Brother MFC-9340CDW, MFC-9330CDW, MFC-9140CDN User Manual [nl]

Geavanceerde gebruikershandleiding
MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding prod uct veiligheid
Installatiehandleiding
Basis gebruikershan dleiding
Geavanc eerde gebruikershan dleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken,
Lees deze handleidi ng eerst. Lees de veiligheid sinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Volg de instruct ie s voor h et ins tell en van uw machine en installeren van de drivers en software voor h et b esturi ngs systeem en het type verbinding dat u gebruikt.
Hier vindt u meer informatie over de basis-, fax-, kopieer-, sca n- en Direct Print-f uncti es en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: faxen, kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
scannen, netwerkscannen, externe installatie, PC-Fax en het gebruik van Brother ControlCenter.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking Voor
Tsjechië, Hongarije, Bulgarije, Polen, Roemenië, Slowakije: PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
HTML-bestand / cd-r om / in de verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informati e
over bedrade en draadlo ze netwerkinstell ingen en beveilig i ng s in s tellingen b ij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Wi-Fi Direct™ handleiding
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Google cloud print handleiding
Deze handleidin g biedt u infor matie over het configureren van uw Brother-machine voor rechtstreeks dr aadloos afdrukken v anaf een mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™ ondersteun t.
Deze handleidin g biedt u infor matie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet.
PDF-bestand / cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
PDF-bestand / Brother Solutions
1
Center
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
In deze handleid ing vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf uw mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brother-machine naar uw mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding Web Connect
In deze handlei ding vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-mach ine voor het scannen, laden en bekijken van beel den en bestanden op bepaalde websit es die deze services aanbieden.
AirPrint handleiding In deze handleiding vindt u informatie over
het gebruik van AirPrint om van op OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod touch, iPad of ander iOS-toestel op uw Brother-machine af te drukken zonder een printer d riv e r te in st al le re n .
1
Kijk op http://solutions.brother.com/.
PDF-bestand / Brother Sol utions
1
Center
PDF-bestand / Brother Sol utions
1
Center
PDF-bestand / Brother Sol utions
1
Center
ii

