Brother MFC-J615W User Guide [nl]

BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-J615W
Versie 0
DUT
Als u de klantenservice moet bellen
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-J615W
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, in geval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2010 Brother Industries, Ltd.

Gebruikershandleiding en waar kan ik die vinden?

Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Veiligheid en wetgeving Lees de veiligheidsinstructies voordat u de
machine instelt.
Installatiehandleiding Lees deze handleiding eerst. Volg de instructies
voor het instellen van uw machine en het installeren van de drivers en de software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt uitgebreidere informatie
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen, kopiëren, scannen en voor het PhotoCapture Center™ en hoe u verbruiksartikelen vervangt. Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen, kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen, PhotoCapture Center™, Remote Setup, PC-Fax en om het Brother ControlCenter te gebruiken.
over het configureren van ethernet en draadloze netwerkverbindingen. Hier kunt u bovendien informatie vinden over hulpprogramma's voor het netwerk, afdrukken via het netwerk, tips voor het oplossen van problemen en specificaties van ondersteunde netwerken.
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
PDF-bestand / documentatie op de cd-rom
PDF-bestand / documentatie op de cd-rom
PDF-bestand / documentatie op de cd-rom
i

Inhoudsopgave

(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding............................................1
Documentatie bekijken ....................................................................................1
Brother-support openen (Windows
Brother-support openen (Macintosh).....................................................................3
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................4
Aanwijzingen op het LCD-scherm ...................................................................6
Standaardhandelingen ....................................................................................6
Volume-instellingen ...............................................................................................7
Belvolume........................................................................................................7
Volume van de waarschuwingstoon................................................................7
Luidsprekervolume ..........................................................................................8
LCD-scherm...........................................................................................................8
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen....................................8
®
).....................................................................3
2 Papier laden 9
Papier en andere afdrukmedia laden.....................................................................9
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................11
Fotopapier laden............................................................................................13
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen ................................................15
Afdrukgebied .................................................................................................16
Papierinstellingen ................................................................................................17
Papiersoort ....................................................................................................17
Papierformaat ................................................................................................17
Acceptabel papier en andere afdrukmedia ..........................................................18
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................18
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................18
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................20
3 Documenten laden 22
Documenten laden...............................................................................................22
De ADF gebruiken .........................................................................................22
De glasplaat gebruiken..................................................................................22
Scangebied....................................................................................................23
ii
4 Een fax verzenden 24
Faxen verzenden.................................................................................................24
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................25
Een fax in kleur verzenden............................................................................25
Een actieve fax annuleren.............................................................................25
Verzendrapport..............................................................................................26
5 Een fax ontvangen 27
Ontvangstmodi.....................................................................................................27
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................27
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................28
Alleen fax.......................................................................................................28
Fax/telefoon...................................................................................................28
Handmatig .....................................................................................................28
Extern antwoordapparaat ..............................................................................28
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................29
Belvertraging .................................................................................................29
F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus)........................................................29
Fax waarnemen.............................................................................................30
6 Telefoontoestel en externe apparaten 31
Telefoongesprekken ............................................................................................31
Toon of puls...................................................................................................31
Fax/telefoonmodus........................................................................................31
Nummerweergave .........................................................................................31
Telefoondiensten .................................................................................................32
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................32
Extern antwoordapparaat aansluiten...................................................................33
Instellingen ....................................................................................................34
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................34
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................34
Externe en tweede toestellen ..............................................................................35
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................35
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................35
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................36
Codes voor afstandsbediening gebruiken.....................................................36
iii
7 Nummers kiezen en opslaan 37
Nummers kiezen..................................................................................................37
Handmatig kiezen..........................................................................................37
Snelkiezen .....................................................................................................37
Zoeken...........................................................................................................37
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................38
Meer manieren om nummers te kiezen ...............................................................38
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................38
Overzicht nummerweergave..........................................................................39
Nummers opslaan................................................................................................40
