Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft
en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te
kunnen raadplegen.
Bedoeld publiek
Erkende installateurs + eindgebruikers
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of
opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op
boerderijen, of voor commercieel gebruik door nietdeskundigen.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4
EWAQ016~064CAW + EWYQ016~064CAW
Compacte luchtgekoelde water-chiller
4P489435-1B – 2017.10
2 Over de doos
1×8×
adec
1×
b
1×1×
fg
h
2×1×
i
1×1×/2×
RC
RT1M1RT2M2RT3
M3
FC1FC2FC3
abce
ef
i
ff
g
d
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
▪ Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing buitenunit:
▪ Instructies voor installatie en gebruik
▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,…
▪ Gedetailleerde stap per stap instructies en
achtergrondinformatie voor basis- en gevorderd gebruik
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Voor de installateur
2Over de doos
2.1Buitenunit
2.1.1Accessoires van de buitenunit
verwijderen
Controleer of alle accessoires in de unit zitten.
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin-extranet (authenticatie vereist).
De units zijn verkrijgbaar in 7 standaardversies met een nominale
capaciteit van 16,8 tot 63 kW. Alle maten zijn verkrijgbaar als unit
voor alleen koelen (EWAQ) en als unit met warmtepomp (EWYQ:
koelen/verwarmen).
De unit is ontworpen om te verwarmen bij een
omgevingstemperatuur van –15°C tot 35°C en te koelen bij een
omgevingstemperatuur van –15°C tot 43°C.
De hoofdcomponenten zijn de compressor, de luchtwarmtewisselaar
en de waterwarmtewisselaar.
De compressor zorgt ervoor dat het koelmiddel in de
warmtewisselaars stroomt.
▪ In de koelstand brengt het koelmiddel de warmte van de
waterwarmtewisselaar naar de luchtwarmtewisselaar waar deze
warmte in de lucht wordt afgevoerd.
▪ In de verwarmstand brengt het koelmiddel de warmte van de
luchtwarmtewisselaar naar de waterwarmtewisselaar waar deze
warmte aan het water wordt afgegeven.
a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
b Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing (paneel 3)
c Afstandsbediening (paneel 3)
d Handgreep hoofdschakelaar (paneel 1)
e Kabelbinders (paneel 3)
f Afsluiters (paneel 3)
g Schroefdraadaansluiting (paneel 3) (1× voor EWAQ
h Filter (paneel 3)
i Bocht (paneel 3)
3Over de units en opties
3.1Over de buitenunit
Deze montagehandleiding heeft betrekking op de compacte
luchtgekoelde water-chiller. De unit is bestemd voor installatie
buitenshuis en kan voor airconditioning worden gecombineerd met
ventilator-convectoren of kan worden gebruikt voor het leveren van
water voor toepassingen van proceskoeling.
a Buitenunit
b Platenwarmtewisselaar
c Expansievat
d Pomp
e Afsluiter
f Gemotoriseerde klep
g Omloopklep
FC1…3 Ventilator-convector (lokaal te voorzien)
RC Afstandsbediening
RT1…3 Kamerthermostaat
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5
4 Voorbereiding
a
b
a
c
d
b
4Voorbereiding
4.1De installatieplaats voorbereiden
4.1.1Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
Houd rekening met de richtlijnen inzake de benodigde ruimte. Zie
het hoofdstuk "Technische gegevens".
VOORZICHTIG
Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor
commerciële als kleinindustriële toepassingen.
VOORZICHTIG
Toestel NIET toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze unit is geschikt voor installatie in een commerciële en
in licht industriële omgevingen.
4.2De waterleidingen voorbereiden
4.2.1Vereisten voor de watercircuits
▪ Waterdebiet. U kunt het vereiste minimum waterdebiet in de
volgende tabel vinden. Dit debiet moet in alle omstandigheden
worden verzekerd. Als het debiet kleiner is, wordt de unit
stilgelegd en verschijnt foutmelding
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -
temperatuur. Controleer of alle componenten in de lokale
leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en watertemperatuur.
▪ Aftappen – Lage punten. Voorzie aftappunten op alle lage
punten van de installatie om het watercircuit volledig te kunnen
aflaten.
