Deze handleiding kan door de software Screen Reader 'text-to-speech'
worden gelezen.
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de machine gebruiken.
Gebruik de Installatiehandleiding om de machine in te stellen. In de doos vindt u een gedrukt exemplaar.
Lees deze Gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de machine gaat gebruiken.
Kijk op http://solutions.brother.com/
productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Opmerking: bepaalde modellen zijn in niet alle landen verkrijgbaar.
voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
DUT/BEL-DUT
Versie 0
Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?
Welke handleiding?Inhoud?Waar?
Handleiding product
veligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine installeert.
Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en
wettelijke beperkingen.
InstallatiehandleidingVolg de instructies voor het instellen van uw machine
en installeren van de drivers en software voor het
besturingssysteem en het type verbinding dat u
gebruikt.
GebruikershandleidingHier vindt u meer informatie over de afdrukfuncties,
het vervangen van verbruiksartikelen en het
uitvoeren van routineonderhoud. Zie tips voor het
oplossen van problemen.
NetwerkhandleidingDeze handleiding biedt u nuttige informatie over
instellingen voor bedrade en draadloze netwerken en
beveiligingsinstellingen bij het gebruik van de
Brother-machine. U kunt er eveneens informatie
vinden over ondersteunde protocollen voor uw
machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
Wi-Fi Direct™
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een mobiel
apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™
ondersteunt.
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor een
Google-account en het gebruik van Google Cloud
Print-services om af te drukken via het internet vanaf
apparaten die gebruik maken van Gmail™ voor
mobiel, GOOGLE DOCS™ voor mobiel en
toepassingen voor het Chrome-besturingssysteem.
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het
afdrukken van JPEG- en PDF
mobiel apparaat en scannen
1
-bestanden vanaf een
2
vanaf uw Brothermachine naar een mobiel apparaat bij verbinding met
een Wi-Fi-netwerk.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
1
Afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund door een Windows® Phone.
2
HL-5470DW en HL-6180DW(T) bieden geen ondersteuning voor de scanfunctie.
i
Gebruik van de documentatie
WAARSCHUWING
Belangrijk
Bedankt voor uw keuze voor een Brother-machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal
benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze
niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
Belangrijk
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in
schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden
uitgevoerd.
Pictogrammen voor elektrisch gevaar wijzen u op een risico op elektrische
schok.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag
aanraken.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of
Opmerking
geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere
functies.
VetVetgedrukte tekst geeft toetsen op het bedieningspaneel van de machine of
op het computerscherm aan.
CursiefCursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar
een verwant onderwerp.
Courier NewHet lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden weergegeven
op het LCD-scherm van de machine.
ii
Inhoudsopgave
1Afdrukmethoden1
Over deze machine....................................................................................................................................1
Vooraanzicht en achteraanzicht ..........................................................................................................1
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt .........................................................2
Aanbevolen papier en afdrukmedia .....................................................................................................2
Type en formaat van het papier...........................................................................................................2
Een document afdrukken...................................................................................................................24
Instellingen van de printerdriver ........................................................................................................25
Windows
Macintosh ................................................................................................................................................57
2 Bedieningspaneel met een Liquid Crystal Display (LCD)
3 Steunklep van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden (steunklep)
1
2
5
7
6
8
9
10
11
12
4Voorklep
5 Papierlade
6 Stroomschakelaar
7 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
8 Multifunctionele lade (MP-lade)
9 Achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven wanneer open)
10 Ingang voor netsnoer
11 USB-poort
12 10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T-poort
1
1000BASE-T is beschikbaar voor HL-6180DW(T).
De meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding tonen de HL-5470DW.
1
1
Afdrukmethoden
1
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt1
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier,
bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats GEEN verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen
vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het
papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Aanbevolen papier en afdrukmedia1
PapiertypeArtikel
Normaal papier
Kringlooppapier
EtikettenAvery-laseretiketten L7163
EnveloppenAntalis River series (DL)
Xerox Premier TCF 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
Xerox Recycled Supreme 80 g/m
2
2
2
Type en formaat van het papier1
De machine laadt papier vanuit de geïnstalleerde standaardpapierlade, de multifunctionele lade of de
optionele onderste lade.
In de printerdriver en deze handleiding worden voor de papierladen de volgende namen gebruikt:
Lade en optionele accessoiresNaam
PapierladeLade 1
Optionele onderste lade-eenheid
(Standaard voor HL-6180DWT)
250 vellen voor HL-5470DW, 500 vellen voor HL-6180DW(T)
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
A4, Letter, Legal,
B5 (ISO/JIS), Executive, A5,
B6 (ISO), Folio
1
Normaal papier, dun papier
en kringlooppapier
Normaal papier, dun papier,
dik papier, dikker papier,
bankpostpapier,
kringlooppapier, enveloppen
en etiketten
Normaal papier, dun papier
en kringlooppapier
tot 250 vellen (80 g/m
tot 500 vellen (80 g/m2)
50 vellen (80 g/m
3 enveloppen
tot 500 vellen (80 g/m
2)2
2
2
)
2
)
Aanbevolen papierspecificaties1
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Basisgewicht
75-90 g/m
Dikte80-110 μm
RuwheidHoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
VezelrichtingLanglopend
Soortelijke
volumeweerstand
Soortelijke weerstand aan
oppervlakte
Vulmiddel
10e
10e
CaCO
AsgehalteMinder dan 23 wt%
HelderheidHoger dan 80%
OndoorzichtigheidHoger dan 85%
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
3
/100
9
-10e11 ohm
9
-10e12 ohm-cm
(Neutraal)
3
2
.
Gebruik langlopend papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
(Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papieruu pagina 171 om te bepalen welk papier u met
deze machine kunt gebruiken.)
3
Afdrukmethoden
1
Belangrijk
1
1
Speciaal papier gebruiken1
De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier
kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een
proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de
originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct
zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, het kan leiden tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voor voorgedrukt papier moet inkt gebruikt worden dat bestand is tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine (200 °C).
Bij gebruik van briefpapier, grof, verkreukeld of gevouwen papier kan het resultaat wat minder zijn.
Te vermijden typen papier1
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of meer kan papierstoringen veroorzaken.
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand
is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke
schade wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
4
Afdrukmethoden
1
Belangrijk
Enveloppen1
De meeste enveloppen die ontwikkeld zijn voor laserprinters zijn geschikt voor deze machine. Sommige
vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe-vouwen. De enveloppe moet plat en stevig zijn.
Gebruik geen flodderige enveloppen. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u
de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen1
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• die extreem glanzend zijn of een speciale structuur hebben
• met klemmen, nietjes, haken of touwtjes
• met een zelfklevende rand
• die flodderig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien (bv. letters in reliëf)
• die eerder werden bedrukt met een laserprinter
• die aan-de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
• met flappen die niet omlaag zijn gevouwen bij aankoop
5
Afdrukmethoden
1
Belangrijk
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze
schade wordt mogelijk niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
Etiketten1
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten
dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fusereenheid. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine,
omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen
met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten
moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of
afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconden.
Te vermijden typen etiketten1
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
• Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen in. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de
machine.
• Etiketbladen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze Gebruikershandleiding is
gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden, worden mogelijk niet correct ingevoerd of
afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
• U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten
ontbreekt.
6
Afdrukmethoden
1
Opmerking
1
3
24
Onbedrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer1
De onderstaande waarden geven de maximale onbedrukbare gedeeltes aan. Het onbedrukbare gedeelte kan
variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het programma dat u gebruikt.
GebruikDocumentgr
ootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
AfdrukkenLetter4,23 mm6,35 mm
A44,23 mm6,01 mm
Legal 4,23 mm6,35 mm
Wanneer u BR-Script3-emulatie gebruikt, bedraagt de grootte van het onbedrukbaar gedeelte rond de
rand van het papier 4,23 mm.
7
Afdrukmethoden
1
Papier laden1
Papier en afdrukmedia laden1
De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de
multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat,
kunt u het formaat selecteren via de toepassingssoftware. Als deze optie niet door de toepassingssoftware
geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.
Papier laden in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade1
U kunt tot 250 vellen (HL-5470DW) of tot 500 vellen (HL-6180DW(T)) laden in de standaardpapierlade (Lade
1
1). U kunt eveneens tot 500 vellen laden in de optionele onderste lade (Lade 2)
hoger zijn dan de maximummarkering () die u terugvindt aan de rechterzijde van de papierlade.
(Raadpleeg Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruiktuu pagina 2 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
1
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
. De stapel papier mag niet
Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier in Lade 1 en Lade 21
a Trek de papierlade volledig uit de machine.
8
Afdrukmethoden
1
Opmerking
b Houd de groene vrijgavehendel van de papiergeleiders (1) ingedrukt en stel de papiergeleiders af op het
papierformaat dat u in de lade plaatst. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
1
1
1
Druk op vrijgaveknop (1) aan de onderkant van de papierlade voor Legal- of Folio-formaat en trek de
achterkant van de papierlade naar buiten. (In sommige regio's zijn Legal- en Folio-papier niet
beschikbaar.)
c Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat het papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
9
Afdrukmethoden
1
1
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet uitsteekt boven de maximummarkering () (1).
Als u de papierlade te hoog vult, kan het papier vastlopen.
de te bedrukken zijde naar beneden gericht is.
de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
1
e Plaats de papierlade weer in de machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit.
f Zet de steunklep (1) omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte
zijde naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
10
Afdrukmethoden
1
Opmerking
g Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4LetterLegalExecutiveA5
B5B6FolioA5 lange zijde
(alleen Lade 1)
Zie Type en formaat van het papieruu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papierDun papierKringlooppapier
Papierbron
Lade1Lade2
(indien beschikbaar)
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
A6 (alleen Lade 1)
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
h Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
11
Afdrukmethoden
1
2
1
Papier laden in de multifunctionele lade (MF-lade)1
U kunt tot 3 enveloppen of speciale afdrukmedia of tot 50 vellen normaal papier in de MF-lade plaatsen.
