quatix™ Snelstartgids
April 2013 190-01594-55_0B Gedrukt in Taiwan
quatix Snelstartgids
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Aan de slag
Voer deze taken uit om het toestel in te stellen en de
basisfuncties te leren kennen.
Laad het toestel op (pagina 2).
1
Ontdek profielen en sensorgegevens (pagina 2).
2
Zoek satellieten en registreer uw spoor (pagina 3).
3
Markeer een waypoint en navigeer er naartoe (pagina 3).
4
Ontdek toepassingen (pagina 3).
5
Stream gegevens vanaf uw NMEA 2000® netwerk
6
(pagina 4).
Registreer het toestel (pagina 5).
7
Download de gebruikershandleiding (pagina 5).
8
Knoppen
À
Á
Â
Ã
Blauwe
Ä
knop
Het toestel opladen
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan droog te maken alvorens het toestel
op te laden of op een computer aan te sluiten.
Het toestel wordt van stroom voorzien met een ingebouwde
lithium-ionbatterij die u kunt opladen via een standaard
stopcontact of een USB-poort op uw computer.
Steek het USB-uiteinde van de kabel in de netadapter of in
1
de USB-poort van een computer.
Steek de netadapter in een stopcontact.
2
Breng de uitsparing aan de linkerzijde van het toestel op één
3
lijn met de linkerzijde van de batterijlader À.
Selecteren om de schermverlichting in of uit te
schakelen. Ingedrukt houden om het toestel in of uit te
schakelen.
Selecteren om door de gegevenspagina's, opties en
instellingen te bladeren.
Selecteren om door de gegevenspagina's, opties en
instellingen te bladeren.
Selecteren om terug te keren naar het vorige scherm.
Ingedrukt houden om de statuspagina weer te geven.
Selecteren om het menu voor het huidige scherm te
openen. Selecteren om een optie te kiezen of een
bericht te bevestigen. Ingedrukt houden om een
waypoint te markeren.
KENNISGEVING
Breng de contactpunten aan de achterzijde van het toestel
4
op één lijn met de scharnierkant van de lader Á.
Als u het toestel op een voedingsbron aansluit, wordt het
toestel ingeschakeld.
Laad het toestel volledig op.
5
Profielen
Een profiel is een verzameling instellingen waarmee u het
gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Als u het
toestel voor een zeilboot gebruikt, zijn de instellingen en
weergaven bijvoorbeeld anders dan wanneer u het gebruikt
voor een motorboot.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals
gegevensvelden of maateenheden wijzigt, worden de
wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.
Profielen wijzigen
Als u van activiteiten verandert, kunt u snel de instellingen van
uw toestel aanpassen aan de nieuwe activiteit door het profiel te
wijzigen.
Selecteer de blauwe knop.
1
Selecteer Profielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Het profiel dat u hebt geselecteerd is nu het actieve profiel. Alle
wijzigingen die u aanbrengt, worden opgeslagen in het actieve
profiel.
Gegevenspagina's bekijken
Aanpasbare gegevenspagina's geven u snel toegang tot actuele
gegevens voor het kompas, de barometer en de
temperatuursensors. Als u start met tracking of navigeren,
verschijnen er extra gegevenspagina's.
Gegevenspagina's tonen ook gegevens die worden gestreamd
vanaf uw NMEA 2000-netwerk via een Garmin® GNT™.
Selecteer op de pagina Tijd of om de gegevenspagina's
te doorlopen.
OPMERKING: Sensorgegevens worden niet vastgelegd op
het toestel.
Gegevenspagina's
Tijd, kompas, barometer en temperatuur worden standaard
getoond op alle gegevenspagina's. Indeling en presentatie van
andere gegevenspagina's zijn afhankelijk van de volgende
omstandigheden.
• Het actieve profiel
• Of u tracking of navigatie gebruikt, of alleen sensorgegevens
raadpleegt
• Of u NMEA 2000-gegevens streamt via een Garmin GNT
De gegevensvelden op iedere pagina kunnen worden
aangepast. Sommige gegevensvelden zijn alleen beschikbaar
tijdens het streamen van NMEA 2000-gegevens.
2