Alpine CVA-1004R User Manual [nl]

R R
CVA-1004R
MOBIEL MEDIASTATION
• GEBRUIKSAANWIJZING Deze gebruiksaanwijzing grondig doorlezen vooraleer de installatie in gebruik te nemen.
18-6, 3Ga, Pil-dong, Jung-gu,
Seoul, Korea
Designed by ALPINE Japan
68P02294K66-A
ALPINE ELECTRONICS MARKETING, INC.
1-1-8 Nishi Gotanda,
Shinagawa-ku,
Tokyo 141-0031, Japan
Phone 03-5496-8231
ALPINE ELECTRONICS OF AMERICA, INC.
19145 Gramercy Place, Torrance,
California 90501, U.S.A.
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
ALPINE ELECTRONICS OF CANADA, INC.
7300 Warden Ave., Suite 203, Markham,
Ontario L3R 9Z6, Canada
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
ALPINE ELECTRONICS OF AUSTRALIA PTY. LTD.
6-8 Fiveways Boulevarde Keysborough,
Victoria 3173, Australia
Phone 03-9769-0000
ALPINE ELECTRONICS GmbH
Kreuzerkamp 7,
40878 Ratingen, Germany
Phone 02102-4550
ALPINE ELECTRONICS OF U.K. LTD.
Alpine House
Fletchamstead Highway, Coventry CV4 9TW, U.K.
Phone 0870-33 33 763
ALPINE ELECTRONICS FRANCE S.A.R.L.
(RCS PONTOISE B 338 101 280)
98, Rue de la Belle Etoile, Z.I. Paris Nord Il,
B.P. 50016, 95945 Roissy Charles de Gaulle
Cedex, France
Phone 01-48638989
ALPINE ITALIA S.p.A.
Viale C. Colombo 8, 20090 Trezzano
Sul Naviglio (MI), Italy
Phone 02-484781
ALPINE ELECTRONICS DE ESPAÑA, S.A.
Portal de Gamarra 36, Pabellón, 32
01013 Vitoria (Alava)-APDO 133, Spain
Phone 945-283588
Alpine cd-wisselaars bieden u meer!
Meer muziekkeuzes, meer variatie, meer comfort.
Een Alpine cd-wisselaar voegt meer muzikale keuzes toe aan uw geluidsinstallatie. Alle modellen, behalve CHM-S630 kunnen worden bediend door de Alpine-hoofdeenheden en bieden een uitstekende geluidkwaliteit. CHA-S634 is een performante 6-cd-wisselaar met de nieuwe M DAC-, Ai-NET-compatibiliteit, Optical Digital Output, een geheugen voor 150 cd-titels en CD TEXT. Het model CHA­1214 Ai-Net kan tot 12 cd's bevatten, en de CHM-S630 M-bus is een supercompacte 6-cd-wisselaar.
CHA-1214
CHM-S630
cd-wisselaar voor CVA-1004R
cd-wisselaar voor CVA-1004R
cd-wisselaar voor CVA-1004R
CHA-S634
1
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING .................................. 3
OPGELET ................................................ 3
VOORZORGEN ........................................ 3
Basiswerking
Frontpaneel verwijderen .................................. 6
Frontpaneel monteren ...................................... 6
Ingebruikneming .............................................. 6
Voeding aan- en uitschakelen .......................... 7
De monitor verhogen ...................................... 7
De monitor verlagen ........................................ 7
De openingsstand van de monitor selecteren .. 7
Regeling van de kijkhoek van de monitor ...... 8
Regeling volume/balans (links-rechts)/fader
(voor-achter) ................................................ 8
Geluid dempen ................................................ 8
Werking van de radio
Manuele afstemming........................................ 9
Automatisch zenders zoeken............................ 9
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders ...... 9
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders 10
Afstemmen op voorkeuzezenders .................. 10
Een zender uit de lijst kiezen ........................ 10
Werking van RDS
RDS-ontvangstmodus instellen en
RDS-zenders ontvangen ............................ 11
RDS-voorkeuzezenders oproepen.................. 11
Regionale (lokale) RDS-zenders
ontvangen .................................................. 12
Instellen van het zoeken volgens
programma-identificatie (PI SEEK) .......... 12
Verkeersinformatie ontvangen ...................... 12
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY) ........................................................ 13
Verkeersinformatie ontvangen tijdens de
weergave van een cd of een radio-uitzending
13
Prioriteit PTY (programmatype).................... 14
Afbeelden van radiotekst .............................. 14
Werking van DAB (optioneel)
De DAB-ontvanger gebruiken om automatisch
ensembles te zoeken .................................... 15
De service wijzigen........................................ 16
De servicecomponent wijzigen ...................... 16
De service opslaan ........................................ 16
De opgeslagen service ontvangen .................. 16
Het ensemble automatisch in het geheugen
opslaan ...................................................... 17
Zenders zoeken volgens programmatype
(PTY) ........................................................ 17
Verkeersmeldingen aan-/uitschakelen .......... 17
Berichtselectiemodus instellen ...................... 18
De afbeeldingsmodus wijzigen ...................... 19
Berichtinformatie ontvangen van regionale
(lokale) DAB-zenders................................ 19
Instelling voor automatische overgang van
DAB naar RDS .......................................... 20
DRC (Dynamic Range Control)
aan-/uitschakelen ...................................... 20
Werking van de cd-/MP3-speler/ cd-wisselaar (optioneel)
Afspelen van een cd met de optionele
cd-speler of cd-wisselaar .......................... 21
Herhaalde weergave ...................................... 22
M.I.X. (Willekeurig afspelen)........................ 22
Nummers aftasten .......................................... 23
Mappen selecteren (voor MP3)...................... 23
Bestand/map zoeken (voor MP3) .................. 23
Sturing van een cd-wisselaar.......................... 24
MP3-bestanden weergeven met de
cd-wisselaar .............................................. 24
Keuze tussen meerdere cd-wisselaars ............ 25
Het bereik van de MP3-bestandsselectie
instellen...................................................... 25
Werking van de dvd-/video cd-/cd-speler (optioneel)
Afspelen van een dvd/video cd/cd ................ 26
Stilstaand beeld/pauze.................................... 26
Sensor voor hoofdstuk (dvd)/nummer
(video-cd) .................................................. 26
Snel voor- en achterwaarts zoeken .................. 26
Herhaalde weergave ...................................... 27
Sturing van een dvd-wisselaar ........................27
2
Werking van het navigatiesysteem (optioneel)
De navigatiemodus aanschakelen .................. 28
Onderbrekingsfunctie (NAV. MIX) .............. 28
Onderbrekingsfunctie (NAV. MIX OUT) .... 28
Werking van MobileHub™ Link (optioneel)
Wat is de MobileHub™ Link ........................ 29
Telefoonmodus aan- en uitschakelen ............ 29
Binnenkomende oproepen.............................. 29
Telefoneren .................................................... 30
Telefoneren met de snelkeuzetoetsen........ 30
Telefoneren met nummers uit het
telefoonboek .............................................. 30
Telefoneren met de uitgaande historiek .... 30
Telefoneren met de binnenkomende historiek ....