Gebruik deze lade om af te drukken op dik papier, bankpostpapier, etiketten of enveloppen. (Raadpleeg
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruiktuu pagina 2 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier en bankpostpapier vanuit de MFlade1
a Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
b Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
12
Afdrukmethoden
1
c Plaats papier in de MP-lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet boven de maximummarkering uitsteekt (1).
u het papier met de te bedrukken zijde naar boven gericht en met de bovenkant eerst plaatst.
de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
1
d Zet de steunklep omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte zijde
naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
13
Afdrukmethoden
1
Opmerking
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4LetterLegalExecutiveA5
A5 lange zijdeA6B5B63 x 5
Folio
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows® printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
Aangepast papierformaat
Zie Type en formaat van het papieruu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
1
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
14
Afdrukmethoden
1
1
2
Afdrukken op dik papier, etiketten en enveloppen vanuit de MF-lade1
Maak de hoeken en de zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk voordat u deze laadt.
a Maak de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
b Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
c Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
15
Afdrukmethoden
1
1
d Plaats papier, etiketten of enveloppen in de MF-lade. Zorg ervoor dat:
het aantal enveloppen in de MF-lade niet hoger is dan 3.
het papier, de etiketten of de enveloppen niet boven de maximummarkering uitsteken (1).
de te bedrukken zijde naar boven gericht is.
16
Afdrukmethoden
1
Opmerking
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
<Voor het afdrukken op dik papier of etiketten>
A4LetterLegalExecutiveA5
A5 lange zijdeA6B5B63 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
<Voor het afdrukken op enveloppen>
Com-10DLC5Monarch
Aangepast papierformaat
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows® printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
1
Zie Type en formaat van het papieruu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
1
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
<Voor het afdrukken van dik papier>
Dik papierDikker papier
<Voor het afdrukken op etiketten>
Label
<Voor het afdrukken op enveloppen>
EnveloppenEnv. DunEnv. Dik
Papierbron
MF lade
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
• Wanneer u Envelope #10 gebruikt, selecteert u Com-10 (voor Windows
®
) of #10-envelop (voor
Macintosh) in de Papierformaat keuzelijst.
• Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of
®
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd... (voor de Windows
printerdriver), Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) (voor de BR-Script printerdriver voor Windows
Pagina (voor de Macintosh printerdriver).
®
) of Aangepaste
17
Afdrukmethoden
1
Opmerking
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
• Verwijder elke enveloppe zodra deze is afgedrukt. Als u de enveloppen stapelt, kunnen deze vastlopen of
omkrullen.
• Indien de enveloppen of het dikke papier vuil worden tijdens het afdrukken, stelt u Mediatype in op
Env. Dik of Dikker papier om de afdruktemperatuur te verhogen.
• Indien de enveloppen verkreukelt raken nadat ze afgedrukt zijn, raadpleegt u De afdrukkwaliteit verbeterenuu pagina 157.
• Als het dikke papier omkrult tijdens het afdrukken, plaatst u slechts één vel per keer in de MF-lade.
• Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
• Alle zijden moeten correct gevouwen zijn en mogen niet gekreukt zijn.
g Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven).
18
Afdrukmethoden
1
Opmerking
Duplex (dubbelzijdig) printen1
Alle meegeleverde printerdrivers maken duplex printen mogelijk. Raadpleeg Help in de printerdriver voor
meer informatie hierover.
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken1
Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst. Als het
papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Als het papier niet correct wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Als het papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen of kan de kwaliteit van de
afdruk wat minder zijn. (Raadpleeg Vastgelopen papieruu pagina 140 als het papier is vastgelopen.
Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeterenuu pagina 157 als u problemen met de afdrukkwaliteit hebt.)
Controleer dat de papierlade zo ver mogelijk in de machine is gestoken.
19
Afdrukmethoden
1
Opmerking
Automatisch tweezijdig afdrukken1
Raadpleeg Duplex (dubbelzijdig) printenuu pagina 67 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
®
Automatisch tweezijdig afdrukken met de Windows
printerdriver1
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4
Mediatype
Normaal papierKringlooppapierDun papier
Papierbron
Lade1MF ladeLade2
(indien beschikbaar)
Duplex / Folder
Duplex
Soort duplex bij Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge bij Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folderuu pagina 31.)
• U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
20
Afdrukmethoden
1
Opmerking
Automatisch tweezijdig afdrukken met de BR-Script printerdriver voor Windows
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4
Soort papier
Normaal papierKringlooppapierDun papier
Papierbron
Lade1MF ladeLade2
(indien beschikbaar)
Dubbelzijdig afdrukken
Over korte zijde
spiegelen
Paginavolgorde
Over lange zijde
spiegelen
®
1
Vooraan beginnenAchteraan
beginnen
• U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
• De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
21
Afdrukmethoden
1
Opmerking
Handmatig Duplex printen1
De BR-Script printerdriver voor Windows® biedt geen ondersteuning voor het handmatig tweezijdig
afdrukken.
Raadpleeg Handmatig Duplex printenuu pagina 67 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
Handmatig tweezijdig afdrukken met de Windows
®
printerdriver1
a Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
U kunt alle papierformaten gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt.
Mediatype
U kunt alle mediatypes gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt, behalve enveloppen
en etiketten die slechts één afdrukzijde hebben.
Papierbron
Lade1MF ladeLade2
(indien beschikbaar)
Duplex / Folder
Duplex (handmatig)
Soort duplex bij Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge bij Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folderuu pagina 31.)
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine drukt eerst alle pagina's met even nummers af
®
op een kant van het papier. Vervolgens geeft de Windows
papier opnieuw moet worden geplaatst om de pagina's met oneven nummers af te drukken.
Strijk het papier voordat het u het terugplaatst goed glad, anders kan het papier vastlopen. Het gebruik
van erg dun of erg dik papier wordt afgeraden.
driver aan (door een pop-upbericht) dat het
22
2
2
Driver en software2
Printerdriver2
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in
een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Doorgaans is dit formaat PDL (page
description language).
De printerdrivers voor de ondersteunde versies van Windows
cd-rom en op de website van het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. Installeer de drivers
door het volgen van de stappen in de Installatiehandleiding. De meest recente printerdrivers kunt u
downloaden via de website van het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
®
en Macintosh staan op de meegeleverde
Voor Windows
®
Printerdriver voor Windows® (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
1
De driver installeren met de aangepaste installatie op de cd-rom.
®
3™ taalemulatie)
1
Voor Macintosh2
Printerdriver voor Macintosh (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
1
De installatie-instructies voor de driver vindt u op http://solutions.brother.com/.
Voor Linux
®12
®
3™ taalemulatie)
1
LPR-printerdriver
CUPS-printerdriver
1
Voor meer informatie over de printerdriver voor Linux en voor het downloaden van deze driver gaat u naar de modelpagina van uw machine op
http://solutions.brother.com/
2
Afhankelijk van de Linux-distributies is het mogelijk dat de driver niet beschikbaar is, of mogelijk wordt deze pas vrijgegeven na de marktintroductie
van uw model.
of gebruikt u de koppeling op de meegeleverde cd-rom.
2
2
23
Driver en software
2
Opmerking
Een document afdrukken2
Wanneer de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint het afdrukproces en wordt papier uit de
papierlade gehaald. Via de papierlade kunnen diverse papiertypes en enveloppen worden ingevoerd. (Zie
Capaciteit van de papierladenuu pagina 3.)
a Kies in uw toepassing de opdracht Afdrukken.
Als er andere printerdrivers zijn geïnstalleerd op uw computer, kiest u Brother HL-XXXX series (waarbij
XXXX uw modelnaam is) als printerdriver in het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van uw
softwaretoepassing, en klikt u vervolgens op OK of Druk af om het afdrukken te starten.
b Uw computer stuurt de gegevens naar de machine. De Data-LED knippert en Printen wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
c Wanneer alle gegevens zijn afgedrukt, stopt de Data-LED met knipperen.
• U kunt het papierformaat en de afdrukstand selecteren in uw toepassingssoftware.
• Als de toepassingssoftware het door u opgegeven papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een
formaat dat net iets groter is.
• Vervolgens past u het afdrukgebied aan door de rechter- en linkermarge in de toepassingssoftware te
wijzigen.
24
Driver en software
2
Instellingen van de printerdriver2
Wanneer u via de computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen:
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Soort papier
Resolutie
Afdrukinstellingen
Meerdere pagina's afdrukken
4
Duplex
/ Folder
Papierbron
Schaal
Ondersteboven afdrukken
Watermerk gebruiken
Kop/Voetregel printen
24
12
12
Toner-bespaarstand
Afdruk beveiligen
Beheerder
12
Gebruikersverificatie12
Gebruik Reprint
12
Slaaptijd
Macro
12
Dichtheidregeling
Uitvoer verbeteren
Blanco pagina overslaan
Afdrukprofiel
1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de BR-script printerdriver voor Windows®.
2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar met de printerdriver voor Macintosh en de BR-Script-driver voor Macintosh.
3
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de BR-script-driver voor Macintosh.
4
Handmatig Duplex printen/Handmatig folder printen zijn niet beschikbaar bij de BR-script printerdriver voor Windows®.
12
13
25
Driver en software
2
Windows
®
De instellingen voor de printerdriver openen2
a (Voor Windows
Klik op start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
(Voor Windows Vista
Klik op de knop , Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers.
(Voor Windows
Klik op de knop , en klik vervolgens op Apparaten en printers.
