CANON HG10 User Manual [nl]

Page 1
HG10
HD Camcorder
Gebruiksaanwijzing
Lees ook de Backup Utility en Digital Video Software gebruiksaanwijzing (als PDF bestand).
CEL-SH3WA280
Page 2

Inleiding

Belangrijke gebruiksinstructies
WAARSCHUWING!
WAARSCHUWING!
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN. LAAT DIT DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
VOORZICHTIG:
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken als zich een ongeval voordoet.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek afdekken, of in een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te heet worden of de plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan elektrische schokken of brand kan optreden.
Het identificatieplaatje CA-570 bevindt zich aan de onderzijde.
Dit product is geclassificeerd onder IEC60825-1:1993 en EN60825-1:1994.
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-570 wordt gebruikt.
2
Page 3

Met uw camcorder genieten van High-Definition Video

Leg met High-Definition-opnamen uw meest gekoesterde momenten vast, of het nu om een onvergetelijk landschap gaat of om de plezierige momenten met uw familie en vrienden. En dat met een kwaliteit die alleen onderdoet voor de werkelijkheid van die momenten zelf.
Wat is High-Definition Video?
Met High-Definition (HD) Video maakt u met gebruik van AVCHD-compressie op de ingebouwde harde schijf video-opnamen van ongeëvenaard hoge kwaliteit. HD-video is samengesteld uit 1080 horizontale lijnen. Dat is meer dan tweemaal zoveel als het aantal horizontale lijnen en circa viermaal zoveel als het aantal pixels in vergelijking met TV-uitzendingen op basis van de Standard-Definition. Met deze techniek krijgt u rijke kleuren en zeer gedetailleerde video-opnamen.
“Full HD 1080” heeft betrekking op Canon-camcorders die compatibel zijn met High-Definition Video die is samengesteld uit 1080 verticale pixels (scanlijnen).
Wat is Cinema Mode?
Geef aan uw opnamen een cinematografisch karakter door gebruik te maken van het opnameprogramma [ CINE MODE/CINEMAMODUS] ( 48). Combineer dit opnameprogramma met de 25 fps progressieve beeldsnelheid [ PF25] ( 43) om de
25p cinemamodus te verkrijgen, waardoor het cinematografische effect wordt
versterkt ( 49).
1080 lijnen
NL
Hoe kan de ingebouwde harde schijf het opnemen vergemakkelijken?
Omdat deze camcorder automatisch video opneemt op de ongebruikte ruimte op de harde schijf, hoeft u zich geen zorgen te maken dat u per abuis opnamen maakt over belangrijke video-opnamen die al op de harde schijf staan. Maar ook kunt u tot 9 1/2 uur video opnemen in de XP-modus ( 31). Daarnaast kunt u de software op de CD-ROM Corel Application Disc gebruiken om uw video's te kopiëren naar een computer, als backup, of om deze op de computer af te spelen en te bewerken. Raadpleeg de Installatie- en gebruikershandleiding op de Corel Application Disc.
3
Page 4

Belangrijke opmerkingen over de harde schijf

Met uw camcorder met harde schijf kunt u vele uren video opnemen en opslaan. Er is echter een verschil tussen het opnemen op een harde schijf en het opnemen op andere media. Houd u bij gebruik van uw camcorder aan de richtlijnen hieronder. Raadpleeg Hoe u de camcorder moet behandelen ( 97) voor meer bijzonderheden.
Maak periodiek een backup van uw opnamen
Zorg ervoor dat u uw films kopieert naar een extern apparaat zoals een computer of DVD­recorder ( 37) en maak periodiek backups.
Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten
De harde schijf is een apparaat met hoge precisie. U kunt uw gegevens voorgoed kwijtraken als de camcorder wordt blootgesteld aan trillingen of hevige stoten, of als u de camcorder laat vallen.
Houd, indien mogelijk, de valsensor ingeschakeld
Als de camcorder valt, wordt dit gedetecteerd door de valsensor ( 44), waarna een beveiligingsmechanisme wordt geactiveerd om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt. Indien u deze functie uitschakelt, wordt dit mechanisme niet geactiveerd. Maar zelfs wanneer deze functie op [ ON/AAN] is ingesteld, kan de harde schijf beschadigd raken als u de camcorder laat vallen.
Ontkoppel de stroombron niet terwijl de indicator van de harde schijf brandt of knippert
Om schade aan de harde schijf te voorkomen, mag u de stroombron niet ontkoppelen en de camcorder niet uitschakelen terwijl de indicator van de harde schijf brandt of knippert.
4
Page 5
Belangrijke opmerkingen over de harde schijf
Gebruik de camcorder alleen binnen het temperatuurbereik waarbij de camcorder mag worden gebruikt.
Indien de temperatuur van de camcorder te heet of te koud wordt, kan het gebeuren dat het opnemen/afspelen wordt stopgezet om schade aan de harde schijf te voorkomen.
Gebruik de camcorder niet op grote hoogte.
De harde schijf kan beschadigd raken als u de camcorder inschakelt of gebruikt op plaatsen met een lage atmosferische druk, zoals hoogtes boven 3000 meter.
Initialiseer de harde schijf als films niet op de normale wijze kunnen worden opgenomen of afgespeeld.
De harde schijf kan in de loop der tijd gefragmenteerd raken door het herhaaldelijk opnemen en verwijderen van films, waardoor de prestatie kan verslechteren. In dat geval moet u de harde schijf initialiseren.
NL
Beveilig persoonlijke informatie op de harde schijf.
Indien u de harde schijf initialiseert of films verwijdert, worden de opgeslagen gegevens echter niet fysiek verwijderd. Houd hier rekening mee als u de camcorder afdankt of deze aan een ander persoon geeft.
5
Page 6

Inhoudsopgave

Inleiding ____________________________________
3 Met uw camcorder genieten van High-Definition Video 4 Belangrijke opmerkingen over de harde schijf 10 Wat u moet weten over deze handleiding
11 Kennismaking met de camcorder
11 Bijgeleverde accessoires 12 Overzicht van bedieningselementen 15 Schermgegevens
Voorbereidingen ______________________________
18 Beginnen
18 De accu opladen 19 De draadloze afstandsbediening en accessoires voorbereiden
21 Basisbediening van de camcorder
21 Aan/uit-schakelaar 21 Bedieningsstanden 22 Navigatietoetsen en keuzewiel 22 Functie-aanduiding 23 Gebruik van de menu’s
24 Eerste instellingen
24 De datum en tijd instellen 25 De taal wijzigen 25 De tijdzone wijzigen
26 Voorbereidingen voordat u begint met opnemen
26 De stand en helderheid van het LCD-scherm instellen 27 Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
6
Page 7
Video ______________________________________
29 Opnemen
29 Video opnemen 31 De opnamemodus selecteren 31 Zoomen 32 Snelstartfunctie (Quick Start) 33 De laatst opgenomen scène bekijken en verwijderen
34 Afspelen en een backup maken van uw video-opnamen
34 De video afspelen 34 Het volume bijstellen: Luidspreker en hoofdtelefoon 37 Een backup maken van uw video-opnamen 37 Scènes opzoeken op datum 38 Scènes verwijderen. 39 Schermgegevens (datacodering)
39 Menu-opties - Overzicht
39 Menu FUNC. 41 Instellingsmenu's 41 44 Functies op de harde schijf (informatie over het gebruik
45 Bedieningsfuncties voor foto’s (kaart initialiseren,
45 Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.) 46 Systeeminstelling (volume, pieptoon, opslaglocatie
48 Datum/tijd instellen
48 Overige functies
48 Aan uw opnamen een cinematografisch karakter geven 49 Speciale scènes 51 Flexibel opnemen: Het diafragma en de sluitertijd wijzigen 52 Minivideolamp 53 Zelfontspanner 53 Handmatige scherpstelling 54 Automatische tegenlichtcorrectie en handmatige instelling van
55 Witbalans 56 Beeldeffecten 57 Digitale effecten 58 Gebruik van een externe microfoon
Camera-instellingen (digitale zoom, beeldstabilisator, etc.)
van de harde schijf, de harde schijf initialiseren, etc.)
kopiëren van schijf naar kaart, etc.)
selecteren, etc.)
de belichting
7
Page 8
Video (vervolg) _______________________________
60 Scènes beheren en de harde schijf
60 Een afspeellijst maken 60 Scènes verplaatsen in de afspeellijst 61 De harde schijf initialiseren
Foto's ______________________________________
62 Opnemen
62 Foto's maken 63 De grootte en kwaliteit van foto's selecteren 64 De laatste, zojuist gemaakte foto wissen
64 Weergeven
64 Foto's bekijken 66 Foto's tijdens weergave vergroten 66 Foto's wissen
67 Aanvullende informatie
67 Flitser 68 Continu-opnamen en reeksopnamen (beeldopnamestand) 69 Automatische scherpstellingsvoorkeuze 70 Lichtmetingsmethode 70 Histogram en andere camcordergegevens 71 Een foto maken tijdens het opnemen van een film 72 Een foto maken van een scène die wordt afgespeeld 72 Foto's beveiligen 73 De geheugenkaart initialiseren
74 Foto's afdrukken
74 Foto's afdrukken - Direct afdrukken 75 De afdrukinstellingen selecteren 77 Snij-instellingen 78 Afdrukopdrachten
8
Page 9
Externe aansluitingen _________________________
80 Aansluiting op een TV of videorecorder
81 Aansluitschema's 82 Afspelen op een TV-scherm 84 Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder
85 Aansluiten op een computer
85 PC-aansluitschema 85 Foto's kopiëren - direct kopiëren 88 Kopieeropdrachten
Aanvullende informatie ________________________
89 Problemen?
89 Problemen oplossen 93 Overzicht van berichten
97 Wat u wel en niet moet doen
97 Hoe u de camcorder moet behandelen 100 De batterij verwijderen 101 Voeding/overig 102 Gebruik van de camcorder in het buitenland
104 Algemene informatie
104 Systeemschema 105 Optionele accessoires 109 Specificaties 111 Index
9
Page 10
Inleiding
A

Wat u moet weten over deze handleiding

Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon HG10. Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik neemt en bewaar de handleiding op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze later altijd kunt raadplegen. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan de tabel Problemen oplossen (89).
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de bediening van de camcorder.
OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van de overige functies die de basisbediening van de camcorder complementeren.
WAAR U OP MOET LETTEN: Beperkingen die van toepassing zijn als de beschreven functie niet in alle bedieningsstanden beschikbaar is (de bedieningsstand waarin de camcorder moet worden ingesteld, etc.).
: Paginanummer waarnaar wordt verwezen.
• In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt:
“Scherm” heeft betrekking op het LCD-scherm en het zoekerscherm. “Scène” heeft betrekking op één filmeenheid vanaf het punt dat u de START/ STOP-toets indrukt om met opnemen te beginnen totdat u opnieuw deze toets indrukt om een pauze in te lassen. De in deze handleiding gebruikte termen "harde schijf" en "HDD" hebben beide betrekking op de ingebouwde harde schijf van de camcorder.
• De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een fotocamera.
De taal wijzigen
Opties
[DEUTSCH] [ ] [ ]
ROMAN
[ENGLISH]
Menu-onderdeel zoals weergegeven in de standaardinstelling
Toetsen en schakelaars die moeten worden gebruikt
Namen van andere toetsen en schakelaars dan de navigatietoetsen worden aangeduid binnen een
toets-kader.
Bijvoorbeeld .
Vierkante haakjes [ ] en hoofdletters worden gebruikt voor menu-opties zoals die op het scherm worden weergegeven. In menukeuzelijsten en optietabellen wordt de standaardwaarde in vet weergegeven. Bijvoorbeeld [ON/AAN], [OFF/UIT]
FUNC.
[TÜRKÇE] [ ] [ESPAÑOL ] [ ] [ ] [
FRANÇAIS
][ ][ ] [ITALIANO] [ ] [ ] [POLSKI] [ ]
FUNC.
(23)
1 Druk op . 2 Druk op of om het pictogram
om de instellingsmenu's te openen.
3 Druk op of om [DISPLAY
SETUP/INSTELLING DISPLAY] te selecteren en druk op .
Standaardwaarde
DISPLAYSETUP/Instelling display
LANGUAGE /Taal ENGLISH
FUNC.
te selecteren en druk op
10
Page 11

Kennismaking met de camcorder

Bijgeleverde accessoires

NL
Draadloze
afstandsbediening WL-D86
USB-kabel IFC-400PCU
Schouderriem SS-900**
Compacte netadapter
CA-570 (incl. netsnoer)
S-componentkabel
CTC-100 Rode • Groene • Blauwe stekkers
CD-ROM* met de software
DIGITAL VIDEO
Solution Disk
Accu BP-2L13
Lithiumknoopbatterij
CR2025 voor draadloze
afstandsbediening
Stereovideokabel STV-250N
Gele • Rode •
Witte stekkers
CD-ROM met software
en gedrukte
gebruikershandleiding
Corel Application Disc
CD-ROM* met de software
Backup Utility
* De CD-ROM bevat de softwarehandleiding
(elektronische versie als PDF-bestand).
**Alleen Europa.
11
Page 12
Inleiding

Overzicht van bedieningselementen

Aanzicht linkerzijde
Aanzicht rechterzijde
Vooraanzicht
QUICK START-toets (snelstarttoets) en standby-lamp ( 32)
DISP.-toets (voor gegevens op scherm) ( 39, 70)
Afdruk/deeltoets ( 75, 85) Aansluitpunt USB ( 85) CARD-indicator (kaarttoegangsindicator)
(62) Geheugenkaartsleuf (open de afdekking
om toegang te krijgen) ( 27) Luidspreker ( 34) Afdekplaatje aansluitpunten Mini-aansluitpunt HDMI OUT ( 81, 83) Aansluitpunt COMPONENT OUT ( 81) Aansluitpunt AV OUT/ ( 80) Handgreepriem ( 19) Aansluitpunt riem Flitser ( 67) Instant-AF-sensor voor onmiddellijke
scherpstelling ( 42) Aansluitpunt MIC ( 59) Sensor voor afstandsbediening ( 20) Minivideolamp ( 52)
Namen van andere toetsen en schakelaars dan de navigatietoetsen worden aangeduid binnen een toets-kader (bijvoorbeeld ).
FUNC.
12
Page 13
Achteraanzicht
LCD-paneel
Bovenaanzicht
Zoeker ( 30) Oogcorrectieregelaar ( 30) HDD-indicator (indicator van de harde
schijf) ( 18)/ CHG-indicator (oplaadindicator) ( 18)
/ Film/fotoschakelaar ( Aan/uit-schakelaar ( 21) Indicator PLAY-modus (afspeelmodus)
(groen) ( 21) Indicator CAMERA-modus
(opnamemodus) (rood) ( 21) START/STOP-toets ( 29) Aansluitpunt DC IN ( 18) Serienummer RESET-toets ( 90) Keuzewiel ( 22) Navigatietoetsen ( 22) SET-toets ( 22) LCD-scherm ( 26)
Stoptoets ( 34)/ PLAYLIST-toets (afspeellijst) ( 60)/ BLC-toets (tegenlichtcorrectie) ( 54)
/ Afspeel/pauzetoets ( 34)/ START/STOP-toets ( 29)
Vooruitspoeltoets ( 34) /
Inzoomtoets T (telefoto) ( 31)
Terugspoeltoets ( 34)/
Uitzoomtoets W (groothoek) ( 31) FUNC.-toets ( 23, 39) Programmakeuzeschakelaar ( 30) Zoomregelaar ( 31) PHOTO-toets (foto maken) ( 62) Geavanceerde accessoireschoen ( 58) Stereomicrofoon
Namen van andere toetsen en schakelaars dan de navigatietoetsen worden aangeduid binnen
toets-kader (bijvoorbeeld ).
een
FUNC.
21
)
NL
13
Page 14
Inleiding
O
nderaanzicht
Draadloze afstandsbediening WL-D86
Aansluitpunt statief ( 21) BATTERY RELEASE-schakelaar
(ontgrendeling accu) ( 18)
START/STOP-toets ( 29) FUNC.-toets (functietoets) ( 23) MENU-toets ( 23) PLAYLIST-toets (afspeellijst) ( 60) Navigatietoetsen ( / / / ) PREV./NEXT-toetsen (vorige/volgende):
Scène overslaan ( 35)/ Pagina omhoog/omlaag in indexscherm (34)
SEARCH -toets achteruit (snel achteruit afspelen) ( 35)/ SLOW -toets achteruit (in slow motion achteruit afspelen) ( 35)
PLAY -toets (afspelen) ( 34) PAU S E -to ets (pau z ere n) ( 3 4) STOP -toets (stoppen) ( 34) PHOTO-toets (foto maken) ( 62) Zoomtoetsen ( 31) SET-toets SEARCH -toets (snel vooruit
afspelen) ( 35)/SLOW -toets (in slow motion vooruit afspelen) ( 35)
DISP.-toets (schermgegevens) ( 39, 70)
14
Page 15

Schermgegevens

(Tijdens afpelen)
Films afspelen
Films opnemen
NL
Bedieningsstand ( 21) Opnameprogramma ( 48, 51) Witbalans ( 55) Beeldeffect ( 56) Digitale effecten ( 57) Opnamemodus ( 31) Fotokwaliteit/grootte
(bij het maken van een foto tijdens het opnemen van video) ( 71)
Opnameherinnering
Onmiddellijke scherpstelling (Instant AF) ( 42), MF (handmatige scherpstelling) ( 53)
25F progressieve beeldsnelheid Werking harde schijf Tijdcode/Afspeelduur
(uren : minuten : seconden) Resterende opnameduur op de harde
schijf Tegenlichtcorrectie ( 54) Hoofdtelefoonuitgang ( 35) Beeldstabilisator ( 43) Windscherm uitgeschakeld ( 44) Valsensor uitgeschakeld ( 44) Niveaumarkering ( 45) Geavanceerde accessoireschoen
(104) Sensor voor afstandsbediening
uitgeschakeld ( 46) Scènenummer Datacodering ( 39)
15
Page 16
Inleiding
Foto’s maken
Foto's wissen
Zoom ( 31), Belichting ( 54)
Opnameprogramma ( 48, 51) Lichtmetingsmethode ( 70) Witbalans ( 55) Beeldeffect ( 56) Digitale effecten ( 57) Beeldopnamestand ( 68) Fotokwaliteit/grootte ( 63)
Onmiddellijke scherpstelling (Instant AF) ( 42), MF (handmatige scherpstelling) ( 53)
Aantal foto’s dat beschikbaar is op de geheugenkaart
Zelfontspanner ( 53) Geschatte resterende accucapaciteit Beeldstabilisator ( 43) AF-kader (automatische scherpstelling)
(69) Minivideolamp ( 52) Flitser ( 67) Scherpstelling/belichting automatisch
ingesteld en vergrendeld ( 62) Camcordertrillingswaarschuwing ( 41) Beeldnummer ( 47) Huidig beeld / Totaal aantal beelden Histogram ( 70) Datum en tijd van opname Beeldbeveiligingspictogram ( 72) Handmatige scherpstelling ( 53) Handmatige belichting ( 54) Beeldgrootte ( 63) Bestandsgrootte Diafragmawaarde ( 51) Sluitertijd ( 51)
16
Page 17
Opnameherinnering
De camcorder telt van 1 tot 10 seconden wanneer u begint op te nemen. Dit komt van pas om scènes te vermijden die te kort zijn.
25F progressieve beeldsnelheid
Selecteer de 25F progressieve beeldsnelheid ( 43) om aan uw opnamen een cinematografisch karakter te geven. U kunt deze beeldsnelheid combineren met het opnameprogramma [ CINE MODE/ CINEMAMODUS] ( 48) om het effect te versterken.
Werking harde schijf
Opnemen, Opnamepauze,
Afspelen, Afspeelpauze,
Snel vooruit afspelen, Snel achteruit afspelen,
In slow motion vooruit afspelen, In slow motion achteruit afspelen
Resterende opnameduur
Als er op de harde schijf geen vrije ruimte meer is, wordt “ END/Einde” weergegeven en stopt de opname.
Aantal foto’s dat beschikbaar is op de
kaart
knipperend in rood: Geen kaart aanwezig
in groen: 6 of meer beelden in geel: 1 t/m 5 beelden in rood: Er kunnen geen foto’s meer
worden gemaakt
• Tijdens het bekijken van foto’s is het display altijd groen.
• Het kan voorkomen dat het getal dat aangeeft hoeveel foto’s nog kunnen worden gemaakt, niet afneemt nadat een foto is gemaakt. Ook kan het voorkomen dat het aantal foto’s dat nog kan worden gemaakt, op het display na een opname ineen deze situaties zich voordoet, hangt af van de opnameomstandigheden.
Kaart/schijftoegangsdisplay
wordt weergegeven naast het aantal beschikbare foto’s terwijl de camcorder de geheugenkaart beschrijft.
Geschatte resterende accucapaciteit
• Vervang de accu door een volledig opgeladen
accu als ” in rood wordt weergegeven.
•Als u een lege accu aansluit, wordt de
camcorder mogelijk uitgeschakeld zonder dat “ ” wordt weergegeven.
• Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit
niet nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van de omstandigheden waaronder de camcorder en accu worden gebruikt.
Beeldnummer
Het beeldnummer geeft de naam en locatie aan van het bestand op de geheugenkaart. Voorbeeld: de bestandsnaam van beeld 101-0107 is “IMG_0107.JPG”, opgeslagen onder de map “DCIM\101CANON”.
s met 2 afneemt. Of een van
NL
17
Page 18

Voorbereidingen

In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de elementaire bedieningshandelingen, zoals het navigeren door menu's, en de instellingen die u de eerste keer moet verrichten. Zo raakt u snel vertrouwd met uw camcorder.

Beginnen

De accu opladen

De camcorder kan van stroom worden voorzien met een accu of rechtstreeks met de compacte netadapter. Laad de accu vóór gebruik op. Raadpleeg de tabellen op pagina 105 voor meer informatie over de geschatte oplaadduur, en opname- en afspeelduur met een volle accu.
Verwijder de afdekplaat van de accu voordat u de accu plaatst
BATTERY RELEASE-
schakelaar
1 Zet de camcorder uit.
2 Plaats de accu in de camcorder.
Druk de accu zachtjes in het aansluitpunt en schuif de accu omhoog totdat deze vast klikt.
CHG-indicator (oplaadindicator)
Aansluitpunt DC-IN
3 Sluit het netsnoer aan op de
compacte netadapter.
4 Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
5 Sluit de compacte netadapter aan
op het aansluitpunt DC-IN van de camcorder.
• De CHG-indicator begint te knipperen. De indicator blijft branden als de accu is opgeladen.
• De compacte netadapter kunt u ook gebruiken zonder dat er in de camcorder een accu is geplaatst.
• Als de compacte netadapter aangesloten is, wordt de stroom van de accu niet verbruikt.
18
Page 19
ZODRA DE ACCU VOLLEDIG OPGELADEN IS
1 Haal de compacte netadapter uit
de camcorder.
2 Haal het netsnoer uit het
stopcontact en de compacte netadapter.
DE ACCU VERWIJDEREN
BATTERY RELEASE
Schuif in de richting van de pijl en houd deze schakelaar ingedrukt. Schuif de accu omlaag en trek de accu vervolgens naar buiten.
BELANGRIJK
• Zet de camcorder uit voordat u de compacte netadapter aansluit of verwijdert. Nadat u de schakelaar op zet, worden belangrijke bestandstoewijzingsgegevens op de harde schijf bijgewerkt. Wacht totdat het LCD-display volledig uitgeschakeld wordt.
• Tijdens gebruik kan de compacte netadapter enig lawaai produceren. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
• Het verdient aanbeveling de accu op te laden bij temperaturen tussen 10 °C en 30 °C. Buiten het temperatuurbereik tussen 0 °C en 40 °C wordt het opladen niet gestart.
• Sluit op het aansluitpunt DC-IN van de camcorder of op de compacte netadapter geen elektrische apparatuur aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen voor gebruik met deze camcorder.
• Sluit de bijgeleverde compacte netadapter niet aan op spanningsomzetters bij reizen naar andere continenten of op speciale stroombronnen zoals die in vliegtuigen en schepen, DC-AC-omzetters, etc.
Hiermee voorkomt u dat het apparaat uitvalt of te heet wordt.
OPMERKINGEN
• De CHG-indicator (oplaadindicator) geeft ook bij benadering aan in hoeverre de accu nog opgeladen is. Brandt voortdurend opgeladen. Knippert snel tweemaal met een tussenpoos van 1 seconde: De accu is ten minste voor 50% opgeladen. Als de indicator snel knippert, maar niet exact in dit patroon, raadpleeg dan Problemen oplossen ( 89). Knippert éénmaal met een tussenpoos van 1 seconde: Resterende accucapaciteit is minder dan 50%.
• Wij raden u aan twee- tot driemaal zoveel opgeladen accu’s bij de hand te houden dan u nodig denkt te hebben.
: Accu is volledig

De draadloze afstandsbediening en accessoires voorbereiden

Plaats eerst de bijgeleverde lithiumknoopbatterij CR2025 in de draadloze afstandsbediening.
Lipje
1 Druk het lipje in de richting van de
pijl en trek de batterijhouder naar buiten.
NL
19
Page 20
Voorbereidingen
2 Plaats de lithiumknoopbatterij
zodanig dat de pluszijde (+) naar boven is gericht.
3 Plaats de batterijhouder terug.
Richt de draadloze afstandsbediening op de sensor van de camcorder als u op de toetsen van de afstandsbediening drukt.
OPMERKINGEN
• De draadloze afstandsbediening werkt mogelijk niet goed als de sensor blootstaat aan fel licht of direct zonlicht.
• Als de draadloze afstandsbediening niet werkt, controleer dan of [WL.REMOTE/ AFSTANDSBEDIENING] niet ingesteld is op [ OFF /UIT] ( 46). Vervang anders de batterij.
• Als de optionele teleconverter of groothoekconverter op de camcorder aangesloten is, kan deze gedeeltelijk een obstructie vormen voor de sensor. Gebruik de draadloze afstandsbediening dan vanuit een andere hoek.
Accessoires
1 Maak de handgreepriem vast.
Stel de handgreepriem zo af dat u met uw wijsvinger en middelvinger de zoomregelaar en met uw duim de
START/STOP
toets kunt bereiken.
2 Bevestig de bijgeleverde
schouderriem.
Haal de uiteinden door het riembevestigingspunt en stel de lengte van de riem bij.
20
Page 21
ALS U DE CAMCORDER OP EEN STATIEF
MONTEERT
Laat de zoeker niet blootgesteld staan aan direct zonlicht, omdat de lens (vanwege de hoge lichtconcentratie) anders kan inbranden. Gebruik geen statieven met montageschroeven die langer zijn dan 5,5 mm. Als u dat wel doet, kan de camcorder beschadigd raken.

