Alpine CDM-7892R User Manual [nl]

Page 1
CDM-7892R
FM/MW/LW RDS CD Receiver
Gebruiksaanwijzing
Gelieve te lezen alvorens het toestel in gebruik te nemen.
Alpine Electronics Benelux Branch Office
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-726 13 26
Page 2
Page 3
3
Inhoud
Werking van de cd-speler
Het beweeglijke display openen en sluiten Weergave Muzieksensor (Skip) Snel voor- en achterwaarts zoeken Herhaalde weergave M.I.X. (willekeurige weergave) Bediening van een cd-wisselaar (optioneel)
Gebruik van SETUP
Regeling van het niveau van de bronsignalen De tunermodus omschakelen Subwoofer aan- en uitschakelen Regeling van het frequentie-interval Instellen van de AUX-modus Demonstratie
Informatie
Bij problemen Specificaties
WAARSCHUWING
Waarschuwing Opgelet Voorzorgen
Basiswerking
Het frontpaneel verwijderen Het frontpaneel terugplaatsen Het systeem initialiseren Aan- en uitschakelen Regeling van de displayhoek Regeling volume/balans (links – rechts) / fader (voor – achter)/Defeat Dempingfunctie aan- en uitschakelen De afbeelding van het audioniveau wijzigen Regeling van de lage tonen Regeling van de hoge tonen Regeling van de ingebouwde filters Over de scheidingstijdcorrectie Bass Focus Regeling van de scheidingstijdcorrectie Regeling van de MX-modus
Werking van de radio
Manuele afstemming Afstemmen door automatisch zoeken Manueel opslaan van de voorkeuzezenders Automatisch opslaan van de voorkeuzezenders Afstemmen op voorkeuzezenders
Werking van RDS
Instellen van de RDS-ontvangst en ontvangst van RDS-zenders RDS-voorkeuzezenders oproepen Ontvangst van regionale (lokale) RDS-zenders Ontvangst van verkeersinformatie Instellen van de functie PTY (programmatype) Ontvangst van verkeersinformatie tijdens het afspelen van een cd of het beluisteren van de radio Voorrang aan het nieuws
4 4 4
6 6 6 7 7 7
7 7 8 8 8
9 10 11 11
12 12 12 13 13
14 14 14 15 15
16 16
17 17 18 18 18 18 18
19 19 19 19 20 20
21 23
Page 4
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWER­PEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor persoonlijke ver­wondingen of schade aan het toestel.
OPGELET
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek en de melding ‘OPGELET’ zijn bedoeld om de gebruiker te wijzen op belangrijke gebruiksinstructies. Het niet naleven van deze instructies kan verwondin­gen of materiële schade veroorzaken.
BIJ PROBLEMEN, HET GEBRUIK ONMIDDELLIJK STOPZETTEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor persoonlijke ver­wondingen of schade aan het toestel. Breng het product voor herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
VOORZORGEN
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in de wagen tussen +60°C en -10°C bedraagt vóór u het toestel aan­schakelt.
Vochtcondensatie
Als tijdens het afspelen van een cd de klank onre­gelmatig is, kan het zijn dat er vochtcondensatie is opgetreden. Verwijder de disk uit de lezer en wacht ongeveer een uur tot het vocht verdampt.
Beschadigde disk
Gebarsten, vervormde of beschadigde disks niet afspelen. Dit kan het leesmechanisme zwaar be­schadigen.
Onderhoud
Probeer bij problemen nooit het toestel zelf te her­stellen. Breng het voor herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek en de melding ‘WAARSCHUWING’ zijn bedoeld om de gebruiker te wijzen op belangrijke gebruiksinstruc­ties. Het niet naleven van deze instructies kan zware verwondingen of zelfs de dood tot gevolg hebben.
GEBRUIK GEEN FUNCTIES DIE UW AANDACHT KUNNEN AFLEIDEN VAN HET RIJDEN
Functies die langdurig uw aandacht vereisen mag u slechts uitvoeren nadat de wagen volledig tot stil­stand werd gebracht. Parkeer de wagen op een veilige plek alvorens deze functies uit te voeren. Zo niet kunt u ongevallen veroorzaken.
STEL HET GELUIDSNIVEAU ZODANIG IN DAT U TIJDENS HET RIJDEN NOG STEEDS DE GELUIDEN VAN BUITEN­AF HOORT.
Zo niet kunt u ongevallen veroorzaken.
HET TOESTEL NIET DEMONTEREN OF WIJZIGEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor ongevallen, brand of elektrische schokken.
GEBRUIK DIT TOESTEL ENKEL IN AUT O’S MET EEN 12 V NEGA TIEVE AARDING.
(Bij twijfel, raadpleeg uw verdeler). Zo niet bestaat er gevaar brand, enz.
KLEINE VOORWERPEN, BIJV. BATTERIJEN, BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Inslikken van dergelijke voorwerpen kan ernstige verwondingen veroorzaken. Bij inslikken, onmiddel­lijk een arts raadplegen.
GEBRUIK ZEKERINGEN MET DE JUISTE STROOM­STERKTE.
Zo niet bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken.
BLOKKEER NOOIT DE LUCHTSPLETEN OF RADIATOR­PANELEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor interne warmteaccu­mulatie, wat kan leiden tot brand.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE APPLICATIES VAN 12 V.
Gebruik van het toestel voor andere doeleinden dan die waarvoor het bedoeld is, kan brand, elektrische schokken of andere verwondingen veroorzaken.
4
Page 5
Probeer nooit het volgende
Probeer niet de disk vast te grijpen of eraan te trek­ken terwijl hij door het automatische laadmechanis­me in de speler wordt geladen. Probeer niet een disk in het toestel te laden als het uitgeschakeld is.
Disks inladen
Uw speler kan maar één disk tegelijk afspelen. Probeer niet meer dan één disk in het toestel te laden. Zorg ervoor dat de zijde met het label naar boven ligt als u de disk invoert. Een disk die niet correct werd ingevoerd, zal automatisch door de speler uitgeworpen worden. Als de speler een ver­keerd ingevoerde disk meermaals uitwerpt, drukt u met een puntig voorwerp (bijv. een balpen) op de toets RESET. Als u een disk afspeelt terwijl u over een hobbelige weg rijdt, kan dit overslag veroorza­ken, maar geen krassen op de schijf, noch schade aan het toestel.
Nieuwe disks
Als preventieve maatregel om te voorkomen dat een cd klem raakt, werpt de cd-speler automatisch disks met een onregelmatig oppervlak of disks die verkeerd werden uitgevoerd uit. Als een nieuwe disk in het toestel wordt ingevoerd en meteen wordt uitgeworpen, ga dan met je vinger even rond de binnenrand van de centrale opening en over de bui­tenrand van de disk. Voelt u onregelmatigheden op de schijf, dan zouden deze een correcte invoer kunnen belemmeren. Om de onregelmatigheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of iets derge­lijks over de binnenkant van de opening en de bui­tenrand van de disk en voert u de disk opnieuw in.
Disks met onregelmatige vorm
Zorg ervoor dat u alleen ronde disks met dit toestel gebruikt en nooit disks met een speciale vorm. Gebruik van disks met een speciale vorm kan het mechanisme beschadigen.
Plaats van de installatie
Zorg ervoor dat de CDM-7892R niet wordt geïns­talleerd op een locatie die blootgesteld is aan:
rechtstreeks zonlicht en warmte; vocht en water teveel stof; teveel trillingen.
Manipuleren van het afneembare frontpaneel
stel het niet bloot aan regen of water; laat het niet vallen en onderwerp het niet aan schokken.
