Yamaha RX-V430RDS User Manual [nl]

RX-V430RDS
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
GB
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
MANUALE DI ISTRUZIONI
MANUAL DE INSTRUCCIONES
GEBRUIKSAANWIJZING
LET OP: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
1
Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door om uzelf te verzekeren van de beste prestaties. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken.
2
Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek met tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 10 cm aan de achterkant als ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren en transformatoren om bromgeluiden te voorkomen. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag dit toestel niet worden blootgesteld aan regen, water en/of enige andere vloeistof.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet dit toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. een kamer met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er zich in het binnenwerk van het toestel condens kan vormen waardoor een elektrische schok, brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel kan ontstaan.
5 Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit
toestel: – Andere componenten, daar deze de afwerking
van dit toestel kunnen beschadigen en/of doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar
deze brand kunnen veroorzaken, het toestel kunnen beschadigen en/of kunnen leiden tot persoonlijk letsel.
– Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze
de gebruiker een elektrische schok kunnen bezorgen en/of dit toestel kunnen beschadigen.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin dit toestel stijgt, kan dit leiden tot brand, beschadiging van dit toestel en/of persoonlijk letsel.
7
Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als u alle aansluitingen heeft gemaakt.
8 Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan
oververhitting en mogelijk beschadiging ten gevolge hebben.
9 Oefen geen overmatige kracht uit op de
schakelaars, knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt
mag u alleen de stekker zelf vastpakken; trek nooit aan het snoer.
11
Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; hierdoor kan de afwerking aangetast worden. Gebruik slechts een schone, droge doek.
12
Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op het toestel zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om dit toestel te gebruiken op een hoger voltage dan het opgegeven voltage, dit kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die voortkomt uit gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan werd opgegeven.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen bij onweer.
14 Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/
of vloeistoffen in het toestel kunnen binnendringen.
15 Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te
repareren. Neem contact op met bevoegd YAMAHA servicepersoneel wanneer u denkt dat reparatie of controle nodig is. Open in geen geval en onder geen enkele voorwaarde zelf de behuizing.
16 Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. als u op vakantie gaat), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
17 Lees eerst het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” voor het opsporen van veel voorkomende bedieningsfouten voor u concludeert dat het toestel defect is.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op
STANDBY/ON te drukken om het toestel uit (standby) te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor China
en algemene modellen) De netspanning keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de netspanning in het gebied waar u het toestel gaat gebruiken VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. U kunt kiezen uit 110/120/ 220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
LET OP
INTRODUCTION
INHOUD
INLEIDING
INHOUD ................................................................. 1
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ............................................................ 3
Controleren van de inhoud van de doos .................... 3
Batterijen in de afstandsbediening zetten ..................3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........ 4
Voorpaneel ................................................................. 4
Afstandsbediening .....................................................6
Gebruik van de afstandsbediening ............................ 7
Display voorpaneel .................................................... 8
VOORBEREIDINGEN
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN ..
Luidsprekers .............................................................. 9
Opstellen van de luidsprekers ...................................9
Aansluiten van de luidsprekers ...............................10
AANSLUITINGEN .............................................. 13
Voor u andere componenten gaat aansluiten ........... 13
Aansluiten van videocomponenten ......................... 14
Aansluiten van audiocomponenten ......................... 16
Aansluiten van de antennes ..................................... 17
Aansluiten van een externe decoder ........................18
Aansluiten van netsnoeren ......................................18
Inschakelen van de stroom ...................................... 19
LUIDSPREKER-INSTELLINGEN ................... 20
INSTELLEN VAN HET UITGANGSNIVEAU
VAN DE LUIDSPREKERS ............................. 21
Gebruik van de testtoon .......................................... 21
GEAVANCEERDE BEDIENING
INLEIDING
SET MENU (INSTELMENU) ............................ 42
Instellen van onderdelen via het SET MENU ......... 42
1 SPEAKER SET (luidspreker instellingen) ......... 43
2 LFE LEVEL (LFE niveau) .................................. 44
3
SP DLY TIME (
4 D. RANGE (dynamisch bereik) .......................... 45
5 L/R BALANCE (balans tussen de linker en
rechter hoofd-luidsprekers) ................................. 45
6
HP TONE CTRL (hoofdtelefoon toonregeling) ..
7 I/O ASSIGN (ingang/uitgang toewijzing) .......... 46
8 INPUT MODE (begininstelling
ingangsfunctie) ....................................................46
9 DISPLAY SET (instelling display) ..................... 46
9
10MEM. GUARD (geheugen vergrendeling) ......... 46
REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE
luidspreker-vertraging
) ..............
