ATAG HI1171M User Manual

0 (0)

plak hier het toestel-identificatieplaatje placez ici la plaque d'identification de l'appareil

kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein stick the appliance identification card here

Dit plaatje bevindt zich aan de bovenzijde van het toestel.

Cette plaque se trouve sur le dessus de l'appareil.

Dieses Schild befindet sich an der Oberseite des Gerätes.

This card is located on the top of the appliance.

Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, de productiecode (PCODE) en het volledige itemnummer (ITEMNR) bij de hand.

En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous

le code de production (PCODE) et le numéro complet de l'article (ITEMNR).

Halten Sie den Produktionscode (PCODE) und die vollständige Itemnummer (ITEMNR) bereit, wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.

When contacting the service department, have the production code (PCODE) and complete item number (ITEMNR) to hand.

Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.

Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie. Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte. You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.

art.nr. 700002067000

HI1171M

handleiding notice d'utilisation Anleitung manual

UW INDUCTIEKOOKPLAAT

inhoud

 

 

 

 

Uw inductiekookplaat

 

inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 4

beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 5

Veiligheidsvoorschriften

 

waar u op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . 6 - 7

Bediening

 

instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . 8 - 13

Gebruik

 

even wennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 14

Pannen

 

de kookplaat optimaal gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 15

Kookstanden

 

de kookplaat optimaal gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 16

Onderhoud

 

reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 17

Storingen

 

algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 18

tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 19

Veiligheidsvoorschriften

 

installatievoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 20

Inbouwmaten

 

installatievoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 21

Installatievoorschrift

 

ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . 22

elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . 23 - 24

inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . 25 - 26

Bijlagen

 

afvoeren toestel en verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 27

veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 28

technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . 29

FR

 

Mode d’emploi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. FR 4 - 19

Instruction d’installation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

FR 20 - 29

DE

 

Bedienungsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

DE 4 - 19

Installationsanweisung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

DE 20 - 29

GB

 

Instructions for use. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. GB 4 - 19

Installation guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

GB 20 - 29

NL3

UW INDUCTIEKOOKPLAAT

inleiding

 

 

 

 

Werking inductie

Comfortabel en snel

Koken op een inductiekookplaat is comfortabel. De zones hebben een hoog regelbereik en zijn nauwkeurig instelbaar. Op de laagste stand kunt u chocolade direct in de pan smelten. Het hoge vermogen zorgt ervoor dat het aan de kook brengen extra snel gaat.

 

Veilig en schoon

De spoel (1) in de kookplaat (2)

Bij inductiekoken wordt de warmte direct opgewekt in de pan-

bodem. De glasplaat wordt daarom nooit warmer dan de pan-

wekt een magnetisch veld (3) op.

Door een pan met een ijzeren

bodem. Dit is niet alleen veiliger dan een gas of keramische

bodem (4) op de spoel te plaatsen

kookplaat, maar ook makkelijker schoonmaken omdat voedsel-

ontstaat in de panbodem een

resten niet inbranden.

inductiestroom.

 

Pannen

Niet iedere pan is geschikt voor inductiekoken. Omdat inductiekoken gebruik maakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken moet de panbodem ijzer bevatten. Gebruik pannen die geschikt zijn voor inductiekoken, voorzien van het “Class Induction” keurmerk (zie ook blz. 15).

In deze handleiding staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt benutten. Bewaar deze handleiding zorgvuldig.

Deze handleiding dient als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding.

Veel kookplezier!