Een pauze opslaan........................................................................................40
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................40
De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen ................................41
8Kopiëren 42
Kopiëren ..............................................................................................................42
Kopiëren stoppen ..........................................................................................42
Kopieerinstellingen ........................................................................................43
Papieropties...................................................................................................43
9 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation 44
PhotoCapture Center™-functies..........................................................................44
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken................................44
Aan de slag..........................................................................................................45
Foto's afdrukken ..................................................................................................47
Foto's weergeven ..........................................................................................47
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen..........................................................47
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen................................48
10 Afdrukken vanaf een computer 50
Een document afdrukken.....................................................................................50
11 Scannen vanaf een computer 51
Een document scannen.......................................................................................51
Scannen met de scantoets ..................................................................................51
Scannen met een scannerdriver..........................................................................51
iv
A Routineonderhoud 52
De inktcartridges vervangen................................................................................52
De machine reinigen en controleren....................................................................54
De glasplaat reinigen.....................................................................................54
De invoerrollen voor papier reinigen..............................................................55
De printkop reinigen ......................................................................................55
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................56
De uitlijning controleren.................................................................................57
B Problemen oplossen 58
Foutmeldingen.....................................................................................................58
Foutanimatie..................................................................................................64
Faxen of het faxjournaal overbrengen...........................................................64
Document vastgelopen .................................................................................66
Printer of papier vastgelopen.........................................................................67
Problemen oplossen ...........................................................................................69
Als u problemen met uw machine heeft ........................................................69
Kiestoon waarnemen.....................................................................................77
Storing op de telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) ....................................77
Informatie over de machine .................................................................................78
Het serienummer controleren........................................................................78
Resetfuncties.................................................................................................78
De machine resetten .....................................................................................78
C Menu en functies 79
Programmeren op het scherm.............................................................................79
Menutabel............................................................................................................80
Tekst invoeren ...................................................................................................100
Spaties invoegen.........................................................................................100
Correcties aanbrengen................................................................................100
Letters herhalen...........................................................................................100
Speciale tekens en symbolen......................................................................100
D Specificaties 101
Algemeen ..........................................................................................................101
Afdrukmedia.......................................................................................................103
Faxen.................................................................................................................104
Kopiëren ............................................................................................................105
PhotoCapture Center™ .....................................................................................106
PictBridge ..........................................................................................................107
Scanner .............................................................................................................108
Printer ................................................................................................................109
Interfaces...........................................................................................................110
Vereisten voor de computer...............................................................................111
Verbruiksartikelen..............................................................................................112
Netwerk (LAN) ...................................................................................................113
EIndex 114
v
Inhoudsopgave
(UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen uitgelegd. U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding bekijken op de documentatiecd-rom.
1 Algemene instellingen
Opslag in geheugen Automatische zomertijd instellen Slaapstand LCD-scherm Tijdklokstand
2 Veiligheidsfuncties
Verzendslot
3 Een fax verzenden
Extra opties bij het verzenden Extra handelingen bij het verzenden Pollen
4 Faxberichten ontvangen
Faxberichten in het geheugen ontvangen (alleen monochroom) Afstandsbediening Extra handelingen bij het ontvangen Pollen
8 Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB­flashstation
PhotoCapture Center™-functies Foto's afdrukken PhotoCapture Center™­afdrukinstellingen Naar een geheugenkaart of een USB­flashstation scannen
9 Foto´s vanaf een camera
afdrukken
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge)
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
5 Nummers kiezen en opslaan
Opties voor normale telefoongesprekken Extra opties bij het nummers kiezen Extra manieren om nummers op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten Rapporten
7 Kopiëren
Kopieerinstellingen
C Index
vi
Opmerking

Algemene informatie 1

1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
1
Opmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe
1
de bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van elektrische schokken.

Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vetgedrukt Vetgedrukte tekst verwijst
naar specifieke knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New verwijst naar meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.

Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding, de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding

Deze standaardgebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van geavanceerde functies voor faxen, kopiëren, PhotoCapture Center™, afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk. Wanneer u gedetailleerde informatie wenst over deze bewerking, kunt u de
Uitgebreide gebruikershandleiding, Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding op de
documentatiecd-rom raadplegen.

