LET OP: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
1
Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door
om uzelf te verzekeren van de beste prestaties.
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats,
zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2
Installeer dit toestel op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek met tenminste 30 cm
ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en
linkerkant en 10 cm aan de achterkant als
ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de buurt
van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.
3Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren en
transformatoren om bromgeluiden te voorkomen.
Om brand of een elektrische schok te voorkomen,
mag dit toestel niet worden blootgesteld aan
regen, water en/of enige andere vloeistof.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet
dit toestel niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. een kamer met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er zich in
het binnenwerk van het toestel condens kan vormen
waardoor een elektrische schok, brand, schade aan
het toestel en/of persoonlijk letsel kan ontstaan.
5Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit
toestel:
– Andere componenten, daar deze de afwerking
van dit toestel kunnen beschadigen en/of doen
verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar
deze brand kunnen veroorzaken, het toestel
kunnen beschadigen en/of kunnen leiden tot
persoonlijk letsel.
– Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze
de gebruiker een elektrische schok kunnen
bezorgen en/of dit toestel kunnen beschadigen.
6Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd
wordt. Als de temperatuur binnenin dit toestel
stijgt, kan dit leiden tot brand, beschadiging van
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
7
Steek de stekker van dit toestel pas in het
stopcontact als u alle aansluitingen heeft gemaakt.
8Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan
oververhitting en mogelijk beschadiging ten
gevolge hebben.
9Oefen geen overmatige kracht uit op de
schakelaars, knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt
mag u alleen de stekker zelf vastpakken; trek nooit
aan het snoer.
11
Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; hierdoor kan de afwerking aangetast
worden. Gebruik slechts een schone, droge doek.
12
Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op
het toestel zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om
dit toestel te gebruiken op een hoger voltage dan
het opgegeven voltage, dit kan leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
enige schade die voortkomt uit gebruik van dit
toestel bij een hoger voltage dan werd opgegeven.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen bij
onweer.
14 Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/
of vloeistoffen in het toestel kunnen
binnendringen.
15 Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te
repareren. Neem contact op met bevoegd YAMAHA
servicepersoneel wanneer u denkt dat reparatie of
controle nodig is. Open in geen geval en onder
geen enkele voorwaarde zelf de behuizing.
16 Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. als u op vakantie gaat), dient u de
stekker uit het stopcontact te halen.
17 Lees eerst het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” voor het opsporen van veel
voorkomende bedieningsfouten voor u
concludeert dat het toestel defect is.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op
STANDBY/ON te drukken om het toestel uit
(standby) te zetten en de stekker uit het
stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor China
en algemene modellen)
De netspanning keuzeschakelaar op het
achterpaneel van dit toestel moet worden
ingesteld op de netspanning in het gebied waar u
het toestel gaat gebruiken VOOR u de stekker in
het stopcontact steekt. U kunt kiezen uit 110/120/
220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel
ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
(0,06% THV, 20 Hz – 20 kHz, 8Ω)
Hoofd:75 W + 75 W
Midden:75 W
Achter:75 W + 75 W
Midden-achter: 75 W
Meervoudige digitale geluidsvelden
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic decoder
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES geschikte decoder
◆ CINEMA DSP: combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Pro Logic, Dolby Digital
of DTS
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA DSP
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren van
voorkeuzezenders
◆ Mogelijkheid tot herschikken van
voorkeuzezenders (voorkeuzezenders bewerken)
Andere kenmerken
◆ 96-kHz/24-bits D/A converter
◆ “SET MENU” instelmenu om dit toestel
optimaal af te stemmen op uw audio/
videosysteem
◆ Testtoon-generator voor gemakkelijke instelling
van de luidspreker-balans
◆ 6-kanaals ingang voor externe decoder
◆ Handige in-beeld display functie die de
bediening vereenvoudigt
◆ S-Video in- en uitgangsaansluitingen
◆ Component video in- en uitgangsaansluitingen
◆ Optische en coaxiale digitale audio aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
fabrikantencodes
■ Over deze handleiding
• y geeft een handige tip bij de bediening aan.
• Sommige handelingen zijn mogelijk met de toetsen op de afstandsbediening of via het hoofdtoestel zelf. Waar de namen van de
toetsen op de afstandsbediening afwijken van die op het hoofdtoestel worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening in
deze handleiding tussen haakjes toegevoegd.
• Deze handleiding kan gedrukt zijn voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom is het mogelijk dat bepaalde specificaties van uw
toestel tijdens de fabricage bijvoorbeeld ter wille van verbeteringen gewijzigd zijn. In een dergelijk geval verlenen wij voorkeur aan
het verbeteren van het product boven de bijwerking van de handleiding.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
2
VAN START
Controleren van de inhoud van de doos
Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn.
Afstandsbediening
CLEAR
TRANSMIT
SYSTEM
POWERSLEEP
A B C
V-AUX
D-TV/CBL
POWER
REC
DISC SKIP
LEVEL
TITLE
TV INPUT
–
PRESETPRESET
TEST
RETURN
HALL
TV
SPORTS
5
/DTS
SUR.
910
CODE SET
RE–NAME
STANDBY
6CH INPUT
PHONO
MD/CD-R
TUNER
VCR2/DVRVCR 1DVD
SELECT
POWER
AVTV
AUDIO
SET MENU
MUTE
+
MENU
TV VOL
A/B/C/D/E
CHCH
TV MUTE
SELECT
+
ON SCREEN
STEREO
TV VOL
DISPLAY
–
EFFECT
ENTER-
ROCK
JAZZ CLUB
CONCERT
TAINMENT
3421
MOVIE
MOVIE
MONO
THEATER 2
THEATER 1
MOVIE
678
SELECT
1112
0+10
CHP/INDEX
CD
AMP
+
VOL
–
EX/ES
Batterijen in de afstandsbediening
zetten
Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak
door de + en – tekens op de batterijen te laten
overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in
het batterijvak.
2
1
Batterijen (4)
(AAA, R03, UM-4)
Afdekking VIDEO AUX
aansluitingen voorkant
75 Ohm/300 Ohm antenneadapter (Model voor het V.K.)
■ Opmerkingen over batterijen
• Vervang de batterijen wanneer u merkt: dat het bereik
van de afstandsbediening minder wordt; dat de
indicator niet knippert; of dat het licht ervan zwakker
wordt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door
elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de
aanwijzingen op de verpakking aandachtig door
aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en
kleur op elkaar kunnen lijken.
• Als de batterijen onverhoopt gelekt hebben, dient u ze
onmiddellijk te verwijderen. Raak het uit de batterijen
gelekte materiaal niet aan en laat het niet in contact
komen met uw kleding enz. Maak het batterijvak goed
schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
AM ringantenne
FM binnenantenne
(Modellen voor de VS, Canada,
China, Korea en algemene
modellen)
(Modellen voor Europa, het V.K.,
Australië en Singapore)
INLEIDINGPREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
3
1 Druk op het teken en schuif de klep van
de afstandsbediening af.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) overeenkomstig de aanduidingen
in het batterijvak.
3 Schuif de klep terug op zijn plaats tot deze
vastklikt.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen blijft, of als de batterijen leeg zijn maar u ze
in de afstandsbediening laat zitten, zal de inhoud van
het geheugen mogelijk gewist worden. Als het
geheugen van de afstandsbediening gewist is, dient u
er nieuwe batterijen in te doen en moet u de
fabrikantencode op nieuw invoeren en eventueel eerder
geprogrammeerde functies die gewist zijn opnieuw
programmeren.
