Brother MFC-820CW User Guide [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-820CW
Als u de klantendienst moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Modelnummer: MFC-820CW
Serienummer:
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan uw eventuele verzekeringsclaim ondersteunen in geval dat het
product verloren gaat en dit door de verzekering gedekt is.
© 1996-2006 Brother Industries, Ltd.

Informatie over goedkeuring, samenstelling en publicatie

DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS, ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, met inbegrip van gevolgschade, voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i

EG conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE

ii
EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Industries (Shen Zhen) Ltd G02414-1, Bao Chang Li Bonded Transportation Industrial Park, Bao Lung Industrial Estate, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat: Productomschrijving : Faxapparaat Type : Groep 3 Modelnaam : MFC-820CW
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaards voldoet.
Toegepaste normen:
Geharmoniseerd:
Veiligheid : EN60950-1:2001
EMC : EN55022:1998 +A1: 2000 +A2: 2003 Klasse B
EN55024:1998 +A1: 2001 +A2: 2003 EN61000-3-2:2000 EN61000-3-3:1995 +A1: 2001
Radio : EN301 489-1 V1.4.1
EN301 489-17 V1.2.1 EN300 328 V1.6.1
Jaar waarin EG-certificatie voor het Eerst werd toegekend: 2005
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd. Datum : 7 Oktober 2005 Plaats : Nagoya, Japan
iii