Inhoudsopgave

1 Algemene instelling 1
Opslag in het geheugen.........................................................................................1
Automatisch zomertijd instellen............................................................................. 1
Ecologische functies..............................................................................................2
Toner besparen ...................................................................................... .........2
Slaaptijd...........................................................................................................2
Stand diepe slaap............................................................................................3
Aanraakscherm......................................................................................................3
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen....................................3
De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting...................................... 4
2 Beveiligingsfuncties 5
Secure Functi o n Lock 2.0............. .........................................................................5
Voordat u Secure Function Lock 2.0 begint te gebruiken . ...............................6
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen . ...........................................6
Beperkte gebruikers instellen ..........................................................................7
De openbare gebruikersmodus instellen en wijzigen ......................................8
Secure Funct ion Lock aan-/uitze tten...............................................................8
Gebruikers omschakelen.................................................................................9
Instelslot...............................................................................................................10
Het beheerderswachtwoord instellen ......................................... ....... ....... .....11
Het beheerderswachtwoord voor het instelslot wijzigen............... .......... .......11
Instelslot in-/uitschakelen ..............................................................................12
Kiesbeperking......................................................................................................12
Beperking kiestoetsen .. .................................................................................12
Adresboekbeperking......................................................................................13
Snelkoppelingbeperking ................................................................................13
iii
3 Een fax verzenden 14
Aanvullende verzendopties..................................................................................14
Faxen met meerdere instellingen verzenden ................................................14
De lay-out van een dubbelzijdige fax wijzigen (MFC-9340CDW)................ ..15
Contrast .........................................................................................................16
Faxresolutie wijzige n............................................................................... ......16
Aanvullende verzendbewerkingen.......................................................................17
Een fax handmatig verzenden.......................................................................17
Tweevoudige werking........... ....... ............ ....... .......... ....... ....... ....... ............ ....17
Groepsverzenden..........................................................................................18
Direct verze n den........... ................................................................................20
Internationale modus.....................................................................................21
Uitgestelde fax...............................................................................................21
Uitgestelde groepsverzending.......................................................................22
Taken in de wachtrij controleren en annuleren..............................................22
De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen .......................23
Alle faxinstellingen herstellen naar de fabrieksinstell ingen ...........................23
Faxopties als een snelkoppeling opslaan......................................................24
Elektroni sch vo orblad.... .................................................... ............................25
Weergave beste mmi n g..... .................................................... .........................27
Pollen...................................................................................................................28
Verzend Pollen ..............................................................................................28
4 Een fax ontvangen 30
Opties voor Ontvangst uit het geheugen.............................................................30
Fax doorzenden. ............................................. ...............................................30
Fax opslaan.......... .........................................................................................31
Opties voor Ontvangst uit het geheugen wijzigen .........................................31
Opties voor afstandsbediening uitschakelen .................................................32
Afstandsbediening...............................................................................................33
Een toegangscode op afstand instellen .........................................................33
Uw toegangscode op afstand gebruiken .......................................................34
Opdrachten voor de afstandsbediening.........................................................35
Uw faxen ophalen..........................................................................................36
Het nummer voor fax doorzenden wijzigen ................................... ....... ..... ....36
Aanvullende ontvangstfuncties............................................................................37
Een verklein d e in ko men de fa x af d r u kke n..... .................................................37
Dubbelzijdig afdrukken in de faxmodus ........................................................37
De stempel voor faxontvangst instellen.........................................................38
Afdrukdichtheid instellen................................................................................38
Een fax in het geheugen afdrukken...............................................................39
Ontvangst zonder papier...............................................................................39
Pollen...................................................................................................................40
Ontvang pollen ..............................................................................................40
iv
5 Kiezen en nummers opslaan 43
Aanvullende kiesfuncties .....................................................................................43
Adresboeknummers combineren...................................................................43
Bijkomende manieren om numme rs op te slaan .................................................44
Het adresboeknummer van uitgaande oproepen ops laan.............................44
Groepen voor groepsverzenden instellen......................................................44
6 Rapporten afdrukken 47
Faxrapporten .......................................................................................................47
Verzendrapport..............................................................................................47
Faxjournaal (activiteitenrapport)....................................................................47
Rapporten............................................................................................................48
Een rapport afdrukken ...................................................................................49
7Kopiëren 50
Kopieerinstellingen ..............................................................................................50
Kopiëren onderbreken...................................................................................50
De kopieerkwaliteit verbeteren......................................................................50
Kopieën vergroten of verkleinen ....................................................................51
Dubbelzijdige kopie ......................................................................................52
De dichtheid en het contrast aanpassen .......................................................54
Kopieën sorte re n............. ..............................................................................55
N-in-1 kopieën maken (paginalay-out) ..........................................................56
Identit e itskaart kopiëre n 2 op 1 .....................................................................58
De kleurverzadiging aanpassen ....................................................................59
Dubbelzijdige N-in-1 kopieën maken (MFC-9340CDW)............... .......... .. .....59
Achtergr o ndkleur verwijd e r e n........................................................................60
Kopieeropties als een snelkoppeling opslaan ...............................................61
Papier besparen............................................................................................61
A Routineonderhoud 62
De machine controleren.......................................................................................62
De testafdruk afdrukken ................................................................................62
Paginate l le rs co n tro leren...... .........................................................................62
De resterende levensduur van tonercartridges controleren ..........................63
De resterende levensduur van onderdelen controleren ................................63
Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen....................................................64
De machine inpakken en vervoeren....................................................................65
B Verklarende woordenlijst 67
C Index 71
v
1
OPMERKING

Algemene instelling 1

1
De meeste illustraties in deze handleiding tonen de MFC-9340CDW.

Opslag in het geheugen 1

Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen, en gaan niet verloren in geval van een stroomstoring. Tijdelijke instellingen (bijvoorbeeld contrast en internationale modus) gaan wel verloren. Tijdens een stroomstoring worden de datum, de tijd en geprogrammeerde faxberichten (bijvoorbeeld uitgestelde fax) tot 60 uur in het geheugen bewaard. Andere faxopdrachten in het geheugen van de machine blijven bewaard.

