HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS SCHROEVEN BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
INSTALLEER HET APPARAAT CORRECT ZODAT DE
BESTUURDER NIET DE MOGELIJKHEID HEEFT OM NAAR DE
TV/VIDEO TE KIJKEN TENZIJ HET VOERTUIG STILSTAAT EN
DE HANDREM IS AANGETROKKEN.
Het is gevaarlijk als de bestuurder naar de tv/video kijkt tijdens het
besturen van een voertuig. Wanneer dit apparaat niet correct wordt
geïnstalleerd, kan de bestuurder naar de tv/video kijken tijdens het
rijden. Dit kan de bestuurder afleiden, waardoor hij zijn aandacht
niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt veroorzaakt. De
bestuurder of andere mensen kunnen ernstig gewond raken.
KIJK NIET NAAR DE VIDEO TIJDENS HET RIJDEN.
Het bekijken van de video kan de bestuurder afleiden, waardoor hij
zijn aandacht niet bij de weg houdt en er een ongeval wordt
veroorzaakt.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U
VERHINDERT VEILIG MET UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats vooraleer u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE
AUTO NOG STEEDS KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen,
enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk
tot een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN
AUTO KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF
RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en
zo brand veroorzaken.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12VTOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand, elektrocutie
of andere verwondingen.
PLAATS UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE
VOORWERPEN NIET IN DE SLEUVEN VAN HET TOESTEL.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product.
OPGELET
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen
of materiële schade tot gevolg hebben.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH
EEN PROBLEEM VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw bevoegde
Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
BEPERK HET BEKIJKEN VAN HET SCHERM TIJDENS HET
RIJDEN.
Door naar het scherm te kijken, kan de bestuurder worden afgeleid
en niet voor zich kijken en zo een ongeval veroorzaken.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE
AARDING VAN 12 V.
(contacteer bij twijfel uw dealer). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
5-NL
OPMERKING
Schoonmaken van het product
Gebruik een zachte, droge doek voor het regelmatig schoonmaken
van het product. Voor hardnekkigere vlekken kunt u de doek enkel
met water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf oplossen
of de kunststof beschadigen.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen -20°C en
+60°C ligt voor u het toestel inschakelt.
Onderhoud
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
herstellen. Breng het toestel voor reparatie terug naar uw Alpineverdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
Plaats van installatie
Zorg ervoor dat de iLX-700 niet wordt geïnstalleerd op een plaats
waar deze wordt blootgesteld aan:
• Direct zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
• Overmatig veel stof
• Overmatige trillingen
De bediening van bepaalde functies van dit apparaat is erg
complex. Daarom werd het noodzakelijk geacht deze functies in
een speciaal scherm te verwerken. Op die manier blijft het bedienen
van die functies beperkt tot momenten waarop het voertuig
geparkeerd is. Zo blijft de aandacht van de bestuurder bij de weg en
wordt hij niet afgeleid door de iLX-700. Deze maatregel werd
doorgevoerd voor de veiligheid van de bestuurder en passagiers.
Sommige instelbewerkingen zijn niet mogelijk terwijl de wagen
rijdt. De procedure die staat beschreven in de gebruiksaanwijzing,
geldt enkel wanneer de auto geparkeerd is en de handrem
aangetrokken is. De waarschuwing "Unable to operate while
driving." wordt weergegeven wanneer u deze functies probeert te
bedienen tijdens het rijden.
De USB-aansluiting beschermen
• U kunt alleen een iPhone 5 (of een recenter model) of een
USB-geheugen aansluiten op de USB-aansluiting van dit toestel.
Indien u andere USB-producten gebruikt, kan een correcte
werking niet worden gegarandeerd.
• Maak enkel gebruik van de meegeleverde verbindingskabel
wanneer u de USB-aansluiting gebruikt. Een USB-hub wordt
niet ondersteund.
• Een USB-geheugen kan alleen gebruikt worden voor het
overzetten van gegevensbestanden of uitvoeren van updates.