▪ Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen
metalen leidingen gebruikt worden, isoleer dan elke koperen
leiding goed van elke niet-koperen leiding, zodat ze NIET met
elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie te
vermijden.
▪ Afsluiters. Bij de unit worden twee afsluiters geleverd. Zie de
volgende afbeelding voor de installatie ervan.
op het scherm.
OPMERKING
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, zorg ervoor
dat deze zuurstofdiffusiedicht zijn overeenkomstig
DIN4726. De diffusie van zuurstof naar de leidingen kan
overmatige corrosie veroorzaken.
▪ De leidingen aansluiten – Wetgeving.Maak alle
leidingaansluitingen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving
en de aanwijzingen in hoofdstuk “Installatie” en houd hierbij
rekening met de waterinlaat en -uitlaat.
▪ De leidingen aansluiten – Kracht. Oefen GEEN overdreven
kracht uit wanneer u de leidingen aansluit. Vervormde leidingen
kunnen storingen in de unit veroorzaken.
▪ De leidingen aansluiten – Gereedschappen. Gebruik alleen
gereedschap dat voor koper geschikt is, aangezien koper een
zacht materiaal is. ANDERS kunnen buizen beschadigd worden.
▪ De leidingen aansluiten – Lucht, vochtigheid, stof. Als lucht,
vocht of stof in het circuit terechtkomt, kunnen storingen ontstaan.
Om dit te voorkomen:
▪ gebruik alleen schone buizen;
▪ houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen;
▪ dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kan
indringen;
▪ gebruik een goed draadafdichtmiddel om verbindingen
waterdicht te maken.
OPMERKING
Indien er glycol in het systeem aanwezig is, zorg ervoor
dat het gebruikte schroefdraadafdichtmiddel tegen glycol
bestand is.
▪ Gesloten circuit. Gebruik de buitenunit ALLEEN in een gesloten
waterinstallatie. Het systeem in een open waterinstallatie
gebruiken zou overmatige corrosie als gevolg hebben.
a Adapter (op de inlaat alleen bij EWAQ+EWYQ040~064)
b Afsluiter
c Bocht
d Filter
OPMERKING
Breng het filter aan op de bocht voordat u deze laatste
installeert.
OPMERKING
Als bij de installatie geen bocht wordt gebruikt, gebruik dan
een verlengstuk (5 cm lang voor een 1¼" filter, en 6cm
lang voor een 2"filter) om ervoor te zorgen dat het filter
goed kan worden gereinigd.
OPMERKING
Installeer het filter juist. Als het niet of verkeerd wordt
geïnstalleerd, loopt de platenwarmtewisselaar permanente
schade op.
▪ Aftapkranen. Alle lage punten van het systeem moeten worden
voorzien van aftapkranen om het circuit volledig te kunnen laten
leeglopen. Er is een aftapkraan voorzien in de unit.
▪ Ontluchters. Voorzie ontluchters op alle hoge punten van de
installatie; deze moeten voor onderhoud gemakkelijk bereikbaar
zijn. In de unit is een automatische ontluchtingsklep voorzien.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6
EWAQ016~064CAW + EWYQ016~064CAW
Compacte luchtgekoelde water-chiller
4P489435-1B – 2017.10
4 Voorbereiding
Controleer of deze ontluchtingsklep NIET te hard is vastgedraaid
zodat automatische ontluchting van het watercircuit mogelijk blijft.
Zie lokale instelling [E‑04] in "6.2.9 Lokale instellingen op de
afstandsbediening"op pagina17.
WAARSCHUWING
▪ Voor een goede werking van het systeem moet een
regelklep in het watersysteem worden geïnstalleerd. De
regelklep regelt de waterdoorstroming in het systeem
(lokaal te voorzien).
▪ Een debiet buiten de curven selecteren kan een storing
veroorzaken of de unit beschadigen. Zie ook de
Technische specificaties.
▪ De maximum waterleidingtemperatuur is 50°C volgens de
instelling van het veiligheidssysteem.