45
45
VOORBEREIDINGEN
EFFECT-LUIDSPREKERS ............................ 47
INSTELLEN VAN DE VERTRAGING ............. 48
INSTELLEN VAN DE PARAMETERS VOOR
PRO LOGIC
Wijzigen van parameters ......................................... 49
Beschrijving PRO LOGIC Music parameters ..... 49
MUSIC ........................................... 49
BASISBEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ....................... 50
WOORDENLIJST ............................................... 54
TECHNISCHE GEGEVENS .............................. 56
GEAVANCEERDE
BEDIENING
BASISBEDIENING
BASISWEERGAVE ............................................. 23
Ingangsfuncties en aanduidingen ............................ 25
Selecteren van een geluidsveldprogramma ............. 26
DIGITALE GELUIDSVELD BEWERKING (DSP) ..
Uitleg geluidsvelden ................................................ 29
Hi-Fi DSP Geluidsveldprogramma’s .......................29
CINEMA-DSP ...................................................... 30
Het geluidsontwerp van de CINEMA-DSP
Geluidsveldprogramma’s .................................... 30
CINEMA-DSP programma’s .................................. 32
TUNER .................................................................. 34
Automatisch en handmatig afstemmen ................... 34
Voorprogrammeren van zenders .............................. 35
Afstemmen op een voorkeuzezender ...................... 37
Verwisselen van voorkeuzezenders ......................... 37
ONTVANGEN VAN RDS ZENDERS ................ 38
Beschrijving RDS gegevens ....................................38
Veranderen van de RDS functie .............................. 38
PTY SEEK functie ..................................................39
EON functie ............................................................ 39
SLAAPTIMER ..................................................... 40
Instellen van de slaaptimer ...................................... 40
Annuleren van de slaaptimer ...................................40
OPNAME .............................................................. 41
29
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
1
KENMERKEN
Ingebouwde 5-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,06% THV, 20 Hz – 20 kHz, 8Ω) [Modellen voor de VS en Canada]
Hoofd: 75 W + 75 W Midden: 75 W
Verfijnde AM/FM tuner
40 gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren van
voorkeuzezenders
Mogelijkheid tot herschikken van
voorkeuzezenders (voorkeuzezenders bewerken)
Achter: 75 W + 75 W
[Overige modellen]
Hoofd: 65 W + 65 W Midden: 65 W Achter: 65 W + 65 W
Andere kenmerken
96-kHz/24-bits D/A converter
“SET MENU” instelmenu om dit toestel
optimaal af te stemmen op uw audio/ videosysteem
Meervoudige digitale geluidsvelden
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic decoder
Dolby Digital/Dolby Digital + Matrix 6.1
decoder
DTS/DTS + Matrix 6.1 decoder
Testtoon-generator voor gemakkelijke instelling
van de luidspreker-balans
6-kanaals ingang voor externe decoder
Optische en coaxiale digitale audio aansluitingen
Slaaptimer
CINEMA DSP: combinatie van YAMAHA DSP
technologie en Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA DSP
Over deze handleiding
y geeft een handige tip bij de bediening aan.
• Sommige handelingen zijn mogelijk met de toetsen op de afstandsbediening of via het hoofdtoestel zelf. Waar de namen van de toetsen op de afstandsbediening afwijken van die op het hoofdtoestel worden de namen van de toetsen op de afstandsbediening in deze handleiding tussen haakjes toegevoegd.
• Deze handleiding kan gedrukt zijn voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom is het mogelijk dat bepaalde specificaties van uw toestel tijdens de fabricage bijvoorbeeld ter wille van verbeteringen gewijzigd zijn. In een dergelijk geval verlenen wij voorkeur aan het verbeteren van het product boven de bijwerking van de handleiding.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
2
VAN START
Controleren van de inhoud van de doos
Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn.
Afstandsbediening
POWER
POWER
6CH INPUTSLEEP
DVD D-TV/CBL VCR
V-AUX
CD TUNER MD/CD-R
+
A/B/C/D/E
– PRESET
PROGRAM
JAZZ
ROCK
HALL
CLUB
CONCERT
ENTER-
MONO
TAINMENTTVSPORTS
MOVIE
MOVIE
/ DTS
q
1 – THEATER – 2
SUR.
MATRIX
6.1 SELECT
SET MENU
LEVEL
+
DSP
STEREO
TEST
EFFECT
MUTE
VOLUME
Batterijen in de afstandsbediening zetten
Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak door de + en – tekens op de batterijen te laten overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in het batterijvak.
Batterijen (2) (AA, R06, UM-3)
75 Ohm/300 Ohm antenne­adapter (Model voor het V.K.)
A/V kabel (Modellen voor de VS, Canada en Australië)
Opmerkingen over batterijen
• Vervang de batterijen wanneer u merkt: dat het bereik van de afstandsbediening minder wordt; dat de indicator niet knippert; of dat het licht ervan zwakker wordt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de aanwijzingen op de verpakking aandachtig door aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en kleur op elkaar kunnen lijken.
