LET OP: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
1
Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door
om uzelf te verzekeren van de beste prestaties.
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats,
zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2
Installeer dit toestel op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek met tenminste 30 cm
ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en
linkerkant en 10 cm aan de achterkant als
ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de buurt
van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.
3Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren en
transformatoren om bromgeluiden te voorkomen.
Om brand of een elektrische schok te voorkomen,
mag dit toestel niet worden blootgesteld aan
regen, water en/of enige andere vloeistof.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet
dit toestel niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. een kamer met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er zich in
het binnenwerk van het toestel condens kan vormen
waardoor een elektrische schok, brand, schade aan
het toestel en/of persoonlijk letsel kan ontstaan.
5Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit
toestel:
– Andere componenten, daar deze de afwerking
van dit toestel kunnen beschadigen en/of doen
verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar
deze brand kunnen veroorzaken, het toestel
kunnen beschadigen en/of kunnen leiden tot
persoonlijk letsel.
– Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze
de gebruiker een elektrische schok kunnen
bezorgen en/of dit toestel kunnen beschadigen.
6Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd
wordt. Als de temperatuur binnenin dit toestel
stijgt, kan dit leiden tot brand, beschadiging van
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
7
Steek de stekker van dit toestel pas in het
stopcontact als u alle aansluitingen heeft gemaakt.
8Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan
oververhitting en mogelijk beschadiging ten
gevolge hebben.
9Oefen geen overmatige kracht uit op de
schakelaars, knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt
mag u alleen de stekker zelf vastpakken; trek nooit
aan het snoer.
11
Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; hierdoor kan de afwerking aangetast
worden. Gebruik slechts een schone, droge doek.
12
Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op
het toestel zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om
dit toestel te gebruiken op een hoger voltage dan
het opgegeven voltage, dit kan leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
enige schade die voortkomt uit gebruik van dit
toestel bij een hoger voltage dan werd opgegeven.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen bij
onweer.
14 Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/
of vloeistoffen in het toestel kunnen
binnendringen.
15 Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te
repareren. Neem contact op met bevoegd YAMAHA
servicepersoneel wanneer u denkt dat reparatie of
controle nodig is. Open in geen geval en onder
geen enkele voorwaarde zelf de behuizing.
16 Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. als u op vakantie gaat), dient u de
stekker uit het stopcontact te halen.
17 Lees eerst het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” voor het opsporen van veel
voorkomende bedieningsfouten voor u
concludeert dat het toestel defect is.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op
STANDBY/ON te drukken om het toestel uit
(standby) te zetten en de stekker uit het
stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor China
en algemene modellen)
De netspanning keuzeschakelaar op het
achterpaneel van dit toestel moet worden
ingesteld op de netspanning in het gebied waar u
het toestel gaat gebruiken VOOR u de stekker in
het stopcontact steekt. U kunt kiezen uit 110/120/
220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel
ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
(0,06% THV, 20 Hz – 20 kHz, 8Ω)
[Modellen voor de VS en Canada]
Hoofd:75 W + 75 W
Midden:75 W
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren van
voorkeuzezenders
◆ Mogelijkheid tot herschikken van
voorkeuzezenders (voorkeuzezenders bewerken)
Achter:75 W + 75 W
[Overige modellen]
Hoofd:65 W + 65 W
Midden:65 W
Achter:65 W + 65 W
Andere kenmerken
◆ 96-kHz/24-bits D/A converter
◆ “SET MENU” instelmenu om dit toestel
optimaal af te stemmen op uw audio/
videosysteem
Meervoudige digitale geluidsvelden
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic decoder
◆ Dolby Digital/Dolby Digital + Matrix 6.1
decoder
◆ DTS/DTS + Matrix 6.1 decoder
◆ Testtoon-generator voor gemakkelijke instelling
van de luidspreker-balans
◆ 6-kanaals ingang voor externe decoder
◆ Optische en coaxiale digitale audio aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ CINEMA DSP: combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Pro Logic, Dolby Digital
of DTS
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA DSP
■ Over deze handleiding
• y geeft een handige tip bij de bediening aan.
• Sommige handelingen zijn mogelijk met de toetsen op de afstandsbediening of via het hoofdtoestel zelf. Waar de namen van de
toetsen op de afstandsbediening afwijken van die op het hoofdtoestel worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening in
deze handleiding tussen haakjes toegevoegd.
