Brother MFC-7820N, MFC-7420 User Manual [nl]

GEBRU IKER SHANDL EID ING
MFC-7420 MFC-7820N
Versie C
Als u de klantenservice moet bellen
A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie:
Serienummer:*
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
* Het serienummer kan op het LCD-scherm worden
weergegeven (Menu/Set, 4, 1) voor MFC-7420 of (Menu/Set, 6, 1) voor MFC-7820N. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van
uw product dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en, kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen,
in geval dat het product verloren gaat en dit door de verzekering gedekt is.
©1996-2005 Brother Industries, Ltd.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR.

INFORMATIE OVER GOEDKEURING

Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.

Samenstelling en Publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
I
II
EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE
Producent
Brother Industries, Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
Fabriek
Brother Technology (ShenZhen) Ltd.,
NO6 Gold Garden Ind. Nanling Buji, Longgang, Shenzhen, China
Verklaren hierbij dat:
Productomschrijving : Faxapparaat
Type : Groep 3
Modelnaam : MFC-7420, MFC-7820N
voldoet aan de voorschriften van de richtlijn R & TTE (1999/5/EG), en we verklaren dat het aan de volgende standaarden voldoet:
Toegepaste geharmoniseerde
standaarden :
Veiligheid : EN60950-1:2001
EMC : EN55022:1998 + A1:2000 + A2:2003 Klasse B
EN55024:1998 + A1:2001 + A2:2003
EN61000-3-2:2000
EN61000-3-3:1995 + A1:2001
Jaar waarin EG-certificatie voor het eerst werd toegekend: 2004
Uitgegeven door : Brother Industries, Ltd.
Datum : 28 juni 2006
Plaats : Nagoya, Japan
III

Veiligheidsmaatregelen

In deze gebruikershandleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt.
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om te vermijden dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
De pictogrammen Heet Oppervlak waarschuwen u om de hete machinedelen niet aan te raken.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Het pictogram Onjuiste Configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de bewerking met andere functies werkt.

Veilig gebruik van de machine

Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten.
Opmerking
(Voor MFC-7420) Als er faxen in het geheugen van de machine zijn opgeslagen, moet u deze printen of opslaan voordat u de machine uitzet en de stekker uit het stopcontact haalt. (Om de opgeslagen faxberichten te printen, zie Een fax uit het geheugen afdrukken op pagina 4-4. Om de faxberichten in het geheugen op te slaan, zie Faxen naar een andere faxmachine doorzenden op pagina 11-5 of Faxen naar uw PC overbrengen op pagina 11-5.)
WAARSCHUWING
Binnenin de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de binnenkant van de machine reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd.
Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
IV
WAARSCHUWING
Nadat u de machine gebruikt hebt, zijn bepaalde interne delen zeer HEET! Plaats uw vingers niet in de in de afbeelding aangegeven gedeelten, teneinde letsel te voorkomen.
De fuser unit is gemarkeerd met een waarschuwingsetiket. Het etiket niet verwijderen of beschadigen.
Plaats uw handen niet op de rand van de machine onder het document- of scannerdeksel, teneinde letsel te voorkomen.
Om letsel te voorkomen, is het zaak dat u uw vingers niet in het in de afbeeldingen aangegeven gedeelte steekt.
Geen stofzuiger gebruiken voor het schoonmaken van gemorste toner. Het tonerstof zou kunnen ontbranden in de stofzuiger en eventueel een brand veroorzaken. Maak het tonerpoeder voorzichtig schoon met een droge, pluisvrije doek en gooi het weg conform de plaatselijke reglementeringen.
Gebruik NOOIT ontvlambare middelen of een spray om de binnen- of buitenkant van de machine te reinigen. Dit kan namelijk brand of een elektrische schok veroorzaken.
V
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine verplaatst, neemt u deze vast aan de handgrepen onder de scanner. Draag de machine NOOIT aan de onderkant.
Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandcontact nooit op een vochtige plaats.
Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact. In geval van nood moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen:
1. Gebruik dit product niet in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een natte kelder of in de buurt van een zwembad.
2. Gebruik dit product niet tijdens een storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken veroorzaken.
3. Gebruik dit product niet in de buurt van een gaslek, wanneer u dit gaslek wilt melden.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN
VI

Beknopt overzicht

Faxen verzenden

Automatisch verzenden met de ADF
Wanneer het lampje niet groen oplicht,
1
drukt u op (Fax).
2 Uw document laden.
Voer het gewenste faxnummer in. U
3
kunt hiervoor de ééntoetsnummers, de snelkiestoetsen of de kiestoetsen gebruiken, of u kunt het nummer zoeken.
Druk op Start.
4