Gebruikte pictogrammen

belangrijk om te weten

tip

NL4

UW INDUCTIEKOOKPLAAT

 

 

beschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kookzone LA Ø18

Kookzone RA Ø18

 

 

50-2800 W

50-2800 W

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kookzone LV Ø23

Kookzone RV Ø23

50-3200 W

50-3200 W

Pauzefunctie/Kinderslot

(pag. 10)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

kinderslot

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

pauzefunctie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kookzones (pag. 8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zoneaanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zonestand

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

timerfunctie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

aan/uit-toets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

zoneaanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

+ = hoger - = lager

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Timers (pag. 11)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

kooktijdaanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

afspeelaanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

opnameaanduiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

koppeltoets

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

+ = hoger - = lager

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Restwarmte-indicatie

NL5

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

waar u op moet letten

 

 

 

 

Inductiekoken is uiterst veilig. De kookplaat is uitgerust met diverse beveiligingen zoals restwarmtesignalering en kookduurbegrenzing. Toch is er net als bij elk toestel een aantal zaken waar u op moet letten.

Aansluiten en reparatie

-Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten.

-Open de behuizing van het toestel nooit. Alleen een servicetechnicus mag het toestel openen.

-Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen, de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in de toevoerleiding op nul te zetten bij een vaste aansluiting.

-Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.

Tijdens gebruik

-Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen voor het bereiden van gerechten.

-Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt, zult u een 'nieuwigheidsluchtje' ruiken. Dit is normaal. Door te ventileren verdwijnt de geur vanzelf.

-Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft ingesteld.

-Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke ventilatieopeningen open.

-Let op dat pannen niet droog koken. De kookplaat zelf is beveiligd tegen oververhitting, de pan wordt echter zeer heet en kan beschadigd raken. Schade door droogkoken valt buiten de garantie.

-Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.

NL6

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

waar u op moet letten

 

 

 

 

-Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de kookplaat en de inhoud van de lade.

-Leg geen brandbare voorwerpen in de lade onder de kookplaat.

-Zorg ervoor dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer, niet in aanraking komen met de hete kookzone.

-De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik ook een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en vlak na het koken.

-Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar. Ga niet te dicht bij de pan staan. Wanneer olie vlam vat, het vuur nooit doven met water. Leg onmiddellijk een deksel op de pan en schakel de kookzone uit.

-Flambeer nooit onder de afzuigkap. Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde afzuigkap.

-De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar. Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp op valt, kan er een breuk ontstaan.

-Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet meer. Schakel het toestel onmiddellijk uit, maak het spanningsloos om elektrische schokken te voorkomen en bel de servicedienst.

-Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels, deksels van pannen of bestek, op de kookzone. Deze kunnen zeer snel heet worden en brandwonden veroorzaken.

-Houd tijdens het gebruik magnetiseerbare voorwerpen (creditcards, bankpasjes, diskettes e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist te raadplegen.

-Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreiniger voor het reinigen van de kookplaat.

NL7

BEDIENING

instellen

 

 

 

 

Inschakelen en vermogen instellen

1. Zet een pan op een kookzone.

2. Druk op de betreffende aan/uit toets. In de display verschijnt een “-”.

3. Stel met de +/- toets de gewenste stand in.

Drukt u op de +, dan verschijnt stand 5, drukt u op -, dan verschijnt stand 1. Wanneer u geen vermogen instelt, schakelt de kookzone na 10 seconden automatisch uit.

Uitschakelen

1. Druk op de betreffende aan/uit toets.

De display dooft.

U kunt de kookzone ook uitschakelen door op de - toets te drukken tot “-” in de display verschijnt.

Restwarmte-indicatie

Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone warm is, blijft er een “H” in de display staan.

NL8

BEDIENING

instellen

 

 

 

 

Speciale standen

Stand 11 (wokstand)

Deze stand is uitermate geschikt om vlees te bakken of wokgerechten te bereiden.

Stand b (boost)

De booststand is bedoeld voor het snel aan de kook brengen van water. Deze stand is te hoog voor het verhitten van boter of melk.

Stand Pb (Powerboost)

Powerboost is een speciale stand (3200 W) om extra snel een grote hoeveelheid van een vloeibaar gerecht op te warmen. Het powerboost vermogen is 5 minuten beschikbaar. De kookzone schakelt na 5 minuten vanzelf terug naar boost. De volgende 5 minuten is powerboost niet beschikbaar. Hierna wel weer.

