• Met de R-N303 en R-N303D netwerkontvangers kan geluid op hoge kwaliteit in stereo
bij u thuis worden afgespeeld.
• Deze handleiding behandelt voorbereidingen en handelingen voor dagelijks gebruik
van het toestel.
Nederlands
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOOR GEBRUIK. VOLG DEZE INSTRUCTIES.
De onderstaande voorzorgsmaatregelen zijn bedoeld om het risico op schade aan de gebruiker en anderen te
voorkomen, om schade aan eigendommen te voorkomen en om te zorgen dat de gebruiker dit apparaat veilig en op
de juiste manier gebruikt. Volg deze instructies.
Bewaar deze handleiding nadat u deze hebt gelezen op een veilige
plaats zodat u hem later nog kunt raadplegen.
• Laat het apparaat altijd controleren of repareren bij de dealer bij
wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamahaservicepersoneel.
• Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade
die wordt veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van of
modificaties aan het toestel.
• Dit product is bedoeld voor gewone woonhuizen. Gebruik het
niet voor toepassingen waarvoor een hoge betrouwbaarheid
vereist is, zoals het beheren van levens, gezondheidszorg of
eigendommen van hoge waarde.
Deze inhoud geeft ‘risico op ernstig lichamelijk letsel of
overlijden’ aan.
■ Spanningsvoorziening/netsnoer
• Doe niets waardoor het netsnoer beschadigd kan raken.
- Leg het niet in de buurt van een verwarming.
- Buig het snoer niet te ver en verander het niet.
- Kras niet over het snoer.
- Leg het niet onder een zwaar voorwerp.
Als u het netsnoer gebruikt terwijl de kern van het snoer blootligt,
kan dat een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Raak de stekker of het snoer niet aan als de mogelijkheid van
onweer bestaat. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kunnen
elektrische schokken ontstaan.
• Gebruik dit apparaat met de voedingsspanning die erop is afgedrukt.
Aansluiting op een incorrect stopcontact kan brand, elektrische
schokken of storingen veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder al het vuil
of stof dat zich erop heeft verzameld. Als u zich niet aan deze
richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand of elektrische schokken.
• Zorg er bij het opstellen van het toestel voor dat het gebruikte
stopcontact makkelijk toegankelijk is. Schakel de aan/uit-schakelaar
bij storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Ook als de aan/uit-schakelaar is
uitgeschakeld, is het toestel niet losgekoppeld van de voedingsbron
zolang het netsnoer niet uit het wandstopcontact is gehaald.
• Als u onweer hoort of denkt dat er onweer op komst is, schakel dan
snel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Als u
zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand of
storingen.
• Als u het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt, haal
dan de stekker uit het stopcontact. Als u zich niet aan deze
richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand of storingen.
■ Niet demonteren
• U mag dit apparaat niet demonteren of aanpassen. Als u zich niet
hieraan houdt, kan dat leiden tot brand, elektrische schokken, letsel
of storingen. Als u onregelmatigheden opmerkt, laat u het apparaat
controleren of repareren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of
door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
■ Waarschuwing tegen water
• Stel het toestel niet bloot aan regen en gebruik deze niet in de buurt
van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen
(zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het
instrument. Als er een vloeistof, zoals water, in het apparaat komt,
kan dat brand, elektrische schokken of storingen veroorzaken. Als er
een vloeistof, zoals water, in het apparaat terechtkomt, zet het dan
onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat het
apparaat vervolgens controleren bij de dealer bij wie u het hebt
gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het
stopcontact als u natte handen heeft. Raak dit apparaat nooit met
natte handen aan. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat
leiden tot elektrische schokken of storingen.
■ Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen of open vuur in de buurt van het
toestel. Deze kunnen brand veroorzaken.
■ Onderhoud en zorg
• Gebruik voor het schoonmaken of smeren geen aërosols of
chemische producten in sprayvorm die brandbaar gas bevatten. Het
brandbare gas blijft achter in het toestel en kan een explosie of
brand veroorzaken.
■ Batterijgebruik
• Demonteer geen batterijen. Als de inhoud van de batterij op uw
handen of in uw ogen komt, kan dat blindheid of chemische
brandwonden veroorzaken.
• Gooi batterijen nooit in het vuur. Ze kunnen barsten en zo brand of
letsel veroorzaken.
• Stel batterijen niet bloot aan hoge temperaturen, zoals direct
zonlicht of vuur. De batterij kan uit elkaar barsten en zo brand of
letsel veroorzaken.
• Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen op te laden. Door het
opladen kan een barst of lek ontstaan in de batterij, wat blindheid,
chemische brandwonden of letsel kan veroorzaken.
• Vermijd contact met de vloeistof als een batterij lekt. Als de
batterijvloeistof in contact mocht komen met uw ogen, mond of
huid, was het betreffende gebied dan onmiddellijk met water en
raadpleeg een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan mogelijk
gezichtsverlies of chemische verbranding veroorzaken.
■ Draadloos apparaat
• Gebruik dit toestel niet in de buurt van medische apparatuur of in
medische instellingen. Radiogolven van dit toestel kunnen
elektronische medische apparatuur beïnvloeden.
• Gebruik dit toestel niet binnen een afstand van 15 cm van personen
met een geïmplanteerde pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator. Radiogolven die afkomstig zijn van dit toestel, kunnen
een elektro-medische apparaten zoals geïmplanteerde pacemaker of
defibrillator beïnvloeden.
i Nl
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
■ Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als zich een van de volgende onregelmatigheden voordoet, schakel
dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als u
batterijen gebruikt, moet u de batterijen uit dit apparaat verwijderen.
- Het netsnoer is beschadigd.
- Het apparaat verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook
uit het apparaat.
- Er is materiaal binnen in het apparaat gekomen dat er niet in hoort.