Basisbediening van de camcorder

NL

Aan/uit-schakelaar

Vergrendelingsknop
Met de schakelaar wordt de camcorder niet alleen in- en uitgeschakeld, maar kunt u ook de bedieningsstand kiezen. De camcorder inschakelen: Houd de vergrendelingsknop ingedrukt en zet de schakelaar op ON. De bedieningsstand wijzigen: Draai vanuit de stand ON de schakelaar kortstondig naar MODE en laat de schakelaar daarna los. Hierdoor wisselt u tussen opnemen (CAMERA/Opnemen
- rode indicator) en afspelen (PLAY/ Afspelen - groene indicator).

Bedieningsstanden

De bedieningsstand van de camcorder wordt bepaald door de schakelaar
en de stand van de schakelaar
/ . In deze handleiding wordt met aangegeven dat een functie beschikbaar is in de getoonde bedieningsstand en wordt met aangegeven dat de functie niet beschikbaar is. Als geen bedieningsstandsymbolen worden
21
Page 22
Voorbereidingen
getoond, dan is de functie in alle bedieningsstanden beschikbaar.

Navigatietoetsen en keuzewiel

Deze camcorder is op het LCD-paneel uitgerust met navigatietoetsen (de toetsen / / / ) en een keuzewiel om de verschillende functies uit te voeren. Welke functies op de navigatietoetsen en het keuzewiel van toepassing zijn, hangt af van de bedieningsstand en de instellingen van de camcorder.
Druk op de navigatietoetsen om een item te selecteren of instellingen te wijzigen.
Druk op om de instellingen op te slaan of een actie te bevestigen. Op menuschermen wordt dit aangegeven met het pictogram .
Bedieningsstand
Indicator
bedieningsstand
(Rood)
(Groen)
Schakelaar /Weergegeven
In plaats van op of te drukken, kan voor veel functies ook aan het keuzewiel worden gedraaid. Ook zijn er functies waarbij het verdraaien van het keuzewiel hetzelfde effect heeft als wanneer u op of drukt. Er zijn evenwel ook functies waarvoor het keuzewiel niet kan worden gebruikt.

Functie-aanduiding

Druk op om de functie-aanduiding weer te geven of te verbergen. In de afbeeldingen van de handleiding worden posities die niet relevant zijn voor de functie waarover informatie wordt gegeven, gemarkeerd met een gestreept patroon.
Functie
Films opnemen op de harde schijf
Foto’s maken op de geheugenkaart
Films afspelen vanaf de harde schijf
Foto’s bekijken vanaf de geheugenkaart
(Films)
(Foto's)
(Films)
(Foto's)
pictogram
(Groen)
(Blauw)
29
62
34
64
22
Page 23
Deze posities kunnen, afhankelijk van de bedieningsstand, leeg zijn of worden aangeduid met een ander pictogram dan in de afbeelding.
NEXT
Als de functie-aanduiding meerdere ‘pagina’s’ bevat, worden aan de onderzijde de optie [NEXT/VOLGENDE] en het vervolgpictogram ( ) weergegeven. Druk op om de volgende “pagina” van de functie-aanduiding op te roepen.

Gebruik van de menu’s

Veel camcorderfuncties kunnen worden ingesteld met de menu’s die u kunt openen door de toets FUNC. ( ) in
FUNC.
te drukken. Raadpleeg Menu-opties - Overzicht ( 39) voor bijzonderheden over de beschikbare menuopties en instellingen.
Een optie selecteren in het menu FUNC.
2 Druk op of om in de kolom
aan de linkerzijde het pictogram te
selecteren van de functie die u wilt
wijzigen.
• Niet-beschikbare menu­onderdelen worden gedimd weergegeven.
• U kunt ook het keuzewiel gebruiken.
3 Druk op of om op de balk
aan de onderzijde uit de beschikbare opties de gewenste instelling te selecteren.
• De geselecteerde optie wordt geaccentueerd in een lichtblauwe kleur.
• Bij sommige instellingen moet u verdere keuzes maken en/of op
drukken. Volg de extra bedieningsaanduidingen die op het scherm verschijnen (zoals het pictogram , kleine pijlen, etc.).
4 Druk op om de instellingen
op te slaan en het menu te sluiten.
U kunt op elk moment op drukken om het menu te sluiten.
Een optie selecteren in de instellingsmenu's
FUNC.
FUNC.
NL
FUNC.
( 23)
1 Druk op .
FUNC.
FUNC.
( 23)
23
Page 24
Voorbereidingen
1 Druk op .
FUNC.
2 Gebruik de navigatietoetsen
om het pictogram te selecteren en druk op om de instellingsmenu's te openen.
U kunt ook langer dan 1 seconde ingedrukt houden of op de draadloze afstandsbediening op
MENU
de instellingsmenu’s direct te openen.
FUNC.
drukken om het scherm van
3 Druk op of om in de kolom
aan de linkerzijde het gewenste menu te selecteren en druk op
.
Dit titel van het geselecteerde menu verschijnt aan de bovenzijde van het scherm en daaronder ziet u de lijst met opties.
4 Druk op of om de instelling
te selecteren die u wilt wijzigen en druk op .
• De oranje keuzebalk geeft de momenteel geselecteerde menu­instelling aan. Niet-beschikbare onderdelen worden weergegeven in zwart.
• Druk op om terug te keren naar het menukeuzescherm (stap 3).
5 Druk op of om de gewenste
optie te selecteren en druk op om de instelling op te slaan.
6 Druk op .
U kunt op elk moment op drukken om het menu te sluiten.
U kunt ook het keuzewiel gebruiken om door de menu's te navigeren en instellingen aan te passen.
24
FUNC.
FUNC.
OPMERKINGEN

Eerste instellingen

De datum en tijd instellen

U moet de datum en tijd van de camcorder instellen voordat u deze kunt gebruiken. Het scherm [DATE/ TIME-DATUM/TIJD] (het scherm voor instelling van de datum en tijd) verschijnt automatisch indien de klok van de camcorder niet ingesteld is. U moet dan de datum en tijd instellen.
Indien het scherm [DATE/TIME-DATUM/ TIJD] (het scherm voor de instelling van de datum en tijd) verschijnt, wordt het jaar weergegeven in oranje en aangeduid met omhoog/omlaag-pijlen.
1 Druk op of om het jaar te
wijzigen en druk vervolgens op om naar de maand te gaan.
U kunt ook het keuzewiel gebruiken om het jaar te wijzigen.
2 Wijzig op dezelfde wijze de rest
van de velden (maand, dag, uur en minuten).
3 Druk op om de cursor naar de
toets [OK] te verplaatsen en druk op om de klok te starten en het menu te sluiten.
BELANGRIJK
• Als u de camcorder langer dan circa 3 maanden niet gebruikt, kan de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij
Page 25
geheel leeg raken en verliest u mogelijk
A
de datum/tijdinstelling. Laad in een dergelijk geval de ingebouwde lithiumbatterij ( 101) opnieuw op en stel opnieuw de tijdzone, datum en tijd in.
• De datum wordt alleen in het eerste instellingsscherm weergegeven in de notatie jaar-maand-dag. In de volgende schermen worden de datum en tijd weergegeven als dag-maand-jaar (bijvoorbeeld, [1.JAN.2007 12:00 AM]). U kunt de datumnotatie wijzigen ( 48).
• U kunt de datum en tijd ook op een later tijdstip (dus op een ander moment dan tijdens de eerste instellingen) wijzigen. Om het scherm [DATE/TIME-DATUM/ TIJD] te openen, drukt u op en selecteert u [DATE/TIME SETUP­DATUM/TIJD INSTELLEN] [DATE/ TIME-DATUM/TIJD].
FUNC.

De taal wijzigen

Opties
[DEUTSCH] [ ] [ ]
[ENGLISH][TÜRKÇE] [ ]
[ESPAÑOL] [ ] [ ] [
FRANÇAIS [ITALIANO] [ ] [ ] [POLSKI] [ ]
ROMAN
][ ][ ]
Standaardwaarde
DISPLAY SETUP/Instelling display
LANGUAGE/Taal ENGLISH/Engels
FUNC.
( 23)
1 Druk op .
FUNC.
2 Druk op of om het pictogram
te selecteren en druk op
om de instellingsmenu's te openen.
3 Druk op of om [DISPLAY
SETUP/INSTELLING DISPLAY] te selecteren en druk op .
4 Druk op of om
[LANGUAGE /TAAL] te selecteren en druk op .
5 Gebruik de navigatietoetsen of het
keuzewiel om de gewenste optie te selecteren en druk op .
6 Druk op om het menu te
sluiten.
* Als u voor de eerste keer de camcorder instelt
of nadat u deze hebt gereset, worden scherm­gegevens weergegeven in de Engelse taal (de standaardtaal). Selecteer [DISPLAY SETUP/ INSTELLING DISPLAY] [LANGUAGE / TAAL] en selecteer vervolgens uw taal.
• Als u de taal per abuis hebt gewijzigd, volg dan de markering naast het menu-onderdeel om de instelling te wijzigen.
• De symbolen en die in sommige menuschermen verschijnen, hebben betrekking op de namen van toetsen op de camcorder en veranderen niet, ongeacht de taal die is geselecteerd.

De tijdzone wijzigen

FUNC.
( 23)
FUNC.
OPMERKINGEN
Standaardwaarde
DATE/TIME SETUP-Datum/tijd instellen
T.ZONE/DST -Tijdzone/zomertijd
PARIS
/Parijs
NL
25
Page 26
Voorbereidingen
1 Druk op .
FUNC.
2 Druk op of om het pictogram
te selecteren en druk op
om de instellingsmenu's te openen.
3 Druk op of om [DATE/TIME
SETUP-DATUM/TIJD INSTELLEN] te selecteren en druk op .
4 Druk op of om [T.ZONE/DST-
TIJDZONE/ZOMERTIJD] te selecteren en druk op .
De standaardinstelling is Paris/Parijs.
DE EIGEN TIJDZONE INSTELLEN
5 Zorg ervoor dat de tijdzone is
geselecteerd.
6 Druk op of om het gebied te
selecteren dat overeenkomt met uw lokale tijdzone en druk op .
Selecteer de gebiedsnaam die is gemarkeerd met een als u de instelling wilt aanpassen aan zomertijd.
7 Druk op om het menu te
sluiten.
ALS U OP REIS BENT
Selecteer de tijdzone die overeenkomt met de plaatselijke tijd op uw bestemming.
5 Druk op om het oranje
selectiekader naar de tijdzone te verplaatsen.
6 Druk op of om het gebied te
selecteren dat overeenkomt met de lokale tijd op uw bestemming en druk op .
• Op het scherm verschijnt “SET THE
• Selecteer de gebiedsnaam die is
7 Druk op om het menu te
sluiten.
26
FUNC.
TIME ZONE, DATE AND TIME/Stel de tijdzone, datum en tijd in”.
gemarkeerd met een als u de instelling wilt aanpassen aan zomertijd.
FUNC.

Voorbereidingen voordat u begint met opnemen

De stand en helderheid van het LCD-scherm instellen

Het LCD-paneel draaien
Open het LCD-paneel tot een hoek van 90 graden.
• U kunt het paneel 90 graden naar beneden draaien.
• U kunt het paneel 180 graden naar de lens draaien (zodat het onderwerp het LCD-scherm kan bekijken terwijl u de zoeker gebruikt). Het paneel 180 graden draaien komt ook van pas als u uzelf wilt opnemen met de zelfontspanner. Alleen op die wijze kunt u de zoeker en het LCD-scherm tegelijkertijd gebruiken.
180°
90°
180°
Het onderwerp kan het LCD-scherm
bekijken
Page 27
OPMERKINGEN
Over het LCD- en zoekerscherm: De schermen
zijn gefabriceerd met uiterst verfijnde technieken. Meer dan 99,99 % van de pixels functioneert correct. Minder dan 0,01 % van de pixels kan af en toe mislukken of wordt weergegeven als zwarte, rode, blauwe of groene punten. Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld en betekent niet dat er problemen zijn.
LCD-achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het scherm instellen op normaal of helder. Als u dat doet, wordt de helderheid van zowel het LCD-scherm als zoekerscherm gewijzigd.
DISP.
Houd langer dan 2 seconden ingedrukt.
Doe dit nogmaals als u de andere instelling (normaal of helder) wilt kiezen.
OPMERKINGEN
• Deze instelling heeft geen invloed op de helderheid van uw opname.
• Gebruik van de heldere instelling bekort de effectieve gebruiksduur van de accu.

Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen

NL
Met deze camcorder kunnen alleen miniSD-kaarten worden gebruikt.
1 Zet de camcorder uit. 2 Open het LCD-paneel. 3 Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf.
4 Steek de geheugenkaart in zijn
geheel, met het miniSD-label omhoog gericht, recht in de geheugenkaartsleuf totdat de kaart vast klikt.
5 Sluit de afdekking.
Forceer de afdekking niet om deze te sluiten als u de geheugenkaart niet op de juiste wijze hebt geplaatst.
DE GEHEUGENKAART VERWIJDEREN
Duw de geheugenkaart eerst éénmaal naar binnen om deze te ontgrendelen en trek daarna de kaart naar buiten.
27
Page 28
Voorbereidingen
BELANGRIJK
• U moet een geheugenkaart altijd eerst initialiseren voordat u deze met de camcorder kunt gebruiken ( 73).
• Geheugenkaarten hebben een voor- en achterzijde die van elkaar verschillen. De camcorder kan defect raken als u een geheugenkaart verkeerd om in de camcorder plaatst.
OPMERKINGEN
Niet met alle miniSD-kaarten kan compatibiliteit worden gegarandeerd.
28
Page 29

Video

Dit hoofdstuk behandelt functies die betrekking hebben op het maken van films, waaronder opnemen, afspelen, menu-opties en functies op de harde schijf.
NL

Opnemen

Video opnemen

Voordat u met opnemen begint
Als u wilt controleren of de camcorder juist opneemt, dan kunt u beter eerst een testopname opnemen. Initialiseer de harde schijf als dat nodig is ( 61).
( 21)
1 Verplaats de schakelaar /
naar de filmstand .
2 Zet de schakelaar op ON
om de camcorder in de stand CAMERA te zetten.
De rode indicator CAMERA gaat vervolgens branden.
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
• Het opnemen begint; druk
• U kunt ook op van de
START/STOP
nogmaals op als u een pauze wilt inlassen.
draadloze afstandsbediening drukken.
START/STOP
START/STOP
NADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
1 Overtuig u ervan of de indicator
van de harde schijf niet brandt. 2 Zet de camcorder uit. 3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
Probeer bij het opnemen van films
een kalm, stabiel beeld te krijgen.
Als u tijdens het opnemen de camcorder te veel beweegt en vaak snel zoomt en panoramisch filmt, kan dit tot onrustige scènes leiden. In extreme gevallen kan het afspelen van dergelijke scènes tot gevolg hebben dat door de visuele waarneming bewegingsziekte wordt veroorzaakt. Als een dergelijke reactie optreedt, stop dan onmiddellijk met afspelen en wacht een tijdje totdat u verdergaat.
• Houd u aan de voorzorgsmaatregelen
hieronder terwijl de indicator van de harde schijf brandt of knippert. Als u dit nalaat, kan dat tot gevolg hebben dat u uw gegevens voorgoed kwijtraakt of dat
29
Page 30
Video
schade wordt toegebracht aan de harde schijf.
- Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsstand niet.
OPMERKINGEN
Over de stroombesparingsstand: Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit als er vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom te besparen ( 46). Als u de stroomtoevoer wilt herstellen, draai de schakelaar dan naar MODE en laat de schakelaar vervolgens los, of draai de schakelaar
naar en weer terug naar ON.
• Als u opnamen maakt op plaatsen met veel lawaai (zoals vuurwerkshows of concerten), kan het geluid vervormd raken of wordt het niet opgenomen op het feitelijke niveau). Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Gebruik van de zoeker
Als u opnamen maakt op heldere plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te maken van het LCD-scherm. Wijzig in een dergelijk geval de helderheid van het LCD-scherm ( 27) of gebruik in plaats hiervan de zoeker. Houd het LCD-paneel gesloten om de zoeker te gebruiken*. Houd vervolgens beide zijden van de zoeker stevig vast en trek deze recht naar buiten totdat deze vast klikt.
Stel de zoeker, indien nodig, af met de oogcorrectieregelaar. U kunt ook de helderheid van het scherm wijzigen ( 27). Gebruik van de heldere instelling bekort de effectieve gebruiksduur van de accu. * Het LCD-scherm en de zoeker kunt u
tegelijkertijd gebruiken wanneer het LCD-paneel 180 graden naar het onderwerp is gedraaid ( 26).
Over de programmakeuzeschakelaar en de opnameprogramma's
Zet de programmakeuzeschakelaar op AUTO als u de camcorder alle instellingen voor u wilt laten verrichten, zodat u de camcorder alleen maar op het onderwerp hoeft te richten en direct kunt beginnen met opnemen.
Zet de programmakeuzeschakelaar op P als u een van de opnameprogramma's wilt selecteren. De speciale scènes ( 49) bieden een gemakkelijke mogelijkheid om voor specifieke opnameomstandigheden de optimale instellingen te selecteren. Daarentegen kunt u met flexibele opnameprogramma's ( 51) de sluitertijd of het diafragma instellen, of andere instellingen wijzigen.
30
Page 31

De opnamemodus selecteren

De camcorder heeft 4 opnamemodi. Als u de opnamemodus wijzigt, verandert de opnameduur op de harde schijf. Selecteer de HXP- of XP­modus voor een betere filmkwaliteit; selecteer de LP-modus voor een langere opnameduur. In de volgende tabel wordt een benadering gegeven van de opnameduur.
Opnamemodus Opnameduur
5 uur 30 min. 9 uur 30 min.
11 uur 30 min.
15 uur.*
* Films kunnen circa 13 uur ononderbroken
worden opgenomen.
OPMERKINGEN
• U kunt langer opnemen met de LP­modus; Afhankelijk van de scène die wordt opgenomen, kan het beeld en geluid dat u opneemt in de LP-modus, echter vervormd raken. Het verdient aanbeveling voor belangrijke opnamen gebruik te maken van de HXP- of XP­modus. Initialiseer de harde schijf als dat nodig is ( 61).
• De camcorder maakt gebruik van een variabele bit rate (VBR) als de video­gegevens worden gecodeerd, zodat de feitelijke opnameduur al naargelang de inhoud van de scènes zal variëren.

Zoomen

WAAR U OP MOET LETTEN
NL
( 21)
Standaardwaarde
STANDARD PLAY 7 Mbp s
/Standaard
afspelen 7 Mbps
FUNC.
( 23)
1 Druk op .
FUNC.
2 Druk op of om het pictogram
van de opnamemodus te selecteren.
3 Druk op of om de gewenste
opnamemodus te selecteren.
4 Druk nogmaals op om de
instelling op te slaan en het menu te sluiten.
FUNC.
( 21)
: Naast de optische zoom is
ook digitale zoom beschikbaar ( 42).
W
W
T
W Uitzoomen T Inzoomen
T
31
Page 32
Video
10x optische zoom
Druk op de W-zijde van de zoomregelaar om uit te zoomen (groothoek). Druk op de T-zijde om in te zoomen (telefoto).
U kunt ook de zoomsnelheid wijzigen ( 42). U kunt een keus maken uit drie vaste zoomsnelheden of een variabele snelheid kiezen die afhangt van de wijze waarop u de zoomregelaar bedient: Druk zachtjes voor een langzame zoom; druk harder voor een snellere zoom.
OPMERKINGEN
• Houd tot het onderwerp een afstand van ten minste 1 meter aan. Bij volledige groothoek kunt u tot op niet minder dan 1 cm op een onderwerp scherpstellen.
• U kunt ook de toetsen T en W van de draadloze afstandsbediening of het LCD­paneel gebruiken. De zoomsnelheid is dezelfde als met de camcorder of staat vast op [ SPEED 3/SNELHEID 3] (indien de optie [ VARIABLE/ VARIABEL] is geselecteerd).
• Indien u de optie [ VARIABLE/ VARIABEL] selecteert, is de zoomsnelheid in de opnamepauzestand sneller.

Snelstartfunctie (Quick Start)

Als u op drukt, komt de camcorder in de standby-stand . In de standby-stand verbruikt de camcorder slechts de helft van de stroom die wordt gebruikt voor het maken van opnamen, waardoor u bij gebruik van een accu bespaart op stroom. Als u nogmaals op
QUICK START
bovendien binnen circa 1 seconde gereed voor het maken van opnamen, zodat u dus geen belangrijke opnamemogelijkheden hoeft te missen.
1 Druk stevig in.
QUICK START
drukt, is de camcorder
( 21)
QUICK START
De standby-lamp knippert eerst terwijl de camcorder bezig is met voorbereidingen en blijft vervolgens branden als de camcorder in de standby-stand komt.
2 Als u het opnemen wilt hervatten,
drukt u nogmaals op .
Binnen circa 1 seconde is de camcorder gereed in de opnamepauzestand.
BELANGRIJK
Ontkoppel de stroombron niet tijdens de standby-stand (terwijl de standby-lamp brandt).
QUICK START
32
Page 33
OPMERKINGEN
• Als u de camcorder vanuit de standby-
stand activeert, worden de hieronder genoemde instellingen automatisch gewijzigd:
- De handmatige scherpstelling keert terug naar automatische scherpstelling (AF).
- De handmatige belichting keert terug naar automatische belichting.
- De zoomstand keert terug naar volledige groothoek W.
- De automatische tegenlichtcorrectie wordt uitgeschakeld.
• De camcorder wordt uitgeschakeld als u deze 10 minuten lang in de standby-stand laat staan, ongeacht de instelling van [POWER SAVE/ STROOMBESPARING] ( 46). U kunt met de optie [ STANDBY OFF/ STANDBY UIT] selecteren hoe lang het moet duren voordat de camcorder wordt uitgeschakeld ( 46). Als u de stroomtoevoer wilt herstellen nadat de camcorder is uitgeschakeld, draai de schakelaar dan naar MODE en laat de schakelaar vervolgens los, of draai de schakelaar naar
en weer terug naar ON.
• De camcorder keert terug naar de opnamepauzestand als u in de standby-stand (terwijl de standby­lamp brandt) een van de volgende bedieningshandelingen uitvoert.
- Als u de stand van de schakelaar /
wijzigt.
- Als u de schakelaar op MODE zet.
• Afhankelijk van andere instellingen kan het langer dan 1 seconde duren voordat de camcorder herstelt vanuit de standby-stand.