• Dit toestel biedt geen ondersteuning voor het afspelen van
audio-/videogegevens of het bladeren door foto's die opgeslagen
zijn op een USB-geheugen.
OPGELET
Alpine kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verloren
gegevens enz., zelfs wanneer deze gegevens verloren zijn gegaan
tijdens het gebruik van dit product.
• iPhone, iTunes en CarPlay zijn handelsmerken van Apple Inc.,
geregistreerd in de VS en andere landen.
• "Made for iPhone" betekenen dat een elektronisch accessoire
specifiek werd ontworpen om te worden aangesloten op een iPod
of iPhone en gecertificeerd is door de ontwikkelaar om te
beantwoorden aan de prestatienormen van Apple. Apple is niet
verantwoordelijk voor de bediening van dit toestel of het voldoen
ervan aan veiligheidsnormen en regelgeving. Merk op dat het
gebruik van dit accessoire met een iPod of iPhone mogelijk de
draadloze prestaties be.nvloedt.
• De iLX-700 verbruikt een minimale hoeveelheid stroom, ook als het
toestel is uitgeschakeld. Indien de geschakelde stroomkabel
(ontsteking) van de iLX-700 rechtstreeks is aangesloten op de
positieve (+) pool van de autobatterij, kan dit leiden tot een lege
batterij.
Om dit te voorkomen, kunt u een SPST-schakelaar (single pole,
single throw) (apart verkrijgbaar) toevoegen. Vervolgens kunt u deze
simpelweg in de OFF-stand laten als u het voertuig verlaat. Zet de
SPST-schakelaar terug op ON voordat u de iLX-700 gebruikt.
Raadpleeg "Aansluitingsschema van SPST-schakelaar (apart
verkrijgbaar)" (pagina 33) voor meer informatie over het aansluiten
van de SPST-schakelaar. Als de stroomkabel (ontsteking) is
uitgeschakeld, moet hij worden losgekoppeld van het contactpunt van
de accu indien het voertuig gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
6-NL
Functies
Over Apple CarPlay
Met Apple CarPlay kunt u uw iPhone 5 of later vlot bedienen via het hoofdtoestel.
Over het beginscherm
Via het beginscherm van dit toestel hebt u rechtstreeks toegang tot de toepassingen die compatibel zijn met Apple CarPlay.
Het Apple CarPlay-pictogram geeft aan of er een geschikte iPhone verbonden is.
• Gebruiksaanwijzing .......................................................1 set
Uitlijning van bedieningselementen
Over de knopbeschrijvingen die in deze
Gebruiksaanwijzing worden gebruikt
De knoppen aan de voorzijde van het toestel worden vet (bv.
Home) aangeduid. De knoppen op het aanraakscherm
worden vet en tussen vierkante haakjes [ ] (bv. [])
aangeduid.
Aanraakbediening
Heel wat van de functies van dit toestel kunnen opgeroepen worden
door het geïntegreerde aanraakpaneel zacht aan te raken.
• Raak de knoppen op het scherm lichtjes met het topje van uw vinger
aan om het scherm te beschermen.
• Verwijder uw vinger van het scherm en probeer opnieuw als u een
toets aanraakt en er geen reactie volgt.
• Knoppen op het scherm die niet kunnen worden bediend, worden in
een matte kleur weergegeven.
Algemene knoppen op het scherm
[]:Hiermee kunt u terugkeren naar het vorige scherm.
Afhankelijk van de functie, annuleert deze knop de
handelingen die op het scherm zijn uitgevoerd.
[]:Sluit het venster.
-knop
Raak deze knop aan om het volume te verlagen. Raak deze
knop gedurende minstens 2 seconden aan om het geluid te
dempen.
-knop
Raak deze knop aan om het volume te verhogen.
Siri-knop
Hiermee kunt u de Siri-functie van de iPhone starten.
Home-knop
Druk op deze knop om het Home-scherm op te roepen.