- Het geluid valt weg tijdens het gebruik.
- Er zit een barst in het apparaat of het apparaat is beschadigd.
Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dat elektrische schokken,
brand of storingen veroorzaken. Laat het apparaat meteen
controleren of repareren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of
door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Zorg dat u dit toestel niet laat vallen en oefen er geen overmatige
druk op uit. Als u vermoedt dat het apparaat beschadigd is geraakt
door een val of stoot, schakelt u het apparaat onmiddellijk uit en
haalt u de stekker uit het stopcontact. Als u zich niet hieraan houdt,
kan dat leiden tot elektrische schokken, brand of storingen. Laat het
apparaat meteen controleren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht
of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
Deze inhoud geeft ‘risico op lichamelijk letsel’ aan.
■ Spanningsvoorziening/netsnoer
• Gebruik geen stopcontact waar de stekker alleen maar losjes in past.
Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand,
elektrische schokken of brandplekken.
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de
stekker trekken, nooit aan het snoer. Als u aan het snoer trekt, kan
het beschadigd raken, wat kan leiden tot elektrische schokken of
brand.
• Steek de stekker stevig helemaal in het stopcontact. Als u het
apparaat gebruikt terwijl de stekker niet goed in het stopcontact zit,
kan zich stof verzamelen op het stopcontact, wat brand of
brandplekken kan veroorzaken.
■ Opstelling
• Plaats het toestel niet in een onstabiele positie waardoor deze per
ongeluk kan vallen of omvallen en letsel kan veroorzaken.
• Blokkeer de ventilatieopeningen (koelsleuven) van dit apparaat niet.
Dit apparaat heeft ventilatieopeningen aan de boven- en onderkant
om te voorkomen dat de interne temperatuur te hoog oploopt. Als u
zich hier niet aan houdt, kan zich warmte ophopen in het toestel,
brand of storingen kunnen ontstaan.
• Bij de installatie van dit apparaat:
- Bedek het apparaat niet met een doek.
- Installeer het apparaat niet op een tapijt of vloerkleed.
- Zorg dat de bovenkant naar boven wijst; installeer het apparaat
niet op een zijkant of ondersteboven.
- Gebruik het apparaat niet in een kleine, slecht geventileerde
locatie.
Als u zich niet aan de bovenstaande richtlijnen houdt, kan zich
warmte ophopen in het toestel, brand of storingen kunnen ontstaan.
Zorg voor voldoende ruimte rondom het apparaat: ten minste 30 cm
aan de bovenkant, 20 cm aan de zijkanten en 20 cm aan de
achterkant.
• Zorg dat de bovenkant naar boven wijst. Als u zich hier niet aan
houdt, kunnen storingen ontstaan of kan het toestel vallen, waardoor
letsel kan ontstaan.
• Plaats het toestel niet op een locatie waar het in contact zou kunnen
komen met corrosieve gassen of zilte lucht. Als u dat wel doet, zou
dit kunnen leiden tot een defect.
• Blijf uit de buurt van het toestel tijdens een natuurramp, zoals een
aardbeving. Het toestel kan kantelen of omvallen en letsel
veroorzaken, dus ga snel uit de buurt van het apparaat en ga naar een
veilige plek.
• Schakel voordat u dit apparaat verplaatst het apparaat uit en koppel
alle kabels los. Als u zich hier niet aan houdt, kunnen de kabels
beschadigd raken of kunt u of iemand anders erover struikelen en
vallen.
■ Gehoorverlies
• Gebruik het toestel/de luidsprekers of de hoofdtelefoon niet te lang
op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit
permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNOarts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
• Voordat u het toestel aansluit op andere elektronische componenten,
moet u alle betreffende apparatuur uitschakelen. Zorg er tevens voor
dat u alle volumeniveaus van alle apparaten op het minimum instelt,
voordat u ze aan- of uitzet. Als u dat niet doet, kan dat leiden tot
gehoorverlies, elektrische schokken of beschadiging van apparatuur.
• Wanneer u de netspanning van uw audiosysteem inschakelt, zet u
het toestel altijd als LAATSTE aan om gehoorverlies en schade aan
de luidsprekers te voorkomen. Wanneer u de spanning uitschakelt,
dient het toestel om dezelfde reden als EERSTE te worden
uitgeschakeld. Als u zich niet aan het bovenstaande houdt, kan dat
leiden tot gehoorverlies of beschadiging van de luidsprekers.
■ Onderhoud
• Haal eerst de stekker uit het stopcontact als u het toestel
schoonmaakt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kunnen
elektrische schokken ontstaan.
■ Zorgvuldig behandelen
• Steek geen materiaal zoals metaal of papier in de
ventilatieopeningen van dit apparaat. Als u zich niet hieraan houdt,
kan dat leiden tot brand, elektrische schokken of storingen. Schakel
als er materiaal in het apparaat komt het apparaat meteen uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Schakel vervolgens de versterkers en
ontvangers uit en laat het apparaat controleren bij de dealer bij wie u
het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Leun niet op het toestel en plaats er geen zware objecten op. Oefen
geen overmatige kracht uit op de knoppen, schakelaars en
connectors. Als u zich niet aan het bovenstaande houdt, kan dat
leiden tot letsel of beschadiging van de apparatuur.
• Voorkom letsel en beschadiging van het toestel door niet aan de
aangesloten snoeren te trekken zodat het toestel niet kan vallen.
■ Batterijgebruik
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe
batterijen in combinatie met oude batterijen. Als u nieuwe batterijen
in combinatie met oude gebruikt, kan dat brand, brandplekken of
vlammen veroorzaken doordat er vloeistof kan gaan lekken.