31
Een oproep tot stand brengen met de historiek
van de binnenkomende gemiste oproepen .. 31
SMS (Short Message Service)
zenden/ontvangen ...................................... 31
Oproepontvangstmethode instellen................ 31
Andere nuttige functies
Afbeelding titel/tekst...................................... 32
Disks/zenders benoemen................................ 33
Cd-titel/zendernaam wissen .......................... 33
De lage tonen instellen .................................. 34
De hoge tonen instellen.................................. 35
Faseomschakeling .......................................... 36
Aan- en uitschakelen van de functie
Loudness .................................................. 36
Aan- en uitschakelen van de functie Defeat .. 36
Regelen van de verlichting ............................ 37
Regelen van de beeldhelderheid .................... 37
Regelen van de beeldkleur ............................ 37
Regelen van de beeldtint................................ 38
De achtergrondkleur van het scherm instellen
(DAY/NIGHT) .......................................... 38
De achtergrondkleur van het scherm
automatisch omschakelen.......................... 38
Scrollen .......................................................... 39
Instellen van het automatisch openen/sluiten
van de monitor .......................................... 39
Aan- en uitschakelen van de aanwijzing met
geluid ........................................................ 40
Instellen van de tijdafbeelding ...................... 40
Afbeelding van de tijd.................................... 40
Instellen van de tijd........................................ 40
Tijd automatisch instellen .............................. 41
De externe uitbreidingsbox instellen.............. 41
Selecteren van de monitor achterin................ 41
Instellen van de externe ingang...................... 42
Instellen voor/achter/subwoofer
voorversterkeruitgang van de externe
uitbreidingsbox .......................................... 43
Afbeelden van de
spectrumanalysator .................................... 43
Omschakelen van de tunermodus .................. 44
Het basisvolume van bronsignalen regelen.... 44
Aan- en uitschakelen van de subwoofer ........ 44
Aan- en uitschakelen van de functie Mute .... 45
De radiofrequenties voor elk land wijzigen .. 45
Omschakelen van de diskmodus.................... 45
Werking van een externe audioprocessor
(optioneel).................................................. 46
Simultane werking ........................................ 46
De afbeeldingsmodus omschakelen .............. 47
Werking met gesloten monitordisplay .......... 48
Informatie
Bij problemen ................................................ 49
Specificaties .................................................. 50
Installatie en aansluitingen
Waarschuwing................................................ 51
Opgelet .......................................................... 51
Voorzorgen .................................................... 51
Installatie........................................................ 52
Aansluitingen ................................................ 54
STOP ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK INDIEN ER ZICH EEN PROBLEEM VOORDOET.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel veroorzaken. Breng het toestel voor herstelling binnen bij uw erkende Alpine­verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
HOUD UW VINGERS OP EEN VEILIGE AFSTAND TERWIJL HET MOTORGESTUURDE FRONTPANEEL OF DE BEWEGENDE MONITOR IN BEWEGING IS.
Niet-naleving van deze aanwijzing kan lichamelijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
VOORZORGEN
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in de wagen tussen +45°C en 0°C bedraagt voor u het toestel inschakelt.
Onderhoud
Probeer in geval van problemen nooit om zelf het toestel te herstellen. Breng het toestel voor herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
Plaats van de installatie
Zorg ervoor dat de CVA-1004R niet wordt geïnstalleerd op een plaats die blootgesteld is aan:
Rechtstreeks zonlicht en warmte
Hoge vochtigheid en water
Te veel stof
Te veel trillingen
Behandeling van het afneembare voorpaneel
Niet blootstellen aan regen of water.
Niet laten vallen of aan schokken onderwerpen.
GEBRUIK GEEN FUNCTIES DIE UW AANDACHT KUNNEN AFLEIDEN VAN HET RIJDEN.
Functies die langdurig uw aandacht vereisen mag u slechts uitvoeren nadat de wagen volledig tot stilstand werd gebracht. Parkeer de wagen op een veilige plek alvorens deze functies uit te voeren. Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
STEL HET GELUIDSNIVEAU ZODANIG IN, DAT U TIJDENS HET RIJDEN NOG STEEDS DE GELUIDEN VAN BUITENAF HOORT.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval tot gevolg hebben.
HET TOESTEL NIET UIT ELKAAR NEMEN OF WIJZIGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan een ongeval, brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
GEBRUIK DIT TOESTEL ALLEEN VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik van het toestel voor andere doeleinden dan die waarvoor het bedoeld is, kan brand, elektrische schokken of andere verwondingen veroorzaken.
GEBRUIK ZEKERINGEN MET DE JUISTE STROOMSTERKTE.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
VENTILATIEOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET AFSTOPPEN.
Hierdoor kan binnen in het toestel een zodanig intense hitte ontstaan dat er brand uitbreekt.
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Niet-naleving van deze aanwijzingen kan letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.
KLEINE VOORWERPEN, BIJVOORBEELD BATTERIJEN, BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Het inslikken ervan kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Indien dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
GEBRUIK HET APPARAAT ALLEEN IN AUTO'S MET EEN 12-VOLT-ACCU MET NEGATIEVE AARDING.
(Als u hier niet zeker van bent, vraag het dan na bij uw dealer.) Niet-naleving van deze aanwijzingen kan brand of andere nare gevolgen hebben.
3
WAARSCHUWING
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Niet-naleving van de aanwijzingen kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben.
OPGELET
Dit symbool wijst op belangrijke aanwijzingen. Het niet naleven van deze aanwijzingen kan verwondingen of materiële schade veroorzaken.
