47056VS |
NL |
FORNUIS |
GEBRUIKSAANWIJZING |
2 |
|
FR |
CUISINIÈRE |
NOTICE D'UTILISATION |
39 |
2
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
8 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
10VOOR HET EERSTE GEBRUIK
11KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
12KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
14KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
15OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
17OVEN - KLOKFUNCTIES
19OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
21OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
33OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
36PROBLEMEN OPLOSSEN
37MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
-Producten
-Brochures
-Gebruikershandleidingen
-Oplossen van problemen
-Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
•Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
•Voor bescherming van het milieu
•Voor de correcte bediening en werking
van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
•Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
•Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
•Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
•Gebruik het kinderslot of de Key lockfunctie als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
•Schakel de kookzones na ieder gebruik uit.
MONTAGE
•De afstellingsvoorwaarden voor dit apparaat worden op het label weergegeven (of op het gegevensplaatje).
•Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
•Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
•Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
•De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
•Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
•Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie (indien van toepassing).
•Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
•Plaats het apparaat niet op een basis.
ALGEMENE VEILIGHEID
•Verander de specificaties van dit product niet en wijzig het niet. Er bestaat een gevaar voor letsel en schade aan het apparaat.
•Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het in gebruik neemt.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
•Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
•Dit apparaat moet worden geaard.
•Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning.
•Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
•U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
•De elektrische installatie moet isolatie bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
•De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap.
•Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
•Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van het apparaat.
•Gebruik geen meerwegstekkers, -aan- sluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
•Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
•Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie.
•Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van toepassing).
•Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
GEBRUIK
•Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
•Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
•Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als het
NEDERLANDS 5
apparaat aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
•Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met natte handen.
•Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
•De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden.
•De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert.
•Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinderen uit de buurt of onder permanent toezicht.
•Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er al- cohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
•Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
•Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
•Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
•Gebruik de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop
•Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan kookgerei en het kookoppervlak.
•Als er voorwerpen of kookgerei op de kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd raken.
•Zet geen heet kookgerei naast het bedieningspaneel, want de warmte kan het apparaat beschadigen.
•Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade
6
aan het emaille van het apparaat te voorkomen.
•Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift.
•Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
•Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
–plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie;
–plaats heet water niet direct in het apparaat;
–haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
•Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
•Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar alleen hittebestendige accessoires (indien van toepassing).
•Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van de bovenkant (indien van toepassing).
•Plaats geen voorwerpen op de kookplaat die kunnen gaan smelten.
•Sluit de stroomtoevoer af als het oppervlak is gebarsten. Er bestaat risico op elektrische schokken.
•Leg geen warmtegeleidend materiaal (bijv. dunne roosters of metalen platen die de warmte geleiden) onder de pannen. Door de warmtereflectie kan de kookplaat beschadigen.
water en zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
•Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
•Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt. Spray niets op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor (indien van toepassing).
•Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren.
•Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
•Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar.
•De lampjes die in dit apparaat worden gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting van een woonruimte.
•Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
•Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Gevaar voor elektrische schokken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar voor brandwonden.
ONDERHOUD EN REINIGING
•Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden. De glazen panelen kunnen breken.
•Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken.
•Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
•Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen
SERVICECENTRUM
•Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
•Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
•Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
NEDERLANDS 7
–Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
–Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten raken. Er bestaat gevaar voor verstikking.
8
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
|
1 |
2 |
3 |
4 |
|
|
|
|
5 |
|
|
|
|
6 |
|
5 |
|
|
7 |
|
4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
3 |
|
|
8 |
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
1 |
Knop voor ovenfuncties |
6 |
Verwarmingselement |
|
Elektronische tijdschakelklok |
|
Ovenlampje |
2 |
7 |
||
|
Knop voor de temperatuur |
|
Ventilator en verwarmingselement |
3 |
8 |
||
|
Temperatuurlampje |
|
Inzetniveaus |
4 |
9 |
||
|
Toetsen voor de kookplaat |
|
|
5 |
|
|
INDELING KOOKPLAAT
1 2 3
145 mm |
|
170 mm |
|
1 |
Kookzone 1200 W |
|
|
|
|
|
|
|
Stoomuitlaat |
|
|
|
265 mm |
|
2 |
|
|
|
|
|
|
Kookzone 1500/2400 W |
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
Kookzone 1200 W |
|
140/210 mm |
|
|
|
4 |
||
|
145 mm |
|
|
Restwarmte-indicatie |
||
|
|
5 |
||||
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
Kookzone 1000/2200 W |
|
|
|
|
|
|
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
6 5 4
NEDERLANDS 9
ACCESSOIRES
•Ovenrek
Voor kookgerei, baken braadvormen.
•Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
•Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om vet op te vangen.
•Moussakapan (alleen bij sommige modellen)
Om moussaka te maken.
•Uitneembare telescopische geleiders
Voor het plaatsen van braadsledes of bakplaten.
•Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade.
10
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
EERSTE REINIGING |
Als het apparaat wordt aangesloten op de |
||||||||||||
• |
Verwijder alle accessoires en uitneem- |
stroomtoevoer of na een stroomonder- |
|||||||||||
breking, gaat het symbool voor de tijd |
|||||||||||||
|
|
bare rails (indien van toepassing). |
|||||||||||
|
|
knipperen. |
|||||||||||
• |
Reinig het apparaat voor het eerste ge- |
||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|
bruik. |
|
||||||||||
|
|
|
|
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en |
|
||||||||
|
|
|
|
reiniging". |
|
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Druk op + of - om de correcte tijd in te |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
stellen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Na ongeveer vijf seconden stopt het knip- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
peren en geeft de klok de ingestelde tijd |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
van de dag weer. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wanneer u de tijd verandert, mag u niet tegelijkertijd de functie
Duur |
of Eindtijd |
instellen. |
Om het apparaat te bedienen, moet u de bedieningsknop indrukken. De bedieningsknop komt naar voren.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
2.Laat het apparaat een uur aan staan.
3.Stel de functieen de maximumtemperatuur in.
4.Laat het apparaat tien minuten aan staan.
5. Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
6.Laat het apparaat tien minuten aan staan.
Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
NEDERLANDS 11
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
TEMPERATUURINSTELLING
Toets -functie
Warmhouden
0Uit-stand
1-9 |
Kookstanden |
|
(1 - laagste kookstand; 9 - |
|
hoogste kookstand) |
|
|
1.Draai de bedieningsknop in de gewenste kookstand.
2.Zet de bedieningsknop op stand 0 om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het energieverbruik te verlagen. Zet de kookzone ongeveer 5-10 minuten voordat het koken is voltooid uit.
GEBRUIK VAN DE DUBBELE
ZONE
LET OP!
Draai de knop naar rechts om de dubbele zone te activeren. Draai de knop niet door de stoppositie.
1.Draai de knop rechtsom naar positie
9.
2.Draai de knop langzaam naar het symbool tot u een klik hoort. De twee kookzones zijn nu aan.
3.Raadpleeg 'Kookstanden' om de nodige kookstanden in te stellen.
RESTWARMTE-INDICATIE
De restwarmte-indicatie geeft aan wanneer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte.
12
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
KOOKGEREI
• De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
•Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of kopperen bodems, kunnen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat.
ENERGIE BESPAREN
DE VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
•Zet de pan op de kookzone voordat u deze inschakelt.
•Schakel voor het einde van de bereidingstijd de kookzones uit, om gebruik te maken van de restwarmte.
•De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde afmeting te hebben.
Tem- |
Te gebruiken voor: |
Tijd |
Tips |
pera- |
|
|
|
tuur- |
|
|
|
instel- |
|
|
|
ling |
|
|
|
1 |
Het door u gekookte eten warm |
naar |
Leg een deksel op de pan. |
|
te houden |
be- |
|
|
|
hoefte |
|
1-2 |
Hollandaise saus, boter smelten, |
5-25 |
Meng het geheel van tijd tot |
|
chocolade, gelatine |
min. |
tijd. |
1-2 |
Stollen: luchtige omeletten, ge- |
10-40 |
Met deksel bereiden |
|
bakken eieren |
min. |
|
2-3 |
Zachtjes aan de kook brengen |
25-50 |
Voeg minstens tweemaal zo- |
|
van rijst en gerechten op melk- |
min. |
veel vloeistof toe als rijst, |
|
basis, reeds bereide gerechten |
|
melkgerechten tijdens het |
|
opwarmen |
|
bereiden tussendoor roeren. |
3-4 |
Stomen van groenten, vis en |
20-45 |
Enkele eetlepels vloeistof |
|
vlees |
min. |
toevoegen |
4-5 |
Aardappelen stomen |
20-60 |
Gebruik max. ¼ l water voor |
|
|
min. |
750 g aardappelen |
|
|
|
|
NEDERLANDS 13
Tem- |
Te gebruiken voor: |
Tijd |
Tips |
pera- |
|
|
|
tuur- |
|
|
|
instel- |
|
|
|
ling |
|
|
|
4-5 |
Bereiden van grotere hoeveelhe- |
60-150 |
Tot 3 l vloeistof plus ingre- |
|
den voedsel, stoofschotels en |
min. |
diënten |
|
soepen |
|
|
6-7 |
Lichtjes braden: kalfsoester, kalfs |
zoals |
Halverwege de bereidingstijd |
|
cordon bleu, koteletten, rissoles, |
nodig |
omdraaien |
|
worstjes, lever, roux, eieren, pan- |
|
|
|
nenkoeken, donuts |
|
|
7-8 |
Door-en-door gebraden, opge- |
5-15 |
Halverwege de bereidingstijd |
|
bakken aardappelen, lenden- |
min. |
omdraaien |
|
biefstukken, steaks |
|
|
|
|
|
|
9Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
14
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
Vuil verwijderen:
1.– Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
–Verwijder nadat het apparaat voldoende is afgekoeld: kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken en glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
2.Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3.Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het apparaat is afgekoeld.