De laatst opgenomen scène bekijken en verwijderen

Zelfs in de stand kunt u de laatst opgenomen scène afspelen om
deze te controleren. U kunt de scène ook verwijderen terwijl u deze bekijkt.
( 21)
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren.
• Indien het symbool niet op de functie-aanduiding wordt weergegeven, druk dan herhaaldelijk op om dit symbool op te roepen.
• De camcorder speelt de laatste scène af (maar zonder geluid) en keert daarna terug naar de opnamepauzestand.
Een scène verwijderen direct nadat u deze hebt opgenomen
( 21)
Na het opnemen van een scène:
1 Bekijk de scène zoals is
beschreven in het vorige gedeelte.
2 Druk tijdens het bekijken van de
scène op om te selecteren en druk op .
3 Druk op om [YES/JA] te
selecteren en druk op .
OPMERKINGEN
• Verricht geen andere bedienings­handelingen op de camcorder terwijl de scène wordt verwijderd.
• U kunt de laatste scène niet verwijderen indien u na het opnemen van de scène de bedieningsstand hebt gewijzigd of de camcorder hebt uitgezet.
33
NL
Page 34
Video

Afspelen en een backup maken van uw video-opnamen

De video afspelen

( 21)
1 Verplaats de schakelaar /
naar de filmstand .
2 Zet de schakelaar op ON, zet
deze vervolgens op MODE en laat de schakelaar daarna los om de camcorder in de stand PLAY te zetten.
De groene indicator PLAY gaat vervolgens branden. Na enkele seconden verschijnt het indexscherm van de scènes, met het selectiekader op de laatste (meest recent opgenomen) scène.
3 Gebruik de navigatietoetsen om
het selectiekader te verplaatsen naar de scène die u wilt afspelen.
U kunt ook aan het keuzewiel draaien om snel de indexschermen te doorlopen.
34
4 Druk op om met afspelen te
beginnen.
Het afspelen wordt gestart vanaf de geselecteerde scène en wordt vervolgd tot het eind van de laatst opgenomen scène.
/
TIJDENS HET AFSPELEN
5 Druk nogmaals op als u
tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen.
6 Druk op als u wilt stoppen met
afspelen en wilt terugkeren naar het indexscherm voor films.
OPMERKINGEN
Afhankelijk van de opnameomstandigheden is tussen scènes mogelijk een korte pauze in de video- of geluidsweergave merkbaar.
/

Het volume bijstellen: Luidspreker en hoofdtelefoon

De camcorder speelt het geluid af met de ingebouwde luidspreker. Als u voor het afspelen de zoeker gebruikt, kunt u een hoofdtelefoon aansluiten om het geluid te beluisteren. U kunt de hoofdtelefoon ook gebruiken om tijdens het opnemen het audioniveau te controleren.
Het volume van de luidspreker bijstellen
( 21)
Page 35
Speciale afspeelstanden
U kunt voor het gebruik van de speciale afspeelstanden de toetsen gebruiken op het LCD-paneel of de draadloze afstandsbediening ( 14). Tijdens de speciale afspeelstanden is er geen geluid mogelijk.
Speciale afspeelstanden Aanvangsstand
Versneld vooruit afspelen Normaal afspelen
In slow motion afspelen Afspeelpauze of * of
Verspringen naar het begin van:
de volgende scène de huidige scène de vorige scène tweemaal tweemaal Terugkeren naar
normaal afspelen
Tijdens sommige speciale afspeelstanden ziet u in het afspeelbeeld mogelijk videoproblemen (blokken, strepen, etc.).
* U kunt ook het keuzewiel gebruiken. **De op het scherm weergegeven snelheid is bij benadering gegeven.
Normaal afspelen
Speciale
afspeelstand
Op de camcorder:
druk op…
of *
Druk nogmaals om de afspeelsnelheid
te verhogen 5x 15x 60x de
Druk nogmaals om de afspeelsnelheid te
verhogen 1/8 1/4 de normale snelheid
/
Op de draadloze afstands-
bediening: druk op …
SEARCH
normale snelheid**
SLOW
NEXT
PREV. PREV.
PLAY
of
SEARCH
SLOW
NL
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op of om het volume bij
te stellen.
• Als u het volume volledig wilt uitschakelen, blijf dan op drukken totdat het volumepictogram verandert in .
• U kunt tijdens het afspelen nogmaals op drukken om de functie-aanduiding te verbergen.
Gebruik van de hoofdtelefoon
De hoofdtelefoon wordt aangesloten op het aansluitpunt AV OUT/ , dat wordt gebruikt voor zowel de hoofdtelefoon als de audio/video-uitvoer (AV). Voordat u de hoofdtelefoon aansluit, moet u de procedure hieronder uitvoeren om de functie van het aansluitpunt te wijzigen van AV-uitvoer in (hoofdtelefoon) en moet u controleren of het pictogram op het scherm wordt weergegeven.
35
Page 36
Video
( 21)
FUNC.
( 23)
1 Druk op .
FUNC.
2 Gebruik de navigatietoetsen om
het pictogram te selecteren en druk op om de instellingsmenu's te openen.
3 Druk op of om [SYSTEM
SETUP/INSTELLING SYSTEEM] te selecteren en druk op .
4 Druk op of om [AV/
PHONE-AUDIO & VIDEO/ HOOFDTELEFOON] te selecteren en druk op .
5 Druk op om [ PHONES/
HOOFDTELEFOON] te selecteren en druk op .
6 Druk op .
HET VOLUME VAN DE HOOFDTELEFOON
WIJZIGEN
Stel in de stand het volume van de hoofdtelefoon bij met de optie
36
FUNC.
verschijnt.
[PHONES VOL./VOLUME HOOFDTELEFOON] ( 47). Gebruik in de stand de navigatietoetsen en de functie-aanduiding terwijl u dezelfde procedure uitvoert als voor het wijzigen van het luidsprekervolume.
BELANGRIJK
• Sluit op het aansluitpunt AV OUT/ geen hoofdtelefoon aan als het pictogram niet op het scherm wordt weergegeven. Als u een hoofdtelefoon aansluit terwijl het aansluitpunt op AV­uitvoer is ingesteld, hoort u alleen ruis.
• Zorg er bij gebruik van een hoofdtelefoon voor dat u het volume verlaagt naar een geschikt niveau.
• Het geluid van de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt als u het LCD-paneel sluit, als u de stereovideokabel STV-250N aansluit op het aansluitpunt AV OUT/ of als u [AV/PHONES-AUDIO & VIDEO/ HOOFDTELEFOON] op [ PHONES/ HOOFDTELEFOON] zet.
OPMERKINGEN
• Gebruik een in de winkel verkrijgbare hoofdtelefoon met een mini-jack van 3,5 mm en een kabel die niet langer is dan 3 m.
• Als u de camcorder uitzet of de bedieningsstand wijzigt, dan wordt in de stand de optie [AV/PHONES­AUDIO & VIDEO/HOOFDTELEFOON] teruggezet naar [ AV].
• Het volume van de hoofdtelefoon kan niet worden gewijzigd terwijl u opneemt.
Page 37
Een backup maken van uw video­opnamen
Films die u met deze camcorder opneemt, worden opgeslagen op de ingebouwde harde schijf. De ruimte op de harde schijf is beperkt. Zorg er daarom voor dat u uw films kopieert naar een extern apparaat en maak van uw films regelmatig een backup. U kunt met de hieronder genoemde methoden een backup maken van opnamen die u met deze camcorder hebt gemaakt.
Films kopiëren naar een computer
De bijgeleverde Corel Application Disc CD-ROM bevat software waarmee u door u gemaakte films kunt selecteren en deze kunt kopiëren naar een computer. Raadpleeg de Installatie- en
gebruikershandleiding op de Corel Application Disc.
U kunt ook gebruik maken van de software op de bijgeleverde Backup Utility CD-ROM om vanaf de ingebouwde harde schijf in de camcorder alle films naar de computer te kopiëren. Raadpleeg de softwarehandleiding (elektronische versie als PDF-bestand) voor een gedetailleerde beschrijving.
Films kopiëren naar een extern apparaat
Sluit de camcorder aan op een extern apparaat zoals een videorecorder of dvd-recorder en kopieer uw films. Raadpleeg Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder ( 84) voor een gedetailleerde beschrijving.
Films kopiëren vanaf een computer
Nadat u films hebt gekopieerd naar een computer, kunt u de software op de
bijgeleverde Corel Application Disc gebruiken om films te selecteren en deze terug te kopiëren naar de camcorder. Raadpleeg de Installatie- en
gebruikershandleiding op de Corel Application Disc. Zorg er echter eerst
voor dat u met gebruik van de software op de bijgeleverde Backup Utility CD-ROM eerst een backup maakt van alle films die u op de harde schijf van de camcorder hebt opgenomen. Als u met gebruik van de Backup Utility CD-ROM een backup op uw computer hebt gemaakt van alle films die u op de camcorder hebt opgenomen, kunt u deze films ook terug kopiëren naar de camcorder. Raadpleeg de softwarehandleiding (elektronische versie als PDF-bestand) voor een gedetailleerde beschrijving.

Scènes opzoeken op datum

U kunt naar alle opnamen zoeken die u op een bepaalde datum hebt gemaakt, bijvoorbeeld alle films die zijn gemaakt tijdens een bepaald uitje.
WAAR U OP MOET LETTEN
*
* Alleen indexscherm van de originele opnamen
FUNC.
( 23)
1 Druk op .
FUNC.
( 21)
2 Druk op of om [ SELECT
DATE/DATUM SELECTEREN] te selecteren en druk op .
NL
37
Page 38
Video
• Er verschijnt een indexscherm met alle datums waarop opnamen zijn gemaakt. Op de dag wordt een oranje selectiekader weergegeven.
• Het miniatuurbeeld is een foto van de eerste scène die op die dag is opgenomen. Het nummer daaronder geeft aan hoeveel scènes op die geselecteerde dag zijn opgenomen.
3 Druk op of om de dag te
wijzigen en druk op of om naar de maand of het jaar te gaan.
4
Wijzig de andere velden op dezelfde wijze om de gewenste datum te selecteren en druk op .
Er verschijnt een indexscherm met het selectiekader op de scène die op de geselecteerde dag als eerste is opgenomen.
OPMERKINGEN
U kunt ook het keuzewiel gebruiken.

Scènes verwijderen.

Scènes die u niet wilt behouden, kunt u verwijderen. Door scènes te verwijderen maakt u ook ruimte vrij op de harde schijf.
Eén enkele scène of alle scènes van een geselecteerde datum verwijderen
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Gebruik in het indexscherm van de originele scènes de navigatietoetsen om een scène te selecteren. Als u [ALL SCENES (THIS DATE)/ALLE SCÈNES (DEZE DATUM)] selecteert, worden alle scènes verwijderd die zijn opgenomen
38
op dezelfde dag als de geselecteerde dag. Als u [ONE SCENE/ÉÉN SCÈNE] selecteert, wordt alleen de geselecteerde scène verwijderd. Als u een scène alleen uit de afspeellijst wilt verwijderen, druk dan eerst op
PLAYLIST
en selecteer vervolgens de scène.
FUNC.
( 23)
FUNC.
DELETE/Verwijderen
Gewenste optie
YES/Ja
BELANGRIJK
• Wees voorzichtig met het verwijderen van originele opnamen. Als u een originele opname verwijdert, bent u deze voorgoed kwijt.
• Maak eerst een backup van belangrijke scènes voordat u deze verwijdert.
• Gebruik geen computer om gegevens uit deze camcorder te verwijderen.
OPMERKINGEN
• Als u een scène verwijdert uit het indexscherm van de originele opnamen, wordt die scène ook verwijderd uit de afspeellijst.
• Afhankelijk van het aantal scènes op de harde schijf kan het verwijderen van een scène langer duren dan gebruikelijk is.
• Het is mogelijk dat scènes die korter zijn dan 5 seconden, niet kunnen worden verwijderd. Als u dergelijke scènes wilt verwijderen, moet u de harde schijf initialiseren ( 61), maar dan worden ook alle andere opnamen verwijderd.
• Wijzig de stand van de schakelaar of de schakelaar / niet terwijl de scène wordt verwijderd (terwijl de indicator van de harde schijf brandt of knippert).
Page 39
• Initialiseer de harde schijf om alle films te verwijderen en alle opnameruimte weer beschikbaar te maken.
• Als u scènes verwijdert uit het indexscherm van de afspeellijst, kunt u per keer slechts één scène verwijderen.

Schermgegevens (datacodering)

De camcorder houdt een datacodering bij met de datum en tijd en andere cameragegevens (sluitertijd, belichting, etc.) die ten tijde van de opnamen werden geregistreerd. U kunt selecteren welke gegevens moeten worden weergegeven.
Selecteren welke schermgegevens moeten worden weergeven
Door herhaaldelijk op te
DISP.
drukken, worden de gegevens als volgt op het scherm weergegeven.
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alle gegevens uitgeschakeld
1

Menu-opties - Overzicht

Niet-beschikbare menu-onderdelen worden in het menu FUNC. gedimd en in de instellingsmenu’s in zwart weergegeven. Raadpleeg
menu's
( 23) voor bijzonderheden over
de wijze waarop u een item selecteert.

Menu FUNC.

Opnameprogramma’s
Programmakeuzeschakelaar: P
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA]
[ SHUTTER-PRIO.AE/AE-SLUITER­TIJDVOORKEUZE], [ APERTURE­PRIO.AE/AE-DIAFRAGMAVOORKEUZE], [ CINE MODE/CINEMAMODUS]* Speciale scènes: [ PORTRAIT/PORTRET], [ SPORTS/ SPORT], [ NIGHT/NACHT], [ SNOW/ SNEEUW], [ BEACH/STRAND], [ SUNSET/ZONSONDERGANG], [ SPOTLIGHT], [ FIREWORKS/ VUURWERK] * Alleen in de stand .
Lichtmetingsmethode
Gebruik van de
( 48, 51)
( 70)
NL
,
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen datacodering
2
• Alle gegevens uitgeschakeld
1
De markeringen en de pictogrammen en
worden echter nog wel op het scherm
weergegeven.
2
Datacodering: De tijd, datum en camera­gegevens op het moment van de opname. Me t de opti e [DATA CODE /DATAC ODE RING ] kunt u instellen wat u wilt weergeven ( 45).
Programmakeuzeschakelaar: P
[ EVALUATIVE/GEHEEL VERDEELD]
, [ CENT.WEIGHT. AVERAGE/GEHEEL MET NADRUK MIDDEN], [ SPOT/LOKAAL]
Witbalans
( 55)
39
Page 40
Video
Programmakeuzeschakelaar: P
[ AUTO/AUTOMATISCH]
, [ DAYLIGHT/DAGLICHT], [ SHADE/ SCHADUW], [ CLOUDY/BEWOLKT], [ TUNGSTEN/GLOEILAMP], [ FLUORESCENT/TL], [ FLUORES­CENT H/TL H], [ SET/INSTELLEN]
Beeldeffect
Programmakeuzeschakelaar: P
[ IMAGE EFFECT OFF/ BEELDEFFECT UIT]
, [ VIVID/ LEVENDIG], [ NEUTRAL/ NEUTRAAL], [ LOW SHARPENING/ ZACHTE CONTOUREN], [ SOFT SKIN DETAIL/ZACHT HUIDDETAIL], [ CUSTOM/AANGEPAST]
Digitale effecten
Programmakeuzeschakelaar: P
[ D.EFFECT OFF/DIGITALE EFFECT UIT]
, [ FADE-T/FADE­START], [ WIPE/SCHUIVEN], [ BLK&WHT/ZWART-WIT], [ SEPIA], [ ART/ARTISTIEK]
Programmakeuzeschakelaar: P
[ D.EFFECT OFF/DIGITALE EFFECT UIT]
, [ BLK&WHT/ZWART­WIT], [ SEPIA]
Beeldopnamestand
( 56)
( 57)
( 68)
SHOOT./CONTINU-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID], [ AEB/ REEKSOPNAMEN]
Opnamemodus
( 31)
[ HIGH QUALITY 15 Mbps/HOGE KWALITEIT 15 Mbps], [ HIGH QUALITY 9 Mbps/HOGE KWALITEIT 9 Mbps],
STANDAARDDUUR 7 Mbps]
[ STANDARD PLAY 7 Mbps/
, [ LONG
PLAY 5 Mbps/LANGE DUUR 5 Mbps]
Tijdens het opnemen van een film gelijktijdig een foto maken
( 71)
Grootte:
[ STILL I.REC OFF/FOTO MAKEN UIT]
, [LW1920x1080], [SW848x480]
Kwaliteit:
[ SUPER FINE/SUPERFIJN], [ FINE/ FIJN], [ NORMAL/NORMAAL]
Beeldgrootte/kwaliteit foto’s
( 63)
Grootte:
[LW1920x1080], [L
2048x1536]
[M1440x1080], [S640x480]
Kwaliteit:
[ SUPER FINE/SUPERFIJN],
FIJN]
, [ NORMAL/NORMAAL]
ADD TO PLAYLIST/Toevoegen aan afspeellijst
[FINE/
( 60)
,
Programmakeuzeschakelaar: P
[ SINGLE/ENKEL]
, [ CONT.SHOOT./CONTINU­OPNAMEN], [ HISPEED CONT.
40
[ALL SCENES (THIS DATE)/ALLE SCÈNES (DEZE DATUM)], [ONE SCENE/ ÉÉN SCÈNE], [CANCEL/ANNULEREN]
Page 41
Scènes toevoegen aan de afspeellijst. Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele opnamen.
MOVE/Verplaatsen
( 60)
Een scène verplaatsen in de afspeellijst. Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de afspeellijst.
DELETE/Verwijderen
( 38)
PRINT ORDER/Afdrukopdracht
Druk op om het beeldselectie­scherm te openen om de foto's te selecteren waarvoor u een afdrukopdracht wilt instellen.
TRANSFER ORDER/ Kopieeropdracht
( 78)
NL
( 88)
[ALL SCENES (THIS DATE)/ALLE SCÈNES (DEZE DATUM)], [ONE SCENE/ ÉÉN SCÈNE], [CANCEL/ANNULEREN] Een scène verwijderen uit het indexscherm van de originele opnamen. [NO/NEE], [YES/JA] Een scène verwijderen uit het indexscherm van de afspeellijst.
SELECT DATE/Datum selecteren
( 37)
Zoeken naar alle scènes die zijn opgenomen op een bepaalde datum. Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele opnamen.
SLIDESHOW/Diashow
( 65)
[CANCEL/ANNULEREN], [START]
PROTECT/Beveiligen
( 72)
Druk op om het beeldselectie­scherm te openen om de foto's te selecteren die u wilt beveiligen.
Druk op om het beeldselectie­scherm te openen om de foto's te selecteren die u wilt markeren met een kopieeropdracht.

