Brother DCP-8085DN User Guide [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
DCP-8085DN
Versie B
DUT/BEL-DUT
Wanneer u de klantenservice moet bellen
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie:
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, ingeval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
© 2009 Brother Industries, Ltd.

Samenstelling en publicatie

Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze publicatie.
i

Inhoudsopgave

Paragraaf I Algemeen
1 Algemene informatie 2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding raadplegen ............................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Brother-support oproepen (voor Windows
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................6
Status-LED-aanduidingen ...............................................................................8
2 Papier en documenten laden 10
Papier en afdrukmedia laden...............................................................................10
Papier in de standaardpapierlade plaatsen ...................................................10
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MP-lade) ..................................11
Niet-afdrukbaar gebied ..................................................................................13
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt ...................14
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................14
Type en formaat van het papier.....................................................................15
Speciaal papier gebruiken .............................................................................17
Documenten laden...............................................................................................20
Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF) .............................20
Met behulp van de glasplaat..........................................................................21
®
) ................................................... 5
3 Algemene instelling 23
Papierinstellingen ................................................................................................23
Papiersoort ....................................................................................................23
Papierformaat ................................................................................................23
Ladegebruik in de kopieermodus ..................................................................24
Ladegebruik in de afdrukmodus ....................................................................25
Volume-instellingen .............................................................................................25
Volume van waarschuwingstoon ...................................................................25
Automatische zomer-/wintertijd............................................................................25
Ecologische functies ............................................................................................ 26
Toner sparen .................................................................................................26
Slaapstand.....................................................................................................26
De scannerlamp uitschakelen..............................................................................27
LCD-contrast........................................................................................................27
Lijst Gebruikersinstellingen..................................................................................27
Netwerkconfiguratielijst........................................................................................27
ii
4 Beveiligingsfuncties 28
Beveiligd functieslot 2.0.......................................................................................28
Het beheerderswachtwoord instellen ........................................................... 29
Het beheerderswachtwoord veranderen .......................................................29
De functie Openbare gebruiker instellen ....................................................... 30
Beperkte gebruikers instellen ........................................................................ 30
Beveiligd functieslot aan-/uitzetten ................................................................ 31
Gebruikers omschakelen...............................................................................31
Paragraaf II Kopiëren
5 Kopieën maken 34
Kopiëren ..............................................................................................................34
Kopieermodus instellen ................................................................................. 34
Eén kopie maken...........................................................................................34
Meerdere kopieën maken..............................................................................34
Kopiëren onderbreken................................................................................... 34
Kopieeropties (tijdelijke instellingen)....................................................................35
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................35
Kopieerkwaliteit verbeteren ...........................................................................36
Kopieën sorteren met behulp van de ADF ....................................................36
De kopieerresolutie van de tekst wijzigen .....................................................36
Het contrast en de helderheid regelen .......................................................... 37
N op 1-kopieën maken (paginalay-out) .........................................................38
Duplexkopiëren (dubbelzijdig) ............................................................................40
Duplexkopiëren (over de lange zijde) ............................................................ 40
Geavanceerd duplexkopiëren (korte zijde)....................................................41
Ladeselectie ........................................................................................................ 42
De melding geheugen vol.................................................................................... 42
Paragraaf III Rechtstreeks afdrukken
6 Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf
een digitale camera die massaopslag ondersteunt 44
Ondersteunde bestandsformaten ........................................................................44
Een PRN of PostScript® 3™-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf
een digitale camera die massaopslag ondersteunt ..........................................45
De foutmeldingen begrijpen................................................................................. 48
.....45
iii
Paragraaf IV Software
7 Software- en netwerkfuncties 50
Gebruik van de HTML-gebruikershandleiding .....................................................50
Windows Macintosh
®
......................................................................................................50
®
....................................................................................................51
Paragraaf V Bijlagen
A Veiligheid en wetgeving 54
Een geschikte plaats kiezen ................................................................................ 54
Doe het volgende om de machine veilig te gebruiken .........................................56
Belangrijke veiligheidsinformatie ...................................................................59
Libtiff-auteursrechten en licentie..........................................................................61
Handelsmerken....................................................................................................62
B Menuselecties 63
Optionele papierlade (LT-5300)........................................................................... 63
Geheugenbord.....................................................................................................63
Extra geheugen plaatsen...............................................................................64
C Problemen oplossen en routineonderhoud 65
Problemen oplossen ............................................................................................65
Als u problemen hebt met uw machine .........................................................65
De afdrukkwaliteit verbeteren ........................................................................71
Fout- en onderhoudsmeldingen........................................................................... 78
Vastgelopen documenten..............................................................................82
Papieropstoppingen.......................................................................................83
Routineonderhoud ...............................................................................................90
De buitenkant van de machine schoonmaken...............................................90
De scanner reinigen ......................................................................................91
Het scannervenster reinigen..........................................................................92
De primaire corona reinigen ..........................................................................93
De drumeenheid reinigen ..............................................................................95
De verbruiksartikelen vervangen .........................................................................97
Een tonercartridge vervangen .......................................................................98
De drumeenheid vervangen ........................................................................ 101
Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen ..................................................103
Informatie over de machine ...............................................................................104
Het serienummer controleren ......................................................................104
De paginatellers controleren........................................................................ 104
De resterende levensduur van onderdelen controleren ..............................104
Resetten ......................................................................................................105
De instellingen resetten ...............................................................................105
De machine inpakken en vervoeren ..................................................................105
iv
D Menu en functies 107
Programmeren op het scherm ...........................................................................107
Menutabel.................................................................................................... 107
Opslag in het geheugen .............................................................................. 107
Menutoetsen......................................................................................................107
Het menu openen........................................................................................ 108
Menutabel..........................................................................................................109
Tekst invoeren ...................................................................................................119
E Specificaties 121
Algemeen .......................................................................................................... 121
Afdrukmedia....................................................................................................... 123
Kopiëren ............................................................................................................125
Scannen ............................................................................................................ 126
Afdrukken .......................................................................................................... 127
Interfaces...........................................................................................................128
Functie Direct Print ............................................................................................ 129
Systeemvereisten ..............................................................................................130
Verbruiksartikelen..............................................................................................132
Bedraad Ethernetnetwerk.................................................................................. 133
F Verklarende woordenlijst 135
G Index 136
v
Paragraaf I
Algemeen I
Algemene informatie 2 Papier en documenten laden 10 Algemene instelling 23 Beveiligingsfuncties 28
1

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie 1

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vet Vetgedrukte tekst identificeert
toetsen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New identificeert de meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om persoonlijk letsel te voorkomen.
VOORZICHTIG
"Voorzichtig" wijst u op procedures die u moet volgen of vermijden om mogelijke lichte of zware verwondingen te voorkomen.
BELANGRIJK
BELANGRIJK wijst u op procedures die u moet volgen of vermijden om problemen met de machine of schade aan andere voorwerpen te voorkomen.
Pictogrammen die gevaar voor elektrische spanning aanduiden, wijzen u op de mogelijkheid voor elektrische schokken.
Pictogrammen die wijzen op hete oppervlakken waarschuwen u dat bepaalde onderdelen van de machine erg heet kunnen worden.
Opmerkingen leggen uit hoe u in een bepaalde situatie moet reageren, of hoe de huidige bewerking met andere functies werkt.
2
Algemene informatie

De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding raadplegen

Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals hoe u de gevorderde eigenschappen van printer, scanner en netwerk gebruikt. Wanneer u klaar bent voor gedetailleerdere informatie over deze functies, kunt u de
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding raadplegen.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows®) 1
Om de documentatie te bekijken, gaat u via
Start bij programma's naar Brother, DCP-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw
model is) en klikt u vervolgens op
Gebruikershandleidingen in HTML-indeling.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie vinden door onderstaande instructies op te volgen:
a Schakel uw pc in.
Plaats de cd-rom van Brother waar
®
Windows
b Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
op staat in het cd-romstation.
c Als het venster met de modelnaam
wordt weergegeven, klikt u op uw modelnaam. Het hoofdmenu van de cd­rom wordt weergegeven.
1
Als dit venster niet wordt geopend, kunt
®
u Windows programma start.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de cd-rom van Brother.
Explorer gebruiken om het
d Klik op Documentatie. e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
HTML-documenten
(3 handleidingen): Gebruikershandleiding voor stand­alone-bewerkingen,
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding in HTML-
formaat. Dit formaat wordt aanbevolen voor
het weergeven van de handleidingen op uw computer.
PDF-documenten (4 handleidingen):
Gebruikershandleiding voor stand­alone-bewerkingen,
Softwarehandleiding, Netwerkhandleiding en Beknopte Installatiehandleiding.
1
Dit formaat wordt aanbevolen voor het afdrukken van handleidingen. Klik hierop om naar het Brother Solutions Center te gaan, waar u de PDF-documenten kunt bekijken of downloaden. (Hiervoor zijn internettoegang en PDF Reader­software vereist.)
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding: 1
Een document scannen met de
TWAIN-driver in hoofdstuk 2
Een document scannen met de WIA-
driver (Windows hoofdstuk 2
ControlCenter3 gebruiken in hoofdstuk 3Netwerkscannen in hoofdstuk 4
®
XP/Windows Vista®) in
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met OCR Hoe-te-handleidingen:
De complete ScanSoft™ PaperPort™
11SE met OCR Hoe-te-handleidingen kunt u bekijken in het Help-gedeelte in de ScanSoft™ PaperPort™ 11SE toepassing.
Documentatie bekijken (Macintosh®) 1
1
a Zet uw Macintosh
Plaats de cd-rom van Brother waar Macintosh
romstation.
®
®
aan.
op staat in het cd-
b Het volgende venster wordt
weergegeven.
1
c Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
d Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste taal.
e Dubbelklik op het bovenste
paginabestand om de
Gebruikershandleiding, Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding te bekijken in
HTML-formaat.
f Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
4
Algemene informatie
Opmerking
De documenten zijn ook verkrijgbaar in PDF-formaat (4 handleidingen): Gebruikershandleiding voor stand­alone-bewerkingen,
Softwarehandleiding, Netwerkhandleiding en Beknopte Installatiehandleiding. Het
pdf-formaat wordt aanbevolen voor het afdrukken van handleidingen.
Dubbelklik op het pictogram Brother Solutions Center om naar het Brother Solutions Center te gaan, waar u de PDF-documenten kunt bekijken of downloaden. (Hiervoor zijn internettoegang en PDF Reader-software vereist.)
Instructies voor het scannen opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding: 1
Scannen in hoofdstuk 9ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 10Netwerkscannen in hoofdstuk 11
Presto! PageManager Gebruikershandleiding:
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via Help in Presto! PageManager.
Brother-support oproepen (voor Windows®) 1
Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld websupport (Brother Solutions Center), staan tot uw beschikking.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
1
Om onze website
(http://www.brother.com op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com Brother Solutions Center.
Als u onze website voor
oorspronkelijke/authentieke Brotherverbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/
1
bezoeken, klikt u op Informatie over supplies.
Om terug te gaan naar het hoofdmenu
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent klikt u op Afsluiten.
) te openen klikt u
1
) klikt u op
) wilt
5
Hoofdstuk 1

