CANON S100 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
• Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte "Veiligheidsmaatregelen".
• Zo leert u de camera juist te gebruiken.
• Bewaar de handleiding goed, zodat u deze later nog kunt raadplegen.
NEDERLANDS

De inhoud van de verpakking controleren

Controleer of de verpakking van de camera de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met de leverancier van de camera.
Camera Batterij NB-5L
Interfacekabel
IFC-400PCU
Introductiehandleiding
(met kapje)
Cd DIGITAL CAMERA
Solution Disk
Polsriem
WS-DC11
Batterijlader
CB-2LX/CB-2LXE
Canon
garantiesysteemboekje
De handleidingen gebruiken
Raadpleeg ook de handleidingen op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Zodra u de basishandelingen onder de knie hebt, kunt u de vele functies van de camera gebruiken om foto's met geavanceerdere instellingen te maken.
Softwarehandleiding
Lees deze wanneer u de meegeleverde software wilt gebruiken.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten (p. 16).
U hebt Adobe Reader nodig om de PDF handleidingen te openen. U kunt
de Word-handleidingen raadplegen met Microsoft Word/Word Viewer (alleen noodzakelijk voor handleidingen voor het Midden-Oosten).

Lees dit eerst

Maak enkele proefopnamen en speel deze af om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Neem geen beelden op die inbreuk doen op het auteursrecht zonder voorafgaande toestemming van de houder van het auteursrecht. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik.
Voor meer informatie over de garantie voor uw camera kunt u het Canon
garantiesysteemboekje raadplegen dat bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg het Canon garantiesysteemboekje voor contactinformatie van Canon Klantenservice.
Voor het vervaardigen van de LCD-monitor zijn speciale hoge-
precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels werkt naar behoren, maar soms verschijnen er niet-werkende pixels in de vorm van heldere of donkere stippen. Dit duidt niet op een defect en heeft geen invloed op het beeld dat wordt vastgelegd.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze te
beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag voordat u de camera gaat gebruiken.
Wees voorzichtig als u de camera lange tijd continu gebruikt.
De camerabehuizing kan dan warm worden. Dit is niet het gevolg van een storing.

Wat wilt u doen?

4 Maak de opname
z Opnamen maken en de instellingen aan de camera overlaten
(Auto-modus) ................................................................................ 26
Mooie opnamen maken van mensen
IwP
Portretten
(p. 62)
Diverse andere opnamen maken
J
Landschap
(p. 62)
Opnamen maken met speciale effecten
Levendige
kleuren (p. 65)
Miniatuureffect
(p. 68)
V
Kinderen en
dieren (p. 63)
O
Flora
(p. 63)
Poster-effect
Op het strand
(p. 63)
Nacht Scene
(p. 63)
t
Vuurwerk
(p. 64)
(p. 65)
Speels effect (p. 69) Monochroom
"Ouder gemaakte"
foto's (p. 67)
In de sneeuw
Fisheye-effect
(p. 64)
S
Onderwater
(p. 63)
(p. 68)
(p. 70)
z Scherpstellen op gezichten....................................... 26, 62, 96, 103
z Opnames maken op plaatsen waar de flitser niet kan
worden gebruikt (flitser uitschakelen) ........................................... 52
z Foto's maken met de zelfontspanner...................................... 55, 76
z De datum en tijd aan de opnamen toevoegen.............................. 54
z Een filmclip maken voordat een foto wordt gemaakt .................... 73
z Continu opnamen maken op hoge snelheid ................................. 78
Wat wilt u doen?
1 Weergeven
z De foto's bekijken ......................................................................... 29
z Foto's automatisch afspelen (diavoorstelling)............................. 144
z Foto's bekijken op een tv ............................................................ 194
z Foto's bekijken op een computer.................................................. 34
z Snel foto's zoeken .............................................................. 140, 142
z Foto's wissen ........................................................................ 30, 154
E Films opnemen/bekijken
z Films opnemen ..................................................................... 31, 129
z Films bekijken............................................................................... 33
z Opnamen maken van snel bewegende objecten en deze
afspelen in slow motion .............................................................. 133
c Afdrukken
z Foto's afdrukken ......................................................................... 166
Opslaan
z Beelden opslaan op een computer............................................... 34
3 Overige
z Geluid uitzetten............................................................................. 46
z De camera gebruiken in het buitenland................................ 16, 183
z Begrijpen wat op het scherm wordt weergegeven...................... 206
z De GPS-functie gebruiken.......................................................... 111