Documentatie bekijken 1

1
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in enig letsel.
BELANGRIJK Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
a Zet de computer aan. Plaats de
documentatiecd-rom in uw cd-romstation.
(Windows®-gebruikers) Als het scherm niet automatisch verschijnt, gaat u naar Deze computer (Computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en vervolgens op index.html.
b (Macintosh-gebruikers)
Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom en vervolgens op index.html.
1
Hoofdstuk 1
Opmerking
Opmerking
c Klik op uw land.
d Ga met de muisaanwijzer
achtereenvolgens naar uw taal en Handleiding bekijken en klik vervolgens op de gewenste handleiding.
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
(Windows
ScanSoft™ PaperPort™11SE met OCR­procedurehandleidingen
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™11SE met OCR weergeven via het menu Help in de toepassing ScanSoft™ PaperPort™11SE.
®
)
1
(Alleen Windows®-gebruikers) In uw webbrowser wordt bovenaan de pagina mogelijk een gele balk weergegeven met een beveiligingswaarschuwing over Active X controls. Om de pagina correct weer te geven, klikt u op de balk,
Geblokkeerde inhoud toestaan
vervolgens op
Ja
in het dialoogvenster van de
en
beveiligingswaarschuwing.
• (Allleen Windows®-gebruikers)1 Voor snellere toegang kunt u alle gebruikersdocumentatie in PDF-structuur naar een lokale map op uw computer kopiëren. Ga met de muisaanwijzer naar uw taal en klik op Kopiëren naar lokale schijf.
1
Microsoft® Internet Explorer® 6.0 of recenter.
(Macintosh)
Presto! PageManager Gebruikershandleiding
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother- support openen (Macintosh) op pagina 3 voor verdere instructies.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via het menu Help in de toepassing Presto! PageManager.
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos of bekabeld netwerk. U kunt de standaardinstallatie-instructies vinden in de Installatiehandleiding. Als uw draadloze toegangspunt of router Wi-Fi Protected Setup of AOSS™ ondersteunt, kunt u ook de stappen volgen in de Installatiehandleiding. Raadpleeg de Netwerkhandleiding op de documentatiecd-rom voor meer informatie over het configureren van het netwerk.
1
2
Algemene informatie
Brother-support openen (Windows
Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de installatiecd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
®
) 1

Brother-support openen (Macintosh)

Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de installatiecd-rom.
Dubbelklik op het pictogram van
Brother-support. Het volgende scherm wordt weergegeven:
1
1
Om onze website
(http://www.brother.com u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com/ Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken, klikt u op Informatie over supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/ voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads wilt openen, klikt u op Brother CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het Hoofdmenu
klikt u op Terug of op Afsluiten wanneer u klaar bent.
) te openen, klikt
) klikt u op
) wilt
)
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en installeren.
Klik op Onlineregistratie om uw machine
te registreren via de pagina voor Brother­productregistratie (http://www.brother.com/registration/
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com/ Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken, klikt u op Informatie over verbruiksartikelen.
) klikt u op
).
) wilt
3
Hoofdstuk 1
10:20:29
0
21.01.2010
2
2
10:20:29
0
21.01.2010
2
2