Inhoudsopgave

Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie
Gebruik van deze handleiding ............................................................................... 2
Informatie opzoeken ........................................................................................ 2
De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt ...................................2
De Gebruikershandleiding openen ........................................................................ 3
De documentatie weergeven (voor Windows De documentatie weergeven (voor Macintosh
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Indicaties LCD-scherm ...................................................................................8
Basishandelingen ............................................................................................8
Over faxapparaten.................................................................................................9
Faxtonen en aansluitbevestiging .....................................................................9
ECM-modus (foutencorrectie) .........................................................................9
2 Documenten en papier laden
Documenten laden...............................................................................................10
De ADF gebruiken .........................................................................................10
De glasplaat gebruiken..................................................................................10
Scangebied....................................................................................................11
Over papier..........................................................................................................12
Aanbevolen papiersoorten.............................................................................12
Speciaal papier gebruiken .............................................................................12
Papier, enveloppen en briefkaarten laden.....................................................16
®
)...............................................3
®
).............................................4
3 Algemene instellingen
Energiebesparende stand....................................................................................19
De energiebesparende stand instellen ..........................................................19
De energiebesparende stand opheffen .........................................................19
Faxen ontvangen in de energiebesparende stand ..............................................20
Tijdklokstand........................................................................................................ 21
De tijdklokstand instellen ...............................................................................21
Papierinstellingen ................................................................................................21
Het type papier instellen ................................................................................21
Het papierformaat instellen............................................................................22
Volume, instellen .................................................................................................22
Het belvolume instellen ................................................................................. 22
Het volume van de waarschuwingstoon instellen.......................................... 23
Het volume van de luidspreker instellen........................................................23
Automatisch zomertijd instellen ...........................................................................23
LCD-scherm.........................................................................................................24
Het contrast van het LCD-scherm instellen ...................................................24
De helderheid van de schermverlichting instellen .........................................24
De lichtdim-timer instellen voor de schermverlichting ...................................24
De uitschakelklok instellen ............................................................................25
iv
4 Beveiligingsfuncties
Geheugenbeveiliging........................................................................................... 26
Wachtwoord instellen .................................................................................... 26
Het wachtwoord voor geheugenbeveiliging wijzigen .....................................27
Geheugenbeveiliging inschakelen................................................................. 27
Geheugenbeveiliging uitschakelen................................................................27
Paragraaf II Fax
5 Faxen verzenden
Faxmodus instellen..............................................................................................30
Faxen verzenden vanuit de ADF ..................................................................30
Faxen via de glasplaat................................................................................... 31
Documenten in Letter-formaat faxen via de glasplaat ...................................31
Een fax annuleren ......................................................................................... 31
Een fax in kleur verzenden ............................................................................31
Rondsturen (alleen zwart-wit).............................................................................. 32
Een faxverzending stoppen ...........................................................................32
Extra handelingen bij het verzenden ................................................................... 33
Faxen met meer instellingen verzenden........................................................33
Contrast ......................................................................................................... 33
Faxresolutie ................................................................................................... 33
Tweevoudige werking (alleen zwart-wit)........................................................34
Direct verzenden ...........................................................................................34
Internationale modus .....................................................................................35
Tijdklok (uitgesteld zenden) (alleen zwart-wit)...............................................35
Uitgestelde groepsverzending (alleen zwart-wit)........................................... 35
Gewijzigde instellingen opgeven als nieuwe standaardinstellingen ..............35
De fabrieksinstellingen herstellen.................................................................. 36
De status van taken controleren of geplande taken annuleren .....................36
Faxen handmatig verzenden .........................................................................36
De melding Geheugen vol .............................................................................36
6 Faxberichten ontvangen
Basishandelingen bij het ontvangen....................................................................37
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................37
De belvertraging instellen ..............................................................................38
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Telefoon) .............................38
Fax waarnemen............................................................................................. 39
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken
(Automatische verkleining) ........................................................................ 39
Een fax uit het geheugen afdrukken..............................................................40
Ontvangst in het geheugen (Alleen zwart-wit)...............................................40
v
7 Telefoondiensten en externe apparaten
Telefoongesprekken ............................................................................................41
Toon of puls...................................................................................................41
Werken met een tweede toestel ....................................................................41
Fax/Telefoon-modus......................................................................................41
Fax/Telefoon-modus in de energiebesparende stand ...................................41
Telefoondiensten .................................................................................................42
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................42
Een extern apparaat aansluiten op uw machine..................................................43
Een extern of tweede telefoontoestel aansluiten ...........................................43
Een extern antwoordapparaat aansluiten .....................................................43
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................44
Speciale functies op uw telefoonlijn...............................................................44
Gebruik van een draadloze telefoon..............................................................45
De codes voor afstandsbediening wijzigen ...................................................45
8 Snelkiesnummers en kiesopties
Kiesopties ............................................................................................................46
Handmatig kiezen..........................................................................................46
Snelkiezen .....................................................................................................46
Zoeken op alfabetische volgorde...................................................................46
Zoeken op numerieke volgorde .....................................................................47
Faxnummer opnieuw kiezen.......................................................................... 47
Uitgaand gesprek ..........................................................................................47
Pauze ............................................................................................................ 47
Nummers opslaan om snel te kiezen..................................................................48
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................48
Snelkiesnummers opslaan vanuit uitgaande gesprekken .............................48
Snelkiesnamen of -nummers wijzigen ..........................................................49
Nummergroepen voor het rondsturen instellen .............................................50
Toegangscodes en creditcardnummers ........................................................52
9 Geavanceerde faxhandelingen (alleen zwart-wit)
Faxhandelingen ...................................................................................................53
Fax Doorzenden ............................................................................................53
Fax Opslaan .................................................................................................. 53
Faxvooruitblik ................................................................................................54
Ontvang PC-Fax............................................................................................55
Geavanceerde faxfuncties uitschakelen........................................................57
Geavanceerde faxfuncties wijzigen ...............................................................57
Opvragen vanaf een ander toestel ......................................................................58
De toegangscode instellen ............................................................................58
