dimming
C4. Controlelampje ionisator (ON)
C5. Controlelampjes zwenkbeweging
C6. Alarm (knippert in geval van storing)
C7. Tank vol/afwezig (knippert in geval van volle/afwezige
tank)
C8. Controlelampje timer (ON)
C9. Controlelampje dimmer (ON)
Let op: Controleer, voordat het apparaat op het elektriciteitsnet
wordt aangesloten, of de dop op de achterkant van de watertank
correct geplaatst is.
2. INSTALLATIE
min. 60 cm
min. 20 cm
Plaats het apparaat in de ruimte die ontvochtigd moet worden.
Neem de op de afbeelding aangegeven minimale afstanden
tussen het apparaat en meubilair of wanden in acht.
Gebeurt dit niet, dan kan de ventilatie verstopt raken en de
correcte werking van het apparaat worden aangetast.
Tijdens de werking van het apparaat moeten deuren en ramen
gesloten blijven.
Wanneer deuren en ramen geopend worden, kan dit de
temperatuur en de vochtigheid in de ruimte wijzigen en kan er
dus meer tijd nodig zijn voor de ontvochtiging van de ruimte.
Bij temperaturen lager dan 1°C of hoger dan 40°C wordt de
ontvochtiging automatisch gedeactiveerd en schakelt het
apparaat over naar alleen de ventilatiemodus.
Wanneer de vochtigheid lager is dan 20%, wordt automatisch
het veiligheidscircuit geactiveerd en wordt de ontvochtiger
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen.
Wanneer de vochtigheid in de ruimte daalt, neemt de
ontvochtigingscapaciteit automatisch af.
Laat het apparaat niet vallen en kantel het niet.
Mocht het apparaat vallen, zet het dan onmiddellijk weer
rechtop.
Ook wanneer de ruimte ontvochtigd is, kan er condens of
schimmel gevormd worden buiten de ruimte of op slecht
geventileerd plaatsen, bijvoorbeeld achter meubilair.
min. 20 cm
3. HET CONDENSWATER AFVOEREN
De condens kan op 2 manieren worden afgevoerd:
3.1 Afvoer in de tank
De condens wordt rechtstreeks in de tank (A7) afgevoerd.
Wanneer de tank vol is, stopt het apparaat en wordt op het
display (C) het alarm tank
te werk:
1. Houd het apparaat stevig vast (afb. 1) en verwijder de tank
voorzichtig met behulp van de daarvoor bestemde greep;
ledig de tank in een wasbak of badkuip.
(C7) weergegeven. Ga als volgt
22
2. Plaats de hendel van de tank verticaal, zoals afgebeeld
B4C7
B5
B3
B2
B6
B1
B4C7
C6C4
B4C7
B5
B3
C6C4
B4C7
B5
B3
B2
C6C4
B4C7
B5
B3
B2
C6C4
(afb. 2), om hem naar de plaats van lediging te verplaatsen.
3. Ledig de tank via de opening (afb. 3). Het is normaal
gesproken niet nodig om het deksel te verwijderen; dit
gebeurt alleen wanneer de tank gewassen moet worden.
4. (Plaats het deksel terug en) verplaats de hendel omlaag.
5. Plaats de tank terug in het apparaat.
Wanneer de lege tank wordt teruggeplaatst, begint het apparaat
te functioneren met de eerdere instellingen. Het pictogram volle
tank gaat uit.
Let op:
• Verwijder niet de vlotter in de tank. De vlotter dient voor de
detectie van de volle tank.
• Plaats het deksel correct terug alvorens de tank terug te
plaatsen in het apparaat.
• B ij de verwijdering van de tank moet vermeden worden om
de interne delen van de ontvochtiger aan te raken. Dit zou
het apparaat kunnen beschadigen.
• Duw de tank voorzichtig op zijn plaats. Wanneer de tank
tegen de wanden stoot of niet goed wordt geplaatst,
zou het apparaat niet kunnen functioneren. (Het
controlelampje tank vol zal knipperen.) Verwijder de tank
en plaats hem voorzichtig terug.
