Aprilia SCARABEO 50 2T, SCARABEO 100 4T User Manual [nl]

SCARABEO 50 2T - 50/100 4T
8202454
© 2005 aprilia s.p.a. - Noale (VE)

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN

De hierna opgesomde waarschuwingen worden in de hele handleiding gebruikt:
het voertuig of in de handleiding staat, wijst op gevaarlijke situaties die verwondingen kunnen veroorzaken. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan resulteren in ernstige risico’s voor de veiligheid van uzelf, anderen en voor het voertuig!
Eerste editie: Juli 2005
Dit symbool wijst op zeer gevaarlijke situaties met mogelijke ernstige verwondingen of de dood als gevolg.
Opgesteld en gedrukt door:
Via Vincenzo Giardini, 11 - 48022 Lugo (RA) - Italië Tel. +39 - 0545 216611 Fax +39 - 0545 216610 E-mail: deca@vftis.spx.com www.vftis.it
Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in licht persoonlijk letsel of schade aan de motorfiets.
BELANGRIJK Het woord
"BELANGRIJK" staat in deze handleiding bij belangrijke informatie of instructies.
in opdracht van :
aprilia s.p.a.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italy Tel. +39 - (0)41 58 29 111 Fax +39 - (0)41 58 29 190 www.aprilia.com
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
2
Dit symbool wijst op gevaar voor uw veiligheid. Dit symbool, dat op
WAARSCHUWING
OPGELET