Correcte manipulatie
Laat de disk niet vallen! Houd de disk bij de rand vast om geen vingerafdrukken achter te laten op het oppervlak. Gebruik geen kleefband of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
Reinigen van de disk
Vingerafdrukken, stof of vuil op de disk kunnen maken dat de cd-speler verspringt. Wrijf geregeld het diskoppervlak schoon met een zacht, proper doek, van aan het midden van de schijf naar de bui­tenkant toe. Als het oppervlak erg bevuild is, bevochtigt u een zacht, proper doek met een neutrale reinigingsoplossing en maakt u de disk hiermee schoon.
Disktoebehoren
Er bestaan op de markt heel wat accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de klankkwali­teit te verbeteren. Maar de meeste beïnvloeden de dikte en/of de diameter van de disk. Het gebruik van dergelijke toebehoren kan maken dat de disk buiten de standaardspecificaties valt en de werking verstoren. We raden u aan deze accessoires niet te gebruiken in combinatie met de Alpine cd-spelers.
5
Onregelmatigheden
aan de buitenkant
Centrale opening
Onregelmatigheden
Nieuwe disk
Doorzichtige folie
Diskstabilisator
WAARSCHUWING
Page 6
• Te bedienen op afstand
Dit toestel kan op afstand bediend worden met behulp van een optionele Alpine afstands­bediening. Gelieve voor meer details contact op te nemen met uw Alpine-verdeler. Richt de zender van de optionele afstands­bediening naar de sensor voor de afstands­>bediening.
Sensor voor de afstandsbediening
• Aansluiting mogelijk op interfacebox voor afstandsbediening
U kunt dit toestel bedienen vanaf de stuureen­heid van de wagen indien een optionele Alpine-interfacebox voor afstandsbediening werd aangesloten. Gelieve voor meer details contact op te nemen met uw Alpine-verdeler.
Het systeem initialiseren
Druk op de RESET schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, als u voor het eerst de cd-wisselaar installeert, de autobatterij heeft vervangen, enz.
Controleer of het toestel uitgeschakeld is. Is het toestel aangeschakeld, houd dan ten minste 3 seconden de POWER toets in om het toestel uit te schakelen.
2 Druk op de RESET schakelaar met een bal­pen of een ander puntig voorwerp.
Over de demonstratie
Dit toestel is uitgerust met een demofunctie. Als u het voor het eerst aanschakelt of terug­gesteld heeft, wordt de demofunctie automa­tisch gestart. Om de demo stop te zetten gaat u naar de sectie ‘Demonstratie’ op pag. 20.
6
Basiswerking
Verwijdering van het frontpaneel
Houd de POWER toets ten minste 3 seconden ingedrukt om het toestel uit te schakelen. Druk op de toets (loskoppelen) onderaan links tot het frontpaneel uit het toestel springt. Trek de linkerkant van het frontpaneel naar u toe om het te verwijderen.
Opmerkingen
• Het frontpaneel kan warm worden (vooral de aan-sluit­punten). Dit wijst niet op een slechte werking.
• Teneinde het frontpaneel te beschermen, legt u het best in het bijgeleverde transportdoosje.
Het frontpaneel terugplaatsen
Plaats eerst de rechterkant van het frontpaneel in het toestel en zet de inkeping op het frontpa­neel op eenzelfde lijn met het vooruitstekende deel op de hoofdeenheid. Druk op de linkerkant van het frontpaneel tot het stevig in het toestel vastzit.
Opmerking
Vóór u het frontpaneel terugplaatst dient u na te gaan of er geen vuil of stof op de aansluitpunten ligt en of niets tussen het frontpaneel en de hoofdeenheid ligt.
1 2 3
1
2
1
2
Page 7
77
Aan- en uitschakelen
Druk op de POWER toets om het toestel aan te schakelen.
Opmerking
Het toestel kan aangeschakeld worden door op gelijk welke andere toets te drukken, behalve de uitwerptoets
Het volume stijgt geleidelijk aan naar het vorige niveau waarnaar u luisterde vóór het toestel werd uitgeschakeld. Druk opnieuw ten minste 3 seconden op de POWER toets om het toestel uit te schakelen.
Opmerking
Als het toestel voor het eerst wordt aangeschakeld, staat het toestel afgesteld op volumeniveau op 14.
Regeling van de displayhoek
Het beweeglijke display kan in 3 verschillende hoeken ingesteld worden, volgens de voorkeur van de gebruiker.
Druk op de ANGLE toets om de hoek van het beweeglijke display te regelen.
Opmerkingen
• Het display sluit een halve minuut nadat het contact werd afgezet.
• De ingestelde displayhoek wordt opgeslagen in het geheugen. De displayhoek hoeft niet opnieuw ingesteld te worden wanneer het contact wordt aangezet.
Opgelet
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden.Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een werkingsfout. Niet aanraken.
Regeling volume/balans (links – rechts)/ fader (voor – achter)/Defeat
1 Druk herhaaldelijk op de MODE knop (draai­knop) om de gewenste modus te kiezen. Telkens u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt:
Opmerkingen
• Als u niet aan de MODE knop draait binnen de 5 seconden nadat u de modi BALANCE, FADER, DEFEAT en SUBWOOFER heeft geselecteerd, zet het toestel zich automatisch in de VOLUME modus.
• *Als de subwoofer is ingesteld op OFF, kan het niveau van de subwoofer niet aangepast worden.
Draai aan de draaiknop tot u in elke modus de gewenste klank bekomt. Door de functie Defeat in te stellen op ON, worden de instellingen van BASS en Treble teruggesteld op hun stan­daardwaarde, maar wordt de MX-instelling gedesactiveerd.
Dempingfunctie aan- en uitschakelen
Als u deze functie activeert, wordt het geluid­sniveau automatisch met 20 dB verlaagd.
Druk op de toets MUTE om de MUTE-modus te activeren. Het geluidsniveau wordt met onge­veer 20 dB verlaagd. Drukt u opnieuw op de toets MUTE, dan wordt het geluidsniveau hersteld.
De afbeelding van het audioniveau wijzigen
Druk op de DISP toets om de afbeelding van het audioniveau te wijzigen
1
1
1
2
Volume Subwoofer* Balance Fader Defeat
1
1
Page 8
8
Basiswerking
Regeling van de hoge tonen
U kunt de klemtoon van de frequentie van de hoge tonen wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de CENTER f. toets om de instelmo- dus van de hoge tonen aan te schakelen.
De centrale frequentie van de hoge tonen
instellen: Druk op de DN of de UP toets om de gewenste centrale frequentie van de hoge tonen te selecteren.
Beklemtoont de afgebeelde frequentiebereiken van
de hoge tonen.
Het niveau van de hoge tonen instellen: Draai aan de draaiknop om het gewenste niveau van de hoge tonen te selecteren (-7 ˜ +7). U kunt de frequentie van de hoge tonen versterken of verzwakken.
Opmerkingen
Als u binnen de 5 seconden niet op een toets drukt, wordt de
instelling van de hoge-tonenregeling automatisch uitgeschakeld.
De instellingen van de hoge tonen worden afzonderlijk opges
lagen voor elke bron (FM, MW (LW), cd,...) tot de instelling wordt gewijzigd. Zodra de frequentie en de bandbreedte van de hoge tonen zijn geselecteerd voor een van de bronnen (FM, MW (LW), cd) is deze instelling van toepassing op alle bronnen.
Deze functie werkt niet als de functie DEFEAT is ingesteld op ON.
Regeling van de ingebouwde filters
U kunt het hoogdoorlaatfilter, het laagdoorlaat­filter en de fase op dit toestel wijzigen om uw eigen favoriete geluidseffecten te creëren.