• U moet nooit verschillende batterijsoorten (bijvoorbeeld alkaline en
mangaan) of batterijen van verschillende fabrikanten of
verschillende batterijsoorten van dezelfde fabrikant door elkaar
gebruiken. Dit kan leiden tot brand, brandplekken of vlamvorming
door het lekken van vloeistof.
• Houd batterijen weg van kinderen. Een kind zou per ongeluk een
batterij kunnen inslikken. Als u zich hier niet aan houdt kan er ook
vlamvorming door het lekken van batterijvloeistof ontstaan.
• Zorg dat u batterijen niet samen met stukken metaal in een zak of tas
doet, draagt of bewaart. Er kan kortsluiting ontstaan of de batterij
kan barsten of lekken en zo brand of letsel veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de batterijen altijd op de juiste manier geplaatst
worden; let op het plus- (+) en minteken (-). Doet u dit niet, dan kan
dit leiden tot brand, brandplekken of vlamvorming door het lekken
van vloeistof.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening als deze leeg zijn of als u
het toestel gedurende een langere periode niet gebruikt om schade
door lekken van de batterijen te voorkomen.
• Isoleer de polen van batterijen met plakband of een andere
bescherming als u ze bewaart of weggooit. Als u ze mengt met
andere batterijen of metalen voorwerpen, kan dat brand,
brandplekken of vlammen veroorzaken doordat er vloeistof kan
gaan lekken.
Let op
Raak het oppervlak niet aan dat met dit
label is gemarkeerd.
Het oppervlak kan heet worden tijdens
gebruik.
Nederlands
ii Nl
Mededeling en informatie
Kennisgeving
Geeft punten aan die in acht moeten worden genomen
om storingen, schade of defecten aan het product of
dataverlies te voorkomen en om het milieu te
beschermen.
■ Stroom
• Geeft punten aan die in acht moeten worden genomen om storingen,
schade of defecten aan het product of dataverlies te voorkomen en
om het milieu te beschermen.
■ Opstelling
• Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van andere elektrische
apparatuur, zoals een tv, radio of mobiele telefoon. Als u dit niet
opvolgt kan dit apparaat ruis veroorzaken op de tv of radio.
• Gebruik dit apparaat niet op een locatie die blootstaat aan direct
zonlicht (zoals in een auto), die zeer warm (zoals bij een
verwarming) of zeer koud wordt of die blootstaat aan grote
hoeveelheden stof of trillingen. Als u dit niet opvolgt kan het paneel
van dit toestel vervormen, kunnen de interne componenten defecten
gaan vertonen of kan de werking onstabiel worden.
• Plaats dit apparaat zo ver mogelijk van andere elektronische
apparatuur. Digitale signalen van dit toestel kunnen interfereren met
andere elektronische apparatuur.
• Als u een draadloos netwerk gebruikt of Bluetooth, plaats dit
apparaat dan niet in de buurt van metalen wanden of bureaus,
magnetrons of andere draadloze netwerkapparaten.
■ Aansluitingen
• Als u externe apparaten aansluit, lees dan de handleiding voor elk
apparaat grondig door en sluit de apparaten aan overeenkomstig de
instructies. Als u een apparaat niet behandelt overeenkomstig de
instructies, kunnen storingen ontstaan.
• Sluit dit apparaat niet aan op industriële apparaten. Voor
consumentengebruik en industrieel gebruik worden verschillende
standaards voor de digitale audio-interface gebruikt. Dit apparaat is
ontworpen voor aansluiting op een digitale audio-interface voor
consumentengebruik. Als u dit apparaat aansluit op een digitale
audio-interface voor industrieel gebruik, kunnen er niet alleen
storingen in het apparaat optreden, maar kunt u de luidsprekers ook
beschadigen.
■ Behandeling
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen producten op dit apparaat. Als
u dit niet opvolgt, kan het paneel van dit toestel verkleuren of
vervormen.
• Als de omgevingstemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld
tijdens het transport van het apparaat of bij snelle verwarming of
afkoeling) en er mogelijk condensvorming is opgetreden in het
apparaat, laat u het apparaat voor gebruik enkele uren staan zonder
het in te schakelen, totdat het helemaal droog is. Als u het apparaat
gebruikt terwijl er condensatie aanwezig is, kunnen er storingen
optreden.
■ Onderhoud
• Gebruik bij het schoonmaken van het apparaat een zachte droge
doek. Het gebruik van chemische stoffen als benzine of thinner,
reinigingsproducten of chemische schoonmaakdoekjes kan
verkleuring of vervorming veroorzaken.
■ Batterijen
• Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als
zodanig behandeld te worden.
Informatie
Vermeldt relevante informatie over dit product.
■ Over de inhoud van deze handleiding
• De illustraties en schermen in deze handleiding dienen uitsluitend
voor instructiedoeleinden.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding
worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
• Software kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast
en bijgewerkt.
• Informatie die is gemarkeerd door het pictogram
“ WAARSCHUWING” geeft punten aan die tot fataal of ernstig
letsel kunnen leiden als ze niet in acht worden genomen.
• Informatie die is gemarkeerd door het pictogram “ OPGELET”
geeft punten aan die tot letsel kunnen leiden als ze niet in acht
worden genomen.
• Informatie in de “Mededeling”-paragrafen geeft punten aan die in
acht moeten worden genomen om storingen, schade of defecten aan
het product of dataverlies te voorkomen.
• Informatie die wordt vermeld in “Opmerking”-paragrafen geeft
aanvullende informatie aan.
• In deze handleiding worden de “iPod touch”, “iPhone” en “iPad”
allemaal aangeduid met “iPhone”. (“iPhone” verwijst naar “iPod
touch”, “iPhone” en “iPad”, tenzij anderszins wordt aangegeven.)