Automatisch zomertij d instellen

U kunt de machine zo instellen dat de zomer­/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
a Druk op .
b Druk op (Datum en tijd).
c Druk op Automatische zomertijd. d Druk op Aan of Uit.
e Druk op .
1
1
Hoofdstuk 1
OPMERKING

Ecologische functies 1

Toner besparen 1

Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, wordt de afdruk lichter. De fabrieksinstelling is Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie. g Druk op Toner besparen. h Druk op Aan of Uit.

Slaaptijd 1

Door de slaaptijdinstelling te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine is uitgeschakeld. De machine wordt geactiveerd en begint af te drukken wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand. De timer zal herstarten als er een handeling wordt uitgevoerd op de machine, zoals een fax of afdruktaak ontvangen. De fabrieksinstelling is drie minuten.
Wanneer de machine overschakelt naar de slaapstand, wordt de achtergrondverlichting van het aanraakscherm uitgeschakeld.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
i Druk op .
We raden u af de tonerbespaarstand te gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen in grijstinten.
2
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Ecologie weer te geven.
f Druk op Ecologie. g Druk op Tijd slaapstand. h Voer met behulp van het toetsenbord op
het aanraakscherm in hoe lang (0-50 minuten) de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over te schakelen. Druk op OK.
i Druk op .
Algemene instelling
1

Stand die pe sl aap 1

Als de machine zich in de slaapstand bevindt en gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten ontvangt, schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap. In de diepe slaapstand wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand. De machine wordt geactiveerd wanneer deze een taak ontvangt of wanneer u op het aanraakscherm drukt.
Wanneer de diepe slaapstand geactiveerd is op de machine, is de achtergrondverlichting van het aanraakscherm uitgeschakeld en
knippert .

Aanraakscherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

U kunt de helderheid van de LCD­achtergrondverlichting van het aanraakscherm aanpassen . Als u het aanraakscherm moeilijk kunt lezen, kunt u dit oplossen door de helderhei dsinstelling te wijzigen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell.. g Druk op Schermverlicht. h Druk op Licht, Half of Donker.
i Druk op .
3
Hoofdstuk 1

De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting 1

U kunt instellen hoe lang de LCD­achtergrondverlichting van het aanraakscherm aan blijft nadat u terug bent gegaan naar uw Homescherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om LCD instell. weer te geven.
f Druk op LCD instell.. g Druk op Lichtdim-timer. h Druk op Uit, 10Sec., 20Sec. of
30Sec..
i Druk op .
4
2
2
OPMERKING

Beveiligingsfuncties 2

Secure Function Lock 2.0

Met de functie Secure Function Lock beperkt u openbare toegang tot de volgende machinefuncties:
Fax TX (Faxen verzenden)Fax RX (F axen ontvangen)Ko pie
ScannenRechtstreeks afdrukken USBAfdrukken
Web Connect (Uploaden)Web Connect (Downloaden)
Kl eurenafdrukkenPaginalimiet
1
Scannen omvat ev eneens scanopdrachten via Brother iPrint&Scan.
2
Afdrukken en in kleur afdrukken omvatten eveneens afdruktaken via AirPrint, Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
3
Voor MFC-9330CDW en MFC-9340CDW
4
Verkrijgbaar voor Afdrukken, Rechtstreeks afdrukken USB, Kopie en Web Connect (Downloaden).
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de standaardinstellingen wijzigen.
1
3
2
24
4
Schrijf uw wachtwoord op een geheime
2
plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met de klantenservice van Brother voor informatie over het resetten van het wachtwoord.
• U kunt het Secure Function Lock handmatig instellen via het aanraakscherm, met Beheer via een webbrowser of met BRAdmin
Professional 3 (alleen Windows raden u aan om deze functie in te stellen met Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3 (alleen
Windows
®
) (uuNetwerkhandleiding).
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
• Ontvang pollen wordt alleen gedeactiveerd, wanneer zowel Fax Tx als Fax Rx zijn gedeactiveerd.
®
). Wij
Voordat u de beveiligingsfu nc ties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
De beheerder kan individuele gebruikers beperkingen samen met een gebruikerswachtwoord opleggen.
5
Hoofdstuk 2
OPMERKING
OPMERKING