3.2 Continue externe afvoer
Wanneer het apparaat bestemd is voor een langdurig gebruik
en u bent niet in staat om de tank regelmatig te ledigen, wordt
aangeraden gebruik te maken van de continue afvoer. Ga als
volgt te werk:
1. Verwijder de rubberen dop vanaf het afvoerbuisje (afb. 4).
2. Bevestig de rubberen slang op het afvoerbuisje (afb. 5).
3. Zorg ervoor dat de slang niet hoger dan het afvoerbuisje
wordt geplaatst (afb. 6), anders zal het water in de tank
van het apparaat stromen. Zorg ervoor dat de slang niet
geknikt wordt.
Let op:
• Bewaar de rubberen dop. Deze moet teruggeplaatst
worden op de slang of het afvoerbuisje wanneer het
condenswater weer in de tank moet worden afgevoerd.
4. DE BEDRIJFSMODUS SELECTEREN
1. Steek de stekker van het apparaat in een stopcontact:
2. Druk gedurende 2/3 seconden op de toets ON/STAND-BY
zal functioneren volgens de eerder ingestelde modus en de
luchtstroomrichter (A2) opent naar een vooraf ingestelde
stand.
Druk voor de uitschakeling van het apparaat nogmaals op de
toets ON/STAND-BY.
(B1) om het apparaat in te schakelen: het apparaat
Let op:
Wanneer
geledigd of correct geplaatst worden (zie paragraaf “3.1 Afvoer
in de tank”).
• Plaats de ontvochtiger op ten minste 30 cm afstand van te
• Wacht tot de ventilator stopt alvorens het apparaat van
• Na de star t, of na het herstellen van de stroomvoorziening,
Belangrijk: Wacht tot de ventilator stopt alvorens het
apparaat van de stroomvoorziening los te koppelen. De
ventilator blijft ongeveer twee minuten na uitschakeling
van het apparaat functioneren, om de koeling van het
verwarmingselement toe te staan.
(C7) op het display verschijnt, moet de tank (A7)
drogen wasgoed. Plaats de ontvochtiger NOOIT onder het
te drogen wasgoed.
de stroomvoorziening los te koppelen. De ventilator blijft
ongeveer twee minuten na uitschakeling van het apparaat
functioneren, om de koeling van het verwarmingselement
toe te staan.
zal het apparaat functioneren met de bedrijfsmodus die
geselecteerd was op het moment van de uitschakeling.
4.1 Modus ontvochtiging
Druk op de toets MODE (B2) voor de selectie van één van de
volgende modi (afb. 7):
• AUTO: Voor het handhaven van een aangenaam
vochtigheidsniveau. Het apparaat regelt het
vochtigheidsniveau op 45~50% RH. De ventilatiesnelheid
wordt automatisch geregeld (hoog of laag).
(Bij eerste inbedrijfstelling wordt standaard Auto
weergegeven).
DROOG
wasgoed. Gebruik dit programma voor het snel drogen
van wasgoed of voor de winterperiode.
• MIN
ontvochtigt automatisch met een lage ventilatiesnelheid
en een laag geluidsniveau.
• MAX
apparaat functioneert met hoge ventilatiesnelheid en
regelt het vochtigheidsniveau op 35~40% RH.
• ECO: Eco modus voor het drogen van wasgoed (hoge
ventilatiesnelheid, lage verwarming). Gebruik dit
programma voor de zomerperiode. Het apparaat
functioneert automatisch met een laag energieverbruik.
Let op:
• De weergave van het vochtigheidsniveau komt overeen
met de relatieve vochtigheid van de lucht in de ruimte.
Afhankelijk van de plaatsing van het apparaat, de
luchtcirculatie en de nauwkeurigheid van de sensor, zijn de
aangegeven waarden enkel ter referentie en vertonen ze
een tolerantie van ongeveer ±10%RH.