• Deze handleiding kan gedrukt zijn voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom is het mogelijk dat bepaalde specificaties van uw
toestel tijdens de fabricage bijvoorbeeld ter wille van verbeteringen gewijzigd zijn. In een dergelijk geval verlenen wij voorkeur aan
het verbeteren van het product boven de bijwerking van de handleiding.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
2
VAN START
Controleren van de inhoud van de doos
Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn.
Afstandsbediening
POWER
POWER
6CH INPUTSLEEP
DVD D-TV/CBL VCR
V-AUX
CD TUNER MD/CD-R
+
A/B/C/D/E
– PRESET
PROGRAM
JAZZ
ROCK
HALL
CLUB
CONCERT
ENTER-
MONO
TAINMENTTVSPORTS
MOVIE
MOVIE
/ DTS
q
1 – THEATER – 2
SUR.
MATRIX
6.1SELECT
SET MENU
LEVEL
+–
DSP
STEREO
TEST
EFFECT
MUTE
VOLUME
Batterijen in de afstandsbediening
zetten
Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak
door de + en – tekens op de batterijen te laten
overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in
het batterijvak.
Batterijen (2)
(AA, R06, UM-3)
75 Ohm/300 Ohm antenneadapter (Model voor het V.K.)
A/V kabel (Modellen voor de
VS, Canada en Australië)
■ Opmerkingen over batterijen
• Vervang de batterijen wanneer u merkt: dat het bereik
van de afstandsbediening minder wordt; dat de
indicator niet knippert; of dat het licht ervan zwakker
wordt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door
elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de
aanwijzingen op de verpakking aandachtig door
aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en
kleur op elkaar kunnen lijken.
• Als de batterijen onverhoopt gelekt hebben, dient u ze
2
1
onmiddellijk te verwijderen. Raak het uit de batterijen
gelekte materiaal niet aan en laat het niet in contact
komen met uw kleding enz. Maak het batterijvak goed
schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
3
AM ringantenne
FM binnenantenne
(Modellen voor de VS, Canada,
China, Korea en algemene
modellen)
(Modellen voor Europa, het V.K.,
Australië en Singapore)
INLEIDINGPREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
1 Druk op het teken en schuif de klep van
de afstandsbediening af.
2 Zet de 2 meegeleverde batterijen (AA, R06,
UM-3) volgens de aanduidingen voor de
polariteit in het batterijvak.
3 Schuif de klep terug op zijn plaats tot deze
vastklikt.
Nederlands
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
1234567
NATURAL SOUND AV RECEIVER
STANDBY
/
ON
SILENT
PHONES
STEREO
EFFECT
PROGRAM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
90e
1 STANDBY/ON toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u
dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een
vertraging zal optreden van 4 a 5 seconden voor dit
toestel in staat is geluid te reproduceren.
Standby-stand
In de standby-stand blijft dit toestel een kleine
hoeveelheid stroom verbruiken zodat het kan reageren
op de infrarood signalen van de afstandsbediening.
2 Sensor afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
3 Display voorpaneel
Hierop verschijnt de bedieningsinformatie van het toestel.
VOLUME
BASS
–+ –+
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
FM/AM
PRESET/TUNING
EDIT
PRESET/TUNING
INPUT M0DE
RDS MODE/FREQ
MODE
RDS MODE/FREQ
PTY SEEK
MODE
PTY SEEK
A/B/C/D/E
INPUT
EON
START
EON
START
posa
(Modellen voor Europa en het V.K.)
4 INPUT MODE toets
Hiermee selecteert u het prioriteitssignaal (AUTO, DTS,
ANALOG) voor signaalbronnen die twee of meer soorten
signalen leveren aan dit toestel. U kunt het
prioriteitssignaal niet instellen wanneer u 6CH INPUT als
signaalbron heeft ingesteld.
5 INPUT l / h toetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron waar u naar wilt
luisteren of lijken.
6 VOLUME draaiknop
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen
instellen. Dit heeft geen invloed op het OUT (REC)
uitgangsniveau.