• In deze handleiding worden als voorbeelden Engelstalige illustraties
van menuschermen gebruikt.
iii Nl
Inhoud
Inhoud
INLEIDING
Wat u kunt doen met dit toestel ................................ 2
Bronnen die op dit toestel afgespeeld kunnen
worden ....................................................................... 2
Index ...........................................................................56
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
BEDIENING
GEAVANCEERDE
INFORMATIE
AANVULLENDE
Nederlands
1 Nl
INLEIDING
Opmerking
Dit toestel
1 Internet
2 Streamingservice
Modem
Router*
3 PC
5 AirPlay (iTunes)
4 NAS
5 AirPlay (iPhone/iPad/iPod touch)
6 Bluetooth
7 CD-speler, enz.
Mobiel
apparaat
8 Radio
Wat u kunt doen met dit toestel
Dit toestel is een netwerkontvanger die compatibel is met een netwerkbron, zoals een mediaserver en een mobiel
apparaat.
Niet alleen afspelen van analoge signaalbronnen, zoals een CD-speler of AM/FM-radio wordt ondersteund, maar ook
Bluetooth-apparaten en netwerkstreamingdiensten.
Bronnen die op dit toestel afgespeeld kunnen worden
Wi
Fi
DISPLAY MODE
MEMORY BAND
SPEAKERSPHONES
BASS
BLUETOOTH
PRESET
TUNING
TREBLE
INPUT
VOLUME
SELECT
PUSH ENTER
RETURN
CONNECT
*
U hebt een in de handel verkrijgbare draadloze router (toegangspunt) nodig als u een mobiel apparaat gebruikt.
1 Internetradio weergeven (p. 34)
2 De streamingservice afspelen
(zie de aanvulling voor elke service.)
3 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
pc afspelen (p. 32)
4 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
NAS afspelen (p. 32)
Raadpleeg “Aansluitingen” (p. 10) voor meer informatie over het aansluiten van externe apparaten.
Afhankelijk van de regio waarin het
toestel wordt aangekocht wordt één van
het bovenstaande meegeleverd.
R-N303/R-N303D gebruikershandleiding
cd-rom (model voor Europa)
R-N303/R-N303D gebruikershandleiding
(behalve model voor Europa, dit boek)
R-N303/R-N303D Snelstartgids
(model voor Europa)
G
■
■
■
■
Network Receiver
Controleer of de volgende accessoires bij het product zijn geleverd.
Wat u kunt doen met dit toestel
INLEIDING
G
Network Receiver
Réseau Ampli-Tuner
Nederlands
3 Nl
Voorpaneel
Opmerking
Bedieningselementen en functies
1 2309546 7
DISPLAYMODE
SPEAKERSPHONES
MEMORYBAND
BASS
EDFG
1 A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
2 STANDBY/ON-indicator
Helder brandend: Toestel staat aan
Gedempt: Stand-by-modus
Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet gebruikt dient u de
stekker uit het stopcontact te halen. Dit toestel gebruikt een
minimale hoeveelheid stroom, zelfs als de stand-by-modus actief is.
3 Display voorpaneel
Geeft informatie weer over de bedrijfsstatus van het
toestel (p. 6).
4 DISPLAY
Selecteert de informatie die wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel (p. 20).
5 MODE
Stelt de FM-bandontvangstmodus in op automatische
stereo of mono-ontvangst (p. 22).
6 MEMORY
Slaat het huidige radiostation op als voorkeuze
wanneer TUNER is geselecteerd als signaalbron
(p. 23, 27).
Registreert het huidige nummer of streamingstation
dat wordt afgespeeld als een voorkeuze wanneer NET
zijn geselecteerd als signaalbron (p. 36).
7 BAND
Stelt de radiotunerband in wanneer TUNER is
geselecteerd als ingangsbron. (p. 22, 26)
8BA
Wi
Fi
BLUETOOTH
PRESET
TREBLE
TUNING
SELECT
INPUT
PUSH ENTER
RETURN
CONNECT
VOLUME
HJIC
8 PRESET j / i
Roept een voorkeuzeradiostation (p. 24, 22) of
nummer/streamingstation op (p. 36).
9 BLUETOOTH-indicator
Gaat branden als het toestel verbinding maakt met een
Bluetooth-apparaat.
0 Wi-Fi-indicator
Deze brandt als er verbinding wordt gemaakt met een
draadloos netwerk, of als het toestel wordt gebruikt als
een access point (toegangspunt).
Gaat ook branden als het toestel met de app MusicCast
CONTROLLER wordt geregistreerd, zelfs als het
toestel is verbonden met een vast netwerk.
A Afstandsbedieningssensor
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
B TUNING jj / ii
Selecteert de afstemfrequentie (p. 22) of een DABradiostation (p. 26) als TUNER is geselecteerd als
signaalbron.
4 Nl
C PHONES-aansluiting
Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé
kunt luisteren.
D SPEAKERS A/B
Elke keer als de betreffende toets wordt ingedrukt,
wordt de luidsprekerset die is aangesloten op de
aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op
het achterpaneel in- of uitgeschakeld.
E BASS +/–
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen.
Bedieningsbereik: –10 tot +10 (20 Hz)
F TREBLE +/–
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge
tonen.
Bedieningsbereik: –10 tot +10 (20 kHz)
G INPUTl / h
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt
luisteren.
H SELECT/ENTER (stapsgewijze keuzeknop)
Draai de keuzeknop om een numerieke waarde of
instelling te selecteren en druk vervolgens op de
keuzeknop om te bevestigen.
I RETURN
Keert terug naar de vorige indicatie op het
voorpaneelscherm.
Bedieningselementen en functies
INLEIDING
CONNECT
Gebruiken om het toestel te bedienen via de
MusicCast CONTROLLER-app voor mobiele
apparaten.
Raadpleeg MusicCast Installatiehandleiding voor de
details.
