Delonghi ESAM 2000, E SAM 2200, ESAM 2600, EAM 2600, ECA 12600 Instructions Manual [nl]

...
1 Beschrijving van het apparaat … … … … … … … … … … … … … … … … …73
2 Veiligheidsvoorschriften … … … … … … … … … … … … … … … … … … …74
3 Installatie … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …74
4 Voorbereiding van het koffiezetapparaat … … … … … … … … … … … … …75
4.1 Vullen van het waterreservoir … … … … … … … … … … … … … … … …75
4.2 Vullen van het bakje voor koffiebonen … … … … … … … … … … … … …75
4.3 Eerste inwerkingstelling … … … … … … … … … … … … … … … … … …75
5 Koffie zetten (met koffiebonen) … … … … … … … … … … … … … … … … …76
7 Espressokoffie zetten met voorgemalen koffie (in plaats van koffiebonen) … … …79
8 Afgifte van warm water … … … … … … … … … … … … … … … … … … …79
9 Bereiding van cappuccino (gebruik makend van de stoom) … … … … … … … …80
10 Reiniging en onderhoud … … … … … … … … … … … … … … … … … … …81
10.1 Reiniging van het apparaat … … … … … … … … … … … … … … … …81
10.2 Reiniging van de infusor … … … … … … … … … … … … … … … … …82
10.3 Ontkalking … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …83
10.4 Programmering van de hardheid van het water … … … … … … … … … …84
11 Betekenis van de controlelampjes bij een normale werking … … … … … … … …85
12 Betekenis van de alarmlampjes en wat te doen wanneer deze branden … … … …86
13 Problemen op te lossen alvorens de Technische Servicedienst te bellen … … … …87
72
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
73
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
1. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (ZIE PAG. 3)
A. Ver warmplaat kopjes B. Stoomknop C. Stoompijpje D. Cappuccinomondstuk E. Waterreservoir (uitneembaar) F. Draagblad kopjes G. Druipbakje (uitneembaar) H. Dienstluikje I. Afgifteblok koffie (verstelbaar in de hoogte) J. Bedieningspaneel K. Deksel bakje voor koffiebonen L. Centraal dekseltje gemalen koffie
M. Infusor N. Stroomsnoer O. Cappuccinomondstuk (uittrekbaar) P. Opening cappuccinomondstuk (uittrekbaar) Q. Doseerlepel voor voorgemalen koffie R. Uitneembaar bakje (uitneembaar) voor koffie-
dik
S. Regelknop maalgraad T. Bakje voor koffiebonen U. Opbergvak maatlepel V. Trechter voor voorgemalen koffie Z. Mobiele lade
Bedieningspaneel
1) Knop aan/uit apparaat
2) Controlelampje 1 kop en OK temperatuur kof-
fie
3) Knop één kopje
4) Controlelampje 2 kopjes en OK temperatuur
koffie
5) Knop twee kopjes
6) Controlelampje stoom en OK temperatuur
stoom
7) Selectieknop stoomfunctie
8) Selectieknop hoeveelheid koffie (espresso,
middelgroot of groot)
9) Selectieknop hoeveelheid gemalen koffie (slappe, normale, sterke koffie)
10) Knop spoeling en ontkalking
11) Controlelampje selectie voorgemalen koffie
(uitsluiting van de koffiemaler)
12) Selectieknop voorgemalen koffie (uitsluiting van de koffiemaler)
13) Controlelampje kalkalarm
14) Controlelampje algemeen alarm
15) Controlelampje bakje voor koffiedik vol of
afwezigheid bakje voor koffiedik
16) Controlelampje water op of afwezigheid waterreservoir
1
2
8
34567
9
16 15 14 13
12
11
10
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
74
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LEES AANDACHTIG DEZE AANWIJZINGEN EN BEWAAR ZE!
• Dit apparaat is gebouwd om “koffie te zetten” en “dranken op te warmen”: verbrand u niet aan water- of stoomstralen of door een onei­genlijk gebruik van het apparaat.
•Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor hui­shoudelijke doeleinden. Elk ander gebruik wordt als oneigenlijk en bijgevolg gevaarlijk beschouwd.
• De fabrikant kan niet verantwoordelijk wor­den gesteld voor eventuele schade voortv­loeiend uit een oneigenlijk, verkeerd of onre­delijk gebruik.
• Raak de warme onderdelen van het apparaat niet aan wanneer het in werking is. Gebruik de knoppen of handvaten.
• Raak het apparaat niet aan als u natte han­den of voeten hebt.
• Laat het apparaat niet gebruiken door kinde­ren of onbevoegden, zonder toezicht.
• Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
• Ingeval van een defect of een slechte werking van het apparaat, het apparaat uitzetten en er verder niet aan knoeien. Voor eventuele repa­raties, zich uitsluitend wenden tot een Technisch Service Centrum erkend door de fabrikant en vragen naar het gebruik van ori­ginele wisselonderdelen. Het niet naleven van dit voorschrift, kan de veilige werking van het apparaat in het gedrang brengen.
3 INSTALLATIE
•Verwijder de verpakking en controleer of het apparaat intact is. Bij twijfels, het apparaat niet in gebruik nemen en u wenden tot een vakbekwaam persoon.
• De verpakkingselementen (plastic zakken, pie­pschuim,…) dienen buiten het bereik van kin­deren te worden gehouden omdat ze een potentiële gevarenbron zijn.
• Zet het apparaat op een werkvlak, ver van waterkranen, spoelbakken en warmtebron­nen.
Nadat het apparaat op een werkvlak werd
gezet, controleer of er een ruimte van onge­veer 5 cm overblijft tussen de wanden van het apparaat en de zij- en achtermuren, en een ruimte van minstens 20 cm boven het koffiezetapparaat.
• Het apparaat nooit installeren in een ruimte waar de temperatuur 0°C of minder kan bedragen (indien het water bevriest, kan het apparaat beschadigd worden).