EasyCook® Kookautomaat A1, A2 en A3 (zie ook blz. 30) De twee middelste kookzones zijn voorzien van Easy Cook Kookautomaten. Op A1, A2 en A3 kunt u gerechten automatisch koken. Na het aankoken schakelt de kookplaat automatisch terug op een lage stand om door te koken. Aan het einde van het programma klinkt er een signaal en wordt de kookzone uitgeschakeld. Wanneer de zone op stand b staat kunt u A1, A2 en A3 instellen door nog een keer op de + toets te drukken.

Programma A1 is geschikt voor het koken van eieren. Programma A2 is geschikt voor het koken van zachte groenten zoals bloemkool en andere koolsoorten, spruitjes en dunne wortelen.

Programma A3 is geschikt voor het koken van harde groenten, zoals aardappelen, rode bietjes en dikke wortelen.

De programma’s zijn afgestemd voor hoeveelheden voor 4 personen (0,8 tot 1 kg.) en voor het koken met het deksel op de pan. Voeg het gerecht (bijvoorbeeld de eieren) aan het begin toe. De kooktijden kunnen afwijken van uw eigen voorkeuren. Mocht het kookproces te hard gaan, dan kunt u het deksel iets schuin plaatsen of een scheutje koud water toevoegen.

NL9

BEDIENING

instellen

 

 

 

 

Pauze

Met de slot/pauze-toets kunt u het koken vijf minuten onderbreken, bijvoorbeeld omdat uw aandacht elders vereist is. De slot/pauze-toets werkt niet op zones waarbij een kooktijd of kookprogramma is ingesteld, deze kookzones worden dan immers al automatisch uitgeschakeld.

Inen uitschakelen

Druk enkele seconden op de slot/pauze-toets. Alle kookzones slot/pauze-toets gaan gedurende 5 minuten terug naar stand 2.

Druk binnen 5 minuten nogmaals op de pauze-toets om het koken in de oorspronkelijk ingestelde stand te hervatten.

Wanneer u de pauze-toets na 5 minuten niet opnieuw bedient, schakelen de desbetreffende zones uit.

Let op:

De slot/pauze-toets is niet geschikt voor het permanent uitschakelen van de kookplaat.

Kinderslot

Met het kinderslot kunt u de uitgeschakelde kookplaat vergrendelen. Onbedoeld inschakelen tijdens onderhoud of door kinderen kunt u hiermee voorkomen.

Inen uitschakelen

Druk op de slot/pauze-toets. Wanneer het lampje boven de toets oplicht, is het kinderslot ingeschakeld. Druk 3 seconden op de slot/pauze-toets om de kookplaat weer te ontgrendelen.

Tijdens het koken kunt u het kinderslot niet inschakelen. U kunt de kookwekker wel gebruiken wanneer de kookplaat op slot staat.

Koppeltoets

De koppeltoets heeft meerdere functies. Met de koppeltoets stelt u zowel de timer als de geheugenfunctie (memory) in en brengt u de koppeling tussen de timer en de gewenste kookzone tot stand.

koppeltoets

NL10

BEDIENING

instellen

 

 

 

 

Kookwekker

Schakel de kookwekker in met de koppeltoets . Stel een tijd in met de + of – toets van de timer. De maximale tijd die u in kunt stellen is 4 uur. De tijd begint af te lopenna het instellen van de gewenste tijdsduur. U kunt de ingestelde tijd op elk moment wijzigen met de + of - toets van de timer. Wanneer de tijd verstreken is hoort u eensignaal. U kunt dit signaal uitschakelen met de koppeltoets of met de + of - toets van de timer. Bij uitschakelen met de + of - toets kunt u meteen weer een nieuwe tijd instellen.

koppeltoets

Wanneer u het geluidssignaal niet uitschakelt, stopt dit vanzelf na

 

 

30 minuten.