®
XP en Windows Server® 2003)
®
en Windows Server® 2008)
®
7 en Windows Server® 2008R2)
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother HL-XXXX series (hierbij staat XXXX voor de
naam van uw model) en selecteer Eigenschappen (Eigenschappen van printer, en Brother HL-XXXX series indien nodig). Het dialoogvenster met de printereigenschappen wordt
weergegeven.
c Selecteer het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen...
(Voorkeursinstellingen...). Selecteer het tabblad Accessoires voor het configureren van de ladeinstellingen.
2
26
Driver en software
2
Opmerking
Functies in de Windows®-printerdriver2
Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie.
• De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows®XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
•Zie De instellingen voor de printerdriver openen uu pagina 26 voor het openen van de instellingen voor
de printerdriver.
Het tabblad Normaal2
U kunt de pagina-indeling ook wijzigen door te klikken op de afbeelding aan de linkerkant van het tabblad
Normaal.
1
4
2
3
a Selecteer Papierformaat, Afdrukstand, Aantal, Mediatype, Resolutie en Afdrukinstellingen (1).
b Kies Meerdere pag. afdrukken en Duplex / Folder (2).
c Kies de Papierbron (3).
d Controleer uw huidige instellingen in het venster (4).
e Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
27
Driver en software
2
Papierformaat2
Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u gebruikt.
Afdrukstand2
Met de afdrukstand wordt de positie van uw document bij afdrukken, bepaald (Staand of Liggend).
Staand (verticaal)Liggend (horizontaal)
Aantal2
Bij het aantal kunt u aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Sorteren
Wanneer het vakje Sorteren is aangevinkt, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt,
waarna dit proces wordt herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als het vakje
Sorteren niet is aangevinkt, wordt van elke pagina het aangegeven aantal exemplaren afgedrukt voordat
de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Sorteren aangevinkt
Sorteren niet aangevinkt
Mediatype2
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet de juiste
papiersoort worden geselecteerd.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Kringlooppapier
28
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Label
• Wanneer u normaal papier (60 tot 105 g/m2) gebruikt, kiest u Normaal papier. Als u zwaarder papier of
ruw papier gebruikt, kiest u Dik papier of Dikker papier. Voor briefpapier selecteert u Briefpapier.
• Selecteer Enveloppen wanneer u enveloppen gebruikt. Als de toner niet goed op de envelop afdrukt als
Enveloppen is geselecteerd, kiest u Env. Dik. Als de envelop gekreukt raakt wanneer Enveloppen is
geselecteerd, kiest u Env. Dun. Raadpleeg Capaciteit van de papierladen uu pagina 3 voor meer
informatie hierover.
Resolutie2
Voor de resolutie zijn de volgende instellingen mogelijk:
300 dpi
600 dpi
HQ 1200
1200 dpi
De afdruksnelheid is afhankelijk van de afdrukkwaliteit die u hebt gekozen. Afdrukken van hoge kwaliteit
duren langer en afdrukken van lagere kwaliteit nemen minder tijd in beslag.
Afdrukinstellingen2
U kunt de afdrukinstellingen als volgt wijzigen:
Grafisch
Dit is de beste methode voor het afdrukken van documenten die afbeeldingen bevatten.
Tekst
Dit is de beste methode voor het afdrukken van tekstdocumenten.
Handmatig
U kunt de instellingen handmatig wijzigen door Handmatig te selecteren en op de knop
Handmatige instellingen... te klikken. U kunt de helderheid, het contrast en andere instellingen wijzigen.
29
Driver en software
2
Meerdere pagina's afdrukken2
Met de optie Meerdere pag. afdrukken kunt u de beeldgrootte van een pagina verkleinen zodat u meerdere
pagina's per vel kunt afdrukken, of vergroten zodat u één pagina verspreid over meerdere vellen kunt
afdrukken.
Paginavolgorde
Als de optie N op 1 is geselecteerd, kunt u de paginavolgorde in de keuzelijst kiezen.
Rand
Wanneer u meerdere pagina's op één vel afdrukt, kunt u een ononderbroken kader, een kader met
stippellijn en geen kader om elke pagina op het vel afdrukken.
Snijlijn afdrukken
Wanneer de optie 1 op NxN pagina's geselecteerd is, kunt u de optie Snijlijn afdrukken selecteren. Met
deze optie kunt u een vage snijlijn afdrukken rond het afdrukgebied.
30
Driver en software
2
Duplex / Folder2
Gebruik deze functie als u een folder wilt afdrukken of tweezijdig wilt afdrukken.
Geen
Schakel tweezijdig afdrukken uit.
Duplex / Duplex (handmatig)
Gebruik deze opties als u tweezijdig wilt afdrukken.
• Duplex
De machine bedrukt het papier nu automatisch aan beide zijden.
• Duplex (handmatig)
De machine drukt alle even pagina's als eerste af. Daarna stopt de printerdriver en wordt aangegeven
wat u moet doen om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven
pagina's afgedrukt.
Wanneer u Duplex of Duplex (handmatig) kiest, kan de knop Duplexinstellingen... ook worden
gekozen. U kunt de volgende instellingen doorvoeren in het dialoogvenster Duplexinstellingen....
• Soort duplex
Voor elke afdrukstand zijn er vier manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt.
Staand
Lange rand (links)
Lange rand (rechts)
Korte rand (boven)
Liggend
Lange rand (boven)
Lange rand (onder)
Korte rand (rechts)
• Inbindmarge
Korte rand (onder)
Korte rand (links)
Als u Inbindmarge aanvinkt, kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeter of in inch
aangegeven.
31
Driver en software
2
Folder / Folder (handmatig)
Gebruik deze optie om een document in folderformaat tweezijdig af te drukken; het document wordt
geordend op paginanummers en u kunt het in het midden vouwen zonder de volgorde van de pagina's te
moeten wijzigen.
• Folder
De machine bedrukt het papier nu automatisch aan beide zijden.
• Folder (handmatig)
De machine drukt alle even zijden als eerste af. Daarna stopt de printerdriver en wordt aangegeven wat
u moet doen om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven zijden
afgedrukt.
Wanneer u Folder of Folder (handmatig) kiest, kan de knop Duplexinstellingen... ook worden gekozen.
U kunt de volgende instellingen doorvoeren in het dialoogvenster Duplexinstellingen.
• Soort duplex
Voor elke afdrukstand zijn er twee manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt.
StaandLiggend
Links inbinden
Rechts inbinden
Boven inbinden
Onder inbinden
• Folder afdrukken
Wanneer Onderverdeleninsets geselecteerd is:
Met deze optie kunt u de volledige folder afdrukken in sets van kleinere individuele folders, die u nog
steeds in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de pagina's te moeten wijzigen. U kunt het
aantal pagina's in elke kleinere folder specificeren van 1 tot 15. Deze optie kan handig zijn voor het
vouwen van een afgedrukte folder die een groot aantal pagina's bevat.
• Inbindmarge
Als u Inbindmarge aanvinkt, kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeter of in inch
aangegeven.
Papierbron 2
U kunt Automatisch, Lade1, Lade212, MF lade of Handmatig selecteren en verschillende laden opgeven
voor het afdrukken van de eerste pagina en voor de volgende pagina's.
1
Beschikbaar als de optionele lade is geplaatst.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
32
Driver en software
2
Het tabblad Geavanceerd2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Wijzig de tabbladinstellingen door op een van de volgende selecties te klikken:
Scaling (1)
Ondersteboven afdrukken (2)
Watermerk gebruiken (3)
Kop/Voetregel printen (4)
Toner-bespaarstand (5)
Afdruk beveiligen (6)
Beheerder (7)
Verificatie van gebruiker (8)
Andere afdrukopties... (9)
Schaal2
U kunt de afdrukschaal wijzigen.
Ondersteboven afdrukken2
Vink Ondersteboven afdrukken aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren.
33
Driver en software
2
Watermerk gebruiken2
U kunt een logo of tekst als watermerk op uw document plaatsen. U kunt een van de vooringestelde
watermerken kiezen of een zelfgemaakt bitmapbestand gebruiken. Vink Watermerk gebruiken aan en klik
daarna op de knop Instellingen....
Watermerkinstellingen2
Transparant
Selecteer Transparant als u de watermerkafbeelding op de achtergrond van het document wilt afdrukken.
Als deze optie niet is ingeschakeld, wordt het watermerk op de voorgrond van het document afgedrukt.
In contourtekst
Selecteer In contourtekst als u alleen een contour van het watermerk wilt afdrukken. Deze optie is
beschikbaar als u een tekstwatermerk selecteert.
34
Driver en software
2
Aangepaste instellingen
U kunt kiezen welk watermerk er moet worden afgedrukt op de eerste of de andere pagina's.
Klik op de knop Toevoegen... om de watermerkinstellingen toe te voegen en kies vervolgens
Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken bij Stijl van watermerk.
• Titel
Voer een geschikte titel in het veld in.
• Tekst
Voer in het vak Tekst de tekst voor het watermerk in en kies daarna Lettertype, Stijl, Grootte en
Contrast.
• Bitmap
Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmapafbeelding in het vak Bestand in of klik op Bladeren... om het bestand te zoeken. U kunt ook de schaalgrootte van de afbeelding instellen.
• Positie
Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt bepalen.
35
Driver en software
2
Opmerking
Kop/Voetregel printen2
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden op het document de datum en tijd van uw computerklok
afgedrukt, evenals uw aanmeldnaam of andere tekst die u hebt ingevoerd. Door op Instellingen... te klikken,
kunt u deze informatie aanpassen.
ID printen
Indien u Login Gebruikers Naam selecteert, wordt de aanmeldnaam van de pc-gebruiker afgedrukt. Als
u Aangepast selecteert en de tekst invoert in het bijwerkvenster van Aangepast, wordt de tekst die u hebt
ingevoerd afgedrukt.