APPENDIX
Nederlands
3
Voorpaneel
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
123 456
NATURAL SOUND AV RECEIVER
STANDBY
/
ON
SILENT
PHONES
RDS MODE/FREQ
SPEAKERS
AB
INPUT M0DE
EON
PTY SEEK
MODE
START
STEREO
EFFECT
PROGRAM
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
BASS
– +– +
TREBLE
INPUT
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
TUNING MODE
MEMORY
AUTO/MAN'L MONO
MAN'L/AUTO FM
S VIDEOVIDEOAUDIOOPTICALLR
VOLUME
VIDEO AUX
7
6CH INPUT
90ert8qwy
RDS MODE/FREQ
EON
PTY SEEK
MODE
START
iupo
(Modellen voor Europa en het V.K.)
PRESET/TUNING
EDIT
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
safd
FM/AM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
1 STANDBY/ON toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u
dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een
vertraging zal optreden van 4 a 5 seconden voor dit
toestel in staat is geluid te reproduceren.
Standby-stand
In de standby-stand blijft dit toestel een kleine
hoeveelheid stroom verbruiken zodat het kan reageren
op de infrarood signalen van de afstandsbediening.
2 Sensor afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
3 Display voorpaneel
Hierop verschijnt de bedieningsinformatie van het toestel.
4
4 INPUT MODE toets
Hiermee selecteert u het prioriteitssignaal (AUTO, DTS,
ANALOG) voor signaalbronnen die twee of meer soorten
signalen leveren aan dit toestel. U kunt het
prioriteitssignaal niet instellen wanneer u 6CH INPUT als
signaalbron heeft ingesteld.
5 INPUT l / h toetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron waar u naar wilt
luisteren of lijken.
6 VOLUME draaiknop
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen
instellen. Dit heeft geen invloed op het OUT (REC)
uitgangsniveau.
7 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op
de 6CH INPUT aansluitingen. Dit audiosignaal krijgt
voorrang boven de met INPUT l / h (of de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening)
geselecteerde signaalbron.
8
SILENT (PHONES hoofdtelefoon-aansluiting)
Via deze aansluiting kunt u het DSP effect beluisteren via een
hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon heeft aangesloten,
zullen er verder geen signalen worden geproduceerd via de
luidsprekers of de OUTPUT aansluitingen.
9 SPEAKERS A/B toetsen
Hiermee kunt u de set hoofd-luidsprekers die is aangesloten
op de A en/of B aansluitingen aan of uit zetten.
0 STEREO/EFFECT toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale
stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer
STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen
naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder
toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS
signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden
teruggemengd voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers.
q PROGRAM l / h toetsen
Hiermee kunt u het geluidsveldprogramma selecteren.
w PRESET/TUNING l / h toetsen
Hiermee kunt u de voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren
wanneer de dubbele punt (:) op het display op het
voorpaneel staat, of de afstemmen op een bepaalde
frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet op het display
staat.
e A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A
t/m E selecteren.
r BASS draaiknop
Hiermee kunt u de lage frequentierespons voor het linker en het
rechter hoofdkanaal instellen.
Draai de draaiknop naar rechts om de lage tonen te versterken en
draai de draaiknop naar links om de lage tonen te verzwakken.
t TREBLE draaiknop
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en het
rechter hoofdkanaal instellen.
Draai de draaiknop naar rechts om de hoge tonen te versterken en
draai de draaiknop naar links om de hoge tonen te verzwakken.
y VIDEO AUX aansluitingen
Dit zijn de aansluitingen voor audio- en videosignalen van
een externe draagbare signaalbron (een spelcomputer bijv.).
Selecteer V-AUX als signaalbron om de via deze
aansluitingen ontvangen signalen te bekijken en beluisteren.
Wanneer u de VIDEO AUX aansluiting op het voorpaneel
niet gebruikt, dient u de meegeleverde afdekking erop te
zetten, zoals u kunt zien op de afbeelding. Bewaar deze
afdekking goed wanneer u deze niet gebruikt.
X
AU
EO
VID
TICAL
P
O
R
IO
AUD
L
EO
VID
EO
S VID
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
u RDS MODE/FREQ toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Bij ontvangst van een RDS zender kunt u met deze toets
de displayfunctie omschakelen naar PS, PTY, RT en/of
CT (als de zender deze RDS diensten ondersteunt) of
kiezen voor display van de frequentie waarop afgestemd
is.
i PTY SEEK MODE toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Hiermee kunt u de PTY SEEK functie inschakelen om het
toestel naar een programma van een bepaald type te laten
zoeken.
o PTY SEEK START toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Druk op deze toets om het toestel te laten zoeken naar het
met de PTY SEEK functie ingestelde programmatype.
p EON toets (Modellen voor Europa en het V.K.)
Druk op deze toets om het gewenste programmatype
(NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) te kiezen wanneer u
automatisch wilt afstemmen op een radioprogramma van
dat type.
a PRESET/TUNING (EDIT) toets
Hiermee schakelt u de PRESET/TUNING l / h toetsen
heen en weer tussen het kiezen van een voorkeuzezender
en het afstemmen op een bepaalde frequentie (ten teken
waarvan de dubbele punt (:) al of niet getoond zal
worden).
Met deze toets kunt u ook twee voorkeuzezenders van
plaats laten wisselen.
s TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) toets
Met deze toets kunt u schakelen tussen automatisch en
handmatig afstemmen.
d MEMORY (MAN’L/AUTO FM) toets
Hiermee slaat u de huidige zender op in het geheugen.
f FM/AM toets
Met deze toets schakelt u de radio heen en weer tussen
FM en AM.
INLEIDINGPREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsorganen en functies
van de afstandsbediening. De AMP functie moet zijn
geselecteerd voor u het toestel kunt bedienen. Zie
“KENMERKEN AFSTANDSBEDIENING” op de
bladzijden 50 t/m 54.
1
2
3
TRANSMIT
SYSTEM
POWERSLEEP
RE–NAME
STANDBY
CLEAR
CODE SET
6CH INPUT
w
e
r
t
4
5
6
7
ABC
V-AUX
TUNER
D-TV/CBL
POWER
REC
DISC SKIP
PHONO
MD/CD-R
VCR2/DVRVCR 1DVD
SELECT
POWER
AMP
AVTV
AUDIO
VOL
y
CD
u
i
+
–
o
1 Infraroodvenster
Vanachter dit venster worden de infraroodsignalen uitgezonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 TRANSMIT indicator
Dit lampje knippert wanneer de afstandsbediening
signalen uitzendt.
3 STANDBY toets
Druk hierop om het hoofdtoestel uit (standby) te zetten.
4 SYSTEM POWER toets
Hiermee kunt u het hoofdtoestel aan zetten.
5 Å/ı/Ç toets
Hiermee kunt u de afstandsbediening ook voor andere
apparatuur (niet noodzakelijkerwijs verbonden met dit
toestel) gebruiken zonder de voor dit toestel ingestelde
signaalbron te wijzigen.
6 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron en stelt u de
afstandsbediening in voor gebruik met de geselecteerde
broncomponent.