Uitschakeltimer

1. Zet een pan op de kookzone.

 

 

 

 

2. Schakel de uitschakeltimer in door de koppeltoets

 

twee

maal te bedienen.

 

 

De signaallampjes boven de - toets van de zones gaan knipperen.

3. Stel de gewenste tijd in met de + of – toets van de timer.

De maximale tijd die u in kunt stellen is 4 uur.

4. Koppel de gewenste zone aan de uitschakeltimer door de aan/uit toets van deze zone te bedienen.

Het signaallampje van deze zone gaat continu branden en die van de andere zone dooft.

5. Kies een kookstand.

U kunt de ingestelde tijd op elk moment wijzigen met de + of - toets van de timer. Na het verstrijken van de ingestelde tijd hoort u een signaal. U kunt het signaal uitschakelen met de koppeltoets.

Wanneer u het geluidssignaal niet uitschakelt, stopt dit vanzelf na 30 minuten.

U kunt de uitschakeltimer ook gebruiken wanneer een zone al in bedrijf is. Herhaal hiervoor de stappen 2, 3 en 4.

NL11

BEDIENING

instellen

 

 

 

 

Memory koken

Met memory koken kunt u voor elke zone apart één kookprogramma opnemen of afspelen. Tijdens het opnemen worden de door u gekozen standen en tijden automatisch bewaard.

Een programma kan maximaal 4 uur duren.

Programma opnemen

- Zet een pan met inhoud op de kookzone.

-Druk 4 keer op de koppeltoets .

Het signaallampje “record” en de signaallampjes boven de - toets van de zones gaan knipperen.

-Schakel de kookzone in waarvan u een opname wilt maken.

Het signaallampje “record” en het signaallampje van deze zone gaan continu branden en die van de andere zone dooft.

-Kies een kookstand.

In de display ziet u na enkele seconden afwisselend de ingestelde

stand en “rE”. De kooktijden en standen worden tijdens het koken automatisch bewaard.

- Met de +/- toets kunt u tijdens het koken het vermogen regelen.

-Druk aan het einde van het kookproces op de aan/uit toets van de zone of de koppeltoets om het koken en het

opnemen te stoppen.

Programma afspelen

-Zet een pan met inhoud op de juiste kookzone.

-Druk 3 keer op de koppeltoets .

Het signaallampje “play” en de signaallampjes boven de - toets van de zones gaan knipperen.

-Schakel de kookzone in met de aan/uit toets.

Het signaallampje “play” en het signaallampje van deze zone gaan continu branden en die van de andere zone dooft.

In het display ziet u na enkele seconden afwisselend de ingestelde stand en “PL”.

Het programma volgt automatisch de opgeslagen kooktijden en standen.

-Druk op de aan/uit toets om het programma te stoppen.

-U kunt tijdens het afspelen de kookstand van de zone wijzigen, het programma loopt gewoon door.

NL12

BEDIENING

instellen

 

 

 

 

Wanneer u de koppeltoets bedient tijdens het afspelen van een programma, stopt het programma, maar gaat de kookzone vanaf dat moment verder met de kookstand van dat moment.

Uiten inschakelen geluidsignaal

U kunt het piepsignaal (dat klinkt wanneer u een toets bedient) voor alle zones tegelijk als volgt uitschakelen.

1.Schakel de kookzone linksvoor in en weer uit.

2.Druk binnen 3 seconden tegelijk op beide + toetsen van de linker zones.

Een signaal bevestigt de wijziging. U kunt het signaal weer inschakelen door de procedure te herhalen.

Synchrocontrol

Uw kookplaat is uitgerust met synchrocontrol. Wanneer er een ATAG afzuigkap type WS411S boven de kookplaat is geïnstalleerd zal deze automatisch met de kookplaat mee inen uitschakelen.

