Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: DCP-8085DN
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service in geval van
garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen, ingeval
het product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
i
Inhoudsopgave
Paragraaf IAlgemeen
1Algemene informatie2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding raadplegen ............................3
Algemene informatie2
Papier en documenten laden10
Algemene instelling23
Beveiligingsfuncties28
1
Algemene informatie1
Gebruik van de
documentatie1
Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
VetVetgedrukte tekst identificeert
toetsen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
CursiefCursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
identificeert de meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen informeren u over de
maatregelen die u moet treffen om
persoonlijk letsel te voorkomen.
VOORZICHTIG
"Voorzichtig" wijst u op procedures die u
moet volgen of vermijden om mogelijke
lichte of zware verwondingen te
voorkomen.
BELANGRIJK
BELANGRIJK wijst u op procedures die u
moet volgen of vermijden om problemen
met de machine of schade aan andere
voorwerpen te voorkomen.
Pictogrammen die gevaar voor
elektrische spanning aanduiden,
wijzen u op de mogelijkheid voor
elektrische schokken.
Pictogrammen die wijzen op hete
oppervlakken waarschuwen u dat
bepaalde onderdelen van de
machine erg heet kunnen worden.
Opmerkingen leggen uit hoe u in een
bepaalde situatie moet reageren, of
hoe de huidige bewerking met
andere functies werkt.
2
Algemene informatie
De
softwarehandleiding
en de
netwerkhandleiding
raadplegen
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals hoe u de
gevorderde eigenschappen van printer,
scanner en netwerk gebruikt. Wanneer u
klaar bent voor gedetailleerdere informatie
over deze functies, kunt u de
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding raadplegen.
Documentatie bekijken1
Documentatie bekijken (Windows®)1
Om de documentatie te bekijken, gaat u via
Start bij programma's naar Brother,
DCP-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw
model is) en klikt u vervolgens op
Gebruikershandleidingen in
HTML-indeling.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie vinden door onderstaande
instructies op te volgen:
a Schakel uw pc in.
Plaats de cd-rom van Brother waar
®
Windows
b Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
op staat in het cd-romstation.
c Als het venster met de modelnaam
wordt weergegeven, klikt u op uw
modelnaam. Het hoofdmenu van de cdrom wordt weergegeven.
1
Als dit venster niet wordt geopend, kunt
®
u Windows
programma start.exe uit te voeren
vanuit de hoofdmap van de cd-rom van
Brother.
Explorer gebruiken om het
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
HTML-documenten
(3 handleidingen):
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding in HTML-
formaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het weergeven van de handleidingen
op uw computer.
PDF-documenten (4 handleidingen):
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen,
Softwarehandleiding,
Netwerkhandleiding en
Beknopte Installatiehandleiding.
1
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het afdrukken van handleidingen.
Klik hierop om naar het Brother
Solutions Center te gaan, waar u de
PDF-documenten kunt bekijken of
downloaden. (Hiervoor zijn
internettoegang en PDF Readersoftware vereist.)
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding:1
Een document scannen met de
TWAIN-driver in hoofdstuk 2
Een document scannen met de WIA-
driver (Windows
hoofdstuk 2
ControlCenter3 gebruiken in hoofdstuk 3
Netwerkscannen in hoofdstuk 4
®
XP/Windows Vista®) in
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met
OCR Hoe-te-handleidingen:
De complete ScanSoft™ PaperPort™
11SE met OCR Hoe-te-handleidingen
kunt u bekijken in het Help-gedeelte in de
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE
toepassing.
Documentatie bekijken (Macintosh®) 1
1
a Zet uw Macintosh
Plaats de cd-rom van Brother waar
Macintosh
romstation.
®
®
aan.
op staat in het cd-
b Het volgende venster wordt
weergegeven.
1
c Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
d Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste
taal.
e Dubbelklik op het bovenste
paginabestand om de
Gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding te bekijken in
HTML-formaat.
f Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
Netwerkhandleiding
4
Algemene informatie
Opmerking
De documenten zijn ook verkrijgbaar in
PDF-formaat (4 handleidingen):
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen,
Softwarehandleiding,
Netwerkhandleiding en
Beknopte Installatiehandleiding. Het
pdf-formaat wordt aanbevolen voor het
afdrukken van handleidingen.
Dubbelklik op het pictogram
Brother Solutions Center om naar het
Brother Solutions Center te gaan, waar u
de PDF-documenten kunt bekijken of
downloaden. (Hiervoor zijn
internettoegang en PDF Reader-software
vereist.)
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding:1
Scannen in hoofdstuk 9
ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 10
Netwerkscannen in hoofdstuk 11
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding:
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via Help
in Presto! PageManager.
Brother-support oproepen
(voor Windows®)1
Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld
websupport (Brother Solutions Center), staan
tot uw beschikking.
klikt u op Terug. Wanneer u klaar bent
klikt u op Afsluiten.
) te openen klikt u
1
) klikt u op
) wilt
5
Hoofdstuk 1
Overzicht bedieningspaneel1
1Status-LED
De LED knippert en verandert van
kleurafhankelijk van de machinestatus.
2LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
3 Menutoetsen:
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren.
Wis/terug
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine
opslaan.
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan.
a of b
Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om tekst in te voeren.
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
6Start
Hiermee kunt u kopieën maken of scannen.
7 Kopietoetsen:
Dubbelzijdig
U kunt Duplex selecteren om dubbelzijdig af te
drukken.
Contrast/Kwaliteit
Hiermee kunt u de kwaliteit of het contrast
wijzigen voor de volgende kopie.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
Lade Selecteren
Hiermee kunt u de lade kiezen die zal worden
gebruikt voor de volgende kopie.
Sorteren
Sorteert meerdere kopieën via de ADF.
Nop1
U kunt N op 1 selecteren om 2 of 4 pagina's per
pagina af te drukken.
6
Algemene informatie
1
8 Scan
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
(Voor meer informatie over scannen
raadpleegt u de softwarehandleiding op de cdrom.)
9 Afdruktoetsen:
Veilig Afdrukken/Direct
Deze toets heeft twee functies.
Beveiligd
U kunt in het geheugen opgeslagen
gegevens afdrukken door uw wachtwoord
van 4 cijfers in te voeren. (Raadpleeg voor
meer informatie over het gebruik van de
beveiligingssleutel de softwarehandleiding
op de cd-rom.)
Wanneer u Beveiligd functieslot gebruikt,
kunt u beperkte gebruikers wisselen door d
ingedrukt te houden terwijl u op
Veilig Afdrukken/Direct drukt. (Zie
Beveiligd functieslot 2.0 op pagina 28.)
Rechtstreeks
Hiermee kunt u gegevens afdrukken vanaf
een USB-flashgeheugen. De Direct-toets
wordt geactiveerd wanneer een USBflashgeheugen aangesloten is op de USBpoort van de machine. (Zie Gegevens
rechtstreeks afdrukken vanaf een USBflashgeheugen of vanaf een digitale
camera die massaopslag ondersteunt
op pagina 45.)
Opdracht Annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde
afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de
machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt annuleren,
houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCD
Alles annuleren toont.
7
Hoofdstuk 1
Status-LED-aanduidingen1
De Status-LED (light emitting diode) knippert en verandert van kleur afhankelijk van de
machinestatus.
LEDMachinestatusOmschrijving
Groen
(knippert)
Groen
Geel
(knippert)
Geel
Rood
(knippert)
SlaapstandDe machine is uitgeschakeld of staat in de slaapstand.
Warmt opDe machine warmt op om af te drukken.
KlaarDe machine is klaar om af te drukken.
Ontvangt
gegevens
Resterende
gegevens in het
De machine ontvangt gegevens van de computer, verwerkt
gegevens in het geheugen of drukt gegevens af.
Er zijn nog afdrukgegevens aanwezig in het geheugen van de
machine.
geheugen
ServicefoutVolg de onderstaande stappen.
1. Schakel de machine uit.
2. Wacht enkele seconden, schakel het toestel opnieuw in en
probeer nogmaals af te drukken.
Als u er niet in slaagt om de fout te wissen en u dezelfde
servicefoutaanduiding ziet na de machine opnieuw te hebben
ingeschakeld, neemt u contact op met uw Brother-leverancier
voor service.
8
Algemene informatie
Rood
Deksel openHet frontdeksel of fuseerdeksel staat open. Sluit het deksel.
Toner leegVervang de tonercartridge.
PapierfoutPlaats papier in de lade of verwijder vastgelopen papier.
Controleer de boodschap op het LCD-scherm.
Scanner
vergrendeld
Zorg ervoor dat de scannervergrendeling ontgrendeld is.
OverigeControleer de boodschap op het LCD-scherm.
Opmerking
Wanneer de machine uitgeschakeld is of in de slaapstand staat, is de LED gedoofd.
1
9
2
Papier en documenten laden2
Papier en afdrukmedia
laden2
De machine kan papier laden vanuit de
standaardpapierlade, de optionele onderste
lade of de multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier
in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassing
een optie biedt voor het opgeven van het
papierformaat, kunt u dit via de toepassing
doen. Als deze optie niet door de
toepassing geboden wordt, kunt u het
papierformaat opgeven in de printerdriver
of via het bedieningspaneel.
Papier in de
standaardpapierlade plaatsen2
Afdrukken op normaal papier, dun
papier, kringlooppapier of
transparanten vanuit de papierlade
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Houd de blauwe ontgrendeling van de
papiergeleiders (1) ingedrukt en
verschuif de papiergeleiders voor het
papierformaat dat u wilt gebruiken. Zorg
dat de geleiders goed vastzitten.
2
10
c Waaier de stapel papier goed door om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Papier en documenten laden
d Plaats papier in de lade, en controleer of
het papier onder het merkteken voor
maximaal papier (1) blijft. De zijde
waarop u wilt afdrukken, moet naar
beneden zijn gericht.
1
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de papiergeleiders de
zijkanten van het papier raken.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat hij geheel in
de machine zit.
f Vouw de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de
neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt.
Papier plaatsen in de
multifunctionele lade (MPlade)2
U kunt tot 3 enveloppen of speciale
afdrukmedia plaatsen in de MP-lade of tot 50
vellen normaal papier. Gebruik deze lade om
af te drukken of te kopiëren op dik papier,
bankpostpapier, enveloppen, etiketten of
transparanten.
Afdrukken op dik papier,
bankpostpapier, enveloppen,
etiketten en transparanten
Druk op de hoeken en zijkanten van de
enveloppen om deze zo plat mogelijk te
maken voor u deze plaatst.
Wanneer de achterste uitvoerlade naar
beneden is getrokken, heeft de machine een
recht papiertraject van de MP-lade tot aan de
achterkant van de machine. Gebruik deze
invoer- en uitvoermethode wanneer u wilt
afdrukken op dik papier, bankpostpapier,
enveloppen, etiketten of transparanten.
2
2
BELANGRIJK
Verwijder ieder afgedrukt vel of enveloppe
onmiddellijk, om een opstopping te
vermijden.
1
11
Hoofdstuk 2
a Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
b Open de MP-lade en laat deze
voorzichtig zakken.
d Houd de ontgrendeling van de
papiergeleiders ingedrukt en verschuif
de papiergeleiders tot deze gepast zijn
voor het papierformaat dat u wilt
gebruiken.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de papiergeleiders de
zijkanten van het papier raken.
e Plaats de enveloppen (maximaal 3), het
dikke papier, de etiketten of de
transparanten in de MP-lade met de
bovenkant eerst en de te bedrukken
zijde naar boven gericht. Zorg ervoor
dat het papier de maximum markering
niet overschrijdt (b).
c Trek de steunklep (1) van de MP-lade uit
en vouw de steunflap (2) open.
12
Papier en documenten laden
Niet-afdrukbaar gebied2
Onbedrukbaar gedeelte voor kopieën2
De afbeelding toont de delen waarop niet kan worden gedrukt.