7 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op
de 6CH INPUT aansluitingen. Dit audiosignaal krijgt
voorrang boven de met INPUT l / h (of de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening)
geselecteerde signaalbron.
6CH INPUT
TREBLE
irt8qyuw
4
8
SILENT (PHONES hoofdtelefoon-aansluiting)
Via deze aansluiting kunt u het DSP effect beluisteren via
een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon heeft
aangesloten, zullen er verder geen signalen worden
geproduceerd via de luidsprekers.
9 STEREO/EFFECT toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale
stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer
STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen
naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd
zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital
en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal)
worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.
0 PROGRAM l / h toetsen
Hiermee kunt u het geluidsveldprogramma selecteren.
q MEMORY (MAN’L/AUTO FM) toets
Hiermee slaat u de huidige zender op in het geheugen.
w TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) toets
Met deze toets kunt u schakelen tussen automatisch en
handmatig afstemmen.
e FM/AM toets
Met deze toets schakelt u de radio heen en weer tussen
FM en AM.
r PRESET/TUNING (EDIT) toets
Hiermee schakelt u de PRESET/TUNING l / h toetsen
heen en weer tussen het kiezen van een voorkeuzezender
en het afstemmen op een bepaalde frequentie (ten teken
waarvan de dubbele punt (:) al of niet getoond zal
worden).
Met deze toets kunt u ook twee voorkeuzezenders van
plaats laten wisselen.
t PRESET/TUNING l / h toetsen
Hiermee kunt u de voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren
wanneer de dubbele punt (:) op het display op het
voorpaneel staat, of de afstemmen op een bepaalde
frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet op het display
staat.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
u BASS draaiknop
Hiermee kunt u de lage frequentierespons voor het linker
en het rechter hoofdkanaal instellen.
Draai de draaiknop naar rechts om de lage tonen te
versterken en draai de draaiknop naar links om de lage
tonen te verzwakken.
i TREBLE draaiknop
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker
en het rechter hoofdkanaal instellen.
Draai de draaiknop naar rechts om de hoge tonen te
versterken en draai de draaiknop naar links om de hoge
tonen te verzwakken.
o RDS MODE/FREQ toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Bij ontvangst van een RDS zender kunt u met deze toets
de displayfunctie omschakelen naar PS, PTY, RT en/of
CT (als de zender deze RDS diensten ondersteunt) of
kiezen voor display van de frequentie waarop afgestemd
is.
p PTY SEEK MODE toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Hiermee kunt u de PTY SEEK functie inschakelen om het
toestel naar een programma van een bepaald type te laten
zoeken.
a PTY SEEK START toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Druk op deze toets om het toestel te laten zoeken naar het
met de PTY SEEK functie ingestelde programmatype.
s EON toets (Modellen voor Europa en het V.K.)
Druk op deze toets om het gewenste programmatype
(NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) te kiezen wanneer u
automatisch wilt afstemmen op een radioprogramma van
dat type.
INLEIDINGPREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
y A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A
t/m E selecteren.
APPENDIX
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsorganen en functies
van de afstandsbediening.
POWER
1
6CH INPUTSLEEP
2
3
4
5
DVDD-TV/CBLVCR
V-AUX
CDTUNER MD/CD-R
– PRESET +
PROGRAM
JAZZ
HALL
CLUB
ENTER-
TAINMENTTVSPORTS
MOVIE
1 – THEATER – 2
MATRIX
6.1SELECT
A/B/C/D/E
ROCK
CONCERT
MONO
MOVIE
/ DTS
q
SUR.
q
w
1 POWER toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby).
2 SLEEP toets
Met deze toets kunt u de slaaptimer inschakelen.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron.
4 PRESET +/–
Hiermee selecteert u de voorkeuzezenders 1 t/m 8.
5 DSP programma
Hiermee selecteert u de DSP programma’s. Druk
herhaaldelijk op een van deze toetsen om een bepaald
geluidsveldprogramma uit de gewenste groep in te stellen.
6 LEVEL toets
Hiermee selecteert u het in te stellen effectkanaal.
7 Overige toetsen
Dit gedeelte wordt gebruikt bij het wijzigen en
doorvoeren van instellingen.
8 TEST toets
Hiermee schakelt u de testtoon in om de niveaus van de
luidsprekers in te stellen.
