepaald kanaal,
automatisch wordt omgeschakeld naar de analoge aansluitingen.
5. Verbind de Composiet en S-Video (indien
S-Video wordt gebruikt) Monitor Uitgang
op de achterzijde van de receiver met de composiet of S-Video ingang van de televisie of
videoprojector.
6. Indien u DVD-speler en monitor beide
component video aansluitingen hebben, sluit de
component video uitgangen van de Video 1
Component Video Ingang
zelfs wanneer de component video-aansluitingen
gebruikt worden, de audio-aansluitingen nog
steeds gemaakt moeten worden op de analoge
DVD audio-ingangen
of Optische digitale ingangen
7. Wanneer een andere component videobron
beschikbaar is, sluit u deze aan op de Video 2
of Video 3 Component Video Ingang
De audioverbindingen voor deze bron dienen
naast de Video 2 of Video 3 Ingangen
of een andere Coax of Optische Digitale
NR
Ingang
8. Indien de component video-ingangen gebruikt
worden, sluit dan de Component video-
uitgangen
ingangen van uw TV, projector of weergaveapparaat.
YZ
of enige andere ingang
5C
.
RN*Ó
N
hoort. Alle andere gaan
L
. Merk op dat
5
of op de Coaxiale
NR
.
K
aan op de component video-
.
B
.
JX
XY
9. Gebruikt u een camcorder, videospelletje of
ander audio/video apparaat dat is zo nu en dan
tijdelijk wordt aangesloten op de AVR, verbind
de audio, video en digitale audio uitgangen van
dat apparaat dan met de Front Ingangen
*ÓÔ
sloten apparaat wordt gekozen als Video 4
ingang en aangesloten op de digitale ingan-
gen
ingang. Zie pagina 19 voor nadere informatie
over de configuratie van de ingangen.
10. Verbind de AVR met uw beeldscherm via één
van onderstaande aansluitingen, ook wanneer u
tevens een HDMI-verbinding gebruikt:
• Heeft u een beeldscherm met een component
• Heeft u een beeldscherm met geen digitale of
. Een op Video 4 ingangÔaange-
*Ó
gekozen als 'Optisch 3' of 'Coax 3'
ingang (Y/Pr/Pb), gebruik dan de Component
K
Video Uitgang
component ingangen, verbind dan de Video
Monitor Uitgang
overeenkomstige ingang van het beeldscherm.
Er is slechts één verbinding nodig; S-video
geeft de beste kwaliteit.
.
B
op de AVR met de
HDMI Verbinding
HDMI™staat voor High-Definition Multimedia
Interface wat snel de standaard wordt tussen
hoogwaardige audio/video apparatuur en de
monitor, vooral bij high-definition videosignalen.
HDMI is een digitale verbinding zodat het niet
nodig is signalen van digitaal naar analoog en
weer terug te converteren.
Sommige bronnen of beeldschermen in uw systeem maken wellicht gebruik van DVI (Digital
Video Interface) voor de digitale videoverbindingen. DVI voert dezelfde digitale signalen als
HDMI maar maakt gebruik van een grotere connector en voert geen audio- en stuursignalen. In
de meeste gevallen kunnen DVI en HDMI digitale videoverbindingen door elkaar worden
gebruikt, eventueel met de nodige verlooppluggen. Denk er echter wel aan dat sommige van
DVI voorziene beeldschermen niet geschikt zijn
voor de HDCP kopieerbeveiliging die steeds
vaker aanwezig is in signalen die via HDMI zijn
verbonden. Bij gebruik van een HDMI bron en
een DVI beeldscherm kan soms het beeld wegvallen wanneer het beeldscherm geen HDCP
ontvangt. Dat is geen fout van de AVR of de
bron, maar het geeft aan dat het beeldscherm
.
niet geschikt is.
De AVR is uitgerust met HDMI-omschakeling wat
betekent dat direct gekozen kan worden uit één
van beide HDMI-ingangen als bron voor het
beeldscherm van uw systeem. Zo wordt het digitale signaal in zijn oorspronkelijke vorm behouden en direct van de bron naar het beeldscherm
gevoerd. Dat betekent echter ook dat de AVR
geen toegang tot het signaal heeft en geen
menu’s of in-beeld aanwijzingen aan het HDMIsignaal kan toevoegen, noch het audiosignaal
kan bewerken dat deel uitmaakt van de HDMIverbinding.
Daarom zijn de volgende verbindingen noodzakelijk wanneer de AVR 245 wordt gebruikt met
HDMI-bronnen:
• Verbind de HDMI-uitgang van een bron met
b
een HDMI-Ingang
• Verbind de HDMI-Uitgang
met een HDMI-ingang van uw beeldscherm.
• Verbind de bron via een optische of coax digitale audio-uitgang met de AVR. De standaard
verbinding is Coax 2
den met HDMI 1
bron verbonden met HDMI 2
U kunt elke analoge of digitale audiobron
gebruiken in combinatie met een HDMI-ingang
maar als het afwijkt van de standaard combinatie, dient u ook de instelling van de ingang te
wijzigen, als aangegeven op pagina 19.
Ook bij gebruik van HDMI-ingangen is het be-
•
langrijk dat een component, S-video of composiet videoverbinding wordt gemaakt tussen de
AVR en uw beeldscherm. Dat is nodig om zowel
de setup menu’s als de in-beeld aanwijzingen te
kunnen zien, alsmede andere (niet-HDMI) videobronnen. DE AVR 245 zet analoge videosignalen
niet om naar HDMI.
• Alle component in- en uitgangen kunnen ook
voor RGB signalen worden gebruikt, op dezelfde
wijze als beschreven voor de Y/Pr/Pb signalen,
en verbonden met de aansluitingen van overeenkomstige kleur. Maar dat werkt alleen zolang
de drie RGB videosignalen door de bron worden
afgegeven, alleen met een sync signaal in het
‘G’ signaal, zonder een afzonderlijk sync signaal
van de bron.
.
a
van de AVR
N
voor een bron verbon-
W
of Optisch 2Rvoor een
b
.
Scart A/V-aansluitingen
Voor alle hiervoor omschreven verbindingen
gebruikt uw videoapparaat cinch-aansluitingen
en/of S-video aansluitingen, zowel voor de
audio- als de videosignalen: elk normaal videoapparaat (niet S-VHS of High 8) gebruikt voor
alleen afspelen 3 cinch verbindingen; videorecorders voor afspelen en opnemen zelfs
6 cinch verbindingen. Alle S-video-apparaten
(S-VHS, High 8) hebben 2 cinch (audio) en
1 S-video verbinding nodig voor afspelen, of
4 cinch (audio in/uit) en 2 S-video (video in/uit)
verbindingen als het een videorecorder betreft.
Veel Europese videoapparaten zijn maar ten dele
voorzien van cinch of S-video aansluitingen, niet
voor alle audio- en video in- en -uitgangen die
nodig zijn als eerder beschreven, maar via een
zogeheten Scart of Euro-AV connector, een vrijwel haakse plug met 21 pennen, zie afbeelding.
In dat geval zijn de volgende scart/cinch-adapters of kabels nodig:
14 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
• Voor weergave van satellietontvangers, camcorders, DVD- of LD-spelers, een adapter van
scart naar 3 cinch pluggen, zie afbeelding 1
(normale videoapparaten), of van scart naar 2
cinch +1 S-video stekkers, zie afbeelding 4
(S-videoapparaten).
• HiFi-videorecorders hebben een adapter van
scart naar 6 cinch pluggen nodig, zie afbeelding
2 (normale video), of van scart naar 4 audio +
2 S-video pluggen, zie afbeelding 5 (S-video
VCR). Lees de instructies bij de adapter zorgvuldig, om vast te stellen welke van de zes
stekkers voor het opnamesignaal is (aansluiten
op de uitgangen van de AVR) en welke voor het
weergavesignaal van de videorecorder (aansluiten op de Ingangen van de AVR). Maak onderscheid tussen audio- en videosignalen. Aarzel
niet uw leverancier te raadplegen indien u
twijfels heeft.
• Gebruikt u uitsluitend normale videoapparaten, dan is voor de TV-monitor een adapter van
3 cinch pluggen naar scart nodig (zie afbeelding
3). Gebruikt u ook S-video apparaten, dan is een
extra adapter van 2 cinch +1 S-video plug naar
scart nodig (afbeelding 6), verbonden met de
scart-ingang van uw TV, geschikt voor S-video.
Alleen de videopluggen (de ‘gele’ cinch pluggen
in afbeelding 3 en de S-video plug in afbeelding
6) worden aangesloten op de TV/Monitor
Uitgang
B
en het volume van de TV wordt
geheel teruggedraaid.
Belangrijke opmerking over
adapterkabels
Wanneer de cinch aansluitingen van de adapter
die u gebruikt gemarkeerd zijn, sluit de audio en
video ingangspluggen dan altijd aan op de
audio en video uitgangen van de AVR en omgekeerd. Is dat niet het geval, let dan op de signaalrichting zoals die is aangegeven in bovenstaande afbeeldingen en in de aanwijzingen bij
de adapter. Heeft u twijfels, aarzel dan niet uw
leverancier om inlichtingen te vragen.
Belangrijke opmerkingen over S-video
1. Alleen de S-video in/uit van S-video apparatuur mag verbonden worden met de AVR, NOOIT
zowel de normale als de S-video aansluitingen,
uitgezonderd de TV, zie punt 2.
Wanneer beide aansluitingen gemaakt zijn zal
alleen het S-Video signaal zichtbaar gemaakt
worden.
scart/cinch adapter voor
richting: scart
scart/cinch adapter voor
opnemen en weergeven;
richting: scart ↔ cinch
cinch/scart adapter voor
richting: cinch →scart
richting: scart
richting: scart ↔ cinch
richting: cinch
Afbeelding 1:
weergave;
→
cinch
Afbeelding 2:
Afbeelding 3:
weergave:
Afbeelding 4:
scart/S-video adapter
voor weergave:
→
cinch
Afbeelding 5:
scart/S-video adapter
voor opname en
weergave:
Afbeelding 6:
scart/S-video adapter
voor weergave:
→
scart
Zwart
Geel
Rood
Rood
Zwart
S-video uit
1
Ook andere kleuren mogelijk, b.v. bruin en grijs
Belangrijk bij gebruik van
scart/cinch adapters
Wanneer videobronnen op de TV aangesloten
zijn via een scartkabel worden naast de
audio/videosignalen ook stuursignalen naar de
TV gezonden. Met deze signalen werkt bijvoorbeeld de automatische bronkeuze, zodat de TV
automatisch naar de juiste bron schakelt zodra
de videobron wordt gestart. En bij DVD-spelers
wordt de TV ook automatisch op 16:9 geschakeld (met 16:9 TV’s of met 4:3 TV’s waarop het
16:9 formaat kan worden gekozen) en wordt de
RGB videodecoder van de TV in/uitgeschakeld,
afhankelijk van de instelling van de DVD-speler.
Bij gebruik van een adapterkabel gaan deze
signalen verloren en dient de TV met de hand op
de juiste positie gezet te worden.
Zwart
Geel
Rood
Zwart
Rood
Blauw1
Geel
Groen1
Wit
Zwart
Rood
S-video in
Zwart
Rood
1
Blauw
Geel
S-video in
S-video uit
Opmerking over het RGB-signaal
met SCART:
indien u een toestel gebruikt dat RGB-signalen
op een SCART-uitgang (b.v. de meeste DVDspelers doen dit) levert en u wilt dit RGB-signaal
gebruiken, dan moet de SCART-uitgang rechtstreeks op uw TV aangesloten worden. Hoewel
de AVR driewegs-videosignalen kan schakelen
(zoals component signalen Y/Pb/Pr), hebben TV’s
aparte sync-signalen nodig naast RGB (ook met
SCART) die niet additioneel door de AVR geschakeld en geleverd kunnen worden.
RGB signalen kunnen alleen door de AVR geleid
worden wanneer geen afzonderlijk synchronisatie signaal nodig is (zie laatste opmerking bij
Video Aansluiting op pagina 15).
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 15
Installeren en Aansluiten
Systeem en eindversterker
verbindingen
De AVR 245 is ontwikkeld voor flexibele toepassing in meerkamersystemen, externe besturingen en eindversterkers.
Uitbreiding afstandsbediening
centrale kamer
Wanneer de ontvanger in een gesloten kast staat
of achter donker glas, dan kan dat er toe leiden
dat de sensor van de afstandsbediening geen
bevelen ontvangt. In dat geval kan de afstandsbedieningsensor van een ander Harman Kardon,
of geschikt apparaat, die wel ontvangst heeft,
worden gebruikt. Hiervoor kan ook een extra
sensor gebruikt worden. Verbind de IR-uitgang
voor afstandsbediening van dat apparaat, of de
uitgang van de afstandsbedieningsensor aan op
V
de ingang IR afstandsbediening
Wanneer ook andere componenten geen bevelen
van de afstandsbediening ontvangen, is maar
één sensor nodig. Gebruik eenvoudig de sensor
van dit apparaat, of een extra sensor door een
verbinding te maken van uitgang IR afstands-
U
bediening
diening ingang op de Harman Kardon of andere
geschikte apparatuur.
Meerkamer IR-link
Een tweede kamer kan bediend worden door
deze op de AVR aan te sluiten via een infrarood
verbinding, plus een verbinding naar de luidsprekers of een versterker. De IR-sensor in de tweede
kamer (een extra IR-sensor zijn of een op afstand
te bedienen Harman Kardon apparaat met ingebouwde IR-sensor) wordt verbonden met de
AVR via een standaard coaxkabel. Sluit de IR-uitgang van het apparaat of een extra sensor
aan op de multi IR-ingang
de van de AVR.
Wanneer nog andere Harman Kardon compatibele bronnen deel uitmaken van de installatie in de
centrale kamer, verbind dan uitgang IR af-
standsbediening
IR ingang van de CD-speler of DVD-speler (niet
het cassettedeck). Zo kunnen vanuit de kamer op
afstand ook de functies van de bronnen worden
bediend, naast de bron en het volume in de
kamer zelf.
Opmerking: alle op afstand bediende componenten moeten onderling zijn doorverbonden.
Verbind de IR uitgang van het ene apparaat
met de IR ingang van het volgende, om de signalen door te lussen.
naar de aansluiting afstandsbe-
H
U
op de achterzijde met de
.
op de achterzij-
Meerkamer audio aansluitingen
Afhankelijk van de systeemeisen en de afstand
van de AVR tot de andere kamer zijn er drie
mogelijkheden voor de audioverbinding:
Optie 1: gebruik hoogwaardige afgeschermde
audio verbindingskabels van de AVR naar de
andere kamer. In de andere kamer sluit u de verbindingskabel aan op een stereo eindversterker.
Op zijn beurt wordt die versterker aangesloten
op de luidsprekers in die kamer. Op de achterzijde van de AVR verbindt u de verbindingskabel
W
H
op de AVR en
.
W
op
O
.
met de meerkamer uitgangen
Option 2: zet de versterker voor de luidsprekers
in de andere kamer in dezelfde kamer als de
AVR en verbind de meerkamer uitgang
de achterzijde van de AVR met de audio ingang
van de eindversterker voor de andere kamer.
Gebruik geschikte luidsprekerkabel voor de verbinding tussen de eindversterker en de luidsprekers in de andere kamer. Aanbevolen verbinding
van andere kamers wordt hoogwaardige kabel
van minimaal 2,5 mm
Optie 3: door gebruik te maken van de zeven
versterkers die in de AVR zijn ingebouwd, kunnen
daarvan twee versterkers worden gebruikt om
een paar luidsprekers in een andere kamer te
sturen. Bij gebruik van deze optie kan niet tegelijkertijd ook de 7.1 optie van de AVR worden
gebruikt voor de hoofdkamer, maar wel een extra
kamer zonder daarvoor een afzonderlijke versterker te installeren. Om de ingebouwde versterkers
te gebruiken voor een andere zone sluit u deze
luidsprekers aan op de Surround Achter/
Meerkamer Luidsprekeruitgangen
Voordat u de andere kamer gebruikt dient u de
configuratie van de versterkers voor de surround
achter kanalen in het Multiroom menu te wijzigen, als beschreven op pagina 43.
Opmerking: in alle opties kan een extra IR
sensor (Harman Kardon He 1000) in de andere
kamer worden aangesloten op de AVR via een
daartoe geschikte kabel. Verbind deze kabel met
de Meerkamer IR ingang
gebruik de afstandsbediening om het volume
daar te regelen. Ook kunt u een extra volumeregelaar aansluiten tussen de uitgang van de
versterker en de luidsprekers.
Opmerking: het meerkamersysteem van de
AVR 245 kan alleen analoge audiobronnen naar
de andere zone transporteren. Het is daarom
belangrijk bij het aansluiten van uw digitale
audio-apparatuur (b.v. CD- of DVD-speler) als
beschreven op pagina 14 zowel de digitale als de
analoge audioverbindingen te gebruiken om de
signalen ook voor het meerkamersysteem
beschikbaar te maken.
2
.
Lichtnetuitgangen
Dit apparaat is voorzien van twee lichtnetuitgangen voor andere apparatuur. Het is belangrijk dat
geen apparatuur wordt aangesloten die veel vermogen opneemt, zoals eindversterkers of monitoren. Het totale opgenomen vermogen mag per
uitgang niet boven de 50 watt liggen.
G
De geschakelde lichtnetuitgang
alleen spanning wanneer het apparaat geheel is
ingeschakeld. Gebruik deze uitgang voor apparaten die geen netschakelaar hebben, of een
mechanische netschakelaar die continu ingeschakeld kan blijven.
Opmerking: veel audio- en videoproducten
gaan over op standby wanneer deze met geschakelde lichtnetuitgangen worden gebruikt en
kunnen via zo’n uitgang niet worden geactiveerd, zonder gebruik van de afstandsbediening
van dat product.
De AVR 245 trekt aanzienlijk meer stroom uit het
stopcontact dan andere huishoudelijke apparatuur met losse netsnoeren zoals computers.
Daarom is het belangrijk dat alleen het bijgeleverde netsnoer wordt gebruikt en dat bij vervanging een identiek exemplaar wordt gebruikt.
Is het netsnoer eenmaal aangesloten dan bent u
bijna klaar om van de AVR 245 te gaan genieten!
voert
16 INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Installeren en Aansluiten
Luidsprekerkeuze
Welk merk luidsprekers ook wordt gebruikt, neem
altijd hetzelfde merk en type voor de front luidsprekers links,midden en rechts. Zo ontstaat een
consistent front geluidsbeeld en wordt voorkomen
dat zich vervelende bijeffecten voordoen, zoals bij
front luidsprekers die niet goed bij elkaar passen.
Harman Kardon adviseert luidsprekers van JBL of
Infinity.
Opstelling van de luidsprekers
De opstelling van de luidsprekers in een home
theater systeem met meerdere kanalen heeft een
aanzienlijke invloed op de bereikte geluidskwaliteit.
Afhankelijk van het type centrum luidspreker en
uw televisietoestel, dient u uw centrum luidspreker ofwel direct op of onder de TV opgesteld te
worden, dan wel in het midden achter een
akoestisch doorzichtig projectiescherm.
Nadat de centrum luidspreker is geïnstalleerd, worden de front luidsprekers links en rechts opgesteld
en wel op een onderlinge afstand die gelijk is aan
de afstand tussen de centrum luidspreker en de
gewenste luisterpositie. Idealiter dienen de front
luidsprekers zo te worden opgesteld dat de tweeters zich niet meer dan 60 cm boven of onder de
tweeter in de centrum luidspreker bevinden.
Houd de front luidsprekers minimaal op een
afstand van 0,5 meter van de TV, tenzij de luidsprekers magnetisch afgeschermd zijn om vervorming
van het TV-beeld te voorkomen. Denk er aan dat de
meeste luidsprekers niet magnetisch zijn afgeschermd, zelfs die in complete surround sets,meestal is alleen de centrum luidspreker wel afgeschermd.
Afhankelijk van de kamerakoestiek en het type
luidsprekers dat wordt gebruikt, kan het resultaat
worden verbeterd door de front luidsprekers links
en rechts ten opzichte van de centrum luidspreker
iets naar voren te plaatsen. Corrigeer zo mogelijk
alle front luidsprekers zo dat deze op oorhoogte
staan wanneer u zich op uw luisterpositie bevindt.
Aan de hand van deze uitgangspunten kunt u
experimenteren met de opstelling van de front luidsprekers in uw systeem.Aarzel niet de onderdelen
te verplaatsen, net zo lang tot het systeem een
optimaal resultaat laat horen. Verplaats de luidsprekers tot de audio-overgangen van de front luidsprekers gebalanceerd klinken.Surround luidsprekers dienen tegen de zijwanden van de kamer te
worden opgesteld, ter hoogte van of iets achter de
luisterpositie. Het hart van de luidspreker wordt op
de kamer gericht. Wanneer het niet mogelijk is de
luidsprekers tegen de zijwanden op te stellen, kunnen de luidsprekers tegen de achterwand worden
geplaatst, achter de luisterpositie.De luidsprekers
bij voorkeur niet meer dan 2 meter achter de luisterpositie opstellen.
Wanneer de AVR wordt gebruikt in de 5.1 kanaals
functie kunnen de surround luidsprekers het beste
tegen de zijwanden van de kamer worden opgesteld, of iets achter de luisterpositie. In een 6.1
kanalen systeem is een surround achter luidspreker
noodzakelijk, liefst opgesteld tegen de achterwand
van de luisterruimte en gericht naar de front center
luidspreker. Het centrum van de luidsprekers is
naar de luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
De opstelling van de achter luidsprekers is afhankelijk van de eisen die uw specifieke systeem stelt.
Gebruikt u alleen de in de AVR 245 ingebouwde
versterkers,dan dienen de achter surround luidsprekers tegen de achterwand gemonteerd te worden, als aangegeven in de tekening linksonder.
Opstelling tegen de achterwand is ook mogelijk
kan ook in plaats van opstelling tegen de zijwand bij 5.1 systemen, in gevallen waarin het
niet praktisch is de hoofd surround luidsprekers
aan de zijkant in de kamer op te stellen.
In een 7.1 systeem zijn zowel surround luidsprekers aan de zijkant als aan de achterzijde nodig.
Het centrum van de luidsprekers is naar de luisteraar gekeerd. Zie hiernaast.
Surround Achter luidsprekers zijn nodig bij een volledig 7.1 systeem en kunnen tevens gebruikt worden in een 5.1 kanaals systeem als een alternatief
wanneer het niet goed mogelijk is de hoofd surround luidsprekers aan de zijkant van de kamer op
te stellen. Deze luidsprekers kunnen tegen de achterwand worden geplaatst, achter de luisterpositie.
Net als bij de zijluidsprekers dient het hart van de
luidspreker op de luisteraar gericht te zijn. De luidsprekers niet meer dan twee meter achter de luisterpositie opstellen.
De AVR 245 kan geconfigureerd worden voor 5.1
of 7.1 kanalen weergave, maar niet voor 6.1
kanalen. Bij weergave van 6.1 materiaal of een
6.1 kanalen functie wordt het signaal voor het
surround achter kanaal weergegeven via de
Surround Achter Links en Rechts Luid-
O
sprekeruitgangen
. Door slechts één luidspreker op deze uitgangen aan te sluiten, mist u niet
alleen de 7.1 surround functies zoals Logic 7,
maar het conflicteert ook met de EzSet+ luidsprekeropzet en kalibratie als beschreven op pagina 23. Het kan ook tot overbelasting leiden van
de surround achter versterkers en voedingen.
Minimaal 15 cm van het plafond
Minimaal 60 cm
Centrum luidspreker
Max.
60 cm
Front rechtsFront links
A) Opstelling van de front luidsprekers bij een
TV-toestel of een projector achter het scherm.
5.1-Kanalen systeem
6.1-Kanalen systeem
7.1-Kanalen systeem
NEDERLANDS
INSTALLEREN EN AANSLUITEN 17
Systeemconfiguratie
Subwoofers produceren grotendeels niet gericht
geluid en kunnen bijna overal in de ruimte
worden opgesteld. De opstelling dient te worden
gebaseerd op de afmetingen en vorm van het
vertrek en het type subwoofer dat wordt gebruikt.
Een methode om de optimale locatie voor een
subwoofer te vinden is deze eerst in het front van
de kamer te zetten, ongeveer 15 cm van een
muur, of in de buurt van een hoek. Een andere
methode is de subwoofer tijdelijk op de plaats te
zetten waar u gewoonlijk zult zitten en vervolgens
in de kamer rond te lopen totdat u een plaats
vindt waar de subwoofer het beste klinkt. Zet de
subwoofer dan op die plaats.Volg ook de instructies van de fabrikant van de subwoofer op, of
experimenteer om de beste locatie voor een subwoofer in de luisterruimte te vinden.Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opgesteld en aangesloten, dan dient het geheugen van de systeem
geconfigureerd te worden.
Hoewel het noodzakelijk is dat u zelf de instellingen
van ingang/uitgang en surround functies kiest,
raden we u aan te profiteren van de functies van
EzSet+ en zo automatisch de functies kiest en
invoert voor alle andere audioparameters.
Daarmee spaart u niet alleen tijd, het zorgt er ook
voor dat uw kamer wordt gemeten en gecorrigeerd met een nauwkeurigheid die met een handinstelling niet mogelijk is. Het wordt nu tijd de
AVR 245 in te schakelen en deze fijninstellingen te
gaan uitvoeren.
In gebruik name en in-beeld display
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instellingen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoerIin een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar1zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de licht-
netindicatie
apparaat in standby staat.
3. Verwijder de plastic beschermingsfolie van het
venster op de afstandsbediening. Met die folie zal
het bereik van de afstandsbediening aanzienlijk
kleiner zijn.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen in
de afstandsbediening, als in de afbeelding aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die op de
bodem van het batterijvakje staat aangegeven.
3
oranje wordt, ten teken dat het
5. Schakel de AVR in door op Standby
drukken, of met de ingangskeuze
%
2
op de
te
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
Inschakelen
van de toetsen Ingangskeuze
ken. De lichtnetindicatie
3
, AVR keuze5, of op een
46
3
wordt nu blauw
te druk-
ten teken dat het apparaat ingeschakeld is en de
display
Ò
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van de
4
ingangskeuze
kelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze
om het apparaat in te scha-
5
om
de afstandsbediening de AVR te laten besturen.
Gebruik van de in-beeld display
Het maken van de volgende instellingen gaat het
eenvoudigste via de in-beeld display van het TV
toestel of projectiescherm. Zo kan de huidige
status van de AVR gemakkelijk worden afgelezen,
wat prettig is bij het kiezen van de luidsprekers,
de vertraging en andere instellingen.
Om de in-beeld display te activeren dient een verbinding gemaakt te zijn tussen de video moni-
tor uitgang
posiet- of S-video ingang van uw TV of projector.
Om de in-beeld informatie van de AVR te kunnen
zien, dient ook op de monitor/projector de juiste
videobron gekozen te zijn. Denk er aan dat de inbeeld menu’s niet beschikbaar zijn wanneer een
component video display wordt gebruikt.
Belangrijk: bij gebruik van in-beeld menu’s via
een conventionele beeldbuis is het belangrijk dat
deze niet langdurig in beeld blijven staan. Zoals
bij alle videoschermen, maar in het bijzonder bij
projectoren, kan het continu weergeven van statische beelden als deze menu’s, of beelden van
videospelletjes, permanent ‘inbranden’ van de
beeldbuis of projector veroorzaken. Dergelijke
schade valt niet onder de garantie van de AVR en
is vrij zeker ook niet onder de garantie van de TV
of projector. De AVR heeft twee in-beeld weergavefuncties: ‘semi-OSD’ (gedeeltelijk) en ‘Full-OSD’
(volledig). Bij het configureren raden wij u aan
Full-OSD functie te gebruiken. De volledige status
en de opties verschijnen dan in beeld, wat het
gemakkelijker maakt uit de beschikbare mogelijkheden te kiezen en instellingen te maken. De
Semi-OSD functie gebruikt slechts één regel.
Denk er aan dat bij het Full-OSD (volledig inbeeld)
de gekozen menu’s niet in de display
schijnen. Wanneer de volledige In-Beeld Display
(OSD) wordt gebruikt verschijnt
display
scherm gebruikt dient te worden.
Wordt het Semi-OSD systeem (gedeeltelijk inbeeld) gebruikt met de afzonderlijke configuratietoetsen, dan in-beeld een enkele regel tekst met
de huidige menukeuze te zien zijn. Die keuze
wordt ook aangegeven in de display
B
op de achterzijde naar de com-
OSD ON in de
Ò
om aan te geven dat een beeld-
Ò
Ò
ver-
.
Het volledige in-beeld menu kan altijd worden
opgeroepen of verwijderd door op In-beeld
Display
L
te drukken.Wanneer u op deze
toets drukt zal het hoofdmenu
MENU (Afb. 1) verschijnen en kunnen instellin-
MASTER
gen gemaakt worden vanuit de individuele
menu’s. Denk er aan dat de menu’s na de laatste
handeling gedurende 20 seconden zichtbaar zullen blijven, daarna uit beeld verdwijnen. Deze tijd
kan verlengd worden tot 50 seconden door naar
het
ADVANCED SELECT menu te gaan en
het item
FULL OSD TIME OUT te wijzigen.
