Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: DCP-8070D
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop in geval
van diefstal, brand of service in geval van garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
Door uw product bij Brother te registreren, wordt u geregistreerd als de
originele eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan eventueel als bevestiging van de aankoopdatum van uw product
dienen, mocht u uw kassabon verliezen; en
kan eventueel een verzekeringsclaim van u ondersteunen ingeval het
product verloren gaat en dit gedekt is door de verzekering.
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd.
De nieuwste productgegevens en -specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade (met
inbegrip van gevolgschade) voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding of de daarin
beschreven producten, inclusief maar niet beperkt tot zetfouten en andere fouten in deze
publicatie.
i
Inhoudsopgave
Paragraaf IAlgemeen
1Algemene informatie2
Gebruik van de documentatie................................................................................2
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2
De softwarehandleiding raadplegen ...................................................................... 3
Algemene informatie2
Papier en documenten laden9
Algemene instelling21
1
Algemene informatie1
Gebruik van de
documentatie1
Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
VetVetgedrukte tekst identificeert
toetsen op het
bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
CursiefCursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
identificeert de meldingen die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING
Waarschuwingen informeren u over de
maatregelen die u moet treffen om
persoonlijk letsel te voorkomen.
VOORZICHTIG
"Voorzichtig" wijst u op procedures die u
moet volgen of vermijden om mogelijke
lichte verwondingen te voorkomen.
BELANGRIJK
BELANGRIJK wijst u op procedures die u
moet volgen of vermijden om problemen
met de machine of schade aan andere
voorwerpen te voorkomen.
Pictogrammen die gevaar voor
elektrische spanning aanduiden,
wijzen u op de mogelijkheid voor
elektrische schokken.
Pictogrammen die wijzen op hete
oppervlakken waarschuwen u dat
bepaalde onderdelen van de
machine erg heet kunnen worden.
Opmerkingen leggen uit hoe u in een
bepaalde situatie moet reageren, of
hoe de huidige bewerking met
andere functies werkt.
2
Algemene informatie
De
softwarehandleiding
raadplegen
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine, zoals hoe u de
gevorderde eigenschappen van de printer en
scanner gebruikt. Wanneer u klaar bent voor
gedetailleerdere informatie over deze
functies, kunt u de Softwarehandleiding
raadplegen.
Documentatie bekijken1
Documentatie bekijken (Windows®)1
Om de documentatie te bekijken, gaat u via
Start bij programma's naar Brother,
DCP-XXXX (waarbij XXXX de naam van uw
model is) en klikt u vervolgens op
Gebruikershandleidingen in
HTML-indeling.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie vinden door onderstaande
instructies op te volgen:
a Schakel uw pc in.
Plaats de cd-rom van Brother waar
®
Windows
b Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
op staat in het cd-romstation.
c Als het venster met de modelnaam
wordt weergegeven, klikt u op uw
modelnaam. Het hoofdmenu van de cdrom wordt weergegeven.
1
Als dit venster niet wordt geopend, kunt
®
u Windows
programma Start.exe uit te voeren
vanuit de hoofdmap van de cd-rom van
Brother.
Explorer gebruiken om het
d Klik op Documentatie.
e Klik op de documentatie die u wilt lezen:
HTML-documenten (2
handleidingen):
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen en
Softwarehandleiding in HTMLformaat.
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het weergeven van de handleidingen
op uw computer.
PDF-documenten (3 handleidingen):
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen,
Softwarehandleiding en
Beknopte Installatiehandleiding.
1
Dit formaat wordt aanbevolen voor
het afdrukken van handleidingen.
Klik hierop om naar het Brother
Solutions Center te gaan, waar u de
PDF-documenten kunt bekijken of
downloaden. (Hiervoor zijn
internettoegang en PDF Readersoftware vereist.)
