G
RX-N600
AV Receiver Ampli-tuner audio-vidéo
OWNER’S MANUAL MODE D’EMPLOI BEDIENUNGSANLEITUNG BRUKSANVISNING GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
Ingebouwde 6-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω)
Voor: 95 W + 95 W Midden: 95 W Surround: 95 W + 95 W Surround Achter: 95 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA™
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor Europa)
Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini
|
|
|
|
Vervaardigd in licentie van Dolby |
||||
|
|
|
|
Laboratories. |
||||
|
|
|
|
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D |
||||
|
|
|
|
symbool zijn handelsmerken van Dolby |
||||
|
|
|
|
Laboratories. |
||||
|
|
|
|
Gefabriceerd onder licentie van Digital |
||||
|
|
|
||||||
|
|
|
|
Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”, |
||||
|
|
|
||||||
|
|
|
|
“NEO:6” en “DTS 96/24” zijn |
||||
|
|
|
|
handelsmerken van Digital Theater Systems, |
||||
|
|
|
|
Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater |
||||
|
|
|
|
Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. |
||||
iPod® |
|
“iPod” is een handelsmerk van Apple |
||||||
|
|
|
|
Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en |
||||
|
|
|
|
andere landen. |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Netwerkfuncties
LAN poort voor aansluiting op een PC en een YAMAHA MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN
DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
USB functies
USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen (3 COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video → component video) voor de monitor uitgang
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes, verlichte ingangskeuzetoetsen en bedieningsmogelijkheden voor een iPod (geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock verbonden met de DOCK aansluiting)
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een Zone 2 met behulp van ZONE CONTROL
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereo-installatie
Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkverbindingen.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION.
Dit toestel maakt gebruik van programmatuur die gelicenseerd wordt onder de GNU General Public License en de GNU Lesser General Public License.
Windows XP, Windows Media Audio, Windows Media Connect zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
2 Nl
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
CODE SET TRANSMIT
POWER |
POWER |
STANDBY |
POWER |
TV |
AV |
|
|
|
MD |
|
SLEEP |
CD |
CD-R |
|
|
|
CBL |
|
MULTI CH IN |
DVD |
DTV |
TUNER |
|
DOCK |
|
USB |
|
V-AUX |
DVR |
NET |
|
|
|
|
AMP |
|
|
|
SOURCE |
TV VOL |
TV CH |
VOLUME |
|
|
|
|
TV |
TV MUTE |
TV INPUT |
MUTE |
|
STEREO |
MUSIC |
ENTERTAIN |
MOVIE |
1 |
2 |
3 |
4 |
STANDARD |
SELECT |
EXTD SUR. |
DIRECT ST. |
5 |
6 |
7 |
8 |
SPEAKERS |
ENHANCER |
NIGHT |
STRAIGHT |
9 |
0 |
10 |
ENT. |
|
|
|
EFFECT |
LEVEL |
PRESET/CH |
SET MENU |
|
|
|
||
TITLE |
|
|
MENU |
BAND |
|
|
SRCH MODE |
|
ENTER |
|
|
|
|
A/B/C/D/E |
|
RETURN |
|
|
DISPLAY |
DAB MEMORY |
|
|
ON SCREEN |
REC |
|
|
|
|
|
|
AUDIO |
PC/MCX |
NET RADIO |
USB |
|
AM ringantenne
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada, China en Algemene modellen)
FREQ/TEXT |
MODE PTY SEEK START |
EON |
Batterijen (2) |
FM binnenantenne |
(AA, R6, UM-3) |
(Modellen voor Europa, |
|
Australië en Korea) |
Over deze handleiding
•ygeeft een bedieningstip aan.
•Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
•Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
13
2
1Verwijder de klep van het batterijvak.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AA, R6, UM-3) in het vak met de polen
(+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak.
3Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats.
Opmerkingen
•Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
–het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
–de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
•Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
•Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
•Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
•Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht.
•Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel gewiste afstandsbedieningscodes opnieuw programmeren.
INLEIDING
Nederlands
3 Nl
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 8 |
9 0 |
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VOLUME |
|
|
|
|
|
|
|
|
ZONE 2 |
ZONE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ON/OFF |
CONTROL |
|
|
MASTER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PRESET/TUNING FM/AM |
A/B/C/D/E |
l PRESET/TUNING h |
MEMORY |
TUNING MODE |
|
|
|
|
|
|
EDIT |
NEXT |
LEVEL |
MAN'L/AUTO FM |
AUTO/MAN'L |
|
|
|
ON OFF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PROGRAM |
|
|
INPUT |
|
|
|
|
MAIN ZONE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PHONES |
SPEAKERS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
B |
STRAIGHT |
TONE CONTROL |
INPUT MODE |
|
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INPUT |
|
VIDEO AUX |
USB |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
ON/OFF |
|
|
|
|
|
|
|
VIDEO |
L AUDIO |
R |
|
|
|
EFFECT |
|
|
|
|
|
|
|
SILENT CINEMA |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
B C DE F G H I J K L M
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 28).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerkingen
•Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
•Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren.
•Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
3Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie bladzijde 8).
4Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 9).
5 A/B/C/D/E, NEXT
•Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 49).
•Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER” niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 36).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/–
•Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 50).
•Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER” heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:) zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 46).
•Hiermee kunt u het niveau instellen van het luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie bladzijde 48).
4 Nl
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 46).
9 ZONE 2 ON/OFF
Hiermee zet u Zone 2 aan of uit (standby) (zie bladzijde 90).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
0 ZONE CONTROL
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen de eerste ruimte en Zone 2
(zie bladzijde 90).
y
Wanneer Zone 2 is geselecteerd, zal de ZONE2 indicator ongeveer 5 seconden knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is.
A VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
B PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 34).
Opmerkingen
•Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
•Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
C SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit.
D PRESET/TUNING, EDIT
•Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l/ hheen en weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
•Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders wijzigen (zie bladzijde 51).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
E STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
F FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46).
G PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met TONE CONTROL (zie bladzijde 33).
H TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en rechter voor-luidsprekers, samen met PROGRAM (zie bladzijde 33).
I INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een component zowel digitaal als analoog op dit toestel is aangesloten (zie bladzijde 35).
JINPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
KMULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 38).
Opmerking
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
L VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audioen video ingangsaansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer, een videocamera of draagbare audiospeler aansluiten
(zie bladzijde 24).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
M USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten (zie bladzijde 98).
INLEIDING
Nederlands
5 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 84 als u andere componenten wilt kunnen bedienen.
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in het grijze gedeelte hieronder hangen af van de stand van de componentkeuzeschakelaar. Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen. Om de TUNER te kunnen bedienen, dient u de component-keuzeschakelaar op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
1 |
|
|
|
|
0 |
2 |
CODE SET |
TRANSMIT |
|
A |
|
|
|
|
|
||
|
POWER |
POWER |
STANDBY |
POWER |
|
|
TV |
AV |
|
|
B |
|
|
MD |
|
SLEEP |
|
|
CD |
CD-R |
|
|
C |
|
|
CBL |
|
MULTI CH IN |
|
3 |
DVD |
DTV |
TUNER |
|
D |
|
DOCK |
|
USB |
|
|
|
V-AUX |
DVR |
NET |
|
|
|
|
|
|
AMP |
E |
|
TV VOL |
TV CH |
|
SOURCE |
F |
|
VOLUME |
|
|||
|
|
|
|
TV |
|
|
TV MUTE |
TV INPUT |
MUTE |
|
G |
|
STEREO |
MUSIC |
ENTERTAIN |
MOVIE |
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
|
4 |
STANDARD |
SELECT |
EXTD SUR. |
DIRECT ST. |
|
|
5 |
6 |
7 |
8 |
|
5 |
SPEAKERS |
ENHANCER |
NIGHT |
STRAIGHT |
H |
9 |
0 |
10 |
ENT. |
||
6 |
|
|
|
EFFECT |
I |
LEVEL |
PRESET/CH |
SET MENU |
|||
7 |
|
|
J |
||
TITLE |
|
|
MENU |
||
|
BAND |
|
|
SRCH MODE |
|
8 |
|
ENTER |
|
|
|
|
|
|
A/B/C/D/E |
|
|
9 |
RETURN |
|
|
DISPLAY |
K |
|
DAB MEMORY |
|
|
ON SCREEN |
|
|
REC |
|
|
|
|
|
|
|
|
AUDIO |
L |
|
PC/MCX |
NET RADIO |
USB |
|
|
|
FREQ/TEXT |
MODE PTY SEEK START |
EON |
M |
|
|
|
■ Bedienen van dit toestel
Zet de component-keuzeschakelaar op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 8).
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 86).
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
Opmerking
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat u op een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan te geven welke component er bediend wordt.
4Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 57).
– Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 43).
– Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en 6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 42).
– Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 39).
5SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de instelling als volgt te wijzigen:
A aan |
B aan |
A en B uit
6 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 37).
7 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 36).
8Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters selecteren en instellen.
9RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij instellingen via het “SET MENU”.
6 Nl
0 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is.
A STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
B POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 28).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 35).
D MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een externe decoder enz. (zie bladzijde 38).
E VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F Component-keuzeschakelaar
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in het grijze gedeelte.
AMP
Hiermee bedient u dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 85).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of (zie bladzijde 84).
Opmerkingen
•Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 86.
•Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV/ CBL als (zie bladzijde 86), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV/CBL ingestelde code.
G MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 34).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 39).
I NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 34).
J SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 68).
K DISPLAY
Selecteert de in-beeld display (OSD) functie voor weergave op uw beeldscherm (zie bladzijde 41).
L Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 94).
PC/MCX
Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als sub-signaalbron voor NET/USB.