HET APPARAAT AANEN
UITZETTEN
1.Draai de knop voor de ovenfuncties naar een ovenfunctie.
NEDERLANDS 15
2.Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat stijgt.
3.Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de knop voor de temperatuur in de uit-stand.
OVENFUNCTIES
|
|
|
Ovenfunctie |
Toepassing |
|
|
|
|
|
Uit-stand |
Het apparaat staat uit. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor het braden of bakken en braden van gerechten |
|
|
|
|
|
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op |
|
|
|
|
Hetelucht: |
meer dan één ovenniveau, zonder dat er smaken worden |
|
|
|
|
overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding |
|
|
|
|
|
met onderen bovenwarmte. |
|
|
|
|
Boven + on- |
Voor bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
en onderste verwarmingselementen worden tezelfdertijd |
|
|
|
|
|
derwarmte |
|
|
|
|
|
ingeschakeld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hartige taart/ |
Om pizza, quiche of een hartige taart te maken. Stel de |
|
|
|
|
oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding |
|
|
|
|
|
pizza |
|
|
|
|
|
met onderen bovenwarmte. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gratineren |
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillele- |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
ment en de ovenventilator werken opeenvolgend en de |
|
|
|
|
|
|
hetelucht circuleert rond de gerechten. |
|
|
|
|
Grote grill |
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
Voor het maken van toast. Het volledige grillelement |
|
|
|
|
|
|
wordt geactiveerd. |
|
|
|
|
Drogen |
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, prui- |
|
|
|
|
men, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of |
|
|
|
|
|
|
champignons). |
|
|
|
|
Ontdooien |
Om diepvriesvoedsel te ontdooien. |
|
|
|
|
|
|
16
Ovenfunctie |
Toepassing |
Ovenlampje |
Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NEDERLANDS 17 |
OVEN - KLOKFUNCTIES |
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||||||
|
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK |
||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Functie-indicatielampjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 |
|||
1 |
|
2 |
3 |
||||||||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2 |
Tijdindicatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3 |
Functie-indicatielampjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toets + |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Keuzetoets |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toets - |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
6 |
|
|
5 |
|
|
4 |
|
|
|
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
Klokfunctie |
|
|
|
|
|
|
|
Toepassing |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
Tijdstip van de |
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controle- |
|||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
dag |
ren. |
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Kookwekker |
Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft |
||||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
geen invloed op de werking van de oven. |
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Duur |
Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn. |
|||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Einde |
Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgescha- |
|||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
keld. |
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken om in te stellen wanneer het apparaat moet worden geactiveerd, en vervolgens gedeactiveerd. Stel eerst de Duur in, en daarna de Eindtijd.
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert.
2. Om de tijd in te stellen voor de kook-
wekker , Duur
of Einde
, gebruikt u de toets + of -.
Het controlelampje voor de betreffende functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal.
Bij de functies Duur en Einde
schakelt het apparaat automatisch uit.
3. Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
18
DE KLOKFUNCTIES
ANNULEREN
1.Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert.
2.Druk op de toets - en houdt de toets ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.
NEDERLANDS 19
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het bakrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet verschuift.
Het rooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
Bewaar de montage-instructies voor de telescopische geleiders om later terug te kunnen lezen.