9 MUTE toets
Schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit (dempen). Druk
nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te
hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.
6
7
8
9
0
LEVEL
TEST
MUTE
DSP
VOLUME
SET MENU
+–
STEREO
EFFECT
e
r
0 VOLUME h/g toetsen
Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.
q 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op
de 6CH INPUT aansluitingen.
w A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A
t/m E selecteren.
e SET MENU toets
Hiermee schakelt u de SET MENU instelfunctie in.
r STEREO/EFFECT toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale
stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer
STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen
naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd
zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital
en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal)
worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofdluidsprekers.
6
Gebruik van de afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
NATURAL SOUND AV RECEIVER
STANDBY
/
ON
SILENT
PHONES
30°30°
INPUT M0DE
PRESET/TUNING
PRESET/TUNING
TUNING MODE
STEREO
EFFECT
FM/AM
PROGRAM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
A/B/C/D/E
EDIT
Ongeveer 6 m
POWER
6CH INPUTSLEEP
VCR
DVD D-TV/CBL
V-AUX
CD TUNER MD/CD-R
–
+
A/B/C/D/E
PRESET
PROGRAM
JAZZ
ROCK
CLUB
HALL
CONCERT
ENTER-
MONO
TAINMENTTVSPORTS
MOVIE
MOVIE
/ DTS
q
1 – THEATER – 2
SUR.
MATRIX
6.1 SELECT
SET MENU
LEVEL
+
–
DSP
STEREO
TEST
EFFECT
MUTE
VOLUME
BASS
– + – +
6CH INPUT
TREBLE
VOLUME
INPUT
De afstandsbediening zendt een gerichte infrarode straal
uit. U moet daarom de afstandsbediening direct op de
sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit met de
afstandsbediening wilt bedienen.
■ Omgaan met de
afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan deze
omstandigheden:
– hoge vochtigheid of temperatuur, zoals in de buurt
van een verwarming, kachel of badkuip;
– stof; of
– zeer lage temperaturen.
INLEIDINGPREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
7
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1234
MATRIX
/
VIRTUAL
SILENT
6
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
PCM
57890qwert y
VCR
DTS
MOVIE
V-AUX
D-TV/CBL
DOLBY DIGITAL PRO LOGIC
12
THTR
ENTERTAINMENT
1 Processor indicators
Licht op wanneer de t, g, VIRTUAL,
PRO LOGIC
/
DSP
,
of MATRIX functie in werking is.
2 Signaalbron-indicator
Laat met een soort cursor de huidige signaalbron zien.
3 MUTE indicator
Deze indicator gaat knipperen wanneer u het geluid
tijdelijk heeft uitgeschakeld (gedempt).
4 VOLUME niveau-aanduiding
Deze balkjes geven het volumeniveau aan.
5 v indicator
Deze licht op wanneer het toestel PCM (pulscodemodulatie) digitale audiosignalen produceert.
6 SILENT indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
terwijl de digitale geluidsveldprocessor in werking is.
7 Hoofdtelefoon indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer er een
hoofdtelefoon aangesloten is.
8 DSP programma-indicators
De naam van het geselecteerde DSP digitale
geluidsveldprogramma zal oplichten wanneer u het
ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER 1, MOVIE
THEATER 2 of q/DTS SURROUND DSP programma
heeft ingesteld.
DVD
MD/CD-R
PS PTY
EON
TUNERCD
STEREO
RT
CT
PTY HOLD
TUNED
(Modellen voor Europa en het V.K.)
AUTO
MEMORY
MUTE
SLEEP
dB
mS
VOLUME
LCR
RL
LFE
RC RR
9 Multi-informatie display
Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma
en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.
0 RDS indicator (Modellen voor Europa en het
V.K.)
De naam (namen) van de RDS gegevens die worden
geleverd door de RDS zender waar u op heeft afgestemd
zal (zullen) oplichten.
De EON indicator zal oplichten wanneer er is afgestemd
op een RDS zender met EON gegevens over andere
zenders.