NET RADIO
Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor NET/USB.
USB
Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB.
Opmerkingen
•Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende subsignaalbron voor NET/USB te selecteren.
•Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen indrukt, zal het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de corresponderende sub-signaalbron voor NET/USB automatisch worden weergegeven.
MToetsen voor Radio Data Systeem radio-ontvangst (Alleen modellen voor Europa)
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT functie (als de zender in kwestie de corresponderende diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie bladzijde 56).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 53).
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 54).
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren (NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 55).
INLEIDING
Nederlands
7 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
■ Bedienen van de TUNER functies
Zet de component-keuzeschakelaar op SOURCE en druk dan op TUNER om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender te selecteren.
7 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (MG).
8 Cursortoetsen u/ d / j / i
Gebruik j/ iom een voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren en u/ dom een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren (zie bladzijde 50).
Opmerking
De opdrukken “DAB MEMORY” en “SRCH MODE” zijn niet van toepassing op dit model.
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
30 |
30 |
Ongeveer 6 m |
|
Opmerkingen
•Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
•Laat de afstandsbediening niet vallen.
•Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken:
–zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
–plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel
–zeer koude plekken
–stoffige plekken
8 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
1 2 3 |
4 5 6 7 |
8 9 |
0 A B |
C |
INLEIDING |
||||||
|
ENHANCER |
STANDARD |
A B ZONE2 NIGHT |
|
HiFi DSP |
PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP |
MUTE |
dB |
|||
t |
96 |
pNET |
|
pDVR pV-AUX |
pDTV/CBL pDVD pMD/CD-R pTUNER pCD |
|
VOLUME |
|
|||
|
24 |
USB |
|
DOCK |
|
|
|
AUTO TUNED STEREO MEMORY |
|
|
|
MATRIX DISCRETE |
|
VIRTUAL |
SP SILENT CINEMA |
|
|
|
|
|
|
|
|
q EX |
qDIGITAL |
|
|
|
|
|
|
|
ft |
96/24 LFE |
|
q PL x q PL |
|
|
|
|
|
|
|
L C R |
|
||
q PL |
|
|
|
|
|
|
mS |
|
|||
PCM |
|
|
|
|
|
|
|
|
SL SB SR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
dB |
|
|
|
D |
|
|
E F G H I |
|
J K |
L M N O P |
|
Q (Alleen modellen voor Europa)
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld (zie bladzijde 37).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn.
|
DSP aanwezigheidsgeluidsveld |
|
|
|
Luisterplek |
Linker surround DSP |
Rechter surround |
|
geluidsveld |
|
|
|
DSP geluidsveld |
|
|
|
Achter surround DSP geluidsveld
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 44).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 22).
7 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 34).
8 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 58).
9 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat (zie bladzijde 46).
0 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender (zie bladzijde 46).
A STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt.
B MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden (zie bladzijde 48).
CVOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
DPCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft.
Nederlands
9 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
E STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR. ENHANCED” programma is geselecteerd.
F SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd.
G Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
H ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 in werking is (zie bladzijde 90).
I NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 34).
J HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 59).
K Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
L SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 35).
M MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 34).
N 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
O Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat.
P LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat.
QRadio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor Europa)
De corresponderende indicator zal oplichten om aan het soort Radio Data Systeem gegevens aan te geven.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
10 Nl
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES |
|||||
Achterpaneel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||
|
|
1 |
|
|
|
2 |
|
|
3 |
|
4 5 6 |
7 |
|
8 |
|
9 |
|
|
0 |
||
|
|
AUDIO |
|
|
|
AUDIO |
MULTI CH INPUT |
OUTPUT |
DIGITAL |
DIGITAL INPUT |
DOCK |
|
LAN |
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CENTER |
|
|
OUTPUT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MD/CD-R MD/CD-R |
DVD DTV/CBL |
DVD |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Y |
PB |
PR |
Y |
PB |
PR |
|
|
|
|
|
|
IN MD/ OUT |
|
|
|
SUB |
|
SUB |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CD |
(PLAY) CD-R (REC) |
FRONT |
SURROUND |
WOOFER |
ZONE 2 |
WOOFER |
OPTICAL |
OPTICAL |
COAXIAL |
DVD |
|
|
|
|
DVR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
DTV/ |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CBL |
|
|
|
|
|
DVD |
DTV/CBL |
IN |
DVR OUT |
MONITOR |
DVD DTV/CBL |
IN |
DVR |
OUT |
MONITOR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MONITOR OUT |
||
|
|
VIDEO |
|
|
OUT |
|
S VIDEO |
|
OUT |
|
|
|
|
|
|
|
COMPONENT VIDEO |
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||||
|
|
TUNER |
|
|
|
|
|
|
|
|
SPEAKERS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AM |
|
|
FM ANT |
|
|
FRONT |
|
|
|
|
SURROUND |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
75Ω |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ANT |
GND |
|
UNBAL. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
REMOTE |
CONTROL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
OUT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
IN |
OUT |
+12V |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
15mA MAX. |
|
B |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CENTER |
SURROUND BACK |
|
|
|
|
|
|
|
A B C |
D |
E |
|
1 Aansluitingen voor video-apparatuur |
9 LAN poort |
||
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze |
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor |
||
aansluitingen. |
|
verbinding met uw netwerk. |
|
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur |
Zie bladzijde 23 voor meer informatie over deze |
||
aansluitingen. |
|||
|
|
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen.