• Als de batterijen onverhoopt gelekt hebben, dient u ze
2
1
onmiddellijk te verwijderen. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en laat het niet in contact komen met uw kleding enz. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
3
AM ringantenne
FM binnenantenne (Modellen voor de VS, Canada, China, Korea en algemene modellen)
(Modellen voor Europa, het V.K., Australië en Singapore)
INLEIDING PREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
1 Druk op het teken en schuif de klep van
de afstandsbediening af.
2 Zet de 2 meegeleverde batterijen (AA, R06,
UM-3) volgens de aanduidingen voor de polariteit in het batterijvak.
3 Schuif de klep terug op zijn plaats tot deze
vastklikt.
Nederlands
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
1234567
NATURAL SOUND AV RECEIVER
STANDBY
/
ON
SILENT
PHONES
STEREO
EFFECT
PROGRAM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
90 e
1 STANDBY/ON toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een vertraging zal optreden van 4 a 5 seconden voor dit toestel in staat is geluid te reproduceren.
Standby-stand
In de standby-stand blijft dit toestel een kleine hoeveelheid stroom verbruiken zodat het kan reageren op de infrarood signalen van de afstandsbediening.
2 Sensor afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
3 Display voorpaneel
Hierop verschijnt de bedieningsinformatie van het toestel.
VOLUME
BASS
–+ –+
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
FM/AM
PRESET/TUNING
EDIT
PRESET/TUNING
INPUT M0DE
RDS MODE/FREQ
MODE
RDS MODE/FREQ
PTY SEEK
MODE
PTY SEEK
A/B/C/D/E
INPUT
EON
START
EON
START
po sa
(Modellen voor Europa en het V.K.)
4 INPUT MODE toets
Hiermee selecteert u het prioriteitssignaal (AUTO, DTS, ANALOG) voor signaalbronnen die twee of meer soorten signalen leveren aan dit toestel. U kunt het prioriteitssignaal niet instellen wanneer u 6CH INPUT als signaalbron heeft ingesteld.
5 INPUT l / h toetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron waar u naar wilt luisteren of lijken.
6 VOLUME draaiknop
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen instellen. Dit heeft geen invloed op het OUT (REC) uitgangsniveau.
7 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen. Dit audiosignaal krijgt voorrang boven de met INPUT l / h (of de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
6CH INPUT
TREBLE
irt8qyuw
4
8
SILENT (PHONES hoofdtelefoon-aansluiting)
Via deze aansluiting kunt u het DSP effect beluisteren via een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon heeft aangesloten, zullen er verder geen signalen worden geproduceerd via de luidsprekers.
9 STEREO/EFFECT toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofd­luidsprekers.
0 PROGRAM l / h toetsen
Hiermee kunt u het geluidsveldprogramma selecteren.
q MEMORY (MANL/AUTO FM) toets
Hiermee slaat u de huidige zender op in het geheugen.
w TUNING MODE (AUTO/MANL MONO) toets
Met deze toets kunt u schakelen tussen automatisch en handmatig afstemmen.
e FM/AM toets
Met deze toets schakelt u de radio heen en weer tussen FM en AM.
r PRESET/TUNING (EDIT) toets
Hiermee schakelt u de PRESET/TUNING l / h toetsen heen en weer tussen het kiezen van een voorkeuzezender en het afstemmen op een bepaalde frequentie (ten teken waarvan de dubbele punt (:) al of niet getoond zal worden). Met deze toets kunt u ook twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
t PRESET/TUNING l / h toetsen
Hiermee kunt u de voorkeuzezenders 1 t/m 8 selecteren wanneer de dubbele punt (:) op het display op het voorpaneel staat, of de afstemmen op een bepaalde frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet op het display staat.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
u BASS draaiknop
Hiermee kunt u de lage frequentierespons voor het linker en het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar rechts om de lage tonen te versterken en draai de draaiknop naar links om de lage tonen te verzwakken.
i TREBLE draaiknop
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar rechts om de hoge tonen te versterken en draai de draaiknop naar links om de hoge tonen te verzwakken.
o RDS MODE/FREQ toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Bij ontvangst van een RDS zender kunt u met deze toets de displayfunctie omschakelen naar PS, PTY, RT en/of CT (als de zender deze RDS diensten ondersteunt) of kiezen voor display van de frequentie waarop afgestemd is.
p PTY SEEK MODE toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Hiermee kunt u de PTY SEEK functie inschakelen om het toestel naar een programma van een bepaald type te laten zoeken.
a PTY SEEK START toets (Modellen voor
Europa en het V.K.)