▪ Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met het water van het
systeem en met de materialen van de unit. (De buisfittings van de
unit zijn in messing, de platenwarmtewisselaars zijn in roestvrij
staal 316, de platen zijn onderling gelast met koper en de kast van
de optionele pomp is in gietijzer).
▪ Selecteer de leidingdiameter op basis van het vereiste
waterdebiet en de beschikbare externe statische druk (ESP) van
de pomp. Zie de volgende tabel voor de aanbevolen diameter van
de waterleidingen.
CapaciteitsklasseDiameter waterleiding
016~0321-1/4"
040~0642"
OPMERKING
Het is ten zeerste aangewezen om een bijkomend filter op
het watercircuit te monteren. Om daarbij stukjes metaal
afkomstig uit de lokale waterleidingen te verwijderen, wordt
geadviseerd een magneet- of cycloonfilter te gebruiken om
fijne deeltjes te verwijderen. Kleine deeltjes kunnen de unit
beschadigen en worden niet door het standaardfilter van
de unit verwijderd.
▪ Waterdruk. Zorg dat de onderdelen in de lokale leidingen bestand
zijn tegen de waterdruk (maximum 3 bar + statische druk van de
pomp).
4.2.2Formule om de voordruk van het
expansievat te berekenen
De voordruk (Pg) van het expansievat hangt af van het
hoogteverschil (H) van de installatie:
Pg=0,3+(H/10) (bar)
4.2.3Controle van het watervolume en de
voordruk in het expansievat
De binnenunit heeft een expansievat van 12liter met een standaard
voordruk van 1bar.
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
voor meer informatie.
Om zeker te zijn dat de unit naar behoren werkt:
▪ controleer het minimum en het maximum watervolume.
▪ U moet mogelijk de voordruk van het expansievat aanpassen.
Minimum watervolume
Model alleen koelenMinimum totaal watervolume
(l)
016~03233
040~06466
Model met warmtepompMinimum totaal watervolume
(l)
016~02576
032110
040+050152
064220
INFORMATIE
Voor kritieke processen of in kamers met een grote
warmtebelasting kan extra watervolume vereist zijn.
INFORMATIE
Het temperatuurstapverschil kan worden gewijzigd met de
instellingen [A‑02] en [F‑00]. Dit heeft gevolgen voor het
minimum watervolume dat vereist is wanneer de unit in de
koelstand draait.
Standaard staat de unit ingesteld op een
watertemperatuurverschil van 3,5 K, waardoor het kan
werken met het in de vorige tabel aangegeven
minimumvolume. Maar als een kleiner temperatuurverschil
is ingesteld, zoals bij toepassingen voor proceskoeling
waar temperatuurschommelingen moeten worden
vermeden, is een groter minimum watervolume vereist.
Om bij een wijziging van de waarden van de instelling
[F‑00] (koelstand) de goede werking van de unit te
verzekeren, moet het minimum watervolume worden
aangepast. Als dit volume groter is dan het in de unit
toegestane bereik, moet in de lokale leidingen een
bijkomend expansievat of een buffertank worden
geïnstalleerd.
Voorbeeld:
Om de gevolgen voor het systeem van een wijziging van de
instelling [F‑00] aan te tonen, nemen we het geval van een unit met
een minimum toegestaan watervolume van 66l. De unit is 5m onder
het hoogste punt van het watercircuit geïnstalleerd en is gevuld met
30% ethyleenglycol.
We nemen een wijziging van de instelling [F‑00] van 5°C
(standaardwaarde) naar 0°C. In de tabel hieronder zien we dat 5°C
overeenstemt met een temperatuurverschil van 3,5 K en 0°C met
1K, wat eigenlijk de laagst instelbare waarde is.
De correctiefactor van het watervolume volgens de curve in de
onderstaande grafiek is 3,5; dit betekent dat het minimumvolume 3,5
keer groter zal zijn.
Wanneer we 64 l vermenigvuldigen met de correctiefactor, krijgen
we 224l; dit is het minimum toegestane watervolume in de installatie
bij een temperatuurverschil van 1K.
