Alpine CDA-7998R User Manual [nl]

CDA-7998R
FM/MW/LW RDS CD Receiver
Gebruiksaanwijzing
Gelieve te lezen alvorens het toestel in gebruik te nemen.
Alpine Electronics Benelux Branch Office
Tel. +32-(0)2-725 13 15 Fax +32-(0)2-726 13 26
3
Inhoud
Werking van de radio
Manuele afstemming Afstemmen door automatisch zoeken Manueel opslaan van de voorkeuzezenders Automatisch opslaan van de voorkeuzezenders Afstemmen op voorkeuzezenders
Werking van RDS
Instellen van de RDS-ontvangst en ontvangst van RDS-zenders RDS-voorkeuzezenders oproepen Ontvangst van regionale (lokale) RDS-zenders Instellen van de functie PI SEEK Ontvangst van verkeersinformatie Instellen van de functie PTY (programmatype) Ontvangst van verkeersinformatie tijdens het afspe­len van een cd of het beluisteren van de radio Voorrang aan een programmatype (PTY) Afbeelding van radiotekst
Werking van de cd-speler
Het beweeglijke display openen en sluiten Weergave Muzieksensor (Skip) Snel voor- en achterwaarts zoeken Herhaalde weergave M.I.X. (willekeurige weergave) Nummers overlopen Bediening van een cd-wisselaar (optioneel) Keuze tussen meerdere cd-wisselaars
Werking van de MP3-speler
MP3-bestanden afspelen Muzieksensor (Skip) Snel voor- en achterwaarts zoeken Mappen selecteren Bestanden zoeken Herhaalde weergave M.I.X. (willekeurige weergave) Nummers overlopen Het bereik van de MP3-bestandenselectie instellen MP3-gegevens weergeven Over MP3
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Waarschuwing Opgelet Voorzorgen
Basiswerking
Het frontpaneel openen Het frontpaneel verbergen Het systeem initialiseren Aan- en uitschakelen Invoeren van een antidiefstalcode (wachtwoord) Regeling van de displayhoek Regeling volume/balans (links – rechts) / fader (voor – achter)/Defeat Voorinstellingen van de equalizer Instellen en opslaan van de egalisatiecurve Oproepen van de opgeslagen egalisatiecurve Over de crossover Instellen en opslaan van de crossover Oproepen van de opgeslagen crossoverinstellingen Over de scheidingstijdcorrectie Bass Focus Instellen en opslaan van de scheidingstijdcorrectie Oproepen van de opgeslagen instellingen voor de scheidingstijdcorrectie Instellen van de MX-modus Snel zoeken Het display aan- en uitschakelen Het afbeeldingpatroon wijzigen Afbeelding titel/tekst Disks benoemen Disktitels wissen
5
5
5
7
7
7
8
8
8
9
9
10
10
11
12
12
13
14
15
15
16
16
17
17
17
18
18
19
19
19
19
19
20
20
20
21
21
21
21
22
22
23
23
24
24
24
24
24
25
25
26
26
26
26
26
27
27
27
27
28
28
4
Werking van de MobileHub™ verbinding (optioneel)
Over de MobileHub™ verbinding Aan- en uitschakelen van de telefoonmodus Inkomende oproepen Oproepen Kiezen Oproepen vanuit het telefoonboek Oproepen door snelkiezen Oproepen vanuit het journaal van uitgaande oproepen Oproepen vanuit het journaal van inkomende oproepen Oproepen vanuit het journaal van onbeantwoorde oproepen Oproepen vanuit het journaal van ontvangen berichten Werking van korte berichten Ontvangst van een kort bericht Verzending van een standaardzin Terughalen van een ongelezen kort bericht
Gebruik van de afstandsbediening
Toetsen van de afstandsbediening
Vervanging van de batterijen
Werking van de afstandsbediening
Informaties
In geval van problemen
Specificaties
Gebruik van SETUP
Regeling van het niveau van de bronsignalen De tunermodus omschakelen Regeling van de kleur van de verlichting Subwoofer aan- en uitschakelen Instellen van de subwooferuitgang Aanwijzing met geluid (beep) Dempingfunctie aan- en uitschakelen (MUTE) Instellen van de parameters voor het afrollen Instellen van de AUX-modus (V-link) Instellen van de Defeat-modus van de externe ingang Demonstratie Aan- en uitschakelen van het ontvangstbericht Instellen van het animatiedisplay Instellen van de digitale optische uitgang Instellen van een antidiefstalcode
DAB-functie
Gebruik van de DAB-ontvanger voor het zoeken naar een dienstenpakket (optioneel) Wijzigen van de dienst Wijzigen van de dienstcomponent Opslaan van de dienst Ontvangst van de opgeslagen dienst Automatisch opslaan van het dienstenpakket Instellen van de PTY-zenders (Programme Type) Ontvangst van verkeersberichten aan- en uitschakelen Instellen van de modus Informatiekeuze Wijzigen van de displaymodus Afbeelden van de regionale code Ontvangst van informatie van lokale DAB-zenders Automatisch omschakelen van RDS naar DAB Aan- en uitschakelen van DRC (Dynamic Range Control)
Werking van de functie i-Personalize™
Over i-Personalize™ Downloaden van gegevens
30
30
30
30
31
31
31
31
32
32
32
33
33
33
34
35
35
35
36
36
36
36
37
37
37
38
38
38
38
39
39
40
40
40
41
41
41
41
41
42
42
42
42
43
43
44
45
46
47
49
LEG UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWER­PEN NIET IN DE INVOERSLEUVEN OF ANDERE OPENINGEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor persoonlijke ver­wondingen of schade aan het toestel.