Toner-bespaarstand2
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
• Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
• Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Afdruk beveiligen2
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de machine
werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord
kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via het
bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
a Klik op Instellingen... bij Afdruk beveiligen en vink Afdruk beveiligen aan.
b Voer uw wachtwoord in en klik op OK.
c Voor het afdrukken van een beveiligd document moet u uw wachtwoord invoeren via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukkenuu pagina 96.)
Een beveiligd document verwijderen:
U kunt een beveiligd document alleen verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukkenuu pagina 96.)
36
Driver en software
2
Opmerking
Beheerder2
Beheerders zijn bevoegd om toegang tot functies als schaal en watermerk te beperken.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in dit vak in.
Klik op Wachtwoord instellen... om het wachtwoord te wijzigen.
Kopiëren vergrendelen
Hier kunt u het afdrukken van meerdere pagina's op slot zetten.
Meerdere pag. & Schaal vergrendelen
De instellingen voor schaal en meerdere pagina's vergrendelen.
Watermerk vergrendelen
Hier kunt u de huidige instellingen voor het watermerk op slot zetten, zodat deze niet kunnen worden
gewijzigd.
Kop/Voetregel printen vergrendelen
Hier kunt u de huidige instellingen voor de Kop-/Voetregeloptie op slot zetten, zodat deze niet kunnen
worden gewijzigd.
Verificatie van gebruiker2
Als u PC-printen niet kunt gebruiken ten gevolge van de beperkingen ingesteld via de functie Secure Function
Lock 2.0, moet u uw ID en PIN invoeren in het dialoogvenster Instellingen voor verificatie van gebruiker.
Klik op Instellingen... bij Verificatie van gebruiker en voer uw ID en PIN in. Als de inlognaam van uw pc
geregistreerd is bij Secure Function Lock 2.0, kunt u Aanmeldnaam van pc gebruiken aanvinken in plaats
van uw ID en PIN in te voeren.
Meer informatie over Secure Function Lock 2.0 uu Netwerkhandleiding
37
Driver en software
2
Opmerking
• Wanneer u de machine in een netwerk gebruikt, kunt u door te klikken op Afdrukstatus controleren de
informatie van uw ID bekijken, zoals de status van beperkte functies en het aantal pagina's dat u nog mag
afdrukken. Het dialoogvenster Verificatieresultaat wordt weergegeven.
• Wanneer u de machine in een netwerk gebruikt, kunt u instellen dat het dialoogvenster
Verificatieresultaat bij elke afdruk wordt weergegeven door Afdrukstatus weergeven voor afdrukken
aan te vinken.
• Als u uw ID en PIN wilt invoeren telkens wanneer u afdrukt, vinkt u Id/pincode invoeren voor elke
afdruktaak aan.
Overige afdrukopties2
Bij Printerfunctie kunt u het volgende instellen:
Gebruik Reprint
Slaaptijd
Macro
Dichtheid afstelling
Uitvoer verbeteren
Lege pagina overslaan
38
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Gebruik Reprint2
De machine bewaart de afdruktaak die hij heeft ontvangen in het geheugen. U kunt de laatste afdruktaak
nogmaals afdrukken zonder de gegevens opnieuw vanaf uw computer te verzenden. Voor meer informatie
over de Reprintfunctie, raadpleegt u Documenten nogmaals afdrukken uu pagina 95.
Als u wilt voorkomen dat anderen uw gegevens afdrukken met behulp van de Reprintfunctie, deactiveert
u het vakje Gebruik Reprint.
Slaaptijd2
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de slaapstand.
In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert, wordt de timeoutinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de driver. De
Intelligente slaapstand past deze instelling automatisch aan op de regelmaat waarmee u de machine
gebruikt.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine nog
wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine automatisch
geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Macro2
U kunt een pagina van een document als een macro in het geheugen van de machine opslaan. U kunt de
opgeslagen macro vervolgens uitvoeren (u kunt de opgeslagen macro gebruiken als een sjabloon voor alle
documenten). Zo wordt voor veelgebruikte informatie zoals formulieren, bedrijfslogo's, briefhoofden of
facturen tijd bespaard en kunnen deze sneller worden afgedrukt.
Dichtheid afstelling2
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Uitvoer verbeteren2
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om.
Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de
instelling van de printerdriver bij Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
39
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende verbetering
oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Minder wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze instelling
beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad lager ligt dan
30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Blanco pagina overslaan2
Als Lege pagina overslaan aangevinkt is, neemt de printerdriver automatisch blanco pagina's waar en
worden deze overgeslagen tijdens het afdrukken.
Deze optie werkt niet wanneer u de volgende opties kiest:
• Watermerk gebruiken
• Kop/Voetregel printen
• Nop1 en 1 op NxN pagina's bij Meerdere pag. afdrukken
• Duplex (handmatig), Folder, Folder (handmatig) en Duplex met Inbindmarge bij Duplex / Folder
40
Driver en software
2
1
2
3
4
5
Tabblad Afdrukprofielen2
Afdrukprofielen zijn bewerkbare voorinstellingen waarmee u snel toegang krijgt tot vaak gebruikte
afdrukconfiguraties.
Keuzelijst met afdrukprofielen (1)
Profiel verwijderen... (2)
Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. (3)
Profiel toevoegen... (4)
Weergave van het huidige afdrukprofiel (5)
a Kies het gewenste profiel in de keuzelijst met afdrukprofielen.
b Als u vanaf de volgende keer dat u afdrukt het tabblad Afdrukprofielen wilt weergeven aan de voorzijde
van het venster, vinkt u Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. aan.
c Klik op OK om het door u geselecteerde profiel toe te passen.
Profiel toevoegen2
Het dialoogvenster Profiel toevoegen... wordt weergegeven als u op Profiel toevoegen... klikt. U kunt 20
nieuwe profielen met gewenste instellingen toevoegen.
a Voer de gewenste titel in bij Naam.
b Kies in de pictogrammenlijst het pictogram dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op OK.
c De huidige instellingen die weergegeven worden aan de linkerzijde van het printerdrivervenster worden
opgeslagen.
41
Driver en software
2
Profiel verwijderen2
Het dialoogvenster Profiel verwijderen... wordt weergegeven als u op Profiel verwijderen... klikt. U kunt
toegevoegde profielen verwijderen.
a Kies het gewenste profiel in de keuzelijst met afdrukprofielen.
b Klik op Verwijderen.
c Het geselecteerde profiel wordt verwijderd.
42
Driver en software
2
Opmerking
Accessoirestab2
Zie De instellingen voor de printerdriver openenuu pagina 26 om het tabblad Accessoires te openen.
U kunt in het tabblad Accessoires het papierformaat voor elke papierlade definiëren en het serienummer
automatisch waarnemen.
1
2
3
4
Beschikbare opties / Geïnstalleerde opties (1)
U kunt zelf op de machine geïnstalleerde toebehoren aan deze lijst toevoegen of daaruit verwijderen.
Welke instellingen u voor de laden kunt maken, is afhankelijk van de toebehoren die zijn geïnstalleerd.
Instelling papierbron (2)
Wanneer u op Autom. waarnemen(4) klikt, wordt in dit vak aangegeven welk papierformaat via het
bedieningspaneelmenu voor elke papierlade is ingesteld.
Serienummer. (3)
Wanneer u op Autom. waarnemen (4) klikt, wordt het serienummer van de machine weergegeven. Als
deze informatie niet kan worden achterhaald, wordt "---------------" weergegeven op het scherm.
43
Driver en software
2
Opmerking
Autom. waarnemen (4)
De functie Autom. waarnemen detecteert de geïnstalleerde optionele accessoires en toont de
beschikbare instellingen in de printerdriver. Wanneer u op Autom. waarnemen klikt, worden de optionele
accessoires die op uw machine geïnstalleerd zijn, weergegeven in Beschikbare opties (1). U kunt de
opties handmatig toevoegen of verwijderen door een optioneel accessoire te selecteren dat u wilt
toevoegen of verwijderen, en daarna op Toevoegen of Verwijderen te klikken.
De functie Autom. waarnemen (4) is onder de volgende omstandigheden niet beschikbaar:
• Als de machine uitstaat.
• Als de machine een foutmelding weergeeft.
• De machine wordt in een gedeelde netwerkomgeving aangesloten op de afdrukserver met behulp van
een USB- kabel.
• Als de kabel niet goed op de machine is aangesloten.
44
Driver en software
2
Ondersteuning2
Klik op Ondersteuning... in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen.
1
2
3
4
5
6
7
Brother Solutions Center (1)
Het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
) is een website waar u informatie vindt over uw
Brother-product, zoals veelgestelde vragen, Gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het
gebruik van uw machine.
45
Driver en software
2
Website Originele Verbruiksartikelen (2)
Klik op deze knop om naar onze website voor originele/legitieme Brother-verbruiksartikelen te gaan.
Brother CreativeCenter (3)
Klik op deze knop om onze website te bezoeken voor gratis en eenvoudige onlineoplossingen voor
zakelijk en thuisgebruik.
Instellingen afdrukken (4)
Met deze knop kunt u een lijst afdrukken met de interne instellingen die voor de machine zijn
geconfigureerd.
Instelling controleren... (5)
U kunt de huidige instellingen van de driver controleren.
Info... (6)
Klik op deze knop om een lijst met de printerdriverbestanden en versie-informatie weer te geven.
Lettertypen afdrukken (7)
Met deze knop kunt u een lijst afdrukken met de interne lettertypen van de machine.
46
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript®3™-taalemulatie)2
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows®XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Voorkeursinstellingen2
U kunt het dialoogvenster Voorkeursinstellingen openen door te klikken op Voorkeursinstellingen... op
het tabblad Algemeen in het dialoogvenster Brother HL-XXXX BR-Script3 Eigenschappen.