De toegangscode gebruiken..........................................................................58
Opdrachten voor afstandsbediening..............................................................59
Faxberichten opvragen.................................................................................. 60
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd .............60
vi
10 Rapporten afdrukken
Faxrapporten ....................................................................................................... 61
Verzendrapport.............................................................................................. 61
Faxjournaal (activiteitenrapport) ....................................................................61
Rapporten...................................................................................................... 62
11 Pollen
Ontvang Pollen ....................................................................................................63
Beveiligd pollen .............................................................................................63
Uitgesteld pollen ............................................................................................ 63
Opeenvolgend pollen..................................................................................... 63
Verzend pollen (alleen zwart-wit)......................................................................... 64
Verzend pollen instellen ................................................................................ 64
Verzend pollen instellen met beveiligingscode.............................................. 65
Paragraaf III Kopie
12 Kopiëren
Kopiëren ..............................................................................................................68
Kopieermodus instellen .................................................................................68
Eén kopie maken...........................................................................................68
Meerdere kopieën maken..............................................................................68
Kopiëren onderbreken...................................................................................68
Kopieerinstellingen wijzigen.................................................................................69
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen ......................................................... 69
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ...................................... 69
Het type papier instellen................................................................................70
Papierformaat instellen..................................................................................70
Helderheid instellen ....................................................................................... 70
Contrast instellen........................................................................................... 71
Kleurverzadiging aanpassen ......................................................................... 71
Kopieën sorteren met de ADF .......................................................................71
N op 1 kopieën of een poster maken (paginalayout)..................................... 72
Gewijzigde instellingen opgeven als nieuwe standaardinstellingen ..............73
De fabrieksinstellingen herstellen.................................................................. 73
De melding ‘Geheugen vol’..................................................................................73
Wettelijke beperkingen ........................................................................................ 74
Paragraaf IV PhotoCapture Center™
13 PhotoCapture Center™
Inleiding ...............................................................................................................76
Vereisten voor PhotoCapture Center™......................................................... 76
Aan de slag.......................................................................................................... 77
PhotoCapture-modus instellen ......................................................................78
vii
Afbeeldingen afdrukken.......................................................................................78
Foto's bekijken............................................................................................... 78
De index afdrukken (miniatuurbeelden).........................................................79
Alle foto's afdrukken ......................................................................................79
Foto's afdrukken ............................................................................................80
DPOF-afdrukken............................................................................................80
Afdrukinstellingen wijzigen...................................................................................81
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen .........................................................82
De papiersoort en het papierformaat instellen...............................................82
Helderheid instellen ....................................................................................... 82
Contrast instellen........................................................................................... 82
Kleurverbetering ............................................................................................82
Bijsnijd (crop).................................................................................................83
Zonder rand ...................................................................................................83
Gewijzigde instellingen opgeven als nieuwe standaardinstellingen ..............84
De fabrieksinstellingen herstellen..................................................................84
Naar een kaart scannen ......................................................................................84
Scanmodus instellen .....................................................................................84
Scannen naar een kaart ................................................................................85
Uitleg bij de foutmeldingen ..................................................................................86
PhotoCapture Center™ op uw computer gebruiken............................................86
Paragraaf V Software
14 Software- en netwerkfuncties
Paragraaf VI Bijlagen
A Veiligheid en wettelijke bepalingen
Veiligheidsmaatregelen ....................................................................................... 90
Veilig gebruik van de machine.......................................................................90
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................93
Belangrijke informatie ..........................................................................................94
Belangrijke veiligheidsinstructies...................................................................94
Voor uw veiligheid .........................................................................................95
LAN-verbinding.............................................................................................. 95
Naleving van de International ENERGY STAR
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 ............................................................95
Handelsmerken .............................................................................................96
B Problemen oplossen en routineonderhoud
Problemen oplossen ............................................................................................97
Foutmeldingen............................................................................................... 97
Uw faxen of het faxjournaal overbrengen ....................................................100
Vastgelopen papier......................................................................................101
Papier vastgelopen in de machine ..............................................................102
®
-normen.............................. 95
viii
Als u problemen met de machine hebt ........................................................ 104
Kiestoondetectie instellen............................................................................109
Storing op de telefoonlijn .............................................................................109
Afdrukkwaliteit verbeteren .................................................................................110
De printkop reinigen .................................................................................... 110
De afdrukkwaliteit controleren .....................................................................110
De uitlijning controleren ...............................................................................111
Controleren hoeveel inkt er nog over is.............................................................112
De machine inpakken en vervoeren .................................................................. 112
Routineonderhoud .............................................................................................114
De buitenkant van de machine reinigen ......................................................114
De scanner reinigen .................................................................................... 114
De geleiderol reinigen..................................................................................115
De papierinvoerrol reinigen .........................................................................115
De inktcartridges vervangen........................................................................115
C Menu en functies
Programmeren op het scherm ...........................................................................118
Opslag in het geheugen .............................................................................. 118
Menutoetsen......................................................................................................118
Menutabel.................................................................................................... 119
Tekst invoeren ............................................................................................. 131
D Specificaties
Omschrijving van het product ............................................................................ 132
Algemeen ....................................................................................................132
Afdrukmedia ................................................................................................134
Kopie ...........................................................................................................135
PhotoCapture Center™ ...............................................................................136
Fax...............................................................................................................137
Scanner ....................................................................................................... 138
Printer ..........................................................................................................139
Interfaces.....................................................................................................139
Vereisten voor de computer ........................................................................140
Verbruiksartikelen........................................................................................ 141
Netwerk (LAN) ...................................................................................................142
E Verklarende woordenlijst
F Index
ix
x
Paragraaf I