WAARSCHUWING
De werking van een aantal functies van dit toestel is heel complex. Precies daarom werden deze functies ondergebracht in een speciaal scherm. Ze zijn slechts operationeel als de wagen geparkeerd staat. Zo blijft de aandacht van de bestuurder op de weg gericht en niet op de CVA-1004R. Dit biedt de bestuurder en de inzittenden meer veiligheid. De schermen Titelinvoer en SETUP kunnen niet geactiveerd worden tijdens het rijden. De wagen moet geparkeerd staan en de handrem moet opgetrokken zijn om de procedure te kunnen uitvoeren die beschreven staat in de gebruiksaanwijzing. Deze procedures kunnen niet worden uitgevoerd terwijl u rijdt. De waarschuwing CANT OPERATE WHILE DRIVING wordt gedurende 5 seconden afgebeeld als getracht wordt deze verrichtingen uit te voeren tijdens het rijden. Dit is eveneens van toepassing op de selectie van bronnen vanaf de optionele afstandsbediening. Als de wagen geparkeerd is, wordt de bron gekozen volgens de procedure die beschreven staat in de gebruiksaanwijzing.
Toestellen van Alpine die uitgerust zijn met de AI-NET­bus en aangesloten zijn op de CVA-1004R, kunnen vanaf de CVA-1004R worden bediend. Afhankelijk van de aangesloten producten zullen de functies en de afbeeldingen variëren. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen.
4
WAARSCHUWING
5
HET MONITORDISPLAY IS OPEN
HET MONITORDISPLAY IS GESLOTEN
wordt afgebeeld op het subdisplay
wordt afgebeeld op het monitordisplay
CD-wisselaar
WHAT IS LOVE?
BEST SELECTION/ALPINE
HET MONITORDISPLAY IS GESLOTEN
wordt afgebeeld op het subdisplay
Inleiding
De meeste functies van dit toestel kan u met open of gesloten monitordisplay uitvoeren. Voor meer details over de functies die u met gesloten monitordisplay kan uitvoeren, zie pagina 48.
Basiswerking
6
Frontpaneel monteren
Plaats eerst de rechter kant van het frontpaneel in het toestel. Zet de inkeping op het frontpaneel op eenzelfde lijn met het vooruitstekende deel op de hoofdeenheid.
Druk op de linker kant van het frontpaneel tot het stevig in het toestel vastzit.
OPMERKING
Voor u het frontpaneel terugplaatst, dient u na te gaan of er geen vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of er geen vreemd voorwerp tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
Ingebruikneming
Meteen nadat u het toestel heeft geïnstalleerd of aangeschakeld, dient u het te initialiseren. Hiertoe verwijdert u eerst het afneembare frontpaneel. Achter het frontpaneel, rechts van de connector, bevindt zich een kleine opening. Achter deze opening vindt u de reset­schakelaar; druk hierop met een potlood of een ander puntig voorwerp om de initialisatie af te ronden.
¡
Compatibiliteit met radiobedieningstoetsen op het stuur
Als uw wagen is uitgerust met radiobedieningstoetsen aan het stuur, kan het zijn dat er een optionele stuurinterface beschikbaar is voor de aansluiting van uw Alpine-radio. Neem contact op met uw Alpine­dealer voor meer inlichtingen.
¡
Bedienbaar met afstandsbediening
U kan dit toestel bedienen met een optionele Alpine-afstandsbediening. Raadpleeg uw Alpine-dealer voor meer inlichtingen. Richt de zender van de optionele afstandsbediening op de sensor van de afstandsbediening.
U kan de afstandsbediening ook gebruiken als het monitordisplay gesloten is.
¡
De CVA-1004R is niet compatibel met MD, audiocassettes en wisselaars voor 3 cd’s.
2
1
Frontpaneel verwijderen
Houd de SOURCE/PWR toets (aan- en uit-toets) minstens 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Druk op de toets (loskoppelen) onderaan links tot het frontpaneel uit het toestel springt.
Neem het frontpaneel vast aan de linkerzijde en verwijder het.
OPMERKINGEN
Het frontpaneel kan warm worden (vooral de aansluitpunten). Dit wijst niet op een slechte werking.
Plaats het frontpaneel in het meegeleverde draagetui.
3
2
1
SOURCE/PWR
OPEN/CLOSE
w
q
RESET-schakelaar
Sensor van de afstandsbediening
Sensor van de afstandsbediening
Bij open monitordisplay.
Bij gesloten monitordisplay.
Basiswerking
7
De monitor verhogen
Druk op de OPEN/CLOSE toets en houd MUTE op de optionele afstandsbediening ingedrukt. Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch wordt verhoogd.
OPMERKINGEN
De CVA-1004R is een ultraprecies toestel. Manipuleer het voorzichtig om lange tijd van zijn uitzonderlijke eigenschappen te kunnen genieten.
Als de monitor een obstakel raakt terwijl hij wordt verhoogd, onderbreekt het toestel onmiddellijk de opwaartse beweging van de monitor. Als dit gebeurt, verwijdert u het obstakel en drukt u opnieuw op de
OPEN/CLOSE toets om de monitor
verder te verhogen.
Als de beweeglijke monitor open is, mag u er geen voorwerpen op plaatsen en moet u ervoor zorgen dat u de monitor niet stoot of er druk op uitoefent. Dit kan het mechanisme beschadigen.
Bij een lage omgevingstemperatuur kan het zijn dat het display enige tijd wat donkerder is meteen nadat de stroom werd aangeschakeld. Zodra het LCD opgewarmd is, zal het display opnieuw normaal worden.
Voor uw eigen veiligheid kan een aantal functies van het toestel niet uitgevoerd worden terwijl de wagen rijdt. Breng uw wagen tot stilstand op een veilige plek en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
Als u AUX of NAVI als de bron selecteert zonder verbinding met de CVA-1004R, kan er een geluid worden geproduceerd als u de monitor opent. Dit wijst niet op een defect.
De monitor verlagen
Druk op de OPEN/CLOSE toets en houd MUTE op de optionele afstandsbediening ingedrukt. Het toestel laat 3 geluidssignalen horen, waarna de monitor automatisch verlaagd wordt.
OPMERKINGEN
De CVA-1004R is een ultraprecies toestel. Manipuleer het voorzichtig om lange tijd van zijn uitzonderlijke eigenschappen te kunnen genieten.