Opmerking
Het weergegeven onbedrukbaar gedeelte geldt voor een enkele kopie of een 1-bij-1-kopie op
A4-papier. Het niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
Niet-afdrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer2
2
1
2
Document
Grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (1)
Links (2)
Rechts (2)
Letter3 mm4 mm
A43 mm2 mm
1
2
Bij gebruik van de printerdriver is het afdrukgebied kleiner dan het papierformaat, zoals hieronder
afgebeeld.
StaandLiggend
2
1
2
1
Windows® printerstuurprogramma
en Macintosh
®
printerstuurprogramma
2
1
1
2
BRScript stuurprogramma voor
Windows
®
en Macintosh®
Staand14,23 mm4,23 mm
26,35 mm4,23 mm
Liggend14,23 mm4,23 mm
25,08 mm4,23 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven is afgebeeld, geldt voor papier van A4-formaat. Het
niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
13
Hoofdstuk 2
Papiersoorten en
andere afdrukmedia
die kunnen worden
gebruikt
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende printmedia gebruiken:
dun papier, normaal papier, dik papier,
bankpostpapier, kringlooppapier,
transparanten, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u
onderstaande instructies:
Gebruik papier dat geschikt is voor
kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 60 tot 105 g/m
Gebruik etiketten en transparanten die
geschikt zijn voor laserprinters.
Plaats NOOIT verschillende types papier
tegelijk in de papierlade. Hierdoor kunnen
papierstoringen optreden.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat
instellen van het papier dat zich in de lade
bevindt.
2
.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen,
raden wij u aan het volgende papier te
verwijder ieder bedrukt vel dan
onmiddellijk om verontreiniging of
papieropstoppingen te vermijden.
Gebruik langlopend papier met een
neutrale pH-waarde en een
vochtigheidspercentage van circa 5%.
14
Type en formaat van het
papier2
De machine laadt papier vanuit de
geïnstalleerde standaardpapierlade, de
optionele onderste lade of de multifunctionele
lade.
Standaardpapierlade2
Aangezien de standaardlade een universeel
type is, kunt u elk van de in de tabel op
Papiercapaciteit van de papierladen
op pagina 16 vermelde papierformaten
gebruiken (één papiertype en -formaat per
keer). De standaardpapierlade kan maximaal
250 vellen papier van Letter/A4-formaat
laden (80 g/m
hoger zijn dan de aanduiding voor de
maximale papierhoogte op de papiergeleider
voor de breedte.
2
). De stapel papier mag niet
Papier en documenten laden
2
Multifunctionele lade (MP-lade)2
U kunt tot 50 vellen normaal papier (80 g/m2)
of tot 3 enveloppen plaatsen in de MP-lade.
De stapel papier mag niet hoger zijn dan de
aanduiding voor de maximale papierhoogte
op de papiergeleider voor de breedte.
Optionele onderste lade (LT-5300)2
De optionele onderste lade kan maximaal
250 vellen papier van Letter/A4-formaat
laden (80 g/m
2
). De stapel papier mag niet
hoger zijn dan de bovenste lijn van de
maximum markering op de papiergeleider
voor de breedte.
De namen van de papierlades in de
printerdriver in deze handleiding zijn:
AsgehalteMinder dan 23 wt%
HelderheidHoger dan 80%
OndoorzichtigheidHoger dan 85%
16
Papier en documenten laden
Speciaal papier gebruiken2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en verwijderd van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik geen inkjetpapier, het kan leiden
tot papieropstoppingen of schade aan de
machine.
Voorgedrukt papier moet inkt gebruiken
dat tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine kan
(200 °C).
Als u normaal papier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of
gevouwen gebruikt, kan het
afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden typen papier2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1
1
12 mm
• dat gecoat is of een chemische
vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
• dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
• met bladwijzers of nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
• dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
2
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen
papier gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
niet gedekt door enige garantie- of
service-overeenkomst met Brother.
17
Hoofdstuk 2
Enveloppen2
De meeste enveloppen zijn geschikt voor
deze machine. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Een geschikte envelop heeft randen met
rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet
dikker zijn dan twee vellen papier. De
envelop moet vlak liggen en mag niet
zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen
van hoge kwaliteit bij een leverancier die
weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in
een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel plaatsen via de MPlade. Druk geen enveloppen af met
duplexprinten. Advies: voordat u een groot
aantal enveloppen afdrukt, maakt u een
proefafdruk om zeker te zijn van het
afdrukresultaat.
Controleer het volgende:
De flap van de envelop dient zich aan de
lengtezijde te bevinden.
De flappen dienen scherp en correct te
zijn gevouwen (onregelmatig gesneden of
gevouwen enveloppen kunnen
papierstoringen veroorzaken).
Enveloppen dienen uit twee lagen te
bestaan in de hieronder omcirkelde
gedeelten.
Te vermijden typen enveloppen2
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm
hebben
• die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met zelfklevende plakrand
• die zakachtig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een
lasermachine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen
worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig
zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
1
1 Invoerrichting
1
Door de fabrikant geplakte voegen dienen
stevig te zijn.
We raden u aan niet binnen een marge
van 15 mm van de randen van de envelop
af te drukken.
18
• met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
Papier en documenten laden
• met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
• met flappen zoals hieronder getoond
• met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
niet gedekt door enige garantie- of
service-overeenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van
de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot
invoerproblemen leiden.
Etiketten2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuser unit. De plaklaag
dient niet in contact te komen met enig deel
van de machine, omdat de etiketten dan aan
de drumeenheid of rollen blijven kleven
waardoor papierstoringen en problemen met
de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag
geen plaklaag open liggen tussen de
etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt
worden dat de volledige lengte en breedte
van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het
loslaten van etiketten waardoor ernstige
papierstoringen of afdrukproblemen kunnen
ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 200 graden Celsius,
gedurende 0,1 seconden.
Etiketbladen mogen niet zwaarder zijn dan
het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie overschrijden
worden mogelijk niet goed ingevoerd of
afgedrukt en kunnen schade veroorzaken
aan de machine.
Etiketten kunt u enkel plaatsen via de MPlade.
2
19
Hoofdstuk 2
Te vermijden typen etiketten2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben.
BELANGRIJK
Plaats GEEN gedeeltelijk gebruikte
etiketvellen. Het onbedekte draagvel kan
schade toebrengen aan de machine.
Documenten laden2
Met behulp van de
automatische
documentinvoer (ADF)2
De ADF kan maximaal 50 pagina's bevatten
en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik
standaardpapier 80 g/m
pagina's altijd door voordat u ze invoert in de
ADF.
Aanbevolen omgeving2
Temperatuur: 20 tot 30° C
Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: Xerox Premier TCF 80 g/m
Business 80 g/m
2
BELANGRIJK
• Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF optreden.
• Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of
plakband bevat.
2
en waaier de
2
of Xerox
20
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
• Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag
u NIET aan het document trekken terwijl
het wordt ingevoerd.
Opmerking
Zie Met behulp van de glasplaat
op pagina 21 om documenten te scannen
die geen standaardformaat hebben.
Controleer of de inkt volledig droog is als
het document beschreven is.
Papier en documenten laden
a Vouw ADF-documentsteunklep (1) en
ADF-steun (2) uit.
2
1
b Blader de stapel goed door.
c Leg uw documenten met de bedrukte
kant naar boven en de bovenrand
eerst in de ADF tot u voelt dat ze de
invoerrol raken.
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
Met behulp van de glasplaat2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's uit
een boek of afzonderlijke vellen papier een
per een te scannen of te kopiëren.
Documenten kunnen maximaal 215,9 mm
breed en 355,6 mm lang zijn.
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders links om
het document in het midden van de
glasplaat te leggen, met de bedrukte
zijde naar beneden.
2
1
21
Hoofdstuk 2
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
22
3
Algemene instelling3
Papierinstellingen3
Papiersoort3
Stel de machine in op het papier dat u
gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste
afdrukkwaliteit.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de papiersoort in te stellen voor
de MP-bak drukt u op Menu, 1, 1, 1,
1.
Om de papiersoort in te stellen voor
Bovenlade drukt u op Menu, 1, 1, 1,
2.
Om de papiersoort in te stellen voor
Onderlade
1, 3 als u de optionele lade hebt
geïnstalleerd.
1
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel
weergegeven als de optionele lade is
geplaatst.
b Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik, Transparanten of
Gerecycl.papier te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt Transparanten kiezen voor
Lade #1 en voor de MP-lade.
1
drukt u op Menu, 1, 1,
Papierformaat3
U kunt tien papierformaten gebruiken voor
het afdrukken van kopieën: A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6 en Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document passend op de pagina kan
plaatsen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het papierformaat in te stellen
voor de MP-bak drukt u op Menu, 1,
1, 2, 1.
Om het papierformaat in te stellen
voor Bovenlade drukt u op Menu,
1, 1, 2, 2.
Om het papierformaat in te stellen
voor Onderlade1, 1, 2, 3 als u de optionele lade hebt
geïnstalleerd.
1
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel
weergegeven als de optionele lade is
geplaatst.
1
drukt u op Menu,
b Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6,
Folio of Ieder te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
3
23
Hoofdstuk 3
Opmerking
• De formaten Legal, Folio en Ieder
worden alleen weergegeven wanneer u
de MP-lade selecteert.
•Als u Ieder selecteert als papierformaat
voor de MP-lade: u moet
Alleen MP-lade selecteren als
instelling voor de te gebruiken lade. U kunt
Ieder niet selecteren als papierformaat
voor de MP-lade wanneer u N op 1kopieën maakt. U moet een van de andere
beschikbare papierformaten voor de MPlade selecteren.
• A5 L en A6 zijn niet beschikbaar voor de
optionele Onderlade.
•Als u Transparanten hebt geselecteerd
als papierformaat kunt u enkel de
papierformaten Letter, Legal, Folio
of A4 selecteren in stap b.
Ladegebruik in de
kopieermodus3
U kunt kiezen welke lade prioriteit krijgt voor
het afdrukken van kopieën.
Wanneer u Alleen lade 1, Alleen MP-lade of Alleen lade 2
1
selecteert, neemt de machine alleen papier
uit de geselecteerde lade. Als er geen papier
meer aanwezig is in de geselecteerde lade,
wordt Geen papier weergegeven op het
LCD-scherm. Plaats papier in de lege lade.
Volg de onderstaande instructies om de ladeinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 4, 1.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
T1>T2
Druk op OK.
1
1
>MP te selecteren.
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel
weergegeven als de optionele lade is
geplaatst.
1
,
1
of
24
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• Wanneer u de documenten in de ADF
plaatst en MP>T1>T2 of T1>T2>MP
geselecteerd is, zoekt de machine naar de
lade met het meest geschikte papier en
neemt papier uit die lade. Als er geen
geschikt papier aanwezig is in de lades,
neemt de machine papier uit de lade met
de hoogste prioriteit.
• Wanneer u de glasplaat gebruikt, wordt
uw document gekopieerd via de lade met
de hoogste prioriteit, zelfs wanneer er een
geschiktere papiersoort beschikbaar is in
een andere papierlade.
Algemene instelling
Ladegebruik in de
afdrukmodus3
U kunt de standaardlade kiezen die de
machine gebruikt voor het afdrukken vanaf
de computer.
a Druk op Menu, 1, 4, 2.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen lade 2
Alleen MP-lade, MP>T1>T2
T1>T2
Druk op OK.
1
1
>MP te selecteren.
Alleen lade 2 of T2 wordt enkel
weergegeven als de optionele lade is
geplaatst.
1
,
1
of
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• De instelling van de printerdriver krijgt
prioriteit boven de instelling die werd
doorgevoerd via het bedieningspaneel.
• Als het bedieningspaneel is ingesteld op
Alleen lade 1, Alleen MP-lade of
Alleen lade 2
selecteert in de printerdriver, neemt de
machine het papier uit die lade.
1
Alleen lade 2 wordt enkel weergegeven als de
optionele lade is geplaatst.