Tabblad Indeling
U kunt de indeling wijzigen door de instellingen voor Afdrukstand, Dubbelzijdig afdrukken (Duplex),
Paginavolgorde en Pagina's per vel te selecteren.
• Afdrukstand
De afdrukstand bepaalt in welke stand het document wordt afgedrukt.
(Staand, Liggend of Liggend gedraaid)
• Dubbelzijdig afdrukken
Selecteer Over korte zijde spiegelen of Over lange zijde spiegelen wanneer u duplexprinten wilt
gebruiken.
• Paginavolgorde
Hiermee wordt de volgorde waarin de pagina's van uw document worden afgedrukt, opgegeven. Met
Vooraan beginnen wordt het document zodanig afgedrukt dat pagina 1 bovenop de stapel ligt. Met
Achteraan beginnen wordt het document zodanig afgedrukt dat pagina 1 onderop de stapel ligt.
47
Driver en software
2
• Pagina's per vel
De optie Pagina's per vel kan het beeld van een pagina verkleinen zodat er meerdere pagina's op één
vel papier kunnen worden afgedrukt. U kunt eveneens een document automatisch in folderstijl
afdrukken door Folder te selecteren.
Tabblad Papier/Kwaliteit
Kies de Papierinvoer.
• Papierinvoer
U kunt Automatisch selecteren, Automatisch, Lade1, Lade2
12
, MF lade of Handmatige invoer
selecteren.
Automatisch selecteren
Papier wordt automatisch uit een papierbron gehaald waarvoor in de printerdriver een papierformaat is
ingesteld dat overeenstemt met uw document.
Automatisch
Papier wordt automatisch uit een papierbron gehaald waarvoor in de machine een papierformaat is
ingesteld dat overeenstemt met uw document.
Lade1
Met deze instelling wordt er papier genomen uit Lade 1.
Lade2
Met deze instelling wordt er papier genomen uit Lade 2. (Beschikbaar als de optionele lade is
geplaatst.)
2
MF lade
Met deze instelling wordt er papier genomen uit de MF-lade. Het papierformaat moet gelijk zijn aan het
opgegeven papierformaat.
1
Beschikbaar als de optionele lade is geplaatst.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
48
Driver en software
2
Tabblad Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de
machine werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het
wachtwoord kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via
het bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
a Vink Afdruk beveiligen aan.
b Voer uw wachtwoord in en klik op OK.
c Voor het afdrukken van een beveiligd document moet u uw wachtwoord invoeren via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukkenuu pagina 96.)
Een beveiligd document verwijderen:
U kunt een beveiligd document alleen verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie
Beveiligde gegevens afdrukkenuu pagina 96.)
49
Driver en software
2
Geavanceerde opties2
U kunt de Geavanceerde opties raadplegen door te klikken op de toets Geavanceerd... op het tabblad
Indeling of Papier/Kwaliteit.
1
2
a Selecteer Papierformaat en Aantal afdrukken (1).
Papierformaat
Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u gebruikt.
Aantal afdrukken
Bij het aantal kunt u aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
b Kies de instellingen voor Schaal en TrueType-lettertype (2).
Schaal
Geeft aan of documenten worden verkleind of vergroot en met welke percentage.
TrueType-lettertype
Specificeert de opties voor TrueType-lettertypen. Klik op Vervangen door lettertype van apparaat
(standaardinstelling) om gelijkwaardige printerlettertypen te gebruiken voor het afdrukken van
documenten met TrueType-lettertypen. Het afdrukken verloopt dan sneller, maar u verliest wellicht
speciale tekens die niet door het printerfont worden ondersteund. Klik op Downloaden als laadbaar lettertype om TrueType-lettertypen voor afdrukken te downloaden in plaats van printerlettertypen te
gebruiken.
50
Driver en software
2
c U kunt de instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Printerfuncties te selecteren (3):
3
Afdrukkwaliteit
Hier kunt u de volgende instellingen voor de afdrukkwaliteit selecteren.
• 300 dpi
• 600 dpi
• HQ 1200
• 1200 dpi
Soort papier
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet
de juiste papiersoort worden geselecteerd.
• Normaal papier
• Dun papier
• Dik papier
• Dikker papier
• Briefpapier
• Enveloppen
• Env. Dik
• Env. Dun
• Kringlooppapier
• Label
51
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er
lichter afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
• Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
• Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Slaaptijd [Min.]
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in
de driver. De Intelligente slaapstand past deze instelling automatisch aan op de regelmaat waarmee
u de machine gebruikt.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de
machine nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de
machine automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Halftoon Schermvergendeling
Stopt andere toepassingen van het modificeren van de Halftooninstellingen. De standaardinstelling
is Aan.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
Hiermee worden afbeeldingen met hoge kwaliteit afgedrukt. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken
instelt op Aan, neemt de afdruksnelheid af.
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
• Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om. Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt,
hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de instelling van de printerdriver bij
Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
• Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende
verbetering oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Soort papier naar een dikke
instelling.
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
52
Driver en software
2
Opmerking
Instelling wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze
instelling beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad
lager ligt dan 30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Dichtheid afstelling
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Het tabblad Poorten2
Als u de poort waarop uw machine is aangesloten of het pad naar de gebruikte netwerkmachine wilt wijzigen,
selecteert u de gewenste poort of voegt u de poort toe.
53
Driver en software
2
Opmerking
De printerdriver verwijderen2
U kunt de geïnstalleerde printerdriver als volgt verwijderen.
• Dit is niet mogelijk als u oorspronkelijk de printerdriver hebt geïnstalleerd via de functie
Een printer toevoegen van Windows.
• Wij raden u aan de computer opnieuw te starten nadat u driver hebt verwijderd, zodat bestanden die
tijdens de deïnstallatie in gebruik waren ook worden gewist.
a Klik op de knop start, selecteer Alle Programma's, Brother en vervolgens de naam van uw machine.
b Klik op Installatie ongedaan maken.
c Volg de instructies op uw scherm.
54
Driver en software
2
Opmerking
Status Monitor2
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u
de status van een of meerdere apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden
gesteld van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is of is vastgelopen.
U kunt de status van het apparaat op elk moment controleren door op het pictogram op de taakbalk te
dubbelklikken of door Status Monitor te kiezen via start/Alle Programma's/Brother/HL-XXXX op uw pc.
®
(Windows
Als u Status Monitor inschakelen tijdens starten hebt ingesteld tijdens de installatie, wordt de knop of
het pictogram Status Monitor weergegeven op de taakbalk.
7)
Klik op de knop om het pictogram Status Monitor weer te geven op de taakbalk. Het pictogram Status Monitor wordt weergegeven in het kleine venster. Versleep het pictogram naar de taakbalk.
U vindt er ook een koppeling naar de Problemen oplossen en de website voor originele Brotherverbruiksartikelen. Klik op Bezoek de website Originele Verbruiksartikelen voor meer informatie over
originele Brother-verbruiksartikelen.
• Voor meer informatie over het gebruik van de software Status Monitor klikt u met de rechtermuisknop op
het pictogram Status Monitor en kiest u Help.
• De functie voor automatische software-updates is geactiveerd wanneer de functie Status Monitor
geactiveerd is.
55
Driver en software
2
De status van de machine controleren2
Het pictogram Status Monitor verandert van kleur naargelang de machinestatus.
Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft aan dat er een afdrukfout is opgetreden.
Er zijn twee locaties waar u de Status Monitor kunt weergeven op uw pc: in de taakbalk of op het
bureaublad.
56
Driver en software
2
Opmerking
Macintosh2
Functies in de printerdriver (Macintosh)2
Deze machine ondersteunt Mac OS X 10.5.8 - 10.6.x - 10.7.x.
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Mac OS X 10.5. De schermen op uw Macintosh kunnen er
anders uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Het kiezen van pagina-instellingsopties.2
U kunt Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein instellen.
a Klik in een toepassing zoals TextEdit op Archief en daarna op Pagina-instellingen. Controleer of
Brother HL-XXXX (hierbij staat XXXX voor de naam van uw model) gekozen is in het keuzemenu
Stel in voor. U kunt de instellingen voor Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein wijzigen. Klik
daarna op OK.
57
Driver en software
2
Opmerking
b Klik in een toepassing zoals TextEdit op Archief en daarna op Druk af om het afdrukken te starten.
(Voor Mac OS X 10.5.8 en 10.6.x)
Voor meer opties voor de pagina-instelling klikt u op de openingsdriehoek naast het pop-upmenu
Printer.
U kunt de huidige instelling opslaan als een voorinstelling door Bewaar als... te selecteren in de keuzelijst
Instellingen.
58
Driver en software
2
Opmerking
(Voor Mac OS X 10.7.x)
Voor meer opties voor de pagina-instelling klikt u op de knop Toon details.
U kunt de huidige instelling opslaan als een voorinstelling door Bewaar huidige instellingen als
voorinstelling... te selecteren in de keuzelijst Instellingen.
59
Driver en software
2
Het kiezen van afdrukopties2
U kunt speciale afdrukfuncties beheren door Afdrukinstellingen te selecteren in het dialoogvenster
Afdrukken. Zie de volgende omschrijvingen van elke optie voor meer informatie over de beschikbare opties.
60
Driver en software
2
Voorblad2
U kunt de volgende instellingen voor het voorblad kiezen:
Druk voorblad af
Gebruik deze functie als u ook een voorblad voor uw document wilt maken.
Type voorblad
Kies een sjabloon voor het voorblad.
Extra informatie
Als u extra informatie wilt toevoegen aan het voorblad, voert u de tekst in het venster Extra informatie in.
61
Driver en software
2
Lay-out2
Pagina’s per vel
De optie Pagina’s per vel kan het beeld van een pagina verkleinen zodat er meerdere pagina's op één
vel papier kunnen worden afgedrukt.