Algemeen I

Algemene informatie 2 Documenten en papier laden 10 Algemene instellingen 19 Beveiligingsfuncties 26
1

Algemene informatie 1

Gebruik van deze handleiding 1

Wij danken u voor het aanschaffen van een machine van Brother! Deze machine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD­scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de machine.
Informatie opzoeken 1
De titels van alle hoofdstukken en subhoofdstukken staan in de inhoudsopgave. U kunt informatie over specifieke kenmerken of functies opzoeken in de index achterin deze handleiding.
De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt 1
In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke informatie, verwijzingen en waarschuwingen. Voor alle duidelijkheid zijn hier en daar speciale lettertypen gebruikt en LCD-schermen afgebeeld, zodat duidelijk wordt geïllustreerd op welke toetsen u moet drukken.
Courier New
Tekst in het lettertype Courier New geeft de meldingen op het LCD-scherm van de machine weer.
Waarschuwingen vestigen uw aandacht op maatregelen die u moet treffen om te voorkomen dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
De pictogrammen Heet Oppervlak waarschuwen u om de hete machinedelen niet aan te raken.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Onjuiste Configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert
specifieke toetsen op het bedieningspaneel van de machine.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
2
Algemene informatie

De Gebruikershandleiding openen 1

Deze Gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de fax, printer, de scanner, PC-Fax en het netwerk. Voor gedetailleerde informatie over deze bewerkingen verwijzen wij u naar de complete Gebruikershandleiding op de cd­rom.
De documentatie weergeven (voor Windows®) 1
Ga in het menu Start naar Programma's en selecteer Brother, MFL Pro Suite MFC-
820CW en vervolgens Gebruikershandleiding.
Documentatie openen vanuit het hoofdmenu op de cd-rom
a Zet de computer aan. Plaats de cd-rom
van Brother met het label Windows het cd-romstation.
b Als het scherm met de modelnaam
wordt weergegeven, klikt u op de naam van uw model.
®
in
c Selecteer de gewenste taal wanneer u
het talenscherm ziet. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend.
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u de Verkenner van Windows
om het programma setup.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de cd-rom van Brother.
d Klik op Documentatie.
1
e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Installatiehandleiding: instructies
voor de configuratie van de machine en installatie van de software
Gebruikershandleiding (3
handleidingen): gebruikershandleiding voor stand­alone handelingen, softwarehandleiding en netwerkhandleiding
PaperPort
Gebruikershandleiding: Document Management Software
®
®
gebruiken
1
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen in hoofdstuk 2 (voor Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional en
®
Windows
XP)
ControlCenter2 in hoofdstuk 3 (voor
Windows Professional en Windows
®
98/98SE/Me/2000
®
XP)
Netwerkscannen in hoofdstuk 4
PaperPort
®
Gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
ScanSoft
®
PaperPort
®
Instructies voor het instellen van een netwerk
U kunt de machine aansluiten op een draadloos of bekabeld netwerk. De basisinstructies voor de installatie vindt u in de installatiehandleiding. Raadpleeg de netwerkhandleiding voor meer informatie of als uw toegangspoort SecureEasySetup™ ondersteunt.
De documentatie weergeven (voor Macintosh®) 1
a Zet de Macintosh
rom van Brother met het label Macintosh volgende venster wordt weergegeven.
®
®
aan. Plaats de cd-
in het cd-romstation. Het
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Als het taalselectiescherm wordt
1
weergegeven, dubbelklikt u op de gewenste taal.
d Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Installatiehandleiding: instructies
voor de configuratie van de machine en installatie van de software
Gebruikershandleiding (3
handleidingen): gebruikershandleiding voor stand­alone handelingen, softwarehandleiding en netwerkhandleiding
Instructies voor het scannen 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen in hoofdstuk 9 (voor Mac OS
®
9.1-9.2/Mac OS
X 10.2.4 of hoger)
ControlCenter2 in hoofdstuk 10 (voor
Mac OS
4
®
X 10.2.4 of hoger)
®
Netwerkscannen in hoofdstuk 11 (voor
®
Mac OS
Presto!
X 10.2.4 of hoger)
®
PageManager®
Gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
Presto!
®
PageManager
®
Instructies voor het instellen van een netwerk
U kunt de machine aansluiten op een draadloos of bekabeld netwerk. De basisinstructies voor de installatie vindt u in de installatiehandleiding. Raadpleeg de netwerkhandleiding voor meer informatie of als uw toegangspoort SecureEasySetup™ ondersteunt.
Algemene informatie
1
1
5
Hoofdstuk 1