Als de monitor een obstakel raakt terwijl hij wordt verlaagd, onderbreekt het toestel onmiddellijk de neerwaartse beweging van de monitor. Als dit gebeurt, verwijdert u het obstakel en drukt u opnieuw op de
OPEN/CLOSE toets om de monitor verder te verlagen.
Als u AUX of NAVI als de bron selecteert zonder verbinding met de CVA-1004R, kan er een geluid worden geproduceerd als u de monitor sluit. Dit wijst niet op een defect.
De openingsstand van de monitor selecteren
Houd de OPEN/CLOSE toets minstens 2 seconden ingedrukt terwijl de monitor verhoogd wordt. Telkens u op deze toets drukt, wordt de monitor naar voor of naar achter geschoven.
1
De open positie van de monitor kan op 2 posities worden geregeld.
1
1
Voeding aan- en uitschakelen
Druk op de SOURCE/PWR toets (aan- en uit­toets) om het toestel aan te schakelen. Het openingsscherm verschijnt automatisch op het monitordisplay.
OPMERKING
Het toestel kan aangeschakeld worden door op gelijk welke andere toets te drukken, behalve de toetsen OPEN/CLOSE, TITLE en TILT .
Het volume stijgt geleidelijk aan naar het vorige niveau waarnaar u luisterde voor het toestel werd uitgeschakeld. Houd de
SOURCE/PWR
toets (aan- en uit-toets) meer dan 2 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
OPMERKINGEN
Nadat het toestel werd uitgeschakeld, blijft het beeld nog even lichtjes op het display staan. Dit is een normaal effect dat inherent is aan de LCD­technologie.
Bij koude temperaturen kan het contrast van het scherm tijdelijk wat minder scherp zijn. Na een korte opwarmtijd wordt het contrastniveau echter weer normaal.
De CVA-1004R verbruikt zelfs in gesloten toestand wat stroom. Als het geschakelde stroomsnoer (ontsteking) van de CVA-1004R rechtstreeks is aangesloten op de positieve (+) pool van de autobatterij, kan dit leiden tot een ontlading van de batterij. Is dit stroomsnoer niet geschakeld, dan dient het losgekoppeld te worden van de batterijpool als de auto lange tijd niet wordt gebruikt. Er kan een afzonderlijk verkochte SPST (Single-Pole, Single-Throw) -schakelaar worden toegevoegd om deze procedure te vergemakkelijken. U zet deze schakelaar dan gewoon uit als u de wagen verlaat. Voor u de CVA-1004R opnieuw gebruikt, zet u de SPST-schakelaar aan. Voor de aansluiting van de SPST-schakelaar verwijzen we naar “Aansluitschema van SPST-schakelaar” op pagina 53.
Een aantal functies van het toestel kan niet uitgevoerd worden terwijl de wagen rijdt. Breng uw wagen tot stilstand op een veilige plek en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
1
Een aantal functies van het toestel kan niet worden uitgevoerd terwijl de wagen rijdt. Breng uw wagen tot stilstand op een veilige plek en trek de handrem op alvorens deze functies uit te voeren.
Basiswerking
8
Regeling volume/balans (links­rechts)/fader (voor-achter)
Druk herhaaldelijk op de MODE-draaiknop om de gewenste modus te kiezen. Door herhaaldelijk te drukken selecteert u achtereenvolgens de volgende modi:
NAV.Level: 0~15 Subwoofer: 0~15 Balance: L15~R15 Fader: R15~F15 Volume: 0~35
OPMERKING
Als u de MODE-draaiknop niet binnen 5 seconden draait nadat u de modi BALANCE, FADER, NAV. Level of SUBWOOFER heeft geselecteerd, zet het toestel zich automatisch in de VOLUME-modus.
*1 Als de SUBWOOFER is ingesteld op OFF (pagina 44),
kan het niveau van de subwoofer niet worden aangepast.
*2 Als de NAV. MIX-modus is ingesteld op OFF (pagina
28), kan het niveau niet worden aangepast.
Draai aan de MODE-draaiknop tot u in elke modus de gewenste klank bekomt.
Geluid dempen
Druk op de MUTE/SETUP toets om de dempingsmodus te activeren. Het geluidsniveau zakt met 20 dB. Druk opnieuw op de MUTE/SETUP toets om terug te keren naar het vorige geluidsniveau.
1
Als u deze functie activeert, wordt het volumeniveau meteen met 20 dB verlaagd.
2
1
Regeling van de kijkhoek van de monitor
Druk op de TILT toets om de hoek van het monitordisplay te regelen, zodat het scherm in de beste kijkstand staat. Telkens u op de toetsen drukt, laat het toestel een geluidssignaal horen en schakelt de schermhoek om tussen 40 en 105 graden. Houdt u de
TILT of toets minstens 2 seconden ingedrukt, dan blijft de monitorhoek veranderen tot u de toets loslaat.
OPMERKINGEN
Als de monitor een obstakel raakt tijdens de regeling
van de kijkhoek, stopt het toestel onmiddellijk het scherm. Als dit gebeurt, verwijdert u het obstakel en drukt u opnieuw op de TILT of toets.
De kleur van het scherm varieert al naargelang van de
kijkhoek. Pas de schermhoek aan voor de best mogelijke kijkstand.
Als de voltage van de autobatterij laag is, kan het zijn
dat het scherm knippert wanneer de schermhoek veranderd wordt. Dit is volkomen normaal en wijst niet op een defect.
OPGELET
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden. Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een defect. Het oppervlak niet aanraken.
1
Pas de monitorhoek aan voor een optimale zichtbaarheid.
MUTE/SETUP TILT
MODE (encoder-draaiknop)
NAV*1 SUB-W*2 BAL FAD VOL
Werking van de radio
9
Automatisch zenders zoeken
Druk op de SOURCE/PWR toets tot een radioband en een frequentie in het display verschijnen.
Druk herhaaldelijk op de BAND/TEL. toets tot de gewenste radioband afgebeeld wordt. Bij elke druk op de knop verandert de frequentiebandinstelling als volgt:
Druk op de
TUNE/A.ME toets om de indicator DX en SEEK in het display op te lichten. Als de DX-modus (Distance) is geactiveerd, zullen zowel de sterke als de zwakke zenders afgestemd worden in de automatische zoekfunctie. Druk opnieuw op de toets om terug te keren naar de lokale modus. De indicator DX dooft en de indicator SEEK blijft opgelicht. Nu zullen enkel de sterke zenders worden afgestemd.
