Brother DCP-8250DN User Manual [nl]

Uitgebreide gebruikershandleiding
DCP-8250DN
Versie 0
DUT/BEL-DUT

Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?

Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product veligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken,
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Hier vindt u meer informatie over de basis-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.
Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.
scannen, netwerkscannen en het gebruik van Brother ControlCenter.
over bedrade netwerkinstellingen en beveiligingsinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen voor uw machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Gedrukt / in de verpakking
Gedrukt / in de verpakking
PDF-bestand / installatie-cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / installatie-cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / installatie-cd-rom / in de verpakking
PDF-bestand / installatie-cd-rom / in de verpakking
Google cloud print handleiding
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
i
Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van Google Cloud Print-services om af te drukken via het internet vanaf apparaten die gebruik maken van Gmail™ voor mobiel, GOOGLE DOCS™ voor mobiel en toepassingen voor het Chrome­besturingssysteem.
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken van JPEG- en
1
-bestanden vanaf een mobiel
PDF apparaat en scannen vanaf uw Brother­machine naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand /
Brother Solutions Center
PDF-bestand /
Brother Solutions Center
2
2
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding Web Connect
In deze handleiding vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.
1
Afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund door een Windows® Phone.
2
Kijk op http://solutions.brother.com/.
PDF-bestand /
Brother Solutions Center
2
ii

Inhoudsopgave

1 Algemene instellingen 1
Opslag in het geheugen.........................................................................................1
Automatische zomer-/
wintertijd..............................................................................................................1
Ecologische functies..............................................................................................2
Tonerbespaarstand .........................................................................................2
Slaaptijd ...........................................................................................................2
Stand diepe slaap ............................................................................................3
Stroomuitschakelstand ....................................................................................3
Functie van de stille stand .....................................................................................4
Stille stand .......................................................................................................4
LCD-scherm...........................................................................................................4
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen....................................4
De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting......................................5
2 Beveiligingsfuncties 6
Secure Function Lock 2.0 ......................................................................................6
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen............................................7
De modus openbare gebruiker instellen en wijzigen .......................................8
Beperkte gebruikers instellen en wijzigen .......................................................9
Beveiligd functieslot aan-/
uitzetten .....................................................................................................11
Gebruikers omschakelen ...............................................................................12
Instelslot...............................................................................................................13
Het wachtwoord instellen...............................................................................13
Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen ..................................................14
Instelslot in-/uitschakelen ..............................................................................14
3 Het adresboek gebruiken 15
Bijkomende manieren om nummers op te slaan .................................................15
Groepen voor groepsverzenden instellen ......................................................15
Opties voor het instellen van groepen ...........................................................17
De e-mailadressen van de groep wijzigen.....................................................19
Groepsnummers verwijderen ........................................................................20
4 Rapporten afdrukken 21
Rapporten ............................................................................................................21
Een rapport afdrukken ...................................................................................21
iii
5Kopiëren 22
Kopieerinstellingen .............................................................................................. 22
Kopiëren onderbreken...................................................................................22
Kopieerkwaliteit verbeteren ...........................................................................22
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................23
Duplexkopiëren (dubbelzijdig) ....................................................................... 24
Ladeselectie ..................................................................................................25
De helderheid en het contrast aanpassen..................................................... 26
Kopieën sorteren ...........................................................................................26
N op 1-kopieën maken (paginalay-out) .........................................................27
Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 .....................................................................28
De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen .......................29
Alle kopieerinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen .................... 29
Uw favorieten instellen ..................................................................................30
A Routineonderhoud 31
De machine reinigen en controleren....................................................................31
De paginatellers controleren..........................................................................32
De resterende levensduur van onderdelen controleren ................................32
Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen....................................................33
De machine inpakken en vervoeren....................................................................34
BOpties 37
Optionele papierlade (LT-5400)...........................................................................37
Geheugenbord.....................................................................................................37
SO-DIMM-types.............................................................................................37
Extra geheugen installeren ............................................................................38
C Verklarende woordenlijst 40
DIndex 41
iv
v
1
1

Algemene instellingen 1

Opslag in het geheugen

Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen, en gaan niet verloren in geval van een stroomstoring. Tijdelijke instellingen (bijvoorbeeld contrast) gaan wel verloren. Tijdens een stroomstoring worden de datum en de tijd tot 60 uur in het geheugen bewaard.
Automatische zomer-/
1
wintertijd
U kunt de machine zo instellen dat de zomer­/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven. Druk op Stand.instel..
c Druk op Datum&Tijd. d Druk op Aut. zomertijd. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
1
1
Hoofdstuk 1
Opmerking

Ecologische functies 1

Tonerbespaarstand 1

Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
d Druk op Toner besparen. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen.
We raden u af de tonerbespaarstand te gebruiken voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen in grijstinten.

Slaaptijd 1

Door de slaapstand te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine is uitgeschakeld. De machine wordt geactiveerd en begint af te drukken wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand.
De timer zal herstarten als er een handeling wordt uitgevoerd op de machine, zoals een afdruktaak ontvangen of een kopie maken. De standaardinstelling is 3 minuten.
Wanneer de machine overschakelt naar de slaapstand, wordt de achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
2
d Druk op Tijd slaapstand. e Voer met behulp van de kiestoetsen op
het Touchscreen in hoe lang (0-90 minuten) de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over te schakelen. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instellingen
1
Opmerking

Stand diepe slaap 1

Als de machine zich in de slaapstand bevindt en gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten ontvangt, schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap. In de diepe slaapstand wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand. De machine wordt geactiveerd wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
Wanneer de diepe slaapstand geactiveerd is op de machine, is de achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld en is de Home-toets gedimd.
Als er beveiligde afdrukgegevens aanwezig zijn in de machine, schakelt deze niet over naar de diepe slaapstand.