Druk op deze toets om het toestel te laten zoeken naar het met de PTY SEEK functie ingestelde programmatype.
s EON toets (Modellen voor Europa en het V.K.)
Druk op deze toets om het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) te kiezen wanneer u automatisch wilt afstemmen op een radioprogramma van dat type.
INLEIDING PREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
y A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A t/m E selecteren.
APPENDIX
Nederlands
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsorganen en functies van de afstandsbediening.
POWER
1
6CH INPUTSLEEP
2
3
4
5
DVD D-TV/CBL VCR
V-AUX
CD TUNER MD/CD-R
– PRESET +
PROGRAM
JAZZ
HALL
CLUB
ENTER-
TAINMENTTVSPORTS
MOVIE
1 – THEATER – 2
MATRIX
6.1 SELECT
A/B/C/D/E
ROCK
CONCERT
MONO MOVIE
/ DTS
q
SUR.
q
w
1 POWER toets
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby).
2 SLEEP toets
Met deze toets kunt u de slaaptimer inschakelen.
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de signaalbron.
4 PRESET +/–
Hiermee selecteert u de voorkeuzezenders 1 t/m 8.
5 DSP programma
Hiermee selecteert u de DSP programma’s. Druk herhaaldelijk op een van deze toetsen om een bepaald geluidsveldprogramma uit de gewenste groep in te stellen.
6 LEVEL toets
Hiermee selecteert u het in te stellen effectkanaal.
7 Overige toetsen
Dit gedeelte wordt gebruikt bij het wijzigen en doorvoeren van instellingen.
8 TEST toets
Hiermee schakelt u de testtoon in om de niveaus van de luidsprekers in te stellen.
9 MUTE toets
Schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit (dempen). Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.
6
7
8
9
0
LEVEL
TEST
MUTE
DSP
VOLUME
SET MENU
+
STEREO
EFFECT
e
r
0 VOLUME h/g toetsen
Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.
q 6CH INPUT toets
Hiermee selecteert u de signaalbron die is aangesloten op de 6CH INPUT aansluitingen.
w A/B/C/D/E toets
Hiermee kunt u een van de groepen voorkeuzezenders A t/m E selecteren.
e SET MENU toets
Hiermee schakelt u de SET MENU instelfunctie in.
r STEREO/EFFECT toets
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen normale stereo weergave of weergave met DSP effecten. Wanneer STEREO is geselecteerd, worden signalen met 2 kanalen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers gestuurd zonder toegevoegde effecten en zullen alle Dolby Digital en DTS signalen (met uitzondering van het LFE kanaal) worden teruggemengd voor de linker en rechter hoofd­luidsprekers.
6
Gebruik van de afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
NATURAL SOUND AV RECEIVER
STANDBY
/
ON
SILENT
PHONES
30° 30°
INPUT M0DE
PRESET/TUNING
PRESET/TUNING
TUNING MODE
STEREO
EFFECT
FM/AM
PROGRAM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
A/B/C/D/E
EDIT
Ongeveer 6 m
POWER
6CH INPUTSLEEP
VCR
DVD D-TV/CBL
V-AUX
CD TUNER MD/CD-R
+
A/B/C/D/E
PRESET
PROGRAM
JAZZ
ROCK
CLUB
HALL
CONCERT
ENTER-
MONO
TAINMENTTVSPORTS
MOVIE
MOVIE
/ DTS
q
1 – THEATER – 2
SUR.
MATRIX
6.1 SELECT
SET MENU
LEVEL
+
DSP
STEREO
TEST
EFFECT
MUTE
VOLUME
BASS
– + – +
6CH INPUT
TREBLE
VOLUME
INPUT
De afstandsbediening zendt een gerichte infrarode straal uit. U moet daarom de afstandsbediening direct op de sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit met de afstandsbediening wilt bedienen.
Omgaan met de afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan deze
omstandigheden: – hoge vochtigheid of temperatuur, zoals in de buurt
van een verwarming, kachel of badkuip; – stof; of – zeer lage temperaturen.
INLEIDING PREPARATION
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
7
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1234
MATRIX
/
VIRTUAL
SILENT
6
DIGITAL
PRO LOGIC
DSP
PCM
57890qwert y
VCR
DTS MOVIE
V-AUX
D-TV/CBL
DOLBY DIGITAL PRO LOGIC
12
THTR
ENTERTAINMENT
1 Processor indicators
Licht op wanneer de t, g, VIRTUAL,
PRO LOGIC
/
DSP
,
of MATRIX functie in werking is.
2 Signaalbron-indicator
Laat met een soort cursor de huidige signaalbron zien.
3 MUTE indicator
Deze indicator gaat knipperen wanneer u het geluid tijdelijk heeft uitgeschakeld (gedempt).
4 VOLUME niveau-aanduiding
Deze balkjes geven het volumeniveau aan.