TECHNISCHE INFORMATIE

De handelingen waarbij dit symbool
H
staat, dienen ook aan de andere kant van het voertuig te worden
herhaald. Indien niet expliciet vermeld, dienen de
demontagehandelingen in de omgekeerde volgorde te worden uitgevoerd om het geheel opnieuw te monteren.
De woorden "rechts" en "links " gaan altijd uit van de bestuurder die in een normale rijhouding op het voertuig zit.
Elke verwijzing naar het gebruik van de motorfiets met passagier heeft uitsluitend betrekking op landen waar het rijden met passagier is toegestaan. In de tekst en in de figuren verwijzen de symbolen
& #
symbool van het model (
voorafgaand aan het
504T
50 2T50 2T
)
10 0 4T
naar het aangeduide model.
WAARSCHUWINGEN­VOORZORGSMAATREGELEN­ALGEMENE RICHTLIJNEN
Voordat u het voertuig aanzet, dient u deze handleiding aandachtig te lezen, en in het bijzonder het hoofdstuk over "VEILIG RIJDEN". Uw eigen veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van uw snelle reflexen of behendigheid, maar ook van uw kennis van het voertuig, het onderhoud en uw kennis van de basisvoorschriften voor VEILIG RIJDEN. Wij raden u dus aan vertrouwd te raken met het voertuig zodat u zich veilig en zeker in het verkeer kunt begeven.
BELANGRIJK De onderhavige
gebruiksaanwijzingen (handleiding) maken integraal deel uit van het voertuig en dienen het voertuig altijd te vergezellen, ook als het aan derden wordt overgedragen.
aprilia heeft bij het opstellen van deze handleiding er zo veel mogelijk naar gestreefd correcte en actuele informatie te verstrekken. Daar aprilia echter voortdurend het ontwerp van zijn producten verbetert, kunnen de kenmerken van uw voertuig afwijken van de in deze handleiding beschreven kenmerken.
Indien u vragen heeft met betrekking tot de informatie in dit boekje, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw Officiële aprilia dealer.
Neem uitsluitend contact op met aprilia­dealers of erkende servicecentra voor controles en reparaties die niet in deze handleiding zijn beschreven of voor originele aprilia-onderdelen, accessoires en andere producten of specifieke raadgevingen. Alleen onze aprilia dealers en erkende centra staan garant voor een snelle en accurate service.
Wij feliciteren u met uw keus voor aprilia en wensen u veel rijgenot.
De rechten om de onderhavige documentatie elektronisch op te slaan, te verveelvoudigen en geheel of gedeeltelijk aan te passen, zijn voorbehouden voor alle landen.
BELANGRIJK In sommige landen
heersen milieuvoorschriften, voorschriften met betrekking tot het geproduceerde geluid en verplichte regelmatige controles.
De gebruiker die het voertuig in een van deze landen gebruikt, dient:
– zich tot een Officiële aprilia dealer te
wenden, om de betreffende componenten te laten vervangen door nieuwe die voor het land van gebruik zijn goedgekeurd;
– de verplichte controles te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Wanneer u de
onderdelen aan uw dealer aanvraagt, specificeert u dan de code die u op het ETIKET CODES ONDERDELEN vindt.
Zet het identificatienummer in de daartoe aangewezen ruimte om deze alsnog terug te kunnen vinden in het geval van verlies of vervaging van het etiket.
Het etiket dat u op de linkerbalk van het chassis vindt; om dit te lezen, verwijder het inspectiedeksel, zie pag. 52 (DEMONTAGE ACHTERUITKIJKSPIEGELTJES).
In deze handleiding worden de verschillende uitvoeringen met de volgende symbolen aangeduid:
model 50cc 2 tijden carburateur
50 2T50 2T
model 50cc 4 tijden
504T
model 100cc 4 tijden
10 0 4T
B automatische startversie van de lichten
(Automatic Switch-on Device)
J
optioneel
Q
versie met trommelrem
L
gekatalyseerde uitvoering
VERSIE VOOR:
+
Italië
4
Verenigd Koninkrijk
>
Oostenrijk
M
Portugal
(
Finland
$
België
A
Duitsland
C
Frankrijk
'
Spanje
)
Griekenland
/
Nederland
6
Zwitserland
&
Denemarken
,
Japan
Singapore
2
Polen
0
Israël
F
Zuid-Korea
e
Maleisië
-
Chili
@
Bermuda
?
Verenigde Staten
R
Australië
#
Brazilië
g
Republiek van
1
Zuid-Afrika
Nieuw-Zeeland
K
Canada
%
Kroatië
*
Slovenië
P
Turkije
3
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarab eo 100 4T
3
ALGEMENE INHOUD
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN............... 2
TECHNISCHE INFORMATIE.......................... 2
WAARSCHUWINGEN­VOORZORGSMAATREGELEN-ALGEMENE
RICHTLIJNEN............................................... 2
GRONDREGELS VOOR DE VEILIGHEID............. 6
KLEDING................................................................ 8
ACCESSOIRES ..................................................... 8
BELADING ............................................................. 9
PLAATS VAN DE BELANGRIJKSTE
ONDERDELEN ............................................10
PLAATS VAN DE BELANGRIJKSTE
ONDERDELEN ........................................... 12
PLAATS VAN DE BEDIENINGEN/ INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES 14
TABEL VAN DE INSTRUMENTEN EN
CONTROLELAMPJES ......................................... 15
DE BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE
BEDIENINGSELEMENTEN .......................... 16
BEDIENINGEN AAN DE LINKERKANT VAN HET
STUUR ................................................................. 16
BEDIENINGEN AAN DE RECHTERKANT VAN HET
STUUR ................................................................. 16
CONTACTSCHAKELAAR .................................... 17
STUURSLOT........................................................ 17
EXTRA UITRUSTINGEN.............................. 18
HET ZADEL LOSMAKEN / VASTMAKEN ........... 18
ORDNEROPBERGRUIMTE................................. 18
DIEFSTALBEVEILIGINGSHAAK ......................... 18
GEREEDSCHAPSKIT .......................................... 19
TASSENHAAK ..................................................... 19
OPBERGEN VAN DE HELM IN HET KOFFERTJE
ACHTERIN ........................................................... 20
BELANGRIJKSTE COMPONENTEN ............ 21
BENZINE.............................................................. 21
SMEERMIDDELEN .............................................. 22
VULLING MOTOROLIE ....................................... 23
CONTROLE VAN HET NIVEAU VAN DE
TRANSMISSIEOLIE ............................................. 24
VERVANGING VAN DE MOTOROLIE EN HET
FILTER ................................................................. 25
REMVLOEISTOF - AANBEVELINGEN................ 25
SCHIJFREMMEN ................................................. 26
ACHTERSTE TROMMELREM ............................. 27
BANDENSPANNING ............................................ 28
AUTOMATISCHE ONTSTEKING VAN DE
LICHTEN .............................................................. 30
UITLAAT / UITLAATDEMPER.............................. 30
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN..................... 31
TABEL VAN DE CONTROLES VOORAF ............ 31
HET VOERTUIG STARTEN ................................. 32
STARTEN EN RIJDEN ......................................... 35
HET VOERTUIG INRIJDEN ................................. 37
STOPPEN ............................................................ 37
PARKEREN.......................................................... 38
POSITIONERING VAN HET VOERTUIG OP DE
HOOFDSTANDAARD .......................................... 38
AANBEVELINGEN TEGEN DIEFSTAL................ 39
ONDERHOUD.............................................. 40
HET ROUTINE-ONDERHOUDSCHEMA ............ 41
HET ROUTINE-ONDERHOUDSCHEMA ............ 43
IDENTIFICATIEGEGEVENS ................................ 45
VOORWIEL .......................................................... 47
ACHTERWIEL ...................................................... 49
CONTROLE SLIJTAGE VAN DE REMBLOKKEN50
CONTROLE SLIJTAGE REMSCHOENEN .......... 50
INSPECTIE OPHANGINGEN VAN HET VOOR- EN
ACHTERWIEL ...................................................... 51
CONTROLE VAN HET STUUR............................ 51
CONTROLE VAN DE CARDANAS ...................... 52
DEMONTAGE ACHTERUITKIJKSPIEGELTJES. 52
VERWIJDERING STUURDEKSEL ...................... 52
VERWIJDERING INSPECTIEDEKSEL................ 53
VERWIJDEREN UITLAATDEMPER .................... 53
VERWIJDERING VOETSTEUN ........................... 54
CONTROLE VAN DE STANDAARD .................... 55
CONTROLE VAN DE SCHAKELAARS................ 55
HET STATIONAIRE TOERENTAL ....................... 55
AFSTELLING VAN DE GASHENDEL .................. 56
BOUGIE................................................................ 57
ACCU ................................................................... 58
LANGE STILSTANDPERIODE VAN DE ACCU... 59 CONTROLE EN REINIGING VAN DE ACCU-
AANSLUITINGEN................................................. 59
VERWIJDERING VAN DE ACCU......................... 60
CONTROLE VAN HET PEIL VAN DE
ACCUVLOEISTOF ............................................... 61
ACCULADER........................................................ 61
INSTALLATIE VAN DE ACCU.............................. 61
VERVANGING VAN DE ZEKERING .................... 62
VERTICALE AFSTELLING VAN DE BUNDEL..... 63
LAMPJES ............................................................. 64
VERVANGING VAN DE LAMPJES VAN HET
VOORLICHT......................................................... 64
VERVANGING VAN DE LAMPJES VAN DE RICHTINGAANWIJZERS VOORAAN EN
ACHTERAAN........................................................ 65
VERVANGING VAN HET LAMPJE VAN HET
ACHTERLICHT..................................................... 65
VERVANGING VAN DE HET LAMPJE VAN DE
RICHTINGAANWIJZERS ACHTERAAN .............. 66
VERVANGING VAN HET LAMPJE VAN HET LICHT VAN HET KENTEKEN (LANDEN WAAR
TOEGESTAAN) .................................................... 67
VERVANGING VAN DE LAMPJES VAN HET
DASHBORD ......................................................... 67
HET LEEGTAPPEN VAN DE BENZINETANK..... 69
REINIGEN................................................... 70
LANGE STILSTANDPERIODES .......................... 71
TECHNISCHE GEGEVENS.......................... 72
SMEERMIDDELENTABEL ................................... 75
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA -
SCARABEO.......................................................... 79
OFFICIËLE DEALERS EN TECHNISCHE
SERVICECENTRA ............................................... 80
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
4
veilig rijden

