Ingebouwde multiprotocol ethernetafdrukserver en
draadloze ethernetafdrukserver
Deze Netwerkhandleiding biedt u nuttige informatie over bedrade en
draadloze netwerkinstellingen beveiligingsinstellingen bij het gebruik
van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over
ondersteunde protocollen en gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
Ga voor het downloaden van de recentste handleiding naar het Brother
Solutions Center op http://solutions.brother.com/
Solutions Center eveneens de meest recente drivers en
hulpprogramma's voor uw machine downloaden, veelgestelde vragen
en tips voor het oplossen van problemen lezen, of speciale informatie
opzoeken over het afdrukken met deze printers.
. U kunt in het Brother
Versie 0
DUT
Geldige modellen
Opmerking
Deze gebruikershandleiding is van toepassing voor de volgende modellen.
HL-5450DN(T)/5470DW(T)/6180DW(T)
Definities van opmerkingen
Overal in deze gebruikershandleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt:
Belangrijk
aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven
tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies.
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade
BELANGRIJKE OPMERKING
Dit product is goedgekeurd voor gebruik in alleen het land waar het gekocht is. Gebruik dit product alleen
in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze
telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden.
Windows
Edition en Windows
Windows Server
Windows Server
Windows Server
Windows Vista
Windows
Ga naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
pagina voor uw model om de andere handleidingen te downloaden.
®
XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional x64
®
XP Home Edition.
®
2003 staat in dit document voor Windows Server®2003 en
®
2003 x64 Edition.
®
2008 staat in dit document voor Windows Server®2008 en Windows Server®2008 R2.
®
in dit document staat voor alle edities van Windows Vista®.
®
7 in dit document staat voor alle edities van Windows® 7.
en klik op Handleidingen op de
Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen.
(voor geavanceerde gebruikers en beheerders) ................................................................................108
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ...............................................................108
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ...............................................................109
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres.............................................................110
APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres...............................................................110
ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ..................................................................111
TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres ..............................................112
CIndex113
v
Paragraaf I
Gebruik in een netwerk
Inleiding2
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen4
De machine voor een draadloos netwerk configureren
(voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
Instellen via het bedieningspaneel35
Beheer via een webbrowser46
Beveiligingsfuncties56
Problemen oplossen78
I
9
1
1
Opmerking
Inleiding1
Netwerkfuncties1
U kunt uw Brother-machine met behulp van de interne netwerkafdrukserver delen via een bedraad
ethernetnetwerk van 10/100 MB of 1 GB (voor HL-6180DW(T)), of via een draadloos (voor draadloze
modellen) IEEE 802.11b/g/n-ethernetnetwerk. De afdrukserver ondersteunt diverse functies en
verbindingsmethoden, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt op een netwerk dat TCP/IP
ondersteunt. Het volgende schema toont de netwerkfuncties en verbindingen die door de verschillende
besturingssystemen worden ondersteund.
U kunt de machine van Brother weliswaar in zowel een bedraad als een draadloos netwerk gebruiken,
maar u kunt slechts een methode tegelijk gebruiken.
Besturingssystemen
Afdrukkenrrr
BRAdmin Light
Raadpleeg pagina 4.
BRAdmin Professional 3
Raadpleeg pagina 7.
Beheer via een webbrowser
Raadpleeg pagina 46.
Status Monitor
uu Gebruikershandleiding
Wizard Driver installerenrr
Verticaal koppelen
Raadpleeg pagina 102.
1
U kunt BRAdmin Light voor Macintosh downloaden op http://solutions.brother.com/.
2
U kunt BRAdmin Professional 3 downloaden op http://solutions.brother.com/.
3
Alleen Windows®7.
1
2
Windows® XP
Windows Vista
Windows®7
rrr
rr
rrr
rrr
3
r
Windows Server®
2003/2008
®
Mac OS X 10.5.8 -
10.7.x
2
Inleiding
1
Andere netwerkfuncties1
Beveiliging1
Uw Brother-machine gebruikt enkele van de recentste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling.
(Zie Beveiligingsfuncties uu pagina 56.)
Beveiligd functieslot 2.01
Secure Function Lock 2.0 verhoogt de beveiliging door het gebruik van functies te beperken. (Zie Beveiligd
functieslot 2.0 uu pagina 49.)
Afdruklogboek op netwerk opslaan1
De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek
van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS. (Zie Afdruklogboek op netwerk opslaanuu pagina 52.)
3
2
De netwerkinstellingen van uw machine
2
wijzigen
Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
(IP-adres, subnetmasker en gateway)
U kunt de netwerkinstellingen van de machine wijzigen met het bedieningspaneel, BRAdmin Light, Beheer
via een webbrowser en BRAdmin Professional 3. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie.
Het bedieningspaneel gebruiken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))2
U kunt uw machine voor een netwerk configureren met het menu van het bedieningspaneel Netwerk. (Zie
Instellen via het bedieningspaneeluu pagina 35.)
BRAdmin Light gebruiken2
BRAdmin Light wordt gebruikt voor de voorbereidende installatie van op het netwerk aangesloten apparaten
van Brother. Het kan tevens worden gebruikt om in een TCP/IP-omgeving te zoeken naar producten van
Brother, voor het weergeven van de status en voor het configureren van algemene netwerkinstellingen, zoals
het IP-adres.
2
2
BRAdmin Light voor Windows® installeren2
a Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is.
b Zet de computer aan. Sluit alle actieve toepassingen voordat u configureert.
c Plaats de installatie-cd-rom in uw cd-romstation. Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Als het
scherm met de modelnaam wordt weergegeven, selecteert u uw machine. Als het scherm met de
taalkeuze wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal.
d Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Klik op Andere drivers of programma's installeren.
e Klik op BRAdmin Light en volg de instructies op het scherm.
BRAdmin Light voor Macintosh installeren2
U kunt de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/.
4
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
Opmerking
Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light2
• U kunt de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/.
• Voor meer geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van BRAdmin Professional 3
die u kunt downloaden op http://solutions.brother.com/
. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®.
• Als u de firewall-functie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient u deze tijdelijk uit te
schakelen. Als u zeker bent dat u kunt afdrukken, activeert u het programma opnieuw.
• Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt wordt weergegeven in het huidige venster van
BRAdmin Light. De standaardnaam van het knooppunt van de afdrukserver in de machine is
"BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk.
("xxxxxxxxxxxx" is het MAC-adres/Ethernetadres van de machine.)
• Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt ingesteld
en druk op OK.
a Start BRAdmin Light.
Windows
®
Klik op Start / Alle programma's / Brother / BRAdmin Light / BRAdmin Light.
Macintosh
Als het downloaden voltooid is, dubbelklikt u op het bestand BRAdmin Light.jar om BRAdmin Light
te starten.
b BRAdmin Light zoekt automatisch naar nieuwe apparaten.
5
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
Opmerking
c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat.
Windows
®
Macintosh
• Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen (u gebruikt geen DHCP/BOOTP/RARPserver) wordt het apparaat in het venster van BRAdmin Light weergegeven als Niet geconfigureerd.
• U kunt de naam van het knooppunt en het MAC-adres (ethernetadres) vinden door de pagina met
printerinstellingen (voor HL-5450DN(T), zie De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T))uu pagina 41 of het netwerkconfiguratierapport (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T),
zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41) af
te drukken. U kunt het MAC-adres ook vinden via het bedieningspaneel (voor HL-5470DW(T) en
HL-6180DW(T)). (Zie Hoofdstuk 4: Instellen via het bedieningspaneel.)
d Kies STATIC bij Boot-methode. Voer de IP-adres, Subnetmasker en Gateway in (indien nodig) voor
uw machine.
Windows
e Klik op OK.
f Als het IP-adres op juiste wijze is geprogrammeerd, zal de machine van Brother in de lijst van apparaten
staan.
®
Macintosh
6
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
Opmerking
Andere beheerprogramma's2
Naast BRAdmin Light beschikt uw Brother-machine over de volgende beheerprogramma's. U kunt uw
netwerkinstellingen wijzigen met behulp van deze programma's.
Beheer via een webbrowser2
Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of
HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser
gebruiken. (Zie De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 46.)
BRAdmin Professional 3 (Windows®)2
BRAdmin Professional 3 is een hulpprogramma dat meer geavanceerde functies biedt voor het beheren van
op een netwerk aangesloten apparaten van Brother. Dit hulpprogramma kan uw netwerk doorzoeken naar
Brother-producten en de status van elk apparaat weergeven in een gebruiksvriendelijk dialoogvenster (zoals
in Windows verkenner) met verschillende kleurcodes voor de status van elk apparaat. U kunt netwerk- en
®
apparaatinstellingen aanpassen en firmware voor het apparaat updaten via een Windows
LAN. BRAdmin Professional 3 kan ook de activiteiten van Brother-apparaten op uw netwerk registreren en
de loggegevens exporteren in HTML-, CSV-, TXT- of SQL-formaat .
-computer op uw
Gebruikers die lokaal verbonden machines willen opvolgen, kunnen de software Print Auditor Client
installeren op de client-pc. Met dit hulpprogramma kunt u via BRAdmin Professional 3 machines opvolgen
die verbonden zijn met een client-pc via de USB- of parallelle interface.
Kijk voor meer informatie en om de software te downloaden op http://solutions.brother.com/
• Gelieve de recentste versie van BRAdmin Professional 3 te gebruiken die u kunt downloaden van
http://solutions.brother.com/
• Als u de firewall-functie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient u deze tijdelijk uit te
schakelen. Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, kunt u de software-instellingen instellen volgens
de instructies.
• Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt voor elk Brother-apparaat in het netwerk wordt
weergegeven in BRAdmin Professional 3. De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx"
voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het
MAC-adres/Ethernetadres van de machine.)
. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®.
.
7
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
2
BRPrint Auditor (Windows®)2
Met de software BRPrint Auditor kunt u hetzelfde comfort van de Brother-programma's voor netwerkbeheer
gebruiken voor het opvolgen van lokaal verbonden machines. Deze utility maakt het een clientcomputer
mogelijk om gebruiks- en statusinformatie van een Brother-machine te verkrijgen via de parallelle of USBinterface. Het hulpprogramma BRPrint Auditor kan vervolgens deze informatie doorgeven aan een andere
computer binnen het netwerk via BRAdmin Professional 3. Dit stelt de beheerder in staat om zaken te
controleren zoals het aantal pagina's, de status van een toner of drum en de firmwareversie. Naast het
doorgeven van informatie aan Brother-programma's voor netwerkbeheer, kan dit hulpprogramma de
gebruiks- en statusinformatie rechtstreeks e-mailen naar een vooraf ingesteld e-mailadres in CSV- of XMLformaat (SMTP Mail-ondersteuning vereist). Het hulpprogramma BRPrint Auditor ondersteunt ook
waarschuwingen per e-mail in geval van twijfelachtige of incorrecte omstandigheden.
8
3
Opmerking
De machine voor een draadloos netwerk
3
configureren (voor HL-5470DW(T) en
HL-6180DW(T))
Overzicht3
Om uw machine aan te sluiten op een draadloos netwerk, raden wij u een van de installatiemethoden uit het
Installatiehandleiding aan.
De gemakkelijkste installatiemethode is de draadloze installatiemethode die gebruik maakt van de installatiecd-rom en een USB-kabel.
Lees dit hoofdstuk voor meer draadloze configuratiemethoden en informatie over het configureren van de
draadloze netwerkinstellingen. Raadpleeg Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen (IP-adres, subnetmasker en gateway)uu pagina 4 voor meer informatie over de TCP/IP-instellingen.
• Om de beste resultaten te bekomen bij een normaal gebruik, plaatst u de machine van Brother zo dicht
mogelijk bij het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router met zo weinig mogelijk obstakels tussen beide
toestellen. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten en storingssignalen van andere
elektronische apparaten kunnen de snelheid van gegevensoverdracht negatief beïnvloeden.
Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en
toepassingen. Als u grote bestanden afdrukt, zoals lange documenten met een combinatie van tekst en
grote grafische afbeeldingen, is de bedrade ethernetmethode wellicht sneller. USB draagt de gegevens
het snelste over.
3
• U kunt de machine van Brother weliswaar in zowel een bedraad als een draadloos netwerk gebruiken,
maar u kunt slechts een methode tegelijk gebruiken.
• Voor u de draadloze instellingen kunt configureren, moet u uw netwerknaam (SSID) en netwerksleutel
weten. Als u gebruik maakt van een draadloos Enterprise-netwerk, dient u eveneens het gebruikers-ID en
wachtwoord te kennen.
9
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
2
1
4
3
Controleren welke netwerkomgeving u hebt3
Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/-router in het
netwerk (infrastructuurmodus)3
1 WLAN-toegangspunt/-router
1
Als uw computer Intel® MWT (My WiFi Technology) ondersteunt, kunt u uw computer gebruiken als een door W PS (Wi-Fi Protected Setup)
ondersteund toegangspunt.
1
2 Draadloze netwerkmachine (uw machine)
3 Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het WLAN-toegangspunt/de WLAN-
router
4 Bedrade computer die zonder draadloze functionaliteit met de ethernetkabel is aangesloten op het
WLAN-toegangspunt/de WLAN-router
Configuratiemethode3
Hieronder krijgt u vier methodes voor het configureren van uw Brother-machine in een draadloze
netwerkomgeving. Kies de methode die het best aansluit bij uw omgeving.
Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen)
Raadpleeg Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen voor Windows®)
uu pagina 12.
Draadloze configuratie met behulp van de installatiewizard van het bedieningspaneel
Raadpleeg Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneeluu pagina 17.
Draadloze configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™
Raadpleeg Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™uu pagina 27.
Draadloze configuratie via de PIN-methode met behulp van WPS
Raadpleeg Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)uu pagina 29.
10
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
1
2
Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt zonder een
WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (ad-hocmodus)3
Dit type netwerk heeft geen centraal WLAN-toegangspunt/centrale WLAN-router. De draadloze clients
communiceren rechtstreeks met elkaar. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel
uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken rechtstreeks van de computer die de gegevens
verzendt.
1 Draadloze netwerkmachine (uw machine)
2 Computer met draadloze functies
®
Wij garanderen geen draadloze netwerkverbinding met Windows Server
Raadpleeg Configuratie in de ad-hocmodus (voor IEEE 802.11b) uu pagina 32 voor het instellen van uw
machine in de ad-hocmodus.
-producten in de ad-hocmodus.
11
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Belangrijk
A
Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel
(aanbevolen voor Windows®)3
Wij raden u aan voor deze methode een pc te gebruiken die draadloos verbonden is met uw netwerk.
U kunt de machine op afstand configureren vanaf een computer op het netwerk door gebruik te maken van
1
een USB-kabel (A)
1
U kunt de draadloze instellingen van de machine configureren door tijdelijk een USB-kabel aan te sluiten op een bedrade of draadloze computer.