OPGELET
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek en de melding ‘OPGELET’ zijn bedoeld om de gebruiker te wijzen op belangrijke gebruiksinstructies. Het niet naleven van deze instructies kan verwondin­gen of materiële schade veroorzaken.
BIJ PROBLEMEN, HET GEBRUIK ONMIDDELLIJK STOPZETTEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor persoonlijke verwon­dingen of schade aan het toestel. Breng het product voor herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
GEBRUIK GEEN OUDE EN NIEUWE BATTERIJEN DOOR ELKAAR EN RESPECTEER DE POLARITEIT.
Zorg ervoor dat u bij het plaatsen van de batterijen de aangegeven polariteit in acht neemt (+ en -). Een breuk of een lek van de batterijen kan brand of persoonlijke verwondingen veroorzaken.
KOM MET UW HANDEN NIET AAN HET GEMO TORISEER­DE FRONTPANEEL NOCH AAN DE MONITOR WANNEER DEZE IN BEWEGING ZIJN.
Zo niet bestaat er gevaar voor persoonlijke ver­wondingen of schade aan het toestel.
VOORZORGEN
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in de wagen tussen +60°C en -10°C bedraagt vóór u het toestel aanschakelt.
Vochtcondensatie
Als tijdens het afspelen van een cd de klank onre­gelmatig is, kan het zijn dat er vochtcondensatie is opgetreden. Verwijder de disk uit de lezer en wacht ongeveer een uur tot het vocht verdampt.
Beschadigde disk
Gebarsten, vervormde of beschadigde disks niet afspelen. Dit kan het leesmechanisme zwaar be­schadigen.
Onderhoud
Probeer bij problemen nooit het toestel zelf te her­stellen. Breng het voor herstelling binnen bij uw erkende Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine Service Center.
5
WAARSCHUWING
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek en de melding ‘WAARSCHUWING’ zijn bedoeld om de gebruiker te wijzen op belangrijke gebruiksinstruc­ties. Het niet naleven van deze instructies kan zware verwondingen of zelfs de dood tot gevolg hebben.
GEBRUIK GEEN FUNCTIES DIE UW AANDACHT KUNNEN AFLEIDEN VAN HET RIJDEN
Functies die langdurig uw aandacht vereisen mag u slechts uitvoeren nadat de wagen volledig tot stil­stand werd gebracht. Parkeer de wagen op een veilige plek alvorens deze functies uit te voeren. Zo niet kunt u ongevallen veroorzaken.
STEL HET GELUIDSNIVEAU ZODANIG IN DAT U TIJDENS HET RIJDEN NOG STEEDS DE GELUIDEN VAN BUITEN­AF HOORT.
Zo niet kunt u ongevallen veroorzaken.
HET TOESTEL NIET DEMONTEREN OF WIJZIGEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor ongevallen, brand of elektrische schokken.
GEBRUIK DIT TOESTEL ENKEL IN AUTO’S MET EEN 12 V NEGATIEVE AARDING.
(Bij twijfel, raadpleeg uw verdeler). Zo niet bestaat er gevaar brand, enz.
KLEINE VOOR WERPEN, BIJV . BATTERIJEN, BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Inslikken van dergelijke voorwerpen kan ernstige verwondingen veroorzaken. Bij inslikken, onmiddel­lijk een arts raadplegen.
GEBRUIK ZEKERINGEN MET DE JUISTE STROOM­STERKTE.
Zo niet bestaat er gevaar voor brand of elektrische schokken.
BLOKKEER NOOIT DE LUCHTSPLETEN OF RADIATOR­PANELEN.
Zo niet bestaat er gevaar voor interne warmteaccu­mulatie, wat kan leiden tot brand.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE APPLICATIES VAN 12 V.
Gebruik van het toestel voor andere doeleinden dan die waarvoor het bedoeld is, kan brand, elektrische schokken of andere verwondingen veroorzaken.
WAARSCHUWING
6
Probeer nooit het volgende
Probeer niet de disk vast te grijpen of eraan te trek­ken terwijl hij door het automatische laadmechanis­me in de speler wordt geladen. Probeer niet een disk in het toestel te laden als het uitgeschakeld is.
Disks inladen
Uw speler kan maar één disk tegelijk afspelen. Probeer niet meer dan één disk in het toestel te laden. Zorg ervoor dat de zijde met het label naar boven ligt als u de disk invoert. Een disk die niet correct werd ingevoerd, zal automatisch door de speler uitgeworpen worden. Als de speler een ver­keerd ingevoerde disk meermaals uitwerpt, drukt u met een puntig voorwerp (bijv. een balpen) op de toets RESET. Als u een disk afspeelt terwijl u over een hobbelige weg rijdt, kan dit overslag veroorza­ken, maar geen krassen op de schijf, noch schade aan het toestel.
Nieuwe disks
Als preventieve maatregel om te voorkomen dat een cd klem raakt, werpt de cd-speler automatisch disks met een onregelmatig oppervlak of disks die verkeerd werden uitgevoerd uit. Als een nieuwe disk in het toestel wordt ingevoerd en meteen wordt uitgeworpen, ga dan met je vinger even rond de binnenrand van de centrale opening en over de bui­tenrand van de disk. Voelt u onregelmatigheden op de schijf, dan zouden deze een correcte invoer kunnen belemmeren. Om de onregelmatigheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of iets derge­lijks over de binnenkant van de opening en de bui­tenrand van de disk en voert u de disk opnieuw in.
