8 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
10 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
11 KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
12 KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
14 KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
15 OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
17 OVEN - KLOKFUNCTIES
19 OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
21 OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
33 OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
36 PROBLEMEN OPLOSSEN
37 MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben.
Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u
verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
NEDERLANDS
3
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende
gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking
van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of
verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder en door
mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig
gebruiken van het apparaat en indien
zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt
van het apparaat als de deur openstaat
of als het apparaat in gebruik is. Gevaar
voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lockfunctie als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit voorkomt dat kinderen en
dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
• Schakel de kookzones na ieder gebruik
uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit apparaat worden op het label weergegeven (of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit
geen beschadigd apparaat aan. Neem
indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
stickers en folie van het apparaat voordat u het voor het eerst in gebruik
neemt. Verwijder niet het typeplaatje.
Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en
normen die van kracht zijn in het land
waar het apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, recyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen
van het apparaat. Het apparaat is
zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan
de handgreep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken
tijdens de installatie (indien van toepassing).
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Verander de specificaties van dit product niet en wijzig het niet. Er bestaat
een gevaar voor letsel en schade aan
het apparaat.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
stickers en folie van het apparaat voordat u het in gebruik neemt.
AANSLUITING OP HET
ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag
het apparaat installeren en aansluiten.
Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of
structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens
op het typeplaatje overeenkomen met
de stroomvoorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op
het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste
scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet isolatie
bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• De schokbeschermingsonderdelen
moeten zo worden bevestigd dat zij
niet kunnen worden verwijderd zonder
gereedschap.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit
de buurt van de hete deur van het apparaat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan
brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet
knakken of beschadigd raken achter
het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het
net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker zelf (indien van toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet
zelf. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk koken. Gebruik het apparaat niet voor commerciële of industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens
gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u
de deur van het apparaat opent als het
NEDERLANDS
apparaat aan staat. Er kan hete stoom
ontsnappen. Er bestaat gevaar voor
brandwonden.
• Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Leg geen metalen
voorwerpen, zoals bestek of deksels, op
de kookplaat; deze kunnen zeer heet
worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt
heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar
voor brandwonden. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u bakroosters, schalen e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
jonge kinderen uit de buurt of onder
permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan
brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten, en/of onstekingsproducten
(gemaakt van plastic of aluminium) in,
bij of op het apparaat. Er kan brand of
een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg
kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit
kan schade veroorzaken aan kookgerei
en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de
kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het bedieningspaneel, want de warmte kan
het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of
installeren van toebehoren om schade
5
6
aan het emaille van het apparaat te
voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken op de kookplaat als u ze
over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek
het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het
deel onder de oven. Bewaar daar alleen
hittebestendige accessoires (indien van
toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven
niet af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van de bovenkant (indien van
toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kookplaat die kunnen gaan smelten.
• Sluit de stroomtoevoer af als het oppervlak is gebarsten. Er bestaat risico op
elektrische schokken.
• Leg geen warmtegeleidend materiaal
(bijv. dunne roosters of metalen platen
die de warmte geleiden) onder de pannen. Door de warmtereflectie kan de
kookplaat beschadigen.
water en zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe
voorwerpen, schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Spray niets op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor (indien
van toepassing).
• Reinig de glazen ovendeur niet met
schurende reinigingsmiddelen of een
metalen schraper. Het hittebestendige
oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken,
worden ze zwak en kunnen ze breken. U
dient ze te vervangen. Neem contact
op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur is
zwaar.
• De lampjes die in dit apparaat worden
gebruikt, zijn speciale lampjes voor
huishoudelijke apparaten. Ze kunnen
niet worden gebruikt voor de gehele of
gedeeltelijke verlichting van een woonruimte.
• Vervang de lampjes indien nodig alleen
door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die specifiek bedoeld zijn voor
huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact voordat u de ovenlamp
vervangt. Gevaar voor elektrische
schokken. Laat het apparaat afkoelen.
Gevaar voor brandwonden.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht.
Gevaar voor brandwonden. De glazen
panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de
veiligheid van uw eigendommen alleen
SERVICECENTRUM
• Alleen een bevoegde servicemonteur
mag dit apparaat repareren. Neem
contact op met een erkend servicecentrum.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING VAN HET
APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het apparaat opgesloten raken. Er bestaat gevaar voor verstikking.
NEDERLANDS
7
8
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
5
4
9
Knop voor ovenfuncties
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Knop voor de temperatuur
3
Temperatuurlampje
4
Toetsen voor de kookplaat
5
3
2
1
13 4
2
6
7
8
9
5
6
7
8
Verwarmingselement
Ovenlampje
Ventilator en verwarmingselement
Inzetniveaus
INDELING KOOKPLAAT
123
145 mm
140/210 mm
170 mm
265 mm
145 mm
456
Kookzone 1200 W
1
Stoomuitlaat
2
Kookzone 1500/2400 W
3
Kookzone 1200 W
4
Restwarmte-indicatie
5
Kookzone 1000/2200 W
6
ACCESSOIRES
• Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
• Moussakapan (alleen bij sommige mo-
dellen)
Om moussaka te maken.