Lay-outrichting
Wanneer u het aantal pagina's per vel specificeert, kunt u tevens aangeven in welke richting deze moeten
worden ingedeeld.
Rand
Gebruik deze functie als u ook een rand wilt gebruiken.
Dubbelzijdig
Raadpleeg Duplex (dubbelzijdig) printenuu pagina 67.
Keer paginarichting om
Vink Keer paginarichting om aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren.
Spiegel horizontaal (Mac OS X 10.6.x en 10.7.x)
Vink Spiegel horizontaal aan om af te drukken als een spiegelbeeld dat van links naar rechts is
omgedraaid.
62
Driver en software
2
Afdruk beveiligen2
Afdruk beveiligen:
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de
machine werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het
wachtwoord kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via
het bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
a Vink Afdruk beveiligen aan.
b Voer uw wachtwoord, gebruikersnaam en de naam van de taak in en klik op Druk af.
c Voor het afdrukken van een beveiligd document moet u uw wachtwoord invoeren via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukkenuu pagina 96.)
Een beveiligd document verwijderen: u kunt een beveiligd document alleen verwijderen via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
63
Driver en software
2
Afdrukinstellingen2
U kunt de instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Afdrukinstellingen te selecteren:
Mediatype
U kunt de volgende papiersoorten selecteren:
• Normaal papier
• Dun papier
• Dik papier
• Dikker papier
• Briefpapier
• Enveloppen
• Env. Dik
• Env. Dun
• Kringlooppapier
• Label
Resolutie
U kunt de resolutie als volgt wijzigen:
• 300 dpi
• 600 dpi
• HQ 1200
• 1200 dpi
Papierbron
U kunt Automatisch, Lade1, Lade2
1
Beschikbaar als de optionele lade is geplaatst.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
12
, MF lade of Handmatig kiezen.
64
Driver en software
2
Opmerking
Afdrukinstellingen: Geavanceerd
Als u op het driehoekje (c) naast Geavanceerd klikt, worden de geavanceerde afdrukinstellingen
weergegeven.
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
• Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
• Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Grafische kwaliteit
U kunt de afdrukkwaliteit als volgt wijzigen:
• Grafisch
Dit is een modus voor afbeeldingen (contrastprioriteit). Kies deze instelling voor het afdrukken van tekst
en afbeeldingen, zoals visitekaartjes en presentatiedocumenten. U kunt scherpe contrasten
aanbrengen tussen donkere en lichte delen.
• Tekst
Dit is de beste methode voor het afdrukken van tekstdocumenten.
65
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
• Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om.
Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de
instelling van de printerdriver bij Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
• Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende verbetering
oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
• Minder wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze instelling
beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad lager ligt dan
30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Dichtheid afstelling
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Slaaptijd
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de
driver. Als u de slaaptijd wilt wijzigen, kiest u Handmatig en voert u de tijd in het daarvoor bestemde vak in.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Andere afdrukopties
• Lege pagina overslaan
Als Lege pagina overslaan aangevinkt is, neemt de printerdriver automatisch blanco pagina's waar
en worden deze overgeslagen tijdens het afdrukken.
66
Driver en software
2
Duplex (dubbelzijdig) printen2
Automatisch tweezijdig afdrukken
Selecteer Lay-out.
Selecteer Lange kant binden of Korte kant binden bij Dubbelzijdig.
Handmatig Duplex printen
Selecteer Papierafhandeling.
• Selecteer Alleen even en Druk af. Plaats het afgedrukte papier opnieuw in de lade (de niet-bedrukte
zijde naar beneden gericht in Lade 1 of 2 of naar boven gericht in de MF-lade). Selecteer
Alleen oneven en Druk af.
67
Driver en software
2
Opmerking
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript®3™-taalemulatie)2
Dit onderdeel beschrijft de specifieke handelingen van de BR-Script3-printerdriver. Voor de
basishandelingen van de BR-Script3-printerdriver raadpleegt u Functies in de printerdriver (Macintosh) uu pagina 57 voor Pagina-instellingen, Voorblad, Papierbron en Lay-out.
Als u de PS-driver (BR-Script3-printerdriver) wilt instellen, gaat u naar het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/ en gaat u op uw modelpagina naar de veelgestelde vragen voor instructies.
Het kiezen van afdrukopties2
U kunt speciale afdrukfuncties beheren door Printerfuncties te selecteren in het dialoogvenster Afdrukken.
68
Driver en software
2
Printerfuncties2
Functiesets: General 1
Afdrukkwaliteit
U kunt de resolutie als volgt wijzigen:
• 300 dpi
• 600 dpi
• HQ 1200
• 1200 dpi
Soort papier
U kunt de volgende papiersoorten selecteren:
• Normaal papier
• Dun papier
• Dik papier
• Dikker papier
• Briefpapier
• Enveloppen
• Env. Dik
• Env. Dun
• Kringlooppapier
• Label
• Hagaki
1
Briefkaart met het gespecificeerde formaat van Japan Post Service Co., LTD
1
69
Driver en software
2
Opmerking
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand aanvinkt, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
• Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
• Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Slaaptijd [Min.]
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de
driver. Selecteer 2, 10 of 30 als u de slaaptijd wilt wijzigen.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Halftoon Schermvergendeling
Stopt andere toepassingen van het modificeren van de Halftooninstellingen. De standaardinstelling is
Aan.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
U kunt de beeldkwaliteit van afdrukken verhogen. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken op Aan instelt,
neemt de afdruksnelheid af.
70
Driver en software
2
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Functiesets: General 2
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
• Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om.
Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de
instelling van de printerdriver bij Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
• Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende verbetering
oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Instelling wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze instelling
beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad lager ligt dan
30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Dichtheid afstelling
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
71
Driver en software
2
Afdruk beveiligen2
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de machine
werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord
kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via het
bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Als u een beveiligde afdruktaak wilt aanmaken, klikt u op Afdruk beveiligen en vinkt u Afdruk beveiligen
aan. Voer een wachtwoord in in het vak Wachtwoord en klik op Druk af.
(Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96 voor meer informatie over Afdruk beveiligen.)
72
Driver en software
2
De printerdriver verwijderen2
a Meld u als Beheerder aan.
b Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op Afdrukken en faxen
de printer die u wilt verwijderen. Verwijder deze door op de knop - te klikken.
c Klik op OK
1
Afdrukken en sannen voor gebruikers van Mac OS X 10.7.x
2
Vewijder printer voor gebruikers van Mac OS X 10.6.x en 10.7.x
2
.
1
en kies vervolgens
73
Driver en software
2
Status Monitor2
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwaretool dat u zelf kunt configureren en waarmee u de status
van de machine kunt controleren. U kunt hiermee met vooraf ingestelde intervallen foutmeldingen bekijken,
waarin bijvoorbeeld wordt gemeld dat het papier op is of is vastgelopen. U kunt ook Beheer via een
webbrowser openen. U kunt de status van het apparaat controleren door Brother Status Monitor te starten
aan de hand van deze stappen:
Voor Mac OS X 10.5.8
a Voer Systeemvoorkeuren uit, selecteer Afdrukken en Faxen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukrij... en daarna op Hulpprogramma. Status Monitor zal opstarten.
Voor Mac OS X 10.6.x
a Voer Systeemvoorkeuren uit, selecteer Afdrukken en faxen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij... en daarna op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad Onderhoud
en klik daarna op Open Printerhulpprogramma. Status Monitor zal opstarten.
Voor Mac OS X 10.7.x
a Voer Systeemvoorkeuren uit, selecteer Afdrukken en sannen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij... en daarna op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad
Onderhoud en klik daarna op Open Printerhulpprogramma. Status Monitor zal opstarten.
De status van de machine updaten2
Als u de meest recente status van de machine wilt bekijken terwijl het venster Status Monitor is geopend,
klikt u op het pictogram Vernieuwen . U kunt instellen met welk interval de statusinformatie van de
machine door de software wordt bijgewerkt. Ga naar de menubalk, Brother Status Monitor en kies
Voorkeuren.
74
Driver en software
2
Het venster weergeven of verbergen2
Na het opstarten van Status Monitor kunt u het venster verbergen of weergeven. Om het venster te
verbergen gaat u naar de menubalk, Brother Status Monitor en kiest u Verberg Status Monitor. Om het
venster weer te geven, klikt u op het pictogram Brother Status Monitor in het hulpvenster.
Het venster afsluiten2
Klik op Brother Status Monitor op de menubalk en selecteer vervolgens Stop Status Monitor in het pop-
upmenu.
Beheer via een webbrowser (alleen Netwerkaansluiting)2
U kunt Beheer via een webbrowser openen door op het pictogram van de machine op het scherm
Status Monitor te klikken. U kunt een standaardwebbrowser gebruiken om uw machine met HTTP (Hyper
Text Transfer Protocol) te beheren.
Meer informatie over Beheer via een webbrowser uu Netwerkhandleiding: Beheer via een webbrowser
75
Driver en software
2
Software2
Software voor netwerken 2
Meer informatie over netwerksoftware uu Netwerkhandleiding: Netwerkfuncties
76
3
3
1
2
3
4
5
6
7
Algemene informatie3
Bedieningspaneel3
Deze machine heeft een verlicht LCD-scherm (Liquid Crystal Display), zeven toetsen en twee LED's op het
bedieningspaneel. Het LCD-scherm heeft één regel van 16 tekens.
Overzicht bedieningspaneel3
De afbeelding is gebaseerd op HL-5470DW.
1LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal
weergegeven via een aanduiding met vier niveaus.
0Max
2Data LED
Afhankelijk van de status van de machine knippert de LED. (Zie voor meer informatie LED-aanduidingen uu pagina 79.)