Het is nu heel belangrijk om te controleren dat voor het
hoogteverschil van het systeem, het volume in het systeem kleiner is
dan de maximum toegestane waarde bij die voordruk (Pg). Op de
concentratiecurve van ethyleenglycol van 30% zien we dat het
maximum toegestane volume 240l bedraagt bij 1bar voordruk.
Het totale volume in het systeem zal zeker groter zijn na toevoeging
van het interne volume van de unit. In dit geval kan een voordruk
worden ingesteld of moet in de lokale leidingen een bijkomend
expansievat of een buffertank worden geïnstalleerd.
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de
berekende voordruk te bepalen.
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1bar)
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
richtlijnen:
▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
▪ Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog
de druk van het stikstof via het Schräder-ventiel van het
expansievat.
a Schräder-ventiel
4.2.5Het watervolume controleren:
voorbeelden
Voorbeeld 1
De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt
250l.
Er zijn geen acties of aanpassingen nodig.
a Voordruk (bar)
b Maximum watervolume (l) (water of water + glycol)
A Systeem zonder glycol
B Systeem met 30% ethyleenglycol
C Systeem met 40% ethyleenglycol
D Systeem met 30% propyleenglycol
E Systeem met 40% propyleenglycol
F Standaard
Als het totale watervolume in het volledige circuit groter is dan het
maximaal toegestane watervolume (zie grafiek), moet in de lokale
leidingen een bijkomend expansievat worden geïnstalleerd.
De standaardwaarde van de voordruk (Pg) geldt voor een
hoogteverschil van 7m.
Als het hoogteverschil van het systeem minder dan 7m bedraagt EN
het volume in het systeem kleiner is dan de maximum toegestane
waarde voor die voordruk (Pg) (zie grafiek), dan moet de voordruk
(Pg) NIET bijgesteld te worden.
4.2.4De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
Voorbeeld 2
De unit wordt op het hoogste punt in het watercircuit gemonteerd.
Het totale watervolume in het watercircuit (geen glycol gebruikt)
bedraagt 420l.
Acties:
▪ Omdat het totale watervolume (420l) groter is dan het standaard
watervolume (340l), moet de voordruk verlaagd worden.
▪ De vereiste voordruk bedraagt:
Pg=(0,3+(H/10))bar=(0,3+(0/10))bar=0,3bar
▪ Het overeenstemmend maximum watervolume is 490 l (zie
grafiek).
▪ Omdat 420l kleiner is dan 490l, is het expansievat geschikt voor
de installatie.
4.3De elektrische bedrading
voorbereiden
4.3.1Vereisten voor beveiligingen
De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste
beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering
op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende
wetgeving.
De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de
geldende wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande
tabel.
Gebruik in geval van stroomonderbrekers met activering
door reststroom alleen die van het snelle type met een
nominale stroomsterkte van 300 mA.
5Installatie
5.1De units openen
5.1.1De buitenunit openen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Open de voorpanelen als volgt voor toegang tot de unit:
5.1.2Elektrische componentenkast van de
buitenunit openen
OPMERKING
Forceer het deksel van de elektronische componentenkast
NIET wanneer u het opent. Anders kunt u het deksel
vervormen, waardoor er water in de kast kan
binnendringen en de apparatuur onklaar geraakt.
5.2De buitenunit monteren
Paneel
1Elektrische onderdelen van de watermodule
2Watermodule (zijpaneel)
3Watermodule (voorpaneel)
4Buitenmodule (linkerpaneel)
5Buitenmodule (rechterpaneel)
Wanneer de voorpanelen open zijn, is de elektrische
componentenkast toegankelijk. Zie "5.1.2Elektrische
componentenkast van de buitenunit openen"op pagina9.
Voor servicewerkzaamheden is toegang tot de drukknoppen op de
hoofdprintplaat vereist. Het deksel van de elektrische
componentenkast moet niet worden geopend om toegang te krijgen
tot deze drukknoppen. Zie "6.2.3Toegang tot de componenten voor
lokale instellingen"op pagina14.
5.2.1De installatiestructuur voorzien
Zorg ervoor dat de unit waterpas staat op een voldoende stevige
ondergrond om trillingen en lawaai te voorkomen.