Overzicht bedieningspaneel 1

1Status-LED
De LED knippert en verandert van kleurafhankelijk van de machinestatus.
2LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
3 Menutoetsen:
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de instellingen van de machine te programmeren.
Wis/terug
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of annuleert u de huidige instelling.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan.
d of c Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan. a of b Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om tekst in te voeren.
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten.
6Start
Hiermee kunt u kopieën maken of scannen.
7 Kopietoetsen:
Dubbelzijdig
U kunt Duplex selecteren om dubbelzijdig af te drukken.
Contrast/Kwaliteit
Hiermee kunt u de kwaliteit of het contrast wijzigen voor de volgende kopie.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
Lade Selecteren
Hiermee kunt u de lade kiezen die zal worden gebruikt voor de volgende kopie.
Sorteren
Sorteert meerdere kopieën via de ADF.
Nop1
U kunt N op 1 selecteren om 2 of 4 pagina's per pagina af te drukken.
6
Algemene informatie
1
8 Scan
Hiermee wordt de scanmodus van de machine geactiveerd.
(Voor meer informatie over scannen raadpleegt u de softwarehandleiding op de cd­rom.)
9 Afdruktoetsen:
Veilig Afdrukken/Direct
Deze toets heeft twee functies.
Beveiligd
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens afdrukken door uw wachtwoord van 4 cijfers in te voeren. (Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de beveiligingssleutel de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Wanneer u Beveiligd functieslot gebruikt, kunt u beperkte gebruikers wisselen door d ingedrukt te houden terwijl u op Veilig Afdrukken/Direct drukt. (Zie Beveiligd functieslot 2.0 op pagina 28.)
Rechtstreeks
Hiermee kunt u gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen. De Direct-toets wordt geactiveerd wanneer een USB­flashgeheugen aangesloten is op de USB­poort van de machine. (Zie Gegevens
rechtstreeks afdrukken vanaf een USB­flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
op pagina 45.)
Opdracht Annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt annuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCD Alles annuleren toont.
7
Hoofdstuk 1
Status-LED-aanduidingen 1
De Status-LED (light emitting diode) knippert en verandert van kleur afhankelijk van de machinestatus.
LED Machinestatus Omschrijving
Groen
(knippert)
Groen
Geel
(knippert)
Geel
Rood
(knippert)
Slaapstand De machine is uitgeschakeld of staat in de slaapstand.
Warmt op De machine warmt op om af te drukken.
Klaar De machine is klaar om af te drukken.
Ontvangt gegevens
Resterende gegevens in het
De machine ontvangt gegevens van de computer, verwerkt gegevens in het geheugen of drukt gegevens af.
Er zijn nog afdrukgegevens aanwezig in het geheugen van de machine.
geheugen Servicefout Volg de onderstaande stappen.
1. Schakel de machine uit.
2. Wacht enkele seconden, schakel het toestel opnieuw in en probeer nogmaals af te drukken.
Als u er niet in slaagt om de fout te wissen en u dezelfde servicefoutaanduiding ziet na de machine opnieuw te hebben ingeschakeld, neemt u contact op met uw Brother-leverancier voor service.
8
Algemene informatie
Rood
Deksel open Het frontdeksel of fuseerdeksel staat open. Sluit het deksel. Toner leeg Vervang de tonercartridge. Papierfout Plaats papier in de lade of verwijder vastgelopen papier.
Controleer de boodschap op het LCD-scherm.
Scanner vergrendeld
Zorg ervoor dat de scannervergrendeling ontgrendeld is.
Overige Controleer de boodschap op het LCD-scherm.
Opmerking
Wanneer de machine uitgeschakeld is of in de slaapstand staat, is de LED gedoofd.
1
9
2

Papier en documenten laden 2

Papier en afdrukmedia laden 2

De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassing
een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat, kunt u dit via de toepassing doen. Als deze optie niet door de toepassing geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.
Papier in de standaardpapierlade plaatsen2
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier of transparanten vanuit de papierlade
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Houd de blauwe ontgrendeling van de
papiergeleiders (1) ingedrukt en verschuif de papiergeleiders voor het papierformaat dat u wilt gebruiken. Zorg dat de geleiders goed vastzitten.
2
10
c Waaier de stapel papier goed door om
te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Papier en documenten laden
d Plaats papier in de lade, en controleer of
het papier onder het merkteken voor maximaal papier (1) blijft. De zijde waarop u wilt afdrukken, moet naar beneden zijn gericht.
1
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit.
f Vouw de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt.
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MP­lade) 2
U kunt tot 3 enveloppen of speciale afdrukmedia plaatsen in de MP-lade of tot 50 vellen normaal papier. Gebruik deze lade om af te drukken of te kopiëren op dik papier, bankpostpapier, enveloppen, etiketten of transparanten.
Afdrukken op dik papier, bankpostpapier, enveloppen, etiketten en transparanten
Druk op de hoeken en zijkanten van de enveloppen om deze zo plat mogelijk te maken voor u deze plaatst.
Wanneer de achterste uitvoerlade naar beneden is getrokken, heeft de machine een recht papiertraject van de MP-lade tot aan de achterkant van de machine. Gebruik deze invoer- en uitvoermethode wanneer u wilt afdrukken op dik papier, bankpostpapier, enveloppen, etiketten of transparanten.
2
2
BELANGRIJK
Verwijder ieder afgedrukt vel of enveloppe onmiddellijk, om een opstopping te vermijden.
1
11
Hoofdstuk 2
a Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
b Open de MP-lade en laat deze
voorzichtig zakken.
d Houd de ontgrendeling van de
papiergeleiders ingedrukt en verschuif de papiergeleiders tot deze gepast zijn voor het papierformaat dat u wilt gebruiken.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken.
e Plaats de enveloppen (maximaal 3), het
dikke papier, de etiketten of de transparanten in de MP-lade met de bovenkant eerst en de te bedrukken zijde naar boven gericht. Zorg ervoor dat het papier de maximum markering niet overschrijdt (b).
c Trek de steunklep (1) van de MP-lade uit
en vouw de steunflap (2) open.
12
Papier en documenten laden
Niet-afdrukbaar gebied 2
Onbedrukbaar gedeelte voor kopieën 2
De afbeelding toont de delen waarop niet kan worden gedrukt.
Opmerking
Het weergegeven onbedrukbaar gedeelte geldt voor een enkele kopie of een 1-bij-1-kopie op A4-papier. Het niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
Niet-afdrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer 2
2
1
2
Document Grootte
Bovenkant (1) Onderkant (1)
Links (2) Rechts (2)
Letter 3 mm 4 mm A4 3 mm 2 mm
1
2
Bij gebruik van de printerdriver is het afdrukgebied kleiner dan het papierformaat, zoals hieronder afgebeeld.
Staand Liggend
2
1
2
1
Windows® printerstuurprogramma
en Macintosh
®
printerstuurprogramma
2
1
1
2
BRScript stuurprogramma voor
Windows
®
en Macintosh®
Staand 1 4,23 mm 4,23 mm
2 6,35 mm 4,23 mm
Liggend 1 4,23 mm 4,23 mm
2 5,08 mm 4,23 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven is afgebeeld, geldt voor papier van A4-formaat. Het niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
13
Hoofdstuk 2

Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende printmedia gebruiken: dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier, transparanten, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Gebruik papier dat geschikt is voor
kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 60 tot 105 g/mGebruik etiketten en transparanten die
geschikt zijn voor laserprinters.
Plaats NOOIT verschillende types papier
tegelijk in de papierlade. Hierdoor kunnen papierstoringen optreden.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier dat zich in de lade bevindt.
2
.
Aanbevolen papier en afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan het volgende papier te
2
gebruiken.
Papiersoort Item
Normaal papier
Kringlooppapier
Transparant 3M CG3300 Etiketten Avery laseretiket L7 163 Enveloppe Antalis River-reeks (DL)
Xerox Premier TCF 80 g/m
Xerox Business 80 g/m
Xerox Recycled Supreme
2
80 g/m
2
2
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Wanneer u transparanten gebruikt,
verwijder ieder bedrukt vel dan onmiddellijk om verontreiniging of papieropstoppingen te vermijden.
Gebruik langlopend papier met een
neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.
14
Type en formaat van het papier 2
De machine laadt papier vanuit de geïnstalleerde standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de multifunctionele lade.
Standaardpapierlade 2
Aangezien de standaardlade een universeel type is, kunt u elk van de in de tabel op Papiercapaciteit van de papierladen op pagina 16 vermelde papierformaten gebruiken (één papiertype en -formaat per keer). De standaardpapierlade kan maximaal 250 vellen papier van Letter/A4-formaat
laden (80 g/m hoger zijn dan de aanduiding voor de maximale papierhoogte op de papiergeleider voor de breedte.
2
). De stapel papier mag niet
Papier en documenten laden
2
Multifunctionele lade (MP-lade) 2
U kunt tot 50 vellen normaal papier (80 g/m2) of tot 3 enveloppen plaatsen in de MP-lade. De stapel papier mag niet hoger zijn dan de aanduiding voor de maximale papierhoogte op de papiergeleider voor de breedte.
Optionele onderste lade (LT-5300) 2
De optionele onderste lade kan maximaal 250 vellen papier van Letter/A4-formaat
laden (80 g/m
2
). De stapel papier mag niet hoger zijn dan de bovenste lijn van de maximum markering op de papiergeleider voor de breedte.
De namen van de papierlades in de printerdriver in deze handleiding zijn:
Lade en optionele accessoires
Standaardpapierlade Lade 1 Optionele onderste lade Lade 2 Multifunctionele lade MP-lade
Naam
2
15
Hoofdstuk 2
Papiercapaciteit van de papierladen 2
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade (Lade #1)
A4, Letter, Executive, A5, A5 (lange zijde), A6, B5 en B6.
Normaal papier, dun papier en kringlooppapier
maximaal 250 [80 g/m2]
Transparant maximaal 10
Multifunctionele lade (MP-lade)
Breedte: 69,8 tot 216 mm
Lengte: 116 tot 406,4 mm
Normaal papier, dun papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen en etiketten.
maximaal 50 [80 g/m maximaal 3
(enveloppen)
2
]
Transparant maximaal 10
Papierlade (Lade #2)
A4, Letter, Executive, A5, B5 en B6.
Normaal papier, dun papier en kringlooppapier
maximaal 250
2
[80 g/m
]
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Gewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 µm Ruwheid Hoger dan 20 sec. Stijfheid
90-150 cm
3
/100 Vezelrichting Langlopend Soortelijke volumeweerstand
Soortelijke weerstand aan
9
-10e11 ohm
10e
9
-10e12 ohm-cm
10e
oppervlakte Vulmiddel CaCO
(Neutraal)
3
Asgehalte Minder dan 23 wt% Helderheid Hoger dan 80% Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
16
Papier en documenten laden
Speciaal papier gebruiken 2
De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik geen inkjetpapier, het kan leiden
tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voorgedrukt papier moet inkt gebruiken
dat tegen de temperatuur van het fuseerproces van de machine kan (200 °C).
Als u normaal papier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of gevouwen gebruikt, kan het afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden typen papier 2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1
1
12 mm
• dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
• met bladwijzers of nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
2
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
17
Hoofdstuk 2
Enveloppen 2
De meeste enveloppen zijn geschikt voor deze machine. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet dikker zijn dan twee vellen papier. De envelop moet vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel plaatsen via de MP­lade. Druk geen enveloppen af met duplexprinten. Advies: voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt, maakt u een proefafdruk om zeker te zijn van het afdrukresultaat.
Controleer het volgende:
De flap van de envelop dient zich aan de
lengtezijde te bevinden.
De flappen dienen scherp en correct te
zijn gevouwen (onregelmatig gesneden of gevouwen enveloppen kunnen papierstoringen veroorzaken).
Enveloppen dienen uit twee lagen te
bestaan in de hieronder omcirkelde gedeelten.
Te vermijden typen enveloppen 2
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
• die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met zelfklevende plakrand
• die zakachtig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een lasermachine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
1
1 Invoerrichting
1
Door de fabrikant geplakte voegen dienen
stevig te zijn.
We raden u aan niet binnen een marge
van 15 mm van de randen van de envelop af te drukken.
18
• met dubbele flappen zoals hieronder getoond
Papier en documenten laden
• met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop
• met flappen zoals hieronder getoond
• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuser unit. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 graden Celsius, gedurende 0,1 seconden.
Etiketbladen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze gebruikershandleiding is gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet goed ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Etiketten kunt u enkel plaatsen via de MP­lade.
2
19
Hoofdstuk 2
Te vermijden typen etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
BELANGRIJK
Plaats GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.