GRONDREGELS VOOR DE VEILIGHEID

Om met dit voertuig te rijden, dient te zijn voldaan aan alle wettelijke voorschriften (rijbewijs, minimumleeftijd, fysieke en psychische geschiktheid, verzekering, wegenbelasting, inschrijving in het rijksregister, kentekenplaat enz.).
Wij raden aan eerst vertrouwd te raken met het voertuig op wegen met weinig verkeer en/of op een privé-terrein.
Bepaalde geneesmiddelen, alcohol en drugs verhogen het risico voor ongevallen.
Zorg ervoor dat u in goede fysieke conditie
De meeste ongevallen zijn te wijten aan onervarenheid van de bestuurder.
Leen uw voertuig NOOIT uit aan beginners en controleer in elk geval ALTIJD of de bestuurder voldoet aan alle wettelijke voorschriften.
Respecteer stipt alle nationale en plaatselijke verkeersregels en verkeersborden.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
bent om te rijden en vermijd te rijden als u erg moe of slaperig bent.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
6
Rijd niet tegen voorwerpen die het voertuig kunnen beschadigen of waardoor u de controle over het voertuig kunt verliezen.
Blijf niet achter andere voertuigen "hangen" om uw eigen snelheid op te drijven.
WAARSCHUWING
Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de voetenplank (of de voetsteunen) en neem een correcte rijhouding aan.
Ga absoluut niet rechtop staan en rek u niet uit tijdens het rijden.
ONLY ORIGINALS
De berijder mag niet afgeleid zijn, zich laten afleiden of beïnvloed worden door personen, voorwerpen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen enz.) tijdens het rijden.
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof en olie, zoals beschreven in de “SMEERMIDDELENTABEL”; controleer steeds of de niveaus van de olie en de koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben.
Als uw voertuig bij een ongeval betrokken is geweest, er tegen gestoten is of het gevallen is, dient u te controleren of de hendels, pedalen, de slangen, de kabels, de remleiding en de vitale delen van het voertuig niet beschadigd zijn.
Laat dit eventueel controleren door een Officiële aprilia dealer waarbij vooral aandacht wordt besteed aan het frame, het stuur, de ophangingen, de veiligheidssystemen en alle andere mechanismen die u niet zelf kunt controleren.
Signaleer alle onregelmatigheden aan de technici en mechanici, zodat deze het voertuig nauwgezetter kunnen controleren.
Rijd in geen geval met het voertuig als het zodanig is beschadigd dat het niet meer veilig is.
Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lampen en de claxon.
Elke wijziging die aan het voertuig wordt aangebracht, maakt de garantie ongeldig.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
Bovendien brengen wijzigingen of het verwijderen van originele componenten, de prestaties van het voertuig in gevaar, waardoor het ook minder veilig en zelfs onwettig kan worden.
Wij raden aan altijd alle wettelijke voorschriften en nationale en/of plaatselijke regelingen inzake de uitrusting van het voertuig na te leven.
Met name dienen technische modificaties die de prestaties van het voertuig zouden verhogen, te worden vermeden of in elk geval de originele kenmerken ervan te worden gewijzigd.
Ga nooit een wedstrijd aan met andere voertuigen.
Rijd alleen op de daarvoor bestemde wegen en vermijd off-road rijden.
7