Overzicht van het bedieningspaneel 1

1Kiestoetsen
Met deze toetsen kunt u telefoon- en faxnummers kiezen. Ze kunnen ook als toetsenbord worden gebruikt om informatie in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon.
2 Faxtoetsen
Fax Voorbeeld
Hiermee kunt u ontvangen faxberichten op het LCD-scherm bekijken.
Herkies/Pauze
Met deze toets kiest u een van de laatste 30 nummers opnieuw. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Deze toets wordt ook gebruikt om toegang te verkrijgen tot een buitenlijn of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PBX is aangesloten.
3Inkt
Met deze toets kunt u de printkoppen reinigen, en de afdrukkwaliteit en de hoeveelheid inkt controleren.
4 Modus-toetsen:
PhotoCapture
Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center™.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Voor het scannen van documenten.
6
Algemene informatie
1
5 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
In de faxmodus kunt u met deze toetsen het belvolume aanpassen.
a Zoeken/Snelkiezen
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u ook opgeslagen nummers kiezen door een tweecijferig nummer in te toetsen.
d of c
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te schuiven.
a of b
Druk op deze toets om door de menu’s en opties te bladeren.
Menu
Met deze toets krijgt u toegang tot het menu om uw instellingen op de machine vast te leggen.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan.
Wissen
Druk op deze toets om de huidige instelling te annuleren.
6Starttoetsen:
Kleur Start
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling die u in ControlCenter2 hebt opgegeven).
Mono Start
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling die u in ControlCenter2 hebt opgegeven).
7 Stop/Eindigen
Met deze toets stopt u een bewerking of verlaat u het menu.
8 Spaarstand
Hiermee stelt u de energiebesparende stand in
9 LCD-scherm (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm verschijnen berichten die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine. U kunt ook de hoek van het LCD-scherm aanpassen door deze te kantelen.
7
Hoofdstuk 1
Indicaties LCD-scherm 1
Wanneer de machine inactief is, wordt op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven.
10.10.2006 Fax
1
20:48
04
2
1 Huidige ontvangststand
Hier ziet u de huidige ontvangststand.
Fax (alleen Fax)F/T (Fax/Telefoon)Ant (Antwoordapparaat)Hnd (Handmatig)
2 Fax in geheug.
Hier ziet u hoeveel ontvangen faxberichten zich in het geheugen bevinden.
3 Geheug.status
Hier ziet u hoeveel geheugen beschikbaar is in de machine.
4 Status draadloos
Als u gebruikmaakt van een draadloze verbinding wordt de huidige draadloze signaalsterkte op vier niveaus weergegeven.
3
4
5
b Druk op a of b om Standaardinst.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 30 Sec. te
selecteren.
0Max.
5 Inktindicator
Hier kunt u de beschikbare hoeveelheid inkt bekijken.
Basishandelingen 1
Doe het volgende om bijvoorbeeld de tijdklokstand in te stellen op 30 Sec..
a Druk op Menu.
8
Druk op OK. U kunt de huidige instelling op het LCD­scherm weergeven:
e Druk op Stop/Eindigen.
Algemene informatie