• Uitneembare telescopische geleiders
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
NEDERLANDS
9
10
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
EERSTE REINIGING
• Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging".
Wanneer u de tijd verandert, mag
u niet tegelijkertijd de functie
Duur
Om het apparaat te bedienen, moet u de
bedieningsknop indrukken. De bedieningsknop komt naar voren.
of Eindtijd instellen.
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u
de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de
stroomtoevoer of na een stroomonderbreking, gaat het symbool voor de tijd
knipperen.
Druk op + of - om de correcte tijd in te
stellen.
Na ongeveer vijf seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximumtemperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
TEMPERATUURINSTELLING
Toets-functie
Warmhouden
0Uit-stand
1-9Kookstanden
(1 - laagste kookstand; 9 hoogste kookstand)
1.
Draai de bedieningsknop in de ge-
wenste kookstand.
2.
Zet de bedieningsknop op stand 0
om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het
energieverbruik te verlagen. Zet
de kookzone ongeveer 5-10 minuten voordat het koken is voltooid
uit.
GEBRUIK VAN DE DUBBELE
ZONE
LET OP!
Draai de knop naar rechts om de
dubbele zone te activeren. Draai
de knop niet door de stoppositie.
NEDERLANDS
11
1.
Draai de knop rechtsom naar positie
9.
2.
Draai de knop langzaam naar het
symbool
De twee kookzones zijn nu aan.
3.
Raadpleeg 'Kookstanden' om de no-
dige kookstanden in te stellen.
tot u een klik hoort.
RESTWARMTE-INDICATIE
De restwarmte-indicatie geeft aan wanneer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
12
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
KOOKGEREI
• De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
• Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of kopperen bodems, kunnen tot verkleuringen leiden
van de glazen keramische kookplaat.
DE VOORBEELDEN VAN
KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen
slechts als richtlijn.
ENERGIE BESPAREN
• Doe indien mogelijk altijd een
deksel op de pan.
• Zet de pan op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
• Schakel voor het einde van de
bereidingstijd de kookzones uit,
om gebruik te maken van de
restwarmte.
• De bodems van de pannen en
kookzones dienen dezelfde afmeting te hebben.
Temperatuurinstelling
1-2Hollandaise saus, boter smelten,
1-2Stollen: luchtige omeletten, ge-
2-3Zachtjes aan de kook brengen
3-4Stomen van groenten, vis en
4-5Aardappelen stomen20-60
Te gebruiken voor:TijdTips
Het door u gekookte eten warm
1
te houden
naar
behoefte
5-25
chocolade, gelatine
min.
10-40
bakken eieren
min.
25-50
van rijst en gerechten op melk-
min.
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen
20-45
vlees
min.
min.
Leg een deksel op de pan.
Meng het geheel van tijd tot
tijd.
Met deksel bereiden
Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren.
9Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
14
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
Vuil verwijderen:
1.
– Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat. Plaats de schraper
schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over
het oppervlak te schuiven.
– Verwijder nadat het apparaat vol-
doende is afgekoeld: kalkvlekken,
waterkringen, vetvlekken en glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of
roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS
15
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
2.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door werken totdat de temperatuur in het apparaat is afgekoeld.
3.
HET APPARAAT AAN- EN
UITZETTEN
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
OVENFUNCTIES
OvenfunctieToepassing
Uit-standHet apparaat staat uit.
Voor het braden of bakken en braden van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
Hetelucht:
Boven + on-
derwarmte
Hartige taart/
pizza
Gratineren
Grote grill
Drogen
meer dan één ovenniveau, zonder dat er smaken worden
overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel
de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding
met onder- en bovenwarmte.
Voor bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste
en onderste verwarmingselementen worden tezelfdertijd
ingeschakeld.
Om pizza, quiche of een hartige taart te maken. Stel de
oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding
met onder- en bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillelement en de ovenventilator werken opeenvolgend en de
hetelucht circuleert rond de gerechten.
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden.
Voor het maken van toast. Het volledige grillelement
wordt geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of
champignons).
Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
Draai om het apparaat uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en
de knop voor de temperatuur in de
uit-stand.
OntdooienOm diepvriesvoedsel te ontdooien.