5 v indicator
Deze licht op wanneer het toestel PCM (pulscode­modulatie) digitale audiosignalen produceert.
6 SILENT indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten terwijl de digitale geluidsveldprocessor in werking is.
7 Hoofdtelefoon indicator
Deze indicator zal oplichten wanneer er een hoofdtelefoon aangesloten is.
8 DSP programma-indicators
De naam van het geselecteerde DSP digitale geluidsveldprogramma zal oplichten wanneer u het ENTERTAINMENT, MOVIE THEATER 1, MOVIE THEATER 2 of q/DTS SURROUND DSP programma heeft ingesteld.
DVD
MD/CD-R
PS PTY EON
TUNER CD
STEREO
RT
CT
PTY HOLD
TUNED
(Modellen voor Europa en het V.K.)
AUTO
MEMORY
MUTE
SLEEP
dB
mS
VOLUME
LCR
RL
LFE
RC RR
9 Multi-informatie display
Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.
0 RDS indicator (Modellen voor Europa en het
V.K.)
De naam (namen) van de RDS gegevens die worden geleverd door de RDS zender waar u op heeft afgestemd zal (zullen) oplichten. De EON indicator zal oplichten wanneer er is afgestemd op een RDS zender met EON gegevens over andere zenders. De PTY HOLD indicator zal oplichten wanneer er gezocht wordt naar zenders in de PTY SEEK zoekfunctie.
q STEREO indicator
Licht op wanneer de “AUTO” afstem-indicator aan is en het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.
w TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel op een zender afstemt.
e MEMORY indicator
Knippert als een zender kan worden opgeslagen.
r AUTO indicator
Laat zien dat de tuner automatisch aan het afstemmen is.
t SLEEP indicator
Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
y Ingangskanalen indicators
Deze geven de kanalen aan waaruit het ontvangen ingangssignaal bestaat.
8
PREPARATION
Luidsprekers
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
INTRODUCTION
Opstellen van de luidsprekers
Dit toestel is ontworpen voor een zo hoog mogelijke kwaliteit van het geproduceerde geluidsveld met een systeem bestaande uit 5 luidsprekers, met linker en rechter hoofd-luidsprekers, linker en rechter achter­luidsprekers en een midden-luidspreker. Als verschillende merken luidsprekers (met verschillende weergave­karakteristieken) door elkaar gebruikt, is het mogelijk dat bijvoorbeeld een menselijke stem of andere geluiden niet vloeiend kan worden weergegeven. Wij raden u daarom aan luidsprekers van dezelfde fabrikant of luidsprekers met dezelfde weergave-karakteristieken te gebruiken.
De hoofd-lss wo gebr voor wg van de belangrijkste signalen plus de effectgeluiden. Dit zullen waarschijnlijk de luidsprekers van uw huidige stereosysteem zijn. De achter-luidsprekers worden gebruikt voor effect- en surroundgeluiden. De midden-luidspreker is bedoeld voor weergave van gecentreerde geluiden (dialogen, vocalen enz.).
Voor de hoofd-luidsprekers dient u modellen met een zeer hoog prestatieniveau te nemen, met voldoende vermogen voor het maximum uitgangsvermogen van uw audiosysteem. De andere luidsprekers hoeven niet aan dergelijke hoge eisen te voldoen. Voor een zeer accurate plaatsing van de geluidsweergave is het echter aan te bevelen modellen te gebruiken die gelijkwaardig zijn aan de hoofd-luidsprekers.
Gebruik van een subwoofer verdiept het geluidsveld
U kunt uw systeem verder uitbreiden met een subwoofer. Een subwoofer helpt niet alleen bij de weergave van de lage tonen via een of alle kanalen, maar ook bij het zuiver weergeven van het LFE (Lage Frequentie Effecten) kanaal van Dolby Digital of DTS signalen. Het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System is ideaal voor een natuurlijke en levendige reproductie van de lage tonen.
Raadpleeg de volgende afbeelding wanneer u uw luidsprekers gaat opstellen.
Hoofd-luidspreker (R)Midden-luidspreker
Achter-luidspreker (R)
Subwoofer
Hoofd­luidspreker (L)
Achter-luidspreker (L)
1,8 m
Hoofd-luidsprekers
Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke afstanden van de belangrijkste luisterplek. De afstand van elk van deze luidsprekers tot de video-monitor moet ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker
Breng de voorkant van de midden-luidspreker in lijn met de voorkant van het beeldscherm van de video-monitor. Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor, bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop en midden tussen de hoofd-luidsprekers.
Achter-luidsprekers
Plaats deze luidsprekers achter de luisterplek en richt ze een beetje naar binnen, ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer
De plaatsing van de subwoofer is niet kritiek, vanwege het ongerichte karakter van de lage tonen. Het is wel beter de subwoofer in de buurt van de hoofd-luidsprekers te plaatsen. Keer de subwoofer een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsingen via de wanden te verminderen.