7 Uitleesvenster
Toont de broncomponent die u wilt bedienen.
8 LEVEL toets
Hiermee selecteert u het in te stellen effectkanaal.
8
9
0
q
LEVEL
TITLE
TV INPUT
–
PRESETPRESET
TEST
RETURN
HALL
TV
SPORTS
5
/DTS
SUR.
910
SET MENU
+
MENU
TV VOL
A/B/C/D/E
CHCH
TV MUTE
SELECT
+
ON SCREEN
TV VOL
DISPLAY
–
ROCK
JAZZ CLUB
CONCERT
3421
MONO
MOVIE
MOVIE
THEATER 1
678
SELECT
1112
0+10
MUTE
STEREO
EFFECT
ENTER-
TAINMENT
MOVIE
THEATER 2
EX/ES
CHP/INDEX
p
a
s
d
9 Overige toetsen
Dit gedeelte wordt gebruikt bij het wijzigen en
doorvoeren van instellingen.
0 TEST toets
Hiermee schakelt u de testtoon in om de niveaus van de
luidsprekers in te stellen.
q DSP geluidsveldprogramma-toetsen
Hiermee kunt u een DSP programma instellen voor de
versterkerfunctie (AMP). Druk herhaaldelijk op een van
deze toetsen om een bepaald geluidsveldprogramma uit
de gewenste groep in te stellen.
w RE-NAME toets
Deze toets gebruikt u om de naam van de signaalbron
zoals die in het uitleesvenster verschijnt te veranderen.
e CLEAR toets
Hiermee kunt u functies van herbenoemde toetsen wissen;
tevens gebruikt bij het instellen van fabrikantencodes.
r CODE SET toets
Deze toets wordt gebruikt bij het instellen van
fabrikantencodes (zie bladzijde 51).
t SLEEP toets
Met deze toets kunt u de slaaptimer inschakelen.
y 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op
de 6CH INPUT aansluitingen.
6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
u SELECT k/n toetsen
Hiermee stelt u de afstandsbediening in voor een andere
component dan de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron.
i AMP toets
Hiermee schakelt u de functie van dezelfde
bedieningsorganen heen en weer tussen AMP (versterker)
en de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
signaalbron.
o VOL +/– toetsen
Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.
p MUTE toets
Schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit (dempen). Druk
nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te
hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.
a SET MENU toets
Hiermee schakelt u de SET MENU instelfunctie in.
s ON SCREEN toets
Hiermee kunt u de in-beeld displays laten verschijnen.
d STEREO/EFFECT toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale
stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer
STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen
naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd
zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital
en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal)
worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.
Gebruik van de afstandsbediening
VOLUMEINPUT
BASS
A/B/C/D/E
– + – +
INPUT M0DE
PRESET/TUNING
EDIT
TUNING MODE
TREBLE
Ongeveer 6 m
NATURAL SOUND AV RECEIVER
STANDBY
/
ON
SILENT
SPEAKERS
AB
STEREO
PHONES
30°30°
PRESET/TUNING
PROGRAM
EFFECT
CODE SET
De afstandsbediening zendt een gerichte infrarode straal
uit. U moet daarom de afstandsbediening direct op de
sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit met de
afstandsbediening wilt bedienen.
■ Omgaan met de
afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan deze
omstandigheden:
– hoge vochtigheid of temperatuur, zoals in de buurt
van een verwarming, kachel of badkuip;
– stof; of
– zeer lage temperaturen.
FM/AM
MEMORY
MAN'L/AUTO FMAUTO/MAN'L MONO
S VIDEO VIDEO AUDIO OPTICALLR
6CH INPUT
VIDEO AUX
INLEIDINGPREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
7
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1234
DSP
PCM
MATRIX
DIGITAL
PRO LOGIC
VCR2/DVR
VIRTUAL
SILENT
/
VCR
1
DTS
MOVIE
V-AUX
D-TV/CBL
DOLBY DIGITAL PRO LOGIC
THTR
12
ENTERTAINMENT
57890qwert y6
1 Processor indicators
Licht op wanneer de t, g, VIRTUAL,
MATRIX licht op wanneer de Dolby Digital EX decoder
of de voor DTS-ES geschikte decoder wordt
ingeschakeld.
PRO LOGIC
/
DSP
of
functie in werking is.
2 Signaalbron-indicator
Laat met een soort cursor de huidige signaalbron zien.
3 MUTE indicator
Deze indicator gaat knipperen wanneer u het geluid
tijdelijk heeft uitgeschakeld (gedempt).
4 VOLUME niveau-aanduiding
Deze balkjes geven het volumeniveau aan.
5 v indicator
Deze licht op wanneer het toestel PCM (pulscodemodulatie) digitale audiosignalen produceert.
6 SILENT indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
terwijl de digitale geluidsveldprocessor in werking is.
7 Hoofdtelefoon indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer er een
hoofdtelefoon aangesloten is.
8 DSP programma-indicators
De naam van het geselecteerde DSP digitale
geluidsveldprogramma zal oplichten wanneer u het
ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER 1, MOVIE
THEATER 2 of q/DTS SURROUND DSP programma
heeft ingesteld.
DVD
MD/CD-R
PS PTY
EON
TUNER
AUTO
STEREO
RT
CT
PTY HOLD
(Modellen voor Europa en het V.K.)
TUNED
MEMORY
CD
MUTE
SLEEP
dB
mS
PHONO
VOLUME
LCR
RL
LFE
RC RR
9 Multi-informatie display
Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma
en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.
0 RDS indicator (Modellen voor Europa en het
V.K.)
De naam (namen) van de RDS gegevens die worden
geleverd door de RDS zender waar u op heeft afgestemd
zal (zullen) oplichten.
De EON indicator zal oplichten wanneer er is afgestemd
op een RDS zender met EON gegevens over andere
zenders.
De PTY HOLD indicator zal oplichten wanneer er
gezocht wordt naar zenders in de PTY SEEK zoekfunctie.
q STEREO indicator
Licht op wanneer de “AUT O” afstem-indicator aan is en
het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.
w TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel op een zender afstemt.
e MEMORY indicator
Knippert als een zender kan worden opgeslagen.
r AUTO indicator
Laat zien dat de tuner automatisch aan het afstemmen is.
t SLEEP indicator
Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is
ingeschakeld.
y Ingangskanalen indicators
Deze geven de kanalen aan waaruit het ontvangen
ingangssignaal bestaat.
8
PREPARATION
Luidsprekers
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
INTRODUCTION
Opstellen van de luidsprekers
Dit toestel is ontworpen voor gebruik met een systeem
bestaande uit 6 luidsprekers, met linker en rechter hoofdluidsprekers, linker en rechter achter-luidsprekers en met
luidsprekers in het midden, voor en achter. Als
verschillende merken luidsprekers (met verschillende
weergave-karakteristieken) door elkaar gebruikt, is het
mogelijk dat bijvoorbeeld een menselijke stem of andere
geluiden niet vloeiend kan worden weergegeven. Wij
raden u daarom aan luidsprekers van dezelfde fabrikant of
luidsprekers met dezelfde weergave-karakteristieken te
gebruiken.
