Yamaha R-N303D User manual

G
Gebruikershandleiding
NL
Network Receiver
• Met de R-N303 en R-N303D netwerkontvangers kan geluid op hoge kwaliteit in stereo bij u thuis worden afgespeeld.
• Deze handleiding behandelt voorbereidingen en handelingen voor dagelijks gebruik van het toestel.
Nederlands
WAARSCHUWING

VOORZICHTIG

LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOOR GEBRUIK. VOLG DEZE INSTRUCTIES.
De onderstaande voorzorgsmaatregelen zijn bedoeld om het risico op schade aan de gebruiker en anderen te voorkomen, om schade aan eigendommen te voorkomen en om te zorgen dat de gebruiker dit apparaat veilig en op de juiste manier gebruikt. Volg deze instructies.
Bewaar deze handleiding nadat u deze hebt gelezen op een veilige plaats zodat u hem later nog kunt raadplegen.
• Laat het apparaat altijd controleren of repareren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha­servicepersoneel.
• Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van of modificaties aan het toestel.
• Dit product is bedoeld voor gewone woonhuizen. Gebruik het niet voor toepassingen waarvoor een hoge betrouwbaarheid vereist is, zoals het beheren van levens, gezondheidszorg of eigendommen van hoge waarde.
Deze inhoud geeft ‘risico op ernstig lichamelijk letsel of overlijden’ aan.
Spanningsvoorziening/netsnoer
• Doe niets waardoor het netsnoer beschadigd kan raken.
- Leg het niet in de buurt van een verwarming.
- Buig het snoer niet te ver en verander het niet.
- Kras niet over het snoer.
- Leg het niet onder een zwaar voorwerp.
Als u het netsnoer gebruikt terwijl de kern van het snoer blootligt, kan dat een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Raak de stekker of het snoer niet aan als de mogelijkheid van onweer bestaat. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kunnen elektrische schokken ontstaan.
• Gebruik dit apparaat met de voedingsspanning die erop is afgedrukt. Aansluiting op een incorrect stopcontact kan brand, elektrische schokken of storingen veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder al het vuil of stof dat zich erop heeft verzameld. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand of elektrische schokken.
• Zorg er bij het opstellen van het toestel voor dat het gebruikte stopcontact makkelijk toegankelijk is. Schakel de aan/uit-schakelaar bij storingen of een slechte werking onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Ook als de aan/uit-schakelaar is uitgeschakeld, is het toestel niet losgekoppeld van de voedingsbron zolang het netsnoer niet uit het wandstopcontact is gehaald.
• Als u onweer hoort of denkt dat er onweer op komst is, schakel dan snel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand of storingen.
• Als u het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt, haal dan de stekker uit het stopcontact. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand of storingen.
Niet demonteren
• U mag dit apparaat niet demonteren of aanpassen. Als u zich niet hieraan houdt, kan dat leiden tot brand, elektrische schokken, letsel of storingen. Als u onregelmatigheden opmerkt, laat u het apparaat controleren of repareren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
Waarschuwing tegen water
• Stel het toestel niet bloot aan regen en gebruik deze niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen (zoals vazen, flessen of glazen) die vloeistof bevatten op het instrument. Als er een vloeistof, zoals water, in het apparaat komt, kan dat brand, elektrische schokken of storingen veroorzaken. Als er een vloeistof, zoals water, in het apparaat terechtkomt, zet het dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat vervolgens controleren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Haal nooit een stekker uit en steek nooit een stekker in het stopcontact als u natte handen heeft. Raak dit apparaat nooit met natte handen aan. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot elektrische schokken of storingen.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen of open vuur in de buurt van het toestel. Deze kunnen brand veroorzaken.
Onderhoud en zorg
• Gebruik voor het schoonmaken of smeren geen aërosols of chemische producten in sprayvorm die brandbaar gas bevatten. Het brandbare gas blijft achter in het toestel en kan een explosie of brand veroorzaken.