Instellingsmenu's

In de instellingsmenu's kunt u ook het keuzewiel gebruiken om door de menu's te navigeren en instellingen aan te passen.
Camera-instellingen (digitale zoom, beeldstabilisator, etc.)
CAMERA SETUP/INSTELLING CAMERA
A.SL SHUTTER/Automatische lange sluitertijd
Programmakeuzeschakelaar: AUTO of P (alleen bij het opnameprogramma
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA] [ON/AAN], [ OFF/UIT] De camcorder gebruikt op plaatsen met onvoldoende verlichting automatisch
lange sluitertijden om heldere opnamen te maken.
41
Page 42
Video
Bedieningsstand Gebruikte
met een beeldsnelheid van [ PF25].
• Zet in de stand de flitserstand op (flitser uit).
• Zet de lange sluiter op [ OFF/UIT] als een nabeeld met sporen verschijnt.
• Als het symbool (camcorder­trillingswaarschuwing) verschijnt, dan verdient het aanbeveling de camcorder te stabiliseren, bijvoorbeeld door deze op een statief te plaatsen.
D.ZOOM/Digitale zoom
[OFF/UIT]
, [ 40X], [ 200X]
sluitertijd
Tot minimaal 1/25
Tot minimaal 1/12
Bepaalt de werking van de digitale zoom. De kleur van de indicator duidt de zoom als volgt aan.
Optische zoom Digitale zoom
Wit Lichtblauw
Tot 10x 10x - 40x 40x - 200x
• Indien digitale zoom is geactiveerd, gaat de camcorder automatisch over op digitale zoom als u verder inzoomt dan het optische zoombereik.
• Met de digitale zoom wordt het beeld digitaal verwerkt. De beeldresolutie zal daarom verslechteren naarmate u meer inzoomt.
• De digitale zoom kan niet worden gebruikt met het opnameprogramma [ NIGHT/NACHT]
Donkerblauw
ZOOM SPEED/Zoomsnelheid
[ VARIABLE/VARIABEL]
, [ SPEED 3/SNELHEID 3], [ SPEED 2/SNELHEID 2], [ SPEED 1/SNELHEID 1]
• Als de zoomsnelheid op [ VARIABLE/
VARIABEL] staat, hangt de zoomsnelheid af van de wijze waarop u de zoomregelaar bedient: Druk zachtjes voor een langzame zoom; druk harder voor een snellere zoom.
• De snelste zoomsnelheid kunt u bereiken
met [ VARIABLE/VARIABEL]. Van de vaste zoomsnel-heden is [ SPEED 3/ SNELHEID 3] de snelste en [ SPEED 1/ SNELHEID 1] de langzaamste.
AF MODE/Stand voor automatische scherpstelling
[ INSTANT AF/ONMIDDELLIJKE AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING]
[ NORMAL AF/NORMALE AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING] Selecteer hoe snel de automatische scherpstelling functioneert.
• Met [ INSTANT AF/ONMIDDELLIJKE
AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING] past de automatische scherpstelling zich snel aan een nieuw onderwerp aan. Dit komt bijvoorbeeld van pas als u de scherp-stelling op een nabijgelegen onderwerp verandert in scherpstelling op een verafgelegen onderwerp op de achtergrond, of wanneer u opnamen maakt van snel bewegende onderwerpen.
• Als de optionele groothoekconverter of
teleconverter op de camcorder aangesloten is, kan het gebeuren dat de sensor voor onmiddellijke automatische scherpstelling hierdoor gedeeltelijk wordt afgeschermd. Stel de stand voor automatische scherpstelling dan in op
,
42
Page 43
[ NORMAL AF/NORMALE AUTOMATISCHE SCHERPSTELLING].
FOCUS ASSIST/ Scherpstellingshulp
Met deze beeldsnelheid geeft u aan uw opnamen een cinematografisch karakter. Gecombineerd met het opnamepro­gramma [ CINE MODE/CINEMA­MODUS] ( 48) wordt het cinemato­grafische karakter verder versterkt.
NL
Programmakeuzeschakelaar: P [ ON/AAN]
• De scherpstellingshulpfunctie vergroot het beeld dat in het midden van het scherm verschijnt. Zo wordt u geholpen bij het scherpstellen.
• Het gebruik van de scherpstellingshulp­functie heeft geen invloed op de opnamen. De scherpstellingshulpfunctie wordt geannuleerd als u met opnemen begint.
IMG STAB/Beeldstabilisator
, [ OFF/UIT]
Programmakeuzeschakelaar: P [ON/AAN], [ OFF/UIT] De beeldstabilisator biedt compensatie
voor camcordertrillingen, ook bij de volledige telepositie.
• De beeldstabilisator is ontworpen om compensatie te bieden voor normale camcordertrillingen.
• De beeldstabilisator kan niet worden uitgeschakeld als de programma­keuzeschakelaar op AUTO staat.
• Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [ OFF/UIT] te zetten.
FRAME RATE/Beeldsnelheid
Programmakeuzeschakelaar: P [ 50i NORMAL/50i NORMAAL]
,
[ PF25] Selecteert welke beeldsnelheid tijdens het opnemen moet worden gebruikt. [ PF25]: 25 beeldjes per seconde, progressief.
AF AST LAMP/AF-hulplamp
[AUTO/AUTOMATISCH]
FOCUS PRI./ Scherpstellingsvoorkeuze
( 68)
, [ OFF/UIT]
( 69)
Programmakeuzeschakelaar: P
[ ON:AiAF/AAN:KADERSELECTIE]
[ ON:CENTER/AAN:MIDDEN], [OFF/UIT]
REVIEW/Bekijken
[ OFF/UIT],
[ 2 sec]
, [ 4 sec], [ 6 sec], [ 8 sec], [ 10 sec] Selecteert de weergaveduur van een foto nadat deze is gemaakt op de geheugenkaart.
• Dit menu-onderdeel is niet beschikbaar
als de beeldopname-stand ( 68) ingesteld is op CONTINU-OPNAMEN], [ HISPEED CONT. SHOOT./CONTINU-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID] of [ AEB/ REEKSOPNAMEN].
• Als u op drukt terwijl u een foto
bekijkt, wordt deze voor onbepaalde tijd weergegeven. Druk half in om terug te keren naar het normale display.
SELF TIMER/Zelfontspanner
[ON/AAN],
[ CONT.SHOOT./
DISP.
PHOTO
( 53)
[ OFF/UIT]
,
43
Page 44
Video
WIND SCREEN/Windscherm
Programmakeuzeschakelaar: P [AUTO/AUTOMATISCH]
, [OFF/UIT] De camcorder reduceert bij buitenopnamen automatisch het achtergrondgeluid van de wind.
• Het windscherm kan niet worden
uitgeschakeld als de programmakeuze­schakelaar op
• Sommige geluiden met lage frequentie
worden samen met het geluid van de wind onderdrukt. Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of als u geluiden met lage frequenties wilt opnemen, dan verdient het aanbeveling het windscherm op [ OFF /UIT] te zetten.
Functies op de harde schijf (informatie over het gebruik van de harde schijf, de harde schijf initialiseren, etc.)
HDD OPERATIONS/Functies op de
AUTO
staat.
harde schijf
HDD USAGE INFO/Informatie over het gebruik van de harde schijf
Toont een scherm waarin u kunt controleren hoeveel ruimte er op de harde schijf ongeveer is gebruikt. Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele opnamen.
• De ruimte op de harde schijf wordt
berekend in groottes van 0,1 GB en afgerond. Daarnaast wordt een deel op de harde schijf gebruikt voor het beheer van bestandsgegevens. De totale ruimte zal hierdoor iets minder zijn dan 40 GB.
Initialiseert de harde schijf. Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele opnamen.
DROP SENSOR/Valsensor
[ ON/AAN]
, [ OFF /UIT]
Als de camcorder valt, wordt dit gedetecteerd en wordt een beveiligings­mechanisme geactiveerd om te voorkomen dat de harde schijf beschadigd raakt. Terwijl het mechanisme actief is, wordt op het scherm weergegeven in rood en is het mogelijk dat het afspelen/ opnemen wordt stopgezet. Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de originele opnamen.
• Laat deze functie in de meeste situaties ingesteld op [ ON/AAN]. Als u deze functie deactiveert, wordt het risico vergroot dat er schade optreedt indien u de camcorder laat vallen. Maar zelfs wanneer deze functie op [ ON/AAN] is ingesteld, kan de harde schijf beschadigd raken als u de camcorder laat vallen.
• U zou de valsensor op [ OFF /UIT] kunnen zetten als u bijvoorbeeld opnamen maakt in een achtbaan. Als u in dit geval deze optie op [ ON/AAN] zou laten staan en het beveiligingsmechanisme zou worden geactiveerd, dan is het werkingsgeluid mogelijk hoorbaar en wordt het afspelen/ opnemen mogelijk stopgezet.
DEL.PLAYLIST/Afspeellijst verwijderen
( 38)
INITIALIZE HDD/Harde schijf initialiseren
[NO/NEE], [YES/JA]
44
( 61)
[NO/NEE], [YES/JA] Deze optie is alleen beschikbaar in het indexscherm van de afspeellijst.
Page 45
Bedieningsfuncties voor foto’s (kaart initialiseren, kopiëren van schijf naar kaart, etc.)
STILL IMG OPER./Bedieningsfuncties
voor foto's
ERASE ALL ORD/Alle kopieeropdrachten wissen
( 79)
helderheid van uw opnamen, die van het afspeelbeeld op een TV of die van de zoeker.
TV SCREEN/TV-scherm
NL
[NO/NEE], [YES/JA]
ERASE ALL ORD/Alle kopieeropdrachten wissen
( 88)
[NO/NEE], [YES/JA]
ERASE ALL IMAGES/Alle beelden wissen
( 66)
[NO/NEE], [YES/JA]
INITIALIZE CARD/Kaart initialiseren
( 73)
[INITIALIZE/INITIALISEREN], [COMPL.INIT./VOLLEDIG INITIALISEREN], [CANCEL/ANNULEREN]
Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.)
DISPLAY SETUP/Instelling display
BRIGHTNESS/Helderheid
Bepaalt de helderheid van het LCD­scherm.
• Druk op of of gebruik het keuzewiel om de helderheid naar wens in te stellen.
• Wijziging van de helderheid van het LCD­scherm heeft geen invloed op de
[ ON/AAN]
, [ OFF/UIT]
Indien u deze optie op [ ON/AAN] zet, verschijnen de schermgegevens ook op het scherm van een TV of monitor die aangesloten is via de stereovideokabel TV-250N.
DATA CODE/Datacodering
( 39)
[ DATE/DATUM], [ TIME/TIJD],
[ D ATE & TI M E/D ATUM & TI J D]
, [ CAMERA DATA/CAMERAGEGEVENS] Toont de datum en/of tijd waarop de scène werd opgenomen. [ CAMERA DATA/ CAMERAGEGEVENS]
diafragma (f-stop) en de sluitertijd die tijdens de opname werden gebruikt.
MARKERS/Markeringen
[ OFF/UIT]
Toont het
, [ LEVEL(WHT)/ NIVEAU (WIT)], [ LEVEL(GRY)/ NIVEAU (GRIJS)], [ GRID(WHT)/ RASTER (WIT)], [ GRID(GRY)/ RASTER (GRIJS)] U kunt in het midden van het scherm een raster of een horizontale lijn weergeven. De markeringen zijn beschikbaar in wit of grijs. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat uw onderwerp juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
• Het gebruik van de markeringen heeft
geen invloed op de opnamen op de harde schijf of geheugenkaart.
45
Page 46
Video
A
LANGUAGE/Taal
( 25)
[DEUTSCH], [ENGLISH], [ESPAÑOL], [FRANÇAIS], [ITALIANO], [POLSKI], [ ], [TÜRKÇE], [ ],
ROMAN
[ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], [ ], []
DEMO MODE/ Demonstratiefunctie
[ ON/AAN]
, [ OFF/UIT] Met de demonstratiefunctie kunt u de belangrijkste functies van de camcorder
bekijken. Deze functie wordt automatisch gestart als de camcorder van stroom wordt voorzien met de compacte netadapter en u hierbij de camcorder langer dan 5 minuten ingeschakeld laat staan.
• Als u de demonstratie wilt stopzetten
nadat deze is gestart, kunt u op elke willekeurige toets drukken of de camcorder uitzetten.
Systeemin stelli ng (vol ume, p ieptoo n, ops lagloca tie s electere n, et c.)
SYSTEM SETUP/Instelling systeem
WL.REMOTE/ Afstandsbediening
Druk op of of gebruik het keuzewiel om het afspeelvolume te wijzigen. U kunt het volume ook wijzigen met de functie-aanduiding ( 34).
BEEP/Pieptoon
[ HIGH VOLUME/HOOG VOLUME]
, [ LOW VOLUME/LAAG VOLUME], [OFF/UIT] Sommige bedieningshandelingen, zoals het aanzetten van de camcorder, het aftellen van de zelfontspanner, etc., gaan vergezeld van een pieptoon.
POWER SAVE/Stroombesparing
[ ON/AAN]
, [ OFF/UIT] Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit als
er vijf minuten lang geen bedienings­handelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom te besparen.
• Circa 30 seconden voordat de
camcorder wordt uitgeschakeld, verschijnt het bericht “ AUTO POWER OFF/Automatische uitschakeling”.
• In de standby-stand wordt de camcorder
uitgeschakeld na het verstrijken van de tijdsduur die is ingesteld bij [ STANDBY OFF/STANDBY UIT].
[ ON/AAN]
, [ OFF /UIT] Maakt het mogelijk de camcorder te bedienen met de draadloze afstandsbediening.
SPEAKER VOL./ Luidsprekervolume
46
STANDBY OFF/Standby uit
[ 10 min]
, [ 20 min],
( 32)
[ 30 min] Selecteert hoe lang het moet duren
voordat de camcorder de standby­stand beëindigt en de camcorder automatisch wordt uitgeschakeld.
Page 47
IMG QUALITY/Beeldkwaliteit
[
AV]
, [ PHONES/
HOOFDTELEFOON]
[ SUPER FINE/SUPERFIJN],
[FINE/FIJN],
[NORMAL/ NORMAAL] Selecteert de kwaliteit van een foto die is gemaakt van een scène.
FILE NOS./Bestandsnummers
[ RESET/TERUGSTELLEN],
[ CONTINUOUS/CONTINU]
Selecteer de beeldnummerings­methode die u wilt gebruiken op een nieuwe geheugenkaart. Aan foto’s worden automatisch opeenvolgende beeldnummers toegewezen van 0101 t/m 9900, en deze worden opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto’s. Mappen worden genummerd van 101 t/m 998. [ RESET/TERUGSTELLEN]: Telkens wanneer u een nieuwe geheugenkaart plaatst, begint de beeldnummering opnieuw vanaf 101-0101. [ CONTINUOUS/CONTINU]: De beeldnummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het laatste beeld dat met de camcorder is gemaakt.
• Als de door u geplaatste geheugen-
kaart al een beeld bevat met een hoger nummer, wordt aan een nieuw beeld een nummer toegewezen dat één hoger is dan het nummer van het laatste beeld op de geheugenkaart.
• Het verdient aanbeveling de instelling
[ CONTINUOUS/CONTINU] te gebruiken.
AV/PHONES-Audio & video/ hoofdtelefoon
PHONES VOL./Volume hoofdtelefoon
Indien [AV/PHONES-AUDIO & VIDEO/ HOOFDTELEFOON] is ingesteld op [ PHONES/HOOFDTELEFOON], druk dan op of of gebruik het keuzewiel om het volume van de hoofdtelefoon te wijzigen.
OPMERKINGEN
• Verlaag het volume voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
• In de stand kunt u het volume ook wijzigen met de functie-aanduiding ( 34).
TV TYPE/TV-type
[ NORMAL TV/NORMALE TV],
[
WIDE TV/BREEDBEELD-TV]
Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedteverhouding wilt weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisie­type waarop u de camcorder aansluit. [ NORMAL TV/NORMALE TV]: TV's met een hoogte/breedteverhouding van 4:3. [ WIDE TV/BREEDBEELD-TV]: TV's met een hoogte/ breedteverhouding van 16:9.
• De instelling kan niet worden geselecteerd als de camcorder met de optionele HDMI-kabel HTC-100 is aangesloten op een HDTV.
• Als het TV-type is ingesteld op [ NORMAL TV/NORMALE TV], is het beeld dat wordt weergegeven op het
47
NL
Page 48
Video
LCD-scherm, kleiner dan het volledige displaygebied.
• Als het TV-type is ingesteld op [ NORMAL TV/NORMALE TV], kunt u geen foto maken van de scène die wordt afgespeeld ( 72).
COMP.OUT/Component Out
[ 576i],
[ 1080i]
U kunt de door u gewenste video­specificaties selecteren als u de camcorder via de Component Video­verbinding aansluit op een High­Definition TV. [ 576i] Voor gebruik van de specificatie 576i (Standard Definition). [ 1080i] Voor gebruik van de volledige High-Definition-specificatie 1080i.
• Deze instelling is niet beschikbaar als de camcorder aangesloten is op een extern apparaat via de optionele HDMI-kabel HTC-100.
HDMI STATUS/HDMI-status
U kunt controleren wat de specificatie is van het video-uitvoersignaal vanuit het mini-aansluitpunt HDMI OUT.
FIRMWARE
U kunt controleren wat de huidige versie is van de camcorderfirmware. Deze menu-optie is gewoonlijk gedimd.
Datum/tijd instelle n
DATE/TIME SETUP-Datum/tijd instellen
DATE/TIME-Datum/tijd
DATE FORMAT/Datumnotatie
( 24)
[Y.M.D (2007.1.1 AM 12:00)/J.M.D (2007.1.1 AM 12:00)], [M.D,Y (JAN. 1, 2007 12:00 AM)]/ M.D,J (JAN. 1, 2007 12.00 AM)],
[D.M.Y (1.JAN.2007 12:00 AM/ D.M.J (1.JAN.2007 12.00 AM)]
Met deze optie wijzigt u de datumnotatie voor de schermgegevens en voor het afdrukken van de datum.

Overige functies

Aan uw opnamen een cinematografisch karakter geven

Geef aan uw opnamen een cinemato­grafisch karakter door gebruik te maken van het opnameprogramma [ CINE MODE/CINEMAMODUS]. Combineer dit opnameprogramma met de 25 fps progressieve beeldsnelheid [ PF25] om de 25p cinemamodus te verkrijgen, waardoor het cinematografische effect verder wordt versterkt.
Gebruik van het opnameprogramma [ CINE MODE/CINEMAMODUS]
Met het opnameprogramma [ CINE MODE/CINEMAMODUS] stelt de camcorder de beeldopties zo in dat uw opnamen een cinematografisch karakter krijgen.
T.ZONE/DST-Tijdzone/zomertijd
48
( 25)
Page 49
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P
FUNC.
( 23)
Pictogram van het momenteel
FUNC.
geselecteerde
Opnameprogramma
FUNC.
CINE MODE/Cinemamodus
De 25p cinemamodus instellen
U kunt het opnameprogramma [ CINE MODE/CINEMAMODUS] en de beeldsnelheid [ PF25] combineren om de 25p cinemamodus te realiseren, waardoor u het cinematografische karakter van uw opnamen versterkt.
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P Stel het opnameprogramma in op [ CINE MODE/CINEMAMODUS], zoals beschreven in de paragraaf hiervoor.
FUNC.
MENU
CAMERA SETUP/Instelling camera
OPMERKINGEN
Verplaats de programmakeuzeschakelaar tijdens het opnemen van een scène niet naar AUTO; de helderheid van het beeld kan anders abrupt veranderen.

Speciale scènes

Het is heel gemakkelijk opnamen te maken in een zeer helder skioord of alle kleuren van een zonsondergang of vuurwerk vast te leggen. U hoeft alleen maar een speciaal opnameprogramma te selecteren. Raadpleeg de tabel op pagina 50 voor bijzonderheden over de beschikbare opties.
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P
FUNC.
( 23)
FUNC.
Pictogram van het momenteel geselecteerde
Opnameprogramma
Laatste pictogram aan de rechterzijde (pictogram van de momenteel geselecteerde
Speciale scène
)
NL
FUNC.
FRAME RATE/Beeldsnelheid
PF25
FUNC.
Gewenste optie
49
Page 50
Video
OPMERKINGEN
• Verplaats de programmakeuze-schakelaar tijdens het opnemen van een scène niet naar AUTO; de helderheid van het beeld kan anders abrupt veranderen.
• [ PORTRAIT/PORTRET]/[ SPORTS/ SPORT]/[ BEACH/STRAND]/[ SNOW/ SNEEUW]
- Tijdens het afspelen wordt het beeld
mogelijk niet vloeiend weergegeven.
•[ PORTRAIT/PORTRET]
- Het wazige effect van de achtergrond
neemt toe hoe meer u inzoomt (T).
• [ NIGHT/NACHT]
- Bewegende onderwerpen kunnen een
nabeeld met sporen achterlaten.
- De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo goed
als bij de andere programma’s.
[ PORTRAIT/ PORTRET]
De camcorder maakt gebruik van een groot diafragma. Details die de aandacht afleiden, worden tijdens de scherpstelling van het onderwerp waziger.
[ SPORTS/SPORT]
Gebruik deze stand om sportscènes zoal s tennis of golf op te nemen.
[NIGHT/NACHT]
Gebruik deze stand om opnamen te maken op slecht verlichte plaatsen.
- Op het scherm kunnen witte punten verschijnen.
- Automatische scherpstelling werkt mogelijk niet zo goed als bij andere opnameprogramma's. In dat geval moet u handmatig scherp stellen.
• [ SNOW/SNEEUW]/[ BEACH/STRAND]
- Het onderwerp kan overbelicht raken op bewolkte dagen of op beschaduwde plaatsen. Controleer het beeld op het scherm.
• [ FIREWORKS/VUURWERK]
- Wij raden u aan gebruik te maken van een statief om camcordertrillingen te voorkomen. Maak in ieder geval gebruik van een statief in de stand , omdat de sluitertijd in die stand langer wordt.
[ BEACH/STRAND]
Gebruik deze stand om opnamen te maken op een zonnig strand. Hiermee voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht wordt.
[SUNSET/ ZONSONDERGANG]
Gebruik deze stand om in rijke kleuren zonsondergangen op te nemen.
[ SPOTLIGHT]
Gebruik deze stand om opnamen te maken van scènes onder spotlights.
[ SNOW/SNEEUW]
Gebruik deze stand om opnamen te maken op heldere skipistes. Hiermee voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht wordt.
50
[FIREWORKS/ VUURWERK]
Gebruik deze stand om vuurwerk op te nemen.
Page 51
Flexibel opnemen: Het diafragma en
de sluitertijd wijzigen
Gebruik het programma met automatische belichting (AE) of geef prioriteit aan de belichtingswaarde of de sluitertijd. Gebruik een hogere sluitertijd om snel bewegende onderwerpen op te nemen of een langere sluitertijd om aan een beweging een bepaalde wazigheid toe te voegen, waardoor het gevoel van beweging wordt overgebracht. Gebruik lage diafragmawaarden (grotere lens­opening) om in een portret de achtergrond op een zachte wijze waziger te maken of gebruik hoge diafragma-waarden (kleinere lensopening) om een bredere scherptediepte te krijgen, waardoor een landschap in zijn geheel scherp is.
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P
Opties
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA]
De camcorder stelt automatisch het diafragma en de sluitertijd zo in dat voor het onderwerp een optimale belichting wordt verkregen.
[ SHUTTER-PRIO.AE/ AE-SLUITERTIJDVOORKEUZE]
Stel de sluitertijdwaarde in. De camcorder stelt automatisch de juiste diafragmawaarde in.
[ APERTURE-PRIO.AE/
AE-DIAFRAGMAVOORKEUZE]
Stel de diafragmawaarde in. De camcorder stelt automatisch de juiste sluitertijd in.
FUNC.
( 23)
Standaardwaarde
FUNC.
geselecteerde
Opnameprogramma
Pictogram van het momenteel
FUNC.
Gewenste optie
DE SLUITERTIJD OF HET DIAFRAGMA
INSTELLEN
Als u [ SHUTTER-PRIO.AE/AE­SLUITERTIJDVOORKEUZE] of [ APERTURE-PRIO.AE/AE-DIAFRAGMA­VOORKEUZE] selecteert, verschijnt er naast het pictogram van het opname­programma een numerieke waarde.
1 Indien op het scherm de functie-
aanduiding verschijnt, druk dan op
om deze te verbergen.
2 Druk op of om de sluitertijd
of het diafragma in te stellen op de gewenste waarde.
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de noemer wordt weergegeven – [ 250] geeft een sluitertijd aan van 1/250 seconde, etc.
1/2*, 1/3*, 1/6, 1/12, 1/25 Voor het maken van opnamen op slecht verlichte
plaatsen. 1/50 Voor normale omstandigheden. 1/120 Voor het opnemen van sportscènes in een zaal. 1/250, 1/500, 1/1000** Voor het maken van opnamen vanuit een auto of
trein, of voor het opnemen van snel bewegende objecten, zoals achtbanen.
1/2000** Voor het maken van opnamen van sportscènes
buiten op zonnige dagen.
NL
51
Page 52
Video
Beschikbare diafragmawaarden
[1.8]**, [2.0]**, [2.4]**, [2.8], [3.4], [4.0], [4.8], [5.6], [6.7], [8.0]
* Alleen in de stand . **Alleen in de stand .
OPMERKINGEN
• Als u een numerieke waarde (diafragma of sluitertijd) instelt, gaat het nummer­display knipperen indien het diafragma of de sluitertijd voor de opnameomstandig­heden niet geschikt is. Selecteer in dat geval een andere waarde.
• Verplaats de programmakeuze­schakelaar tijdens het opnemen van een scène niet naar AUTO; de helderheid van het beeld kan anders abrupt veranderen.
• [ SHUTTER-PRIO.AE/ AE-SLUITERTIJDVOORKEUZE]
- Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit minder zijn, en werkt de automatische scherpstelling mogelijk niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u
opneemt met hoge sluitertijden.
• [ APERTURE-PRIO.AE/ AE-DIAFRAGMAVOORKEUZE] De feitelijke reeks beschikbare waarden waaruit een keuze mogelijk is, zal afhangen van de aanvankelijke zoomstand.

Minivideolamp

U kunt, ongeacht het opnameprogramma, altijd de minivideolamp (hulplamp) aanzetten.
( 21)
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren.
• Indien het symbool niet op de functie-aanduiding wordt weer­gegeven, druk dan herhaaldelijk op
om dit symbool op te roepen.
verschijnt op het scherm.
• Druk nogmaals op om de minivideolamp uit te zetten.
GEBRUIK VAN DE OPTIONELE VIDEOLAMP VL-3 V L
U kunt op de geavanceerde accessoire­schoen de optionele videolamp VL-3 aansluiten als u een videoverlichting wilt die krachtiger is dan kan worden bereikt met de ingebouwde minivideo­lamp. Raadpleeg de handleiding van de VL-3 voor bijzonderheden over het aansluiten en gebruiken van deze videolamp. Als op de geavanceerde accessoireschoen een video­accessoire is aangesloten, wordt op het scherm weergegeven.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling om geen gebruik te maken van de minivideolamp terwijl de optionele groothoekconverter of teleconverter aangesloten is; De schaduw hiervan kan op het beeld verschijnen.
• De ingebouwde minivideolamp wordt automatisch uitgeschakeld als u de optionele videolamp VL-3 gebruikt. Als u toch de ingebouwde minivideolamp wilt gebruiken, stel de schakelaar op de VL-3 dan eerst in op OFF.
52
Page 53

Zelfontspanner

Handmatige scherpstelling

( 21)
FUNC.
( 23)
FUNC.
MENU
CAMERA SETUP/Instelling camera
SELF TIMER/Zelfontspanner
FUNC.
ON /Aan
verschijnt.
:
Druk in de opnamepauzestand op
START/STOP
.
Nadat 10* seconden is afgeteld, begint de camcorder met de opname. Op het scherm ziet u dat wordt afgeteld.
:
PHOTO
Druk eerst half in om de automatische scherpstelling te activeren en vervolgens volledig.
De camcorder maakt de foto nadat 10* seconden is afgeteld. Op het scherm ziet u dat wordt afgeteld.
* 2 seconden bij gebruik van de draadloze
afstandsbediening.
OPMERKINGEN
Zodra het aftellen is begonnen, kunt u de zelfontspanner annuleren door (bij het opnemen van films) in te drukken of (bij het maken van foto's)
volledig in te drukken, of door de
PHOTO
camcorder uit te zetten.
START/STOP
Automatische scherpstelling werkt mogelijk niet goed bij de onderwerpen hieronder. Stel in een dergelijk geval handmatig scherp.
• Reflecterende oppervlakken
• Onderwerpen met weinig contrast of
zonder verticale lijnen
• Snel bewegende onderwerpen
• Opnamen via natte ramen
• Nachtscènes
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Stel de zoom in voordat u de procedure start.
Programmakeuzeschakelaar: P
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om [FOCUS/
SCHERPSTELLING] te selecteren.
• Indien [FOCUS/SCHERPSTELLING] niet op de functie-aanduiding wordt weergegeven, druk dan herhaaldelijk op om deze optie op te roepen.
• “MF” verschijnt.
3 Druk éénmaal op of om te
controleren of het beeld scherp is gesteld.
Het midden van het scherm wordt vergroot zodat u gemakkelijker kunt scherp stellen. U kunt de scherpstellingshulpfunctie ook uitschakelen ( 43).
NL
53
Page 54
Video
4 Houd of ingedrukt om de
scherpstelling, indien nodig, bij te stellen.
• U kunt ook het keuzewiel gebruiken om kleinere bijstellingen uit te voeren.
• Door nogmaals op te drukken om [FOCUS/SCHERPSTELLING] te selecteren, keert de camcorder terug naar automatische scherpstelling.
5 Druk op .
• De scherpstelling wordt vergrendeld.
• Door nogmaals op en vervolgens op te drukken om [FOCUS/SCHERPSTELLING] te selecteren, keert de camcorder terug naar automatische scherpstelling.
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt scherp stellen op verafgelegen onderwerpen zoals bergen of vuurwerk.
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Stel de zoom in voordat u de procedure start. Programmakeuzeschakelaar: P
• Als u het keuzewiel gebruikt, de zoom activeert of op of drukt, verandert in “MF” en keert de camcorder terug naar de stand voor handmatige scherpstelling.