De hoofd-lss wo gebr voor wg van de belangrijkste
signalen plus de effectgeluiden. Dit zullen waarschijnlijk
de luidsprekers van uw huidige stereosysteem zijn. De
achter-luidsprekers worden gebruikt voor effect- en
surroundgeluiden. De midden-luidspreker is bedoeld voor
weergave van gecentreerde geluiden (dialogen, vocalen
enz.). De midden achter-luidspreker werkt als aanvulling
op de (linker en rechter) achter-luidsprekers en zorgt voor
realistischer overgangen tussen geluiden van voren en van
achteren.
Voor de hoofd-luidsprekers dient u modellen met een zeer
hoog prestatieniveau te nemen, met voldoende vermogen
voor het maximum uitgangsvermogen van uw
audiosysteem. De andere luidsprekers hoeven niet aan
dergelijke hoge eisen te voldoen. Voor een zeer accurate
plaatsing van de geluidsweergave is het echter aan te
bevelen modellen te gebruiken die gelijkwaardig zijn aan
de hoofd-luidsprekers.
■ Gebruik van een subwoofer
verdiept het geluidsveld
U kunt uw systeem verder uitbreiden met een subwoofer.
Een subwoofer helpt niet alleen bij de weergave van de
lage tonen via een of alle kanalen, maar ook bij het zuiver
weergeven van het LFE (Lage Frequentie Effecten)
kanaal van Dolby Digital of DTS signalen. Het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System is
ideaal voor een natuurlijke en levendige reproductie van
de lage tonen.
Raadpleeg de volgende afbeelding wanneer u uw
luidsprekers gaat opstellen.
Hoofd-luidspreker (R)Midden-luidspreker
Achter-luidspreker (R)
Subwoofer
Hoofdluidspreker (L)
Achter-luidspreker (L)
1,8 m
Midden
achterluidspreker
■ Hoofd-luidsprekers
Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke
afstanden van de belangrijkste luisterplek. De afstand van
elk van deze luidsprekers tot de video-monitor moet ook
gelijk zijn.
■ Midden-luidspreker
Breng de voorkant van de midden-luidspreker in lijn met
de voorkant van het beeldscherm van de video-monitor.
Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor,
bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop en midden
tussen de hoofd-luidsprekers.
■ Achter-luidsprekers
Plaats deze luidsprekers achter de luisterplek en richt ze
een beetje naar binnen, ongeveer 1,8 m boven de vloer.
■ Midden achter-luidspreker
Plaats deze midden tussen de linker en rechter achterluidsprekers op dezelfde hoogte van de vloer.
■ Subwoofer
De plaatsing van de subwoofer is niet kritiek, vanwege het
ongerichte karakter van de lage tonen. Het is wel beter de
subwoofer in de buurt van de hoofd-luidsprekers te plaatsen.
Keer de subwoofer een beetje naar het midden van de ruimte
om weerkaatsingen via de wanden te verminderen.
Opmerking
• Als u geen effect-luidsprekers gebruikt (achter- midden- en/of
midden-achter), dient u de SPEAKER SET instellingen via het
SET MENU zo te wijzigen dat deze signalen naar andere
aansluitingen waarop u wel luidsprekers heeft aangesloten
worden geleid.
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
LET OP
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dit type luidspreker nog steeds het beeld van uw TV of
monitor verstoord, zet ze dan verder bij de beeldbuis
vandaan.
9
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
Aansluiten van de luidsprekers
Let er op dat u de linker (L) en de rechter (R) kanalen en ook de “+” (rood) en “–” (zwart) polariteit van de luidsprekers
op de juiste manier aansluit. Als u de aansluitingen ondeugdelijk zijn, zullen de luidsprekers geen geluid produceren en
als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal de geluidsweergave onnatuurlijk zijn en weinig lage tonen bevatten.
LET OP
• Gebruik uitsluitende met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.
• Zorg ervoor dat de luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken en ook geen metalen onderdelen van het toestel
kunnen raken. Hierdoor kan het toestel zowel als de luidsprekers beschadigd raken.
Indien nodig kunt u na het opstellen en aansluiten met SET MENU de instellingen voor de luidsprekers wijzigen zodat
deze overeenkomen met het aantal en de afmetingen van de luidsprekers in uw configuratie.
■ Luidsprekerkabels
Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van
isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze
10 mm
12
draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien
heeft deze een streepje, een groef of een ribbel.
1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van de
uiteinden van beide draden.
2 Draai de blote uiteinden van de draden in
elkaar om kortsluiting te voorkomen.
■ Aansluiten op de SPEAKERS aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2
3
1
(model voor de VS)
1 Draai de knop van de aansluiting los.
2 Steek alleen het blote stukje draad in de
opening in de zijkant van de aansluiting.
3 Draai de knop weer vast.
y
Bananenstekker
(model voor de VS)
(Modellen voor de VS, Canada, Australië, China, Korea en
algemene modellen)
• U kunt de aansluitingen ook maken met bananenstekkers. Draai
eerst de knop van de aansluiting vast en steek vervolgens de
stekker in het gat van de knop.
■ MAIN SPEAKERS aansluitingen
U kunt hier indien gewenst twee luidsprekersystemen aansluiten. Als u slechts een enkel luidsprekersysteem gebruikt,
kunt u kiezen of u de MAIN A of MAIN B aansluiting wilt gebruiken.
■ REAR SPEAKERS aansluitingen
U kunt hier een achter-luidsprekersysteem aansluiten.
■ CENTER SPEAKER aansluitingen
U kunt hier een midden-luidspreker aansluiten.
■ REAR CENTER SPEAKER aansluitingen
U kunt hier een midden achter-luidspreker aansluiten.
10
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
DIGITAL
INPUT
CD
COAXIAL
OPTICAL
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
MD/CD-R
OPTICAL
DIGITAL
OUTPUT
OUT
(REC)
/CD-R
(PLAY)
MAIN
SURROUND
B hoofd-luidsprekers
RechtsLinks
SUB
WOOFER
L
PHONO
S VIDEO VIDEO
OUT
VCR 2
/VDR
IN
OUT
VCR 1
IN
D-TV
/CBL
DVD
S VIDEO
VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
GND
TUNER
AM
ANT
75
FM
ANT
AUDIOAUDIOGND
R
L
R
CD
MD
IN
SUB
CENTER
WOOFER
6CH INPUT
OUTPUT
A hoofd-luidsprekers
RechtsLinks
1
COMPONENT VIDEO
DVD
UNBAL.
D-TV
/CBL
MONITOR
OUT
MAIN
A OR B
A+B
CENTER
REAR CENTER
REAR
B/CBPR/CR
:4
MIN. /SPEAKER
:8
MIN. /SPEAKER
:6
MIN. /SPEAKER
:6
MIN. /SPEAKER
:6
MIN. /SPEAKER
YP
MAIN
R
R
R
MAIN
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
2
SPEAKERS
L
+
A
–
–
B
+
L
:
MAIN A OR B
:
16
A+B
:
CENTER
:
REAR CENTER
:
REAR
REAR CENTER
R
OUTPUT
L
8
MIN. /SPEAKER
MIN. /SPEAKER
8
MIN. /SPEAKER
8
MIN. /SPEAKER
8
MIN. /SPEAKER
REAR
CENTER
+
–
REAR
(SURROUND)
R
CENTER
REAR
(SURROUND)
Midden-
luidspreker
3
+
–
–
+
L
CENTER
L
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
AC OUTLETS
BASIC OPERA-
TION
4
Subwoofer-
systeem
1
3
56
Rechts
Links
Achter-luidspreker
7
Midden achter-
luidspreker
4
2
5
7
6
De afbeelding toont de opstelling van de luidsprekers in
de kamer.