De PTY HOLD indicator zal oplichten wanneer er
gezocht wordt naar zenders in de PTY SEEK zoekfunctie.
q STEREO indicator
Licht op wanneer de “AUTO” afstem-indicator aan is en
het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.
w TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel op een zender afstemt.
e MEMORY indicator
Knippert als een zender kan worden opgeslagen.
r AUTO indicator
Laat zien dat de tuner automatisch aan het afstemmen is.
t SLEEP indicator
Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is
ingeschakeld.
y Ingangskanalen indicators
Deze geven de kanalen aan waaruit het ontvangen
ingangssignaal bestaat.
8
PREPARATION
Luidsprekers
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
INTRODUCTION
Opstellen van de luidsprekers
Dit toestel is ontworpen voor een zo hoog mogelijke
kwaliteit van het geproduceerde geluidsveld met een
systeem bestaande uit 5 luidsprekers, met linker en
rechter hoofd-luidsprekers, linker en rechter achterluidsprekers en een midden-luidspreker. Als verschillende
merken luidsprekers (met verschillende weergavekarakteristieken) door elkaar gebruikt, is het mogelijk dat
bijvoorbeeld een menselijke stem of andere geluiden niet
vloeiend kan worden weergegeven. Wij raden u daarom
aan luidsprekers van dezelfde fabrikant of luidsprekers
met dezelfde weergave-karakteristieken te gebruiken.
De hoofd-lss wo gebr voor wg van de belangrijkste
signalen plus de effectgeluiden. Dit zullen waarschijnlijk
de luidsprekers van uw huidige stereosysteem zijn. De
achter-luidsprekers worden gebruikt voor effect- en
surroundgeluiden. De midden-luidspreker is bedoeld voor
weergave van gecentreerde geluiden (dialogen, vocalen
enz.).
Voor de hoofd-luidsprekers dient u modellen met een zeer
hoog prestatieniveau te nemen, met voldoende vermogen
voor het maximum uitgangsvermogen van uw
audiosysteem. De andere luidsprekers hoeven niet aan
dergelijke hoge eisen te voldoen. Voor een zeer accurate
plaatsing van de geluidsweergave is het echter aan te
bevelen modellen te gebruiken die gelijkwaardig zijn aan
de hoofd-luidsprekers.
■ Gebruik van een subwoofer
verdiept het geluidsveld
U kunt uw systeem verder uitbreiden met een subwoofer.
Een subwoofer helpt niet alleen bij de weergave van de
lage tonen via een of alle kanalen, maar ook bij het zuiver
weergeven van het LFE (Lage Frequentie Effecten)
kanaal van Dolby Digital of DTS signalen. Het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System is
ideaal voor een natuurlijke en levendige reproductie van
de lage tonen.
Raadpleeg de volgende afbeelding wanneer u uw
luidsprekers gaat opstellen.
Hoofd-luidspreker (R)Midden-luidspreker
Achter-luidspreker (R)
Subwoofer
Hoofdluidspreker (L)
Achter-luidspreker (L)
1,8 m
■ Hoofd-luidsprekers
Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke
afstanden van de belangrijkste luisterplek. De afstand van
elk van deze luidsprekers tot de video-monitor moet ook
gelijk zijn.
■ Midden-luidspreker
Breng de voorkant van de midden-luidspreker in lijn met
de voorkant van het beeldscherm van de video-monitor.
Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor,
bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop en midden
tussen de hoofd-luidsprekers.
■ Achter-luidsprekers
Plaats deze luidsprekers achter de luisterplek en richt ze
een beetje naar binnen, ongeveer 1,8 m boven de vloer.
■ Subwoofer
De plaatsing van de subwoofer is niet kritiek, vanwege
het ongerichte karakter van de lage tonen. Het is wel beter
de subwoofer in de buurt van de hoofd-luidsprekers te
plaatsen. Keer de subwoofer een beetje naar het midden
van de ruimte om weerkaatsingen via de wanden te
verminderen.
Opmerking
• Als u geen effect-luidsprekers gebruikt (achter- en/of midden),
dient u de SPEAKER SET instellingen via het SET MENU zo
te wijzigen dat deze signalen naar andere aansluitingen waarop
u wel luidsprekers heeft aangesloten worden geleid.
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
LET OP
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dit type luidspreker nog steeds het beeld van uw
monitor verstoord, zet ze dan verder bij de beeldbuis
vandaan.