De Semi-OSD is ook beschikbaar als standaard
systeeminstelling en kan worden uitgeschakeld
via het
ADVANCED SELECT menu. Zie pagi-
na 42. Met het semi OSD systeem kunt u direct
instellingen maken door op de toetsen op de
voorzijde of op de afstandsbediening te drukken.
Om bijvoorbeeld de digitale ingang voor een bron
te wijzigen drukt u op Digitale Keuze
en een van de keuzetoetsen
D
op de voorzijde of de afstandsbediening.
‹/›
7
Û
or
G
⁄/¤
Afbeelding 1
Systeemopzet
De AVR bezit een modern geheugensysteem
waarmee u verschillende configuraties kunt vastleggen voor de luidsprekeropzet, digitale ingangen, surround functies, vertragingen, wisselfrequenties en luidsprekerinstellingen voor elke bron.
Om de luidspreker instelling te vergemakkelijken
kan dezelfde luidspreker instelling ook voor alle
ingangen tegelijk worden gemaakt. Deze flexibiliteit maakt het mogelijk de manier waarop naar
elke bron geluisterd wordt op maat in te stellen
en in de AVR op te slaan. Dat betekent bijvoorbeeld dat u verschillende surround functies en
analoge of digitale ingangen met verschillende
bronnen kunt combineren, of verschillende luidsprekerconfiguraties kunt instellen met afwijkende
instellingen voor de behandeling van het laag, of
het gebruik van de centrum luidspreker en/of de
subwoofer. Zijn die instellingen eenmaal gemaakt,
dan worden deze automatisch weer opgeroepen
zodra die ingang wordt gekozen.
18 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Wij raden u aan de eerste maal dat u de AVR
gebruikt het systeem te configureren met het
EzSet+ proces waarmee de luidsprekers snel en
zeker voor grootte en vertraging worden ingesteld
en in balans gebracht en de AVR wordt ingesteld
op uw systeem en uw kamer. Voordat u de
EzSet+ procedure begint dienen een paar instellingen gemaakt te worden om een nauwkeurige
resultaat te verzekeren.
De standaard fabrieksinstellingen voor de
AVR 245 zijn alle geconfigureerd voor analoge
audiosignalen, uitgezonderd de DVD-ingang,
N
waar de Coax Digitale Ingang
standaard is
en de Video 2 ingang waar Optisch Digitale
R
Audio Ingang
standaard is. Is het DSP processor systeem voor het eerst gebruikt voor een
willekeurige ingang, dan wordt de luidsprekerinstelling automatisch in ‘Small’ (klein) en de subwoofer op ‘LFE’ gezet. De standaardinstelling
voor de surround functies is Logic 7 Music,
hoewel Dolby Digital of DTS automatisch worden
gekozen wanneer een bron met een digitaal
signaal in gebruik is.
Voordat het apparaat in gebruik wordt genomen,
zullen de instellingen voor de meeste ingangen
waarschijnlijk gewijzigd dienen te worden, om ze
correct te configureren voor het gebruik met
digitale of analoge ingangen en de surround
functie die aan de ingang is gekoppeld. Denk
eraan dat deze instellingen voor elke gebruikte
ingang gemaakt dienen te worden, aangezien het
geheugensysteem van de AVR de instellingen
voor elke ingang afzonderlijk opslaat.Anderzijds
zullen eerst nieuwe instellingen gemaakt dienen
te worden nadat de systeemcomponenten
gewijzigd zijn.
Om dit proces snel en eenvoudig uit te voeren
raden wij aan het Full-OSD (volledig) systeem met
menu’s in beeld te gebruiken en stap voor stap
alle ingangen te doorlopen. Wij raden aan de
instellingen voor alle ingangen te noteren in de
daarvoor bestemde bijlage achter in deze handleiding, voor het geval door stroomuitval of een
andere reden alle instellingen opnieuw moeten
worden gemaakt.
Opzet Ingangen
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang, om een analoge of
digitale ingang te koppelen aan elke bron, b.v.
CD of DVD. Denk er aan dat wanneer de ingang
is gekozen, alle instellingen voor de Digitale
Ingang, Luidspreker Configuratie, Vertraging en
Surround Functie daaraan gekoppeld zullen
worden en in een geheugen worden opgeslagen.
Dat betekent dat deze instellingen ook automatisch voor andere ingangen gebruikt zullen worden. Daarom dienen onderstaande instellingen
voor elke ingang herhaald te worden, zodat elke
ingang naar eigen inzicht en voorkeur aangepast
kan worden. Eenmaal gemaakt, is wijziging alleen
nodig wanneer u voor een bepaalde ingang een
andere instelling wenst.
Wanneer u het Full-OSD (volledig in-beeld) systeem gebruikt om instellingen te maken, drukt u
L
eenmaal op OSD
MASTER MENU (Afb. 1) verschijnt. Denk er aan
dat de
› cursor naast de regel van de INPUT
SETUP staat. Druk op instellen
menu te openen, waarna het
waarop het hoofdmenu
F
om het
INPUT SETUP
menu (Afb. 2) in beeld verschijnt. Druk op ‹/›
E
tot de gewenste ingang gemarkeerd
wordt en een blauwe LED oplicht bij de ingangs-
indicatie
op de voorzijde.Als de ingang
gebruik maakt van de standaard links/rechts analoge ingang is er geen verdere instelling nodig.
Afbeelding 2
De AVR biedt de mogelijkheid alle ingangen
(behalve tuner) een andere naam te geven in de display en bij in-beeld aanwijzingen. Handig wanneer
u over meer dan één videorecorder beschikt en u
bijvoorbeeld een merknaam met de ingang wilt
associëren of een naam wilt gebruiken waaraan u
de gekozen bron gemakkelijk kunt herkennen.
Om de naam van de ingang te wijzigen drukt u
⁄
¤
op
/
NavigatieDop de afstandsbedie-
ning zodat de cursor ➞ naar
wijst. Druk vervolgens op Set
TITLE (naam)
F
en houd deze
een paar seconden vast tot rechts van de kolom
een knipperend hokje verschijnt. Laat dan meteen
Set
F
los en u kunt de nieuwe naam invoeren.
⁄
Druk op
¤
/
NavigatieDwaarop een over-
zicht van alle alfanumerieke karakters verschijnt,
beginnend met hoofdletters, gevolgd door kleine
letters en tenslotte nummers en symbolen. Drukt
¤
u op
NavigatieDdan verschijnt een reeks
symbolen en nummers, gevolgd door een omgekeerd overzicht van kleine letters. Druk nu op de
toets in de gewenste richting tot het eerste karakter van de gewenste naam verschijnt. Wilt u een
spatie als eerste karakter gebruiken, druk dan op
›
Navigatie.
Zodra het gewenste karakter verschijnt drukt u op
›
Navigatieen u herhaalt deze procedure
voor de volgende letter, enzovoort tot de gewenste naam van maximaal 14 karakters is ingevoerd.
Druk op Set
F
om de ingevoerde naam in het
systeemgeheugen op te slaan en verder te gaan
met de configuratie.
Wanneer uw systeem een bron bevat die is voorzien van Y/Pr/Pb component video ingangen kan
de AVR deze omschakelen en de juiste signalen
naar het beeldscherm sturen. Alle Component
Video Ingangen
JLX
kunnen worden
toegewezen aan elke bron voor extra systeem
flexibiliteit. De standaardinstelling voor Video 1
Component Video Ingang
Video 2 Component Video Ingang
L
is DVD en
J
is toegewezen aan de overige ingangen. Beschikt uw
systeem (nog) niet over component video of hoeft
de standaard instelling niet gewijzigd te worden,
druk dan op
¤
NavigatieDom naar de vol-
gende instelling te gaan.
Om de toewijzing van Component Video te wijzigen eerst controleren of de ➞ cursor in het menu
naar
COMPONENT IN wijst en druk dan op
‹/›
Navigatie
E
tot de gewenste ingang
gemarkeerd wordt.Wanneer u door het overzicht
van de beschikbare ingangen loopt, kunt u van
tijd tot tijd een lichte klik horen. Dat is normaal
en wordt veroorzaakt door het relais dat gebruikt
wordt om te schakelen tussen de drie Component
Video Ingangen.
Wanneer uw beeldscherm component video
ingangen heeft maar de bron alleen S-Video of
composiet video (b.v. een oudere VCR) dan kunt u
gebruik maken van de video transcoding (videoomzetting) van de AVR 245 waarbij de S-video en
composiet signalen naar het hoogwaardiger component video worden omgezet en waardoor een
verbinding met één kabel van de AVR naar de
televisie mogelijk is.
CONVERT optie die verschijnt op de regel
De
COMPONENT IN in afbeelding 2 geeft aan
dat de bron is verbonden via composiet of Svideo. Het videosignaal wordt dan omgezet naar
component video en is beschikbaar op de component video monitor uitgangen. Wanneer uw monitor niet geschikt is voor component video kunt u
deze bron bekijken via de composiet of S-video
monitor uitgangen.
Opmerking: hoewel het videosignaal wordt
omgezet naar het component videoformaat,
wordt het niet bewerkt of opgewaardeerd.
Is de gewenste ingang gekozen, druk dan op
¤
NavigatieDom naar de volgende instelling te
gaan.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 19
Systeemconfiguratie
AUDIO IN: standaard zijn de analoge audio-
ingangen op de fabriek toegewezen aan alle
bronnen met de volgende uitzonderingen:
BronStandaard digitale
Audio Ingang
DVDCoax 1
Video 2Optisch 1
HDMI1Coax 2
Tabel – Standaard Digitale Audio Toewijzing
Wanneer een digitale audio verbinding voor een
andere bron in gebruik is, dient deze instelling
gewijzigd te worden om de juiste digitale ingang
aan de bron toe te wijzen, ook wanneer de analoge audio-uitgang van de bron met de receiver is
verbonden. Verplaats de cursor naar deze regel en
‹/›
druk op
tot de juiste digitale ingang ver-
schijnt.
Sommige digitale videobronnen zoals een kabelbox of een HDTV set-top kunnen wisselen tussen
analoog en digitaal signaal, afhankelijk van de
ontvangen zender. De Auto Polling (automatische
doorschakeling) van de AVR 245 voorkomt dat
het audiosignaal in zo’n situatie wegvalt, door
zowel het analoge als het digitale signaal met de
AVR te verbinden. Digitale audio is de standaard
positie, maar het apparaat schakelt automatisch
over naar de analoge ingang wanneer het digitale
audiosignaal wegvalt.
In die gevallen waar alleen een digitale bron
wordt gebruikt, kan het nodig zijn de automatische doorschakeling los te koppelen om te voorkomen dat de AVR een analoog signaal probeert
te vinden wanneer het digitale wegvalt. Om de
automatische doorschakeling voor een bepaalde
ingang uit te schakelen kijkt u eerst of de ➞ cursor op de
Vervolgens drukt u op
AUTO POLL regel in het menu staat.
‹/›
Navigatie
E
zodat OFF in negatief video wordt aangegeven.
Herhaal de procedure om zonodig later de automatische doorschakeling weer te herstellen door
ON (aan) te kiezen.
DMP Instelling: wanneer u DMP/The Bridge als
bron kiest, ziet u dat de regel
INPUT SETTING menu verandert in de
het
GOTO DMP SETTING (ga naar DMP
optie
AUDIO I N van
instelling). Zie afbeelding 3.
Afbeelding 3
Daar The Bridge met de AVR is verbonden via een
speciale audioverbinding is het niet mogelijk voor
deze bron een andere audio-ingang te kiezen.
Er zijn echter een paar speciale instellingen die
alleen voor The Bridge worden gebruikt. Door
GOTO DMP SETTING te kiezen, verschijnt
DMP SETTING menu (zie afbeelding 4).
het
Afbeelding 3
MODE (functie): de eerste regel van het DMP
SETTING menu geeft aan dat de iPod wordt
gebruikt voor het luisteren naar muziek (of ander
audiomateriaal).
REPEAT (herhalen): zet
REPEAT op ONE
(één), ALL (alles) of OFF (uit) om resp. één
nummer, alle nummers van een album of programma, of helemaal niets te herhalen.
SHUFFLE (willekeurig): zet
SONGS om alle nummers van de iPod in wille-
SHUFFLE op
keurige volgorde af te spelen. De instelling
ALBUMS speelt alle albums in willekeurige
volgorde af, maar de nummers van het album in
normale volgorde.
RESUME (hervatten): zet
RESUME op ON
(aan) om het afspelen te hervatten vanaf het punt
waar het werd afgebroken door de AVR uit te
schakelen, een andere bron te kiezen of de iPod
van The Bridge te verwijderen. Zet
OFF (uit) om het afspelen te starten van het
RESUME op
begin van een nummer na een onderbreking.
CHARGE IN STANDBY (laden tijdens standby): de accu van de iPod wordt automatisch
opgeladen wanneer deze in The Bridge staat en
de AVR is ingeschakeld. Zet
BY (laden tijdens standby) op ON (aan) om laden
CHARGE I N ST-
ook mogelijk te maken tijdens standby (niet
geheel uit!) van de AVR. Staat
ST-BY op OFF (uit) dan wordt de iPod alleen
CHARGE I N
opgeladen wanneer de AVR is ingeschakeld.
Opmerking: Om het
DMP SETTING (DMP
instellingen) menu op te roepen, drukt u op de
AVR keuze op de afstandsbediening zodat de AVR
245 wordt ingeschakeld. Druk dan op OSD en
gebruik de Navigatie- en Set toetsen als gebruikelijk met het in-beeld menu. Wanneer u gereed
bent om naar de bediening van uw iPod via de
afstandsbediening terug te gaan, vergeet dan niet
op DMP/The Bridge Keuze te drukken zodat de
functies van de The Bridge worden bestuurd.
Om het gebruik te vereenvoudigen, kunt u twee
macro’s op uw afstandsbediening maken: één om
de AVR te kiezen en de bevelen te sturen binnen
het OSD-systeem zodat het
DMP Instellingen
menu verschijnt en een tweede om het menu
weer uit beeld te laten verdwijnen en de
afstandsbediening terug te laten keren naar het
bedienen van The Bridge. Zie de paragraaf
Marco’s in het hoofdstuk Bijzondere Functies van
de handleiding voor meer informatie over het
programmeren van macro’s.
De volgende regels in het Ingang Setup menu
bepalen of de klankregeling hoog en laag wel of
niet in de signaalweg wordt opgenomen.
Standaard is deze ingeschakeld en wanneer u
deze wilt verwijderen om de schakeling of ‘recht’
te zetten, controleer dan of de ➞ cursor naar de
TONE (klankregeling) in het menu wijst en
regel
‹/›
druk op
NavigatieEzodat OUT (uit) in
negatief video wordt gemarkeerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
⁄/¤
zwakken door op
NavigatieEzodat de
➞ cursor naast de regel staat die u wilt corrigeren. Vervolgens drukt u op
Navigatie
E
‹/›
tot de gewenste instelling verschijnt.
Druk wanneer alle gewenste instellingen zijn
¤
D
gemaakt op
TO MASTERMENU
tot ➞ cursor naast BACK
(terug naar hoofdmenu)
om verder te gaan met de systeemconfiguratie.
Surround Opzet
De volgende stap voor die ingang is het instellen
van de surround functie die met die ingang
gebruikt moet worden. Aangezien de surroundfuncties een kwestie zijn van persoonlijke smaak,
bent u vrij in uw keuze – die bovendien later
gewijzigd kan worden. Het Surround Functie
Overzicht op pagina 32-33 kan u helpen de functie te kiezen die het beste past bij de gekozen
ingang. Zo kunt u Dolby Pro Logic II of Logic 7
voor de meeste ingangen kiezen en Dolby Digital
voor ingangen aangesloten op digitale bronnen.
Voor ingangen zoals CD-speler, tape deck of tuner
kan het best de stereofunctie worden gekozen,
wanneer dat tenminste de luisterfunctie is die
voor de standaard stereobronnen wordt gebruikt.
Voor die bronnen is het onwaarschijnlijk dat er
materiaal met surroundcodering zal worden afgespeeld. Als alternatief kan de 5 Kanaals Stereo of
Logic 7 Music functie worden gekozen voor stereo programmamateriaal.
De surround instellingen worden het gemakkelijkst gemaakt via de Full-OSD (volledig) menu’s
D
tot de cursor ➞
MASTER
in beeld. Druk vanuit het hoofdmenu
MENU (Afb. 1) op de ⁄/
¤
naast het SURROUND SELECT menu staat.
F
Druk op instellen
SELECT menu (Afb. 5) in beeld verschijnt.
tot het SURROUND
Afbeelding 5
Elke regel in dit menu (afb. 4) kiest een surround
functiegroep en binnen elk van deze categorieën
kan uit specifieke opties worden gekozen. De
20 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
keuze aan functies wisselt afhankelijk van de
luidsprekerconfiguratie in uw systeem.
Wanneer de regel
SPEAKER SETUP menu (afb. 9) op NONE
SURR BACK regel van het
(geen) staat, is de AVR geconfigureerd voor 5.1
kanaals bedrijf en alleen de functies bestemd
voor een vijf luidspreker opstelling zullen verschijnen. Wanneer de regel
SPEAKER SETUP menu (afbeelding 9) op
SMALL (klein) of LARGE (groot) is ingesteld,
SURR BACK in het
is de AVR geconfigureerd voor 6.1/7.1-kanalen
gebruik en extra functies als Dolby Digital EX en
7 STEREO of Logic 7 7.1 verschijnt. Bovendien, de
functies DTS ES (Discrete) en DTS+NEO:6 (DTS-ES
Matrix) die in de AVR beschikbaar zijn, verschijnen alleen bij een digitale bron met het juiste
digitale signaal.
Daarnaast verschijnen sommige functies van de
AVR 245 niet tenzij een digitale bron is gekozen
en de juiste bitstream wordt afgespeeld.
Bedenk dat u met een enkele surround achter
luidspreker wel de voordelen van een 6.1/7.1 systeem krijgt, zij het met slechts één luidspreker
achter in de kamer. De functie-indicaties geven
dan soms 7.1 aan, maar ten opzichte van 6.1 is
dan geen enkele correctie noodzakelijk. Onthoud
ook dat de AVR de informatie van de linker en
rechter surround achter kanalen in 7.1 functies
zoals Logic 7/7.1 en 7-kanalen stereo zal combineren en zal afgeven als één enkel surround achter kanaal.
Opmerking: wanneer een Dolby Digital of DTS
bron wordt gekozen en speelt kiest de AVR automatisch de juiste surround functie, ongeacht de
standaard instelling voor die ingang. Er zijn dan
geen andere geluidsfuncties beschikbaar, uitgezonderd alle Pro Logic II functies met Dolby
Digital 2 kanalen (2.0) opnamen (zie pagina 36).
Om de functie vast te leggen die standaard voor
een ingang wordt gekozen drukt u eerst op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast de hoofd
categorie met de gewenste functie staat. Druk
F
dan op de insteltoets
roepen. Druk op
‹/›
om het submenu op te
E
om door de
beschikbare mogelijkheden te gaan en druk op
¤
D
tot de cursor bij BACK TO MASTER
MENU (terug naar hoofdmenu) staat om het
setup proces et vervolgen.
DOLBY SURROUND menu (afbeel-
In het
ding 6) kan gekozen worden uit Dolby Digital,
Dolby Pro Logic II en IIx Music, Dolby Pro Logic II
en IIx Cinema, Dolby Pro Logic II en Dolby 3
Stereo. De Dolby Digital EX en Dolby Pro Logic IIx
functies zijn alleen beschikbaar wanneer het systeem ingesteld is op 6.1/7.1 gebruik door de surround achter luidsprekers op Small (klein) of
Large (groot) te configureren als beschreven op
pagina 25. Wanneer een disc speelt met een speciale code in de digitale audio datastroom, wordt
automatisch de EX functie gekozen, maar deze
kan ook gekozen worden via dit menu of via het
frontpaneel of de afstandsbediening als aangegeven op pagina 36. Een volledig overzicht van
deze functies vindt u op pagina 32-33. Denk er
aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar komen voor de
Nacht Functie die alleen met surround gekoppeld
zijn, niet met de ingang. Daarom hoeven deze
instellingen slechts eenmalig gemaakt te worden
en niet met elke gebruikte ingang. In het volgende hoofdstuk worden deze behandeld.
Afbeelding 6
Wanneer de ➞ cursor op de regel MODE (functie) staat, drukt u op
‹/›
Navigatie
E
om
de gewenste Dolby functie te kiezen, wederom
rekening houdend met het feit dat de verschillende functies waaruit kan worden gekozen, wordt
bepaald door het gebruikte programmamateriaal
en het aantal luidsprekers in uw systeem.
Wanneer Dolby Pro Logic II Music of Dolby Pro
Logic IIx Music als luisterfunctie is gekozen, zijn
drie speciale instellingen beschikbaar om het
klankbeeld geheel aan uw smaak en de luisteromstandigheden aan te passen. Zijn andere
Dolby Surround functies gekozen, dan geven stippellijnen aan dat deze instellingen niet actief zijn.
• Center Width (breedte): deze instelling corrigeert de balans van de stemmen verdeeld over
de links/rechts luidsprekers en de center luidspreker. De lagere instellingen spreiden het
geluid van het center kanaal meer over de
links/rechts luidsprekers. Een hogere instelling
(max. “7”) geeft een smallere presentatie van
het center kanaal.
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waardoor de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achterzijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling “0” is de neutrale standaardinstelling
met het “R-3” bereik voor een dieper naar achter georiënteerd beeld en “F-3” voor een
ondieper, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwanden van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
⁄/¤
NavigatieDterwijl het DOLBY
SURROUND menu in beeld staat tot de ➞ cur-
sor op de regel staat met de parameter die u wilt
wijzigen. Druk dan op
‹/›
Navigatie
E
om de instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen er aanvullende instellingen beschikbaar
komen voor de Nacht Functie die alleen met
surround gekoppeld zijn, niet met de ingang.
Vandaar dat deze instellingen slechts één keer
gemaakt worden en niet voor elke ingang afzonderlijk.
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het
dynamisch bereik en de verstaanbaarheid van het
filmgeluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotseling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar
is bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
L
len drukt u op OSD
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
D
om het SURROUND SETUP menu op te
roepen. Druk op Set
zodat het MASTER
F
om het Dolby menu te
¤
kiezen.
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor ➞ op
staat. Druk dan op
NIGHT in het DOLBY menu
‹/›
E
om te kiezen uit
de volgende mogelijkheden:
OFF (uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
werkt de nachtfunctie niet.
MID (medium): wanneer MID (medium) gemar-
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 21
Systeemconfiguratie
MAX: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium)
te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar
MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby
Digital surround functie is geactiveerd door op
B
Night
drukt verschijnt
derde deel van het beeld en in de display
Druk binnen drie seconden op de
te drukken.Wanneer u op de toets
D-RANGE in het onderste
Ò
⁄/¤
D
.
om
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
F
instellen
In het
zijn met
om de instelling te bevestigen.
DTS menu worden de keuzes die gemaakt
‹/›
E
op de afstandsbediening
bepaald door de combinatie van het soort DTS
programma materiaal dat wordt afgespeeld en of
het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luidspreker configuratie.
Wanneer een DTS bron actief is wordt de functiekeuze voor 7.1 systemen bepaald door het type
signaal (DTS Stereo, DTS 5.1, DTS-ES Matrix of
‹/›
E
DTS-ES Discrete). Druk op
om door
de voor het systeem en het lopende programma
beschikbare keuzes te lopen.
Wanneer geen bron actief is, of tijdens het afspelen van een analoge bron, zijn alleen de DTS
Neo:6 surround functies beschikbaar. Deze
omvatten DTS Neo:6 3-kanalen Cinema (aanbevolen wanneer front links, rechts en center
luidsprekers aanwezig zijn maar geen surround
luidsprekers), DTS Neo:6 5-kanalen Cinema
(aanbevolen voor film en televisie), DTS Neo:6 5kanalen Music (optimaal voor mzuiek alleen
materiaal) en DTS Neo:6 6-kanalen Cinema en
Music (beschikbaar wanneer de Surround Achter
luidsprekers zijn geconfigureerd als
SMALL als beschreven op pagina 25).
LARGE of
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, terwijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbetreffende surround functie aangegeven oop de
Ò
display
en in beeld. In al die gevallen licht
DTS-ES op.Wordt een niet-DTS disc afgespeeld
en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het apparaat automatisch DTS+NEO:6 kiezen voor een volledig
8 luidspreker surround weergave.Wanneer een
DTS 96/24 signaal wordt gedetecteerd staat de
AVR 245 standaard in de DTS surround functie en
verwerkt de hogere resolutie signalen die aanwezig
zijn automatisch vanwege de hogere sampling
frequentie. Zie pagina 32 en 33 voor uitleg over
de DTS functies.
LOGIC 7 menu wordt de keus met ‹/
In het
E
op de afstandsbediening bepaald door
›
de luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meerkanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS
cassette, laserdisc of televisieprogramma met
Dolby Surround.
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround gecodeerde programma’s of standaard tweekanaals
programma’s van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschikbaar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd.
Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital
geluid wordt gespeeld.
DSP (SURR) menu wordt met ‹/
In het
E
op de afstandsbediening een van de DSP
›
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo programma’s voor een reeks ruimtebeelden. De keuze
bestaat uit Hall 1, Hall 2,Theater. De Hall en
Theater functies zijn bedoeld voor meerkanalen
systemen. Zie pagina 32-33 voor een uitgebreid
overzicht van de DSP functies. Denk er aan dat de
Hall en Theater functies niet beschikbaar zijn
wanneer Dolby Digital of DTS materiaal wordt
afgespeeld.
In het
STEREO menu wordt gekozen met ‹/
E
op de afstandsbediening voor traditione-
›
le stereoweergave zonder surround, of voor
5 C H Stereo of 7 CH Stereo decode-
ring bepaald door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1.
In het laatste geval wordt het stereosignaal naar
beide front luidsprekers gestuurd, naar de achter
luidsprekers en de beide surround achter luidsprekers (indien aanwezig), terwijl de mono signalen
over alle luidsprekers worden verspreid, ook de
centrum. Zie pagina 32-33 voor een toelichting
van de 5 CH Stereo en 7 CH Stereo functies.
Nadat de keuzes in Dolby, DTS, Logic 7, DSP (Surround) of Stereo menu’s zijn gemaakt, drukt u op
⁄/¤
D
zodat de cursor naar BACK T O
SURR SELECT regel en druk op instellen
F
.
Configureren Surround Uit
(Stereo) Functies
Voor superieure weergave van tweekanaals
materiaal biedt de AVR twee stereofuncties: een
analoge Stereo-Direct functie waarbij de digitale
signaalbewerking wordt gepasseerd en zo een
compleet analoge signaalweg ontstaat en de
zuiverheid van het signaal blijft behouden, en een
digitale functie waarbij het Bas Management voor
optimale verdeling van het laag over kleinere
luidsprekers en de subwoofer wel actief blijft.
Stereo-Direct (Bypass) Functie
Wanneer de analoge Stereo-Direct functie wordt
gekozen door op de Stereo Functiekeuze
tot SURROUND OFF in de displayÒen de
Surround Functie
(
met SURROUND O FF
oplicht, zal de AVR het analoge materiaal direct
doorsturen naar de front links en rechts luidsprekers en wordt het digitale gedeelte overgeslagen.
In deze functie worden de front links en rechts
luidsprekers automatisch als
LARGE (groot)
geconfigureerd; het is niet mogelijk in dit geval
SMALL (klein) in te stellen.
Met de AVR in Stereo Bypass (passeerfunctie)
kunt u nog altijd de subwoofer configureren
zodat die uitgeschakeld is en een breedbandsignaal naar de front links/rechts luidsprekers wordt
gestuurd, dan wel deze configureren zodat de
subwoofer geactiveerd wordt. Standaard is de
subwoofer uitgeschakeld in deze functie, maar u
kunt dat als volgt veranderen:
1. Druk op Luidsprekerkeuze
2. Druk op Instellen
F@om het configuratie
6.
menu op te roepen.
⁄
3. Druk op
of op
optie te kiezen.
subwoofer uit, terwijl
¤
/
D
op de afstandsbediening
‹/›
7
op de voorzijde om de gewenste
SUBNONE schakelt de
SUB <L+R> deze
inschakelt.
4. Is de gewenste instelling gemaakt druk dan op
Instellen
F@om naar normaal bedrijf terug te
gaan.
Stereo-Digitaal Functie
Wanneer de Stereo-Direct (passeerfunctie) functie
wordt gebruikt, gaat altijd een breedband signaal
naar de front links/rechts luidsprekers. In dat
geval gaat vanzelfsprekend geen signaal door de
digitale bewerking van de AVR. Wanneer uw front
luidsprekers geen breedband typen zijn maar
‘satelliet’ luidsprekers, raden we u aan voor stereo luisteren niet de Bypass functie te gebruiken,
maar de
DSP SURROUND OFF functie.