Inhoudsopgave

De inhoud van de verpakking
controleren.......................................2
Lees dit eerst .....................................3
Wat wilt u doen? ................................4
Inhoudsopgave ..................................6
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt ...............................9
Veiligheidsmaatregelen ...................10
1
Aan de slag .......................13
De batterij opladen...........................14
Compatibele geheugenkaarten
(afzonderlijk verkrijgbaar) ..............16
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recycleren ......................................17
De batterij en geheugenkaart
plaatsen .........................................18
De datum en tijd instellen ................20
De taal van het scherm instellen......23
Geheugenkaarten formatteren.........24
De sluiterknop indrukken .................25
Foto's maken (Smart Auto) ..............26
Beelden bekijken .............................29
Beelden wissen................................30
Films opnemen ................................31
Films bekijken ..................................33
Beelden downloaden naar een
computer om te bekijken ...............34
2
Meer informatie ................39
Overzicht van de onderdelen...........40
Schermweergave .............................42
Menu FUNC. – Basishandelingen ...44
MENU – Basishandelingen..............45
De geluidsinstellingen wijzigen........46
De helderheid van het scherm
aanpassen .....................................48
De standaardinstellingen van de
camera herstellen ..........................49
De functie spaarstand
(Automatisch Uit) .......................... 50
Klokfunctie....................................... 50
3
Veelgebruikte functies
voor opnamen ..................51
De flitser uitschakelen ..................... 52
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ............................. 52
Opnemen met vooraf ingestelde
brandpuntafstanden (trapsgewijs
zoomen) ........................................ 53
Datum en tijd aan de opname
toevoegen ..................................... 54
De zelfontspanner gebruiken .......... 55
De verhouding wijzigen ................... 57
De resolutie aanpassen
(beeldgrootte)................................58
Compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit).............................. 58
De groentint van kwiklampjes
corrigeren ...................................... 60
4
Effecten toevoegen en opnamen maken in diverse
omstandigheden ..............61
Speciale opnamen maken............... 62
Effecten toevoegen aan de opname
(Creatieve filters)........................... 65
Automatisch korte films maken
(Filmsynopsis) ............................... 73
Een gezicht detecteren en opnemen
(Smart Shutter) ............................. 74
Snel na elkaar continu-opnamen
maken (Snel na elkaar HQ) .......... 78
Opnamen maken met Stitch Hulp... 80
Inhoudsopgave
5
Zelf instellingen
selecteren .........................81
Opnamen maken in Programma
automatische belichting ................ 82
De helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie).............. 83
De flitser inschakelen...................... 83
De witbalans aanpassen................. 84
De ISO-waarde wijzigen ................. 87
De helderheid corrigeren en opnamen
maken (i-Contrast) ........................ 89
Het niveau van ruisreductie wijzigen
(Hoog ISO nummer) ..................... 90
RAW-beelden opnemen.................. 91
Continu-opnamen maken................ 92
De kleurtoon van een foto wijzigen
(My Colors) ................................... 93
Close-ups maken (Macro)............... 94
Digitale Tele-converter gebruiken... 95
De modus AF-kader wijzigen.......... 96
Het onderwerp kiezen waarop u wilt
scherpstellen (AF Tracking).......... 98
Positie en grootte van het AF-kader
wijzigen ......................................... 99
Het focuspunt vergroten................ 100
Opnamen maken met Servo AF ... 101 Opnamen maken met AF-
vergrendeling.............................. 101