Druk op de of toets om automatisch respectievelijk een vorige of volgende zender te zoeken. Het toestel stemt af op de eerstvolgende zender die wordt gevonden. Druk opnieuw op dezelfde toets om de volgende zender te zoeken.
Handmatig opslaan van voorkeuzezenders
Selecteer de radioband en stem af op de radiozender die u in het geheugen van de voorkeuzezenders wilt opslaan.
Houd minstens 2 seconden een van de toetsen (1 tot 6) van de voorkeuzezenders, waarin u de zender wenst op te slaan, ingedrukt. De gekozen zender is nu in het geheugen opgeslagen. Het display toont de opgeslagen frequentieband, het preselectienummer en de zenderfrequentie die in het geheugen zijn opgeslagen.
Herhaal deze procedure om tot 5 andere zenders op dezelfde band op te slaan. Om deze procedure te gebruiken voor andere frequentiebanden, selecteert u gewoon de gewenste band en herhaalt u de procedure. In totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het geheugen van de voorkeuzezenders (6 zenders per band: FM1, FM2, FM3, MW of LW).
OPMERKING
Als onder een voorkeuzezender reeds een zender werd opgeslagen, zal worden gewist en zal de nieuwe zender worden opgeslagen.
3
2
1
4
3
2
1
Voorbeeld van een scherm in radiomodus
Manuele afstemming
Druk op de SOURCE/PWR toets tot een radioband en een frequentie in het display verschijnen.
Druk herhaaldelijk op de
BAND/TEL. toets tot de gewenste radioband afgebeeld wordt. Bij elke druk op de knop verandert de frequentiebandinstelling als volgt:
Druk herhaaldelijk op de
TUNE/A.ME toets tot “DX SEEK” en “SEEK” van het display verdwijnen.
OPMERKING
De beginmodus is DX SEEK.
Druk op de of toets om respectievelijk met één stap achter- of voorwaarts de frequenties te doorlopen tot de gewenste zenderfrequentie wordt afgebeeld.
OPMERKING
De indicator STEREO verschijnt op het display als wordt afgestemd op een FM-stereozender.
4
3
2
1
SOURCE/ PWR
BAND/TEL.
TUNE/ A.ME
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6)
Volumeniveau
Tijd
Geselecteerde bron
Status van de huidige instelling
Frequentie van de huidige zender
Nummer van de voorkeuzezendertoets van de opgeslagen zender
Zendertitel
FM1 FM2 FM3 MW LW
FM1 FM2 FM3 MW LW
Werking van de radio
10
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk op de SOURCE/PWR toets om de radiomodus te selecteren.
Druk herhaaldelijk op de
BAND/TEL. toets tot
de gewenste radioband afgebeeld wordt.
Druk op de
voorkeuzezendertoets waaronder de gewenste zender werd opgeslagen. Het display toont de opgeslagen frequentieband, het preselectienummer en de frequentie van de gekozen zender.
Een zender uit de lijst kiezen
Als het monitordisplay open staat, houdt u de encoder-draaiknop minstens 2 seconden ingedrukt. De titellijst verschijnt.
Druk op de of toets om een zender uit de lijst te kiezen.
Druk op de
encoder-draaiknop om af te stemmen op de geselecteerde zender.
OPMERKING
Om de titellijst te verbergen, houdt u de encoder­draaiknop
minstens 2 seconden ingedrukt.
3
2
1
U kan een lijst oproepen van uw voorkeuzezenders (zie "Disks/zenders benoemen" op pagina 33), waarna u een zender uit deze lijst kan kiezen.
3
2
1
Automatisch opslaan van voorkeuzezenders
Druk op de SOURCE/PWR toets om de radiomodus te selecteren.
Druk herhaaldelijk op de
BAND/TEL. toets tot
de gewenste radioband afgebeeld wordt.
Houd de toets
TUNE/A.ME minstens 2 seconden ingedrukt. De frequentie op het display blijft veranderen tijdens de automatische opslag in het geheugen. De tuner zoekt automatisch naar de 6 sterkste zenders in de geselecteerde frequentieband. De zenders worden opgeslagen onder de voorkeuzezendertoetsen 1 tot 6 (volgens signaalsterkte). Als de automatische opslag in het geheugen rond is, gaat de tuner naar de zender die werd opgeslagen onder voorkeuzezendertoets 1.
OPMERKING
Als geen zenders werden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
3
2
1
SOURCE/ PWR
BAND/TEL. TUNE/A.ME
Encoder­draaiknop
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
Werking van RDS
11
Druk op de FUNC toets om de normale modus te activeren. De FUNC-indicator dooft.
TIPS
Wanneer het toestel het signaal PTY31 (nooduitzending) ontvangt, zal het automatisch
ALARM afbeelden in het display.
De digitale RDS-gegevens omvatten de volgende informatie:
PI Programma-identificatie PS Programmaservicenaam AF Lijst van de alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersberichten PTY Programmatype EON Verbeterde andere netwerken R.TEXT Radiotekstinformatie CT Tijdklok
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de FUNC toets, zodat de FUNC-indicator in het subdisplay verschijnt. Om deze handeling uit te voeren met een geopend monitordisplay, drukt u enkel op de FUNC toets als de FUNC-indicator rood oplicht in het monitordisplay.
Druk op de toets
I/AF om de RDS-modus in werking te stellen. Het display toont AF wanneer de RDS­modus ingeschakeld is.
Druk op de FUNC toets om de normale modus te activeren. De FUNC-indicator dooft.
Als de FUNC-indicator gedoofd is, drukt u op de voorkeuzezendertoets waaronder de gewenste RDS-zender werd opgeslagen. Als het signaal van de voorkeuzezender verzwakt, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daarop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF-lijst niet kunnen worden ontvangen. Als de instelling PI SEEK is aangeschakeld (zie Instellen van het zoeken volgens programma­identificatie (PI SEEK) op pagina 12), zoekt het toestel naar een andere zender in de PI-lijst. Als er nog geen zenders kunnen worden ontvangen in de regio, beeldt het toestel de frequentie af van de voorkeuzezender en verdwijnt de indicator van de voorkeuzezender.
Als het signaalniveau van de lokale zender waarop afgestemd wordt, te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde voorkeuzezendertoets om af te stemmen op een lokale zender in een andere regio.
OPMERKING
Raadpleeg het hoofdstuk Radiofuncties voor de instelling van de RDS-voorkeuzezenders. RDS-zenders kunnen enkel vooraf worden ingesteld in de banden FM1, FM2 en FM3.