22 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Om in tweekanaals stereo te luisteren en gebruik
te maken van het Bas Management systeem drukt
u op Stereofunctie
OFF in de display
SURR. OFF Surroundfunctie
oplichten. Licht alleen
tot SURROUND
Ò
verschijnt en de DSP en
(
SURR. OFF
beide
Surroundfunctie(op dan staat de AVR in de
Stereo-Direct (Bypass) functie.
Wanneer deze functie in gebruik is kunnen de
front links/rechts luidsprekers en de subwoofer
geconfigureerd worden op de specificaties van de
gebruikte luidsprekers, als aangegeven in de
paragraaf over luidspreker opzet (Speaker Setup)
verderop.
De laatste optie in dit menu is het instellen van
de upsampling functie. Bij normaal gebruik staat
deze functie uit, wat wil zeggen dat digitale bronnen op hun oorspronkelijke sampling rate worden
verwerkt. Voorbeeld: een 48 kHz digitale bron
wordt verwerkt op 48 kHz. U kunt echter de AVR
245 ook deze 48 kHz signalen laten upsampelen
naar 96 kHz voor extra resolutie.
Om deze functie te activeren drukt u op
⁄/¤ n zodat de cursor ➞ op de regel
UPSAPLING staat zodat ON (in) wordt
gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie
alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II
Music, Dolby Pro Logic II Movie, Dolby Pro Logic
en Dolby 3 Stereo.
Automatische Luidspreker
Configuratie met EzSet+
De AVR 245 is een van de eerste receivers in zijn
klasse die voorzien is van automatische luidspreker configuratie en kalibratie. Dankzij gebruik van
een reeks testsignalen en moderne digitale processor wordt het installeren van uw nieuwe receiver aanzienlijk vereenvoudigd en zijn handinstelling van grootte, wisselfrequenties, vertraging en
uitgangsniveaus niet langer nodig. EzSet+ attentendeert zelfs op fouten in de luidsprekerverbindingen.
Met EzSet+ wordt het systeem in een fractie van
de normale tijd gekalibreerd en met een nauwkeurigheid die alleen met kostbare meetapparatuur en tijdrovende procedures haalbaar is. Op die
manier bereikt uw nieuwe receiver optimale prestaties ongeacht de luidsprekers die u gebruikt en
in elke kamer, hoe groot of klein ook.
Wij raden u aan voor het kalibreren van uw systeem EzSet+ te gebruiken en wanneer u enige
instelling zelf wilt maken, dan wel de door EzSet+
gemaakte instelling wilt corrigeren, de aanwijzingen te volgen op pagina 22 tot 29.
Wilt u de AVR zelf instellen, of kunt u om een of
andere reden niet over de EzSet+ microfoon
beschikken, volg ook dan de aanwijzingen op
pagina 22 tot 29.
Stap 1: voor EzSet+ is een zo gering mogelijk
stoorniveau in de kamer noodzakelijk om te voorkomen dat de metingen van de signalen van de
AVR tijdens het instellen worden beïnvloed.
Schakel alle huishoudelijke en andere apparatuur
uit en vermijd elk geluid tijdens het instellen.
Stap 2: de EzSet+ microfoon wordt op oorhoogte geplaatst op de gebruikelijke luisterpositie, dan
wel in het centrum van de kamer als het om een
groot luistergebied gaat. Het kan praktisch zijn
een fotostatief te gebruiken voor stabiele opstelling van de EzSet+ op de juiste hoogte. De microfoon heeft daarvoor een schroefopening in de
bodem.
Stap 3: verbind de EzSet+ met de
4
Hoofdtelefoon Uitgang
van de AVR 245
via de bijgeleverde 1/4" jackplug adapter. De
microfoonkabel is ca. 7 meter lang wat in de
meeste gevallen lang genoeg is. Zonodig kan de
kabel verlengd worden met een in de handel verkrijgbaar verlengsnoer. Toch raden we het gebruik
van een verlengsnoer niet aan, daar het resultaat
er negatief door kan worden beïnvloed.
Stap 4: wanneer de microfoon correct is opgesteld en aangesloten, gaat u naar het EzSet+
L
menu door op Display
Hoofdmenu op te roepen. Druk dan op
D
om de cursor naar de regel EZSET+ te
brengen. Druk dan op Set
te drukken en het
⁄/¤
F
om naar het
volgende menu te gaan (afbeelding 7).
Stap 5: het eerste menu van het EzSet+ systeem
vraagt u de microfoon aan te sluiten. Heeft u dat
nog niet gedaan, verbind dan de microfoon met
4
de Hoofdtelefoon Uitgang
als aangegeven
in stap 2 en 3. Zodra dat gebeurd is verplaatst u
de cursor naar
YES en u drukt op Set
F
.
Om het EzSet+ proces af te breken gebruikt u
‹/›
E
en dan SetFom naar het
MASTERMENU (hoofdmenu) terug te gaan.
Probeert u door te gaan zonder de microfoon aan
te sluiten, dan knippert een herinnering onder in
beeld.
Afbeelding 7
Stap 6: nadat o YES (ja) is gedrukt om het
EzSet+ systeem te starten, ziet u een korte waarschuwing, waarop het scherm naar het hoofdmenu van EzSet+ gaat. De WAARSCHUWING
herinnert er aan dat voor nauwekeurige metingen
de kamer zo stil mogelijk dient te zijn. Na 5
seconden verschijnt dan het hoofdmenu EzSet+
weer (afbeelding 7b).
Figure 7b
BELANGRIJK: iedereen die gevoelig is voor luide
signalen dient de kamer nu te verlaten of oorbescherming te gebruiken om het geluidsniveau te
verminderen. Goedkope, overal verkrijgbare
schuimrubber oordopjes zijn uitstekend bruikbaar
voor dit doel. Vindt u dat niet prettig en gebruikt
u geen oorbescherming, dan adviseren we u dringend de kamer te verlaten en iemand anders te
vragen het EzSet+ proces uit te voeren, dan wel
het proces met de hand uit te voeren als beschreven op pagina 25 tot 31.
Stap 7: de
WAARSCHUWING wordt automa-
tisch vervanging door het EzSet+ hoofdmenu
(afbeelding 7c).
Afbeelding 7c
Terwijl dit menu in beeld staat kunt u het kalibratieproces starten en stoppen of de voortgang van
het proces volgen en de resultaten bekijken.
Zodra het menu verschijnt ziet u
MENT:STOP
(meting stop) op de eerste regel
MEASURE-
in het menu. Om de EzSet+ test te starten dient u
eerst aan te geven hoeveel luidsprekers uw
systeem heeft. Daarvoor heeft u twee mogelijkheden:
• Heeft uw systeem in totaal zeven hoofdluidsprekers (front links/center/front rechts/surround links/surround rechts/surround achter
links/surround achter rechts) en een subwoofer,
‹/›
E
druk dan op
MEASUREMENT verschijnt en druk op Set
F
om EzSet+ te starten.
zodat 7.1 rechts van
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
Systeemconfiguratie
• Heeft uw systeem de traditionele bezetting van
vijf hoofdluidsprekers (front links/centrum/front
rechts/surround rechts/surround links) en een
‹/›
E
subwoofer, druk dan op
rechts van
druk op Set
MEASUREMENT verschijnt en
F
om EzSet+ te starten. Op elk
zodat 5.1
moment kan het proces worden gestopt door
⁄/¤
D
met
MENT
STOP verschijnt en druk op Set
naar de regel MEASURE-
te gaan; druk op ‹/›E
F
zodat
.
Afbeelding 7d
Stap 8: Is EzSet+ gestart dan hoort u testsignalen circuleren over alle luidsprekers om het totaal
volume in te stellen, te controleren waar de luidsprekers staan, de afstanden te meten en de vertragingen te berekenen, de luidspreker grootte te
bepalen en de wisselfilters in te stellen. Tijdens
het meten en kalibreren kunt u de voortgang volgen in de tweede regel van het menu. Bij de start
van EzSet+ staan daar een reeks punten, maar
zodra de test loopt, kunnen daar de volgende
aanwijzingen verschijnen:
• Systeem Niveau: een aanwijzing
INSTELLEN
geeft aan dat het systeem het
NIVEAU
totaal volume instelt als eerste stap voordat de
individuele kanalen worden ingesteld. Tijdens
de test ziet u een aanwijzing op de tweede
regel van het menu en kunt u het proces volgen.
Afbeelding 7e
• Luidspreker Controle: Het systeem laat een
testsignaal rond gaan om te controleren op
welke kanalen een luidspreker is aangesloten.
Tijdens de test ziet u de naam van elk kanaal
verschijnen zodra een signaal naar die luidspreker wordt gestuurd.
Opmerking: deze test stelt vast of op een
kanaal een luidspreker is aangesloten, maar
niet of een luidspreker op de juiste positie
staat. Voorbeeld: het stelt vast dat er een luidspreker is aangesloten op de Surround Rechts
uitgang, maar niet of deze links of rechts in de
kamer staat. Daarom raden we u aan goed te
luisteren naar het testsignaal dat rond gaat en
te controleren of de aanduiding klopt met de
positie in de kamer. Hoort u een signaal van
een luidspreker die niet klopt met de aanduiding in beeld, stop dan EzSet+, verlaat het
menu, schakel de receiver uit en controleer de
luidsprekerverbindingen voordat u verder gaat
met de instellingen. Zodra de test voltooid is
verschijnt
CHECK in het menu.
YES (ja) rechts van de SPEAKER
• Luidspreker Vertraging: in deze test circule-
ren de signalen weer terwijl de naam van elk
kanaal wordt aangegeven om de afstand tussen microfoon en luidspreker wordt gemeten.
Het resultaat van deze tests wordt gebruikt om
de vertragingen in te stellen voor elke actieve
luidsprekerpositie. Is de test compleet, dan
wordt de luidspreker-microfoon (luisterpositie)
afstand rechts van de regel
DELAY in het menu aangegeven.
SPEAKER
• Luidspreker Niveau: in deze test circuleert
een testsignaal en wordt het niveau van elke
actieve luidsprekerpositie gemeten. Het resultaat van elke actieve luidsprekerpositie wordt
gebruikt om de individuele uitgangen in te stellen zodat zij gelijk zijn. Dit is een essentieel
punt om er voor te zorgen dat het surround
ruimtebeeld correct wordt weergegeven.
Desgewenst kunnen deze gegevens als basis
worden gebruikt om een eigen instelling te
maken, zie de aanwijzingen op pagina 25 of
31. Is deze test afgerond, wordt een uitgangsniveau nummer aangegeven rechts van de
SPEAKER LEVEL in het menu.
regel
• Speaker Grootte: de metingen en berekeningen voor deze test worden gedaan tegelijkertijd
met het circuleren voor de uitgangsniveaus en
worden gebruikt om te bepalen of de luidsprekers groot of klein zijn op het punt laagweergave. Desgewenst kunnen deze gegevens van de
automatische test als basis worden gebruikt
waarop u zelf correcties aanbrengt in de luidsprekergrootte en onafhankelijk van de bron,
als aangegeven op pagina 25 of 31. Wanneer
deze test gereed is wordt een uitgangsniveau
nummer aangegeven rechts van de regel
SPEAKER SIZE in het menu.
• Luidspreker Wisselfilter: de metingen en
berekeningen voor deze test worden gedaan
tegelijkertijd met het circuleren voor de uitgangsniveaus en worden gebruikt om de wisselfrequentie te bepalen voor elke luidspreker
in het systeem en zo een naadloze overgang te
krijgen tussen frequenties naar de hoofdluidsprekers en de subwoofer (indien beschikbaar).
Desgewenst kunnen deze gegevens van de
automatische test als basis worden gebruikt
waarop u zelf correcties aanbrengt in wisselfrequentie onafhankelijk van de bron als aangegeven op pagina 25 of 31. Wanneer deze test
gereed is wordt een wisselfrequentie aangegeven rechts van de regel
X-OVER in het menu.
SPEEKER
Stap 9: Wanneer alle metingen met succes zijn
voltooid, stoppen de testsignalen en verschijnt
TEST DONE - UNPLUG MIC (test gereed -
neem mic los) in de tweede regel van het menu.
Afbeelding 7f
Neem de microfoon los en berg deze veilig op
zodat deze weer gebruikt kan worden wanneer u
het systeem opnieuw wilt kalibreren vanwege
een wijziging in de luidsprekers, luisterpositie,
belangrijke verandering in meubilering (zoals
nieuwe vloerbedekking of extra meubels) waarvoor andere instellingen nodig zijn. Om deze
instellingen in het geheugen van de receiver op
te slaan en terug te keren naar het hoofdmenu
⁄/¤
D
drukt u op
RETURN T O MASTER MENU (terug naar
hoofdmenu) staat en u drukt op Set
zodat de cursor op
F
.
Opmerking: wanneer u de testresultaten wilt
controleren voordat u het EzSet+ menu verlaat,
⁄/¤
D
drukt u op
tweede regel van het menu komt en dan op
E
om door de luidsprekerposities te scha-
zodat de cursor op de
‹/›
kelen. De gegevens op elke regel worden ook
toegevoegd aan de overzichten van de afzonder-
SPEAKER SETUP (luidsprekeropzet),
lijke
DELAY ADJUST (vertragingscorrectie) en
CHANNEL ADJUST (kanaalcorrectie) zodra
EZSET+ verlaat.
u
24 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Stap 10: wanneer de metingen niet geslaagd
zijn vanwege een ontbrekende of niet goed functionerende luidspreker, verschijnt een
ERROR
(fout) melding en een menu, als aangegeven in
Afbeelding 7g. Het EzSet+ systeem zoekt naar
luidsprekerparen in front links/rechts, surround
links/rechts en surround achter links/surround
achter rechts posities.
Wanneer de test van enig van deze drie paren
aangeeft dat niet beide luidsprekers aanwezig
zijn maar slechts één, geeft het menu
NONE
(geen) aan naast de luidsprekerpositie waar de
test dit uitwees.Verschijnt deze aanwijzing,
noteer dan de verdachte luidsprekerpositie, sluit
alle menu's en schakel de receiver uit. Controleer
alle luidsprekerverbindingen en start EzSet+
weer.
Afbeelding 7g
Wanneer het EzSet+ proces met succes is voltooid en al de nodige correcties van de ingangen
en surround functies zijn geconfigureerd, is uw
receiver gereed voor gebruik. Wanneer u geen
eigen correcties wilt maken in de instellingen,
kunt u de rest van dit gedeelte overslaan en
terugkeren naar Basis Bediening op pagina 32
om te kijken hoe de AVR 245 wordt bediend. Wilt
u wel wijzigingen aanbrengen in de instellingen
ga dan verder met de aanwijzingen op de volgende pagina's.
Zelf Instellen
Harman Kardon raadt u aan de EzSet+ procedure
te gebruiken om uw receiver te configureren als
beschreven op pagina 23-25. Ook kunt u uw AVR
zelf instellen wanneer uw systeem minder dan
zes luidsprekers heeft, wanneer u EzSet/EQ heeft
uitgevoerd maar wilt corrigeren, wanneer de
EzSet+ microfoon niet beschikbaar is of wanneer
u het gewoon liever zelf doet. Verder dient de A/V
Sync Delay (vertraging) door uzelf ingesteld te
worden (zie 'Instelling Vertraging' op pagina 28).
U start het zelf instellen via het volledige in-beeld
menusysteem door op OSD v te drukken
waarop het
Druk op
MANUAL SETUP (zelf instellen) staat en druk
op Set p. Het
verschijnt (afbeelding 8).
Afbeelding 8
De eerste regel van het MANUAL SETUP
menu geeft aan of EzSet+ is uitgevoerd en of de
instellingen zijn opgeslagen. Geeft deze regel
YES (ja) aan dan kunt u de instellingen zoals
die door EzSet+ zijn bepaald, zien in de
submenu's
X-OVER, DELAY ADJUST en CHANNEL
ADJUST. Met ⁄/¤ n kunt u de cursor ›
verplaatsen naar een van die regels en vervolgens
met ‹/›o
veranderen wanneer u resp. de instellingen
luidsprekergrootte, luidspreker wisselfilter,
instelling vertraging en kanaalcorrectie terug wilt
zetten in de fabrieksinstelling.
Opmerking: wanneer u heeft vergeten de EzSet+
microfoon los te nemen, krijgt u geen toegang
tot de menu's
X-OVER
MASTER MENU in beeld blijft.
⁄/¤ n tot de cursor › op de regel
MANUAL SETUP menu
SPEAKER SIZE, SPEAKER
de instelling naar NO (nee)
SPEAKER SIZE, SPEAKER
en DELAY ADJUST.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidsprekers met de AVR worden gebruikt en is. Dit is
belangrijk omdat het bepaalt of uw systeem de
5-kanalen of 6-kanalen/7-kanalen functies, naast
het bepalen welke luidsprekers de lage frequenties (bas) informatie moeten krijgen.
Wanneer u al eerder een complete automatische
setup met EzSet+ dan zullen de daarin gevonden
waarden verschijnen. Geen verdere correctie is
nodig tenzij u een specifiek item wilt veranderen
en aan uw eigen smaak wilt aanpassen of een
niet-standaard systeem opzet.
Gebruik voor elke instelling hier de positie
LARGE (groot) wanneer traditionele luidsprekers
worden aangesloten die geschikt zijn voor frequenties beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
SMALL (klein) voor kleinere, satellietachtige luid-
sprekers die geen frequenties beneden 100 Hz
kunnen weergeven. Denk er aan dat bij toepassing
van kleine luidsprekers voor front links en rechts,
een subwoofer onmisbaar is voor het weergeven
van de lage frequenties.
Tenslotte kunt u hier kiezen of de gekozen
instelling geldt voor alle ingangen (
GLOBAL)
dan wel afzonderlijk voor elke ingang
(
INDEPENDENT).
Opmerkingen:
• Is "Independent" gekozen bij de luidspreker
instellingen (zie hieronder), dan dient voor elke
ingang afzonderlijk ingesteld te worden en kunt
u kiezen welke luidspreker opzet wordt gebruikt
afhankelijk van de gekozen ingang.Zo kunt u
bijvoorbeeld de Centrum luidspreker en/of de
Subwoofer uitschakelen bij de gekozen muziekbron en ze bij elk filmsignaal wèl gebruiken.
• Met de huidige ingang worden alle luidsprekerinstellingen gekopieerd naar alle andere geluidsfuncties, voorzover de luidsprekers daarvoor
nodig zijn, en hoeven niet herhaald te worden
wanneer een andere surround functie met die
ingang wordt gekozen.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 25
Systeemconfiguratie
Het wordt aanbevolen de juiste luidsprekerinstellingen te maken via het
SIZE (luidsprekergrootte) menu (Afb. 9). Staat
SPEAKER
dat menu nog niet in beeld van de voorgaande
instellingen, druk dan op in-beeld display
L
om het MASTER MENU (Afb. 1) op te roepen,
¤
D
en druk drie op
MANUAL SETUP (zelf instellen) gaat.
regel
Druk op dit punt op Set
SPEAKER SIZE menu (afbeelding 9).
zodat de cursor naar de
F
en kies het
Afbeelding 9
1. Voordat u de luidsprekers instelt, dient u te
bepalen of u alle ingangen met dezelfde luidsprekergrootte instelling wilt gebruiken
(
GLOBAL) of dat alle ingangen individueel
ingesteld moeten worden (
INDEPENDENT).
Om alle ingangen op "Global" (identiek) of op
"Independent" (afzonderlijk) te zetten drukt u
tweemaal op
sen naar de regel
⁄
D
om de cursor te verplaat-
BASS MGR.
Met deze instelling kiest u voor alle ingangen
dezelfde luidspreker configuratie ("Global") of
voor afzonderlijke instellingen per ingang
("Independent"). In de meeste gevallen zal de
standaard
GLOBAL instelling voldoen, daar de
meeste gebruikers geen individuele luidsprekerinstellingen nodig hebben. Sommige echter, vooral
zij die in het bezit zijn van grote breedband front
luidsprekers, die zowel voor films als voor muziek
worden gebruikt, zullen veelal afzonderlijke
instellingen prefereren voor het luisteren naar CD
en voor DVD,VCR of kabel/satelliet TV.
Wilt u het crossoverpunt per ingang aanpassen
zet de cursor dan op de regel
‹/›
druk op
E
BASS MGR en
zodat INDEPENDENT
(afzonderlijk) wordt gemarkeerd.Wanneer deze
instelling wordt gekozen verschijnen alle instellingen van de luidsprekers met hun standaard
grootte in het menu en alle andere ingangen
gaan naar INDEPENDENT (onafhankelijk).
Nu kunt u de gewenste luidspreker grootte
invoeren voor de gekozen ingang, als verderop
beschreven. Onthoud dat in dit geval de ingevoerde instelling ALLEEN geldt voor de gekozen
ingang en dat u terug dient te gaan naar het
INPUT menu om een andere ingang te kiezen,
om vervolgens weer naar deze pagina te gaan
om de instelling voor de volgende ingang in te
stellen. Herhaal deze procedure voor elke ingang
die u een van de standaard afwijkende instelling
wilt geven.
Opmerking: wanneer de
INDEPENDENT
(onafhankelijk) instelling actief is kunt u verschillende luidsprekergrootten toewijzen aan elke
ingang om verschillende bass management instellingen te activeren, passend bij het type programmamateriaal dat gewoonlijk met een bepaalde
bron (bijvoorbeeld films via de DVD- en muziek via
de CD-speler). De werkelijke wisselfrequenties
worden echter slechts eenmaal ingesteld en veranderen niet met de keuze van de ingang. De reden
is dat hoewel de voorkeur voor bass management
kan wisselen, de luidsprekers hetzelfde blijven
ongeacht het bass management en de ingestelde
routing.
2. Begin met te controleren of de cursor naar de
LEFT/RIGHT (links/rechts) regel wijst waar-
mee de configuratie van de front links en rechts
luidsprekers wordt bepaald.Wilt u de configuratie van de front luidsprekers veranderen, druk
‹/›
dan op
SMALL (klein) verschijnt, conform de hiervoor
E
zodat LARGE (groot) of
gegeven omschrijving.
Wanneer
SMALL wordt gekozen, zullen de lage
tonen voor de front kanalen alleen naar de subwooferuitgang gestuurd worden. Kiest u deze optie
en is geen subwoofer aangesloten, dan hoort u
geen lage frequenties via de front kanalen.
Wordt
LARGE gekozen, dan wordt een full-
range signaal naar de linker en rechter front
kanalen gestuurd. Afhankelijk van de keuze voor
het item
SUBWOOFER in dit menu (zie
verderop), kan het laag voor front links en rechts
ook naar een subwoofer worden gestuurd.
Opmerking: wanneer de front luidsprekers op
LARGE (groot) staan en de surround functie
staat op “Surround off”, of op tweekanaals stereo, zodra een analoog signaal aanwezig is,
wordt het direct naar de volumeregelaar geleid
zonder bewerking of digitalisering. Gebruikt u
breedband front luidsprekers en wilt u de digitale
bewerking uit de signaalweg verwijderen, kies
dan deze configuratie.Wilt u deze opzet slechts
met één ingang gebruiken, bijvoorbeeld CD-spe-
ler met externe DAC of een externe pu-voorversterker, dan DIENT u ook
INDEPENDENT
(onafhankelijk) TE kiezen op de regel BASS
MGR regel onderin het menu, zodat alleen die
ingangen waarbij de analoge passeerschakeling
gewenst is op deze wijze worden behandeld, terwijl andere analoge ingangen zoals VCR of
kabel-TV voor surround processing worden gedigitaliseerd.
Belangrijk: wanneer een luidsprekerset met subwoofer en twee front satellieten, verbonden met de
luidsprekeruitgangen van de subwoofer wordt
gebruikt, dienen de ingangen van de subwoofer
verbonden te worden met de Front luidspreker-
D
uitgangen
en dient LARGE (groot) voor de
front luidsprekers gekozen te worden (en NONE
voor de subwoofer, zie verderop).
3. Zodra de keuze voor de front luidsprekers is
¤
D
gemaakt drukt u op
ning om de cursor naar
‹/›
4. Druk op
E
op de afstandsbedie-
CENTER te verplaatsen.
op de afstandsbediening om de optie te kiezen die het beste de
gebruikte centrum luidspreker omschrijft, als
elders op deze pagina aangegeven.
SMALL gekozen, dan zullen de lagen
Wordt
tonen voor het centrum kanaal naar de front
kanalen gestuurd worden, mits deze zijn inge-
LARGE en de subwoofer is uitgescha-
steld op
keld. Is de subwoofer ingeschakeld, dan zullen de
lage tonen van het centrum kanaal uitsluitend
naar de subwoofer gestuurd worden.
Wanneer
LARGE is gekozen zal het volledige
frequentiebereik naar de centrum luidspreker
gestuurd worden, en bij analoge en digitale
surroundfuncties wordt GEEN signaal van het
centrum kanaal naar de subwooferuitgang
gestuurd (behalve wanneer de Pro Logic II Music
in gebruik is).
Opmerking: kiest u Logic 7 als surround functie
voor een specifieke ingang, waarvoor u de luidsprekers configureert, dan is de optie LAGRE voor
de centrum luidspreker niet beschikbaar. Dat komt
de door de eisen die het Logic 7 proces stelt en
duidt niet op een probleem met uw receiver.
NONE (geen) gekozen, wordt geen signaal naar
de centrum kanaal uitgang gestuurd. De receiver
werkt dan in een ‘fantoom’ centrum functie. De
informatie van het centrum kanaal wordt verdeeld over de linker en rechter front luidsprekers
en het laag van het centrum kanaal wordt naar
de subwoofer gestuurd, mits
gekozen in het item
L/R+LFE is
SUBWOOFER in dit
menu; zie hieronder. Deze functie is nodig wanneer geen centrum luidspreker wordt gebruikt.
Denk er aan dat wanneer de Logic 7 Cinema of
Enhanced functie is gekozen wel een centrum
luidspreker noodzakelijk is; de Logic 7 Music
functie werkt prima zonder centrum luidspreker.
26 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
5. Nadat de keuze voor het centrum kanaal is
gemaakt, drukt u op
¤
D
op de afstands-
bediening om de cursor te verplaatsen naar
SURROUND.
6. Druk op
‹/›
E
op de afstandsbediening om de optie te kiezen die het beste de surround luidsprekers in uw systeem omschrijft, op
basis van de definities op pagina 26.
Is
SMALL (klein) gekozen, dan zal bij alle digitale
surround functies het laag van de surround kanalen naar de front luidsprekers,indien geen subwoofer wordt gebruikt, of naar de subwoofer wanneer deze wèl aanwezig is. Bij elke analoge surround functie hangt de laag sturing naar de achter
luidsprekers af van de gekozen functie en de instelling van de subwoofer en de front luidsprekers.
Wanneer
LARGE is gekozen wordt het volledi-
ge frequentiebereik naar de surround kanalen
gestuurd (bij alle analoge en digitale surroundfuncties) en, met uitzondering van de Hall en
Theater functies, wordt geen laag van de
surround kanalen naar de subwoofer gestuurd.
Wanneer
NONE is gekozen, zal de surround
informatie verdeeld worden over de uitgangen
links front en rechts front. Merk op dat voor
optimale weergave zonder surround luidsprekers
gekozen dient te worden voor de Dolby 3 Stereo
functie.
Gebruikt u surround achter luidsprekers in uw
systeem druk dan op
diening om de cursor naar
¤
D
op de afstandsbe-
SURR BACK.Deze
keuze dient twee functies: niet alleen de instelling van de surround achter – indien aanwezig –
kanalen wordt geconfigureerd, ook bepaalt het
of de processing van de AVR voor 5.1 dan wel
7.1 geconfigureerd moet worden.
Wanneer MAIN (hoofd) op deze regel verschijnt,
zijn de surround achter luidsprekers beschikbaar
voor gebruik in de hoofd kamer. Verschijnt echter
MULTI (meerkamer) dan zijn de surround achter
luidsprekers geconfigureerd voor meerkamer
gebruik en kunnen niet worden geconfigureerd
in dit menu. Zie pagina 44 voor informatie over
het configureren van de surround achter kanalen
voor meerkamer gebruik.
Opmerking: om de luidsprekerinstellingen voor
de surround achter luidsprekers te corrigeren,
dient eerst een meerkanalen functie als Logic 7,
Dolby Pro Logic, DTS Neo:6, 5-kanalen stereo,
Hall 1 of 2 (5-kanalen) of Theater (5-kanalen) te
worden gekozen, dan wel een meerkanalen
Dolby Digital of DTS bron dient te spelen. Dan
activeert het systeem de surround achter functie.
‹/›
Druk op
op de afstandsbediening om de
optie te kiezen waarmee de gebruikte luidsprekers voor surround achter links en rechts het
best worden omschreven, gebaseerd op de
definities op deze pagina:
Wanneer
NONE (geen) wordt gekozen stelt het
systeem zich zo in dat alleen 5.1 kanaals surround
processor/decoder functies beschikbaar zijn en de
surround achter kanalen worden niet gebruikt.