Houd deze knop gedurende minstens 5 seconden
ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
/-knop
Deze actie varieert overeenkomstig de audiovisuele
toepassing (nummer omhoog/omlaag, terugspoelen/
vooruitspoelen enz.).
• U kunt het toestel resetten door de toetsen Home en Siri tegelijk
gedurende 10 seconden ingedrukt te houden.
Aansluitbaar op aansluitkast voor afstandsbediening
Met een optionele Alpine-aansluitkast voor de
stuurafstandsbediening (niet bijgeleverd) kan dit toestel worden
bediend met de bedieningselementen op het stuurwiel. Voor meer
informatie neemt u contact op met uw Alpine-verdeler.
Het toestel in- of uitschakelen
Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend terwijl
het voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat uw voertuig stilstaat op een
veilige plaats en gebruik de handrem voordat u deze handelingen
uitvoert.
1
Draai de contactsleutel naar de ACC- of ON-positie.
Het systeem schakelt in.
2
Houd de Home-knop gedurende minstens 5
seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
• U kunt het toestel inschakelen door op de Home-knop of de Siri-knop
te drukken.
• De iLX-700 is een precisietoestel. Zorgvuldig gebruik van het toestel
moet u jaren probleemloos gebruik opleveren.
8-NL
Het systeem inschakelen
Een item in een lijst bedienen
Bij het Alpine-systeem, zodra de contactsleutel naar ACC of ON is
gedraaid, wordt het beginscherm automatisch weergegeven.
1
Wanneer het systeem voor het eerst wordt gebruikt,
wordt het taalselectiemenu weergegeven. U kunt
kiezen uit 20 talen. Raak het scherm aan, Schuif uw
vinger omhoog of omlaag en raak vervolgens de
gewenste taal aan.
2
Raak [OK] aan.
Het radioscherm wordt weergegeven.
• Wanneer u dit toestel voor het eerst inschakelt, wordt de
demonstratiemodus automatisch gestart en worden de
demonstratieschermen achtereenvolgens weergegeven. Om de
demomodus uit te schakelen, raadpleegt u "Demonstratieinstellingen" (pagina 25).
• Sommige functies van dit toestel kunnen niet worden bediend terwijl
het voertuig in beweging is. Zorg ervoor dat het voertuig op een
veilige plaats stilstaat en gebruik de handrem voordat u deze
handelingen uitvoert.
1
Om door een lijst te bladeren, raakt u het scherm aan
en schuift u uw vinger omhoog of omlaag.
Het scherm bladert met uw vingerbeweging mee.
• Om een item te selecteren, raakt u het gewenste item aan op het
scherm en heft u vervolgens uw vinger op zonder het scherm
omhoog of omlaag te bewegen.
2
Raak de knop aan en verschuif uw vinger naar
rechts of links om ON/OFF te wijzigen.
Het volume wijzigen
Pas het volume aan door of aan te raken.
Het volume wordt doorlopend verhoogd als u blijft aanraken.
Volume: 0 - 35
Snel dempen
De geluidsdempingsfunctie verlaagt het volumeniveau onmiddellijk
naar 0.
Raak gedurende minstens 2 seconden aan om de
geluidsdemping te activeren.
Het audioniveau is 0.
Siri gebruiken
U kunt de Siri-functie van uw iPhone gebruiken. Om Siri via dit toestel
te kunnen gebruiken, moet deze functie ingeschakeld zijn in de
instellingen van uw iPhone.
Druk op Siri.
Over handenvrij telefoneren
Als uw iPhone verbonden is met dit toestel, kunt u deze handsfree
gebruiken. Bij inkomende oproepen wordt de informatie van de beller
indien beschikbaar weergegeven.
• Raadpleeg het onderdeel over Apple CarPlay (pagina 13) voor meer
informatie over de iPhone-modellen die met dit toestel gebruikt
kunnen worden.
• U kunt het volume van de telefoon regelen of de luidsprekers kiezen
die gebruikt moeten worden voor het geluid van de oproep.