Nederlands
9
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
Aansluiten van de luidsprekers
Let er op dat u de linker (L) en de rechter (R) kanalen en ook de “+” (rood) en “–” (zwart) polariteit van de luidsprekers
op de juiste manier aansluit. Als u de aansluitingen ondeugdelijk zijn, zullen de luidsprekers geen geluid produceren en
als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal de geluidsweergave onnatuurlijk zijn en weinig lage tonen bevatten.
LET OP
• Gebruik uitsluitende met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.
• Zorg ervoor dat de luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken en ook geen metalen onderdelen van het toestel
kunnen raken. Hierdoor kan het toestel zowel als de luidsprekers beschadigd raken.
Indien nodig kunt u na het opstellen en aansluiten met SET MENU de instellingen voor de luidsprekers wijzigen zodat
deze overeenkomen met het aantal en de afmetingen van de luidsprekers in uw configuratie.
■ Luidsprekerkabels
Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van
isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze
10 mm
12
draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien
heeft deze een streepje, een groef of een ribbel.
1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van de
uiteinden van beide draden.
2 Draai de blote uiteinden van de draden in
elkaar om kortsluiting te voorkomen.
■ Aansluiten op de SPEAKERS aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2
3
1
(Modellen voor het V.K. en Europa)
1 Draai de knop van de aansluiting los.
2 Steek alleen het blote stukje draad in de
opening in de zijkant van de aansluiting.
3 Draai de knop weer vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
1
3
(Overige modellen)
1 Open het lipje.
2 Steek een enkel blonڐstukje draad in het gat
2
Bananenstekker
■ MAIN SPEAKERS aansluitingen
Op deze aansluitingen kan een voor-luidsprekersysteem worden aangesloten.
■ REAR SPEAKERS aansluitingen
U kunt hier een achter-luidsprekersysteem aansluiten.
■ CENTER SPEAKER aansluitingen
U kunt hier een midden-luidspreker aansluiten.
10
van de aansluiting.
3 Doe het lipje terug zodat de draad vast komt
te zitten.
y
(Modellen voor de VS, Canada, Australië, China, Korea en
algemene modellen)
• U kunt de aansluitingen ook maken met bananenstekkers. Open
eerst het lipje en doe vervolgens de bananenstekker in de
opening van de bijbehorende aansluiting.
Hoofd-luidspreker
RechtsLinks
1
SPEAKERS
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
Midden-
luidspreker
2
–
3
CENTER
+
–
–
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
4
2
SUB
WOOFER
OUTPUT
Subwoofer-
systeem
1
3
+
REAR
RR
LL
MAIN
+
(SURROUND)
BASIC OPERA-
TION
56
Rechts
Achter-luidspreker
4
5
6
Links
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
De afbeelding toont de opstelling van de luidsprekers in
de kamer.
■ De SUBWOOFER aansluiting
Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing
Subwoofer System, dient u de ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te verbinden met deze aansluiting. De zeer
lage tonen voor de hoofd-, midden- en/of achterkanalen worden dan naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw
SPEAKER SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten) signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden
eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen.
Opmerkingen
• De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.
• Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers toe te wijzen door de instelling vanhet onderdeel “1D BASS” van de luidspreker-instellingen (SPEAKER SET) onder het SET MENU te wijzigen naar MAIN.
•
Gebruik de bedieningsorganen van de subwoofer zelf om het volume daarvan te regelen. Het is ook mogelijk het volume in te stellen
via de afstandsbediening van dit toestel (zie “REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE EFFECT-LUIDSPREKERS” op bladzijde 47).
11
APPENDIX
Nederlands
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
■ IMPEDANCE SELECTOR Impedantie keuzeschakelaar
WAARSCHUWING
Verzet de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) niet terwijl het toestel is ingeschakeld, daar dit
het toestel kan beschadigen. Als dit toestel niet inschakelt wanneer er op de STANDBY/ON (of POWER) toets wordt
gedrukt, is het mogelijk dat de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) wellicht niet goed in een
van de twee mogelijke standen staat. In dit geval dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste stand te zetten terwijl
het toestel uit (standby) staat.
Zet de schakelaar in de juiste stand (links of rechts) aan de hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem.