Nummers opslaan

Eéntoetsnummers opslaan
Druk op Menu/Set, 2, 3, 1.
1
Druk op het ééntoetsnummer waar u het
2
nummer wilt opslaan.
Snelkiesnummers opslaan
Druk op Menu/Set, 2, 3, 2.
1
Voer met behulp van de kiestoetsen een
2
driecijferige locatie voor het snelkiesnummer in (001 - 200).
Druk op Menu/Set.
Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
3
Druk op Menu/Set.
Toets een naam in van max. 15 tekens
4
(of niet invullen). Druk op Menu/Set.
Druk op Stop/Eindigen.
5

Nummers kiezen

Eéntoetsnummers/snelkiesnummers
Wanneer het lampje niet groen oplicht,
1
drukt u op (Fax).
Opmerking
Wanneer u ééntoetsnummers 5 tot 8 wilt gebruiken, houdt u Shift ingedrukt, terwijl u op het ééntoetsnummer drukt.
Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
3
Druk op Menu/Set.
Toets een naam in van max. 15 tekens
4
(of niet invullen). Druk op Menu/Set.
Druk op Stop/Eindigen.
5
Uw document laden.
2
Druk op het ééntoetsnummer dat u wilt
3
bellen.
Opmerking
Wanneer u de ééntoetsnummers 5 tot 8 wilt kiezen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op het ééntoetsnummer drukt
OF— druk op Zoeken/Snelkiezen, en daarna
op #. Toets het snelkiesnummer van drie cijfers in.
Druk op Start.
4
VII
Zoeken gebruiken
Wanneer het lampje niet groen oplicht,
1
drukt u op (Fax).
Uw document laden.
2
Druk op Zoeken/Snelkiezen, en toets
3
de eerste letter in van de naam die u zoekt.
Druk op of om in het geheugen te
4
zoeken.
Druk op Start.
5

Kopiëren

Enkele kopie
Druk op (Kopie) zodat deze toets
1
groen oplicht.
Uw document laden.
2
Druk op Start.
3
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF
Druk op (Kopie) zodat deze toets
1
groen oplicht.
Uw document laden.
2
Voer met de kiestoetsen in hoeveel
3
kopieën u wilt maken (max. 99).
Druk op Opties en of om
4
Stapel/Sorteer te selecteren.
Druk op Menu/Set.
Druk op of om Sorteren te
5
selecteren. Druk op Menu/Set.
Druk op Start.
6
VIII