Houd de X-OVER toets ten minste 2 seconden ingedrukt. Herhaal deze procedure om de gewenste parameter te selecteren.
* Als de subwooferuitgang van dit toestel is ingesteld op OFF, zijn LPF en fase gedesactiveerd.
Druk op de DN of de UP toets om de
gewenste instelling te selecteren. 1 HPF (instelling van het hoogdoorlaatfilter):
FLAT(OFF) 80 Hz 120Hz 160Hz
Brengt alle frequenties voort die hoger liggen dan de frequentie die u geselecteerd heeft afhankelijk van uw eigen voorkeur.
2 LPF (instelling van het laagdoorlaatfilter):
FLAT(OFF) 80 Hz 120Hz 160Hz
Regeling van de lage tonen
U kunt de klemtoon van de frequentie van de lage tonen wijzigen om uw eigen klankbeeld te scheppen.
Druk op de CENTER f toets om de instelmodus van de lage tonen aan te schakelen.
De centrale basfrequentie instellen:
Druk op de DN of de UP toets om de gewenste centrale frequentie van de lage tonen te selecteren.
Beklemtoont de afgebeelde basfrequentiebereiken.
De bandbreedte voor de lage tonen instellen
(Q-factor): Druk op de BAND toets om de gewenste bandbreedte voor de lage tonen in te stellen.
Wijzigt de bandbreedte van de lage tonen naar breed of smal. De instelling Wide versterkt een breed gamma van frequenties boven en onder de centrale frequentie.Een smallere instelling versterkt enkel de frequenties die in de buurt liggen van de centrale frequentie.
Het basniveau instellen:
Draai aan de draaiknop om het gewenste bas­niveau te selecteren (-7 ˜ +7). U kunt de basfre­quentie versterken of verzwakken.
Opmerkingen
Als u binnen de 5 seconden niet op een toets drukt, wordt de
instelling van de basregeling automatisch uitgeschakeld.
De instellingen van de lage tonen worden afzonderlijk opgesla-
gen voor elke bron (FM, MW (LW), cd,...) tot de instelling wordt gewijzigd. Zodra de basfrequentie en de bandbreedte van de lage tonen zijn geselecteerd voor een van de bronnen (FM, MW (LW), cd) is deze instelling van toepassing op alle bronnen.
Deze functie werkt niet als de functie DEFEAT is ingesteld op ON..
1
2
1
2-1
BASS TREBLE
normal mode
60kHz 80Hz 100kHz 200kHz
2-2
B.Width1 B.Width2 B.Width3 B.Width4
(Wide) (Narrow)
2-3
BASS TREBLE
normal mode
1
2-1
10.0kHz 12.5kHz 15.0kHz 17,5kHz
2-1
normal mode HPF LPF*
Page 9
9
Brengt alle frequenties voort die lager liggen dan de frequentie die u geselecteerd heeft afhankelijk van uw eigen voorkeur. (Slechts beschikbaar als gebruik gemaakt wordt van de subwooferuitgang van dit toestel).
Opmerkingen
• Als u de batterijstroom uitschakelt, worden alle instel­lingen teruggesteld op hun standaard fabriekswaarden.
• Als de regelingen van het hoogdoorlaatfilter, het laag doorlaatfilter, de lage tonen en de hoge tonen ingesteld zijn op ON, kan het zijn dat u het geluidseffect niet kan versterken, afhankelijk van de instelling van de lage tonen en de hoge tonen.
• Behalve wanneer HPF en LPF zijn uitgeschakeld, bevindt de subwoofer zich in monomodus.
• Als de subwoofer is ingesteld op OFF, werken de modi LPF en faseverandering niet.
• Als binnen de 5 seconden niet op een toets wordt gedrukt, verdwijnt het display voor het instelmenu en verschijnt een gewoon menu op het scherm.
Over de scheidingstijdcorrectie
In een wagen varieert de afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers nogal sterk als gevolg van de speciale omstandigheden van de mobiele omgeving. Het verschil in de afstanden van de speakers tot aan de luisteraar genereert een verschuiving in het klankbeeld en de fre­quentiekarakteristieken. Dit wordt veroorzaakt door de tijdsvertraging tussen de klank die het rechteroor van de luisteraar bereikt ten opzichte van het linkeroor. Om dit te compenseren, kan de CDM-7892R het audio­signaal vertragen naar de speakers die zich het dichtst bij de luisteraar bevindt. Dit creëert een waarneming van verhoogde afstand voor deze luidsprekers. De luis­teraar kan op gelijke afstand geplaatst worden tussen de rechter en de linker speakers, voor een optimaal klankbeeld. De aanpassing kan voor elke speaker gemaakt worden in stappen van 0,1 mS.
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Linker voorzetel
Regel het niveau van de scheidingstijdcorrectie van de linker voorspeaker op een hogere waarde en die van de rechter achterspeaker op nul of een lage waarde.
Hier berekenen we de waarde van de scheidingstijd­correctie voor de linker voorluidspreker in het linkse diagram.
Verste speaker – luisterpositie: 2,25 m Linker voorspeaker – luisterpositie: 0,5 m Berekening: L = 2,25 m – 0,5 m = 1,75 m Scheidingstijdcorrectie = 1,75 m : 343* x 1000 = 5,1 (ms) *Snelheid van het geluid: 343 m/s bij 20°C
In andere woorden, als aan de linker voorspeaker een waarde voor de scheidingstijdcorrectie wordt gegeven van 5,1 ms lijkt het alsof de afstand tot de linker voorspeaker dezelfde is als die tot de verste speaker.
De klank is niet evenwichtig omdat de afstand tot de luisterpositie en de verschillende luidsprekers anders is. Het verschil in afstand tussen de linker voorspeaker en de rechter voorspeaker is 1,75m.
De correctie van de scheidingstijd elimineert het verschil in de tijd die de klank nodig heeft om tot bij de luisterpo­sitie te komen. De tijd van de linker voorspeaker wordt gecorrigeerd met 5,1 ms zodat de klank van deze luid­spreker de luisterpositie bereikt op hetzelfde ogenblik als de klank van de andere luidsprekers.
Voorbeeld 2. Luisterpositie: alle zetels
Regel het niveau van de scheidingstijdcorrectie van alle speakers op dezelfde waarde.
Zet u in de luisterpositie (bestuurderszetel, e.d.) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende speakers.
Bereken het verschil tussen de afstand tot de verste speaker en de andere speakers. L = (afstand tot de verste speaker) – (afstand tot de andere speakers).
Verdeel de berekende afstanden voor de luidspre­kers door de snelheid van het geluid (343 m/s bij 20°). Deze waarden zijn de waarden van de scheiding­stijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
Tips
*Subwooferluidspreker. U kunt de waarde van de scheidingstijdcorrectie van de subwoofer niet wijzi­gen, maar u kunt zijn schijnbare positie vooraan ins­tellen door de waarde van de scheidingstijdcorrectie van de voor- en achterluidsprekers te wijzigen.Voor meer details, zie ‘Tips’op pag. 10.
1
2
3
Page 10
10
Basiswerking
Als de instelling voltooid is drukt u op T.CORR om terug te keren naar de normale werkings­modus.
Opmerkingen
• Alle manuele instellingen van de scheidingstijdcorrectie zullen ook de instellingen beïnvloeden van de Bass Focus”. Maar, gezien het interval van de manuele modus 0,1 ms bedraagt en die van de Bass Focus 1 stap (0,3 ms), kunnen bepaalde verschillen optreden.