Overzicht van het bedieningspaneel 1

8
7
6
10:
10:
1.01.
01.01.
1.01.
01.01.
Fax Geh.00
Fax Geh.00
1
1 Fax- en telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de laatste 30 gekozen nummers herhalen. U kunt deze toets ook gebruiken om een pauze in te voegen wanneer u snelkiesnummers programmeert.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de hoorn van het externe telefoontoestel tijdens het dubbele belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn of een gesprek overzetten naar een ander toestel
2 Modustoetsen:
FAX
Hiermee opent u de faxmodus.
SCAN
Geeft toegang tot scanmodus.
KOPIE
Hiermee opent u de kopieermodus.
PHOTO CAPTURE
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture Center™.
.
3 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
Als de machine inactief is, kunt u het belvolume instellen door op deze toetsen te drukken.
Snelkiezen -toets
Met deze toets kunt u nummers in het geheugen opslaan, zoeken en kiezen.
d of c
Druk hierop om naar een vorige of volgende menuoptie te gaan.
U kunt deze toets ook gebruiken om opties te kiezen.
a of b
Met deze toetsen bladert u door menu's en opties.
Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
Wis
Druk op deze toets om tekens te wissen of om terug te gaan naar het vorige menuniveau.
OK
Hiermee bevestigt u een selectie.
4
Algemene informatie
110:20:29
01.01.2011.01.201001.01.2010
10:29
Fax Geh.
10:20:29
01.01.2011.01.201001.01.2010
10:29
Fax Geh.
2 34
5
1
4 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
Kleur Start
Met deze toets start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of het menu gesloten.
6 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
U kunt ook de hoek van het LCD-scherm aanpassen door het omhoog te kantelen.
7Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en faxnummers te kiezen, maar deze toetsen dienen ook om informatie in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls in toon.
8 AAN/UIT
Druk op AAN/UIT om de machine uit te schakelen.
Houd AAN/UIT ingedrukt om de machine uit te schakelen. Op het LCD-scherm wordt weergegeven dat de machine wordt afgesloten en het blijft enkele seconden verlicht voordat de machine wordt uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de machine hebt aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Wanneer u de machine uitgeschakeld hebt, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit te behouden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan en een goede afdrukkwaliteit te behouden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
5
Hoofdstuk 1
110:20:29
01.01.2011.01.201001.01.2010
10:29
Fax Geh.
123 4 5
00
Aanwijzingen op het LCD­scherm 1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt.
1 Faxen in het geheugen
Hier wordt aangegeven hoeveel ontvangen faxen zich in het geheugen bevinden.
2 Status draadloze verbinding
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan indien u die gebruikt.
0Max
3 Huidige ontvangstmodus
Hiermee geeft u de huidige ontvangstmodus weer.
Fax (alleen Fax)F/T (Fax/Tel)Ant (Extern ANTW.APP)Hnd (Handmatig)
4 Geheugenstatus
Hier kunt u zien hoeveel geheugen in de machine beschikbaar is.
5 Inktindicator
Hiermee kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar is.
Het waarschuwingspictogram wordt weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Zie Foutmeldingen op pagina 58 voor meer informatie.

Standaardhandelingen 1

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling van de Mode Timer gewijzigd van 2 minuten tot 30 seconden.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
MENU
MENU
Inktbeheer
Standaardinst.
Fax
Netwerk
Selecteer&druk
OK
OK
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
Standaardinst.
Standaardinst.
Tijdklokstand 2Min.
Papiersoort Normaal Papier
Papierformaat A4 Volume
d Druk op d of c om 30Sec. te selecteren.
Standaardinst.
Standaardinst.
Tijdklokstand 30Sec.
Papiersoort Normaal Papier
Papierformaat A4 Volume
Selecteer&druk
Selecteer&druk
Druk op OK. De huidige instelling wordt op het LCD­scherm weergegeven:
Standaardinst.
Standaardinst.
Tijdklokstand 30Sec.
Papiersoort Normaal Papier
Papierformaat A4 Volume
Selecteer&druk
OK
OK
OK
6
e Druk op Stop/Eindigen.
Algemene informatie

Volume-instellingen 1

Belvolume 1

U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
Als de machine niet actief is, drukt u op
d of c om het volume aan te passen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven, en elke keer dat u op deze toets drukt, wordt het volume aan het volgende niveau aangepast. De machine behoudt de nieuwe instelling totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume ook via het menu aanpassen door de onderstaande instructies te volgen:
Het belvolume instellen via het menu 1
a Druk op Menu.

Volume van de waarschuwingstoon 1

1
Wanneer de waarschuwingstoon is ingeschakeld, geeft de machine een geluidssignaal als u een toets indrukt, een vergissing maakt of als u een fax hebt verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volume-niveaus voor de waarschuwingstoon kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
selecteren.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Belvolume te
selecteren.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
7
Hoofdstuk 1

Luidsprekervolume 1

U kunt uit een aantal luidsprekervolume­niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
selecteren.
e Druk op d of c om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.