Wanneer
SMALL (klein) is gekozen dan stelt
het systeem zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/decoder wordt gebruikt, terwijl de laagfrequent informatie beneden het crossover punt
(identiek aan dat voor de surround luidsprekers)
naar de subwoofer wordt gestuurd wanneer de
subwoofer op ON (in) staat, of naar de front
links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer
op OFF (uit) staat.
Is
LARGE (groot) gekozen dat stelt het sys-
teem zich zo in dat 6.1/7.1 surround processor/
decoder wordt gebruikt en wordt een breedband
signaal naar de achter kanalen gestuurd, zonder
dat lage frequenties naar de subwoofer uitgang
worden gestuurd.
7. Zijn de instellingen voor de surround kanalen
gereed, druk dan op
¤
D
op de afstandsbe-
diening om de cursor te verplaatsen naar
SUBWOOFER.
‹/›
E
8. Druk op
op de afstandsbediening om de optie te selecteren die best uw
systeem omschrijft.
De beschikbare keuzes voor de opstelling van de
subwoofer worden bepaald door de instellingen
voor de andere luidsprekers, vooral de front links
en rechts posities.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
SMALL staan wordt de subwoofer automatisch
op
SUB gezet, wat betekent dat deze actief is.
Wanneer de front links/rechts luidsprekers op
LARGE staan, zijn drie opties beschikbaar:
• Is geen subwoofer aangesloten op de AVR,
‹/›
E
druk dan op
ning, zodat
NONE in het in-beeld menu ver-
op de afstandsbedie-
schijnt. Wordt deze optie gekozen, dan wordt
alle laag informatie naar de front links/rechts
‘hoofdluidsprekers’ gestuurd.
• Is wel een subwoofer aangesloten op de AVR,
dan bestaat de optie de front links/rechts ‘hoofd’
luidsprekers het laag in alle gevallen te laten
weergeven en de subwoofer alleen te activeren
wanneer de AVR wordt gebruikt met een digitale
bron die een speciaal Low Frequency Effects,of
LFE geluidsspoor omvat. Dan kunnen zowel de
hoofdluidsprekers als de subwoofer gebruikt worden voor het speciale laag van bepaalde films. Die
optie wordt gekozen door op
afstandsbediening te drukken zodat
‹/›
E
LFE (LFE) in
op de
het in-beeld menu verschijnt.
• Wanneer een subwoofer is aangesloten en
deze wordt gebruikt voor de laagweergave in
combinatie met de hoofdluidsprekers front
links/rechts, ongeacht het type programmabron
of de gekozen surroundfunctie, druk dan op
‹ / ›
E
op de afstandsbediening waarop
L/R+LFE in het in-beeld menu verschijnt.
Wordt deze optie gekozen, dan gaat een breedband signaal naar de front links en rechts hoofdluidsprekers. De subwoofer ontvangt de front
links en rechts lage frequenties beneden de wisselfrequentie, die in het volgende item in dit
menu wordt gekozen, als hierna beschreven, en
tevens het LFE signaal.
9. Wanneer alle luidsprekerformaten zijn ingesteld
kunt u de Quadruple Crossover van de AVR activeren, waarmee per luidsprekergroep een individuele wisselfrequentie kan worden ingesteld.
In systemen met breedbandluidsprekers in het
front, of waar verschillende merken luidsprekers
in de diverse posities worden toegepast, kan het
laag met grotere precisie dan ooit worden gerealiseerd. Het wisselpunt wordt bepaald door het
ontwerp van de gebruikte luidsprekers en is de
laagste frequentie die deze luidspreker kan
weergeven.
Heeft u de EzSet+ metingen en berekeningen al
uitgevoerd dan verschijnen de daar gevonden
waarden. Geen verdere correctie is nodig tenzij u
een specifiek item wilt veranderen en aan uw
eigen smaak wilt aanpassen of een niet-standaard systeem opzet.
Voordat u iets aan de instellingen voor het
crossoverpunt verandert, raden we u aan de wisselfrequentie voor elk van de drie groepen –
front links/rechts, centrum front, en surround –
door deze op te zoeken in desbetreffende handleidingen, op de website van de fabrikant of via
de servicedienst. U heeft deze gegevens nodig
bij de volgende instellingen.
De op de fabriek ingestelde standaardwaarde
voor alle kanalen is 100 Hz. Mocht deze waarde
acceptabel zijn, dan kunt u deze instelling
overslaan. Om echter één van deze instellingen
te wijzigen, kan het
SPEAKER X-OVER
worden gekozen als aangegeven in
afbeelding 10.
Afbeelding 10
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 27
Systeemconfiguratie
Om de instelling voor elk van de vier luidsprekergroepen Links/Rechts, Center, Surround of
Surround Achter te wijzigen, drukt u op
D
tot de cursor op de regel staat waaraan u
iets wilt veranderen. Vervolgens drukt u op
E
tot de gewenste instelling verschijnt. De
⁄/¤
‹/›
beschikbare wisselfrequenties waar beneden de
lage frequenties naar de subwoofer worden
gestuurd (of naar de front links/rechts luidsprekers wanneer de subwoofer op OFF staat) en niet
naar het luidsprekerkanaal, zijn 40, 60, 80, 100,
120, 150 en 200 Hz. Kies de frequentie die overeenkomt met de informatie die u over uw luidsprekers heeft gevonden, of, wanneer een exacte
overeenkomst niet voorhanden is, de waarde die
het dichtst BOVEN de gewenste wisselfrequentie
of laagfrequent limiet ligt. Dit om een ‘gat’ in het
laag te voorkomen, omdat het systeem daar
geen laag geeft.
Wanneer
sprekers en
LARGE is gekozen voor de front luid-
L/R+LFE als optie voor de sub-
woofer, wordt het geluid voor de front kanalen
beneden de voor de L/R front luidsprekers gekozen wisselfrequentie (wanneer voor front
“Small” – klein – is gekozen), naar zowel de
front luidsprekers als de subwoofer gestuurd.
De wisselfilter instellingen voor Links/Rechts,
Center, Surround en Surround Achter worden
gebruikt om te bepalen waar de lage frequenties
naar toe moeten, afkomstig van de hoofdkanalen van een bron. De instelling voor de afgebeelde menuregel
LFE wordt gebruikt voor het
bepalen van een laagdoorlaatfilter punt voor de
informatie in het Laag Frequent Effect (LFE)
kanaal dat deel uitmaakt van het Dolby Digital
en DTS gecodeerde signaal. Het LFE kanaal is de
“.1” die u bij surround sound opgaven ziet en is
beperkt tot lage frequenties, sommige mixen
kunnen informatie bevatten die hoger in frequentie liggen dan uw subwoofer kan weergeven. Om te voorkomen dat niet-gewenste signalen naar de subwoofers worden gestuurd – die
deze niet kunnen verwerken en geen ingebouwd
laagdoorlaatfilter bezitten – kan op de
LFE
regel een instelling voor het laagdoorlaatfilter,
dat deel uitmaakt van de signaaltoevoer van het
LFE kanaal, worden gekozen. De beschikbare
instellingen zijn dezelfde als die welke gekoppeld
zijn aan elk van de vier beschikbare luidsprekerposities in dit submenu. Wij raden aan een frequentie te kiezen die iets hoger ligt dan bovengrens van de subwoofer, als aangegeven in de
handleiding van de subwoofer. Druk op
‹/›
NavigerenEwanneer de cursor op de regel
LFE staat om de juiste instelling te kiezen.
Denk er aan dat de wisselfrequentie voor de
surround luidsprekers en de surround achter
luidsprekers identiek is. Daarom is er geen wisselfrequentie voor de achter surround luidsprekers te kiezen of aangegeven.
Belangrijk: alle instellingen voor de wisselfrequenties zijn “Global”, d.w.z. dat ze identiek zijn
voor alle ingangen, ongeacht of de BASSMANAGER (zie boven) op “GLOBAL” of
“INDEPENDENT” is ingesteld.
10. Wanneer alle luidsprekerkeuzes zijn gemaakt
¤
D
drukt u op
BACK TO MANUAL SETUP (terug naar
tot de cursor op de regel
handinstelling) staat de druk vervolgens op
instellenFom terug te gaan naar het
Handinstelling submenu.
11. De luidsprekerinstelling kan op elk moment
gewijzigd worden zonder het Full-OSD (volledig)
menu in beeld op te roepen, door opluidspre-
kerkeuze
6
op het frontpaneel of op op
de afstandsbediening. Nadat de toets is ingedrukt verschijnt FRONT SPEAKER onderin
het beeld en in de displayÒ.
Druk nu binnen vijf seconden op
voorzijde of op
⁄/¤
D
‹/›
7
op de
op de afstandsbediening om een andere luidsprekerpositie te kiezen,
of druk op instellen@F
om de instelling van
de front luidsprekers links en rechts te wijzigen.
Nadat op instellen
@Fis gedrukt en het
systeem gereed is voor het wijzigen van de
instelling voor de front luidsprekers, geven de inbeeld display en de display
LARGE of FRONT SMALL aan, afhankelijk
van de huidige instelling. Druk op
voorzijde of op
⁄/¤
Ò
FRONT
‹/›
D
op de afstandsbedie-
7
op de
ning tot de gewenste instelling wordt aangegeven, gebruik makend van de eerder gegeven
aanwijzingen omtrent ‘grote’ en ‘kleine’ luidsprekers, en druk dan op instellen@F
.
Indien nog een ander luidsprekerpositie dient te
worden gewijzigd, drukt u op
paneel of op
⁄/¤
‹/›
D
op de afstandsbedie-
7
het front-
ning om een andere luid-sprekerpositie te kiezen, vervolgens drukt u op instellen@F
dan op het frontpaneel, of op
frontpaneel, of op de
⁄/¤
‹/›
D
7
op de
en
op het
afstandsbediening tot de gewenste luidsprekerpositie wordt aangegeven, en tenslotte weer op
instellen@F
om de keuze te bevestigen.
Om u te helpen bij het maken van deze instellingen veranderen de indicaties luidspreker/
kanaal functie
$
telkens wanneer een luidsprekertype voor een bepaalde positie kiest. Licht
alleen het binnenste symbool op dan is op
SMALL ingesteld. Wanneer het middelste vakje
en de twee buitenste vakjes met cirkeltjes erin
verlicht zijn, dan is de luidspreker op LARGE
ingesteld. Wanneer geen indicatie voor een luidsprekerpositie verschijnt, dan is die positie op
NONE of ‘geen luidspreker’ ingesteld.
Opmerking: deze iconen zijn alleen beschikbaar bij het maken van wijzigingen in de opzet
zonder de volledige in-beeld display.
Bijvoorbeeld, in de afbeelding hieronder staan
alle luidsprekers op ‘large’ (groot) en een subwoofer is gekozen.
Instelling vertraging
Vanwege de verschillende afstanden tussen de
luisterpositie tot de front luidsprekers en de surround luidsprekers, is ook de tijd die het geluid
nodig heeft om uw oren te bereiken verschillend.
Door gebruik te maken van de vertraging kunnen
deze verschillen in luidsprekerpositie en kamerakoestiek in uw luisterruimte of home theater
gecompenseerd worden. Om de front, centrum
en surround kanalen opnieuw te synchroniseren
is het nodig eerst de afstand van de luister/kijk
positie naar de front, centrum, surround en
surround achter luidsprekers (indien aanwezig) in
meters te meten en te noteren.
Heeft u het systeem al gekalibreerd met EzSet+
dan staan de aangegeven vertragingen voor de
metingen van het EzSet+ systeem.
Geen verdere correctie is nodig tenzij u een specifiek item wilt veranderen en aan uw eigen
smaak wilt aanpassen of een niet-standaard systeem opzet. Om de instelling te veranderen volgt
u de aanwijzingen hieronder om de afstand tussen de plaats van de luidspreker en de hoofd
luisterpositie in te voeren. Deze meting hoeft
niet op de centimeter nauwkeurig te zijn daar
het systeem zich richt op de algehele indruk,
meer dan op de exacte plaats.
Naast het corrigeren van de vertragingstijd voor
elke afzonderlijke luidsprekerpositie, kan bij de
AVR als een der weinige A/V receivers, ook de vertraging voor alle luidsprekers van een groep
gecorrigeerd worden. Deze functie heet A/V Sync
Delay en compenseert voor vertragingen in het
videobeeld die kunnen ontstaan door vertragingen in digitale videoschermen, video scalers,digitale kabel- of satellietsystemen en videorecorders.
Met de juiste correctie van de A/V Sync Delay kunt
u het lipsynchroon lopen van beeld en geluid in
digitale videotoepassingen herstellen.
Hoewel EzSet+ de vertragingen voor de individuele luidsprekerposities zeer nauwkeurig berekent,
kunnen de instellingen voor A/V Sync Vertraging
alleen met de hand worden ingesteld daar het
noodzakelijk is het programmamateriaal in beeld
te bekijken tijdens het instellen van de vertraging
voor desbetreffende bron. Hoewel dus EzSet+ is
gebruikt voor de overige instellingen van de vertraging, dient de A/V Sync Vertraging als hieronder beschreven te worden ingesteld.
28 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Vanwege de verschillen in werking van de diverse
surround functies dienen ook de vertragingen individueel voor elke surround functie te worden ingesteld. Zijn echter de vertragingen ingesteld voor de
surround functie met het maximum aantal kanalen, dan hoeven deze niet opnieuw te worden
ingesteld voor die functie met minder kanalen.
Voorbeeld: wanneer de vertragingen voor Dolby
Pro Logic IIx – Movie zijn ingesteld worden deze
overgedragen aan de Dolby Pro Logic II – Movie
functie.Wel dienen de vertragingen voor elke
variant afzonderlijk te worden ingesteld, zoals
Dolby Pro Logic IIx – Music, Dolby Pro Logic IIx –
Game, Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo en Dolby
Digital EX.
De vertragingstijden zijn voor alle surround functies instelbaar. Hoewel alle kanalen in beeld verschijnen met de standaard of de later ingestelde
afstanden, kunt u via het menusysteem de instellingen voor de actieve kanalen in de huidige surround functie instellen. Luistert u bijvoorbeeld
naar muziek-CD’s via de CD-ingang met DSP
Surround Off dan kan alleen de vertraging voor
front links, front rechts en de subwoofer worden
ingesteld. De cursor slaat in het menu bij het
instellen de niet in gebruik zijnde kanalen over.
Daarom raden we u aan de eerste keer bij het
instellen een 5.1, 6.1 of 7.1 kanalen surround
functie te kiezen, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem.Voor het instellen van de
vertragingen bieden de Logic 7 functies de
mogelijkheid alle kanalen in te stellen zonder
dat een bron wordt afgespeeld.
Om het instellen te starten kiest u eerst
DELAY ADJUST MENU (afbeelding 11).
Staat het systeem nog niet op dat punt, druk dan
op OSD
L
om het hoofdmenu op te roepen.
Druk driemaal op
regel
MANUAL SETUP staat. Druk op Set
F
en roep het DELAY ADJUST menu op.
¤
D
tot de cursor ➞ op de
Afbeelding 11
Ga nu met de cursor ➞ naar de regel UNIT en
kies de gewenste eenheid voor afstand, feet of
meter. Ga dan met de cursor ➞ naar
CENTER
wasar de eerste instelling wordt gemaakt. Druk
‹/›
E
nu op
tot de juiste afstand van de
front links luidspreker tot de luisterpositie wordt
¤
D
aangegeven. Druk dan eenmaal op
om
naar de volgende regel te gaan.
De cursor ➞ staat nu op de regel
CEN zodat de
vertraging van de center luidspreker kan worden
‹/›
E
ingesteld. Druk op
tot de afstand
van de luisterpositie tot de center luidspreker is
ingesteld. Herhaal dit voor alle actieve luidspre-
¤
D
kerposities door op
‹/›
gebruik
E
te drukken en
om de instelling te wijzigen. Denk eraan dat deze laatste instelling
alleen nodig is wanneer surround achter luidsprekers geïnstalleerd zijn en Dolby Digital als
surround functie is gekozen.
Wanneer de vertraging voor alle luidsprekerposities is ingesteld kunt u terugkeren naar het
⁄/¤
F
.
NavigatieDte
BACK T O
hoofdmenu door op
drukken tot de ➞ cursor op de regel
MASTER MENU (terug naar hoofdmenu) staat
en u drukt op Set
De vertraging kan op elk moment tijdens het
kijken via de afstandsbediening worden
gecorrigeerd door op Vertraging
.
Heeft u echter een digitale videobron of een
digitaal beeldscherm waardoor e.e.a. niet meer
lipsynchroon is, kunt u de A/V Sync correctie
gebruiken om het audiosignaal dat naar alle
kanalen gaat te vertragen (in tegenstelling tot de
individuele instellingen), zodat beeld en geluid
weer synchroon lopen. Wij raden u aan deze
instelling te maken met de directe instellingen op
de afstandsbediening als hieronder aangegeven.
Zo kunt u dan het beeld zien terwijl u corrigeert;
het is echter ook mogelijk de instelling in het
menu te maken.
De vertraging kan op elk moment tijdens het
kijken via de afstandsbediening worden
gecorrigeerd door op Vertraging
. De A/V
Sync Vertraging is de eerste en kan worden
gecorrigeerd door binnen 5 seconden op Set
te drukken nadat A/V SYNC DELAY
in beeld en op de onderste regel van de display
Ò
verschijnt. Druk dan op
‹/›
E
om de
gewenste instelling van de vertraging in te
voeren zodat audio en video synchroon lopen.
Druk nogmaals op Setp om de instelling te
openen.
Denk er aan dat de A/V Sync vertraging voor elke
videobron anders is en dat dus verschillende
instellingen voor alle aangesloten apparaten op
de Video 1, 2, 3 en 4 ingangen.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
en dan op
⁄/¤
D
om de gewenste positie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
onderste regel van de display
Ò
verschijnt.
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die
u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen 5
seconden op Set p. Druk op
‹/›
E
om
de gewenste vertraging voor die luidspreker in te
voeren en druk op Set p om deze vast te leggen. Dan kunt u met
⁄/¤
D
om een andere
positie te kiezen, of wacht vijf seconden waarna
het systeem naar normaal gebruik terugkeert.
Om een van de afzonderlijke luidspreker posities
direct te wijzigen drukt u op Luidsprekerkeuze
en dan op
⁄/¤
D
om de gewenste positie te kiezen zodra de naam in beeld en in de
onderste regel van de display
Ò
verschijnt.
Wanneer de naam van de luidsprekerpositie die
u wilt corrigeren verschijnt, drukt u binnen
5 seconden op Set p. Druk op
‹/›
E
om de gewenste vertraging voor die luidspreker
in te voeren en druk op Set p om deze vast te
leggen. Dan kunt u met
⁄/¤
D
om een
andere positie te kiezen, of wacht vijf seconden
waarna het systeem naar normaal gebruik
terugkeert.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bijzonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
Opmerking: iuisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen gebruikt worden wanneer een regisseur of geluidstechnicus daar specifiek een geluid toevoegt om
een klankbeeld te creëren, een geluidseffect of
een actie te laten bewegen van het front van de
kamer naar de achterzijde.Wanneer de uitgangsniveaus correct zijn ingesteld, is het normaal dat
de surround luidsprekers slechts zo nu en dan
actief zijn. Het volume van de achter luidsprekers
extra verhogen kan juist de illusie van een
omringend klankbeeld teniet doen, in afwijking
van de manier waarop het geluid in een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
Systeemconfiguratie
Wanneer u het systeem al gekalibreerd heeft met
EzSet/EQ zijn de aangegeven niveau instellingenhet resultaat van metingen van EzSet/EQ. Er zijn
geen verdere correcties nodig tenzij u een specifiek item wilt veranderen vanwege smaak of een
niet-standaard systeemconfiguratie.
Wanneer de AVR is geconfigureerd voor
6.1-kanalen gebruik met een enkele surround
achter luidspreker, kan via de uitgangsinstelling
nog altijd het niveau van de afzonderlijke surround achter links en surround achter rechts,
ondanks het feit dat uw systeem slechts één surround achter luidspreker gebruikt. Dat betekent
dat het Surround Achter kanaal tweemaal verschijnt, maar dat is in 6.1 gebruik normaal. De
gescheiden SBL/SBR instellingen voor 6.1
gebruik zijn nodig voor een optimale balans tussen de beide discrete kanalen in de AVR wanneer die worden gemengd naar een enkele luidspreker.
BELANGRIJK: het uitgangsniveau kan apart worden ingesteld voor elke digitale en analoge surround functie. Daarmee kunnen niveauverschillen
tussen de luidsprekers gecompenseerd worden, en
tevens kunnen verschillen afhankelijk van de
gekozen surround functie, of het niveau van
bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht verhoogd
of verlaagd worden. Denk er aan instellingen die
gemaakt zijn voor een surround functie ook effectief zijn voor alle ingangen die gerelateerd zijn
aan die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aangesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaande aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luisterpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en
SMALL als eerder beschreven en schakel zonodig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
15 wordt aange-
geven, als aangegeven in de in-beeld display
en de display
Ò
.
3. Kies een willekeurige ingang die gekoppeld
is aan de surround functie waarvan u het uitgangsniveau wilt veranderen. Vergeet niet
dezelfde correcties te maken met alle andere
surroundfuncties gecombineerd met de
gebruikte ingangen.
4. Handinstelling is het gemakkelijkst via het
CHANNEL ADJUST (kanaal corrigeren)
menu (Afb. 12). Staat het hoofdmenu nog in
beeld druk dan op
cursor naast
¤
D
tot de in-beeld ➞
MANUAL SETUP staat. Bent
u niet in het hoofdmenu, druk dan op inbeeld display
MENU (Afb. 1) op te roepen en druk vervol-
gens driemaal op, zodat de
L
om het MASTER
¤
D
cursor u op
de regel uitgangsniveaus staat. Druk op
instellen
F
om het MANUAL SETUP
line. Druk op SetFom het MANUAL
SETUP menu op te roepen (afbeelding 8) en
ga naar beneden tot de cursor ➞ op de regel
CHANNEL ADJUST staat en druk op Set
F
.
Afbeelding 12
Wanneer het CHANNEL ADJUST menu voor
het eerst verschijnt, is het testsignaal uitgeschakeld. Gebruik
⁄/¤
D
om een kanaal voor
correctie te kiezen met een externe bron, zoals
een testdisc, om de uitgangsniveaus te beoordelen. Wanneer de cursor ➞ op de regel van het te
corrigeren kanaal staat drukt u op
‹/›
E
om het niveau te verhogen of te verlagen.
Voordat u zelf gaat instellen, raden we u aan
eerst de ingebouwde testtoongenerator van de
AVR te gebruiken die automatisch een signaal
naar alle kanalen stuurt om te controleren of alle
luidsprekerverbindingen correct zijn gemaakt.
5. Schakel de testtoon in en laat deze automa-
tisch over de kanalen circuleren over de kanalen waarvan voorheen luidsprekers zijn geconfigureerd (zie pagina 25). Druk nu op
D
tot de cursor ➞ op de regel TEST
TONE SEQ in het menu staat. Druk dan op
‹/›
E
tot AUTO wordt aangegeven.
⁄/¤
Op dat moment start ook het testsignaal, circuleert rechtsom door de kamer, laat elke luidspreker twee seconden horen en schakelt naar
de volgende luidsprekerpositie. De cursor ➞
knippert naast de actieve luidspreker om aan
te geven van welke luidspreker u signaal dient
te horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen. Het juiste volume dient weer
hersteld te zijn VOORDAT u terugkeert in het
hoofdmenu en het testsignaal uitgeschakeld
wordt.
Opmerking: vergeet niet te controleren of de
luidsprekers correct zijn aangesloten.Terwijl het
testsignaal rond gaat controleert u of het geluid
ook werkelijk komt van de luidspreker die in de
display
Ò
wordt aangegeven. Zou dat bij een
luidspreker niet kloppen, schakel de AVR dan uit
met de netschakelaar
1
en controleer de
luidsprekeraansluitingen en eventuele verbindingen naar externe versterkers om er zeker van te
zijn dat alle luidsprekers met de juiste kanalen
zijn verbonden.
Opmerking: wanneer uw systeem slechts over
één surround achter luidspreker beschikt en
geconfigureerd is voor 6.1 kanalen, zult u de
testtoon tweemaal van de achter luidspreker
horen, eenmaal met de aanduiding SBL en eenmaal met de aanduiding SBR. Dat is normaal en
geeft u tevens de kans de balans in te stellen
voor de mengschakeling die een 6.1 uitgangssignaal maakt wanneer 7.1 functies zoals Logic
7/7.1 worden gebruikt.
6. Nadat u de luidsprekerposities gecontroleerd
heeft, laat u het testsignaal weer rondgaan en
luistert u of een kanaal luider klinkt dan de
andere. Met de front luidspreker links als referentie drukt u op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening om alle luidsprekers op hetzelfde
niveau te brengen. Merk op dat drukken op
‹/›
E
het testsignaal op dat kanaal
zal blijven om de tijd te geven de afregeling te
maken. Laat u de toets los dan gaat de ruis na
vijf seconden weer rond. De cursor ➞ u in
beeld kan ook direct naar de af te regelen
luidspreker verplaatst worden met de
D
toetsen op de afstandsbediening.
⁄/¤
7. Ga door met het regelen van de afzonderlijke
luidsprekers tot ze alle hetzelfde volume hebben. Merk op dat de regelingen alleen
gemaakt dienen te worden met
‹/›
E
op de afstandsbediening, NIET met de
volumeregeling.
Gebruikt u een geluidsdrukmeter (SPL) voor een
exacte instelling met het testsignaal, zet de
volumeregelaar
dan op –15 dB en stel
het niveau voor elk kanaal zo in dat de meter
75 dB aangeeft, C-gewogen, traag. (C-weighted,
slow). Nadat de instellingen zijn gemaakt draait
u het volume weer terug.
U kunt deze instellingen van elk kanaal ook
geheel zelf maken door op
tot de cursor ➞ op de regel
SEQ in het menu staat om vervolgens met
E
MANUAL (handbediening) te marke-
ren. In de
MANUAL functie start het testsignaal
⁄/¤
D
TESTTONE
te drukken
‹/›
ook direct, maar gaat alleen naar een andere
luidspreker door op
‹/›
E
. te drukken.
Wanneer de handinstelling actief is kan de testtoon worden uitgeschakeld door op
⁄/¤
D
te drukken tot de cursor ➞ op de regel TEST
TONE staat en dan met
‹/›
E
OFF (uit)
te markeren.
30 SYSTEEMCONFIGURATIE
Systeemconfiguratie
Wanneer u vindt dat de niveaus onaangenaam
laag of hoog liggen, kunt u de procedure herhalen. Ga terug naar stap 2 en stel het hoofdvolume iets hoger of iets lager in, passend bij uw
kamer en uw eigen voorkeur. U kunt de procedure zo vaak herhalen als u wilt om het gewenste resultaat te bereiken. Om eventuele schade
aan uw gehoor of de apparatuur te voorkomen,
wijzen we er op dat het hoofdvolume liever niet
boven 0 dB ingesteld moet worden.
Wanneer alle kanalen hetzelfde volume hebben
is het instellen voltooid. Gebruik
de cursor _ naar de regel
plaatsen en druk op
‹/ ›
⁄/¤
D
om
TEST TONE te ver-
E
tot het woord
OFF (uit) verschijnt om het testsignaal uit te
schakelen.
Denk er aan dat telkens wanneer een bepaalde
surround functie wordt gekozen, ook voor een
andere bron, deze uitgangsniveau instelling zal
worden gekozen. Toch dienen de uitgangsniveaus onafhankelijk voor elke surround functie te
worden ingesteld, ook voor varianten als Dolby
Pro Logic II – Movie en Dolby Pro Logic II –
Music. Het mag ingewikkeld lijken maar het is
noodzakelijk om de prestaties van de AVR 245 te
optimaliseren wanneer verschillende methoden
worden gebruikt om audiosignalen naar de verschillende kanalen te sturen. De AVR neemt de
instellingen over van de ene functie naar dezelfde in een andere kanaalconfiguratie, zoals Dolby
Pro Logic IIx – Movie en Dolby Pro Logic II –
Movie. Desgewenst, als een korte methode om
te beginnen, kunt u de niveaus voor Dolby Pro
Logic IIx – Movie instellen en deze kopiëren voor
alle Dolby functies en alleen die invoeren voor de
luidsprekers die voor die functie nodig zijn. Later
corrigeert u de niveaus dan op het gehoor door
naar de verschillende bronnen te luisteren en
niet op het testsignaal. Zie pagina 40 voor nadere informatie over het afstellen van de uitgangsniveaus op extern bronmateriaal.
Opmerking: het uitgangsniveau van de subwoofer kan niet gecorrigeerd worden met behulp
van het testsignaal. Om het niveau van de subwoofer te corrigeren volgt u de stappen voor het
instellen van het uitgangsniveau op pagina 40.