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding:1
Een document scannen met de TWAIN
driver in hoofdstuk 2
Een document scannen met de WIA-
driver (Windows
hoofdstuk 2
ControlCenter3 gebruiken in hoofdstuk 3
®
XP/Windows Vista®) in
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE met
OCR Hoe-te-handleidingen:
De complete ScanSoft™ PaperPort™
11SE met OCR Hoe-te-handleidingen
kunt u bekijken in het Help-gedeelte in de
ScanSoft™ PaperPort™ 11SE
toepassing.
Documentatie bekijken (Macintosh)1
1
a Schakel uw Macintosh in.
Plaats de cd-rom van Brother waar
Macintosh op staat in het cd-romstation.
b Het volgende venster wordt
weergegeven.
1
c Dubbelklik op het pictogram
Documentation.
d Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste
taal.
e Dubbelklik op het bovenste
paginabestand om de
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen en
Softwarehandleiding te bekijken in
HTML-formaat.
f Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Gebruikershandleiding
Softwarehandleiding
4
Algemene informatie
Opmerking
De documenten zijn ook verkrijgbaar in
PDF-formaat (3 handleidingen):
Gebruikershandleiding voor standalone-bewerkingen,
Softwarehandleiding en
Beknopte Installatiehandleiding. Het
pdf-formaat wordt aanbevolen voor het
afdrukken van handleidingen.
Dubbelklik op het pictogram
Brother Solutions Center om naar het
Brother Solutions Center te gaan, waar u
de PDF-documenten kunt bekijken of
downloaden. (Hiervoor zijn
internettoegang en PDF Reader-software
vereist.)
Instructies voor het scannen
opzoeken
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding:1
Scannen in hoofdstuk 9
ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 10
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding:
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via Help
in Presto! PageManager.
Toegang tot ondersteuning
door Brother (Windows®)1
U kunt alle benodigde contacten vinden,
zoals webondersteuning (Brother Solutions
Center).
voor originele/echte Brother onderdelen
(http://www.brother.com/original/
1
op Informatie over supplies.
Wanneer u wilt terugkeren naar de
hoofdpagina, klikt u op Terug. Als u klaar
bent, klikt u op Afsluiten.
) en klik op
1
), klikt u op
), klikt u
5
Hoofdstuk 1
Overzicht bedieningspaneel1
1LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
2 Data LED
De LED knippert afhankelijk van de
machinestatus.
3 Menutoetsen:
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren.
Wis/terug
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine
opslaan.
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan.
a of b
Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik deze toetsen om tekst of cijfers in te
voeren.
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
6Start
Hiermee kunt u kopieën maken of scannen.
7Scan
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
(Voor meer informatie over scannen
raadpleegt u de softwarehandleiding op de cdrom.)
8 Dubbelzijdig
U kunt Duplex selecteren om dubbelzijdig af te
drukken. (alleen printen)
6
Algemene informatie
1
9 Printtoetsen:
Direct
Hiermee kunt u gegevens afdrukken vanaf een
USB-flashgeheugen dat rechtstreeks is
aangesloten op de machine. (Zie Gegevens
rechtstreeks afdrukken vanaf een USBflashgeheugen of vanaf een digitale camera
die massaopslag ondersteunt op pagina 39.)
Veilig Afdrukken
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens
afdrukken door uw wachtwoord van 4 cijfers in
te voeren. (Raadpleeg voor meer informatie
over het gebruik van de beveiligingssleutel de
softwarehandleiding op de cd-rom.)
Opdracht Annuleren
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde
afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de
machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt annuleren,
houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCDscherm Alles annuleren toont.
10 Kopietoetsen:
Opties
u kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen
voor het kopiëren selecteren.
Vergroot/Verklein
Verkleint of vergroot kopieën.
7
Hoofdstuk 1
Data-LED-aanduidingen1
De Data-LED (light emitting diode) knippert en schakelt in en uit afhankelijk van de
machinestatus.
LEDLED-statusMachinestatusOmschrijving
LED brandt niet.Stand GereedDe machine is klaar om af te drukken,
staat in de slaapstand, er zijn geen
afdrukgegevens aanwezig of de
stroomschakelaar staat uit.