J VOLUME-bediening
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Nederlands
5 Nl
Bedieningselementen en functies
Opmerking
Opmerking
STEREO SP
MUTE
A
TUNED
SP
SLEEP
B
1
42356
Display voorpaneel
U kunt het helderheidsniveau van de display op het voorpaneel wijzigen door te drukken op DIMMER (p. 8).
1 Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang).
U kunt de weergegeven informatie wisselen als u
drukt op DISPLAY (p. 20).
2 STEREO indicator
Gaat branden als het toestel een stereo FMradiosignaal ontvangt.
3 TUNED indicator
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/
AM-station ontvangt.
AM-radio is alleen beschikbaar voor de R-N303.
4 Luidsprekerindicators
5 MUTE indicator
6 SLEEP indicator
6 Nl
“SP A” gaat branden als de SPEAKERS A-uitgang is
ingeschakeld en “SP B” gaat branden als de
SPEAKERS B-uitgang is ingeschakeld.
Knippert als de audio is gedempt.
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld (p. 21).
Achterpaneel
SPEAKERS
ANTENNA
CD
GND
PHONOLINE
IN
OUT
CLASS 2 WIRING
CABLAGE CLASSE 2
A OR B:8ΩMIN./SPEAKER
A
B
NETWORK
SERVICE
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
AM
FM
75
2
VOLTAGE SELECTOR
22020
240 V
0
CDLINE
IN
OUT
32
76A
B
13245
089
90
(R-N303 behalve model voor Europa)
* Het R-N303-model voor Europa en de R-N303D zijn uitgerust met de onderstaande aansluitingen.
Bedieningselementen en functies
INLEIDING
1 SERVICE-aansluiting
Deze aansluiting is voor support, en wordt normaliter
niet gebruikt.
2 NETWORK-aansluiting
Voor aansluiting op een netwerk met een
netwerkkabel (p. 13).
3 ANTENNA-aansluitingen
Voor de aansluiting op de radio-antennes (p. 12).
4 Draadloze antenne
Voor het draadloos verbinding maken met een
netwerkapparaat (p. 13).
5 Netsnoer
Voor de aansluiting op een stopcontact (p. 13).
6 OPTICAL-aansluiting
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van
optische digitale uitgangen zijn voorzien (p. 10).
7 COAXIAL-aansluiting
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van
coaxiale digitale uitgangen zijn voorzien (p. 10).
8 PHONO-aansluitingen (R-N303 behalve model
voor Europa)
Voor het aansluiten op een draaitafel (p. 10).
9 CD-aansluitingen
Voor de aansluiting op een CD-speler (p. 10).
0 LINE 1-3 aansluitingen
Europa, R-N303)
LINE 1-2 aansluitingen (R-N303- behalve
model voor Europa)
Voor de aansluiting op analoge audiocomponenten
(p. 10).
A SPEAKERS-aansluitingen
B VO LTAGE S E LECTOR
Gebruikt om luidsprekers aan te sluiten (p. 11).
(alleen voor het universele model)
(R-N303 model voor
Nederlands
7 Nl
Bedieningselementen en functies
Opmerking
1
2
3
4
B
C
H
I
D
J
5
8
7
9
0
E
A
F
G
6
(R-N303, behalve het model voor Europa)
Afstandsbediening
DIMMER
SLEEP
SPEAKERS
OPTICAL
COAXIAL
LINE 1
LINE 2 PHONO
5 SPEAKERS A/B
Als u op de betreffende toets drukt, wordt de
luidsprekerset die is aangesloten op de aansluitingen
SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het
achterpaneel van het toestel in- of uitgeschakeld.
BA
CD
6 Signaalkeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt
luisteren.
ENTER
VOLUME
BLUETOOTH
TUNING
PRESET
RETURN
OPTION
MUTE
SHUFFLE
TUNER NET
BAND
MEMORY
CLEARMODEDISPLAY
HOME
SETUP
NOW PLAYING
REPEAT
1 Infraroodsignaalzender
Verzendt infrarode signalen.
2 A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
3 SLEEP
Stelt de slaaptimer in (p. 21).
4 DIMMER
Wijzigt het helderheidsniveau van het
voorpaneelscherm. Kies de helderheid uit 5 niveaus
door herhaaldelijk op deze toets te drukken.
De toets NET is voor netwerkbron. Druk hier herhaaldelijk
op om de gewenste netwerkbron te selecteren.
7 Radiotoetsen
De radio bedienen.
BANDStelt de radiotunerband in
wanneer TUNER is geselecteerd
als signaalbron (p. 22, 26).
TUNINGjj / ii Selecteert de afstemfrequentie
(p. 22) of een DAB-radiostation
(p. 26) als TUNER is geselecteerd
als signaalbron.
8 MEMORY
Slaat het huidige radiostation op als voorkeuze
wanneer TUNER is geselecteerd als signaalbron
(p. 23, 27).
Registreert het huidige nummer of streamingstation
dat wordt afgespeeld als een voorkeuze wanneer NET
zijn geselecteerd als signaalbron (p. 36).
9 CLEAR
Wist het voorkeuzegeheugen (p. 24, 28, 36).
0 MODE
Stelt de FM-bandontvangstmodus in op automatische
stereo of mono-ontvangst (p. 22).
A Menutoetsen
CursortoetsenSelecteren een menu, instelwaarde
of een andere parameter.
ENTERHiermee bevestigt u een
geselecteerd item.
RETURNKeert terug naar de vorige situatie.
B HOME
Keert terug naar het bovenste niveau bij het selecteren
van muziekbestanden, mappen, etc.
C SETUP
Geeft het menu “SETUP” weer (p. 39).
D NOW PLAYING
Geeft muziekgegevens weer bij het selecteren van
muziekbestanden, mappen, etc.