Wanneer alle kanalen hetzelfde niveau hebben is
de afregeling gereed. Zet nu met volume
het niveau op ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog zijn zodra de muziek begint te
spelen. Om dit menu te verlaten drukt u op
D
tot de cursor ➞ u in beeld naast de regel
BACK T O MASTER MENU staat en u drukt
op instellen
F
om het testsignaal uit te
⁄/¤
schakelen en terug te keren naar het
MASTER MENU.
De uitgangsniveaus kunnen ook afgeregeld worden door de afzonderlijke toetsen en het SemiOSD systeem te gebruiken. Om op deze manier
de uitgangsniveaus te regelen drukt u op test-
signaal
8
. Vanaf het moment dat u op de
toets drukt gaat het testsignaal, zoals eerder
beschreven, rond. Het juiste kanaal vanwaar u
het testsignaal wilt horen, wordt aangegeven in
het onderste derde deel van het beeld en in de
display
Ò
. Als een extra aanwijzing wordt het
juiste kanaal, terwijl het testsignaal rondgaat,
ook aangegeven door de luidspreker/kanaal
keuze
$
, door een knipperende letter in het
correcte kanaal. Draai het volume
hoger
tot u de ruis duidelijk kunt horen.
Om het uitgangsniveau te regelen drukt u op
⁄/¤
D
op de afstandsbediening tot het
gewenste niveau in de display of in beeld wordt
aangegeven. Zodra u de toetsen loslaat gaat het
testsignaal na vijf seconden opnieuw rond.
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume
het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna
drukt u op testsignaal
8
om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangsniveau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde surroundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surroundfunctie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk
verhogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Nadat een ingang voor de surroundfunctie, digitale ingang (indien van toepassing) en luidsprekertypen is ingesteld, keert u terug naar de
INPUT SETUP regel in het MASTER
(hoofd) menu en u voert de instellingen in voor
elke te gebruiken ingang in. In de meeste gevallen wijken alleen de digitale ingang en de surround functie af van de ene en de andere
ingang, terwijl het luidsprekertype meestal hetzelfde zal (ingangen ingesteld op
GLOBAL).
Desgewenst kunnen echter ook verschillende
luidsprekertypen worden ingesteld, of luidsprekers per gebruikte ingang in- of uitschakelen.
Zodra de op de vorige pagina beschreven instellingen zijn gemaakt kan de AVR gebruikt worden. Hoewel er nog extra instellingen gemaakt
kunnen worden, dient dit bij voorkeur te
gebeuren nadat u naar meerdere bronnen heeft
geluisterd met verschillende soorten bronmateriaal. Deze systeeminstellingen worden beschreven op pagina 41 en 42 van deze handleiding.
Bovendien kan elke instelling die u in het begin
gemaakt heeft, later gewijzigd worden.
Bij het toevoegen van nieuwe of andere bronnen
of luidsprekers, of u wilt de instelling corrigeren
naar uw eigen smaak, volgt u eenvoudig de aanwijzingen voor het veranderen van de parameter
als hiervoor beschreven. Denk er aan dat alle
wijzigingen op elk moment, ook bij gebruik van
afzonderlijke toetsen, in het geheugen van de
AVR worden opgeslagen, ook wanneer deze
geheel wordt uitgeschakeld, tenzij deze wordt
gereset (zie pagina 52).
Nu u klaar bent met de instelling en configuratie
van de AVR staat u op het punt het beste in
muziek en home theater weergave te beleven.
Veel plezier!
NEDERLANDS
SYSTEEMCONFIGURATIE 31
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIEEIGENSCHAPPEN
DOLBY DIGITALAlleen beschikbaar met digitale bronnen, Dolby Digital gecodeerd. Maximaal vijf
audiokanalen en een speciaal kanaal voor Low-Frequency Effects.
DOLBY DIGITAL EXBeschikbaar wanneer de receiver geconfigureerd is voor 6.1/7.1 kanaals weergave; Dolby Digital EX
is de nieuwste versie van Dolby Digital. Bij gebruik met films of andere programma’s met een
speciale codering, reproduceert Dolby Digital EX de speciaal gecodeerde geluidssporen zo dat
een volledig 6.1/7.1 ruimtebeeld beschikbaar komt. Staat de receiver op 6.1/7.1 gebruik en is een
Dolby Digital signaal aanwezig, dan wordt automatisch EX gekozen. Ook wanneer een specifieke
EX codering niet beschikbaar is om het extra kanaal te leveren, zorgen de speciale algoritmes
voor een 6.1/7.1 signaal.
DTS 5.1Wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 5.1 kanaals gebruik, is de DTS 5.1 functie
beschikbaar bij het afspelen van DVD, audio muziek of laserdisc gecodeerd met DTS data.
DTS 5.1 biedt maximaal vijf gescheiden audiokanalen en een speciaal laagfrequent effect kanaal.
DTS-ES 6.1 MatrixWanneer de luidspreker configuratie is ingesteld voor 6.1/7.1 kanaals gebruik, zal weergave van
DTS-ES 6.1 Discretevan een DTS gecodeerd programma automatisch de keus van één van de twee DTS-ES functies
activeren. Nieuwere discs met speciale discrete DTS-ES codering worden gedecodeerd naar zes
discrete, kanalen met complete bandbreedte, plus een afzonderlijk laagfrequent kanaal.
Alle andere DTS discs worden gecodeerd in de DTS-ES Matrix functie, wat een 6.1 kanaals
klankbeeld oplevert met 5.1-kanaals geluid.
Dolby Pro Logic IIDolby Pro Logic II is de nieuwste versie van de baanbrekende surround technologie van Dolby
MovieLaboratories, dat de discrete breedband links, rechts, centrum, rechts surround en links surround
Musickanalen decodeerde van matrix surround gecodeerde programma’s en conventionele stereobronnen
Dolby Pro Logicbij analoge ingangen, of een digitale ingang met PCM of Dolby Digital 2.0 opnamen. De Dolby Pro Logic
GAMEII Movie functie is geoptimaliseerd voor filmgeluid opgenomen in matrix surround en levert gescheiden
centrum, links achter en rechts achter signalen, terwijl de Pro Logic II Music gebruikt wordt met muziekprogramma’s die zijn opgenomen in matrix surround of zelfs in gewoon stereo, met gescheiden links en
rechts signalen in alle gevallen. De Pro Logic II functie biedt indrukwekkende vijfkanaals weergave van
conventionele stereo opnamen. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen worden
gestuurd terwijl de volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer van het videospelletje.
DOLBY PRO LOGIC IIxDolby Pro Logic IIx is de nieuwste uitbreiding van de Dolby Pro Logic technologie en creëert een
MUSIC6.1 en 7.1 ruimtebeeld uit een matrix surround of tweekanalen stereobron in systemen die zijn
MOVIEgeconfigureerd voor surround achter luidsprekers. Zowel de Movie als Music versies van
GAME (spel)Pro Logic IIx zijn beschikbaar. Movie (film), Muziek (muziek) en Game (spel) versies van Pro Logic IIx
zijn beschikbaar. Game biedt speciale effecten die naar de surround kanalen worden gestuurd terwijl de
volle impact wordt bereikt met de subwoofer, zodat de speler geheel wordt opgenomen in de sfeer
van het videospelletje.
Logic 7 CinemaExclusief voor Harman Kardon AV receivers is Logic 7 een moderne functie die maximale surround
Logic Musiinformatie uit surround gecodeerde programma’s of conventioneel stereo materiaal haalt.Afhankelijk
van het aantal luidsprekers dat u gebruikt en de keus die is gemaakt in het
menu zijn de 5.1 versies van de Logic 7 functies beschikbaar wanneer de 5.1 optie is gekozen, terwijl de
7.1 versies van Logic 7 een volledig rondom klankbeeld geeft, inclusief achter surround luidsprekers
wanneer de 6.1/7.1 optie is gekozen. De Logic 7 C (Cinema) functie wordt gekozen voor elke bron die
Dolby Surround of identieke matrix codering bevat. Logic 7 C biedt een betere verstaanbaarheid in het
centrum kanaal en een betere plaatsing van geluiden bij bewegingen die daardoor veel realistischer
zijn dan bij voorgaande technieken. De Logic 7 M of Music functie wordt gebruikt bij analoge of PCM
stereo bronnen. Logic 7 M verbetert het effect door een breder front te bieden en meer ambiance achter.
Beide Logic 7 functies sturen tevens laagfrequent informatie naar de subwoofer (indien geïnstalleerd en
geconfigureerd) voor optimale impact van de bas.
SURROUND SELECT
32 BEDIENING
Bediening
Overzicht Surroundfuncties
FUNCTIEEIGENSCHAPPEN
DTS Neo:6 CinemaDeze beide functies zijn beschikbaar wanneer een analoge bron wordt gebruikt voor het creëren
DTS Neo:6 Musicvan een zeskanaals surround weergave van conventionele matrix gecodeerde en traditionele
stereobronnen. Kies de Cinema versie van Neo:6 wanneer een programma met analoge matrix
surround codering wordt afgespeeld. Kies de Music versie van Neo:6 voor optimale processing van
niet-gecodeerd tweekanaals stereoprogramma’s.
Bij het kiezen van een DTS Neo:6 Cinema functie, kunnen 3-, 5- of 6-kanalen configuraties beschikbaar
zijn, afhankelijk van het aantal luidsprekers in het systeem. Gebruik de 3-kanalen functie wanneer alleen
een front links en rechts en een center luidspreker ter beschikking staan; surround kanalen informatie
wordt dan ook naar die luidsprekers gemengd. De 6-kanalen functie is alleen beschikbaar wanneer u de
surround achter luidsprekers als actief heeft geconfigureerd.
DTS 96/24 DTS 96/24 is een hoge resolutie formaat dat gebruik maakt van een 96 kHz sampling frequentie en een
bit-rate van 24 bits en daarmee meer informatie geeft dat de harmonischen van het bronmateriaal versterkt.
De AVR signaleert en decodeert DTS 96/24 materiaal automatisch en geeft het weer zoals door de artiest bedoeld.
Dolby 3 Stereo Gebruikt de informatie van een surround of tweekanalen stereo programma voor het creëren van center
kanaal informatie. Daarnaast wordt de informatie die normaal gesproken naar de surround achter
luidsprekers gaat, nu gemengd met de front links en front rechts kanalen voor extra realistische weergave.
Gebruik deze functie wanneer u wel een center luidspreker, maar geen surround luidsprekers heeft.
NEDERLANDS
Dolby Virtual SpeakerDolby Virtual Speaker technologie maakt gebruik van de nieuwe generatie algoritmes die de
Referentiedynamiek en surround sound effecten van een exact 5.1 kanaals luidsprekersysteem weer te geven via
Breedalleen de front links en rechts luidsprekers. In de Referentie Functie wordt de schijnbare breedte van het
frontbeeld bepaald door de afstand tussen de twee luidsprekers. De functie Breed geeft een nog breder
frontbeeld wanneer de beide luidsprekers wat te dicht bij elkaar staan.
THEATERMatrix surround decodering voor standaard bioscoop of theater met stereo en zelfs
zuiver mono bronnen.
HALL 1 en HALL 2Beide bieden matrix surround decodering en simuleren een medium grote zaal met stereo
en zelfs mono bronnen.
5-Kanaals StereoDeze functie maakt gebruik van de multi-luidspreker opstelling en plaatst het stereosignaal
7-Kanaals Stereozowel voor als achter in de kamer. Afhankelijk van de configuratie van de AVR op 5.1 of 6.1/7.1 gebruik,
is altijd één functie beschikbaar, niet beide. Ideaal voor het afspelen van muziek b.v. op een feestje, met
identieke signalen op front en achter links en op front en achter rechts. De centrum luidspreker krijgt een
monosignaal van in fase materiaal van links en rechts
Surround Uit (stereo)Deze functies schakelen alle surround processing uit en zorgen voor zuivere links rechts
Surround Uit (passeren)weergave van tweekanaals stereo materiaal. De Surround Uit (Bypass) worden alleen gebruikt
DSP Surround Uit met analoge bronnen en vrijwaart het signaal van elke beïnvloeding op de weg naar de luidspreker
en subwoofer uitgangen door alle digitale processing over te slaan. Digitale Bas Management is in
Surround Uit niet beschikbaar. De DSP Surround Uit functie kan met elke analoge of digitale
functie gebruikt worden, daar het signaal digitale bas management ondergaat om de verdeling
van de lage frequenties tussen de hoofdluidsprekers en een subwoofer te optimaliseren.
Dolby Headphone Dolby Headphone geeft het klankbeeld van een vijf luidspreker surround systeem via een
DH1 stereo hoofdtelefoon weer. De DH1 functie geeft de hoofdtelefoon weergave het karakter
DH2 van een kleine, goed gedempte kamer en is geschikt voor zowel films als muziekopnamen.
DH3 De DH2 functie geeft een kamer met meer akoestiek en is bijzonder geschikt voor
muziekweergave. De DH3 geeft een grote kamer, als een concertzaal en bioscoop.
BEDIENING 33
Bediening
Basisbediening
Nadat u de installatie en de configuratie van de
AVR heeft voltooid, kan het apparaat in gebruik
worden genomen en kunt u ervan gaan genieten.
Voor optimaal plezier van uw nieuwe receiver
gaat u als volgt te werk:
Inschakelen van de AVR
• Wanneer u de AVR voor het eerst in gebruik
neemt drukt u op de netschakelaar
frontpaneel om het apparaat in te schakelen. Het
apparaat komt dan in de standby positie, als aangegeven door de blauwe kleur van de lichtnet-
indicatie
apparaat worden ingeschakeld door op standby
2
te drukken, of op AVR keuze
de lichtnetindicatie
raat schakelt nu in op de laatst gebruikte bron.
Het apparaat kan ook ingeschakeld worden door
op één van de ingangskeuze
of ingangskeuze%op de voorzijde.
Opmerking: na op ingangskeuze
zonderd VID4) gedrukt te hebben, drukt u op
AVR keuze
AVR functie te laten besturen.
Om het apparaat uit te schakelen aan het einde
van een luistersessie drukt u eenvoudig op
standby
kelen
naar een apparaat dat op de geschakelde
lichtnetuitgang
sloten, zal spanningsloos worden en de lichtnetindicatie
diening gebruikt wordt om het apparaat uit te
schakelen, gaat het systeem eigenlijk in standby,
als wordt aangegeven door de oranje kleur van
de lichtnetindicatie
Bent u gedurende langere tijd afwezig, dan is het
verstandig om het apparaat helemaal uit te
zetten met de netschakelaar
Opmerking: alle voorkeurposities in het geheugen kunnen verloren gaan wanneer het apparaat
langer dan twee weken spanningloos blijft of de
netschakelaar
Gebruik sluimerfunctie
• Om de AVR te programmeren voor automatische uitschakeling, drukt u op sluimer-
functie
wanneer op deze toets wordt gedrukt wordt de
tijd tot het uitschakelen verkorten in de
volgende reeks:
de sluimerfunctie wordt aangegeven onder
display
3
. Vanuit de standby positie kan het
of op ingangskeuze%op het frontpaneel
3
groen wordt. Het appa-
5
om de afstandsbediening de
2
op het frontpaneel of op uitscha-
3
op de afstandsbediening. De voeding
G
op de achterzijde is aange-
3
wordt oranje.Als de afstandsbe-
3
.
1
uit staat.
9
op de afstandsbediening. Telkens
Ò
en telt terug tot de tijd verstreken is.
1
op het
5
. Merk op dat
4567
4
(uitge-
1
.
Wanneer de ingestelde sluimertijd is verstreken
wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld
(standby). Denk er aan dat de helderheid van de
display wordt gehalveerd zodra een sluimertijd is
geprogrammeerd. Om de sluimerfunctie te laten
vervallen drukt u op sluimerfunctie
houdt deze vast tot de display naar de normale
helderheid terugkeert en de indicatie
OFF in de display
Ò
verschijnt.
9
en u
SLEEP
Ingangskeuze
• Om een bron te kiezen drukt u op een van de
ingangskeuze
diening.
Opmerking: na op ingangskeuze
te hebben, drukt u op AVR keuze
afstandsbediening de AVR functie te laten besturen.
• De bron kan ook gewijzigd worden door op
ingangskeuze
drukken.Telkens wanneer u de toets indrukt zal
de volgende bron in de reeks beschikbare
bronnen gekozen worden.
• Wanneer een andere ingang wordt gekozen
schakelt de AVR automatisch naar de digitale
ingang (indien gekozen), de surroundfunctie en
de luidsprekerconfiguratie die tijdens het
configureren voor die bron is geprogrammeerd.
• De Video 4 ingangen
Ingang 4
Ó
op de voorzijde kunnen gebruikt worden om
tijdelijk een videospelletje of een camcorder op
het entertainment systeem aan te sluiten.
• Wanneer er een andere bron wordt gekozen, zal
de naam van deze bron tijdelijk onderin beeld verschijnen. De naam verschijnt ook in de display
Ò
, en een blauwe LED licht op naast de naam
van de bron bij de ingangsindicatie
• Wanneer een pure audiobron (tuner, CD, tape,
6/8 kanaals directe ingang) wordt gekozen, blijft
de laatst gebruikte video ingang verbonden met
de video 1 en video 2 uitgangen
video monitor uitgang
naar verschillende bronnen worden gekeken en
geluisterd.
• Wanneer Digital Media Player (DMP)
als bron is gekozen en een geschikte Apple iPod
is geplaatst in de extra leverbare Harman Kardon
8
op de achterzijde, verschijnen aanwijzingen in
beeld op een monitor die is verbonden met
Video Monitor Uitgang
de afstandsbediening worden gebruikt om de
iPod te navigeren en toegang te krijgen tot de
vele functies. De aanwijzingen verschijnen ook in
de display op de voorzijde en de accu van de iPod
kan worden opgeladen. Zie de handleiding van
de en de iPod voor nadere informatie.
467
%
*
, of de Coax Digitale Ingang 4
die is verbonden met DMP
op de afstandsbe-
4
5
op het frontpaneel te
Ô
, Optisch Digitale
ˆ
PR
B
. Zo kan tegelijkertijd
B
van de AVR en kan
gedrukt
om de
.
en
• Wanneer een videobron wordt geselecteerd, zal
het audiosignaal naar de luidsprekers gestuurd
worden en het videosignaal naar de juiste
Monitor uitgang
monitor die is aangesloten op de AVR, bekeken
worden. Wanneer een component videobron is
verbonden met een Video 1
Video 3
geleid naar de Component Video Uitgang
Zorg ervoor dat uw TV is ingesteld op de juiste
ingang om het geschikte videosignaal te zien
(composiet, S-video of component video, zie
Opmerkingen over S-Video op pag. 15).
X
B
en kan deze, op een TV
L
, Video 2Jof
Component Ingang, wordt deze
K
6-Kanaals/8-kanaals Directe
Ingang
Er zijn 2 ingangskeuzes beschikbaar voor gebruik
met bronnen als een DVD-Audio of SACD speler,
aangesloten op de 8-kanaals Directe Ingang
9
. Kies een geschikte ingang overeenkomstig de
opzet in instelling van uw bronnen:
De
6 C H DIRECT ingang wordt gebruikt
wanneer de SBR en SBL ingangen NIET gebruikt
worden en de bron een eigen intern bass
management bezit. Van deze ingang gaat het signaal direct naar de volumeregelaar zonder enige
analoge of digitale omzetting en de niet-gebruikte ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
De
8 C H DIRECT INPUT wordt gebruikt
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
9
en de bron een eigen intern bass management bezit. Van deze ingang gaat het signaal
direct naar de volumeregelaar zonder enige analoge of digitale omzetting en de niet-gebruikte
ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of
8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen
surround functie kan worden gekozen daar de
externe processor dan de functie bepaalt.
Bovendien verschijnt er geen signaal op de opname uitgangen en geen laagprocessing wanneer
de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt
gebruikt en de klankregeling en balans werken
niet.
.
34 BEDIENING
Bediening
Instellingen en Gebruik
Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume
op het frontpaneel of volume hoger/lager
op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting
naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon
onderbreken, maar heeft geen invloed op een
lopende opname of kopiëren. Is het geluid van
het systeem uitgeschakeld, dan knippert
in de DisplayÒ. Druk nogmaals op Mute
om naar normaal gebruik terug te keren.
• Om een ‘rechte’ frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit
8
zodat de indicatie Tone Off tijdelijk in de display
weer in te schakelen drukt u nogmaals op klank-
regeling in/uit
de display
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofdtelefoon
met 6,3 mm stereo jackplug aan op de hoofd-
telefoonuitgang
op dat wanneer de plug van de hoofdtelefoon
wordt aangesloten, het woord
kort door de displayÒloopt en dat alle luidsprekers uitgeschakeld worden.Wanneer de plug
wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers weer
ingeschakeld worden.
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u
de Dolby Headphone functie gebruiken wat meerruimte geeft aan het luisteren met hoofdtelefoon.
Druk op Dolby Functie
Funtiegroep
Headphone functies.
Ò
verschijnt. Om de regeling
8
zodat Tone I n tijdelijk in
˜
verschijnt.
4
op het frontpaneel. Merk
5
om te kiezen uit de drie Dolby
. Dit zal het sig-
DOLBY H:BP
M
of op Surround
ı
MUTE
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 245 is de mogelijkheid een volledig meerkanaals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s.
De keus van een surround functie is een persoonlijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD’s, films en TVprogramma’s die het logo van een van de belangrijke surround processen dragen, Dolby Surround
bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in de Dolby
Pro Logic II en IIx Movie (bij films) of Music (met
muziek) surround functie, met een DTS Neo:6
functie of met de exclusieve Harman Kardon
Logic 7 Movie functie, om een volledige 5.1
kanaals weergave, of zelfs (met Logic 7 en DTS
NEO:6) 7.1 kanaals surround weergave van surround gecodeerde programma’s, met een stereo
links en rechts achter signaal, precies zoals het
was opgenomen. Zo zal geluid dat links achter
was opgenomen ook alleen daar gehoord worden. Nadere details op pagina 32-33.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
‘D.D. 2.0’ nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals surround worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 36).
Voor een breed en omringend geluid en duidelijke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering vergeleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het programma
in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films met
surround geluid kunnen op elke analoge wijze
worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx Cinema,
Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema wanneer
ze via conventionele TV-zenders, kabel of betaalTV of satelliet worden uitzonden. Bovendien worden er steeds meer TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek-CD’s opgenomen
met surround geluid. U kunt een overzicht van
deze programma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx
Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of
Enhanced functie uitstekende surround weergave
biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke
surround informatie die in alle stereo-opnamen
aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met
oudere 'extreme' stereo opnamen) en met monoprogramma’s raden we aan de Theater of Hall
functies te proberen.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie
individuele surround functie te kiezen.
5
tot de gewenste hoofdgroep
9
om de specifieke
Om via de afstandsbediening een surround functie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby
DTS Surround
O
, Stereoof DSP SurroundA.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, verschijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende functies in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display
beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2,
Theater, VMAx Near of VMAx Far) drukt u herhaaldelijk op Surround Functie
beschikbare functies te doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingangen in gebruik zijn, is er geen surround processing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.
Om naar een programma te luisteren in traditioneel tweekanaals stereo met alleen de front luidsprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), tot
OFF in de display
N
, DTS Neo:6, Logic 7
(
in de display.
Ò
verschijnt.
A
M
Ò
om de
SURR
,
en in-
Digitale Audio Weergave
Digitale audio is een belangrijke stap voorwaarts
ten opzichte van het oude analoge surround systeem zoals Dolby Pro Logic. Het biedt vijf of zes
discrete kanalen: links front, centrum, rechts
front, links surround en rechts surround en bij
DTS (zie verderop) zelfs surround achter (met
identieke signalen voor links en rechts).
Elk kanaal reproduceert het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz) en bezit een aanzienlijk
groter dynamisch bereik en ruimere signaal/ruisafstand. Bovendien hebben digitale systemen de
mogelijkheid een extra kanaal te leveren dat speciaal bedoeld is voor lage frequenties. Dit is het
‘.1’ kanaal waarnaar wordt verwezen wanneer u
deze systemen beschreven ziet als “5.1,” “6.1” or
“7.1” bijvoorbeeld. Het baskanaal is gescheiden
van de andere kanalen, maar aangezien de bandbreedte opzettelijk beperkt is, hebben technici er
die specifieke benaming aan gegeven.
NEDERLANDS
BEDIENING 35
Bediening
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3
®
) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschikbaar op speciaal gecodeerde laserdiscs en
satellietuitzendingen. Het maakt deel uit van het
nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodulator nodig is om de AVR te gebruiken met de
Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit de
RF uitgang van de LD-speler aan op de demodulator en sluit vervolgens de digitale uitgang van
de demodulator aan op de optische of coax
ingangen
RN*Ó
van de AVR.
Voor DVD-spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs
is geen demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1,
6.1 or 7.1 audio kan leveren. Hoewel zowel DTS
als Dolby Digital digitaal zijn, maken ze gebruik
van andere methoden om de signalen te coderen
en hebben daarom andere decoders nodig om de
digitale signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerde soundtracks zijn op bepaalde
DVD’s en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen
voor audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD,
DVD of CD-speler voorzien van een digitale uitgang gebruiken om DTS-gecodeerde speciale
audio-CD’s met de AVR af te spelen, maar DTSLD’s en DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LDspelers en op DVD-spelers worden afgespeeld. U
hoeft zulke spelers slechts aan te sluiten op de
optische of coax ingangen
RN *Ó
van de
AVR.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTSsignaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR, want
sommige spelers kunnen het DTS-signaal niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan afspelen,
raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd
worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital
voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen dat
ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u het
menusysteem van de DVD-speler te controleren.
PCM Audio afspelen
PCM (Puls Code Modulation) is een niet-gecomprimeerd digitaal audiosysteem dat gebruikt
wordt voor compact discs, niet-Dolby Digital/DTS
Laserdiscs en sommige speciaal PCM gecodeerde
DVD’s. De digitale schakelingen in de AVR kunnen digitaal-naar-analoog omzetten in hoge kwaliteit en kunnen rechtstreeks worden verbonden
met de digitale audio-uitgang van uw CD- of LDspeler. (LD alleen voor PCM- of DTS-programma’s,
voor Dolby Digital discs is een RF-adapter nodig,
zie pagina ‘Dolby Digital’).
Verbinden met de optische of coax ingangen
RN
op de achterzijde, of op de digitale
ingangen
*Ó
op de voorzijde.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren moet
eerst de ingang voor de gewenste bron worden
geselecteerd (b.v. CD) om het videosignaal
(indien aanwezig) naar de TV monitor te leiden
en een analoog audiosignaal te leveren voor
opname. Druk vervolgens op de digitale
ingangskeuze
⁄/¤
D
7
op het frontpaneel, tot de gewenste keuze
OPTICAL of COAX in de display
verschijnt. Druk op instellen@F
ÛGen gebruik vervolgens de
op de afstandsbediening of instellen
Ò
om de
gewenste keuze in te voeren.
Tijdens het afspelen van PCM kunt u elke surround functie kiezen, uitgezonderd Dolby Digital
of DTS.
Digitale bron kiezen
Om een digitale functie te gebruiken dient een
digitale bron correct op de AVR te zijn aangesloten. Sluit de digitale uitgangen van de DVD-spelers, HDTV-ontvangers, satellietsystemen en CDspelers aan op de optische of coax ingangen
RN*Ó
op de achterzijde of de voorzijde
aan. Om ook analoog te kunnen opnemen, dienen de analoge uitgangen van de digitale bron te
worden verbonden met de juiste ingangen op de
achterzijde van de AVR (voorbeeld: sluit de
analoge stereo uitgang van een DVD-speler aan
op de DVD-ingang 5op de achterzijde als u de
digitale uitgangen van de bron aansluit).
Om een digitale bron als DVD te kiezen, kiest u
eerst met de afstandsbediening of op het front de
ingang met ingangskeuze
4%als eerder
uitgelegd om het videosignaal (indien aanwezig)
naar de TV monitor te sturen en het analoge
audiosignaal voor opname beschikbaar te
hebben. Wanneer het digitale signaal dat is toegewezen aan de gekozen ingang (b.v. ‘DVD’) niet
automatisch wordt gekozen (door eerder
gemaakte instellingen tijdens het configureren,
zie pagina 17) kiest u de digitale bron door op
digitale ingangskeuze
⁄/¤
D
op de afstandsbediening of de instel-
GÛte drukken en
toetsen7op de voorzijde om de OPTICAL of
COAXIAL ingangen te kiezen, zoals deze in de
displayÒof de in-beeld display verschijnen.
Speelt een digitale bron, Speelt een digitale bron,
dan zal de AVR automatisch signaleren of een
meerkanaals Dolby Digital dan wel een DTS of
conventioneel PCM signaal wordt toegevoerd,
wat de standaard is bij CD-spelers.
Denk er aan dat een digitale ingang (b.v. coax)
verbonden blijft met de analoge ingang (b.v.
DVD) zodra het is gesignaleerd, zodat het digitale
signaal niet opnieuw gekozen hoeft te worden
telkens wanneer een bepaalde ingang, bijvoorbeeld DVD, wordt gekozen.