4 ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor meer informatie over deze aansluitingen.
0 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze aansluitingen.
AREMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 89 voor details.
BCONTROL OUT aansluiting
Opmerking
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen.
5SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze aansluiting.
6DIGITAL OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
7 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 19 en 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 DOCK aansluiting
Hierop kunt u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) aansluiten, waar u uw iPod in kunt doen.
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze aansluitingen.
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties.
C Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 25 voor meer informatie over deze aansluitingen.
D Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze aansluitingen.
E AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele componenten van stroom voorzien.
Zie bladzijde 26 voor details.
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
Zie bladzijde 26 voor details.
INLEIDING
Nederlands
11 Nl
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio.
*ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie van de ITU (International Telecommunication Union).
FL |
C |
FR |
30˚
SL |
|
SR |
|
|
60˚ |
SL |
80˚ |
SR |
|
|
SB |
FR |
|
FL |
SW |
SR |
|
C |
|
SL |
SB |
|
1,8 m |
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) stereo reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
12 Nl
AANSLUITINGEN
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
•U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 28).
•Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
•Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
•Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 27). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 82).
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
Voor-luidsprekers (A)
Rechts Links
|
|
Surround-luidsprekers |
Subwoofer |
|
|
|
Rechts |
Links |
|
1 |
2 |
4 |
5 |
7 |
VOORBEREIDINGEN
OUTPUT
SUB
WOOFER
SPEAKERS
FRONT |
SURROUND |
A
B
CENTER |
SURROUND BACK |
|
|
|
|
|
3 |
|
|
|
|
|
|
|
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
Voor- |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
luidsprekers (B) |
Midden-luidspreker |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Surround achter-luidspreker
Nederlands
13 Nl
AANSLUITINGEN |
|
|
|
FRONT aansluitingen |
|
|
|
U kunt hierop één of twee sets voor-luidsprekers (1, 2) |
|
|
|
aansluiten. Als u een enkel voor-luidsprekersysteem |
|
|
|
gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B |
1 |
|
|
aansluitingen verbinden. |
|
|
|
CENTER aansluitingen |
|
7 |
4 |
2 |
|
||
Hierop kunt u een midden-luidspreker (3) aansluiten. |
|
|
|
|
3 |
|
|
SURROUND aansluitingen |
5 |
|
|
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten. |
|
6 |
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u een surround achter-luidspreker (6) aansluiten.
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting |
Opstelling van de luidsprekers |
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker (7) aan (zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System).
14 Nl
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2 Maak de knop los.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting.
4Draai de draad vervolgens met de knop weer vast.
AANSLUITINGEN
■ Gebruik van bananenstekkers
(behalve modellen voor Europa)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
1 Maak de knop vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2Steek de bananenstekker in de bijbehorende aansluiting.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
15 Nl
AANSLUITINGEN
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers |
Video-aansluitingen en stekkers |
|
||||||
AUDIO |
DIGITAL AUDIO |
DIGITAL AUDIO |
|
|
COMPONENT VIDEO |
|||
L |
R |
COAXIAL |
OPTICAL |
VIDEO |
S VIDEO |
Y |
PB |
PR |
(Wit) |
(Rood) |
(Oranje) |
|
(Geel) |
|
(Groen) |
(Blauw) |
(Rood) |
L |
R |
C |
O |
V |
S |
Y |
PB |
PR |
|
||||||||
Linker en |
Coaxiaal |
Optisch |
Composiet |
S-videostekker |
Component |
|||
rechter |
digitale |
digitale |
videostekker |
|
videostekkers |
|||
analoge |
audiostekker |
audiostekker |
|
|
|
|
|
|
audiostekkers |
|
|
|
|
|
|
|
■ Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels.
Opmerkingen
•U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
•Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof.
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels.
y
Wanneer “VIDEO CONV.” op “ON” (zie bladzijde 78) is ingesteld, zullen videosignalen die binnenkomen via de VIDEO en S VIDEO aansluitingen worden omgezet en naar keuze kunnen worden gereproduceerd via de VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen.
16 Nl
AANSLUITINGEN
Stroomschema audioen videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
Ingang |
Uitgang |
|
AUDIO OUT (REC) |
DIGITAL AUDIO COAXIAL
Digitale audio
DIGITAL AUDIO
OPTICAL
L |
R |
L |
R |
AUDIO |
|
|
Analoge audio |
|
|
|
Digitaal uitgangssignaal
Analoog uitgangssignaal
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de DIGITAL INPUT (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende audiosignalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluiting kunnen worden weergegeven.