Batterijgebruik
• Demonteer geen batterijen. Als de inhoud van de batterij op uw handen of in uw ogen komt, kan dat blindheid of chemische brandwonden veroorzaken.
• Gooi batterijen nooit in het vuur. Ze kunnen barsten en zo brand of letsel veroorzaken.
• Stel batterijen niet bloot aan hoge temperaturen, zoals direct zonlicht of vuur. De batterij kan uit elkaar barsten en zo brand of letsel veroorzaken.
• Probeer nooit niet-oplaadbare batterijen op te laden. Door het opladen kan een barst of lek ontstaan in de batterij, wat blindheid, chemische brandwonden of letsel kan veroorzaken.
• Vermijd contact met de vloeistof als een batterij lekt. Als de batterijvloeistof in contact mocht komen met uw ogen, mond of huid, was het betreffende gebied dan onmiddellijk met water en raadpleeg een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan mogelijk gezichtsverlies of chemische verbranding veroorzaken.
Draadloos apparaat
• Gebruik dit toestel niet in de buurt van medische apparatuur of in medische instellingen. Radiogolven van dit toestel kunnen elektronische medische apparatuur beïnvloeden.
• Gebruik dit toestel niet binnen een afstand van 15 cm van personen met een geïmplanteerde pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator. Radiogolven die afkomstig zijn van dit toestel, kunnen een elektro-medische apparaten zoals geïmplanteerde pacemaker of defibrillator beïnvloeden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als zich een van de volgende onregelmatigheden voordoet, schakel dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit het stopcontact. Als u batterijen gebruikt, moet u de batterijen uit dit apparaat verwijderen.
- Het netsnoer is beschadigd.
- Het apparaat verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook
uit het apparaat.
- Er is materiaal binnen in het apparaat gekomen dat er niet in hoort.
- Het geluid valt weg tijdens het gebruik.
- Er zit een barst in het apparaat of het apparaat is beschadigd. Als u het apparaat blijft gebruiken, kan dat elektrische schokken,
brand of storingen veroorzaken. Laat het apparaat meteen controleren of repareren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Zorg dat u dit toestel niet laat vallen en oefen er geen overmatige druk op uit. Als u vermoedt dat het apparaat beschadigd is geraakt door een val of stoot, schakelt u het apparaat onmiddellijk uit en haalt u de stekker uit het stopcontact. Als u zich niet hieraan houdt, kan dat leiden tot elektrische schokken, brand of storingen. Laat het apparaat meteen controleren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
Deze inhoud geeft ‘risico op lichamelijk letsel’ aan.
Spanningsvoorziening/netsnoer
• Gebruik geen stopcontact waar de stekker alleen maar losjes in past. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dat leiden tot brand, elektrische schokken of brandplekken.
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Als u aan het snoer trekt, kan het beschadigd raken, wat kan leiden tot elektrische schokken of brand.
• Steek de stekker stevig helemaal in het stopcontact. Als u het apparaat gebruikt terwijl de stekker niet goed in het stopcontact zit, kan zich stof verzamelen op het stopcontact, wat brand of brandplekken kan veroorzaken.
Opstelling
• Plaats het toestel niet in een onstabiele positie waardoor deze per ongeluk kan vallen of omvallen en letsel kan veroorzaken.
• Blokkeer de ventilatieopeningen (koelsleuven) van dit apparaat niet. Dit apparaat heeft ventilatieopeningen aan de boven- en onderkant om te voorkomen dat de interne temperatuur te hoog oploopt. Als u zich hier niet aan houdt, kan zich warmte ophopen in het toestel, brand of storingen kunnen ontstaan.
• Bij de installatie van dit apparaat:
- Bedek het apparaat niet met een doek.
- Installeer het apparaat niet op een tapijt of vloerkleed.
- Zorg dat de bovenkant naar boven wijst; installeer het apparaat
niet op een zijkant of ondersteboven.