OPMERKING
Ondersteun NIET alleen de hoeken van de unit wanneer
de installatiehoogte moet worden verhoogd.
X Niet toegelaten
O Toegelaten (* = voorkeurinstallatie)
▪ De hoogte van de fundering moet minstens 150 mm vanaf de
vloer zijn. In gebieden waar veel sneeuw valt moet de unit hoger
worden geïnstalleerd, afhankelijk van de installatieplaats en de
omstandigheden.
▪ De voorkeurinstallatie is op een stevige lange fundering (stalen
balkframe of beton). De fundering moet groter zijn dan het in het
grijs aangegeven deel.
▪ Maak de unit vast met behulp van de vier M12-funderingsbouten.
De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot ze
nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken.
OPMERKING
▪ Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om
overtollig water rond de unit af te voeren. Bij
verwarmen bij buitentemperaturen onder nul zal het
afgevoerde water van de buitenunit bevriezen. Als u
geen maatregelen neemt voor de afvoer van het water,
kan het heel glad worden rondom de unit.
▪ Wanneer u de unit in een corrosieve omgeving
installeert, moet u een moer met een plastic vulring (a)
gebruiken om de moer te beschermen tegen roest.
5.3De waterleidingen aansluiten
5.3.1Voorzorgen bij het aansluiten van de
waterleidingen
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
De waterleidingen aansluiten
De wateraansluitingen moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met alle toepasselijke wetgevingen en het
aanzichtschema dat bij de unit is geleverd, en moeten rekening
houden met de waterinlaat en -uitlaat.
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken.
Als er vuil in het watercircuit terechtkomt, kunnen er zich problemen
voordoen. Daarom moet u bij het aansluiten van het watercircuit
steeds rekening houden met het volgende:
▪ Gebruik alleen schone leidingen.
▪ Houd het uiteinde van de leiding omlaag wanneer u bramen
verwijdert.
▪ Dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door een
muur steekt, zodat er geen stof of vuil kan indringen.
▪ Dicht de aansluitingen af met een goed afdichtmiddel voor
schroefdraad. De afdichting moet bestand zijn tegen de druk en
temperatuur in het systeem, en moet ook bestand zijn tegen de
gebruikte glycol in het water.
▪ Bij het gebruik van leidingen van een ander metaal dan messing,
moeten beide materialen van elkaar worden geïsoleerd om
galvanische corrosie te voorkomen.
▪ Zorg voor een goede afloop voor de drukveiligheidsklep.
▪ Omdat messing een zacht materiaal is, moet u het watercircuit
met het juiste gereedschap aansluiten. Het verkeerde
gereedschap zou de leidingen beschadigen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
▪ Voor een goede werking van het systeem moet een regelklep in
het watersysteem worden geïnstalleerd. De regelklep regelt de
waterdoorstroming in het systeem (lokaal te voorzien).
5.3.2Het watercircuit vullen
1 Sluit de watertoevoer aan op de aftap- en vulkraan.
2 Zorg ervoor dat de automatische ontluchtingsklep open staat
(minstens 2 draaien).
3 Vul met water tot de manometer een druk aangeeft van
ongeveer 2,0 bar. Verwijder zoveel mogelijk lucht uit het circuit
met behulp van de ontluchtingskleppen (zie lokale
instelling [E‑04] in "6.2.9 Lokale instellingen op de
afstandsbediening"op pagina17).
EWAQ016~064CAW + EWYQ016~064CAW
Compacte luchtgekoelde water-chiller
4P489435-1B – 2017.10
5 Installatie
OPMERKING
▪ Lucht in het watercircuit kan storingen veroorzaken.
Tijdens het vullen kan wellicht niet alle lucht uit het
circuit worden verwijderd. De resterende lucht zal
tijdens de eerste uren in bedrijf van het systeem via de
automatische ontluchtingskleppen worden verwijderd.
Achteraf kan het nodig zijn extra water te bij te vullen.
▪ Om het systeem te ontluchten, gebruik de speciale
functie zoals beschreven in "7 Inbedrijfstelling" op
pagina22.