1
en u Automatisch
Volume-instellingen3
Volume van
waarschuwingstoon3
Wanneer de waarschuwingstoon
ingeschakeld is, produceert de machine een
pieptoon wanneer u op een toets drukt of een
fout maakt. U kunt kiezen uit een aantal
volumeniveaus, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 2.
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Automatische zomer-/
wintertijd3
U kunt de machine zo instellen dat de zomer-/
wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De
machine zal automatisch in de lente een uur
vooruit worden gezet en een uur terug in de
herfst.
a Druk op Menu 6, 2.
b Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
3
c Druk op Stop/Eindigen.
25
Hoofdstuk 3
Ecologische functies3
Toner sparen3
Met deze functie kunt u toner besparen.
Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet,
worden de afdrukken lichter. De
standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu, 1, 3, 1.
b Druk op a of b om Aan of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wij raden het gebruik van de
tonerbespaarstand af voor het afdrukken
van foto's of afbeeldingen met grijstinten.
Slaapstand3
Als u de slaapstand instelt, verbruikt u minder
energie, omdat de fuser wordt uitgezet terwijl
de machine inactief is.
U kunt kiezen hoelang de machine inactief
moet zijn voor deze naar de slaapstand
overgaat. De timer wordt gereset wanneer de
machine computergegevens ontvangt of een
kopie maakt. De standaardinstelling is 005
minuten.
Wanneer de machine zich in slaapstand
bevindt, wordt Slaapstand op het LCDscherm weergegeven. Bij afdrukken of
kopiëren in de slaapstand, moet u even
wachten tot de fuser is opgewarmd.
a Druk op Menu 1, 3, 2.
b Voer in hoe lang de machine inactief
moet zijn alvorens in slaapstand over te
gaan.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
26
Algemene instelling
De scannerlamp
uitschakelen3
De scannerlamp blijft 16 uur branden
alvorens automatisch uit te schakelen om de
levensduur van de lamp te verlengen en het
stroomverbruik te verminderen.
Om de scannerlamp handmatig uit te
schakelen, drukt u tegelijk op de toetsen d en
c. De scannerlamp blijft uitgeschakeld tot u
de scanfunctie opnieuw gebruikt.
Opmerking
Als u de lamp geregeld uitschakelt, verkort
dit de levensduur van de lamp.
LCD-contrast3
U kunt het contrast instellen zodat het LCDscherm lichter of donkerder wordt.
a Druk op Menu, 1, 5.
b Druk op d om het LCD-scherm lichter te
maken. Of druk op c om het LCDscherm donkerder te maken.
Druk op OK.
Lijst
Gebruikersinstellingen 3
U kunt een lijst met de geprogrammeerde
instellingen afdrukken.
a Druk op Menu, 6, 5.
b Druk op Start.
Netwerkconfiguratielijst
De netwerkconfiguratielijst is een rapport met
een lijst van de huidige netwerkconfiguratie,
inclusief de netwerkinstellingen van de
afdrukserver.
Opmerking
Knooppuntnaam: de knooppuntnaam
staat op de netwerkconfiguratielijst. De
standaardnaam van het knooppunt is
"BRNXXXXXXXXXXXX".
a Druk op Menu, 6, 6.
b Druk op Start.
3
3
c Druk op Stop/Eindigen.
27
4
Beveiligingsfuncties4
Beveiligd functieslot 2.0
Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u
de openbare toegang tot de volgende
machinefuncties:
PC-printen
USB Direct Print
Kopiëren
Scannen
Met deze functie kunt u ook toegang tot
menu-instellingen beperken om te
voorkomen dat gebruikers de
standaardinstellingen wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt,
moet u eerst een beheerderswachtwoord
invoeren.
Toegang tot beperkte handelingen kan
worden geactiveerd door het creëren van een
beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers
moeten een gebruikerswachtwoord invoeren
om de machine te gebruiken.
Schrijf uw wachtwoord op een geheime
plaats op. Als u het wachtwoord vergeten
bent, moet u het wachtwoord resetten dat in
de machine is opgeslagen. Voor meer
informatie over het resetten van het
wachtwoord, neemt u contact op met uw
Brother-leverancier voor service
4
Opmerking
• U kunt de functie Beveiligd functieslot
handmatig instellen via het
bedieningspaneel of met Beheer via een
webbrowser. Wij raden u Beheer via een
webbrowser aan om deze functie te
configureren. Raadpleeg de
netwerkhandleiding op de cd-rom voor
meer informatie.
• Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
iedere gebruiker.
• Wanneer Print is gedeactiveerd, gaan de
printtaken vanaf de pc zonder notificatie
verloren.
28
Beveiligingsfuncties
Het beheerderswachtwoord
instellen 4
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en om
Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. (Zie
Beperkte gebruikers instellen op pagina 30
en Beveiligd functieslot aan-/uitzetten
op pagina 31.)
a Druk op Menu, 1, 6.
b Toets een viercijferig nummer voor het
wachtwoord in met behulp van de cijfers
0-9. Druk op OK.
c Voer het wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm
Nogmaals: wordt weergegeven.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Het beheerderswachtwoord
veranderen4
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Wachtw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Voer het geregistreerde wachtwoord
van vier cijfers in.
Druk op OK.
d Toets een viercijferig nummer in voor
het nieuwe wachtwoord.
Druk op OK.
e Voer uw nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer op het LCD-scherm
Nogmaals: wordt weergegeven.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
4
29
Hoofdstuk 4
De functie Openbare
gebruiker instellen4
Met de functie Openbare gebruiker kunt u de
beschikbare functies voor openbare
gebruikers beperken. Openbare gebruikers
hoeven geen wachtwoord in te voeren om
gebruik te maken van de functies die u via
deze instelling hebt geactiveerd. U kunt één
Openbare gebruiker instellen.
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Id instellen te
selecteren. Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Openbaar te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Activeren of
Deactiveren te selecteren voor
Kopiëren.
Druk op OK.
Wanneer u Kopiëren hebt ingesteld,
herhaalt u deze stap voor Scan, USB direct en Afdr. pc.
Als u klaar bent met het wijzigen van
instellingen, drukt u op d of c om
Stop wijziging te selecteren en
drukt u vervolgens op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beperkte gebruikers instellen4
U kunt gebruikers instellen met beperkingen
en een wachtwoord voor functies die voor
hen beschikbaar zijn. Met Beheer via een
webbrowser kunt u geavanceerdere
beperkingen instellen, zoals een beperking
op het aantal pagina's of via de inlognaam
van een PC. (Raadpleeg de
netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer
informatie.) U kunt maximaal 25 gebruikers
met beperkingen en een wachtwoord
instellen.
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Id instellen te
selecteren. Druk op OK.
c Toets het beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Gebr. 01-25 te
selecteren. Druk op OK.
e Gebruik het numerieke toetsenbord om
de gebruikersnaam in te voeren. (Zie
Tekst invoeren op pagina 119.) Druk op
OK.
f Toets een viercijferig wachtwoord in
voor de gebruiker. Druk op OK.
g Druk op a of b om Activeren of
Deactiveren te selecteren voor
Kopiëren.
Druk op OK.
Wanneer u Kopiëren hebt ingesteld,
herhaalt u deze stap voor Scan, USB direct en Afdr. pc.
Als u klaar bent met het wijzigen van
instellingen, drukt u op d of c om
Stop wijziging te selecteren en
drukt u vervolgens op OK.
30
h Herhaal stap d tot en met g om elke
extra gebruiker en elk extra wachtwoord
in te voeren.
Beveiligingsfuncties
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als
een andere gebruikersnaam.
Beveiligd functieslot aan/uitzetten4
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt op het LCD-scherm
Fout wachtwoord weergegeven. Voer het
juiste wachtwoord opnieuw in.
Beveiligd functieslot aanzetten
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Slot UitiAan te
selecteren. Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
Beveiligd functieslot uitzetten
a Druk op Menu, 1, 6.
b Druk op a of b om Slot AaniUit te
selecteren. Druk op OK.
c Toets uw viercijferige
beheerderwachtwoord in.
Druk op OK.
Gebruikers omschakelen4
Met deze instelling kunt u schakelen tussen
geregistreerde beperkte gebruikers of
openbare gebruikers wanneer Beveiligd
functieslot aanstaat.
Overschakelen naar de functie Beperkte
gebruiker
a Houd d ingedrukt en druk op
Veilig Afdrukken/Direct.
4
b Druk op a of b om uw naam te
selecteren.
Druk op OK.
c Voer uw viercijferig wachtwoord in.
Druk op OK.
Opmerking
• Als u op de toets van de scanmodus drukt
wanneer deze beperkt is, wordt
ToegangGeweigerd weergegeven op
het LCD-scherm, waarna de machine u
om uw naam zal vragen. Als u een
beperkte gebruiker bent met toegang tot
de scanmodus, drukt u op a of b om uw
naam te selecteren. Voer daarna uw
wachtwoord van 4 cijfers in.
• Wanneer een beperkte gebruiker de
machine niet langer gebruikt, schakelt
deze binnen een minuut terug naar de
openbare modus.
31
Hoofdstuk 4
32
Paragraaf II
KopiërenII
Kopieën maken34
5
Kopieën maken5
Kopiëren5
Kopieermodus instellen5
1
2
3
4
6
1 Contrast
2 Kwaliteit
3 Kopieerverhouding
4 Ladeselectie
5 Aantal exemplaren
6 Helderheid
5
Eén kopie maken5
a Plaats het document.
b Druk op Start.
Meerdere kopieën maken5
a Plaats het document.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max 99).
c Druk op Start.
Opmerking
Zie Kopieën sorteren met behulp van de
ADF op pagina 36 voor het sorteren van
de kopieën.
Kopiëren onderbreken5
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
34
Kopieën maken
Kopieeropties
(tijdelijke instellingen) 5
Gebruik de tijdelijke Kopietoetsen als u de
kopieerinstellingen snel tijdelijk wilt wijzigen
voor de volgende kopie. U kunt verschillende
combinaties gebruiken.
Een minuut na het kopiëren keert de machine
terug naar de standaardinstellingen.
De gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen5
U kunt de volgende vergrotings- of
verkleiningspercentages selecteren:
Druk op
*De fabrieksinstelling is in vet schrift met een
asterisk.
Met de instelling Auto berekent de machine
de reductieratio die het beste past bij het
papierformaat waarop de papierlade is
ingesteld. (Zie Papierformaat op pagina 23.)
100%*
97% LTRiA4
94% A4iLTR
91% Full Page
85% LTRiEXE
83%
78%
70% A4iA5
50%
Custom(25-400%)
Auto
200%
141% A5iA4
104% EXEiLTR
De instelling Auto is uitsluitend beschikbaar
wanneer u laadt uit de ADF.
Met Custom(25-400%) kunt u een
verhouding invoeren tussen 25% en 400%.
Volg onderstaande instructies om de
volgende kopie te vergroten of te verkleinen:
a Plaats het document.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Vergroot/Verklein.
Druk op c.
5
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
vergrotings- of
verkleiningspercentage te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op a of b om
Custom(25-400%) te selecteren.
Druk op OK.
Gebruik de kiestoetsen om een
vergrotings- of
verkleiningspercentage in te voeren
tussen 25% en 400%. (Druk
bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in te
voeren.)
Druk op OK.
e Druk op Start.
Opmerking
Opties voor paginalay-out 2 op 1 P, 2 op 1
L, 4 op 1 P of 4 op 1 L zijn niet beschikbaar
met Vergroten/verkleinen.
35
Hoofdstuk 5
Kopieerkwaliteit verbeteren5
U kunt kiezen uit een serie
kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling
is Auto.
Auto
Auto is de aanbevolen stand voor normale
afdrukken. Geschikt voor documenten die
zowel tekst als foto’s bevatten.
Tekst
Geschikt voor documenten die uitsluitend
tekst bevatten.
Foto
Geschikt voor het kopiëren van foto’s.