"Instelling Apple CarPlay" (pagina 27).
• Vermijd handsfree bellen bij druk verkeer of langs smalle of
kronkelige wegen. Houd uw aandacht altijd bij het verkeer om
ongevallen te vermijden.
• Sluit de ramen wanneer u belt om achtergrondlawaai te verminderen.
• Als u een microfoon gebruikt, dient u er zo rechtstreeks mogelijk in te
spreken om de beste geluidskwaliteit te produceren.
9-NL
De functie Parkeerhulp onderbreken
• U kunt het scherm Klimaat ook activeren door het pictogram Klimaat
aan te raken op het beginscherm.
Wanneer het toestel verbonden is met de CAN-interfacebox van het
voertuig, wordt er het scherm Parkeerhulp weergegeven als er binnen
een bepaalde afstand een obstakel gedetecteerd wordt door de voorste of
achterste sensor van uw voertuig.
U kunt de onderbrekingstijd voor het parkeerhulpscherm aanpassen
zoals beschreven in "Parkeer sensor onderbreking" op pagina 25.
• Afhankelijk van uw voertuig is het mogelijk dat deze functie niet
wordt ondersteund.
Wanneer er op een bepaalde afstand een obstakel
gedetecteerd wordt door de voorste of achterste sensor,
wordt het scherm Parkeerhulp weergegeven en licht de
aanduiding (~) van de overeenstemmende zone op.
Afhankelijk van de afstand tot het obstakel varieert de kleur van
de aanduiding van geel (veraf) tot rood (dichtbij).
Voorbeeldweergave van het scherm Parkeerhulp
• U kunt het scherm Parkeerhulp ook activeren door het pictogram
Parkeerhulp aan te raken op het beginscherm.
De modus Klimaat openen
TuneIt toepassen
U kunt de geluidafstemming van dit toestel programmeren via een
aangesloten iPhone. Daarnaast is het mogelijk om voor bepaalde
voertuigen specifieke parameters te downloaden via de TuneIt-database
van Alpine die opgeslagen is in de cloud. Via de TuneIt App kunt u ook
aangepaste parameters uploaden zodat anderen deze kunnen gebruiken
en er een score aan kunnen toekennen.
De geïnstalleerde TuneIt-app moet op de iPhone worden gestart voor
verbinding wordt gemaakt met de hoofdeenheid.
U kunt TuneIt downloaden via de App Store van Apple. Raadpleeg uw
Alpine-dealer voor meer informatie.
• De toepassing en de overeenkomstige specificaties en gegevens
kunnen zonder kennisgeving verwijderd of beëindigd worden.
• Raadpleeg het onderdeel over Apple CarPlay (pagina 13) voor meer
informatie over de iPhone-modellen die met dit toestel gebruikt
kunnen worden.
Het geluid aanpassen via de iPhone
Als u de bovenstaande procedure uitgevoerd hebt, kunt u uw iPhone
gebruiken om audioaanpassingen door te voeren voor het toestel.
1
Zorg ervoor dat het toestel ingeschakeld is.
2
Start de TuneIt-App op de iPhone. Pas vervolgens
het geluid van het toestel aan op de iPhone.
• U kunt het volumeniveau niet aanpassen via de iPhone.
• De instelling kan niet tegelijk op het toestel en de iPhone worden
doorgevoerd.
• Als het toestel uitgeschakeld is enz., kunt u de geluidsinstellingen niet
aanpassen via de iPhone.
• Houd u aan alle plaatselijke verkeersregels bij het gebruiken van
deze functie.
Wanneer het toestel verbonden is met de CAN-interfacebox van het
voertuig, kunt u de airconditioning van het voertuig controleren.
U kunt de onderbrekingstijd voor het klimaatscherm instellen zoals
beschreven in "Klimaatscherm onderbreking" op pagina 25.
Het scherm Klimaat wordt getoond als u de
airconditioning in uw voertuig regelt.