Digital Bitstream Indicatie
Wanneer een digitale bron speelt, signaleert de
AVR het type bitstream data dat aanwezig is.
Gebruik makend van deze informatie wordt de
juiste surroundfunctie automatisch gekozen.Voorbeeld: DTS bitstreams laten het apparaat naar de
DTS decoder omschakelen, en Dolby Digital bitstreams zorgt voor omschakeling op de Dolby
Digital decoder. Signaleert het apparaat PCM data
van CD’s en LD’s en sommige muziek DVD’s of
bepaalde nummers op normale DVD’s, dan kan de
juiste surroundfunctie met de hand worden gekozen. Daar de beschikbare surroundfuncties worden
bepaald van het type digitale data, maakt de
AVR gebruik van een aantal indicaties waaraan u
kunt zien om wat voor signaal het gaat. Dit verheldert de keuze van functies en ingangen afhankelijk
van het materiaal op de disc.
Bij het afspelen van een digitale bron geeft de
AVR aan om welk type bitstream het gaat. Deze
aanwijzingen verschijnen kort nadat een ingang
of surround functie is veranderd en blijft ca. vijf
seconden in de display
Ò
staan waarna de
gebruikelijke surround functie weer verschijnt.
Surround Functies
Voor Dolby Digital en DTS bronnen verschijnt een
driecijferige indicatie met het aantal kanalen in
het signaal. Voorbeeld van de indicatie is 3/2/.1.
Het eerste cijfer geeft aan hoeveel discrete front
kanalen aanwezig zijn.
• Een 3 geeft aan dat er gescheiden front links,
centrum en rechts signalen beschikbaar zijn.
Dit wordt aangegeven bij Dolby Digital 5.1 en
DTS 5.1 programma’s.
• Een 2 geeft aan dat er gescheiden front links
en rechts signalen aanwezig zijn, maar geen
discreet centrum kanaal. Dit wordt aangegeven
voor Dolby Digital bitstream met stereo programmamateriaal.
• Een 1 geeft aan dat er alleen een monosignaal
in het Dolby Digital bitstream aanwezig is.
36 BEDIENING
Bediening
Het middelste cijfer geeft aan hoeveel discrete
surround signalen aanwezig zijn.
• Een 2 geeft aan dat gescheiden surround links
en rechts beschikbaar zijn. Wordt aangegeven
voor Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1 programma’s.
• Een 1 geeft aan dat slechts één enkel surround
kanaal gecodeerd is. Dit verschijnt bij Dolby
Digital bitstream met matrix codering.
• Een 0 geeft aan dat er geen surround informatie aanwezig is. Dit verschijnt bij tweekanaals
stereoprogramma’s.
Het laatste cijfer geeft aan of er een discreet Low
Frequency Effect (LFE) kanaal aanwezig is. Dit is
de “.1” in de algemeen gebruikte afkorting
“5.1” en is een speciaal kanaal dat alleen maar
laag bevat.
• Een 1 geeft aan dat een LFE kanaal aanwezig
is.Verschijnt bij Dolby Digital 5.1 en DTS 5.1
programma’s indien aanwezig.
• Een 0 geeft aan dat er geen LFE kanaal
beschikbaar is. Ook al is er echter geen LFE
kanaal, toch zal er laagfrequent materiaal in de
subwoofer aanwezig zijn wanneer de luidspreker configuratie is ingesteld op de aanwezigheid van een subwoofer.
• De informatie rechts naast de display geeft aan
of het digitale signaal een speciale code bevat
waarmee automatisch de juiste 6.1 of 7.1
functie wordt geactiveerd. Dat wordt aangegeven als EX-ON of EX-OFF voor Dolby Digital en
als ES-ON of ES-OFF voor DTS bitstreams.
De aanwijzing
onderste regel van de display
dat de digitale datastroom onderbroken of niet
langer beschikbaar is.Wanneer dat gebeurt heeft
de digitale processor van het apparaat geen signaal waarop kan worden ‘gelocked’ en is daarmee ontkoppeld. Deze aanwijzing kan verschijnen wanneer een DVD wordt gestart totdat de
UNLOCK kan verschijnen in de
Ò
. Dat geeft aan
digitale bitstream op gang komt en de processor
kan bepalen welke functie moet worden gekozen; of op elk moment dat de datastroom wegvalt of wordt onderbroken, zoals bij het bekijken
van menu’s bij sommige discs, of wanneer de
speler schakelt tussen de verschillende delen van
een disc. Ook kan de aanwijzing verschijnen
wanneer een satellietontvanger, een set-top box
of HDTV-tuner wordt gebruikt en het audiosignaal tijdelijk wordt onderbroken wanneer een
ander kanaal wordt gekozen of wanneer de
kabelbox schakelt van een kanaal met digitale
datastroom naar een met alleen analoge audio.
De
UNLOCK aanwijzing is normaal en duidt
niet op een probleem met uw receiver. Het vertelt
u slechts dat de inkomende datastroom om een
aantal mogelijke redenen onderbroken of niet
aanwezig is.
Wanneer Dolby Digital 3/2/.1 of DTS 3/2/.1 signalen worden afgespeeld schakelt de AVR automatisch naar de juiste surround functie en kan
geen andere bewerking worden gekozen.
Wanneer een Dolby Digital signaal met 3/1/0 of
2/0/0 signaal binnenkomt kunt u elke gewenste
Dolby surround functie kiezen.
Wanneer geen EX kenmerk aanwezig is en uw
receiver is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik,
kunt u zelf als gewenst de EX bewerking activeren door de Dolby Digital EX surround functie te
kiezen als beschreven op pagina 17 en 29.
Is geen ES kenmerk aanwezig in de DTS bitstream, dan kunt u toch van 6.1 kanalen presentatie genieten door de DTS+Neo:6 surround
functie te kiezen als beschreven op pagina 17 en
29. In die functie worden de DTS Neo:6 algoritmes gebruikt om het surround achter kanaal uit
de DTS bitstream informatie te halen.
Surround Functie Aanpassing
Dankzij de kracht van de AVR 245 DSP processor
is voor de meeste digitale signalen een aantal
surround functies beschikbaar waarmee de oorspronkelijke informatie kan worden geleverd,
maar ook een uitgebreider ruimtebeeld, passend
bij het aantal luidsprekers in uw systeem. De
beschikbare functies en het aantal beschikbare
kanalen van elke functie wordt bepaald door het
binnenkomende bitstream signaal en de configuratie van het systeem en u vindt ze in onderstaande tabel. De functies kunnen op de gebruikelijke manier worden gekozen door eerst de
surround hoofdgroep te kiezen en dan door de
opties te lopen.
Het binnenkomende bitstream signaal wordt
aangegeven in de onderste regel van de Display
Ò
als eerder beschreven. Nadat de surround
functie is gekozen wordt na ca. 5 seconden kort
de bitstream aangegeven voordat de receiver
naar normaal gebruik terugkeert. U kunt de huidige bitstream bevestigen door simpelweg op de
toets voor de Surround Functie Groep te drukken
en een paar momenten te wachten tot de bitstream in de onderste regel van de Display
verschijnt. De bitstream informatie verschijnt
ook wanneer de ingang is veranderd.
Zoek in de tabel hieronder de indicatie in de
display en vergelijk deze met de Inkomende
Bitstream in de linker kolom. De beschikbare
surround functies leest u rechts af.
Het is altijd verstandig de uitlezing van de
kanaalgegevens te controleren om er zeker van
te zijn dat die overeenkomt met de audio logo
informatie op de achterzijde van de DVD verpakking. Soms ziet u een indicatie als “2/0/0/” zelfs
op discs met een compleet 5.1 of 3/2/.1 signaal.
In dat geval is het belangrijk de instellingen van
uw DVD-speler of het audiomenu voor de spelende disc te controleren om er zeker van te zijn dat
het juiste signaal naar de AVR wordt gestuurd.
Ò
NEDERLANDS
Voor inkomende Dolby Digital signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
Inkomende BitstreamBeschikbare Surround Functies
Dolby Digital 1/0/.0 of 1/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 luidsprekers)
Dolby Digital 2/0/.0 of 2/0/.1 Dolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby Digital, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3
luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), Dolby Pro Logic IIx (Movie, Music of Game)
Dolby Digital 3/0/.0 of 3/0/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 3 luidsprekers)
Dolby Digital 2/01.0 of 2/1/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2, 3, 4 of 5 luidsprekers)
Dolby Digital 2/2/.0 of 2/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide
(2 of 4 luidsprekers), Dolby Digital EX1, Dolby Pro Logic IIx1 (Movie of Music)
Dolby Digital 3/2/.0 of 3/2/.1 Dolby Digital 3/2/.0, 3/2/.1 Dolby Digital, Dolby Digital Stereo, Dolby Virtual Speaker Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby
Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), of EX Dolby Digital EX1, Dolby Pro Logic IIx1 (Movie of Music)
BEDIENING 37
Bediening
Voor inkomende DTS signalen zijn de volgende functies beschikbaar:
* De Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX, DTS+Neo:6, DTS+Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES matrix, DTS-ES Discrete,DTS Neo:6 (6-kanalen), Logic 7 (7-kanalen), Hall 1 (6-kanalen), Hall 2 (6-kanalen),
Theater (6-kanalen) en 7-kanalen Stereo functies zijn alleen beschikbaar wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter kanalen te configureren als
(groot) of SMALL (klein). Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer de Surround Achter kanalen voor meerkamer gebruik zijn geconfigureerd.
LARGE
PCM Weergave indicaties
PCM is de afkorting van Puls Code Modulatie, het
signaaltype dat voor standaard CD-weergave
wordt gebruikt en andere niet-Dolby Digital en
niet-DTS digitale bronnen zoals MiniDisc. Komt
een PCM-signaal binnen, dan geeft de display
Ò
kort de letters PCM aan, naast de sampling-
frequentie van het digitale signaal.
Verbindingen kunnen worden gemaakt met de
Optisch of Coax Ingang
of met de Digitale Ingang
RN
op de achterzijde
*Ó
op de voorzij-
de.
Om naar een PCM digitale bron te luisteren,
wordt eerst de ingang van de gewenste bron
gekozen (b.v. CD). Vervolgens wordt op Digitale
bronkeuze
D
ÛGgedrukt en dan op
op de afstandsbediening of ‹/›7
⁄/¤
op de
voorzijde tot de gewenste keus in onderste regel
van de Display
Ò
verschijnt.
Tijdens PCM weergave kan elke Surround functie
worden gekozen, uitgezonderd Dolby Digital of
DTS, zoals in onderstaande tabel valt af te lezen.
Om het gemakkelijk te maken zijn alle functies
die beschikbaar zijn voor analoge bronnen (inclusief tuner) in het overzicht onder aan deze pagina
opgenomen.
In de meeste gevallen zal dat
48 KHZ zijn, hoewel
sommige speciaal geremasterde hoge resolutie
audiodiscs kan
De
PCM 48 KHZ indicatie verschijnt ook wan-
96 KHZ aangegeven worden.
neer de functie van de ingang wordt gewijzigd
voor analoge bronnen. In dat geval geeft het
systeem aan welke sampling frequentie intern
wordt gebruikt op de uitgang van analoog/digitaal converter die het binnenkomende signaal
van een videorecorder, cassettedeck, tuner of
andere analoge bron naar digitaal omzet.
Luidspreker/Kanaal Indicaties
Naast de signaaltype indicaties biedt de AVR
een stel unieke kanaal indicaties die u vertellen
hoeveel kanalen in de digitale informatie ontvangen worden en of het digitale signaal onderbroken wordt.
Deze indicaties zijn de L/C/R/LFE/SL/SR/SBL/SBR
letters die in de hokjes bij de Luidspreker/
kanaal indicaties
$
in de displayÒstaan.
Wanneer een standaard analoog stereo of matrix
surround signaal actief is, lichten alleen “L” en
“R” op, daar analoge signalen alleen links en
rechts bevatten.
Dat geldt zelfs bij surround opnamen, die de surround informatie alleen in het linker en rechter
kanaal dragen. Digital signalen echter kunnen
één, twee, vijf, zes of zeven afzonderlijke kanalen
hebben, afhankelijk van het programmamateriaal,
de uitzendmethode en de manier waarop zij gecodeerd werden. Wanneer een digitaal signaal wordt
afgespeeld zullen de letters in de indicaties oplichten als gevolg van het signaal dat ontvangen
wordt. Het is belangrijk op te merken dat hoewel
bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen wordt als
een ‘5.1’ systeem, niet alle Dolby Digital DVD of
audionummers op een DVD of ander Dolby Digital
materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is dus normaal dat voor een DVD met Dolby Digital geluid
alleen de ‘L’ en ‘R’ indicaties geactiveerd worden.
Opmerking: veel DVD’s zijn opgenomen met
zowel een ‘5.1’ als een ‘2.0’ versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de ‘2.0’ versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze infor-
Inkomend SignaalBeschikbare Surround Functies
Analoog (2-kanalen), Tuner, PCM 44,1 of 48 kHzDolby Pro Logic II (Movie, Music of Game), Dolby Pro Logic, Dolby 3 Stereo, Dolby Virtual Speaker
Reference (2 of 3 luidsprekers), Dolby Virtual Speaker Wide (2, 3, 4 of 5 luidsprekers), Dolby Pro Logic
IIx* (Movie, Music of Game), DTS Neo:6 (3-kanalen Cinema, 5-kanalen Cinema of Music of 6-kanalen
Cinema of Music*), Logic 7 (5-kanalen Cinema, Music of Enhance; 7-kanalen Cinema,
Music of Enhance*), Hall 1 (5- of 6-kanalen*), Hall 2 (5- of 6-kanalen*),Theater (5- of 6-kanalen*),
Surround Uit**, 5-kanalen Stereo, 7-kanalen Stereo*, DSP Surround Uit
PCM 96 kHzDolby Pro Logic II (Movie of Music), Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic IIx* (Movie of Music), Logic 7
(5-kanalen Cinema, Music of Enhance; 7-kanalen Cinema, Music of Enhance*), DSP Surround Uit
* De Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX, DTS+Neo:6, DTS+Dolby Pro Logic IIx, DTS-ES matrix, DTS-ES Discrete,DTS Neo:6 (6-kanalen), Logic 7 (7-kanalen), Hall 1 (6-kanalen), Hall 2 (6-kanalen),
Theater (6-kanalen) en 7-kanalen Stereo functies zijn alleen beschikbaar wanneer de AVR is geconfigureerd voor 6.1/7.1 gebruik door de Surround Achter kanalen te configureren als
LARGE (groot) of SMALL (klein). Deze functies zijn niet beschikbaar wanneer de Surround Achter kanalen voor meerkamer gebruik zijn geconfigureerd.
** De Surround Uit functie is alleen beschikbaar voor analoge bronnen of de tuner en alleen wanneer de klankregeling uitgeschakeld is, voor een 'rechte' weergave. In andere gevallen kan de DSP
Surround Uit functie worden gekozen wanneer tweekanalen weergave wordt verlangd.
38 BEDIENING
Bediening
matie in de vorm van een overzicht of symbool op
de hoes.Wanneer een schijf meerdere systemen
aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw DVDspeler moeten wijzigen (meestal met de ‘Audio
select’ toets of via een menu op de schijf) om een
volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen of om
het juiste geluid en de juiste taal te kiezen. Het is
ook mogelijk dat het type signaal verandert tijdens
het afspelen van een DVD. In sommige gevallen
zullen de voorproefjes van speciaal materiaal in
2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio. Zolang uw
DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veranderingen
in de bitstream en het aantal kanalen detecteren
en dit met de indicaties aangeven. De letters zoals
gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron
(Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de
letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen
alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1
bron. Deze functie wordt dan in de display aangegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen
kunnen de indicaties voor de achter surround
luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers
geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een
signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met
NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen letters lichten op wanneer de AVR geen ingangssignaal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie
$
knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze functie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de
zwakke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat vermijdt dat abrupt luide overgangen
anderen storen, zonder de impact van de digitale
bron te beperken. De nachtfunctie is alleen
beschikbaar wanneer de Dolby Digital functie
gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie
B
op de afstandsbediening. Druk ver-
⁄
volgens op
¤
/
D
om de gematigde of de
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
⁄
schakelen drukt u op
onderin de video display en de display
D-RANGE OFF.
¤
/
D
tot de aanwijzing
Ò
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd via
de opties in het DOLBY menu. Zie pagina 21
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie
$
zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weergave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD’s en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma’s en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties
$
en
stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge surround functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall,Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7
worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II
afgespeeld kunnen worden. Zie pagina 33.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen
3
of Video 17uitgangen, ook wanneer de bron is verbonden met
een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround
Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron).
Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van
een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix'
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden
opgenomen door de analoge audio uitgangen
met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR, van de AVR te verbinden.
Bovendien worden de digitale signalen doorgegeven naar de digitale audio uitgangen
A
.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video signalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn
gekozen door gestuurd naar de opname uitgangen.
Dat betekent dat elk programma waar u naar kijkt
of luistert simpelweg kan worden opgenomen door
recorders aan te sluiten op de uitgangen Tape
Outputs
of Video 1 Outputs
P7
.
3
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op
A
één van de digital audio uitgangen
dan
kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R,
MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk
er aan dat alle digitale signalen worden doorgestuurd naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat
werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het formaat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signalen worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgenomen worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Gebruik
Wanneer de als extra leverbare van
Harman Kardon is aangesloten en een geschikte
®
iPod®is in geplaatst, druk dan
Apple
4
op DMP Functie
ingang te kiezen. Door op DMP
4
Functie
worden ook de AVR afstandsbedieningscodes voor de iPod geactiveerd en kunnen
tevens de bedieningsorganen op de voorzijde
voor de bediening van de iPod worden gebruikt.
Ook kunt u DMP via het frontpaneel als
bron kiezen door herhaaldelijk op Ingangs-
%
keuze
regel van de Display
indicatie
te drukken tot DMP in de bovenste
Ò
licht niet op.
Wanneer The Bridge correct is aangesloten en
een geschikte iPod is geplaatst, geeft de bovenste regel in de Display
CONNECTED. Zodra die aanwijzing verschijnt,
kunt u de iPod met de toetsen op het frontpaneel
bedienen. Zie het functieoverzicht op pagina 5051 voor een overzicht van de toetsen die geprogrammeerd zijn om de iPod te besturen. In het
kort, Reverse Zoeken, Weergave en Vooruit
P
Zoeken
Set
, plus ⁄/¤/‹/›DE
F
kunnen op de gebruikelijke wijze wor-
den gebruikt voor het navigeren van de iPod.
om de iPod als
verschijnt; Ingangs-
Ò
aan DMP/
en
NEDERLANDS
BEDIENING 39
Bediening
Details over de bediening van een iPod met
en een AVR afstandsbediening vindt u
in .
De bedieningsorganen op de voorzijde kunnen
worden gebruikt voor een beperkt aantal functies
van de iPod. Druk op RDS select button
^
voor weergave of pauze van het lopende nummer. Tuner Keuze
)
is voor achteruit zoeken
(linker zijde van de toets) of vooruitzoeken (rechter zijde). Druk op Afstembereik
!
om het
menu van de iPod op te roepen. Druk op Preset
Stations Selector
Set
@
om te kiezen.
#
om te scrollen en op
Instelling Uitgangsniveau
Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 29. In sommige gevallen
echter, is het wenselijk om de weergaveniveaus
aan te passen aan de diverse programma’s waar
u bekend mee bent.Verder kunnen de weergave
niveaus voor de subwoofer en de Stereo functies
alleen maar via deze procedure aangepast
worden.
Om de weergaveniveaus aan programma’s aan
te kunnen passen, dient eerst de surroundfunctie
waarin u de luidsprekers wilt afstellen (zie
opmerking hieronder) gekozen te worden. Start
vervolgens het door u gekozen programma en
stel, met volume
de front luidsprekers links en rechts in.
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuzeCÙ
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
Ò
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
de insteltoetsen
niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET
de volumeregelaar, want dit zal de referentie
instelling wijzigen. Druk op de toets instellen
F@, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen
⁄/¤
D
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om
het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de
display
Ò
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
stellen
F@en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug
naar normaal gebruik.
het referentie niveau voor
waarop
F@en vervolgens gebruikt u
⁄/¤
7
of
D
om het
7
of
om de locatie van zonodig een ander
⁄/¤
7
of
D
of op de in-beeld display verschijnt
Ò
en in beeld verschijnt, op in-
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume
ıop een plezierig
geluidsniveau in. Druk vervolgens op in-beeld
display
L
om in het hoofdmenu MASTER
MENU (Afb.1) te komen. Druk daarna driemaal
¤
op
D
tot de in-beeld cursor ➞ op de regel
MANUAL ADJUST staat. Druk op Set
F
om het MANUAL ADJUST menu te activeren
en gebruik
CHANNEL ADJUST te gaan. Druk op Set
F
⁄/¤
D
om naar de regel
om het CHANNEL ADJUST submenu te
gaan.
Afbeelding 12
Zodra het menu verschijnt wordt het testsignaal
uitgeschakeld. Op die manier kan ook een externe test-CD of ander bronmateriaal als testsignaal
worden gebruikt. Gebruik vervolgens
⁄/¤
D
om de kanalen te kiezen die u wilt corrigeren.
Gebruik bij elk kanaal de
‹/›
E
toetsen
om het uitgangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgenerator, dat het er om gaat alle kanalen op de luisterpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het centrum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de
fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
⁄/¤
D
tot de in-beeld cursor naast
CHANNEL RESET staat en u drukt op
‹/›
E
zodat ON (aan) oplicht. Nadat de
niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om
de gewenste niveau instellingen te maken.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn,
drukt u op
naar de positie
⁄/¤
D
om de cursor ➞ in beeld
BACK T O MASTER MENU
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in
het hoofdmenu andere aanpassingen te maken
op instellen
F
. Indien u geen verdere aanpassingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzonderlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies.
Voor de stereofuncties is de boven omschreven
procedure de enige manier om het uitgangsniveau in te stellen en gelijk te maken aan de
andere functies.
Dimmer
Daar de AVR vaak gebruikt zal worden bij het
bekijken van films of videoprogramma’s en met
gedimd licht, kan het wenselijk zijn de lichtsterkte van de display en de indicaties op de voorzijde
te dimmen zodat zij het kijken niet storen. U kunt
de displays dimmen als aangegeven op pagina
42, of de lichtsterkte direct met de afstandsbediening regelen.
Druk eenvoudig op Dimmer
om het front
tot de helft van de normale sterkte te dimmen;
nogmaals indrukken om de displays uit te schakelen. Denk er aan dat wanneer de displays
gedimd of uitgeschakeld zijn, de blauwe verlich-
2
ting rond Standby/In
verlicht blijft om aan
te geven dat de AVR nog aan staat.
Denk er aan dat alle wijzigingen van de verlichting tijdelijk zijn; de displays keren terug naar
normale sterkte zodra de AVR uit en weer ingeschakeld wordt. Om zonder uitschakelen naar de
normale sterkte terug te keren drukt u zo vaak
op Dimmer
als nodig is om weer de nor-
male sterkte te bereiken.
Naast het dimmen of uitschakelen van de displays kan de display automatisch weer oplichten
zodra een toets op de afstandsbediening of de
voorzijde wordt ingedrukt, om na een vaster
periode weer te doven. U doet dat door de juiste
instellingen te maken op de regel
TIME OUT van het SYSTEM SETUP men,
VFD FADE
als aangegeven op pagina 41.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveiliging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het apparaat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.
40 BEDIENING
Bijzondere functies
De AVR 245 is voorzien van een aantal geavanceerde functies, die het apparaat extra flexibel
maken. Ook al is het niet noodzakelijk om deze
extra’s altijd te gebruiken, toch bieden zij vele
extra keuzemogelijkheden, die u wellicht goed
van pas komen.
Display Dimmer
Bij normaal gebruik blijven de display en de indicaties op de voorzijde op volle sterkte branden.
U kunt ze echter ook dimmen of uitschakelen als
beschreven op pagina 40. Nog een andere optie
is dat de displays alleen ingeschakeld worden
wanneer op een toets op het front of op de
afstandsbediening wordt gedrukt en dan na een
vaste periode weer uitschakelt.
Om de display op het front op de fade functie
te zetten drukt u op OSD
menu in beeld op te roepen. Druk op
NavigatieDom de ➞ cursor op de regel
SYSTEM SETUP staat en druk op Set
om het SYSTEM SETUP (bijzondere functies) te kiezen (afb. 13).
Afbeelding 13
Met SYSTEM SETUP in beeld drukt u op
⁄/¤
NavigatieDzodat de ➞ cursor naar
de regel
VFD FADE TIME OUT gaat.
Vervolgens drukt u op
zodat de tijd wordt ingesteld die de displays
blijven branden wanneer op een toets werd
gedrukt.
Is die tijd ingesteld en het apparaat weer in normaal gebruik teruggekeerd, dan blijven de displays branden gedurende de gekozen tijd telkens
wanneer een toets op het front of op de
afstandsbediening wordt ingedrukt. Daarna
doven de displays langzaam met uitzondering
van de verlichting rond Standby/In
aan herinnert dat de AVR aan staat. Denk er aan
dat de Fade functie niet werkt wanneer de displays geheel uitgeschakeld zijn met de toets
Dimmer als aangegeven op pagina 41.
Wilt u nog andere instellingen maken in het
SYSTEM SETUP menu druk dan op ⁄/
NavigatieDom de ➞ cursor naast het
gewenste item te verplaatsen of naast
TO MASTER MENU om vervolgens op Set
F
te drukken om een correctie in een ander
menu te maken. Bent u gereed met alle instellingen druk dan op OSD
te verlaten.
L
om het hoofd-
‹/›
Navigatie
3
L
om het menusysteem
⁄/¤
F
E
die u er
¤
BACK
Volume bij inschakeling
Net als bij de meeste audio/video receivers, zal
de AVR, zodra deze uitgeschakeld wordt, de
positie van de volumeregelaar onthouden. Om
een standaard instelling te krijgen die altijd als u
het systeem aanzet, wordt geactiveerd, dient u
het menu
ties) aan te passen. Druk op in-beeld display
L
pen. Druk op
naast
Druk op de toets instellen
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
13) te komen.
Zorg ervoor dat de cursor ➞ in beeld naast de
regel standaardinstellingen volume staat.
Zonodig drukt u op
gemarkeerd is. Druk vervolgens op de toets
D
Druk dan één keer op de toets
cursor ➞ (in beeld) naast de regel
VOL SET (instelling standaard volume) staat.
Om het gewenste standaard volume bij het aanzetten van het systeem in te stellen, drukt u
meermaals op
ingedrukt, tot het gewenste volume in de regel
DEFAULT V OL SET (instelling standaard
volume) aangegeven wordt. Merk op dat deze
instelling niet met de reguliere volume knoppen
wordt ingesteld.
Opmerking: omdat de instelling van het volume
bij het aanzetten van het systeem niet hoorbaar is
op het moment dat u de instelling maakt, kan het
verstandig zijn de instelling van het volume tevoren te bepalen. Luister daarvoor naar een willekeurige bron, stel het volume met de reguliere volumeregelaar
volume bereikt is, maakt u een notitie van deze
instelling zodra deze op het onderste derde deel
van de display
verschijnt als negatief nummer, bijv. -25 dB).
Wanneer de aanpassingen worden uitgevoerd,
maak dan gebruik van toetsen
deze instellingen in te voeren. In tegenstelling tot
de andere instellingen in het hoofdmenu, blijft het
standaard ingestelde volume van kracht tot deze in
dit menu uitgeschakeld is.Deze instelling blijft
derhalve behouden, ook nadat het systeem uitgeschakeld is.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
maken, druk dan op
cursor ➞ naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op
instellen
meer te maken, druk dan op in-beeld display
L
SYSTEM SETUP (bijzondere func-
om het MASTER MENU (afb. 1) op te roe-
⁄
D
tot de cursor ➞ in beeld
SYSTEM SETUP staat.
F
om in het menu
⁄/¤
tot de gewenste regel
›
tot het woord ON (aan) in beeld verschijnt.
¤
D
zodat de
DEFAULT
‹/›
E
, of u houdt deze
in. Zodra het door u gewenste
Ò
verschijnt (het typische volume
‹/›
E
om
⁄/¤
D
tot de in beeld
BACK T O MASTER MENU
F
. Zijn er geen andere instellingen
om het menusysteem te verlaten.
Gedeeltelijke in-beeld display
Het gedeeltelijk in-beeld display systeem laat,
zodra het volume, de ingangskeuze, de surroundfunctie of de afgestemde frequentie, of welke
andere configuratie instelling dan ook gewijzigd
is, in één regel in het onderste deel van het beeld
de status zien. Het gedeeltelijk in-beeld display
systeem is handig omdat het via het beeld informatie over alle wijzigingen en instellingen verschaft, welke op het front moeilijk leesbaar zijn.
Het kan echter zijn dat u deze displays soms,
voor bepaalde luistersessies, uit wenst te schakelen. Ook kan de duur dat de informatie in beeld
staat worden aangepast. Beide opties zijn binnen de AVR mogelijk.