■ De SUBWOOFER aansluiting
Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing
Subwoofer System, dient u de ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te verbinden met deze aansluiting. De zeer
lage tonen voor de hoofd-, midden- en/of achterkanalen worden dan naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw
SPEAKER SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten) signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden
eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen.
Opmerkingen
• De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.
• Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers toe te wijzen door de instelling vanhet onderdeel “1E BASS” van de luidspreker-instellingen (SPEAKER SET) onder het SET MENU te wijzigen naar MAIN.
•
Gebruik de bedieningsorganen van de subwoofer zelf om het volume daarvan te regelen. Het is ook mogelijk het volume in te stellen
via de afstandsbediening van dit toestel (zie “REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE EFFECT-LUIDSPREKERS” op bladzijde 55).
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
11
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
■ IMPEDANCE SELECTOR Impedantie keuzeschakelaar
WAARSCHUWING
Verzet de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) niet terwijl het toestel is ingeschakeld, daar dit
het toestel kan beschadigen. Als dit toestel niet inschakelt wanneer er op de STANDBY/ON (of SYSTEM POWER)
toets wordt gedrukt, is het mogelijk dat de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) wellicht niet
goed in een van de twee mogelijke standen staat. In dit geval dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste stand te
zetten terwijl het toestel uit (standby) staat.
Zet de schakelaar in de juiste stand (links of rechts) aan de hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem.
Verzet deze schakelaar alleen wanneer het toestel uit (standby) staat.
MAIN
:4
MIN. /SPEAKER
A OR B
:8
MIN. /SPEAKER
A+B
:6
MIN. /SPEAKER
CENTER
REAR CENTER
:6
MIN. /SPEAKER
:6
MIN. /SPEAKER
REAR
MAIN
R
MPONENT VIDEO
YP
B/CB/CR
R
R
MAIN
MAIN
:4
MIN. /SPEAKER
A OR B
:8
MIN. /SPEAKER
A+B
:6
MIN. /SPEAKER
CENTER
REAR CENTER
:6
MIN. /SPEAKER
:6
MIN. /SPEAKER
REAR
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
(model voor de VS)
SPEAKERS
L
A
B
L
MAIN A OR B
A+B
CENTER
REAR CENTER
REAR
REAR CENTER
+
–
–
+
OUTPUT
L
:
MIN. /SPEAKER
8
:
MIN. /SPEAKER
16
:
MIN. /SPEAKER
8
:
MIN. /SPEAKER
8
:
MIN. /SPEAKER
8
IMPEDANCE
SELECTOR
schakelaar
SET BEFORE POWER ON
IMPEDANCE SELECTOR
CENTER
+
–
REAR
R
(SURROUND)
REAR
CENTER
REAR
R
(SURROUND)
:
MAIN A OR B
:
A+B
16
:
CENTER
:
REAR CENTER
:
REAR
+
–
–
+
L
CENTER
L
MIN. /SPEAKER
8
MIN. /SPEAKER
MIN. /SPEAKER
8
MIN. /SPEAKER
8
MIN. /SPEAKER
8
Stand
Links
Rechts
Luidspreker
Hoofd
Midden
Midden
achter
Achter
Hoofd
Impedantie
Als u een paar hoofd-luidsprekers
gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 4 Ω
bedragen.
Als u twee paar hoofd-luidsprekers
gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 8 Ω
bedragen.
De impedantie moet tenminste
6 Ω bedragen.
De impedantie moet tenminste
6 Ω bedragen.
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 6 Ω
bedragen.
Als u een paar hoofd-luidsprekers
gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 8 Ω
bedragen.
Als u twee paar hoofd-luidsprekers
gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 16 Ω
bedragen.
[Alleen modellen voor Canada]
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 8 Ω
bedragen.
12
Midden
Midden
achter
Achter
De impedantie moet tenminste
8 Ω bedragen.
De impedantie moet tenminste
8 Ω bedragen.
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 8 Ω
bedragen.
AANSLUITINGEN
Voor u andere componenten gaat
aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de
netspanning voor u alle aansluitingen tussen de
componenten heeft gemaakt.
• Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier
maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, “+” op
“+” en “–” op “–”. Sommige componenten hebben
afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen
voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de
handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten
componenten.
• Wanneer u andere YAMAHA audiocomponenten
(zoals een cassettedeck, MD-recorder en CD-speler
of -wisselaar), dient u deze te verbinden met de aansl
met hetzelfde nummer; !, #, $ enz. YAMAHA
gebruikt voor al haar producten hetzelfde
labelsysteem.
• Nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt, moet u ze
nog een keer allemaal nalopen om te zien of alles in
orde is.
• De naam van de aansluiting komt overeen met de
aanduidingen bij gebruik van de ingangskeuzetoetsen.
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale
signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te
verwerken. Om te kunnen genieten van multikanaals
weergave van DVD materiaal enz. met DSP effecten,
dient u digitale aansluitingen te maken. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
• De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA
standaard. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet
aan deze standaard voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet
naar behoren kan functioneren.
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
DIGITAL INPUT aansluitingen
(bladzijde 13-16)
Aansluitingen voor audiocomponenten (bladzijde 16)
AUDIOAUDIOGND
R
DIGITAL
INPUT
CD
COAXIAL
OPTICAL
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
MD/CD-R
OPTICAL
DIGITAL
OUTPUT
CD
OUT
(REC)
MD
/CD-R
(PLAY)
MAIN
SURROUND
IN
SUB
WOOFER
R
6CH INPUT
CENTER
L
SUB
WOOFER
OUTPUT
6CH INPUT aansluitingen
(bladzijde 18)
DIGITAL OUTPUT aansluiting
(bladzijde 16)
Antenne-ingangsaansluitingen
(bladzijde 17)
Aansluitingen voor videocomponenten (bladzijde 14-15)
VIDEO
L
PHONO
S VIDEO VIDEO
OUT
VCR 2
/VDR
VCR 1
IN
OUT
IN
D-TV
/CBL
DVD
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
AM
ANT
GND
ANT
TUNER
75
FM
COMPONENT VIDEO
DVD
UNBAL.
D-TV
/CBL
MONITOR
OUT
SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting (bladzijde 11)
Luidspreker-aansluitingen
(bladzijde 10-11)
INFORMATION
ADDITIONAL
R
B/CBPR/CR
YP
R
MAIN
L
+
A
–
–
B
+
L
L
R
SPEAKERS
MAIN
REAR CENTER
R
OUTPUT
REAR
CENTER
+
–
REAR
(SURROUND)
R
CENTER
REAR
(SURROUND)
+
–
–
+
L
CENTER
L
APPENDIX
Nederlands
AC OUTLETS netstroomaansluitingen (bladzijde 19)
OUTPUT aansluitingen
(bladzijde 18)
13
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
Raadpleeg tevens de aansluitvoorbeelden op de volgende
bladzijde.