3 Error LED
Knippert oranje als op het LCD-scherm een foutmelding of een belangrijke melding over de status wordt
weergegeven. (Zie voor meer informatie LED-aanduidingen uu pagina 79.)
.
77
Algemene informatie
3
4 Menutoetsen:
a of b ( + of -)
Druk op deze toetsen om door de menu's en opties te bladeren.
Druk hierop om aantallen in te voeren en het aantal te verhogen. U kunt nummers op twee manieren
invoeren. U kunt a of b indrukken om sneller af of op te tellen, of u kunt a of b ingedrukt houden om sneller
te gaan. Wanneer u het nummer ziet dat u wilt, druk dan op OK.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan. Nadat u een instelling hebt veranderd, keert de
machine terug naar het vorige menuniveau.
Back
Eén niveau omhoog in de menustructuur.
Voor het selecteren van het vorige cijfer tijdens het invoeren van aantallen.
5Secure
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens afdrukken door uw wachtwoord van vier cijfers in te voeren.
(Zie voor meer informatie Beveiligde gegevens afdrukkenuu pagina 96.)
6Go
U kunt enkele foutmeldingen wissen door op Go te drukken. Volg de aanwijzingen op het
bedieningspaneel of zie Fout- en onderhoudsmeldingenuu pagina 136 om alle overige fouten te wissen.
Afdrukken pauzeren en hervatten.
Hiermee kunt u de resterende gegevens in het machinegeheugen afdrukken.
Voor het selecteren van de weergegeven optie in het laatste menuniveau. Nadat u een instelling hebt
veranderd, is de machine weer klaar voor gebruik (stand Gereed).
U schakelt over naar de modus Opnieuw afdrukken door deze toets ongeveer 4 seconden in te drukken.
(Zie voor meer informatie Documenten nogmaals afdrukkenuu pagina 95.)
7Cancel
Hiermee kunt u de huidige instelling annuleren.
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u deze uit het geheugen van de machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt annuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCD-scherm
Ann. alle taken. toont.
78
Algemene informatie
3
LED-aanduidingen3
De lampjes geven de machinestatus aan.
Datalampje (Groen)
LampjeBetekenis
AanEr zijn gegevens aanwezig in het geheugen van de machine.
KnippertDe machine ontvangt of verwerkt gegevens.
UitEr zitten geen gegevens meer in het geheugen.
Storingslampje (Oranje)3
LampjeBetekenis
KnippertEr is iets niet in orde met de machine.
UitEr is geen machineprobleem.
Machinestatusmeldingen3
In het onderstaande schema staan de statusmeldingen die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm
worden weergegeven:
MachinestatusmeldingBetekenis
AfkoelenDe machine is aan het afkoelen.
Stop afdrukken
De machine annuleert de taak.
3
Ann. alle taken.
Data negerenDe machine negeert gegevens die met de PS-driver verwerkt worden.
PauzeDe machine pauzeert. Druk op Go om de machine weer op te starten.
Wachten a.u.b.De machine is aan het opwarmen.
De machine is aan het kalibreren.
PrintenDe machine is bezig met afdrukken.
GereedDe machine is klaar om af te drukken.
SlaapstandIn de slaapstand (energiebesparende stand) lijkt het alsof de machine
uitstaat. De machine kan echter nog steeds gegevens ontvangen. Wanneer
er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine automatisch
geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Slaapstand
1
In de stand diepe slaap (er wordt minder energie verbruikt dan in de
slaapstand) lijkt het alsof de machine uitstaat. Als de machine een bepaalde
tijd lang geen gegevens ontvangt tijdens de slaapstand, schakelt deze
automatisch over naar de stand Diepe Slaap.
UitschakelenDe machine bevindt zich in de stroomuitschakelstand.
1
Wanneer de draadloze netwerkfunctie ingeschakeld is, schakelt de machine niet over naar de stand diepe slaap. Als u het draadloze netwerk wilt
uitschakelen, wijzigt u de instelling van WLAN Activeren naar Uit. (Zie Menu Netwerk uu pagina 90.)
79
Algemene informatie
3
Opmerking
Tabel met menuopties3
Het menu openen3
a Druk op een van de menutoetsen (a, b, OK of Back) om de machine offline te brengen.
b Blader door elk menuniveau door te drukken op a of b voor de gewenste richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft het
volgende menuniveau weer.
d Druk op a of b om naar de volgende menuselectie te gaan.
e Druk op OK of Go.
Wanneer u een optie hebt ingesteld, toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
Tabel met menuopties3
Er zijn zes menu's. Raadpleeg de volgende tabellen voor meer informatie over de beschikbare menuopties.
Als er gedurende 30 seconden geen knop op het bedieningspaneel ingedrukt wordt, gaat het LCD-scherm
automatisch terug naar Gereed.
Op het LCD-scherm van het bedieningspaneel worden voor de verschillende papierladen de volgende
namen gebruikt:
• Standaardpapierlade: Lade 1 en T1
• Multifunctionele lade: MP
1
• Optionele onderste lade
1
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
: Lade 2 en T2
80
Algemene informatie
3
Machine-info3
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
Print instell.--Drukt de pagina met printerinstellingen af.
Druk NetSetting--Drukt het netwerkconfiguratierapport af.
WLAN-rapp. afdr.--Drukt het resultaat van de verbindingsdiagnose voor
draadloos LAN af.
Print Best.Lijst--Drukt een lijst af met gegevens die opgeslagen zijn
in het geheugen.
Testafdruk--Drukt de testpagina af.
Drum Dot Print--Drukt de drumcontrolepagina af.
Font afdrukkenHP LaserJet-Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden van de
HP LaserJet af.
BR-Script 3-Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden van
BR-Script af.
Serienummer--Toont het serienummer van de machine.
VersieHoofdversie-Toont de versie van de hoofdfirmware.
Sub-versie-Toont de versie van de sub-firmware.
Grootte RAM-Toont de grootte van het geheugen in deze
machine.
Aant. pagina's--Toont het aantal pagina's dat tot nu toe is afgedrukt.
Duur drum--Toont hoeveel pagina's er met de drumeenheid zijn
afgedrukt.
DuurOnderdelenLevensduur-Geeft aan hoe lang de drumeenheid nog meegaat.
Duur PF-kit MP
Duur PF-kit1-Toont hoeveel pagina's er nog met de
Duur PF-kit2
Duur fuser-Toont hoeveel pagina's er nog met de fuser kunnen
Duur laser-Toont hoeveel pagina's er nog met de lasereenheid
-Toont hoeveel pagina's er nog met de
papierinvoerkit voor de MF-lade kunnen worden
afgedrukt.
papierinvoerkit voor lade 1 kunnen worden
afgedrukt.
1
-Toont hoeveel pagina's er nog met de
papierinvoerkit voor lade 2 kunnen worden
afgedrukt.
worden afgedrukt.
kunnen worden afgedrukt.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Wanneer Lade 2 geïnstalleerd is.
81
Algemene informatie
3
Papierlade3
SubmenuToebehorenOmschrijving
Lade gebruikenAuto* / Alleen MP-lade /
Alleen lade 1 /
Alleen lade 2
1
HandinvoerAan / Uit*Selecteer of het papier handmatig moet worden
Dik papier /
Dikker papier /
Dun papier /
Kringlooppap. /
Briefpapier / Enveloppen /
Env.
Dik / Env. Dun /
Etiketten / Uit*
Formaat lade1Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / B5 / A5 /
A5 L / B6 / A6 / Folio
Formaat lade2
1
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / B5 / A5 /
B6 / Folio
Selecteert welke lade er wordt gebruikt.
ingevoerd.
Wanneer Auto geselecteerd wordt bij
Lade gebruiken: selecteert de volgorde waarin
de machine de papierladen gebruikt die papier van
hetzelfde formaat bevatten.
moet worden ingevoerd.
Selecteert of het papier al dan niet automatisch aan
beide zijden wordt bedrukt.
Selecteer het formaat van het papier dat u in de
multifunctionele lade hebt geplaatst.
Selecteer het type papier dat u in de MF-lade hebt
geplaatst. Wanneer u hier het type papier
selecteert (behalve Uit), dan zullen de instellingen
voor het papiertype geselecteerd in de printerdriver
genegeerd worden.
Selecteer het papierformaat dat u in de
standaardpapierlade hebt geplaatst.
Selecteer het papierformaat dat u in de optionele
onderste lade (Lade 2) hebt geplaatst
2
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Wanneer Lade 2 geïnstalleerd is.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
82
Algemene informatie
3
Standaardinst.
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
Taalkeuze-English* / Français...Wijzigt de taal op het LCD-scherm.
Resolutie-300 / 600* / HQ1200 / 1200 Voor het selecteren van een
afdrukresolutie van 300, 600 of 1200
dpi, of HQ1200 (2400×600 dpi).
Dichtheid--6 / ... / -1 / 0* / 1 / ... / 6Voor het verhogen of verlagen van
de afdrukdichtheid.
BespaarstandSlaapstand0 / 1 / 2 / 3* / 4 / 5 / ... MinGeeft aan na hoeveel tijd wordt
overgeschakeld naar de
stroombespaarstand.
Toner sparenAan / Uit* In de tonerbespaarstand gaat de
tonercartridge langer mee.
Aut. uitschak.Aan / Uit *Hiermee kunt u de
stroomuitschakelstand in- of
uitschakelen.
Stille modus-Aan / Uit* Voor het verlagen van het
afdruklawaai.
BedieningSnelh. +/-0.1* / 0.4 / 0.6 / 0.8 /
1.0 / 1.4 / 1.8 / 2.0 Sec.
Bladersnelheidniveau 1* / niveau
... / Niveau10
LCD-contrast-nnonn+Wijzigt het contrast van het LCD-
Autom. onlineAan* / Uit Instellen dat de machine automatisch
Instelslot--Schakelt de
Reprint-Aan / Uit*Schakelt de instellingen voor
2 /
Stelt de tijd in voor het LCDschermbericht om te veranderen
wanneer a of b met tussenpozen
ingedrukt gehouden wordt.