• De modus scheidingstijdcorrectie wordt automatisch geannuleerd als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
Voorbeeld van de instelling van stappen 2 en 3
(1) na de invoering van de correcties voor de voorste luidsprekers (links en rechts) in STAP 5, bedraagt het tijdsverschil voor de rechter- en lin­kerluidsprekers vooraan 1,5 ms.
2) na de invoering van de correcties voor de linker luidsprekers (voor en achter) in STAP 5, wordt het tijdsverschil 3,0 ms* voor de linkerluidspreker vooraan en 1,5 ms voor de linkerluidspreker achteraan. * Omdat het tijdsverschil in STAP 1 al ingesteld was op 1,5 ms voor de linkerluidspreker vooraan, maakt de bijkomende correctie in STAP 5 dat het tijdsverschil van de linkerluidspreker vooraan 3,0 ms bedraagt.
Tips
* Subwooferluidspreker Verplaats (door aan de draaiknop te draaien) het audio­signaal naar de luidsprekers vooraan (links en rechts) zodat de subwoofer zich schijnbaar vooraan bevindt. Hierdoor zal de schijnbare positie tussen de luidsprekers vooraan (links en rechts) en de subwoofer identiek over­komen bij de bestuurder.Alvorens bovenstaande proce­dure uit te voeren, kunt u de positie van de linker- en rechterluidsprekers wijzigen door een tijdsvertraging uit te voeren.
Bass Focus
Het tijdsverschil tussen de voor-achter/linker­rechter luidsprekers kan simultaan ingesteld worden. Met een initieel tijdsverschil van 0,3 ms voor elke stap van 0 tot 39, kan een hoor­bare scheidingstijdcorrectie doorgevoerd wor­den. Voor een preciezere instelling, gebruikt u de procedure ”Scheidingstijdcorrectie” van de vorige sectie, waar de stappen 0,1 ms bedragen.
Druk op de T.CORR toets om de Bass Focus modus te selecteren.
Druk op de BAND toets om de voor-achter/ linker-rechter luidsprekers te selecteren.
Draai aan de draaiknop om het tijdsverschil voor-achter/links-rechts in te stellen.
Om een ander kanaal in te stellen (luidspreker), herhaalt u stappen 2 en 3.
1
2
5
Bass Focus mode Time correction mode
Normal mode
3
4
Page 11
11
Tabel van de tijdsverschillen
Regeling van de scheidingstijdcorrectie
Alvorens onderstaande handelingen uit te voeren, neemt u best eerst de hoofdstukken ‘Over de scheidingstijdcorrectie’ (pag. 9) door.
Druk op de T.CORR toets om scheidingstijdcor- recties uit te voeren. Telkens u op deze toets drukt, veranderen de modi als volgt:
Druk op de BAND toets om een in te stellen luidspreker te selecteren.
Pas de gewenste waarde van de scheidingstijd­correctie aan door aan de draaiknop te draaien.
Om een andere luidspreker in te stellen herhaalt u stappen 2 en 3.
Druk na het instellen op de draaiknop om terug te keren naar normale modus.
Opmerking
De modus Scheidingstijdcorrectie wordt automatisch uit­geschakeld als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
Regeling van de MX-modus
MX (Media Xpander) maakt dat vocale en instrumentale klanken anders klinken, ongeacht de muziekbron. Radio en cd-speler zullen muziek duidelijk weergeven, zelfs in wagens die veel weggeluiden doorlaten.
Druk op de MX toets om MX ON te selecteren.
Druk op de SOURCE toets om de bron te selecteren die u wilt verbeteren met de MX­modus.
Houd de MX toets ten minste 2 seconden inge­drukt om de MX-modus te selecteren.
Selecteer de gewenste modus of OFF met behulp van de draaiknop.
FM (MX niveau 1 tot 3): Deze instelling geeft duidelijkere midden en hoge frequenties weer en biedt een evenwich­tige klank in alle banden. CD (MX niveau 1 tot 3): De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens. Deze gegevens worden gebruikt om een zuivere klank weer te geven door gebruikt te maken van de hoeveelheid gegevens. AUX (MX niveau 1): Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten drager.
Druk na het instellen op de draaiknop om terug te keren naar normale modus.
Opmerkingen
• Om de MX-modus te annuleren voor alle muziekbron­nen drukt u op de MX toets om MX uit te schakelen.
• De MX-modus wordt automatisch uitgeschakeld als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• U kunt een modus instellen vanaf elke muziekbron (radio of cd).
• U kunt de MX-modus niet instellen als RDS geacti­veerd is.
• Door MX op OFF in te stellen wordt de MX-modus gedesactiveerd voor alle muziekbronnen.
• Deze functie werkt niet als de DEFEAT-functie is inge­steld op ON.
Aantal
stappen
Tijdsverschil
(in ms)
Aantal
stappen
Tijdsverschil
(in ms)
Aantal
stappen
Tijdsverschil
(in ms)
0 0,0 14 4,2 28 8,4
1 0,3 15 4,5 29 8,7
2 0,6 16 4,8 30 9,0
3 0,9 17 5,1 31 9,3
4 1,2 18 5,4 32 9,6
5 1,5 19 5,7 33 9,9
6 1,8 20 6,0 34 10,2
7 2,1 21 6,3 35 10,5
8 2,4 22 6,6 36 10,8
9 2,7 23 6,9 37 11,1
10 3 24 7,2 38 11,4
11 3,3 25 7,5 39 11,6
12 3,6 26 7,8
13 3,9 27 8,1
Bass Focus mode Time correction mode
Normal mode
1
2
3
4 5
F - L F - R R - L R - R
1 2
3 4
5
Page 12
12
Werking van de radio
Druk op de TUNE toets om de indicators DX en SEEK in het display op te lichten. De SEEK indicator licht op. Als de DX-modus geactiveerd is, zullen zowel de sterke als de zwakke zenders afgestemd worden in automa­tische zoekfunctie. Druk opnieuw op de toets om terug te keren naar lokale modus. De indicator DX dooft en de indicator SEEK blijft enkele seconden opgelicht. Nu zullen enkel de sterke zenders afgestemd worden.
Druk op de DN of de UP toets om automatisch respectievelijk een vorige of vol­gende zender te zoeken. Als het toestel een zender vindt, stopt het bij deze zender. Druk opnieuw op dezelfde toets om de volgen­de zender te zoeken.
Manueel opslaan van de voorkeuzezenders
1 Selecteer de radioband en stem af op de radiozender die u in het geheugen van voor­keuzezenders wilt opslaan.
2. Druk op de F toets tot de ”FUNC indicator dooft. Houd de preselectietoets (1 tot 6) waa­ronder u de zender wilt opslaan ten minste 2 seconden ingedrukt. De gewenste zender is opgeslagen in het geheugen. Het display beeldt de band af, het nummer van de voorkeuzezender met een drie­hoekje en de opgeslagen zenderfrequentie.
Herhaal deze procedure om tot 5 andere zen­ders op dezelfde band op te slaan. Om zenders in een andere frequentieband op te slaan, selecteert u gewoon de gewenste band en herhaalt u de procedure. In totaal kunnen 24 zenders opgeslagen worden (6 zenders per band: FM1, FM2, MW en LW).
Opmerking
Als onder een preselectietoets reeds een zender werd opgeslagen, zal deze gewist worden en zal de nieuwe zender opgeslagen worden.
Manuele afstemming
Druk op de SOURCE toets om de radiomodus te selecteren.
Druk herhaaldelijk op de BAND toets tot de gewenste radioband afgebeeld wordt. Telkens u op deze toets drukt, verandert de radioband als volgt:
Druk herhaaldelijk op de TUNE toets tot ”DX SEEK” en ”SEEK” van het display verdwijnen.