OPMERKING
De waterdruk op de manometer varieert volgens de
watertemperatuur (hogere druk bij hogere
watertemperatuur).
De waterdruk moet echter steeds groter dan 1bar zijn om
te voorkomen dat lucht in het circuit zou binnendringen.
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EUrichtlijn 98/83EC.
INFORMATIE
Een teveel aan water kan door de unit via de
drukveiligheidsklep worden afgevoerd.
OPMERKING
Laat het systeem leeglopen ingeval van een defect aan de
voeding of een probleem met de pomp en er GEEN glycol
aan het systeem was toegevoegd. Wanneer water in het
systeem stilstaat, kan dit gemakkelijk bevriezen en het
systeem beschadigen.
5.3.3Het watercircuit tegen vorst beschermen
Vorst kan het systeem beschadigen. Zorg er dan ook voor dat het
watercircuit afdoende beschermd is tegen bevriezing wanneer
omgevingstemperaturen onder nul worden verwacht.
Verwarmingslint (optioneel)
Rond de leidingen is een verwarmingslint gedraaid om de vitale
onderdelen van het hydraulisch systeem in de unit te beschermen.
Dit verwarmingslint beschermt alleen de interne onderdelen van de
unit. Het beschermt geen enkel lokaal geïnstalleerd onderdeel dat
zich buiten de unit bevindt.
Verwarmingslinten moeten door de installateur voorzien te worden.
OPMERKING
In het geval van een stroomonderbreking of als de voeding
tijdens de winter wordt afgekoppeld, kan het optioneel
verwarmingslint de unit niet tegen de vorst beschermen.
Als er zich een stroomonderbreking kan voordoen wanneer
de unit niet onder toezicht staat, als de voeding tijdens de
winter wordt afgekoppeld, of als u deze optie niet hebt
geselecteerd, dan wordt aanbevolen om glycol in het
watersysteem toe te voegen.
Glycol
Zie lokale instelling [8‑04] in "6.2.9 Lokale instellingen op de
afstandsbediening"op pagina17.
INFORMATIE
De in de volgende tabel vermelde concentraties
voorkomen dat de leidingen barsten, maar zij kunnen niet
voorkomen dat de vloeistof in de leidingen bevriest.
Afhankelijk van de verwachte laagste buitentemperatuur, zorgt u
ervoor dat het watersysteem gevuld is met een gewichtsconcentratie
aan glycol zoals aangegeven in de volgende tabel.
Minimum
buitentemperatuur
–5°C10%15%
–10°C15%20%
–15°C20%35%
WAARSCHUWING
Ethyleenglycol is giftig.
OPMERKING
De hiervoor vermelde concentraties zijn alleen van
toepassing wanneer de unit niet draait.
VOORZICHTIG
▪ In geval van overdruk bij gebruik van glycol moet de
veiligheidsklep worden aangesloten op een afvoerbak
om de glycol op te vangen. Het is niet noodzakelijk om
een afvoerleiding aan te sluiten als er geen glycol
wordt gebruikt. Het vrijgekomen water wordt dan via de
onderkant van de unit afgevoerd.
▪ Als u meer dan 40% glycol gebruikt, zal de unit schade
oplopen.
WAARSCHUWING
Door de aanwezigheid van glycol kan er corrosie van het
systeem optreden. Ongebonden glycol verandert in een
zuur onder invloed van zuurstof. Dit proces wordt versneld
door de aanwezigheid van koper en bij hoge temperaturen.
De zure ongebonden glycol tast metalen oppervlakken aan
en vormt galvanische corrosiecellen die ernstige schade
toebrengen aan het systeem. Daarom is het belangrijk dat:
▪ de waterbehandeling correct wordt uitgevoerd door een
bevoegd waterspecialist,
▪ glycol met corrosie-inhibitoren wordt gekozen om te
voorkomen dat er zuren worden gevormd door de
oxidatie van glycolen,
▪ er geen glycol voor auto's wordt gebruikt omdat de
corrosie-inhibitoren daarin een beperkte levensduur
hebben en silicaten bevatten die het systeem kunnen
vervuilen of verstoppen,
▪ gegalvaniseerde leidingen NIET worden gebruikt bij
glycolsystemen aangezien de aanwezigheid daarvan
ertoe kan leiden dat bepaalde bestanddelen in de
glycolcorrosie-inhibitor neerslaan.