5
4
3
2
1
5
RDS-ontvangstmodus instellen en RDS-zenders ontvangen
Druk op de FUNC toets, zodat de FUNC­indicator in het subdisplay verschijnt. Om deze handeling uit te voeren met een geopend monitordisplay, drukt u enkel op de
FUNC toets als de FUNC-indicator rood oplicht in het monitordisplay.
Druk op de toets
1/AF om de RDS-modus in
werking te stellen.
Druk op de of toets om af te stemmen op de gewenste RDS-zender.
Druk opnieuw op de toets
1/AF om de RDS-
modus uit te schakelen.
4
3
2
1
RDS (Radio Data System) is een radio­informatiesysteem dat gebruik maakt van de 57 kHz onderdraaggolf van normale FM­uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zendernamen, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
Voorkeuzezendertoetsen (1 tot en met 6)
FUNC
1/AF
Werking van RDS
12
Verkeersinformatie ontvangen
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de modus voor verkeersinformatie te activeren.
Druk op de of toets om de gewenste zender met verkeersinformatie te selecteren. Als wordt afgestemd op een zender met verkeersinformatie, licht de TP-indicator op.
De verkeersinformatie is alleen hoorbaar op het moment dat ze wordt uitgezonden. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by. Als dan verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het toestel deze automatisch en wordt op het display tijdens de uitzending van de verkeersinformatie “T.INFO” afgebeeld (op het subdisplay wordt gedurende 2 seconden “TRF-INFO” afgebeeld, waarna het terugkeert naar de vorige afbeelding).
Aan het einde van de uitzending van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar stand-by.
Druk op de
T.INFO/ANNC. toets om de normale
modus te activeren.
OPMERKINGEN
Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau daalt, blijft het toestel 1 minuut in de ontvangstmodus. Als het signaal langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de “T.INFO” indicator knipperen.
Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luisteren, druk dan licht op de
T.INFO/ANNC. toets
om dat verkeersbericht over te slaan. De T.INFO modus blijft geactiveerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd tijdens de ontvangst van verkeersinformatie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersinformatie wordt ontvangen, zal het volumeniveau automatisch worden aangepast aan het opgeslagen niveau.
In de T.INFO modus selecteert de automatische zoekfunctie enkel TP-zenders.
3
2
1
Regionale (lokale) RDS­zenders ontvangen
Als het monitordisplay open staat, houdt u de MUTE/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het SETUP scherm verschijnt.
Druk op
voorkeuzezendertoets 4 om de RDS­instelmodus te activeren. Druk nogmaals op de voorkeuzezendertoets 4 om REGIONAL te selecteren.
Druk op de of toets om de REG modus aan of uit te schakelen. In de modus REG OFF blijft het toestel automatisch de overeenkomstige lokale RDS-zenders ontvangen.
Om een andere instelling te selecteren drukt u op de
voorkeuzezendertoets 4 of een andere
voorkeuzezendertoets.
Als de instelling is beëindigd, drukt u op de MUTE/SETUP toets om terug te keren naar de normale modus.
Instellen van het zoeken volgens programma-identificatie (PI SEEK)
Als het monitordisplay open staat, houdt u de MUTE/SETUP toets minstens 2 seconden ingedrukt. Het SETUP scherm verschijnt.
Druk op
voorkeuzezendertoets 4 om de RDS­instelmodus te activeren. Druk opnieuw op voorkeuzezendertoets 4 om PI SEEK te selecteren.
Druk op de of toets om PI SEEK aan of uit te schakelen. Om een andere instelling te selecteren drukt u op de
voorkeuzezendertoets 4 of een andere
voorkeuzezendertoets.
Als de instelling beëindigd is, drukt u op de MUTE/SETUP toets om terug te keren naar de normale modus.
4
3
2
1
4
3
2
1
MUTE/SETUP
Voorkeuzezendertoets 4
FUNC
T.INFO/ ANNC.
2/PTY
Werking van RDS
13
Verkeersinformatie ontvangen tijdens de weergave van een cd of een radio-uitzending
Druk herhaaldelijk op de T.INFO/ANNC. toets tot de T.INFO indicator op het display verschijnt.
Druk op de
of
toetsen om desgewenst een zender met verkeersinformatie te selecteren.
Aan het begin van de verkeersinformatie dempt het toestel automatisch het volume van de cd-speler of van de gewone FM-uitzending.
Aan het einde van de verkeersinformatie keert het toestel automatisch terug naar de originele bron waarnaar u luisterde voor de uitzending van de verkeersinformatie.
Wanneer er geen verkeersinformatiezenders kunnen worden ontvangen:
In de tunermodus:
Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, gaat na 1 minuut de T.INFO indicator knipperen.
In de cd-modus:
Als het TP-signaal niet meer kan worden ontvangen, wordt automatisch een zender met verkeersinformatie van een andere frequentie geselecteerd.
OPMERKING
De ontvanger is uitgerust met de EON-functie teneinde bijkomende alternatieve frequenties bij te houden in de AF-lijst. Tijdens de ontvangst van een RDS EON-zender toont het display de indicator EON. Als de ontvangen zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante zender die de verkeersinformatie wel uitzendt.
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de modus voor verkeersinformatie uit te schakelen. De T.INFO indicator verdwijnt.
OPMERKING
Het toestel schakelt automatisch over naar een verkeersbericht, ook al luistert u naar een andere bron dan de radio of cd-speler (bijv. dvd-speler).
3
2
1
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Druk op de FUNC toets, zodat de FUNC­indicator in het subdisplay verschijnt. Om deze handeling uit te voeren met een geopend monitordisplay, drukt u enkel op de
FUNC toets als de FUNC-indicator rood oplicht in het monitordisplay.
Druk op de
2/PTY toets om de PTY-modus te activeren terwijl het toestel in FM-radiomodus staat. Het programmatype van de ontvangen zender wordt 5 seconden lang afgebeeld. Als er geen programmatype kan worden ontvangen, wordt 2 seconden lang NO PTY afgebeeld.
OPMERKING
Als u niet op een toets drukt binnen de 5 seconden nadat u op de
2/PTY toets heeft gedrukt, wordt de PTY-modus
automatisch uitgeschakeld.
Druk op de
of
toets binnen de 5 seconden nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te selecteren terwijl PTY wordt afgebeeld. Telkens u op deze toets drukt, wordt het volgende programmatype afgebeeld.