Opmerking
De initiële modus is DX-SEEK.
Druk op de DN of de UP toets om respectievelijk met één stap achter- of voor­waarts de frequenties te overlopen tot de gewenste zenderfrequentie wordt afgebeeld.
Opmerking
De indicator ST verschijnt op het display als afgestemd wordt op een FM-stereozender.
Afstemmen door automatisch zoeken
Druk op de SOURCE toets om de radiomodus te selecteren.
Druk herhaaldelijk op de BAND toets tot de gewenste radioband wordt afgebeeld. Telkens u op deze toets drukt, verandert de radioband als volgt:
1
1 2
1
3
4
F1(FM1) F2(FM2 ) MW LW
3
4
2
2
3
F1(FM1) F2(FM2 ) MW LW
Page 13
13
Automatisch opslaan van de voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND toets tot de gewenste radioband wordt afgebeeld. Telkens u op deze toets drukt veranderen de radiobanden als volgt:
Houd de toets A. ME. ten minste 2 seconden ingedrukt. De tuner zoekt automatisch naar de 6 sterkste zenders in de gewenste band en slaat ze op in de volgorde van de signaalsterkte. De frequen­tie op het display blijft veranderen tijdens de automatische opslag in het geheugen. Als de automatische opslag in het geheugen rond is, gaat de tuner teug naar de zender die opgeslagen werd onder de preselectietoets 1.
Opmerking
Als geen zenders werden opgeslagen zal de tuner terugkeren naar de oorspronkelijke zender waarnaar u luisterde voor de aanvang van de automatische opslag in het geheugen.
Afstemmen op voorkeuzezenders
Druk herhaaldelijk op de BAND toets tot de gewenste radioband wordt afgebeeld. Telkens u op deze toets drukt veranderen de radiobanden als volgt:
Druk op de F toets tot de ”FUNC indicator dooft. Druk vervolgens op de preselectietoets waaronder de gewenste zender werd opgesla­gen. Het display beeldt de band af, het nummer van de voorkeuzezender met een driehoekje en de frequentie van de geselecteerde zender.
1
1
2
F1(FM1) F2(FM2 ) MW LW
F1(FM1) F2(FM2 ) MW LW
2
Page 14
14
Werking van de RDS
RDS-voorkeuzezenders oproepen
Druk op de F toets. De ”FUNC indicator licht op.
Druk op de AF toets om de RDS-modus te acti­veren. Als de RDS-modus geactiveerd is, verschijnt ”AF” op het display.
Druk op F toets om de normale modus te acti­veren. De ”FUNC indicator dooft.
Controleer of de ”FUNC indicator uit is en druk vervolgens op de preselectietoets (1 tot 6) waa­ronder de gewenste RDS-zender werd opgesla­gen. Als het signaal van de voorkeuzezender verzwakt, zal het toestel automatisch zoeken naar een sterkere zender in de AF-lijst en daa­rop afstemmen.
Als de voorkeuzezender en de zenders in de AF-lijst niet kunnen ontvangen worden: Druk opnieuw op dezelfde preselectietoets bin­nen de 5 seconden dat het toestel een zender zoekt in de PI-lijst.. Als geen zenders kunnen ontvangen worden in de regio, beeldt het toestel de frequentie af van de voorkeuzezender en verdwijnt de indicator van de voorkeuzezender. Als het signaalniveau van de lokale zender te zwak wordt voor ontvangst, drukt u op dezelfde preselectietoets om af stemmen op een lokale zender in een andere regio.
Opmerking
Om RDS-zenders op te slaan, zie deel Werking van de radio.RDS-zenders kunnen enkel vooraf ingesteld wor­den in de banden F1 en F2.
Ontvangst van regionale (lokale) RDS- zenders
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt om de instelmodus te activeren.
Druk herhaaldelijk op de DN of UP toets om de modus REG (regionaal) te selecteren.
Druk op de BAND toets om de modus ”REG” (regionaal) aan of uit te schakelen. In de modus ”REG OFF”, blijft het toestel auto­matisch de overeenkomstige lokale RDS-zen­ders ontvangen.
Druk op de SETUP toets om de instelmodus te desactiveren.
Instellen van de RDS-ontvangst en ontvangst van RDS-zenders
RDS (Radio Data System) is een radio-informa­tiesysteem dat gebruikmaakt van de 57 kHz onderdraaggolf van normale FM-uitzendingen. RDS maakt het mogelijk allerhande informatie, waaronder verkeersoverzichten en zenderna­men, te ontvangen en automatisch opnieuw af te stemmen op een sterkere zender die hetzelf­de programma uitzendt.
Druk op de F toets. De ”FUNC indicator licht op.
Druk op de AF toets om de RDS modus te acti­veren.
Druk op de DN of de UP toets om af stemmen op de gewenste RDS-zender.
Opmerking
Als de BAND toets langer dan 2 seconden ingedrukt gehouden wordt terwijl een zendernaam wordt afge­beeld, beeldt het display 5 seconden lang de frequentie van de zender af, waarna het terugkeert naar de vorige afbeelding.
Druk nogmaals op de AF toets om de RDS­modus uit te schakelen.
Druk op de F toets om de normale modus te activeren. De ”FUNC indicator dooft.
Tips
De digitale RDS-gegevens zijn: PI Identificatie van het programma
PS Zendernaam AF Lijst van alternatieve frequenties TP Verkeersprogramma TA Verkeersinformatie PTY Programmatype EON Andere netwerken
1
3
4
2
5
1
3
4
2
5
1
3
4
2
Page 15
15
Ontvangst van verkeersinformatie
Druk herhaaldelijk op de T.INFO toets tor de indicator T.INFO op het scherm verschijnt.
Druk op de DN of de UP toets om de gewenste zender met verkeersinformatie te selecteren. Als afgestemd wordt op een zender met verkeersinformatie, licht de TP-indicator op. U zal enkel verkeersinformatie horen als deze uitgezonden wordt. Als geen verkeersinformatie wordt uitgezonden, staat het toestel in stand-by. Als dan verkeersinformatie wordt uitgezonden, ontvangt het toestel deze automatisch en wordt op het display gedurende enkele seconden ”TRF-INFO” afgebeeld, waarna opnieuw PS wordt afgebeeld. Aan het einde van de uitzending van de ver­keersinformatie, keert het toestel automatisch terug naar stand-by.
Opmerkingen
• Als het zendsignaal van de verkeersinformatie onder een bepaald niveau komt, blijft het toestel 1 minuut in ontvangstmodus.Als het signaal langer dan 1 minuut onder een bepaald niveau blijft, gaat de ‘T.INFO’indica­tor knipperen.
• Wilt u niet naar de ontvangen verkeersinformatie luiste­ren, druk dan licht op de T.INFO toets om dat verkeers­bericht over te slaan. De T.INFO modus blijft geacti­veerd om het volgende verkeersbericht te ontvangen.
• Als het volumeniveau gewijzigd wordt tijdens de ont­vangst van verkeersinfor matie, wordt het gewijzigde volume opgeslagen. De volgende maal dat verkeersin­formatie ontvangen wordt, zal het volumeniveau auto­matisch aangepast worden aan het opgeslagen niveau.
Instellen van de functie PTY (programmatype)
Druk op de F toets totdat de ”FUNC indicator oplicht.
Druk op de PTY toets om de PTY-modus te activeren terwijl het toestel in radiomodus staat (FM-ontvangst). Het programmatype van de ontvangen zender wordt 5 seconden lang afge­beeld.
• Als er geen programmatype ontvangen wordt, wordt 5 seconden lang ”NO PTY” afgebeeld.