Automatische tegenlichtcorrectie en handmatige instelling van de belichting

Soms kunnen onderwerpen met achter­grondverlichting te donker (onderbelicht) overkomen of kunnen onderwerpen onder zeer sterke lichtbronnen te helder of verblindend (overbelicht) overkomen. Om dit te corrigeren, kunt u de belichting handmatig aanpassen of de automa­tische tegenlichtcorrectie gebruiken.
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P (behalve het opnameprogramma [ FIREWORKS/VUURWERK]).
Automatische tegenlichtcorrectie
Als u opnamen maakt van onderwerpen met een sterke lichtbron achter het onderwerp, kunt u met één druk op de toets de camcorder automatisch het tegenlicht laten corrigeren.
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Houd langer dan 2 seconden
ingedrukt.
verschijnt.
• Door nogmaals op te drukken om [FOCUS/SCHERPSTELLING] te selecteren, keert de camcorder terug naar automatische scherpstelling.
54
Page 55
Druk op .
BLC
verschijnt.
• Druk nogmaals op om de tegen-
BLC
lichtcorrectiemodus te beëindigen.
Belichting handmatig instellen

Witbalans

De witbalansfunctie helpt u bij het nauwkeurig reproduceren van kleuren onder verschillende lichtomstandigheden, zodat witte objecten in uw opnamen altijd echt wit overkomen.
WAAR U OP MOET LETTEN
NL
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om [EXP./BELICHTING]
te selecteren.
• Indien [EXP/BELICHTING] niet op
de functie-aanduiding wordt weer­gegeven, druk dan herhaaldelijk op
om deze optie op te roepen.
• Op het scherm verschijnen de
indicator voor instelling van de belichting en de neutrale waarde “±0”.
• De helderheid van het beeld kan
veranderen als u tijdens belichtings­vergrendeling de zoom bedient.
3 Druk op of om de helderheid
van het beeld naar wens in te stellen.
• U kunt ook het keuzewiel gebruiken.
• Door nogmaals op te drukken om
[EXP/BELICHTING] te selecteren, wordt de belichtingsvergrendeling geannuleerd en keert de camcorder terug naar automatische belichting.
4 Druk op .
• De indicator van de
belichtingsinstelling verandert in wit en de belichting wordt vergrendeld.
• Door nogmaals op en
vervolgens op te drukken om [EXP/BELICHTING] te selecteren, keert de camcorder terug naar automatische belichting.
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P (behalve de speciale scènes).
Opties
[ AUTO/AUTOMATISCH]
Instellingen worden automatisch verricht door de camcorder. Gebruik deze instelling voor scènes buitenshuis.
[DAYLIGHT/DAGLICHT] Voor het maken van buitenshuisopnamen op een
heldere dag. [ SHADE/SCHADUW] Voor het maken van opnamen op beschaduwde
plaatsen. [ CLOUDY/BEWOLKT] Voor het maken van opnamen op een bewolkte
dag. [TUNGSTEN/WOLFRAAM] Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het wolfraamtype (drie golflengten).
[FLUORESCENT/TL] Voor het maken van opnamen onder warmwitte
of koelwitte TL-verlichting, of TL-verlichting van het warmwitte type (3 golflengten).
[FLUORESCENT H/TL-H Voor het maken van opnamen onder daglicht-TL of
TL-buizen van het daglichttype (drie golflengten).
Standaardwaarde
55
Page 56
Video
[ SET/INSTELLEN] Gebruik deze handmatige stand om witte
onderwerpen onder een gekleurde verlichting wit uit te laten komen.
FUNC.
( 23)
FUNC.
FUNC.
* Als u [ SET/INSTELLEN] selecteert, druk
dan niet op , maar ga in plaats hiervan verder met de procedure hieronder.
Pictogram van de momenteel geselecteerde
Witbalans
Gewenste optie*
FUNC.
DE WITBALANS HANDMATIG INSTELLEN
1 Richt de camcorder op een wit
object, zoom in totdat het object het gehele scherm vult en druk op .
Als de instelling is voltooid, stopt met knipperen en blijft dit symbool branden. De camcorder onthoudt de handmatig ingestelde witbalans ook als u de camcorder uitzet.
2 Druk op om de instelling op
FUNC.
te slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
• Als u de witbalans handmatig instelt:
- Stel de witbalans op een voldoende verlichte plaats handmatig in
- Zet de digitale zoom uit ( 42).
- Stel de witbalans opnieuw in als de lichtomstandigheden veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft mogelijk knipperen. Het resultaat zal echter nog steeds beter zijn dan met de optie [ AUTO/AUTOMATISCH].
• Een handmatig ingestelde witbalans geeft mogelijk een beter resultaat onder de volgende omstandigheden:
56
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht, zee of bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen TL-verlichting
• Afhankelijk van het type TL-licht wordt de optimale kleurbalans mogelijk niet verkregen bij gebruik van de opties [ FLUORESCENT/TL] of [ FLUORESCENT H/TL H]. Indien de kleur onnatuurlijk lijkt, stel deze dan bij met [ AUTO/AUTOMATISCH] of [ SET/INSTELLEN].

Beeldeffecten

U kunt de beeldeffecten gebruiken om de kleurverzadiging en het contrast te wijzigen, zodat u beelden kunt maken met speciale kleureffecten.
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P (behalve de speciale scènes).
Opties
[IMAGE EFFECT OFF/BEELDEFFECT UIT]
Hiermee maakt u opnamen zonder beeldverbeterende effecten.
[ VIVID/LEVENDIG] Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging. [ NEUTRAL/NEUTRAAL] Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[LOW SHARPENING/ZACHTE CONTOUREN]
Neemt onderwerpen op met verzachte contouren.
Standaardwaarde
Page 57
[ SOFT SKIN DETAIL/ZACHT HUIDDETAIL] Hiermee verzacht u de details van de huid om het
onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te geven. Het beste effect krijgt u door deze instelling te gebruiken als u in close-up een persoon filmt. Houd er rekening mee dat gebieden die vergelijkbaar zijn met de huidkleur, enigszins minder gedetailleerd zijn.
[CUSTOM/HANDMATIG] Hiermee wijzigt u de kleurdiepte, de helderheid,
het contrast en de scherpte van het beeld. [COL.DEPTH/ (–) Zwakkere kleuren, KLEURDIEPTE]: (+) Rijkere kleurtonen [BRIGHTN./ (–) Donkerder beeld, HELDERHEID]: (+) Helderder beeld [CONTRAST]: (–) Vlakker beeld,
[SHARPNESS/ (–) Vagere contouren, SCHERPTE]: (+) Scherpere contouren
FUNC.
( 23)
FUNC.
FUNC.
* Als u [ CUSTOM/HANDMATIG]
selecteert, druk dan niet in, maar ga in plaats hiervan verder met de procedure hieronder.
(+) Meer licht en schaduw
Pictogram van het momenteel geselecteerde
Beeldeffect
Gewenste optie*
FUNC.
HET BEELDEFFECT HANDMATIG INSTELLEN
1 Druk op en druk op of
om de opties voor de handmatige instelling te selecteren.
U kunt ook het keuzewiel gebruiken.
2 Druk op of om elke optie naar
wens in te stellen en druk op .
3 Druk op om de instelling op
te slaan en het menu te sluiten.
FUNC.

Digitale effecten

WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
Programmakeuzeschakelaar: P
:Alleen [ BLK&WHT/
ZWART-WIT], [ SEPIA].
Opties
[ D.EFFECT OFF/DIGITAAL EFFECT UIT]
Selecteer deze instelling als u geen gebruik wilt maken van de digitale effecten.
[ FADE-T/FADE-START] (fade activeren), [ WIPE/SCHUIVEN]
Selecteer een van de faders om met een fade vanaf of naar een zwart scherm een scène te beginnen of te beëindigen.
[ BLK&WHT/ZWART-WIT] Maakt opnamen in zwart en wit. [ SEPIA] Maakt opnamen in sepiatonen om de scène er
“oud” te laten uitzien. [ ART/ARTISTIEK]
Selecteer dit effect om aan uw opnamen iets speels toe te voegen.
Standaardwaarde
OPMERKINGEN
• Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook op het geluid. Als u een effect gebruikt, wordt het geluid normaal opgenomen.
• De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale effecten uitschakelt of het opnameprogramma wijzigt
57
NL
Page 58
Video
Instelling
FUNC.
( 23)
FUNC.
FUNC.
* U kunt het effect op het scherm vooraf
bekijken.
** Het pictogram van het geselecteerde effect
wordt weergegeven.
Pictogram van het momenteel geselecteerde
**
Gewenst(e) fader/effect*
Digitale effect
Faders en effecten toepassen
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren.
• Indien het symbool niet op de functie-aanduiding wordt weer­gegeven, druk dan herhaaldelijk op
om dit symbool op te roepen.
• Het pictogram van het geselecteerde effect wordt groen.
• Druk nogmaals op om de fader of het effect uit te schakelen.
FADE IN
Druk op tijdens de opnamepauzestand ( ) en druk vervolgens op om de opname te beginnen met infaden.
START/STOP
FADE UIT
Druk op terwijl u opneemt ( ), druk vervolgens op om uit te faden en te pauzeren.
START/STOP
EEN EFFECT ACTIVEREN
opneemt of tijdens de opnamepauzestand.
op om de foto te maken.
: Druk op terwijl u
: Druk op en vervolgens
PHOTO

Gebruik van een externe microfoon

Als u opnamen maakt in een zeer stille omgeving, wordt het interne machinegeluid van de camcorder mogelijk opgepikt door de ingebouwde microfoon. Het verdient aanbeveling in een dergelijk geval een externe microfoon te gebruiken.
Microfoons die compatibel zijn met de geavanceerde accessoireschoen
U kunt op de geavanceerde accessoireschoen van de camcorder een optionele richtingsmicrofoon DM­50 aansluiten of elke in de winkel verkrijgbare microfoon die compatibel is met de geavanceerde accessoireschoen. Raadpleeg de handleiding van de microfoon voor bijzonderheden. Als u een accessoire wilt aansluiten, trek dan eerst de zoeker naar buiten en verwijder vervolgens de afdekking van de geavanceerde accessoireschoen.
58
Page 59
Als op de geavanceerde accessoireschoen een compatibele accessoire is aangesloten, wordt op het scherm weergegeven.
Overige microfoons
U kunt ook gebruik maken van in de winkel verkrijgbare microfoons die niet compatibel zijn met de geavanceerde accessoireschoen door de externe microfoon aan te sluiten op het aansluitpunt MIC. Gebruik in de winkel verkrijgbare condensmicrofoons met hun eigen voeding en een kabel die niet langer is dan 3 meter. U kunt gebruik maken van vrijwel elke stereomicrofoon met een stekker van 3,5 mm, maar het audio-opnameniveau kan onderling verschillend zijn.
NL
OPMERKINGEN
• Let op als u een zeer lange externe microfoon aansluit; deze kan op het scherm verschijnen.
• Als u de DM-50 of een andere microfoon op de camcorder aansluit, wordt de optie [WIND SCREEN/WINDSCHERM] automatisch ingesteld op [ OFF
/UIT].
59
Page 60
Video

Scènes beheren en de harde schijf

Een afspeellijst maken

Maak een afspeellijst om alleen de door u gewenste scènes af te spelen in de door u gewenste volgorde. Druk op
PLAYLIST
originele scènes en de afspeellijst nadat u scènes aan de afspeellijst hebt toegevoegd.
Scènes toevoegen aan de afspeellijst.
Selecteer [ALL SCENES (THIS DATE)/ ALLE SCÈNES (DEZE DATUM)] om aan de afspeellijst alle scènes toe te voegen die op een bepaalde datum zijn opgenomen. Selecteer [ONE SCENE/ ÉÉN SCÈNE] om alleen de geselecteerde scène toe te voegen.
Gebruik in het indexscherm van de originele opnamen de navigatietoetsen om de scène te selecteren die u aan de afspeellijst wilt toevoegen. Als u alle scènes wilt toevoegen die op een
om te wisselen tussen de
Het indexscherm van de originele opnamen
ORIGINAL/Origineel
PLAYLIST/Afspeellijst
Het indexscherm van de afspeellijst
WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
bepaalde datum zijn opgenomen, selecteer dan een scène die op die datum is opgenomen.
FUNC.
( 23)
FUNC.
ADD TO PLAYLIST/
Toevoegen aan afspeellijst
Gewenste optie
YES/Ja
Als u klaar bent, wordt “ADDED TO PLAYLIST/Toegevoegd aan afspeellijst” weergegeven op het scherm. Raadpleeg Scènes verwijderen ( 38) als u scènes uit de afspeellijst wilt verwijderen.

Scènes verplaatsen in de afspeellijst

WAAR U OP MOET LETTEN
( 21)
FUNC.
PLAYLIST
MOVE/Verplaatsen
Druk op in het indexscherm van de originele opnamen. Gebruik in het indexscherm van de afspeellijst de navigatietoetsen om de scène te selecteren die u wilt verplaatsen.
FUNC.
( 23)
60
Page 61
Gebruik de navigatietoetsen of het keuzewiel om de oranje markering te verplaatsen naar de nieuwe positie van de scène en druk op .
FUNC.
MENU
HDD OPERATIONS/Functies op de harde schijf
NL
YES/Ja
OPMERKINGEN
De getallen aan de onderzijde geven (aan de linkerzijde) de originele positie van de scène en (aan de rechterzijde) de positie van de markering aan.

De harde schijf initialiseren

Door initialisatie worden alle films van de harde schijf verwijderd, zodat ruimte vrij komt voor nieuwe opnamen. Ook wordt hiermee de fragmentatie van de harde schijf verminderd. Fragmentatie kan de prestatie van de camcorder doen verslechteren en doet zich in de loop der tijd voor door het herhaaldelijk opnemen en verwijderen van films.
*
* Alleen indexscherm van de originele opnamen
FUNC.
( 23)
( 21)
INITIALIZE HDD/Harde schijf initialiseren
YES/Ja
**
FUNC.
**Sluit het menu alleen nadat het
schermdisplay is teruggekeerd naar het menu [HDD OPERATIONS/FUNCTIES OP DE HARDE SCHIJF].
YES/Ja
BELANGRIJK
• Initialisatie van de harde schijf heeft tot gevolg dat alle opnamen voor altijd worden verwijderd. De originele opnamen bent u dan voorgoed kwijt. Zorg er daarom voor dat u op een extern apparaat van belangrijke opnamen eerst een backup maakt.
• Tijdens de initialisatie mag u de stroombron niet ontkoppelen en de camcorder niet uitzetten.
• Gebruik uw computer niet om de harde schijf van de camcorder te initialiseren. Als u dat wel doet, zal de camcorder niet langer correct functioneren.
61
Page 62

Foto's

Raadpleeg dit hoofdstuk voor bijzonderheden over het maken van foto's – van het vastleggen en weergeven van beelden tot het afdrukken hiervan.

Opnemen

Foto's maken

Voordat u een geheugenkaart voor de eerste keer gebruikt, moet u de kaart met deze camcorder initialiseren (73).
( 21)
1 Verplaats de schakelaar /
naar de fotostand .
2 Zet de schakelaar op ON om
de camcorder in de stand CAMERA te zetten.
De rode indicator CAMERA gaat vervolgens branden.
3 Druk half in.
4 Druk volledig in.
Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl op het scherm het kaarttoegangsdisplay ( ) wordt weergegeven, en wanneer de CARD­toegangsindicator brandt of knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
- Verwijder de geheugenkaart niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de
- Wijzig de stand van de schakelaar /
• Als het onderwerp niet geschikt is voor
• Als het onderwerp te helder is, begint
PHOTO
• Zodra automatisch scherp is gesteld, verandert in een groene kleur en verschijnen er een of meer AF-kaders.
• Als u op van de draadloze afstandsbediening drukt, wordt de foto onmiddellijk gemaakt.
De CARD-indicator (kaarttoegangs­indicator) gaat knipperen terwijl de foto wordt gemaakt.
BELANGRIJK
trillingen of stoten.
camcorder niet uit.
of de bedieningsstand niet.
OPMERKINGEN
automatische scherpstelling, verandert
in een gele kleur. Stel dan handmatig
scherp ( 53).
“OVEREXP./Overbelicht” te knipperen. Gebruik in dat geval het optionele ND­filter FS-43U II.
PHOTO
PHOTO
62
Page 63

De grootte en kwaliteit van foto's selecteren

Foto's worden gemaakt op de geheugenkaart met gebruik van JPEG­compressie. Als vuistregel geldt: selecteer een grotere beeldgrootte voor een hogere kwaliteit. Selecteer de grootte [LW 1920x1080] voor foto's met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
( 21)
Opties
In de tabel hieronder ziet u de opties voor de beeldgroottes en bij benadering het aantal foto's dat kan worden gemaakt op geheugenkaarten van diverse groottes.
FUNC.
( 23)
FUNC.
FUNC.
* Het getal in de rechterhoek geeft bij
benadering aan hoeveel foto’s kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de kwaliteit en grootte.
• Afhankelijk van het aantal foto’s op de geheugenkaart (Windows: 1800 beelden of meer; Macintosh: 1000 beelden of meer), kan het gebeuren dat u naar de computer geen beelden kunt kopiëren. Probeer in dat geval een kaartlezer te gebruiken.
• De aansluiting op een PictBridge­compatibele printer werkt niet als de geheugenkaart 1800 beelden of meer bevat. Het verdient aanbeveling het aantal foto’s op de geheugenkaart niet hoger te laten worden dan 100. Dat garandeert een optimale prestatie.
Pictogram van de momenteel geselecteerde
grootte
Gewenste beeldgrootte*
Druk op
Gewenste beeldkwaliteit*
OPMERKINGEN
Beeldkwaliteit/
Standaardwaarde
Aantal foto’s dat bij benadering kan worden gemaakt op een geheugenkaart
Geheugenkaart 32 MB 128 MB 512 MB Beeldkwaliteit* Beeldgrootte
LW 1920x1080 20 30 60 90 135 265 350 525 1.040 L 2048x1536 M 1440x1080 25 40 80 120 180 350 470 700 1.370 SW 848x480** 105 150 305 450 635 1.275 1.775 2.515 5.030 S 640x480 140 205 375 600 865 1.560 2.320 3.355 6.040
* : [SUPER FINE/SUPERFIJN], : [FINE/FIJN], : [NORMAL/NORMAAL] **Deze grootte is alleen beschikbaar voor het gelijktijdig maken van opnamen op de harde
schijf en de geheugenkaart.
10 20 40 60 85 180 235 350 700
NL
63
Page 64
Foto's
• Gebruik bij het afdrukken van foto's de richtlijnen hieronder voor het bepalen van de afdrukgrootte.
Beeldgrootte Aanbevolen gebruik
L 2048x1536 Voor het afdrukken van
M 1440x1080 Voor het afdrukken van foto's
S 640x480 Voor het verzenden van
LW 1920x1080, SW 848x480
foto's tot A4-grootte.
tot L-grootte (9 x 13 cm) of ansichtkaartgrootte (10 x 14,8 cm).
beelden als bijlagen bij e­mailberichten of publicatie op het Web.
Voor het afdrukken van foto's met een hoogte/breedte­verhouding van 16:9. Hiervoor is breed fotopapier nodig.

De laatste, zojuist gemaakte foto wissen

U kunt de laatst gemaakte foto wissen terwijl u deze bekijkt binnen de tijdsduur die u hebt ingesteld bij de optie [REVIEW/BEKIJKEN] of onmiddellijk nadat u de foto hebt gemaakt als de optie [REVIEW/BEKIJKEN] op [ OFF/ UIT] ingesteld is.
( 21)

Weergeven

Foto's bekijken

( 21)
1 Verplaats de schakelaar /
naar de fotostand .
2 Zet de schakelaar op ON, zet
deze vervolgens op MODE en laat de schakelaar daarna los om de camcorder in de stand PLAY te zetten.
De groene indicator PLAY gaat vervolgens branden.
3 Druk op of om te wisselen
tussen beelden.
Terwijl u de foto bekijkt onmiddellijk nadat u deze hebt gemaakt:
1 Druk op om te selecteren. 2 Druk op of om [ERASE/
WISSEN] te selecteren en druk op
.
64
Foto’s snel opzoeken
U kunt snel een specifieke foto opzoeken zonder dat u de foto’s één voor één hoeft te doorlopen.
Page 65
FOTO'S DOORLOPEN
Druk op of en houd een van deze toetsen ingedrukt om de foto's snel te doorlopen.
10 - 100 FOTO'S OVERSLAAN
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van de schakelaar / of de bedieningsstand niet.
• De volgende foto’s worden mogelijk niet goed weergegeven:
- Foto’s die niet met deze camcorder zijn
gemaakt.
- Foto’s die zijn bewerkt op een computer
of die zijn geupload vanaf een computer.
- Foto’s waarvan de bestandsnamen zijn
gewijzigd.
Diashow
FUNC.
( 23)
NL
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren.
3 Druk op of om [ JUMP 10
IMAGES/10 FOTO'S OVERSLAAN] of [ JUMP 100 IMAGES/100 FOTO'S OVERSLAAN] te selecteren.
4 Druk op of om het aantal
geselecteerde beelden over te slaan en druk op .
• U kunt nogmaals op drukken om de functie-aanduiding te verbergen.
• U kunt ook het keuzewiel gebruiken.
BELANGRIJK
• Houd u aan de voorschriften hieronder terwijl op het scherm het kaarttoegangs­display ( ) wordt weergegeven, en wanneer de CARD-toegangsindicator brandt of knippert. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Verwijder de geheugenkaart niet.
1 Druk op .
FUNC.
2 Druk op of om
[ SLIDESHOW/DIASHOW] te selecteren en druk op .
U kunt ook het keuzewiel gebruiken.
3 Druk op of om [START] te
selecteren en druk op .
• Foto’s worden na elkaar weergegeven.
• Druk op om de diashow te
FUNC.
stoppen.
Indexscherm
1 Druk op de W-zijde van de
zoomregelaar.
Het indexscherm van de foto's verschijnt.
2 Gebruik de navigatietoetsen om
een beeld te selecteren.
• Verplaats het groene selectiekader naar de foto die u wilt bekijken.
• U kunt ook aan het keuzewiel draaien om snel de indexschermen te doorlopen.
3 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en de geselecteerde foto verschijnt op het scherm.
65
Page 66
Foto's

Foto's tijdens weergave vergroten

Foto’s kunnen tijdens weergave tot 5x worden vergroot.
( 21)
1 Druk op de T-zijde van de
zoomregelaar.
• De foto wordt tweemaal zo groot weergegeven en er verschijnt een kader dat de positie van het vergrote gebied aanduidt.
• Als u het beeld verder wilt vergroten, druk dan op de T-zijde van de zoomregelaar. Druk op de W-zijde van de zoomregelaar als u de vergroting wilt verminderen tot minder dan tweemaal.
verschijnt voor foto’s die niet kunnen worden vergroot.
2 Gebruik de navigatietoetsen om
het kader te verplaatsen naar het gedeelte van het beeld dat u vergroot wilt zien.
Als u de vergroting wilt annuleren, druk dan op de W-zijde van de zoomregelaar totdat het kader verdwijnt.
Eén enkele foto wissen
( 21)
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren. 3 Druk op of om [ERASE/
WISSEN] te selecteren en druk op
.
Alle foto’s wissen
Met de volgende procedure wist u alle niet-beveiligde foto’s op de geheugenkaart (foto’s met de markering
worden niet gewist).
( 21)
FUNC.
( 23)
FUNC.
FUNC.
MENU
STILL IMG OPER./ Bedieningsfuncties voor foto's
ERASE ALL IMAGES/Alle foto's wissen
YES/Ja

Foto's wissen

U kunt foto’s wissen die u hebt gemaakt op de geheugenkaart.
66
BELANGRIJK
Wees voorzichtig als u foto’s wilt wissen. Gewiste foto’s bent u voor altijd kwijt.
OPMERKINGEN
Beveiligde foto's op de geheugenkaart kunt u niet wissen.
Page 67

Aanvullende informatie

Flitser

U kunt de ingebouwde flitser gebruiken om op donkere plaatsen foto’s te maken. De flitser is uitgerust met een functie voor reductie van rode ogen.
( 21)
Opties
(automatisch)
De flitser gaat automatisch af al naargelang de helderheid van het onderwerp.
(reductie van rode ogen, automatisch)
De flitser gaat automatisch af al naargelang de helderheid van het onderwerp. De hulplamp gaat branden om rode ogen tegen te gaan.
(flitser ingeschakeld)
De flitser gaat altijd af.
(flitser uitgeschakeld)
De flitser gaat niet af.
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren.
• Indien het symbool niet op de
functie-aanduiding wordt weergegeven, druk dan herhaaldelijk op om dit symbool op te roepen.
Standaardwaarde
• Druk herhaaldelijk op om te wisselen tussen de flitserstanden.
verdwijnt na 4 seconden.
3 Druk eerst half in om de
PHOTO
automatische scherpstelling te activeren en vervolgens volledig om de foto te maken.
GEBRUIK VAN DE OPTIONELE VIDEOFLITSLAMP
VFL-1 FLASH
U kunt op de geavanceerde accessoire­schoen de optionele videoflitslamp VFL-1 aansluiten als u een flitser wilt die krachtiger is dan de ingebouwde flitser. De procedure voor het instellen van de flitserstand is dezelfde als hierboven beschreven. Raadpleeg de handleiding van de VFL-1 voor bijzonderheden over het aansluiten en gebruiken van deze flitser. De VFL-1 kan ook worden gebruikt als een videolamp. Als op de geavanceerde accessoireschoen een video-accessoire is aangesloten, wordt
op het scherm weergegeven.
OPMERKINGEN
• Het praktische bereik van de ingebouwde flitser is circa 1 tot 2 m. Het praktische bereik met de aangesloten videoflitslamp VFL-1 is circa 1 tot 4 m. In ieder geval hangt het feitelijke bereik af van de opname-omstandigheden.
• Het bereik van de flitser neemt af bij gebruik van de functie continu­opnamen.
• Rode ogen kunnen alleen worden gereduceerd als het onderwerp naar de hulplamp kijkt. De mate van reductie hangt af van de afstand en de persoon.
• De flitser gaat niet af onder de volgende omstandigheden:
- Als u de belichting handmatig instelt in
de stand (automatisch) of (reductie van rode ogen).
67
NL
Page 68
Foto's
- Tijdens reeksopnamen (AEB).
- Bij gebruik van het opnameprogramma [ FIREWORKS/ VUURWERK].
• De flitserstand kan niet worden geselecteerd als de belichting vergrendeld is.
• Het verdient aanbeveling om geen gebruik te maken van de flitser terwijl de optionele groothoekconverter of teleconverter aangesloten is; De schaduw hiervan kan op het beeld verschijnen.
Over de AF-hulplamp: Als u half indrukt en het onderwerp te donker is, kan de hulplamp kortdurend gaan branden om de camcorder in staat te stellen nauwkeuriger scherp te stellen (AF-hulplamp). U kunt de optie [AF AST LAMP/AF-HULPLAMP] op [ OFF/ UIT] zetten, zodat de hulplamp niet gaat branden ( 43).
- Ook als de AF-hulplamp brandt, is het
mogelijk dat de camcorder niet kan scherp stellen.
- Het licht van de AF-hulplamp kan
onplezierig zijn. Op publieke plaatsen, zoals restaurants, is het meestal beter de AF-hulplamp niet te gebruiken.
• De ingebouwde minivideolamp wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld als u de optionele videoflitslamp VFL-1 aansluit. Als u toch de ingebouwde minivideolamp wilt gebruiken, stel de schakelaar op de VFL-1 dan eerst in op OFF.
PHOTO