• Controleer of de netspanning overeenkomt met de waarde aangegeven op het type­plaatje van het apparaat. Sluit het apparaat alleen aan op een stopcontact met een mini­maal vermogen van 10A en voorzien van een doeltreffende aardaansluiting. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele ongevallen veroorzaakt door de afwezigheid van een aardleiding.
• Ingeval van incompatibiliteit tussen het stop­contact en de stekker van het apparaat, de stekker laten vervangen door een geschikte stekker, en uitsluitend door vakbekwaam per­soneel.
• Het stroomsnoer van dit apparaat dient niet te worden vervangen door de gebruiker, omdat hier speciaal gereedschap voor nodig is. Indien het stroomsnoer beschadigd is, of voor de vervanging ervan, zich uitsluitend wenden tot een Service Centrum erkend door de fabrikant, om elk risico te vermijden.
• Het is aangewezen zosnel mogelijk de hardheid van het water aan te passen, vol­gens de procedure beschreven in paragraaf
10.4.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
Om vertrouwd te raken met het gebruik van het apparaat, wordt de eerste keer zorgvuldig te werk gegaan volgens de aanwijzingen besch­reven in de volgende paragrafen.
4 VOORBEREIDING VAN HET KOFFIEZETAPPARAAT
4.1 VULLEN VAN HET WATERRESERVOIR
•Verwijder het waterreservoir (fig. 1), spoel het en vul het met fris water, zonder de lijn MAX te overschrijden. Wanneer het waterreservoir uit het apparaat wordt genomen, moet het cappuccinomondstuk altijd naar het midden van het apparaat gericht zijn. Is dit niet het geval, dan kan het reservoir niet worden verwijderd.
• Duw het waterreservoir helemaal in het apparaat.
4.2 VULLEN VAN HET BAKJE VOOR KOFFIEBONEN
•Open het deksel van het bakje voor koffiebonen (fig. 2).
•Vul het bakje met koffiebonen.
• Sluit het deksel.
LET OP: Om een slechte werking te voorkomen, doe nooit voorge­malen koffie, oploskoffie, gekarameliseerde bonen of voorwerpen in het apparaat, om schade te voorkomen.
4.3 EERSTE INWERKINGSTELLING
1. Controleer of het waterreservoir gevuld is en of de stekker van het stroom­snoer in het stopcontact zit.
2. Verplaats het cappuccinomondstuk naar buiten toe, zet er een kopje onder (fig. 3) en schakel de machine in door te drukken op de knop (fig. 4).
3. ONMIDDELLIJK DAARNA; NA MAXIMAAL 30 SECONDEN de stoomknop helemaal tegen de wijzers van de klok draaien (fig. 5) (het is normaal dat het apparaat hier wat luidruchtig is).
4. Na enkele seconden komt water uit het cappuccinomondstuk. Wanneer ongeveer 30cc water in het kopje is gelopen, draai de stoomknop een halve toer in wijzerzin (fig. 6), om de waterafgifte te onderbreken.
5. Wacht tot de groene controlelampjes en ophouden met knippe­ren en continu branden. Wanneer de groene controlelampjes knipperen, betekent dit dat het apparaat aan het voorverwarmen is. Wanneer ze continu branden, betekent dit dat de ideale temperatuur werd bereikt om koffie te zetten – hoofdstuk 11 – punten 1 en 2).
(Net vóór de controlelampjes continu branden, voert het apparaat auto­matisch een spoeling uit: er komt wat warm water uit de spuitmonden van het afgifteblok, dat wordt opgevangen in het onderstaand druipbakje).
Tip: om een kleinere (minder dan 60 cc) en warmere espresso te bekomen, wordt het kopje eerst gevuld met het warm spoelwater. Laat het water enkele seconden in het kopje (alvorens het leeg te gieten) om het kopje voor te verwarmen.
6. Het apparaat is nu klaar om te worden gebruikt.
Fig.1
Fig.2
Fig.3
Fig.4
75
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
5 KOFFIE ZETTEN (MET KOFFIEBONEN)
1) Vóór de koffieafgifte, controleer altijd of de groene controlelampjes en continu branden en of het waterreservoir en het bakje voor koffiebonen vol zijn.
2) Draai aan de rechterknop (fig. 7) om de smaak van de koffie te rege­len. Hoe verder in wijzerzin wordt gedraaid, hoe meer koffiebonen worden gemalen en hoe sterker de koffie zal zijn. Wanneer het koffie­zetapparaat nieuw is, moeten meerdere kopjes koffie worden gezet vooraleer de juiste stand van de knop wordt gevonden. Draai de knop niet te ver in wijzerzin, omdat de koffie anders te langzaam wor
dt
afgegeven (druppels), vooral wanneer twee kopjes koffie wor
den gezet.
3) Draai aan de linkerknop (fig. 8) om de hoeveelheid koffie te regelen. Hoe verder in wijzerzin wordt gedraaid, hoe meer koffie wordt afge­geven. Wanneer het koffiezetapparaat nieuw is, moeten meerdere kopjes koffie worden gezet vooraleer de juiste stand van de knop wordt gevonden om koffie met de gewenste smaak te bekomen.
4) Zet een of twee kopjes onder de spuitmonden, naargelang u 1 of 2 kopjes koffie wilt zetten (fig. 9 en 10). Om een mooie crème op de koffie te bekomen, worden de kopjes zo dicht mogelijk tegen de spuitmonden gehouden door het afgifteblok te verlagen (fig. 11).
5) Druk op de knop (fig. 12) indien u een kopje koffie wilt zetten of op de knop (fig. 13) om 2 kopjes koffie te zetten. . (Het appa-
raat maalt de koffiebonen, voert een korte voorinfusie uit, pauzeert even en gaat verder met de afgifte. Wanneer de gewenste hoeveelheid koffie werd bekomen, wordt de afgifte automatisch stopgezet en wordt het samengeperst koffiedik afgevoerd in het bakje voor koffiedik).
6) Na enkele seconden, wanneer beide groene controlelampjes en opnieuw branden, kan een ander kopje worden gezet.