Verzet deze schakelaar alleen wanneer het toestel uit (standby) staat.
SPEAKERS
MAIN
L
R
++
––
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
: 4Ω
MIN. /SPEAKER
MAIN
CENTER
: 6Ω
MIN. /SPEAKER
REAR
: 6Ω
MIN. /SPEAKER
(Model voor de VS)
R
(SURROUND)
MAIN
CENTER
REAR
REAR
: 8Ω
MIN. /SPEAKER
: 8Ω
MIN. /SPEAKER
: 8Ω
MIN. /SPEAKER
Stand
L
CENTER
Links
Luidspreker
Hoofd
Midden
Impedantie
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 4 Ω
bedragen.
De impedantie moet tenminste
6 Ω bedragen.
Achter
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 6 Ω
bedragen.
Hoofd
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 8 Ω
bedragen.
Rechts
Midden
De impedantie moet tenminste
8 Ω bedragen.
Achter
De impedantie van elke
luidspreker moet tenminste 8 Ω
bedragen.
12
AANSLUITINGEN
Voor u andere componenten gaat
aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de
netspanning voor u alle aansluitingen tussen de
componenten heeft gemaakt.
• Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier
maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, “+” op
“+” en “–” op “–”. Sommige componenten hebben
afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen
voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de
handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten
componenten.
• Wanneer u andere YAMAHA audiocomponenten
(zoals een cassettedeck, MD-recorder en CD-speler
of -wisselaar), dient u deze te verbinden met de aansl
met hetzelfde nummer; !, #, $ enz. YAMAHA
gebruikt voor al haar producten hetzelfde
labelsysteem.
• Nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt, moet u ze
nog een keer allemaal nalopen om te zien of alles in
orde is.
• De naam van de aansluiting komt overeen met de
aanduidingen bij gebruik van de ingangskeuzetoetsen.
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale
signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te
verwerken. Om te kunnen genieten van multikanaals
weergave van DVD materiaal enz. met DSP effecten,
dient u digitale aansluitingen te maken. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
• De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA
standaard. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet
aan deze standaard voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet
naar behoren kan functioneren.
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
DIGITAL INPUT
aansluitingen
(bladzijde 13-16)
Aansluitingen voor
video-componenten
(bladzijde 14-15)
6CH INPUT
aansluitingen
(bladzijde 18)
DIGITAL
6CH INPUTAUDIO
INPUT
COAXIAL
CD
DVD
OPTICAL
MAIN
SURROUND
SUB
WOOFER
(PLAY)
/CD-R
(REC)
CD
IN
MD
OUT
R
R
CENTER
L
WOOFER
OUTPUTAUDIO
SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting (bladzijde 11)
Aansluitingen voor audiocomponenten (bladzijde 16)
Antenneingangsaansluitingen
(bladzijde 17)
VIDEO
V-AUX
D-TV/CBL
MONITOR
OUT
VIDEO
IN
VCR
OUT
DVD
VIDEO
L
SUB
TUNER
AM
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
SPEAKERS
aansluitingen
(bladzijde 10-11)
SPEAKERS
MAIN
L
R
++
––
R
(SURROUND)
REAR
INFORMATION
ADDITIONAL
(Model voor de VS)
L
CENTER
APPENDIX
AC OUTLETS netstroomaansluitingen (bladzijde 18)
Nederlands
13
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
Raadpleeg tevens de aansluitvoorbeelden op de volgende
bladzijde.
■ Aansluiten van een videomonitor
Sluit de video-ingangsaansluiting van uw monitor aan op
de MONITOR OUT VIDEO aansluiting.
■ Aansluiten van een DVD-speler
Verbind de optisch digitale audio-uitgangsaansluiting van
de component met de DIGITAL INPUT aansluiting en de
video-uitgangsaansluiting van deze component met de
VIDEO aansluiting van dit toestel.
y
• De AUDIO aansluitingen zijn mede bedoeld voor een
videocomponent zonder optisch digitale uitgangsaansluiting.
Multikanaals weergave kan echter niet worden verkregen met
audiosignalen die binnenkomen via de AUDIO aansluitingen.
■ Aansluiten van een digitale TV/
kabel TV
Sluit de video uitgangsaansluiting van de aan te sluiten
component aan op de VIDEO aansluiting van dit toestel.