• Als geen RDS-zender ontvangen wordt, ver­schijnt op het display ”NO PTY”
Opmerking
Als u niet op een toets drukt binnen de 5 seconden nadat u op de toets PTY heeft gedrukt, dan wordt de PTY-modus automatisch uitgeschakeld.
1
1 2
2
Druk op de DN of de UP toetsen bin­nen de 5 seconden nadat de PTY-modus werd geactiveerd om het gewenste programmatype te selecteren terwijl een programmatype wordt afgebeeld. Telkens u op deze toets drukt wordt het volgende programmatype afgebeeld.
Druk op de toets PTY binnen de 5 seconden nadat u het programmatype heeft geselecteerd om een zender te zoeken in het geselecteerde programmatype. De indicator van het gekozen programmatype knippert tijdens het zoeken en licht op wanneer een zender gevonden werd. Als er geen PTY-zender gevonden wordt, wordt 2 seconden lang ”NO PTY” afgebeeld.
Druk op de F toets om de normale modus te selecteren. De F-indicator dooft.
3
4
5
LIGHT M CLASSICS OTHER M
Page 16
16
Werking van de RDS
Voorrang aan het nieuws
Met deze functie kunt u voorrang geven aan de ontvangst van nieuwsbulletins. U zal nooit nieuwsbulletins missen, aangezien ze automa­tisch prioritair geselecteerd worden als hun uit­zending begint, waarbij het programma waar­naar u luisterde, onderbroken wordt. Deze func­tie is operationeel als het toestel op een andere modus staat ingesteld dan LW en MW.
Druk op de F toets tot de” FUNC” indicator oplicht als het toestel in tunermodus staat (FM­ontvangst).
Druk op de NEWS toets om de modus PRIORI- TY NEWS te activeren. ”NEWS” licht op op het display. Om deze func­tie te annuleren drukt u opnieuw op de toets ”NEWS”.
Opmerking
In tegenstelling tot de functie T. INFO wordt bij de functie PRIORITY NEWS het volume niet automatisch verhoogd als het nieuws wordt uitgezonden.
Druk op de F toets om de normale modus te activeren als het toestel in tunermodus staat (FM-ontvangst). De FUNC indicator dooft.
Ontvangst van verkeersinformatie tijdens het afspelen van een cd of het beluisteren van de radio
Druk herhaaldelijk op de T.INFO toets tot de T.INFO indicator op het display verschijnt.
Druk op de DN of de UP toetsen om desgewenst een zender met verkeersinformatie te selecteren.
• Aan het begin van de verkeersinformatie, zet het toestel automatisch het volume van de cd­speler of van de gewone FM-uitzending vermin­deren.
• Aan het einde van de verkeersinformatie, keert het toestel automatisch terug naar de ori­ginele bron waarnaar u luisterde vóór de uit­zending van de verkeersinformatie.
Als er geen zenders met verkeersinformatie ontvangen kunnen worden:
In tuner-modus:
Als het TP-signaal niet meer kan ontvangen worden, gaat na 1 minuut de ‘T.INFO’ indicator knipperen.
In cd-modus:
Als het TP-signaal niet meer kan ontvangen worden, wordt automatisch een zender met ver­keersinformatie van een andere frequentie geselecteerd.
Opmerking
De ontvanger is uitgerust met de EON-functie (Enhanced Other Networks) teneinde bijkomende alter­natieve frequenties bij te houden in de AF-lijst.De EON­indicator verschijnt als een RDS EON-zender ontvangen wordt. Als de ontvangen zender de verkeersinformatie niet uitzendt, stemt de ontvanger automatisch af op de verwante zender die de verkeersinfor matie wel uitzendt.
Druk op de T.INFO toets om de verkeers- informatiemodus uit te schakelen. De T.INFO indicator verdwijnt.
1
3
2
1
3
2
Page 17
17
Werking van de cd-speler
Als al een disk werd ingevoerd, drukt u op de SOURCE toets om over te schakelen naar cd­modus. Telkens u op de toets drukt, verandert de modus.
(* enkel wanneer de cd-wisselaar is aangesloten)
Om de weergave te pauzeren drukt u op de
toets. Als u opnieuw op de toets
drukt, wordt de weergave hervat.
Om de disk uit te werpen drukt u op de toets
Opmerkingen
• Als de cd niet uitgeworpen wordt, houdt u de toets ten minste 2 seconden ingedrukt, met het beweeglijke display open.
• Probeer niet een disk in te voeren of te verwijderen terwijl u een cd laadt of uitwerpt; u riskeer t een slechte werking van het toestel te veroorzaken.
Uitleg bij de bruikbare disks
Wij raden aan enkel compact disks te gebrui­ken waarop onderstaande logo’s staan. Op dit toestel kunt u cd-r’s (opneembare cd’s), cd-rw’s (herbeschrijfbare cd’s) voor audiotoe­passingen of cd-r’s/cd-rw’s afspelen die audio­bestanden in MP3-formaat bevatten.
Sommige van volgende cd’s kunnen niet
afgespeeld worden op dit toestel: Gebarsten cd’s, cd’s met vingerafdrukken, cd’s die blootgesteld werden aan zonlicht of extreme temperaturen (die bijv. in het toestel of in de wagen werden achtergelaten), cd’s die onder onstabiele omstandigheden werden opgenomen, cd’s waarop een opname misluk­te en getracht werd opnieuw op te nemen.
Uitleg bij het gebruik van de compact disks (cd, cd-r, cd-rw)
Raak het oppervlak niet aan.
Stel de disk niet bloot aan rechtstreeks zon-
licht.
Kleef er geen stickers of etiketten op en
schrijf niet op het oppervlak.
Reinig de disk als er stof op ligt.
Kijk na of er geen onregelmatigheden rond
de disk zijn.
Gebruik geen accessoires voor disks die in
de handel te vinden zijn. Laat disks nooit lange tijd achter in de wagen of in het toestel. Stel de disks niet bloot aan rechtstreeks zonlicht. Warmte en vocht kunnen de cd beschadigen en ze onbruikbaar maken.
Het beweeglijke display openen en sluiten
1 Druk op de toets. Het beweeglijke display gaat open.
Druk opnieuw op de toets om het beweeg­lijke display te sluiten. Het beweeglijke display wordt gesloten.
Opmerkingen
• Stel het beweeglijke display niet bloot aan schokken als het open staat; dit kan de werking van het toestel verstoren.
• Het display kan wat donker zijn bij lage temperaturen en meteen nadat het toestel werd aangeschakeld. Het display zal na verloop van tijd opnieuw helderder worden.
• Het display zal bij het sluiten stoppen bij de ingestelde hoek.
OPGELET
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden.Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een werkingsfout. Niet aanraken.
Weergave
Druk op de toets. Het beweeglijke display gaat open.
Voer een disk in met de zijde met het label naar boven gericht.
Voer een disk in met de zijde met het label naar boven gericht. De disk wordt automatisch in het toestel ingeladen. Het beweeglijke display wordt gesloten en de weergave wordt gestart.
1
1
3
4
2
TUNER TAPE CD CHANGER*
Page 18
Werking van de cd-speler
M.I.X. (willekeurig e weergave)
Druk op de M.I.X. toets in weergave- of pauze­modus. De M.I.X. indicator licht op en de nummers op de disk worden weergegeven in een willekeuri­ge volgorde. Om de M.I.X weergave te annuleren, drukt u opnieuw op de M.I.X. toets.
Opmerkingen:
• Als een cd-wisselaar voor 6 disks is aangesloten: Druk op de F toets om de ”FUNC” indicator op te lichten en ga naar stap 1.