Opmerking
Als u geen effect-luidsprekers gebruikt (achter- en/of midden), dient u de SPEAKER SET instellingen via het SET MENU zo te wijzigen dat deze signalen naar andere aansluitingen waarop u wel luidsprekers heeft aangesloten worden geleid.
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
LET OP
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dit type luidspreker nog steeds het beeld van uw monitor verstoord, zet ze dan verder bij de beeldbuis vandaan.
Nederlands
9
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
Aansluiten van de luidsprekers
Let er op dat u de linker (L) en de rechter (R) kanalen en ook de “+” (rood) en “–” (zwart) polariteit van de luidsprekers op de juiste manier aansluit. Als u de aansluitingen ondeugdelijk zijn, zullen de luidsprekers geen geluid produceren en als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal de geluidsweergave onnatuurlijk zijn en weinig lage tonen bevatten.
LET OP
Gebruik uitsluitende met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.
Zorg ervoor dat de luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken en ook geen metalen onderdelen van het toestel
kunnen raken. Hierdoor kan het toestel zowel als de luidsprekers beschadigd raken.
Indien nodig kunt u na het opstellen en aansluiten met SET MENU de instellingen voor de luidsprekers wijzigen zodat deze overeenkomen met het aantal en de afmetingen van de luidsprekers in uw configuratie.
Luidsprekerkabels
Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze
10 mm
12
draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien heeft deze een streepje, een groef of een ribbel.
1 Strip ongeveer 10 mm van de isolatie van de
uiteinden van beide draden.
2 Draai de blote uiteinden van de draden in
elkaar om kortsluiting te voorkomen.
Aansluiten op de SPEAKERS aansluitingen
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
2
3
1
(Modellen voor het V.K. en Europa)
1 Draai de knop van de aansluiting los. 2 Steek alleen het blote stukje draad in de
opening in de zijkant van de aansluiting.
3 Draai de knop weer vast.
Rood: positief (+) Zwart: negatief (–)
1
3
(Overige modellen)
1 Open het lipje. 2 Steek een enkel blonڐstukje draad in het gat
2
Bananenstekker
MAIN SPEAKERS aansluitingen
Op deze aansluitingen kan een voor-luidsprekersysteem worden aangesloten.
REAR SPEAKERS aansluitingen
U kunt hier een achter-luidsprekersysteem aansluiten.
CENTER SPEAKER aansluitingen
U kunt hier een midden-luidspreker aansluiten.
10
van de aansluiting.
3 Doe het lipje terug zodat de draad vast komt
te zitten.
y
(Modellen voor de VS, Canada, Australië, China, Korea en algemene modellen)
U kunt de aansluitingen ook maken met bananenstekkers. Open eerst het lipje en doe vervolgens de bananenstekker in de opening van de bijbehorende aansluiting.
Hoofd-luidspreker
Rechts Links
1
SPEAKERS
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
Midden-
luidspreker
2
3
CENTER
+
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
4
2
SUB
WOOFER
OUTPUT
Subwoofer-
systeem
1
3
+
REAR
R R
L L
MAIN
+
(SURROUND)
BASIC OPERA-
TION
56
Rechts
Achter-luidspreker
4
5
6
Links
OPERATION
ADVANCED
INFORMATION
ADDITIONAL
De afbeelding toont de opstelling van de luidsprekers in de kamer.
De SUBWOOFER aansluiting
Wanneer u een subwoofer met ingebouwde versterker gebruikt, inclusief het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, dient u de ingangsaansluiting van het subwoofersysteem te verbinden met deze aansluiting. De zeer lage tonen voor de hoofd-, midden- en/of achterkanalen worden dan naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen. De LFE (Lage Frequentie Effecten) signalen voor Dolby Digital of DTS materiaal worden eveneens naar deze aansluiting gestuurd overeenkomstig uw SPEAKER SET instellingen.
Opmerkingen
De afsnijfrequentie voor de SUBWOOFER aansluiting is 90 Hz.
Als u geen subwoofer gebruikt, dient u de signalen voor de linker en rechter hoofd-luidsprekers toe te wijzen door de instelling van het onderdeel 1D BASS van de luidspreker-instellingen (SPEAKER SET) onder het SET MENU te wijzigen naar MAIN.
Gebruik de bedieningsorganen van de subwoofer zelf om het volume daarvan te regelen. Het is ook mogelijk het volume in te stellen via de afstandsbediening van dit toestel (zie REGELEN VAN DE NIVEAUS VAN DE EFFECT-LUIDSPREKERS” op bladzijde 47).