NL13

GEBRUIK

even wennen

 

 

 

 

Geen warmteverlies en de handgrepen blijven koud bij inductiekoken.

Inductiekoken is snel

In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij blijven.

Het vermogen past zich aan

Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de pan aan de kook is.

Mimimale pandiameter

De minimale pandiameter bedraagt 12 cm. Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.

Let op:

-Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.

-Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.

-Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.

NL14

PANNEN

de kookplaat optimaal gebruiken

 

 

 

 

Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen. Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor inductiekoken.

Gebruik alleen pannen geschikt voor elektrisch en inductie koken met:

-een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;

-een vlakke bodem.

Het beste zijn pannen met het "Class Induction" keurmerk. Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn. Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.

Geschikt

Ongeschikt

Speciale roestvrijstalen pannen

Aardewerk

Class Induction

Roestvrijstaal

Solide geëmailleerde pannen

Porselein

Geëmailleerde gietijzeren pannen

Koper

 

Kunststof

 

Aluminium

Let op:

Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:

-op een hoge stand kan het email er afspringen wanneer de pan te droog is;

-door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.

Let op:

Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droog koken, valt buiten de garantie.

Snelkookpannen

Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.

NL15

KOOKSTANDEN

de kookplaat optimaal gebruiken

 

 

 

 

De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan.

Gebruik de hoogste stand voor:

-snel aan de kook brengen;

-slinken van bladgroenten;

-blancheren van groenten;

-verhitten van olie en vet;

-bakken van biefstuk (saignant, rood);

-onder druk brengen van een snelkookpan;

-koken van glad gebonden pudding en vla.

Gebruik een iets lagere stand voor:

-aanbraden van vlees;

-bakken van platvis, dunne moten of filet;

-bakken van gekookte aardappelen;

-bereiden van glad gebonden soepen en sauzen;

-bakken van omeletten;

-bakken van biefstuk (medium, rozerood);

-frituren (afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid).

Gebruik een stand iets boven de middelste stand voor:

-bakken van dikke pannenkoeken;

-bakken van dik, gepaneerd vlees;

-gaar bakken van dun vlees;

-doorbraden van groot vlees;

-uitbakken van spek of bacon;

-bakken van rauwe aardappelen;

-bakken van wentelteefjes;

-bakken van gepaneerde vis;

-bakken van dun, gepaneerd vlees;

-bakken van omeletten.

Gebruik de middelste standen voor:

-doorkoken van grote hoeveelheden;

-ontdooien van harde groenten, bijvoorbeeld sperziebonen.

Gebruik de laagste standen voor:

-trekken van bouillon;

-rood koken van stoofperen;

-bereiden van stoofvlees;

-doorkoken van gerechten;

-smoren van groenten.

NL16

ONDERHOUD

reinigen

 

 

 

 

Dagelijkse reiniging

Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken. Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.

Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.

Hardnekkige vlekken

Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.

Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn. Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.

Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.

Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.

Nooit gebruiken

Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.

Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.

Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.

ATAG heeft een serie schoonmaakmiddelen samengesteld onder de naam Atag Shine. Deze zijn te verkrijgen via de website www.hps.nl

Hier vindt u ook diverse schoonmaaken gebruikstips.

NL17

STORINGEN

algemeen

 

 

 

 

Voor het telefoonnummer van de servicedienst kunt u de bijgeleverde garantiekaart raadplegen of kijken op www.hps.nl

Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de toevoerleiding op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.

Geluid in de bodem van de pan

Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid horen in de bodem van de pan. Dit is onschuldig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het hoge vermogen van de kookzone inwerkt op de panbodem.

Verminder het ratelende geluid eventueel door een lagere stand te kiezen.

NL18

STORINGEN

tabel

 

 

 

 

Symptoom

Mogelijke oorzaak

Oplossing

Bij het in werking stellen verschijnt er

Dit is de standaard opstartroutine.

Normale werking.

tekst in de displays.