Voordat u Secure Function Lock 2.0 begint te gebruiken 2

U kunt de instellingen van Secure Function Lock 2.0 met een webbrowser configureren. Vóór de configuratie zijn de volgende voorbereidingen nodig.
a Start uw webbrowser. b Typ "vIP-adres van machine/" in de
adresbalk van uw browser (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP­adres van de Brother-machine).
Bijvoorbeeld:
Als u voor de eerste maal een webbrowser gebruikt om de instellingen van de machine te configureren, stelt u een wachtwoord in.
1 Klik op Configureer het wachtwoord. 2 Voer een wachtwoord in (maximaal 32
tekens).
3 Typ het wachtwoord opnieuw in het
veld Bevestigen: nieuw wachtwoord.
4 Klik op Indienen.
v192.168.1. 2/
U kunt het IP-adres van de machine vinden in de Netwerkconfiguratielijst (uuNetwerkhandleiding: Het netwerkconfiguratierapport afdrukken).
c Voer een wachtwoord in het vak Log in
in. (Dit is een wachtwoord om in te loggen op de webpagina van de machine, niet het beheerderswachtwoord voor het Secure
Function Lock.) Klik op .

Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen 2

U kunt deze instellingen met een webbrowser configureren. Om de webpagina in te stellen, zie Voordat u Secure Function Lock 2.0 begint te gebruiken uu pagina 6. Stel vervolgens de beheerder in.
Het beheerderswachtwoord instellen 2
Het beheerderswachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en om het Secure Function Lock aan of uit te zetten (zie Beperkte gebruikers instellen uu pagina 7 en Secure Function Lock aan-/uitzetten uu pagina 8).
a Klik op Beh eerder. b Klik op Beve iligd functieslot. c Voer in het veld Nieuw wach two ord
een nummer van vier cijfers in voor het wachtwoord.
6
Beveiligingsfuncties
2
d Typ het wachtwoord opnieuw in het veld
Wachtwoord opnieuw invoeren.
e Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord wijzigen 2
a Klik op Be heer der. b Klik op Beveiligd functieslot. c Voer in het veld Nie uw wa cht wo ord
een nummer van vier cijfers in voor het wachtwoord.
d Typ het wachtwoord opnieuw in het veld
Wachtwoord opnieuw invoeren.
e Klik op Indienen.

Beperkt e gebruikers instellen2

U kunt gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen. U kunt tot 25 beperkte gebruikers instellen.
U kunt deze instellingen met een webbrowser configureren. Om de webpagina in te stellen, zie Voordat u Secure Function Lock 2.0 begint te gebruiken uu pagina 6. Voer vervolgens deze stappen uit:
c Voer een alfanumerieke groepsnaam of
gebruikersnaam (maximaal 15 tekens) in het veld Id-nummer/naam in en voer vervolgens een wachtwoord van vier cijfers in het Pincode-veld in.
d Vink in de sele ctieva kjes Afdrukken en
Ander de functies uit die u wilt
beperken. Om het maximale aantal pagina's te configureren, vinkt u het selectievakje Aan aan in Paginalimiet en voert u vervolgens het aantal in het veld Max. in.
e Klik op Indienen.
a Klik op Be heer der. b Klik op Beveiligd functieslot.
7
Hoofdstuk 2
OPMERKING

De openbare gebruike rsmodus inst ellen en wijzigen 2

De openbare gebruikersmodus beperkt de functies die beschikbaar zijn voor alle gebruikers die geen wachtwoord hebben.
Wanneer u beperkingen voor openbare gebruikers instelt, moet u dit doen via Beheer via een webbrowser of BRAdmin
Professional 3 (alleen Windows (uuNetwerkhandleiding).
®
)
a Klik op Beheerder. b Klik op B e veiligd functieslot. c Vink in de selecti evakj es Afdrukken en
Ander de functies uit die u wilt beperken. Om het maximale aantal pagina's te configureren, vinkt u het selectievakje Aan aan in Paginalimiet en voert u vervolgens het aantal in het veld Max. in.