LED brandt.Resterende gegevens in het
geheugen
Er zijn nog afdrukgegevens aanwezig
in het geheugen van de machine.
LED knippert.Ontvangt gegevensDe machine ontvangt gegevens van
de computer, verwerkt gegevens in
het geheugen of drukt gegevens af.
8
2
Papier en documenten laden2
Papier en afdrukmedia
laden2
De machine kan papier laden vanuit de
standaardpapierlade of de multifunctionele
lade.
Houd rekening met het volgende als u papier
in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassing
een optie biedt voor het opgeven van het
papierformaat, kunt u dit via de toepassing
doen. Als deze optie niet door de
toepassing geboden wordt, kunt u het
papierformaat opgeven in de printerdriver
of via het bedieningspaneel.
Papier in de
standaardpapierlade plaatsen2
Afdrukken op normaal papier, dun
papier, bankpostpapier,
kringlooppapier of transparanten
vanuit de papierlade
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
2
2
b Houd de blauwe ontgrendeling van de
papiergeleiders (1) ingedrukt en
verschuif de papiergeleiders voor het
papierformaat dat u wilt gebruiken. Zorg
dat de geleiders goed vastzitten.
9
Hoofdstuk 2
c Waaier de stapel papier goed door om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
d Plaats papier in de lade, en controleer of
het papier onder het merkteken voor
maximaal papier (1) blijft. De zijde
waarop u wilt afdrukken, moet naar
beneden zijn gericht.
1
f Vouw de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de
neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt.
1
BELANGRIJK
Controleer of de papiergeleiders de
zijkanten van het papier raken, zodat het
papier goed wordt toegevoerd.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat hij geheel in
de machine zit.
10
Papier en documenten laden
Papier plaatsen in de
multifunctionele lade
(MP-lade)2
U kunt tot 3 enveloppen of speciale
afdrukmedia plaatsen in de MP-lade of tot 50
vellen normaal papier. Gebruik deze lade om
af te drukken of te kopiëren op dik papier,
bankpostpapier, enveloppen, etiketten of
transparanten.
Afdrukken op dik papier,
bankpostpapier, enveloppen,
etiketten en transparanten
Druk op de hoeken en zijkanten van de
enveloppen om deze zo plat mogelijk te
maken voor u deze plaatst.
Wanneer de achterste uitvoerlade naar
beneden is getrokken, heeft de machine een
recht papiertraject van de MP-lade tot aan de
achterkant van de machine. Gebruik deze
invoer- en uitvoermethode wanneer u wilt
afdrukken op dik papier, bankpostpapier,
enveloppen, etiketten of transparanten.
a Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
b <Alleen voor het afdrukken van
2
enveloppen>
Trek de twee blauwe hendels (een
rechts en een links) naar beneden zoals
aangegeven in de onderstaande
afbeelding.
2
BELANGRIJK
Verwijder ieder afgedrukt vel of enveloppe
onmiddellijk, om een opstopping te
vermijden.
11
Hoofdstuk 2
c Open de MP-lade en laat deze
voorzichtig zakken.
d Trek de steunklep (1) van de MP-lade uit
en vouw de steunflap (2) open.
f Plaats de enveloppen (maximaal 3), het
dikke papier, de etiketten of de
transparanten in de MP-lade met de
bovenkant eerst en de te bedrukken
zijde naar boven gericht. Zorg ervoor
dat het papier de maximum markering
niet overschrijdt (b).
1
2
e Houd de ontgrendeling van de
papiergeleiders ingedrukt en verschuif
de papiergeleiders tot deze gepast zijn
voor het papierformaat dat u wilt
gebruiken.
BELANGRIJK
Controleer of de papiergeleiders de
zijkanten van het papier raken, zodat het
papier goed wordt toegevoerd.
12
Papier en documenten laden
Niet-afdrukbaar gebied2
Onbedrukbaar gedeelte voor kopieën2
De afbeelding toont de delen waarop niet kan worden gedrukt.