.
• Hieronder wordt uitgelegd hoe u de machine van Brother in een netwerkomgeving kunt installeren met
gebruik van het installatieprogramma dat u kunt vinden op de cd-rom die Brother bij de machine heeft
geleverd.
• Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen resetten vooraleer u de draadloze instellingen opnieuw kunt configureren.
Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingenuu pagina 40 om de LANinstellingen te resetten.
®
• Als u Windows
Firewall of de firewall-functie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient
u deze tijdelijk uit te schakelen. Als u zeker bent dat u kunt afdrukken, activeert u de firewall opnieuw.
• U moet tijdens de configuratie tijdelijk een USB-kabel gebruiken.
• U moet de instellingen van uw draadloze netwerk weten voordat u verder gaat met de installatie.
Wanneer u de Brother machine gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie
contact opneemt met uw systeembeheerder.
• Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste
WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
12
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Voor configuratie van een persoonlijk draadloos netwerk
Als u uw machine configureert voor een kleiner draadloos netwerk, zoals een thuisnetwerk, noteert u uw
SSID en de netwerksleutel.
Als u Windows
®
XP of Macintosh gebruikt, of als u een netwerkkabel gebruikt om uw computer te
verbinden met uw draadloze toegangspunt/router, moet u de SSID en de netwerksleutel van uw WLANtoegangspunt/-router kennen voor u kunt doorgaan.
Netwerknaam: (SSID)Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam: (SSID)Netwerksleutel
HELLO12345678
3
3
13
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Voor configuratie van een draadloos Enterprise-netwerk3
Als u uw machine configureert voor een draadloos netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning, noteert u
uw verificatiemethode, versleutelingsmethode, gebruikers-ID en wachtwoord.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Opmerking
• Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat
uitgevaardigd door een CA (Certificate Authority) installeren voor u de configuratie start. Neem contact op
met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd,
raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machineuu pagina 66 voor meer informatie over het installeren van het
certificaat.
• Als u uw machine controleert met behulp van de openbare naam van het servercertificaat, raden wij aan
dat u de openbare naam noteert voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder
voor de openbare naam van het servercertificaat.
b Schakel uw computer in en plaats de installatie-cd-rom in uw cd-romstation.
(Windows
®
)3
1 Het eerste scherm wordt automatisch geopend.
Selecteer uw machine en de taal.
2 Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Klik op De printerdriver installeren en klik
vervolgens op Ja als u akkoord gaat met de licentieovereenkomst. Volg de instructies op het scherm.
• Als het Brother-scherm niet automatisch wordt weergegeven, gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en dubbelklikt u vervolgens op start.exe.
• Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven,
®
(Windows Vista
(Windows
®
) Klik op Toestaan.
7) Klik op Ja.
3Kies Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Volgende.
4 Selecteer Brother peer-to-peer netwerkprinter of Op netwerk gedeelde printer en klik daarna op
Volgende.
5 Wanneer u Op netwerk gedeelde printer selecteert, kiest u de wachtrij voor uw machine op het
scherm Naar printer zoeken en klikt u op OK.
6 Kies de optie voor de Firewall-instelling op het scherm Firewall/antivirus gedetecteerd en klik
vervolgens op Volgende.
15
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
(Macintosh)3
1 Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Klik op Start Here OSX. Selecteer uw machine en
klik op Volgende.
2Kies Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Volgende.
c Kies Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie. en klik vervolgens op Volgende.
d Volg de instructies op het scherm om de draadloze instellingen te configureren.
• Wanneer het scherm Beschikbare draadloze netwerken wordt weergegeven en uw toegangspunt niet
ingesteld is om de SSID door te geven, kunt u deze handmatig toevoegen door te klikken op de knop
Geavanceerd. Volg de instructies op het scherm om de Naam (SSID) in te voeren.
• Als er een scherm wordt weergegeven dat de draadloze instelling mislukt is, klikt u op Opnieuw en
probeert u opnieuw.
Wanneer u de draadloze instellingen hebt voltooid, kunt u verder gaan met de installatie van
de printerdriver. Klik op Volgende in het installatievenster en volg de instructies op het
scherm.
16
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Belangrijk
Configuratie met behulp van de installatiewizard op het
bedieningspaneel3
U kunt het bedieningspaneel van de machine gebruiken om de instellingen voor het draadloze netwerk te
configureren. Via de functie Inst. Wizard van het bedieningspaneel kunt u de machine van Brother
eenvoudig aansluiten op uw draadloos netwerk. U moet de instellingen van uw draadloze netwerk weten
voordat u verder gaat met de installatie.
• Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen resetten vooraleer u de draadloze instellingen opnieuw kunt configureren.
Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingenuu pagina 40 om de LANinstellingen te resetten.
• Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste
WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
Als u uw machine configureert voor een kleiner draadloos netwerk, zoals een thuisnetwerk:
• Raadpleeg Handmatige configuratie via het bedieningspaneeluu pagina 18 om uw machine te
configureren voor een bestaand draadloos netwerk met behulp van de SSID en netwerksleutel (indien
vereist).
•Zie Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven uu pagina 20 als uw WLAN-
toegangspunt/-router ingesteld is om de SSID-naam niet door te geven.
• Raadpleeg Configuratie in de ad-hocmodus (voor IEEE 802.11b)uu pagina 32 voor het instellen van
uw machine in de ad-hocmodus.
Zie De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configurerenuu pagina 23 als u uw machine
configureert voor een draadloos netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning.
Zie Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ uu pagina 27 als
uw WLAN-toegangspunt/-router WPS of AOSS™ ondersteunt.
Zie Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)uu pagina 29 als u
uw machine configureert met behulp van WPS (PIN-methode).
17
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Opmerking
Handmatige configuratie via het bedieningspaneel3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
Netwerknaam: (SSID)Netwerksleutel
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam: (SSID)Netwerksleutel
HELLO12345678
Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste
WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt naar beschikbare SSID's. Als er een lijst met SSID's wordt weergegeven, gebruikt u
a of b om de SSID te selecteren die u hebt genoteerd in stap a. Druk vervolgens op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
3
Als u een verificatie- en versleutelingsmethode gebruikt waarvoor een netwerksleutel vereist is, gaat
u naar stap g.
Als uw verificatiemethode Open systeem is en uw versleutelingsmodus Geen, gaat u naar stap i.
Als uw WLAN-toegangspunt/-router WPS ondersteunt, wordt WPS beschikbaar weergegeven.
Druk op a. Om uw machine aan te sluiten met behulp van de automatische draadloze modus, drukt
u op a om Ja. (Als u op b drukt om Nee te kiezen , gaat u naar g om de netwerksleutel in te voeren.)
Wanneer Druk WPS op rtr wordt weergegeven, drukt u op de WPS-knop op uw WLAN-
toegangspunt/-router en drukt u vervolgens op a (twee keer). Ga naar stap h.
Zie Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegevenuu pagina 20 als de SSID niet wordt
doorgegeven.
18
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
g Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. (Zie uu Installatiehandleiding voor
informatie over het invoeren van tekst.)
Als u alle tekens hebt ingevoerd, drukt u op OK en drukt u vervolgens op a voor Ja om uw instellingen
door te voeren. Ga naar stap h.
h Uw machine probeert nu een verbinding met uw draadloze netwerk tot stand te brengen op basis van
de door u ingevoerde gegevens.
i Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
19
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
Als uw router gebruik maakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die gebruikt wordt als de eerste
WEP-sleutel. Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
Kies <Nieuwe SSID> met a of b.
Druk op OK.
20
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
g Voer de SSID-naam in. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
Druk op OK.
h Kies Infrastructuur met a of b wanneer hierom wordt gevraagd.
Druk op OK.
i Kies de verificatiemethode met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Open systeem hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap j.
Als u Gedeelde sleutel hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
Als u WPA/WPA2-PSK hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l.
j Kies het versleutelingstype Geen of WEP met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap n.
Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
k Voer de WEP-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap n. (Zie uu
Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
l Kies het versleutelingstype TKIP of AES met a of b. Druk op OK. Ga naar stap m.
21
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
m Voer de WPA-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a en druk op OK. Ga naar stap n. (Zie uu
Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
n Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap o.
Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f.
o De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
p Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
22
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren3
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
• Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat
uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij
aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machineuu pagina 66 voor meer informatie over het installeren van het certificaat.
• Als u uw machine controleert met behulp van de openbare naam van het servercertificaat, raden wij aan
dat u de openbare naam noteert voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder
voor de openbare naam van het servercertificaat.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
In de lijst behoort de SSID te staan die u zojuist hebt genoteerd. Als de machine meer dan een netwerk
detecteert, gebruikt u de toets a of b om uw netwerk te selecteren, en drukt u vervolgens op OK. Ga naar
stap j.
Als de toegangspoort de SSID niet doorgeeft, dient u de SSID-naam handmatig in te voeren. Ga naar
stap g.
g Kies <Nieuwe SSID> met a of b.
Druk op OK. Ga naar stap h.
h Voer de SSID-naam in. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
Druk op OK. Ga naar stap i.
i Kies Infrastructuur met a of b wanneer hierom wordt gevraagd.
Druk op OK.
j Kies de verificatiemethode met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u LEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap p.
Als u EAP-FAST hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
Als u PEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
Als u EAP-TTLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
Als u EAP-TLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l.
k Kies de inwendige verificatiemethode GEEN, CHAP, MS-CHAP, MS-CHAPv2, GTC of PAP met a of b en
druk op OK.
Ga naar stap l.
24
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Opmerking
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de inwendige verificatiemethode
verschillen.
l Kies het versleutelingstype TKIP of AES met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap m.
Ga naar stap n voor overige verificatiemethodes.
m De machine geeft een lijst weer met beschikbare clientcertificaten. Kies het certificaat en ga verder naar
stap n.
n Kies de verificatiemethode Geen controle, CA of CA + Server-ID met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u CA + Server-ID hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap o.
Ga naar stap p voor andere selecties.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, zal de machine Geen controle weergeven.
Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machineuu pagina 66 voor het importeren van
het CA-certificaat.
o Voer het ID van de server in. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
Ga naar stap p.
25
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
p Voer het gebruikers-ID in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. (Zie uu Installatiehandleiding
voor informatie over het invoeren van tekst.)
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap r.
Ga naar stap q voor overige verificatiemethodes.
q Voer het wachtwoord in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap r.
r Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap s.
Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f.
s De machine probeert verbinding te maken met het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd.
t Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
26
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Belangrijk
Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi
Protected Setup) of AOSS™3
U kunt WPS of AOSS™ via het bedieningspaneelmenu gebruiken voor het configureren van uw draadloze
1
netwerkinstellingen als uw WLAN-toegangspunt/-router(A) WPS (PBC
A
) of AOSS™ ondersteunt.
1
Configuratie met een drukknop
• Wanneer u de Brother machine gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie
contact opneemt met uw systeembeheerder. U moet de instellingen van uw draadloze netwerk weten
voordat u verder gaat met de installatie.
• Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen resetten vooraleer u de draadloze instellingen opnieuw kunt configureren.
Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingenuu pagina 40 om de LANinstellingen te resetten.
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WPS/AOSS te selecteren.
Druk op OK.
d Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
27
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
e Wanneer Druk knop op rtr weergegeven wordt op het LCD-scherm, drukt u op de knop WPS of
AOSS™ op uw draadloze toegangspunt/router. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw draadloze
toegangspunt/router voor instructies.
Druk vervolgens op OK. Uw machine detecteert nu automatisch welke modus (WPS of AOSS™) uw
draadloze toegangspunt/router gebruikt en probeert verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
f Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
28
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi
Protected Setup)3
Wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk
configureren. De PIN-methode (Personal Identification Number) is een van de verbindingsmethoden die
®
Wi-Fi Alliance
voor de registrar (een apparaat dat het draadloos LAN beheert), kunt u de WLAN-netwerk- en veiligheidsinstellingen realiseren. Zie de gebruikershandleiding geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/-router
voor informatie over het gebruik van de WPS-modus.
Verbinding wanneer het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router (A) ook dienst doet als registrar
heeft ontwikkeld. Wanneer u een PIN invoert die een Enrollee (uw machine) heeft gemaakt
1
.
A
Verbinding wanneer een ander apparaat (C) zoals een computer wordt gebruikt als een registrar1.
1
De registrar is een apparaat dat het draadloze LAN beheert.
C
A
Routers of toegangspunten die WPS ondersteunen, hebben een hieronder afgebeeld symbool.
29
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Opmerking
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om WPS m/pincode te selecteren. Druk op OK.
d Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
e Het LCD toont een 8-cijferige PIN en de machine gaat zoeken naar een WLAN-toegangspunt/-router.
f Wanneer u een computer gebruikt die verbonden is met het netwerk, voert u "http://IP-adres van het
toegangspunt/" in uw browser in. (Hierbij staat "IP-adres van het toegangspunt" voor het IP-adres van
het apparaat dat wordt gebruikt als registrar
op het LCD-scherm wordt weergegeven in stap e voor de registrar en volg de instructies op het scherm.
1
De registrar is normaal gesproken het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router.
De instelpagina is verschillend, afhankelijk van het merk WLAN-toegangspunt/-router. Zie de instructies
geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/-router.
1
.) Ga naar de instelpagina van WPS en voer de PIN in die
Windows Vista®/Windows®73
Volg deze stappen wanneer u uw computer gebruikt als registrar.
• Wanneer u een Windows Vista® of Windows®7 computer wilt gebruiken als een registrar, moet u deze
eerst registreren op het netwerk. Zie de instructies geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/-router.
• Als u Windows
®
7 gebruikt als registrar, kunt u de printerdriver installeren na de draadloze configuratie
door de instructies op het scherm te volgen. Als u het volledige pakket met drivers en software wilt
installeren, volgt u de stappen in de uu Installatiehandleiding.
30
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
1(Windows Vista
®
)
Klik op de knop en vervolgens op Netwerk.
®
(Windows
7)
Klik op de knop en vervolgens op Apparaten en printers.
2(Windows Vista
®
)
Klik op Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen.
®
(Windows
7)
Klik op Een apparaat toevoegen.
3Selecteer uw machine en klik op Volgende.
4Voer de PIN in die de LCD toont in stap e en klik vervolgens op Volgende.
5Selecteer het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.
6Klik op Sluiten.
g Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
31
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
Opmerking
Configuratie in de ad-hocmodus (voor IEEE 802.11b)3
Een geconfigureerde SSID gebruiken3
Als u de machine wilt koppelen met een computer waarop de Ad-hocmodus reeds geactiveerd is met een
geconfigureerde SSID, dient u de volgende stappen uit te voeren:
a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te
configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding
maakt.
De draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding maakt moeten ingesteld zijn op
de ad-hocmodus met een reeds geconfigureerde SSID. Raadpleeg voor meer informatie over het instellen
van de ad-hocmodus op uw computer de informatie die bij uw computer geleverd werd, of neem contact
op met uw netwerkbeheerder.
Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
e Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
32
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
Als er een lijst met SSID's wordt weergegeven, drukt u op a of b om de SSID te selecteren die u hebt
genoteerd in stap a. Selecteer de SSID waarmee u verbinding wilt maken.
Druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap i.
Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap g.
g Voer de WEP-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap h. (Zie uu
Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
h Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap i.
Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f.
i De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
j Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
Een nieuwe SSID gebruiken3
Als u een nieuwe SSID gebruikt, zullen alle andere apparaten verbinding maken via de SSID die u in de
volgende stappen aan de machine toewijst. U zult op uw computer verbinding moeten maken met deze SSID
als de Ad-hocmodus geactiveerd is.
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
d Wanneer WLAN aanzetten? wordt weergegeven, drukt u vervolgens op a om te bevestigen.
De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
Druk op Cancel om te annuleren.
33
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
3
Opmerking
e De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's.
Kies <Nieuwe SSID> met a of b.
Druk op OK.
f Voer de SSID-naam in. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.)
Druk op OK.
g Kies Ad-hoc met a of b wanneer hierom wordt gevraagd.
Druk op OK.
h Kies het versleutelingstype Geen of WEP met a of b en druk op OK.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap j.
Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap i.
i Voer de WEP-sleutel in. Druk op OK. Ga naar stap j. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie
over het invoeren van tekst.)
Uw Brother-machine ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
j Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap e.
k De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
l Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt Verbonden weergegeven op het scherm.
De machine drukt het rapport over de draadloze status af. Als de verbinding mislukt is, controleert u de
foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
(Windows®)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u De printerdriver installeren in het menu van de cd-rom.
(Macintosh)
De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van de
printerdriver, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
34
4
4
Instellen via het bedieningspaneel4
Overzicht4
Het model HL-5450DN(T) is uitgerust met zes LED's (Back Cover, Toner, Drum, Paper, Error en Ready)
en twee toetsen (Cancel en Go) op het bedieningspaneel.
De modellen HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T) zijn uitgerust met een Liquid Crystal Display (LCD) met
achtergrondverlichting, zeven toetsen en twee LED's op het bedieningspaneel. Het LCD heeft één regel van
16 tekens.
Met het bedieningspaneel kunt u het volgende doen:
De instellingen van de afdrukserver wijzigen via het bedieningspaneel (voor HL-5470DW(T) en
HL-6180DW(T))
Raadpleeg Netwerkmenu (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 36.
De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen4
Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingenuu pagina 40.
De pagina met printerinstellingen (voor HL-5450DN(T)) of het netwerkconfiguratierapport (voor
HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) afdrukken
Raadpleeg De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T)) uu pagina 41.
Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 41.
Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
Raadpleeg Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 42.
4
4
4
35
Instellen via het bedieningspaneel
4
Opmerking
Netwerkmenu (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))4
De Netwerk-menuselecties van het bedieningspaneel laten u toe de machine van Brother in te stellen voor
uw netwerkconfiguratie. (Raadpleeg uu Gebruikershandleiding voor meer informatie over het gebruik van
het bedieningspaneel.) Druk op een van de menutoetsen (a, b, OK of Back) om het hoofdmenu weer te
geven. Vervolgens drukt u op a of b om Netwerk te selecteren. Selecteer het menu met de instellingen die
u wilt configureren. (Raadpleeg Functietabel en standaardinstellingenuu pagina 43 voor meer informatie
over het menu.)
De machine wordt geleverd met de software BRAdmin Light
kunnen worden voor het configureren van diverse aspecten van het netwerk. (Zie Andere beheerprogramma'suu pagina 7.)
1
Macintosh-gebruikers kunnen de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/.
TCP/IP4
Gebruik de Vast LAN-menuselecties als u de machine via een netwerkkabel verbindt met uw netwerk.
Gebruik de WLAN-menuselecties als u de machine verbindt met een draadloos ethernetnetwerk.
1
of Beheer via een webbrowser die ook gebruikt
Boot Method4
De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine een IP-adres krijgt.
Automatische modus4
In deze modus zoekt de machine op het netwerk naar een DHCP-server. Als er een DHCP-server wordt
gevonden en de configuratie van deze server toewijzing van een IP-adres voor de machine toelaat, dan wordt
het door de DHCP-server toegewezen IP-adres gebruikt. Als er geen DHCP-server beschikbaar is, wordt het
IP-adres ingesteld met behulp van het APIPA-protocol. Als u de machine voor het eerst aanzet, kan het een
paar minuten duren voor de machine het netwerk heeft afgezocht.
Statische modus4
In deze modus moet u het IP-adres voor de machine handmatig toewijzen. Nadat het IP-adres is opgegeven,
wordt het op het toegewezen adres vastgezet.
Als u de afdrukserver niet via DHCP, BOOTP of RARP wilt configureren, dient u de Opstartmethode in
te stellen op Statisch zodat de afdrukserver een statisch IP-adres heeft. Zo wordt voorkomen dat de
afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te krijgen. U kunt de opstartmethode
wijzigen met het bedieningspaneel van de machine, met BRAdmin Light of met Beheer via een
webbrowser.
36
Instellen via het bedieningspaneel
4
Opmerking
IP-adres4
In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u een Opstartmethode van Statisch hebt
gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk
IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere methode dan Statisch hebt gekozen, zal de machine
proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol. Het standaard IP-adres van de
machine is wellicht niet compatibel met de IP-adresnummering van uw netwerk. Wij raden u aan om de
netwerkbeheerder om een IP-adres te vragen voor het netwerk waarop de machine wordt aangesloten.
Subnet Mask4
In dit veld verschijnt het huidige subnetmasker van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het
subnetmasker op te vragen, kunt u het gewenste subnetmasker zelf opgeven. Vraag uw netwerkbeheerder
welk subnetmasker u mag gebruiken.
Gateway4
In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet
gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres zelf opgeven. Als u geen
gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent.
IP Boot-pogingen4
Dit veld geeft het aantal pogingen weer dat de machine zal ondernemen om een IP-adres te verkrijgen
wanneer de opstartmethode ingesteld is op om het even welke instelling, behalve Statisch.
APIPA4
Wanneer Aan is ingeschakeld, zal de afdrukserver automatisch een Link-Local IP-adres toewijzen in het
bereik van (169.254.1.0 - 169.254.254.255) wanneer de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de
opstartmethode die u hebt ingesteld. (Zie Boot Method uu pagina 36.) Als u Uit kiest, wordt het IP-adres
niet gewijzigd als de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de opstartmethode die u hebt ingesteld.
IPv64
Deze machine is compatibel met IPv6, het internetprotocol van de nieuwe generatie. Als u het IPv6-protocol
wilt gebruiken, selecteert u Aan. De standaardinstelling voor IPv6 is Uit. Kijk voor meer informatie over het
IPv6-protocol op http://solutions.brother.com/
• Als u IPv6 instelt op Aan, schakelt u de machine uit en weer in om dit protocol te activeren.
• Nadat u IPv6 Aan hebt geselecteerd, wordt deze instelling zowel op de bedrade als de draadloze LANinterface toegepast.
.
37
Instellen via het bedieningspaneel
4
Opmerking
Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)4
Ethernet-verbindingsmodus. Met de optie Auto kan de afdrukserver middels automatische onderhandelingen
in 1000BASE-T full duplex (voor HL-6180DW(T)), 100BASE-TX full of half duplex, of in 10BASE-T full of half
duplex werken.
• Als u deze waarde niet goed configureert, kunt u niet met de afdrukserver communiceren.
•Zie Gigabit Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) (voor HL-6180DW(T)) uu pagina 48 voor meer
informatie over de functie 1000BASE-T full duplex.
Bedrade status4
Dit veld toont de huidige status van het bedrade netwerk.
Inst. Wizard (alleen voor draadloze netwerken)4
De Inst. Wizard leidt u door de configuratie van het draadloze netwerk. (Raadpleeg uu
Installatiehandleiding of Handmatige configuratie via het bedieningspaneel uu pagina 18 voor meer
informatie.)
Als uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PBC1) of AOSS™ (automatische draadloze modus) ondersteunt,
kunt u de machine eenvoudig configureren. (Raadpleeg uu Installatiehandleiding of Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™uu pagina 27 voor meer informatie.)
1
Configuratie met een drukknop
WPS (Wi-Fi Protected Setup) met PIN-code (alleen draadloos netwerk)4
Wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk
configureren. (Raadpleeg Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)uu pagina 29 voor meer informatie hierover.)
Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)4
Status4
Dit veld toont de huidige status van het draadloze netwerk.
Signaal4
Dit veld toont de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
38
Instellen via het bedieningspaneel
4
Opmerking
Kanaal4
Dit veld toont het huidige kanaal van het draadloze netwerk.
Snelheid4
Dit veld toont de huidige snelheid van het draadloze netwerk.
SSID4
Dit veld toont de huidige SSID van het draadloze netwerk. Er worden maximaal 32 tekens van de SSID-naam
weergegeven.
Comm. Modus4
Dit veld toont de huidige communicatiemodus van het draadloze netwerk.
MAC-adres4
Het MAC-adres is een uniek getal dat wordt toegekend voor de netwerkinterface van de machine. U kunt het
MAC-adres van uw machine vinden via het bedieningspaneel.
Instellen op standaard 4
Met behulp van Standaard inst kunt u de standaardwaarden van de bedrade of draadloze instellingen
herstellen. Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingenuu pagina 40 als u
zowel de bedrade als de draadloze instellingen wilt herstellen.
Bedraad activeren 4
Als u een bedrade netwerkaansluiting wilt gebruiken, stelt u Bedraad activ. in op Aan.
WLAN activeren 4
Als u een draadloze netwerkaansluiting wilt gebruiken, stelt u WLAN Activeren in op Aan.
Als de netwerkkabel aangesloten is op uw machine, stelt u Bedraad activ. in op Uit.
39
Instellen via het bedieningspaneel
4
Opmerking
De netwerkinstellingen terugstellen op de
fabrieksinstellingen4
U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver herstellen (alle informatie wordt teruggesteld, zoals het
wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres).
• Deze functie herstelt alle standaardinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk.
• U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver ook herstellen met de BRAdmin-toepassingen of
Beheer via een webbrowser. (Raadpleeg Andere beheerprogramma'suu pagina 7 voor meer informatie
hierover.)
Voor HL-5450DN(T)4
a Schakel de machine uit.
b Zorg ervoor dat het frontdeksel gesloten is en dat de stekker in het stopcontact zit.
c Houd Go ingedrukt terwijl u de machine inschakelt. Houd Go ingedrukt tot alle LED's oplichten en
vervolgens de Ready-LED dooft.
d Laat Go los. Controleer of alle LED's gedoofd zijn.
e Druk zes keer op Go. Controleer of alle LED's gaan branden; dit betekent dat de standaardinstellingen
van de afdrukserver zijn hersteld. De machine wordt opnieuw opgestart.
Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)4
a Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Netwerkreset te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a om Ja te selecteren en de machine opnieuw op te starten.
d De machine wordt opnieuw opgestart.
40
Instellen via het bedieningspaneel
4
Opmerking
Opmerking
Opmerking
De pagina met printerinstellingen afdrukken
(voor HL-5450DN(T))4
Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt wordt weergegeven op het netwerkconfiguratierapport.
De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx". ("xxxxxxxxxxxx" is het MACadres/Ethernetadres van de machine.)
De pagina met printerinstellingen is een afgedrukt rapport met een lijst van de huidige printerinstellingen, met
inbegrip van de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
U kunt de pagina met printerinstellingen afdrukken met Go op de machine.
a Zorg ervoor dat het frontdeksel gesloten is en dat de stekker in het stopcontact zit.
b Zet de machine aan en wacht tot de machine overschakelt naar de stand Gereed.
c Druk drie keer op Go binnen 2 seconden. De machine drukt de huidige pagina met printerinstellingen af.
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
(Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt wordt weergegeven op het netwerkconfiguratierapport.
De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of
"BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het MAC-adres/Ethernetadres van
de machine.)
Het netwerkconfiguratierapport is een afgedrukt rapport met een lijst van de huidige netwerkconfiguratie, met
inbegrip van de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
a Druk op a of b om Machine-info te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Druk NetSetting te selecteren.
Druk op OK.
Als de IP Address op het netwerkconfiguratierapport 0.0.0.0 weergeeft, wacht u een minuut en probeert
u opnieuw.
4
41
Instellen via het bedieningspaneel
4
Het WLAN-rapport afdrukken
(voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))4
De WLAN-rapp. afdr. drukt het rapport over de draadloze status van uw machine af. Als de draadloze
verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu
Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
a Druk op a of b om Machine-info te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om WLAN-rapp. afdr. te selecteren.
Druk op OK.
42
Instellen via het bedieningspaneel
4
Functietabel en standaardinstellingen4
HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)4
De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven.
HoofdmenuSubmenuMenuoptiesOpties
Netwerk
LAN met kabel
TCP/IPOpstartmethodeAutom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
IP Address
Subnet Mask
Gateway
IP Boot poogt0/1/2/3*.../32767
APIPAAan*
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
1
1
1
Uit
IPv6Aan
Uit*
Ethernet—Auto*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Status kabel—Actief 1000B-FD
(Voor HL-6180DW(T))
Actief 100B-FD
Actief 100B-HD
Actief 10B-FD
Actief 10B-HD
Inactief
Kabel UIT
MAC-adres——
Standaard instHerstelt de standaard fabriekswaarden van de bedrade
netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
Bedraad activ.—Aan*
Uit
43
Instellen via het bedieningspaneel
4
HoofdmenuSubmenuMenuoptiesOpties
Netwerk
WLANTCP/IPOpstartmethodeAutom.*
(vervolg)
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
IP Address
Subnet Mask
Gateway
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
(000.000.000.000)*
IP Boot poogt0/1/2/3*.../32767
APIPAAan*
Uit
IPv6Aan
Uit*
Inst. Wizard——
WPS/AOSS——
WPS m/pincode——
Status WLANStatusActief(11n)
Actief(11b)
Actief(11g)
1
1
1
Bedrade LAN act.
WLAN UIT
AOSS actief
Verb. mislukt
Signaal(Verschijnt uitsluitend wanneer
Kanaal
WLAN Activeren op Aan staat.)