Disks met onregelmatige vorm
Zorg ervoor dat u alleen ronde disks met dit toestel gebruikt en nooit disks met een speciale vorm. Gebruik van disks met een speciale vorm kan het mechanisme beschadigen.
Plaats van de installatie
Zorg ervoor dat de CDA-7894RB/CDA-7893R niet wordt geïnstalleerd op een locatie die blootgesteld is aan:
rechtstreeks zonlicht en warmte; vocht en water teveel stof; teveel trillingen.
Correcte manipulatie
Laat de disk niet vallen! Houd de disk bij de rand vast om geen vingerafdrukken achter te laten op het oppervlak. Gebruik geen kleefband of gegomde etiketten op de disk. Schrijf niet op de disk.
Reinigen van de disk
Vingerafdrukken, stof of vuil op de disk kunnen maken dat de cd-speler verspringt. Wrijf geregeld het diskoppervlak schoon met een zacht, proper doek, van aan het midden van de schijf naar de bui­tenkant toe. Als het oppervlak erg bevuild is, bevochtigt u een zacht, proper doek met een neutrale reinigingsoplossing en maakt u de disk hiermee schoon.
Disktoebehoren
Er bestaan op de markt heel wat accessoires om het diskoppervlak te beschermen en de klankkwali­teit te verbeteren. Maar de meeste beïnvloeden de dikte en/of de diameter van de disk. Het gebruik van dergelijke toebehoren kan maken dat de disk buiten de standaardspecificaties valt en de werking verstoren. We raden u aan deze accessoires niet te gebruiken in combinatie met de Alpine cd-spelers.
Onregelmatigheden
aan de buitenkant
Centrale opening
Onregelmatigheden
Nieuwe disk
Doorzichtige folie
Diskstabilisator
WAARSCHUWING
Richt de zender van de afstandsbediening naar de sensor voor de afstandsbediening
Sensor voor de afstandsbediening
Aansluiting mogelijk op interfacebox voor afstandsbediening
U kunt dit toestel bedienen vanaf de stuureen­heid van de wagen indien een optionele Alpine­interfacebox voor afstandsbediening werd aan­gesloten. Gelieve voor meer details contact op te nemen met uw Alpine-verdeler.
Het systeem initialiseren
Druk op de RESET schakelaar als u het toestel voor het eerst gebruikt, als u voor het eerst de cd-wisselaar installeert, de autobatterij heeft vervangen, enz.
Controleer of het toestel uitgeschakeld is. Is het toestel aangeschakeld, houd dan ten minste 3 seconden de POWER toets ingedrukt om het toestel uit te schakelen.
Druk op de RESET schakelaar met een balpen of een ander puntig voorwerp.
RESET-schakelaar
Over de demonstratie
Dit toestel is uitgerust met een demofunctie. Als u het voor het eerst aanschakelt of terug­gesteld heeft, wordt de demofunctie automa­tisch gestart. Om de demo stop te zetten gaat u naar de sectie ‘Demonstratie’ op pag. 32.
77
Basiswerking
Het frontpaneel openen
Druk op de OPEN toets op het frontpaneel.
Opmerking
• Het display gaat dicht meteen nadat het contact van de auto werd uitgeschakeld.
Het frontpaneel verbergen
Houd de op het frontpaneel ten minste 3 seconden ingedrukt.
Opmerkingen
• Het frontpaneel beweegt niet meer als in het comparti­ment iets in de weg ligt.Verwijder wat in de weg ligt en houd de toets ten minste 3 seconden ingedrukt.
• Het display gaat dicht meteen nadat het contact van de auto werd uitgeschakeld.
1
2
Openingstoets
1
1
Regeling van de displayhoek
Beweeglijk display
Het beweeglijke display kan in 3 verschillende hoeken ingesteld worden, volgens de voorkeur van de gebruiker.
Druk op de ANGLE toets om de hoek van het beweeglijke display te regelen.
Opmerkingen
Het display sluit een halve minuut nadat het contact
werd afgezet.
De ingestelde displayhoek wordt opgeslagen in het
geheugen. De displayhoek hoeft niet opnieuw ingesteld te worden wanneer het contact wordt aangezet.
Opgelet
Houd uw handen (of andere voorwerpen) uit de buurt van het display terwijl het opent of sluit, dit om schade of verwondingen te vermijden.Het beweeglijke display kan in normale gebruiksomstandigheden heel warm worden aan de achterkant. Dit wijst niet op een werkingsfout. Niet aanraken.
8
Basiswerking
Aan- en uitschakelen
Druk op de POWER toets om het toestel aan te schakelen.
Opmerking
Het toestel kan aangeschakeld worden door op gelijk welke andere toets te drukken, behalve de uitwerptoets
Het volume stijgt geleidelijk aan naar het vorige niveau waarnaar u luisterde vóór het toestel werd uitgeschakeld. Druk opnieuw ten minste 3 seconden op de POWER toets om het toestel uit te schakelen.
Opmerking
Als het toestel voor het eerst wordt aangeschakeld, staat het toestel afgesteld het volumeniveau 12.