- Gebruik het apparaat niet in een kleine, slecht geventileerde
locatie. Als u zich niet aan de bovenstaande richtlijnen houdt, kan zich warmte ophopen in het toestel, brand of storingen kunnen ontstaan. Zorg voor voldoende ruimte rondom het apparaat: ten minste 30 cm aan de bovenkant, 20 cm aan de zijkanten en 20 cm aan de achterkant.
• Zorg dat de bovenkant naar boven wijst. Als u zich hier niet aan houdt, kunnen storingen ontstaan of kan het toestel vallen, waardoor letsel kan ontstaan.
• Plaats het toestel niet op een locatie waar het in contact zou kunnen komen met corrosieve gassen of zilte lucht. Als u dat wel doet, zou dit kunnen leiden tot een defect.
• Blijf uit de buurt van het toestel tijdens een natuurramp, zoals een aardbeving. Het toestel kan kantelen of omvallen en letsel veroorzaken, dus ga snel uit de buurt van het apparaat en ga naar een veilige plek.
• Schakel voordat u dit apparaat verplaatst het apparaat uit en koppel alle kabels los. Als u zich hier niet aan houdt, kunnen de kabels beschadigd raken of kunt u of iemand anders erover struikelen en vallen.
Gehoorverlies
• Gebruik het toestel/de luidsprekers of de hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO­arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
• Voordat u het toestel aansluit op andere elektronische componenten, moet u alle betreffende apparatuur uitschakelen. Zorg er tevens voor dat u alle volumeniveaus van alle apparaten op het minimum instelt, voordat u ze aan- of uitzet. Als u dat niet doet, kan dat leiden tot gehoorverlies, elektrische schokken of beschadiging van apparatuur.
• Wanneer u de netspanning van uw audiosysteem inschakelt, zet u het toestel altijd als LAATSTE aan om gehoorverlies en schade aan de luidsprekers te voorkomen. Wanneer u de spanning uitschakelt, dient het toestel om dezelfde reden als EERSTE te worden uitgeschakeld. Als u zich niet aan het bovenstaande houdt, kan dat leiden tot gehoorverlies of beschadiging van de luidsprekers.
Onderhoud
• Haal eerst de stekker uit het stopcontact als u het toestel schoonmaakt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kunnen elektrische schokken ontstaan.
Zorgvuldig behandelen
• Steek geen materiaal zoals metaal of papier in de ventilatieopeningen van dit apparaat. Als u zich niet hieraan houdt, kan dat leiden tot brand, elektrische schokken of storingen. Schakel als er materiaal in het apparaat komt het apparaat meteen uit en trek de stekker uit het stopcontact. Schakel vervolgens de versterkers en ontvangers uit en laat het apparaat controleren bij de dealer bij wie u het hebt gekocht of door gekwalificeerd Yamaha-servicepersoneel.
• Leun niet op het toestel en plaats er geen zware objecten op. Oefen geen overmatige kracht uit op de knoppen, schakelaars en connectors. Als u zich niet aan het bovenstaande houdt, kan dat leiden tot letsel of beschadiging van de apparatuur.
• Voorkom letsel en beschadiging van het toestel door niet aan de aangesloten snoeren te trekken zodat het toestel niet kan vallen.
Batterijgebruik
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe batterijen in combinatie met oude batterijen. Als u nieuwe batterijen in combinatie met oude gebruikt, kan dat brand, brandplekken of vlammen veroorzaken doordat er vloeistof kan gaan lekken.
• U moet nooit verschillende batterijsoorten (bijvoorbeeld alkaline en mangaan) of batterijen van verschillende fabrikanten of verschillende batterijsoorten van dezelfde fabrikant door elkaar gebruiken. Dit kan leiden tot brand, brandplekken of vlamvorming door het lekken van vloeistof.
• Houd batterijen weg van kinderen. Een kind zou per ongeluk een batterij kunnen inslikken. Als u zich hier niet aan houdt kan er ook vlamvorming door het lekken van batterijvloeistof ontstaan.