23
: Ultra droge modus voor het drogen van
: voor een geluidsarme werking. Het apparaat
: voor een snelle ontvochtiging. Het
4.2 Modus ionisator
B4C7
B4C7
B4C7
B4C7
B4C7
B4C7
B4C7
B5
B3
B2
B6
B4C7
B5
B3
B2
B6
1. Controleer, alvorens deze functie te gebruiken, of het
apparaat is ingeschakeld. Druk op de toets ionisator
(B4). Het pictogram
8) en het apparaat geeft negatieve ionen af via het
luchtuitlaatrooster (A9).
2. Druk nogmaals op de toets ionisator om de emissie van
negatieve ionen te onderbreken. (Het bijbehorende
symbool op het display gaat uit).
Er wordt een grote hoeveelheid negatieve ionen afgegeven,
vergelijkbaar met de hoeveelheid aanwezig in omgevingen
zoals bossen of watervallen.
(C4) gaat branden (afb.
4.3 Timer geprogrammeerde uitschakeling
1. Controleer, alvorens deze functie te gebruiken, of het
apparaat is ingeschakeld.
2. Bij elke druk op de toets Timer (B5) zal het apparaat het
aantal werkingsuren wijzigen en wordt op het display
weergegeven (afb.10):
1 h - 2 h - 3 u ..... 12 h - continu (geen weergave).
Bij ingestelde timer wordt de resterende tijd weergegeven.
Ook wanneer het pictogram volle tank knippert en het
apparaat stopt, blijft de countdown lopen. Na het ledigen en
terugplaatsen van de tank blijft het apparaat functioneren
gedurende de resterende tijd (in geval van korte tijd kan de
timer opnieuw worden ingesteld).
4.4 LCD-dimmer
• D ruk op de toets LCD- dimmer (B3) voor de weergave van de
huidige instelling (afb. 9); druk nogmaals voor de instelling
van de achtergrondverlichting. Op het display verschijnt:
H (max) - L5 - L4 - L3 - L2 - L1 - L0 (geen
achtergrondverlichting) (C3).
Na de instelling (of wanneer er gedurende 5 seconden geen toets
wordt aangeraakt), wordt het pictogram
met de aanduiding van de niveau van dimming tussen L0 en L5
(verdwijnt in geval van instelling op H), en toont het display de
timer, indien ingesteld.
4.5 Zwenkbeweging luchtstroomrichter
1. Druk op de toets Zwenken
2. 1e druk (luchtstroom verticaal)
3. 2e druk (luchtstroom frontaal)
4. 3e druk (luchtstroom frontaal en verticaal)
5. Druk nogmaals op de toets Zwenken om de
automatische zwenkbeweging van de luchtstroomrichter;
het pictogram (C5) wordt weergegeven. Er kan gekozen
worden onder drie mogelijke opties:
luchtstroomrichter in de huidige positie te stoppen.
(C9) weergegeven
(B6) voor de instelling van de
5. REINIGING EN ONDERHOUD
• Koppel het apparaat altijd los van de stroomvoorziening
alvorens reinigingswerkzaamheden uit te voeren.
• Dompel het apparaat nooit onder in water.
5.1 Gewone reiniging van de tank (eenmaal per
maand)
• Verwijder de tank en open het deksel zoals eerder
beschreven. VERWIJDER NIET de vlotter!
• Spoel alle onderdelen twee of drie maal met water.
Afhankelijk van de gebruiksomgeving van de
luchtontvochtiger, kan de binnenkant van de tank vuil
worden als gevolg van het in de lucht aanwezige vuil
en stof. In dit geval moet gewassen worden met milde
reinigingsmiddelen om het meest hardnekkige vuil te
verwijderen.
5.2 Reiniging van de buitenkant
• Giet nooit water rechtstreeks over het apparaat.
• Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmiddelen.