Invoeren van een antidiefstalcode (wachtwoord)
Als u een antidiefstalcode hebt gedefinieerd op pag. 34, dient u dit wachtwoord in te voeren als u het toestel aanschakelt.
Schakel het toestel aan om het paneel te ope­nen. Het scherm voor de invoer van het wacht­woord (PASSWORD) verschijnt.
Druk op de preselectietoets (0 tot 9) om het gedefinieerde wachtwoord in te voeren. Is het wachtwoord correct, dan wordt de opening uit­gevoerd.
Opmerkingen
• Als u zich vergist bij de invoering van het wachtwoord, herbe-
gint u van bij het begin.
• Als u zich drie maal na elkaar vergist bij de invoering van het
wachtwoord, wordt het paneel gesloten. Wanneer het paneel opnieuw wordt geopend met behulp van de toets OPEN, verschijnt het scherm voor de invoer van het
wachtwoord (PASSWORD) en kunt u uw wachtwoord invoeren.
• Als u een disk inlaadt op het moment dat u uw wachtwoord
invoert, schakelt het toestel over naar pauzemodus als de disk is ingeladen, maar kan de disk niet afgespeeld worden. Het dis­play keert terug naar het scherm voor de invoer van het wacht-
woord.
• Als u uw wachtwoord vergeet, contacteert u het call center of
uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler/kantoor.
1
1
2
1
Voorinstelling en van de equalizer
In de fabriek werden 3 typische voorinstellingen voor de equalizer geprogrammeerd voor diver­se muziekbronnen.
Druk op de EQ toets en selecteer de EQ­modus.
Druk op de DN of de UP toets. Telkens u op de toets drukt beeldt de equalizer­modus de geselecteerde egalisatiefunctie af.
FLAT : Lineaire frequentie POPS: Beklemtoont de middenfrequenties ROCK:
Beklemtoont de hoge en lage frequenties
NEWS: Beklemtoont de middenfrequenties en
onderdrukt de hoge en lage frequenties
Rechtstreeks selecteren Selecteer de gewenste toets (1 tot 4)
(1): FLAT(OFF) (3): ROCK (2): POPS (4): NEWS
Als de instelling klaar is drukt u op de EQ toets om OFF te selecteren en terug te keren naar normale werking.
Opmerking
• Deze functie werkt niet als DEFEAT is ingesteld op ON (zie pag. 9).
• De EQ modus wordt automatisch geannuleerd als bin­nen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de ingebouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digitale audioprocessor hebben voorrang.
9
Regeling volume/balans (links – rechts)/ fader (voor – achter)/Defeat
Druk herhaaldelijk op de MODE knop om de gewenste modus te kiezen. Telkens u op deze toets drukt, verandert de modus als volgt:
Volume : 0 ~ 35 Balans : L15 ~ R15 Fader : R15 ~ F15 Subwoofer : 0 ~ +15
Druk op de DN of de UP toets na de selectie van de Subwoofer modus om de uit­gangsfase van de subwoofer om te keren van ”PHASE 0” of ”PHASE 180°”.
Opmerkingen
• Als u niet op de MODE knop drukt binnen de 5 secon­den nadat u de modi BALANCE, FADER, DEFEAT en SUBWOOFER heeft geselecteerd, zet het toestel zich
• Bij de instelling van de 3-wegs/2-wegs schakelaar (pag.
12) kunt u de FADER modus niet instellen.
• Als de subwoofer is ingesteld op OFF, kan het niveau van de subwoofer niet aangepast worden.
Draai aan de draaiknop tot u in elke modus de gewenste klank bekomt.
Opmerking
Afhankelijk van de aangesloten toestellen, kan het zijn dat bepaalde functies en indicaties op het display niet werken.
3
1
2
Subwooder* Balance Fader Defeat Volume
1 2
FLAT(OFF) POPS ROCK NEWS
Opmerkingen
• De frequenties van de nevenliggende banden kunnen niet in 4 stappen ingesteld worden.
• De EQ modus wordt automatisch geannuleerd als bin­nen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Deze functie werkt niet als DEFEAT is ingesteld op ON (zie pag. 9).
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de ingebouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digitale audioprocessor hebben voorrang.
Oproepen van de opgeslagen egalisatiecurve
Druk op de EQ toets en selecteer de EQ modus.
Houd de EQ toets ten minste 3 seconden inge­drukt.
Druk op een van de toetsen voor de voorkeur- toetsen (1 tot 6) om de gewenste curve te activeren.
Druk op de EQ toets om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• De EQ modus wordt automatisch geannuleerd als bin­nen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Deze functie werkt niet als DEFEAT is ingesteld op ON (zie pag. 9).
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de ingebouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digitale audioprocessor hebben voorrang.
• Als u de standaard fabrieksinstellingen van (FLAT/POPS/ROCK/NEWS) niet wijzigt, verschijnt bij verstek het standaard display(FLAT/POPS/ROCK/ NEWS).
10
Basiswerking
Instellen en opslaan van de egalisatiecurve
U kunt de egalisatie-instellingen wijzigen om een responscurve te creëren die beter afge­0stemd is op uw persoonlijke smaak.
Druk op de EQ toets en selecteer de EQ modus.
Houd de EQ toets ten minste 3 seconden ingedrukt.
Druk op de BAND toets om de gewenste frequentieband te selecteren.