■ Soorten video-aansluitingen
Dit toestel is uitgerust met de volgende drie soorten
video-aansluitingen:
VIDEOS VIDEO
COMPONENT VIDEO
P
R/CRPB/CB
Y
y
• Als uw video-component is voorzien van een S-video of
component video uitgangsaansluiting, kunt u de S-video
uitgangsaansluiting van de component verbinden met de S
VIDEO aansluiting van dit toestel, of de component videouitgangsaansluitingen van de component met de
COMPONENT VIDEO ingangsaansluitingen van dit toestel.
• De AUDIO aansluitingen zijn mede bedoeld voor een
videocomponent zonder optisch digitale uitgangsaansluiting.
Multikanaals weergave kan echter niet worden verkregen met
audiosignalen die binnenkomen via de AUDIO aansluitingen.
■ Aansluiten van een spelcomputer
213
1 VIDEO aansluiting
Voor een conventioneel composiet (samengesteld)
videosignaal.
2 S VIDEO aansluiting
Via deze aansluiting worden kleur en luminantie
(helderheid) gescheiden doorgegeven waardoor een
hogere beeldkwaliteit wordt bereikt.
3 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Via deze aansluitingen worden beeldbepalende
kleurverschillen (PB/CB, PR/CR) en luminantie
(helderheid) gescheiden doorgegeven waardoor de
beste beeldkwaliteit wordt verkregen.
• Elk van deze video-aansluitingen werkt onafhankelijk
van de andere. Signalen die binnenkomen via de
composiet video, S-video of component
video-ingangsaansluitingen worden uitsluitend
gereproduceerd via de bijbehorende composiet,
S-video of component video-uitgangsaansluitingen.
• Maak gebruik van los verkrijgbare kabels met de juiste
stekkers en andere kenmerken voor het maken van de
vereiste aansluitingen.
• De omschrijving van de component videoaansluitingen kan iets anders zijn op de andere
componenten in uw systeem (bijv. Y, C
/Y, B-Y, R-Y enz.). Bij gebruik van deze
P
R
, CR/Y, PB,
B
aansluitingen dient u daarom tevens de handleiding
van de andere betrokken component te raadplegen.
■ Aansluiten van een videomonitor
Sluit de video-ingangsaansluiting van uw monitor aan op
de MONITOR OUT VIDEO aansluiting.
Opmerking
•
Als u dit toestel aansluit op een broncomponent via de S-video
(of component video) aansluitingen, dient u uw monitor eveneens
aan te sluiten via S-video (of component video) aansluitingen.
■ Aansluiten van een DVD-speler/
digitale TV/kabel-TV
Verbind de optisch digitale audio-uitgangsaansluiting van de component
met de DIGITAL INPUT aansluiting en de video-uitgangsaansluiting
van deze component met de VIDEO aansluiting van dit toestel.
Sluit vervolgens de AUDIO aansluitingen van de component aan op de
AUDIO aansluitingen van dit toestel.
Verbind de optisch digitale audio-uitgangsaansluiting van uw
video-component met de OPTICAL aansluiting op het
voorpaneel en verbind de video-uitgangsaansluitingen van
deze component met de VIDEO aansluiting op het voorpaneel.
y
•
Als uw video-component is voorzien van een S-video
uitgangsaansluiting, kunt u de S-video uitgangsaansluiting van de
component verbinden met de S VIDEO aansluiting van dit toestel.
• De AUDIO aansluitingen zijn mede bedoeld voor een
videocomponent zoals een camcorder zonder optisch digtale
uitgangsaansluiting.
■ Aansluiten van een videorecorder
Verbind de audio-ingangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO OUT aansluitingen en verbind
de video-ingangsaansluiting van deze component met de
VIDEO OUT aansluiting van dit toestel om beelden te
kunnen opnemen.
Verbind de audio-uitgangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO IN aansluitingen en verbind
de video-uitgangsaansluiting van deze component met de
VIDEO IN aansluiting van dit toestel om videomateriaal
afgespeeld op de broncomponent via dit toestel te kunnen
weergeven.
U kunt een tweede videorecorder of digitale
videorecorder aansluiten via de VCR 2/DVR
aansluitingen.
y
• Als uw video-component is voorzien van een S-video
ingangsaansluiting, kunt u de S-video ingangsaansluiting van
de component verbinden met de S VIDEO OUT aansluiting
van dit toestel.
•
Als uw video-component is voorzien van een S-video
uitgangsaansluiting, kunt u de S-video uitgangsaansluiting van de
component verbinden met de S VIDEO IN aansluiting van dit toestel.
Opmerkingen
• Wanneer u eenmaal een component waarmee kan worden
opgenomen heeft aangesloten op dit toestel, dient u deze altijd
ingeschakeld te houden wanneer u dit toestel gebruikt. Als de
stroom van een dergelijke component wordt uitgeschakeld, kan
de weergave van andere componenten gestoord worden.
•
Dit toestel heeft gescheiden circuits voor S-video en component
videosignalen. Zorg er daarom voor dat dit toestel zowel op de
broncomponenten als op de component waarmee u wilt
opnemen is aangesloten via dezelfde soort video-aansluitingen.
of camcorder
of digitale videorecorder (DVR)
14
AANSLUITINGEN
DIGITAL
INPUT
CD
COAXIAL
OPTICAL
D-TV/CBL
DVD
MD/CD-R
MD/CD-R
OPTICAL
DIGITAL
OUTPUT
CD
OUT
(REC)
MD
/CD-R
IN
(PLAY)
MAIN
SURROUND
AUDIO
OUTPUT
R
SUB
CENTER
WOOFER
6CH INPUT
Videorecorder 1
O
OPTICAL
OUTPUT
TV/digitale TV/
kabel-TV
INTRODUCTION
AUDIO
INPUT
R
L
AUDIOAUDIOGND
R
L
OUTPUT
SUB
WOOFER
L
PHONO
OUT
VCR 2
/VDR
OUT
VCR 1
D-TV
/CBL
DVD
L
R
S VIDEO VIDEO
IN
IN
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
INPUT
VV
VIDEO
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
FM
ANT
75
VIDEO
OUTPUT
UNBAL.
COMPONENT VIDEO
DVD
D-TV
/CBL
MONITOR
OUT
B/CBPR/CR
MAIN
:4
MIN. /SPEAKER
A OR B
:8
MIN. /SPEAKER
A+B
:6
MIN. /SPEAKER
CENTER
REAR CENTER
:6
MIN. /SPEAKER
:6
MIN. /SPEAKER
REAR
VIDEO
OUTPUT
V
VOORBEREIDINGEN
YP
BASIC OPERA-
TION
A/B/C/D/E
INPUT M0DE
BASS
–+–+
TREBLE
Spelcomputer of
camcorder
O
OPTICAL
OUTPUT
PRESET/TUNING
EDIT
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
R
L
AUDIO
OUTPUT
DVD-speler
INPUT
FM/AM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
S VIDEOVIDEOAUDIOOPTICALLR
VIDEO
OUTPUT
VOLUME
VIDEO AUX
V
V
VIDEO
OUTPUT
O
OPTICAL
OUTPUT
6CH INPUT
V
VIDEO
INPUT
Video-monitor
geeft de signaalrichting aan
geeft linker analoge
L
signaalkabel aan
geeft rechter analoge
R
signaalkabel aan
geeft optische
O
glasvezelkabel aan
V
geeft videokabel aan
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
15
AANSLUITINGEN
DIGITAL
OUTPUT
DIGITAL
INPUT
6CH INPUT
CD
CD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
DVD
DVD
OUT
VCR 1
VCR 2
/VDR
MD
/CD-R
D-TV
/CBL
OUT
PHONO
IN
IN
FM
ANT
AM
ANT
GND
75
UNBAL.