KLEDING

Zet altijd uw valhelm op en maak deze goed vast voordat u begint te rijden. De valhelm dient goedgekeurd en niet beschadigd te zijn en de juiste maat en een schone klep te hebben.
Laat geen voorwerpen in uw zakken zitten die gevaarlijk kunnen zijn als u valt, zoals bijvoorbeeld:
sleutels, pennen, glazen flesjes, enz. (dezelfde aanbevelingen gelden ook voor de eventuele passagier).
Draag beschermende kleding, zo mogelijk in lichte of reflecterende kleuren. Zo bent u immers goed zichtbaar voor de andere weggebruikers en loopt u minder kans te worden aangereden. Bovendien doet u zich minder pijn als u valt.
Draag nauwsluitende kleding met nauwe polsen en enkelsluitingen; touwtjes, ceinturen en dassen mogen niet loshangen; zorg ervoor dat deze of andere voorwerpen u niet kunnen hinderen tijdens het rijden en verstrikt kunnen raken in bewegende delen of stuurdelen.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
8

ACCESSOIRES

De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de keuze, het installeren en gebruiken van accessoires.
Wij raden aan ervoor op te letten tijdens het monteren dat accessoires nooit de claxon of de lichtsignalen bedekken of de bediening ervan beletten; dat ze de beweging van de ophangingen of van het stuur niet belemmeren of beperken en dat ze niet in de weg zitten van bedieningen, noch de afstand tussen het wegdek en het voertuig en de hoek in de bochten verkleinen.
Gebruik geen accessoires waarmee u niet meer bij de bedieningen kunt. In noodgevallen verkort dit uw reactietijd.
Grote aankledingen en windschermen kunnen aërodynamische krachten ontwikkelen die de stabiliteit van het voertuig in gevaar brengen tijdens het rijden, vooral als u snel rijdt.
Controleer of het accessoire stevig aan het voertuig is vastgemaakt en niet gevaarlijk is tijdens het rijden.
Installeer of wijzig geen elektrische apparatuur die het vermogen van het voertuig overschrijden. Het voertuig kan hierdoor plotseling stilvallen of plotseling geen stroom meer hebben voor de licht- en geluidssignalen, wat gevaarlijk is. aprilia raadt u aan originele accessoires te gebruiken (aprilia genuine accessories).

BELADING

Maak bagage stevig vast en laad het voertuig niet te zwaar. De bagage dient zoveel mogelijk op het zwaartepunt van het voertuig te zitten en moet evenredig verdeeld worden op beide kanten om het voertuig niet uit zijn evenwicht te brengen. Controleer bovendien of de bagage stevig op het voertuig is vastgemaakt, vooral als u lange reizen maakt.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/ of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de vorken; dit kan de reactiesnelheid van het voertuig in de bochten verlagen en de controle tijdens het rijden hinderen.
Maak geen te volumineuze bagage vast aan de zijkanten van het voertuig. U loopt het risico hiermee personen of voorwerpen te raken, waardoor u de controle over het voertuig verliest.
Vervoer nooit bagage die niet stevig aan het voertuig is vastgemaakt.
Vervoer geen bagage die ver uit het bagagerek steekt of die lichten en/of claxon bedekt.
Vervoer geen dieren of kinderen op de bergruimte of op het bagagerek.
Overschrijd het maximum toelaatbare gewicht per bagagerek niet.
Een te zwaar geladen voertuig is minder stabiel en handelbaar.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
9
50 2T

PLAATS VAN DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN

50 2T
50 2T
LEGENDA
1) Claxon
2) Startpedaal
3) Ordneropbergruimte
4) Zekeringenhouder
5) Accu
6) Linkervoetsteun passagier (landen waar toegestaan)
1
11
4
3
6
5
10
7
9
8
2
7) Zadelslot
8) Bagageruimte
9) Hoofdstandaard
10) Luchtfilter
11) Inspectiedeksel
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
10
50 2T
7
11
LEGENDA
1) Oliereservoir
2) Dop oliereservoir
3) Dop benzinetank
4) Contactschakelaar /stuurslot
5) Tassenhaak
6) Dekseltje chassisnummer
7) Remvloeistofreservoir voorrem
1
2
3
4
5
6
9
10
8
8) Bougie
9) Benzinetank
10) Rechtervoetsteun passagier (landen waar toegestaan)
11) Diefstalpreventiehaak (voor gepantserde “Body-Guard” aprilia kabel
-)
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
11
50 2T
50 2T
504T