7) Om het apparaat uit te zetten, druk op de knop . (Vóór het apparaat
uitgaat, voert het automatisch een spoeling uit: er komt wat warm water uit de spuitmonden, dat wordt opgevangen in het onderstaand druipbakje. et erop u niet te verbranden). Indien het apparaat niet wordt uitgezet met de knop en in ieder geval 3 uur na het laatste gebruik, gaat het
vanzelf
uit na eerst een korte spoeling te hebben uitgevoerd.
Fig.5
Fig.6
Fig.7
Fig.8
OPMERKING 1: : Indien de koffie druppelsgewijs of helemaal niet wordt afgegeven, dan wordt de regelknop van de maalgraad (fig. 17) even in wij-
zerzin gedraaid (zie par. 6). Draai een streepje per keer, tot de gewenste afgif­te wordt bekomen.
OPMERKING 2: Indien kof
fie te snel wordt afgegeven en de crème niet geslaagd is, draai de rechterknop (fig.7) even in wijzerzin. Zet meerdere kopjes koffie, om de correcte positie van de knop te bepalen. Draai de knop niet te ver in wijzerzin, omdat de koffie anders te langzaam wordt afgegeven (druppels), vooral wanneer twee kopjes koffie worden gezet. Indien na enkele kopjes nog geen bevredigende crème wordt bekomen, wordt ook de regelknop van de maalgraad (fig. 17) een beetje tegen de wijzers van de klok in gedraaid (zie hoofdstuk 6).
OPMERKING 3: Tips om warmere koffie te zetten:
1) Indien het apparaat net werd aangezet en men een espresso wilt zetten (minder
dan 60 cc), wordt het warm water van de spoeling gebruikt om de kopjes voor te verwarmen (zie tip par. 4.3, punt 5.). Indien evenwel na de laatst gezette kop kof­fie meer dan 2/3 minuten zijn verlopen alvorens een nieuw kopje te zetten, moet de infusor worden voorverwarmd door te drukken op de knop (fig. 14). Laat het water in het onderliggend druipbakje lopen of gebruik dit water om het kopje
76
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
Fig.9
Fig.10
waaruit de koffie zal worden gedronken te vullen (en weer te ledigen), met de bedoeling het voor te verwarmen.
2) Gebruik geen te dikke kopjes, omdat deze teveel warmte onttrekken aan de koffie, tenzij ze voorverwarmd werden.
3) Gebruik voorverwarmde kopjes die onder warm water werden afgespoeld of laat ze minstens 20 minuten op de verwarmplaat op het deksel van het apparaat staan wanneer dit ingeschakeld is.
OPMERKING 4: Ter wijl het apparaat koffie zet, kan de afgifte op om het even wel moment worden onderbroken door te drukken op de eerder geselecteerde knop (fig. 12) of (fig. 13).
OPMERKING 5: Net na de koffieafgifte en indien men de hoeveelheid koffie wilt verhogen, volstaat het de eerder geselecteerde knop (fig. 12) of (fig. 13) ingedrukt te houden tot de gewenste hoeveelheid is bekomen (dit moet gebeuren binnen 3 seconden na de koffieafgifte).
OPMERKING 6: : wanneer het alar
m (hoofdstuk 12 – punt 1) continu brandt, moet het waterreservoir worden gevuld om koffie te kunnen zetten. Het waterreservoir kan alleen verwijderd worden wanneer het cappuccinomond­stuk eerst naar het midden van het apparaat gericht is. (Wanneer het alarm brandt, kan het zijn dat nog wat water overblijft in het waterreservoir).
OPMERKING 7: het apparaat telt de hoeveelheid gezette kopjes koffie. Na elke 14 gewone kopjes (of 7 dubbele), brandt het contr
olelampje continu hoofdstuk (12 – punt 3) om aan te geven dat het bakje voor koffiedik vol is. Maak het bakje leeg en reinig het. Zolang het bakje voor koffiedik niet wordt gereinigd, blijft het controle­lampje branden en kan geen koffie worden gezet. Voor de reiniging, open het dien­stluikje vooraan door aan het handvat te trekken (fig. 15); het controlelampje knippert (zie par. 12 punt 9); verwijder nu het druipbakje (fig. 16), ledig en reinig het. Maak het bakje voor koffiedik leeg en reinig het, door alle restjes die zich op de bodem hebben afgezet zorgvuldig te verwijderen. Droog ook eventuele druppels condensvocht af aan de binnenkant van het apparaat en onder het druipbakje.
BELANGRIJK: wanneer het druipbakje wordt verwijderd, is het VERPLICHT het bakje voor koffiedik leeg te maken, zelfs al is dit bakje niet helemaal vol. Doet u dit niet, dan kan het bij het zetten van de volgende kopjes koffie gebeuren dat het bakje voor koffiedik meer dan voorzien vult en dat het apparaat verstopt raakt met schijven samengeperste koffie.
OPMERKING 8: met verloop van tijd kan het gebeuren dan de maalmessen
versleten raken en dat de koffie een andere smaak krijgt omdat de koffiebonen grover worden gemalen. Om dit te voorkomen, wordt de maalgraad aangepast met behulp van de relatie­ve regelknop (fig.17), die een beetje tegen de wijzers van de klok in wordt gedraaid zoals beschreven in hoofdstuk 6).
OPMERKING 9: wanneer het apparaat lange tijd niet werd gebruikt, wordt de infusor gereinigd zoals beschreven in par. 10.2.
OPMERKING 10: wanneer het apparaat kof
fie afgeeft, wordt het waterreservoir nooit verwijderd. Mocht dit toch gebeuren, dan slaagt het apparaat er niet meer in koffie te zetten en knippert het controlelampje (water op). Wanneer u nog een kopje wilt zetten, zal het apparaat rumoerig zijn en geen koffie afgeven. Om de werking te herstellen, wordt de stoomknop helemaal tegen de wijzers van de klok in gedraaid en wordt gedurende enkele seconden water afgegeven uit het cappuc­cinomondstuk.