Druk op de DN of de UP toets om de gewenste frequentie te selecteren. Instelbare frequentiebanden: 20 Hz tot 20 KHz (in stappen van 1/3 octaaf)
Draai aan de draaiknop om het gewenste niveau in te stellen.
6 Druk op de SOURCE toets om de gewenste bandbreedte te selecteren (Q). Instelbare bandbreedte: 1, 2, 3
Om de instellingen op te slaan
1) Houd een van de
preselectietoetsen (1 tot 6)
waaronder u de curve wilt opslaan ten minste 2 seconden ingedrukt
Om een ander kanaal in te stellen herhaalt u stappen 3 tot 6.
Als de instelling beëindigd is drukt u op de EQ toets om terug te keren naar normale werking.
1
4
6
1
2
3
7 8
5
BAND1 BAND2 BAND3 BAND4 BAND5
2 3
4
Niveau
HPF LPF HPF LPF
0 à
-12 dB
FLAT, 6, 12, 18, 24
dB/oct
----
20Hz ­200Hz
----
Lagetonen­luidspreker
0 à
-12 dB
----
FLAT, 6, 12, 18, 24
dB/oct
----
20Hz ­200Hz
Hogetonen luidspreker voorin
0 à
-12 dB
----
FLAT, 6, 12, 18, 24
dB/oct
----
20Hz ­200Hz
Hogetonen luidspreker achterin
2-wegsmodus
Crossover
Dit toestel is uitgerust met een actieve crossover. Deze crossover beperkt de frequenties die aan de uitgangen worden aangereikt. Elk kanaal wordt afzonderlijk geregeld, zodat elk luidsprekerpaar kan aangestuurd worden door de frequenties waarvoor het optimaal werd ontwikkeld. De frequentiescheider past de hoogdoorlaatfilter (HPF) of de laagdoorlaatfilter (LPF) aan van elke band, alsook de helling (hoe snel de filter de hoge of lage frequenties afrolt).
Opmerkingen
• HPF (hoogdoorlaatfilter): onderdrukt de lage frequenties en laat de hoge frequenties door.
• LPF (laagdoorlaatfilter): onderdrukt de hoge frequenties en laat de lage frequenties door.
• Helling: de niveauverandering (dB) voor een frequentieverandering van 1 octaaf.
• Hoe hoger de waarde van de helling, hoe sneller de helling wordt.
• Stel de helling in op FLAT om de hoog- of laagdoorlaatfilters te desactiveren.
• Gebruik geen tweeter zonder de hoogdoorlaatfilter te activeren of in te stellen op een lage frequentie aangezien dit schade kan toebrengen aan de luidspreker als gevolg van de lage frequenties.
• U kunt de frequentie van de crossover niet hoger instellen dan de hoogdoorlaatfilter of lager dan de laagdoorlaatfilter.
Scheidingsfrequentie
(stappen van 1/3
octaaf)
Helling
Niveau
HPF LPF HPF LPF
0 à
-12 dB
FLAT, 6, 12, 18, 24
dB/oct
----
20Hz ­200Hz
----
Lagetonen­luidspreker
0 à
-12 dB
FLAT, 6, 12, 18, 24
dB/oct
FLAT, 6, 12, 18, 24
dB/oct
20Hz ­20kHz
20Hz ­200Hz
Hogetonen luidspreker
0 à
-12 dB
----
6,12,18, 24
dB/oct
----
1kHz ­20kHz
Hogetonen luidspreker
3-wegsmodus
Scheidingsfrequentie
(stappen van 1/3
octaaf)
Helling
• Als u de HPF-filter voor de hoge tonen instelt op FLAT, mag u het volume niet te hoog zetten.Dit kan de luid­spreker beschadigen.
(Verschilt van eigenlijke afbeelding)
Hoge frequenties Lage frequenties
Lage frequenties Midden frequenties Hoge frequenties
(Verschilt van eigenlijke afbeelding)
Uitgangs-frequentie-gamma
Niveau-regeling (0 tot -12dB)
Regeling van de helling
20Hz
(Verschilt van eigenlijke afbeelding)
Scheidings­frequentie LPF
Scheidings­frequentie HPF
11
12
Basiswerking
3-wegsssysteem
Druk op de BAND toets om de gewenste para­meter te selecteren.
Druk op de DN of de UP toets om het gewenste kantelfrequentiepunt te selecteren (crossover-punt). Instelbare frequentiebanden:
LOW: 20 Hz tot 200 Hz (in stappen van 1/3 octaaf). MID-L: 20 Hz tot 200 Hz (in stappen van 1/3 octaaf). MID-H: 20 Hz tot 20 KHz (in stappen van 1/3 octaaf). HIGH: 1 KHz tot 20 KHz (in stappen van 1/3 octaaf).
Druk op de SOURCE toets om de gewenste helling te selecteren. Instelbare helling: FLAT (OFF)*, 6, 12, 18 of 24 dB/oct. *FLAT kan niet ingesteld worden voor de HIGH helling Draai aan de draaiknop op het gewenste uit­gangsniveau te selecteren. Instelbaar uitgangsniveau: -12 tot 0 dB. Om de instellingen op te slaan
1) Houd een van de preselectietoetsen (1 tot 6) waaronder u de ingestelde curve wilt opslaan ten minste 2 seconden ingedrukt. Om een ander kanaal te selecteren, herhaalt u stappen 2 tot 5. Als de instelling beëindigd is drukt u op de toets T.CORR om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• Over het 2-/3-wegssysteem U kunt overschakelen van het 2-wegs- naar het 3-weg­systeem door middel van de 2-wegs-/3-wegsschake­laar aan de zijkant van het toestel (zie pag. 53).