Documenten laden 2

Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF) 2
De ADF kan maximaal 50 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik
standaardpapier 80 g/m pagina's altijd door voordat u ze invoert in de ADF.
Aanbevolen omgeving 2
Temperatuur: 20 tot 30° C Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: Xerox Premier TCF 80 g/m Business 80 g/m
2
BELANGRIJK
• Laat dikke documenten NIET op de glasplaat liggen. Hierdoor kan een papierstoring in de ADF optreden.
• Gebruik GEEN papier dat gekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd of geplakt is, of nietjes, paperclips of plakband bevat.
2
en waaier de
2
of Xerox
20
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
• Om te voorkomen dat u uw machine beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag u NIET aan het document trekken terwijl het wordt ingevoerd.
Opmerking
Zie Met behulp van de glasplaat op pagina 21 om documenten te scannen die geen standaardformaat hebben.
Controleer of de inkt volledig droog is als
het document beschreven is.
Papier en documenten laden
a Vouw ADF-documentsteunklep (1) en
ADF-steun (2) uit.
2
1
b Blader de stapel goed door. c Leg uw documenten met de bedrukte
kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de
invoerrol raken.
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
Met behulp van de glasplaat 2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's uit een boek of afzonderlijke vellen papier een per een te scannen of te kopiëren. Documenten kunnen maximaal 215,9 mm breed en 355,6 mm lang zijn.
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op. b Gebruik de documentgeleiders links om
het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
2
1
21
Hoofdstuk 2
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.
22
3

Algemene instelling 3

Papierinstellingen 3

Papiersoort 3
Stel de machine in op het papier dat u gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de papiersoort in te stellen voor
de MP-bak drukt u op Menu, 1, 1, 1,
1.
Om de papiersoort in te stellen voor
Bovenlade drukt u op Menu, 1, 1, 1,
2.
Om de papiersoort in te stellen voor
Onderlade
1, 3 als u de optionele lade hebt geïnstalleerd.
1
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel weergegeven als de optionele lade is geplaatst.
b Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik, Transparanten of Gerecycl.papier te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt Transparanten kiezen voor Lade #1 en voor de MP-lade.
1
drukt u op Menu, 1, 1,
Papierformaat 3
U kunt tien papierformaten gebruiken voor het afdrukken van kopieën: A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6 en Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade plaatst, dient u ook de instelling van het papierformaat te wijzigen zodat de machine het document passend op de pagina kan plaatsen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het papierformaat in te stellen
voor de MP-bak drukt u op Menu, 1, 1, 2, 1.
Om het papierformaat in te stellen
voor Bovenlade drukt u op Menu, 1, 1, 2, 2.
Om het papierformaat in te stellen
voor Onderlade 1, 1, 2, 3 als u de optionele lade hebt geïnstalleerd.
1
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel weergegeven als de optionele lade is geplaatst.
1
drukt u op Menu,
b Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6, Folio of Ieder te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
3
23
Hoofdstuk 3
Opmerking
• De formaten Legal, Folio en Ieder worden alleen weergegeven wanneer u de MP-lade selecteert.
•Als u Ieder selecteert als papierformaat voor de MP-lade: u moet Alleen MP-lade selecteren als instelling voor de te gebruiken lade. U kunt Ieder niet selecteren als papierformaat voor de MP-lade wanneer u N op 1­kopieën maakt. U moet een van de andere beschikbare papierformaten voor de MP­lade selecteren.
A5 L en A6 zijn niet beschikbaar voor de optionele Onderlade.
•Als u Transparanten hebt geselecteerd als papierformaat kunt u enkel de papierformaten Letter, Legal, Folio of A4 selecteren in stap b.
Ladegebruik in de kopieermodus 3
U kunt kiezen welke lade prioriteit krijgt voor het afdrukken van kopieën.
Wanneer u Alleen lade 1, Alleen MP-lade of Alleen lade 2
1
selecteert, neemt de machine alleen papier uit de geselecteerde lade. Als er geen papier meer aanwezig is in de geselecteerde lade, wordt Geen papier weergegeven op het LCD-scherm. Plaats papier in de lege lade.
Volg de onderstaande instructies om de lade­instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 4, 1. b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2 Alleen MP-lade, MP>T1>T2 T1>T2
Druk op OK.
1
1
>MP te selecteren.
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel
weergegeven als de optionele lade is geplaatst.
1
,
1
of
24
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• Wanneer u de documenten in de ADF plaatst en MP>T1>T2 of T1>T2>MP geselecteerd is, zoekt de machine naar de lade met het meest geschikte papier en neemt papier uit die lade. Als er geen geschikt papier aanwezig is in de lades, neemt de machine papier uit de lade met de hoogste prioriteit.
• Wanneer u de glasplaat gebruikt, wordt uw document gekopieerd via de lade met de hoogste prioriteit, zelfs wanneer er een geschiktere papiersoort beschikbaar is in een andere papierlade.
Algemene instelling
Ladegebruik in de afdrukmodus 3
U kunt de standaardlade kiezen die de machine gebruikt voor het afdrukken vanaf de computer.
a Druk op Menu, 1, 4, 2. b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2 Alleen MP-lade, MP>T1>T2 T1>T2
Druk op OK.
1
1
>MP te selecteren.
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel
weergegeven als de optionele lade is geplaatst.
1
,
1
of
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• De instelling van de printerdriver krijgt prioriteit boven de instelling die werd doorgevoerd via het bedieningspaneel.
• Als het bedieningspaneel is ingesteld op
Alleen lade 1, Alleen MP-lade of
Alleen lade 2
selecteert in de printerdriver, neemt de machine het papier uit die lade.
1
Alleen lade 2 wordt enkel weergegeven als de optionele lade is geplaatst.
1
en u Automatisch

Volume-instellingen 3

Volume van waarschuwingstoon 3
Wanneer de waarschuwingstoon ingeschakeld is, produceert de machine een pieptoon wanneer u op een toets drukt of een fout maakt. U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 2. b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.

Automatische zomer-/ wintertijd 3

U kunt de machine zo instellen dat de zomer-/ wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst.
a Druk op Menu 6, 2. b Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren. Druk op OK.
3
c Druk op Stop/Eindigen.
25
Hoofdstuk 3

Ecologische functies 3

Toner sparen 3
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu, 1, 3, 1. b Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wij raden het gebruik van de tonerbespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met grijstinten.
Slaapstand 3
Als u de slaapstand instelt, verbruikt u minder energie, omdat de fuser wordt uitgezet terwijl de machine inactief is.
U kunt kiezen hoelang de machine inactief moet zijn voor deze naar de slaapstand overgaat. De timer wordt gereset wanneer de machine computergegevens ontvangt of een kopie maakt. De standaardinstelling is 005 minuten.
Wanneer de machine zich in slaapstand bevindt, wordt Slaapstand op het LCD­scherm weergegeven. Bij afdrukken of kopiëren in de slaapstand, moet u even wachten tot de fuser is opgewarmd.
a Druk op Menu 1, 3, 2. b Voer in hoe lang de machine inactief
moet zijn alvorens in slaapstand over te gaan. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
26
Algemene instelling

De scannerlamp uitschakelen 3

De scannerlamp blijft 16 uur branden alvorens automatisch uit te schakelen om de levensduur van de lamp te verlengen en het stroomverbruik te verminderen.
Om de scannerlamp handmatig uit te schakelen, drukt u tegelijk op de toetsen d en c. De scannerlamp blijft uitgeschakeld tot u de scanfunctie opnieuw gebruikt.
Opmerking
Als u de lamp geregeld uitschakelt, verkort dit de levensduur van de lamp.

LCD-contrast 3

U kunt het contrast instellen zodat het LCD­scherm lichter of donkerder wordt.
a Druk op Menu, 1, 5. b Druk op d om het LCD-scherm lichter te
maken. Of druk op c om het LCD­scherm donkerder te maken. Druk op OK.

Lijst Gebruikersinstellingen 3

U kunt een lijst met de geprogrammeerde instellingen afdrukken.
a Druk op Menu, 6, 5. b Druk op Start.

Netwerkconfiguratielijst

De netwerkconfiguratielijst is een rapport met een lijst van de huidige netwerkconfiguratie, inclusief de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
Opmerking
Knooppuntnaam: de knooppuntnaam staat op de netwerkconfiguratielijst. De standaardnaam van het knooppunt is "BRNXXXXXXXXXXXX".
a Druk op Menu, 6, 6. b Druk op Start.
3
3
c Druk op Stop/Eindigen.
27
4

Beveiligingsfuncties 4

Beveiligd functieslot 2.0

Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u de openbare toegang tot de volgende machinefuncties:
PC-printenUSB Direct PrintKopiërenScannen
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de standaardinstellingen wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
Toegang tot beperkte handelingen kan worden geactiveerd door het creëren van een beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers moeten een gebruikerswachtwoord invoeren om de machine te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeten bent, moet u het wachtwoord resetten dat in de machine is opgeslagen. Voor meer informatie over het resetten van het wachtwoord, neemt u contact op met uw Brother-leverancier voor service
4
Opmerking
• U kunt de functie Beveiligd functieslot handmatig instellen via het bedieningspaneel of met Beheer via een webbrowser. Wij raden u Beheer via een webbrowser aan om deze functie te configureren. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie.
• Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
• Wanneer Print is gedeactiveerd, gaan de printtaken vanaf de pc zonder notificatie verloren.
28
Beveiligingsfuncties
Het beheerderswachtwoord instellen 4
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en om Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. (Zie Beperkte gebruikers instellen op pagina 30 en Beveiligd functieslot aan-/uitzetten op pagina 31.)
a Druk op Menu, 1, 6. b Toets een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met behulp van de cijfers 0-9. Druk op OK.
c Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Het beheerderswachtwoord veranderen 4
a Druk op Menu, 1, 6. b Druk op a of b om Wachtw. inst. te
selecteren. Druk op OK.
c Voer het geregistreerde wachtwoord
van vier cijfers in. Druk op OK.
d Toets een viercijferig nummer in voor
het nieuwe wachtwoord. Druk op OK.
e Voer uw nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
4
29
Hoofdstuk 4
De functie Openbare gebruiker instellen 4
Met de functie Openbare gebruiker kunt u de beschikbare functies voor openbare gebruikers beperken. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om gebruik te maken van de functies die u via deze instelling hebt geactiveerd. U kunt één Openbare gebruiker instellen.
a Druk op Menu, 1, 6. b Druk op a of b om Id instellen te
selecteren. Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Openbaar te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Activeren of
Deactiveren te selecteren voor Kopiëren.
Druk op OK. Wanneer u Kopiëren hebt ingesteld, herhaalt u deze stap voor Scan, USB direct en Afdr. pc. Als u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op d of c om Stop wijziging te selecteren en drukt u vervolgens op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beperkte gebruikers instellen4
U kunt gebruikers instellen met beperkingen en een wachtwoord voor functies die voor hen beschikbaar zijn. Met Beheer via een webbrowser kunt u geavanceerdere beperkingen instellen, zoals een beperking op het aantal pagina's of via de inlognaam van een PC. (Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie.) U kunt maximaal 25 gebruikers met beperkingen en een wachtwoord instellen.
a Druk op Menu, 1, 6. b Druk op a of b om Id instellen te
selecteren. Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebr. 01-25 te
selecteren. Druk op OK.
e Gebruik het numerieke toetsenbord om
de gebruikersnaam in te voeren. (Zie Tekst invoeren op pagina 119.) Druk op OK.
f Toets een viercijferig wachtwoord in
voor de gebruiker. Druk op OK.
g Druk op a of b om Activeren of
Deactiveren te selecteren voor Kopiëren.
Druk op OK. Wanneer u Kopiëren hebt ingesteld, herhaalt u deze stap voor Scan, USB direct en Afdr. pc. Als u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op d of c om Stop wijziging te selecteren en drukt u vervolgens op OK.
30
h Herhaal stap d tot en met g om elke
extra gebruiker en elk extra wachtwoord in te voeren.
Beveiligingsfuncties
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als een andere gebruikersnaam.
Beveiligd functieslot aan­/uitzetten 4
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in.
Beveiligd functieslot aanzetten
a Druk op Menu, 1, 6. b Druk op a of b om Slot UitiAan te
selecteren. Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in. Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitzetten
a Druk op Menu, 1, 6. b Druk op a of b om Slot AaniUit te
selecteren. Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in. Druk op OK.
Gebruikers omschakelen 4
Met deze instelling kunt u schakelen tussen geregistreerde beperkte gebruikers of openbare gebruikers wanneer Beveiligd functieslot aanstaat.
Overschakelen naar de functie Beperkte gebruiker
a Houd d ingedrukt en druk op
Veilig Afdrukken/Direct.
4
b Druk op a of b om uw naam te
selecteren. Druk op OK.
c Voer uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
Opmerking
• Als u op de toets van de scanmodus drukt wanneer deze beperkt is, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine u om uw naam zal vragen. Als u een beperkte gebruiker bent met toegang tot de scanmodus, drukt u op a of b om uw naam te selecteren. Voer daarna uw wachtwoord van 4 cijfers in.
• Wanneer een beperkte gebruiker de machine niet langer gebruikt, schakelt deze binnen een minuut terug naar de openbare modus.
31
Hoofdstuk 4
32
Paragraaf II
Kopiëren II
Kopieën maken 34
5