Volg de onderstaande stappen om de
kwaliteitsinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Plaats het document.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Contrast/Kwaliteit. Druk op a
of b om Kwal. te selecteren.
Druk op OK.
Kopieën sorteren met behulp
van de ADF5
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina’s worden gestapeld in de volgorde
1 2 3, 1 2 3, 1 2 3 enz.
a Plaats het document in de ADF.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Sorteren.
d Druk op Start.
De kopieerresolutie van de
tekst wijzigen5
U kunt de kopieerresolutie van de tekst
wijzigen naar 1200x600dpi als u de
glasplaat gebruikt, Tekst als kopieerkwaliteit
hebt ingesteld en 100% als vergrotings- of
verkleiningspercentage hebt geselecteerd.
De standaardinstelling is 600dpi.
a Plaats het document op de glasplaat.
d Druk op d of c om Auto, Tekst of Foto
te selecteren. Druk op OK.
e Druk op Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaard instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 2, 1.
b Druk op a of b om de kopieerkwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
36
b Druk op Menu, 2, 2.
c Druk op a of b om de kopieerresolutie
van de tekst te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.
Kopieën maken
Het contrast en de helderheid
regelen5
Contrast5
Pas het contrast aan om een beeld er
scherper en levendiger te laten uitzien.
Volg de onderstaande stappen om de
contrastinstelling tijdelijk te wijzigen:
a Plaats het document.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Contrast/Kwaliteit.
Druk op a of b om Contrast te
selecteren. Druk op OK.
maken of op d om een donkerdere kopie
te maken.
Druk op OK.
e Druk op Start.
Volg de onderstaande stappen om de
standaard instelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 2, 3.
b Druk op c om een lichtere kopie te
maken of op d om een donkerdere kopie
te maken.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
5
c Druk op Stop/Eindigen.
37
Hoofdstuk 5
N op 1-kopieën maken
(paginalay-out)5
U kunt de hoeveelheid papier die u gebruikt
voor het kopiëren verminderen door de
functie N op 1-kopie te gebruiken. U kunt zo
twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en
daarmee papier besparen.
BELANGRIJK
• Controleer of het papierformaat is
1
ingesteld op Letter, A4, Legal
Folio
•(P) betekent Portrait (staand) en (L)
betekent Landscape (liggend).
• U kunt de instelling Vergroot / Verklein niet
gebruiken met de functie N op 1.
1
U kunt alleen Legal en Folio selecteren voor de
MP-lade.
1
.
of
a Plaats het document.
f Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
Flatbed kopie:
Volgende Pagina?
a 1.Ja
b 2.NeeSelect. ab of OK
g Plaats de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
Herhaal stap f en g voor elke pagina
die u in deze indeling gebruikt.
h Druk op 2 in stap f om te stoppen
nadat alle pagina's zijn gescand.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Nop1.
d Druk op a of b om 2op1(P),
2op1(L), 4op1(P),
4op1(L) of Uit(1 op 1) te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF hebt
geplaatst, worden de pagina's gescand
en wordt het afdrukken gestart.
Wanneer u de glasplaat gebruikt,
gaat u naar stap f.
38
Kopieën maken
Wanneer u kopieert vanaf de ADF:5
Plaats het document met de bedrukte zijde
naar boven zoals hieronder aangegeven:
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
Wanneer u kopieert vanaf de
glasplaat:
Plaats het document met de bedrukte zijde
naar beneden zoals hieronder aangegeven:
2 in 1 (P)
2 in 1 (L)
4 in 1 (P)
4 in 1 (L)
5
5
39
Hoofdstuk 5
1
1
1
1
1
1
1
1
Duplexkopiëren
(dubbelzijdig) 5
Als u de functie duplexkopiëren wilt
gebruiken, plaatst u het document in de ADF.
Als u de melding Geheugen vol krijgt
wanneer u dubbelzijdig kopieert, dient u extra
geheugen te installeren. (Zie De melding geheugen vol op pagina 42.)
Duplexkopiëren
(over de lange zijde)5
enkelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
1
2
Liggend
1
2
dubbelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
2
Liggend
1
2
1
2
1
2
1
dubbelzijdig i enkelzijdig
Staand
1
1
2
Liggend
1
2
2
1
2
a Plaats het document.
b Voer het aantal kopieën in (max. 99) met
de kiestoetsen.
c Druk op Dubbelzijdig en a of b om
1zijdigi2zijdig,
2zijdigi2zijdig of
2zijdigi1zijdig te selecteren.
Duplex
a1zijdigi2zijdig
2zijdigi2zijdig
b2zijdigi1zijdig
Select. ab of OK
Druk op OK.
d Druk op Start om het document te
kopiëren.
Opmerking
Duplexkopiëren met een dubbelzijdig
Legal-document is niet beschikbaar.
2
40
2
Kopieën maken
1
1
1
1
Geavanceerd duplexkopiëren
(korte zijde)5
Geavanceerd dubbelzijdig i enkelzijdig
Staand
1
2
Liggend
1
2
Geavanceerd enkelzijdig i dubbelzijdig
Staand
1
2
1
2
1
2
1
2
d Druk op a of b om 2zijdigi1zijdig
of 1zijdigi2zijdig te selecteren.
Duplex Geavanc.
a2zijdigi1zijdig
b1zijdigi2zijdig
Select. ab of OK
Druk op OK.
e Druk op Start om het document te
kopiëren.
Opmerking
Duplexkopiëren met een dubbelzijdig
Legal-document is niet beschikbaar.
5
Liggend
1
1
2
2
a Plaats het document.
b Voer het aantal kopieën in (max. 99) met
de kiestoetsen.
c Druk op Dubbelzijdig en a of b om
Geavanceerd te selecteren.
Duplex
a1zijdigi2zijdig
2zijdigi2zijdig
b2zijdigi1zijdig
Select. ab of OK
Druk op OK.
41
Hoofdstuk 5
Ladeselectie5
U kunt de gebruikte lade wijzigen voor de
volgende kopie.
a Plaats het document.
b Voer met het bedieningspaneel het
aantal kopieën in (max. 99).
c Druk op Lade Selecteren.
d Druk op d of c om MP>T1, T1>MP,
#1(XXX)
Druk op OK.
e Druk op Start.
Druk op
1
of MP(XXX)1 te selecteren.
MP>T1 of M>T1>T2
T1>MP of T1>T2>M
#1(XXX)
#2(XXX)
MP(XXX)
1
1
1
De melding geheugen
vol5
Wanneer het geheugen tijdens het kopiëren
vol raakt, vermeldt het LCD-scherm wat u
verder moet doen.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven tijdens het scannen van een
volgende pagina, krijgt u de mogelijkheid om
op Start te drukken om de reeds gescande
pagina's te kopiëren, of om op
Stop/Eindigen te drukken om de handeling
te annuleren.
1
XXX staat voor het papierformaat dat u hebt
ingesteld in Menu, 1, 1, 2.
Opmerking
• T2 of #2 wordt enkel weergegeven als de
optionele papierlade is geplaatst.
• Raadpleeg Ladegebruik in de kopieermodus op pagina 24 voor het
wijzigen van de standaardinstelling voor
Tray Select.
42
Paragraaf III
Rechtstreeks afdrukken
Gegevens afdrukken vanaf een USBflashgeheugen of vanaf een digitale camera
die massaopslag ondersteunt
III
44
Gegevens afdrukken vanaf een
6
USB-flashgeheugen of vanaf een
digitale camera die massaopslag
ondersteunt
Met de functie Direct Print hebt u geen
computer nodig om gegevens af te drukken.
U kunt afdrukken door eenvoudig een USBflashgeheugen in de USB-poort van de
machine te plaatsen. U kunt ook een camera
aansluiten en rechtstreeks vanaf de camera
afdrukken als deze is ingesteld op USB Mass
Storage.
Opmerking
• Bepaalde USB-flashgeheugens werken
mogelijk niet op deze machine.
• Als uw camera in de stand PictBridge
staat, kunt u geen gegevens afdrukken.
Raadpleeg de handleiding van uw camera
om over te schakelen van de stand
PictBridge naar de stand Mass Storage.
Ondersteunde
bestandsformaten6
Direct Print ondersteunt de volgende
bestandsformaten:
PDF versie 1.7
JPEG
Exif + JPEG
PRN (aangemaakt door de Brother-driver)
TIFF (bij scannen met alle MFC- of DCP-
modellen van Brother)
PostScript
Brother BRScript3-printerdriver)
XPS versie 1.0
1
PDF-bestanden die een JBIG2-beeldbestand, een
JPEG2000-beeldbestand of transparante bestanden
bevatten, worden niet ondersteund.
1
®
3™ (aangemaakt door de
6
44
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
Een PRN of
PostScript® 3™bestand aanmaken
voor rechtstreeks
afdrukken
Opmerking
De schermen in dit onderdeel variëren
afhankelijk van het programma en het
besturingssysteem.
a Klik in de menubalk van een programma
op Bestand en daarna op Afdrukken.
b Selecteer Brother DCP-XXXX Printer
(1) en vink het vakje Naar bestand aan
(2).
Klik op Afdrukken.
1
2
Gegevens rechtstreeks
afdrukken vanaf een
USB-flashgeheugen of
vanaf een digitale
camera die
6
massaopslag
ondersteunt
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort (1) aan
de voorkant van de machine.
De machine schakelt automatisch over
naar de stand Direct Print.
1
6
6
c Selecteer de map waar u het bestand
wilt opslaan en voer de bestandsnaam
in wanneer dit wordt gevraagd.
Als u alleen om een bestandsnaam
wordt gevraagd, kunt u ook de map
waar u het bestand wilt opslaan
specificeren door de mapnaam bij te
voegen. Bijvoorbeeld:
C:\Temp\Bestandsnaam.prn
Als er een USB-flashgeheugen of een
digitale camera aangesloten is op uw
computer, kunt u het bestand
rechtstreeks op het USB-flashgeheugen
opslaan.
1
45
Hoofdstuk 6
Opmerking
• Als de instelling Direct Print van Beveiligd
functieslot 2.0 voor alle gebruikers is
ingesteld op Deactiveren (ook bij de
instellingen voor de openbare modus),
wordt Niet beschikbaar
weergegeven op het LCD-scherm,
waarna de machine terugkeert naar de
stand Gereed. U kunt de functie Direct
Print niet gebruiken.
• Als u een beperkte gebruikers-ID gebruikt
zonder toegang tot de functie Direct Print
bij Beveiligd functieslot 2.0, maar andere
beperkte gebruikers (waaronder
gebruikers in de openbare modus) wel
toegang hebben, wordt
ToegangGeweigerd weergegeven op
het LCD-scherm, waarna de machine uw
naam vraagt.
Als u een beperkte gebruiker bent met
toegang tot Direct Print, drukt u op a of b
om uw naam te selecteren. Voer daarna
uw wachtwoord van 4 cijfers in.
• Als uw beheerder een paginabeperking
heeft ingesteld voor Direct Print en de
machine het maximale aantal pagina's
reeds heeft bereikt, wordt
Limiet bereikt weergegeven op het
LCD-scherm wanneer u een USBflashgeheugen of een digitale camera
aansluit.
b Druk op a of b om de map- of
bestandsnaam te selecteren die u wilt
afdrukken.
Direct Print
a1.FILE0_1.PDF
2.FILE0_2.PDF
b3.FILE0_3.PDF
Select. ab of OK
Opmerking
• U moet uw camera overschakelen van de
stand PictBridge naar de stand Mass
Storage.
• Als u een bestandenindex wilt afdrukken,
selecteert u Index afdr. en drukt u
daarna op OK. Druk op Start om de
gegevens af te drukken.
• Bestanden die opgeslagen zijn op het
USB-flashgeheugen kunnen aan de hand
van de volgende tekens worden
weergegeven op het LCD-scherm: A B C
D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W
X Y Z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 $ % ’ ` - @ { } ˜ !