Inhoudsopgave

1
2
Inleiding
Gebruik van deze handleiding.............................................................................1-1
Een geschikte plaats kiezen................................................................................1-2
De complete gebruikershandleiding gebruiken....................................................1-3
Om de documentatie te bekijken (voor Windows
Instructies voor het scannen opzoeken.....................................................1-3
Om de documentatie te bekijken (voor Macintosh
Instructies voor het scannen opzoeken.....................................................1-4
Overzicht bedieningspaneel ................................................................................1-5
Document laden...................................................................................................1-7
De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken .....................................1-7
De glasplaat gebruiken..................................................................................1-8
Over papier..........................................................................................................1-9
Aanbevolen papiersoorten.............................................................................1-9
Geschikt papier kiezen ..................................................................................1-9
Papiercapaciteit in de papierlades...........................................................1-10
Papier laden ................................................................................................1-11
Papier of andere media in de papierlade plaatsen..................................1-11
Papier of andere media in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen.....1-12
Over faxmachines..............................................................................................1-13
Faxtonen en aansluitbevestiging.................................................................1-13
ECM-modus (foutencorrectie) .....................................................................1-13
®
) .......................................1-3
®
) .....................................1-4
Aan de slag
Eerste instellingen ...............................................................................................2-1
De datum en tijd instellen ..............................................................................2-1
Kiesmodus toon en puls instellen ..................................................................2-1
De Stations-ID instellen.................................................................................2-2
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................2-3
PABX (PBX) en DOORVERBINDEN.........................................................2-3
Standaardinstellingen ..........................................................................................2-4
De Mode Timer instellen................................................................................2-4
Het type papier instellen ................................................................................2-4
Het papierformaat instellen............................................................................2-5
Het belvolume instellen .................................................................................2-5
Het volume van de waarschuwingstoon instellen..........................................2-6
Het volume van de luidspreker instellen........................................................2-6
Automatisch zomer-/wintertijd inschakelen ...................................................2-6
Toner-bespaarstand ......................................................................................2-6
Slaaptijd.........................................................................................................2-7
Het contrast van het LCD-scherm instellen ...................................................2-7
Beveiliging .....................................................................................................2-8
Verzendslot (alleen MFC-7420).....................................................................2-8
Het wachtwoord instellen...........................................................................2-8
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen..........................................2-8
Verzendslot inschakelen............................................................................2-9
Verzendslot uitschakelen...........................................................................2-9
IX
Geheugenbeveiliging (alleen MFC-7820N) ...................................................2-9
Het wachtwoord instellen.........................................................................2-10
Wachtwoord geheugenbeveiliging wijzigen.............................................2-10
Geheugenbeveiliging aanzetten ..............................................................2-10
Geheugenbeveiliging uitzetten ................................................................2-10
Instelslot ......................................................................................................2-11
Het wachtwoord instellen.........................................................................2-11
Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen ............................................2-12
Instelslot aanzetten..................................................................................2-12
Instelslot uitzetten....................................................................................2-12
3
Het verzenden instellen
De faxmodus instellen .........................................................................................3-1
Nummers kiezen..................................................................................................3-1
Handmatig kiezen ..........................................................................................3-1
Eéntoetsnummer kiezen................................................................................3-1
Snelkiezen.....................................................................................................3-1
Zoeken...........................................................................................................3-2
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................3-2
Faxen...................................................................................................................3-3
Faxen verzenden vanaf de ADF ....................................................................3-3
Faxen via de glasplaat...................................................................................3-3
Automatisch verzenden.................................................................................3-4
Handmatig verzenden (uitsluitend met een extern toestel) ...........................3-4
De melding geheugen vol ..............................................................................3-4
Basishandelingen bij het verzenden ....................................................................3-5
Faxen met meer instellingen verzenden........................................................3-5
Contrast .........................................................................................................3-5
Faxresolutie...................................................................................................3-6
Tweevoudige werking....................................................................................3-6
Direct verzenden ...........................................................................................3-7
Groepsverzenden ..........................................................................................3-7
De status van taken controleren....................................................................3-8
Een fax wanneer actief annuleren .................................................................3-8
Een taak in de wachtrij annuleren .................................................................3-8
Geavanceerde verzendopties..............................................................................3-9
Het elektronische voorblad samenstellen......................................................3-9
Uw eigen opmerking opstellen ..................................................................3-9
Voorblad alleen voor de volgende fax .....................................................3-10
Met elke fax een voorblad verzenden......................................................3-10
Een afgedrukt voorblad gebruiken...........................................................3-11
Internationale modus...................................................................................3-11
Uitgestelde fax.............................................................................................3-12
Uitgestelde groepsverzending .....................................................................3-12
Verzend pollen instellen (standaard) ...........................................................3-13
Verzend pollen met beveiligingscode instellen............................................3-13
X
4
De ontvangstmodus instellen
Basishandelingen bij het ontvangen....................................................................4-1
De ontvangstmodus kiezen ..........................................................................4-1
Uw ontvangstmodus kiezen of wijzigen.....................................................4-2
De belvertraging instellen .............................................................................4-2
De F/T-beltijd instellen (alleen in Fax/Tel-modus) .........................................4-3
Fax waarnemen.............................................................................................4-3
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken
(automatische verkleining).........................................................................4-4
Geavanceerde ontvangsthandelingen.................................................................4-4
Een fax uit het geheugen afdrukken .............................................................4-4
De printdichtheid instellen .............................................................................4-4
Ontvangen in het geheugen ..........................................................................4-5
Wanneer de Geheugen ontv. op dit moment Aan is .................................4-5
Wanneer de Geheugen ontv. op dit moment Uit is ...................................4-5
Pollen.............................................................................................................4-5
Ontvang pollen instellen (standaard).........................................................4-5
Beveiligd pollen .........................................................................................4-6
Ontvang pollen instellen (beveiligd)...........................................................4-6
Ontvang pollen instellen (timer).................................................................4-6
Opeenvolgend pollen ................................................................................4-7
5
6
Snelkiesnummers en kiesopties
Nummers opslaan om snel te kiezen...................................................................5-1
Eéntoetsnummers opslaan............................................................................5-1
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................5-2
Eéntoetsnummers en snelkiesnummers wijzigen..........................................5-2
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen...................................5-3