Om het gedeeltelijk in-beeld display systeem
uit te schakelen, dient u binnen het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies - Afb.
13) aanpassingen te maken. Om de correctie te
L
D
om
. Druk
L
activeren drukt u op in-beeld display
MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld te
het
krijgen. Druk op
naast de regel
op instellen
SETUP (bijzondere functies) op te roepen.
⁄
D
tot de in-beeld cursor ➞
SYSTEM SETUP staat. Druk
F
om het menu SYSTEM
Overtuig uzelf ervan dat binnen het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies) de
cursor ➞ (in beeld) naast de regel
SEMI OSD
(gedeeltelijk in-beeld standaard instelling) staat.
Druk indien nodig op de toetsen
vervolgens op de toets
OFF (uit) in beeld verschijnt.
›
⁄/¤
zodat het woord
Merk op dat deze instelling slechts tijdelijk is en
alleen actief is tot de instelling gewijzigd wordt
of de AVR uitgeschakeld wordt. Zodra het systeem uitgeschakeld is, zal de gedeeltelijke inbeeld display de voorkeur houden, zelfs indien
dit in de voorgaande luistersessie uitgeschakeld
werd.
Om de tijdsduur dat het gedeeltelijke in-beeld
display in beeld verschijnt te wijzigen, gaat u
naar het menu
te tijd in seconden wordt aangegeven. Merk op
dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere
opties in dit menu, een permanente wijziging
van de instelling is en dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft tot deze gewijzigd wordt.
Deze instelling blijft bestaan, ook als het systeem
uitgeschakeld wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
⁄/¤
D
maken, druk dan op
tot de in beeld
cursor ➞ naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
F
. Zijn er geen andere instellingen meer
len
te maken, druk dan op in-beeld display
om het menusysteem te verlaten.
NEDERLANDS
BIJZONDERE FUNCTIES 41
Bijzondere functies
Aanpassen van de volledige
in-beeld duur (‘time-out’)
Het systeemmenu FULL OSD (volledig inbeeld) wordt gebruikt om het wijzigen van instellingen van de AVR via een aantal in-beeld menu’s
te vereenvoudigen. De door de fabrikant ingestelde standaard instelling laat de menu’s, wanneer gedurende 20 seconden geen activiteit
plaatsvindt verdwijnen. Deze vervaltijd is een
beveiliging om inbranden van de tekst op het
beeldscherm te voorkomen. Desgewenst kan de
duur van het menu in beeld aan de wensen worden aangepast.
Om de vervaltijd van het
FULL OSD (volledig
in-beeld) te wijzigen, gaat u naar het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere functies -
Afb. 13). Om het instellen te starten drukt u
L
op in-beeld display
MENU op te roepen. Druk tweemaal op
om het MASTER
⁄
D
tot de cursor ➞ in beeld op de regel SYSTEM
SETUP staat. Druk op instellen
SYSTEM SETUP (bijzondere functies -
menu
F
om in het
Afb. 13) te komen.
In het menu
SYSTEM SETUP (bijzondere
functies) controleert u dat de cursor u (in beeld)
naast de regel
FULL OSD TIME OUT (volle-
dig in-beeld) staat. Dit kan zonodig met de toet-
⁄/¤
D
sen
‹/›
E
. Druk vervolgens op de toetsen
tot de gewenste tijd in seconden
wordt aangegeven. Merk op dat dit, in tegenstelling tot de meeste andere opties in dit menu, een
permanente wijziging van de instelling betreft en
dat de invoer van de vervaltijd van kracht blijft is
tot deze gewijzigd wordt. Deze instelling blijft
dus ook gelden als het systeem uitgeschakeld
wordt.
Wilt u nog andere instellingen in dit menu
⁄/¤
D
maken, druk dan op
tot de in beeld
cursor ➞ naast de gewenste instelling staat, of
op de regel
BACK T O MASTER MENU
(terug naar hoofdmenu) en druk dan op instel-
F
. Zijn er geen andere instellingen meer te
len
L
maken, druk dan op in-beeld display
om
het menusysteem te verlaten.
Standaard Surround Functie
Bij normaal gebruik zal de AVR zodra een Dolby
Digital of DTS digitaal signaal binnenkomt de
standaard surround functie kiezen en reageren
op de data die op de disc zijn gecodeerd of aan
de digitale video uitzending zijn toegevoegd. In
de meeste gevallen is dit correct, maar u kunt
een andere voorkeur hebben voor een functie bij
Dolby Digital of DTS. De AVR kan zo worden
ingesteld dat deze op de standaard reageert dan
wel de door u gewenste functie inschakelt.
Wilt u de standaard functie kiezen zoals de disc
die aangeeft, dan hoeft u niets te doen. Laat de
standaard fabrieksinstelling op ON (in) staan.
Om de AVR zo in te stellen dat deze bij het
afspelen van een Dolby Digital of DTS bron de
laatstgebruikte surround functie activeert, drukt
⁄/¤
D
u op
DEFAULT SURR MODE (standaard surr
functie) staat. Druk op
zodat de cursor ➞ op de regel
‹/›
E
zodat OFF
(uit) verschijnt en de instelling verandert. Het
apparaat gebruikt nu de laatste functie en niet
de functie die de disc aangeeft voor de beide
digitale datacodes.
De instelling is niet van toepassing op standaard
PCM digitale ingangen of analoge. In die gevallen wordt altijd de laatstegebruikte surround of
processor functie voor die ingang toegepast.
Wilt u nog meer instellingen maken, druk dan
⁄/¤
D
op
RETURN T O MASTERMENU (terug naar
hoofdmenu) staat en druk op Set
tot de cursor ➞ op de regel
F
. Wilt u
geen verdere instellingen maken, druk dan op
L
IN-Beeld Display
om het menu te
verlaten.
In-Beeld Display Achtergrondkleur
Wanneer het volledige in-beeld menusysteem in
gebruik is, verschijnt de standaard display met
een egaal blauwe achtergrond met witte karakters. Desgewenst kunt u kiezen voor een egaal
zwarte achtergrond als standaard. De instelling
kan worden gewijzigd door op OSD
ken en het
Gebruik
SETUP te gaan en druk op Set
SYSTEM SETUP menu te kiezen. Druk weer
op
BACKGROUND te gaan. Zodra BLUE ver-
MASTER MENU op te roepen.
⁄/¤
D
om naar SYSTEM
⁄/¤
D
om naar de regel OSD
schijnt, komen de volledige In-Beeld menu’s in
beeld met een egaal blauwe achtergrond. Druk
‹/›
op
E
tot BLACK verschijnt om
volledige in-beeld menu’s met een egaal zwarte
achtergrond te krijgen.
Deze instelling blijft bewaard ook wanneer de
AVR in standby wordt gezet.
Wilt u nog andere instellingen maken, druk dan
⁄/¤
op
BACK T O MASTER MENU (terug naar
D
tot de in-beeld cursor ➞ naast
hoofdmenu) staat en druk op Set
geen andere instellingen meer maken, druk dan
op OSD
L
om het menusysteem te verlaten.
F
L
L
om het
. Wilt u
te druk-
42 BIJZONDERE FUNCTIES
Meerkamer gebruik
Meerkamer
De AVR is uitgerust om als regeleenheid in een
compleet meerkamersysteem te fungeren, waarbij
een afzonderlijke bron naar een tweede zone in
het huis kan worden gestuurd en naar een andere
in de centrale kamer kan worden geluisterd.
Behalve de besturing van de bronkeuze en het
volume, biedt de AVR een ruime reeks opties voor
het sturen van de luidsprekers in de tweede zone.
• Wanneer de centrale kamer is geconfigureerd
voor 5.1 gebruik, kunnen de Surround Achter
Links/Rechts versterkers worden gebruikt voor
het sturen van de andere zone, zodat geen extra
eindversterkers nodig zijn.
• Daarnaast bezit de AVR een ingang voor een
infrarood afstandsbediening zodat de bevelen
van de afstandsbediening het apparaat kunnen
bereiken terwijl de standaard IR in/uit aansluitingen het mogelijk maken de bevelen van de andere zone naar geschikte IR-bestuurde bronnen te
sturen.
Installatie
Hoewel eenvoudige meerkamersystemen door de
gemiddelde doe-het-zelver te installeren zijn, is
een meerkamer/meerzone systeem doorgaans,
waarbij kabels moeten worden getrokken door
wanden en de diensten van een goede installateur nodig kunnen zijn. Ongeacht wie het werk
doet, vergeet niet rekening te houden met de
plaatselijke voorschriften op dit gebied, zoals de
soort bedrading en de wijze van verwerken.
Uiteindelijk bent u alleen zelf verantwoordelijk
voor de juiste installatie van het meerkamersysteem, overeenkomstig alle relevante codes en
regels.
Voor installaties waarvan de Surround Achter versterkerkanalen gebruikt worden voor een andere
zone is het belangrijk dat het systeem voor dat
type installatie is geconfigureerd. Zie pagina 43.
Meerkamer Opzet
Zodra de audio en IR aansluitingen gerealiseerd
zijn, dient de AVR volgens de volgende procedure
op meerkamersturing ingesteld wordt. Druk op
L
de toets in-beeld display
MASTER MENU (hoofdmenu audio opzet - Afb.
1) in beeld op te roepen. Druk tweemaal op
D
tot de cursor ›op de regel MULTIROOM
SETUP staat. Druk op de toets instellen
om het
⁄
F
om in het menu MULTIROOM SETUP (meerkamer opzet - Afb. 14) te komen.
Afbeelding 14
Zodra het menu MULTI ROOM (meerkamer)
verschijnt, zal de cursor
MULTI ROOM (meerkamer) staan. Omdat deze
› (in beeld) op de regel
regel gebruikt wordt om het systeem aan en uit
te zetten, adviseren wij u om hier geen aanpassingen te maken, tenzij u op dit moment het
systeem uit wenst te schakelen. Om het systeem
›
aan te zetten drukt u op de toetsen
ON (aan) gemarkeerd wordt. Als u echter op dit
zodat
moment het systeem niet aan wenst te zetten of
verder wilt gaan naar de volgende stap, drukt u
⁄¤
D
één keer op de toetsen
› (in beeld) naast de regel MULTI I N (meer-
zodat de cursor
kamer in) staat.
Zodra u in het menu
bent, drukt u op de toetsen
MULTIIN (meerkamer in)
‹/›
E
tot de
gewenste audio/video ingang in beeld staat. Zodra
een keuze is gemaakt, drukt u nog een keer op de
¤
D
toets
regel
Zodra u in de display
volume) ziet staan, drukt u op de toetsen
E
tot de cursor ›(in beeld) naast de
MULTIVOL (meerkamer volume) staat.
MULTIVOL (meerkamer
‹/›
of u houdt deze ingedrukt tot het
gewenste volume bereikt is. Gebruik voor deze
instelling niet de normale volume toetsen!
Zodra alle instellingen voor de meerkamerbesturing
⁄¤
D
ingesteld zijn, drukt u op de toetsen
›
de cursor
MASTERMENU (terug naar hoofdmenu) staat
en druk op instellen
(in beeld) naast de regel BACKT O
F
. Indien u verder geen
tot
andere wijzigingen wilt aanbrengen, drukt u op de
L
toets in-beeld display
om het systeemmenu
te verlaten.
Toewijzen Surround Versterkerkanaal
De AVR is uitgerust met zeven vol vermogen versterkerkanalen voor volledige 7.1-kanaals werking zonder dat daar extra versterkers voor nodig
zijn. In sommige systemen echter wilt u misschien de traditionele 5.1 configuratie gebruiken
voor de centrale kamer, zodat de vrijblijvende
surround achter links/rechts versterkers gebruikt
kunnen worden voor het sturen van een paar
luidsprekers in een andere kamer.
Wilt u de Surround Achter versterkers gebruiken
voor een andere kamer, dan dient een instelling
MULTIROOM SETUP menu veranderd
in het
te worden. Om dat te doen roept u het menusys-
L
teem op door op OSD
MASTER MENU (hoofdmenu) in beeld ver-
het
schijnt (afb. 1). Druk dan op
›
op de regel MULTIROOM staat. Druk op
F
om het MULTIROOM SETUP menu
Set
te drukken, waarop
¤
D
tot de cursor
te kiezen.
Om de instelling zo te veranderen dat de
Surround Achter versterkers worden gestuurd
met de bron die wordt gekozen via het meer-
‹/›
E
kamersysteem, drukt u op
MULTI in negatief video wordt weergegeven
F
en druk dan op Set
.
zodat
Onthoud dat wanneer deze keuze is gemaakt, u
niet langer gebruik kunt maken van de 6.1/7.1
kanaals decoders of bewerkingen en dat de luidsprekers die voor de andere kamer zijn bestemd,
worden aangesloten op de Surround Achter/
O
Meerkamer Luidspreker Uitgangen
. Het
volume voor deze luidsprekers wordt ingesteld
door het meerkamersysteem, als uitgelegd op
pagina 43 in deze handleiding.
Meerkamerbesturing
Het meerkamersysteem van de AVR 245 wordt
geactiveerd via het in-beeld
SETUP menu. Druk op OSD om het hoofdmenu
op te roepen en ga met
MULTI-ROOM. Zie afbeelding 1. Druk op Set
MULTIROOM SETUP menu op te
om het
MULTIROOM
⁄/¤
naar de regel
roepen. Zie afbeelding 14.
Wanneer de AVR wordt bestuurd vanuit een
andere zone waarin een IR link is geïnstalleerd
die is verbonden met Meerkamer IR Ingang
H
op de achterzijde van de AVR, kunt u de
hoofd afstandsbediening gebruiken. Om de
meerkamersturing te activeren drukt u op
Ingangskeuze
456
op de hoofd
afstandsbediening.
5
Druk op AVR keuze
om het apparaat op de
laatst gebruikte bron in te schakelen, of op een
van de andere toetsen om naar een bepaalde
bron te gaan.
NEDERLANDS
BIJZONDERE FUNCTIES/MEERKAMER GEBRUIK 43
Meerkamer gebruik
Zolang als een IR signaal van de andere kamer
de AVR bereikt kunnen zowel de toetsen van de
hoofd afstandsbediening als de Zone II afstandsbediening worden gebruik om het volume te
regelen
andere voorkeurpositie te kiezen
muting in te schakelen
Is de ingang IR meerkamer
bonden met de IR aansluiting van een geschikte
Harman Kardon audiocomponent, zoals een CD,
DVD of cassettedeck, dan kunnen de loopwerkfuncties van deze apparaten eveneens met de
transport toetsen
bedieningen worden bestuurd.
Om het systeem vanuit de andere kamer uit te
schakelen drukt u op de netschakelaar
Vergeet niet dat de AVR in- en uitgeschakeld kan
worden vanuit de andere kamer, ongeacht de status van het systeem in de centrale kamer.
Opmerking: wanneer de tuner als bron voor de
andere kamer wordt gekozen zal elke wijziging
van de frequentie ook de zender veranderen
waar in de centrale kamer naar wordt geluisterd,
als ook daar tuner is gekozen.
, een zender af te stemmen u, een
, of de
.
U
op de AVR ver-
P
op beide afstands-
0
.
Wanneer het apparaat in Standby staat, maar
gereed voor Meerkamer Gebruik, blijft de oplich-
3
tende ring rond Standby/Aan
MULTI O N (meerkamer in) aanwijzing ver-
schijnt in de Onderste Display Regel
ondanks het feit dat het apparaat voor de hoofd
kamer ‘uitgeschakeld’ is.
Het volume wordt ingesteld conform hetzelfde
menu, hoewel het ook kan worden gecorrigeerd
via een extra IR-sensor en de afstandsbediening
in de andere ruimte.
Het meerkamersysteem blijft ingeschakeld, ook
wanneer de AVR in de hoofdkamer op standby
wordt gezet, door op uitschakelen
2
standby
het meerkamersysteem in de hoofdkamer uit te
schakelen, zelfs wanneer de AVR op standby
staat, drukt u op meerkamer
instellen
Display
voudig uit) wordt aangegeven.
op het frontpaneel te drukken. Om
F
. Druk op
Ò
of in beeld MULTI OFF (meer-
⁄/¤
blauw en de
Q
en daarna op
D
zodat de
0
Ò
of op
Zelfs wanneer de AVR uitgeschakeld is (standby)
en het meerkamersysteem is uitgeschakeld, kan
het op elk moment worden geactiveerd door op
Q
Meerkamer
te drukken.
44 MEERKAMER GEBRUIK
Tuner
Gebruik van tuner
De AVR 245 is geschikt voor de ontvangst van
MG, FM en FM stereo zenders plus de ontvangst
van RSD-gegevens. Zenders kunnen met de hand
worden afgestemd, of worden opgeslagen als
voorkeurzenders en weer worden opgeroepen
uit een geheugen met een capaciteit voor
30 posities.
Zenderkeuze
1. Druk op MG/FM keuze
bediening om de tuner als ingang te kiezen, of
door op de voorzijde op ingangskeuze
drukken tot de tuner geactiveerd is, dan wel door
direct op MG/FM keuze
2. Druk nogmaals op MG/FM keuze
de MG/FM keuze
te schakelen, tot het gewenste bereik wordt aangegeven.
3. Druk op tunerfunctie
diening of houd FM/MG keuze
paneel 3 seconden ingedrukt om handafstemming of automatische afstemming te kiezen.
Drukt u op deze toets zodat
play
Ò
verschijnt dan zal door op Afstemmen
8Jte drukken de tuner gaan zoeken naar de
eerstvolgende hoger of lager gelegen zender die
met voldoende signaal binnenkomt. De indicatie
AUTO S T TUNED verschijnt kort wanneer de
tuner stopt bij een stereo FM zender, of een
AUTO TUNED indicatie wanneer een MG of
een FM mono zender is afgestemd. Druk
nogmaals op de afstemtoetsen om naar de
eerstvolgende zender te gaan.
Wordt op de toets gedrukt zodat
de display
frequentie bij elke druk één stap omhoog of
omlaag gaan. Ontvangt de tuner een signaal dat
sterk genoeg is voor goed ontvangst dan verschijnt
4. Ook kan er op zenders afgestemd worden
door eerst op direct
gens met de cijfertoetsen
van de zender in te voeren. Denk er aan dat voor
het invoeren van nummers boven de 100 eerst
de ‘1’ en niet de ‘10’ gekozen moet worden, de
eerste ‘0’ wordt automatisch toegevoegd.
Wanneer het laatste cijfer van de frequentie
ingevoerd is wordt automatisch op de gewenste
zender afgestemd. Mocht u bij het invoeren van
de frequentie een verkeerde toets drukken, druk
dan op wissen
in te voeren.
Ò
verschijnt zal de afgestemde
MANUAL TUNED in de display
6
op de afstands-
%
!
te drukken.
6
!
om tussen MG en FM om
I
op de afstandsbe-
!
op het front-
AUTO in de dis-
MANUAL in
J
te drukken en vervol-
H
de frequentie
om de frequentie opnieuw
te
of op
Ò
.
Opmerking: wanneer de FM-ontvangst van een
stereozender zwak is, wordt de audiokwaliteit
verbeterd door naar mono om te schakelen door
op Tunerfunctie
of op Ontvangstbereik
drukken. Daarop verschijnt kort
display
Ò
Opslaan voorkeurzenders
Er kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
geheugen van de AVR, die gemakkelijk kunnen
worden opgeroepen via de toetsen op het frontpaneel, dan wel via de afstandsbediening. Om
een zender in het geheugen op te slaan, stemt u
eerst op de zender af door de hierboven
beschreven stappen uit te voeren en dan:
1. Druk op Geheugen
bediening. Nu verschijnen twee streepjes in de
display
Ò
2. Binnen vijf seconden kiest u met de cijfertoetsen
opslaan. Het nummer verschijnt in de
Display
3. Herhaal deze procedure voor alle zenders die u
vast wilt leggen.
Oproepen van voorkeurzenders
• Om een eerder in het geheugen vastgelegde
zenders met de hand te kiezen, drukt u op de
cijfertoetsen
gewenste zender in het geheugen.
• Om stap voor stap de zenders in het geheugen
te doorlopen drukt u op voorkeurposities op
de voorzijde, of op voorkeuze hoger/lager
op de afstandsbediening.
I
op de afstandsbediening
!
op de voorzijde te
MANUAL in de
en dooft vervolgens.
op de afstands-
.
H
de positie waarop u de zender wilt
Ò
.
H
overeenkomend met de
#
NEDERLANDS
TUNER 45
Tuner
Wat is RDS
De AVR is uitgerust met RDS (Radio Data
System), dat op FM radio een breed scala aan
informatie biedt. RDS wordt nu in vele landen
gebruikt en is een systeem voor het zenden van
zendernamen of netwerkinformatie, een aanduiding van het programmatype van de zender,
tekstboodschappen of muziekspecificaties en de
juiste tijd.
Aangezien steeds meer FM-zenders met RDS
werken, kan de AVR dienen als een gemakkelijk
te gebruiken bron voor zowel informatie als
amusement. Dit hoofdstuk helpt u het
RDS-systeem maximaal te benutten.
RDS Afstemmen
Wanneer een FM-zender afgestemd is en het signaal bevat RDS-data geeft de AVR automatisch
de naam van de zender of een programmaservice
aan in de display
RDS aanwijzingen
Het RDS-systeem biedt een breed aanbod aan
informatie die als aanvulling op de zendernaam
verschijnt wanneer voor het eerst op de zender
wordt afgestemd. Bij normaal RDS gebruik zal de
display de naam van de zender, zendgemachtigde of de oproepletters aangeven. Door op RDS
functies
schillende soorten informatie schakelen, in deze
volgorde:
• Zendernaam (soms, zoals in Nederland, b.v. de
naam van de omroep).
• Zendfrequentie (FREQ).
• Programmasoort (
overzicht aangegeven.
Opmerkingen:
Veel zenders zenden geen specifieke PTY uit, in
welk geval de display
• Radiotekst (
de zender die uitzendt. Denk er aan dat, indien
de melding langer is dan de 8 posities van de
display, de tekst zal doorlopen. Afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal, kan het tot 30
seconden duren voordat de melding verschijnt.
Zodra RT is gekozen, zal het woord
knipperend in de display verschijnen.
• Juiste tijd. Denk er aan dat het 2 minuten kan
duren voordat de tijd verschijnt. In de tussentijd
zal het woord
wanneer CT (clock time) gekozen is.
De nauwkeurigheid van de tijdmelding wordt
bepaald door de zender, niet door de AVR.
Sommige RDS zenders gebruiken niet alle
functies.Worden gegevens voor de gekozen
functie niet verzonden, dan zal de display
de aanwijzing NO TYPE, N O TEXT, of
NO TIME (geen soort, geen tekst, geen tijd) na
enige tijd laten zien.
Ò
.
^te drukken kunt u door de ver-
PTY) zoals in onderstaand
NONE (geen) aangeeft.
RT) met een specifiek bericht via
TEXT (tekst)
TIME in display knipperen,
Ò
In iedere FM functie heeft RDS een voldoend
sterk signaal nodig om correct te functioneren.
Programmasoort (PTY)
Een belangrijke eigenschap van RDS is de
mogelijkheid programmacodes voor de soort programma’s (PTY – Program Type) mee te zenden.
Deze codes geven het type programma van de
uitzending aan. De onderstaande lijst geeft alle
PTY afkortingen aan, met toelichting:
• (
ALLEEN R DS)
TRAFFIC (verkeer)
•
NEWS: nieuws
•
AFFAIRS: actualiteiten
•
INFO: algemene informatie
•
SPORT: sport
•
EDUCATE: educatief
•
DRAMA: drama
•
CULTURE: cultuur
•
SCIENCE: wetenschap
•
VARIED: gevarieerde praatprogramma’s
•
POP: populaire muziek
•
ROCK: rockmuziek
•
MOR: middle of the Road-muziek
•
LIGHT: licht klassieke muziek
•
CLASSICS: ernstige klassieke muziek
•
OTHER M: andere muziek
•
WEATHER: weerbericht
•
FINANCE: financiële informatie
•
CHILDREN: kinderprogramma’s
•
SOCIAL: sociale zaken
•
RELIGION: religieuze uitzendingen
•
PHONE I N: telefoon talkshows
•
TEST: test
•
TRAVEL: reis- en toeristische informatie
•
LEISURE: hobby en vrije tijd
•
JAZZ: jazz muziek
•
COUNTRY: country muziek
•
NATION: nationale muziek
•
OLDIES: goud van oud
•
FOLK M: volksmuziek
•
DOCUMENT: documentaire
•
TEST: nood test
•
ALARM: noodinformatie
•
Op de volgende wijze kunt u een specifiek
programmatype (PTY) zoeken:
1. Druk op RDS
display
^tot de huidige PTY in de
Ò
aangegeven wordt.
2. Terwijl PTY wordt aangegeven drukt u op
voorkeurposities up/down
#of houdt
deze vast om snel door de beschikbare PTY te
schakelen als hiervoor aangegeven, te beginnen
met de PTY die momenteel wordt ontvangen. Om
te zoeken naar een zender die RDS uitzendt
drukt u op voorkeurposities up/down
#
tot RDS ONLY (alleen RDS) in de display
verschijnt.
3. Druk op een van de toetsen afstemmen
)K; de tuner begint de FM-band naar boven
of beneden te doorzoeken op de eerste zender
die RDS-gegevens uitzendt die overeenkomen
met de gewenste keuze en voldoende sterk is
voor kwaliteitsontvangst.
4.De tuner een complete scan van de gehele FMband en zoekt naar de eerstvolgende zender het
gevraagde PTY type èn een acceptabele ontvangst biedt. Wordt zo’n zender niet gevonden,
verschijnt gedurende enkele seconde de melding
NONE (geen) en keert de tuner terug naar de
zender die gekozen was voordat het zoeken
begon.
Opmerkingen:
Sommige zenders zenden voortdurende verkeersinformatie uit. Deze zenders kunnen gevonden
worden door
een optie onder
TRAFFIC (verkeer) te kiezen,
NEWS (nieuws) in het over-
zicht. De AVR zoekt de eerstvolgende zender, ook
wanneer die geen verkeersinformatie uitzendt
tijdens het zoeken.
46 TUNER
Programmeren afstandsbediening
De AVR 245 is voorzien van een krachtige
afstandsbediening, die niet alleen de functies van
de receiver bedient, maar tevens de meest gangbare merken audio en video apparatuur, inclusief
CD-spelers,TV-systemen, kabelsystemen,VCR’s
(videorecorders) satellietontvangers en andere
thuisbioscoop apparatuur. Zodra de AVR eenmaal
is geprogrammeerd met de codes voor de door u
gebruikte apparatuur, is het mogelijk om de
meeste andere afstandsbedieningen te laten vervallen en te vervangen door slechts één, universele afstandsbediening.
Programmeren Afstandsbediening
met Codes
Af fabriek is de afstandsbediening geprogrammeerd voor alle AVR functies, plus die voor de
meeste Harman Kardon CD-wisselaars, DVD-spelers, CD-spelers en cassettedecks, plus die voor het
navigeren van de Apple iPod. Bovendien kunt u,
door één van de onderstaande methoden te volgen, de afstandsbediening programmeren op een
groot aantal apparaten van andere fabrikanten.
Codes rechtstreeks invoeren
Dit is de gemakkelijkste manier om uw afstandsbediening te programmeren op verschillende
producten:
1. Gebruik de tabellen in de afzonderlijke codelijst om de driecijferige code of codes voor zowel
het type product (b.v. TV, VCR) als voor de merknaam. Vindt u meer dan één nummer is voor een
apparaat, probeer dan de verschillende mogelijkheden.
2. Schakel het apparaat in dat u in de afstandsbediening van de AVR wilt programmeren.
4
3. Druk op Ingangskeuze
apparaat dat moet worden toegevoegd (b.v. VCR,
TV) en houd deze drie seconden vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert laat
u de toetsen los. Begin de volgende stap binnen
20 seconden.
4. Wanneer het apparaat dat u wilt programmeren op afstand in/uit geschakeld kan worden gaat
u als volgt verder:
a. Richt de afstandsbediening van de AVR op het
te programmeren apparaat en voer de eerste
driecijferige code in met de cijfertoetsen
H
. Wanneer het apparaat dat u programmeert nu uitgeschakeld wordt heeft u de juiste
code. Druk nogmaals op de ingangskeuze
4
en zie dat het rode lichtje onder de
ingangskeuze driemaal knippert en dooft als
bevestiging van de invoer.
b.Wordt het apparaat dat u programmeert niet
uitgeschakeld, voer dan een andere driecijferige code in tot het apparaat wel uitschakelt.
Dat is dan de juiste code. Druk weer op
ingangskeuze
4
tie onder de ingangskeuze driemaal knippert
en dooft om de invoer te bevestigen.
voor het type
en zie dat de rode indica-
5. Wanneer het inschakelen van het te programmeren apparaat niet lukt via de afstandsbediening, volg dan onderstaande stappen (max. 20
seconden na stap 3, anders moet eerst stap 3
worden herhaald):
a. Voer de eerste driecijferige code in met de
H
cijfertoetsen
ingangskeuze
en druk weer op de
4
. Druk op een willekeurige
transportfunctie die op afstand kan worden
fl
P
bediend, b.v. pauze of weergave
.