 

 

De ventilatie blijft nog enkele minuten

Afkoeling van de kookplaat.

Normale werking.

doorwerken nadat de kookplaat is uit-

 

 

geschakeld.

 

 

 

 

 

De kookplaat geeft bij de eerste kook-

Opwarmen nieuw toestel.

Dit is normaal en verdwijnt na enkele

beurten een lichte geur af.

 

keren koken.Ventileer de keuken.

 

 

 

U hoort een licht tikkend geluid op uw

Ook bij lage kookstanden kan een

Normale werking.

kookplaat.

zacht tikkend geluid optreden.

 

 

 

 

De kookpannen maken lawaai tijdens

Dit wordt veroorzaakt door de door-

Bij een hoge kookstand is dit normaal

het koken.

stroming van de energie van de kook-

bij bepaalde pannen. Dit is niet schade-

 

plaat naar de kookpan.

lijk voor de pannen of de kookplaat.

 

 

 

Nadat u een kookzone heeft ingescha-

De gebruikte kookpan is niet geschikt

Gebruik een goede pan (zie blz. 15).

keld blijft de display knipperen.

voor koken op inductie of heeft een

 

 

diameter kleiner dan 12 cm.

 

 

 

 

Een kookzone stopt plotseling met de

De instelde timertijd is voorbij.

Schakel het signaal uit met de + of –

werking en u hoort een signaal.

 

toets van de timer.

 

 

 

De kookplaat werkt niet en er ver-

Geen stroomtoevoer door defecte

Controleer de zekering of de elektrische

schijnt niets op de display.

voeding of foutieve aansluiting.

schakelaar (bij een toestel zonder stek-

 

 

ker).

 

 

 

Bij het inschakelen van de kookplaat

Verkeerde aansluiting van de kook-

Controleer de elektrische aansluiting.

slaat de zekering van de installatie door.

plaat.

 

 

 

 

Foutcode F01...F09 of F10.

Een toets wordt te lang bediend of er

Voorwerp verwijderen. Kookplaat

 

ligt een voorwerp op de toets.

opnieuw inschakelen.

 

 

 

Foutcode F00.

Het bedieningspaneel is vervuild of er

Bedieningspaneel schoonmaken.

 

ligt water op.

 

 

 

 

Foutcode F0 t/m F6.

De generator is defect.

Neem contact op met de servicedienst.

 

 

 

Foutcode F8.

Toestel oververhit.

Het toestel laten afkoelen en opnieuw

 

 

beginnen met koken.

 

 

 

Foutcode FA.

Spanning te laag.

Neem contact op met uw energiebedrijf.

 

 

 

Foutcode F99.

U hebt 2 of meerdere toetsen tegelijk

Bedien maar 1 toets tegelijk.

 

bediend.

 

 

 

 

Continu geluidssignaal.

De kookplaat is verkeerd aangesloten

Laat uw aansluiting wijzigen.

 

of de netspanning is te hoog.

 

 

 

 

Overige foutcodes.

Generator defect.

Neem contact op met de servicedienst.

 

 

 

NL19

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN installatievoorschrift

Algemeen

-De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.

-Het toestel moet altijd geaard zijn.

-Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel aansluiten.

-De aansluitkabel moet vrij hangen en niet door een lade worden aangestoten.

-Het werkblad waarin de kookplaat wordt ingebouwd moet vlak zijn.

-De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten minimaal tot 85 °C hittebestendig zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of vervormen.

-Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.

Benodigde vrije ruimte rondom

Voor een veilig gebruik is voldoende ruimte romdom de kookplaat noodzakelijk. Controleer of deze ruimte aanwezig is.

NL20

ATAG HI1171M User Manual

INBOUWMATEN

installatievoorschrift

 

 

 

 

(Maten in mm tolerantie 0,5 mm)

412

1114

46

voorzijde

380

min. 60

1070

370

1060

voorzijde

In de bovenstaande illustratie zijn de afmetingen van de uitsparing aangegeven.