Kopieën maken 5

Kopiëren 5

Kopieermodus instellen 5
1
2
3
4
6
1 Contrast
2 Kwaliteit
3 Kopieerverhouding
4 Ladeselectie
5 Aantal exemplaren
6 Helderheid
5
Eén kopie maken 5
a Plaats het document. b Druk op Start.
Meerdere kopieën maken 5
a Plaats het document. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max 99).
c Druk op Start.
Opmerking
Zie Kopieën sorteren met behulp van de ADF op pagina 36 voor het sorteren van
de kopieën.
Kopiëren onderbreken 5
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen.
34
Kopieën maken

Kopieeropties (tijdelijke instellingen) 5

Gebruik de tijdelijke Kopietoetsen als u de kopieerinstellingen snel tijdelijk wilt wijzigen voor de volgende kopie. U kunt verschillende combinaties gebruiken.
Een minuut na het kopiëren keert de machine terug naar de standaardinstellingen.
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen 5
U kunt de volgende vergrotings- of verkleiningspercentages selecteren:
Druk op
*De fabrieksinstelling is in vet schrift met een asterisk.
Met de instelling Auto berekent de machine de reductieratio die het beste past bij het papierformaat waarop de papierlade is ingesteld. (Zie Papierformaat op pagina 23.)
100%*
97% LTRiA4
94% A4iLTR
91% Full Page
85% LTRiEXE
83%
78%
70% A4iA5
50%
Custom(25-400%)
Auto
200%
141% A5iA4
104% EXEiLTR
De instelling Auto is uitsluitend beschikbaar wanneer u laadt uit de ADF.
Met Custom(25-400%) kunt u een verhouding invoeren tussen 25% en 400%.
Volg onderstaande instructies om de volgende kopie te vergroten of te verkleinen:
a Plaats het document. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Vergroot/Verklein.
Druk op c.
5
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren.
Druk op OK.
Druk op a of b om
Custom(25-400%) te selecteren. Druk op OK. Gebruik de kiestoetsen om een
vergrotings- of verkleiningspercentage in te voeren tussen 25% en 400%. (Druk bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in te voeren.)
Druk op OK.
e Druk op Start.
Opmerking
Opties voor paginalay-out 2 op 1 P, 2 op 1 L, 4 op 1 P of 4 op 1 L zijn niet beschikbaar met Vergroten/verkleinen.
35
Hoofdstuk 5
Kopieerkwaliteit verbeteren 5
U kunt kiezen uit een serie kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Auto.
Auto
Auto is de aanbevolen stand voor normale afdrukken. Geschikt voor documenten die zowel tekst als foto’s bevatten.
Tekst
Geschikt voor documenten die uitsluitend tekst bevatten.
Foto
Geschikt voor het kopiëren van foto’s.
Volg de onderstaande stappen om de kwaliteitsinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Plaats het document. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Contrast/Kwaliteit. Druk op a
of b om Kwal. te selecteren. Druk op OK.
Kopieën sorteren met behulp van de ADF 5
U kunt meerdere kopieën sorteren. De pagina’s worden gestapeld in de volgorde 1 2 3, 1 2 3, 1 2 3 enz.
a Plaats het document in de ADF. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Sorteren. d Druk op Start.
De kopieerresolutie van de tekst wijzigen 5
U kunt de kopieerresolutie van de tekst wijzigen naar 1200x600dpi als u de glasplaat gebruikt, Tekst als kopieerkwaliteit hebt ingesteld en 100% als vergrotings- of verkleiningspercentage hebt geselecteerd. De standaardinstelling is 600dpi.
a Plaats het document op de glasplaat.
d Druk op d of c om Auto, Tekst of Foto
te selecteren. Druk op OK.
e Druk op Start.
Volg de onderstaande stappen om de standaard instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 2, 1. b Druk op a of b om de kopieerkwaliteit te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
36
b Druk op Menu, 2, 2. c Druk op a of b om de kopieerresolutie
van de tekst te selecteren. Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Kopieën maken
Het contrast en de helderheid regelen 5
Contrast 5
Pas het contrast aan om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien.
Volg de onderstaande stappen om de contrastinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Plaats het document. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Contrast/Kwaliteit.
Druk op a of b om Contrast te selecteren. Druk op OK.
Contrast:-nnonn+c Kwal. :Auto Vergr/kl:100% Bak :MP>T1
Selecteer dc&OK
01
d Druk op d of c om het contrast te
verhogen of verlagen. Druk op OK.
e Druk op Start.
Volg de onderstaande stappen om de standaard instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 2, 4. b Druk op d of c om het contrast te
verhogen of verlagen. Druk op OK.
Helderheid 5
Pas de helderheid aan om kopieën donkerder of lichter de maken.
Volg de onderstaande stappen om de helderheidsinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Plaats het document. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op a of b om Helder te selecteren.
Kwal. :Auto Vergr/kl:100% Bak :MP>T1 Helder :-nnonn+c Selecteer dc&OK
01
d Druk op c om een lichtere kopie te
maken of op d om een donkerdere kopie te maken. Druk op OK.
e Druk op Start.
Volg de onderstaande stappen om de standaard instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 2, 3. b Druk op c om een lichtere kopie te
maken of op d om een donkerdere kopie te maken. Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
5
c Druk op Stop/Eindigen.
37
Hoofdstuk 5
N op 1-kopieën maken (paginalay-out) 5
U kunt de hoeveelheid papier die u gebruikt voor het kopiëren verminderen door de functie N op 1-kopie te gebruiken. U kunt zo twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en daarmee papier besparen.
BELANGRIJK
• Controleer of het papierformaat is
1
ingesteld op Letter, A4, Legal
Folio
•(P) betekent Portrait (staand) en (L) betekent Landscape (liggend).
• U kunt de instelling Vergroot / Verklein niet gebruiken met de functie N op 1.
1
U kunt alleen Legal en Folio selecteren voor de MP-lade.
1
.
of
a Plaats het document.
f Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende pagina te scannen.
Flatbed kopie:
Volgende Pagina?
a 1.Ja b 2.Nee Select. ab of OK
g Plaats de volgende pagina op de
glasplaat. Druk op OK. Herhaal stap f en g voor elke pagina die u in deze indeling gebruikt.
h Druk op 2 in stap f om te stoppen
nadat alle pagina's zijn gescand.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Nop1. d Druk op a of b om 2op1(P),
2op1(L), 4op1(P), 4op1(L) of Uit(1 op 1) te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF hebt geplaatst, worden de pagina's gescand en wordt het afdrukken gestart.
Wanneer u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap f.
38
Kopieën maken
Wanneer u kopieert vanaf de ADF: 5
Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven zoals hieronder aangegeven:
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
Wanneer u kopieert vanaf de glasplaat:
Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden zoals hieronder aangegeven:
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
5
5
39
Hoofdstuk 5
1
1
1
1
1
1
1
1

Duplexkopiëren (dubbelzijdig) 5

Als u de functie duplexkopiëren wilt gebruiken, plaatst u het document in de ADF.
Als u de melding Geheugen vol krijgt wanneer u dubbelzijdig kopieert, dient u extra geheugen te installeren. (Zie De melding geheugen vol op pagina 42.)
Duplexkopiëren (over de lange zijde) 5
enkelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
1
2
Liggend
1
2
dubbelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
2
Liggend
1
2
1
2
1
2
1
dubbelzijdig i enkelzijdig
Staand
1
1
2
Liggend
1
2
2
1
2
a Plaats het document. b Voer het aantal kopieën in (max. 99) met
de kiestoetsen.
c Druk op Dubbelzijdig en a of b om
1zijdigi2zijdig, 2zijdigi2zijdig of 2zijdigi1zijdig te selecteren.
Duplex a1zijdigi2zijdig
2zijdigi2zijdig
b2zijdigi1zijdig Select. ab of OK
Druk op OK.
d Druk op Start om het document te
kopiëren.
Opmerking
Duplexkopiëren met een dubbelzijdig Legal-document is niet beschikbaar.
2
40
2
Kopieën maken
1
1
1
1
Geavanceerd duplexkopiëren (korte zijde) 5
Geavanceerd dubbelzijdig i enkelzijdig
Staand
1
2
Liggend
1
2
Geavanceerd enkelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
2
1
2
1
2
1
2
d Druk op a of b om 2zijdigi1zijdig
of 1zijdigi2zijdig te selecteren.
Duplex Geavanc.
a2zijdigi1zijdig b1zijdigi2zijdig
Select. ab of OK
Druk op OK.
e Druk op Start om het document te
kopiëren.
Opmerking
Duplexkopiëren met een dubbelzijdig Legal-document is niet beschikbaar.
5
Liggend
1
1
2
2
a Plaats het document. b Voer het aantal kopieën in (max. 99) met
de kiestoetsen.
c Druk op Dubbelzijdig en a of b om
Geavanceerd te selecteren.
Duplex a1zijdigi2zijdig
2zijdigi2zijdig
b2zijdigi1zijdig Select. ab of OK
Druk op OK.
41
Hoofdstuk 5

Ladeselectie 5

U kunt de gebruikte lade wijzigen voor de volgende kopie.
a Plaats het document. b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Lade Selecteren. d Druk op d of c om MP>T1, T1>MP,
#1(XXX)
Druk op OK.
e Druk op Start.
Druk op
1
of MP(XXX)1 te selecteren.
MP>T1 of M>T1>T2 T1>MP of T1>T2>M
#1(XXX)
#2(XXX)
MP(XXX)
1
1
1

De melding geheugen vol 5

Wanneer het geheugen tijdens het kopiëren vol raakt, vermeldt het LCD-scherm wat u verder moet doen.
Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina, krijgt u de mogelijkheid om op Start te drukken om de reeds gescande pagina's te kopiëren, of om op Stop/Eindigen te drukken om de handeling te annuleren.
1
XXX staat voor het papierformaat dat u hebt ingesteld in Menu, 1, 1, 2.
Opmerking
• T2 of #2 wordt enkel weergegeven als de optionele papierlade is geplaatst.
• Raadpleeg Ladegebruik in de kopieermodus op pagina 24 voor het wijzigen van de standaardinstelling voor Tray Select.
42
Paragraaf III
Rechtstreeks afdrukken
Gegevens afdrukken vanaf een USB­flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
III
44
Gegevens afdrukken vanaf een
6
USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
Met de functie Direct Print hebt u geen computer nodig om gegevens af te drukken. U kunt afdrukken door eenvoudig een USB­flashgeheugen in de USB-poort van de machine te plaatsen. U kunt ook een camera aansluiten en rechtstreeks vanaf de camera afdrukken als deze is ingesteld op USB Mass Storage.
Opmerking
• Bepaalde USB-flashgeheugens werken mogelijk niet op deze machine.
• Als uw camera in de stand PictBridge staat, kunt u geen gegevens afdrukken. Raadpleeg de handleiding van uw camera om over te schakelen van de stand PictBridge naar de stand Mass Storage.