Fig.11
Fig.12
77
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
78
Fig.13
Fig.14
Fig.15
Fig.16
Wanneer een alarmlampje oplicht om een probleem aan te geven, wendt u zich niet onmiddellijk tot een technisch servicecentrum. Het probleem kan bij altijd worden opgelost door de aanwijzingen in de hoofdstukken 12 en 13 te volgen. Mocht dit onvoldoende zijn of of voor inlichtingen, wij raden aan contact op te nemen met de klantendienst door te bellen naar het nummer dat u vindt op de bijgevoegde pag. 2. Indien uw land niet werd opgenomen in de lijst, bel dan naar het nummer dat u in de garantie vindt.
Bij het eerste gebruik, is het noodzakelijk 4/5 kopjes koffie te zetten vooraleer het apparaat een bevredigend resultaat begint te geven.
Fig.17
6 REGELING VAN DE MAALGRAAD
De kof
fiemaler hoeft niet te worden geregeld, tenminste niet in het begin, omdat dit reeds in de fabriek is gebeurd, met het oog op een correcte kof­fieafgifte. Indien u evenwel na de eerste 15-20 kopjes vaststelt dat de kof­fie te snel of te langzaam (druppelend) wordt afgegeven, moet de maal­graad worden geregeld aan de hand van de regelknop van de maal­graad (fig. 17). Wanneer deze knop even in wijzerzin wordt gedraaid (één cijfer), bekomt men een snellere koffieafgifte (niet druppelsgewijs). Draait u de knop tegen de wijzers van de klok in, dan bekomt men een langzamere afgifte en ziet de crème er beter uit. Het effect van deze regeling wordt pas duidelijk na de afgifte van minstens 2 opeenvolgende kopjes koffie. De regelknop van de maalgraad wordt alleen gedraaid terwijl de koffie­maler in werking is.
Om een langzamere koffieafgifte en een beter geslaagde crème te bekomen, tegen de wijzers van de klok draaien (= koffie­bonen fijner gemalen).
Om een snellere koffieafgifte te bekomen (niet druppelsgewijs), in wijzerzin draaien (= koffiebonen grover gemalen).
OPMERKING 1: Om de werking van dit apparaat te controleren werd koffie gebruikt. Het is dus volkomen normaal dat sporen van deze koffie zichtbaar zijn in de koffiemaler. Wij garanderen in ieder geval dat dit appa­raat nieuw is.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
NL
Fig.18
Fig.19
Fig.20
7 ESPRESSOKOFFIE ZETTEN MET VOORGEMALEN KOFFIE (IN PLAATS VAN KOFFIEBONEN)
1. Druk op de knop om de functie voorgemalen koffie te selecte-
ren (fig. 18). Het controlelampje in de knop brandt om aan te geven dat de functie werd geselecteerd en de koffiemaler werd uit­gesloten.
2. Til het dekseltje in het midden op en doe een maatlepel voorgema-
len koffie in de trechter (fig. 19). Ga vervolgens te werk zoals beschreven in hoofdstuk 5. N.B.: Het is mogelijk 1 koffie per keer te zetten, door te drukken op de knop .
OPMERKING 1: Doe nooit voorgemalen koffie in het apparaat wanneer dit uitgeschakeld is, om te voorkomen dat de koffie ver­loren gaat in het apparaat.
OPMERKING 2: Gebruik nooit meer dan 1 maatlepel koffie, zo niet zet het apparaat geen koffie en gaat de gemalen koffie ver­loren in het apparaat, dat vuil wordt, of wordt de koffie druppel­sgewijs afgegeven.
OPMERKING 3: Om de juiste hoeveelheid koffie te doseren, gebruik alleen de bijgeleverde maatlepel.
OPMERKING 4: Doe in de maatlepel alleen voorgemalen koffie voor espressoapparaten: gebruik geen koffiebonen, oploskoffie of ander materiaal dat de machine kan beschadigen.
OPMERKING 5: Mocht meer dan één maatlepel voorgemalen koffie de trechter verstoppen, gebruik dan een mes om de koffie te laten zakken (fig. 20). Verwijder de infusor. Reinig de infusor en het apparaat zoals beschreven in paragraaf 10.2 “Reiniging infusor”.
3. Na de koffieafgifte en indien men koffie wilt zetten met koffiebo-
nen, schakel de functie voorgemalen koffie uit door nogmaals te drukken op de knop (het controlelampje dooft en de koffiema­ler wordt weer in werking gesteld).
8 AFGIFTE VAN WARM WATER
• Controleer altijd of de groene controlelampjes en continu branden.
• Draai het cappuccinomondstuk naar de buitenkant van het apparaat
toe (fig. 3)..
• Zet een recipiënt onder het cappuccinomondstuk (fig. 3).
•Draai de stoomknop een halve toer tegen de wijzers van de klok in
(fig. 5): er drupt warm water uit het cappuccinomondstuk en in het onderliggend druipbakje.
• Om de afgifte van warm water te onderbreken, draai de knop volledig in
wijzerzin (fig. 6) en breng het cappuccinomondstuk in zijn oorspronkelijke stand naar het midden van het apparaat toe. (Het is raadzaam niet langer dan 2 minuten warm water af te geven).
79
9 BEREIDING VAN CAPPUCCINO (GEBRUIK MAKEND VAN DE STOOM)
•Vul een recipiënt met ongeveer 100 gram melk voor elk kopje cap­puccino dat men wilt bereiden. Wat de grootte van dit recipiënt betreft, wordt er rekening mee gehouden dat het volume van de melk verdubbelt of verdrievoudigt. Het is aangeraden half afge-
roomde melk op koelkasttemperatuur te gebruiken.
•Verplaats het cappuccinomondstuk naar buiten toe (fig. 3)
• Zet de espressokoffie zoals beschreven in de voorgaande paragra­fen. Gebruik voldoende grote kopjes.