Wanneer u een kastje van minder dan 1200 mm breed gebruikt, met een werkblad met een dikte minder dan 46 mm, dient u een uitsparing aan beide zijden in het kastje te zagen, zodat het toestel vrij ligt van het kastje.

Inbouwmaten in corpus

 

Y

X < 46 mm :

Y = 46 mm - X

 

 

 

X

X >= 46 mm :

Y = 0 mm

 

 

 

 

 

 

 

 

Y

600

NL21

INSTALLATIEVOORSCHRIFT

ventilatie

 

 

 

 

Beluchting

De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Het toestel schakelt na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert. Aan de onderzijde van het toestel bevinden zich de ventilatieopeningen. Door deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen worden. Aan de voorzijde en onderzijde is het toestel voorzien van uitblaasopeningen.

Inbouwen boven een oven of lade

Het toestel moet voldoende geventileerd worden.

NL22

INSTALLATIEVOORSCHRIFT

elektrische aansluiting

 

 

 

 

Veel voorkomende aansluiting:

3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N a.c. 400 V / 50 Hz):

De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac. Tussen de fasen staat een spanning van 400 V. Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5. Fase 3 wordt niet belast. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm2.

2 fasen met 2 nullen aansluiting (2 2 N a.c. 230V / 50 Hz): De spanning tussen de fasen en de nullen is 230 V a.c. Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm2.

Speciale aansluitingen:

1 fase aansluiting (1 1N a.c. 230 V / 50 Hz):

De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c.

Breng verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 1-2 en 4-5. Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal 32 A. De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 6 mm2.

3 fasen zonder nul aansluiting ( 3 a.c. 230V / 50 Hz): De spanning tussen de fasen is 230 V a.c.

Breng verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 4 en 5. Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm2.

NL23

INSTALLATIEVOORSCHRIFT

elektrische aansluiting

 

 

 

 

Met de op het aansluitblok aanwezige bruggen, kunt u de vereiste doorverbindingen maken, zoals in voorgaande illustraties staat aangegeven.

Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het deksel.

Zorg ervoor dat het aansluitpunt makkelijk bereikbaar blijft.

NL24

INSTALLATIEVOORSCHRIFT

inbouwen

 

 

 

 

1.Controleer of het keukenmeubel en de uitsparing voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van afmetingen en ventilatie.

2.Behandel van kunststof of houten werkbladen de kopse kanten met eventueel afdichtvernis, om uitzetten van het werkblad door vocht te voorkomen.

3.Leg het toestel omgekeerd op het aanrechtblad.

4.Monteer de aansluitkabel aan het toestel conform de gestelde eisen (zie blz. 24 en 25).

Nl25

INSTALLATIEVOORSCHRIFT

 

 

 

inbouwen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.Verwijder de beschermfolie van het afdichtband en plak het band in de groef van de aluminium profielen of op de rand van de glasplaat. Plak het afdichtband niet door de hoek, maar knip 4 stukken die goed aansluiten in de hoek.

6.Keer het toestel om en leg het in de uitsparing.

7.Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet. Het toestel zal een kort signaal geven en alle displays zullen even oplichten. Het toestel is nu gebruiksklaar.

8.Controleer de werking. Indien het toestel fout is aangesloten, zal het een geluidssignaal geven of een foutcode in de displays laten zien.

9.Overhandig de gebruiksaanwijzing aan uw cliënt of bewaar de handleiding.

NL26

BIJLAGE

afvoeren toestel en verpakking

 

 

 

 

De verpakking van het toestel is recyclebaar. Voor de verpakking kunnen gebruikt zijn:

-karton;

-polyethyleenfolie (PE);

-CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).

Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.

Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.

Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd, maar naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente moet worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.

Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat, zoals deze kookplaat, voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.