Ondersteunde bestandsformaten 6

Direct Print ondersteunt de volgende bestandsformaten:
PDF versie 1.7JPEGExif + JPEGPRN (aangemaakt door de Brother-driver)TIFF (bij scannen met alle MFC- of DCP-
modellen van Brother)
PostScript
Brother BRScript3-printerdriver)
XPS versie 1.0
1
PDF-bestanden die een JBIG2-beeldbestand, een JPEG2000-beeldbestand of transparante bestanden bevatten, worden niet ondersteund.
1
®
3™ (aangemaakt door de
6
44
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
Een PRN of PostScript® 3™­bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken
Opmerking
De schermen in dit onderdeel variëren afhankelijk van het programma en het besturingssysteem.
a Klik in de menubalk van een programma
op Bestand en daarna op Afdrukken.
b Selecteer Brother DCP-XXXX Printer
(1) en vink het vakje Naar bestand aan (2). Klik op Afdrukken.
1
2
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die
6
massaopslag ondersteunt
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort (1) aan de voorkant van de machine. De machine schakelt automatisch over naar de stand Direct Print.
1
6
6
c Selecteer de map waar u het bestand
wilt opslaan en voer de bestandsnaam in wanneer dit wordt gevraagd. Als u alleen om een bestandsnaam wordt gevraagd, kunt u ook de map waar u het bestand wilt opslaan specificeren door de mapnaam bij te voegen. Bijvoorbeeld: C:\Temp\Bestandsnaam.prn Als er een USB-flashgeheugen of een digitale camera aangesloten is op uw computer, kunt u het bestand rechtstreeks op het USB-flashgeheugen opslaan.
1
45
Hoofdstuk 6
Opmerking
• Als de instelling Direct Print van Beveiligd functieslot 2.0 voor alle gebruikers is ingesteld op Deactiveren (ook bij de instellingen voor de openbare modus), wordt Niet beschikbaar weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine terugkeert naar de stand Gereed. U kunt de functie Direct Print niet gebruiken.
• Als u een beperkte gebruikers-ID gebruikt zonder toegang tot de functie Direct Print bij Beveiligd functieslot 2.0, maar andere beperkte gebruikers (waaronder gebruikers in de openbare modus) wel toegang hebben, wordt ToegangGeweigerd weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine uw naam vraagt.
Als u een beperkte gebruiker bent met toegang tot Direct Print, drukt u op a of b om uw naam te selecteren. Voer daarna uw wachtwoord van 4 cijfers in.
• Als uw beheerder een paginabeperking heeft ingesteld voor Direct Print en de machine het maximale aantal pagina's reeds heeft bereikt, wordt Limiet bereikt weergegeven op het LCD-scherm wanneer u een USB­flashgeheugen of een digitale camera aansluit.
b Druk op a of b om de map- of
bestandsnaam te selecteren die u wilt afdrukken.
Direct Print a1.FILE0_1.PDF
2.FILE0_2.PDF
b3.FILE0_3.PDF Select. ab of OK
Opmerking
• U moet uw camera overschakelen van de stand PictBridge naar de stand Mass Storage.
• Als u een bestandenindex wilt afdrukken, selecteert u Index afdr. en drukt u daarna op OK. Druk op Start om de gegevens af te drukken.
• Bestanden die opgeslagen zijn op het USB-flashgeheugen kunnen aan de hand van de volgende tekens worden weergegeven op het LCD-scherm: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 $ % ’ ` - @ { } ˜ ! # ( ) & _ ˆ
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om een instelling te
selecteren die u wilt wijzigen en druk op OK. Druk daarna op a of b om een optie te selecteren voor de instelling en druk op OK.
Als u de huidige
standaardinstellingen niet wilt wijzigen, gaat u verder met stap d.
Print bestand aPapierformaat
Mediatype
bMeerdere pag. Select. ab of OK
Druk op OK. Als u de mapnaam hebt geselecteerd, drukt u op a of b om de bestandsnaam te selecteren die u wilt afdrukken. Druk op OK.
46
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
Opmerking
• U kunt de volgende instellingen selecteren:
Papierformaat
Mediatype
Meerdere pag.
Afdrukstand
Duplex
Sorteren
Lade gebruiken
Printkwaliteit
Pdf-optie
• Afhankelijk van het type bestand worden bepaalde instellingen mogelijk niet weergegeven.
d Druk op Start wanneer u klaar bent. e Voer met de kiestoetsen het gewenste
aantal kopieën in. Druk op OK.
Direct Print
Opmerking
• Als u de standaardpapierlade wilt wijzigen waaruit papier wordt genomen, drukt u op Menu, 1, 4, 2 om de instelling voor de papierlade te wijzigen.
• U kunt de standaardinstellingen voor Direct Print wijzigen via het bedieningspaneel wanneer de stand Direct Print niet geactiveerd is. Druk op Menu, 4 om het menu USB Direct I/F te openen. (Zie Menutabel op pagina 109.)
6
FILE0_1.PDF
Aant. kopieën:
Druk op Start
1
f Druk op Start om de gegevens af te
drukken.
BELANGRIJK
• Om schade aan de machine te voorkomen, sluit u NOOIT een ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashgeheugen aan op de USB­poort.
• Verwijder het USB-flashgeheugen of de digitale camera NIET uit de USB-poort terwijl de machine nog bezig is met afdrukken.
47
Hoofdstuk 6

De foutmeldingen begrijpen 6

Eens u vertrouwd bent met de soorten fouten die zich kunnen voordoen bij het afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen met Direct Print, kunt u eenvoudig problemen identificeren en oplossen.
Geheugen vol
Deze melding wordt weergegeven als u werkt met afbeeldingen die te groot zijn voor het machinegeheugen.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u een incompatibel of gebrekkig apparaat aansluit op de USB-poort. Om de foutmelding te verwijderen, koppelt u het apparaat los van de USB-poort.
(Raadpleeg Fout- en onderhoudsmeldingen op pagina 78 voor meer uitleg over de oplossing.)
48
Paragraaf
IV
Software IV
Software- en netwerkfuncties 50
7

Software- en netwerkfuncties 7

De HTML-gebruikershandleiding op de cd­rom bevat Gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bv. afdrukken en scannen). Deze handleidingen bevatten handige koppelingen waarmee u rechtstreeks naar een bepaalde sectie kunt gaan.
De handleidingen bevatten informatie over de volgende functies:
AfdrukkenScannen
ControlCenter3 (Windows
ControlCenter2 (MacintoshPrinten via het netwerkNetwerkscannen
®
)
®
)
Opmerking
Zie De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding raadplegen
op pagina 3.
Gebruik van de HTML­gebruikershandleiding 7
Hieronder volgt een korte toelichting over het gebruik van de HTML-gebruikershandleiding.
Windows
Opmerking
Zie Documentatie bekijken (Windows®) op pagina 3 als u de software nog niet hebt geïnstalleerd.
a Selecteer in het menu Start Brother,
DCP-XXXX bij de programma's en klik
daarna op
Gebruikershandleidingen in HTML-formaat.
b Klik op de gewenste handleiding
(GEBRUIKERSHANDLEIDING, SOFTWAREHANDLEIDING of NETWERKHANDLEIDING) in het
hoofdmenu.
®
7
50
c Klik in de lijst links van het venster op de
titel waarvan u de inhoud wilt weergeven.
Software- en netwerkfuncties
Macintosh
a Controleer of de Macintosh
ingeschakeld. Plaats de cd-rom van Brother in het cd-romstation.
®
®
is
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op de map van uw taal en
dubbelklik vervolgens op het bovenste .html-bestand.
d Klik op de gewenste handleiding
(GEBRUIKERSHANDLEIDING, SOFTWAREHANDLEIDING of NETWERKHANDLEIDING) in het
hoofdmenu en klik daarna op de titel die u wilt lezen in de lijst aan de linkerkant van het venster.
7
7
51
Hoofdstuk 7
52
Paragraaf V
Bijlagen V
Veiligheid en wetgeving 54 Menuselecties 63 Problemen oplossen en routineonderhoud 65 Menu en functies 107 Specificaties 121 Verklarende woordenlijst 135
Veiligheid en wetgeving A
A

Een geschikte plaats kiezen A

Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak zoals een bureau. Kies een plaats die vrij is van trillingen en schokken. Plaats de machine in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats met een stabiele temperatuur tussen 10°C en 32,5°C en een luchtvochtigheid van 20% tot 80% (zonder condensatie).
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, open vuur, zoute of corrosieve gassen, vocht of stof.
Plaats het apparaat NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten, water of chemische producten.
54
Veiligheid en wetgeving
VOORZICHTIG
Plaats de machine niet op een plaats waar veel mensen lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die worden gestuurd door wandschakelaars of automatische timers, of op dezelfde stroomkring als grote apparaten die de stroomtoevoer kunnen verstoren.
Onderbreking van de stroomtoevoer kan informatie in het geheugen van de machine wissen.
Zorg dat de kabels die naar de machine leiden geen gevaar voor struikelen opleveren.
A
55