Opmerking
Het weergegeven onbedrukbaar gedeelte geldt voor een enkele kopie of een 1-bij-1-kopie op
A4-papier. Het niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
Niet-afdrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer2
2
1
2
Document
Grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (1)
Links (2)
Rechts (2)
A43 mm2 mm
Letter3 mm4 mm
1
2
Bij gebruik van de printerdriver is het afdrukgebied kleiner dan het papierformaat, zoals hieronder
afgebeeld.
StaandLiggend
2
1
2
1
Windows® printerstuurprogramma
en Macintosh
2
1
1
2
BRScript stuurprogramma voor
Windows
®
en Macintosh
printerstuurprogramma
Staand14,23 mm4,23 mm
26,35 mm4,23 mm
Liggend14,23 mm4,23 mm
25,08 mm4,23 mm
Opmerking
Het niet-afdrukbare gebied dat hierboven is afgebeeld, geldt voor papier van A4-formaat. Het
niet-afdrukbare gebied verandert naargelang het papierformaat.
13
Hoofdstuk 2
Papiersoorten en
andere afdrukmedia
die kunnen worden
gebruikt
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende printmedia gebruiken:
dun papier, normaal papier, dik papier,
bankpostpapier, kringlooppapier,
transparanten, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u
onderstaande instructies:
Gebruik papier dat geschikt is voor
kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 60 tot 105 g/m
Gebruik etiketten en transparanten die
geschikt zijn voor laserprinters.
Plaats NOOIT verschillende types papier
tegelijk in de papierlade. Hierdoor kunnen
papierstoringen optreden.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat
instellen van het papier dat zich in de lade
bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Wanneer u transparanten gebruikt,
verwijder ieder bedrukt vel dan
onmiddellijk om verontreiniging of
papieropstoppingen te vermijden.
Gebruik langlopend papier met een
neutrale pH-waarde en een
vochtigheidspercentage van circa 5%.
2
.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen,
raden wij u aan het volgende papier te
De machine laadt papier vanuit de geplaatste
standaardpapierlade of de multifunctionele
lade.
Standaardpapierlade2
Aangezien de standaardpapierlade een
universeel type is, kunt u elk van de in de
tabel op Papiercapaciteit van de papierladen
op pagina 15 vermelde papierformaten
gebruiken (één papiertype en -formaat per
keer). De standaardpapierlade kan maximaal
250 vellen papier van Letter/A4-formaat
laden (80 g/m
hoger zijn dan de aanduiding voor de
maximale papierhoogte op de papiergeleider
voor de breedte.
2
). De stapel papier mag niet
2
2
14
Multifunctionele lade (MP-lade)2
U kunt tot 50 vellen normaal papier (80 g/m2)
of tot 3 enveloppen plaatsen in de MP-lade.
De stapel papier mag niet hoger zijn dan de
aanduiding voor de maximale papierhoogte
op de papiergeleider voor de breedte.
Papier en documenten laden
De namen van de papierlades in de printerdriver in deze handleiding zijn:2
AsgehalteMinder dan 23 wt%
HelderheidHoger dan 80%
OndoorzichtigheidHoger dan 85%
75-90 g/m
90-150 cm
10e
10e
2
3
/100
9
-10e11 ohm
9
-10e12 ohm-cm
15
Hoofdstuk 2
Speciaal papier gebruiken2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en verwijderd van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik geen inkjetpapier, het kan leiden
tot papieropstoppingen of schade aan de
machine.
Voorgedrukt papier moet inkt gebruiken
dat tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine kan
(200 °C).
Als u normaal papier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of
gevouwen gebruikt, kan het
afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden soorten papier2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
• met een grove textuur
• dat extreem glad of glanzend is
• dat gekruld of scheef is
1
1
1 Een krul van 2 mm of meer kan
papierstoringen veroorzaken.
• dat gecoat is of een chemische
vernislaag heeft
• dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
• dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
• met tabs en nietjes
• met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
16
• dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
• dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen
papier gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
mogelijk niet gedekt door enige garantieof service-overeenkomst met Brother.