Druk op de
2/PTY toets binnen de 5 seconden nadat u het programmatype heeft geselecteerd, om een zender te zoeken in het geselecteerde programmatype.
In het subdisplay knippert de indicator van het gekozen programmatype tijdens het zoeken, en licht hij op wanneer een zender wordt gevonden. In het monitordisplay wordt tijdens het zoeken PTY SEEK afgebeeld en verschijnt de naam van het huidige programmatype als een zender wordt gevonden.
Indien er geen PTY-uitzending wordt gevonden, toont het display gedurende 2 seconden NO PTY”.
Druk op de
FUNC toets om de normale modus te activeren. De FUNC-indicator dooft.
5
4
3
2
1
LIGHT M CLASSICS OTHER M
Werking van RDS
14
Druk opnieuw op de 3/P.PTY toets om de modus PRIORITY PTY te activeren.
Om het programmatype te wijzigen, voert u stap 3 uit.
Om de modus PRIORITY PTY uit te schakelen, houdt u de
3/P.PTY toets minstens
2 seconden ingedrukt.
OPMERKING
In de modus PRIORITY PTY wordt het volume niet automatisch verhoogd, in tegenstelling tot de modus T.INFO.
Druk op de FUNC toets om de normale modus te activeren. De FUNC-indicator dooft.
Weergave
Stem af op een zender die tekstberichten verzendt.
Druk op de
TITLE toets om de modus
Radiotekst te activeren.
Op het display wordt enkele seconden R/T WAIT afgebeeld. Als de modus Scrollen van de cd-tekst is ingesteld op AUTO (zie pagina 39), wordt het tekstbericht afgerold. Als de instelling MANUAL is, wordt het scrollen geannuleerd. Dit gaat verder tot een andere actie wordt uitgevoerd.
Om de modus Radiotekst te annuleren, drukt u op de
TITLE toets.
OPMERKING
Als er geen ontvangbare tekstberichten zijn of als het toestel een tekstbericht niet correct kan ontvangen, beeldt het display No Radio Text (monitordisplay) of NO TEXT (subdisplay) af.
4
3
2
1
Deze functie maakt het mogelijk tekstberichten van een radiozender af te beelden.
5
4
Prioriteit PTY (programmatype)
Druk op de FUNC toets, zodat de FUNC­indicator in het subdisplay verschijnt. Om deze handeling uit te voeren met een geopend monitordisplay, drukt u enkel op de
FUNC toets als de FUNC-indicator rood oplicht in het monitordisplay.
Druk op de
3/P.PTY toets om de modus PRIORITY PTY te activeren. In het subdisplay wordt 2 seconden lang PRIO PTY afgebeeld, en daarna 3 seconden lang het programmatype. In het monitordisplay worden P.PTY en de naam van het huidige programmatype afgebeeld. De initiële instelling is NEWS”.
OPMERKING
Als u niet op een toets drukt binnen de 5 seconden nadat u op de
3/P.PTY toets heeft gedrukt, wordt de modus
PRIORITY PTY automatisch uitgeschakeld.
Druk binnen de 5 seconden op de
of toets terwijl NEWS wordt afgebeeld, om het gewenste programmatype te kiezen. Druk vervolgens op de
3/P.PTY toets. De functie
PRIORITY PTY wordt opnieuw ingeschakeld.
3
2
1
Met deze functie kan u een programmatype vooraf instellen (muziek, nieuws, enz.). U kan een programma van het ingestelde programmatype beluisteren, want het toestel geeft automatisch voorrang aan het ingestelde programmatype als de uitzending begint. De uitzending waarnaar u luisterde wordt dan onderbroken. Deze functie is operationeel wanneer uw toestel is ingesteld op een andere modus dan LW of MW.
TITLE
FUNC
3/P.PTY
Werking van DAB (optioneel)
15
Afbeelding kanaalnr.: De kanaalnummers van de ontvangen zenders worden afgebeeld.
Afbeelding ensemblelabel: Het ensemblelabel van de ontvangen zender wordt afgebeeld.
Afbeelding servicelabel: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna het servicelabel verschijnt als de zender wordt ontvangen.
Afbeelding componentlabel: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2 seconden, waarna het componentlabel wordt afgebeeld na ontvangst van de zender.
Afbeelding dynamisch label: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2 seconden, waarna het dynamisch label wordt afgebeeld na ontvangst van de zender.
OPMERKING
Als u DAB gebruikt, kan u een gewenst ensemble selecteren, dat één of meer services kan omvatten, die elk kunnen worden ontvangen. Bovendien bevat elke service een servicecomponent, die op zijn beurt een aantal primaire of secundaire services bevat, afhankelijk van de servicecomponent. Verschillende soorten services kunnen dus worden geselecteerd.
De DAB-ontvanger gebruiken om automatisch ensembles te zoeken
Druk op de SOURCE/PWR toets om DAB te selecteren.
Druk op de
BAND/TEL toets om DAB1, DAB2 of
DAB3 te selecteren.
Als u de
of
toets minstens 2 seconden ingedrukt houdt terwijl u DAB1, 2 of 3 ontvangt, wordt automatisch naar ensembles gezocht. Door de modus te selecteren in de paragraaf De afbeeldingsmodus wijzigen (pagina 19), toont het display als volgt de status van de ontvangen zenders:
3
2
1
DAB (Digital Audio Broadcasting) biedt een uitstekende geluidskwaliteit, zelfs in een rijdende wagen. Men kan verschillende soorten informatie ontvangen, zoals weerbericht en verkeersinformatie, en informatie bekijken die door de zenders wordt uitgestuurd. Dringende uitzendingen of aankondigingen kunnen ook een lopende uitzending onderbreken.
OPMERKINGEN
Als u de DAB ontvangerbox TUA-T100DAB (afzonderlijk verkocht) aansluit, kan u DAB gebruiken voor de ontvangst van de zender.
Cd-geluidskwaliteit it is mogelijk met DAB­uitzendingen, maar de kwaliteit kan verschillend zijn van service tot service.
Sommige zenders voeren mogelijk testuitzendingen uit.
Als de DAB-ontvangst zwak is, kan u een metaalachtig geluid horen. Dit wijst niet op een defect.
SOURCE/PWR
BAND/TEL.
Werking van DAB (optioneel)
16
De service opslaan
Selecteer de service die u in het geheugen wenst op te slaan.