•Druk op de stoomknop (fig. 21). Het controlelampje van de stoom (fig. 22) begint te knipperen om aan te geven dat het appa­raat aan het voorverwarmen is.
•Wanneer het controlelampje van de stoom blijft branden en niet langer knippert, heeft het apparaat de optimale temperatuur bereikt om stoom te produceren (hoofdstuk 11 – punt 6).
Onmiddellijk hierna, binnen twee minuten (zoniet gaat het appa- raat automatisch terug naar de functie koffie), dompel het cappucci­nomondstuk onder in het recipiënt met melk (fig. 23) en let erop dat de reliëfstreep op het cappuccinomondstuk zelf niet onder de melk komt te staan (aangegeven met de pijl in fig. 24). Draai de stoomk­nop een halve toer tegen de wijzers van de klok in (fig. 5). (Let erop u niet te verbranden). Uit het cappuccinomondstuk komt stoom dat het volume van de melk doet toenemen en de melk romiger doet worden. Om een romiger crème te bekomen, het cappuccinomond­stuk onderdompelen in de melk en langzame draaibewegingen maken van onder naar boven met het recipiënt. (Het is raadzaam niet langer dan 2 minuten na elkaar stoom af te geven).
•Wanneer de gewenste temperatuur wordt bekomen, wordt de stoo­mafgifte onderbroken door de stoomknop volledig in wijzerzin te draaien (fig. 6) en op de stoomknop gedrukt (fig. 21) om de stoomfunctie uit te schakelen.
• Giet het melkschuim in de kopjes met de eerder gezette espres­sokoffie. De cappuccino is klaar (zoet naar wens en strooi eventueel wat cacaopoeder op het melkschuim).
OPMERKING 1: wanneer onmiddellijk na het bereiden van de cap­puccino en het uitschakelen van de stoomfunctie door te drukken op de stoomknop (fig. 21) op de knop (fig. 12) of (fig. 13) wordt gedrukt om opnieuw koffie te zetten, is de temperatuur van het apparaat te hoog (de groene controlelampjes en knip­peren om aan te geven dat de temperatuur niet geschikt is) en moet een tiental minuten worden gewacht, tot het apparaat wat afgekoeld is. TIP: Om het apparaat sneller af te koelen na de uitschakeling van de stoomfunctie, open de stoomknop en laat het water uit het cap­puccinomondstuk in een recipiënt druppen tot de groene controle­lampjes en niet langer knipperen.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Fig.21
Fig.22
Fig.23
Fig.24
80
OPMERKING 2: Het is belangrijk het cappuccinomondstuk na elk gebruik schoon te maken. Ga als volgt te werk:
• Draai de stoomknop gedurende enkele seconden volledig tegen de wijzers van de klok in om wat stoom of water af te geven (fig. 5). Op die manier elimineert het stoompijpje eventuele melkresten. BELANGRIJK: Om hygiënische redenen, is het raadzaam deze han­deling altijd uit te voeren, om te voorkomen dat de melk stagneert in de leidingen van het cappuccinomondstuk.
•Draai de stoomknop volledig in wijzerzin en houd met een hand het greepje van de buis van het cappuccinomondstuk vast, dat met de andere hand in wijzerzin wordt gedraaid naar beneden toe wordt weggehaald (fig. 25).
• Haal stoompijpje van de afgiftepijp, door deze naar beneden te trekken (fig. 26).
•Was zorgvuldig het cappuccinomondstuk en het stoompijpje af met lauw water.
• Controleer of beide gaatjes aangegeven door de pijlen in fig. 27 niet verstopt zijn. Indien nodig, de gaatjes vrij maken met behulp van een naald.
• Hermonteer het stoompijpje door het stevig naar boven in de afgif­tepijp te draaien.
• Hermonteer het cappuccinomondstuk door het naar boven te duwen en tegen de wijzers van de klok in vast te draaien.
10 REINIGING EN ONDERHOUD
• Vóór elke reinigingsbeurt, dient het apparaat afgekoeld en losgekoppeld te zijn van het elektriciteitsnet.
• Dompel het apparaat nooit onder in water: het is een elektrisch apparaat.
• Gebruik voor de reiniging van het apparaat geen oplosmiddelen of schurende producten. Een vochtige en zachte doek volstaan.
• Alle onderdelen van de machine worden NOOIT gewassen in de vaatwasmachine.
10.1 REINIGING VAN HET APPARAAT
• Reinig het bakje voor koffiedik (beschreven in het hoofdstuk 5 opmerking 7) telkens wanneer het controlelampje continu brandt (hoofdstuk 12 – punt 3).
• Het is aanbevolen het waterreservoir regelmatig om te spoelen.
• Het druipbakje is voorzien van een indicator (rood) van het waterni­veau in het bakje zelf. Wanneer deze indicator zichtbaar begint te worden (enkele millimeter onder het druipbakje), moet het bakje worden geledigd en gereinigd.
• Controleer of de gaatjes van de afgiftegroep waaruit de koffie komt niet verstopt zijn. Om ze vrij te maken, een naald gebruiken om de koffierestjes weg te schrapen (fig. 28).
NL
81
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Fig.25
Fig.26
Fig.27
Fig.28
Stoompijpje
Cappuccino­mondstuk
10.2 REINIGING VAN DE INFUSOR
De infusor moet periodiek worden gereinigd, om koffieafzettingen te voorkomen (die een verstoorde werking tot gevolg kunnen hebben). Om te reinigen, als volgt te werk gaan:
• zet het apparaat uit door te drukken op de knop (fig. 4) (niet door de stekker uit het stopcontact te halen) en wacht tot alle con-
trolelampjes uitgaan;
• open het dienstluikje (fig. 15);
• verwijder het druipbakje en het bakje voor koffiedik (fig. 16) en was deze;
•druk zijlings de twee rode zijlipjes van de infusor naar het midden toe (fig. 29) en trek hem uit het apparaat;
LET OP: de infusor kan alleen worden verwijderd wanneer het apparaat uit is. Indien u probeert de infusor te verwijderen terwijl het apparaat nog aanstaat, kunt u het apparaat beschadigen.