• Spuit nooit insecticiden of soortgelijke stoen op het
apparaat; hierdoor kan het plastic vervormen.
• Reinig de oppervlakken van het apparaat met een zachte doek,
nooit met schuursponsjes omdat deze het oppervlak kunnen
bekrassen.
5.3 Reiniging van het stolter of het nano-
zilverlter (alleen op bepaalde modellen)
Wanneer het lter (A4) vuil is, wordt de luchtcirculatie
bemoeilijkt en neemt de eciëntie van de ontvochtiging af.
Daarom is het een goede gewoonte om het lter regelmatig te
reinigen. De frequentie is afhankelijk van de omgeving en de
gebruiksduur.
Wordt het apparaat constant of systematisch gebruikt, wordt
aangeraden om het lter eenmaal per week te reinigen.
• Voor de verwijdering moet het lter (A4) weggetrokken
worden (afb. 12).
• Gebruik een stofzuiger om ophopingen van stof vanaf het
lter weg te zuigen. Is het lter erg vuil, spoel het dan in
lauwwarm water. Gebruik water niet warmer dan 40°C.
Na het wassen moet het lter volledig drogen voordat het
wordt teruggeplaatst.
• Het nano-zilverlter, indien aanwezig, zorgt voor het
opvangen van stofdeeltjes, maar heeft ook een eciënte
antibacteriële werking. Bovendien beperkt het in sterke
mate de irriterende stoen zoals pollen en sporen. Dit lter
is behandeld met kleine deeltjes zilver (met een schaal
van miljoensten van een millimeter), die in staat zijn om
de vermenigvuldiging van de met hen in contact komende
bacteriën en sporen te blokkeren en ze te vernietigen
24
B4C7
C6C4
B4C7
C6
C4
5.4 In geval van langdurig niet-gebruik
• Verwijder de stekker van het apparaat uit het stopcontact
en ledig de tank (A7).
• Reinig het stolter (A4) en plaatst het terug.
• Bedek het apparaat met een plastic zak ter bescherming
tegen stof.
6. TECHNISCHE SPECIFICATIES
Voedingsspanning Zie typeplaatje
Nominaal opgenomen vermogen “
Hygrostaat Ja
Snelheden ventilator 2
Luchtlter Ja
Inhoud tank 2,8 l
Gebruikslimieten:
temperatuur 1°C - 35°C
relatieve vochtigheid 30% - 95%
7. ALARMEN OP HET DISPLAY
ALARMOORZAAKOPLOSSING
De tank (A6) ontbreekt of is niet goed
geplaatst
De tank is volLedig de tank (zie part. “3.1 Afvoer in de tank”)
Plaats de tank correct terug op zijn plaats (zie par.
“3.1 Afvoer in de tank”)
Neem contact op met de klantenservice
8. PROBLEMEN OPLOSSEN
Hieronder volgt een lijst van mogelijke storingen.
Wanneer het probleem niet kan worden verholpen met de voorgestelde oplossingen, neem dan contact op met het servicecentrum.
PROBLEEMOORZAAKOPLOSSING
Het apparaat werkt niethet apparaat is niet aangesloten op het
stopcontact
de stroom ontbreektcontroleer de stroomvoorziening
de tank is vol met waterplaats de tank correct
de tank is niet goed geplaatst
Het apparaat functioneert in de modus
ontvochtiging, maar het vochtigheidsniveau neemt niet af
Het lter is verstoptReinig het stolter of het nano-zilverlter
De temperatuur of het vochtigheidsniveau van de ruimte is te laag
25
steek de stekker in het stopcontact
(zie par. “5.3 Reiniging van het stolter”)
Onder bepaalde omstandigheden is het
normaal dat het apparaat niet ontvochtigt; controleer de gebruikslimieten van
het apparaat (zie hfdst. “6. Technische
specicaties”). In bepaalde gevallen wordt
aangeraden om de te ontvochtigen ruimte
te verwarmen.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.