• Druk op de F toets om terug te keren naar normale modus. De ”FUNC” indicator dooft.
Bediening van de cd-wisselaar (Optioneel)
Als een cd-wisselaar voor 6 disks is aangeslo­ten op de 8-pins aansluiting (M-Bus) van de CDM-7892R, kunt u deze bedienen vanaf de CDM-7892R.
Opmerking
• De bedieningstoetsen op de CDM-7892R voor de sturing van een cd-speler zijn slechts functioneel als de cd-wisselaar is aangesloten op deze toestellen.
Druk op de SOURCE toets om de modus cd- wisselaar te activeren. Op het display worden het nummer van de disk en van de titel afgebeeld.
Opmerking
Om de weergave te starten of te stoppen, drukt u op de toets.
Controleer of de ”FUNC” indicator gedoofd is en druk op de diskkeuzetoets die overeen­komt met de disks in de cd-wisselaar die u wilt beluisteren.
Opmerkingen
• Als de gewenste disk geselecteerd werd,
kunt u de cd-wisselaar op dezelfde manier bedienen als de cd-speler. Voor meer details gaat u naar de paragraaf over de werking van de cd-speler.
• Als de ”FUNC” indicator opgelicht is,
functioneren de diskkeuzetoetsen niet.
Muzieksensor (skip)
Druk een maal op de DN toets tijdens de cd-weergave om terug te keren naar het begin van het huidige nummer. Wilt u terugkeren naar het begin van een vorig nummer, druk dan herhaaldelijk op deze toets tot u bij het gewenste nummer komt.
Druk een maal op de UP toets om verder te gaan naar het begin van het volgende num­mer. Wilt u verdergaan naar het begin van een verder nummer, druk dan herhaaldelijk op deze toets tot u bij het gewenste nummer komt.
Opmerking
De muzieksensorfunctie is functioneel in weergave- of pauzemodus.
Snel voor- en achterwaarts zoeken
Houd de DN of de UP toets ingedrukt om snel respectievelijk achterwaarts of voor­waarts te zoeken tot u bij de gewenste passage komt.
Herhaalde weergave
Druk op de REPEAT toets om herhaaldelijk het huidige nummer te beluisteren. Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Druk opnieuw op de REPEAT toets om de herhaalde weergave te stoppen.
Opmerkingen
• Als een cd-wisselaar is aangesloten en RPT ALL is geselecteerd, speelt het toestel herhaaldelijk alle num­mers op de geselecteerde disk af.
• Als een cd-wisselaar voor 6 disks is aangesloten: Druk op de F toets om de ”FUNC” indicator op te lichten en ga naar stap 1.
• Druk op de F toets om terug te keren naar normale modus. De ”FUNC” indicator dooft.
1
1
1
18
1
RPT RPT ALL
(OFF)
1
2
Page 19
19
Gebruik van de SETUP
Als de instelling afgerond is, drukt u op de SETUP toets om terug te keren naar normale modus.
De subwoofer aan- en uitschakelen
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt. Druk op de DN of de UP toets om ”SUB-W” te selecteren. Druk op de BAND toets om de modus om te schakelen tussen ”SUB-W ON” en ”SUB-W OFF”. Druk op de SETUP toets nadat u SUB-W ON heeft ingesteld. Druk herhaaldelijk op de MODE knop (audiore­geling) om de SUB-W modus te selecteren.
Druk op de DN of de UP toets na de modus SUB-W te hebben geselecteerd om de uitgangsfase van de subwoofer om te keren van SUBW NOR (0°) naar SUBW REV (180°). Draai aan de draaiknop tot de gewenste klank wordt bekomen in elke modus.
Opmerkingen
• Het toestel in standaard ingesteld op ”Subwoofer ON”.
• Selecteer ”Subwoofer OFF” behalve wanneer de sub woofer gebruikt wordt.
Instellen van het frequentie-interval
Als u automatisch FM-zenders afstemt, kunt u het frequentie-interval instellen op 50 KHz of 100 KHz.
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt om de instelmodus te activeren. Druk op de DN of de UP toets om de modus frequentie-interval te selecteren. Druk op de BAND toets om het gewenste fre- quentie-interval te selecteren
(50 KHz of 100 KHz)
. Telkens u op de BAND toets drukt, verschijnen afwisselend 50 KHz en 100 KHz.
50 KHz: het toestel stemt automatisch om de 50 KHz in op een FM-zender. 100 KHz: het toestel stemt automatisch om de 100 KHz in op een FM-zender.
Druk op de SETUP toets om de instelmodus te verlaten.
Regeling van het niveau van de bronsignalen
Als het verschil in volumeniveau tussen de cd­speler en de FM-radio te groot is, regelt u het FM-signaalniveau als volgt:
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt. Druk herhaaldelijk op de DN of de UP toets om ”FM-LV” te kiezen. Druk op de BAND toets om het FM-signaalni­veau te selecteren: ” HI” (Hoog) of ”LO” (laag) om het signaalniveau van de tuner dichter bij dat van de cd-speler te brengen. Druk op de SETUP toets om terug te keren naar normale modus.
De tunermodus omschakelen
De CDM-7892R is uitgerust met de functie MAX TUNE PRO die garant staat voor de hoogste audiokwaliteit. Bovendien heeft u de keuze tussen 3 instellingen afhankelijk van uw persoonlijke voorkeuren.
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt. Druk op de DN of de UP toets om ”NORMAL” te selecteren. Druk op de BAND toets om over te schakelen naar TUNER modus
NORMAL: standaardinstelling STABLE: instelling voor voorrang aan een geruisloze ontvangst HI-FI: instelling voor voorrang aan de klank­kwaliteit
Opmerkingen
• De initiële fabrieksinstelling is ”NORMAL”.
• Vindt u dat de klank nogal wat ruis bevat als u naar de tuner luistert in HI-FI modus, dan raden we u aan over te schakelen naar ”NORMAL”.
1
1
1 2
NORMAL STABLE HI-FI
2 3
4
2 3
1 2 3
4
4
5
SUB-W BALANCE
VOLUME DEFEAT FADER
6
3
4
Page 20
20
Gebruik van de SETUP
Demonstratie
Dit toestel is voorzien van een demonstratie­functie die de afbeeldingfuncties op het display simuleert.
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt.
Druk op de DN of de UP toets om de DEMO-modus te selecteren.
Druk op de BAND toets om de demofunctie aan- of uit te schakelen. Telkens u op deze toets drukt wordt omgescha­keld tussen ”DEMO ON” en ”DEMO OFF”.
Als niet op een toets wordt gedrukt binnen de 30 seconden nadat de DEMO (ON) functie werd geselecteerd, wordt de demofunctie geac­tiveerd.
Opmerking
De initiële fabrieksinstelling is ”DEMO ON”.
Druk opnieuw de SETUP toets om teug te keren naar normale werking.
Instellen van de AUX-modus
U kunt klank van een tv of een videorecorder invoeren door een ‘M-Bus V-link’ interfacekabel (optionele M-Bus/RCA KCM-122B) aan te slui­ten op dit toestel.
Houd de SETUP toets ten minste 3 seconden ingedrukt.
Druk op de DN of de UP toets om over te schakelen van de modus AUX on naar de modus AUX OFF.
Druk op de SETUP toets om de modus om te schakelen tussen ”AUX ON” en ”AUX OFF”.
Druk op de SETUP toets om terug te keren naar normale modus.
Om het volume, enz. te regelen, drukt u eerst op de SOURCE toets, selecteert u de AUX modus en vervolgens maakt u de nodige regelingen.
Opmerking
Als AUX ON is geselecteerd kan geen cd-wisselaar gebruikt worden.