OPTICAL
D-TV/CBL
MD/CD-R
MD/CD-R
OPTICAL
COAXIAL
S VIDEO VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
VIDEO
TUNER
AUDIOGND
MAIN
CENTER
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
SURROUND
L
L
R
R
AUDIO
Aansluiten van audiocomponenten
■ Aansluiten van een CD-speler
Verbind de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw
CD-speler met de DIGITAL INPUT CD aansluiting.
y
• De AUDIO aansluitingen zijn beschikbaar voor een CD-speler
zonder coaxiaal digitale uitgangsaansluiting.
■ Aansluiten van een CD-recorder
of MD-recorder
Verbind de optisch digitale ingangsaansluiting van uw
CD- of MD-recorder met de DIGITAL OUTPUT
MD/CD-R aansluiting om digitale opnamen mogelijk te
maken.
Verbind de optisch digitale uitgangsaansluiting van uw
CD- of MD-recorder met de DIGITAL INPUT MD/CD-R
aansluiting om op de opname-apparatuur afgespeeld
materiaal via dit toestel te kunnen weergeven.
y
• De AUDIO aansluitingen zijn beschikbaar voor een CD- of
MD-recorder zonder optisch digitale in- of
uitgangsaansluitingen.
Opmerkingen
• Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u
deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel
gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat dit
toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.
• De DIGITAL OUTPUT aansluiting en de analoge OUT (REC)
aansluitingen zijn geheel van elkaar gescheiden. Digitale
signalen worden uitsluitend gereproduceerd via de DIGITAL
OUTPUT aansluitingen, terwijl de OUT (REC) aansluiting
uitsluitend analoge signalen reproduceert.
■ Aansluiten van een draaitafel
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw draaitafel met
de PHONO aansluitingen van dit toestel.
De PHONO aansluitingen zijn bedoeld voor aansluiting
van een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC
patroon. Als u een draaitafel heeft met een laag-vermogen
MC patroon, dient u een in-line booster of MC-kop
versterker in te schakelen bij gebruik van deze
aansluitingen.
y
• Aard uw draaitafel via de GND aardaansluiting om ruis in het
doorgegeven signaal te verminderen. Let er wel op dat bij
bepaalde platenspelers de ruis hierdoor juist verergert.
Draaitafel
CD-speler
CD-recorder of
MD-recorder
OUTPUT
L
R
GND
COAXIAL
OUTPUT
C
OPTICAL
OUTPUT
OPTICAL
INPUT
geeft de signaalrichting aan
L
geeft linker analoge signaalkabel aan
R
geeft rechter analoge signaalkabel aan
C
geeft coaxiale kabel aan
geeft optische glasvezelkabel aan
O
O
O
16
T
T
Aansluiten van de antennes
AANSLUITINGEN
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM
binnenantenne. In de meeste gevallen zullen deze
antennes zorgen voor een voldoende ontvangst.
Sluit de antennes op de juiste wijze aan op de daarvoor
bestemde aansluitingen.
AM ringantenne
(meegeleverd)
O
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
75
UNBAL.
FM
ANT
VIDEO
FREQUENCY
OUT
STEP
DVD
D-TV
/CBL
MONI
OU
Aarde (GND aansluiting)
Voor maximale veiligheid en minimum
storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een goede
aarding wordt bijvoorbeeld geboden door
een metalen pen die in vochtige grond
gedreven is.
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (Model
voor het V.K.)
12
11
8
Eenheid: mm
6
Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenneadapter open.
Snijd of knip de mantel
van de 75 Ohm coaxkabel
zoals afgebeeld en maak
deze klaar voor de
aansluiting.
3
Draad
Knip de draad en
verwijder deze.
4
Druk
samen
met een
tang.
Doe de draad uit de kabel in de
sleuf en druk deze vast met een
tang.
Druk samen met
een tang.
Doe de draad in
de sleuf.
5
Druk de adapter
weer dicht.
■ Aansluiten van de AM
ringantenne
1 Zet de AM ringantenne in elkaar en sluit deze
vervolgens aan op het toestel.
2 Druk op het lipje en steek de draden van de
ringantenne in de AM ANT en GND (aarde)
aansluitingen.
3 Zet de AM ringantenne zo neer dat u de
beste ontvangst krijgt.
Opmerkingen
• Zet de AM ringantenne zo ver mogelijk bij dit toestel vandaan.
• De AM ringantenne moet aangesloten blijven, ook al heeft u
een AM buitenantenne op dit toestel aangesloten.
Een op de juiste manier aangesloten buitenantenne
biedt een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als
u de ontvangst slecht vindt, kan een buitenantenne
misschien soelaas bieden. Raadpleeg uw
dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of service-centrum
omtrent de aansluiting van een buitenantenne.
FREQUENCY STEP schakelaar (Modellen voor
China en algemene modellen)
FM/AM
50kHz/9kHz
100kHz/10kHz
FREQUENCY
STEP
Omdat de afstand tussen de aan de zenders
toegewezen frequenties per gebied
verschilt, kunt u met de FREQUENCY
STEP schakelaar (op het achterpaneel) dit
toestel aanpassen aan het gebied waar u
zich bevindt.
Noord, Midden en Zuid Amerika:
100 kHz/10 kHz
Andere gebieden: 50 kHz/9 kHz
Voor u deze schakelaar omzet, moet u de
stekker van het toestel uit het stopcontact
halen.
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
17
AANSLUITINGEN
Aansluiten van externe versterkers
Als u het uitgangsvermogen van de luidsprekers wilt
opvoeren, of wanneer u een andere versterker wilt
gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker
aansluiten op de OUTPUT aansluitingen.
Opmerking
• Wanneer er RCA (tulp-) stekkers verbonden zijn met de
OUTPUT aansluitingen voor weergave via een externe
versterker, zullen er ook signalen worden gereproduceerd via
de SPEAKERS aansluitingen.
1
SUB
WOOFER
OUTPUT
1 SUBWOOFER aansluiting
Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker
gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo
Processing SUBWOOFER Systeem, dient u de
ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te
verbinden met deze aansluiting. De zeer lage tonen voor
de hoofd-, midden- en/of achterkanalen worden dan naar
deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER
SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten)
signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden
eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig
uw SPEAKER SET instellingen.
Opmerkingen
•
De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.
• Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen voor de
linker en rechter hoofd-luidsprekers opnieuw te bepalen door
het onderdeel “1E BASS” van de SPEAKER SET instellingen
onder het SET MENU instelmenu te wijzigen.
• Gebruik de bedieningsorganen van de subwoofer zelf om het
volume daarvan te regelen. Het is ook mogelijk het volume in
te stellen via de afstandsbediening van dit toestel (zie
“REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE EFFECTLUIDSPREKERS” op bladzijde 55).
234
OUTPUT
MAIN
R
L
REAR
CENTER
R
REAR
(SURROUND)
CENTER
L
5
Aansluiten van een externe
decoder
Dit toestel is uitgerust met 6 extra ingangsaansluitingen
(links en rechts MAIN, CENTER, links en rechts
SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden
multikanaals ingangssignalen van een externe decoder,
geluidsprocessor of voorversterker.