Papier en documenten laden
Enveloppen2
De meeste enveloppen zijn geschikt voor
deze machine. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Een geschikte envelop heeft randen met
rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet
dikker zijn dan twee vellen papier. De
envelop moet vlak liggen en mag niet
zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen
van hoge kwaliteit bij een leverancier die
weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in
een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel plaatsen via de MPlade. Druk geen enveloppen af met
duplexprinten. Advies: voordat u een groot
aantal enveloppen afdrukt, maakt u een
proefafdruk om zeker te zijn van het
afdrukresultaat.
Controleer het volgende:
De flap van de envelop dient zich aan de
lengtezijde te bevinden.
De flappen dienen scherp en correct te
zijn gevouwen (onregelmatig gesneden of
gevouwen enveloppen kunnen
papierstoringen veroorzaken).
Enveloppen dienen uit twee lagen te
bestaan in de hieronder omcirkelde
gedeelten.
Te vermijden soorten enveloppen2
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen:
• die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm
hebben
• die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
• met zelfklevende plakrand
• die zakachtig zijn
• die niet scherp gevouwen zijn
• die van reliëf zijn voorzien
• die eerder zijn bedrukt door een
lasermachine
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
• die niet netjes op elkaar kunnen
worden gestapeld
• die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
• met randen die niet recht of regelmatig
zijn
• met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
• met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
2
1
1 Invoerrichting
1
Door de fabrikant geplakte voegen dienen
stevig te zijn.
We raden u aan niet binnen een marge
van 15 mm van de randen van de envelop
af te drukken.
• met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
17
Hoofdstuk 2
• met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
• met flappen zoals hieronder getoond
• met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
mogelijk niet gedekt door enige garantieof service-overeenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van
de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot
invoerproblemen leiden.
Etiketten2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuser unit. De plaklaag
dient niet in contact te komen met enig deel
van de machine, omdat de etiketten dan aan
de drumeenheid of rollen blijven kleven
waardoor papierstoringen en problemen met
de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag
geen plaklaag open liggen tussen de
etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt
worden dat de volledige lengte en breedte
van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het
loslaten van etiketten waardoor ernstige
papierstoringen of afdrukproblemen kunnen
ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 200 graden Celsius,
gedurende 0,1 seconden.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan
het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie overschrijden
worden mogelijk niet goed ingevoerd of
afgedrukt en kunnen schade veroorzaken
aan de machine.
Etiketten kunt u invoeren via de MP-lade.
18
Te vermijden typen etiketten2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben.
BELANGRIJK
Plaats GEEN gedeeltelijk gebruikte
etiketvellen. Het onbedekte draagvel kan
schade toebrengen aan de machine.
Papier en documenten laden
Documenten laden2
Met behulp van de
automatische
documentinvoer (ADF)2
De ADF kan maximaal 20 A4-pagina's
bevatten en voert elk vel afzonderlijk in.
Gebruik standaardpapier 80 g/m
de pagina's altijd door voordat u ze invoert in
de ADF.
Aanbevolen omgeving2
Temperatuur: 20 tot 30°C
Vochtigheid: 50% - 70%
Papier: Xerox Premier TCF 80 g/m
Business 80 g/m
2
BELANGRIJK
• Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF optreden.
• Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of
plakband bevat.
2
en waaier
2
of Xerox
a Klap de ADF-uitvoerlade uit (1).
1
b Blader de stapel goed door.
c Leg uw documenten met de bedrukte
kant naar beneden en de bovenrand
eerst in de ADF tot u voelt dat ze de
invoerrol raken.
2
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
• Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag
u NIET aan het document trekken terwijl
het wordt ingevoerd.
Opmerking
Raadpleeg Met behulp van de glasplaat
op pagina 20 om documenten te scannen
die niet geschikt zijn voor de ADF.
Controleer of de inkt volledig droog is als
het document beschreven is.
Opmerking
Verwijder alle afgedrukte documenten uit
de ADF-uitvoerlade voor u nieuwe
documenten in de ADF invoert.
19
Hoofdstuk 2
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
1
Met behulp van de glasplaat2
U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's uit
een boek of afzonderlijke vellen papier een
per een te scannen of te kopiëren.