Kiesopties............................................................................................................5-4
Toegangscodes en creditcard-nummers .......................................................5-4
Pauze ............................................................................................................5-4
Toon of puls...................................................................................................5-4
Opties voor afstandsbediening
Opties voor afstandsbediening instellen ..............................................................6-1
Fax doorzenden instellen ..............................................................................6-1
Fax opslaan instellen.....................................................................................6-1
PC-Fax ontvangen instellen ..........................................................................6-2
Opties voor afstandsbediening uitschakelen .................................................6-3
Opties voor afstandsbediening wijzigen ........................................................6-3
Uw toegangscode op afstand instellen..........................................................6-4
Afstandsbediening ...............................................................................................6-4
Uw toegangscode op afstand gebruiken .......................................................6-4
Opdrachten op afstand..................................................................................6-5
Faxberichten opvragen..................................................................................6-6
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd .............6-6
XI
7
Rapporten afdrukken
Faxinstellingen en -activiteiten.............................................................................7-1
Het verzendrapport aanpassen .....................................................................7-1
De journaalperiode instellen..........................................................................7-2
Rapporten afdrukken .....................................................................................7-2
Een rapport afdrukken ...............................................................................7-2
8
9
10
Kopiëren
De machine als een kopieerapparaat gebruiken .................................................8-1
Kopieermodus instellen .................................................................................8-1
Eén kopie maken...........................................................................................8-1
Meerdere kopieën maken ..............................................................................8-2
Kopiëren onderbreken...................................................................................8-2
Tijdelijke kopieertoetsen gebruiken .....................................................................8-2
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................8-3
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen.......................................................8-4
Kwaliteit .....................................................................................................8-5
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF..................................................8-5
N in 1-kopieën maken (pagina-indeling) ....................................................8-6
Een poster (layout pagina) maken.............................................................8-7
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen...........................................8-8
Kwaliteit .........................................................................................................8-8
Contrast instellen...........................................................................................8-8
De melding geheugen vol ....................................................................................8-8
Software- en netwerkfuncties 9-1
Belangrijke informatie
IEC 60825-1 specificatie ..............................................................................10-1
Laserdiode...............................................................................................10-1
Het apparaat loskoppelen............................................................................10-1
LAN-verbinding (alleen MFC-7820N) ..........................................................10-1
Radiostoring ................................................................................................10-1
Belangrijke veiligheidsinstructies .................................................................10-2
Handelsmerken ...........................................................................................10-3
11
XII
Problemen oplossen en routineonderhoud
Problemen oplossen..........................................................................................11-1
Foutmeldingen .............................................................................................11-1
Controleren of er in het geheugen van de machine faxen staan .............11-5
Faxen naar een andere faxmachine doorzenden....................................11-5
Faxen naar uw PC overbrengen..............................................................11-5
Vastgelopen papier......................................................................................11-6
Het document is bovenin de ADF vastgelopen .......................................11-6
Het document is in de ADF vastgelopen. ................................................11-6
Vastgelopen papier......................................................................................11-7
Papier is vastgelopen binnen de machine...............................................11-7
Het papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine................11-8
Het papier is vastgelopen in het geheel van drumeenheid en
tonercartridge. ...................................................................................11-10
Als u problemen met uw machine hebt .....................................................11-11
De afdrukkwaliteit verbeteren....................................................................11-16
De drumeenheid reinigen ..........................................................................11-17
Compatibiliteit ............................................................................................11-20
De machine inpakken en vervoeren................................................................11-20
Routineonderhoud ...........................................................................................11-21
De buitenkant van de machine schoonmaken...........................................11-21
Maak de buitenkant van de machine als volgt schoon:.........................11-21
De glasplaat reinigen.................................................................................11-22
Het scannervenster reinigen......................................................................11-23
De corona reinigen ....................................................................................11-24
De tonercartridge vervangen TN-2000 ......................................................11-25
De tonercartridge vervangen .....................................................................11-25
De drumeenheid vervangen (DR-2000) ....................................................11-28
Informatie over de machine.............................................................................11-30
Het serienummer controleren ....................................................................11-30
De paginatellers controleren......................................................................11-30
De levensduur van de drumeenheid controleren.......................................11-30
A
B
Bijlage A
Geavanceerde ontvangsthandelingen................................................................ A-1
Werken met een tweede toestel ................................................................... A-1
Uitsluitend voor de Fax/Tel-modus............................................................... A-1
Een draadloze externe telefoon gebruiken................................................... A-1
De codes voor afstandsbediening wijzigen .................................................. A-2
Een extern apparaat op uw machine aansluiten................................................. A-2
Een extern toestel aansluiten....................................................................... A-2
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten.............................. A-3
Volgorde................................................................................................... A-3
Aansluitingen ............................................................................................ A-3
Een uitgaand bericht op een extern ANTW.APP. opnemen..................... A-4
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)........................................................... A-4
Als u de machine installeert om met een PBX te laten werken................ A-4
Speciale functies op uw telefoonlijn.............................................................. A-4
Bijlage B
Programmeren op het scherm............................................................................ B-1
Menutabel..................................................................................................... B-1
Opslag in geheugen ..................................................................................... B-1
Navigatietoetsen................................................................................................. B-2
Tekst invoeren............................................................................................ B-10
Spaties invoeren..................................................................................... B-10
Corrigeren............................................................................................... B-10
Letters herhalen ..................................................................................... B-10
Speciale tekens en symbolen ................................................................ B-10
XIII
V
Verklarende woordenlijst V-1
S
I
Af
Specificaties
Productomschrijving ........................................................................................... S-1
Algemeen............................................................................................................ S-1
Afdrukmedia........................................................................................................ S-2
Kopiëren ............................................................................................................. S-3
Fax...................................................................................................................... S-4
Scanner .............................................................................................................. S-5
Printer.................................................................................................................S-5
Interfaces............................................................................................................ S-6
Vereisten voor de computer................................................................................S-7
Verbruiksartikelen...............................................................................................S-8
Netwerk (LAN) (alleen MFC-7820N)................................................................... S-9
Optionele externe draadloze print-/scanserver (NC-2200w) .............................. S-9
Optionele externe draadloze printserver (NC-2100p)....................................... S-10
Index I-1
Afstandsbediening - Overzicht Af-1
XIV
1