Focusbracketing
(modus BKT-Focus).................... 102
De persoon selecteren op wie u wilt
scherpstellen
(Gezichts Selectie)...................... 103
Opnamen maken in de modus
Handmatig scherpstellen ............ 104
De meetmethode wijzigen............. 105
Opnamen maken met de
AE-vergrendeling........................ 106
Opnamen maken met de
FE-vergrendeling.........................106
Auto Exposure-bracketing
(AEB-modus)...............................107
Het ND filter gebruiken..................108
Opnamen maken met Slow sync...108 De flitsbelichtingscompensatie
aanpassen...................................109
Rode-ogencorrectie ....................... 109
Controleren op gesloten ogen....... 110
De GPS-functie gebruiken.............111
6
Haal meer uit
uw camera ......................119
De sluitertijd instellen .................... 120
De diafragmawaarde instellen....... 121
De diafragmawaarde en sluitertijd
instellen ....................................... 122
Instellingen maken met de ring .....123
De flitsuitvoer aanpassen.............. 125
Opname-instellingen opslaan........ 127
7
Diverse functies voor het
opnemen van films ........129
Films opnemen in de modus E.... 130
De filmmodus wijzigen................... 130
Verschillende soorten films
opnemen .....................................131
Films maken die lijken op een
miniatuurmodel
(Miniatuureffect) .......................... 132
Super slow-motion films
opnemen .....................................133
AE-vergrendeling/belichting ..........134
De beeldkwaliteit wijzigen ............. 135
Het windfilter gebruiken................. 136
Overige opnamefuncties ............... 136
Bewerken ...................................... 137
Inhoudsopgave
8
Diverse functies gebruiken voor afspelen
en bewerken ...................139
Snel naar beelden zoeken.............140
Beelden weergeven met gefilterd
afspelen .......................................142
Diavoorstellingen bekijken.............144
Beelden vergroten .........................145
Beeldovergangen wijzigen.............145
Elk beeld in een groep
weergeven ...................................146
De focus controleren......................148
Diverse beelden weergeven
(Smart Shuffle) ............................149
Beelden beveiligen ........................150
Beelden wissen..............................154
Beelden markeren als favoriet.......156
Beelden indelen in categorieën
(My Category) ..............................157
Beelden roteren .............................159
Het formaat van beelden
wijzigen........................................160
Trimmen.........................................161
Effecten toepassen met de functie
My Colors ....................................162
De helderheid corrigeren
(i-Contrast)...................................163
Het rode-ogeneffect corrigeren......164
9
Afdrukken .......................165
Beelden afdrukken ........................ 166
Beelden selecteren voor afdrukken
(DPOF)........................................ 173
10
De camera-instellingen
aanpassen.......................177
De camera-instellingen wijzigen.... 178
Instellingen voor opnamefuncties
wijzigen ....................................... 185
Veelgebruikte opnamemenu's
vastleggen (My Menu) ................ 190
Instellingen voor afspeelfuncties
wijzigen ....................................... 191
11
Nuttige informatie ..........193
Beelden bekijken op een tv........... 194
Aansluiten op het lichtnet.............. 198
Een Eye-Fi-kaart gebruiken ..........199
Problemen oplossen ..................... 201
Lijst met berichten die op het scherm
verschijnen .................................. 204
Informatieweergave op
het scherm .................................. 206
Functies en menulijsten ................ 212
Specificaties .................................. 224
Accessoires................................... 228
Afzonderlijk verkrijgbare
accessoires ................................. 229
Index ............................................. 231
Voorzorgsmaatregelen.................. 234