Over faxapparaten 1

Faxtonen en aansluitbevestiging 1
Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw machine (de zogenaamde CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort deze piepjes als u na het kiezen op Mono Start of Kleur Start drukt en ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de ‘aansluitbevestiging’ of verbinding met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. U zult deze zachte piepjes snel genoeg horen als u de telefoon op uw faxlijn beantwoordt, zodat u weet wanneer er een fax binnenkomt.
Het ontvangende apparaat antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een faxmachine die een fax ontvangt, laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, waarna op het LCD-scherm de melding Ontvangst wordt weergegeven.
Als de machine in de stand Alleen fax staat, wordt elk telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoord. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw machine gedurende ongeveer 40 seconden ‘faxontvangsttonen’ uitzenden en blijft de melding Ontvangst op het LCD-scherm staan. Druk op Stop/Eindigen om het ontvangen te annuleren.
De ‘aansluitbevestiging’ vindt plaats wanneer beide faxmachines tegelijkertijd het ‘tjirpende’ geluid maken. Dit moet minstens 2 tot 4 seconden duren, zodat de machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De aansluitbevestigingstonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de machine die de oproep ontvangt, deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.
Opmerking
Als er op uw faxlijn ook een extern antwoordapparaat is aangesloten, bepaalt dit apparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord.
ECM-modus (foutencorrectie)1
In deze modus controleert de machine de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de machine tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM­transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de machine.
1
9
2

Documenten en papier laden 2

Documenten laden 2

U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat.
De ADF gebruiken 2
De ADF heeft een capaciteit van maximaal 10 vellen en voert het papier vel voor vel in.
2
Gebruik standaardpapier (80 g/m de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Aanbevolen omgeving 2
temperatuur: 20 tot 30° C Vochtigheid: 50% tot 70% Papier:
80 g/m
2
A4 (20 lb LTR)
Ondersteunde documentformaten 2
) en blader
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
a Blader de stapel goed door. Leg uw
documenten met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst
in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
b Stel de papiergeleiders in op de breedte
van uw documenten.
c Vouw de ADF documentsteunklep uit
(1).
1
Lengte: 147 tot 356 mm Breedte: 147 tot 216 mm Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
Documenten laden 2
Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift.
Gebruik GEEN omgekruld, verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
10
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Laat GEEN dikke documenten op de glasplaat liggen. Hierdoor kan het papier vastlopen in de ADF.
De glasplaat gebruiken 2
U kunt de glasplaat gebruiken voor het faxen, kopiëren of scannen van de pagina’s van een boek of een enkele pagina van een document.
Documenten en papier laden
Ondersteunde documentformaten 2
Lengte: Maximaal 297 mm Breedte: Maximaal 216 mm Gewicht: Maximaal 2 kg
Documenten laden 2
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
VOORZICHTIG
Laat het documentdeksel NIET met een klap naar beneden vallen en druk NIET op het deksel bij het scannen van een boek of dik document.
Scangebied 2
De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. Hieronder wordt getoond welke gebieden van het papier u niet kunt scannen.
3
1
4
2
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
c Sluit het documentdeksel.
2
Gebruik
Faxen Letter 3 mm 4 mm
Kopiëren
Scannen
Document­formaat
A4 3 mm 1 mm Letter 3 mm 3 mm A4 3 mm 3 mm Letter 3 mm 3 mm A4 3 mm 0 mm
Bovenkant (1) Onderkant (2)
Links (3) Rechts (4)
11
Hoofdstuk 2