8 Nl
Bedieningselementen en functies
Opmerking
AA, R6, UM-3-batterijen
Ongeveer
6 m
Afstandsbediening
E Afspeeltoetsen
Hiermee kan worden afgespeeld of kunnen andere
handelingen worden uitgevoerd voor netwerkbronnen
en Bluetooth-apparaten.
Yamaha kan de werking van alle Bluetooth-apparaten niet
garanderen.
F PRESET j / i
Roept een voorkeuzeradiostation (p. 24, 22) of
nummer/streamingstation op (p. 36).
G DISPLAY
Selecteert de informatie die wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel (p. 20).
H OPTION
Geeft het menu “OPTION” weer (p. 37).
I MUTE
Dempt de audioweergave.
J VOLUME +/–
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
■ Batterijen plaatsen
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik
van de afstandsbediening kleiner wordt. Voordat u nieuwe
batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.
INLEIDING
■ Werkingsbereik
Richt de afstandsbediening binnen het hieronder
weergegeven bedieningsbereik op de
afstandsbedieningssensor op het toestel. Er mogen zich
geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het toestel.
Nederlands
9 Nl
VOORBEREIDINGEN
VOORZI CHT IG
Opmerking
OC
Audioingang
Audio-
uitgang
Luidsprekers B
DVD-speler, enz.
Audio-uitgang
(digitaal coaxiaal)
Audio-uitgang
(digitaal optisch)
CD-speler, enz.
Audio-
uitgang
CD-speler
CD-recorder, enz.
Luidsprekers A
(R-N303 behalve
model voor Europa)
Draaitafel
Audiouitgang
GND
Aansluitingen
Audio-apparaten aansluiten
Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Als de aansluitingen
niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen
niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk, met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk
van uw componenten.
Gebruik RCA-kabels voor het aansluiten van audiocomponenten.
• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten zijn voltooid.
• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen.
Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
De ingangen van het R-N303-model voor Europa en de R-N303D (p. 7) zijn verschillend.
Alleen PCM-signalen kunnen naar de digitale (OPTICAL/COAXIAL)-aansluitingen van dit toestel worden verzonden.
NETWORK
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
SERVICE
ANTENNA
FM
75
PHONOLINE
GND
CD
AM
SPEAKERS
A OR B:8ΩMIN./SPEAKER
IN
OUT
2
A
B
CLASS 2 WIRING
CABLAGE CLASSE 2
10 Nl
Opmerking
• Bundel audiokabels en luidsprekerkabels niet samen met het
VOORZI CHT IG
Opmerking
Opmerking
aa
b
b
d
d
c
c
10 mm
Rood:positief (+)
Zwart:negatief (–)
Banaanstekker
S
R
A
P
Dit toestel
Luidspreker
SPEAKERSPHONES
VOLUME
SELECT
RETURN
PUSH ENTER
CONNECT
DISPLAY MODE
MEMORY BAND
PRESET
TUNING
BASS
TREBLE
INPUT
SPEAKERS A/B
SPEAKERS A/B
netsnoer. Dit kan ruis veroorzaken.
• De PHONO-aansluitingen zijn ontworpen voor het aansluiten
van een draaitafel met een MM-cartridge.
• Sluit uw draaitafel aan op de GND- aansluiting om ruis in het
signaal te reduceren. Bij sommige draaitafels hoort u echter
minder ruis zonder de GND-verbinding.
• Om geluidslussen te voorkomen bij de modellen R-N303D en RN303 voor Europa, wordt er geen geluid weergegeven via de
LINE 3 (OUT)-aansluiting als de LINE 3-ingang is geselecteerd.
Op andere modellen wordt er geen geluid weergegeven via de
LINE 2 (OUT)-aansluiting als de LINE 2-ingang is geselecteerd.
De luidsprekers aansluiten
Sluit luidsprekers met de hieronder weergegeven impedantie
aan. Als er luidsprekers met een extreem lage impedantie
worden aangesloten kan dit toestel oververhit raken.
LuidsprekeraansluitingLuidsprekerimpedantie
SPEAKERS A of
SPEAKERS B
SPEAKERS A en
SPEAKERS B
Dubbele bedrading8 of hoger
8 of hoger
16 of hoger
(behalve het model voor NoordAmerika)
Aansluitingen
■ Aansluiten via banaanstekker (alleen
modellen voor Noord-Amerika, Australië,
universele modellen)
Draai de knop vast en steek vervolgens de banaanstekker
in het uiteinde van de aansluiting.
■ Dubbel bekabelde aansluiting
Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer
(lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor de
middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers). Een
luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier
aansluitklemmen. Met deze twee sets aansluitingen kan de
luidsprekerkast gesplitst worden in twee onafhankelijke delen.
Met deze verbindingen wordt de weergave van de
middentonen en hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid
en die van de lage tonen via een andere set aansluitingen.
SPEAKER
A OR B:8ΩMIN./S
A
CLASS 2 WI
CABLAGE CL
B
VOORBEREIDINGEN
■ De luidsprekerkabels aansluiten
aVerwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van de
uiteinden van de luidsprekerkabel en draai de
blootliggende draden van de kabel stevig in elkaar.
bMaak de luidsprekeraansluiting los.
cSteek de blootliggende draden van de kabel in de
opening aan de zijkant (bovenaan rechts of onderaan
links) van de aansluiting.
dMaak de aansluiting vast.
Wanneer u luidsprekerkabels in de luidsprekeraansluitingen
steekt, steek dan alleen de blootliggende luidsprekerdraad in. Als
u geïsoleerde kabel insteekt, kan de verbinding slecht zijn en
hoort u mogelijk geen geluid.
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de
andere set aansluitingen.
• Bij het maken van dubbel bekabelde aansluitingen dient u de
kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen.
Raadpleeg de handleidingen van de luidsprekers voor meer informatie.