Secure Function Lock aan-/ uitzetten 2

Schrijf het beheerderswachtwoord op een geheime plaats op. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het aanraakscherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord in. Als u het wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met de klantenservice van Brother.
Secure Function Lock aanzetten 2
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst..
d Klik op I ndienen.
8
e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Beveiliging weer te geven.
f Druk op Beveiliging. g Druk op Functieslot. h Druk op Slot UitAan. i Voer het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
2
OPMERKING
Het pictogram van het Secure Function
OPMERKING
Openbaar
XXXXX
Openbaar
Lock wordt weergegeven onder het uur en de datum.
Beveiligingsfuncties

Gebruikers omschakelen 2

Met deze instelling kunt u schakelen tussen de geregistreerde gebruikers met beperkte rechten of de openbare modus als Secure Function Lock is ingeschakeld.
Naar de modus beperkte gebruiker gaan 2
a Druk op of
Secure Function Lock uitzetten 2
a Druk op of
.
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
b Druk op Slot AanUit. c Voer het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
XXXXX
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
.
b Druk op Gebruiker wijzigen. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om uw gebruikersnaam weer te geven.
d Druk op uw gebruikersnaam. e Voer uw viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
• Als het hui dige ID niet gemachtigd is voor de gewenste functie, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het aanraakscherm.
• Als er een paginabeperking ingesteld is voor uw ID en u het maximale aantal pagina's al hebt bereikt, wordt
Limiet overschreden of ToegangGeweigerd weergegeven op
het aanraakscherm wanneer u probeert af te drukken. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
9
Hoofdstuk 2
OPMERKING
Naar de openbare modus gaan 2
a Druk op .
(Waarbij xxxxx de gebruikersnaam is.)
XXXXX
b Druk op Ga naar Openbaar.
• Als een gebruiker met beperkte rechten klaar is met het gebruik van de machine, schakelt deze binnen een minuut terug naar de openbare modus.
• Als de gewenste functie beperkt is voor alle gebruikers, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het aanraakscherm en wordt het scherm voor het wijzigen van de gebruiker weergegeven. U krijgt geen toegang tot de functie. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.
• Als voor uw ID de beperkingen om af te drukken in kleur ingesteld zijn op Uitschakelen, wordt Geen toestemming weergegeven op het aanraakscherm wanneer u gekleurde gegevens probeert af te drukken.

Instelslot 2

Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machine­instellingen wijzigen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw beheerder of met de klantenservice van Brother.
Terwijl het instel sl o t Aan is, hebt u geen toegang tot de instellingen van de machine.
De machine-instellingen kunnen niet worden gewijzigd via de Remote Setup wanneer Instelslot is ingesteld op Aan.
10
Beveiligingsfuncties
2

Het beheerderswachtwoord instellen 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Beveiliging weer te geven.
f Druk op Beveiliging. g Druk op Instelblokkering. h Voer een viercijferig getal voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
i Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het aanraakscherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
j Druk op .

Het behe erderswac htwoord voor het instelslot wijzigen 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Beveiliging weer te geven.
f Druk op Beveiliging. g Druk op Instelblokkering. h Druk op Wachtw. inst.. i Voer het oude viercijferige wachtwoord
in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
j Voer een viercijferig getal voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
k Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het aanraakscherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
l Druk op .
11
Hoofdstuk 2
䎬䏑䏖䏗䏈䏏䏅䏏䏒䏎䏎䏈䏕䏌䏑䏊

Instelslot in-/uitschakelen 2

Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het aanraakscherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wac h t w oo r d in.
Instelsl o t i n sch akelen 2
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Standaardinst. weer te geven.
d Druk op Standaardinst.. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Beveiliging weer te geven.
f Druk op Beveiliging. g Druk op Instelblokkering.

Kiesbeperking 2

Deze functie voorkomt dat gebruikers per ongeluk een fax verzenden naar een verkeerd nummer of een verkeerd nummer bellen. U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen, het adresboek en snelkoppelingen.
Als u Uit kiest, beperkt de machine de kies methode niet.
Als u # tweemaal invoeren kiest, vraagt de machine u om het nummer opnieuw in te voeren en als u hetzelfde nummer correct hebt ingevoerd, begint de machine met kiezen. Als u het verkeerde nummer invoert, wordt op het aanraakscherm een foutmelding weergegeven.
Als u Aan kiest, beperkt de machine alle faxverzendingen en uitgaande telefoongesprekken voor die kiesmethode.