# ( ) & _ ˆ
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om een instelling te
selecteren die u wilt wijzigen en druk
op OK. Druk daarna op a of b om een
optie te selecteren voor de instelling
en druk op OK.
Als u de huidige
standaardinstellingen niet wilt
wijzigen, gaat u verder met stap d.
Print bestand
aPapierformaat
Mediatype
bMeerdere pag.
Select. ab of OK
Druk op OK.
Als u de mapnaam hebt geselecteerd,
drukt u op a of b om de bestandsnaam
te selecteren die u wilt afdrukken.
Druk op OK.
46
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt
Opmerking
• U kunt de volgende instellingen
selecteren:
Papierformaat
Mediatype
Meerdere pag.
Afdrukstand
Duplex
Sorteren
Lade gebruiken
Printkwaliteit
Pdf-optie
• Afhankelijk van het type bestand
worden bepaalde instellingen mogelijk
niet weergegeven.
d Druk op Start wanneer u klaar bent.
e Voer met de kiestoetsen het gewenste
aantal kopieën in.
Druk op OK.
Direct Print
Opmerking
• Als u de standaardpapierlade wilt wijzigen
waaruit papier wordt genomen, drukt u op
Menu, 1, 4, 2 om de instelling voor de
papierlade te wijzigen.
• U kunt de standaardinstellingen voor
Direct Print wijzigen via het
bedieningspaneel wanneer de stand
Direct Print niet geactiveerd is. Druk op
Menu, 4 om het menu USB Direct I/F
te openen. (Zie Menutabel
op pagina 109.)
6
FILE0_1.PDF
Aant. kopieën:
Druk op Start
1
f Druk op Start om de gegevens af te
drukken.
BELANGRIJK
• Om schade aan de machine te
voorkomen, sluit u NOOIT een ander
apparaat dan een digitale camera of een
USB-flashgeheugen aan op de USBpoort.
• Verwijder het USB-flashgeheugen of de
digitale camera NIET uit de USB-poort
terwijl de machine nog bezig is met
afdrukken.
47
Hoofdstuk 6
De foutmeldingen
begrijpen6
Eens u vertrouwd bent met de soorten fouten
die zich kunnen voordoen bij het afdrukken
vanaf een USB-flashgeheugen met Direct
Print, kunt u eenvoudig problemen
identificeren en oplossen.
Geheugen vol
Deze melding wordt weergegeven als u
werkt met afbeeldingen die te groot zijn
voor het machinegeheugen.
Onbruikb. app.
Deze melding wordt weergegeven als u
een incompatibel of gebrekkig apparaat
aansluit op de USB-poort. Om de
foutmelding te verwijderen, koppelt u het
apparaat los van de USB-poort.
(Raadpleeg Fout- en onderhoudsmeldingen
op pagina 78 voor meer uitleg over de
oplossing.)
48
Paragraaf
IV
SoftwareIV
Software- en netwerkfuncties50
7
Software- en netwerkfuncties7
De HTML-gebruikershandleiding op de cdrom bevat Gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding voor de functies die
beschikbaar zijn bij aansluiting op een
computer (bv. afdrukken en scannen). Deze
handleidingen bevatten handige koppelingen
waarmee u rechtstreeks naar een bepaalde
sectie kunt gaan.
De handleidingen bevatten informatie over de
volgende functies:
Afdrukken
Scannen
ControlCenter3 (Windows
ControlCenter2 (Macintosh
Printen via het netwerk
Netwerkscannen
®
)
®
)
Opmerking
Zie De softwarehandleiding en de
netwerkhandleiding raadplegen
op pagina 3.
Gebruik van de HTMLgebruikershandleiding 7
Hieronder volgt een korte toelichting over het
gebruik van de HTML-gebruikershandleiding.
Windows
Opmerking
Zie Documentatie bekijken (Windows®)
op pagina 3 als u de software nog niet
hebt geïnstalleerd.
a Selecteer in het menu Start Brother,
DCP-XXXX bij de programma's en klik
daarna op
Gebruikershandleidingen in
HTML-formaat.
b Klik op de gewenste handleiding
(GEBRUIKERSHANDLEIDING,
SOFTWAREHANDLEIDING of
NETWERKHANDLEIDING) in het
hoofdmenu.
®
7
50
c Klik in de lijst links van het venster op de
titel waarvan u de inhoud wilt
weergeven.
Software- en netwerkfuncties
Macintosh
a Controleer of de Macintosh
ingeschakeld. Plaats de cd-rom van
Brother in het cd-romstation.
®
®
is
b Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
c Dubbelklik op de map van uw taal en
dubbelklik vervolgens op het bovenste
.html-bestand.
d Klik op de gewenste handleiding
(GEBRUIKERSHANDLEIDING,
SOFTWAREHANDLEIDING of
NETWERKHANDLEIDING) in het
hoofdmenu en klik daarna op de titel die
u wilt lezen in de lijst aan de linkerkant
van het venster.
7
7
51
Hoofdstuk 7
52
Paragraaf V
BijlagenV
Veiligheid en wetgeving54
Menuselecties63
Problemen oplossen en routineonderhoud65
Menu en functies107
Specificaties121
Verklarende woordenlijst135
Veiligheid en wetgevingA
A
Een geschikte plaats kiezenA
Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak zoals een bureau. Kies een plaats die vrij is van
trillingen en schokken. Plaats de machine in de buurt van een standaard geaard stopcontact. Kies
een plaats met een stabiele temperatuur tussen 10°C en 32,5°C en een luchtvochtigheid van 20%
tot 80% (zonder condensatie).
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, open
vuur, zoute of corrosieve gassen, vocht of stof.
Plaats het apparaat NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten,
water of chemische producten.
54
Veiligheid en wetgeving
VOORZICHTIG
Plaats de machine niet op een plaats waar veel mensen lopen.
Plaats de machine niet op een tapijt.
Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die worden gestuurd door wandschakelaars of
automatische timers, of op dezelfde stroomkring als grote apparaten die de stroomtoevoer
kunnen verstoren.
Onderbreking van de stroomtoevoer kan informatie in het geheugen van de machine wissen.
Zorg dat de kabels die naar de machine leiden geen gevaar voor struikelen opleveren.
A
55
Doe het volgende om de machine veilig te
gebruikenA
Lees deze voorschriften voordat u probeert enig onderhoud te verrichten, en bewaar ze zodat u
ze later kunt naslaan.
WAARSCHUWING
Er bevinden zich hoogspanningselektroden in de machine. Voor u de binnenkant van de
machine schoonmaakt, dient u na te gaan of u de stekker uit het stopcontact hebt verwijderd.
Zo vermijdt u elektrische schokken.
Hanteer de stekker NOOIT met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok
krijgen.
Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is.
Installeer dit product in de buurt van een goed bereikbaar stopcontact. In noodgevallen moet u
het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen.
Er worden plastic zakken gebruikt als verpakkingsmateriaal voor uw machine en drumeenheid.
Houd deze zakken verwijderd van baby's en kinderen, om te vermijden dat ze er in stikken.
56
Veiligheid en wetgeving
Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ontvlambare
stoffen, sproeivloeistoffen of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen die alcohol of ammoniak
bevatten. U kunt zo namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Raadpleeg
Routineonderhoud op pagina 90 voor informatie over het schoonmaken van de machine.
GEEN stofzuiger gebruiken voor het schoonmaken van gemorste toner. Het tonerstof zou
kunnen ontbranden in de stofzuiger en eventueel een brand veroorzaken. Maak het
tonerpoeder voorzichtig schoon met een droge, pluisvrije zachte doek en gooi het weg conform
de plaatselijke reglementeringen.
VOORZICHTIG
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet.
Wanneer u het frontdeksel of het achterpaneel van de machine opent, mag u NOOIT de
onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken.
Plaats uw handen niet op de rand van de machine onder het documentdeksel zoals
aangegeven in de afbeelding om letsels te voorkomen.
A
57
Om letsels te voorkomen, dient u te vermijden uw vingers in de plaatsen te steken die in de
afbeeldingen worden weergegeven.
Wanneer u de machine verplaatst, houd hem dan vast bij de handgrepen onder de scanner.
BELANGRIJK
De fuseereenheid is gemarkeerd met een waarschuwingsetiket. Verwijder of beschadig het
etiket NIET.
58
Veiligheid en wetgeving
Belangrijke veiligheidsinformatieA
1 Lees alle instructies door.
2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan.
3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.
4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens de binnenkant van de machine te
reinigen. Gebruik GEEN vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een droge,
pluisvrije doek om het apparaat schoon te maken.
5 Zet dit product NIET op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel. Het apparaat kan dan
namelijk vallen, waardoor het ernstig kan worden beschadigd.
6 Gleuven en openingen in de behuizing aan de achter- of onderkant dienen voor de ventilatie.
Om zeker te zijn van de betrouwbare werking van het apparaat en om het te beschermen
tegen oververhitting, mogen deze openingen niet afgesloten of afgedekt worden. Deze
openingen mogen ook nooit afgedekt worden door het apparaat op een bed, een bank, een
kleed of op een soortgelijk oppervlak te zetten. Zet het apparaat nooit in de buurt van of boven
een radiator of verwarmingsapparatuur. Het apparaat mag nooit in een kast worden
ingebouwd, tenzij voldoende ventilatie aanwezig is.
7 Dit apparaat moet worden aangesloten op een wisselstroombron binnen het bereik dat op het
etiket betreffende de spanning staat aangegeven. Sluit het apparaat NIET aan op een
gelijkstroombron of -omvormer. Wanneer u twijfels hebt, neemt u contact op met een
gekwalificeerde elektricien.
8 Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer. Deze stekker past alleen in een
geaard stopcontact. Dit is een veiligheidsmaatregel. Kan de stekker niet in uw stopcontact
worden gebruikt, raadpleeg dan uw elektricien en vraag hem uw oude stopcontact te
vervangen. Het is ABSOLUUT noodzakelijk dat u een geaarde stekker en een geaard
stopcontact gebruikt.
9 Gebruik alleen het netsnoer dat is geleverd bij de machine.
A
10 Plaats NOOIT iets op het netsnoer. Zet het apparaat NIET op een plaats waar mensen over
het snoer kunnen lopen.
11 Gebruik het toestel in een goed geventileerde ruimte.
12 Het netsnoer mag (inclusief een eventueel verlengsnoer) niet langer zijn dan 5 meter.
Plaats op dezelfde hoofdstroomkring GEEN andere toepassingen die veel stroom vragen,
zoals klimaatregelingen, kopieerapparaten, papierversnipperaars enz. Wanneer u niet kunt
vermijden dat u de printer gezamenlijk met dergelijke apparaten gebruikt, adviseren we u een
voltagetransformator of een hoogfrequente ruisfilter te gebruiken.
Gebruik een spanningsregelaar wanneer de stroombron niet stabiel is.
13 Plaats NIETS voor de machine dat afgedrukte documenten kan blokkeren. Plaats NOOIT een
voorwerp in het pad van afgedrukte documenten.
14 Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
15 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde
servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet:
Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is.
Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
59
Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water.
Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks het naleven van de
bedieningsinstructies. Pas alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de
bedieningshandleiding. Een verkeerde afstelling van andere functies kan leiden tot schade,
wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om het
apparaat weer naar behoren te laten werken.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing is beschadigd.
Als het apparaat duidelijk anders gaat presteren, waarbij reparatie nodig blijkt.
16 Om uw apparaat te beveiligen tegen stroompieken en -schommelingen adviseren wij het
gebruik van een overstroombeveiliging.
17 Om het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te reduceren, leest u aandachtig
volgende maatregelen:
Gebruik dit product NIET in de buurt van apparaten die water gebruiken, in een natte kelder
of in de buurt van een zwembad.
Gebruik de machine NIET tijdens een storm. (De kans bestaat dat u geëlektrocuteerd
wordt.)
Gebruik dit product NIET in de buurt van een gaslek.
purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this
permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the
names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating
to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND,
EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY
OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY
DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS,
WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY
OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE
OF THIS SOFTWARE.