NL27

BIJLAGE

veiligheid

 

 

 

 

Veiligheid kookplaat

1.Een sensor controleert ononderbroken de temperatuur van de onderdelen van de kookplaat. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd.

2.Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch de kookactiviteit. Wen uzelf er echter aan altijd de kookplaat of zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te voorkomen.

3.Elke kookzone is voorzien van een sensor die ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan controleert om elk risico op oververhitting, bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden.

4.Een klein voorwerp, zoals een te kleine kookpan (kleiner dan 12 cm), een vork of een lepel, wordt door de kookplaat niet als een kookpan gedetecteerd. De display van de zone knippert met de ingestelde stand en de kookplaat wordt niet ingeschakeld.

Kookduurbegrenzing

Kookduurbegrenzing is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze stopfunctie wordt automatisch ingeschakeld indien u uw kookplaat na een bereiding vergeet uit te zetten.

Kookstand

De kookzone wordt automatisch

 

uitgeschakeld na:

1 en 2

9 uur

3, 4 en 5

5 uur

6, 7 en 8

4 uur

9

3 uur

10

2 uur

11 en b(oost)

1 uur

NL28

BIJLAGE

technische gegevens

 

 

 

 

In de Easy Cook Automaat zijn de volgende tijden en standen voorgeprogrammeerd:

Easy Cook

 

 

 

 

 

 

programma

Aankookstand

Aankooktijd

Tussenstand

Tijd tussenstand

Doorkookstand

Doorkooktijd

A1

b(oost)

4 min.

7

4 min. 30 sec.

4

4 min.

A2

b(oost)

5 min. 30 sec.

9

3 min. 15 sec.

4

15 min.

A3

b(oost)

4 min.

9

2 min.

4

22 min.

 

 

 

 

 

 

 

Deze tijden en kookstanden zijn vast in het geheugen van de kookplaat geprogrammeerd en kunnen niet worden gewijzigd. Mocht u de tijden of kookstanden willen wijzigen, dan kunt u met behulp van memorykoken uw eigen wensen programmeren.

Vermogenen inbouwtabel

Kookplaattype

HI1171M

Inductie

x

Aansluiting

 

230V - 50Hz

x

Maximale vermogen kookzones

 

Linksachter

2800 W

Linksvoor

3200 W

Rechtsachter

2800 W

Rechtsvoor

3200 W

Aansluitwaarde

 

L1

3600 W

L2

3600 W

L3

0 W

Totale aansluitwaarde

7200 W

Kookplaattype

 

Toestel breedte x diepte

1114 x 412 mm

Inbouwdiepte vanaf bovenkant werkblad

46 mm

Zaagmaat breedte x diepte

1070 x 380 mm

Afstand zaagmaat tot achterwand

Minimaal 60 mm

Afstand zaagmaat tot zijwand

Minimaal 60 mm

Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.

NL29

VOTRE PLAQUE DE CUISSON INDUCTION

sommaire

 

 

 

 

Votre plaque de cuisson induction

introduction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

description . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Sécurité

les points qui méritent votre attention . . . . . . . . . . . . . . . . 6 - 7

Commande

régler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 - 13

Utilisation

une question d’habitude . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Casseroles

utilisation optimale . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Tableaux de cuisson

utilisation optimale . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Entretien

nettoyage. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Pannes

généralités. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

tableau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Mesures de sécurité

consignes d’installation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

Dimensions d’encastrement

consignes d’installation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

Instructions d'installation

ventilation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 branchement électrique. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 - 24

encastrement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 - 26

Annexe

que faire de l'emballage et de l'appareil usé . . . . . . . . . . . . . . 27 sécurité . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 fiche technique . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

NL

handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL 4 - 19

installatievoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL 20 - 29

DE

Bedienungsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DE 4 - 19

Installationsanweisung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DE 20 - 29

GB

instructions for use . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GB 4 - 19 installation guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GB 20 - 29

FR3

Loading...
+ 80 hidden pages