11
APPENDIX
Nederlands
LUIDSPREKERS OPSTELLEN EN INSTELLEN
IMPEDANCE SELECTOR Impedantie keuzeschakelaar
WAARSCHUWING
Verzet de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) niet terwijl het toestel is ingeschakeld, daar dit het toestel kan beschadigen. Als dit toestel niet inschakelt wanneer er op de STANDBY/ON (of POWER) toets wordt gedrukt, is het mogelijk dat de impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) wellicht niet goed in een van de twee mogelijke standen staat. In dit geval dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste stand te zetten terwijl het toestel uit (standby) staat.
Zet de schakelaar in de juiste stand (links of rechts) aan de hand van de impedantie van de luidsprekers in uw systeem. Verzet deze schakelaar alleen wanneer het toestel uit (standby) staat.
SPEAKERS
MAIN
L
R
++
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
: 4
MIN. /SPEAKER
MAIN CENTER
: 6
MIN. /SPEAKER
REAR
: 6
MIN. /SPEAKER
(Model voor de VS)
R
(SURROUND)
MAIN CENTER REAR
REAR
: 8
MIN. /SPEAKER
: 8
MIN. /SPEAKER
: 8
MIN. /SPEAKER
Stand
L
CENTER
Links
Luidspreker
Hoofd
Midden
Impedantie
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 4 bedragen.
De impedantie moet tenminste 6 bedragen.
Achter
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 bedragen.
Hoofd
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 bedragen.
Rechts
Midden
De impedantie moet tenminste 8 bedragen.
Achter
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 bedragen.
12
AANSLUITINGEN
Voor u andere componenten gaat aansluiten
LET OP
Sluit dit toestel en andere componenten niet aan op de netspanning voor u alle aansluitingen tussen de componenten heeft gemaakt.
Let er op dat u alle aansluitingen op de juiste manier
maakt, dus L (Links) op L, R (Rechts) op R, “+” op + en “–” op “–”. Sommige componenten hebben afwijkende aansluitingen of afwijkende benamingen voor de aansluitingen. Raadpleeg daarom de handleiding van elk van de op dit toestel aan te sluiten componenten.
Wanneer u andere YAMAHA audiocomponenten
(zoals een cassettedeck, MD-recorder en CD-speler of -wisselaar), dient u deze te verbinden met de aansl met hetzelfde nummer; !, #, $ enz. YAMAHA gebruikt voor al haar producten hetzelfde labelsysteem.
Nadat u alle aansluitingen heeft gemaakt, moet u ze
nog een keer allemaal nalopen om te zien of alles in orde is.
De naam van de aansluiting komt overeen met de
aanduidingen bij gebruik van de ingangskeuzetoetsen.
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te verwerken. Om te kunnen genieten van multikanaals weergave van DVD materiaal enz. met DSP effecten, dient u digitale aansluitingen te maken. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Opmerking
De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA standaard. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet aan deze standaard voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet naar behoren kan functioneren.
INTRODUCTION
VOORBEREIDINGEN
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
DIGITAL INPUT aansluitingen (bladzijde 13-16)
Aansluitingen voor video-componenten (bladzijde 14-15)
6CH INPUT aansluitingen (bladzijde 18)
DIGITAL
6CH INPUT AUDIO
INPUT
COAXIAL
CD
DVD
OPTICAL
MAIN
SURROUND
SUB
WOOFER
(PLAY)
/CD-R
(REC)
CD
IN
MD
OUT
R
R
CENTER
L
WOOFER
OUTPUTAUDIO
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting (bladzijde 11)
Aansluitingen voor audio­componenten (bladzijde 16)
Antenne­ingangsaansluitingen (bladzijde 17)
VIDEO
V-AUX
D-TV/CBL
MONITOR
OUT
VIDEO
IN
VCR
OUT
DVD
VIDEO
L
SUB
TUNER
AM
ANT
GND
75 UNBAL.
FM
ANT
SPEAKERS aansluitingen (bladzijde 10-11)
SPEAKERS
MAIN
L
R
++
R
(SURROUND)
REAR
INFORMATION
ADDITIONAL
(Model voor de VS)
L
CENTER
APPENDIX
AC OUTLETS netstroom­aansluitingen (bladzijde 18)
Nederlands
13
AANSLUITINGEN
Aansluiten van videocomponenten
Raadpleeg tevens de aansluitvoorbeelden op de volgende bladzijde.
Aansluiten van een videomonitor
Sluit de video-ingangsaansluiting van uw monitor aan op de MONITOR OUT VIDEO aansluiting.