Wanneer het apparaat dat u programmeert nu
werkt is de juiste code ingevoerd.
b.Werkt de functie die werd ingetoetst van het
apparaat niet, herhaal dan de stappen 3 en 5a
hierboven met het volgende driecijferige codenummer in de tabel voor dat merk en type
product, tot het apparaat wel reageert.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening
uit, om er zeker van te zijn dat het product goed
werkt. Bedenk dat vele fabrikanten een aantal
verschillende combinaties gebruiken, het is daarom een goed idee niet alleen te controleren of
het commando voor inschakelen, maar ook of
volume, kanaal en transport naar behoren
werken.Als de functies niet goed werken heeft u
waarschijnlijk een andere code nodig.
7. Wanneer het apparaat op geen enkele ingevoerde code reageert, de gezochte code niet in
de tabellen voorkomt, of niet alle functies correct
werken, probeer dan de afstandsbediening te
programmeren met Automatisch Zoeken.
Opmerking bij gebruik AVR afstandsbediening met een Harman Kardon CD Recorder.
Af fabriek is de afstandsbediening geprogrammeerd voor het bedienen van Harman Kardon CDspelers.Tevens kunnen de meeste functies van de
Harman Kardon CD-recorders (zie functieoverzicht
op pagina 50-51) nadat de code ‘002’ wordt inge-
4
voerd op CD keuze
als eerder beschreven.
Om terug te keren naar de CD speler besturing
dient de code ‘001’ ingevoerd te worden.
Automatisch Zoeken
Wanneer het apparaat dat u in de afstandsbediening van de AVR wilt opnemen niet in de tabellen
voorkomt of deze niet correct lijkt te werken,
kunt u proberen de juiste code te programmeren
met Automatisch Zoeken. Merk op dat de automatische zoekmethode uitsluitend werkt voor
apparaten met een op afstand bediende aan/uitfunctie:
1. Zet het product dat u wilt programmeren op
de afstandsbediening van de AVR aan.
4
2. Druk op Ingangskeuze
voor het type
apparaat dat moet worden toegevoegd (b.v. VCR,
TV) en houd deze drie seconden vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert, laat
u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen
20 seconden uit.
3. Om er achter te komen of de volgende stap
voorgeprogrammeerd is richt u de afstandsbediening van de AVR op het apparaat dat u wilt pro-
grammeren en u drukt op
⁄
D
en houdt deze
vast. Nu wordt elke keer dat de rode indicatie
4
onder ingangskeuze
knippert een reeks
codes uit de ingebouwde database van de afstandsbediening uitgezonden. Zodra het apparaat
dat geprogrammeerd moet worden uitschakelt laat
⁄
D
u toets
los. Denk er aan dat het een paar
minuten kan duren voordat de juiste code is gevonden en het apparaat uitgeschakeld wordt.
⁄
4. Wordt
niet losgelaten zodra het apparaat uitschakelt, dan wordt de juiste code weer ‘overschreven’, doe daarom een test: schakel het apparaat weer in en, terwijl de ingangskeuze
rood oplicht drukt u eenmaal op ⁄D
¤
D
ook eenmaal op
. Schakelt het apparaat nu
4
en dan
uit, dan was de juiste code gevonden, zo niet dan
is deze ‘overschreven’. Om de juiste code terug te
vinden drukt u terwijl de rode indicatie onder
4
ingangskeuze
vasthouden) op
nog brandt meermaals (niet
¤
D
om terug te gaan door de
codes en let goed op de reactie bij elke keer dat u
indrukt. Zodra het apparaat uitgeschakeld wordt
heeft u de juiste code gevonden.
5. Druk weer op de ingangskeuze
4
en merk
op dat de rode indicatie driemaal knippert en dan
dooft ter bevestiging van de invoer.
6. Probeer alle functies op de afstandsbediening
om er zeker van te zijn dat het product werkt.
Vergeet niet dat veel fabrikanten een aantal
verschillende codecombinaties gebruiken, en het
is goed te controleren dat niet alleen de aan-/uit
schakelaar van de voeding werkt, maar ook dat
volume, kanaal en transport goed werken. Als
niet alle functies goed werken, kunt u de automatische zoekmethode gebruiken om een andere
code te zoeken, of om een code direct in te
voeren.
Controleren van codes
Wanneer de code is ingevoerd met de automatische zoekmethode, is het altijd goed om de
exacte code te kennen, zodat deze zonodig later
gemakkelijk opnieuw kan worden ingevoerd.
U kunt ook de codes uitlezen om te controleren
welk apparaat geprogrammeerd is op een
specifieke keuzetoets.
4
1. Druk op Ingangskeuze
apparaat dat moet worden toegevoegd (b.v. VCR,
TV) en houd deze drie seconden vast. Zodra de
2
programma
amber wordt en knippert, laat
u de toetsen los.Voer de volgende stap binnen
20 seconden uit.
2. Druk op instellen
gramma
2
F
knippert groen in een tempo dat
overeenkomt met de driecijferige code, met
steeds één seconde pauze tussen de cijfers.Tel
het aantal knipperingen tussen de pauzes om de
code te achterhalen. Eenmaal knipperen is 1,
tweemaal is 2, enzovoort. Snel achtereen
driemaal knipperen staat voor ‘0’.
Voorbeeld: één maal knippen, gevolgd door een
pauze van één seconde, met daarop zes maal
knipperen, gevolgd door een pauze van één
voor het type
. De indicatie pro-
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 47
Programmeren afstandsbediening
seconde, afgesloten met 4 maal knipperen, geven
de code 164 aan.
Noteer hier voor later gebruik de installatiecodes
van de apparatuur in uw systeem:
DVD ____________ CD ________________
VID1/VCR ________ VID3/TV __________
VID2/CBL/SAT ______________________
TAPE ______________________________
VID4 ______________________________
Programmeren met macro’s
Met macro’s kunt u gemakkelijk veelgebruikte
combinaties van bevelen vastleggen en met één
druk op een knop van de afstandsbediening van
de AVR uitvoeren. Eenmaal geprogrammeerd kan
een macro maximaal 19 verschillende codes van
de afstandsbediening in een vooraf vastgelegde
volgorde uitzenden, om bijvoorbeeld het systeem
in te schakelen, bronnen te veranderen, en andere
veelgebruikte handelingen uit te voeren. De AVR
afstandsbediening kan maximaal vijf verschillende
macro combinaties opslaan, één in combinatie
3
met de netschakelaar
toegankelijk zijn via de toets macro
1. Begin het programmeren door tegelijkertijd op
mute
te drukken en op de macrodie
u wilt programmeren, of op netschakelaar
Merk op dat de laatst gebruikte toets ingangskeuze rood zal oplichten en programma
knippert amber.
2. Voer de stappen voor de macro reeks in door
op de toets voor het bedoelde bevel te drukken.
Hoewel de macro maximaal uit 19 stappen kan
bestaan, telt elke handeling, ook het omschakelen naar een ander apparaat, als een stap
2
Programma
bevestiging elke toetsdruk tijdens het invoeren.
Opmerking: druk voor het invoeren van een
inschakelbevel van een apparaat tijdens het
invoeren van een macro op muting
Druk NIET op inschakelen
• Vergeet niet de juiste ingangskeuze
drukken voordat u naar een ander apparaat
omschakelt. Dat geldt ook voor AVR keuze
zolang deze niet rood oplicht en AVR functies
worden geprogrammeerd.
3. Wanneer alle stappen zij ingevoerd drukt u op
sluimerfunctie
De rode indicatie onder de ingangskeuze
knippert en dooft, waarop Programma
5
2
tweemaal groen knippert als teken dat de
macro geprogrammeerd is.
Voorbeeld: om de Macro 1
grammeren zodat de AVR, TV en een sat-ontvanger worden ingeschakeld, handelt u als volgt:
• Druk tegelijkertijd op macro 1
muting
knippert tweemaal groen ter
9
en laat deze los.
, en vier andere die
.
3
2
.
3
.
4
in te
5
om de bevelen op te slaan.
4
toets te pro-
en op
• Denk er aan dat de programma
zal knipperen.
drukt.
5
om het inschakelen van
om het inschakelen van
45
2
wordt groen, knippert
2
• Druk op AVR keuze
• Druk op muting
de AVR op te slaan.
• Druk op VID 2 ingangskeuze
gende stap – TV inschakelen – in te voeren.
• Druk op mutingom het inschakelen van
de TV op te slaan.
• Druk op VID 3 ingangskeuze
gende stap – SAT-ontvanger inschakelen – in te
voeren.
• Druk op muting
de SAT-ontvanger op te slaan.
• Druk op sluimerfunctie/kanaal hoger
om het proces af te ronden en de macro op te
slaan.
Na deze stappen uitgevoerd te hebben zullen al
deze apparaten worden ingeschakeld zodra u op
Macro 1
Wissen macro’s
Op de volgende wijze kunt u bevelen die in een
macro zijn ondergebracht wissen:
1. Druk tegelijk op muting
macro
zijn opgeslagen.
2. Denk er aan dat Programma
knippert en dat de rode LED onder de laatst
gebruikte ingangskeuze
.
3. Binnen tien seconden drukt u op surround-
functie keuze/kanaal lagerA.
4. De rode LED onder de ingangskeuze dooft
en de programma
driemaal en dooft.
5. Zodra de programma
is gewist.
Geprogrammeerde apparaatfuncties
Wanneer de afstandsbediening van de AVR is
geprogrammeerd op de codes van andere apparaten, drukt u op de juiste ingangskeuze
om de afstandsbediening om te schakelen van
bediening van de AVR naar het andere product.
Drukt u op een van deze toetsen, dan zal deze
kort oplichten, om aan te geven dat de bediening
op een ander apparaat is overgeschakeld.
Bedient u een ander apparaat dan de AVR, hoeven de toetsen niet altijd overeen te komen met
de functie die op de afstandsbediening of toets
staat aangegeven. Sommige opdrachten, zoals de
cijfertoetsen, zijn dezelfde als bij de AVR. Andere
toetsen veranderen van functie en corresponderen
met de secundaire indicatie op de afstandsbediening. Voorbeeld: de sluimer- en surround functietoetsen fungeren ook als programma hoger/lager
toetsen bij de bediening van een TV-toestel,
videorecorder of satellietontvanger.
Soms klopt echter ook de opgedrukte functie niet.
Raadpleeg dan de tabel op pagina 50-51 om te
zien welke functie een toets bedient. Kies in de
tabel eerst het type apparaat dat u bedient (b.v.
waarop de bevelen die u wilt wissen
2
.
4
4
en op de toets
2
op zal lichten.
dooft is de macro
amber
om de vol-
om de vol-
9
amber
4
TV, VCR) en vervolgens kijkt u naar de afbeelding
van de afstandsbediening op pagina 50. Om het
gemakkelijk te maken zijn de toetsen genummerd.
Om er achter te komen welke functie een toets
voor een specifiek apparaat bestuurt, zoekt u het
nummer van de toets in het Functie Overzicht en
dan kijkt u in de kolom naar het apparaat dat u
bestuurt. Bijvoorbeeld, toets nummer 45 is de
‘Direct’ toets voor de AVR, maar is ook de toets
‘favoriet’ bij veel kabel-TV en satellietontvanger
set-top boxen. Toets nummer 31 is de vertraging
voor de AVR, maar open/dicht voor CD-spelers.
Denk er aan dat de nummers die gebruikt worden om de toetsfuncties te beschrijven als hierboven en op pagina 50, bedoeld zijn om aan te
geven hoe een toets een aantal andere nummers
kan besturen, dan die welke in de rest van deze
handleiding gebruikt worden om de toetsfuncties
van de AVR te beschrijven.
Belangrijk bij het gebruik van de afstandsbediening van de AVR met andere apparaten
• Fabrikanten kunnen verschillende codesets
gebruiken voor dezelfde productcategorie.
Daarom is het belangrijk dat u controleert of de
code die u heeft ingevoerd wel op alle functies
werkt. Als blijkt dat niet alle functies werken,
controleer dan of er een andere code is die meer
functies kan besturen.
• Afhankelijk van merk en type is het mogelijk
dat de functies zoals opgesomd in het functie
overzicht, niet overeenstemmen met het juiste
commando voor een functie, terwijl het apparaat
op het commando reageert. In dat geval is het
verstandig de reactie van het apparaat te noteren
op dezelfde regel van de tabel, of een aparte
notitie te maken.
• Wordt een toets ingedrukt op de afstandsbediening van de AVR, dan moet de rode indica-
45
tie onder de ingangskeuze
bedienen product kort knipperen. Knippert het
echter wel voor sommige, maar niet voor alle
functies van een bepaald product, betekent dat
NIET dat er een probleem is met de afstandsbediening, maar dat er geen functie geprogrammeerd is voor de toets die ingedrukt werd.
vóór het te
Volume doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan worden
geprogrammeerd om volume hoger/lager
en mutingvan zowel de TV als de AVR in
combinatie met elk apparaat dat door de afstandsbediening wordt bestuurd. Voorbeeld: daar
de AVR waarschijnlijk wordt gebruikt als het
geluidssysteem bij TV-kijken, kan het handig zijn
het volume van de AVR te regelen, hoewel de
afstandsbediening is omgeschakeld op de TV.
Zowel de volumeregeling van de AVR als van de
TV kan gecombineerd worden met elk van de op
afstand bestuurde apparaten.
48 PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING
Programmeren afstandsbediening
Om de afstandsbediening van de volumeregelaar door te schakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Ingangskeuze
raat dat u wilt koppelen aan de volumeregelaar
en houd deze vast tot het rode lichtje onder
Ingangskeuze
indicatie Programma
2. Druk op volume hoger
programma
3. Druk op AVR keuze
keuze
ling u wilt koppelen aan het doorschakelen. De
programma
dooft als bevestiging van de invoer.
Voorbeeld: om de volumeregelaar van de AVR
te activeren ondanks het feit dat deze geschakeld is op de TV, drukt u eerst tegelijk op
Video/TV
drukt u op Volume hoger
AVR keuze
Opmerking: wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke configuratie van de afstandsbediening na een doorschakeling van het volume
geprogrammeerd te hebben, herhaalt u deze
stappen. U dient echter dezelfde ingangskeuze
te gebruiken in de stappen één en drie.
4
2
4
, afhankelijk van welke volumerege-
2
en muting. Vervolgens
5
.
4
voor het appa-
oplicht en merk op dat de
2
amber knippert.
en merk op dat
stopt amber te knipperen.
5
of op ingangs-
knippert driemaal groen en
, gevolgd door
Kanaalkeuze doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan geprogrammeerd worden zodat de kanaalfunctie van
de toetsen sluimer
voor TV, kabel of satelliet gebruikt kan worden in
combinatie met één van de andere apparaten
die op afstand worden bestuurd. Voorbeeld: bij
het besturen van de VCR wilt u wellicht een
ander kanaal kiezen op de kabel- of satellietaansluiting zonder eerst van de afstandsbediening van het andere apparaat te hoeven terugschakelen naar bediening van de AVR. Om de
afstandsbediening te programmeren op doorschakeling van de kanaalkeuze, volgt u deze
stappen:
1. Druk op Ingangskeuze
raat waarvan u de kanaalindeling wilt koppelen
en houd deze vast tot het rode lichtje onder
Ingangskeuze
indicatie Programma
2. Druk op volume lager
programma
3. Druk op AVR keuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppelen aan het doorschakelen. De programma
knippert driemaal groen en dooft als bevestiging
van de invoer.
9
en surround
4
voor het appa-
4
oplicht en merk op dat de
2
amber knippert.
en merk op dat
2
stopt amber te knipperen.
5
of op ingangskeuze
A
2
Voorbeeld: om de kanalen van de TV te veranderen terwijl de afstandsbediening op de VCR is
geschakeld, drukt u eerst tegelijk op VID 1/VCR
ingangskeuze
de toetsen los en druk op volume lager
gevolgd door VID 2/TV ingangskeuze
Opmerking: om de doorschakeling van de
kanaalkeuze te verwijderen en de oorspronkelijke configuratie weer te kunnen gebruiken,
herhaalt u de stappen hierboven. Druk echter op
dezelfde ingangskeuze in de stappen één en
drie.
4
en op muting. Laat
4
,
.
Transport doorschakelen
De afstandsbediening van de AVR kan geprogrammeerd worden zodat de transportfuncties
P
(weergave, stop, snel vooruit, snel achteruit,
pauze en opname) van een VCR, DVD of CD in
samenhang met de andere functies zullen werken met een van de andere apparaten die door
de afstandsbediening worden bestuurd. Voorbeeld: bij gebruik en bediening van de TV kunt u
de VCR of DVD willen starten of stoppen, zonder
het apparaat dat voor de afstandsbediening van
de AVR is gekozen te moeten veranderen. Om de
afstandsbediening te programmeren op transport doorschakelen gaat u als volgt te werk:
1. Druk op Ingangskeuze
waarvan u de kanaalindeling wilt koppelen en
houd deze vast tot het rode lichtje onder
Ingangskeuze
indicatie Programma
2. Druk op weergave
stopt amber te knipperen.
3. Druk op AVR keuze
4
, afhankelijk van welk apparaat u wilt koppelen aan het doorschakelen. De programma
knippert driemaal groen en dooft als bevestiging
van de invoer.
Voorbeeld: om het transport van een CD-speler
te besturen terwijl de afstandsbediening op de
TV is geschakeld, drukt u tegelijk op VID 2/TV
ingangskeuze
Vervolgens laat u ze los en u drukt op weergave
P
, gevolgd door de CD ingangskeuze4.
Opmerking: om de transport doorschakeling te
verwijderen en naar de oorspronkelijke configuratie terug te keren, herhaalt u de stappen
hierboven. Druk echter op VID 2/TV ingangs-
keuze in stap 1 en 3.
Opmerking: voordat u de afstandsbediening
voor volume, kanaal of transport programmeert,
eerst controleren of de programmering nodig
voor de specifieke TV, CD, DVD, kabel- of
satellietontvangers is uitgevoerd.
4
4
voor het apparaat
oplicht en merk op dat de
2
amber knippert.
P
. De programma
5
of op ingangskeuze
4
en op muting.
2
2
Resetten van het geheugen van
de afstandsbediening
Bij het toevoegen van componenten aan een
home theater systeem, zult u soms de afstandsbediening geheel opnieuw willen programmeren
om verwarring van bevelen, macro’s of doorschakelingen die u heeft gemaakt te voorkomen.
U doet dat door de afstandsbediening in de oorspronkelijke fabrieksinstelling terug te zetten.
Denk er wel aan dat daarmee alle bevelen
worden gewist en alles opnieuw moet worden
ingevoerd. Ga als volgt te werk:
1. Druk tegelijk op een willekeurige ingangs-
keuze
4
en op ‘0’Htot de programma
indicatie
2. Druk driemaal op ‘3’.
3. De rode LED onder de ingangskeuze
dooft en de programma2stopt met knipperen en wordt groen.
4. De programma
afstandsbediening is gereset. Denk er aan dat
dit even kan duren, afhankelijk van het aantal
bevelen dat in de afstandsbediening zijn opgeslagen en gewist moeten worden.
5. Wanneer de programma
afstandsbediening teruggezet in de fabrieksinstelling.
2
amber knippert.
2
blijft groen tot de
2
4
dooft is de
NEDERLANDS
PROGRAMMEREN AFSTANDSBEDIENING 49
Functie overzicht
No.ToetsAVR FunctieDVDCD/CD-RTape
1InschakelenInschakelenInschakelenInschakelenInschakelen
2UitschakelenUitschakelenUitschakelenUitschakelenUitschakelen
3MuteGeluid UitGeluid UitGeluid UitGeluid Uit
4AVRAVRAVRAVRAVR
5DVD/DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
1InschakelenInschakelenInschakelenInschakelenInschakelenInschakelen
2UitschakelenUitschakelenUitschakelenUitschakelenUitschakelenUitschakelen
3MuteGeluid UitGeluid UitGeluid UitGeluid UitGeluid UitGeluid Uit
4AVRAVRAVRAVRAVRAVRAVRAVR
5DVDDVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang DVD Ingang
CDCD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang CD Ingang
Apparaat werkt niet wanneer de • Geen netspanning• Controleer lichtnetaansluiting
netschakelaar1wordt ingedrukt• Controleer of er spanning op het stopcontact staat
Display licht op maar geen • Onderbroken ingangssignaal• Controleer alle aansluitingen
geluid en geen beeld• Muting ingeschakeld• Druk op muting
• Volume is geheel teruggedraaid• Draai het volume omhoog
Geen enkele luidspreker werkt;• Versterker beveiliging actief, kortsluiting• Controleer luidsprekerverbindingen op kortsluiting
lichtnetindicatie rood• Versterker beveiliging actief, intern probleem• Neem contact op met uw leverancier
Geen geluid van de surround of • Verkeerde surround functie• Kies een andere functie dan stereo
centrum luidsprekers• Monosignaal• Er is geen surround informatie bij mono bronnen
(uitgezonderd de Theater en Hall surround functies).
• Verkeerd geconfigureerd• Controleer de luidsprekerconfiguratie.
• Stereo of mono signaal• Sommige surround functies creëren geen achter
kanaal informatie van niet-gecodeerde programma’s.
Apparaat reageert niet op • Zwakke batterijen in afstandsbediening• Vervang batterijen
de afstandsbediening• Verkeerde apparaat gekozen• Druk op AVR
• Sensor afstandsbediening Úgeblokkeerd • Controleer of de sensor op de voorzijde niet wordt afgedekt
door een voorwerp of meubel
5
Intermitterende brom in de tuner• Lokale interferentie• Verplaats het apparaat of de antenne, uit de buurt van
Indicatie in kanaalaanduiding • Digitale audiosignaal pauzeert• Hervat weergave DVD
knippert
$
display en audio stopt• Controleer of een digitaal signaal naar de ingang
Processor resetten
In het zeldzame geval dat de werking van het
apparaat en/of de display niet normaal lijkt kan
de oorzaak liggen in een foutieve werking van
het geheugen of de microprocessor.
Om dat te corrigeren neemt u de stekker van het
apparaat uit het stopcontact en wacht minimaal
drie minuten voordat u deze weer in het stopcontact steekt. Controleer nu de werking van het
apparaat. Werkt het nog steeds niet goed, dan
kan een reset noodzakelijk zijn.
Daarmee wordt het gehele systeemgeheugen van
de AVR inclusief alle instellingen van de tuner,
uitgangsniveaus (componentenniveaus) en de
gegevens voor luidsprekercombinaties,
verwijderd. Zet eerst het systeem aan met
standby
Druk dan op Klankregeling in/uit
deze drie seconden vast.
Het apparaat schakelt automatisch in. Denk er
aan dat u op deze manier het geheugen heeft
gewist en dat alle systeem configuraties,
instellingen en zenders opnieuw moeten worden
ingesteld.
2
.
computers,TL-buizen, motoren of andere elektrische
apparaten
wordt gestuurd
Opmerking: het resetten van de processor zal
alle instellingen die u heeft gemaakt wissen:
uitgangsniveaus van de luidsprekers, de uitgangsniveaus, surroundfuncties, toewijzing van
de digitale ingangen en de opgeslagen radiozenders. Na het resetten keert het apparaat terug
8
en houd
in de fabrieksinstelling en moeten alle
instellingen opnieuw worden gemaakt.
Functioneert het systeem nu nog steeds niet
goed, dan kan een elektrische ontlading er
verantwoordelijk voor zijn dat de processor en/of
het geheugen is vernield.
Raadpleeg in dat geval de Harman Kardon
technische dienst.
52 PROBLEMEN
Technische gegevens
Audio gedeelte
Stereo
Continu nominaal vermogen (FTC)
65 watt per kanaal, 20 Hz – 20 kHz,
@ <0,07% THD, beide kanalen uitgestuurd in 8 ohm
7 kanaals surroundfuncties
Vermogen per kanaal
Front L&R kanalen:
50 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Centrum kanaal:
50 watt, @ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Surround (L & R Zijkant, Achter) kanalen:
50 watt per kanaal,
@ <0,07% THD, 20 Hz – 20 kHz in 8 ohm
Ingangsgevoeligheid/impedantie
Lineair (lijnniveau)200 mV/47 kohm
Signaal/ruis-afstand (IHF-A)100 dB
Surround overspraak
Analoge opname40 dB
(Pro Logic, enz.)
Dolby Digital (AC-3) 55 dB
DTS55 dB
Frequentiebereik
@ 1W (+0 dB, -3 dB) 10 Hz – 130 kHz
High Instantaneous
Current Capability (HCC)+ 35 Amp.
Transiënt Intermodulatie
Vervorming (TIM)Onmeetbaar
Stijgtijd16 µsec
Slew rate40 V/µsec**
FM tuner
Afstembereik87,5 – 108 MHz
Bruikbare gevoeligheidIHF 1,3 µV / 13,2 dBf
Signaal/ruis-afstandMono/stereo: 70/68 dB (DIN)
VervormingMono/stereo: 0,2/0,3%
Stereo kanaalscheiding40 dB @ 1 kHz
Selectiviteit±400 kHz: 70 dB
Spiegelonderdrukking80 dB
MF onderdrukking90 dB
MG tuner
Afstembereik522 – 1620 kHz
Signaal/ruis-afstand45 dB
Bruikbare gevoeligheidkamerantenne: 500 µV
Vervorming1 kHz, 50% mod.: 0,8%
Selectiviteit±10 kHz: 30 dB
Video Frequentiebereik
(Composiet en S-Video)10Hz–8MHz (–3dB)
Video Frequentiebereik
(Component)10Hz–100MHz (–3dB)
Algemeen
LichnetspanningAC 220 – 240 V / 50 Hz
Opgenomen vermogen65 W rust, 540 W maximum
(7 kanalen uitgestuurd)
Afmetingen (max)
Breedte 440 mm
Hoogte 165 mm
Diepte382 mm
Gewicht 13,6 kg
NEDERLANDS
Diepte inclusief knoppen, toetsen en aansluitingen.
Hoogte inclusief voetjes en chassis.
Alle technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Harman Kardon, The Bridge en Logic 7 zijn geregistreerde handelsmerken van
Harman International Industries, Incorporated.
is een handelsmerk van Harman International Industries, Inc.
***De standaard video-ingang voor deze bron is ofwel de composiet dan wel de S-video ingang, gekoppeld aan de bron. Het signaal wordt omgezet naar component video en is beschikbaar
aan de Component Video Monitor Uitgangen voor gebruik met een geschikt beeldscherm, maar wordt niet opgewaardeerd.
†
De aangegeven instelling is de aanbevolen surround functie voor PCM en Analoge audiobronnen.
LuidsprekerpositieAfstand Luisprekers tot LuisterpositieInstelling Vertraging
Front Links3 meter
Center3 meter
Front Rechts3 meter
Surround Rechts3 meter
Surround Links3 meter
Subwoofer3 meter
A/V Sync Vertraging0 ms
54 BIJLAGE
Bijlage - Werkblad instellingen
Tabel A4 – Instellingen Ingangen
BronDVDHDMI 1 HDMI 2Video 1 Video 2Video 3 Video 4 The Bridge/DMPCDTapeTuner6-/8 Kanalen
Titel
Video Ingang
Component Video In
Audio InThe Bridge/DMPTuner6-Kanalen
Auto Schakelen---------
Surround Functie
+
Tabel A5 – Luidspreker/Kanalen Instellingen
BronDVDHDMI 1 HDMI 2Video 1 Video 2Video 3 Video 4 The Bridge/DMPCDTapeTuner6-/8 Kanalen
Bass Manager:
Global /Onafhankelijkn.v.t.
Links/Rechts Luidspreker Grootten.v.t.
Center Luidspreker Grootten.v.t.
Surround Luidspreker Grootten.v.t.
Subwoofern.v.t.
Links/Rechts Luidspreker Wisselfilter
Center Luidspreker Wisselfilter
Surround Luidspreker Wisselfilter
Subwoofer Wisselfiltern.v.t.
Links/Rechts Niveau
Center Niveau
Surround Niveau
Subwoofer Niveau
††
De 6/8-kanalen ingang is een ‘directe’ ingang wat wil zeggen dat de signalen direct naar de volumeregelaar gaan zonder bass management bewerking. Op die manier zijn de luidspreker
grootten altijd breedband en is het niet mogelijk de grootte of het wisselfilter in te stellen.
†††
Opmerking: de kanaalniveaus variëren afhankelijk van surround functie en minder van het type bron.
†††
†††
†††
†††
Int. Tuner
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
††
NEDERLANDS
Tabel A6 – Codes Afstandsbediening
BronProduct Type (aankruisen of invullen)Code Afstandsbediening
Video 1VCR, PVR
Video 2Kabel, Satelliet
Video 3TV
Video 4
DVDDVD
CDCD, CDR
TapeCassette
HDMI 1
HDMI 2