Snelheid
SSID
Comm. ModusAd-hoc
Infrastructuur
MAC-adres——
Standaard instHerstelt de standaard fabriekswaarden van de draadloze
netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
WLAN Activeren—Aan
Uit*
44
Instellen via het bedieningspaneel
4
HoofdmenuSubmenuMenuoptiesOpties
Netwerk
Wi-Fi Direct
2
Drukknop——
(vervolg)
Pincode——
Handmatig——
Groepseigenaar—Aan
Uit*
Apparaatinfo.Apparaatnaam—
SSID—
IP Address—
StatusinfoStatusGr.eig. actf(**)
** = aantal apparaten
Cliënt actief
Niet verbonden
Uit
Bedrade LAN act.
SignaalSterk
Medium
Zwak
Geen
(Wanneer Groepseigenaar
ingesteld is op Aan, wordt het
signaal ingesteld op Sterk.)
Kanaal—
Snelheid—
Interf. insch.—Aan
Uit*
Netwerkreset
Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de
interne afdrukserver.
1
Wanneer er verbinding wordt gemaakt met het netwerk, stelt de machine automatisch het IP-adres en het subnetmasker in op waarden die
geschikt zijn voor uw netwerk.
2
Raadpleeg voor meer informatie de Wi-Fi Direct™ handleiding die u kunt terugvinden op de Handleidingendownloadpagina voor uw model bij het
Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
).
45
5
5
Opmerking
Opmerking
Beheer via een webbrowser5
Overzicht5
Voor het beheren van uw machine met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer
Protocol over Secure Socket Layer) kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt
u de vermelde functie uitvoeren of de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen.
Machinestatusinformatie
Netwerkinstellingen zoals de TCP/IP-gegevens wijzigen
Gigabit Ethernet en Jumbo Frame configureren (voor HL-6180DW(T)) (zie Gigabit Ethernet (alleen voor
bedrade netwerken) (voor HL-6180DW(T)) uu pagina 48).
Secure Function Lock 2.0 configureren (zie Beveiligd functieslot 2.0 uu pagina 49).
Configuratie van Afdruklogboek op netwerk opslaan (zie Afdruklogboek op netwerk opslaan
uu pagina 52).
Informatie opvragen omtrent de softwareversie van de machine en de afdrukserver
De configuratie van het netwerk en de machine wijzigen
Wij raden u aan Windows® Internet Explorer®7.0/8.0 of Firefox®3.6 voor Windows® en Safari 4.0/5.0
voor Macintosh te gebruiken. Verder dienen JavaScript en cookies altijd te zijn geactiveerd, ongeacht
welke browser u gebruikt. Wanneer een andere webbrowser wordt gebruikt, dient u te controleren dat
deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
Het is zaak dat u op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruikt en een geldig IP-adres in de afdrukserver en
de computer hebt geprogrammeerd.
De instellingen van de machine configureren met Beheer via
een webbrowser
Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of
HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser
gebruiken.
• Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor uw veiligheid wanneer u de instellingen
configureert met Beheer via een webbrowser.
• Wanneer u het HTTPS-protocol gebruikt voor de configuratie van Beheer via een webbrowser, zal uw
browser een waarschuwingsdialoogvenster weergeven.
a Start uw webbrowser.
5
b Typ "http://IP-adres van machine/" in uw browser (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres
van de machine).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
46
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Opmerking
Opmerking
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u een andere naam
invoeren zoals "GedeeldePrinter" in plaats van het IP-adres.
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldePrinter/
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u eveneens de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx/
De NetBIOS-naam kunt u vinden door de pagina met printerinstellingen (zie De pagina met
printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T)) uu pagina 41) of het netwerkconfiguratierapport (zie
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41) af te
drukken.
• Bij gebruik van Macintosh krijgt u eenvoudig toegang tot het systeem voor Beheer via een webbrowser
door in het scherm Status Monitor gewoon op het symbool van de machine te klikken. Zie uu Gebruikershandleiding voor meer informatie.
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt
ingesteld en druk op .
d U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
Als u de protocolinstellingen hebt gewijzigd, moet u nadat u op Indienen hebt geklikt de machine opnieuw
opstarten om de configuratie te activeren.
Een wachtwoord instellen5
Wij raden u aan een aanmeldwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot Beheer via een
webbrowser te vermijden.
a Klik op Beheerder.
b Voer het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens).
c Voer het wachtwoord opnieuw in het vak Bevestigen: nieuw wachtwoord in.
d Klik op Indienen.
Voer de volgende keer dat u Beheer via een webbrowser gebruikt het wachtwoord in het vak Log in in,
en klik vervolgens op .
Na het configureren van de instellingen, kunt u zich afmelden door te klikken op .
U kunt ook een wachtwoord instellen door te klikken op Configureer het wachtwoord op de webpagina
van de machine als u geen aanmeldwachtwoord instelt.
47
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Gigabit Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
(voor HL-6180DW(T))5
Uw machine ondersteunt 1000BASE-T Gigabit Ethernet. Om verbinding te maken met een 1000BASE-T
Gigabit Ethernet-netwerk, moet u de ethernetkoppelingsmodus van de machine instellen op Auto via het
bedieningspaneel van de machine of op Autom met behulp van Beheer via een webbrowser. Met een
1000BASE-T Gigabit Ethernet-netwerk kunt u ook de functie Jumbo Frame gebruiken.
Jumbo Frames zijn gegevensframes die groter zijn dan het standaard Ethernet-frameformaat (maximaal
1.518 bytes). Met de functie Jumbo Frame is een snellere gegevensoverdracht mogelijk dan met Ethernetframes. U kunt het frameformaat van de machine configureren met behulp van Beheer via een webbrowser
of BRAdmin Professional 3.
• Gebruik een rechtstreekse categorie 5e (of hoger) afgeschermde twisted-pairkabel (STP) voor 10BASE-T,
100BASE-TX Fast Ethernet-netwerken of 1000BASE-T Gigabit Ethernet-netwerken. Wanneer u de
machine aansluit op een Gigabit Ethernet-netwerk, dient u netwerkapparaten te gebruiken die
1000BASE-T ondersteunen.
• Om de functie Jumbo Frame te kunnen gebruiken, moet u ervoor zorgen dat al uw apparaten op uw
netwerk, ook uw computer, geconfigureerd zijn om te werken met Jumbo Frames.
De instellingen voor Gigabit Ethernet en Jumbo Frames configureren met
Beheer via een webbrowser5
a Klik op Netwerk op de webpagina van de machine en selecteer Bedraad.
b Klik op Ethernet.
c Kies Autom bij Ethernet-modus.
d Kies Ingeschakeld voor Jumboframe. (De standaardinstelling is Uitgeschakeld.)
e Voer het frameformaat in het veld Framegrootte in. (De standaardinstelling is 1.518 byte.)
• U dient het frameformaat correct in te stellen.
• Zorg ervoor dat op alle apparaten op uw netwerk een geschikt frameformaat ingesteld is. Contacteer uw
netwerkbeheerder voor vragen over het frameformaat.
f Klik op Indienen.
Om de instellingen te activeren, moet u de machine herstarten.
U kunt de instellingen controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken. Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 41.
48
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Beveiligd functieslot 2.05
Secure Function Lock 2.0 van Brother helpt u geld te besparen en de beveiliging te verhogen door de functies
van uw machine van Brother te beperken.
Secure Function Lock stelt u in staat wachtwoorden in te stellen voor specifieke gebruikers waarmee ze
toegang krijgen tot sommige of alle functies, of waarmee u een paginabeperking kunt opleggen. Dit houdt in
dat enkel gemachtigde personen deze functies kunnen gebruiken.
U kunt de volgende instellingen van Secure Function Lock 2.0 met Beheer via een webbrowser of BRAdmin
®
Professional 3 (alleen Windows
Afdrukken
Paginalimiet
Paginateller
1
Afdrukken omvat eveneens afdruktaken verzonden via Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
2
Als u de aanmeldnamen van de pc-gebruikers registreert, kunt u PC-printen beperken zonder dat de gebruiker een wachtwoord invoert.
Raadpleeg PC-printen beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker uu pagina 50 voor meer informatie.
12
) configureren en wijzigen.
De instellingen van Secure Function Lock 2.0 configureren met Beheer via een
webbrowser5
Basisconfiguratie5
a Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Beveiligd functieslot.
b Kies Aan bij Functieslot.
c Voer een groepsnaam of gebruikersnaam in van maximaal 15 alfanumerieke tekens in het vak
Id-nummer/naam en voer daarna een wachtwoord in van vier tekens in het vak Pincode.
d Vink de functies die u wilt beperken uit in het vak Afdrukken . Als u het maximale aantal pagina's wilt
configureren, vinkt u het vak Aan aan in Paginalimiet en voert u daarna het aantal in in het vak Max..
Klik vervolgens op Indienen.
Als u het PC-printen wilt beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker, klikt u op Afdrukken vanaf
pc beperken op aanmeldnaam en configureert u de instellingen. (Zie PC-printen beperken per
aanmeldnaam van een pc-gebruiker uu pagina 50.)
49
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Opmerking
De openbare modus instellen5
U kunt de openbare modus instellen en kiezen welke functies beschikbaar zijn voor openbare gebruikers.
Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om gebruik te maken van de functies die u via
deze instelling hebt geactiveerd.
De openbare modus omvat eveneens afdruktaken verzonden via Google Cloud Print en Brother
iPrint&Scan.
a Vink het vakje uit van de functies die u wilt beperken in het vak Openbare modus.
b Klik op Indienen.
PC-printen beperken per aanmeldnaam van een pc-gebruiker5
Door deze instelling te configureren, kan de machine een aanmeldnaam van een pc-gebruiker herkennen en
zo een afdruktaak goedkeuren van een geregistreerde computer.
a Klik op Afdrukken vanaf pc beperken op aanmeldnaam.
b Kies Aan bij Afdrukken vanaf pc beperken.
c Selecteer het identificatienummer dat u hebt ingesteld in stap c van Id-nummer/naam. Raadpleeg
Basisconfiguratieuu pagina 49 in de keuzelijst van Id-nummer voor elke aanmeldnaam en voer
vervolgens de aanmeldnaam in van de pc-gebruiker in het vak Aanmeldnaam.
d Klik op Indienen.
• Als u PC-printen voor een groep wilt beperken, kiest u hetzelfde identificatienummer voor elke pcaanmeldnaam die u aan de groep wilt toevoegen.
• Als u de functie pc-aanmeldnaam gebruikt, moet ook een vinkje geplaatst zijn in het vak Aanmeldnaam van pc gebruiken in de printerdriver. Zie uu Gebruikershandleiding voor meer informatie over de
printerdriver.
• De functie Secure Function Lock ondersteunt de BR-Script3-driver niet voor afdrukken.
Andere functies5
U kunt de volgende functies instellen in Secure Function Lock 2.0:
Alle tellers resetten
U kunt de paginateller resetten door te klikken op Alle tellers resetten.
Exporteren als CSV-bestand
Laatste tellerstand
U kunt de huidige paginatellerstand, inclusief informatie over Id-nummer/naam, exporteren als een CSVbestand.
De machine onthoudt de paginatelling nadat de teller werd gereset.
50
Beheer via een webbrowser
5
Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een
webbrowser5
SNTP is het protocol dat wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd die door de machine wordt
gebruikt voor verificatie bij de SNTP-tijdserver
a Klik op Netwerk en klik daarna op Protocol.
b Selecteer het vakje SNTP om de instelling te activeren.
c Klik op Geavanceerde instellingen.
Status
Geeft weer of de SNTP-serverinstellingen in- of uitgeschakeld zijn.
Methode SNTP-server
Selecteer AUTO of STATISCH.
• AUTO
Als u een DHCP-server in uw netwerk hebt, zal de SNTP-server het adres automatisch via deze
server ontvangen.
Het adres van de secundaire SNTP-server wordt gebruikt als back-up voor het adres van de primaire
SNTP-server. Als de primaire server niet beschikbaar is, zal de machine de secundaire SNTP-server
contacteren. Beschikt u alleen over een primaire SNTP-server en niet over een secundaire SNTPserver, dan laat u dit veld leeg.
Het adres van de secundaire SNTP-poort wordt gebruikt als back-up voor het adres van de primaire
SNTP-poort. Als de primaire poort niet beschikbaar is, zal de machine de secundaire SNTP-poort
contacteren. Beschikt u alleen over een primaire SNTP-poort en niet over een secundaire SNTPpoort, dan laat u dit veld leeg.
Synchronisatie-interval
Voer het aantal uur in tussen pogingen tot synchroniseren met de server (1 tot 168 uur).
Synchronisatiestatus
U kunt de laatste synchronisatiestatus controleren.
d Klik op Indienen om de instellingen toe te passen.
51
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Afdruklogboek op netwerk opslaan5
De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek
1
van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS
naam van de taak, de gebruikersnaam, de datum, de tijd en het aantal afgedrukte pagina's voor elke
afdruktaak bijhouden.
1
CIFS is het protocol Common Internet File System dat werkt via TCP/IP waarmee computers op een netwerk bestanden kunnen delen via een
intranet of het internet.
De volgende afdrukfuncties worden bijgehouden in het afdruklogboek:
Afdruktaken van uw computer
• De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan ondersteunt Kerberos-verificatie en NTLMv2-verificatie.
U moet het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver) voor verificatie. (Zie Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowseruu pagina 51 voor meer informatie over het instellen van
SNTP.)
• U kunt het bestandstype voor het opslaan van een bestand op de server instellen op TXT of CSV.
. U kunt het ID, het type afdruktaak, de
De instellingen voor "Afdruklogboek op netwerk opslaan" configureren met
Beheer via een webbrowser5
a Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Afdruklog op Netwerk
opslaan.
b Kies Aan bij Afdrukrapport.
c U kunt de volgende instellingen met een webbrowser configureren.
Host-adres
Het hostadres is de hostnaam van de CIFS-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld:
mijnpc.voorbeeld.com) (tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.168.56.189) in.
Directory opslaan
Voer de bestemmingsmap in waarin uw logboek op de CIFS-server wordt opgeslagen (bijvoorbeeld:
brother\abc) (maximaal 60 tekens).
Bestandsnaam
Voer de bestandsnaam in die u wilt gebruiken voor het afdruklogboek (maximaal 15 tekens).
Type bestand
Kies TXT of CSV als bestandstype voor het afdruklogboek.
52
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Verificatiemethode
Kies de verificatiemethode voor toegang tot de CIFS-server: Automatisch, Kerberos
1
Kerberos is een verificatieprotocol waarmee apparaten of individuen veilig hun identiteit kunnen aantonen aan netwerkservers zonder
zich telkens opnieuw te moeten aanmelden.
2
NTLMv2 is de verificatiemethode die wordt gebruikt door Windows om aan te melden bij servers.
• Automatisch: als u Auto selecteert, zal de machine eerst zoeken naar een Kerberos-server. Als
er geen Kerberos-server wordt gevonden, zal NTLMv2 worden gebruikt als verificatiemethode.
• Kerberos: selecteer Kerberos om alleen Kerberos-verificatie te gebruiken.