Continu-opnamen en reeksopnamen (beeldopnamestand)

Maak een reeks foto’s van een bewegend onderwerp of maak dezelfde foto bij 3 verschillende belichtingsniveaus om later de foto te kiezen die u het best bevalt.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar: P (behalve het opnameprogramma [ FIREWORKS/VUURWERK]).
Standaardwaarde
Opties
[SINGLE/ENKEL]
Maakt één enkele foto. [CONT.SHOOT./CONTINU-OPNAMEN] ,
[HISPEED CONT.SHOOT./CONTINU-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID ]
De camcorder maakt een reeks foto’s zolang u
ingedrukt houdt. Raadpleeg de tabel
PHOTO
op pagina 68 voor meer informatie over het aantal beeldjes per seconde.
Maximum aantal continu-opnamen
Aantal beeldjes (frames) per seconde
Normale
snelheid
Hoge snelheid 4,1 frames
Gebruik van de flitser 1,7 frames
Deze getallen zijn bij benadering gegeven en variëren al naargelang de opname­omstandigheden en onderwerpen. Het feitelijke aantal beeldjes per seconde zal lager zijn wanneer de sluitertijd 1/25 of langzamer is.
2,5 frames
Maximum aantal continu-opnamen
60 foto’s
( 21)
68
Page 69
[ AEB/REEKSOPNAMEN] (Auto Exposure Bracketing)
De camcorder maakt een foto met drie verschillende belichtingen (donker, normaal, licht in stappen van 1/2 EV), waarna u de opname met de beste belichting kunt kiezen.
FUNC.
( 23)

Automatische scherpstellingsvoorkeuze

NL
Als scherpstellingsvoorkeuze is geactiveerd, maakt de camcorder alleen een foto nadat automatisch scherp is gesteld.
WAAR U OP MOET LETTEN
FUNC.
geselecteerde
Beeldopnamestand
Pictogram van de momenteel
FUNC.
Gewenste optie
CONTINU-OPNAMEN/
CONTINU-OPNAMEN MET HOGE SNELHEID
1 Druk half in om de
PHOTO
automatische scherpstelling te activeren.
2 Druk volledig en houd
PHOTO
deze toets ingedrukt.
Er wordt vervolgens een reeks foto’s gemaakt zolang u de toets ingedrukt houdt.
REEKSOPNAMEN
PHOTO
Druk eerst half in om de automatische scherpstelling te activeren en vervolgens volledig om de foto's te maken.
Op de geheugenkaart worden drie foto’s gemaakt met een verschillende belichting.
( 21)
Programmakeuzeschakelaar op AUTO: De scherpstellingsvoorkeuze kan niet worden uitgeschakeld. Programmakeuzeschakelaar op P: U kunt de scherpstellingsvoorkeuze uitschakelen en ook het door u gewenste AF-kader (kader voor automatische scherpstelling) selecteren.
PHOTO
Standaardwaarde
Opties
[ ON:AiAF/AAN:KADERSELECTIE]
(Programmakeuzeschakelaar: P*, AUTO) Afhankelijk van de opnameomstandigheden
worden uit de negen beschikbare kaders automatisch één of meer AF-kaders geselecteerd en vindt hierop de scherpstelling plaats.
[ ON:CENTER/AAN:MIDDEN] (Programmakeuzeschakelaar: P*)
In deze stand verschijnt in het midden van het scherm één enkel scherpstellingskader. Dit is handig als u er zeker van wilt zijn dat de scherpstelling precies daar is waar u deze wilt.
[ OFF/UIT] Selecteer deze optie als u een foto wilt kunnen
maken zodra u op drukt.
* Behalve het opnameprogramma
[ FIREWORKS/VUURWERK].
69
Page 70
Foto's
FUNC.
( 23)
FUNC.
MENU
CAMERA SETUP/Instelling camera
FOCUS PRI./ Scherpstellingsvoorkeuze
FUNC.
Gewenste optie
OPMERKINGEN
In het opnameprogramma [ FIREWORKS/VUURWERK] wordt de scherpstellingsvoorkeuze automatisch ingesteld op [ OFF/UIT].

Lichtmetingsmethode

Om de optimale belichtingsinstellingen te berekenen, meet de camcorder het licht dat wordt gereflecteerd vanaf het onderwerp. Afhankelijk van het onderwerp wilt u mogelijk de manier veranderen waarop het licht wordt gemeten en geëvalueerd.
WAAR U OP MOET LETTEN
Opties
[EVALUATIVE/GEHEEL VERDEELD]
Geschikt voor algemene opna meomstandigheden, inclusief scènes met achtergrondverlichting. De camcorder verdeelt het beeld in meerdere gebieden en het licht wordt in al deze gebieden gemeten om voor het onderwerp een optimale belichting tot stand te brengen.
[CENT.WEIG HT.AVERAGE/GEMIDDELD MET NADRUK OP MIDDEN]
Er wordt een gemiddelde genomen van het licht dat in het gehele scherm wordt gemeten. Hierbij wordt meer gewicht gegeven aan het onderwerp in het midden.
[ SPOT/LOKAAL] Hierbij wordt alleen het gebied binnen het Spot
AE Point kader gemeten. Gebruik deze instelling om de belichting af te stemmen op het onderwerp in het midden van het scherm.
FUNC.
( 23)
Standaardwaarde
Pictogram van de momenteel
FUNC.
geselecteerde
Lichtmetingsmethode
FUNC.
Gewenste optie

Histogram en andere camcordergegevens

Programmakeuzeschakelaar: P
70
( 21)
Tijdens het bekijken van foto’s kunt u het histogram weergeven, evenals de pictogrammen van alle functies die ten tijde van de opname werden gebruikt. Gebruik het histogram als een referentie om de juiste belichting van de foto te controleren.
Page 71
Het gebied aan de rechterzijde van het histogram vertegenwoordigt de lichtste gebieden en het gebied aan de linkerzijde de schaduwen. Een foto waarvan het histogram naar rechts piekt, is relatief helder; terwijl een foto waarvan het histogram naar links piekt, relatief donker is.
Pixeltelling
Schaduwen
Lichte gebieden
OPMERKINGEN
Het histogram verschijnt ook na het maken van een foto terwijl u deze bekijkt binnen de tijdsduur die u hebt ingesteld bij de optie [REVIEW/BEKIJKEN] (of onmiddellijk nadat u de foto hebt gemaakt als de optie [REVIEW/BEKIJKEN] op [ OFF/UIT] ingesteld is). U kunt ervoor kiezen het histogram uit te zetten door op
DISP.
te drukken.

Een foto maken tijdens het opnemen van een film

Ook als de camcorder in de stand
geheugenkaart foto's maken. Van een scène die u opneemt op de harde schijf kunt u tegelijkertijd een foto maken op de geheugenkaart.
Selecteer in de opnamepauzestand de grootte en de kwaliteit van de foto.
FUNC.
( 23)
staat, kunt u op de
WAAR U OP MOET LETTEN
Standaardwaarde
STILL I.REC OFF/Foto maken uit
( 21)
NL
SELECTEREN WELKE SCHERMGEGEVENS
WORDEN WEERGEGEVEN
Door herhaaldelijk op te drukken, worden de gegevens als volgt op het scherm weergegeven.
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alle gegevens uitgeschakeld
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen reguliere gegevens (verwijdert
het histogram en informatiepictogrammen)
• Alle gegevens uitgeschakeld
1
De markeringen en het pictogram en de AF-kaders wanneer de automatische scherpstelling is vergrendeld, worden echter nog wel op het scherm weergegeven.
DISP.
1
Pictogram van de momenteel
FUNC.
geselecteerde optie
een foto maken tijdens het
Gelijktijdig
opnemen van een film
Gewenste beeldgrootte*
Druk op
FUNC.
* Het getal in de rechterhoek geeft bij
benadering aan hoeveel foto’s kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de kwaliteit en grootte.
Gewenste beeldkwaliteit*
71
Page 72
Foto's
Druk op om de foto te maken
PHOTO
op de geheugenkaart.
Op de geheugenkaart wordt de foto gemaakt terwijl op het scherm de video-opname wordt voortgezet.
OPMERKINGEN
• U kunt niet tegelijkertijd een foto op de geheugenkaart maken terwijl de digitale zoom of een digitaal effect geactiveerd is.
• Het verdient aanbeveling voor het maken van foto’s de stand te gebruiken. Deze stand biedt de beste kwaliteit voor foto’s.

Een foto maken van een scène die wordt afgespeeld

U kunt op de geheugenkaart foto's maken van een afgespeelde scène. De grootte van de gemaakte foto is [LW 1920x1080] en kan niet worden gewijzigd, maar u kunt wel de beeldkwaliteit selecteren. Zet [TV TYPE/TV-TYPE] op [ WIDE TV/ BREEDBEELD-TV] voordat u deze functie gebruikt ( 47).
( 21)
FUNC.
MENU
SYSTEM SETUP/Instelling systeem
IMG QUALITY/Beeldkwaliteit
FUNC.
* Het getal in de rechterhoek geeft bij
benadering aan hoeveel foto’s kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de kwaliteit.
Gewenste beeldkwaliteit*
EEN FOTO MAKEN VAN HET AFSPEELBEELD
1 Start het afspelen van de
gewenste scène.
2 Las tijdens het afspelen een pauze
in op het punt waar u de foto wilt maken.
3 Druk volledig in.
• De datacodering van de foto
• Een foto die is gemaakt van een scène
PHOTO
OPMERKINGEN
weerspiegelt de datum en tijd waarop de originele scène is opgenomen.
met veel snelle bewegingen, kan er wazig uitzien.
FUNC.
( 23)
72

Foto's beveiligen

U kunt foto’s op de geheugenkaart beveiligen om te voorkomen dat u deze per abuis wist.
( 21)
Page 73
FUNC.
( 23)
FUNC.
PROTECT/Beveiligen
Druk op
[ PROTECT/BEVEILIGEN]: Het beeldselectiescherm verschijnt.
Opties
[INITIALIZE/INITIALISEREN] Wist de bestandstoewijzingstabel, maar wist niet
fysiek de opgeslagen gegevens. [COMPL.INIT./VOLLEDIG INITIALISEREN] Wist alle gegevens volledig.
( 21)
NL
IN HET BEELDSELECTIESCHERM
1 Druk op of om de foto te
selecteren die u wilt beveiligen.
2 Druk op om de foto te
beveiligen.
verschijnt op de balk aan de onderzijde en de foto kan nu niet meer worden gewist. Druk nogmaals op als u de beveiliging van het beeld wilt opheffen.
3 Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer
foto’s wilt beveiligen of druk tweemaal op om het menu
FUNC.
te sluiten.
BELANGRIJK
Als u de geheugenkaart initialiseert ( 73), worden alle gemaakte foto’s permanent gewist, ook de beveiligde foto’s.

De geheugenkaart initialiseren

Initialiseer geheugenkaarten als u deze voor de eerste keer met deze camcorder gebruikt, of als u alle foto's op de geheugenkaart wilt wissen.
FUNC.
( 23)
FUNC.
MENU
STILL IMG OPER./ Bedieningsfuncties voor foto's
INITIALIZE CARD/Kaart initialiseren
Selecteer de methode voor
Kaartinitialisatie
FUNC.
* Druk op als u de volledige initialisatie
wilt annuleren terwijl deze bezig is. Alle fotobestanden worden gewist en u kunt zonder problemen de geheugenkaart gebruiken.
YES*/Ja
BELANGRIJK
Als u de geheugenkaart initialiseert, worden alle gemaakte foto’s permanent gewist, ook de beveiligde foto’s. De originele foto’s bent u voorgoed kwijt.
73
Page 74
Foto's
U kunt ook de volgende functies gebruiken...
De volgende functies en kenmerken van de camcorder kunt u gebruiken voor het opnemen van video of voor het maken van foto's. De manier waarop u deze functies moet instellen en gebruiken, is al in detail besproken. Daarom geven wij alleen een verwijzing naar de relevante pagina in het “Video”-gedeelte.
Snelstartfunctie ( 32)
Zoom ( 31)
Speciale scènes (49)
Flexibele opnameprogramma's ( 51)
Minivideolamp ( 52)
Zelfontspanner ( 53)
Handmatige scherpstelling ( 53)
Automatische tegenlichtcorrectie en handmatige belichtingsinstelling ( 54)
Witbalans ( 55)
Beeldeffecten ( 56)
Digitale effecten ( 57)

Foto's afdrukken

Foto's afdrukken - Direct afdrukken

De camcorder kan worden aangesloten op elke printer die compatibel is met PictBridge. U kunt als afdrukopdracht vooraf de foto's markeren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen ( 78).
Canon-printers: SELPHY-printers uit de serie CP, DS en ES en inkjet -printers met het PictBridge-logo.
De camcorder aansluiten op de printer
( 21)
1 Plaats de geheugenkaart die de
foto’s bevat die u wilt afdrukken.
2 Schakel de printer in. 3 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB­kabel.
• Raadpleeg PC-aansluitschema ( 85).
verschijnt en verandert in .
• De afdruk/deeltoets gaat branden en de huidige afdrukinstellingen worden circa 6 seconden weergegeven.
74
Page 75
BELANGRIJK
• Als (langer dan 1 minuut) blijft knipperen of niet verschijnt, dan is de camcorder niet op de juiste wijze op de printer aangesloten. Haal in dat geval de USB-kabel uit de camcorder en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand en herstel de verbinding.
• Zelfs als u een printer aansluit op de camcorder, wordt de printer niet herkend als u de volgende bedieningshandelingen uitvoert:
- Wissen van alle foto's
- Wissen van alle kopieeropdrachten.
- Wissen van alle afdrukopdrachten.
OPMERKINGEN
verschijnt bij foto’s die niet kunnen worden afgedrukt.
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Raadpleeg ook de printerhandleiding.
Afdrukken met de afdruk/deeltoets
Door eenvoudig op te drukken, kunt u een foto afdrukken zonder de instellingen te wijzigen.
1 Druk op of om de foto te
selecteren die u wilt afdrukken.
2 Druk op .
• Het afdrukken begint. De toets knippert en blijft branden
nadat het afdrukken is voltooid.
• Druk op of om een andere
foto te selecteren.

De afdrukinstellingen selecteren

U kunt voor een afdruk het aantal exemplaren en andere instellingen selecteren. De instellingsopties variëren afhankelijk van uw printermodel.
Opties
[PAPER/PAPIER] [ PAPER SIZE/PAPIERFORMAAT]
Het hangt van het printermodel af welke papierformaten beschikbaar zijn.
[ PAPER TYPE/PAPIERTYPE]
Selecteer [PHOTO/FOTO], [FAST PHOTO/FOTO SNEL], [PLAIN/NORMAAL] of [DEFAULT/ STAN DAAR D].
[PAGE LAYOUT/PAGINALAYOUT] Selecteer [DEFAULT/STANDAARD] of één van de
volgende beschikbare paginalayouts. [BORDERED/MET RANDEN]: De afgedrukte foto is vrijwel identiek aan de gemaakte foto. [BORDERLESS/ZONDER RANDEN]: Als u deze optie selecteert, wordt het middelste gedeelte van de foto zodanig vergroot dat deze binnen de hoogte/breedteverhouding van het geselecteerde papierformaat past. De bovenzijde, onderzijde en zijkanten van de foto worden mogelijk iets afgesneden. [2-UP], [4-UP], [8-UP], [9-UP], [16-UP]: Raadpleeg de tabel op pagina 76.
NL
75
Page 76
Foto's
[ ] (Datum afdrukken) Selecteer [ON/AAN], [OFF/UIT] of [DEFAULT/
Afdrukken nadat u de afdrukinstellingen hebt gewijzigd
STANDAARD]. [ ] (Afdrukeffect) Het afdrukeffect kan worden gebruikt met
printers die compatibel zijn met de beeldoptimalisatiefunctie. Hiermee worden afdrukken van hogere kwaliteit geproduceerd.
Selecteer [ON/AAN], [OFF/UIT] of [DEFAULT/ STANDAARD].
Canon inkjet/SELPHY DS-printers: U kunt ook [VIVID/LEVENDIG], [NR/RUISREDUCTIE] of [VIVID+NR/LEVENDIG+RUIS REDUCTIE] selecteren.
[ ] (Aantal exemplaren) Selecteer 1-99 exemplaren.
1 Indien de functie-aanduiding niet
op het scherm verschijnt, druk dan op om deze op te roepen.
2 Druk op om te selecteren.
Het instelmenu verschijnt.
Snij-instellingen ( 77)
Papierinstellingen
Huidige papierinstellingen (papierformaat, papiertype en paginalayout)
OPMERKINGEN
Het hangt van het printermodel af wat de instellingsopties zijn voor het afdrukken en wat de [DEFAULT/STANDAARD]­instellingen zijn. Raadpleeg voor bijzonderheden de printerhandleiding.
Aantal exemplaren
Afdrukeffect
Datum afdrukken
Meerdere beelden afdrukken op hetzelfde vel [2-UP], [4-UP], etc.
Bij gebruik van Canon-printers kunt u dezelfde foto meerdere malen afdrukken op hetzelfde vel. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het aanbevolen aantal exemplaren, afhankelijk van de [ PAPER SIZE/PAPIERFORMAAT]-instelling.
[ PAPER SIZE/
PAPIERFORMAAT]
Canon-printer
Inkjet-printers
SELPHY DS SELPHY CP 2, 4 of 8 SELPHY ES 2, 4 of 8
1
U kunt ook de speciale stickervellen gebruiken.
2
Als u het brede fotopapier gebruikt met de [DEFAULT/STANDAARD]-instelling, kunt u ook [2-UP] of [4-UP] gebruiken.
3
Met de [8-UP]-instelling kunt u ook de speciale stickervellen gebruiken.
[CREDITCARD] [9 x 13 cm] [10 x 14,8 cm] [A4]
- - 2, 4, 9 of 16
2
3
2 of 4 2 of 4 ­2 of 4 2 of 4 -
1
4
76
Page 77
3 Gebruik in het instelmenu de
navigatietoetsen om de instelling te selecteren die u wilt wijzigen en druk op .
4 Druk op of om de gewenste
instellingsoptie te selecteren en druk op .
5 Gebruik de navigatietoetsen om
[PRINT/AFDRUKKEN] te selecteren en druk op .
• Het afdrukken begint. Het instelmenu verdwijnt wanneer alle foto’s zijn afgedrukt.
• Als u door wilt gaan met afdrukken, druk dan op of om een andere foto te selecteren.
HET AFDRUKKEN ANNULEREN
1 Druk tijdens het afdrukken op . 2 Selecteer [OK] en druk op .
AFDRUKFOUTEN
BELANGRIJK
• De hieronder genoemde foto's worden met een PictBridge-compatibele printer mogelijk niet correct afgedrukt.
- Foto’s die zijn gemaakt of gewijzigd op
een computer en vervolgens zijn gekopieerd naar de geheugenkaart.
- Foto’s die zijn gemaakt met de
camcorder, maar op een computer zijn bewerkt.
- Foto’s waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd.
- Foto’s die niet met deze camcorder
zijn gemaakt.
• Houd u tijdens het afdrukken aan het volgende:
- Zet de camcorder of de printer niet uit.
- Wijzig de stand van de schakelaar
/ niet.
- Koppel de USB-kabel niet los.
- Verwijder de geheugenkaart niet.
• Als het bericht “BUSY/Bezig” niet verdwijnt, verwijder dan de USB-kabel en herstel na korte tijd de verbinding.
NL
Als zich tijdens het afdrukproces een fout voordoet, verschijnt er een foutbericht ( 95).
- Canon-printers die compatibel zijn met PictBridge: Herstel de fout. Als het afdrukken niet automatisch wordt hervat, selecteer dan [CONTINUE/DOORGAAN] en druk op . Indien [CONTINUE/DOORGAAN] niet kan worden geselecteerd, selecteer dan [STOP], druk op en probeer opnieuw af te drukken. Raadpleeg voor bi jzonderheden ook de printerhandleiding.
- Als de fout nog steeds aanhoudt en het afdrukken niet wordt hervat, verwijder dan de USB-kabel en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand
en herstel de verbinding.
NADAT U KLAAR BENT MET AFDRUKKEN
Haal de kabel uit de camcorder en printer en schakel de camcorder uit.

Snij-instellingen

Stel het papierformaat en de paginalayout in voordat u de snij­instellingen wijzigt.
1 Gebruik in het instelmenu ( 76)
de navigatietoetsen om [TRIMMING/BIJSNIJDEN] te selecteren en druk op .
Het snijkader verschijnt.
2 Wijzig het formaat van het
snijkader.
77
Page 78
Foto's
•Druk op de T-zijde van de zoomregelaar om het kader te verkleinen en op de W-zijde om het te vergroten. Druk op om de afdrukrichting (staand/liggend) van het kader te wijzigen.
• Als u de snij-instellingen wilt annuleren, druk dan op de W-zijde van de zoomregelaar totdat het snijkader verdwijnt.
3 Gebruik de navigatietoetsen om
het snijkader te verplaatsen.
4 Druk op om terug te keren
naar het afdrukmenu.
Selecteer in het instelmenu de optie [PRINT/AFDRUKKEN] en druk op om het gebied af te drukken dat u hebt geselecteerd met het snijkader.
• Het snijkader verschijnt aanvankelijk in wit. Na het toepassen van de snij­instellingen, verandert dit in groen.
• De snij-instellingen gelden alleen voor één beeld.
• De snij-instellingen worden geannuleerd in de volgende gevallen:
- Als u de camcorder uitschakelt.
- Als u de USB-kabel loskoppelt.
- Als u het snijkader verder vergroot dan
maximaal.
- Als u de optie [PAPER SIZE/
PAPIERFORMAAT] wijzigt.
• Het kan gebeuren dat u de snij-opties niet kunt instellen voor een foto die niet met deze camcorder is gemaakt.
78
FUNC.
OPMERKINGEN

Afdrukopdrachten

U kunt als afdrukopdracht vooraf de foto's markeren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. Later kunt u de beelden van de afdrukopdrachten eenvoudig afdrukken door de camcorder aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer ( 74). U kunt voor maximaal 998 foto’s een afdrukopdracht instellen.
Foto’s selecteren om af te drukken (afdrukopdracht)
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de afdrukopdrachten in voordat u de USB-kabel aansluit op de camcorder.
( 21)
FUNC.
( 23)
FUNC.
PRINT ORDER/
Afdrukopdracht
Druk op
: Het beeldselectiescherm
verschijnt.
IN HET BEELDSELECTIESCHERM
1 Druk op of om de foto te
selecteren die u met een afdrukopdracht wilt markeren.
2 Druk op om de
afdrukopdracht in te stellen.
Het aantal exemplaren verschijnt in oranje in het vak naast het pictogram
van de afdrukopdracht.
Page 79
3 Druk op of om het aantal
gewenste exemplaren in te stellen en druk op .
Stel het aantal exemplaren in op 0 als u de afdrukopdracht wilt annuleren.
4 Herhaal stap 1 t/m 3 als u nog
meer foto’s wilt markeren met een afdrukopdracht of druk tweemaal
FUNC.
op om het menu te sluiten.
Foto’s afdrukken die zijn gemarkeerd met een afdrukopdracht
FUNC.
( 23)
1 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB­kabel.
Raadpleeg PC-aansluitschema ( 85).
2 Druk op , druk op of
FUNC.
om het pictogram te selecteren en druk op om de instellingsmenu's te openen.
3 Druk op of om [ PRINT/
AFDRUKKEN] te selecteren en druk op .
• Het instelmenu verschijnt.
•Het foutbericht “SET PRINT ORDER/Stel eerst een afdrukopdracht in” verschijnt als u een printer aansluit die voorzien is van de functie “direct afdrukken” en [ PRINT/AFDRUKKEN] selecteert zonder dat u eerst een afdrukopdracht hebt ingesteld.
4 Gebruik de navigatietoetsen om
[PRINT/AFDRUKKEN] te selecteren en druk op .
Het afdrukken begint. Het instelmenu verdwijnt wanneer alle foto’s zijn afgedrukt.
OPMERKINGEN
• U kunt ook het keuzewiel gebruiken om de FUNC.- en instellingsmenu's te doorlopen.
• Afhankelijk van de aangesloten printer kunt u een aantal afdrukinstellingen wijzigen voordat u stap 4 uitvoert (75).
Het afdrukken annuleren/afdrukfouten (77).
Het afdrukken hervatten: Open het instelmenu zoals beschreven in stap 2-3 hierboven. Selecteer in het instelmenu de optie [RESUME/HERVATTEN]* en druk op . De resterende foto's worden afgedrukt. Het afdrukken kan niet worden hervat als de afdrukopdrachtinstellingen zijn gewijzigd of als u een foto met afdruk­opdrachtinstellingen hebt verwijderd.
* In plaats hiervan verschijnt deze menu-
optie als [PRINT/AFDRUKKEN] indien de afdrukopdracht na de eerste foto werd onderbroken.
Alle afdrukopdrachten wissen.
( 21)
FUNC.
( 23)
FUNC.
MENU
STILL IMG OPER./ Bedieningsfuncties voor foto's
ERASE ALL ORD/Alle afdrukopdrachten wissen
FUNC.
YES/Ja
NL
79
Page 80

Externe aansluitingen

Dit hoofdstuk beschrijft hoe u uw camcorder aansluit op een extern apparaat zoals een TV, videorecorder of computer.