LCD-scherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
selecteren.
e Druk op d of c om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
8
2
Opmerking

Papier laden 2

Papier en andere afdrukmedia laden

Wanneer u op Foto (10 15 cm) of Foto L (89 127 mm) wilt afdrukken, moet u de fotopapierlade gebruiken. (Zie Fotopapier laden op pagina 13.)
a Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen. Trek de papierlade volledig uit de machine.
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
2
lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel ze af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markeringen voor het gebruikte papierformaat wijzen.
1
3
2
2
b Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog (1).
1
3
9
Hoofdstuk 2
Opmerking
BELANGRIJK
BELANGRIJK
1
Wanneer u papier van Legal-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en schuift u de voorzijde van de papierlade naar buiten.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet is omgekruld of gevouwen.
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide handen aan het papier aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
1
10
Papier laden
BELANGRIJK
BELANGRIJK
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.

Enveloppen en briefkaarten laden 2

Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt.
Gebruik NOOIT de volgende soorten enveloppen, aangezien deze problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift).
2
.
2
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun ( ) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep ( ) uit.
2
1
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
Lijm Dubbele omslag
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Gebruik de papiersteunklep NIET voor papier van Legal-formaat.
11
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst.
Plaats de enveloppen of briefkaarten een voor een in de papierlade als er meerdere enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Plaats enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de te bedrukken zijde omlaag en de korte kant eerst, zoals in de illustratie wordt aangegeven. Druk met beide handen de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) in en stel ze af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
12
Papier laden
Als u bij het afdrukken op enveloppen problemen hebt met de omslag aan de korte kant, kunt u het volgende proberen:
a Open de omslag van de envelop. b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag in de positie zoals aangegeven in de illustratie.

Fotopapier laden 2

2
Gebruik de fotopapierlade die boven op de papieruitvoerlade is geplaatst om op Foto (10 15 cm) en Foto L (89 127 mm) af te drukken. Als u de fotopapierlade gebruikt, hoeft u het papier dat zich in de lade eronder bevindt niet te verwijderen. (Zie Gewicht, dikte en capaciteit van papier op pagina 21 voor het maximumaantal fotokaarten dat u kunt plaatsen.)
2
a Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotopapierlade (1) met uw rechterwijsvinger en -duim samen en duw de fotopapierlade naar voren tot deze in de stand voor het afdrukken van foto's (2) klikt.
c Wijzig het formaat en de marge in de
toepassing.
1
2
Fotopapierlade
13
Hoofdstuk 2
Opmerking
2
1
b Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor lengte (2) in en stel ze af op het formaat papier.
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en duw de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig tegen het papier aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
d Zet de fotopapierlade weer in de
Normale afdrukstand als u klaar bent met het afdrukken van foto's. Als u dit niet doet, verschijnt de foutmelding Papier nazien als u papier van A4­formaat gebruikt.
Knijp de blauwe ontgrendelingsknop van de fotopapierlade (1) met uw rechterwijsvinger en -duim samen en duw de fotopapierlade naar achteren tot deze vastklikt (2).
1
2
• Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
• Controleer altijd of het papier niet is omgekruld of gevouwen.
14
Papier laden
BELANGRIJK
Kleine afdrukken uit de
Als u de fotopapierlade na het afdrukken van foto's niet in de Normale afdrukstand zet, wordt de foutmelding Papier nazien gegeven als u standaardpapier gebruikt.
Fotopapierlade in de normale afdrukstand
machine verwijderen 2
Wanneer papier van klein formaat op het deksel van de uitvoerpapierlade wordt uitgeworpen, kunt u er misschien niet bij. Controleer of het afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de lade volledig uit de machine.
2
Fotopapierlade in de stand voor het afdrukken van foto's
15
Hoofdstuk 2
Opmerking
3
4
1
2
3
4
1
2

Afdrukgebied 2

Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder Marges beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor
Windows
Losse vellen Enveloppen
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
16
Papier laden
Opmerking

Papierinstellingen 2

Papiersoort 2

Voor de beste afdrukkwaliteit, stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
d Druk op d of c om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71, Brother BP61, Glossy anders of Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.