Sluit de audio uitgangsaansluitingen van uw
videocomponent aan op de AUDIO aansluitingen van dit
toestel.
■ Aansluiten van een andere
videocomponent
Sluit de audio uitgangsaansluitingen van uw
videocomponent aan op de AUDIO aansluitingen en de
video uitgangsaansluiting van de component op de
VIDEO aansluiting van dit toestel.
■ Aansluiten van een videorecorder
of digitale videorecorder (DVR)
Verbind de audio-ingangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO OUT aansluitingen en verbind
de video-ingangsaansluiting van deze component met de
VIDEO OUT aansluiting van dit toestel om beelden te
kunnen opnemen.
Verbind de audio-uitgangsaansluitingen van uw videocomponent met de AUDIO IN aansluitingen en verbind
de video-uitgangsaansluiting van deze component met de
VIDEO IN aansluiting van dit toestel om videomateriaal
afgespeeld op de broncomponent via dit toestel te kunnen
weergeven.
Opmerking
• Wanneer u eenmaal een component waarmee kan worden
opgenomen heeft aangesloten op dit toestel, dient u deze altijd
ingeschakeld te houden wanneer u dit toestel gebruikt. Als de
stroom van een dergelijke component wordt uitgeschakeld, kan
de weergave van andere componenten gestoord worden.
14
Videorecorder
Andere
videocomponent
L
R
AUDIO
OUTPUT
AANSLUITINGEN
TV/digitale TV/
kabel-TV
INTRODUCTION
DIGITAL
INPUT
COAXIAL
CD
OPTICAL
DVD
AUDIO
INPUT
6CH INPUTAUDIO
MAIN
SURROUND
SUB
WOOFER
CD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
(REC)
R
L
AUDIO
OUTPUT
R
L
VV
R
VIDEO
OUTPUT
VIDEO
INPUT
AUDIO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
L
V
R
VIDEO
OUTPUT
V
VOORBEREIDINGEN
VIDEO
V-AUX
IN
VCR
OUT
D-TV/CBL
DVD
MONITOR
OUT
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
VIDEO
DVD-speler
V
VIDEO
OUTPUT
V
VIDEO
INPUT
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
L
R
CENTER
L
OUTPUTAUDIO
SUB
WOOFER
O
OPTICAL
OUTPUT
geeft de signaalrichting aan
L
geeft linker analoge signaalkabel aan
R
geeft rechter analoge signaalkabel aan
O
geeft optische glasvezelkabel aan
V
geeft videokabel aan
Video-monitor
15
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
■ Aansluiten van een CD-speler
Verbind de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw
CD-speler met de DIGITAL INPUT CD aansluiting.
y
• De AUDIO aansluitingen zijn beschikbaar voor een CD-speler
zonder coaxiaal digitale uitgangsaansluiting.
■ Aansluiten van een CD-recorder
of MD-recorder
Sluit de ingangsaansluitingen van uw CD-recorder of
MD-recorder aan op de MD/CD-R OUT (REC)
aansluitingen voor analoge opnamen.
Sluit de uitgangsaansluitingen van uw CD-recorder of
MD-recorder aan op de MD/CD-R IN (PLAY)
aansluitingen om een ingangssignaal van uw opnameapparatuur te kunnen weergeven.
Opmerking
• Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u
deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel
gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat dit
toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.
CD-speler
CD-recorder of
MD-recorder
COAXIAL
OUTPUT
C
AUDIO OUTPUT
L
R
L
R
AUDIO INPUT
geeft de signaalrichting aan
geeft linker analoge signaalkabel aan
L
geeft rechter analoge signaalkabel aan
R
C
geeft coaxiale kabel aan
DIGITAL
INPUT
COAXIAL
CD
OPTICAL
DVD
6CH INPUTAUDIO
MAIN
SURROUND
SUB
WOOFER
CD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
(REC)
R
VIDEO
V-AUX
IN
VCR
OUT
D-TV/CBL
DVD
MONITOR
OUT
VIDEO
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
75Ω UNBAL.
FM
ANT
L
R
CENTER
L
SUB
WOOFER
OUTPUTAUDIO
16
Loading...
+ 41 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.