Stroomuitschakelstand 1

Als de stand diepe slaap gedurende 4 uur geactiveerd is, schakelt de machine automatisch over naar de stroomuitschakelstand en licht de Home­toets lichtgroen op. In de stroomuitschakelstand verbruikt de machine het minste energie (ongeveer 0,45 W). Druk op het aanraakscherm om de machine te activeren.
U kunt de stroomuitschakelstand in- of uitschakelen door de volgende stappen te volgen:
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Ecologie weer te
geven. Druk op Ecologie.
d Druk op Aut. uitschak.. e Druk op Aan of Uit. f Druk op Stop/Eindigen
De machine schakelt niet over naar de stroomuitschakelstand wanneer deze aangesloten is op een bedraad netwerk of wanneer er beveiligde afdrukgegevens aanwezig zijn in het geheugen.
3
Hoofdstuk 1

Functie van de stille stand 1

Stille stand 1

Door de stille stand te gebruiken, kunt u het lawaai tijdens het afdrukken verminderen. Wanneer Stille modus Aan staat, daalt de afdruksnelheid. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Stille modus weer
te geven. Druk op Stille modus.
d Druk op Aan of Uit. e Druk op Stop/Eindigen.

LCD-scherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

U kunt de helderheid van de LCD­achtergrondverlichting aanpassen. Als u het LCD-scherm moeilijk kunt lezen, kunt u dit oplossen door de helderheidsinstelling te wijzigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven. Druk op LCD instell..
d Druk op Schermverlicht. e Druk op Licht, Half of Donker. f Druk op Stop/Eindigen.
4
1

De dimtimer instellen voor de achtergrondverlichting 1

U kunt instellen hoe lang de LCD­achtergrondverlichting ingeschakeld blijft nadat u terugkeert naar het scherm Gereed.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven. Druk op LCD instell..
d Druk op Lichtdim-timer. e Druk op 10 Sec., 20 Sec., 30 Sec.
of Uit.
Algemene instellingen
f Druk op Stop/Eindigen.
5
2
Opmerking

Beveiligingsfuncties 2

Secure Function Lock 2.0

Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u openbare toegang tot de volgende machinefuncties:
Kopie
Scannen
Direct afdrukken
Afdrukken
Paginalimiet
Web Connect
1
Scannen omvat scanopdrachten verzonden via Brother iPrint&Scan.
2
Afdrukken omvat afdruktaken via Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
3
Paginalimiet wordt geconfigureerd met behulp van Beheer via een webbrowser.
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de gebruikersgedefinieerde standaardinstellingen wijzigen.
1
2
3
2
• U kunt het beveiligd functieslot handmatig instellen via het bedieningspaneel of met Beheer via een webbrowser of met BRAdmin Professional 3 (uitsluitend
Windows functie in te stellen met Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3
(alleen Windows Netwerkhandleiding)
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
®
). Wij raden u aan om deze
®
). (uu
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
Toegang tot beperkte handelingen kan worden geactiveerd door het creëren van een beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers moeten een wachtwoord invoeren om de machine te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met de klantendienst van Brother voor informatie over het resetten van het wachtwoord.
6
Beveiligingsfuncties
2
Opmerking

Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen 2

Het wachtwoord instellen 2
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en om het Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. (Zie Beperkte gebruikers instellen en wijzigen
uu pagina 9 en Beveiligd functieslot aan-/ uitzetten uu pagina 11.)
Schrijf het beheerderswachtwoord op een geheime plaats op. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD­scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in. Als u het wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met uw Brother-leverancier voor service.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
Het wachtwoord wijzigen 2
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Wachtw. inst.. f Toets het opgeslagen viercijferige
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Toets een viercijferig nummer voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
h Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
d Druk op Functieslot. e Toets een viercijferig nummer voor het
f Voer het wachtwoord opnieuw in
g Druk op Stop/Eindigen.
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
7
Hoofdstuk 2

De modus openbare gebruiker instellen en wijzigen 2

De modus openbare gebruiker beperkt de functies die beschikbaar zijn voor openbare gebruikers. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot de functies die via deze instelling beschikbaar zijn. U kunt een openbare gebruiker instellen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een openbare gebruiker in te
stellen, drukt u als volgt op Activeren of Deactiveren voor elke handeling: druk op Kopie. Druk dan op Activeren of Deactiveren. Als u Kopie hebt ingesteld, herhaalt u deze stappen voor Scan, Direct afdrukken, Afdrukken en Web Connect.
Om de instellingen voor openbare
gebruikers te wijzigen, drukt u op a of b om de instelling weer te geven die
u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op Activeren of Deactiveren. Herhaal deze stap tot u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
i Druk op Stop/Eindigen.
f Toets het beheerderswachtwoord in met
behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Druk op a of b om Openbaar weer te
geven. Druk op Openbaar.
8
Beveiligingsfuncties
2
Opmerking

Beperkte gebruikers instellen en wijzigen 2

U kunt gebruikers met een wachtwoord instellen en de voor hen beschikbare functies beperken. U kunt met Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3
(alleen Windows beperkte rechten instellen, zoals paginateller of de aanmeldnaam van de pc-gebruiker. (uu Netwerkhandleiding) U kunt tot 25 beperkte gebruikers instellen.
Beperkte gebruikers instellen 2
®
) meer geavanceerde
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen. f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
j Om een beperkte gebruiker in te stellen,
drukt u als volgt op Activeren of Deactiveren voor elke handeling: druk op Kopie. Druk dan op Activeren of Deactiveren. Als u Kopie hebt ingesteld, herhaalt u deze stappen voor Scan, Direct afdrukken, Afdrukken en Web Connect.
k Druk op en herhaal stappen g tot
j om elke extra gebruiker en elk extra
wachtwoord in te voeren.
l Druk op Stop/Eindigen.
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
De gebruikersnaam, het wachtwoord of de instellingen wijzigen voor beperkte gebruikers
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
2
g Druk op a of b om GebruikerXX weer
h Toets de gebruikersnaam in met behulp
i Toets een viercijferig
te geven. Druk op GebruikerXX.
van de toetsen op het Touchscreen. (uu Beknopte gebruikershandleiding: Tekst invoeren) Druk op OK.
gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen. f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen weer te geven. Druk op de gebruikersnaam.
9
Hoofdstuk 2
Opmerking
h Druk op Wijzigen.
Om de gebruikersnaam te wijzigen, voert u een nieuwe gebruikersnaam in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. (uu Beknopte gebruikershandleiding: Tekst invoeren) Druk op OK.
i Om het wachtwoord te wijzigen, voert u
een nieuw viercijferig gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
j Om de instellingen voor een beperkte
gebruiker te wijzigen, drukt u op a of b om de instelling weer te geven die u wilt wijzigen. Druk op de instelling en druk vervolgens op Activeren of Deactiveren. Herhaal deze stap tot u klaar bent met het doorvoeren van wijzigingen.
k Druk op Stop/Eindigen.
g Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen te resetten. Druk op de gebruikersnaam.
h Druk op Reset. i Druk op Ja om de bestaande beperkte
gebruiker te resetten.
j Druk op Stop/Eindigen.
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
Bestaande beperkte gebruikers resetten 2
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Id instellen. f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
10
Beveiligingsfuncties
2
Opmerking