PLAATS VAN DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN

100 4T
50 4T
10 0 4T
LEGENDA
1) Claxon
2) Ordneropbergruimte
3) Zekeringenhouder
4) Accu
5) Linkervoetsteunz (landen waar toegestaan)
6) Zadelslot
3
4
6
7
1
2
apri
lia
11
9
5
8
10
7) Bagageruimte
8) Hoofdstandaard
9) Startpedaal
10) Luchtfilter
11) Inspectiedeksel
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
12
50 4T
9
100 4T
5
1
7
2
3
4
LEGENDA
1) Dop benzinetank
2) Contactschakelaar /stuurslot
3) Tassenhaak
4) Dekseltje chassisnummer
5) Remvloeistofreservoir voorrem
6) Bougie
7) Benzinetank
8
6
8) Rechtervoetsteun passagier (landen waar toegestaan)
9) Diefstalpreventiehaak (voor gepantserde Body-Guard aprilia kabel
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
-)
13

PLAATS VAN DE BEDIENINGEN/ INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES

50 4T
50 2T
100 4T
12
4/4
10
1/2
R
4/4
11
3
70
80
60
90
50
40
50
30
40
aprilia
mph km/h
30
20
20
10
10
0 00 0
00
0
Km
70
80
60
90
50
40
50
30
40
aprilia
mph km/h
30
20
1/2
20
R
10
10
00 00 00
0
Km
4
1
2
14
15
13
8
9
LEGENDA
1) Elektrische bedieningen op de linker stuurhelft
2) Remhendel achterrem
3) Linker achteruitkijkspiegeltje
4) Instrumenten, lampjes en wijzers
5) Rechter achteruitkijkspiegeltje
10 0 4T
6) Remhendel voorwiel
7) Gashendel
8) Elektrische bedieningen aan de rechterkant van het stuur
9) Contactschakelaar /stuurslot (
 -  - +)
12
4/4
10
1/2
R
4/4
11
3
70
80
60
90
50
40
50
30
40
aprilia
mph km/h
30
20
20
10
10
0 00 0
00
0
Km
70
80
60
90
50
40
50
30
40
aprilia
mph km/h
30
20
1/2
20
R
10
10
00 00 00
0
Km
7
6
1
2
4
13
16
14
5
7
6
8
9
10) Snelheidsmeter
11) Brandstofmeter ()
12) Waarschuwingslampje richtingaanwijzers (
() groen
13) Kilometerteller
14) Controlelampje groot licht (
15) Controlelampje taktoliereserve (
16) Waarschuwingslampje dimlicht (
) blauw
) rood
50 2T50 2T
)groen
504T
10 0 4T
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
14

TABEL VAN DE INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES

Beschrijving Functie
Controlelampje richtingaanwijzers
504T
50 2T50 2T
10 0 4T
Controlelampje taktoliereserve
Kilometerteller Geeft het totaal aantal gereden kilometers weer.
Snelheidsmeter Duidt de rijsnelheid aan.
Controlelampje dimlicht
Controlelampje groot licht
Brandstofmeter
Het knippert als de richtingaanwijzer wordt gebruikt.
(
Deze gaat branden wanneer de contactschakelaar in de positie “” staat, één
van de remhendels naar je toe getrokken is en de startknop “ wordt de controle uitgevoerd van de correcte functionering van het lampje. Indien het lampje tijdens het starten niet gaat branden, dient men het te vervangen.
OPGELET
heeft, of het tijdens de gewone werking gaat branden, wil dit zeggen dat het taktoliepeil in reserve is; vul het in dit geval bij, zie pag. 22 (OLLEMENGER).
Het gaat branden wanneer het licht van de koplamp in de dimlichtpositie staat.
Het gaat branden als de koplamp op groot licht staat.
Geeft bij benadering de hoeveelheid brandstof in de tank weer.
Indien het controlelampje gaat branden en niet uitgaat nadat men de startknop “
“ ingedrukt. Zo
” losgelaten
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
15

DE BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN

1
2
3
4

BEDIENINGEN AAN DE LINKERKANT VAN HET STUUR

BELANGRIJK De elektrische onderdelen functioneren
alleen met de startschakelaar op “
”.
BELANGRIJK De verlichting doet het alleen bij lopende
motor.
1) LICHTSCHAKELAAR ( - ) Als de lichtschakelaar op " ingeschakeld; als deze op " ingeschakeld.
2) AAN- EN UITKNOP RICHTINGAANWIJZERS (s) Wanneer de knop van de richtingaanwijzer (3) naar rechts of links gericht is en u op de knop drukt, gaat de richtingaanwijzer uit.
3) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS (() Verplaats de schakelaar naar links om aan te geven dat u links gaat afslaan; verplaats de schakelaar naar rechts om te signaleren dat u rechts gaat afslaan. Drukt u op de knop (2) om de richtingaanwijzer uit te zetten.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
16
" staat, is het dimlicht
" staat, is het grote licht
5
4) CLAXONKNOP (*) Als deze wordt ingedrukt, zet men de claxon aan.

BEDIENINGEN AAN DE RECHTERKANT VAN HET STUUR

BELANGRIJK De elektrische onderdelen functioneren
alleen met de startschakelaar op “
”.
BELANGRIJK De verlichting doet het alleen bij lopende
motor.
5) STARTKNOP (
Door op de startknop te drukken en tegelijkertijd een remhendel (achterste of voorste) aan te trekken, laat de startmotor de motor draaien. Voor de startprocedure leest u pag. 32 (HET VOERTUIG STARTEN).
)
Stand Functie
Sleutel uit
het contact
halen

CONTACTSCHAKELAAR

De contactschakelaar bevindt zich aan de rechterkant, vlak bij het stuur.
BELANGRIJK De sleutel (1) brengt
de contactschakelaar / het stuurslot, de ordneropbergruimte en het zadelslot in werking.
Samen met het voertuig worden twee sleutels geleverd (een reservesleutel).
BELANGRIJK Laat de
reservesleutel niet op het voertuig zelf zitten.