• Zorg dat u batterijen niet samen met stukken metaal in een zak of tas doet, draagt of bewaart. Er kan kortsluiting ontstaan of de batterij kan barsten of lekken en zo brand of letsel veroorzaken.
• Zorg ervoor dat de batterijen altijd op de juiste manier geplaatst worden; let op het plus- (+) en minteken (-). Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand, brandplekken of vlamvorming door het lekken van vloeistof.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening als deze leeg zijn of als u het toestel gedurende een langere periode niet gebruikt om schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
• Isoleer de polen van batterijen met plakband of een andere bescherming als u ze bewaart of weggooit. Als u ze mengt met andere batterijen of metalen voorwerpen, kan dat brand, brandplekken of vlammen veroorzaken doordat er vloeistof kan gaan lekken.
Let op
Raak het oppervlak niet aan dat met dit label is gemarkeerd. Het oppervlak kan heet worden tijdens gebruik.
Nederlands
ii Nl

Mededeling en informatie

Kennisgeving
Geeft punten aan die in acht moeten worden genomen om storingen, schade of defecten aan het product of dataverlies te voorkomen en om het milieu te beschermen.
Stroom
• Geeft punten aan die in acht moeten worden genomen om storingen, schade of defecten aan het product of dataverlies te voorkomen en om het milieu te beschermen.
Opstelling
• Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van andere elektrische apparatuur, zoals een tv, radio of mobiele telefoon. Als u dit niet opvolgt kan dit apparaat ruis veroorzaken op de tv of radio.
• Gebruik dit apparaat niet op een locatie die blootstaat aan direct zonlicht (zoals in een auto), die zeer warm (zoals bij een verwarming) of zeer koud wordt of die blootstaat aan grote hoeveelheden stof of trillingen. Als u dit niet opvolgt kan het paneel van dit toestel vervormen, kunnen de interne componenten defecten gaan vertonen of kan de werking onstabiel worden.
• Plaats dit apparaat zo ver mogelijk van andere elektronische apparatuur. Digitale signalen van dit toestel kunnen interfereren met andere elektronische apparatuur.
• Als u een draadloos netwerk gebruikt of Bluetooth, plaats dit apparaat dan niet in de buurt van metalen wanden of bureaus, magnetrons of andere draadloze netwerkapparaten.
Aansluitingen
• Als u externe apparaten aansluit, lees dan de handleiding voor elk apparaat grondig door en sluit de apparaten aan overeenkomstig de instructies. Als u een apparaat niet behandelt overeenkomstig de instructies, kunnen storingen ontstaan.
• Sluit dit apparaat niet aan op industriële apparaten. Voor consumentengebruik en industrieel gebruik worden verschillende standaards voor de digitale audio-interface gebruikt. Dit apparaat is ontworpen voor aansluiting op een digitale audio-interface voor consumentengebruik. Als u dit apparaat aansluit op een digitale audio-interface voor industrieel gebruik, kunnen er niet alleen storingen in het apparaat optreden, maar kunt u de luidsprekers ook beschadigen.
Behandeling
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen producten op dit apparaat. Als u dit niet opvolgt, kan het paneel van dit toestel verkleuren of vervormen.
• Als de omgevingstemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld tijdens het transport van het apparaat of bij snelle verwarming of afkoeling) en er mogelijk condensvorming is opgetreden in het apparaat, laat u het apparaat voor gebruik enkele uren staan zonder het in te schakelen, totdat het helemaal droog is. Als u het apparaat gebruikt terwijl er condensatie aanwezig is, kunnen er storingen optreden.
Onderhoud
• Gebruik bij het schoonmaken van het apparaat een zachte droge doek. Het gebruik van chemische stoffen als benzine of thinner, reinigingsproducten of chemische schoonmaakdoekjes kan verkleuring of vervorming veroorzaken.