Geeft in seconden aan hoe snel een
melding over het LCD-scherm rolt.
Van niveau 1=0,2 sec tot Niveau
10=2,0 sec.
scherm.
terugkeert naar de stand Gereed.
paneelbeveiligingsinstellingen Aan
of Uit met behulp van het
wachtwoord.
Afdrukopdracht nogmaals afdrukken
op Aan of Uit.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
83
Algemene informatie
3
Standaardinst. (Vervolg)
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
InterfaceSelecterenAuto* / USB / NetwerkKiest de interface die wordt gebruikt.
Als u Auto kiest, wijzigt de machine
automatisch de interface naar USB
of Ethernet afhankelijk van welke
interface gegevens ontvangt.
Auto IF-tijd1 / 2 / 3 / 4 / 5* / ... / 99Sec. U moet de time-out voor de
automatische interfaceselectie
instellen.
InvoerbufferNiveau 1 / 2 / 3 / 4* / ... / 7 Maakt de input buffer groter of
kleiner.
Gegevens WissenMacro-ID(ROM)-Voor het verwijderen van de
Font ID(ROM)-
Formatteren(ROM)
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
-Formatteert de ROM.
gegevens in de ROM.
84
Algemene informatie
3
Print Menu
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
Emulatie-Auto(EPSON)* /
Auto(IBM) /
HP LaserJet /
BR-Script 3 /
Epson FX-850 /
IBM Proprinter
Autom. doorgaan-Aan / Uit* Als deze instelling ingeschakeld is,
Mediatype-Normaal papier* /
Dik papier /
Dikker papier /
Dun papier /
Kringlooppap. /
Briefpapier /
Enveloppen / Env. Dik /
Env. Dun / Etiketten
Papier-Letter / Legal / A4* /
Executive / Com-10 / DL /
JIS B5 / B5 / A5 / A5 L /
JIS B6 / B6 / A6 /
Monarch / C5 / Folio
Kopieën-1* / 2 / ... / 999 Geeft aan hoeveel pagina's er
Afdrukstand-Portret* / Landschap Deze machine kan pagina's staand of
Kiest de emulatiemodus die wordt
gebruikt.
Wanneer u Auto(EPSON) of
Auto(IBM) kiest, selecteert de
machine automatisch de
emulatiemodus uit de volgende
combinaties.
Auto(EPSON)
HP LaserJet / BR-Script 3 /
Epson FX-850
Auto(IBM)
HP LaserJet / BR-Script 3 /
IBM Proprinter
Als u een andere optie kiest dan
Auto(EPSON) of Auto(IBM), is
elke emulatiemodus vast.
wist de machine automatisch fouten
betreffende het papierformaat en
gebruikt deze een compatibel
papierformaat uit andere
papierladen.
Stelt de papiersoort in.
S
telt het papierformaat in.
worden afgedrukt.
liggend afdrukken.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
85
Algemene informatie
3
Print Menu (Vervolg)
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
PrintpositieX Offset-500 / -499 / ... / -1 / 0* /
1 / ... / 499 / 500Dots
Y Offset-500 / -499 / ... / -1 / 0* /
1 / ... / 499 / 500Dots
Auto FF-Aan / Uit*Hiermee kunt u de resterende
HP LaserJetFontnr.I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
Font breedte0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) horizontaal -500 dots (naar
links) tot +500 dots (naar rechts) in
300 dpi.
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) verticaal -500 dots (naar
boven) tot +500 dots (naar beneden)
in 300 dpi.
gegevens afdrukken zonder op Go te
drukken.
lettertypenummer.
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059 instelt
op I071 bij de instelling Fontnr..
Font punts4.00 / ... / 12.00* / ... /
999.75
SymbolensetPC-8* / PC-8 D/N / ... Stelt de symbolenset of de tekenset
Tabel afdrukken-Drukt de tabel met codes af.
Auto LFAan / Uit* AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto CRAan / Uit* AAN: LF i LF+CR, FF i FF+CR, of
Auto WRAPAan / Uit* Selecteert of de machine bij het
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000 instelt
op I058 bij de instelling Fontnr..
in.
Wa
nneer Emulatie wijzig. op
het LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Auto(EPSON), Auto(IBM)
of HP LaserJet bij Emulatie in
het Print Menu.
(Zie pagina 85.)
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF, of VT i VT
bereiken van de rechterkantlijn al dan
niet automatisch naar het begin van
de volgende regel moet gaan.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
86
Algemene informatie
3
Print Menu (Vervolg)
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
HP LaserJet
(vervolg)
Epson FX-850Fontnr.I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
Auto SKIPAan* / Uit Selecteert of de machine bij het
bereiken van de ondermarge al dan
niet automatisch naar het begin van
de volgende regel moet gaan.
Linkerkantlijn##Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
Rechterkantlijn##Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 78 cpi (A4).
Bovenmarge#.##Stelt de bovenmarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de bovenkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,50
inches.
Ondermarge#.##Stelt de ondermarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de onderkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,50
inches.
Regels###Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 64 lijnen (A4).
lettertypenummer.
Font breedte0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059 instelt
op I071 bij de instelling Fontnr..
Font punts
TekensetUS ASCII* / GERMAN / ... Stelt de symbolenset of de tekenset
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
4.00
/ ... /
12.00*/ ... /
999.75
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000 instelt
op I058 bij de instelling Fontnr..
in.
87
Algemene informatie
3
Print Menu (Vervolg)
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
Epson FX-850
(vervolg)
IBM ProprinterFontnr.I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
Tabel afdrukken-Drukt de tabel met codes af.
Wanneer Emulatie wijzig. op
het LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Auto(EPSON), Auto(IBM)
of HP LaserJet bij Emulatie in
het Print Menu.
(Zie pagina 85.)
Auto LFAan / Uit *AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto MaskAan / Uit *Stelt de boven- en ondermarge in op
telkens twee lijnen. Wanneer u
Auto Mask instelt op Aan, krijgt
deze instelling voorrang op de
instellingen Bovenmarge en
Ondermarge.
Linkerkantlijn##Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
Rechterkantlijn##Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 80 cpi.
Bovenmarge#.##Stelt de bovenmarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de bovenkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Ondermarge#.##Stelt de ondermarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de onderkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Regels###Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 66 lijnen (A4).
lettertypenummer.
Font breedte0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Font punts4.00 / ... / 12.00* / ... /
999.75
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059 instelt
op I071 bij de instelling Fontnr..
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000 in
op I058 bij de instelling Fontnr..
stelt
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
88
Algemene informatie
3
Print Menu (Vervolg)
SubmenuMenuoptiesToebehorenOmschrijving
IBM Proprinter
(vervolg)
BR-Script 3 Print foutlijstAan* / Uit Selecteert of de foutinformatie al dan
TekensetPC-8* / PC-8 D/N / ... Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
Tabel afdrukken-Drukt de tabel met codes af.
Wanneer Emulatie wijzig. op
het LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Auto(EPSON), Auto(IBM)
of HP LaserJet bij Emulatie in
het Print Menu.
(Zie pagina 85.)
Auto LFAan / Uit*AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto CRAan / Uit*AAN: LF i LF+CR, FF i FF+CR, of
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF, of VT i VT
Auto MaskAan / Uit*Stelt de boven- en ondermarge in op
telkens twee lijnen. Wanneer u
Auto Mask instelt op Aan, krijgt
deze instelling voorrang op de
instellingen Bovenmarge en
Ondermarge.
Linkerkantlijn##Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
Rechterkantlijn##Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 80 cpi.
Bovenmarge#.##Stelt de bovenmarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de bovenkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Ondermarge#.##Stelt de ondermarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de onderkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Regels###Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 66 lijnen (A4).
wordt afgedrukt wanneer er zich
fouten voordoen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Cliënt actief /
Niet verbonden / Uit /
Bedrade LAN act.
** = het aantal apparaten
Signaal-Hier kunt u de huidige Wi-Fi
machine bekijken.
Groepseigenaar bekijken.
Wanneer de machine niet
aangesloten is, wordt
Niet verbonden
weergegeven op het LCDscherm.
van de machine bekijken.
Hier kunt u de huidige Wi-Fi
Direct™-netwerkstatus
bekijken.
Direct™-signaalsterkte
bekijken.
Als uw machine dienst doet als
Groepseigenaar, wordt Sterk
altijd weergegeven op het LCDscherm.
Kanaal-Toont het gebruikte kanaal
wanneer Status ingesteld is op
Gr.eig. actf(**) of
Cliënt actief.
Snelheid-Toont de verbindingssnelheid
wanneer Status ingesteld is op
Gr.eig. actf(**) of
Cliënt actief.
Interf. insch.
-Aan / Uit*Hier kunt u de Wi-Fi Direct™-
verbinding in- of uitschakelen.
Netwerkreset
Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
### staat voor een nummer binnen het bereik van 000 tot 255. Wanneer verbinding met het netwerk wordt gemaakt en de 'Boot Method' van de
machine is 'Autom.' is, zal de machine proberen het IP-adres en subnetmasker automatisch bij een boot server zoals DHCP of BOOTP op te
vragen. Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. [001-254]. [000-255]. Wanneer
de 'Boot Method' van de machine is ingesteld op 'Statisch', moet u via het bedieningspaneel van de machine zelf een IP-adres invoeren.
2
Voor HL-6180DW(T)
93
Algemene informatie
3
Reset Menu3
Op LCD staatOmschrijving
NetwerkHerstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne
afdrukserver.
Factory ResetDe machine wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen (inclusief de instellingen voor
opdrachten) worden teruggesteld op de standaard fabrieksinstellingen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
94
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.