Beveiligd functieslot aan-/ uitzetten 2

Beveiligd functieslot aanzetten
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot. e Druk op Slot UitAan. f Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitzetten
a Druk op Openbaar of xxxxx (waarbij
xxxxx de gebruikersnaam is).
b Druk op Slot AanUit. c Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in.
11
Hoofdstuk 2
Opmerking
Opmerking

Gebruikers omschakelen 2

Met deze instelling kunt u schakelen tussen de geregistreerde gebruikers met beperkte rechten of de openbare modus als het beveiligd functieslot is ingeschakeld.
De modus beperkte gebruiker wijzigen
a Druk op Openbaar of xxxxx (waarbij
xxxxx de gebruikersnaam is). Druk op WijzigGebruiker.
b Druk op a of b om uw gebruikersnaam
weer te geven.
c Druk op uw gebruikersnaam. d Toets het opgeslagen viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
• Als het huidige ID niet gemachtigd is om de gewenste functie te gebruiken, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het LCD-scherm.
De openbare modus wijzigen
a Druk op xxxxx. (waarbij xxxxx de
gebruikersnaam is).
b Druk op Ga naar Openb..
• Als een gebruiker met beperkte rechten klaar is met het gebruik van de machine, schakelt deze binnen een minuut terug naar de openbare modus.
• Als de gewenste functie beperkt is voor alle gebruikers, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het LCD-scherm. De machine keert terug naar de stand Gereed en u hebt dan geen toegang tot de functie die u wilt gebruiken.
• Als er een paginabeperking is ingesteld voor uw ID en u het maximale aantal pagina's al hebt bereikt, wordt Limiet overschreden weergegeven op het LCD-scherm wanneer u gegevens afdrukt. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor het beveiligd functieslot te controleren.
12
Beveiligingsfuncties
2

Instelslot 2

Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machine­instellingen wijzigen.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw beheerder of met de klantendienst van Brother.
Terwijl het Instelslot Aan is, hebt u geen toegang tot de knop Menu en kunt u de nummers in het adresboek niet bewerken. U kunt wel nog de knop Adresboek gebruiken om e-mailberichten te sturen naar eerder opgeslagen nummers.

Het wachtwoord instellen 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk.. e Toets een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
f Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
13
Hoofdstuk 2
01 KOPIE
Instelblokk.Instelblokk.
01.01.2012 11:00
Kopiëren Scannen Web
Veilig
afdrukken
Direct
afdrukken
MenuMenu

Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen 2

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk.. e Druk op Wachtw. inst.. f Toets het opgeslagen viercijferige
wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Toets een viercijferig nummer voor het
nieuwe wachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
h Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.

Instelslot in-/uitschakelen 2

Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u onderstaande instructies volgt, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in.
Instelslot inschakelen
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven. Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven. Druk op Beveiliging.
d Druk op Instelblokk.. e Druk op Slot UitAan. f Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
Het LCD-scherm zal sloten tonen op de knoppen Instelblokk. en Menu.
i Druk op Stop/Eindigen.
14
Instelslot uitschakelen
a Druk op Instelblokk. op het LCD-
scherm.
b Toets het opgeslagen viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
3
3
Opmerking

Het adresboek gebruiken 3

Bijkomende manieren om nummers op te slaan

Groepen voor groepsverzenden instellen 3

Als het vaak voorkomt dat u dezelfde scangegevens naar verschillende e-mailadressen wilt verzenden, kunt u een groep aanmaken.
Groepen worden opgeslagen onder een snelkiesnummer. Iedere groep gebruikt een snelkiesnummer. U kunt vervolgens de e-mail verzenden naar alle nummers in een groep door het snelkiesnummer in te voeren. Druk op E-mail verzenden en druk vervolgens op Start.
Voordat u nummers aan een groep kunt toevoegen, moeten deze als snelkiesnummers worden opgeslagen. U kunt maximaal 20 kleine groepen hebben, of max. 331 nummers voor één grote groep.
Een lijst met beschikbare opties voor het instellen van groepsnummers vindt u in de tabel op pagina 17.
a Druk op (adresboek). b Druk op Bewerken. c Druk op Groepen inst.
(Snelkiezen) afhankelijk van waar u de nieuwe groep wilt opslaan.
De machine kent automatisch een beschikbaar snelkiesnummer toe aan de nieuwe groep.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK om het weergegeven
3
snelkiesnummer te aanvaarden.
Voer een nieuw nummer in met
behulp van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op OK.
e Toets de groepsnaam (tot 15 tekens) in
met behulp van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen. (uu Beknopte gebruikershandleiding: Tekst invoeren) Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK om het weergegeven
groepsnummer te aanvaarden.
Voer een nieuw groepsnummer in
met behulp van de toetsen op het Touchscreen. Druk op OK.
g Om het registratietype en het
bestandstype te selecteren, drukt u op d of c om
E-mail Z/W PDF, E-mail Z/W TIFF, E-mail kleur PDF, E-mail kleur JPEG, E-mail kleur XPS, E-mail grijs PDF, E-mail grijs JPEG, E-mail grijs XPS weer te geven.
Druk op de gewenste optie.
15
Hoofdstuk 3
Opmerking
Opmerking
h Voeg snelkiesnummers toe aan de
groep door het selectievakje te selecteren zodat er een rood vinkje weergegeven wordt. Als u de nummers in alfabetische volgorde wilt weergeven, drukt u op
.
Druk op OK.
Snelkiesnummers beginnen met #.
i Om de scanresolutie te selecteren voor
het groepsnummer, gaat u naar de juiste stap zoals weergegeven in de volgende tabel.
Optie geselecteerd in stap g Ga naar stap
E-mail Z/W PDF
E-mail Z/W TIFF
E-mail kleur PDF
E-mail kleur XPS
E-mail grijs PDF
E-mail grijs XPS
j
kE-mail kleur JPEG
lE-mail grijs JPEG
j Selecteer de resolutie uit 300 dpi,
200 dpi of 200 x 100 dpi.
Als u E-mail Z/W PDF hebt
gekozen, gaat u naar stap m.
k Selecteer de resolutie uit 100 dpi,
200 dpi, 300 dpi, 600 dpi of Automatisch.
Als u E-mail kleur PDF hebt
gekozen, gaat u naar stap m.
Als u E-mail kleur JPEG of
E-mail kleur XPS hebt gekozen,
gaat u naar n.
l Selecteer de resolutie uit 100 dpi,
200 dpi, 300 dpi of Automatisch.
Als u E-mail grijs PDF hebt
gekozen, gaat u naar stap m.
Als u E-mail grijs JPEG of
E-mail grijs XPS hebt gekozen,
gaat u naar n.
m Selecteer het type PDF dat zal worden
gebruikt voor het versturen van e-mails uit PDF, PDF/A, Veilige PDF of Ondert. PDF.
Als u Veilige PDF selecteert, wordt u gevraagd een wachtwoord van vier cijfers (tussen 0 en 9) op de machine in te voeren voordat met scannen wordt begonnen.
n Druk op OK om te bevestigen. o Druk op Stop/Eindigen.
Als u E-mail Z/W TIFF hebt
16
gekozen, gaat u naar stap n.
Het adresboek gebruiken
3