■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
|
Ingang |
|
Uitgang |
|
|
(MONITOR OUT) |
|
Y |
PB PR |
Y |
PB PR |
COMPONENT |
|
|
|
VIDEO |
|
|
|
S VIDEO |
|
|
Analoge video |
VIDEO
Door
Videoconversie wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78)
VOORBEREIDINGEN
Opmerking
Als er tegelijkertijd videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON”, geldt deze volgorde wat betreft de voorrang die aan de ingangssignalen gegeven zal worden: COMPONENT VIDEO > S VIDEO > VIDEO
Nederlands
17 Nl
AANSLUITINGEN
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
|
|
Y |
PB |
PR |
MONITOR |
MONITOR |
|
MONITOR OUT |
|
OUT |
OUT |
COMPONENT VIDEO |
|
|
VIDEO |
S VIDEO |
|
|
|
V |
S |
Y |
PB |
PR |
|
|
|
|
|
|
|
S-video ingang |
|
|
Video ingang |
|
Component video ingang |
||
|
TV |
|
|
|
18 Nl
AANSLUITINGEN
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (set-top box; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde soort video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 18). Een zogenaamde STB kan bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
•Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 78) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 18). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
•Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 78), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
•Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74).
•Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
DVD-speler
Audio uitgang |
|
|
R L |
Videouitgang |
Video-S uitgang |
|
V |
S |
|
|
|
|
Component video uitgang |
|
|||
|
audio |
|
audio uitgang |
|
|
|
O |
Optische uitgang |
C |
Coaxiale |
Y |
PB |
PR |
AUDIO |
|
DIGITAL INPUT |
|
|
|
DVD |
DVD |
|
|
|
|
Y |
PB |
PR |
|
OPTICAL |
COAXIAL |
|
|
|
|
DVD |
|
|
DVD |
DVD |
|
|
COMPONENT VIDEO |
VIDEO |
S VIDEO |
|
|
|
|
|
|
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
19 Nl
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
AUDIO
Y PB PR
DVR
IN DVR OUT |
IN DVR OUT |
|
VIDEO |
S VIDEO |
COMPONENT VIDEO |
Audio uitgang
R L
Audio ingang
R L
Video uitgang
V
Video ingang
V
Video-S uitgang |
video-S ingang |
|
S |
S
Y PB PR
Component video uitgang
DVD-recorder of
videorecorder
■ Aansluiten van een STB
Kabel TV of satellietontvanger
Audiouitgang |
Videouitgang |
Video-S uitgang |
R L |
V |
S |
|
|
|
audio |
uitgang |
O |
Optische |
|
|
|
Component video uitgang
Y PB PR
AUDIO |
DIGITAL INPUT |
|
|
|
DTV/CBL |
|
|
|
Y |
PB |
PR |
|
OPTICAL |
|
|
|
DTV/ |
|
|
|
CBL |
|
|
DTV/CBL |
DTV/CBL |
|
COMPONENT VIDEO |
VIDEO |
S VIDEO |
|
|
|
|
20 Nl
AANSLUITINGEN
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge en/of digitale aansluitingen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerking
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 74).
CD-speler
Audio uitgang
R |
L |
|
|
|
|
|
AUDIO |
|
|
|
|
IN MD/ |
OUT |
|
|
CD |
(PLAY) CD-R (REC) |
|
|
Audio uitgang |
R |
L |
R |
L |
|
DIGITAL |
|
DIGITAL INPUT |
|
|
OUTPUT |
|
|
|
|
|
MD/CD-R MD/CD-R |
|
|
|
|
OPTICAL |
|
OPTICAL |
|
|
ingang |
|
uitgang |
Audio ingang |
O |
audio |
O |
audio |
|
|
|||
|
|
Optische |
|
Optische |
MD-recorder of
cassettedeck
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
21 Nl
AANSLUITINGEN
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Wanneer deze verbinding tot stand is gebracht, kunt u uw iPod in uw YAMAHA iPod universeel dock plaatsen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
•Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
•U heeft een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals een los verkrijgbare YDS-10) en de speciaal daarvoor bedoelde kabel nodig die geschikt zijn voor de DOCK aansluiting van dit toestel.
•Sluit geen iPod accessoires (zoals een hoofdtelefoon, een afstandsbediening met draad of een FM zender) aan op uw iPod wanneer deze in een YAMAHA iPod universeel dock zit (zoals een los verkrijgbare YDS-10).
•Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
•Wanneer uw iPod niet correct of stevig genoeg geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) die is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, is het mogelijk dat de audioen/of videosignalen daarvan niet naar behoren kunnen worden weergegeven.
•Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. Als de verbinding tussen uw iPod en dit toestel mislukt, zal er een melding van die strekking verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor een complete lijst van meldingen met betrekking tot deze verbindingen, verwijzen we u naar het iPod deel in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 104.
•Alleen analoge audioen videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
•De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat.
•Afhankelijk van het type iPod, is het mogelijk dat u een iPod adapter zoals meegeleverd met uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) in de uitsparing zult moeten passen voor uw iPod erin past.
iPod
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10)
DOCK
22 Nl
AANSLUITINGEN
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de LAN poort van dit toestel te steken en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
Opmerking
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren(zie bladzijde 76).
|
YAMAHA MCX-2000 |
|
Internet |
|
YAMAHA MCX-C15 |
WAN |
YAMAHA MCX-A10 |
|
|
(met los verkrijgbare |
|
|
luidsprekers) |
PC |
|
|
|
LAN |
|
|
Modem
Router
Netwerkkabel
LAN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
23 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaatspeler, externe decoder of geluidsprocessor
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaatspeler, externe decoder of sound processor. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler, externe decoder of geluidsprocessor met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voorals de surroundkanalen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
•Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 38), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
•Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
•Wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt, zullen alleen de signalen die binnenkomen via de FRONT L/R aansluitingen worden gereproduceerd via de PHONES aansluiting.
MULTI CH INPUT
CENTER
SUB
FRONT SURROUND WOOFER
Voorkanaaluitgang |
R |
Surroundkanaal |
uitgang |
L |
R |
Subwooferuitgang |
Middenkanaaluitgang |
L |
|
|
|
|
Multiformaat-speler, externe decoder of geluidsprocessor
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
VOLUME
ZONE 2 |
ZONE |
ON/OFF |
CONTROL |
MASTER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PRESET/TUNING FM/AM |
A/B/C/D/E |
l PRESET/TUNING h |
MEMORY |
TUNING MODE |
|
|
|
|
|
EDIT |
NEXT |
LEVEL |
MAN'L/AUTO FM |
AUTO/MAN'L |
|
|
ON OFF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PROGRAM |
|
|
INPUT |
|
|
|
MAIN ZONE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PHONES |
SPEAKERS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
B |
STRAIGHT |
TONE CONTROL |
INPUT MODE |
|
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INPUT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VIDEO AUX |
USB |
ON/OFF |
|
|
|
|
|
|
VIDEO |
L AUDIO |
R |
EFFECT
SILENT CINEMA
VIDEO AUX
VIDEO L AUDIO R
Videouitgang |
V |
|
Audiouitgang |
|
|
L |
R |
Spelcomputer, videocamera of draagbare audiospeler
24 Nl
AANSLUITINGEN
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Opmerkingen
•U moet de afstemstap (alleen Algemene modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 83).
•De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
•De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
•Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne (meegeleverd)
FM binnenantenne (meegeleverd)
2Houd het lipje van de AM ANT aansluiting ingedrukt.
3Steek één van de draden van de AM ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los zodat dit terugveert.
TUNER
AM |
FM ANT |
75Ω |
|
ANT GND |
UNBAL. |
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant.
Aarde
(GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
5Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders.
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
25 Nl
AANSLUITINGEN
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
(Modellen voor de V.S.)
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
■VOLTAGE SELECTOR
(Alleen voor Algemene modellen)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier.
Mogelijke voltages: 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE |
|
SELECTOR |
|
230- |
Aanduiding voltage |
240V |
|
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor Australië |
............... 1 Netstroomaansluiting |
Modellen voor Korea .................................................. |
Geen |
Overige modellen...................... |
2 Netstroomaansluitingen |
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden van stroom voorzien wanneer de eerste ruimte of Zone 2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de eerste ruimte en Zone 2 zijn uitgeschakeld, of wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel ingedrukt wordt en losgelaten zodat deze naar buiten komt, in de OFF stand. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 110.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
26 Nl
AANSLUITINGEN
LET OP
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
2,5 |
|
|
|
|
|
|
(Modellen voor de |
|||
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
VOLUME |
|
|
|
|
|
|
|
|
ZONE 2 |
ZONE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ON/OFF |
CONTROL |
|
|
MASTER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PRESET/TUNING FM/AM |
A/B/C/D/E |
l PRESET/TUNING h |
MEMORY |
TUNING MODE |
|
|
|
|
|
|
EDIT |
NEXT |
LEVEL |
MAN'L/AUTO FM |
AUTO/MAN'L |
|
|
|
ON OFF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PROGRAM |
|
|
INPUT |
|
|
|
|
MAIN ZONE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PHONES |
SPEAKERS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
B |
STRAIGHT |
TONE CONTROL |
INPUT MODE |
|
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INPUT |
|
VIDEO AUX |
USB |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
ON/OFF |
|
|
|
|
|
|
|
VIDEO |
L AUDIO |
R |
|
|
|
EFFECT |
|
|
|
|
|
|
|
SILENT CINEMA |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2,4 3
1Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 28 voor details omtrent het aan en uit
4Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
SP IMP.-6 MIN
5Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen.