16
OvenfunctieToepassing
OvenlampjeHet ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
OVEN - KLOKFUNCTIES
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
123
KlokfunctieToepassing
Tijdstip van de
dag
KookwekkerVoor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
DuurInstellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
EindeInstellen wanneer het apparaat moet worden uitgescha-
U kunt Duur en Eindtijd tegelijkertijd gebruiken om in te stellen
wanneer het apparaat moet worden geactiveerd, en vervolgens
gedeactiveerd. Stel eerst de Duur
in, en daarna de Eindtijd.
NEDERLANDS
Functie-indicatielampjes
1
Tijdindicatie
2
Functie-indicatielampjes
3
Toets +
4
Keuzetoets
5
Toets -
6
456
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controleren.
geen invloed op de werking van de oven.
keld.
17
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
1.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje
knippert.
2.
Om de tijd in te stellen voor de kookwekker
bruikt u de toets + of -.
Het controlelampje voor de betref-
fende functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knip-
pert het functielampje en klinkt er gedurende 2 minuten een geluidsignaal.
3.
Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
, Duur of Einde , ge-
Bij de functies Duur en Einde
schakelt het apparaat automa-
tisch uit.
18
DE KLOKFUNCTIES
ANNULEREN
1.
Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje
knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets
ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar seconden uit.
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het bakrooster
hebben zijranden. Deze randen en
de vorm van de geleidestangen
vormen een speciaal accessoire
om te zorgen dat het kookgerei
niet verschuift.
Het rooster en de diepe pan samen
plaatsen
Plaats het rooster op de diepe pan. Plaats
de diepe pan tussen de geleidestangen
van een van de ovenniveaus.
NEDERLANDS
19
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
TELESCOPISCHE GELEIDERS - DE OVENACCESSOIRES
PLAATSEN
Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopische geleiders.
20
Door de verhoogde lijst die om
het rooster loopt is het kookgerei
bovendien beveiligd tegen wegglijden.
HET ROOSTER EN DE BRAADPAN SAMEN PLAATSEN
Plaats het rooster op de braadpan. Plaats
het rooster en de braadpan op de telescopische geleiders.
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS
21
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht
een diep bakblik. Vruchtensappen
kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan
de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca.
10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om te profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de
oven tijdens het bakken vervormen.
Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt
de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere
niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is,
wordt het gebak in het begin van het
bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
BAKTIPS
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De onderkant van de cake is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog.Te lange baktijd.
Verkeerde rekstand.Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Baktij-
Te korte baktijd.
den kunnen niet worden
verkort door hogere
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is te
laag.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
baktemperaturen.
keukenmachines.
een kortere baktijd.
22
BakresultaatMogelijke oorzaakOplossing
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt ongelijkmatig bruin.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
Het deeg is niet gelijkma-
tig verdeeld.
De oventemperatuur is te
laag.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
MULTI HETELUCHT
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche2150 - 16050 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
Fatless sponge ca-
ke
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Taartbodem -
roerdeeg
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, diagonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
1 - 2140 - 16050 - 90
3
2
150 - 160
170-180
1)
1)
25 - 40
10 - 25
2150 - 17020 - 25
2 - 316060 - 90
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart
(droog)
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
1)
deeg)
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
3150 - 16020 - 40
315035 - 55
3160 - 17040 - 80
NEDERLANDS
Koekjes
Verwarmings-
soort
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Zandkoekjes3150 - 16010 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
314020 - 35
Roerdeegkoekjes3150 - 16015 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
380 - 100120 - 150
Bitterkoekjes3100 - 12030 - 50
Klein gerezen ge-
bak
Klein bladerdeeg-
gebak
Bolletjes3
Small cakes (20 per
plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3150 - 16020 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
SchotelPlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
Stokbroden bedekt met gesmol-
1
160 - 170
1)
15 - 30
ten kaas
Gevulde groente1160 - 17030- 60
1)
Oven voorverwarmen
23
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/tompoezen
Kruimeltaart2/4150 - 16030 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Zandkoekjes2/4150 - 16020 - 40
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °CTijd in min.
160 - 180
1)
25 - 45
Temperatuur °CTijd in min.
24
Verwarmings-
soort
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °CTijd in min.
2/414025 - 45
Roerdeegkoekjes2/4160 - 17025 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/480 - 100130 - 170
Bitterkoekjes2/4100 - 12040 - 80
Klein gerezen ge-
bak
Klein bladerdeeg-
gebak
Bolletjes2/4
Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
2/4160 - 17030 - 60
180
150
1)
1)
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
2/4
2/4
170 - 180
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche2160 - 18050 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
Fatless sponge ca-
ke
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Taartbodem -
roerdeeg
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, diagonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
Kwarktaart1 - 2160 - 18060 - 90
1)
Oven voorverwarmen
PlaathoogteTemperatuur °CTijd in min.
1 - 2150 - 17050 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2170 - 19020 - 25
1 - 218060 - 90
1180 - 22035- 60
Loading...
+ 56 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.