Conventies die in deze handleiding worden gebruikt

In de tekst worden pictogrammen gebruikt die de knoppen en
bedieningselementen van de camera voorstellen.
Tekst op het scherm wordt weergegeven binnen vierkante haken [ ]
(vierkante haken).
De knoppen die een richting aangeven, de controleknop, de knop
FUNC./SET en de ring worden aangeduid met de volgende pictogrammen.
Knop Omhoog
Knop Links
Controleknop
: Zaken waarmee u voorzichtig moet zijn
: Tips voor het oplossen van problemen
: Suggesties waarmee u meer uit uw camera kunt halen
: Aanvullende informatie
(p. xx): Referentiepagina's ("xx" geeft het paginanummer aan)
In deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat alle functies de
standaardinstellingen hebben.
De diverse soorten geheugenkaarten die in deze camera kunnen worden
gebruikt, worden in deze handleiding aangeduid met de overkoepelende term geheugenkaarten.
Knop FUNC./SET
Knop Rechts
Knop Omlaag
y Ring

Veiligheidsmaatregelen

Lees de volgende veiligheidsvoorschriften goed door voordat u het product gebruikt.
Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel bij uzelf of
bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die
u gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Probeer het product niet te demonteren, wijzigen of op te warmen.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan als dit is
gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een vreemde
geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of thinner
om het product schoon te maken.
Laat het product niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater)
of andere vloeistoffen.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen, schakelt u de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij. Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u contact op met uw leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
Gebruik alleen de aanbevolen batterij.
Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil dat zich heeft
opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen weg met een droge doek.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale capaciteit van het
stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als het netsnoer of de stekker is beschadigd of als deze niet volledig in het stopcontact is geplaatst.
Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) niet
in contact komen met de contactpunten of stekker.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
10
Veiligheidsmaatregelen
De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de omgeving veroorzaken. In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u de camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die
hiervoor geschikt is.
Uw gehoor kan beschadigd raken als u een koptelefoon draagt terwijl u de harde geluiden van een cd-rom via een cd-speler voor muziek-cd's afspeelt (muziekspeler). Dit kan ook de luidsprekers beschadigen.
Voorzichtig
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld aan schokken
en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt
wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40° C;
- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of de batterij kan ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. Bij hoge temperaturen kan de behuizing van de camera of de batterijlader vervormd raken.
De overgangseffecten in de diavoorstellingen kunnen onprettig zijn wanneer
iemand hier lang naar kijkt.
Zorg dat uw vingers niet bekneld raken wanneer de
flitser zakt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
11
Veiligheidsmaatregelen
Voorzichtig
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon op een heldere dag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Duw de flitser niet te hard naar beneden en wrik deze niet open.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een wattenstaafje om vuil, stof of ander materiaal van de flitser te verwijderen. Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
Verwijder de batterij en sla deze op wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over de
polen van de batterij.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze uit
het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Plaats de batterij niet in de buurt van huisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, wat kan leiden tot brand of schade.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw zak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm als u de
camera in uw tas stopt.
Bevestig geen harde voorwerpen aan de camera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aa n de apparatuur.
12
1

Aan de slag

Dit hoofdstuk beschrijft het voorbereiden van de opnamen, het maken van opnamen in de modus A en het bekijken en wissen van de
gemaakte foto's. Het laatste deel van het hoofdstuk behandelt het
maken en bekijken van films en het downloaden van beelden naar
een computer.
De polsriem bevestigen/de camera vasthouden
Bevestig de meegeleverde riem en doe deze om uw pols om te voorkomen
dat de camera valt tijdens het gebruik. U kunt de polsriem ook aan de linkerzijde van de camera bevestigen.
Houd uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera bij het
maken van opnamen stevig aan weerszijden vast. Zorg dat uw vingers de flitser niet blokkeren wanneer deze is uitgeklapt.
Riem
13

De batterij opladen

Gebruik de meegeleverde oplader om de batterij op te laden. Bij aankoop is de batterij niet opgeladen. U moet deze dus eerst opladen.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
z Zorg dat de markering S op de batterij
overeenstemt met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen ( ) en naar beneden ( ) te schuiven.
Laad de batterij op.
z Voor CB-2LX: kantel de stekker naar
buiten ( ) en steek de oplader in een
CB-2LX
CB-2LXE
stopcontact ( ).
z Voor CB-2LXE: sluit het netsnoer aan
op de batterijlader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
X Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
X Als de batterij volledig is opgeladen, wordt
het oplaadlampje groen. Het opladen duurt ongeveer 2 uur en 5 minuten.
Verwijder de batterij.
z Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen ( ) en omhoog ( ) te schuiven.
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op om de batterij te beschermen en de levensduur van de batterij te verlengen.
14
De batterij opladen
Aantal mogelijke opnamen/opname- en afspeeltijden
Aantal opnamen*
Filmopnametijd
Continu-opnamen maken
Afspeeltijd Ongeveer 4 uur
*1 Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op metingen volgens de
CIPA-norm (Camera & Imaging Products Association).
*2 Tijden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen, het starten en stoppen van opnamen
maken, het in- en uitschakelen van de camera en bewerkingen zoals het gebruik van de zoomfunctie.
*3 Tijden zijn gebaseerd op herhaaldelijk opnamen maken totdat de maximale cliplengte is
bereikt of totdat opnemen automatisch stopt.
Onder bepaalde omstandigheden is het aantal opnamen dat gemaakt kan worden en
de opnametijd, lager dan hierboven is aangegeven.
1
*2
*3
Ongeveer 200
Ongeveer 40 min.
Ongeveer 1 uur 10 min.
Batterij-oplaadlampje
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat de resterende lading van de batterij aangeeft.
Weergave Betekenis
Voldoende opgeladen.
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen.
(Knippert rood) Bijna leeg. Laad de batterij op.
"Vervang \ Verwissel accu" Leeg. Laad de batterij op.
Wat als...
Wat als de batterij opzwelt?
Dit is een normaal kenmerk van de batterij en duidt niet op een probleem. Als de batterij echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact opnemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Wat als de batterij snel weer leeg is na het opladen?
De batterij heeft het einde van de levensduur bereikt. Koop dan een nieuwe batterij.
15

Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar)

De batterij en de oplader efficiënt gebruiken
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op,
of de dag daarvoor. Opgeladen batterijen verliezen voortdurend wat van hun lading, ook als ze niet worden gebruikt. Plaats het klepje zodanig op een geladen batterij dat de S-markering zichtbaar is.
De batterij een lange tijd bewaren:
Zorg dat de batterij helemaal leeg is voordat u deze uit de camera haalt. Bevestig het klepje op de aansluitpunten en berg de batterij op. Wanneer u een niet helemaal lege batterij een lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
U kunt de batterijlader ook in het buitenland gebruiken.
De lader kan worden gebruikt in gebiede n met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik in het buitenland geen elektrische transformatoren, omdat dit kan leiden tot beschadigingen.
Compatibele geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar)
De onderstaande kaarten kunnen worden gebruikt zonder beperkingen voor de capaciteit.
SD-geheugenkaarten*
SDHC-geheugenkaarten*
SDXC-geheugenkaarten*
Eye-Fi-kaarten
* Deze geheugenkaart voldoet aan de SD-standaarden. Afhankelijk van het merk werken
sommige kaarten mogelijk niet goed.
Afhankelijk van de besturingssysteemversie van uw computer worden SDXC-geheugenkaarten mogelijk zelfs niet herkend als u een kaartlezer gebruikt. Controleer van tevoren of uw besturingssysteem SDXC­geheugenkaarten ondersteunt.
Over Eye-Fi-kaarten
Ondersteuning van de Eye-Fi-kaartfuncties (inclusief draadloze overdracht) wordt niet gegarandeerd voor dit product. Als u een probleem hebt met een Eye-Fi-kaart, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de kaart. Denk er ook aan dat u in veel landen of gebieden toestemming nodig hebt voor het gebruik van Eye-Fi-kaarten. Zonder toestemming is het gebruik van de kaart niet toegestaan. Als het niet duidelijk is of de kaart in een bepaald gebied mag worden gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
16

De interne oplaadbare lithiumbatterij recycleren

Als u de camera wilt weggooien, dient u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen en te recycleren overeenkomstig plaatselijke voorschriften.
Draai de schroeven van de behuizing los.
z Draai de zes schroeven van de behuizing
los zoals getoond in de afbeelding.
Raak dit gedeelte nooit aan!
Verwijder het klepjes.
z Verwijder het klepje aan de achterkant,
verwijder vervolgens het klepje aan de voorkant en trek de lintkabel eruit zoals getoond.
Raak de flitser nooit aan. Raak het gemarkeerde gedeelte nooit aan! Anders kunt u een elektrische schok oplopen door het hoge voltage.
Verwijder de batterij.
z Gebruik een pincet om de batterij te
verwijderen zoals in de afbeelding wordt getoond.
Verwijder de camera alleen wanneer u de interne oplaadbare lithiumbatterij wilt verwijderen, zodat u deze batterij kunt recycleren voordat u de camera weggooit.
17

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van de kaart.
z Als de geheugenkaart een schuifje voor
schrijfbeveiliging heeft, kunt u geen opnamen maken als het schuifje is ingesteld op vergrendeld. Duw het schuifje omhoog totdat u een klik hoort.
Open het klepje.
z Schuif het klepje naar buiten ( )
en omhoog ( ) om het te openen.
Plaats de batterij.
z Plaats de batterij op de afgebeelde wijze
totdat deze vastklikt.
z Zorg dat u de batterij in de juiste richting
plaatst, anders klikt deze niet goed vast.
Aansluitpunten
Plaats de geheugenkaart.
z Plaats de geheugenkaart op de
afgebeelde wijze totdat deze vastklikt.
z Plaats de geheugenkaart in de juiste
richting. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
18
Aansluitpunten
Sluit het klepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt ( ).
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Wat als [Geheugenkaart op slot] op het scherm verschijnt?
Als het schuifje voor schrijfbeveiliging in de vergrendelstand staat, verschijnt op het scherm [Geheugenkaart op slot]. U kunt dan geen beelden opnemen of wissen.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
z Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting vandepijl.
X De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
z Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Aantal opnamen per geheugenkaart
Geheugenkaart 4GB 16GB
Aantal opnamen Ongeveer 1231 Ongeveer 5042
Deze waarden zijn gebaseerd op de standaardinstellingen.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, varieert al naar gelang de camera-
instellingen, het onderwerp en de geheugenkaart die u gebruikt.
19