MASTER
zetten van dit toestel.
2Houd STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
|
Houd |
|
ingedrukt |
STRAIGHT |
MASTER |
EFFECT |
ON OFF |
3Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen.
ON OFF
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet.
PROGRAM
SP IMP.-8 MIN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
27 Nl
AANSLUITINGEN
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MASTER ON/OFF
VOLUME
ZONE 2 |
ZONE |
ON/OFF |
CONTROL |
MASTER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PRESET/TUNING FM/AM |
A/B/C/D/E |
l PRESET/TUNING h |
MEMORY |
TUNING MODE |
|
|
|
|
|
EDIT |
NEXT |
LEVEL |
MAN'L/AUTO FM |
AUTO/MAN'L |
|
|
ON OFF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PROGRAM |
|
|
INPUT |
|
|
|
MAIN ZONE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PHONES |
SPEAKERS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
A |
B |
STRAIGHT |
TONE CONTROL |
INPUT MODE |
|
MULTI CH |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
INPUT |
VIDEO AUX |
USB |
ON/OFF |
|
|
|
|
|
|
VIDEO |
L AUDIO |
R |
|
|
|
EFFECT |
|
|
|
|
|
|
SILENT CINEMA |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CODE SET TRANSMIT
POWER |
POWER |
STANDBY |
POWER |
TV |
AV |
|
|
|
MD |
|
SLEEP |
CD |
CD-R |
|
|
|
CBL |
|
MULTI CH IN |
DVD |
DTV |
TUNER |
|
DOCK |
|
USB |
|
V-AUX |
DVR |
NET |
|
|
|
|
AMP |
|
|
|
SOURCE |
TV VOL |
TV CH |
VOLUME |
|
|
|
|
TV |
STANDBY
POWER
MAIN ZONE ON/OFF
■ Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
•Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste ruimte uit (standby) te zetten.
MAIN ZONE
STANDBY
ON/OFF |
of |
Voorpaneel Afstandsbediening
•Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te schakelen.
MAIN ZONE
POWER
ON/OFF of
■ Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
MASTER
ON OFF
Voorpaneel
Voorpaneel Afstandsbediening
Opmerking
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
y
Voor details omtrent het aan en uit zetten van Zone 2, zie bladzijde 90.
28 Nl
De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken.
Opmerkingen
•U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel.
•Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU” (zie bladzijde 69) gebruiken.
•Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen zullen worden teruggezet (zie bladzijde 69).
•De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven.
•Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau.
CODE SET |
TRANSMIT |
|
STEREO |
MUSIC |
ENTERTAIN |
MOVIE |
|
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
|
|||
|
|
|
|
|
||||
POWER |
POWER |
STANDBY |
POWER |
STANDARD |
SELECT |
EXTD SUR. |
DIRECT ST. |
|
|
|
|
|
|
||||
TV |
AV |
|
|
5 |
6 |
7 |
8 |
|
|
MD |
|
SLEEP |
SPEAKERS |
ENHANCER |
NIGHT |
STRAIGHT |
|
|
|
|
|
|
||||
CD |
CD-R |
|
|
9 |
0 |
10 |
ENT. |
|
|
CBL |
|
MULTI CH IN |
|
|
|
EFFECT |
2,13 |
V-AUX |
DVR |
NET |
|
BAND |
PRESET/CH |
SRCH MODE |
||
DVD |
DTV |
TUNER |
|
LEVEL |
|
|
SET MENU |
|
DOCK |
|
USB |
|
TITLE |
|
|
MENU |
3-12 |
1 |
|
|
|
|
|
A/B/C/D/E |
||
|
|
|
|
|
ENTER |
|
|
|
|
|
|
AMP |
|
|
|
|
|
|
|
|
SOURCE |
RETURN |
|
|
DISPLAY |
|
TV VOL |
TV CH |
VOLUME |
DAB MEMORY |
|
|
ON SCREEN |
|
|
|
|
|
TV |
REC |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AUDIO |
|
1 Zet de component-keuzeschakelaar op AMP.
AMP
SOURCE
TV
2Druk op SET MENU om de “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
|
SET MENU |
|
SET MENU |
. ;BASIC SETUP |
|
MENU |
;MANUAL SETUP |
|
. ;SIGNAL INFO |
||
SRCH |
||
|
||
|
[p]/[ ]:Up/Down |
|
|
[ENTER]:Enter |
3 Druk op u / d en selecteer “BASIC SETUP”.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
4Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te openen.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display verschijnen.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
. ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES
ENTER SPEAKERS;;;;6spk SETUP:>OK CANCEL
A/B/C/D/E
[ ]/[ ]:Up/Down[<]/[>]:Select
5Druk op u / d, selecteer “ROOM” en druk vervolgens op j/ iom de gewenste instelling te selecteren.