• NTLMv2: selecteer NTLMv2 om alleen NTLMv2-verificatie te gebruiken.
Voor Kerberos- en NTLMv2-verificatie moet u ook de instellingen voor het SNTP-protocol
(netwerktijdserver) configureren.
Zie Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 51 voor meer
informatie over het configureren van de SNTP-instellingen.
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in voor de verificatie (maximaal 96 tekens).
1
of NTLMv22.
Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in:
user@domain of domain\user.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in voor de verificatie (maximaal 32 tekens).
Kerberos-serveradres (indien nodig)
Voer het KDC-hostadres (bijvoorbeeld: mijnpc.voorbeeld.com) (tot 64 tekens) of het IP-adres
(bijvoorbeeld: 192.168.56.189) in.
d In de Verbindingsstatus, kunt u de laatste logstatus controleren. Raadpleeg Foutmeldingen begrijpen
uu pagina 55 voor meer informatie hierover.
e Klik op Indienen om de instellingen toe te passen.
53
Beheer via een webbrowser
5
Instelling voor foutdetectie5
U kunt kiezen welke actie er wordt ondernomen wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op
de server wegens een netwerkfout.
a Selecteer Afdr. annuleren of Log negeren en afdr. bij Instelling foutdetectie van Afdruklog op
Netwerk opslaan.
Afdr. annuleren
Als u Afdr. annuleren selecteert, worden de afdruktaken geannuleerd wanneer het afdruklogboek
niet kan worden opgeslagen op de server.
Log negeren en afdr.
Als u Log negeren en afdr. selecteert, drukt de machine het document af, ook al kan het
afdruklogboek niet worden opgeslagen op de server.
Wanneer de functie voor het opslaan van het afdruklogboek opnieuw werkt, wordt het afdruklogboek
als volgt bijgehouden:
• Als het logboek niet kon worden opgeslagen na het afdrukken, wordt het afdruklogboek zonder het
aantal afgedrukte pagina's bijgehouden. (1)
• Als het afdruklogboek niet kon worden opgeslagen voor en na het afdrukken, wordt het
afdruklogboek van de afdruktaak niet bijgehouden. Wanneer de functie opnieuw werkt, wordt het
voorkomen van een fout weergegeven in het logboek. (2)
Voorbeeld van het afdruklogboek:
b Klik op Indienen om de instellingen toe te passen.
54
Beheer via een webbrowser
5
Opmerking
Foutmeldingen begrijpen5
U kunt de foutstatus nagaan op het LCD van uw machine of via Verbindingsstatus in Beheer via een
webbrowser.
Time-out server. Raadpleeg systeembeheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer er geen verbinding met de server kan worden gemaakt.
Zorg ervoor dat:
• Het serveradres correct is.
• De server is verbonden met het netwerk.
• De machine is verbonden met het netwerk.
Verificatiefout. Raadpleeg systeembeheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer de Verificatie-instelling niet correct is.
Zorg ervoor dat:
1
• De gebruikersnaam
1
Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: user@domain of domain\user.
• De tijd van de logbestandserver gelijk is aan de tijd van de SNTP-serverinstellingen.
en het wachtwoord in de verificatie-instellingen correct zijn.
• De instellingen voor de SNTP-tijdserver correct geconfigureerd zijn zodat de tijd gelijk is aan de tijd die
wordt gebruikt voor verificatie door Kerberos of NTLMv2.
Deze melding wordt weergegeven wanneer de doelmap ontoegankelijk is.
Zorg ervoor dat:
• De naam van de opslagmap correct is.
• De opslagmap niet tegen schrijven is beschermd.
• Het bestand niet vergrendeld is.
Foute Datum&Tijd, neem contact op met uw beheerder.
Deze melding wordt weergegeven wanneer uw machine de tijd niet verkrijgt van de SNTP-tijdserver.
Controleer met behulp van Beheer via een webbrowser of de instellingen voor toegang tot de SNTPtijdserver correct zijn ingesteld.
Als u de optie Afdr. annuleren selecteert in Beheer via een webbrowser, wordt de melding
Fout toegang log gedurende ongeveer 30 seconden op het LCD-scherm weergegeven.
55
6
6
Opmerking
Beveiligingsfuncties6
Overzicht6
Vandaag de dag zijn er vele beveiligingsbedreigingen voor uw netwerk en de gegevens die erop circuleren.
Uw Brother-machine gebruikt enkele van de recentste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling.
Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemeen netwerkbeveiligingsplan om uw
gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot de machine te verhinderen. Dit hoofdstuk legt
uit hoe u deze kunt configureren.
U kunt de volgende beveiligingsfuncties configureren:
Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS (Zie Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS
uu pagina 57.)
Uw netwerkmachine veilig beheren met SNMPv3-protocol (Zie Veilig beheer met Beheer via een
®
webbrowser uu pagina 57 of Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows
Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows
®
(Windows
Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS (Zie Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
Certificaat voor veilig beheer (Zie Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machineuu pagina 66.)
Meerdere certificaten beheren (Zie Meerdere certificaten beherenuu pagina 76.)
Wij raden u aan de protocollen Telnet, FTP en TFTP uit te schakelen. Toegang tot de machine via deze
protocollen is niet veilig. (Raadpleeg De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowseruu pagina 46 voor informatie over het configureren van de protocolinstellingen.)
56
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Opmerking
Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS6
Om uw netwerkmachine veilig te kunnen beheren, dient u de beheerprogramma's met beveiligingsprotocols
te gebruiken.
Veilig beheer met Beheer via een webbrowser6
Wij raden u aan het HTTPS- en SNMPv3-protocol te gebruiken voor een veilig beheer. Om deze protocollen
te kunnen gebruiken, dient u de volgende machine-instellingen door te voeren.
Het HTTPS-protocol is standaard ingeschakeld.
U kunt de HTTPS-protocolinstellingen wijzigen via het scherm Beheer via een webbrowser door te klikken
op Netwerk, Protocol en vervolgens HTTP-serverinstellingen.
a Start uw webbrowser.
b Voer "https://Algemene naam/" in in uw browser. ("Algemene naam" is de algemene naam die u hebt
toegewezen aan het certificaat, zoals een IP-adres, een naam van een knooppunt of een domeinnaam.
Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machineuu pagina 66 voor meer informatie
over het toewijzen van een openbare naam aan het certificaat.)
Bijvoorbeeld:
https://192.168.1.2/ (als de algemene naam het IP-adres van de machine is)
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt
ingesteld en druk op .
d U krijgt nu toegang tot de machine via HTTPS.
Als u het SNMPv3-protocol gebruikt, dient u onderstaande stappen te volgen.
U kunt de SNMP-instellingen ook wijzigen met BRAdmin Professional 3.
e Klik op Netwerk.
f Klik op Protocol.
57
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
g Zorg ervoor dat de SNMP-instelling geactiveerd is en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen bij
SNMP.
h U kunt de SNMP-instellingen configureren op onderstaand scherm.
Er zijn drie SNMP-verbindingsmodi.6
Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c
In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol. In deze modus kunt
u alle Brother-toepassingen gebruiken. Deze modus is echter niet veilig omdat de gebruiker niet wordt
geverifieerd en de gegevens niet worden versleuteld.
Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c
In deze modus gebruikt de afdrukserver de lezen/schrijven-toegang van versie 3 en de alleen-lezentoegang van versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol.
Wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c gebruikt, is het mogelijk
dat sommige Brother-toepassingen (bv. BRAdmin Light) die gebruik maken van de afdrukserver niet
correct werken omdat deze de alleen-lezen-toegang van versie 1 en versie 2c toelaten. Als u alle
toepassingen wilt gebruiken, dient u de modus Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c te gebruiken.
58
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Toegang lezen/schrijven SNMPv3
In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 3 van het SNMP-protocol. Gebruik deze modus als u de
afdrukserver veilig wilt beheren.
• Let op het volgende wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 gebruikt.
• U kunt de afdrukserver alleen beheren via BRAdmin Professional 3 of Beheer via een webbrowser.
• Behalve BRAdmin Professional 3 worden alle toepassingen die gebruik maken van SNMPv1/v2c
geweerd. Gebruik de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 en alleen lezen v1/v2c of Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c om het gebruik van SNMPv1/v2c-toepassingen toe te staan.
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor nadere informatie.
Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows®)6
Als u het programma BRAdmin Professional 3 veilig wilt gebruiken, dient u de
onderstaande stappen te volgen6
Wij raden u ten stelligste aan de recentste versie van BRAdmin Professional 3 te gebruiken die u kunt
downloaden op http://solutions.brother.com/
. Als u een oudere versie van BRAdmin1 gebruikt voor het
beheren van de machines van Brother, is de gebruikersverificatie niet veilig.
Als u wilt verhinderen dat oudere versies van BRAdmin
via een webbrowser gebruiken om de toegang door oudere versies van BRAdmin
1
toegang krijgen tot de machine, moet u Beheer
1
uitschakelen in de
Geavanceerde instellingen van SNMP op de pagina Protocol. (Zie Veilig beheer met Beheer via een
webbrowser uu pagina 57.)
Als u BRAdmin Professional 3 en Beheer via een webbrowser samen gebruikt, dient u Beheer via een
webbrowser te gebruiken met het HTTPS-protocol. (Zie Veilig beheer met Beheer via een webbrowseruu pagina 57.)
Als u een gemengde groep van oudere afdrukservers
2
en afdrukservers met BRAdmin Professional 3
beheert, dan raden wij u aan om in elke groep een ander wachtwoord te gebruiken. Zo garandeert u dat
de beveiliging op de nieuwe afdrukservers wordt gehandhaafd.
1
BRAdmin Professional ouder dan ver. 2.80, BRAdmin Light voor Macintosh ouder dan ver. 1.10
Om documenten veilig met het IPP-protocol af te drukken, kunt u het IPPS-protocol gebruiken.
• Het IPPS-protocol is standaard ingeschakeld.
U kunt de IPPS-protocolinstellingen wijzigen via het scherm Beheer via een webbrowser door te klikken
op Netwerk, Protocol en vervolgens HTTP-serverinstellingen.
• Communicatie via IPPS kan geen ongeoorloofde toegang tot de afdrukserver voorkomen.
®
• IPPS is beschikbaar voor Windows
XP, Windows Vista®, Windows®7 en Windows Server® 2003/2008.
60
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
E-mails veilig verzenden 6
Configuratie met behulp van Beheer via een webbrowser6
U kunt het beveiligd verzenden van e-mails met gebruikersverificatie of het verzenden van e-mails met
SSL/TLS configureren op het scherm van Beheer via een webbrowser.
a Start uw webbrowser.
b Typ "http://IP-adres van machine/" in uw browser (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres
van de machine).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt
ingesteld en druk op .
d Klik op Netwerk.
e Klik op Protocol.
f Klik op Geavanceerde instellingen van POP3/SMTP en zorg ervoor dat de status van POP3/SMTP
Ingeschakeld is.
g Op deze pagina kunt u de instellingen van POP3/SMTP configureren.
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor nadere informatie.
• U kunt tevens bevestigen of de e-mailinstellingen juist zijn door na het configureren een teste-mail te
verzenden.
• Als u de POP3/SMTP-serverinstellingen niet kent, neemt u contact op met uw systeembeheerder of
internetprovider voor meer informatie.
h Klik na het configureren op Indienen. Het dialoogvenster "Configuratie van uitgaande e-mail testen"
wordt weergegeven.
i Volg de instructies op het scherm als u met de huidige instellingen wilt testen.
61
Beveiligingsfuncties
6
Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie6
Deze machine ondersteunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-AUTH voor het verzenden van e-mails
via een e-mailserver waarvoor gebruikersverificatie is vereist. Deze methoden voorkomen dat onbevoegde
gebruikers toegang tot de e-mailserver krijgen. Voor het configureren van de instellingen kunt u Beheer via
een webbrowser of BRAdmin Professional 3 gebruiken. U kunt de methodes POP voor SMTP en
SMTP-AUTH gebruiken voor waarschuwingen per e-mail.
E-mailserverinstellingen
De instellingen van SMTP-verificatie moeten overeenkomen met de methode die wordt gebruikt door uw emailserver. Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om de juiste configuratie van de emailserver.
U zult ook SMTP-VERIF bij Verificatiemethode SMTP-server moeten aanvinken om verificatie van de
SMTP-server te activeren.
SMTP-instellingen
U kunt het SMTP-poortnummer met Beheer via een webbrowser wijzigen. Dit komt van pas wanneer uw
ISP (Internet Service Provider) de service "Outbound Port 25 Blocking (OP25B)" implementeert.
Wanneer u in plaats van het SMTP-poortnummer een specifiek nummer gebruikt dat uw ISP gebruikt voor
de SMTP-server (bijvoorbeeld poort 587), kunt u via de SMTP-server een e-mail versturen.
U kunt zowel POP voor SMTP als SMTP-VERIF gebruiken, maar wij raden u aan SMTP-VERIF te kiezen.
Als u POP voor SMTP als de SMTP-serververificatiemethode kiest, dan moet u de POP3-instellingen
configureren. U kunt indien nodig ook de methode APOP gebruiken.
62
Beveiligingsfuncties
6
E-mails veilig verzenden met SSL/TLS6
Deze machine ondersteunt de methodes SSL/TLS voor het verzenden van een e-mail via een e-mailserver
waarvoor beveiligde SSL/TLS-communicatie vereist is. Voor het verzenden van e-mail via een e-mailserver
die gebruik maakt van SSL/TLS-communicatie, dient u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS correct
te configureren.
Servercertificaat verifiëren
Als u SSL of TLS selecteert voor SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS, wordt het vakje
Servercertificaat verifiëren automatisch aangevinkt om het servercertificaat te verifiëren.
• Voor u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat werd verstrekt door de
CA die het servercertificaat heeft ondertekend. Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP)
om bevestiging dat het importeren van een CA-certificaat nodig is. Raadpleeg Een CA-certificaat importeren en exporterenuu pagina 77 voor het importeren van het certificaat.
• Als u het servercertificaat niet wilt verifiëren, vinkt u Servercertificaat verifiëren uit.
Poortnummer
Als u SSL of TLS selecteert, wordt de waarde bij SMTP-poort of POP3-poort gewijzigd om overeen te
stemmen met het protocol. Als u het poortnummer handmatig wilt wijzigen, voert u het poortnummer in
nadat u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS hebt gekozen.
U moet de POP3/SMTP-communicatiemethode configureren zodat deze overeenstemt met de
e-mailserver. Voor meer informatie over de instellingen van de e-mailserver, contacteert u uw
netwerkbeheerder of internetprovider.
In de meeste gevallen zijn de volgende instellingen vereist voor de beveiligde webmailservices:
(SMTP)
SMTP-poort: 587
Verificatiemethode SMTP-server: SMTP-AUTH
SMTP over SSL/TLS: TLS
(POP3)
POP3-poort: 995
POP3 over SSL/TLS: SSL
63
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Opmerking
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken6
U kunt IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk.