STUURSLOT

WAARSCHUWING
Draai deze sleutel tijdens het rijden nooit op de stand " over het voertuig niet te verliezen.
Werking
Om het stuur te vergrendelen:
u Het stuur helemaal naar links draaien. u Draai de sleutel (1) op "", en druk hem
in.
u Haal de sleutel eruit.
+" om de controle
BELANGRIJK Draai tegelijkertijd
aan de sleutel en het stuur.
u Draai de sleutel (1) linksom terwijl u hem
ingedrukt houdt, en draai langzaam aan het stuur tot de sleutel (1) op positie “ staat.
u Haal de sleutel uit het contact.
+
+
Stuurslot
Het stuur is geblokkeerd. U kunt de motor niet starten en de lampen niet aanzetten.
De motor en de lampen kunnen niet worden aangezet.
De motor mag aangezet worden. De lichten gaan aan na de start.
De sleutel kunt u verwijderen.
De sleutel kunt u verwijderen.
U kunt de sleutel niet uit het contact halen.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
17

EXTRA UITRUSTINGEN

1
3
2

HET ZADEL LOSMAKEN / VASTMAKEN

Ga als volgt te werk voor het ontgrendelen en optillen van het zadel:
u Zet het voertuig op de hoofdstandaard,
op een stevige en vlakke vloer.
u Steek de sleutel in het zadelslot (1). u Draai de sleutel rechtsom en trek het
zadel (2) omhoog.

ORDNEROPBERGRUIMTE

Om de ordneropbergruimte te openen:
u Zet het voertuig op de hoofdstandaard,
u Steek de sleutel in het slot (3) en draai
Om het te sluiten:
u Steek de sleutel in het slot, draai met de
BELANGRIJK Voordat u het zadel
omlaag haalt en blokkeert, controleert u dat u de sleutel niet onder het zadel vergeet.
u Om het zadel te blokkeren, haalt u het
omlaag en drukt u in het midden om zo het slot te doen losschieten.
WAARSCHUWING
Controleer voor het vertrek of het zadel goed vergrendeld is.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
18
u Haal de sleutel eruit en controleer of de
Vul de ordneropbergruimte niet te veel.
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg
op een stevige en vlakke vloer.
hem met de klok mee.
klok mee en druk hem in, draai daarna de sleutel tegen de klok in om te blokkeren.
opbergruimte dicht is.
WAARSCHUWING
4

DIEFSTALBEVEILIGINGSHAAK

De diefstalbeveiligingshaak (4) vindt u aan de rechterkant van het voertuig.
Om diefstal van het voertuig te voorkomen, is het raadzaam hem vast te maken met de gepantserde aprilia kabel “Body-Guard” J (5), die kan worden besteld bij uw
Officiële aprilia dealer.
5
WAARSCHUWING
Gebruik de haak niet om de motorfiets op te tillen en evenmin voor enig ander doel dan voor het vastmaken van de motorfiets wanneer u hem ergens parkeert.
50 2T
50 4T
100 4T
2
1
2

GEREEDSCHAPSKIT

Om de gereedschapskit te openen, maakt u het zadel los en tilt u het op, zie pag. 18 (HET ZADEL LOSMAKEN / VASTMAKEN).
50 2T
De sleutels vindt u aan de bovenkant van het deksel van de accu.
De gereedschapskit bestaat uit: – 1 steeksleutel van 21 mm (1);
– 1 schroevendraaier (2) met aan het
uiteinde een kruis type PH grootte 2 en het andere uiteinde met zeshoekige moedersleutel van 4 mm.
1
504T
10 0 4T
De sleutels zijn gepositioneerd in de daarvoor bestemde plaats in het plastic onder het zadel.
De gereedschapskit bestaat uit: – 1 steeksleutel van 16 mm (1);
– 1 schroevendraaier (2) met aan het
uiteinde een kruis type PH grootte 2 en het andere uiteinde met zeshoekige moedersleutel van 4 mm.
– 1 O-ring om de twee gereedschappen
vast te houden.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
3

TASSENHAAK

WAARSCHUWING
Hang geen tassen of pakjes aan de haak die teveel ruimte innemen, omdat dit de bestuurbaarheid van de motorfiets of de bewegingsvrijheid van uw voeten ernstig kan belemmeren.
De tassenhaak (3) bevindt zich onder het zadel in het voorste gedeelte.
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg
19
100 4T
2
1
3