1
TUNER CD AUX
2
3 4
1 2 3
4
5
Page 21
21
Cd
De cd-speler/wisselaar werkt niet
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan 50°C.
- Laat de temperatuur in het wageninterieur (of de koffer) afkoelen.
De weergave van de cd klinkt vervormd
Er is vochtcondensatie in de cd-module.
- Wacht tot de condensatie verdampt is (ong. 1 uur)
Onmogelijk een cd in te laden
Er bevindt zich al een cd in de cd-speler.
- Werp de cd uit en verwijder de disk. De cd werd niet correct ingevoerd
- Voer de cd in volgens de aanwijzingen (zie Werking van de cd-speler).
Snel voor- of achteruit op de cd onmogelijk
De cd is beschadigd.
- Verwijder de cd en gooi hem weg; gebruik van een beschadigde cd in de cd-speler kan het mechanisme beschadigen.
Geluidsverlies als gevolg van trillingen
Verkeerde montage van de cd-wisselaar.
- Herinstalleer de cd-wisselaar op een correc­te manier. De cd is vuil.
- Reinig de cd. De cd is gekrast.
- Vervang de cd. De pick-uplens is vuil
- Gebruik geen lensreinigingdisk die in de handel verkocht worden. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler.
Geluidsverlies niet als gevolg van trillingen
De cd is vuil of gekrast.
- Reinig de cd; beschadigde cd’s dienen vervangen te worden.
Foutmeldingen (enkel ingebouwde cd-speler)
Mechanische fout
- Druk op de toets. Als de foutmelding verdwenen is, plaatst u de disk opnieuw. Als deze oplossing het probleem niet verhelpt, raadpleegt u uw dichtstbijzijnde ALPINE­verdeler.
Informaties
Bij problemen
Mochten zich problemen voordoen met het toestel, gelieve dan onderstaande checklist te raadplegen om een probleem te identificeren dat afkomstig is van het toestel. Ligt het probleem niet bij het toe­stel, kijk dan alle aansluitingen van het systeem na of wend u tot een erkende Alpine-verdeler.
Algemeen
Het toestel werkt niet; er verschijnt niets op het display
Het contact van de auto is uitgeschakeld.
- Als het toestel aangesloten werd volgens de instructies, zal het niet werken als het contact van de auto uitgeschakeld is. Verkeerde aansluiting van het voedingsnoer
- Kijk de aansluitingen van het voedingsnoer na. Gesprongen zekering
- Kijk de zekering van de batterijkabel van het toestel na; vervang zo nodig door een zeke­ring met de juiste stroomsterkte. Slechte werking van de interne microcomputer als gevolg van interferenties e.d.
- Druk op de Reset toets met een balpen of ander puntig voorwerp.
Radio
Onmogelijk zenders te ontvangen
Geen antenne of fout in de aansluiting van de kabels.
- Kijk na of de antenne correct aangesloten is; vervang zo nodig de antenne of de kabel.
Onmogelijk af te stemmen op zenders in zoek­modus
U bevindt zich in een regio met een zwak signaal.
- Kijk na of de tuner in DX modus staat. Als u zich in een regio met een sterk signaal bevindt, kan het zijn dat de antenne misschien niet geaard of verkeerd aangesloten is.
- Kijk de aansluitingen van de antenne na; zorg ervoor dat de antenne degelijk van een aardleiding is voorzien op de montageplaats. De antenne heeft misschien niet de juiste lengte
.
- Kijk na of de antenne volledig werd uitge­trokken; als de antenne stuk is dient u ze te vervangen door een nieuwe.
Sterke ontvangstruis
De antenne heeft niet de juiste lengte.
- Trek de antenne volledig uit; als de antenne stuk is dient u ze te vervangen door een nieuwe. De antenne heeft een slechte aardleiding.
- Zorg ervoor dat de antenne degelijk van een aardleiding is voorzien op de montageplaats.
Page 22
NO MAGZN
Er werd geen lader in de cd-wisselaar geplaatst.
- Plaats een lader in de cd-wisselaar.
NO DISC
De geselecteerde cd werd niet in de cd-wisse­laar geplaatst.
- Kies een andere cd.
Indicators voor de cd
HI TEMP
Het beschermcircuit werd geactiveerd omwille van de hoge temperatuur.
-De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
ERROR
Mechanische fout
1. Druk op de toets en verwijder de cd. Als de cd niet uitgeworpen wordt raadpleegt u uw Alpine-verdeler.
2. Als de foutmelding blijft nadat u de cd ver­wijderd heeft, drukt u nogmaals op de toets. Als de foutmelding nog steeds niet verdwenen is als u enkele malen de toets heeft ingedrukt raadpleegt u uw Alpine-verdeler.
Opmerking:
Wanneer ERROR afgebeeld wordt: Als de cd niet kan uitgeworpen worden door op de
te drukken, druk dan op de RESET schakelaar (zie pag. 7) en druk u daarna opnieuw op de toets. Als de cd nog steeds niet uitgeworpen wordt raad­pleegt u uw Alpine-verdeler.
NO DISC
Er werd geen cd ingevoerd.
- Voer een cd in.
HI TEMP
Het beschermcircuit werd geactiveerd omwille van de hoge temperatuur.
-De indicator zal verdwijnen als de temperatuur opnieuw binnen de bedrijfswaarden ligt.
ERROR - 01
Slechte werking van de cd-wisselaar.
- Raadpleeg uw Alpine-verdeler. Druk op de uit­werptoets van de lader en verwijder de lader. Kijk de indicator na. Plaats de lader terug. Als de lader niet kan verwijderd worden, raad­pleegt uw Alpine-verdeler. Onmogelijk de lader uit te werpen.
- Druk op de uitwerptoets van de lader. Als de lader niet uitgeworpen wordt, raadpleegt u uw Alpine-verdeler.
22
Informaties
Page 23
23
Specificaties
FM TUNER SECTIE
Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz Mono bruikbare gevoeligheid 0,7µV Selectiviteit 80dB Signaal/Ruisverhouding 65dB Stereoscheiding 35dB
MW TUNER SECTIE
Afstembereik 531 - 1.602kHz Gevoeligheid (IEC standaard) 25,1 µV/28 dB
LW TUNER SECTIE
Afstembereik 153 - 281 kHz Gevoeligheid (IEC standaard) 31,6µV/30dB
CD-SPELER
Frequentieresponsie 5-20,000 Hz (+
1dB) Wow & Flutter (% WRMS) Totale harmonische vervorming 0,008% (bij 1 kHz) Dynamisch bereik 95 dB (bij 1 kHz) Signaal-ruisverhouding 105 dB Kanaalscheiding 85 dB (bij 1 kHz)
ontvangst
Golflengte 795 nm sterkte van de laser CLASS I
ALGEMEEN
Benodigde spanning 14,4 V CC
(11-16 V toegestaan) Maximaal uitgangsvermogen * 50 W X 4 Maximaal uitgangsspanning van de subwoofer
4V/10k ohms Maximaal Pre-Output Voltage 2V/10k ohms Bass +- 14dB/60 Hz Treble +- 14dB/10 kHz Gewicht 1,5 kg
AFMETINGEN BEHUIZING
Breedte 178 mm Hoogte 50 mm Diepte 155 mm
AFMETINGEN FRONTPANEEL
Breedte 170 mm Hoogte 46 mm Diepte 18 mm
Technische specificaties en design kunnen zonder voorbericht gewijzigd worden, met het oog op een permanente verbetering van de producten.
OPGELET
CLASS 1
LASER PRODUCT
(Onderkant van de speler)
Page 24
Loading...