• Om dubbel bekabelde aansluitingen te gebruiken, drukt u op
SPEAKERS A en SPEAKERS B (p. 8), zodat beide
luidsprekerindicators(“SP A” en “SP B”) branden op het
voorpaneel.
DIMMER
SLEEP
BA
SPEAKERS
COAXIAL
CD
OPTICAL
11 Nl
Nederlands
Aansluitingen
Opmerking
Opmerking
ANTENNA
CD
GND
PHONOLINE
IN
OUT
NETWORK
SERVICE
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
AM
FM
75
FM-antenneAM-antenne
(behalve model voor Europa)
Insteken
2
Ingedrukt
houden
1
ANTENNA
CD
IN
OUT
NETWORK
SERVICE
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
AM
FM
75
LINE
FMDAB
75
DAB/ FM antenne
De FM/AM antennes aansluiten
(R-N303)
Sluit de meegeleverde FM/AM-antenne aan op dit toestel.
Bevestig het einde van de FM-antenne aan een muur en
plaats de AM-antenne.
De DAB/FM-antenne aansluiten
(R-N303D)
Sluit de meegeleverde DAB/FM-antenne aan op dit toestel
en bevestig de antenne-uiteinden aan een wand.
• Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een
buitenantenne installeren.
• Wikkel de kabel van de AM-antenne niet verder af dan de
benodigde lengte.
• De draden van de AM-antenne hebben geen polariteit.
■ De meegeleverde AM-antenne monteren
■ De draden van de AM-antenne
aansluiten
• Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een
buitenantenne installeren.
• De antenne moet horizontaal worden gespreid.
12 Nl
Aansluitingen
Opmerking
Let op
WAARSCHUWING
ANTENNA
NETWORK
SERVICE
AM
FM
75
LAN
WAN
Network Attached
Storage
(NAS)
Internet
Modem
Router
Netwerkkabel
PC
Dit toestel (achterzijde)
Mobiel apparaat
(zoals iPhone)
(R-N303)
VOLTAGE SELECTOR
22020
240 V
0
Naar stopcontact met
het netsnoer
(aan/uit)
De netwerkkabel aansluiten
Sluit het toestel aan op de router met een in de handel
verkrijgbare STP-netwerkkabel (rechte kabel van CAT-5
of hoger).
Gebruik STP(Shielded Twisted Pair)-kabel om
elektromagnetische interferentie te voorkomen.
Netsnoer aansluiten
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat
u alle andere aansluitingen hebt gemaakt.
Alleen voor het universele model:
Zorg dat u de VOLTAGE SELECTOR van het toestel op
het lokale voltage instelt, voordat u het netsnoer aansluit.
Bij onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR
bestaat brandgevaar en kan schade aan het apparaat
ontstaan.
VOLTAGE SELECTOR
0
MAINS
22020
240 V
VOORBEREIDINGEN
Een draadloze antenne voorbereiden
Als u het toestel draadloos aansluit, dient u de draadloze
antenne uit te klappen. Voor informatie over het aansluiten
van het toestel op een draadloos netwerk, raadpleegt u
“Op een netwerk aansluiten” (p. 14). Zie voor meer
informatie over het gebruik van dit toestel met een
Bluetooth-apparaat “Muziek afspelen via Bluetooth”
(p. 30).
Het toestel inschakelen
Druk op A (aan/uit) om het toestel in te schakelen.
DIMMER
SLEEP
SPEAKERS
OPTICAL
COAXIAL
LINE 1
LINE 2 PHONO
TUNER NET
MEMORY
BLUETOOTH
BAND
TUNING
PRESET
CLEARMODEDISPLAY
CD
A
BA
Nederlands
Oefen niet te veel kracht uit op de draadloze antenne. Daarmee
beschadigt u mogelijk de antenne.
13 Nl
Opmerking
Opmerking
Verbinding maken met een netwerk
R-N303 (voorbeeld)
Met de Wi-Fi-instelling van het iOS-apparaat
(iPhone / iPad / iPod touch) verbinding maken
De Wi-Fi-instelling van het iOSapparaat delen (p. 15)
Met de WPS drukknopconfiguratie op de
draadloze router (of toegangspunt) verbinding
maken
De WPS-drukknopconfiguratie
gebruiken (p. 16)
Met een draadloze router (toegangspunt) zonder
WPS-drukknopconfiguratie verbinding maken
De netwerkverbinding handmatig
instellen (p. 16)
Met de MusicCast CONTROLLER-app verbinding
maken
Raadpleeg “Configureren
MusicCast” (p. 19) voor de
details.
Met de DHCP-serverfunctie van de router
verbinding maken
U kunt verbinding maken met het
netwerk door een bekabelde
verbinding te maken (p. 13)
Er zijn verschillende methoden om het toestel verbinding te laten maken met een netwerk. Selecteer een
verbindingsmethode in overeenstemming met uw omgeving.
• Bepaalde beveiligingssoftware die op uw PC is geïnstalleerd of de firewall-instellingen van netwerkapparaten (bijvoorbeeld een
router) kunnen de toegang van het toestel tot de netwerkapparaten of internet blokkeren. In deze gevallen dient u de instellingen van
de beveiligingssoftware of firewall op de juiste wijze te configureren.
• Elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnetwerk als het toestel.
• Als u de service via internet wilt gebruiken, wordt een breedbandverbinding ten zeerste aanbevolen.
• Als u een audiosignaal met hoge resolutie afspeelt via het netwerk, raden we u aan een bekabelde verbinding te maken met een router
voor stabiele weergave.
WAC (Wireless Accessory Configuration)
Als u het toestel inschakelt direct nadat u het heeft gekocht of
geïnitialiseerd, gebruikt het toestel automatisch de
netwerkinstellingen van het iOS-apparaat (iPhone/iPad/iPod touch)
en probeert verbinding te maken met een draadloos lokaal netwerk
(tenzij het toestel al is verbonden met een bedraad lokaal netwerk).