Documenten kunnen maximaal 215,9 mm
breed en 297 mm lang zijn.
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders links en
bovenaan om het document in de linker
bovenhoek van de glasplaat te leggen,
met de bedrukte zijde naar beneden.
20
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
3
Algemene instelling3
Papierinstellingen3
Papiersoort3
Stel de machine in op het papier dat u
gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste
afdrukkwaliteit.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de papiersoort in te stellen voor
de MP-bak drukt u op Menu, 1, 1, 1,
1.
Om de papiersoort in te stellen voor
Bovenlade drukt u op Menu, 1, 1, 1,
2.
b Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik, Transparanten of
Gerecycl.papier te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat3
U kunt verschillende papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van kopieën:
A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L, A6,
B5, B6 en Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document passend op de pagina kan
plaatsen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om het papierformaat in te stellen
voor de MP-bak drukt u op Menu, 1,
1, 2, 1.
Om het papierformaat in te stellen
voor Bovenlade drukt u op Menu,
1, 1, 2, 2.
b Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6,
Folio of Ieder te selecteren.
Druk op OK.
3
c Druk op Stop/Eindigen.
21
Hoofdstuk 3
Opmerking
• De formaten Legal, Folio en Ieder
worden alleen weergegeven wanneer u
de MP-lade selecteert.
•Als u Ieder selecteert als papierformaat
voor de MP-lade: u moet
Alleen MP-lade selecteren als
instelling voor de te gebruiken lade. U kunt
Ieder niet selecteren als papierformaat
voor de MP-lade wanneer u N op 1kopieën maakt. U moet een van de andere
beschikbare papierformaten voor de MPlade selecteren.
•Als u Transparanten hebt geselecteerd
als papierformaat kunt u enkel de
papierformaten Letter, Legal, Folio
of A4 selecteren in stap b.
Ladegebruik in de
kopieermodus3
U kunt kiezen welke lade prioriteit krijgt voor
het afdrukken van kopieën.
Wanneer u Alleen lade 1 of
Alleen MP-lade selecteert, neemt de
machine alleen papier uit de geselecteerde
lade. Als er geen papier meer aanwezig is in
de geselecteerde lade, wordt Geen papier
weergegeven op het LCD-scherm. Plaats
papier in de lege lade.
Volg de onderstaande instructies om de ladeinstelling te wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 4, 1.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen MP-lade, MP>T1 of T1>MP te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• Wanneer u de documenten in de ADF
plaatst en MP>T1 of T1>MP geselecteerd
is, zoekt de machine naar de lade met het
meest geschikte papier en neemt papier
uit die lade. Als er geen geschikt papier
aanwezig is in de lades, neemt de
machine papier uit de lade met de hoogste
prioriteit.
• Wanneer u de glasplaat gebruikt, wordt
uw document gekopieerd via de lade met
de hoogste prioriteit, zelfs wanneer er een
geschiktere papiersoort beschikbaar is in
een andere papierlade.
22
Algemene instelling
Ladegebruik in de
afdrukmodus3
U kunt de standaardlade kiezen die de
machine gebruikt voor het afdrukken vanaf
de computer.
a Druk op Menu, 1, 4, 2.
b Druk op a of b om Alleen lade 1,
Alleen MP-lade, MP>T1 of T1>MP te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
• De instelling van de printerdriver krijgt
prioriteit boven de instelling die werd
doorgevoerd via het bedieningspaneel.
• Als het bedieningspaneel is ingesteld op
Alleen lade 1 of Alleen MP-lade
en u Automatisch selecteert in de
printerdriver, neemt de machine het
papier uit die lade.
Volume-instellingen3
Volume van
waarschuwingstoon3
Wanneer de waarschuwingstoon
ingeschakeld is, produceert de machine een
pieptoon wanneer u op een toets drukt of een
fout maakt. U kunt kiezen uit een aantal
volumeniveaus, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 2.
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen.
3
23
Loading...
+ 98 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.