TELESCOPISCHE GELEIDERS - DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopische geleiders.
20
Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt is het kookgerei bovendien beveiligd tegen wegglijden.
HET ROOSTER EN DE BRAADPAN SAMEN PLAATSEN
Plaats het rooster op de braadpan. Plaats het rooster en de braadpan op de telescopische geleiders.
NEDERLANDS 21
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
•Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
•Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
•Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
•Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
•Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
•Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
BAKTIPS
Bakresultaat |
Mogelijke oorzaak |
Oplossing |
|
De onderkant van de ca- |
Verkeerde rekstand. |
Plaats de cake lager. |
|
ke is te licht van kleur. |
|||
|
|
||
De cake zakt in (wordt |
De oventemperatuur is te |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, stelt u de |
|||
klef, klonterig, streperig). |
hoog. |
||
baktemperatuur lager in. |
|||
|
|
||
|
|
Baktijd verlengen. Baktij- |
|
De cake zakt in (wordt |
Te korte baktijd. |
den kunnen niet worden |
|
klef, klonterig, streperig). |
verkort door hogere |
||
|
|||
|
|
baktemperaturen. |
|
De cake zakt in (wordt |
Er zit te veel vloeistof in |
Minder vocht gebruiken. |
|
Let op de kneedtijden, |
|||
klef, klonterig, streperig). |
het mengsel. |
vooral bij het gebruik van |
|
|
|
keukenmachines. |
|
De cake is te droog. |
De oventemperatuur is te |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, stelt u de |
|||
laag. |
|||
|
baktemperatuur hoger in. |
||
|
|
||
De cake is te droog. |
Te lange baktijd. |
De volgende keer dat u |
|
een cake bakt, gebruikt u |
|||
|
|
een kortere baktijd. |
|
|
|
|
22
Bakresultaat |
Mogelijke oorzaak |
|
|
Oplossing |
||
De cake wordt ongelijk- |
De oventemperatuur is te De baktemperatuur lager |
|||||
hoog en de baktijd te |
instellen en de baktijd |
|||||
matig bruin. |
||||||
|
kort. |
|
|
verlengen. |
||
|
|
|
|
|||
De cake wordt ongelijk- |
Het deeg is niet gelijkma- |
Verdeel het deeg gelijk- |
||||
matig bruin. |
tig verdeeld. |
matig over de bakplaat. |
||||
De cake wordt niet gaar |
De oventemperatuur is te |
De volgende keer dat u |
||||
een cake bakt, stelt u de |
||||||
binnen de aangegeven |
||||||
|
laag. |
baktemperatuur een |
||||
baktijd. |
|
|||||
|
|
|
beetje hoger in. |
|||
|
|
|
|
|||
MULTI HETELUCHT |
|
|
|
|
||
Bakken op één gebruiksniveau |
|
|
|
|
||
Bakken in vormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
|
Tijd in min. |
||
soort |
|
|
|
|
|
|
Tulband of brioche |
2 |
150 - 160 |
|
|
50 - 70 |
|
Zandgebak/vruch- |
1 - 2 |
140 - 160 |
|
|
50 - 90 |
|
tencake |
|
|
|
|
|
|
Fatless sponge ca- |
3 |
150 - 160 1) |
|
25 - 40 |
||
ke |
|
|
|
|
|
|
Taartbodem van |
2 |
170-180 1) |
|
|
10 - 25 |
|
zandtaartdeeg |
|
|
|
|
|
|
Taartbodem - |
2 |
150 - 170 |
|
|
20 - 25 |
|
roerdeeg |
|
|
|
|
|
|
Apple pie (2 vor- |
2 - 3 |
160 |
|
|
60 - 90 |
|
men Ø20cm, dia- |
|
|
||||
gonaal geplaatst) |
|
|
|
|
|
|
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
|
|
Gebak op bakplaat |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
|
Tijd in min. |
||
soort |
|
|||||
|
|
|
|
|
||
Kruimeltaart |
3 |
150 - 160 |
|
|