Het Klimaat-modusscherm wordt weergegeven. U kunt de
informatie over de airconditioning van uw voertuig bekijken op
het scherm.
Voorbeeldweergave van het scherm Klimaat
• Afhankelijk van het type wagen is het mogelijk dat sommige functies
niet beschikbaar zijn, zelfs niet als het toestel verbonden is met de
CAN-interfacebox.
10-NL
Radio
5
Raak [], [] of [], [] aan om de radiofrequentie
respectievelijk naar boven of beneden te wijzigen.
Indien u in handmatige modus de toets blijft aanraken,
wordt de frequentie voortdurend gewijzigd.
Weergavevoorbeeld voor het hoofdscherm van de
radio
Verschuif uw vinger
naar links of rechts.
Indicator voorkeuzenummer
Bandweergave
Frequentieweergave
Knop audio-instelling (Zie "De audio-instellingen
configureren" op pagina 18)
Functietoets
Preselectieknop
Naar de radio luisteren
Zenders manueel instellen
1
Stem af op een gewenste radiozender die u in het
preselectiegeheugen wilt opslaan door handmatige
of automatische zoekafstemming te gebruiken.
2
Raak gedurende minstens 2 seconden een van de
preselectieknoppen aan.
De geselecteerde zender wordt opgeslagen.
3
Herhaal de procedure om tot 5 andere stations op
dezelfde band op te slaan.
Om deze procedure voor andere banden te gebruiken,
selecteert u gewoon de gewenste band en herhaalt u de
procedure.
In het totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
preselectiegeheugen
(6 zenders per frequentieband: FM1, FM2, FM3, MW of LW).
• Als een preselectiegeheugen reeds is ingesteld onder hetzelfde
preselectienummer, wordt dit nu gewist en wordt de nieuwe zender
opgesl agen.
Zenders automatisch instellen
De tuner zal automatisch 6 sterke zenders binnen de geselecteerde
frequentieband zoeken en opslaan in volgorde van signaalsterkte.
1
Druk op de Home-knop.
Het beginscherm wordt weergegeven.
2
Raak [Radio] aan.
De radiomodus wordt geactiveerd en het scherm schakelt
over naar het radiomodusscherm.
3
Raak [] aan om de gewenste
radiofrequentieband te selecteren.
Elke aanraking schakelt als volgt tussen de banden:
FM-1 FM-2 FM-3 MW LW FM-1
4
Raak [Tune] aan om de afstemmingsmodus te
selecteren.
DX SeekLocal SeekHandmatig
• Er zijn twee modi die u kunt selecteren voor auto tuning
(automatisch afstemmen), DX (afstand) en Local (lokaal):
- DX-modus (afstand);
Zowel sterke als zwakke zenders worden afgestemd.
- Lokale modus;
Enkel sterke zenders worden afgestemd.
De standaardinstelling is DX.
• Als "Preset" of "PTY" weergegeven wordt, raakt u herhaaldelijk
[Tune] aan tot de afstemmingsmodus weergegeven wordt.
Na de gewenste frequentieband te hebben geselecteerd,
raakt u [A.Memo] gedurende minstens 2 seconden aan.
De tuner zal automatisch 6 sterke zenders zoeken en opslaan
onder de preselectieknoppen in volgorde van signaalsterkte.
Zodra het automatisch opslaan is voltooid, wordt de zender in
preselectienummer 1 geselecteerd.
• Wanneer geen zenders worden opgeslagen, zal de tuner terugkeren
naar de zender waarnaar u aan het luisteren was voor de
automatische geheugenprocedure begon.
• U kunt dit proces annuleren door [A.Memo] aan te raken terwijl de
tuner automatisch zenders zoekt. Door te annuleren wordt de
preselectie van de tuner naar de vorige instelling teruggezet.
Afstemmen op vooraf ingestelde zenders
Selecteer in een band het gewenste preselectienummer om af te
stemmen op de zender die opgeslagen is onder dat nummer.