Aansluiting op een TV of videorecorder

Aansluitpunt COMPONENT OUT*
Het aansluitpunt voor component video is alleen voor video bestemd. Als u gebruik maakt van aansluittype
, vergeet dan niet de audioverbindingen tot stand te
brengen via het aansluitpunt AV OUT/ .
Mini-aansluitpunt HDMI OUT*
Het mini-aansluitpunt HDMI OUT biedt een digitale verbinding van hoge kwaliteit die in één enkele
Open het afdekplaatje van de aansluitpunten om deze toegankelijk te maken.
* Als u een kabel aansluit op de camcorder, zorg er dan voor dat de driehoekmarkering op
de kabelconnector tegenover de driehoekmarkering van het aansluitpunt op de camcorder staat ( ).
gemakkelijke kabel audio en video combineert.
Aansluitpunt AV OUT/
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt als de stereovideokabel STV-250N is aangesloten op de camcorder.
80
Page 81

Aansluitschema's

TV-toestellen met High Definition (HDTV)
Aansluitpunt op de camcorder Verbindingskabel
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een HDTV met ingangen voor Component Video.
1
S-Component-kabel CTC-100
(bijgeleverd)
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
2
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een HDTV met een HDMI-aansluitpunt.
HDMI-kabel HTC-100
(optioneel)
Aansluitpunt op het
aangesloten apparaat
Rood
Blauw
Groen:
Wit
Rood
Pr/Cr
Pb/Cb
AUDIO
NL
Y
L
R
81
Page 82
Externe aansluitingen
TV-toestellen met Standard Definition
Aansluitpunt op de camcorder Verbindingskabel
Aansluitpunt op het
aangesloten apparaat
3 Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een TV of videorecorder met AV-aansluitpunten.
Geel
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
4
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een TV of videorecorder met een SCART-aansluitpunt.
Wit
Rood
Sluit eerst een SCART-adapter aan op het aansluitpunt SCART op de TV of videorecorder en sluit de stereovideokabel STV-250N vervolgens aan op de adapter.
Rood
Wit
Geel
SCART-adapter
(in de winkel verkrijgbaar)

Afspelen op een TV-scherm

Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
- [TV TYPE/TV-TYPE] om de uitgevoerde video in overeenstemming te brengen met de hoogte/breedteverhouding van
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u op een aangesloten TV scènes afspeelt die met deze camcorder zijn opgenomen. De kwaliteit van het afspeelbeeld varieert en hangt af van de aangesloten TV en het door u gebruikte verbindingstype.
WAAR U OP MOET LETTEN
de aangesloten TV ( 47).
- [COMP.OUT/COMPONENT OUT] om de specificaties van de uitgevoerde video te selecteren bij gebruik van aansluittype
( 48).
- Zet [AV/PHONES-AUDIO & VIDEO/ HOOFDTELEFOON] op [ AV] als u gebruik maakt van aansluittype of
.
Aansluiten
( 21)
Wijzig, indien nodig, eerst de hieronder genoemde instellingen voordat u de aansluitingen verricht.
Sluit de camcorder aan op de TV volgens een van de aansluitschema's die worden weergegeven in het vorige gedeelte Aansluitschema's (81).
VIDEO
AUDIO
L
R
82
Page 83
Over het aansluitpunt HDMI
De aansluiting HDMI (High-Definition Multimedia Interface) – aansluittype – is een comfortabele, volledig digitale verbinding met gebruik van één enkele kabel voor zowel video als audio. Als u de camcorder aansluit op een HDTV die uitgerust is met een HDMI­aansluitpunt, kunt u profiteren van video- en audioweergave van de hoogste kwaliteit.
- Het mini-aansluitpunt HDMI OUT op de camcorder is alleen bestemd voor uitvoer. Sluit dit niet aan op een HDMI-uitgang van een ander apparaat. De camcorder kan anders beschadigd raken.
- De HDMI-verbinding herkent automatisch de hoogste resolutie die wordt ondersteund door de aangesloten HDTV, en voert het optimale videosignaal uit om een ultieme kijkbelevenis te realiseren. U kunt vaststellen wat de huidige specificatie van de video-uitgang is door de menu-optie [HDMI STATUS/HDMI-STATUS] te controleren ( 48).
- Een juiste werking kan niet worden gegarandeerd als de camcorder wordt aangesloten op DVI-monitoren.
- Sommige HDTV's hebben hun HDCP-beveiliging voor digitale inhoud zodanig geconfigureerd dat persoonlijke inhoud (video die is opgenomen voor persoonlijk gebruik) niet kan worden afgespeeld. Als u op uw HDTV via de HDMI-verbinding de video die u met deze camcorder hebt opgenomen, niet kunt afspelen, probeer dan de camcorder in plaats hiervan aan te sluiten met de Component Video-verbinding – aansluittype .
- Er zal vanaf het aansluitpunt AV OUT/ of COMPONENT OUT geen video-uitvoer plaatsvinden als de camcorder via de optionele HDMI-kabel HTC-100 op een extern apparaat aangesloten is. In een dergelijk geval zal vanuit het aansluitpunt AV OUT/ alleen audio worden uitgevoerd.
NL
Afspelen
1 Zet de camcorder en de
aangesloten TV of videorecorder aan.
Op een TV: Selecteer als video­ingang hetzelfde aansluitpunt waarop u de camcorder hebt aangesloten. Op een videorecorder: Stel de keuzeschakelaar in op de ingang voor externe video (gewoonlijk aangeduid met LINE IN).
2 Begin met het afspelen van de
films ( 34) of het weergeven van de foto's ( 64).
OPMERKINGEN
• Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt als de
stereovideokabel STV--250N is aangesloten op de camcorder.
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Raadpleeg voor bijzonderheden ook de handleiding van de aangesloten TV.
• U kunt uw opnamen niet alleen afspelen op HDTV's maar ook op standaard­TV's. Als u de camcorder via de stereovideokabel STV-250N aansluit op een TV, wordt de video-uitvoer automatisch geconverteerd naar de Standard Definition zonder dat u de optie [COMP.OUT/COMPONENT OUT] hoeft te wijzigen.
• Als u de camcorder op een TV aansluit via de HDMI-verbinding – aansluittype
– of de component video-verbinding – aansluittype – kunt u genieten van de volledige resolutie van High-Definition TV.
83
Page 84
Externe aansluitingen
• TV-toestellen die compatibel zijn met het systeem WSS, schakelen automatisch over op de breedbeeldstand (16:9). In andere gevallen moet u de hoogte/ breedteverhouding van uw TV handmatig wijzigen.

Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder

U kunt uw opnamen kopiëren vanaf uw camcorder naar een videorecorder of een digitaal videoapparaat. De video­uitvoer zal plaatsvinden in de Standard Definition, hoewel de originele scènes in High Definition zijn opgenomen.
( 21)
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op de videorecorder volgens aansluittype of , zoals weergegeven in het vorige gedeelte Aansluitschema's ( 81).
Opnemen
1 Aangesloten apparaat: Plaats een
lege cassette of schijf en zet het apparaat in de opnamepauzestand.
2 Deze camcorder: Lokaliseer de
scène die u wilt kopiëren en las kort vóór de scène een afspeelpauze in.
3 Deze camcorder: Speel de film
verder af.
4 Aangesloten apparaat: Begin op
te nemen wanneer de scène verschijnt die u wilt kopiëren. Stop met opnemen wanneer het kopiëren voltooid is.
5 Deze camcorder: Stop met
afspelen.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Standaard worden de cameragegevens ingebed in het video-uitvoersignaal, maar u kunt selecteren welke gegevens moeten worden weergegeven door herhaaldelijk op ( 39) te drukken.
DISP.
84
Page 85

Aansluiten op een computer

PC-aansluitschema

NL
USB-aansluitpunt
Open het LCD-paneel om toegang te krijgen.
Aansluitpunt op de camcorder Verbindingskabel
Uitgangsverbinding (signaalstroom ) naar een computer of PictBridge-compatibele printer met een USB-poort.
1
USB-kabel (bijgeleverd)

Foto's kopiëren - direct kopiëren

computer aan te sluiten om foto’s te kopiëren.
Aansluitpunt op het
aangesloten apparaat
1 Installeer de bijgeleverde Digital
Met de bijgeleverde USB-kabel en software (op de CD-ROM DIGITAL VIDEO Solution Disk) kunt u naar een computer foto's kopiëren door heel eenvoudig op te drukken.
Voorbereidingen
Als u voor de eerste keer de camcorder op de computer aansluit, moet u de software installeren en de optie voor automatisch opstarten instellen. Vanaf de tweede keer hoeft u alleen maar met de USB-kabel de camcorder op de
Video Software.
Raadpleeg De software installeren in de handleiding Digital Video Software (elektronische versie als PDF-bestand).
2 Zet de camcorder in de stand
.
3 Sluit de camcorder op de
computer aan met de USB-kabel.
Raadpleeg PC-aansluitschema ( 85).
85
Page 86
Externe aansluitingen
4 De instelling voor automatisch
opstarten instellen.
• Raadpleeg CameraWindow starten (Windows) of Automatisch downloaden (Macintosh) in de handleiding Digital Video Software (elektronische versie als PDF­bestand).
• Het menu voor direct kopiëren verschijnt op het scherm van de camcorder en de toets gaat branden.
BELANGRIJK
• Nadat u de camcorder hebt aangesloten op de computer, mag u de harde schijf van de camcorder niet rechtstreeks benaderen. Als u dat wel doet, kunnen de gegevens in de camcorder beschadigd raken en onbruikbaar worden. Gebruik de software op de bijgeleverde CD-ROM Backup Utility of de software op de Corel Application Disc om gegevens te kopiëren tussen de camcorder en computer.
• Als de CARD-indicator (kaarttoegangs­indicator) brandt of knippert, moet u zich aan de hieronder genoemde voorschriften houden. U kunt anders uw gegevens voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Verwijder de geheugenkaart niet.
- Koppel de USB-kabel niet los.
- Zet de camcorder of computer niet uit.
- Wijzig de stand van de schakelaar /
of de bedieningsstand niet.
• Al naargelang de software en de specificaties/instellingen van uw computer wordt deze functie mogelijk niet goed uitgevoerd.
• Indien u de beeldbestanden op uw computer wilt gebruiken, maak dan eerst kopieën. Gebruik de gekopieerde bestanden en behoud de originele bestanden in ongeschonden staat.
• Tijdens de volgende bedieningshandelingen wordt de camcorder niet herkend, ook al is deze aangesloten op de computer:
- Wissen van alle foto’s op de
geheugenkaart.
- Wissen van alle kopieeropdrachten.
- Wissen van alle afdrukopdrachten.
OPMERKINGEN
• Het verdient aanbeveling de camcorder van stroom te voorzien via de compacte netadapter.
• Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van de computer.
• Gebruikers van Windows Vista, Windows XP en Mac OS X: Uw camcorder is uitgerust met het standaard Picture Transfer Protocol (PTP) waarmee u foto's kunt kopiëren (alleen JPEG) door eenvoudigweg met de USB­kabel de camcorder aan te sluiten op een computer zonder dat u de bijgeleverde software hoeft te installeren.
Foto's kopiëren
[ ALL IMAGES/ALLE BEELDEN] Kopieert alle foto's [NEW IMAGES/NIEUWE BEELDEN] Kopieert alleen foto’s naar de computer die nog
niet naar de computer zijn gekopieerd. [TRANSFER ORDERS/KOPIEEROPDRACHTEN] Kopieert foto's die zijn gemarkeerd met
kopieeropdrachten ( 88). [ SELECT & TRANSFER/SELECTEREN &
KOPIËREN] Hiermee kunt u een foto selecteren. [ WALLPAPER/ACHTERGROND] Hiermee selecteert u de foto die u wilt kopiëren
om deze als achtergrond op het bureaublad van uw computer te gebruiken.
86
Page 87
Afdruk/deeltoets
OPTIES VOOR HANDMATIG KOPIËREN
OPTIES VOOR AUTOMATISCH KOPIËREN
Als u [ ALL IMAGES/ALLE BEELDEN], [ NEW IMAGES/NIEUWE BEELDEN] of [ TRANSFER ORDERS/KOPIEEROPDRACHTEN] selecteert, worden alle relevante foto's in één groep naar de computer gekopieerd en worden de miniatuurbeelden hiervan weergegeven op de computer.
Druk op of om een kopieeroptie te selecteren en druk op .
• De toets knippert terwijl de foto's worden gekopieerd.
• De camcorder keert terug naar het kopieermenu zodra de foto’s zijn gekopieerd.
• Als u het kopiëren wilt annuleren, druk dan op of om [CANCEL/ ANNULEREN] te selecteren en druk op of druk op .
FUNC.
Als u [ SELECT & TRANSFER/ SELECTEREN & KOPIËREN] of [ WALLPAPER/ACHTERGROND] selecteert:
1 Druk op of om een
kopieeroptie te selecteren en druk op .
2 Druk op of om het beeld te
selecteren dat u wilt kopiëren en druk op .
• [ SELECT & TRANSFER/ SELECTEREN & KOPIËREN]: De geselecteerde foto wordt gekopieerd en op de computer weergegeven. Als u door wilt gaan met kopiëren, druk dan op of om een andere foto te selecteren.
• [ WALLPAPER/ ACHTERGROND]: De geselecteerde foto wordt gekopieerd naar de computer en weergegeven als achtergrond op het bureaublad.
• De toets knippert terwijl de foto's worden gekopieerd.
• Druk op om terug te keren
FUNC.
naar het kopieermenu.
OPMERKINGEN
• U kunt op drukken om de beelden te kopiëren, in plaats van op . Bij de automatische kopieeropties verschijnt een bevestigingsbericht. Selecteer [OK] en druk op .
• Als de camcorder op de computer aangesloten is en het beeldselectie­scherm wordt weergegeven, en u wilt terugkeren naar het kopieermenu, druk
FUNC.
dan op .
NL
87
Page 88
Externe aansluitingen

Kopieeropdrachten

U kunt vooraf markeren welke foto's u als kopieeropdrachten wilt kopiëren naar de computer. U kunt voor maximaal 998 foto’s een kopieeropdracht instellen.
Foto’s selecteren om te kopiëren (kopieeropdracht)
Stel de kopieeropdrachten in voordat u de camcorder aansluit op de computer.
( 21)
FUNC.
( 23)
FUNC.
TRANSFER ORDER/
Kopieeropdracht
Druk op
Het beeldselectiescherm
verschijnt.
IN HET BEELDSELECTIESCHERM
3 Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer
foto’s wilt markeren met een kopieeropdracht of druk tweemaal
FUNC.
op om het menu te sluiten.
Alle kopieeropdrachten wissen.
( 21)
FUNC.
( 23)
FUNC.
MENU
STILL IMG OPER./ Bedieningsfuncties voor foto's
ERASE ALL ORD/Alle kopieeropdrachten wissen
FUNC.
YES/Ja
1 Druk op om de foto te
selecteren die u met een kopieeropdracht wilt markeren.
2 Druk op om de
kopieeropdracht in te stellen.
In het vak naast het symbool van de kopieeropdracht verschijnt een vinkje . Druk nogmaals op als u de kopieeropdracht wilt annuleren.
88
Page 89

Aanvullende informatie

Dit hoofdstuk behandelt oplossingen voor problemen, schermberichten, tips voor het behandelen en onderhouden van de camcorder, en andere informatie.

Problemen?

Problemen oplossen

Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van uw camcorder. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het probleem aanhoudt.
• Het kan zijn dat, afhankelijk van de benodigde reparatie, de harde schijf moet worden geïnitialiseerd of vervangen, zodat u voorgoed uw gegevens kwijtraakt. Maak op een extern apparaat een backup van uw belangrijke opnamen voordat u de camcorder laat repareren ( 37). Canon is niet aansprakelijk voor gegevensverlies als gevolg van reparatie.
• De gegevens op de harde schijf moeten worden gecontroleerd om een mogelijk probleem te lokaliseren. Alleen de minimaal benodigde hoeveelheid gegevens zal echter worden gecontroleerd, en de gegevens worden niet gekopieerd of opgeslagen.
Stroombron
Probleem Oplossing
• De camcorder wil niet aangaan.
• De camcorder schakelt zichzelf uit.
•Het scherm gaat aan en uit.
De oplaadindicator k nippert snel. (één knippersignaal met een tussenpoos van 0,5 seconde).
• De accu laadt niet op.
•De CHG-indicator (oplaadindicator) knippert erg langzaam (circa éénmaal om de 2 seconden).
De camcorder staat aan, maar reageert niet.
De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op. 18
Plaats de accu op de juiste wijze in de camcorder.
Het opladen is stopgezet omdat de compacte netadapter of de accu defect is. Neem contact op met een Canon Service Center.
1 seconde). Accu ten minste voor 50% opgeladen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
Accu’s kunnen tijdens gebruik heet worden en kunnen dan mogelijk niet worden opgeladen. De CHG-indicator (oplaadindicator) gaat onregelmatig knipperen als de temperatuur van de accu hoger of lager is dan het voorgeschreven temperatuurbereik.Het opladen wordt gestart zodra de accutemperatuur lager wordt dan 40 °C.
De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Houd de camcorder ingeschakeld en laat deze opwarmen. Indien de camcorder nog steeds niet reageert, schakel deze dan uit en gebruik de camcorder op een locatie die warmer is.
(twee snelle knippersignalen met een tussenpoos van
19
89
NL
Page 90
Aanvullende informatie
Opnemen/afspelen
Probleem Oplossing
De toetsen werken niet. Schakel de camcorder in.
Op het scherm verschijnen abnormale karakters . De camcorder werkt niet naar behoren.
brandt in rood. De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op. 18
De draadloze afstandsbediening werkt niet.
Op het scherm verschijnt videoruis.Als u de camcorder dicht in de buurt van apparaten gebruikt die sterke
Op het TV-scherm verschijnt videoruis.
De camcorder trilt. Afhankelijk van de staat van de harde schijf kan de camcorder af en toe
Af en toe is de schijf hoorbaar als deze is geactiveerd.
• Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
brandt in rood.
De volgende functies duren langer dan normaal.
Scènes verwijderen
•Wisselen tussen de stand
• Pauzeren tijdens een opname
• De laatst opgenomen scène bekijken
en
Ontkoppel de stroombron en sluit deze na enige tijd weer aan. Indien het probleem aanhoudt, ontkoppel dan de stroombron en druk met een puntig voorwerp de RESET-toets in. Door op de RESET-toets te drukken, worden alle instellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
Zet [WL.REMOTE/AFSTA NDSBEDIENING] op [ON/AAN]. 46
Vervang de batterij van de draadloze afstandsbediening. 19
elektromagnetische velden uitzenden (plasma-TV’s, gsm’s, etc.), zorg dan voor voldoende afstand tussen de camcorder en deze apparaten.
Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan tussen de camcorder en het netsnoer en de antennekabels van de TV voldoende afstand aan.
trillen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
De harde schijf wordt van tijd tot tijd geactiveerd. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Dit is normaal en duidt niet op een storing. Zet de camcorder uit en laat deze een tijdje afkoelen voordat u deze weer in gebruik neemt.
Sommige functies kunnen langer duren dan normaal als de harde schijf een groot aantal scènes bevat. Maak een backup van uw opnamen en initialiseer de harde schijf.
Maken
Probleem Oplossing
knippert in rood op het scherm. Er is een storing in de camcorder opgetreden. Neem contact op met een
Op het scherm verschijnen horizontale strepen.
Als een onderwerp snel voorbij de lens flitst, wordt het beeld enigszins verbogen weergegeven.
Het beeld verschijnt niet op het scherm.
Canon Service Center.
Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors als u opnamen maakt onder sommige TL-lampen, kwiklampen of natriumlampen. Zet de programmakeuzeschakelaar op AUTO om dit effect te reduceren. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Dit is een verschijnsel dat zich typisch voordoet bij CMOS-beeldsensors. Als een onderwerp zeer snel de lens passeert, ziet het beeld er enigszins gekromd uit. Dit is normaal en duidt niet op een s
Zet de camcorder in de stand . 29
toring.
37 61
90
Page 91
Probleem Oplossing
Het opnemen wordt niet gestart als ik
START/STOP
op druk.
Zelfs nadat is gestopt met opnemen, ga at de indicator van de harde schijf niet uit.
Het punt waar werd ingedrukt, komt niet overeen met het begin/einde van de opname.
Kort nadat begonnen is met opnemen, wordt de opname plotseling stopgezet.
De camcorder stelt niet scherp. De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel
Geluid wordt vervormd weergegeven. Als dicht in de buurt van harde geluiden (bijvoorbeeld vuurwerk of
Het beeld in de zoeker is vaag. Stel de zoeker af met de oogcorrectieregelaar. 30
START/STOP START/STOP
Zet de camcorder in de stand . 29
Er kunnen geen scènes worden opgenomen als er al een scène wordt opgenomen op de harde schijf.
De harde schijf is vol. Verwijder een aantal opnamen of initialiseer de harde schijf om ruimte vrij te maken op de harde schijf.
De harde schijf bevat een maximaal aantal scènes. Verwijder een aantal opnamen.
Er kunnen geen scènes worden opgenomen als het valbeveiligingsmechanisme actief is ( wordt weergegeven).
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en gebruik deze op een locatie die warmer is. Voorkom plotselinge temperatuursverschillen.
De scène wordt op dat moment nog opgenomen op de harde schijf. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Tussen het indrukken van en de feitelijke start van de opname op de harde schijf doet zich een korte pauze voor. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Als u opnamen maakt in de buurt van lawaai of sterke trillingen, ga d an naar een andere locatie.
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
handmatig scherp.
Stel de zoeker af met de oogcorrectieregelaar. 30
De lens of de sensor voor onmiddellijke scherpstelling (Instant AF) is vuil. Maak de lens of sensor schoon met een zacht lensreinigingsdoekje. Gebruik nooit tissuepapier om de lens te reinigen.
concerten) opnamen w orden gemaakt, dan kan het geluid ve rvormd raken. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Afspelen/bewerken
Probleem Oplossing
Het afspelen wordt niet gestart als ik op de afspeeltoets druk.
Zet de camcorder in de stand . 34
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
De temperatuur van de camcorder is lager geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en gebruik deze op een locatie die warmer is. Voorkom plotselinge temperatuursverschillen.
38 61
38
44
29
53
101
NL
91
Page 92
Aanvullende informatie
Probleem Oplossing
Af en toe is de schijf hoorbaar als deze is geactiveerd.
Ik kan geen scènes toevoegen aan de afspeellijst.
De ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
Als de camcorder tijdens het opnemen plotseling wordt verplaatst, wordt het geluid van de harde schijf mogelijk opgenomen.
U kunt aan een afspeellijst niet meer dan 999 scènes toevoegen.
Open het LCD-paneel.
Het luidsprekervolume staat uit. Wijzig in de stand met de functie-aanduiding het volume.
Afspelen op een aangesloten TV of extern apparaat
Een "extern apparaat" kan een DVD-recorder, computer of een ander digitaal apparaat zijn.
Probleem Oplossing
De harde schijf word t benaderd, maar het beeld verschijnt niet op het TV­scherm.
De TV produceert geen geluid.
De camcorder is aanges loten via de optionele HDMI-kabel HTC-100, m aar de HDTV geeft geen beeld of geluid.
De video-ingang op de TV is niet afgestemd op het video-aansluitpunt waarop u de camcorder hebt aangesloten. Selecteer de juiste video-ingang.
Als u de camcorder aansluit op een HDTV via de S-Componentkabe l CTC-100, zorg er dan voor dat u ook de audioverbindingen tot stand brengt met behulp van de witte en rode stekkers van de stereovideokabel STV-250N.
Ontkoppel de HDMI-kabel HTC-100 en herstel vervolgens de verbinding of zet de camcorder uit en weer aan.
Werken met de geheugenkaart
Probleem Oplossing
De geheugenkaart kan niet worden geplaatst.
Ik kan geen opnamen maken op de geheugenkaart.
De geheugenkaart kan niet worden weergegeven.
Het beeld kan niet worden gewist. Het beeld is beveiligd. Annuleer de beveiliging. 72
U houdt de geheugen kaart verkeerd vast. Keer de geheugenkaart om en plaats de kaart opnieuw in de camcorder.
De geheugenkaart is vol. Wis foto’s om ruimte vrij te maken of vervang de geheugenkaart.
De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd. Initialiseer de geheugenkaart. 73
De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet [FILE NOS./BESTANDSNUMMERS] op [RESET/TERUGSTELLEN] en plaats een nieuwe geheugenkaart.
De optie in het menu FUNC. voor het gelijktijdig maken van een foto tijdens het opnemen van video staat op [STILL I.REC OFF/FOTO MAKEN UIT]. Wijzig de instelling zodanig dat tijdens het opnemen van video foto's kunnen worden gemaakt.
Het is niet mogelijk om foto's te maken van een afgespeeld e scène als [TV TYPE/TV-TYPE] is ingesteld op [NORMAL TV/NORMALE TV]. In dat geval wordt
weergegeven. Zet [TV TYPE/TV-TYPE] op [WIDE TV/BREEDBEELD-TV].
Plaats een geheugenkaart. 27
Zet de camcorder in de stand . 64
34
80
81
27
66
47
40
47
92
Page 93
Probleem Oplossing
wordt weergegeven in rood. Er is een geheugenkaartfout opgetreden. Zet de camcorder uit. Verwijder
de geheugenkaart en plaats deze terug en zet de camcorder terug in de stand . Als daarna nog steeds in rood wordt weergegeven, moet u de geheugenkaart initialiseren.
De geheugenkaart is vol. Wis foto’s om ruimte vrij te maken of vervang de geheugenkaart.
Afdrukken
Probleem Oplossing
Hoewel de camcorder e n printer goed zijn aangesloten, werkt de printer niet.
Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder en printer uit. Zet beide apparaten na korte tijd weer aan, zet de camcorder in de stand
en herstel de verbinding.
Overig
Probleem Oplossing
De camcorder maakt een ratelend geluid.
De interne lensbevestiging kan bewegen als de camcorder wordt uitgeschakeld. Dit is normaal en duidt niet op een storing.