• spoel de infusor af onder de kraan en gebr
uik geen reinigingsmid-
delen. Was de infusor nooit in de vaatwasmachine;
• maak het apparaat aan de binnenkant zorgvuldig schoon. Om kof­fierestjes te verwijderen, krab met een houten of plastic vork (fig.
30) en zuig de restjes op met een stofzuiger (fig. 31);
• Hermonteer de infusor door hem over de interne houder en op de pin onderaan te schuiven; duw stevig op het symbool PUSH tot de infusor
vastklikt.
82
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Fig.29
Fig.30
Fig.31
Houder
Pin
Infusor
Duw stevig op het symbool PUSH tot de infusor vastlikt.
Nadat de infusor is vastgeklikt, wordt gecontroleerd of de rode knopjes naar buiten gesprongen zijn.
Onderste buis van de infusor. De pin moet in de onderste buis van
de infusor worden gebracht.
Controleer of de twee rode knopjes naar buiten gesprongen zijn, anders gaat het luikje niet dicht.
OPMERKING 1: Indien de infusor niet correct werd geplaatst tot hij vastklikt, is het niet mogelijk het dienstluikje dicht te doen en het apparaat te doen werken (wanneer het apparaat wordt aangezet, blijft het controlelampje knipperen (hoofdstuk 12 – punt 9)). OPMERKING 2: indien de infusor moeilijk geplaatst raakt, is het
noodzakelijk (alvorens hem te plaatsen) hem op de juiste afmeting te brengen door tegelijk krachtig te drukken op de onder- en bovenkant, zoals aangegeven in figuur 32. NOTA 3: indien de infusor nog moeilijk in te brengen is, wordt hij uit het apparaat uitgelaten. Doe het luikje dicht, trek de stekker uit het stopcontact en steek het weer in het stopcontact. Wacht tot alle contro­lelampjes doven en open dan het luikje om de infusor in te brengen.
• herplaats het druipbakje met het bakje voor koffiedik
• doe het dienstluikje dicht.
10.3 ONTKALKING
Omwille van het voortdurend opwarmen van het water dat wordt gebruikt om koffie te zetten, is het normaal dat het apparaat met verloop van tijd kalkafzettingen vertoont. Wanneer het controlelampje knippert (hoofdstuk 12 – punt 5), moet worden overgegaan tot de ontkalking van het apparaat. Opmerking: wanneer het controlelampje brandt, kunt u nog koffiezetten.
Als volgt te werk gaan:
• Schenk de inhoud van een flacon ontkalkingsmiddel (125 ml) plus een liter water in het reservoir
• zet onder het cappuccinomondstuk een recipiënt met een mini­male inhoud van 1,5 liter (fig. 3);
• zet het apparaat aan door te drukken op de knop (fig. 4)
• wacht tot de groene controlelampjes en niet langer knippe­ren.
houd de knop gedurende minstens 5 seconden ingedrukt (fig.14). Het controlelampje in de knop licht op (hoofdstuk 11 – punt
8) om aan te geven dat het ontkalkingsprogramma gestart is (de controlelampjes / blijven uit om aan te geven dat geen kof­fie kan worden gezet).
• draai de stoomknop een halve toer tegen de wijzers van de klok in (fig. 5). De oplossing met ontkalkingsproduct drupt uit het cappuccinomondstuk en in het onderliggend druipbakje.
• het ontkalkingsprogramma voert automatisch een reeks van afgiftes en pauzes uit, teneinde de kalkafzettingen aan de bin­nenkant van het koffiezetapparaat te verwijderen.
NL
83
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Fig.32
Beide rode knop­pen zijn OP COR-
RECTE WIJZE
naar buiten gesprongen
Beide rode knop­pen zijn niet naar buiten gespron­gen
VERKEERD
JUIST
• na ongeveer 30 minuten, wanneer het controlelampje brandt (hoofdstuk 12 – punt 1), de stoomknop een halve toer in wijzerzin draaien (fig. 6).
Het is noodzakelijk te spoelen, om restjes van de oplossing met ontkalkingsproduct uit de binnenkant van het apparaat te verwijderen. Ga als volgt te werk:
• verwijder het waterreservoir, spoel het en vul het met fris water.
• herplaats het waterreservoir.
• maak het vol recipiënt (onder het cappuccinomondstuk) leeg en plaats het terug.
• draai de stoomknop een halve toer tegen de wijzers van de klok in (fig.5). Warm water drupt uit het cappuccinomondstuk en in het onderliggend druipbakje.
• wanneer het reservoir leeg is, dooft het controlelampje , terwijl het controlelampje (hoofdstuk 12 – punt 1) oplicht.
• draai de stoomknop volledig in wijzerzin (fig. 6) en vul het waterre­servoir met fris water.
• het ontkalkingsprogramma is nu afgelopen en het apparaat is klaar om opnieuw te worden gebruikt. Opmerking: indien het ontkalkingsprogramma wordt onderbroken vóór het einde, gaat het alarm (hoofdstuk 12 – punt 5) niet uit en moet van vooraf worden herbegonnen.
BELANGRIJK: DE GARANTIE VERVALT INDIEN DE HIERBOVEN BESCHREVEN REINIGING NIET REGELMATIG WORDT UITGEVOERD.
10.4 PROGRAMMERING VAN DE HARDHEID VAN HET WATER
Het alarm (hoofdstuk 12 – punt 5) treedt in werking na een welbepaalde werkingsperiode die werd ingesteld in de fabriek, rekening houdende met het maximaal kalkgehalte aanwezig in het water dat wordt gebruikt. Deze
werkingsperiode kan worden verlengd, waardoor de ontkalking minder fre­quent wordt uitgevoerd. Dit kan door het apparaat te programmeren in functie
van het reëel kalkgehalte aanwezig in het gebruikte water. Als volgt te werk gaan:
• haal het reageerstrookje "Total hardness test" (dat u bij pag. 2 vindt) uit de verpakking en dompel het enkele seconden volledig onder in het water (fig. 33). Haal het uit het water en wacht ongeveer 30 seconden (tot het strookje van kleur verandert en rode blokjes zichtbaar worden);
• zorg ervoor dat het apparaat uit is (alle controlelampjes gedoofd);
•druk op de knop (fig. 14) en houd deze 5 seconden ingedrukt. De vier controlelampjes , , en lichten op.