1
Raak herhaaldelijk [] aan tot de gewenste band
wordt weergegeven.
2
Raak een van de preselectieknoppen aan die een
zender opgeslagen heeft.
De ingestelde zender wordt ontvangen.
• U kunt de vooraf ingestelde zender ook wijzigen door [ ] of [ ] aan
te raken wanneer de afstemmingsmodus voor "Preset" gekozen is.
11-NL
RDS
Weergavevoorbeeld voor RDS-informatie
Verschuif uw vinger
naar links of rechts.
Indicator voorkeuzenummer
Bandweergave
Frequentieweergave
Functietoets
Preselectieknop
Informatiegedeelte
RDS-indicator
Knop audio-instelling (Zie "De audio-instellingen
configureren" op pagina 18)
AF (alternatieve frequenties) in- of
uitschakelen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57 kHz-hulpdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie ontvangt zoals
verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt automatisch over naar
een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1
Druk op de Home-knop.
2
Raak [Radio] aan.
De radiomodus wordt geactiveerd en het scherm schakelt
over naar het radiomodusscherm.
• De weergegeven inhoud varieert afhankelijk van de laatst
geselecteerde band. (bv. [RadioFM1] enz.).
3
Raak [AF] aan op de onderste balk om AF
(alternatieve frequenties) in of uit te schakelen.
Als AF ON is, licht de "AF"-aanduiding op.
• RDS-modus wordt niet weergegeven voor de MW- of LW-band.
• Als de AF ON-modus (alternatieve frequenties) is geselecteerd, stemt
het toestel automatisch af op een zender met sterk signaal uit de AFlijst.
• Gebruik de AF OFF-modus (alternatieve frequenties) als
automatisch opnieuw afstemmen niet nodig is.
Tips
• Wanneer het toestel het PTY31-signaal (Emergency Broadcast)
ontvangt, zal het toestel enkel "Alarm" weergeven op het scherm
wanneer PTY31 is ingeschakeld. Raadpleeg "Instelling PTY31ontvangst (Nooduitzending) (Emergency Broadcast)" (pagina 28)
voor meer informatie over de bediening.
• De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende informatie:
PIProgramme Identification (programma-identificatie)
PSProgramme Service Name (programmanaam)
AFList of Alternative Frequencies (lijst met alternatieve
frequenties)
TPTraffic Programme (verkeersprogramma)
TATraffic Announcement (verkeersaankondiging)
PTYProgramme Type (programmatype)
EONEnhanced Other Networks (versterkte andere netwerken)
• Raadpleeg pagina 28 voor meer informatie over "PI
SEEKinstelling", "Regionale (lokale) (Local) RDS-zenders
ontvangen", "De taal voor PTY (Programme Type) wijzigen" en
"Instelling PTY31-ontvangst (Nooduitzending) (Emergency
Broadcast)".
Verkeersinformatie ontvangen
Raak [TA] aan om de modus Verkeersinformatie in te
schakelen.
De TA-indicator licht op.
Wanneer het toestel afstemt op een zender voor
verkeersinformatie, licht de TP-indicator op.
Verkeersinformatie kunt u enkel horen wanneer het wordt
uitgezonden. Wanneer de verkeersinformatie niet wordt
uitgezonden, schakelt het toestel over op de stand-bymodus.
Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint, ontvangt
het toestel dit automatisch en wordt "T.Info" weergegeven.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie is beëindigd,
schakelt het toestel automatisch over op de stand-bymodus.
• Wanneer het signaal van de uitzending met verkeersinformatie
beneden een bepaald niveau zakt, blijft het toestel gedurende
1 minuut in de ontvangstmodus. Wanneer het signaal langer dan 70
seconden beneden een bepaald niveau blijft, knippert "TA" op het
scherm.
• Als u niet naar de ontvangen verkeersinformatie wilt luisteren, raakt
u [TA] aan om het verkeersinformatiebericht over te slaan.