Opties voor het instellen van groepen 3

Het volgende schema toont de bijkomende opties voor het instellen van Groepsnummers. Wanneer u een nummer opslaat, vraagt het LCD-scherm u te kiezen uit de opties die worden weergegeven in de volgende stappen.
Stap 1
Groepslocatie invoeren
Snelkiezen (Naam)
Stap 2
Groepsnaam invoeren
Druk op
OK
Stap 3
Groepsnummer invoeren
(1 tot 20) E-mail Z/W
Stap 4
Registratietype selecteren
(Kiestype)
PDF
E-mail Z/W TIFF
E-mail kleur PDF
E-mail kleur JPEG
E-mail kleur XPS
E-mail grijs PDF
E-mail grijs JPEG
E-mail grijs XPS
Stap 5
Opgeslagen snelkiesnummers toevoegen aan de groep
E-mailadres
Stap 6
Resolutie selecteren
300 dpi 200 dpi 200 x 100 dpi
300 dpi 200 dpi 200 x 100 dpi
100 dpi 200 dpi 300 dpi 600 dpi Automatisch
100 dpi 200 dpi 300 dpi 600 dpi Automatisch
100 dpi 200 dpi 300 dpi 600 dpi Automatisch
100 dpi 200 dpi 300 dpi Automatisch
100 dpi 200 dpi 300 dpi Automatisch
100 dpi 200 dpi 300 dpi Automatisch
, ,
, ,
, , , ,
, , , ,
, , , ,
, , ,
, , ,
, , ,
Stap 7
Bestandstype selecteren
PDF, PDF/A Veilige PDF Ondert. PDF
-
PDF, PDF/A Veilige PDF Ondert. PDF
-
-
PDF, PDF/A Veilige PDF Ondert. PDF
-
-
,
,
,
,
,
,
17
Hoofdstuk 3
Opmerking
• PDF/A is een PDF-bestandsindeling voor langetermijnopslag. Deze indeling bevat alle nodige informatie om het document opnieuw te kunnen opvragen na een lange opslagtermijn.
• Secure PDF is een PDF-bestandsindeling die beveiligd is met een wachtwoord.
• Een Signed PDF is een PDF-bestandsindeling die knoeien met gegevens en het zich vals voordoen als een auteur helpt te voorkomen door een digitaal certificaat te integreren in het document. Als u kiest voor Signed PDF, moet u een certificaat installeren op uw machine met behulp van Beheer via een webbrowser. Selecteer Ondertek. PDF bij Beheerder in Beheer via een webbrowser. (Een certificaat installeren uu Netwerkhandleiding)
18
Het adresboek gebruiken
3
Opmerking

De e-mailadressen van de groep wijzigen 3

U kunt een reeds opgeslagen groep wijzigen.
Een groepsnaam, resolutie of PDF-type wijzigen
a Druk op (adresboek). b Druk op Bewerken. c Druk op Wijzigen. d Druk op a of b om de groep die u wilt
wijzigen weer te geven. Druk op de groep.
e U kunt de groepsinstellingen wijzigen:
Als u Naam kiest toetst u de naam
(tot 15 tekens) in met behulp van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op OK.
Als u Resolutie kiest, drukt u op een
van de beschikbare resolutieopties op het LCD-scherm.
Als u PDF-type kiest, drukt u op een
van de beschikbare bestandstypeopties op het LCD­scherm.
De nieuwe instelling wordt weergegeven op het LCD-scherm.
f Wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van wijzigingen aan de groep, drukt u op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Adressen toevoegen aan een groep of verwijderen uit een groep
a Druk op (adresboek). b Druk op Bewerken. c Druk op Wijzigen. d Druk op a of b om de groep die u wilt
wijzigen weer te geven. Druk op de groep.
e Druk op Toev/verw. f Druk op a of b om het nummer weer te
geven dat u wilt toevoegen of verwijderen.
g Druk op het selectievakje van elk
nummer dat u wilt toevoegen om het aan te vinken. Druk op het selectievakje van elk nummer dat u wilt verwijderen om het uit te vinken. Druk op OK om te bevestigen.
h Druk op OK. i Druk op Stop/Eindigen.
De opgeslagen naam wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor onder het teken te plaatsen dat u wilt wijzigen, en drukt u
vervolgens op . Voer het teken opnieuw in.
19
Hoofdstuk 3

Groepsnummers verwijderen 3

U kunt een reeds opgeslagen groepsnummer verwijderen.
a Druk op (adresboek). b Druk op Bewerken. c Druk op Verwijder. d Druk op a of b om de groep die u wilt
verwijderen weer te geven. Druk op het selectievakje van de groep die u wilt verwijderen om deze aan te vinken. Druk op OK.
e Wanneer Gegevens wissen? wordt
weergegeven op het LCD-scherm, voert u één van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja om de groep te
verwijderen.
Druk op Nee om af te sluiten zonder
de groep te verwijderen.
f Druk op Stop/Eindigen.
20
4
4

Rapporten afdrukken 4

Rapporten 4

De volgende rapporten zijn beschikbaar:
1 Journaalrapport
Hiermee kunt u een lijst afdrukken met informatie over de laatste 200 verzonden e-mails. (TX: verzonden.)
2 Gebruikersinst
Drukt een lijst met de huidige instellingen af.
3 Netwerk Conf.
Drukt een lijst met uw netwerkinstellingen af.
4 Drumdot afdrukken
Drukt de drumcontrolepagina af voor het oplossen van problemen met afgedrukte documenten waarop punten te zien zijn.