Ingesteld op ”3 WAY”
Het toestel kan enkel in een 3-wegssysteem werken.
Ingesteld op ”F/R Sub. W”
Het toestel kan enkel in een 2-wegssysteem werken.
• De crossovermodus wordt automatisch geannuleerd als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Om de cross-overmodus te annuleren voor alle muziekbronnen drukt u op de MODE toets om de cros­sover uit te schakelen.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de inge bouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digita­le audioprocessor hebben voorrang.
Oproepen van de opgeslagen crossoverinstellingen
Houd de T.CORR toets ten minste 3 seconden ingedrukt. Druk op een van de
preselectietoetsen (1 tot 6)
waaronder de ingestelde curve is opgeslagen.
Instellen en opslaan van de crossoverfrequentie
Alvorens onderstaande handelingen uit te voe­ren, neemt u best eerst het hoofdstuk ”Over de crossover” (pag. 11) door.
Houd de T.CORR toets ten minste 3 secon-
den ingedrukt.
2-wegssysteem
Druk op de BAND toets om de gewenste para­meter te selecteren.
Druk op de DN of de UP toets om het gewenste kantelfrequentiepunt te selecteren (crossover-punt). Instelbare frequentiebanden: 20 Hz tot 20 KHz (in stappen van 1/3 octaaf). Druk op de SOURCE toets om de gewenste helling te selecteren. Instelbare helling: FLAT (OFF), 6, 12, 18 of 24 dB/oct. Draai aan de draaiknop op het gewenste uit­gangsniveau te selecteren. Instelbaar uitgangsniveau: -12 tot 0 dB.
Om de instellingen op te slaan
1) Houd een van de preselectietoetsen (1 tot 6) waaronder u de ingestelde curve wilt opslaan ten minste 2 seconden ingedrukt. Om een ander kanaal te selecteren, herhaalt u stappen 2 tot 5. Als de instelling beëindigd is drukt u op de toets T.CORR om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• De crossovermodus wordt automatisch geannuleerd als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Om de cross-overmodus te annuleren voor alle muziek bronnen drukt u op de MODE toets om de crossover uit te schakelen.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de inge­bouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digita­le audioprocessor hebben voorrang.
1 2
1
2
SUB.W REAR
FRONT
3
4
2
3
5
5
6 7
LOW MID-L MID-H HIGH
3
6 7
3WAY
F/R Sub. W
13
Druk op de T.CORR toets om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• De crossovermodus wordt automatisch geannuleerd
als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Om de cross-overmodus te annuleren voor alle
muziekbronnen drukt u op de MODE toets om de cros­sover uit te schakelen.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten
op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de ingebouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digitale audioprocessor hebben voorrang.
Over de scheidingstijdcorrectie
In een wagen varieert de afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers nogal sterk als gevolg van de speciale omstandigheden van de mobiele omgeving. Het verschil in de afstanden van de speakers tot aan de luisteraar genereert een verschuiving in het klankbeeld en de fre­quentiekarakteristieken. Dit wordt veroorzaakt door de tijdsvertraging tussen de klank die het rechteroor van de luisteraar bereikt ten opzichte van het linkeroor. Om dit te compenseren, kan de CDM-7892R het audio­signaal vertragen naar de speakers die zich het dichtst bij de luisteraar bevindt. Dit creëert een waarneming van verhoogde afstand voor deze luidsprekers. De luis­teraar kan op gelijke afstand geplaatst worden tussen de rechter en de linker speakers, voor een optimaal klankbeeld. De aanpassing kan voor elke speaker gemaakt worden in stappen van 0,1 mS.
Voorbeeld 1. Luisterpositie: Linker voorzetel
Regel het niveau van de scheidingstijdcorrectie van de linker voorspeaker op een hogere waarde en die van de rechter achterspeaker op nul of een lage waarde.
Hier berekenen we de waarde van de scheidingstijd­correctie voor de linker voorluidspreker in het linkse diagram.
Verste speaker – luisterpositie: 2,25 m (88-9/16”) Linker voorspeaker – luisterpositie: 0,5 m (19-11/16”) Berekening: L = 2,25 m – 0,5 m = 1,75 m (68-7/8”) Scheidingstijdcorrectie = 1,75 m : 343* x 1000 = 5,1 (ms) *Snelheid van het geluid: 343 m/s bij 20°C
In andere woorden, als aan de linker voorspeaker een waarde voor de scheidingstijdcorrectie wordt gegeven van 5,1 ms lijkt het alsof de afstand tot de linker voorspeaker dezelfde is als die tot de verste speaker.
De klank is niet evenwichtig omdat de afstand tot de luisterpositie en de verschillende luidsprekers anders is. Het verschil in afstand tussen de linker voorspeaker en de rechter voorspeaker is 1,75m.
De correctie van de scheidingstijd elimineert het verschil in de tijd die de klank nodig heeft om tot bij de luisterpo­sitie te komen. De tijd van de linker voorspeaker wordt gecorrigeerd met 5,1 ms zodat de klank van deze luid­spreker de luisterpositie bereikt op hetzelfde ogenblik als de klank van de andere luidsprekers.