Inleiding

Gebruik van deze handleiding

In deze handleiding worden speciale symbolen gebruikt die u attenderen op belangrijke waarschuwingen, informatie en handelingen. Speciale lettertypen identificeren de in te drukken toetsen, de meldingen die op het LCD-scherm verschijnen en belangrijke punten of verwante onderwerpen.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert specifieke toetsen op het bedieningspaneel van de
machine.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst u naar een
verwant onderwerp.
Courier Het lettertype Courier identificeert de meldingen op het LCD-scherm van de
machine.
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om te vermijden dat u letsel oploopt.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.
De pictogrammen Heet Oppervlak waarschuwen u om de hete machinedelen niet aan te raken.
Deze waarschuwingen wijzen u op procedures die u moet volgen om te voorkomen dat de machine of andere voorwerpen worden beschadigd.
Het pictogram Onjuiste Configuratie waarschuwt u voor apparaten en bewerkingen die niet compatibel zijn met de machine.
Opmerkingen leggen uit hoe u op een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de bewerking met andere functies werkt.
1 - 1

Een geschikte plaats kiezen

Inleiding
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 32,5°C blijft.
VOORZICHTIG
Zet uw machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen.
Plaats de machine niet in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, water,
chemicaliën of koelkasten.
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht
of stof.
Sluit uw machine niet aan op een stopcontact dat is voorzien van een wandschakelaar of
een automatische timer.
Bij een stroomonderbreking kunnen de gegevens in het geheugen van de machine verloren
gaan.
Sluit de machine niet aan op een stopcontact dat op dezelfde stroomkring zit als grote
apparaten of andere apparatuur die de stroomtoevoer kan verstoren.
Vermijd bronnen die storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of de basisstations
van draadloze telefoons.
1
1 - 2
Hoofdstuk 1

De complete gebruikershandleiding gebruiken

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals hoe de geavanceerde functies van fax, printer, scanner, PC-Fax en netwerk te gebruiken. Voor gedetailleerde informatie over deze bewerkingen verwijzen wij u naar de complete gebruikershandleiding in ‘Documentatie’ op de CD-ROM.
Opmerking
Netwerk is niet beschikbaar voor MFC-7420. MFC-7420: netwerkfuncties zijn alleen
beschikbaar met een optionele print- of print/scanserver

Om de documentatie te bekijken (voor Windows®)

Selecteer in het Start menu Brother, MFL Pro Suite MFC-XXXX (waarbij XXXX uw
modelnaam is) uit de programmagroep en selecteer vervolgens Gebruikershandleiding.
OF
Zet uw PC aan. Plaats de Brother
1
CD-ROM met Windows CD-ROM-station.
Als het scherm met de modelnaam
2
verschijnt, klikt u op de naam van uw model.
Als het scherm met de taal verschijnt,
3
klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt
geopend.
®
in uw
Opmerking
Als dit venster niet wordt geopend, kunt u Windows programma setup.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van Brother’s CD-ROM.
®
Explorer gebruiken om het
4 Klik op Documentatie.
Klik op de documentatie die u wilt lezen.
5
Installatiehandleiding: instructies voor instellen en software-installatie
Gebruikershandleiding (2 of 3 handboeken): Gebruikershandleiding voor stand-alone handelingen, software­en netwerkhandleiding*. (*alleen MFC-7820N)
®
PaperPort Document Management Software
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Gebruikershandleiding software:
Scannen bij gebruik van Windows
hoofdstuk 2 (Voor Windows
Professional/XP/Windows NT Workstation Version 4.0)
Het ControlCenter2.0 gebruiken in
hoofdstuk 3 (Voor Windows
Professional/XP/Windows NT Workstation Version 4.0)
®
PaperPort
Instructies voor scannen direct vanuit
ScanSoft
Gebruikershandleiding:
Gebruikershandlei ding:
®
98/98SE/Me/2000
®
98/98SE/Me/2000
®
PaperPort
®
®
in
®
®
1 - 3
Inleiding