Een rapport afdrukken 4

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Print lijsten
weer te geven. Druk op Print lijsten.
c Druk op het rapport dat u wilt afdrukken. d Druk op Start. e Druk op Stop/Eindigen.
21
5

Kopiëren 5

Kopieerinstellingen 5

U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende kopie.
Druk op Kopiëren op het Touchscreen en vervolgens op d of c om door de kopieerinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling weergegeven wordt, drukt u op de knop.
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op Start.

Kopiëren onderbreken 5

Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te onderbreken.

Kopieerkwaliteit verbeteren 5

U kunt kiezen uit een serie kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Automatisch.
Automatisch
Auto is de aanbevolen stand voor normale afdrukken. Geschikt voor documenten die zowel tekst als foto's bevatten.
Tekst
Geschikt voor documenten die vooral tekst bevatten.
Foto
Betere kopieerkwaliteit voor foto's.
Grafiek
Geschikt voor het kopiëren van kwitanties.
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in.
22
d Druk op d of c om Kwaliteit weer te
geven. Druk op Kwaliteit.
e Druk op Automatisch, Tekst, Foto
of Grafiek.
f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start.
Kopiëren
5
Opmerking

De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen 5

Volg onderstaande instructies om de volgende kopie te vergroten of te verkleinen:
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om
Vergroten/ Verkleinen weer te geven. Druk op Vergroten/ Verkleinen.
e Druk op 100%, Vergroten,
Verkleinen, Automatisch of Aangepast (25-400%).
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Vergroten of Verkleinen
geselecteerd hebt, drukt u op de gewenste knop voor het vergrotings­of verkleiningspercentage.
Als u Aangepast (25-400%)
geselecteerd hebt, voert u een vergrotings- of verkleiningspercentage in tussen 25% en 400%.
Druk op OK.
Als u 100% of Automatisch
gekozen, gaat u naar g.
1
hebt
100%*
104% EXE LTR
141% A5 A4
200%
50%
70% A4 A5
78% LGL LTR
83% LGL A4
85% LTR EXE
91% Volle pagina
94% A4 LTR
97% LTR A4
Automatisch
Aangepast (25-400%)
* De fabrieksinstelling is dikgedrukt en met een asterisk weergegeven.
1
1
Automatisch stelt de machine in om de mate van verkleinen te berekenen dat het best past bij het papierformaat. Auto is enkel beschikbaar wanneer u de ADF gebruikt.
g Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start.
Opties voor pagina-indeling 2op1(P),
2op1(L), 2op1(id), 4op1(P) en 4op1(L) zijn niet beschikbaar bij
vergroten/verkleinen.
23
Hoofdstuk 5
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2

Duplexkopiëren (dubbelzijdig) 5

Als u de functie voor automatisch duplexkopiëren wilt gebruiken, plaatst u het document in de ADF.
Als u de melding "Geheugen vol" krijgt wanneer u dubbelzijdig kopieert, dient u extra geheugen te installeren. (Zie Extra geheugen installeren uu pagina 38.)
U dient een dubbelzijdige kopielay-out te selecteren uit de volgende opties vooraleer u kunt duplexkopiëren. De dubbelzijdige kopielay-out die u kiest, hangt af van de lay­out van uw document.
Staand
dubbelzijdigidubbelzijdig
enkelzijdigidubbelzijdig over de korte
zijde
dubbelzijdigienkelzijdig over de korte
zijde
Liggend
dubbelzijdigidubbelzijdig
enkelzijdigidubbelzijdig over de lange
zijde
dubbelzijdigienkelzijdig over de lange
zijde
enkelzijdigidubbelzijdig over de lange
zijde
dubbelzijdigienkelzijdig over de lange
zijde
1
1
2
2
enkelzijdigidubbelzijdig over de korte
zijde
24
Kopiëren
5
Opmerking
dubbelzijdigienkelzijdig over de korte
zijde
1
1
2
2
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om
Dubbelz. kopiëren weer te geven. Druk op Dubbelz. kopiëren.
e Druk op d of c om de volgende lay-
outopties weer te geven:
2zijdig2zijdig, 1zijd.2zijd. Lange zijde, 2zijd.1zijd. Lange zijde, 1zijd.2zijd. Korte zijde, 2zijd.1zijd. Korte zijde, Uit
e Druk op MF>L1, MF>L1>L2
L1>L2>MF Alleen lade 2
1
L2 en Alleen lade 2 worden enkel weergegeven als lade 2 is geplaatst.
1
, Alleen lade 1,
1
of Alleen MF.
1
, L1>MF,
f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start.
Om de standaardinstelling voor het ladegebruik te wijzigen uu Beknopte gebruikershandleiding: Ladegebruik in de
kopieermodus
Druk op de gewenste optie.
f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start.

Ladeselectie 5

U kunt de gebruikte lade tijdelijk wijzigen voor de volgende kopie.
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om Ladegebruik weer
te geven. Druk op Ladegebruik.
25
Hoofdstuk 5

De helderheid en het contrast aanpassen 5

Helderheid 5
Pas de helderheid aan om de kopieën donkerder of lichter te maken.
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om Helderheid weer te
geven. Druk op Helderheid.
e Druk op d om een kopie donkerder te
maken of druk op c om een kopie lichter te maken. Druk op OK.
f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start.
Contrast 5
Pas het contrast aan om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.