OPBERGEN VAN DE HELM IN HET KOFFERTJE ACHTERIN

Dankzij het koffertje achterin is het niet noodzakelijk de helm iedere keer dat u het voertuig parkeert, mee te nemen.
WAARSCHUWING
Rijd nooit met het koffertje open. Dit kan de veiligheid tijdens het rijden negatief beïnvloeden.
Hoe positioneert u de helm:
u Zet het voertuig op de hoofdstandaard.
Zie pag. 38 (POSITIONERING VAN HET VOERTUIG OP DE HOOFDSTANDAARD).
u Haal de sleutel uit de contactschakelaar
en steek deze in het slot (1) van het koffertje.
u Draai de sleutel tegen de klok in en open
het koffertje (2).
u Zet de helm (3) in het koffertje zoals in
het figuur aangegeven en zoals geïllustreerd op het etiket van het koffertje.
u Sluit het koffertje (2) tot u een klik hoort
en haal de sleutel uit het slot (1).
OPGELET
Laat de sleutel niet in het slot.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
20

BELANGRIJKSTE COMPONENTEN

BENZINE

WAARSCHUWING
De brandstof die wordt gebruikt voor verbrandingsmotoren is bijzonder sterk ontvlambaar en kan in bepaalde omstandigheden zelfs explosief worden.
Benzine tanken en het voertuig onderhouden, doet u liefst in een goed geventileerde ruimte terwijl de motor uit staat.
Rook niet tijdens het tanken of als er benzinedampen in de buurt zijn en vermijd absoluut elk contact met vrije vlammen, vonken en andere bronnen die de benzine in brand kunnen steken of doen exploderen.
Zorg er ook voor dat er geen benzine uit de vulpijp lekt omdat de benzine vlam kan vatten als deze in aanraking komt met hete motoroppervlakken.
Als u toch benzine op het voertuig morst, controleer dan eerst of het voertuig helemaal droog is voordat u het weer aanzet.
Benzine zet uit bij warmte en onder invloed van zonnestralen. Vul de tank dus nooit helemaal tot aan de rand.
Sluit de benzinedop goed nadat u hebt getankt.
50 2T
1
Zorg ervoor dat er geen benzine op uw huid komt. Adem geen benzinedampen in, slik geen benzine in en giet geen benzine met een slang over van het ene vat in het andere.
VERVUIL HET MILIEU NIET MET BENZINE.
HOUD REMVLOEISTOF VER UIT DE BUURT VAN KINDEREN.
Gebruik alleen loodvrije superbenzine, met een minimum octaangetal van 95 (N.O.R.M) en 85 (N.O.M.M.).
Bijtanken gebeurt als volgt:
u Til het zadel op, zie pag. 18 (HET
ZADEL LOSMAKEN / VASTMAKEN).
u De vulplug (1) losdraaien en
verwijderen.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
50 4T
100 4T
1
INHOUD BRANDSTOFTANK (reservebrandstof inbegrepen): 8
b
TANKRESERVE: 1b
OPGELET
Voeg geen additieven of andere substanties toe aan de brandstof. Als u een trechter of iets dergelijks gebruikt, dient deze perfect schoon te zijn.
u Tanken.
WAARSCHUWING
Doe de dop (1) er na het tanken weer goed op.
u Schroef de dop weer vast (1).
21