Papierformaat 2

U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: A4, A5, Letter, Legal en 10 15 cm en drie formaten voor het afdrukken van faxen: A4, Legal en Letter. Wanneer u papier van een ander formaat in de machine plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat wijzigen zodat uw machine een binnenkomende fax passend op het vel papier kan afdrukken.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
d Druk op d of c om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren.
Druk op OK.
2
Het papier wordt met de bedrukte zijde omhoog op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
e Druk op Stop/Eindigen.
17
Hoofdstuk 2

Acceptabel papier en andere afdrukmedia

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en glanzend papier, moeten op het tabblad Normaal van de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu altijd de juiste afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie Papiersoort op pagina 17.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.

Aanbevolen afdrukmedia 2

2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend Foto BP71GA4 A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 15 cm Glanzend
Foto
BP71GP

Omgaan met en gebruik van afdrukmedia 2

Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen snel water en transpiratie, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en ­kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen vlekken op het volgende document veroorzaken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
18
BELANGRIJK
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
1
1
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1 papier dat 2 mm of meer is
omgekruld; dit kan vastlopen
• hoogglanzend of erg gestructureerd papier
Papier laden
2
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• Papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de uitvoerpapierlade
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m2.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel van het deksel van de uitvoerlade worden verwijderd.
2
19
Hoofdstuk 2

De juiste afdrukmedia selecteren 2

Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Losse vellen A4 210 297 mm Ja Ja Ja Ja
Letter 215,9  279,4 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja Ja Executive 184 267 mm Ja JIS B5 182 257 mm Ja A5 148 210 mm Ja Ja A6 105 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 127 mm Ja Foto 2L 13 18 cm Ja Ja Indexkaart 127 203 mm Ja Briefkaart 1 100 148 mm Ja Briefkaart 2
(Dubbel)
Enveloppen C5-Envelop 162 229 mm Ja
DL-Envelop 110 220 mm Ja
148 200 mm Ja
Printer
COM-10 105 241 mm Ja Monarch 98 191 mm Ja JE4-Envelop 105 235 mm Ja
Transparanten A4 210 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja A5 148 210 mm Ja Ja
20
Papier laden
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse vellen
Normaal papier
Inkjetpapier
64 tot 120 g/m
64 tot 200 g/m
2
2
0,08 tot 0,15 mm
0,08 tot 0,25 mm 20
100
1
2
Glanzend
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
papier
Kaarten Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Max. 220 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
Max. 0,25 mm
Max. 0,15 mm 30
Max. 0,25 mm 30
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
1
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m2.
2
Gebruik de fotopapierlade voor Fotopapier van het formaat 10 15 cm en voor Foto L-papier van het formaat 89 127 mm. (Zie Fotopapier laden op pagina 13.)
3
BP71-papier van 260 g/m2 is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
20
20
23
23
21
3
BELANGRIJK
BELANGRIJK

Documenten laden 3

Documenten laden 3

U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) en via de glasplaat een fax versturen, kopieën maken en scannen.

De ADF gebruiken 3

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 15 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier met een gewicht
van 80 g/m voordat u het papier in de ADF plaatst.
Ondersteunde documentformaten 3
Papier:
Lengte: 148 tot 355,6 mm Breedte: 148 tot 215,9 mm Gewicht:
Documenten laden 3
2
en waaier de stapel altijd los
80 g/m
64 tot 90 g/m
2
A4
2
c Stel de papiergeleiders (2) in op de
breedte van uw document.
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde omlaag en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt
dat deze de papierrol raken en op het LCD-scherm ADF gereed wordt weergegeven.
2
1
Laat GEEN dikke documenten achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF vastlopen.
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of plakband.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Laat documenten met inkt eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
b Blader de stapel papier goed door.
22

De glasplaat gebruiken 3

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina voor pagina of pagina’s uit een boek te faxen, te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
Lengte: Max. 297 mm Breedte: Max. 215,9 mm Gewicht: Max. 2 kg
Loading...
+ 96 hidden pages