Beperking kiestoetsen 2

h Druk op Slot UitAan. i Voer het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
Instelsl o t u i tschakelen 2
a Druk op
op het aanraakscherm.
b Voer het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm. Druk op OK.
a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op Cijfertoetsen. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
12
2

Adresboekbeperking 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op Adresboek. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
Beveiligingsfuncties
i Druk op .

Snelkoppelingbeperking 2

a Druk op .
b Druk op Alle instell.. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax. e Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Kiesbeperking weer te geven.
f Druk op Kiesbeperking. g Druk op Snelkopp.. h Druk op # tweemaal invoeren, Aan
of Uit.
i Druk op .
13
3
OPMERKING

Een fax verzenden 3

Aanvullende verzendopties

Faxen met meerdere instellingen verzenden 3

Voordat u een fax verzendt, kunt u elke combinatie van dez e in s tellingen w ijz ige n:
2-zijdige faxContrastFaxresolutieDirect verzendenInternationaalTijdklokVerzamelenVoorblad Opm.Voorpagina instellenRondsturen
1
Voor MFC-9340CDW
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.
1
b Druk op Opties. c Veeg omhoog of omlaag of druk op a of
3
b om de gewenste instelling weer te geven en druk vervolgens op de instelling.
d Druk op de gewenste optie. e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Herhaal stappen c en d om meer
instellingen te wijzigen.
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op OK. G a naar de volgende stap om de fax te verzenden.
• De meeste instellingen zijn tijdelijk en de machine keert terug naar de standaardinstellingen na het versturen van een fax.
• U kunt sommige van de instellingen die u het meest gebruikt als standaardinstellingen instellen. Deze instellingen blijven ongewijzigd tot u deze opnieuw wijzigt (zie De wijzigingen
instellen als de nieuwe standaardinstellingen uu pagina 23).
• U kunt sommige van de instellingen die u het meest gebruikt als snelkoppeling instellen (zie Faxopties als een snelkoppeling opslaan uu pagina 24).
Het aanraakscherm toont:
14
Een fax verzenden
3

De lay-out van een dubbelzijdige fax wijzigen (MFC-9340CDW) 3

U moet een dubbelzijdig scanformaat selecteren voor u een dubbelzijdige fax verzendt. Het geselecteerde formaat hangt af van de lay-out van uw dubbelzijdige document.
a Plaats uw document in de ADF
(automatische documentinvoer).
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.
Als uw document over de korte zijde
wordt gekeerd, drukt u op 2-zijdige scan: korte zijde.
Korte zijde
Staand Liggend
c Druk op Opties. d Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om 2-zijdige fax weer te geven.
e Druk op 2-zijdige fax. f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als uw document over de lange zijde
wordt gekeerd, drukt u op 2-zijdige scan: lange zijde.
Lange zijde
Staand Liggend
15
Hoofdstuk 3
OPMERKING
OPMERKING

Contrast 3

Voor de meeste documenten zorgt de standaardinstelling Auto voor de beste resultaten. Auto selecteert automatisch het geschikte contrast voor uw document.
Als uw document erg licht of donker is, kan de kwaliteit van de fax worden verbeterd door het contrast te wijzigen.
Selecteer Donker om het gefaxte document lich te r te ma k e n .
Selecteer Licht om het gefaxte document donkerder te maken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.