Kopieën sorteren 5

U kunt meerdere kopieën sorteren. De pagina's worden gestapeld in de volgorde 1 2 3, 1 2 3, 1 2 3 enz.
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om Stapel/ Sorteer
weer te geven. Druk op Stapel/ Sorteer.
e Druk op Sorteer. f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start om de pagina te scannen. Als u het document in de ADF hebt geplaatst, worden de pagina's gescand en wordt het afdrukken gestart.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap g.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op Ja om de volgende pagina te scannen.
a Druk op Kopiëren. b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om Contrast weer te
geven. Druk op Contrast.
e Druk op d om het contrast te verlagen of
op c om het te verhogen. Druk op OK.
f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start.
26
h Plaats de volgende pagina op de
glasplaat. Druk op Start. Herhaal stap g en h voor elke pagina van het document.
i Druk op Nee in stap g om te stoppen
nadat alle pagina's zijn gescand.
Kopiëren
5
Belangrijk

N op 1-kopieën maken (paginalay-out) 5

U kunt de hoeveelheid papier die u gebruikt voor het kopiëren verminderen door de functie N op 1 kopiëren te gebruiken. U kunt zo twee of vier pagina's op één vel kopiëren. Raadpleeg Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 uu pagina 28 als u beide kanten van een identiteitskaart op één vel wilt kopiëren.
• Controleer of het papierformaat is ingesteld op A4, Letter, Legal of Folio.
• U kunt de instelling Vergroten/Verkleinen niet gebruiken met de functie N op 1.
•(P) betekent Staand en (L) betekent Liggend.
a Druk op Kopiëren.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op Ja om de volgende pagina te scannen.
h Plaats de volgende pagina op de
glasplaat. Druk op Start. Herhaal stap g en h voor elke pagina van het document.
i Druk op Nee in stap g om te stoppen
nadat alle pagina's zijn gescand.
Als u met behulp van de ADF kopieert:5
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven zoals hieronder aangegeven:
2op1(P)
2op1(L)
b Plaats het document. c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om Pagina layout
weer te geven. Druk op Pagina layout.
e Druk op d of c om Uit(1op1),
2op1(P), 2op1(L), 2op1(id) 4op1(P) of 4op1(L) weer te geven.
Druk op de gewenste knop.
1
Voor meer informatie over 2op1(id), raadpleegt u Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 uu pagina 28.
1
,
f Als u geen verdere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Start om de pagina te scannen. Als u het document in de ADF hebt geplaatst, worden de pagina's gescand en wordt het afdrukken gestart.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap g.
4op1(P)
4op1(L)
27
Hoofdstuk 5
Opmerking
1
Als u met behulp van de glasplaat kopieert: 5
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden zoals hieronder aangegeven:
2op1(P)
2op1(L)
4op1(P)
4op1(L)

Identiteitskaart kopiëren 2op1 5

U kunt de beide zijden van uw identiteitskaart in het originele formaat op één pagina afdrukken.
U kunt een identiteitskaart kopiëren voor zover dit wordt toegestaan door de geldende wetgeving. (uu Handleiding product veligheid: Onrechtmatig gebruik
van kopieerapparatuur (alleen MFC en DCP))
a Druk op Kopiëren. b Plaats uw identiteitskaart met de
bedrukte zijde naar beneden in de linkerhoek van de glasplaat.
1 4 mm of groter (boven, links)
Zelfs als er een document in de ADF
is geplaatst, zal de machine in deze modus de gegevens scannen met de glasplaat.
c Voer het gewenste aantal kopieën in. d Druk op d of c om Pagina layout
weer te geven. Druk op Pagina layout.
e Druk op d of c om 2op1(id) weer te
geven. Druk op 2op1(id).
28
Kopiëren
5
Opmerking
f Druk op Start.
Wanneer de machine de eerste kant van de kaart heeft gescand, zal het LCD-scherm Draai id-kaart om Druk vervolgens op Start weergeven.
g Draai uw identiteitskaart om en plaats
deze op de linkerzijde van de glasplaat.
h Druk op Start. De machine scant de
andere kant van de kaart en drukt de pagina af.
Wanneer Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 gekozen is, wordt de kwaliteit ingesteld op Foto en het contrast op +2.

De wijzigingen instellen als de nieuwe standaardinstellingen 5

U kunt de kopieerinstellingen voor Kwaliteit, Helderheid en Contrast die u het meest gebruikt als standaard instellen. Deze instellingen blijven ongewijzigd tot u deze opnieuw wijzigt.
a Druk op Kopiëren. b Druk op d of c om de instelling te
selecteren die u wilt wijzigen, en druk vervolgens op de nieuwe optie. Herhaal deze stap voor iedere instelling die u wilt wijzigen.
c Na het wijzigen van de laatste instelling,
drukt u op d of c om Nieuwe standaard weer te geven. Druk op Nieuwe standaard.
d Druk op Ja. e Druk op Stop/Eindigen.

Alle kopieerinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen 5

U kunt alle gewijzigde kopieerinstellingen herstellen naar de fabrieksinstellingen. Deze instellingen blijven ongewijzigd tot u deze opnieuw wijzigt.
a Druk op Kopiëren. b Druk op d of c om
Fabrieks- instellingen weer te geven. Druk op Fabrieks- instellingen.
c Druk op Ja. d Druk op Stop/Eindigen.
29
Hoofdstuk 5

Uw favorieten instellen 5

U kunt de kopieerinstellingen die u het meest gebruikt opslaan als favorieten. U kunt tot drie favorieten instellen.
a Druk op Kopiëren. b Kies de kopieeropties en de instellingen
die u wilt opslaan.
c Druk op d of c om
Favoriete instellingen weer te geven. Druk op Favoriete instellingen.
d Druk op Opslaan. e Druk op de locatie waar u de instelling
Favoriet: 1, Favoriet: 2 of Favoriet: 3 wilt opslaan.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de instelling wilt hernoemen,
drukt u op om tekens te verwijderen. Voer vervolgens de nieuwe naam in (tot 12 tekens). Druk op OK.
Uw favoriete instelling hernoemen 5
Wanneer u uw favoriete instelling hebt opgeslagen, kunt u deze hernoemen.
a Druk op Kopiëren. b Druk op d of c om
Favoriete instellingen weer te geven. Druk op Favoriete instellingen.
c Druk op Naam wijzigen. d Druk op de favoriete instelling die u wilt
hernoemen.
e Voer de nieuwe naam in (tot 12 tekens). f Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen.
Als u de instelling niet wilt
hernoemen, drukt u op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Uw favoriete instelling oproepen 5
Als u een van uw sets met favoriete instellingen wilt gebruiken, kunt u deze oproepen.
a Druk op Kopiëren. b Druk op Favoriet. c Druk op de favoriete instelling die u wilt
oproepen.
d Druk op Start.
30
A
WAARSCHUWING
Belangrijk
Routineonderhoud A
A

De machine reinigen en controleren

Reinig de buiten- en binnenzijde van de machine regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Reinig de binnenzijde van de machine wanneer u de tonercartridge of de drumeenheid vervangt. Als afgedrukte pagina's tonervlekken bevatten, reinigt u de binnenzijde van de machine met een droge, pluisvrije doek.
• Werp een tonercartridge of een module
met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
• Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product GEEN ontvlambare stoffen, sprays of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
A
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen. Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het oppervlak van de machine beschadigd.
(uu Handleiding product veligheid: Algemene voorschriften)
31

De paginatellers controleren A

U kunt de paginatellers van de machine bekijken voor kopieën, afgedrukte pagina's, rapporten en lijsten, of een totaaloverzicht.