Druk minstens 2 seconden op een van de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6) terwijl de FUNC-indicator dooft. De geselecteerde service wordt opgeslagen in het geheugen.
Om nog meer services in het geheugen op te slaan, herhaalt u stappen 1 en 2.
OPMERKINGEN
U kan tot 18 zenders (6 zenders voor elke frequentieband: DAB1, DAB2, DAB3) in het geheugen opslaan.
Als u een voorkeuzezendertoets kiest waarin reeds een service is opgeslagen, wordt de vorige instelling vervangen door de nieuwe service.
Als u geen DAB ontvangt, is de service niet opgeslagen in het geheugen. (Sla de service op in het geheugen als de DAB-ontvangst goed is.)
De opgeslagen service ontvangen
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste frequentieband te selecteren.
Druk op een van de
voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6). De geselecteerde service wordt ontvangen. Door de modus te selecteren in de paragraaf De afbeeldingsmodus wijzigen (pagina 19), toont het display als volgt de status van de ontvangen zenders:
Afbeelding kanaalnr.: De kanaalnummers van de ontvangen zenders worden afgebeeld.
Afbeelding ensemblelabel: Het ensemblelabel van de ontvangen zender wordt afgebeeld.
Afbeelding servicelabel: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna het servicelabel verschijnt als de zender wordt ontvangen.
Afbeelding componentlabel: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2 seconden, waarna het componentlabel wordt afgebeeld na ontvangst van de zender.
Afbeelding dynamisch label: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2 seconden, waarna het dynamisch label wordt afgebeeld na ontvangst van de zender.
OPMERKING
Als u de secundaire servicecomponent ontvangt, slaat u de service op in het geheugen, maar als u deze opgeslagen service oproept, wordt de primaire servicecomponent opgeroepen.
2
1
3
2
1
De service wijzigen
Terwijl u het ensemble ontvangt, drukt u kort op de
of
toets, waarna u de gewenste service kiest. Het label van de gekozen service wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna het toestel terugkeert naar de informatie die werd geselecteerd in de paragraaf De afbeeldingsmodus wijzigen (pagina 19).
De servicecomponent wijzigen
Druk op de FUNC toets om de FUNC-indicator aan te schakelen.
Druk op
voorkeuzezendertoets 4 om te kiezen tussen de primaire en secundaire servicecomponent. Telkens u op deze toets drukt, wordt de selectie omgewisseld. Het componentlabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna het toestel terugkeert naar de informatie die werd geselecteerd in de paragraaf De afbeeldingsmodus wijzigen (pagina 19).
OPMERKING
Als een service over een secundaire servicecomponent beschikt, knippert de indicator “S” op het display, de indicator “P” gaat aan. Als de secundaire servicecomponent wordt ontvangen, blijft de indicator S aan, maar de indicator P gaat uit.
2
1
U kan de audioservices van de servicecomponent omwisselen tussen de primaire en secundaire service als u naar een audioservice luistert die een secundaire servicecomponent heeft.
1
Services worden ontvangen binnen het ensemble dat u momenteel ontvangt.
BAND/TEL. TUNE/A. ME
Voorkeuzetoetsen (1 tot en met 6)
FUNC
T.INFO/ ANNC.
2/PTY
Voorkeuze­zendertoets 4
Werking van DAB (optioneel)
17
Zenders zoeken volgens programmatype (PTY)
Druk op de FUNC toets en de FUNC-indicator gaat aan.
In de radiomodus (DAB-ontvangst) drukt u op de 2/PTY toets om naar de PTY-selectiemodus te gaan.
Druk op de
of
toets om het gewenste
programmatype te selecteren.
Als u een programmatype heeft geselecteerd en als de FUNC-indicator aan is, drukt u op de 2/PTY toets om naar de PTY-zoekmodus te gaan. Het geselecteerde programmatype wordt gezocht.
OPMERKING
Om de PTY-zoekmodus te annuleren en terug te keren naar de PTY-selectiemodus tijdens de PTY-zoekfunctie, drukt u op de
2/PTY, of toets.
Als de zender wordt ontvangen, wordt het ontvangen programmatype gedurende 5 seconden afgebeeld. Indien er geen PTY­uitzending wordt gevonden, toont het display gedurende 2 seconden NO PTY”.
OPMERKING
Deze functies kunnen enkel worden uitgevoerd voor services binnen een ensemble.
Verkeersmeldingen aan­/uitschakelen
Druk op de T.INFO/ANNC. toets om de verkeersinformatie aan- en uit te schakelen.
OPMERKINGEN
U kan tegelijk ook de RDS-zenders instellen.
U kan deze functie ook aan- en uitschakelen in de paragraaf Berichtselectiemodus instellen op pagina
18.
1
Als u deze functie aanschakelt, kan u automatisch verkeersinformatie ontvangen.
5
4
3
2
1
Het ensemble automatisch in het geheugen opslaan
Druk op de BAND/TEL. toets om de gewenste frequentieband te selecteren.
Houd de toets
TUNE/A.ME minstens 2 seconden ingedrukt. Het ensemble wordt gezocht; zes ensembles worden automatisch ontvangen en in het geheugen opgeslagen met de voorkeuzezendertoetsen (1 tot 6). Als alle informatie in het geheugen is opgeslagen, wordt het ensemble dat het laatst in het geheugen werd opgeslagen, ontvangen.
Door de modus te selecteren in de paragraaf De afbeeldingsmodus wijzigen (zie pagina 19), toont het display als volgt de status van de ontvangen zenders:
Afbeelding kanaalnr.: De kanaalnummers van de ontvangen zenders worden afgebeeld.
Afbeelding ensemblelabel: Het ensemblelabel van de ontvangen zender wordt afgebeeld.
Afbeelding servicelabel: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna het servicelabel verschijnt als de zender wordt ontvangen.
Afbeelding componentlabel: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2 seconden, waarna het componentlabel wordt afgebeeld na ontvangst van de zender.
Afbeelding dynamisch label: Het ensemblelabel wordt gedurende 2 seconden afgebeeld, daarna het servicelabel gedurende 2 seconden, waarna het dynamisch label wordt afgebeeld na ontvangst van de zender.
OPMERKING
Als geen ensemble wordt ontvangen, gaat het toestel naar het ensemble dat u ontving voor u deze informatie in het geheugen heeft opgeslagen.
2
1
Loading...
+ 43 hidden pages