Doe het volgende om de machine veilig te gebruiken A

Lees deze voorschriften voordat u probeert enig onderhoud te verrichten, en bewaar ze zodat u ze later kunt naslaan.
WAARSCHUWING
Er bevinden zich hoogspanningselektroden in de machine. Voor u de binnenkant van de machine schoonmaakt, dient u na te gaan of u de stekker uit het stopcontact hebt verwijderd. Zo vermijdt u elektrische schokken.
Hanteer de stekker NOOIT met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Installeer dit product in de buurt van een goed bereikbaar stopcontact. In noodgevallen moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
Er worden plastic zakken gebruikt als verpakkingsmateriaal voor uw machine en drumeenheid. Houd deze zakken verwijderd van baby's en kinderen, om te vermijden dat ze er in stikken.
56
Veiligheid en wetgeving
Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ontvlambare stoffen, sproeivloeistoffen of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen die alcohol of ammoniak bevatten. U kunt zo namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Raadpleeg Routineonderhoud op pagina 90 voor informatie over het schoonmaken van de machine.
GEEN stofzuiger gebruiken voor het schoonmaken van gemorste toner. Het tonerstof zou kunnen ontbranden in de stofzuiger en eventueel een brand veroorzaken. Maak het tonerpoeder voorzichtig schoon met een droge, pluisvrije zachte doek en gooi het weg conform de plaatselijke reglementeringen.
VOORZICHTIG
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het frontdeksel of het achterpaneel van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken.
Plaats uw handen niet op de rand van de machine onder het documentdeksel zoals aangegeven in de afbeelding om letsels te voorkomen.
A
57
Om letsels te voorkomen, dient u te vermijden uw vingers in de plaatsen te steken die in de afbeeldingen worden weergegeven.
Wanneer u de machine verplaatst, houd hem dan vast bij de handgrepen onder de scanner.
BELANGRIJK
De fuseereenheid is gemarkeerd met een waarschuwingsetiket. Verwijder of beschadig het etiket NIET.
58
Veiligheid en wetgeving
Belangrijke veiligheidsinformatie A
1 Lees alle instructies door. 2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. 3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens de binnenkant van de machine te
reinigen. Gebruik GEEN vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een droge, pluisvrije doek om het apparaat schoon te maken.
5 Zet dit product NIET op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen, waardoor het ernstig kan worden beschadigd.
6 Gleuven en openingen in de behuizing aan de achter- of onderkant dienen voor de ventilatie.
Om zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen tegen oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze openingen mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een kleed of op een soortgelijk oppervlak te zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven een radiator of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden ingebouwd, tenzij voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron binnen het bereik dat op het
etiket betreffende de spanning staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een gelijkstroombron of -omvormer. Wanneer u twijfels hebt, neemt u contact op met een gekwalificeerde elektricien.
8 Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer. Deze stekker past alleen in een
geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in uw stopcontact worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude stopcontact te vervangen. Het is ABSOLUUT noodzakelijk dat u een geaarde stekker en een geaard stopcontact gebruikt.
9 Gebruik alleen het netsnoer dat is geleverd bij de machine.
A
10 Plaats NOOIT iets op het netsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen over
het snoer kunnen lopen.
11 Gebruik het toestel in een goed geventileerde ruimte. 12 Het netsnoer mag (inclusief een eventueel verlengsnoer) niet langer zijn dan 5 meter.
Plaats op dezelfde hoofdstroomkring GEEN andere toepassingen die veel stroom vragen, zoals klimaatregelingen, kopieerapparaten, papierversnipperaars enz. Wanneer u niet kunt vermijden dat u de printer gezamenlijk met dergelijke apparaten gebruikt, adviseren we u een voltagetransformator of een hoogfrequente ruisfilter te gebruiken.
Gebruik een spanningsregelaar wanneer de stroombron niet stabiel is.
13 Plaats NIETS voor de machine dat afgedrukte documenten kan blokkeren. Plaats NOOIT een
voorwerp in het pad van afgedrukte documenten.
14 Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken. 15 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is.Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
59
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks het naleven van de
bedieningsinstructies. Pas alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de bedieningshandleiding. Een verkeerde afstelling van andere functies kan leiden tot schade, wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om het apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
16 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
17 Om het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te reduceren, leest u aandachtig
volgende maatregelen:
Gebruik dit product NIET in de buurt van apparaten die water gebruiken, in een natte kelder
of in de buurt van een zwembad.
Gebruik de machine NIET tijdens een storm. (De kans bestaat dat u geëlektrocuteerd
wordt.)
Gebruik dit product NIET in de buurt van een gaslek.
60
Veiligheid en wetgeving

Libtiff-auteursrechten en licentie A

Use and Copyright Copyright© 1988-1997 Sam Leffler
Copyright© 1991-1997 Silicon Graphics, Inc. Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any
purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.
A
61

Handelsmerken A

Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation. Microsoft, Windows, Windows Server en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen. Apple, Macintosh, Safari en TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de
Verenigde Staten en andere landen. Intel en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de VS en andere landen AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc. Adobe, Flash, Illustrator, PageMaker, Photoshop, PostScript en PostScript 3 zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Epson is een gedeponeerd handelsmerk en FX-80 en FX-850 zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
IBM en Proprinter zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of haar partners in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Elk bedrijf waarvan software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma's.
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
62
B
Menuselecties B

Optionele papierlade (LT-5300) B

Een optionele onderste lade kan worden geïnstalleerd met een capaciteit van
2
maximaal 250 vellen papier van 80 g/m Wanneer een optionele lade is geplaatst,
heeft de machine een maximale capaciteit van 550 vellen normaal papier. Neem contact op met uw Brother-leverancier als u een optionele onderste lade wilt aanschaffen.
Raadpleeg de instructies bij de onderste lade voor de installatie.
.

Geheugenbord B

DCP-8085DN heeft standaard 64 MB geheugen en één uitbreidingssleuf voor extra geheugen. U kunt het geheugen upgraden tot 576 MB door small outline dual in-line memory-modules te plaatsen (SO-DIMM's). Wanneer u extra geheugen toevoegt, verhoogt dit de prestaties van zowel de kopieer- als afdrukhandelingen.
Algemeen hebben de SO-DIMM's de volgende technische gegevens:
Type: 144 pins en 64 bit-uitvoer CAS-latentie: 2 Klokfrequentie: 100 MHz of hoger Capaciteit: 64, 128, 256 of 512 MB Hoogte: 31,75 mm Dram-type: SDRAM 2 Bank
Voor informatie over de aankoop en nummers van onderdelen, raadpleegt u de website van Buffalo Technology:
B
http://www.buffalo-technology.com/
Opmerking
• Het is mogelijk dat bepaalde SO-DIMM's niet werken in de machine.
• Neem contact op met uw Brother­leverancier voor meer informatie.
63
Extra geheugen plaatsen B
a Schakel de machine uit. b Koppel de interfacekabel los van de
machine en trek het netsnoer uit het stopcontact.
Opmerking
De machine moet uitgeschakeld zijn voor u de SO-DIMM plaatst of verwijdert.
c Verwijder de SO-DIMM-afdekking en de
afdekking van de interfacetoegang.
e Neem de SO-DIMM aan de zijkanten
vast en breng de inkepingen in de SO-DIMM op een lijn met de uitsteeksel in de sleuf. Plaats de SO-DIMM schuin (1) en druk deze vervolgens in de richting van het interfacebord tot hij op zijn plaats klikt (2).
1
2
f Plaats de SO-DIMM-afdekking en de
afdekking van de interfacetoegang terug.
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en sluit daarna de interfacekabel aan.
d Haal de SO-DIMM uit de verpakking en
houd deze vast bij de zijkanten.
BELANGRIJK
Raak NOOIT de geheugenchips of het bordoppervlak aan om schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden.
h Schakel de machine in.
Opmerking
Om er zeker van te zijn dat u de SO-DIMM correct hebt geplaatst, kunt u de pagina met gebruikersinstellingen afdrukken waarop u de huidige geheugencapaciteit kunt zien. (Zie Lijst Gebruikersinstellingen op pagina 27.)
64
Problemen oplossen en
C
routineonderhoud