Over papier 2

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het soort papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen voordat u een grote hoeveelheid aanschaft.
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend het aanbevolen papier.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en glanzend papier, moet u op het tabblad ‘Normaal’ van het printerstuurprogramma of bij de menuoptie Papiersoort altijd het juiste type papier selecteren (Zie Het type papier instellen op pagina 21).
Wanneer u op glanzend Brother-papier afdrukt, plaatst u eerst het instructieblad dat met het glanzend papier wordt geleverd in de papierlade en plaatst u vervolgens het glanzend papier op het instructieblad.
Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, moet u elk vel onmiddellijk uit de uitvoerlade verwijderen om te voorkomen dat de vellen vlekken of dat er papier vast komt te zitten.
Raak het afgedrukte oppervlak van het papier niet aan vlak na het afdrukken; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Brother-Papier
Papiersoort Item
A4 Plain BP60PA A4 Glossy BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 x 15 cm Glanzend BP60GLP
Speciaal papier gebruiken 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte.
De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
Voorkom dat u de voor- of achterkant van transparanten aanraakt, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorbeert, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en ­kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen het volgende document bevlekken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
Gebruik NOOIT de volgende typen papier:
Onjuiste configuratie
• Papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1
Aanbevolen papiersoorten 2
Om de beste printkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
12
1
1 2mm of langer
• Hoogglanzend of uit een speciale structuur bestaand papier
• Papier waarop al door een printer is afgedrukt
• Papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• Breedlopend papier
Documenten en papier laden
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen
Losse vellen Letter 216 × 279 mm Ja Ja Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja Legal 216 × 356 mm Ja Ja Ja Executive 184 × 267 mm Ja JIS B5 182 × 257 mm Ja A5 148 × 210 mm Ja Ja A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 102 × 152 mm Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm Ja Foto 2L 127 × 178 mm Ja Ja Indexkaart 127 × 203 mm Ja Briefkaart 1 Briefkaart 2
(Dubbel)
Enveloppen C5-
envelop DL-
envelop COM-10 105 × 241 mm Ja Monarch 98 × 191 mm Ja JE4-
envelop
Transparanten Letter 216 × 279 mm Ja Ja
A4 210 × 297 mm Ja Ja
100 × 148 mm Ja 148 × 200 mm Ja
162 × 229 mm Ja
110 × 220 mm Ja
105 × 235 mm Ja
Kopiëren
Photo Capture
Printer
2
13
Hoofdstuk 2
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse vellen
Normaal papier
Inkjetpapier
Glanzend
64 tot 120 g/m
64 to 200 g/m
2
2
Maximaal 220 g/m
0,08 tot 0,15 mm
0,08 tot 0,25 mm 20
2
Maximaal 0,25 mm 20
100
1
papier
Kaarten
Fotopapier
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Maximaal g/m
Maximaal 120 g/m
Maximaal 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
Maximaal 0,28 mm 20
Maximaal 0,15 mm 30
Maximaal 0,23 mm 30
Maximaal 0,52 mm 10
Transparanten 10
1
Maximaal 50 vellen voor papier van Legal-formaat 80 g/m2. Maximaal 100 vel van 80 g/m
2
papier.
Papiercapaciteit van de uitvoerlade 2
Maximaal 25 vel van 80 g/m2 Letter- of A4­papier.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten of glanzend papier vel voor vel van de uitvoerlade worden genomen.
Legal-papier kan niet in de uitvoerlade
worden gestapeld.
14
Documenten en papier laden
Afdrukgebied 2
Hoe groot het bedrukbare gedeelte van uw papier is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen. Als u de functie Zonder rand inschakelt, wordt geen afdrukgebied weergegeven.
Losse vellen Enveloppen
3
1
4
3
1
4
2
2
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm (0,12 inch) 3 mm (0,12 inch) 3 mm (0,12 inch) 3 mm (0,12 inch) Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
2
Opmerking
Zonder Marges kan niet worden gebruikt voor enveloppen.
15
Hoofdstuk 2
Papier, enveloppen en briefkaarten laden 2
Papier of ander materiaal laden 2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine en verwijder het deksel (1).
1
c Trek de papiersteun (1) er uit en vouw
de papiersteunklep uit(2).
1
2
Opmerking
Gebruik de papiersteunklep voor papier van Letter-, Legal- of A4-formaat.
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
b Houd de papiergeleider (1) ingedrukt en
stel deze af op de breedte van het gebruikte papier.
1
16
Documenten en papier laden
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde naar beneden en de bovenrand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximale papierhoogte (1) komt. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
1
Opmerking
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver induwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
f Zet het deksel van de lade er weer op en
duw de papierlade stevig terug in de machine.
Enveloppen laden 2
Gebruik enveloppen met een gewicht van
2
75 tot 95 g/m
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
HET GEBRUIK VAN DE VOLGENDE ENVELOPPEN DIENT TE WORDEN VERMEDEN:
zakachtige enveloppenenveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift)
enveloppen met sluithakenenveloppen die geen scherpe vouw hebbenenveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt
Lijm
.
Omslag met ronde hoeken
Dubbele omslag
Driehoekige omslag
2
17
Hoofdstuk 2
Enveloppen laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Als er verscheidene enveloppen tegelijk naar binnen worden getrokken, plaats dan één envelop per keer in de papierlade.
c Stel de maat en marge bij in uw
toepassing.
Briefkaarten laden 2
a Til de papieraanslag (1) op en plaats de
briefkaarten (2) in de papierlade. Verschuif de papiergeleider (3) zodanig dat de briefkaartbreedte erin past.
b Leg de enveloppen in de papierlade met
de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past.
Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op:
a Open de omslag van de envelop. b
Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken.
18
2
Loading...
+ 134 hidden pages