De resterende levensduur van onderdelen controleren A

U kunt de levensduur van de onderdelen van de machine lezen op het LCD-scherm.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Machine-info weer
te geven. Druk op Machine-info.
c Druk op Paginateller.
Op het LCD-scherm wordt het aantal pagina's weergegeven voor Totaal, lijst, Kopie of Afdrukken.
d Druk op Stop/Eindigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Machine-info weer
te geven. Druk op Machine-info.
c Druk op Levensduur onderdelen. d Druk op a of b om de resterende
levensduur (bij benadering) te bekijken van Drumeenheid, Fusereenheid,
Laser, Papiertoevoerkit MF, Papiertoevoerkit 1 en Papiertoevoerkit 2
1
Wanneer lade 2 geïnstalleerd is.
1
.
e Druk op Stop/Eindigen.
32
A
Periodieke onderhoudsonderdelen
Routineonderhoud
vervangen
Periodieke onderhoudsonderdelen moeten regelmatig vervangen worden om de afdrukkwaliteit te behouden. De onderstaande onderdelen zullen na ongeveer
50.000 pagina's voor PF Kit MP en na ongeveer 100.000
pagina's
1
Laser. Neem contact op met de klantendienst van Brother als de volgende melding op het LCD-scherm wordt weergegeven.
LCD-melding Omschrijving
Onderdelen vervangen Fusereenheid
Onderdelen vervangen Lasereenheid
Onderdelen vervangen Pap.toev.kit 1
Onderdelen vervangen
Pap.toev.kit 2
Onderdelen vervangen Pap.toev.kit MF
1
moeten worden vervangen
voor PF Kit 1, PF Kit 22, Fuser en
Vervang de fuseereenheid.
Vervang de lasereenheid.
Vervang de papiertoevoerset voor de papierlade.
Vervang de papiertoevoerset voor de
2
onderste lade (optie).
Vervang de papiertoevoerset voor de multifunctionele lade.
A
1
Enkele pagina's van formaat A4 of Letter.
2
Wanneer lade 2 geïnstalleerd is.
33
De machine inpakken
WAARSCHUWING
Opmerking
FRONT
1
en vervoeren A
Deze machine is zwaar en weegt meer dan 17,5 kg. Om mogelijke letsels te voorkomen, moet de machine altijd door minstens twee personen worden opgetild. Zorg dat uw vingers niet beklemd raken wanneer u de machine weer neerzet.
Draag bij gebruik van een onderste lade de machine NIET samen met de onderste lade. Deze lade is niet bevestigd aan de machine, waardoor u zich zou kunnen verwonden of de machine zou kunnen beschadigen.
Als u de machine moet vervoeren, is het raadzaam om deze zorgvuldig te verpakken in de oorspronkelijke verpakking om eventuele beschadiging te voorkomen. Zorg er bovendien voor dat de machine tijdens vervoer voldoende verzekerd is.
a Laat de machine gedurende minstens
10 minuten ingeschakeld om deze te laten afkoelen.
b Schakel de machine uit nadat deze is
afgekoeld.
c Koppel alle kabels los en haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
d Steek het verpakkingsmateriaal (1) in de
doos.
34
Routineonderhoud
A
FRONT
1
2
3
RIGHT
LEFT
e Wikkel de machine in een plastic zak en
plaats deze op het onderste verpakkingsmateriaal (1).
f Plaats het stuk verpakkingsmateriaal (2)
gemarkeerd met "RIGHT" op de rechterzijde van de machine. Plaats het stuk verpakkingsmateriaal (3) gemarkeerd met "LEFT" op de linkerzijde van de machine. Plaats het stroomsnoer en de gedrukte documenten in de originele verpakking zoals weergegeven op de illustratie.
g Sluit de doos en tape deze stevig dicht.
35
h <Als u een onderste lade gebruikt>
Verpak de onderste lade zoals weergegeven op de afbeelding.
36
B
B
WAARSCHUWING
Opmerking
Opmerking
Opties B

Optionele papierlade (LT-5400)

Een optionele onderste lade kan worden geïnstalleerd met een capaciteit van
maximaal 500 vellen papier van 80 g/m
Wanneer een optionele lade is geplaatst, heeft de machine een maximale capaciteit van 1.050 vellen normaal papier.
Raadpleeg de instructies bij de onderste lade voor de installatie.
Draag bij gebruik van een onderste lade de machine NIET samen met de onderste lade. Deze lade is niet bevestigd aan de machine, waardoor u zich zou kunnen verwonden of de machine zou kunnen beschadigen.
2
.

Geheugenbord B

B
DCP-8250DN heeft standaard 128 MB geheugen. De machine beschikt over een uitbreidingssleuf voor extra geheugen. U kunt het geheugen verhogen tot maximaal 384 MB door een SO-DIMM (Small Outline Dual In­line Memory Module) te plaatsen.