Sluit de uitgangsaansluitingen van uw externe decoder
aan op de 6CH INPUT ingangsaansluitingen. Let er op
dat de linker en rechter uitgangsaansluitingen worden
aangesloten op de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor de hoofd en surround kanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zal dit
toestel automatisch de ingebouwde geluidsveldprocessor
uitschakelen en zal het derhalve niet mogelijk zij te luisteren
met een van de DSP programma’s.
• Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zullen de
instellingen voor “1 SPEAKER SET” via het SET MENU
buiten werking worden gesteld, met uitzondering van “1F
MAIN Lv”.
2 MAIN aansluitingen
Hoofdkanaal uitgangsaansluitingen.
Opmerking
• De uitgangssignalen via deze aansluitingen kunnen worden
geregeld door de BASS en TREBLE instellingen.
3 REAR CENTER aansluiting
Aansluiting voor het midden achterkanaal
uitgangssignaal.
4 CENTER aansluiting
Aansluitingen voor het middenkanaal uitgangssignaal.
5 REAR (SURROUND) aansluitingen
Achter-kanaal uitgangsaansluitingen.
18
AANSLUITINGEN
PHONO
POWERSLEEP
CLEAR
CODE SET
STANDBY
TRANSMIT
RE–NAME
6CH INPUT
SYSTEM
V-AUX
A B C
D-TV/CBL
POWER
POWER
AMP
AVTV
VCR2/DVRVCR 1DVD
SELECT
MD/CD-R
TUNER
CD
Aansluiten van netsnoeren
VOLTAGE SELECTOR
VOLTAGE
SELECTOR
AC OUTLETS
SWITCHED
120V 60Hz
100W MAX. TOTAL
(Algemene modellen)
■ Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
Modellen voor de VS, Canada, China, Europa, Singapore
en algemene modellen ............................... 2 aansluitingen
Modellen voor het V.K. en Australië ............. 1 aansluiting
U kunt deze gebruiken om andere componenten uit uw
systeem van stroom te voorzien. De aan/uit toets
STANDBY/ON (of SYSTEM POWER en STANDBY)
van dit toestel zal vervolgens ook deze componenten
bedienen. Deze netstroomaansluitingen kunnen een
component van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Het maximale vermogen (totale
stroomverbruik van de aangesloten componenten) dat kan
worden aangesloten op deze AC OUTLETS hangt mede
af van de plaats waar u het toestel heeft aangeschaft.
Modellen voor China en algemene modellen ............50 W
Overige modellen .................................................... 100 W
Inschakelen van de stroom
Pas wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, mag u dit
toestel inschakelen.
1
INPUT
STANDBY
/
ON
SILENT
PHONES
NATURAL SOUND AV RECEIVER
SPEAKERS
AB
INPUT M0DE
PRESET/TUNING
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
BASS
PRESET/TUNING
PROGRAM
STEREO
EFFECT
A/B/C/D/E
TREBLE
– +– +
FM/AM
EDIT
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
S VIDEO VIDEO AUDIO OPTICALLR
VOLUME
VIDEO AUX
1
1 Druk op STANDBY/ON (SYSTEM POWER op
de afstandsbediening) om dit toestel aan te
zetten.
SYSTEM
STANDBY
/ON
Voorpaneel
of
POWER
Afstandsbediening
Het niveau van het hoofdvolume zal op het display
op het voorpaneel getoond worden, gevolgd door de
naam van het DSP programma.
2 Zet de op dit toestel aangesloten video-
monitor aan.
INTRODUCTION
6CH INPUT
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
■ VOLTAGE SELECTOR
(modellen voor China en
algemene modellen)
De voltage keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de netspanning van het
door u gebruikte stroomnet VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. De geschikte voltages bedragen 110/
120/220/240 V wisselstroom 50/60 Hz.
APPENDIX
Nederlands
19
IN-BEELD DISPLAY (OSD)
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een video-monitor. Als u het SET MENU
instelmenu en de instellingen voor de DSP
geluidsveldprogramma’s op een scherm bekijkt, is het
veel makkelijker om de beschikbare mogelijkheden en
parameters te overzien dan wanneer u deze gegevens van
het display op het voorpaneel moet lezen.
y
• Als er tevens een videobron wordt weergegeven, zal het inbeeld display over het beeld worden geprojecteerd.
• Het videosignaal voor het in-beeld display wordt niet
gereproduceerd via de OUT (REC) aansluiting en zal dus niet
worden opgenomen met het daartoe bestemde videosignaal.
• U kunt instellen of u het in-beeld display wilt inschakelen
(tegen een blauwe achtergrond) of wilt uitschakelen als er geen
videobron wordt weergegeven, via “10 DISPLAY SET” van het
SET MENU (zie bladzijde 48).
In-beeld display functies
U kunt de hoeveelheid gegevens die wordt getoond door
het in-beeld display wijzigen.
Volledige weergave
Deze instelling laat de ingestelde waarden voor het DSP
geluidsveldprogramma op de video-monitor zien.
Verkorte weergave
Deze instelling laat onder in beeld dezelfde informatie
zien als het display op het voorpaneel, waarna de
informatie van het beeld verdwijnt.
Weergave uit
Deze instelling laat korte tijd de aanduiding “DISPLAY
OFF” onder in beeld zien. Hierna zullen er geen
aanduidingen van handelingen meer op het scherm
verschijnen, behalve wanneer ON SCREEN gebruikt
wordt.
2 Druk op AMP.
3 Druk herhaaldelijk op ON SCREEN op de
afstandsbediening om de displayfunctie te
veranderen.
De instelling voor het in-beeld display verandert als
volgt: Volledige weergave, verkorte weergave, uit.
Opmerkingen
• Als uw video-monitor alleen aangesloten is op de
COMPONENT VIDEO aansluitingen van dit toestel, zal het inbeeld display niet getoond worden. Let er op dat uw videomonitor aangesloten is op de COMPONENT VIDEO
aansluiting en hetzij de VIDEO, hetzij de S VIDEO
aansluitingen, als u het in-beeld display wilt kunnen zien.
• Afspelen van videomateriaal met een anti-kopieersignaal, of
van videosignalen die veel ruis bevatten, kan resulteren in
instabiele beeldweergave.
(Wanneer u twee video-monitors gebruikt)
• Als u een videosignaal selecteert van een component die is
aangesloten op de S VIDEO IN en op de composiet VIDEO IN
aansluitingen terwijl de S VIDEO OUT en de composiet
VIDEO OUT aansluitingen zijn verbonden met twee
verschillende monitors, zal het in-beeld display alleen
verschijnen op de monitor die is verbonden via de S-video
aansluitingen. Wanneer er geen videosignaal wordt ontvangen
van de broncomponent, zal het in-beeld display verschijnen op
beide monitors.
Volledige weergaveVerkorte weergave
y
• Wanneer u kiest voor weergave van alle informatie op het
scherm, zullen de INPUT l / h, VOLUME en sommige
andere gegevens onder in beeld wordt weergegeven op dezelfde
manier als op het display op het voorpaneel van het toestel.
• De informatie betreffende het SET MENU en de testtoon zal
op het scherm verschijnen ongeacht de instelling voor het inbeeld display.
20
Loading...
+ 49 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.