Configuratie van IEEE 802.1x-verificatie via Beheer via een webbrowser6
Als u IEEE 802.1x-verificatie configureert voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via
een webbrowser, volgt u de instructies.
U kunt de IEEE 802.1x-verificatie ook configureren met:
(Bedraad netwerk)
BRAdmin Professional 3
(Draadloos netwerk)
De wizard voor de draadloze instellingen via het bedieningspaneel (Zie De machine voor een draadloos
Enterprise-netwerk configureren uu pagina 23 voor meer informatie.)
De wizard voor de draadloze instellingen op de cd-rom (zie Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van
®
een USB-kabel (aanbevolen voor Windows
) uu pagina 12 voor meer informatie)
BRAdmin Professional 3
• Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat
uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij
aan dat u het certificaat noteert dat u wilt gebruiken. Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machineuu pagina 66 voor meer informatie over het installeren van het certificaat.
• Voor u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat werd verstrekt door de CA
die het servercertificaat heeft ondertekend. Vraag uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om
bevestiging dat het importeren van een CA-certificaat nodig is. Raadpleeg Een CA-certificaat importeren en exporterenuu pagina 77 voor meer informatie over het importeren van het certificaat.
• Raadpleeg Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine uu pagina 66 voor meer informatie over
elk certificaat.
a Start uw webbrowser.
b Typ "http://IP-adres van machine/" in uw browser (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres
van de machine).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
• Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u een andere naam
invoeren zoals "GedeeldePrinter" in plaats van het IP-adres.
• Bijvoorbeeld:
http://GedeeldePrinter/
64
Beveiligingsfuncties
6
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u eveneens de naam van het knooppunt gebruiken.
• Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx/
De NetBIOS-naam kunt u vinden door de pagina met printerinstellingen (zie De pagina met
printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T)) uu pagina 41) of het netwerkconfiguratierapport (zie
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41) af te
drukken.
• Bij gebruik van Macintosh krijgt u eenvoudig toegang tot het systeem voor Beheer via een webbrowser
door in het scherm Status Monitor gewoon op het symbool van de machine te klikken. Zie uu Gebruikershandleiding voor meer informatie.
c Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt
ingesteld en druk op .
d Klik op Netwerk.
e (Bedraad) Klik op Bedraad en selecteer vervolgens Authenticatie 802.1x.
(Draadloos) Klik op Draadloos en selecteer vervolgens Draadloos (Bedrijf).
f Nu kunt u de instellingen voor IEEE 802.1x-verificatie configureren.
Als u IEEE 802.1x-verificatie wilt inschakelen voor een bedraad netwerk, vinkt u Ingeschakeld aan
voor Status 802.1x vast op de pagina Authenticatie 802.1x.
Zie IEEE 802.1x-verificatie uu pagina 94 voor meer informatie over IEEE 802.1x-verificatie en de
inwendige verificatiemethoden.
Als u EAP-TLS-verificatie gebruikt, moet u het clientcertificaat kiezen dat geïnstalleerd is
(weergegeven met certificaatnaam) voor verificatie in de keuzelijst Clientcertificaat.
Als u EAP-FAST-, PEAP-, EAP-TTLS- of EAP-TLS-verificatie selecteert, kunt u de verificatiemethode
kiezen uit de keuzelijst Verificatie servercertificaat. U kunt het servercertificaat verifiëren met
behulp van het CA-certificaat dat vooraf werd geïmporteerd op de machine en dat werd verstrekt door
de CA die het servercertificaat heeft ondertekend.
U kunt een van de volgende verificatiemethoden selecteren in de keuzelijst Verificatie servercertificaat.
Geen verificatie
Het servercertificaat kan altijd vertrouwd worden. De verificatie wordt niet uitgevoerd.
CA-cert.
De verificatiemethode voor het controleren van de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat,
door gebruik te maken van het CA-certificaat dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat
heeft ondertekend.
65
Beveiligingsfuncties
6
CA-cert. + server-id
De verificatiemethode voor het controleren van de openbare naam
1
van het servercertificaat, naast
de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat.
1
De verificatie van de openbare naam vergelijkt de openbare naam van het servercertificaat met de tekenreeks die geconfigureerd werd
voor de Server-id. Voor u deze methode gebruikt, neemt u contact op met uw systeembeheerder voor de openbare naam van het
servercertificaat en configureert u vervolgens Server-id.
g Klik na het configureren op Indienen.
(Bedraad)
Na de configuratie sluit u uw machine aan op het netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning. Druk na een
paar minuten de pagina met printerinstellingen of het netwerkconfiguratierapport af om de <Wired IEEE
802.1x> Status. te controleren (zie De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T))
uu pagina 41 of Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
uu pagina 41.)
Success
De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld en de verificatie is gelukt.
Failed
De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld; de verificatie is echter mislukt.
Off
De bedrade IEEE 802.1x-functie is niet beschikbaar.
(Draadloos)
Het WLAN-rapport wordt kort na de configuratie automatisch afgedrukt. Controleer uw draadloze
configuratie op het rapport. Raadpleeg Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 42.
Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine6
Uw Brother-machine ondersteunt het gebruik van meerdere beveiligingscertificaten zodat u de machine kunt
gebruiken voor een veilig beheer en een veilige verificatie en communicatie. De volgende
beveiligingscertificaten kunnen met deze machine worden gebruikt.
SSL/TLS-communicatie
IEEE 802.1x-verificatie
SSL-communicatie voor SMTP/POP3
De Brother-machine ondersteunt de volgende certificaten.
Voorgeïnstalleerd certificaat
Uw machine beschikt over een voorgeïnstalleerd certificaat.
Wanneer u dit certificaat gebruikt, kunt u eenvoudig de SSL/TLS-communicatie gebruiken zonder een
certificaat te moeten aanmaken of installeren.
66
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Certificaat door uzelf ondertekend
Deze afdrukserver vaardigt een eigen certificaat uit. Wanneer u dit certificaat gebruikt, kunt u eenvoudig
de SSL/TLS-communicatie gebruiken zonder over een CA-certificaat te beschikken. (Zie Een certificaat aanmaken en installerenuu pagina 69.)
Certificaat van een CA
Er zijn twee manieren om een certificaat van een CA te installeren. Als u reeds een CA hebt of een
certificaat wenst te gebruiken van een externe vertrouwde CA:
• Bij het gebruik van een CSR (Certificate Signing Request) van deze afdrukserver. (Zie Een CSR
aanmakenuu pagina 74.)
• Bij het importeren van een certificaat en een private sleutel. (Zie Het certificaat en de private sleutel
importeren en exporterenuu pagina 75.)
CA-certificaat
Als u een CA-certificaat gebruikt dat de CA (Certificate Authority) zelf identificeert en over de private
sleutel ervan beschikt, dient u vóór de configuratie een CA-certificaat van de CA te importeren. (Zie Een CA-certificaat importeren en exporterenuu pagina 77.)
• Als u gebruik wilt maken van SSL/TLS-communicatie, raden we u aan eerst uw systeembeheerder te
contacteren.
• Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt van de afdrukserver, worden het geïnstalleerde certificaat en
de geïnstalleerde private sleutel gewist. Als u hetzelfde certificaat en dezelfde private sleutel wilt
behouden na het herstellen van de fabrieksinstellingen op de afdrukserver, dient u deze vóór het
herstellen te exporteren en nadien opnieuw te installeren. (Zie Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de private sleutel exporterenuu pagina 76.)
67
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser6
Deze functie kan alleen worden geconfigureerd via Beheer via een webbrowser. Volg deze stappen om de
pagina voor het configureren van een certificaat te openen met Beheer via een webbrowser.
a Start uw webbrowser.
b Typ "http://IP-adres van machine/" in uw browser (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres
van de machine).
Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2/
c Klik op Netwerk.
d Er dient standaard geen wachtwoord te worden ingevoerd. Voer een wachtwoord in als u dit hebt
ingesteld en druk op .
e Klik op Beveiliging.
f Klik op Certificaat.
g U kunt de certificaatinstellingen configureren op onderstaand scherm.
• De functies die uitgegrijsd zijn en waarop u niet kunt klikken, zijn niet beschikbaar.
• Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor meer informatie over het configureren.
68
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Een certificaat aanmaken en installeren6
Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat6
Certificaat door uzelf ondertekendofCertificaat van een CA
Maak een certificaat door uzelf ondertekend aan
met Beheer via een webbrowser. (Zie
Maak een CSR aan met Beheer via een
webbrowser. (Zie pagina 74.)
pagina 69.)
Installeer het door uzelf ondertekende certificaat
op uw computer. (Zie pagina 70.)
Installeer het certificaat uitgevaardigd door de
CA op uw Brother-machine met Beheer via een
webbrowser. (Zie pagina 75.)
De creatie en installatie van het certificaat is
voltooid.
Installeer het certificaat op uw computer. (Zie
pagina 75.)
De creatie en installatie van het certificaat is
voltooid.
Een certificaat dat door uzelf is ondertekend aanmaken en installeren6
a Klik op Zelf ondertekend certificaat maken op de pagina Certificaat.
b Voer een Algemene naam en een Geldigheidsdatum in.
• De lengte van de Algemene naam is minder dan 64 bytes. Voer een identificator in zoals een IP-adres,
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u het IPPS- of HTTPS-protocol gebruikt en een andere naam
c U kunt de instellingen Algoritme van openbare sleutel en Digest-algoritme selecteren in de
d Klik op Indienen.
e Het certificaat door uzelf ondertekend is met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van
naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze machine via
SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven.
in de URL invoert dan de Algemene naam die werd gebruikt voor het certificaat door uzelf ondertekend.
keuzelijst. De standaardinstellingen zijn RSA (2048-bits) voor Algoritme van openbare sleutel en
SHA256 voor Digest-algoritme.
uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het certificaat dat u zelf hebt ondertekend
eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Ga verder naar het volgende onderdeel.
69
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Opmerking
Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer6
De volgende stappen zijn voor Windows® Internet Explorer®. Als u gebruik maakt van een andere
webbrowser, dient u de helptekst van die webbrowser te raadplegen.
Voor gebruikers van Windows Vista®, Windows®7 en Windows Server® 2008 met
beheerdersbevoegdheden6
a Klik op de knop en selecteer Alle programma's.
b Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik daarna op Als administrator uitvoeren.
Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven,
®
(Windows Vista
(Windows
®
) Klik op Doorgaan (Toestaan).
7) Klik op Ja.
70
Beveiligingsfuncties
6
c Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat
"IP-adres van machine" voor het IP-adres van de machine of de naam van het knooppunt die u hebt
gekozen voor het certificaat).
Klik vervolgens op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen)..
d Klik op Certificaatfout en klik daarna op Certificaten weergeven. Voor de rest van de instructies dient
u de stappen te volgen vanaf stap d bij Voor gebruikers van Windows®XP en Windows Server®2003
uu pagina 72.
71
Beveiligingsfuncties
6
Voor gebruikers van Windows®XP en Windows Server®20036
a Start uw webbrowser.
b Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat
"IP-adres van machine" voor het IP-adres of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het
certificaat).
c Wanneer het volgende scherm verschijnt, klikt u op Certificaat weergeven.
d Klik op Certificaat installeren... op het tabblad Algemeen.
e Wanneer de Wizard Certificaat importeren verschijnt, klikt u op Volgende.
72
Beveiligingsfuncties
6
f Kies Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan en klik vervolgens op Bladeren....
g Kies Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik vervolgens op OK.
h Klik op Volgende.
i Klik op Voltooien.
73
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Opmerking
j Druk op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is.
De vingerafdruk (duimafdruk) wordt afgedrukt op de pagina met printerinstellingen (zie De pagina met
printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T)) uu pagina 41) of het netwerkconfiguratierapport (zie
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41).
k Klik op OK.
l Het certificaat dat u zelf hebt ondertekend, is geïnstalleerd op uw computer en de SSL/TLS-
communicatie is beschikbaar.
Een CSR aanmaken6
a Klik op CSR maken op de pagina Certificaat.
b Voer een Algemene naam en uw informatie in, zoals Organisatie.
• Het is aan te raden dat het hoofdcertificaat van de CA reeds geïnstalleerd is op de computer voor u de
CSR aanmaakt.
• De lengte van de Algemene naam is minder dan 64 bytes. Voer een identificator in zoals een IP-adres,
naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze printer via
SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven. De
Algemene naam is vereist.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u een andere naam in de URL invoert dan de openbare naam
die werd gebruikt voor het certificaat.
• De lengte van de Organisatie, de Organisatorische eenheid, de Plaats en de Provincie is minder dan
64 bytes.
•De Land/Regio moet een landcode zijn die voldoet aan ISO 3166 en bestaat uit twee tekens.
• Als u X.509v3-certificaatextensie configureert, selecteert u het vakje Uitgebreide partitie configureren
en kiest u vervolgens Automatisch (IPv4 registreren) of Handmatig.
c U kunt de instellingen Algoritme van openbare sleutel en Digest-algoritme selecteren in de
keuzelijst. De standaardinstellingen zijn RSA (2048-bits) voor Algoritme van openbare sleutel en
SHA256 voor Digest-algoritme.
d Klik op Indienen.
74
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Opmerking
e Wanneer de inhoud van de CSR verschijnt, klikt u op Opslaan om het CSR-bestand op te slaan op uw
computer.
f De CSR is aangemaakt.
• Volg het beleid van uw CA inzake de methode om een CSR te sturen naar uw CA.
®
• Als u gebruik maakt van Basis-CA van onderneming van Windows Server
de Webserver te gebruiken als certificaatsjabloon voor het aanmaken van het cliëntcertificaat voor veilig
beheer. Als u een cliëntcertificaat aanmaakt voor een IEEE 802.1x-omgeving met EAP-TLS-verificatie,
raden wij u aan Gebruiker te gebruiken als certificaatsjabloon. Meer informatie vindt u op de SSLcommunicatiepagina van de bovenste pagina voor uw model op http://solutions.brother.com/.
Het certificaat installeren op uw machine6
Wanneer u een certificaat ontvangt van een CA, volgt u onderstaande stappen om het te installeren op de
afdrukserver.
2003/2008, raden wij u aan
Alleen een certificaat die uitgevaardigd is met de CSR van deze machine kan worden geïnstalleerd. Als u
een andere CSR wilt aanmaken, dient u ervoor te zorgen dat het certificaat geïnstalleerd is voor u een
andere CSR aanmaakt. Maak een andere CSR aan na het installeren van het certificaat op de machine.