Om de documentatie te bekijken (voor Macintosh®)

Zet uw Macintosh® aan. Plaats de
1
Brother CD-ROM met Macintosh CD-ROM-station. Het volgende venster wordt weergegeven.
(Mac OS® X)
Dubbelklik op het pictogram
2
Documentation.
Als het scherm met de taal verschijnt,
3
dubbelklikt u op de gewenste taal.
®
in uw
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Gebruikershandleiding software:
Scannen vanaf een Macintosh
Hoofdstuk 7
®
(voor Mac OS
10.2.4 of recenter)
Het ControlCenter2.0 gebruiken (voor
Mac OS Hoofdstuk 7
Scannen via het netwerk in hoofdstuk 7
(voor Mac OS
(alleen MFC-7820N)
Presto! Gebruikershandleiding
Instructies voor scannen direct vanuit
Presto!
®
®
PageManager®
®
9.1 - 9.2/Mac OS® X
X 10.2.4 of recenter) in
®
X 10.2.4 of recenter)
PageManager
®
®
in
1
Klik op de documentatie die u wilt lezen.
4
Installatiehandleiding: instructies
voor instellen en software-installatie
Gebruikershandleiding (2 of 3 handboeken): Gebruikershandleiding voor stand-alone handelingen, software­en netwerkhandleiding*. (*alleen MFC-7820N)
1 - 4
Hoofdstuk 1

Overzicht bedieningspaneel

MFC-7420 en MFC-7820N hebben gelijksoortige toetsen op het bedieningspaneel.
5
Eéntoetsnummers
1
Deze 4 toetsen geven direct toegang tot 8 vooraf opgeslagen nummers.
Shift
2
Wanneer u de ééntoetsnummers 5 tot 8 wilt gebruiken, houdt u Shift ingedrukt, terwijl u op het ééntoetsnummer drukt.
Fax- en telefoontoetsen
3
Herkies/Pauze
Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Deze toets wordt tevens gebruikt om toegang te krijgen tot een buitenlijn, of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX (PBX) is aangesloten.
Resolutie
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
Modustoetsen:
4
Fax
Voor het faxen van documenten.
Scan
Voor het scannen van documenten.
Kopie
Voor het kopiëren van documenten.
Navigatietoetsen:
5
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt.
Met deze toets krijgt u toegang tot het menu en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de machine opslaan.
In standby kunt u, door op deze toetsen te drukken, het belvolume afstellen.
Zoeken/Snelkiezen
Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens opgeslagen nummers kiezen door op de toets # te drukken en vervolgens een driecijferig nummer in te voeren.
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren.
of
druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
1 - 5
Inleiding
1
Kiestoetsen
6
Gebruik deze toetsen om telefoon- of faxnummers te kiezen. Deze toetsen worden tevens gebruikt als toetsenbord om informatie in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van puls naar toon.
Start
7
Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën.
Stop/Eindigen
8
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of de programmeermodus afgesloten.
Rapport
9
Voor het afdrukken van het verzendrapport, de helplijst, de snelkieslijst, het journaal, de gebruikersinstellingen, het bestelformulier en de netwerkconfiguratie*. (*alleen MFC-7820N)
Liquid Crystal Display (LCD)
@
Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
Kopieertoetsen (tijdelijke instellingen):
A
Vergroot/Verklein
Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage.
Opties
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren.
Printertoets:
B
Opdracht annuleren
U kunt een printtaak annuleren en het afdrukgeheugen wissen.
1 - 6
Hoofdstuk 1

Document laden

U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) en vanaf de glasplaat.

De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 35 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier 80 g/m de stapel altijd door alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
VOORZICHTIG
GEBRUIK GEEN omgekruld,
verkreukeld, gevouwen, gescheurd of geniet papier, en ook geen papier met paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier
of textiel.
2
en blader
Stel de papiergeleiders in op de breedte
2
van uw documenten.
Vouw de ADF documentsteunklep uit.
3
Zorg dat in inkt geschreven documenten
helemaal droog zijn.
Documenten die u faxt, moeten tussen
147,3 en 215,9 mm breed en 147,3 tot 356 mm lang.
Blader de stapel goed door. Leg uw
1
documenten met de bedrukte zijde naar boven, en de bovenrand eerst in
de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken.
VOORZICHTIG
Trek NIET aan het document wanneer
het doorschuift.
Lijvige documenten die op de glasplaat
worden achtergelaten, kunnen storing van de ADF veroorzaken.
1 - 7