•druk herhaaldelijk op de knop (fig. 18) tot er zoveel controlelampjes oplichten als er rode vakjes aanwezig zijn op het reageerstrookje (vb. indien er op het reageerstrookje 3 rode vakjes zichtbaar zijn, moet 3­maal op de knop worden gedrukt om de 3 controlelampjes , en
tegelijk te doen oplichten).
•druk op de knop (fig. 14) om het gegeven in het geheugen te bewa­ren. Nu is het apparaat geprogrammeerd om te melden wanneer effec­tief moet worden overgegaan tot het ontkalken.
84
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
85
NL
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
CONTROLELAMPJES BESCHRIJVING BETEKENIS
De controlelampjes en knipperen.
Het apparaat is niet klaar om te worden gebruikt (de temperatuur van het water heeft nog niet de ideale waarde bereikt om koffie te zetten). Wacht om koffie te zetten tot de controlelampjes continu branden.
De controlelampjes en branden continu.
Het apparaat heeft de juiste temperatuur bereikt om koffie te zetten.
Het controlelampje brandt continu.
Het apparaat geeft een kopje koffie af.
Het controlelampje brandt continu.
Het apparaat geeft twee kopjes koffie af.
Het controlelampje van de stoom knippert.
Het apparaat warmt op om de juiste temperatuur te bereiken voor de productie van stoom. Wacht tot het lampje continu brandt vooraleer de stoomk­nop te draaien.
Het controlelampje brandt continu.
Het apparaat is klaar om stoom af te geven en de stoomknop kan worden gedraaid.
Het controlelampje brandt continu.
De machine werd vooraf ingesteld om te wor­den gebruikt met voorgemalen koffie (zie hoofdstuk 7).
Het controlelampje brandt continu.
Het automatisch ontkalkingsprogramma is aan de gang (zie par. 10.3).
11 BETEKENIS VAN DE CONTROLELAMPJES BIJ EEN NORMALE WERKING
1
2
3
4
5
6
7
8
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
86
12 BETEKENIS VAN DE ALARMLAMPJES EN WAT TE DOEN WANNEER DEZE BRANDEN
Het controlelampje
knippert
Geeft aan dat het apparaat vol kalk zit.
Het is noodzakelijk het ontkalkingspro­gramma beschreven in hoofdstuk 10.3 uit te voeren.
Het apparaat maakt een vreemd geluid en de vier controlelampjes
, , en
afwisselend knipperen.
Na de reiniging werd waarschijn­lijk vergeten de infusor terug in het apparaat te plaatsen.
Laat het dienstluikje dicht en de infusor uit het apparaat. Druk tegelijk op de knoppen 1KOPJE en 2KOPJES tot de vier controlelampjes uitgaan. Pas wanneer deze controlelampjes gedoofd zijn, kan het luikje worden geopend en de infusor in het appa­raat worden geplaatst (zie par. 10.2).
Het apparaat werd net aangezet en de infusor werd niet correct geplaatst. Bijgevolg is het luikje niet goed dicht.
Druk op PUSH aangegeven op de infu­sor, tot een klik hoorbaar is. Controleer of beide rode knopjes naar buiten gesprongen zijn (par. 10.2). Doe het dienstluikje dicht en druk op de knop .
De controlelampjes
en knipperen
afwisselend.
Het apparaat werd aangezet met de stoomknop open.
Draai de stoomknop volledig in wijzer­zin (fig. 6)
De controlelampjes
,en
branden en knipperen
Het controlelampje
brandt continu.
Het waterreservoir is leeg of verkeerd geplaatst.
Het waterreservoir is vuil of vol kalkafzettingen.
Spoel of ontkalk het reservoir.
Het controlelampje
knippert.
Het apparaat zet geen koffie en is luidruchtig.
Draai de stoomknop tegen de wijzers van de klok in (fig. 5), op de manier beschreven in de opmerking 10 van par. 5.
Het controlelampje
brandt continu.
Het bakje voor koffiedik is vol of werd niet geplaatst.
Na de reiniging, werd het bakje voor koffiedik niet teruggeplaatst.
Maak het bakje voor koffiedik leeg en voer de reini­ging uit beschreven in hoofdstuk 5 - opmerking 7 en plaats het bakje correct terug.
Open het luikje en breng het bakje voor koffiedik aan.
Het controlelampje
knippert.
De gemalen koffie werd niet in de trechter gedaan met de functie geselecteerd.
Vul het bakje met koffiebonen op de manier beschreven in par. 7.
De koffiebonen zijn op.
Vul het bakje met koffiebonen op de manier beschreven in par. 4.2.
CONTROLELAMPJES
BESCHRIJVING
BETEKENIS
Het dienstluikje is open.
Indien u er niet in slaagt het te sluiten, controleer dan of de infusor correct werd geplaatst (par. 10.2 – opmerking 1).
Het controlelampje
knippert
1
2
3
4
5
6
7
8
9
De koffie drupt te langzaam.
Draai de regelknop van de maal­graad (fig. 17) even in wijzerzin (hoofdstuk 6).
Wanneer de koffiemolen heel luidruchtig is, betekent dit dat een keitjes tussen de koffiebonen de molen geeft geblokkeerd.
Wend u tot een Servicecentrum De’Longhi.
Spoel of ontkalk het waterreservoir op de manier beschreven in hoofdstuk 5, opmerking 5 en duw hem goed in het apparaat.