Doet u dit niet, dan zal de CSR die u hebt aangemaakt vóór de installatie ongeldig zijn.
a Klik op Certificaat installeren op de pagina Certificaat.
b Specificeer het bestand van het certificaat dat werd uitgevaardigd door een CA en klik daarna op
Indienen.
c Het certificaat is nu met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het hoofdcertificaat van de CA eveneens op uw
computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de installatie.
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren6
U kunt het certificaat en de private sleutel opslaan op de machine en deze beheren via importeren en
exporteren.
Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de
private sleutel importeren6
a Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren op de pagina Certificaat.
b Geef het bestand op dat u wilt importeren.
c Voer het wachtwoord in als het bestand versleuteld is en klik daarna op Indienen.
d Het certificaat en de private sleutel zijn met succes geïmporteerd in uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het hoofdcertificaat van de CA eveneens op uw
computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de installatie.
75
Beveiligingsfuncties
6
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de
private sleutel exporteren6
a Klik op Exporteren weergegeven bij Certificaten op de pagina Certificaat.
b Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen.
Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast.
c Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen.
d Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
e Het certificaat en de private sleutel zijn geëxporteerd naar uw computer.
U kunt het bestand dat u hebt geëxporteerd ook importeren.
Meerdere certificaten beheren6
Met deze functie voor meerdere certificaten kunt u alle certificaten beheren die u hebt geïnstalleerd met
Beheer via een webbrowser. Na het installeren van een certificaat kunt u op de pagina Certificaat zien welke
certificaten geïnstalleerd zijn en vervolgens de inhoud van elk certificaat bekijken, het certificaat verwijderen
of het exporteren. Raadpleeg Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowseruu pagina 68
voor informatie over het raadplegen van de pagina Certificaat. Met de Brother-machine kunt u tot drie door
uzelf ondertekende certificaten of tot drie certificaten uitgevaardigd door een CA opslaan. U kunt de
opgeslagen certificaten toepassen om gebruik te maken van het HTTPS/IPPS-protocol of IEEE 802.1xverificatie.
U kunt eveneens tot vier CA-certificaten opslaan om gebruik te maken van IEEE 802.1x-verificatie en SSL
voor SMTP/POP3.
Wij raden u aan een certificaat minder op te slaan en de laatste vrij te houden voor het oplossen van
problemen met vervallen certificaten. Als u bijvoorbeeld een CA-certificaat wilt opslaan, slaat u drie
certificaten op en houdt u één opslag als back-up. Als het certificaat opnieuw moet worden uitgevaardigd,
bijvoorbeeld wanneer het vervallen is, kunt u een nieuw certificaat importeren naar de back-up en vervolgens
het vervallen certificaat verwijderen, om configuratiefouten te vermijden.
Wanneer u het HTTPS/IPPS-protocol of IEEE 802.1x gebruikt, moet u selecteren welk certificaat u
gebruikt.
76
Beveiligingsfuncties
6
Een CA-certificaat importeren en exporteren6
U kunt een CA-certificaat opslaan op de machine via importeren en exporteren.
Een CA-certificaat importeren6
a Klik op CA-certificaat op de pagina Beveiliging.
b Klik op CA-certificaat importeren en kies het certificaat. Klik op Indienen.
Een CA-certificaat exporteren6
a Klik op CA-certificaat op de pagina Beveiliging.
b Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren. Klik op Indienen.
77
7
7
Problemen oplossen7
Overzicht7
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de Brother-machine kunnen worden
opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions
Center: http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/
voor uw model om de andere handleidingen te downloaden.
en klik op Handleidingen op de pagina
Uw probleem identificeren7
Zorg ervoor dat de volgende items geconfigureerd zijn vooraleer u dit hoofdstuk leest.
Controleer eerst het volgende:
Het netsnoer is goed aangesloten en de Brother-machine is ingeschakeld.
Het toegangspunt (voor draadloos gebruik), de router of de hub is ingeschakeld en de linkknop knippert.
Alle beschermende verpakkingen zijn verwijderd van de Brother-machine.
De tonercartridges en de drumeenheid zijn goed geïnstalleerd.
De voorklep en achterklep zijn goed gesloten.
Het papier is goed in de papierlade geplaatst.
(Voor bedrade netwerken) Een netwerkkabel is correct aangesloten op de Brother-machine en de router of hub.
Raadpleeg de onderstaande lijst en ga naar de pagina met de oplossing voor uw probleem 7
Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien. (Zie pagina 79.)
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van de printerdriver. (Zie
pagina 80.)
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk. (Zie pagina 81.)
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Zie
pagina 81.)
Ik gebruik beveiligingssoftware. (Zie pagina 84.)
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. (Zie pagina 84.)
78
Problemen oplossen
7
Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien.
VraagInterfaceOplossing
Mijn machine krijgt geen
verbinding tijdens de
draadloze instelling.
Zijn uw
beveiligingsinstellingen
(SSID/netwerksleutel)
correct?
Gebruikt u MACadresfiltering?
Is de afgeschermde
modus geactiveerd op uw
WLAN-toegangspunt/router? (de SSID wordt
niet verzonden)
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar ik
slaag er niet in de
draadloze configuratie te
voltooien. Kan ik nog iets
anders proberen?
draadloosSchakel uw draadloze router uit en daarna weer in. Probeer vervolgens de
draadloze instellingen opnieuw te configureren.
draadloos Controleer en kies indien nodig de correcte beveiligingsinstellingen.
• Het is mogelijk dat de naam van de fabrikant of het modelnummer
van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router wordt gebruikt als de
standaardbeveiligingsinstellingen.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLANtoegangspunt/WLAN-router voor informatie over het vinden van de
beveiligingsinstellingen.
• Vraag hulp aan de fabrikant van uw WLAN-toegangspunt/WLANrouter of aan uw internetprovider of netwerkbeheerder.
Zie Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor
HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 96 voor meer informatie
over SSID en netwerksleutels.
draadloosControleer of het MAC-adres van de Brother-machine toegestaan is in de
filter. U kunt het MAC-adres vinden via het bedieningspaneel van de
Brother-machine. (Zie Functietabel en standaardinstellingenuu pagina 43.)
draadloos U moet de correcte SSID-naam of netwerksleutel handmatig invoeren.
Controleer de SSID-naam of de netwerksleutel in de gebruiksaanwijzing
van uw WLAN-toegangspunt/-router en herconfigureer de draadloze
netwerkinstellingen. (Raadpleeg Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegevenuu pagina 20 voor meer informatie hierover.)
draadloosGebruik de Reparatietool voor netwerkaansluiting. Raadpleeg De Brother-
machine kan niet afdrukken via het netwerk. De Brother-machine wordt niet
gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd.
uu pagina 81.
79
Problemen oplossen
7
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van de printerdriver.
VraagInterfaceOplossing
Is uw machine verbonden
met het netwerk en heeft
het een geldig IP-adres?
Gebruikt u
beveiligingssoftware?
Is uw Brother-machine te
ver van het WLANtoegangspunt/de WLANrouter geplaatst?
Bevinden er zich obstakels
(muren, meubels enz.)
tussen de machine en het
WLAN-toegangspunt/de
WLAN-router?
Bevindt er zich een
draadloze computer,
Bluetooth-apparaat,
magnetron of digitale
draadloze telefoon in de
buurt van de Brothermachine of het WLANtoegangspunt/de WLANrouter?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
draadloosPlaats de Brother-machine binnen een afstand van ongeveer 3,3 voet (1
draadloosVerplaats uw Brother-machine naar een ruimte zonder obstakels of dichter
draadloosVerwijder alle apparaten uit de buurt van de Brother-machine of het WLAN-
Druk de pagina met printerinstellingen of het netwerkconfiguratierapport af
en controleer of Ethernet Link Status of Wireless Link Status op
Link OK is ingesteld. Zie De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor
HL-5450DN(T)) uu pagina 41 of Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
(Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41.
Als het rapport Failed To Associate of Link DOWN aangeeft, vraagt u uw
netwerkbeheerder of uw IP-adres geldig is.
Kies op het installatiedialoogvenster om opnieuw te zoeken naar de
Brother-machine.
Sta de toegang toe wanneer het waarschuwingsbericht van de
beveiligingssoftware wordt weergegeven tijdens de installatie van de
printerdriver.
Voor meer informatie over beveiligingssoftware, raadpleegt u Ik gebruik
beveiligingssoftware. uu pagina 84.
meter) van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router bij het configureren
van de draadloze netwerkinstellingen.
in de buurt van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router.
toegangspunt/de WLAN-router.
80
Problemen oplossen
7
Opmerking
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk.
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes
werd geïnstalleerd.
VraagInterfaceOplossing
Gebruikt u
beveiligingssoftware?
Wordt er een beschikbaar
IP-adres toegewezen aan
uw Brother-machine?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Raadpleeg Ik gebruik beveiligingssoftware.uu pagina 84.
Controleer het IP-adres en het subnetmasker
Controleer of de IP-adressen en de subnetmaskers van uw computer en
de Brother-machine correct zijn en zich op hetzelfde netwerk bevinden.
Contacteer uw netwerkbeheerder voor meer informatie over het
verifiëren van het IP-adres en het subnetmasker of ga naar het Brother
Solutions Center op http://solutions.brother.com/
(Windows®)
Controleer het IP-adres en het subnetmasker met de Reparatietool voor
netwerkaansluiting.
Gebruik de Reparatietool voor netwerkaansluiting voor het repareren
van de netwerkinstellingen van de Brother-machine. Deze tool zorgt
ervoor dat het correcte IP-adres en subnetmasker toegewezen zijn.
.
Contacteer uw netwerkbeheerder voor meer informatie over het gebruik
van de Reparatietool voor netwerkaansluiting, en volg daarna de
onderstaande stappen:
• (Windows®XP/XP Professional x64
Edition/Windows Vista
®
/Windows®7) U moet zich aanmelden als
beheerder.
• Zorg ervoor dat de Brother-machine ingeschakeld is en met hetzelfde
netwerk is verbonden als uw computer.
81
Problemen oplossen
7
Opmerking
Opmerking
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk.
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes
werd geïnstalleerd. (Vervolg)
VraagInterfaceOplossing
Wordt er een beschikbaar
IP-adres toegewezen aan
uw Brother-machine?
(vervolg)
bedraad/
draadloos
1 (Windows
Klik op de knop Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires en
Windows Verkenner en vervolgens op Deze computer (Computer).
(Windows Vista
Klik op de knop en Computer.
2 Dubbelklik op Lokaal station (C:), Program Files of
Program Files (x86) voor gebruikers van het 64 bit-OS, Browny02,
Brother, BrotherNetTool.exe om het programma te starten.
Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven,
(Windows Vista
(Windows
(Windows Server
OK.
3 Volg de instructies op het scherm.
®
XP, Windows Server®2003/2008)
®
/Windows®7)
®
) Klik op Doorgaan.
®
7) Klik op Ja.
®
2008) Voer het wachtwoord in en klik vervolgens op
4 Controleer de diagnose door de pagina met printerinstellingen of het
netwerkconfiguratierapport af te drukken. Zie De pagina met
printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T)) uu pagina 41 of Het
netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor HL-5470DW(T) en
HL-6180DW(T)) uu pagina 41.
Het Reparatietool voor netwerkaansluiting start automatisch als u het
vakje Hersteltool van de netwerkverbinding inschakelen aanvinkt
met behulp van Status Monitor. Klik met de rechtermuisknop op het
scherm Status Monitor, klik op Opties, Details en klik vervolgens op het
tabblad Diagonse. Dit wordt niet aangeraden wanneer de
netwerkbeheerder het IP-adres heeft ingesteld op statisch, omdat dit
automatisch het IP-adres zal wijzigen.
Als het correcte IP-adres en subnetmasker nog steeds niet toegewezen zijn
na het gebruik van de Reparatietool voor netwerkaansluiting, vraagt u meer
informatie aan uw netwerkbeheerder of gaat u naar het Brother Solutions
Center op http://solutions.brother.com/
.
82
Problemen oplossen
7
De Brother-machine kan niet afdrukken via het netwerk.
De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes
werd geïnstalleerd. (Vervolg)
VraagInterfaceOplossing
Is de vorige afdruktaak
mislukt?
bedraad/
draadloos
Verwijder de mislukte afdruktaak uit de afdrukwachtrij van uw computer
als deze nog steeds aanwezig is.
Dubbelklik op het printerpictogram in de volgende map en kies
vervolgens Alle documenten annuleren in het menu Printer:
(Windows
®
XP/Windows Server® 2003)
Start en Printers en faxapparaten.
(Windows Vista
®
)
, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en daarna Printers.
®
(Windows
7)
, Apparaten en printers en daarna Printers en faxapparaten.
®
(Windows Server
2008)
Verbindt u de Brothermachine draadloos met
het netwerk?
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar de
Brother-machine drukt niet
af. Kan ik nog iets anders
proberen?
Start, Configuratiescherm en Printers.
draadloos Druk het WLAN-rapport af om de status van de draadloze verbinding te
controleren. (Raadpleeg Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 42 voor informatie over
het afdrukken.)
Als er een foutcode wordt vermeld op het afgedrukte WLAN-rapport,
raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen.
Raadpleeg De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk
tijdens de installatie van de printerdriver. uu pagina 80.
bedraad/
Verwijder de printerdriver en installeer deze opnieuw.
draadloos
83
Problemen oplossen
7
Ik gebruik beveiligingssoftware.
VraagInterfaceOplossing
Hebt u ervoor gekozen het
dialoogvenster met de
veiligheidswaarschuwing
te accepteren tijdens de
installatie van de
printerdriver, het
opstartproces van de
applicatie of bij het gebruik
van de functies voor
afdrukken?
Ik wil weten welk
poortnummer ik nodig heb
voor de instellingen van de
beveiligingssoftware.
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Als u er niet voor hebt gekozen om het dialoogvenster met de
veiligheidswaarschuwing te accepteren, is het mogelijk dat de
firewallfunctie van uw beveiligingssoftware de toegang verhindert. Het is
ook mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware de toegang blokkeert
zonder een dialoogvenster met een veiligheidswaarschuwing weer te
geven. Om de toegang toe te staan, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing
van uw beveiligingssoftware of neemt u contact op met de fabrikant.
De volgende poortnummers worden gebruikt voor Brother-netwerkfuncties:
Printen via het netwerk
BRAdmin Light1 i Poortnummer 161 / Protocol UDP
1
Alleen Windows®.
Voor meer informatie over het openen van de poort raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de beveiligingssoftware of neemt u contact op met
de fabrikant.
1
i Poortnummer 161 en 137 / Protocol UDP
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken.
VraagInterfaceOplossing
Is de Brother-machine, het
toegangspunt/de router of
de netwerkhub
ingeschakeld?
Waar kan ik de
netwerkinstellingen van
mijn Brother-machine
vinden, zoals het IPadres?
Hoe kan ik de linkstatus
van mijn Brother-machine
controleren?