De glasplaat gebruiken

Sluit het documentdeksel.
3
Inleiding
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina voor pagina of pagina’s uit een boek te faxen, te kopiëren of te scannen. U kunt documenten gebruiken van maximaal 215,9 mm breed en 297 mm lang.
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
Til het documentdeksel op.
1
Gebruik de documentgeleiders aan de
2
linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
VOORZICHTIG
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
1
1 - 8
Hoofdstuk 1

Over papier

Aanbevolen papiersoorten

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan het volgende papier te gebruiken.
Papiersoort Code
Normaal papier Xerox Premier 80 g/m
Xerox Business 80 g/m M-real DATACOPY 80 g/m IGEPA X-Press 80 g/m
Gerecycleerd papier
Transparanten 3M CG 3300 Etiketten Avery laser label L7163
Xerox Recycled Supreme
Gebruik papier dat geschikt is voor
kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
Gebruik neutraal papier. Gebruik geen
zuurhoudend of alkalisch papier.
Gebruik long-grain papier.
Gebruik papier met een vochtgehalte van
circa 5%.
2
2
2
2
.

Geschikt papier kiezen

We adviseren het papier te testen (vooral speciale papierformaten en papiersoorten) op de machine, voordat u grote hoeveelheden papier koopt.
Voor een optimaal printresultaat gebruikt u een aanbevolen papiersoort, vooral voor normaal papier en transparanten. Voor meer informatie over de papierspecificaties neemt u contact op met uw vertegenwoordiger of met de verkoper van uw machine.
2
Gebruik etiketten of transparanten die
geschikt zijn voor laserprinters.
Wanneer u speciaal papier gebruikt en de
machine het papier niet goed kan invoeren vanuit de papierlade, probeer dan opnieuw vanaf de sleuf voor handmatige invoer.
U kunt gerecycleerd papier gebruiken in
deze machine.
1 - 9
Inleiding
VOORZICHTIG
Gebruik nooit de volgende soorten papier of enveloppen; aangezien zij een papierstoring
kunnen veroorzaken en uw machine kunnen beschadigen.
Gebruik geen:
• inkjetpapier;
• gecacheerd papier, zoals papier met een vinyllaag;
• voorbedrukt of erg gestructureerd papier of papier met een briefhoofd in reliëf;
• etiketbladen die al gedeeltelijk zijn opgebruikt;
• papier dat reeds is bedrukt;
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld;
• papier vervaardigd uit kortlopend papier;
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft.
4 mm of langer
4 mm of langer
1
Gebruik geen:
• zakachtige enveloppen;
• enveloppen die zelfklevend zijn;
• enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift);
• enveloppen met sluithaken;
• enveloppen die geen scherpe vouw hebben;
• enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
Papiercapaciteit in de papierlades
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade A4, Letter, Executive, A5, A6,
B5 en B6
Sleuf voor handmatige invoer
Breedte: 69,9 - 215,9 mm Lengte: 116 - 406,4 mm
Normaal papier, gerecycleerd papier
Transparanten max. 10 Normaal papier, gerecycleerd
papier, bankpostpapier, enveloppen, etiketten en transparanten
max. 250 (80 g/m
1
2
)
1 - 10
Hoofdstuk 1

Papier laden

Plaats het papier in de lade.
4
Papier of andere media in de papierlade plaatsen
Trek de papierlade volledig uit de
1
machine.
Druk op de ontgrendeling van de
2
papiergeleiders en verschuif deze voor het correcte papierformaat. Controleer of de geleiders goed vastzitten in de papierlade.
Maximum papierhoogte
Schuif de papierlade goed in de
5
machine en vouw de steunklep van de uitvoerpapierlade uit, voor u de machine gaat gebruiken.
Steunklep van de uitvoerpapierlade
Blader de stapel papier goed door om te
3
voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
1 - 11
Opmerking
Wanneer u papier in de papierlade doet, dient u rekening te houden met het volgende:
Het papier moet vlak in de lade liggen en
onder de maximum markering, en de papiergeleiders moeten de randen van het papier aanraken.
De te bedrukken zijde moet naar beneden
zijn.
Inleiding
Papier of andere media in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen
U kunt enveloppen en speciale afdrukmedia één voor één in deze sleuf plaatsen. Gebruik de sleuf voor handmatige invoer als u op etiketten, enveloppen of dikker papier wilt afdrukken of kopiëren.
1 Verschuif de papiergeleiders voor het
juiste papierformaat.
Schuif één vel papier met beide handen
2
in de sleuf voor handmatige invoer, totdat u voelt dat de voorzijde van het papier de papierinvoerrol raakt. Laat het papier los, wanneer u voelt dat de machine het papier gedeeltelijk invoert.
Opmerking
Wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst, dient u rekening te houden met het volgende:
De te bedrukken zijde moet naar boven
zijn.
Leg eerst de bovenzijde van het papier in
de sleuf en duw het daarna voorzichtig helemaal in de sleuf.
Het papier moet recht en in de juiste
positie in de sleuf voor handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen.
Leg slechts één vel of envelop tegelijk in
de sleuf voor handmatige invoer, anders kan de machine vastlopen.
U kunt kleine stukjes bedrukt papier
eenvoudiger uit de uitvoerpapierlade verwijderen, als u het scannerdeksel met beide handen optilt, zoals aangegeven in de afbeelding.
1
U kunt de machine blijven gebruiken terwijl het scannerdeksel omhoog staat. U kunt het scannerdeksel in de oorspronkelijke stand terugbrengen door het met beide handen naar beneden te drukken.
1 - 12
Hoofdstuk 1