De datum en tijd instellen

Wilt u kijken hoeveel opnamen u nog kunt maken?
U kunt zien hoeveel opnamen u nog kunt maken als de camera in de opnamemodus is ingesteld (p. 26).
De datum en tijd instellen
Het scherm voor datum/tijd-instellingen verschijnt wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. Aangezien de datum en tijd die aan uw opnamen worden toegevoegd op deze instellingen worden gebaseerd, is het belangrijk dat u deze instelt.
Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
X Het scherm Datum/Tijd verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
z Druk op de knoppen qr om een optie
te selecteren.
z Druk op de knoppen op of draai de
controleknop 7 om een waarde te selecteren.
z Als alle instellingen zijn voltooid, drukt
u op de knop m.
20
De datum en tijd instellen
Stel de thuistijdzone in.
z Druk op de knoppen qr of draai aan de
controleknop 7 om uw thuistijdzone te selecteren.
Voltooi de instelling.
z Druk op de knop m om de instelling te
voltooien. Nadat een bevestigingsscherm is weergegeven, wordt het opnamescherm opnieuw weergegeven.
z Als u op de ON/OFF-knop drukt, wordt de
camera uitgeschakeld.
Het scherm Datum/Tijd komt steeds terug
Stel de juiste datum en tijd in. Als u de datum en tijd en uw tijdzone niet goed hebt ingesteld, verschijnt het scherm Datum/Tijd elke keer als u de camera inschakelt.
Zomertijd instellen
Als u bij stap 2 selecteert op p. 20 en op de knoppen op drukt of de controleknop 7 draait om te kiezen, stelt u de zomertijd in (normale tijd plus 1 uur).
Datum en tijd wijzigen
U kunt de huidige instellingen voor de datum en tijd wijzigen.
Open het menu.
z Druk op de knop n.
21
De datum en tijd instellen
Kies [Datum/Tijd].
z Beweeg de zoomknop om het tabblad 3
te selecteren.
z Druk op de knoppen op of draai de
controleknop 7 om [Datum/Tijd] te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
Wijzig de datum en/of de tijd.
z Voer stap 2 op p. 20 uit om de instellingen
te wijzigen.
z Druk op de knop n om het menu te
sluiten.
Datum/tijd-batterij
De camera bevat een ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) die de
datum/tijd-instellingen ongeveer drie weken kan vasthouden nadat de andere batterij is verwijderd.
Als u een opgeladen batterij plaatst of een voedingsadapterset aansluit
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 229), kan de datum/tijd-batterij in ongeveer 4 uur worden opgeladen, zelfs als de camera niet is ingeschakeld.
Als de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm Datum/Tijd als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 20 om de datum en tijd in te stellen.
U kunt de datum en tijd automatisch bijwerken met de GPS-functie (p. 117).
22

De taal van het scherm instellen

U kunt de taal wijzigen die op het scherm wordt weergegeven.
Selecteer de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
z Houd de knop m ingedrukt en druk direct
op de knop n.
Stel de taal van het LCD-scherm in.
z Druk op de knoppen opqr of draai de
controleknop 7 om een taal te selecteren en druk vervolgens op de knop m.
X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm gesloten.
Wat als de klok verschijnt als ik op m druk?
De klok verschijnt als er te veel tijd zit tussen het indrukken van de knop m en de knop n in stap 2. Als de klok verschijnt, drukt u op de knop m om de klok te sluiten en herhaalt u stap 2.
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op n te drukken en [Taal ] te selecteren op het tabblad 3.
23

Geheugenkaarten formatteren

Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Door het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Aangezien u de gewiste gegevens niet kunt herstellen, moet u uiterst voorzichtig zijn als u een geheugenkaart gaat formatteren. Voordat u een Eye-Fi-kaart (p. 199) g aat formatteren, moet u de software van de kaart op een computer installeren.
Open het menu.
z Druk op de knop n.
Selecteer [Formateren].
z Beweeg de zoomknop om het tabblad 3
te selecteren.
z Druk op de knoppen op of draai de
controleknop 7 om [Formateren] te selecteren en druk vervolgens op m.
Kies [OK].
z Druk op de knoppen qr of draai de
controleknop 7 om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op m.
24
Formatteer de geheugenkaart.
z Druk op de knoppen op of draai
de controleknop 7 om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op m om het formatteren te starten.
z Als het formatteren is voltooid, verschijnt
op het scherm de melding [Geheugenkaart is geformatteerd]. Druk op de knop m.