Problemen oplossen C

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
Als u problemen hebt met uw machine C
Controleer onderstaande tabel en volg de instructies.
Kopieerproblemen C
Problemen Suggesties
Kan geen kopie maken. Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd functieslot te
controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal doordat er zich vuil of
correctievloeistof op de glasplaat bevindt of doordat de printcorona vuil is. (Zie De scanner reinigen op pagina 91 en De primaire corona reinigen op pagina 93.)
.
C
65
C
Afdrukproblemen C
Problemen Suggesties
Geen print. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de
De machine print onverwacht of print heel slecht.
De machine print de eerste pagina's correct, maar dan ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
De kop- of voetteksten in het document worden op het scherm weergegeven, maar ze verschijnen niet wanneer het document wordt afgedrukt.
De machine drukt niet dubbelzijdig af, ook al is de printerdriver ingesteld op Duplex.
De machine drukt niet af of is gestopt met afdrukken en de status-LED van de machine is geel.
machine aanstaat.
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd.
(Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw
computer. (Zie de installatiehandleiding.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en
onderhoudsmeldingen op pagina 78.)
Ga na of de machine online is:
(Windows Vista
®
) Klik op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer . Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
(Windows
®
XP en Windows Server® 2003) Klik op de knop Start en selecteer Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
(Windows
®
2000) Klik op de knop Start, selecteer Instellingen en daarna Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd functieslot te
controleren.
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met
afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige minuten uit het stopcontact.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan
samenwerken met uw machine.
Als u gebruik maakt van de parallelle poort, controleert u dat de poort BRMFC
is en niet LPT1.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan
samenwerken met uw machine.
Uw computer herkent het signaal "ingangsbuffer vol" van de machine niet.
Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de installatiehandleiding.)
Er is een niet-bedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. Selecteer hiervoor het formaat A4.
Druk op Opdracht Annuleren. De machine annuleert de taak en wist deze uit het geheugen. Het is mogelijk dat een onvolledige pagina wordt afgedrukt.
66
Problemen oplossen en routineonderhoud
Scanproblemen C
Problemen Suggesties
Tijdens het scannen treden er TWAIN-fouten op.
OCR (optische tekstherkenning) werkt niet.
De functie netwerkscannen werkt niet.
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. Klik in PaperPort™ 11SE op Bestand, Scannen of Foto ophalen en selecteer de TWAIN-stuurprogramma.
Probeer de inleesresolutie te verhogen.
Zie Netwerkproblemen op pagina 68.
Softwareproblemen C
Problemen Suggesties
Onmogelijk software te installeren of te printen.
Kan '2 in 1' of '4 in 1'-afdrukken niet uitvoeren.
De machine print niet vanuit
®
Adobe
Illustrator®.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite uit op de cd-rom. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Problemen met het papier C
Problemen Suggesties
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont Geen papier of de melding Vastgelopen papier.
De machine neemt geen papier uit de MP-lade.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken? U kunt enveloppen invoeren via de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld
Welk papier kan ik gebruiken? U kunt dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
Er is papier vastgelopen. (Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de
papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer
het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer dat de stand MP-lade niet geselecteerd is in de printerdriver.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven
en het probleem blijft bestaan, raadpleegt u Papieropstoppingen op pagina 83.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Controleer dat de stand MP-lade geselecteerd is in de printerdriver.
dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie.)
enveloppen, etiketten en transparanten gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Zie voor meer informatie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
C
67
Problemen met afdrukkwaliteit C
Problemen Suggesties
De afgedrukte pagina’s zijn gekruld.
De afgedrukte pagina’s zijn vlekkerig.
De afdrukken zijn te licht. Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën, schakel dan de
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen
papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer de stapel papier in de papierlade om te draaien.
Controleer of u het juiste papiertype hebt gekozen dat past bij het type
printmedia. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14 en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
tonerbespaarstand uit in de menu-instellingen van de machine. (Zie Toner sparen op pagina 26.)
Zet de tonerbespaarstand uit in het tabblad Geavanceerd van de printerdriver.
(Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Netwerkproblemen
Problemen Suggesties
Printen via een bedraad netwerk onmogelijk.
Als u netwerkproblemen hebt, raadpleegt u de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie.
Controleer of de machine aanstaat, online is en in de stand Gereed staat. Druk de netwerkconfiguratielijst af om uw huidige netwerkinstellingen te bekijken. (Zie Netwerkconfiguratielijst op pagina 27.) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, is de onderste LED van het achterpaneel van de machine groen.
68
Netwerkproblemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
De functie netwerkscannen werkt niet.
De functie netwerkprinten werkt niet.
(Windows netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om Windows
Firewall te configureren. Gebruikt u andere persoonlijke firewallsoftware, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van deze software of neem contact op met de leverancier van de software.
(Windows
a Klik op de knop Start, Configuratiescherm,
Netwerk- en Internet-verbindingen en klik op Windows Firewall.
Controleer dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen is ingesteld op Aan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en klik bij de
Instellingen van netwerkverbinding op de knop Instellingen....
c Klik op de knop Toevoegen. d Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor
scannen via het netwerk:
1. Voer bij Beschrijving van de service: een omschrijving in, bijvoorbeeld "Brother Scanner".
2. Voer "Localhost" in bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt:.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: "54925" op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: "54925" op.
5. Controleer dat UDP is geselecteerd.
6. Klik op OK.
Problemen oplossen en routineonderhoud
®
) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke
®
XP SP2)
®
C
e Klik op de knop Add. f Als u nog steeds problemen met de netwerkverbinding hebt, klikt u op de
knop Add.
g Als u poort 137 voor netwerkscannen en printen via het netwerk wilt
toevoegen, voert u de onderstaande informatie in:
1. Voer bij Beschrijving van de service: een omschrijving in, bijvoorbeeld "Brother netwerkscannen".
2. Voer "Localhost" in bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt:.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: "137" op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: "137" op.
5. Controleer dat UDP is geselecteerd.
6. Klik op OK.
h Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik
op OK.
69
Netwerkproblemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
De functie netwerkscannen werkt niet.
De functie netwerkprinten werkt niet.
(vervolg)
(Windows Vista
a Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet,
Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen.
b Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend, doet u
het volgende.
c Controleer dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen is ingesteld
op Aan.
d Klik op het tabblad Uitzonderingen.
e Klik op de knop Poort toevoegen....
f Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor
scannen via het netwerk:
1. Voer in het vak Naam: een beschrijving in. (bijvoorbeeld “Brother Scanner”)
2. Geef bij Poortnummer: "54925" op.
3. Controleer dat UDP is geselecteerd. Klik vervolgens op OK.
®
):
Gebruikers met beheerdersbevoegdheden: Klik op Doorgaan.
Gebruikers zonder beheerdersbevoegdheden: Voer het
beheerderswachtwoord in en klik op OK.
Uw computer kan de machine niet vinden.
g Klik op de knop Poort toevoegen....
h Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik
op Toepassen.
i Als u nog steeds problemen met de netwerkverbinding hebt, bijvoorbeeld
met het scannen of afdrukken over het netwerk, selecteert u het vakje
Bestands- en printerdeling in het tabblad Uitzonderingen en klikt u op Toepassen.
®
(Windows netwerkverbinding afwijzen. (Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.)
(Macintosh in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Hulpprogramma's/ DeviceSelector of via het pop-upmenu Model van ControlCenter2.
) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke
®
) Selecteer de machine opnieuw in de toepassing Device Selector
70
Problemen oplossen en routineonderhoud
De afdrukkwaliteit verbeteren C
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Witte lijnen op de pagina
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Witte lijnen onder aan de
pagina
Holle afdruk
Advies
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of erg dik
papier kan dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in het
printerstuurprogramma of in het menu voor het instellen van de papiersoort. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen
worden gebruikt op pagina 14 en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Het probleem kan vanzelf verdwijnen. Druk meer pagina's af om dit
probleem te verhelpen, met name wanneer u de machine een lange tijd niet hebt kunnen gebruiken.
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Veeg het scannervenster af met een droge en pluisvrije zachte doek.
(Zie Het scannervenster reinigen op pagina 92.)
Controleer of er niet een afgescheurd stuk papier binnen de machine
zit dat het inleesvenster afdekt.
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
C
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Selecteer Dik papier in het printerstuurprogramma, selecteer Dik in
het menu van de machine voor het instellen van de papiersoort, of gebruik dunner papier. (Zie Papiersoort op pagina 23 en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een hoge
vochtigheid kunnen een lege afdruk veroorzaken. (Zie Een geschikte plaats kiezen op pagina 54.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
71
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Grijze achtergrond
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Pagina scheef afgedrukt
Dubbele afdruk
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde 134
Advies
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een hoge
temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad kunnen leiden tot grijze achtergronden. (Zie Een geschikte plaats kiezen op pagina 54.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Controleer of het papier of ander afdrukmateriaal correct in de
papierlade is geplaatst en of de geleiders niet te strak of te los op de papierstapel aansluiten.
Stel de papiergeleiders correct in. (Zie Papier in de
standaardpapierlade plaatsen op pagina 10.)
Wanneer u de MP-lade gebruikt, zie Papier plaatsen in de
multifunctionele lade (MP-lade) op pagina 11.
De papierlade is mogelijk te vol.Controleer de papiersoort en -kwaliteit. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of dik papier
kan dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in het printer-
stuurprogramma of in het menu voor het instellen van de papiersoort. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 14 en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier voor service.
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of het papier correct is geladen. (Zie Papier in de
standaardpapierlade plaatsen op pagina 10.)
Draai de stapel papier in de lade om of draai het papier 180° om in de
invoerlade.
Rimpels of vouwen
72
Problemen oplossen en routineonderhoud
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
EFGHIJKLMN
ABCDEFG
Kreuken in de enveloppe
Advies
a Open het achterdeksel.
b Trek aan de blauwe hendel tot de markering (c) op een lijn staat
met de markering ( ) zoals hieronder weergegeven.
c Verstuur de afdruktaak opnieuw.
Gekruld of gegolfd
C
Opmerking
Wanneer u klaar bent met afdrukken, opent u het achterdeksel en zet u de twee blauwe hendels terug op hun originele positie.
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Door hoge temperaturen en
een hoge vochtigheid kan het papier gaan krullen.
Als u de machine niet vaak gebruikt, is het mogelijk dat het papier te
lang in de papierlade heeft gelegen. Draai de stapel papier in de papierlade om. Blader de stapel papier ook door en draai het papier 180° om in de papierlade.
73
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
Gekruld
Advies
Draai het papier in de papierlade om, en druk nogmaals af. (Exclusief
briefhoofdpapier) Als het probleem zich nog steeds voordoet, verzet u de antikrulhendel als volgt:
1 Open het achterdeksel.
2 Til de hendel op (1) en verschuif de hendel (2) in de richting van
de pijl.
2
1
74
Til de steunklep van de uitvoerlade op (1).
1
Selecteer in de printerdriver. (Zie Andere afdrukopties (Windows®)
of Afdrukinstellingen (Macintosh
®
) in de softwarehandleiding op de
cd-rom.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
F
g
d 3
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
Witte plekken op zwarte tekst
en afbeeldingen, op
intervallen van 94 mm
Zwarte plekken op
intervallen van 94 mm
ABCDEFGH
DE
abcdefghijk
ef
ABCD abcde
c 2
01234
Flets
Advies
Maak tien kopieën van een leeg, wit vel papier. (Zie Meerdere
kopieën maken op pagina 34.) Wanneer het probleem niet is
opgelost, kan het zijn dat er in de drumeenheid lijm van een etiket op het OPC-drumoppervlak plakt. Reinig de drumeenheid. (Zie De drumeenheid reinigen op pagina 95.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drum. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals
vochtigheid, hoge temperaturen enzovoort kunnen de afdruk slechter maken. (Zie Een geschikte plaats kiezen op pagina 54.)
Wanneer de hele pagina te licht is, staat Tonerbesparing misschien
aan. Schakel de Toner-bespaarstand in de menu-instellingen van de machine of Tonerbesparing in de printer eigenschappen van de driver uit. (Zie Toner sparen op pagina 26 of het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Reinig het scannervenster en de printcorona van de drumeenheid.
(Zie Het scannervenster reinigen op pagina 92 en De primaire corona reinigen op pagina 93.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
C
75
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Tonervlekken
Alles zwart
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Zwarte tonermarkeringen op
de pagina
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Advies
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd papier kan
dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Maak de printcorona en de drumeenheid schoon. (Zie De primaire
corona reinigen op pagina 93 en De drumeenheid reinigen
op pagina 95.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier voor service.
Reinig de primaire corona in de drumeenheid door de blauwe lip te
verschuiven. Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a). (Zie De primaire corona reinigen op pagina 93.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier voor service.
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Wanneer u etiketvellen voor lasermachines gebruikt, plakt de lijm van
de vellen soms op het oppervlak van de OPC-drum. Reinig de drumeenheid. (Zie De drumeenheid reinigen op pagina 95.)
Gebruik geen papier met papierklemmen of nietjes, omdat deze
krassen maken op het oppervlak van de drum.
Wanneer u de uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht of
kamerverlichting plaatst, kan de eenheid beschadigd worden.
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Reinig het laserscannervenster en de printcorona in de drumeenheid.
(Zie Het scannervenster reinigen op pagina 92 en De primaire corona reinigen op pagina 93.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Lijnen op de pagina
76
Problemen oplossen en routineonderhoud
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Zwarte lijnen onder aan de
pagina
Afgedrukte pagina's hebben
tonervlekken onder aan de
pagina
ABCDEFGH abcdefghijk
ABCD abcde 01234
Toner hecht niet goed
Advies
Reinig de printcorona in de drumeenheid door de blauwe lip te
verschuiven. Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a). (Zie De primaire corona reinigen op pagina 93.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid kan verontreinigd zijn. Bel uw Brother-leverancier
voor service.
Open het achterdeksel en zorg ervoor dat de twee blauwe hendels
aan de linker- en rechterkant naar boven gericht zijn.
Selecteer Tonerbevestiging verbeteren in de printerdriver. (Zie
Andere afdrukopties (Windows in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Als met deze functie de kwaliteit niet voldoende wordt verbeterd, selecteert u Dikker papier bij de instellingen voor Mediatype.
®
) of Afdrukinstellingen (Macintosh®)
C
77