A
61
HandelsmerkenA
Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Server en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen.
Apple, Macintosh, Safari en TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de
Verenigde Staten en andere landen.
Intel en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de VS en andere landen
AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc.
Adobe, Flash, Illustrator, PageMaker, Photoshop, PostScript en PostScript 3 zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Epson is een gedeponeerd handelsmerk en FX-80 en FX-850 zijn handelsmerken van Seiko
Epson Corporation.
IBM en Proprinter zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van International
Business Machines Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Nuance, het Nuance-logo, PaperPort en ScanSoft zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Nuance Communications, Inc. of haar partners in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Elk bedrijf waarvan software in deze handleiding wordt vermeld, heeft een
softwarelicentieovereenkomst die specifiek bedoeld is voor de betreffende programma's.
Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
62
B
MenuselectiesB
Optionele papierlade
(LT-5300)B
Een optionele onderste lade kan worden
geïnstalleerd met een capaciteit van
2
maximaal 250 vellen papier van 80 g/m
Wanneer een optionele lade is geplaatst,
heeft de machine een maximale capaciteit
van 550 vellen normaal papier. Neem contact
op met uw Brother-leverancier als u een
optionele onderste lade wilt aanschaffen.
Raadpleeg de instructies bij de onderste lade
voor de installatie.
.
GeheugenbordB
DCP-8085DN heeft standaard 64 MB
geheugen en één uitbreidingssleuf voor extra
geheugen. U kunt het geheugen upgraden tot
576 MB door small outline dual in-line
memory-modules te plaatsen (SO-DIMM's).
Wanneer u extra geheugen toevoegt,
verhoogt dit de prestaties van zowel de
kopieer- als afdrukhandelingen.
Algemeen hebben de SO-DIMM's de
volgende technische gegevens:
Type: 144 pins en 64 bit-uitvoer
CAS-latentie: 2
Klokfrequentie: 100 MHz of hoger
Capaciteit: 64, 128, 256 of 512 MB
Hoogte: 31,75 mm
Dram-type: SDRAM 2 Bank
Voor informatie over de aankoop en
nummers van onderdelen, raadpleegt u de
website van Buffalo Technology:
B
http://www.buffalo-technology.com/
Opmerking
• Het is mogelijk dat bepaalde SO-DIMM's
niet werken in de machine.
• Neem contact op met uw Brotherleverancier voor meer informatie.
63
Extra geheugen plaatsenB
a Schakel de machine uit.
b Koppel de interfacekabel los van de
machine en trek het netsnoer uit het
stopcontact.
Opmerking
De machine moet uitgeschakeld zijn voor
u de SO-DIMM plaatst of verwijdert.
c Verwijder de SO-DIMM-afdekking en de
afdekking van de interfacetoegang.
e Neem de SO-DIMM aan de zijkanten
vast en breng de inkepingen in de
SO-DIMM op een lijn met de uitsteeksel
in de sleuf.
Plaats de SO-DIMM schuin (1) en druk
deze vervolgens in de richting van het
interfacebord tot hij op zijn plaats klikt
(2).
1
2
f Plaats de SO-DIMM-afdekking en de
afdekking van de interfacetoegang
terug.
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en sluit daarna
de interfacekabel aan.
d Haal de SO-DIMM uit de verpakking en
houd deze vast bij de zijkanten.
BELANGRIJK
Raak NOOIT de geheugenchips of het
bordoppervlak aan om schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
h Schakel de machine in.
Opmerking
Om er zeker van te zijn dat u de SO-DIMM
correct hebt geplaatst, kunt u de pagina
met gebruikersinstellingen afdrukken
waarop u de huidige geheugencapaciteit
kunt zien. (Zie Lijst Gebruikersinstellingen
op pagina 27.)
64
Problemen oplossen en
C
routineonderhoud
Problemen oplossenC
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips
voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen. Ga naar http://solutions.brother.com
Als u problemen hebt met uw machineC
Controleer onderstaande tabel en volg de instructies.
KopieerproblemenC
ProblemenSuggesties
Kan geen kopie maken.Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd functieslot te
controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal doordat er zich vuil of
correctievloeistof op de glasplaat bevindt of doordat de printcorona vuil is. (Zie De scanner reinigen op pagina 91 en De primaire corona reinigen op pagina 93.)
.
C
65
C
AfdrukproblemenC
ProblemenSuggesties
Geen print. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de
De machine print onverwacht of
print heel slecht.
De machine print de eerste
pagina's correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
De kop- of voetteksten in het
document worden op het scherm
weergegeven, maar ze verschijnen
niet wanneer het document wordt
afgedrukt.
De machine drukt niet dubbelzijdig
af, ook al is de printerdriver
ingesteld op Duplex.
De machine drukt niet af of is
gestopt met afdrukken en de
status-LED van de machine is geel.
machine aanstaat.
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd.
(Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw
computer. (Zie de installatiehandleiding.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en
onderhoudsmeldingen op pagina 78.)
Ga na of de machine online is:
(Windows Vista
®
) Klik op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers. Klik met de
rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer . Zorg ervoor dat
Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
(Windows
®
XP en Windows Server® 2003) Klik op de knop Start en selecteer
Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg
ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
(Windows
®
2000) Klik op de knop Start, selecteer Instellingen en daarna
Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg
ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd functieslot te
controleren.
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met
afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige
minuten uit het stopcontact.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan
samenwerken met uw machine.
Als u gebruik maakt van de parallelle poort, controleert u dat de poort BRMFC
is en niet LPT1.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan
samenwerken met uw machine.
Uw computer herkent het signaal "ingangsbuffer vol" van de machine niet.
Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de
installatiehandleiding.)
Er is een niet-bedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina.
Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. Selecteer
hiervoor het formaat A4.
Druk op Opdracht Annuleren. De machine annuleert de taak en wist deze uit het
geheugen. Het is mogelijk dat een onvolledige pagina wordt afgedrukt.
66
Problemen oplossen en routineonderhoud
ScanproblemenC
ProblemenSuggesties
Tijdens het scannen treden er
TWAIN-fouten op.
OCR (optische tekstherkenning)
werkt niet.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. Klik in
PaperPort™ 11SE op Bestand, Scannen of Foto ophalen en selecteer de
TWAIN-stuurprogramma.
Probeer de inleesresolutie te verhogen.
Zie Netwerkproblemen op pagina 68.
SoftwareproblemenC
ProblemenSuggesties
Onmogelijk software te installeren
of te printen.
Kan '2 in 1' of '4 in 1'-afdrukken niet
uitvoeren.
De machine print niet vanuit
®
Adobe
Illustrator®.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite uit op de cd-rom. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie het tabblad Geavanceerd in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Problemen met het papierC
ProblemenSuggesties
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont
Geen papier of de melding
Vastgelopen papier.
De machine neemt geen papier uit
de MP-lade.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken? U kunt enveloppen invoeren via de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld
Welk papier kan ik gebruiken?U kunt dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
Er is papier vastgelopen.(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de
papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer
het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het papier uit de lade
halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer dat de stand MP-lade niet geselecteerd is in de printerdriver.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven
en het probleem blijft bestaan, raadpleegt u Papieropstoppingen
op pagina 83.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Controleer dat de stand MP-lade geselecteerd is in de printerdriver.
dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het
menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Raadpleeg de
handleiding van de toepassing voor meer informatie.)
enveloppen, etiketten en transparanten gebruiken die geschikt zijn voor
laserprinters. (Zie voor meer informatie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
C
67
Problemen met afdrukkwaliteitC
ProblemenSuggesties
De afgedrukte pagina’s zijn
gekruld.
De afgedrukte pagina’s zijn
vlekkerig.
De afdrukken zijn te licht. Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën, schakel dan de
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen
papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer de stapel papier in
de papierlade om te draaien.
Controleer of u het juiste papiertype hebt gekozen dat past bij het type
printmedia. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 14.)
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het
gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14 en het tabblad Normaal in
de softwarehandleiding op de cd-rom.)
tonerbespaarstand uit in de menu-instellingen van de machine. (Zie Toner sparen op pagina 26.)
Zet de tonerbespaarstand uit in het tabblad Geavanceerd van de printerdriver.
(Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Netwerkproblemen
ProblemenSuggesties
Printen via een bedraad netwerk
onmogelijk.
Als u netwerkproblemen hebt, raadpleegt u de netwerkhandleiding op de cd-rom
voor meer informatie.
Controleer of de machine aanstaat, online is en in de stand Gereed staat. Druk
de netwerkconfiguratielijst af om uw huidige netwerkinstellingen te bekijken. (Zie
Netwerkconfiguratielijst op pagina 27.) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub
om te controleren of de kabel en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer,
indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en
gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, is de onderste LED van
het achterpaneel van de machine groen.
68
Netwerkproblemen (Vervolg)
ProblemenSuggesties
De functie netwerkscannen werkt
niet.
De functie netwerkprinten werkt
niet.
(Windows
netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om Windows
Firewall te configureren. Gebruikt u andere persoonlijke firewallsoftware,
raadpleeg dan de gebruikershandleiding van deze software of neem contact op
met de leverancier van de software.
(Windows
a Klik op de knop Start, Configuratiescherm,
Netwerk- en Internet-verbindingen en klik op Windows Firewall.
Controleer dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen is ingesteld
op Aan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en klik bij de
Instellingen van netwerkverbinding op de knop Instellingen....
c Klik op de knop Toevoegen.
d Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor
scannen via het netwerk:
1. Voer bij Beschrijving van de service: een omschrijving in,
bijvoorbeeld "Brother Scanner".
2. Voer "Localhost" in bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12)van de computer die als host voor deze service optreedt:.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: "54925"
op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: "54925"
op.
5. Controleer dat UDP is geselecteerd.
6. Klik op OK.
Problemen oplossen en routineonderhoud
®
) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke
®
XP SP2)
®
C
e Klik op de knop Add.
f Als u nog steeds problemen met de netwerkverbinding hebt, klikt u op de
knop Add.
g Als u poort 137 voor netwerkscannen en printen via het netwerk wilt
toevoegen, voert u de onderstaande informatie in:
1. Voer bij Beschrijving van de service: een omschrijving in,
bijvoorbeeld "Brother netwerkscannen".
2. Voer "Localhost" in bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12)van de computer die als host voor deze service optreedt:.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: "137" op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: "137" op.
5. Controleer dat UDP is geselecteerd.
6. Klik op OK.
h Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik
op OK.
69
Netwerkproblemen (Vervolg)
ProblemenSuggesties
De functie netwerkscannen werkt
niet.
De functie netwerkprinten werkt
niet.
(vervolg)
(Windows Vista
a Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet,
Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen.
b Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend, doet u
het volgende.
c Controleer dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen is ingesteld
op Aan.
d Klik op het tabblad Uitzonderingen.
e Klik op de knop Poort toevoegen....
f Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor
scannen via het netwerk:
1. Voer in het vak Naam: een beschrijving in. (bijvoorbeeld “Brother
Scanner”)
2. Geef bij Poortnummer: "54925" op.
3. Controleer dat UDP is geselecteerd. Klik vervolgens op OK.
®
):
Gebruikers met beheerdersbevoegdheden: Klik op Doorgaan.
Gebruikers zonder beheerdersbevoegdheden: Voer het
beheerderswachtwoord in en klik op OK.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
g Klik op de knop Poort toevoegen....
h Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik
op Toepassen.
i Als u nog steeds problemen met de netwerkverbinding hebt, bijvoorbeeld
met het scannen of afdrukken over het netwerk, selecteert u het vakje
Bestands- en printerdeling in het tabblad Uitzonderingen en klikt u op
Toepassen.
®
(Windows
netwerkverbinding afwijzen. (Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.)
(Macintosh
in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Hulpprogramma's/
DeviceSelector of via het pop-upmenu Model van ControlCenter2.
) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke
®
) Selecteer de machine opnieuw in de toepassing Device Selector
70
Problemen oplossen en routineonderhoud
De afdrukkwaliteit verbeterenC
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Witte lijnen op de pagina
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Witte lijnen onder aan de
pagina
Holle afdruk
Advies
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of erg dik
papier kan dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in het
printerstuurprogramma of in het menu voor het instellen van de
papiersoort. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen
worden gebruikt op pagina 14 en het tabblad Normaal in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Het probleem kan vanzelf verdwijnen. Druk meer pagina's af om dit
probleem te verhelpen, met name wanneer u de machine een lange
tijd niet hebt kunnen gebruiken.
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Veeg het scannervenster af met een droge en pluisvrije zachte doek.
(Zie Het scannervenster reinigen op pagina 92.)
Controleer of er niet een afgescheurd stuk papier binnen de machine
zit dat het inleesvenster afdekt.
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
C
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Selecteer Dik papier in het printerstuurprogramma, selecteer Dik in
het menu van de machine voor het instellen van de papiersoort, of
gebruik dunner papier. (Zie Papiersoort op pagina 23 en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een hoge
vochtigheid kunnen een lege afdruk veroorzaken. (Zie Een geschikte
plaats kiezen op pagina 54.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
71
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Grijze achtergrond
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Pagina scheef afgedrukt
Dubbele afdruk
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde
134
Advies
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een hoge
temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad kunnen leiden tot grijze
achtergronden. (Zie Een geschikte plaats kiezen op pagina 54.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Controleer of het papier of ander afdrukmateriaal correct in de
papierlade is geplaatst en of de geleiders niet te strak of te los op de
papierstapel aansluiten.
Stel de papiergeleiders correct in. (Zie Papier in de
standaardpapierlade plaatsen op pagina 10.)
Wanneer u de MP-lade gebruikt, zie Papier plaatsen in de
multifunctionele lade (MP-lade) op pagina 11.
De papierlade is mogelijk te vol.
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of dik papier
kan dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in het printer-
stuurprogramma of in het menu voor het instellen van de papiersoort.
(Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 14 en het tabblad Normaal in de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier voor service.
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Controleer of het papier correct is geladen. (Zie Papier in de
standaardpapierlade plaatsen op pagina 10.)
Draai de stapel papier in de lade om of draai het papier 180° om in de
invoerlade.
Rimpels of vouwen
72
Problemen oplossen en routineonderhoud
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
EFGHIJKLMN
ABCDEFG
Kreuken in de enveloppe
Advies
a Open het achterdeksel.
b Trek aan de blauwe hendel tot de markering (c) op een lijn staat
met de markering () zoals hieronder weergegeven.
c Verstuur de afdruktaak opnieuw.
Gekruld of gegolfd
C
Opmerking
Wanneer u klaar bent met afdrukken, opent u het achterdeksel en zet
u de twee blauwe hendels terug op hun originele positie.
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Door hoge temperaturen en
een hoge vochtigheid kan het papier gaan krullen.
Als u de machine niet vaak gebruikt, is het mogelijk dat het papier te
lang in de papierlade heeft gelegen. Draai de stapel papier in de
papierlade om. Blader de stapel papier ook door en draai het papier
180° om in de papierlade.
73
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Gekruld
Advies
Draai het papier in de papierlade om, en druk nogmaals af. (Exclusief
briefhoofdpapier) Als het probleem zich nog steeds voordoet, verzet
u de antikrulhendel als volgt:
1 Open het achterdeksel.
2 Til de hendel op (1) en verschuif de hendel (2) in de richting van
de pijl.
2
1
74
Til de steunklep van de uitvoerlade op (1).
1
Selecteer in de printerdriver. (Zie Andere afdrukopties (Windows®)
of Afdrukinstellingen (Macintosh
®
) in de softwarehandleiding op de
cd-rom.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
F
g
d
3
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Witte plekken op zwarte tekst
en afbeeldingen, op
intervallen van 94 mm
Zwarte plekken op
intervallen van 94 mm
ABCDEFGH
DE
abcdefghijk
ef
ABCD
abcde
c
2
01234
Flets
Advies
Maak tien kopieën van een leeg, wit vel papier. (Zie Meerdere
kopieën maken op pagina 34.) Wanneer het probleem niet is
opgelost, kan het zijn dat er in de drumeenheid lijm van een etiket op
het OPC-drumoppervlak plakt. Reinig de drumeenheid. (Zie De drumeenheid reinigen op pagina 95.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drum. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals
vochtigheid, hoge temperaturen enzovoort kunnen de afdruk slechter
maken. (Zie Een geschikte plaats kiezen op pagina 54.)
Wanneer de hele pagina te licht is, staat Tonerbesparing misschien
aan. Schakel de Toner-bespaarstand in de menu-instellingen van de
machine of Tonerbesparing in de printer eigenschappen van de
driver uit. (Zie Toner sparen op pagina 26 of het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Reinig het scannervenster en de printcorona van de drumeenheid.
(Zie Het scannervenster reinigen op pagina 92 en De primaire
corona reinigen op pagina 93.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
C
75
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Tonervlekken
Alles zwart
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Zwarte tonermarkeringen op
de pagina
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Advies
Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd papier kan
dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia
die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Maak de printcorona en de drumeenheid schoon. (Zie De primaire
corona reinigen op pagina 93 en De drumeenheid reinigen
op pagina 95.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier voor service.
Reinig de primaire corona in de drumeenheid door de blauwe lip te
verschuiven. Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de
oorspronkelijke stand (a). (Zie De primaire corona reinigen
op pagina 93.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier voor service.
Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 14.)
Wanneer u etiketvellen voor lasermachines gebruikt, plakt de lijm van
de vellen soms op het oppervlak van de OPC-drum. Reinig de
drumeenheid. (Zie De drumeenheid reinigen op pagina 95.)
Gebruik geen papier met papierklemmen of nietjes, omdat deze
krassen maken op het oppervlak van de drum.
Wanneer u de uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht of
kamerverlichting plaatst, kan de eenheid beschadigd worden.
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Reinig het laserscannervenster en de printcorona in de drumeenheid.
(Zie Het scannervenster reinigen op pagina 92 en De primaire
corona reinigen op pagina 93.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
Lijnen op de pagina
76
Problemen oplossen en routineonderhoud
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Zwarte lijnen onder aan de
pagina
Afgedrukte pagina's hebben
tonervlekken onder aan de
pagina
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Toner hecht niet goed
Advies
Reinig de printcorona in de drumeenheid door de blauwe lip te
verschuiven. Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de
oorspronkelijke stand (a). (Zie De primaire corona reinigen
op pagina 93.)
De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe
tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
De fuseereenheid kan verontreinigd zijn. Bel uw Brother-leverancier
voor service.
Open het achterdeksel en zorg ervoor dat de twee blauwe hendels
aan de linker- en rechterkant naar boven gericht zijn.
Selecteer Tonerbevestiging verbeteren in de printerdriver. (Zie
Andere afdrukopties (Windows
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Als met deze functie de kwaliteit niet voldoende wordt verbeterd,
selecteert u Dikker papier bij de instellingen voor Mediatype.
®
) of Afdrukinstellingen (Macintosh®)
C
77
Fout- en onderhoudsmeldingenC
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen
verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste
routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fouten onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
U kunt de meeste foutmeldingen en meldingen betreffende routineonderhoud zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde
vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/.
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Afkoelen
Ogenblik aub
Afdrukken Onm XXDe machine heeft een
Beveiligd app.De schrijfbeveiliging van het
CartridgefoutDe tonercartridge is niet juist
Document nazienHet document is niet goed
Duplex gedeact.De duplexlade is niet juist
Vast duplexHet papier is vastgelopen in de
DrumfoutDe printcorona van de
De temperatuur van de
drumeenheid of de tonercartridge
is te hoog. De machine
onderbreekt de huidige printtaak
en gaat in de afkoelingsstand.
Tijdens het afkoelen hoort u de
koelventilator draaien. Op het
LCD-scherm wordt Afkoelen en
Ogenblik aub weergegeven.
mechanisch probleem.
USB-flashgeheugen is
ingeschakeld.
geïnstalleerd.
geplaatst of het document dat via
de ADF werd gescand, was te
lang.
geïnstalleerd.
duplexlade.
drumeenheid moet worden
schoongemaakt.
De drumeenheid is aan het einde
van zijn gebruiksduur.
Zorg dat u de ventilator in de machine kunt
horen draaien, en dat de uitlaat nergens door
geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, probeer dan alle
voorwerpen rondom de uitlaat te
verwijderen, en laat de machine vervolgens
aanstaan maar raak deze enkele minuten
niet aan.
Als de ventilator niet draait, schakelt u de
machine gedurende enkele minuten uit en
steekt u daarna de stekker terug in het
stopcontact.
Schakel de machine gedurende enkele
minuten uit en steek daarna de stekker terug
in het stopcontact.
Schakel de schrijfbeveiliging van het USBflashgeheugen uit.
Haal de drumeenheid uit de machine,
verwijder de tonercartridge die wordt
aangegeven op het LCD-scherm en plaats
de drumeenheid opnieuw in de machine.
Zie Vastgelopen documenten op pagina 82
of Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF) op pagina 20.
Verwijder de duplexlade en installeer de lade
opnieuw.
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
Maak de printcorona van de drumeenheid
schoon. (Zie De primaire corona reinigen
op pagina 93.)
Vervang de drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 101.)
78
Problemen oplossen en routineonderhoud
FoutmeldingOorzaakWat te doen
FuserfoutDe temperatuur van de fuser unit
bereikt een bepaalde
temperatuur niet binnen een
bepaalde tijd.
De fuser unit is te heet.
Geen ladeDe papierlade is niet volledig
gesloten.
Geen papierDe machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in
de papierlade geplaatst.
Geen tonerDe tonercartridge of de
drumeenheid en de
tonercartridge zijn niet correct
geïnstalleerd.
Geheugen volHet geheugen van de machine is
vol.
Hernoem bestandEr bevindt zich reeds een
bestand op het USBflashgeheugen met dezelfde
naam als het bestand dat u wilt
opslaan.
Kap OpenHet frontdeksel is niet volledig
gesloten.
Klep is openHet fuseerdeksel is niet volledig
gesloten of er zit papier vast aan
de achterkant van de machine bij
het inschakelen.
Onbruikb. app.Een incompatibel of gebrekkig
apparaat werd aangesloten op de
USB-poort.
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar
seconden en zet hem vervolgens weer aan.
Laat de machine aanstaan maar raak deze
15 minuten lang niet aan.
Sluit de papierlade.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Vul het papier in de papierlade of MP-
lade bij.
Verwijder het papier en plaats het terug.
Installeer de tonercartridge of de
drumeenheid en tonercartridge opnieuw.
Bezig met kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Start om de gescande pagina's
te kopiëren.
Druk op Stop/Eindigen, wacht tot de
andere actieve bewerkingen voltooid zijn
en probeer daarna opnieuw.
Wis de gegevens in het geheugen. (Zie
De melding geheugen vol op pagina 42.)
Bezig met printen
Verlaag de afdrukresolutie. (Zie het tabblad
Geavanceerd in de softwarehandleiding op
de cd-rom.)
Wijzig de naam van het bestand op het USB-
flashgeheugen of van het bestand dat u wilt
opslaan.
Sluit het frontdeksel van de machine.
Sluit het fuseerdeksel.
Zorg ervoor dat er geen papier vastzit
binnenin aan de achterkant van de
machine, sluit het fuseerdeksel en druk
op Start.
Verwijder het USB-flashgeheugen uit de
USB-poort.
C
79
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Onderdelen verv.
Drumeenheid
De drumeenheid is aan het einde
van zijn gebruiksduur.
Vervang de drumeenheid.
(Zie De drumeenheid vervangen
op pagina 101.)
De teller van de drumeenheid
werd niet gereset na het plaatsen
van een nieuwe drum.
Onderdelen verv.
Fuserunit
Onderdelen verv.
Laserunit
Onderdelen verv.