De verkeersinformatiemodus blijft ingeschakeld om het volgende
bericht met verkeersinformatie te ontvangen.
• Indien u het volumeniveau wijzigt tijdens het beluisteren van
verkeersinformatie, dan zal het gewijzigde volume worden
opgeslagen. Wanneer u de volgende keer verkeersinformatie
ontvangt, zal het volumeniveau automatisch overschakelen naar het
opgesl agen niveau.
• Als de verkeersinformatiemodus wordt geactiveerd, schakelt het
toestel automatisch naar de radiobron (zelfs als u een andere bron
selecteert, uitgezonderd navigatie) en wordt de verkeersinformatieuitzending uitgezonden. Het toestel keert terug naar de vorige bron
als de verkeersinformatie beëindigd is.
12-NL
Verkeersinformatie handmatig
ontvangen
Apple CarPlay
1
Raak [TA] aan om de modus Verkeersinformatie in
te schakelen.
De TA-indicator licht op.
2
Raak [] of [] aan.
Zoekt de zender die de verkeersinformatie uitzendt.
• U kunt verkeersinformatie zoeken in de modus DX-zoeken of Local-
zoeken.
PTY (programmatype)-afstemming
1
Raak [PTY Search] aan.
Het scherm PTY-lijst selecteren wordt weergegeven.
2
Raak het geselecteerde programmatype aan om te
beginnen te zoeken naar een zender van dat type.
Als er geen PTY-zender wordt gevonden, wordt "No PTY."
weergegeven.
3
Raak [Tune] aan om de PTY-afstemmingsmodus te
selecteren.
De PTY-modus wordt geactiveerd.
4
Om de zender in PTY te selecteren, raakt u [] of []
aan.
Nieuwsprioriteit
Deze functie geeft prioriteit aan het nieuwsprogramma. Het programma
waar u momenteel naar luistert, wordt onderbroken zodra het
nieuwsprogramma wordt uitgezonden.
Raak [News] aan om de modus PRIORITY NEWS te
activeren.
De "NEWS"-aanduiding wordt weergegeven op het scherm.
Raak [News] nogmaals aan om de modus nieuwsprioriteit uit te
schakelen en terug te keren naar het programma waarnaar u
aan het luisteren was.
(optioneel)
Apple CarPlay is een slimmere en veiligere manier om uw iPhone in de
auto te gebruiken. Met Apple CarPlay kunt u de handelingen die u op
uw iPhone tijdens het rijden wilt uitvoeren, weergeven op de iLX-700.
U kunt richtingaanwijzingen krijgen, bellen, berichten verzenden en
ontvangen, en muziek beluisteren terwijl u toch uw aandacht op de weg
houdt. U hoeft hiervoor alleen maar uw iPhone aan te sluiten op
de iLX-700.
• Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u uw iPhone met behulp
van een Lightning-naar-USB-kabel (geleverd bij de iPhone)
aansluiten op de iLX-700.
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar tijdens het rijden.
iPhone-modellen die met dit toestel kunnen worden
gebruikt
• De volgende toestellen zijn getest en werken met dit toestel. De
correcte werking van eerdere versies kan niet worden gegarandeerd.
De Apple CarPlay-modus wordt geactiveerd.
Raak het gewenste app-pictogram aan op de iLX-700 of
gebruik de Siri-functie door op de Siri-knop te drukken.
• De App moet compatibel zijn met Apple Carplay om weergegeven te
worden op het beginscherm.
Radiotekst weergeven
Tekstberichten van radiozenders kunnen worden weergegeven.
1
Stem af op een radiozender die tekstberichten
uitzendt.
2
Raak herhaaldelijk het informatiegebied ()
(pagina 12) in de FM-radiomodus aan om over te
schakelen naar de gewenste weergave.
Nummerinformatiemodus (PS/PTY/Naam van de titel/Naam
van de artiest/Naam van het album)
Radiotekstmodus (PS/Radiotekst)
13-NL
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.