PRESET/CH
;BASIC SETUP
. ROOM: S >M L
SUBWOOFER;;;;YES ENTER SPEAKERS;;;;6spk
SETUP:>OK CANCEL
A/B/C/D/E
[ ]/[ ]:Up/Down[<]/[>]:Select
Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd:
Keuzes: S, M, L
[Modellen voor de V.S. en Canada]
S (klein) |
16 x 13ft, 200ft2 (4,8 x 4,0m, 20m2) |
M (midden) |
20 x 16ft, 300ft2 (6,3 x 5,0m, 30m2) |
L (groot) |
26 x 19ft, 450ft2 (7,9 x 5,8m, 45m2) |
[Overige modellen] |
|
S (klein) |
3,6 x 2,8m, 10m2 |
M (midden) |
4,8 x 4,0m, 20m2 |
L (groot) |
6,3 x 5,0m, 30m2 |
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
29 Nl
BASIS SETUP
6 Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en |
|
8 Druk op d, selecteer “SETUP” en druk |
||||||
|
|
druk vervolgens op j / i om de gewenste |
|
|
|
vervolgens op j/ iom de gewenste instelling |
||
|
|
instelling te selecteren. |
|
|
|
|
te selecteren. |
|
|
|
PRESET/CH |
|
|
|
|
PRESET/CH |
|
|
|
|
;BASIC SETUP |
|
|
|
|
;BASIC SETUP |
|
|
|
ROOM: S >M L |
|
|
|
|
ROOM: S >M L |
|
|
ENTER |
. SUBWOOFER;;;;YES |
|
|
|
ENTER |
SUBWOOFER;;;;YES |
|
|
SPEAKERS;;;;6spk |
|
|
|
SPEAKERS;;;;6spk |
||
|
|
A/B/C/D/E |
SETUP:>OK CANCEL |
|
|
|
A/B/C/D/E |
. SETUP:>OK CANCEL |
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
[ ]/[ ]:Up/Down |
|
|
|
|
[ ]/[ ]:Up/Down |
|
|
|
[<]/[>]:Select |
|
|
|
|
[<]/[>]:Select |
|
|
Keuzes: YES, NONE |
|
|
|
|
Keuzes: OK, CANCEL |
|
|
|
• Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw |
|
|
|
• Selecteer “OK” om de gewijzigde instellingen |
||
|
|
systeem heeft. |
|
|
|
|
definitief te maken. |
|
|
|
• Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw |
|
|
|
• Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te |
||
|
|
systeem heeft. |
|
|
|
|
verlaten zonder wijzigingen aan te brengen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
y |
|
7 Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies |
|
|||||||
|
|
|
U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure |
|||||
|
|
vervolgens met j / i het aantal luidsprekers |
|
|
|
te annuleren. |
|
|
|
|
dat is aangesloten op dit toestel. |
|
|
|
|
|
|
|
9 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. |
|||||||
|
|
|
|
|
PRESET/CH
|
|
|
;BASIC SETUP |
||
|
|
|
ROOM: |
S >M L |
|
|
ENTER |
|
SUBWOOFER;;;;YES |
||
|
|
. SPEAKERS;;;;6spk |
|||
|
|
A/B/C/D/E |
SETUP:>OK CANCEL |
||
|
|
|
|
||
|
|
|
[ ]/[ ]:Up/Down |
||
|
|
|
[<]/[>]:Select |
||
Keuze Display |
Luidsprekers |
||||
2spk |
L C R |
L/R voor |
|
||
SL |
SB SR |
|
|||
|
|
|
|||
3spk |
L C R |
L/R voor, midden |
|
||
SL |
SB SR |
|
|||
|
|
|
|||
4spk |
L C R |
L/R voor, L/R surround |
|||
SL |
SB SR |
||||
|
|
|
|||
5spk |
L C R |
L/R voor, midden, L/R surround |
|||
SL |
SB SR |
||||
|
|
|
|||
6spk |
L C R |
L/R voor, midden, L/R surround, |
|||
SL |
SB SR |
surround achter |
|
||
|
|
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Als u bij stap 8 “OK” selecteert, zult u twee keer om beurten uit elk van de luidsprekers een testtoon horen. “CHECK:Test Tone” zal een paar seconden op het inbeeld display getoond worden, gevolgd door “CHECK OK?”.
;BASIC SETUP |
;BASIC SETUP |
||
ROOM: |
S >M L |
ROOM: |
S >M L |
SUBWOOFER;;;;YES |
SUBWOOFER;;;;YES |
||
SPEAKERS;;;;6spk |
SPEAKERS;;;;6spk |
||
SETUP:>OK CANCEL |
SETUP:>OK CANCEL |
||
. CHECK:Test Tone |
. CHECK OK?;;;;YES |
||
[<]/[>]:Select |
[<]/[>]:Select |
y
Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 13) en wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 7.
30 Nl