De sluiterknop indrukken

Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de volledige inhoud wordt gewist. Wees voorzichtig bij het downloaden of weggooien van een geheugenkaart. Tref voorzorgsmaatregelen, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, wanneer u een geheugenkaart weggooit, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan wordt aangegeven op de geheugenkaart.
Voer een Low Level Format (p. 179) van de geheugenkaart uit als
de camera niet goed werkt, als de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart is afgenomen, als het maken van continu-opnamen langzamer gaat of als het opnemen van een film plotseling wordt afgebroken.
De sluiterknop indrukken
Druk de ontspanknop altijd eerst half in om de focus in te stellen en druk de knop daarna volledig in om de foto te maken.
Druk de knop half in (Druk lichtjes
om de focus in te stellen).
z Druk lichtjes totdat u tweemaal een
piepgeluid hoort en er AF-kaders verschijnen waarop de camera scherpstelt.
Druk de knop volledig in (Druk
volledig in om de foto te maken).
X
U hoort het geluid van de sluiter als de opname wordt gemaakt.
z Beweeg de camera niet terwijl u dit geluid
hoort, aangezien op dat moment de foto wordt gemaakt.
Kan het geluid van de sluiter langer duren?
Aangezien de opnameduur afhangt van de situatie, kan het geluid van de sluiter
korter of langer duren.
Als de camera of het onderwerp tijdens dit geluid beweegt, kan het opgenomen
beeld onscherp zijn.
Als u de ontspanknop meteen helemaal indrukt zonder halverwege te pauzeren, is het beeld wellicht onscherp.
25

Foto's maken (Smart Auto)

De camera kan het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen, zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. Wanneer de flitser flitst, wordt de witbalans van het hoofdonderwerp en de achtergrond automatisch bijgesteld om de beste kleur te verkrijgen (witbalans meerdere gebieden).
Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
X Het opstartscherm verschijnt.
Selecteer de modusA.
z Stel het programmakeuzewiel in op A. z Als u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera geluid omdat deze de compositie bepaalt.
X Het pictogram voor de ingestelde
compositie en het pictogram IS-modus verschijnen op het scherm (p. 208, 209).
X De camera stelt scherp op gedetecteerde
onderwerpen en geeft kaders weer rond deze gezichten.
Kies de compositie.
z Als u de zoomknop naar i (telelens)
duwt, zoomt u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar
Scherpstelbereik (bij benadering)
Zoombalk
j (groothoek) duwt, zoomt u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt. (De zoombalk, die de zoompositie aangeeft, verschijnt op het scherm.)
26
AF-kader
Foto's maken (Smart Auto)
z U kunt de ring y draaien om in of uit te
zoomen (trapsgewijs zoomen, p. 53).
Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen.
X Wanneer de camera scherpstelt, hoort
u tweemaal een piepgeluid en er worden AF-kaders weergegeven waarop de camera heeft scherpgesteld. Als de camera op meerdere punten scherpstelt, verschijnen er meerdere AF-kaders.
X Als er weinig licht is, wordt de flitser
automatisch geactiveerd.
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal in om
de opname te maken.
X Het sluitergeluid klinkt terwijl het beeld
wordt vastgelegd. Als er weinig licht is en als de flitser is uitgeklapt, wordt de flitser automatisch geactiveerd.
X De foto verschijnt circa twee seconden
op het scherm.
z Terwijl de foto nog op het scherm staat,
kunt u al op de ontspanknop drukken om een volgende foto te maken.
Wat als...
Wat als de kleur en helderheid van de opnamen niet worden weergegeven
zoals verwacht?
Het pictogram voor compositie (p. 208) dat op het scherm verschijnt, komt niet overeen met de werkelijke scene, en u krijgt niet de verwachte resultaten. Probeer in dat geval opnamen te maken in de modus G (p. 81).
27
Foto's maken (Smart Auto)
Wat als er witte en grijze kaders verschijnen wanneer u de camera op een
onderwerp richt?
Er verschijnt een wit kader rond het gezicht of onderwerp dat de camera heeft gedetecteerd als hoofdonderwerp. Rond de andere herkende gezichten verschijnt een grijs kader. De kaders volgen de onderwerpen binnen een bepaald bereik. Als het onderwerp echter beweegt, verdwijnen de grijze kaders en blijft alleen het witte kader zichtbaar.
Wat als er geen kader wordt weergegeven om het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken?
Het onderwerp is mogelijk niet gedetecteerd en de kaders worden wellicht op de achtergrond weergegeven. Probeer in dat geval opnamen te maken in de modus G (p. 81).
Wat als er een blauw kader verschijnt wanneer u de ontspanknop half
indrukt?
Er verschijnt een blauw kader wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd. De scherpstelling en belichting worden voortdurend aangepast (Servo AF).
Wat als er een knipperende verschijnt?
Bevestig de camera op een statief, zodat de camera niet kan bewegen en daardoor het beeld onscherp maken.
Wat als de camera geen enkel geluid maakt?
U hebt mogelijk op de knop p gedrukt terwijl u de camera inschakelde, waardoor alle geluiden zijn uitgeschakeld. Om het geluid in te schakelen, drukt u op de knop
n, selecteert u [mute] op het tabblad 3 en drukt u vervolgens op de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
Wat als het beeld donker is terwijl toch de flitser is gebruikt bij de opname?
Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. Het effectieve flitsbereik is circa 50 cm – 7,0 m met een maximale groothoekinstelling (j), en circa 50 cm – 2,3 m met een maximale telelensinstelling (i).
Wat als de camera één keer piept wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt?
Het onderwerp is wellicht te dichtbij. Loop, als de camera in de maximale groothoekinstelling (j) staat, ongeveer 3 cm of meer weg van uw onderwerp en maak de opname. Loop ongeveer 30 cm of meer weg als de camera in de maximale telelensinstelling (i) staat.
Wat als het lampje gaat branden wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt?
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan het lampje gaan branden bij opnamen in een omgeving met weinig licht.
Wat als het pictogram h knippert wanneer u een foto probeert te maken?
De flitser is aan het opladen. U kunt een foto nemen wanneer de flitser is opgeladen.
Wals als "Verkeerde flitspositie. Herstart camera." op het scherm verschijnt?
Het lijkt of uw vinger op de flitser drukt als deze wil openklappen of als iets anders de beweging van de flitser hindert.
28