OPMERKING
Glycol absorbeert water uit zijn omgeving. Voeg daarom
GEEN glycol toe die aan de lucht werd blootgesteld. Door
de dop van de glycolfles open te laten, stijgt de
waterconcentratie. De glycolconcentratie is lager dan
verwacht. Hierdoor kunnen de onderdelen van het
hydraulisch circuit toch bevriezen. Neem alle nodige
voorzorgen om glycol zo weinig mogelijk in contact te
brengen met lucht.
Zie ook "7.3Eindcontrole"op pagina23.
EthyleenglycolPropyleenglycol
5.3.4De waterleidingen isoleren
Het hele watercircuit, inclusief alle leidingen, moet worden
geïsoleerd om condensatie tijdens koelen en verminderde
verwarming- en koelcapaciteit te voorkomen, alsook ter preventie
van bevriezing van de waterleidingen buiten tijdens de winter. De
isolatiematerialen moeten minstens 13mm dik zijn met λ=0,039 W/
mK om te beletten dat de waterleidingen buiten zouden bevriezen bij
omgevingstemperaturen van –15°C.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
5.4De elektrische bedrading
aansluiten
5.4.1Lokale bedrading: Overzicht
De lokale bedrading bestaat uit de bedrading van de voeding (altijd
met aarding) en communicatie tussen binnen- en buitenunit
(=transmissie).
▪ Het merendeel van de lokale bedrading op de unit moet op de
klemmenblokken in de elektrische componentkasten worden
uitgevoerd. Verwijder het servicepaneel van de componentenkast
om bij de klemmenblokken te kunnen. Zie "5.1 De units
openen"op pagina9.
▪ Aan de bedradingsinlaten van de elektrische componentenkast
zijn bevestigingen voor kabelbinders voorzien.
Het bedradingsschema is bij de unit geleverd en bevindt zich op de
binnenkant van het deksel van de schakelkast.
5.4.2Elektrische voeding routeren en
bevestigen
EWAQ+EWYQ040~064
OPMERKING
Wanneer de hoofdschakelaar op OFF staat, kan hij met
een geschikt hangslot vergrendeld worden. Zie de
afbeelding hierna.
Vergeet niet dat in dit geval het hangslot geopend en
verwijderd moet worden alvorens de hoofdschakelaar
terug op ON te draaien.
Open paneel 1 en monteer de onderdelen van de handgreep van de
hoofdschakelaar. De handgreep van de hoofdschakelaar wordt op
paneel 1 gemonteerd.
EWAQ+EWYQ016~032
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
12
5.4.4Elektrische voeding en transmissiekabels
aansluiten
1 Verwijder het deksel van de elektrische componentenkast.
2 Sluit met behulp van de geschikte kabel de voeding en de
communicatiekabel(s) aan op de juiste klemmen zoals
aangegeven in het bedradingsschema.
3 Maak de kabels vast met kabelbinders op de
kabelbinderbevestigingen, zodat de kabels niet gespannen
liggen en niet in contact komen met de leidingen of scherpe
randen. Duw gebundelde kabels nooit plat.
4 Sluit het deksel van de elektrische componentenkast.
5.4.5De afstandsbediening installeren
De unit wordt geleverd met een afstandsbediening waarmee de unit
op een gebruikersvriendelijke manier kan worden ingesteld, gebruikt
en onderhouden. Volg deze installatieprocedure alvorens de
afstandsbediening te gebruiken.
BedradingsspecificatieWaarde
Type2-aderig
Doorsnede0,75~1,25 mm
Maximumlengte500 m
OPMERKING
De aansluitbedrading is NIET meegeleverd.
OPMERKING
De als accessoire meegeleverde afstandsbediening MOET
binnenshuis worden geïnstalleerd.
EWAQ016~064CAW + EWYQ016~064CAW
Compacte luchtgekoelde water-chiller
2
4P489435-1B – 2017.10
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.