Over faxmachines

Faxtonen en aansluitbevestiging

Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen (CNG-tonen) naar uw apparaat. Dit zijn zachte, onderbroken geluidssignalen met een tussenpauze van 4 seconden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op Start drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden start de verzendende machine met de aansluitbevestiging of verbinding met het ontvangende apparaat.
Telkens wanneer u automatisch een fax verzendt, worden er via de telefoonlijn faxtonen uitgezonden. U zult deze zachte geluidssignalen snel genoeg herkennen elke keer als u de telefoon op uw faxlijn beantwoordt, zodat u weet wanneer er een faxbericht binnenkomt.
De ontvangende faxmachine antwoordt met faxontvangsttonen: een luid tjirpend geluid. Een ontvangende faxmachine laat dit tjirpende geluid ongeveer 40 seconden lang horen, en op het LCD-scherm wordt de melding
Als uw machine in de stand Alleen Fax staat, wordt elk telefoontje automatisch met de faxontvangsttonen beantwoordt. Zelfs als de andere partij ophangt, blijft uw machine gedurende ongeveer 40 seconden faxontvangsttonen uitzenden, en blijft de melding staan. Druk op Stop/Eindigen om het ontvangen te annuleren.
Ontvangst weergegeven.
Ontvangst op het LCD-scherm
De aansluitbevestiging vindt plaats op het moment dat de faxtonen van de verzendmachine en de ontvangsttonen van de ontvangende machine elkaar overlappen. Dit moet ten minste 2 tot 4 seconden duren, zodat beide machines kunnen bepalen op welke wijze de fax wordt verzonden en ontvangen. De aansluitbevestiging kan pas beginnen wanneer de oproep is beantwoord. De faxtonen blijven slechts circa 60 seconden actief nadat het nummer is gekozen. Het is dus belangrijk dat de ontvangende machine deze oproep zo snel mogelijk beantwoordt.

ECM-modus (foutencorrectie)

In de ECM-modus controleert de machine een faxtransmissie om na te gaan of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de machine tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over deze functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd en in geval van ruis op de lijn gecorrigeerd.
Als deze functie niet meer functioneert, verwijder dan uw faxen uit het geheugen.
1 - 13

Aan de slag

2

Eerste instellingen

De datum en tijd instellen

Als de machine niet in gebruik is, worden de datum en tijd weergegeven. Als u de Stations-ID instelt, worden de datum en tijd die door uw machine worden weergegeven op elke verzonden fax afgedrukt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard.
Druk op Stop/Eindigen.
6
Op het LCD-scherm worden nu de datum en tijd weergegeven wanneer de machine inactief is in de faxmodus.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, wordt op het LCD-scherm de melding (Zie Slaaptijd op pagina 2-7.)
Slaapstand weergegeven.

Kiesmodus toon en puls instellen

2
Opmerking
Uw machine kan de datum en de tijd max. 2 uur (voor MFC-7420) of 4 dagen (voor MFC-7820N) opslaan, mocht er een stroomstoring optreden.
Druk op Menu/Set, 0, 2.
1
Stand.instel.
2.Datum/Tijd
Toets de laatste twee cijfers van het
2
jaartal in. Druk op Menu/Set.
Toets twee cijfers in voor de maand.
3
Druk op Menu/Set. (Voer bijvoorbeeld 09 in voor september
of 10 voor oktober.)
Toets twee cijfers in voor de dag.
4
Druk op Menu/Set.
Druk op Menu/Set, 0, 4.
1
Stand.instel.
4.Toon/Puls
Druk op of om Puls (of Toon) te
2
selecteren. Druk op Menu/Set.
Druk op Stop/Eindigen.
3
(Voer bijvoorbeeld 06 in voor de 6e.)
Toets de tijd in 24-uursformaat in.
5
Druk op Menu/Set. (Toets bijvoorbeeld 15:25 in voor 3:25
PM.)
2 - 1
Loading...
+ 121 hidden pages