WAT TE DOEN
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
OPLOSSING
Ver warm de kopjes voor door ze af te spoelen met warm water of minstens 20 minuten op het verwarmend deksel van het apparaat te laten staan (zie hoofdstuk 5 – opmerking 3).
Ver warm de infusor door te drukken op de knop
(fig. 14) alvorens koffie te zetten (zie
opmerking 1 van hoofdstuk 5).
Draai de rechterknop (fig. 7) in wijzerzin (zie hoofdstuk 5 opmerking 2).
Draai de knop voor de regeling van de maalgraad (fig. 17) even tegen de wijzers van de klok in (hoofdstuk 6).
Gebruik een soort koffie voor espressoappa­raten van een ander merk. Draai de knop voor de regeling van de maal­graad (fig. 17) even in wijzerzin (hoofdstuk 6).
Draai de rechterknop (fig. 7) tegen de wijzers van de klok in.
Draai de knop voor de regeling van de maalgraad (fig.
17) even tegen de wijzers van de klok in (hoofdstuk 6).
Draai de rechterknop (fig. 7) in wijzerzin.
PROBLEEM
• De koffie is niet warm
• De koffie heeft weinig crème
• De koffie wordt te langzaam afgegeven
• De koffie wordt te snel afgege­ven
OORZAAK
• De kopjes werden niet voor­verwarmd.
•De infusor is te koud
• Het apparaat gebruikt weinig koffie tijdens de infusie
• De koffie is te grof gemalen
De gebruikte koffiebonen zijn niet geschikt
• De koffie is te fijn gemalen
• Het apparaat gebruikt te veel koffie voor de infusie
• De koffie is te grof gemalen.
• Het apparaat gebruikt weinig koffie tijdens de infusie
Wanneer het apparaat niet werk en er brandt een controlelampje, is het eenvoudig de oorzaak van de storing te achterhalen en te verhelpen, door hoofdstuk 12 te raadplegen. Indien geen enkel lampje brandt, worden de volgen­de controles verricht alvorens een beroep te doen op het technisch servicecentrum.
CONTROLELAMPJES
BESCHRIJVING
BETEKENIS
WAT TE DOEN
Het controlelampje brandt continu en de groene lampjes knipperen.
Om de infusor te plaatsen, zie par.
10.2.
De binnenkant van het apparaat is bijzonder vuil.
Maak de binnenkant van het appa­raat zorgvuldig schoon, zoals besch­reven in par. 10.2.
Na de reiniging werd waarschijn­lijk vergeten de infusor terug in het apparaat te plaatsen.
13 PROBLEMEN OP TE LOSSEN ALVORENS DE TECHNISCHE SERVICEDIENST TE BELLEN
10
NL
Het controlelampje
knippert.
De trechter voor de gemalen kof­fie is verstopt.
Maak de trechter vrij met behulp van een mes, op de manier beschreven in hoofdstuk 7 – opmerking 5 (fig. 20).
11
87
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
OPLOSSING
Krab met een naald de verdroogde koffierestjes weg (fig. 28).
Reinig de gaatjes van het cappuccino­mondstuk en het stoompijpje (zie hoofdstuk 9 – fig. 27).
Haal de koek gemalen koffie met behulp van een mes uit de trechter (zie hoofdstuk 7 – opmerking 5). Reinig de infusor en de binnenkant van het apparaat (zoals beschreven in par. 10.2).
Controleer of de stekker van het stroomsnoer in het stopcontact zit.
Zet het apparaat uit (zie par. 10.2). LET OP: de infusor kan alleen worden verwijderd wanneer het apparaat uit is. Ingeval wordt getracht de infusor te verwijderen terwijl het apparaat aan is, kan deze laatste ernstig worden beschadigd.
Ver wijder de infusor en maak de bin­nenkant van het apparaat zorgvuldig schoon zoals beschreven in par. 10.2. Herhaal de handeling met maximum 1 maatlepel gemalen koffie.
Maak de binnenkant van het appa­raat zorgvuldig schoon zoals beschreven in par. 10.2. Herhaal de handeling nadat eerst op de knop werd gedrukt, zoals aan­gegeven in hoofdstuk 7.
Verwijder de infusor en maak de binnenkant van het apparaat zorg­vuldig schoon zoals beschreven in par. 10.2. Herhaal de handeling nadat het apparaat werd aangezet.
Maak de gaatjes vrij met behulp van een naald (zie par. 10.1, fig. 28).
Maak het meubeltje goed schoon, vooral vlakbij de scharnieren, zodat deze goed functioneren.
PROBLEEM
• Uit een spuitmond van het afgifteblok komt geen kof­fie.
•Wanneer de stoomknop wordt gedraaid, komt geen stoom uit het cappuccino­mondstuk.
•Wanneer wordt gedrukt op de knoppen en , geeft het apparaat geen koffie maar water af.
•Wanneer op de knop wordt gedrukt, wordt het apparaat niet aangezet.
• Onmogelijk de infusor te verwijderen voor de reini­ging.
• Er werd voorgemalen kof­fie gebruikt (in plaats van koffiebonen) en het appa­raat geeft geen koffie af.
• Er komt geen koffie uit de spuitmonden van het afgif­teblok, maar de koffie loopt langs het dienstluikje,
OORZAAK
Het gaatje is verstopt.
• De gaatjes van het cappuccino­mondstuk en het stoompijpje zijn verstopt.
• De gemalen koffie kan geblokkeerd zijn in de trechter.
• Het apparaat is niet onder spanning.
• Het apparaat is aan. De infusor kan alleen worden verwijderd wanneer het apparaat uit is.
Er werd te veel voorgemalen koffie gebruikt.
Er werd niet gedrukt op de knop en het apparaat heeft naast de voorgemalen koffie ook gemalen koffiebonen gebruikt.
De voorgemalen koffie werd aangebracht wanneer het apparaat uit was.
De gaatjes van het afgifteblok zitten vol opgedroogde koffie.
Het meubeltje aan de bin­nenkant van het dienstluikje is geblokkeerd en draait niet.
88
Loading...