PF-kit 1
Onderdelen verv.
PF-kit 2
Onderdelen verv.
PF-kit MP
De fuseereenheid moet
vervangen worden.
De lasereenheid moet vervangen
worden.
Het papiertoevoerpakket voor
Lade 1 moet vervangen worden.
Het papiertoevoerpakket voor
Lade 2 moet vervangen worden.
Het papiertoevoerpakket voor de
MP-lade moet vervangen
worden.
Scannen Onm. XXDe machine heeft een
mechanisch probleem.
1 Open het frontdeksel en druk op
Wis/terug.
2 Druk op 1 om te resetten.
Neem contact op met uw Brother-leverancier
om de fuseereenheid te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier
om de lasereenheid te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier
om de PF Kit 1 te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier
om de PF Kit 2 te vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier
om de PF Kit MP te vervangen.
Schakel de machine gedurende enkele
minuten uit en steek daarna de stekker terug
in het stopcontact.
Het document is te lang voor
duplexscannen.
Druk op Stop/Eindigen. Gebruik papier dat
geschikt is voor duplexscannen. (Zie
Scannen op pagina 126.)
Scanner vergrendDe scanner is vergrendeld.Open het documentdeksel en ontgrendel
vervolgens de scannervergrendeling.
Teveel bestandenEr zijn te veel bestanden
opgeslagen op het USBflashgeheugen.
Teveel LadenEr is meer dan een optionele lade
geplaatst.
ToegangsfoutHet apparaat werd verwijderd uit
de USB-poort terwijl de gegevens
werden verwerkt.
80
Druk op Stop/Eindigen.
Verminder het aantal bestanden op het USB-
flashgeheugen.
U kunt maximaal één optionele lade
installeren. Verwijder eventuele bijkomende
lades.
Druk op Stop/Eindigen. Plaats het apparaat
opnieuw en probeer af te drukken met Direct
Print.
Problemen oplossen en routineonderhoud
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Toner Bijna OpAls op het LCD-scherm
Toner Bijna Op verschijnt,
kunt u nog steeds afdrukken. De
machine laat u echter weten dat
de tonercartridge bijna leeg is en
dat u de toner binnenkort zult
moeten vervangen.
Toner vervangenDe tonercartridge is bijna leeg. U
kunt niet afdrukken.
Vast: achterHet papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine.
Vast: binneninHet papier is vastgelopen in de
machine.
Vast in lade1
Vast in lade2
Vast MP-ladeHet papier is vastgelopen in de
Het papier is vastgelopen in de
papierlade van de machine.
MP-lade van de machine.
Bestel nu een nieuwe tonercartridge.
Vervang de tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 98.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
(Zie Papieropstoppingen op pagina 83.)
81
C
Vastgelopen documentenC
Volg onderstaande stappen, als het papier is
vastgelopen.
Document is vastgelopen onder het
documentdeksel
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
C
BELANGRIJK
Na het verwijderen van een vastgelopen
document controleert u of er geen
papierresten zijn achtergebleven in de
machine, die ervoor kunnen zorgen dat
het papier opnieuw vastloopt.
Het document is bovenin de ADF
vastgelopen
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
C
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Document is vastgelopen in de
uitvoerlade
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
C
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
82
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op Stop/Eindigen.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Document is vastgelopen in de
duplexlade
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op Stop/Eindigen.
PapieropstoppingenC
C
Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt
u onderstaande stappen.
BELANGRIJK
Bevestig dat u zowel een tonercartridge
als een drumeenheid in de machine hebt
geïnstalleerd. Wanneer u geen
drumeenheid hebt geïnstalleerd of deze
verkeerd hebt geïnstalleerd, kan deze een
papieropstopping veroorzaken in uw
Brother machine.
Opmerking
Wanneer de foutmelding aanwezig blijft,
opent en sluit u het voor- en fuseerdeksel
stevig om de machine in te stellen op de
beginwaarden.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wanneer u het voordeksel of het
achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de
machine opent, mag u NOOIT de
onderdelen van de grijze zones in de
afbeelding aanraken, om letsel te
vermijden.
C
83
BELANGRIJK
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, teneinde schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
Opmerking
De LCD-namen voor de papierlades zijn:
• Standaardpapierlade: lade1
• Optionele onderste lade: lade2
• Multifunctionele lade: MP-lade
c Sluit de MP-lade. Open het frontdeksel
en sluit het opnieuw om de machine te
resetten.
Open de MP-lade opnieuw.
d Waaier het papier goed door en plaats
het terug in de MP-lade.
e Wanneer u papier plaatst in de MP-lade,
dient u ervoor te zorgen dat het papier
de maximummarkering aan beide
kanten van de lade niet overschrijdt.
Het papier is vastgelopen in de MPlade.
Wanneer het LCD-scherm Vast MP-lade
weergeeft, dient u deze stappen te volgen:
a Verwijder het papier uit de MP-lade.
b Verwijder eventueel vastgelopen papier
uit de MP-lade.
C
84
Problemen oplossen en routineonderhoud
Papier is vastgelopen in papierlade 1
of 2.
Wanneer het LCD-scherm Vast in lade1
of Vast in lade2 weergeeft, dient u deze
stappen te volgen:
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Voor Vast in lade1:
Voor Vast in lade2:
b Gebruik beide handen om het
C
vastgelopen papier traag te verwijderen.
c Zorg ervoor dat het papier niet boven de
maximum markering (b) van de
papierlade uitsteekt. Druk op de blauwe
ontgrendeling van de papiergeleiders en
verschuif de papiergeleiders voor het
correcte papierformaat. Zorg dat de
geleiders goed vastzitten.
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
BELANGRIJK
Verwijder de standaardpapierlade NIET
terwijl papier wordt genomen uit een
onderste papierlade, want dit kan een
papieropstopping veroorzaken.
C
85
Papier is vastgelopen binnen de
machine
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Gebruik beide handen om het
vastgelopen papier traag te verwijderen.
c Open het frontdeksel door te drukken op
de ontgrendelknop voor het frontdeksel.
d Pak de drumeenheid en de
C
tonercartridge-module er langzaam uit.
Het vastgelopen papier kan mogelijk
samen met de tonercartridge en de
drumeenheid worden verwijderd. Het is
eveneens mogelijk dat het verwijderen
van de tonercartridge en de
drumeenheid ervoor zorgt dat het papier
los komt te zitten zodat u het kunt
verwijderen uit de opening van de
papierlade.
86
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en
tonercartridges gescheiden van elkaar op
een stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke ondergrond te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Problemen oplossen en routineonderhoud
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet om schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
e Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de
machine.
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en
tonercartridges gescheiden van elkaar op
een stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke ondergrond te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
c Druk de blauwe vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
Neem het eventuele vastgelopen papier
uit de drumeenheid.
f Sluit het voordeksel.
g Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
Het papier zit vast tussen het geheel
van drumeenheid en tonercartridge
a Open het frontdeksel door te drukken op
de ontgrendelknop voor het frontdeksel.
C
C
BELANGRIJK
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
87
• Raak de gearceerde delen in de
onderstaande illustraties NIET aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
voorkomen.
d Neem het eventuele vastgelopen papier
uit de drumeenheid.
e Plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid tot u hem op zijn plaats
hoort vastklikken. Wanneer u de
cartridge correct plaatst, komt de
blauwe vergrendelhendel automatisch
omhoog.
Het papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
a Open het frontdeksel door te drukken op
de ontgrendelknop voor het frontdeksel.
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
C
f Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de
machine.
g Sluit het voordeksel.
88
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en
tonercartridges gescheiden van elkaar op
een stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke ondergrond te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
c Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
Problemen oplossen en routineonderhoud
d Trek de lippen aan de linker- en
rechterkant naar u toe om het
fuseerdeksel (1) te openen.
1
e Trek het vastgelopen papier uit de
fuseereenheid.
Het papier is vastgelopen in de
duplexlade.
a Trek de duplexlade volledig uit de
machine.
b Trek het vastgelopen papier uit de
machine of uit de duplexlade.
C
f Sluit het fuseerdeksel en het
achterdeksel (achterste uitvoerlade).
g Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de
machine.
h Sluit het voordeksel.
c Plaats de duplexlade weer in de
machine.
C
89
RoutineonderhoudC
WAARSCHUWING
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenkant van de machine
GEEN ENKELE ontvlambare stof en GEEN
ENKELE sproeivloeistof of biologisch
oplosmiddel/vloeistof. U kunt dan namelijk
brand veroorzaken of een elektrische schok
krijgen. (Raadpleeg Belangrijke veiligheidsinformatie op pagina 59 voor
meer informatie hierover.)
BELANGRIJK
De drumeenheid bevat toner, dus u moet
deze voorzichtig hanteren. Wanneer u
toner morst op uw handen of kleding, dient
u de vlekken onmiddellijk te verwijderen
met koud water.
De buitenkant van de machine
schoonmakenC
a Schakel de machine uit. Koppel alle
kabels los en trek vervolgens het
netsnoer uit het stopcontact.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Reinig de buitenkant van de machine
met een droge en pluisvrije zachte doek
om stof te verwijderen.
90
d Verwijder eventueel papier uit de
papierlade.
Problemen oplossen en routineonderhoud
e Veeg de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge en
pluisvrije zachte doek om stof te
verwijderen.
f Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en sluit daarna
alle kabels weer aan. Schakel de
machine in.
De scanner reinigenC
a Schakel de machine uit. Koppel alle
kabels los en trek vervolgens het
netsnoer uit het stopcontact.
b Til het documentdeksel op (1).
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en
de glasplaat (3) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd
met water.
c In de ADF-eenheid reinigt u de witte balk
(1) en de glazen strook op de glasplaat
(2) eronder met behulp van een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met
water.
1
2
d Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en sluit daarna
alle kabels weer aan. Schakel de
machine in.
Opmerking
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook
hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije
doek die u hebt bevochtigd met water,
nogmaals met uw vingertop over het glas
om te controleren of zich hierop nog
ongerechtigheden bevinden. Reinig het
glas zo nodig opnieuw. Mogelijk dient u
het reinigingsproces drie tot vier keer te
herhalen. Maak na elke reiniging een
kopie om te controleren of de glasplaat
schoon is.
C
1
2
3
91
Het scannervenster reinigen C
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenkant van de machine
GEEN ENKELE ontvlambare stof en GEEN
ENKELE sproeivloeistof of biologisch
oplosmiddel/vloeistof. U kunt dan namelijk
brand veroorzaken of een elektrische schok
krijgen. Raadpleeg Belangrijke veiligheidsinformatie op pagina 59 voor
meer informatie hierover.
BELANGRIJK
Raak het scannervenster NIET aan met
uw vingers.
a Schakel de machine uit voor u de
binnenkant van de machine reinigt. Trek
het netsnoer uit het stopcontact.
b Open het voordeksel en pak het geheel
van drumeenheid en tonercartridge er
langzaam uit.
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wanneer u het voordeksel of het
achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de
machine opent, mag u NOOIT de
onderdelen van de grijze zones in de
afbeelding aanraken, om letsel te
vermijden.
BELANGRIJK
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, teneinde schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
92
• We raden u aan de drumeenheid op een
vel wegwerppapier op een schone, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Problemen oplossen en routineonderhoud
c Veeg het scannervenster (1) schoon
door het af te vegen met een droge,
pluisvrije zachte doek.
1
d Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de
machine.
e Sluit het voordeksel.
De primaire corona reinigenC
Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit,
reinigt u de corona als volgt:
a Schakel de machine uit. Koppel alle
kabels los en trek vervolgens het
netsnoer uit het stopcontact.
b Open het voordeksel en pak het geheel
van drumeenheid en tonercartridge er
langzaam uit.
BELANGRIJK
• We raden u aan de drumeenheid en
tonercartridges gescheiden van elkaar op
een stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke ondergrond te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
• Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
C
f Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact en schakel
daarna de machine in.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, teneinde schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
93
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.