Aansluiten van een DVD-speler
Verbind de optisch digitale audio-uitgangsaansluiting van de component met de DIGITAL INPUT aansluiting en de video-uitgangsaansluiting van deze component met de VIDEO aansluiting van dit toestel.
y
De AUDIO aansluitingen zijn mede bedoeld voor een videocomponent zonder optisch digitale uitgangsaansluiting. Multikanaals weergave kan echter niet worden verkregen met audiosignalen die binnenkomen via de AUDIO aansluitingen.
Aansluiten van een digitale TV/
kabel TV
Sluit de video uitgangsaansluiting van de aan te sluiten component aan op de VIDEO aansluiting van dit toestel. Sluit de audio uitgangsaansluitingen van uw videocomponent aan op de AUDIO aansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van een andere
videocomponent
Sluit de audio uitgangsaansluitingen van uw videocomponent aan op de AUDIO aansluitingen en de video uitgangsaansluiting van de component op de VIDEO aansluiting van dit toestel.
Aansluiten van een videorecorder
of digitale videorecorder (DVR)
Verbind de audio-ingangsaansluitingen van uw video­component met de AUDIO OUT aansluitingen en verbind de video-ingangsaansluiting van deze component met de VIDEO OUT aansluiting van dit toestel om beelden te kunnen opnemen. Verbind de audio-uitgangsaansluitingen van uw video­component met de AUDIO IN aansluitingen en verbind de video-uitgangsaansluiting van deze component met de VIDEO IN aansluiting van dit toestel om videomateriaal afgespeeld op de broncomponent via dit toestel te kunnen weergeven.
Opmerking
Wanneer u eenmaal een component waarmee kan worden opgenomen heeft aangesloten op dit toestel, dient u deze altijd ingeschakeld te houden wanneer u dit toestel gebruikt. Als de stroom van een dergelijke component wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden.
14
Videorecorder
Andere
videocomponent
L
R
AUDIO OUTPUT
AANSLUITINGEN
TV/digitale TV/
kabel-TV
INTRODUCTION
DIGITAL
INPUT
COAXIAL
CD
OPTICAL
DVD
AUDIO INPUT
6CH INPUT AUDIO
MAIN
SURROUND
SUB
WOOFER
CD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
(REC)
R
L
AUDIO OUTPUT
R
L
V V
R
VIDEO OUTPUT
VIDEO INPUT
AUDIO OUTPUT
VIDEO OUTPUT
L
V
R
VIDEO OUTPUT
V
VOORBEREIDINGEN
VIDEO
V-AUX
IN
VCR
OUT
D-TV/CBL
DVD
MONITOR
OUT
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
75 UNBAL.
FM
ANT
VIDEO
DVD-speler
V
VIDEO OUTPUT
V
VIDEO INPUT
BASIC OPERA-
TION
OPERATION
ADVANCED
L
R
CENTER
L
OUTPUTAUDIO
SUB
WOOFER
O
OPTICAL OUTPUT
geeft de signaalrichting aan
L
geeft linker analoge signaalkabel aan
R
geeft rechter analoge signaalkabel aan
O
geeft optische glasvezelkabel aan
V
geeft videokabel aan
Video-monitor
15
INFORMATION
ADDITIONAL
APPENDIX
Nederlands
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
Aansluiten van een CD-speler
Verbind de coaxiaal digitale uitgangsaansluiting van uw CD-speler met de DIGITAL INPUT CD aansluiting.
y
De AUDIO aansluitingen zijn beschikbaar voor een CD-speler zonder coaxiaal digitale uitgangsaansluiting.
Aansluiten van een CD-recorder
of MD-recorder
Sluit de ingangsaansluitingen van uw CD-recorder of MD-recorder aan op de MD/CD-R OUT (REC) aansluitingen voor analoge opnamen. Sluit de uitgangsaansluitingen van uw CD-recorder of MD-recorder aan op de MD/CD-R IN (PLAY) aansluitingen om een ingangssignaal van uw opname­apparatuur te kunnen weergeven.
Opmerking
Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat dit toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.
CD-speler
CD-recorder of
MD-recorder
COAXIAL OUTPUT
C
AUDIO OUTPUT
L
R
L
R
AUDIO INPUT
geeft de signaalrichting aan
geeft linker analoge signaalkabel aan
L
geeft rechter analoge signaalkabel aan
R
C
geeft coaxiale kabel aan
DIGITAL
INPUT
COAXIAL
CD
OPTICAL
DVD
6CH INPUT AUDIO
MAIN
SURROUND
SUB
WOOFER
CD
IN
(PLAY)
MD
/CD-R
OUT
(REC)
R
VIDEO
V-AUX
IN
VCR
OUT
D-TV/CBL
DVD
MONITOR
OUT
VIDEO
VIDEO
TUNER
AM ANT
GND
75 UNBAL.
FM ANT
L
R
CENTER
L
SUB
WOOFER
OUTPUTAUDIO
16
Loading...
+ 41 hidden pages