Overzicht van berichten

Bericht Betekenis
CHANGE THE BATTERY PACK De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op. 18
CANNOT ENTER THE STANDBY MODE NOW
TEMPERATURE TOO HIGH TURN OFF THE POWER AND WAIT
TEMPERATURE TOO LOW KEEP POWER ON AND WAIT
TEMPERATURE TOO LOW USE IN A WARM LOCATION
TEMPERATURE TOO HIGH CANNOT RECORD
• CANNOT RECORD
• CANNOT PLAY BACK
REACHED THE MAXIMUM NUMBER OF SCENES
De camcorder kan niet in de standby-stand komen als de resterende accucapaciteit te laag is.
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt. Ontkoppel de compacte netadapter en verwijder de accu. Wacht totdat de camcorder volledig is afgekoeld voordat u deze weer in gebruik neemt.
De temperatuur van de camcorder is te laag. Houd de stroom ingeschakeld totdat het pictogram verdwijnt.
De buitentemperatuur is te laag en de camcorder werkt niet. Verplaats de camcorder naar een locatie met een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C.
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt. Ontkoppel de compacte netadapter en verwijder de accu. Wacht totdat de camcorder volledig is afgekoeld voordat u deze weer in gebruik neemt.
Er is een probleem met de harde schijf.
Dit bericht kan ook verschijnen als er condens is ontstaan. Wacht totdat de camcorder volledig is opgedroogd voordat u deze weer in gebruik neemt.
Het maximale aantal scène ruimte vrij te maken.
s is bereikt. Verwijder een aantal opnamen om
73
NL
66
32
102
38
93
Page 94
Aanvullende informatie
Bericht Betekenis
COULD NOT ADD TO PLAYLISTDe scène kan niet worden toegevoegd aan de afspeellijst. U kunt aan een
TEMPERATURE TOO HIGH CANNOT PLAY BACK
CANNOT READ THE HARD DISK De harde schijf kan niet worden gelezen.
UNABLE TO RECOGNIZE THE DATA U hebt naar de camcorder gegevens gekopieerd die zijn opgenomen in een
ACCESS ERROR Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het lezen van de harde schijf of
AVOID M OVING THE CAMCORDER Verplaats de camcorder niet terwijl de opname wordt gemaakt.
UNABLE TO RECOVER DATA Een beschadigd bestand kon niet worden hersteld.
HARD DISK FULL De harde schijf is vol (op het scherm wordt “ END/Einde” weergegeven).
TASK IN PROGRESS DO NOT DISCONNECT THE POWER SOURCE
DROP SENSOR IS TURNED OFF De camcorder is ingeschakeld terwijl [DROP SENSOR/VALSENSOR] op [OFF/
DROP DETECTED POWER WAS TURNED OFF
USE THE CAMCORDER TO INITIALIZE THE HARD DISK
BUFFER OVERFLOW RECORDING WAS STOPPED
NO CARD In de camcorder is geen geheugenkaart aanwezig. 27
afspeellijst niet meer dan 999 scènes toevoegen. Verwijder een aantal opnamen.
De temperatuur van de camcorder is hoger geworden dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
Dit bericht kan ook verschijnen als er condens is ontstaan. Wacht totdat de camcorder volledig is opgedroogd voordat u deze weer in gebruik neemt.
Dit bericht kan ook verschijnen als de temperatuur hoger wordt dan de temperatuur waarbij de camcorder kan worden gebruikt ( wordt weergegeven). Zet de camcorder uit en laat deze afkoelen voordat u het gebruik hervat.
ander televisiesysteem (NTSC).
tijdens een poging om daarop gegevens weg te schrijven.
Dit bericht kan ook verschijnen als er condens is ontstaan. Wacht totdat de camcorder volledig is
Dit bericht kan ook verschijnen als er condens is ontstaan. Wacht totdat de camcorder volledig is opgedroogd voordat u deze weer in gebruik neemt.
Verwijder een aantal opnamen om ruimte vrij te maken.
De camcorder is bezig met het bijwerken van de harde schijf. Ontkoppel de compacte netadapter niet en verwijder de accu niet.
UIT] staat. In dit geval is het risico groter dat de harde schijf beschadigd raakt als u de camcorder laat vallen.
Als u de camcorder laat vallen terwijl deze inges kabel aangesloten is op een computer, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld om de harde schijf te beveiligen. Dit bericht verschijnt de volgende keer dat u de camcorder inschakelt. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Er heeft zich een fout voorgedaan op de harde schijf en gegevens kunnen niet worden hersteld. Initialiseer de harde schijf.
Er is herhaaldelijk gedetecteerd dat de camcorder is gevallen en de buffer is vol geraakt. Ga naar een locatie die stabieler is en maak het mogelijk dat gegevens op de harde schijf kunnen worden geschreven. Stel [DROP SENSOR/ VALSENSOR] in op [OFF/UIT] als u de camcorder gebruikt in een situatie waarin het waarschijnlijk is dat herhaaldelijk wordt gedetecteerd dat de camcorder valt.
opgedroogd voordat u deze weer in gebruik neemt.
chakeld is of via de USB-
38
102
102
102
38
44
61
44
94
Page 95
Bericht Betekenis
NO IMAGES Er zijn op de geheugenkaart geen foto’s gemaakt.
CARD ERROR Er is een geheugenkaartfout opgetreden. De camcorder kan de foto niet
CARD FULL De geheugenkaart is vol. Wis foto’s om ruimte vrij te maken of vervang de
THE CAMCORDER IS SET TO STILL IMAGE MODE
NAMING ERROR De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet de
TRANSFER ORDER ERROR U hebt geprobeerd meer dan 998 kopieeropdrachten in te stellen. Verlaag het
TOO MANY STILL IMAGES DISCONNECT USB CABLE
WHILE THE CAMCORDER IS CONNECTED TO A PC DO NOT DISCONNECT THE USB CABLE OR POWER SOURCE
CANNOT TURN OFF POWER OR CHANGE MODES
CONNECT THE COMPACT POWER ADAPTER
BACK UP RECORDINGS REGULARLY
maken of niet weergeven. Als in rood verschijnt nadat het bericht is verdwenen, ga dan als volgt te werk: Zet de camcorder uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze terug en zet de camcorder terug in de stand
Als weer in groen verandert, kunt u weer opnemen/weergeven. Is dit niet het geval, initialiseer de geheugenkaart dan. (Als u da t doet, worden alle foto's op de geheugenkaart verwijderd.)
geheugenkaart.
U hebt ingedrukt tijdens het maken van foto's ( stand ).
optie [FILE NOS./BESTANDSNUMMERS] op [RESET/TERUGSTELLEN] en wis alle beelden op de geheugenkaart of initialiseer de geheugenkaart.
aantal foto's dat is gemarkeerd met een kopieeropdracht.
Verwijder de USB-kabel en verlaag het aantal foto's op de geheugenkaart tot minder dan 1800. Als er op het computerscherm een dialoogvenster verschijnt, sluit dit dan en sluit vervolgens opnieuw de USB-kabel aan.
Er kan niet met de camcorder worden gewerkt als de camcorder in de stand
harde schijf kan beschadigd raken als u tijdens weergave van dit bericht de USB-kabel verwijdert of de stroombron uitschakelt. Gebruik de computer om de verbinding te beëindigen voordat u de kabel verwijdert.
Als de camcorder in de stand staat en op de computer aangesloten is, verschijnt dit bericht indien de camcorder via de accu van stroom wordt voorzien. Sluit de compacte netadapter aan op de camcorder.
Dit bericht kan verschijnen als u de camcorder inschakelt. Bij een storing kunnen opnamen verloren gaan. Zorg er daarom voor dat u van uw opnamen periodiek een backup maakt.
.
START/STOP
staat en via de U
SB-kabel is aangesloten op de computer. De
73
NL
66
88
37
Berichten die betrekking hebben op "direct afdrukken" (Direct Print)
Voor wat betreft Inkjet/SELPHY DS-printers van Canon: Als op de printer de foutindicator
knippert of op het bedieningspaneel van de printer een foutbericht verschijnt, raadpleeg dan de printerhandleiding.
Bericht Betekenis
PAPE R ER ROR Er is een probleem met het papier. Het papier is niet correct doorgevoerd of het
papierformaat is ver keerd. Ook kan de papieruitvoerlade gesloten zijn. Ope n de lade dan om foto’s af te kunnen drukken.
95
Page 96
Aanvullende informatie
Bericht Betekenis
NO PAPER Het papier is niet op de juiste wijze geplaatst of er is geen papier aanwezig.
PAPER JAM Het papier is tijdens het afdrukken vastgelopen. Selecteer [STOP] om het afdrukken te
INK ERROR Er is een probleem met de inkt. Vervang de inktcassette.
NO INK De inktcassette is niet aanwezig of de inkt is op.
LOW INK LEVEL De inktcass ette moet snel worden vervangen. Selecteer [CONTINUE/DOORGAAN] om
INK ABSORBER FULL Selecteer [CONTINUE/DOORG AAN] om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met
• FILE ERROR
• CANNOT PRINT!
COULD NOT PRINT X IMAGES U hebt ge probeerd de afdrukopdracht-instellingen te gebruiken voor het afdrukken van X
SET PRINT ORDER Op de geheugenkaart is geen foto gemarkeerd met een afdrukopdracht.
PRINT ORDER ERROR U hebt geprobeerd meer dan 998 foto’s in de afdrukopdracht in te stellen.
CANNOT TRIM U hebt geprobeerd een foto bij te snijden die met een andere camcorder is gemaakt.
READJUST TRIMMING U hebt de [PAPER/PAPIER]-in
PRINTER ERROR Stop met afdrukken. Zet de printer uit en weer aan. Controleer de printerstatus. Als de
PRINT ERROR Annuleer het afdrukken, verwijder de USB-kabel en zet de printer uit. Wacht even, zet de
HARDWARE ERROR Stop met afdrukken. Zet de printer uit en weer aan. Controleer de printerstatus. Als de
COMMUNICATION ERROR De printer wordt geconfronteerd met een fout in de gegevensoverdracht. Annuleer het
CHECK PRINT SETTINGS De afdrukinstellingen kunnen niet worden gebruikt voor het afdrukken met de toets
INCOMPATIBLE PAPER SIZE De papierinstellingen van de camcorder zijn in tegenstrijd met de printerinstellingen.
PRINTER IN US
PAPER LEVER ERROR Er is een fout opgetreden met de papierhendel. Stel de papierselectiehendel in de juiste
PRINTER COVER OPEN Maak het printerdeksel goed dicht.
NO PRINTHEAD Er is in de printer geen printkop geïnstalleerd of de printkop is defect.
EDe printer is bezig met afdrukken. Controleer de printerstatus.
annuleren. Verwijder het vastgelopen papier, voeg opnieuw papier toe en probeer het opnieuw.
door te gaan met afdrukken.
een Canon Service Center (raadpleeg het overzicht dat bijgeleverd is bij de printer) om de inktabsorbeerinrichting te vervangen.
U hebt geprobeerd een foto af te drukken die is gemaakt met een andere camcorder, met een andere compressie, of een foto die op een computer is bewerkt.
beelden die met een andere camcorder zijn gemaakt, die een andere compressie hebben of die op een computer zijn bewerkt.
stellingen gewijzigd na toepassing van de snij-instellingen.
fout aanhoudt, neem dan contact op met de afdeling klantenservice of het servicecentrum van uw keuze. Raadpleeg hiervoor de printerhandleiding.
printer opnieuw aan en sluit de USB-kabel weer aan. Controleer de printerstatus. Als u afdrukt met de toets , controleer dan de afdrukinstellingen.
printer met een batterij uitgerust is, kan deze uitgeput zijn. Schakel in dat geval de printer uit, vervang de batterij en schakel de printer weer in.
afdrukken, verwijder de USB-kabel en zet de printer uit. Wacht even, zet de printer opnieuw aan en sluit de USB-kabel weer aan. Als u afdrukt met de toets , controleer dan de afdrukinstellingen. Of u hebt geprobeerd af te drukken vanaf een geheugenkaart die een groot aantal beelden bevat. Verminder in dat geval het aantal beelden.
.
stand in.
96
Page 97

Wat u wel en niet moet doen

Hoe u de camcorder moet behandelen

Camcorder
Zorg ervoor dat u zich houdt aan de richtlijnen hieronder. Dan bent u verzekerd van een maximale prestatie. Zorg er ook voor dat u zich houdt aan de voorzorgsmaatregelen ten aanzien van de harde schijf, omdat beschadiging hiervan kan leiden tot permanent gegevensverlies.
Maak periodiek een backup van uw opnamen. Zorg ervoor dat u uw films kopieert naar een extern apparaat zoals een computer of DVD-recorder ( 37) en maak periodiek backups.Dan bent u er zeker van dat u uw belangrijke opnamen bij schade niet kwijt bent. Bovendien creëert u hiermee vrije ruimte op de harde schijf. Canon is niet aansprakelijk voor gegevensverlies.
Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten. De harde schijf is een apparaat met hoge precisie.Als de camcorder wordt blootgesteld aan trillingen of hevige stoten, of als u de camcorder laat vallen, dan wordt de harde schijf mogelijk niet herkend of kan het gebeuren dat het opnemen/ afspelen plotseling wordt stopgezet. Wees in het bijzonder voorzichtig als de indicator van de harde schijf brandt of knippert. Maak geen opnamen op plaatsen met hard lawaai. Als u de schouderriem gebruikt, voorkom dan dat de camcorder heen en weer zwaait en een object raakt.
Houd, indien mogelijk, de valsensor ingeschakeld. Deze camcorder is uitgerust met een sensor die versnelling detecteert. Als u de camcorder laat vallen of aan
een vergelijkbare situatie blootstelt,
NL
wordt een mechanisme geactiveerd dat ontworpen is om schade aan de harde schijf te voorkomen, en kan het gebeuren dat het opnemen/afspelen wordt stopgezet of de camcorder wordt uitgeschakeld. Indien u deze functie deactiveert ( 44), verhoogt u het risico dat de harde schijf beschadigd raakt als deze aan dergelijke omstandigheden wordt blootgesteld. Maar zelfs wanneer deze functie op [ ON/AAN] is ingesteld, kan de harde schijf beschadigd raken als u de camcorder laat vallen.
Ontkoppel de stroombron niet als
de indicator van de harde schijf brandt of knippert. De harde schijf
kan beschadigd raken en u kunt uw gegevens kwijtraken als u de stroom­bron ontkoppelt of de camcorder uitschakelt terwijl gegevens worden weggeschreven op de harde schijf.
Gebruik de camcorder alleen
binnen het temperatuurbereik waarbij de camcorder kan worden gebruikt. Indien de temperatuur van
de camcorder te heet of te koud wordt, kan het gebeuren dat het opnemen/afspelen wordt stopgezet om schade aan de harde schijf te voorkomen.Bij dergelijke temperaturen verschijnt er een waarschuwing op het scherm.
Gebruik de camcorder niet op grote hoogte. Gebruik de camcorder niet op hoogtes die hoger zijn dan 3000 meter boven de zeespiegel of op andere plaatsen met een lage atmosferische druk. De harde schijf kan anders beschadigd raken.
97
Page 98
Aanvullende informatie
Initialiseer de harde schijf als films
niet op normale wijze kunnen worden opgenomen/afgespeeld.
De harde schijf kan in de loop der tijd gefragmenteerd raken door het herhaaldelijk opnemen en verwijderen van films, waardoor de prestatie kan verslechteren.In dat geval moet u de harde schijf initialiseren ( 61). Alle opnamen worden gewist indien u de harde schijf initialiseert. Maak op een extern apparaat daarom eerst een backup van uw belangrijke opnamen voordat u de harde schijf initialiseert.
• Houd de camcorder niet vast aan het LCD-paneel of de zoeker. Wees voorzichtig als u het LCD-paneel sluit.
• Laat de camcorder niet achter op plaatsen met hoge temperaturen (zoals in een auto of onder direct zonlicht) of hoge vochtigheid.
• Gebruik de camcorder niet in de buurt van sterke elektrische of magnetische velden zoals boven een TV, in de buurt van plasma-TV’s of mobiele telefoons.
• Richt de lens of zoeker niet op sterke lichtbronnen. Laat de camcorder niet gericht op een helder onderwerp.
• Gebruik en bewaar de camcorder niet op stoffige of zanderige plaatsen. De camcorder is niet waterdicht – vermijd daarom ook water, modder of zout. De camcorder en/of lens kan beschadigd raken als dergelijke substanties de camcorder binnendringen.
• Let op hitte die door verlichtings­apparatuur wordt afgegeven.
• Demonteer de camcorder niet. Als de camcorder niet naar behoren werkt, neem dan contact op met een deskundige reparateur.
• Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder niet bloot aan schokken of trillingen, omdat hierdoor schade kan ontstaan.
98
Accu
GEVAAR!
Behandel de accu met de nodige voorzichtigheid.
• Houd de accu uit de buurt van open vuur (de accu kan exploderen).
• Stel de accu niet bloot aan temperaturen die hoger zijn dan 60 °C. Laat de accu niet achter in de buurt van een ingeschakeld verwarmingsapparaat of binnen een auto bij heet weer.
• Probeer de accu niet uit elkaar te halen of er aan te knutselen.
• Laat de accu niet vallen en stel de accu niet bloot aan schokken.
• Laat de accu niet nat worden.
• Opgeladen accu’s ontladen zich op natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor dat u de accu op de dag van gebruik, of de dag ervoor, oplaadt. U bent dan verzekerd van een volle accu.
• Bevestig de afdekplaat van de accu als u een accu niet gebruikt. Contact met metalen objecten kan leiden tot kortsluiting en schade aan de accu.
• Vuile polen kunnen tot gevolg hebben dat het contact tussen de accu en de camcorder niet goed is. Veeg de polen schoon met een zachte, droge doek.
• Als u een opgeladen accu voor langere tijd (circa 1 jaar) opbergt, kan de levensduur van de accu afnemen of de prestatie achteruitgaan. Daarom verdient het aanbeveling de accu volledig te ontladen en deze op te bergen op een droge plaats bij een temperatuur die niet hoger wordt dan 30 °C. Als u de accu langere periodes niet gebruikt, dan bevelen wij aan om de accu ten minste eenmaal per jaar volledig op te laden en te ontladen. Doe dit tegelijkertijd ook met andere accu’s als u meer dan één accu hebt.
Page 99
• Hoewel de accu kan worden gebruikt bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C, is een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C het optimale bereik. Bij koude temperaturen zal de prestatie tijdelijk achteruitgaan. Verwarm de accu eerst in uw zak voordat u deze gebruikt.
• Als de accu volledig opgeladen is, maar de gebruikstijd bij normale temperaturen toch aanzienlijk korter wordt, vervang de accu dan.
Over de afdekplaat van de accu
De afdekplaat van de accu is voorzien van een [ ]-gevormde opening. Dit is handig als u een onderscheid wilt maken tussen accu's die opgeladen zijn en niet opgeladen zijn.
Achterzijde van de accu
Afdekplaat aangesloten
de camcorder niet uitschakelen, de stroombron niet loskoppelen en de geheugenkaart niet verwijderen.
• Gebruik geen geheugenkaarten op plaatsen die blootstaan aan sterke magnetische velden.
• Laat geheugenkaarten niet achter op plaatsen met een hoge vochtigheid en hoge temperaturen.
• Demonteer of verbuig een geheugen­kaart niet, laat een geheugenkaart niet vallen en stel een geheugenkaart niet bloot aan schokken of water.
• Raak de contactpunten niet aan en stel deze niet bloot aan stof of vuil.
• Controleer hoe u de geheugenkaart naar de camcorder gericht houdt voordat u deze in de camcorder plaatst. Als u een geheugenkaart verkeerd om in de sleuf probeert te plaatsen, kan de geheugenkaart of camcorder beschadigd raken.
• Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart.
Lithiumknoopbatterij
NL
Opgeladen
Niet opgeladen
Geheugenkaart
• Het verdient aanbeveling om op uw computer een reservekopie van uw geheugenkaartopnamen op te slaan. Beeldgegevens kunnen vanwege geheugenkaartdefecten of blootstelling aan statische elektriciteit beschadigd of verloren raken. Canon is niet aansprakelijk voor beschadigde of verloren gegevens.
• Als de CARD-indicator (kaart­toegangsindicator) knippert, mag u
WAARSCHUWING!
• Verkeerde behandeling van de batterij van de afstandsbediening kan leiden tot brandgevaar of chemische brandwonden. Laad de batterij niet op, demonteer de batterij niet, laat de batterij niet warmer worden dan 100 °C en laat de batterij niet ontbranden.
• Vervang de batterij door een CR2025 van Panasonic, Hitachi Maxell, Sony, Sanyo, of door Duracell2025. Gebruik van andere batterijen kan brand of een explosie tot gevolg hebben.
• De gebruikte batterij moet worden ingeleverd bij de leverancier voor een veilige verwerking.
99
Page 100
Aanvullende informatie
• Pak de batterij niet vast met een pincet of ander metalen gereedschap, omdat hierdoor kortsluiting kan ontstaan.
• Veeg de batterij schoon met een schone, droge doek om ervoor te zorgen dat met de camcorder goed contact wordt gemaakt.
• Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Roep onmiddellijk de hulp van een arts in als de batterij wordt ingeslikt. De batterijhuls kan breken, waardoor de vrijgekomen batterijvloeistof schade kan toebrengen aan ingewanden.
• Demonteer of verhit de batterij niet, en dompel de batterij niet onder in water. Anders bestaat explosiegevaar.

De batterij verwijderen

Wanneer u de camcorder afdankt, moet u eerst de ingebouwde lithiumbatterij verwijderen
2 Verwijder de afdekking.
3 Draai de schroef los die wordt
getoond in de afbeelding.
1 Maak met een schroevendraaier
aan de onderzijde de vier schroeven los die worden getoond in de afbeelding.
100
4 Verschuif de aansluiteenheid van
het statief en verwijder deze.
Loading...