Voorbeeld 2. Luisterpositie: alle zetels
Regel het niveau van de scheidingstijdcorrectie van alle speakers op dezelfde waarde.
Zet u in de luisterpositie (bestuurderszetel, e.d.) en meet de afstand (in meter) tussen uw hoofd en de verschillende speakers.
Bereken het verschil tussen de afstand tot de verste speaker en de andere speakers. L = (afstand tot de verste speaker) – (afstand tot de andere speakers).
Verdeel de berekende afstanden voor de luidspre­kers door de snelheid van het geluid (343 m/s bij 20°). Deze waarden zijn de waarden van de scheiding­stijdcorrectie voor de verschillende luidsprekers.
Tips
*Subwooferluidspreker. U kunt de waarde van de scheidingstijdcorrectie van de subwoofer niet wijzi­gen, maar u kunt zijn schijnbare positie vooraan ins­tellen door de waarde van de scheidingstijdcorrectie van de voor- en achterluidsprekers te wijzigen.Voor meer details, zie ‘Tips’op pag. 14.
1
2
3
3
14
Basiswerking
Als de instelling voltooid is drukt u op T.CORR om terug te keren naar de normale werkings­modus.
Opmerkingen
• Alle manuele instellingen van de scheidingstijdcorrectie zullen ook de instellingen beïnvloeden van de Bass Focus”. Maar, gezien het interval van de manuele modus 0,1 ms bedraagt en die van de Bass Focus 1 stap (0,3 ms), kunnen bepaalde verschillen optreden.
• De modus scheidingstijdcorrectie wordt automatisch geannuleerd als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
Voorbeeld van de instelling van stappen 2 en 3
(1) na de invoering van de correcties voor de voorste luidsprekers (links en rechts) in STAP 5, bedraagt het tijdsverschil voor de rechter- en lin­kerluidsprekers vooraan 1,5 ms.
2) na de invoering van de correcties voor de linker luidsprekers (voor en achter) in STAP 5, wordt het tijdsverschil 3,0 ms* voor de linkerluidspreker vooraan en 1,5 ms voor de linkerluidspreker achteraan. * Omdat het tijdsverschil in STAP 1 al ingesteld was op 1,5 ms voor de linkerluidspreker vooraan, maakt de bijkomende correctie in STAP 5 dat het tijdsverschil van de linkerluidspreker vooraan 3,0 ms bedraagt.
Tips
* Subwooferluidspreker Verplaats (door aan de draaiknop te draaien) het audio­signaal naar de luidsprekers vooraan (links en rechts) zodat de subwoofer zich schijnbaar vooraan bevindt. Hierdoor zal de schijnbare positie tussen de luidsprekers vooraan (links en rechts) en de subwoofer identiek over­komen bij de bestuurder.Alvorens bovenstaande proce­dure uit te voeren, kunt u de positie van de linker- en rechterluidsprekers wijzigen door een tijdsvertraging uit te voeren.
Bass Focus
Het tijdsverschil tussen de voor-achter/linker­rechter luidsprekers kan simultaan ingesteld worden. Met een initieel tijdsverschil van 0,3 ms voor elke stap van 0 tot 39, kan een hoor­bare scheidingstijdcorrectie doorgevoerd wor­den. Voor een preciezere instelling, gebruikt u de procedure ”Scheidingstijdcorrectie” van de vorige sectie, waar de stappen 0,1 ms bedragen.
Druk op de T.CORR toets om de Bass Focus modus te selecteren.
Druk op de BAND toets om de voor-achter/ linker-rechter luidsprekers te selecteren.
Draai aan de draaiknop om het tijdsverschil voor-achter/links-rechts in te stellen.
Om een ander kanaal in te stellen (luidspreker), herhaalt u stappen 2 en 3.
1
2
5
Bass Focus mode Time correction mode
Normal mode
3
4
15
Tabel van de tijdsverschillen
Regeling van de scheidingstijdcorrectie
Alvorens onderstaande handelingen uit te voeren, neemt u best eerst de hoofdstukken ‘Over de scheidingstijdcorrectie’ (pag. 9) door.
Druk op de T.CORR toets om scheidingstijdcor- recties uit te voeren. Telkens u op deze toets drukt, veranderen de modi als volgt:
Druk op de BAND toets om een in te stellen luidspreker te selecteren.
Pas de gewenste waarde van de scheidingstijd­correctie aan door aan de draaiknop te draaien. Om een andere luidspreker in te stellen herhaalt u stappen 2 en 3. Druk na het instellen op de MODE toets om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• De modus Scheidingstijdcorrectie wordt automatisch uitgeschakeld als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Om de modus Scheidingstijdcorrectie te annuleren voor alle muziekbronnen drukt u op de T.CORR toets om de scheidingstijdcorrectie uit te schakelen.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de ingebouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digitale audioprocessor hebben voorrang.
Oproepen van de opgeslagen instellin­gen voor de scheidingstijdcorrectie
Druk op de T.CORR toets om de scheidingstijd- correcties door te voeren. Telkens u op deze toets drukt veranderen de modi als volgt:
Druk op een van de
preselectietoetsen (1 tot 6)
waaronder de gewenste scheidingstijdcorrectie is opgeslagen.
Druk op de MODE toets om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• De modus Scheidingstijdcorrectie wordt automatisch uitgeschakeld als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• Om de modus Scheidingstijdcorrectie te annuleren voor alle muziekbronnen drukt u op de T.CORR toets om de scheidingstijdcorrectie uit te schakelen.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de ingebouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digitale audioprocessor hebben voorrang.