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
bedraad/
draadloos
Zorg ervoor dat u alle instructies van Controleer eerst het volgende:uu pagina 78 hebt gecontroleerd.
Druk de pagina met printerinstellingen of het netwerkconfiguratierapport af.
Zie De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor HL-5450DN(T))
uu pagina 41 of Het netwerkconfiguratierapport afdrukken (Voor
HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41.
Druk de pagina met printerinstellingen of het netwerkconfiguratierapport af
en controleer of Ethernet Link Status of Wireless Link Status op
Link OK is ingesteld. Zie De pagina met printerinstellingen afdrukken (voor
HL-5450DN(T)) uu pagina 41 of Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
(Voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T)) uu pagina 41.
Als de Link Status Link DOWN of Failed To Associate weergeeft, begint
u opnieuw met Controleer eerst het volgende:uu pagina 78.
84
Problemen oplossen
7
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. (Vervolg)
VraagInterfaceOplossing
Kunt u de Brother-machine
pingen vanaf uw
computer?
Maakt de Brother-machine
verbinding met het
draadloze netwerk?
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd
en geprobeerd, maar ik
ervaar nog steeds
problemen. Kan ik nog iets
anders proberen?
bedraad/
draadloos
Ping de Brother-machine vanaf uw computer via het IP-adres of de naam
van het knooppunt.
Gelukt i Uw Brother-machine werkt correct en is verbonden met
hetzelfde netwerk als uw computer.
Mislukt i Uw Brother-machine is niet verbonden met hetzelfde netwerk
als uw computer.
(Windows
®
)
Contacteer uw netwerkbeheerder en gebruik de Reparatietool voor
netwerkaansluiting om het IP-adres en het subnetmasker automatisch
te herstellen. Raadpleeg (Windows
subnetmasker met de Reparatietool voor netwerkaansluiting. bij Wordt
er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine?
uu pagina 81 voor meer informatie over de Reparatietool voor
netwerkaansluiting.
(Macintosh)
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker correct ingesteld zijn.
Zie Controleer het IP-adres en het subnetmasker bij Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine?uu pagina 81.
draadloosDruk het WLAN-rapport af om de status van de draadloze verbinding te
controleren. Voor meer informatie over het afdrukken, raadpleegt u Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))uu pagina 42. Als er een foutcode wordt vermeld op het afgedrukte
WLAN-rapport, raadpleegt u uu Installatiehandleiding:
Problemen oplossen.
bedraad/
draadloos
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/WLANrouter voor meer informatie over het vinden van de SSID en de
netwerksleutel, en deze correct in te stellen. Raadpleeg Zijn uw
beveiligingsinstellingen (SSID/netwerksleutel) correct? bij Ik kan de
configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien. uu pagina 79 voor
meer informatie over de SSID en de netwerksleutel.
®
) Controleer het IP-adres en het
85
Paragraaf II
Verklarende woordenlijst Netwerk
Typen netwerkverbindingen en protocollen87
De machine configureren voor een netwerk92
Termen en concepten voor draadloze netwerken
(voor HL-5470DW(T) en HL-6180DW(T))
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows
Beveiligingsvoorschriften en -concepten103
®
100
II
96
8
Typen netwerkverbindingen en
8
protocollen
Typen netwerkverbinding8
Voorbeeld van een bedrade netwerkaansluiting8
Peer-to-peer-afdrukken via TCP/IP8
In een peer-to-peer-omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er
is geen centrale server die toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
TCP/IPTCP/IP
8
1 Router
2 Netwerkmachine (uw machine)
In een kleiner netwerk van twee of drie computers bevelen wij de peer-to-peer-afdrukmethode aan, omdat
peer-to-peer makkelijker is te configureren dan de op het netwerk gedeelde afdrukmethode. Raadpleeg
Op een netwerk gedeelde printeruu pagina 88.
Elke computer dient het TCP/IP-protocol te gebruiken.
Voor de machine van Brother moet een geschikt IP-adres worden geconfigureerd.
Als u een router gebruikt, moet het gateway-adres worden geconfigureerd op zowel de computers als de
machine van Brother.
87
Typen netwerkverbindingen en protocollen
8
Op een netwerk gedeelde printer8
In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een
dergelijke computer wordt vaak een "server" of een "afdrukserver" genoemd. Hij beheert het afdrukken van
alle taken.
1 Client-computer
2 Ook wel "server" of "afdrukserver" genoemd
3 TCP/IP, USB of parallel (waar beschikbaar)
4 Netwerkmachine (uw machine)
In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
De "server" of "afdrukserver" moet het TCP/IP-afdrukprotocol gebruiken.
Voor de machine van Brother moet een geschikt IP-adres zijn geconfigureerd, tenzij de machine via de
USB- of de parallelle interface op de server is aangesloten.
88
Typen netwerkverbindingen en protocollen
8
Opmerking
Opmerking
Protocollen8
TCP/IP-protocollen en -functies8
Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden
overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten.
De afdrukserver die met de Brother-machine wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (TCP/IP =
Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
TCP/IP is de populairste verzameling protocollen en wordt bijvoorbeeld gebruikt voor communicatie via
®
internet en e-mail. Dit protocol kan met de meeste besturingssystemen worden gebruikt, zoals Windows
®
Windows Server
, Mac OS X en Linux®. Op deze machine van Brother zijn de volgende TCP/IP-protocollen
beschikbaar.
• U kunt de protocolinstellingen configureren met de HTTP-interface (webbrowser). (Zie De instellingen van
de machine configureren met Beheer via een webbrowseruu pagina 46.)
• Raadpleeg Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties uu pagina 107 voor meer informatie over
de protocollen die worden gebruikt door uw Brother-machine.
,
• Raadpleeg Beveiligingsprotocols uu pagina 104 voor meer informatie over ondersteunde
beveiligingsprotocols.
DHCP/BOOTP/RARP8
Bij gebruik van de protocollen DHCP/BOOTP/RARP kan het IP-adres automatisch worden geconfigureerd.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de DHCP/BOOTP/RARP-protocollen wilt gebruiken.
APIPA8
Als u het IP-adres niet handmatig (met het bedieningspaneel (voor LCD-modellen) van de machine of de
software BRAdmin) of automatisch (met een DHCP/BOOTP/RARP-server) toewijst, zal het APIPA-protocol
(APIPA = Automatic Private IP Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen uit het bereik 169.254.1.0 tot
169.254.254.255.
ARP8
Het Address Resolution Protocol koppelt een IP-adres aan een MAC-adres in een TCP/IP-netwerk.
DNS-client8
De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (DNS = Domain Name System). Met deze
functie kan de afdrukserver met gebruikmaking van zijn eigen DNS-naam met andere apparaten
communiceren.
89
Typen netwerkverbindingen en protocollen
8
Opmerking
Opmerking
NetBIOS name resolution8
Met Network Basic Input/Output System name resolution kunt u tijdens de netwerkverbinding het IP-adres
verkrijgen van het andere toestel op basis van zijn NetBIOS-naam.
WINS8
Windows® Internet Name Service is een informatieverstrekkende dienst voor de NetBIOS-naamresolutie,
waarbij een IP-adres en een NetBIOS-naam in het lokale netwerk worden geconsolideerd.
LPR/LPD8
Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken.
SMTP-client8
De SMTP-client (SMTP = Simple Mail Transfer Protocol ) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet
te versturen.
Custom Raw Port (Standaard Port 9100)8
Nog een algemeen gebruikt afdrukprotocol op TCP/IP-netwerken. Hiermee is interactieve
gegevensoverdracht mogelijk.
IPP8
Het Internet Printing Protocol (IPP versie 1.0) stelt u in staat documenten via het internet rechtstreeks naar
een beschikbare machine af te drukken.
Raadpleeg Beveiligingsprotocolsuu pagina 104 voor meer informatie over het IPPS-protocol.
mDNS8
Met mDNS kan een afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een Applesysteem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS X is ingesteld.
TELNET8
Het TELNET-protocol stelt u in staat om de netwerkapparaten op een TCP/IP-netwerk te bedienen via uw
computer.
SNMP8
Het SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt voor het beheren van netwerkapparaten
zoals computers, routers en netwerkklare machines van Brother. De afdrukserver van Brother ondersteunt
SNMPv1, SNMPv2c en SNMPv3.
Raadpleeg Beveiligingsprotocolsuu pagina 104 voor meer informatie over het SNMPv3-protocol.
90
Typen netwerkverbindingen en protocollen
8
Opmerking
LLMNR8
Het LLMNR-protocol (Link-Local Multicast Name Resolution) zet de namen van naburige computers om als
het netwerk geen DNS-server (Domain Name System) heeft. De functie LLMNR Responder werkt in zowel
de IPv4- als IPv6-omgeving bij gebruik van een computer die over de functie LLMNR Sender beschikt, zoals
®
een computer met Windows Vista
en Windows®7.
Web Services8
Met het protocol Web Services kunnen gebruikers van Windows Vista® of Windows®7 de afdrukdrivers
installeren door met de rechtermuisknop te klikken op het symbool van de machine vanuit de map Netwerk.
®
(Zie Drivers installeren die gebruikt worden voor afdrukken via Web Services (Windows Vista
®
Windows
7) uu pagina 100.) Met Web Services kunt u bovendien vanaf uw computer de huidige status van
en
de machine controleren.
HTTP8
Het HTTP-protocol wordt gebruikt voor het versturen van gegevens tussen een webserver en een
webbrowser.
Raadpleeg Beveiligingsprotocolsuu pagina 104 voor meer informatie over het HTTPS-protocol.
SNTP8
Het Simple Network Time Protocol wordt gebruikt om computerklokken op een TCP/IP-netwerk te
synchroniseren. U kunt de SNTP-instellingen configureren met Beheer via een webbrowser. (Raadpleeg Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowseruu pagina 51 voor meer informatie.)
CIFS8
Het Common Internet File System is de standaardmanier waarop pc-gebruikers bestanden en printers delen
®
in Windows
.
IPv68
IPv6 is het internetprotocol van de nieuwe generatie. Kijk voor meer informatie over het IPv6-protocol op de
modelpagina van de machine die u gebruikt op http://solutions.brother.com/
.
91
9
Opmerking
De machine configureren voor een
9
netwerk
IP-adressen, subnetmaskers en gateways9
Als u de machine in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het
subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische
netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en gatewayadres worden geconfigureerd.
IP-adres9
Een IP-adres is een reeks cijfers die elk apparaat identificeert dat op het netwerk is aangesloten. Een IP
-adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de
0 en 255.
Voorbeeld: in een klein netwerk zou u normaal gesproken het laatste cijfer wijzigen.
• 192.168.1.1
• 192.168.1.2
• 192.168.1.3
9
Hoe het IP-adres aan de afdrukserver wordt toegewezen:9
Als u een DHCP/BOOTP/RARP-server in uw netwerk hebt, zal de afdrukserver het IP-adres automatisch via
deze server ontvangen.
Op kleinere netwerken kan de DHCP-server ook de router zijn.
Raadpleeg de volgende pagina's voor informatie over DHCP, BOOTP en RARP:
DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres uu pagina 108.
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres uu pagina 110.
RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres uu pagina 109.
Als er geen DHCP/BOOTP/RARP-server beschikbaar is, zal het APIPA-protocol (Automatic Private IP
Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen binnen het bereik 169.254.1.0 tot 169.254.254.255.
Raadpleeg APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adresuu pagina 110 voor meer informatie
over APIPA.
92
De machine configureren voor een netwerk
9
Subnetmasker9
Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie.
Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2
•Computer 1
IP-adres: 192.168.1.2
Subnetmasker: 255.255.255.000
•Computer 2
IP-adres: 192.168.1.3
Subnetmasker: 255.255.255.000
Wanneer er een 0 voorkomt in het subnetmasker, betekent dit dat er geen limiet bestaat voor communicatie
op dit deel van het adres. In het bovenstaande voorbeeld betekent dit dat we kunnen communiceren met alle
apparaten die een IP-adres hebben dat begint met 192.168.1.x (x. staat voor een nummer tussen 0 en 255).
Gateway (en router)9
Een gateway is een netwerkpunt dat fungeert als een ingang naar een ander netwerk en dat gegevens die
via het netwerk worden doorgegeven naar de juiste bestemming stuurt. De router weet waarheen gegevens
die via de gateway binnenkwamen, geleid moeten worden. Als een bestemming zich op een extern netwerk
bevindt, geeft de router gegevens aan het externe netwerk door. Wanneer uw netwerk met andere netwerken
communiceert, zult u wellicht ook het IP-adres van de gateway moeten configureren. Als u het IP-adres van
de gateway niet kent, kunt u dit bij uw netwerkbeheerder opvragen.
93
De machine configureren voor een netwerk
9
IEEE 802.1x-verificatie9
IEEE 802.1x is een IEEE-standaard voor bedrade en draadloze netwerken die de toegang van onbevoegde
netwerkapparaten verhindert. Uw Brother-machine (aanvrager) verstuurt een verificatieaanvraag naar een
RADIUS-server (verificatieserver) via uw toegangspunt (verificator). Nadat uw aanvraag werd geverifieerd
door de RADIUS-server, krijgt uw machine toegang tot het netwerk.
Verificatiemethoden9
LEAP (voor draadloos netwerk)
Cisco Systems, Inc. heeft Cisco LEAP (Lightweight Extensible Authentication Protocol) ontwikkeld dat
gebruik maakt van een gebruikersidentificatie en wachtwoord voor de verificatie.
EAP-FAST
Cisco Systems, Inc. heeft EAP-FAST (Extensible Authentication Protocol-Flexible Authentication via
Secured Tunneling) ontwikkeld dat gebruik maakt van een gebruikersidentificatie en wachtwoord voor de
verificatie, en van symmetrische sleutelalgoritmes voor het verkrijgen van een getunneld verificatieproces.
De Brother-machine ondersteunt de volgende inwendige verificatiemethoden:
• EAP-FAST/NONE
• EAP-FAST/MS-CHAPv2
• EAP-FAST/GTC
EAP-MD5 (voor bedraad netwerk)
EAP-MD5 (Extensible Authentication Protocol-Message Digest Algorithm 5) maakt gebruik van een
gebruikersidentificatie en een wachtwoord voor vraag-antwoordverificatie.
PEAP
PEAP (Protected Extensible Authentication Protocol) werd ontwikkeld door Microsoft Corporation, Cisco
Systems en RSA Security. PEAP creëert een versleutelde SSL (Secure Sockets Layer)/TLS (Transport
Layer Security)-tunnel tussen een client en een verificatieserver voor het verzenden van een
gebruikersidentificatie en wachtwoord. PEAP zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en
de client.
De machine van Brother ondersteunt de volgende inwendige verificatiemethoden:
• PEAP/MS-CHAPv2
• PEAP/GTC
94
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.