SO-DIMM-types B

U kunt de volgende SO-DIMM's plaatsen:
256 MB Kingston KTH-LJ2015/256
256 MB Transcend TS256MHP423A
• Meer informatie vindt u op de website van Kingston Technology op http://www.kingston.com/
• Meer informatie vindt u op de website van Transcend op http://www.transcend.com.tw/
Algemeen moet de SO-DIMM de volgende technische gegevens hebben:
Type 144 pins en 16 bits uitvoer
CAS-latentie 4
Klokfrequentie 267 MHz (533 MB/s/pin) of
meer
Capaciteit 256 MB
Hoogte 30,0 mm
DRAM-type DDR2 SDRAM
.
.
• Het kan zijn dat sommige SO-DIMM's niet geschikt zijn voor de machine.
• Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de wederverkoper waar u de machine hebt gekocht of tot de klantendienst van Brother.
37

Extra geheugen installeren B

Opmerking
Belangrijk
1
12
a Schakel de machine uit via de
stroomschakelaar.
b Ontkoppel de interfacekabel van de
machine en haal vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Schakel de machine via de stroomschakelaar uit voordat u de SO-DIMM installeert of verwijdert.
c Verwijder de plastic afdekking van de
SO-DIMM (1).
e Houd de SO-DIMM aan de randen vast
en lijn de inkepingen in de SO-DIMM uit met de uitsteeksels in de sleuf. Plaats de SO-DIMM diagonaal (1), en kantel het dan richting de interfacekaart tot het op zijn plaats klikt (2).
d Haal de SO-DIMM uit de verpakking en
houd deze aan de randen vast.
Raak, om schade aan de machine veroorzaakt door statische elektriciteit te voorkomen, de geheugenchips of het kaartoppervlak NIET aan.
f Plaats de plastic afdekking van de
SO-DIMM (1) weer terug.
1
38
B
g Steek de stekker van het netsnoer van
Opmerking
de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de interfacekabel aan.
h Schakel de machine in via de
stroomschakelaar.
Druk de pagina met gebruikersinstellingen af waarop de huidige grootte van het RAM-geheugen is vermeld om te controleren of u de SO-DIMM correct hebt geïnstalleerd. (Zie Een rapport afdrukken uu pagina 21.)
Opties
39
Verklarende woordenlijst C
C
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina afzonderlijk automatisch wordt gescand.
Contrast
Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd.
Fijne resolutie
Dit is een resolutie van 203 × 196 dpi. Wordt gebruikt voor afdrukken met kleine lettertjes en diagrammen.
Grijstinten
De grijstinten die beschikbaar zijn voor het kopiëren van foto's.
Groepsnummer
Een combinatie van snelkiesnummers die opgeslagen zijn onder een snelkieslocatie voor groepsverzenden.
LCD-scherm (liquid crystal display)
Dit is het schermpje op uw machine waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen. Wanneer de machine inactief is, worden op dit schermpje de datum en de tijd weergegeven.
Lijst Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige instellingen van de machine.
Menumodus
De programmeermodus waarmee u de instellingen van uw machine kunt wijzigen.
OCR (optical character recognition)
De softwaretoepassing Nuance™ PaperPort™ 12SE of Presto! PageManager zet een afbeelding van tekst om in tekst met een bewerkbaar formaat.
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen per inch.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische afbeelding van een papieren document naar uw computer wordt verzonden.
Snelkiezen
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u snel kunt kiezen.
Taak annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de machine.
Tijdelijke instellingen
Voor elke kopie kunt u bepaalde opties selecteren zonder de standaardinstellingen te wijzigen.
Volume van de waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het geluidssignaal dat u hoort wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt.
Zoeken
Een elektronische, alfabetische lijst van opgeslagen snelkiesnummers, groepsnummers en LDAP.
40
D

Index

A
Afdrukken
rapporten Zie Softwarehandleiding.
Apple Macintosh
Zie Softwarehandleiding.
..............................................21
B
Beperkte gebruikers ...................................9
C
ControlCenter2 (voor Macintosh)
Zie Softwarehandleiding.
ControlCenter4 (voor Windows
Zie Softwarehandleiding.
®
)
D
Drumeenheid
controleren (resterende levensduur)
Duplexkopiëren
........................................24
.....32
G
K
Kopiëren
contrast helderheid Identiteitskaart kopiëren 2 op 1 kwaliteit met behulp van de glasplaat N op 1 (paginalay-out) sorteren tijdelijke instellingen toets Vergroten/Verkleinen
Kwaliteit
kopiëren
................................................ 26
............................................ 26
............ 28
................................................ 22
..........26, 27
.......................... 27
................................................ 26
............................. 22
..................................................... 22
........................... 23
............................................... 22
L
LCD-scherm (liquid crystal display)
helderheid van de achtergrondverlichting
............................ 4
M
Macintosh
Zie Softwarehandleiding.
D
Geheugen
DIMM toevoegen (optie)
plaatsen
opslag Groepen voor groepsverzenden Groepsnummers
Groepen instellen voor
groepsverzenden Groepsverzenden
Groepen instellen voor
.............................................38
.....................................................1
....................... 37
..............15
..................................15
..........................15
I
Informatie over de machine
paginatellers
resterende levensduur van onderdelen
controleren
.........................................32
............................................32
N
N op 1 (paginalay-out) ............................. 27
Netwerk
afdrukken
Zie Netwerkhandleiding.
scannen
Zie Softwarehandleiding.
Nuance™ PaperPort™ 12SE
Zie Softwarehandleiding. Raadpleeg ook Help in Nuance™ PaperPort™ 12SE voor het openen van de Hoe-te-handleidingen.
O
Onderhoud, routine ................................. 31
de resterende levensduur van de onderdelen controleren
........................ 32
41
P
Z
Paginalay-out (N op 1) .............................27
Presto! PageManager
Zie Softwarehandleiding. Zie ook Help in de toepassing Presto! PageManager.
R
Rapporten ................................................21
afdrukken Gebruikersinstellingen Journaalrapport Netwerkconfiguratie
..............................................21
.......................... 21
.....................................21
..............................21
S
Scannen
Zie Softwarehandleiding. Slaapstand Sorteren Stand diepe slaap Stille stand Stroomstoring Stroomuitschakelstand
.................................................2
...................................................26
......................................3
.................................................4
.............................................1
...............................3
T
Zomer-/wintertijd ........................................ 1
Tijdelijke kopieerinstellingen ....................22
Tonerbespaarstand
....................................2
V
Veiligheid
Beveiligd functieslot
beheerderswachtwoord beperkte gebruikers Modus openbare gebruiker
Instelslot Vergroten/Verkleinen Verkleinen
kopieën
................................................13
.................................................23
........................7
.............................9
..................8
...............................23
W
Windows
Zie Softwarehandleiding.
42
®
Bezoek ons online
http://www.brother.com/
De machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale Brother­bedrijven of hun dealers voeren alleen servicewerkzaamheden uit aan machines die in eigen land zijn aangeschaft.
Loading...