20 - 40 |
|
(droog) |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
Vruchtentaart (op |
|
|
|
|
|
|
gistdeeg/roer- |
3 |
150 |
|
|
35 - 55 |
|
deeg) 1) |
|
|
|
|
|
|
Vruchtentaart met |
3 |
160 - 170 |
|
|
40 - 80 |
|
kruimeldeeg |
|
|
||||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
1) Gebruik diepe pan
NEDERLANDS 23
Koekjes
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
soort |
|||||
|
|
|
|
||
Zandkoekjes |
3 |
150 - 160 |
10 |
- 20 |
|
Short bread / Pa- |
3 |
140 |
20 |
- 35 |
|
stry Stripes |
|||||
|
|
|
|
||
Roerdeegkoekjes |
3 |
150 - 160 |
15 |
- 20 |
|
Eiwitgebak, |
3 |
80 - 100 |
120 |
- 150 |
|
schuimgebak |
|||||
|
|
|
|
||
Bitterkoekjes |
3 |
100 - 120 |
30 |
- 50 |
|
Klein gerezen ge- |
3 |
150 - 160 |
20 |
- 40 |
|
bak |
|||||
|
|
|
|
||
Klein bladerdeeg- |
3 |
170 - 180 1) |
20 |
- 30 |
|
gebak |
|||||
|
|
|
|
||
Bolletjes |
3 |
160 1) |
10 |
- 35 |
|
Small cakes (20 per |
3 |
150 1) |
20 |
- 35 |
|
plaat) |
|||||
|
|
|
|
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
|
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten |
|
|
|||
|
|
|
|
||
Schotel |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
Stokbroden be- |
1 |
160 - 170 1) |
15 |
- 30 |
|
dekt met gesmol- |
|
|
|
|
|
ten kaas |
|
|
|
|
|
Gevulde groente |
1 |
160 - 170 |
3060 |
||
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings- |
|
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
|
soort |
|
2 niveaus |
|||
|
|
|
|||
Roomsoezen/tom- |
2/4 |
|
160 - 180 1) |
25 - 45 |
|
poezen |
|
||||
|
|
|
|
||
Kruimeltaart |
2/4 |
|
150 - 160 |
30 - 45 |
|
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|
|
|
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes |
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
Verwarmings- |
|
Plaathoogte |
|
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
soort |
|
2 niveaus |
|
||
|
|
|
|
||
Zandkoekjes |
2/4 |
|
150 - 160 |
20 - 40 |
|
|
|
|
|
|
|
24
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
||
soort |
2 niveaus |
||||
|
|
|
|||
Zandtaartdeeg/ |
2/4 |
140 |
25 |
- 45 |
|
Deegreepjes |
|||||
|
|
|
|
||
Roerdeegkoekjes |
2/4 |
160 - 170 |
25 |
- 40 |
|
Eiwitgebak, |
2/4 |
80 - 100 |
130 |
- 170 |
|
schuimgebak |
|||||
|
|
|
|
||
Bitterkoekjes |
2/4 |
100 - 120 |
40 |
- 80 |
|
Klein gerezen ge- |
2/4 |
160 - 170 |
30 |
- 60 |
|
bak |
|||||
|
|
|
|
||
Klein bladerdeeg- |
2/4 |
170 - 180 1) |
30 |
- 50 |
|
gebak |
|||||
|
|
|
|
||
Bolletjes |
2/4 |
180 1) |
2540 |
||
Small cakes (20 |
2/4 |
150 1) |
20 |
- 40 |
|
per plaat) |
|||||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
1) Oven voorverwarmen
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings- |
Plaathoogte |
Temperatuur °C |
Tijd in min. |
|
soort |
||||
|
|
|
||
Tulband of brioche |
2 |
160 - 180 |
50 - 70 |
|
Zandgebak/vruch- |
1 - 2 |
150 - 170 |
50 - 90 |
|
tencake |
||||
|
|
|
||
Fatless sponge ca- |
3 |
170 1) |
25 - 40 |
|
ke |
||||
|
|
|
||
Taartbodem van |
2 |
190 - 210 1) |
10 - 25 |
|
zandtaartdeeg |
||||
|
|
|
||
Taartbodem - |
2 |
170 - 190 |
20 - 25 |
|
roerdeeg |
||||
|
|
|
||
Apple pie (2 vor- |
1 - 2 |
180 |
60 - 90 |
|
men Ø20cm, dia- |
||||
gonaal geplaatst) |
|
|
|
|
Hartige taart (bijv. |
1 |
180 - 220 |
3560 |
|
quiche lorraine) |
||||
|
|
|
||
Kwarktaart |
1 - 2 |
160 - 180 |
60 - 90 |
|
1) Oven voorverwarmen |
|
|
|