Aantal
stappen
Tijdsverschil
(in ms)
Aantal
stappen
Tijdsverschil
(in ms)
Aantal
stappen
Tijdsverschil
(in ms)
0 0,0 14 1,4 28 2,8
1 0,1 15 1,5 29 2,9
2 0,2 16 1,6 30 3,0
3 0,3 17 1,7 31 3,1
4 0,4 18 1,8 32 3,2
5 0,5 19 1,9 33 3,3
6 0,6 20 2,0 34 3,4
7 0,7 21 2,1 35 3,5
8 0,8 22 2,2 36 3,6
9 0,9 23 2,3 37 3,7
10 1,0 24 2,4 38 3,8
11 1,1 25 2,5 39 3,9
12 1,2 26 2,6 40-98 4,0-9,8
13 1,3 27 2,7 99 9,9
Scheidingscorrectie mode Time correction mode
Normal mode
1
2
3 4 5
F - L F - R R - L R - R SW L SW R
1
2
3
Scheidingscorrectie mode Time correction mode
Normal mode
16
Basiswerking
Regeling van de MX-modus
MX (Media Xpander) maakt dat vocale en ins­trumentale klanken anders klinken, ongeacht de muziekbron. Radio en cd-speler zullen muziek duidelijk weergeven, zelfs in wagens die veel weggeluiden doorlaten.
Druk op de MX toets om MX ON te selecteren.
Druk op de SOURCE toets om de bron te selecteren die u wilt verbeteren met de MX­modus.
Houd de MX toets ten minste 2 seconden inge­drukt om de MX-modus te selecteren.
Selecteer de gewenste modus of OFF met behulp van de draaiknop.
FM (niveau MX 1 tot 3): Deze instelling geeft duidelijkere midden en hoge frequenties weer en biedt een evenwichti­ge klank in alle banden. CD (niveau MX 1 tot 3): De cd-modus verwerkt een grote hoeveelheid gegevens. Deze gegevens worden gebruikt om een zuivere klank weer te geven. MP3/DAB (niveau MX 1 tot 3) Deze instelling corrigeert de informatie die nagelaten werd op het moment van de com­pressie en biedt een evenwichtige klank die dicht aanleunt bij de originele klank. DVD/VIDEO CD (niveau MX 1 tot 3) MX1 tot 2 (MOVIE) Geeft de dialogen van de film duidelijker weer. MX3 (MUSIC) Geeft beter en nauwkeuriger de disks weer met muzikale delen, muziekclips, enz. AUX (niveau MX 1): Kies de MX-modus (MP3, MUSIC of MOVIE) die overeenkomt met de aangesloten drager.
2
3 4
Druk na het instellen op de MODE toets om terug te keren naar normale werking.
Opmerkingen
• Om de MX-modus te annuleren voor alle muziekbronnen drukt u op de MX toets om MX uit te schakelen.
• De MX-modus wordt automatisch uitgeschakeld als binnen de 15 seconden niet op een toets wordt gedrukt.
• U kunt de MX-modus niet instellen als RDS of DAB geactiveerd is.
• Door MX op OFF in te stellen wordt de MX-modus gedesactiveerd voor alle muziekbronnen.
• Deze functie werkt niet als de DEFEAT-functie is ingesteld op ON.
• Als de functie DEFEAT is ingesteld op ON, zoals aange­geven in de sectie ”Instellen van de Defeat-modus van de externe ingang (pag. 30) wordt de handeling geweigerd.
• Elke muziekbron (radio, cd, MP3) kan zijn eigen MX­instelling hebben.
• Op de disks die zowel MP3- en CD-DA-gegevens bevat­ten, moet, als de bron overschakelt van ”MP3 naar CD­DA” of van ”CD-DA naar MP3”, de MX-modus omgescha­keld worden. Door deze omschakeling kan het zijn dat het wat langer duur alvorens men een nummer hoort.
• De MX-modus werkt niet als MX geactiveerd is op de MW- en LW-radio.
• Als de digitale Alpine-audioprocessor is aangesloten op de digitale uitgangsconnector, kunnen de functies Equalizer, Crossover, Bass Focus, Scheidingstijdcorrectie en MX (MediaXpander) niet gebruikt worden in de inge bouwde cd-modus. De functies van de aangesloten digita­le audioprocessor hebben voorrang.
Snel zoeken
U kunt snel nummers en bestanden selecteren.
Druk op de SOURCE toets om de gewenste modus te selecteren. (Als voorbeeld wordt hier de cd-modus voorgesteld)
Wanneer u de cd-modus heeft geselecteerd, houdt u de Q.S. toets ten minste 2 seconden ingedrukt. De instelling van de modus schakelt over naar Q.S. (snel zoeken).
Selecteer de gewenste track door de
draaiknop
naar rechts of naar links te draaien.
Modus cd-speler/wisselaar: u kunt de track selecteren.
Modus MP3: u kunt het bestandnummer selecteren.
Wanneer de instelling beëindigd is drukt u op de Q.S. toets om de modus snel zoeken te verlaten.
Opmerking
Als u tijdens de stappen 2 en 3 niet op een toets drukt, wordt de Q.S. modus na 10 seconden automatisch geannuleerd.
1
5
2
1
3
4
Loading...
+ 36 hidden pages