Fout- en onderhoudsmeldingen C

Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fout­en onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
U kunt de meeste foutmeldingen en meldingen betreffende routineonderhoud zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afkoelen Ogenblik aub
Afdrukken Onm XX De machine heeft een
Beveiligd app. De schrijfbeveiliging van het
Cartridgefout De tonercartridge is niet juist
Document nazien Het document is niet goed
Duplex gedeact. De duplexlade is niet juist
Vast duplex Het papier is vastgelopen in de
Drumfout De printcorona van de
De temperatuur van de drumeenheid of de tonercartridge is te hoog. De machine onderbreekt de huidige printtaak en gaat in de afkoelingsstand. Tijdens het afkoelen hoort u de koelventilator draaien. Op het LCD-scherm wordt Afkoelen en Ogenblik aub weergegeven.
mechanisch probleem.
USB-flashgeheugen is ingeschakeld.
geïnstalleerd.
geplaatst of het document dat via de ADF werd gescand, was te lang.
geïnstalleerd.
duplexlade.
drumeenheid moet worden schoongemaakt.
De drumeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.
Zorg dat u de ventilator in de machine kunt horen draaien, en dat de uitlaat nergens door geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, probeer dan alle voorwerpen rondom de uitlaat te verwijderen, en laat de machine vervolgens aanstaan maar raak deze enkele minuten niet aan.
Als de ventilator niet draait, schakelt u de machine gedurende enkele minuten uit en steekt u daarna de stekker terug in het stopcontact.
Schakel de machine gedurende enkele minuten uit en steek daarna de stekker terug in het stopcontact.
Schakel de schrijfbeveiliging van het USB­flashgeheugen uit.
Haal de drumeenheid uit de machine, verwijder de tonercartridge die wordt aangegeven op het LCD-scherm en plaats de drumeenheid opnieuw in de machine.
Zie Vastgelopen documenten op pagina 82 of Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF) op pagina 20.
Verwijder de duplexlade en installeer de lade opnieuw.
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
Maak de printcorona van de drumeenheid schoon. (Zie De primaire corona reinigen op pagina 93.)
Vervang de drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
78
Problemen oplossen en routineonderhoud
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Fuserfout De temperatuur van de fuser unit
bereikt een bepaalde temperatuur niet binnen een bepaalde tijd.
De fuser unit is te heet.
Geen lade De papierlade is niet volledig
gesloten.
Geen papier De machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in de papierlade geplaatst.
Geen toner De tonercartridge of de
drumeenheid en de tonercartridge zijn niet correct geïnstalleerd.
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Hernoem bestand Er bevindt zich reeds een
bestand op het USB­flashgeheugen met dezelfde naam als het bestand dat u wilt opslaan.
Kap Open Het frontdeksel is niet volledig
gesloten.
Klep is open Het fuseerdeksel is niet volledig
gesloten of er zit papier vast aan de achterkant van de machine bij het inschakelen.
Onbruikb. app. Een incompatibel of gebrekkig
apparaat werd aangesloten op de USB-poort.
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar seconden en zet hem vervolgens weer aan. Laat de machine aanstaan maar raak deze 15 minuten lang niet aan.
Sluit de papierlade.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Vul het papier in de papierlade of MP-
lade bij.
Verwijder het papier en plaats het terug.
Installeer de tonercartridge of de drumeenheid en tonercartridge opnieuw.
Bezig met kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Start om de gescande pagina's
te kopiëren.
Druk op Stop/Eindigen, wacht tot de
andere actieve bewerkingen voltooid zijn en probeer daarna opnieuw.
Wis de gegevens in het geheugen. (Zie
De melding geheugen vol op pagina 42.)
Bezig met printen
Verlaag de afdrukresolutie. (Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op
de cd-rom.) Wijzig de naam van het bestand op het USB-
flashgeheugen of van het bestand dat u wilt opslaan.
Sluit het frontdeksel van de machine.
Sluit het fuseerdeksel.Zorg ervoor dat er geen papier vastzit
binnenin aan de achterkant van de machine, sluit het fuseerdeksel en druk op Start.
Verwijder het USB-flashgeheugen uit de USB-poort.
C
79
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Onderdelen verv.
Drumeenheid
De drumeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.
Vervang de drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen
op pagina 101.)
De teller van de drumeenheid werd niet gereset na het plaatsen van een nieuwe drum.
Onderdelen verv.
Fuserunit
Onderdelen verv.
Laserunit
Onderdelen verv.
PF-kit 1
Onderdelen verv.
PF-kit 2
Onderdelen verv.
PF-kit MP
De fuseereenheid moet vervangen worden.
De lasereenheid moet vervangen worden.
Het papiertoevoerpakket voor Lade 1 moet vervangen worden.
Het papiertoevoerpakket voor Lade 2 moet vervangen worden.
Het papiertoevoerpakket voor de MP-lade moet vervangen worden.
Scannen Onm. XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
1 Open het frontdeksel en druk op
Wis/terug.
2 Druk op 1 om te resetten. Neem contact op met uw Brother-leverancier
om de fuseereenheid te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier om de lasereenheid te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier om de PF Kit 1 te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier om de PF Kit 2 te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier om de PF Kit MP te vervangen.
Schakel de machine gedurende enkele minuten uit en steek daarna de stekker terug in het stopcontact.
Het document is te lang voor duplexscannen.
Druk op Stop/Eindigen. Gebruik papier dat geschikt is voor duplexscannen. (Zie Scannen op pagina 126.)
Scanner vergrend De scanner is vergrendeld. Open het documentdeksel en ontgrendel
vervolgens de scannervergrendeling.
Teveel bestanden Er zijn te veel bestanden
opgeslagen op het USB­flashgeheugen.
Teveel Laden Er is meer dan een optionele lade
geplaatst.
Toegangsfout Het apparaat werd verwijderd uit
de USB-poort terwijl de gegevens werden verwerkt.
80
Druk op Stop/Eindigen. Verminder het aantal bestanden op het USB-
flashgeheugen.
U kunt maximaal één optionele lade installeren. Verwijder eventuele bijkomende lades.
Druk op Stop/Eindigen. Plaats het apparaat opnieuw en probeer af te drukken met Direct Print.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Toner Bijna Op Als op het LCD-scherm
Toner Bijna Op verschijnt,
kunt u nog steeds afdrukken. De machine laat u echter weten dat de tonercartridge bijna leeg is en dat u de toner binnenkort zult moeten vervangen.
Toner vervangen De tonercartridge is bijna leeg. U
kunt niet afdrukken.
Vast: achter Het papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine.
Vast: binnenin Het papier is vastgelopen in de
machine.
Vast in lade1
Vast in lade2 Vast MP-lade Het papier is vastgelopen in de
Het papier is vastgelopen in de papierlade van de machine.
MP-lade van de machine.
Bestel nu een nieuwe tonercartridge.
Vervang de tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
81
C
Vastgelopen documenten C
Volg onderstaande stappen, als het papier is vastgelopen.
Document is vastgelopen onder het documentdeksel
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
C
BELANGRIJK
Na het verwijderen van een vastgelopen document controleert u of er geen papierresten zijn achtergebleven in de machine, die ervoor kunnen zorgen dat het papier opnieuw vastloopt.
Het document is bovenin de ADF vastgelopen
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel. c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
b Til het documentdeksel op. c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
C
d Sluit het documentdeksel. e Druk op Stop/Eindigen.
Document is vastgelopen in de uitvoerlade
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
C
d Sluit het ADF-deksel. e Druk op Stop/Eindigen.
82
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op Stop/Eindigen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Document is vastgelopen in de duplexlade
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op Stop/Eindigen.
Papieropstoppingen C
C
Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt u onderstaande stappen.
BELANGRIJK
Bevestig dat u zowel een tonercartridge als een drumeenheid in de machine hebt geïnstalleerd. Wanneer u geen drumeenheid hebt geïnstalleerd of deze verkeerd hebt geïnstalleerd, kan deze een papieropstopping veroorzaken in uw Brother machine.
Opmerking
Wanneer de foutmelding aanwezig blijft, opent en sluit u het voor- en fuseerdeksel stevig om de machine in te stellen op de beginwaarden.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het voordeksel of het achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken, om letsel te vermijden.
C
83
BELANGRIJK
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, teneinde schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden.
Opmerking
De LCD-namen voor de papierlades zijn:
• Standaardpapierlade: lade1
• Optionele onderste lade: lade2
• Multifunctionele lade: MP-lade
c Sluit de MP-lade. Open het frontdeksel
en sluit het opnieuw om de machine te resetten. Open de MP-lade opnieuw.
d Waaier het papier goed door en plaats
het terug in de MP-lade.
e Wanneer u papier plaatst in de MP-lade,
dient u ervoor te zorgen dat het papier de maximummarkering aan beide kanten van de lade niet overschrijdt.
Het papier is vastgelopen in de MP­lade.
Wanneer het LCD-scherm Vast MP-lade weergeeft, dient u deze stappen te volgen:
a Verwijder het papier uit de MP-lade. b Verwijder eventueel vastgelopen papier
uit de MP-lade.
C
84
Problemen oplossen en routineonderhoud
Papier is vastgelopen in papierlade 1 of 2.
Wanneer het LCD-scherm Vast in lade1 of Vast in lade2 weergeeft, dient u deze stappen te volgen:
a Trek de papierlade volledig uit de
machine. Voor Vast in lade1:
Voor Vast in lade2:
b Gebruik beide handen om het
C
vastgelopen papier traag te verwijderen.
c Zorg ervoor dat het papier niet boven de
maximum markering (b) van de papierlade uitsteekt. Druk op de blauwe ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif de papiergeleiders voor het correcte papierformaat. Zorg dat de geleiders goed vastzitten.
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
BELANGRIJK
Verwijder de standaardpapierlade NIET terwijl papier wordt genomen uit een onderste papierlade, want dit kan een papieropstopping veroorzaken.
C
85
Papier is vastgelopen binnen de machine
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Gebruik beide handen om het
vastgelopen papier traag te verwijderen.
c Open het frontdeksel door te drukken op
de ontgrendelknop voor het frontdeksel.
d Pak de drumeenheid en de
C
tonercartridge-module er langzaam uit. Het vastgelopen papier kan mogelijk samen met de tonercartridge en de drumeenheid worden verwijderd. Het is eveneens mogelijk dat het verwijderen van de tonercartridge en de drumeenheid ervoor zorgt dat het papier los komt te zitten zodat u het kunt verwijderen uit de opening van de papierlade.
86
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en tonercartridges gescheiden van elkaar op een stuk wegwerppapier of doek op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden.
e Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de machine.
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en tonercartridges gescheiden van elkaar op een stuk wegwerppapier of doek op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
c Druk de blauwe vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. Neem het eventuele vastgelopen papier uit de drumeenheid.
f Sluit het voordeksel. g Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
Het papier zit vast tussen het geheel van drumeenheid en tonercartridge
a Open het frontdeksel door te drukken op
de ontgrendelknop voor het frontdeksel.
C
C
BELANGRIJK
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
87
• Raak de gearceerde delen in de onderstaande illustraties NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
d Neem het eventuele vastgelopen papier
uit de drumeenheid.
e Plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid tot u hem op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de blauwe vergrendelhendel automatisch omhoog.
Het papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine
a Open het frontdeksel door te drukken op
de ontgrendelknop voor het frontdeksel.
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
C
f Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de machine.
g Sluit het voordeksel.
88
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en tonercartridges gescheiden van elkaar op een stuk wegwerppapier of doek op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
c Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
Problemen oplossen en routineonderhoud
d Trek de lippen aan de linker- en
rechterkant naar u toe om het fuseerdeksel (1) te openen.
1
e Trek het vastgelopen papier uit de
fuseereenheid.
Het papier is vastgelopen in de duplexlade.
a Trek de duplexlade volledig uit de
machine.
b Trek het vastgelopen papier uit de
machine of uit de duplexlade.
C
f Sluit het fuseerdeksel en het
achterdeksel (achterste uitvoerlade).
g Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de machine.
h Sluit het voordeksel.
c Plaats de duplexlade weer in de
machine.
C
89

Routineonderhoud C

WAARSCHUWING
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ENKELE ontvlambare stof en GEEN ENKELE sproeivloeistof of biologisch oplosmiddel/vloeistof. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. (Raadpleeg Belangrijke veiligheidsinformatie op pagina 59 voor meer informatie hierover.)
BELANGRIJK
De drumeenheid bevat toner, dus u moet deze voorzichtig hanteren. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
De buitenkant van de machine schoonmaken C
a Schakel de machine uit. Koppel alle
kabels los en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Reinig de buitenkant van de machine
met een droge en pluisvrije zachte doek om stof te verwijderen.
90
d Verwijder eventueel papier uit de
papierlade.
Problemen oplossen en routineonderhoud
e Veeg de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge en pluisvrije zachte doek om stof te verwijderen.
f Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en sluit daarna alle kabels weer aan. Schakel de machine in.
De scanner reinigen C
a Schakel de machine uit. Koppel alle
kabels los en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact.
b Til het documentdeksel op (1).
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en de glasplaat (3) eronder met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met water.
c In de ADF-eenheid reinigt u de witte balk
(1) en de glazen strook op de glasplaat (2) eronder met behulp van een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met water.
1
2
d Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en sluit daarna alle kabels weer aan. Schakel de machine in.
Opmerking
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije doek die u hebt bevochtigd met water, nogmaals met uw vingertop over het glas om te controleren of zich hierop nog ongerechtigheden bevinden. Reinig het glas zo nodig opnieuw. Mogelijk dient u het reinigingsproces drie tot vier keer te herhalen. Maak na elke reiniging een kopie om te controleren of de glasplaat schoon is.
C
1
2
3
91
Het scannervenster reinigen C
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ENKELE ontvlambare stof en GEEN ENKELE sproeivloeistof of biologisch oplosmiddel/vloeistof. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Raadpleeg Belangrijke veiligheidsinformatie op pagina 59 voor meer informatie hierover.
BELANGRIJK
Raak het scannervenster NIET aan met uw vingers.
a Schakel de machine uit voor u de
binnenkant van de machine reinigt. Trek het netsnoer uit het stopcontact.
b Open het voordeksel en pak het geheel
van drumeenheid en tonercartridge er langzaam uit.
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het voordeksel of het achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken, om letsel te vermijden.
BELANGRIJK
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, teneinde schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden.
92
• We raden u aan de drumeenheid op een vel wegwerppapier op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Problemen oplossen en routineonderhoud
c Veeg het scannervenster (1) schoon
door het af te vegen met een droge, pluisvrije zachte doek.
1
d Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de machine.
e Sluit het voordeksel.
De primaire corona reinigen C
Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, reinigt u de corona als volgt:
a Schakel de machine uit. Koppel alle
kabels los en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact.
b Open het voordeksel en pak het geheel
van drumeenheid en tonercartridge er langzaam uit.
BELANGRIJK
• We raden u aan de drumeenheid en tonercartridges gescheiden van elkaar op een stuk wegwerppapier of doek op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
C
f Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en schakel daarna de machine in.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, teneinde schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden.
93
Loading...