SMEERMIDDELEN

WAARSCHUWING
Olie kan de huid ernstig verwonden als u er langdurig of dagelijks mee in aanraking komt. Wij raden aan uw handen zorgvuldig te wassen als u met olie heeft gewerkt.
Voor onderhoudswerkzaamheden raden wij aan rubberhandschoenen te dragen.
HOUD REMVLOEISTOF VER UIT DE BUURT VAN KINDEREN.
VERVUIL HET MILIEU NIET MET DE OLIE.
OPGELET
Ga voorzichtig te werk. Mors geen olie! Mors geen olie op onderdelen en houd het gedeelte waaraan u werkt en de ruimte eromheen schoon. Verwijder zorgvuldig elk oliespoor.
In geval van olielekken of storingen in het smeersysteem, dient u een Officiële aprilia dealer te raadplegen.
OLLEMENGER
50 2T50 2T
50 2T
Vul de taktolie iedere 2000 km (1250 mijl) bij.
Het voertuig is voorzien van een boordcomputer die een elektronische pomp beheert voor de correcte toevoer van motorsmeerolie, zie pag. 75 (SMEERMIDDELENTABEL).
Als de taktolietank leegraakt, gaat het lampje "" branden op het instrumentenpaneel, zie pag. 14 (PLAATS VAN DE BEDIENINGEN/ INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES).
OPGELET
Rijden met een voertuig zonder taktolie brengt ernstige schade toe aan de motor. Als de taktolietank leeg raakt of de slang voor de taktolie eraf wordt gehaald, dient men een Officiële aprilia dealer te contacteren om de slang te ontluchten.
Het ontluchten is noodzakelijk, want als de motor met lucht in de taktolieleiding draait, kan de motor zelf zwaar beschadigd worden.
50 2T
1
Om de taktolietank met olie te vullen:
u Til het zadel op, pag. 18 (HET ZADEL
LOSMAKEN / VASTMAKEN).
u Haal de dop weg (1) weg.
TANKCAPACITEIT: 1,5
b
TANKRESERVE: 0,6 b
OPGELET
Geen additieven of andere stoffen aan de olie toevoegen. Als u een trechter of iets dergelijks gebruikt, dient deze perfect schoon te zijn.
u Vul de olie bij.
OPGELET
Doe de dop (1) er na het tanken weer goed op.
u Schroef de dop weer vast (1).
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
22
504T
MOTOROLIE
10 0 4T
In de 4T motors wordt de motorolie gebruikt om de organen van de distributie, de steunen en de thermische groep in te smeren.
50 4T
100 4T
1
uit en kijk waar de olie die op de stok zit, komt.
u Het niveau is correct wanneer het lijntje
op het meetstaafje ongeveer op het maximum niveau staat.
u Vul olie bij als dit nodig is.
WAARSCHUWING
Te weinig olie kan verschillende schade aan de motor veroorzaken.
In alle 4T motors is het verval van de karakteristieken van de olie, zoals een bepaald verbruik, normaal.
Het verbruik in het bijzonder kan lijden onder de conditie van het gebruik (bijv. altijd rijden met “volop gas“ zal het verbruik van de olie verhogen).
In functie van de totale inhoud van de olie in de motor en van het vastgestelde gemiddelde verbruik volgens de standaardmodaliteit, wordt de frequentie van de vervanging voorgesteld door het onderhoudsprogramma.
OPGELET
Om elk ongemak te voorkomen, raden wij aan het niveau van de olie iedere keer dat het voertuig gebruikt wordt, te controleren.
2
CONTROLE VAN HET NIVEAU VAN DE OLIE
Controleert u het niveau van de olie iedere 2000 km (1250 mijl).
u Zet het voertuig op de hoofdstandaard.
Zie pag. 38 (POSITIONERING VAN HET VOERTUIG OP DE HOOFDSTANDAARD).
OPGELET
Iedere keer dat het voertuig gebruikt wordt, met koude motor, moet de controle van het niveau van de olie gedaan worden.
u Draai de dop met de peilstok los en haal
deze eruit (1).
u Droog het natte gedeelte af met een
schone doek.
u Schroef de dop met de peilstok (1)
helemaal aan in de vulopening (2).
u Haal de dop met de peilstok (1) er weer
De verwijzing van het MAX niveau geeft ongeveer een kwantieit van 850cc van olie aan in de motor.
Indien de controle wordt gedaan nadat het voertuig gebruikt is, dus met warme motor, zal het niveau lager liggen;om een goede controle uit te voeren is het noodzakelijk minimaal 10 minuten te wachten nadat de motor uit is gedaan om zo het correcte niveau te zien.

VULLING MOTOROLIE

Vul de motorolie iedere 2000 km (1250 mijl) bij.
OPGELET
De eventuele vulling van de olie moet gedaan worden na de controle van het niveau en het niveau MAX mag nooit gepasseerd worden.
Elke 2000 km (1250 mijl) is het beter om, bij een Officiële aprilia dealer, een controle uit te laten voeren en eventueel motorolie bij te laten vullen.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
23
1
2
3

CONTROLE VAN HET NIVEAU VAN DE TRANSMISSIEOLIE

VERVUIL HET MILIEU NIET MET DE OLIE.
Lees aandachtig pag. 40 (ONDERHOUD).
u Rijd enkele kilometers totdat de motor
warm is gelopen en zet dan de motor uit.
u Zet het voertuig op de hoofdstandaard. u Draai de dop met de peilstok los en haal
deze eruit (1).
u Droog het natte gedeelte af met een
schone doek.
u Schroef de dop met de peilstok (1)
helemaal aan in de vulopening (2).
u Haal de dop met de peilstok er weer uit
en kijk waar de olie die op de stok zit komt.
u Het niveau is correct wanneer het
ongeveer het balletje op het meetstaafje bereikt.
u Vul olie bij als dit nodig is.
OPGELET
Goed de doppen van de vulling (1) en van de uitlaat (3) sluiten en er zeker van zijn dat de olie er niet doorkomt. Periodiek controleren dat er geen verlies ontstaat uit de garnering van het deksel van de carter. Rijd niet met het voertuig als er niet genoeg olie in het carter zit of als er verkeerde of slechte olie in zit. De bewegende delen slijten hierdoor sneller, wat onherroepelijke schade kan veroorzaken. Raadpleeg voor de controle en het vervangen een Officiële aprilia dealer.
TRANSMISSIEOLIE
50 2T
De versnellingsbakolie moet worden ververst na de eerste 500 km (312 mijl) en vervolgens iedere 12000 km (7500 mijl) of om de 2 jaar.
504T
10 0 4T
De versnellingsbakolie moet worden ververst na de eerste 1000 km (625 mijl) en vervolgens iedere 8000 km (5000 mijl) of om de 2 jaar.
Raadpleeg voor de controle en het vervangen een Officiële aprilia dealer.
gebruik en onderhoud Scarabeo 50 2T - Scarabeo 50 4T - Scarabeo 100 4T
24
Loading...
+ 56 hidden pages