Als u een iOS-apparaat heeft, volg dan de procedure vanaf stap 6 in het gedeelte “De iOS-apparaatinstelling delen” (p. 15).
Als u van plan bent met het toestel draadloos via een andere methode verbinding te maken, druk dan op RETURN om het huidige
scherm te verlaten en ga naar één van de onderstaande gedeelten.
■ Met een draadloze router (access point) verbinding maken
Maak verbinding met het netwerk via de hieronder genoemde methode die overeenkomt met uw omgeving.
WAC
R-N303 XXXXXX
■ Bekabelde verbinding maken met een router
• Raadpleeg pagina 40 voor instellen van het IP-adres en andere menu-onderdelen.
• Stel om over te schakelen van verbinding met een draadloos lokaal netwerk naar verbinding met een bedraad lokaal netwerk, de
“Connection” bij “Network” in het setupmenu in op “Wired” (p. 40).
14 Nl
Verbinding maken met een netwerk
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Draadloos verbinding maken met een mobiel
apparaat (Wireless Direct)
Draadloos verbinding maken met
Wireless Direct (p. 17)
RETURN
SETUP
ENTER
Cursortoetsen
/
De naam van dit toestel
Voorbeeld (iOS 10)
Tik hierop om het
instellen te starten
Het momenteel
geselecteerde netwerk
■ Zonder een bekabelde router of draadloze router (access point) verbinding maken
Als het toestel met Wireless Direct op het netwerk is aangesloten, kan het geen verbinding maken met een andere draadloze router
(access point). Om inhoud van internet af te spelen of de firmware van het toestel via het netwerk te updaten, sluit u dit toestel met een
bekabelde of draadloze router (toegangspunt) aan op een netwerk.
De iOS-apparaatinstelling delen
U kunt eenvoudig een draadloze verbinding configureren
door de verbindingsinstellingen toe te passen op iOSapparaten (iPhone/iPad/iPod touch).
Voordat u verder gaat, bevestigt u dat uw iOS-apparaat is
verbonden met een draadloze router (toegangspunt).
• Als u de volgende procedure uitvoert worden alle
netwerkinstellingen geïnitialiseerd.
• Deze configuratie werkt niet als de beveiligingsmethode van uw
draadloze router (toegangspunt) WEP is. Gebruik in dat geval een
andere verbindingsmethode.
CLEARMODEDISPLAY
ENTER
VOLUME
RETURN
OPTION
MUTE
HOME
SETUP
NOW PLAYING
1Druk op SETUP.
5Gebruik de cursortoetsen ( / ) om “Share
Setting” te selecteren en druk vervolgens
twee keer op ENTER.
Als er verbinding is met een bekabeld netwerk geeft de display op
het voorpaneel de meldingen “LAN CBL” en “Pls disconnect”
weer. Trek de netwerkkabel uit het toestel en druk op de ENTERtoets.
6Selecteer op het iOS-apparaat het toestel als
de AirPlay-luidspreker op het Wi-Fi-scherm.
7Controleer of het veld “Network” op het
gewenste netwerk is ingesteld en tik
vervolgens op “Next”.
VOORBEREIDINGEN
2Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
4Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
WIRELESS
¡WPS
Als het deelproces is afgerond, wordt het toestel
automatisch verbonden met het geselecteerde
netwerk (toegangspunt).
Als het instellen is afgerond, dient u te controleren of
het toestel is verbonden met een draadloos netwerk
(p. 18).
15 Nl
Nederlands
Verbinding maken met een netwerk
Opmerking
Opmerking
Opmerking
RETURN
SETUP
ENTER
Cursortoetsen
/
¡WPS
WIRELESS
Cursortoetsen
¡
SSID
Configureren met de WPS-drukknop
van de router
U kunt heel simpel een draadloze verbinding configureren
met één druk op de WPS-knop.
Deze configuratie werkt niet als de beveiligingsmethode van uw
draadloze router (access point) WEP of WPA2-TKIP is. Gebruik
in dat geval een andere verbindingsmethode.
CLEARMODEDISPLAY
ENTER
VOLUME
RETURN
OPTION
MUTE
HOME
SETUP
NOW PLAYING
1Druk op SETUP.
2Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3
Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connection” te selecteren en druk op ENTER.
De draadloze netwerkverbinding
handmatig instellen
Voordat u de volgende procedure uitvoert, controleert u de
beveiligingsmethode en de beveiligingssleutel op de
draadloze router (access point).
CLEARMODEDISPLAY
ENTER
ENTER
VOLUME
RETURN
OPTION
MUTE
RETURN
HOME
SETUP
SETUP
NOW PLAYING
1Druk op SETUP.
2Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connection” te selecteren en druk op
ENTER.
4Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
4Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
5Druk tweemaal op ENTER.
“Connecting” verschijnt op de display van het voorpaneel.
6Druk op de WPS-knop op de draadloze router
(toegangspunt).
Als het verbindingsproces is afgerond, verschijnt
“Completed” op de display van het voorpaneel. Als het
instellen is afgerond, dient u te controleren of het
toestel is verbonden met een draadloos netwerk (p. 18).
Als “Completed” niet verschijnt, herhaal dan de
procedure vanaf stap 1 of probeer een andere
verbindingsmethode.
7Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Info over WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard die is
ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance, waarmee een draadloos
thuisnetwerk makkelijk te maken is.
16 Nl
5Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“ManualSetting” te selecteren en druk op
ENTER.
MANUAL
¡SSID
6Gebruik de cursortoetsen ( / ) om “SSID”
te selecteren en druk op ENTER.
Loading...
+ 45 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.