Beelden bekijken

Wat als er een pictogram op het scherm verschijnt?
Het pictogram voor de ingestelde compositie en het pictogram IS-modus verschijnen op het scherm. Zie "Compositiepictogrammen " (p. 208) en "IS modus-pictogrammen" (p. 209) voor meer informatie over de pictogrammen die verschijnen.
Het onderwerp selecteren waarop u wilt scherpstellen (AF Tracking)
Nadat u op de knop o hebt gedrukt en is weergegeven, richt u de camera zo dat
op het onderwerp valt waarop u wilt scherpstellen. Houd de ontspanknop half ingedrukt totdat er een blauw kader wordt weergegeven waarin de scherpstelling en de belichting blijven behouden (Servo AF). Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
Beelden bekijken
U kunt de foto's die u hebt gemaakt op het scherm bekijken.
Selecteer de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer een beeld.
z Als u op de knop q drukt of de controleknop
7 naar links draait, doorloopt u de beelden
van het nieuwste beeld naar het oudste.
z Als u op de knop r drukt of de controleknop
7 naar links draait, doorloopt u de beelden
van het oudste beeld naar het nieuwste.
z De beelden volgen elkaar sneller op als
u de knoppen qr ingedrukt houdt, maar ze worden grover weergegeven.
z Na ongeveer 1 minuut wordt de lens weer
ingetrokken. Als de flitser is uitgeklapt, wordt deze weer ingeklapt.
z Als u nogmaals op de knop 1 drukt terwijl
de lens wordt ingetrokken, wordt de camera uitgeschakeld.
29

Beelden wissen

Overschakelen naar de opnamemodus
Als u de ontspanknop half indrukt in de afspeelmodus, gaat de camera terug naar de opnamemodus.
Beelden wissen
U kunt de beelden één voor één selecteren en wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Selecteer de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
X De laatst gemaakte opname verschijnt.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
z Druk op de knoppen qr of draai de
controleknop 7 om het te wissen beeld weer te geven.
Wis het beeld.
z Druk op de knop a. z Als [Wissen ?] wordt weergegeven op het
scherm, drukt u op de knoppen qr of draait u de controleknop 7 om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop m.
X Het getoonde beeld wordt gewist.
z Als u het beeld niet wilt wissen, drukt u op
de knoppen qr of draait u de controleknop 7 om [Stop] te selecteren. Daarna drukt u op de knop m.
30
Loading...
+ 206 hidden pages