Faxreso lutie wijzigen 3

De kwaliteit van een fax kan worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen. U kunt de faxresolutie wijzigen voor de volgende fax.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.
b Druk op Opties. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Faxresolutie weer te geven.
d Druk op Faxresolutie. e Druk op Standaard, Fijn,
Superfijn of Foto.
b Druk op Opties. c Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Contrast weer te geven.
d Druk op Contrast. e Druk op Auto, Licht of Donker.
Zelfs als u Licht of Donker kiest, w o r d t de fax verzonden met de instelling Auto als u Foto hebt gekozen als faxresolutie.
16
U kunt vier verschillende resolutie­instellingen selecteren.
Zwart-wit
Standaard Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Fijn Ges chikt voor documenten met
een klein letter type en wordt iets langzamer verzonden dan met de standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor documenten met
een klein lettertype of artwork en wordt ie ts la ng z a me r verzonden dan met de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer het
document verschillende grijstint en heeft of een foto is. Deze instelling heeft de langzaamste transmissietijd.
Een fax verzenden
3
OPMERKING

Aanvullende verzendbewerkingen 3

Een fax handmatig verzenden3

Handmatig verzenden 3
Bij handmatige verzending hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het verzenden van een fax.
a Plaats het document. b Pak de hoorn van een externe telefoon
op en luister of u een kiestoon hoort.
c Kies het faxnummer met de externe
telefoon.
d Als u de faxtonen hoort, drukt u op
Fax Start.
Als u de glasplaat gebruikt, drukt u
op Verzenden.

Tweevoudige werking 3

U kunt een nummer kiezen en beginnen om de fax in het geheugen te scannen, zelfs wanneer de machine vanuit het geheugen verzendt, faxen ontvangt of computergegevens afdrukt. Het aanraakscherm toont het nieuwe taaknummer.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt scannen, is afhank elijk van hetg een erop is afgedrukt.
Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven wanneer u de eerste pagina
van een fax scant, drukt u op om het scannen te annuleren. Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven terwijl u een volgende pagina scant, kunt u op Nu verzenden drukken om de tot dusver gescande pagina's te verzenden of
kunt u op drukken om de taak te annuleren.
e Plaats de hoorn van de externe telefoon
terug.
17
Hoofdstuk 3
OPMERKING

Groepsverzenden 3

Met groepsverzenden kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. U kunt een fax naar groepen, het Adresboek en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen.
U kunt groepsverzendingen maken naar 250 verschillende nummers.
Voor u de groepsverzending begint 3
Adresboeknummers moeten in het geheugen van de machine worden opgeslagen voor deze kunnen worden gebruikt in een groepsverzending (uuBasis gebruikershandleiding: Nummers in het adresboek opslaan).
Groepsnummers moete n ook in het geheugen van de machine worden opgeslagen voor deze kunnen worden gebruikt in een groepsverzending. Groepsnummers bevatten heel wat opgeslagen adresboeknummers om het kiezen eenvoudiger te maken (zie Groepen voor groepsverzenden instellen uu pagina 44).
Een fax verzenden naar een groep 3
a Plaats het document. b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld ingesteld is
op Aan, drukt u op (Fax) en Faxen verzenden.
c Druk op Opties. d Veeg naar boven of onder of druk op a
of b om Rondsturen weer te geven.
f Druk op Nummer toevoeg..
Als u Internet Fax hebt gedownload:
Als u wilt groepsverzenden met behulp van een e-mailadres, drukt u op ,
voert u het e-mailadres in (uuBasis gebruikershandleiding: Tekst invoeren) en drukt u op OK.
g U kunt op de volgende manieren
nummers toevoegen aan de groepsverzending:
Druk op Nummer toevoeg. en voer
een nummer in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm (uuBasis gebruikershandleiding: Hoe kiezen).
Druk op OK.
Druk op Toevoegen uit
adresboek. Veeg omhoog of
omlaag of druk op a of b o m het nummer weer te geven dat u aan de groepsverzending wilt toevoegen. Vink de selectievakjes aan van de nummers die u wilt toevoegen aan de groepsverzending. Wanneer u alle gewenste nummer hebt aangevinkt, drukt u op OK.
Druk op op de eerste letter van de naam en druk op vervolgens op het numme r dat u wilt toevoegen.
Zoeken in adresboek
OK
. Druk op de naam en druk
h Nadat u alle faxnummers hebt
ingevoerd door stappen f en g te herhalen, drukt u op OK.
i Druk op Fax Start.
Als de groepsverzending is voltooid, drukt de machine een groepsverzendrapport af zodat u de resultaten kunt bekijken.
. Dru k
e Druk op Rondsturen.
18
Loading...
+ 56 hidden pages