Batterijen
• Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld te worden.
Informatie
Vermeldt relevante informatie over dit product.
Over de inhoud van deze handleiding
• De illustraties en schermen in deze handleiding dienen uitsluitend voor instructiedoeleinden.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
• Software kan zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast en bijgewerkt.
• Informatie die is gemarkeerd door het pictogram “ WAARSCHUWING” geeft punten aan die tot fataal of ernstig letsel kunnen leiden als ze niet in acht worden genomen.
• Informatie die is gemarkeerd door het pictogram “ OPGELET” geeft punten aan die tot letsel kunnen leiden als ze niet in acht worden genomen.
• Informatie in de “Mededeling”-paragrafen geeft punten aan die in acht moeten worden genomen om storingen, schade of defecten aan het product of dataverlies te voorkomen.
• Informatie die wordt vermeld in “Opmerking”-paragrafen geeft aanvullende informatie aan.
• In deze handleiding worden de “iPod touch”, “iPhone” en “iPad” allemaal aangeduid met “iPhone”. (“iPhone” verwijst naar “iPod touch”, “iPhone” en “iPad”, tenzij anderszins wordt aangegeven.)
• In deze handleiding worden als voorbeelden Engelstalige illustraties van menuschermen gebruikt.
iii Nl

Inhoud

Inhoud
INLEIDING
Wat u kunt doen met dit toestel ................................ 2
Bronnen die op dit toestel afgespeeld kunnen
worden ....................................................................... 2
Bijgeleverde accessoires ............................................. 3
Bedieningselementen en functies ............................... 4
Voorpaneel..................................................................... 4
Display voorpaneel ........................................................ 6
Achterpaneel .................................................................. 7
Afstandsbediening ......................................................... 8
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen ............................................................ 10
Audio-apparaten aansluiten ......................................... 10
De luidsprekers aansluiten ........................................... 11
De FM/AM antennes aansluiten (R-N303).................. 12
De DAB/FM-antenne aansluiten (R-N303D) .............. 12
De netwerkkabel aansluiten ......................................... 13
Een draadloze antenne voorbereiden ........................... 13
Netsnoer aansluiten...................................................... 13
Het toestel inschakelen ................................................ 13
Verbinding maken met een netwerk ....................... 14
De iOS-apparaatinstelling delen .................................. 15
Configureren met de WPS-drukknop van de router .... 16
De draadloze netwerkverbinding handmatig
instellen ................................................................... 16
Een mobiel apparaat direct met het toestel verbinden
(Wireless Direct) ..................................................... 17
De netwerkverbindingsstatus controleren.................... 18
Configureren MusicCast.............................................. 19
BASISBEDIENING
Afspelen ..................................................................... 20
Een bron afspelen ........................................................ 20
Informatie wisselen op de display van het
voorpaneel ............................................................... 20
De slaaptimer gebruiken .............................................. 21
Luisteren naar FM/AM-radio ................................. 22
FM/AM afstemmen ..................................................... 22
Voorkeuzefuncties gebruiken ...................................... 22
Radio Data System afstemmen (alleen voor modellen
voor het Verenigd koninkrijk en Europa)................ 25
Luisteren naar DAB-radio (R-N303D) ................... 26
De DAB-afstemming voorbereiden ............................. 26
Een DAB-radiostation voor ontvangst selecteren........ 26
De presetfunctie gebruiken .......................................... 27
De DAB-informatie weergeven ................................... 28
De ontvangststerkte van elk DAB-kanaallabel
controleren............................................................... 29
Muziek weergeven via Bluetooth ............................. 30
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
(koppelen)................................................................ 30
Inhoud van het Bluetooth-apparaat weergeven............ 30
Verbreken van een Bluetooth-verbinding.................... 31
Muziek afspelen van mediaservers (PC/NAS) ....... 32
Het delen van muziekbestanden via media instellen ... 32
Afspelen PC-muziekinhoud......................................... 33
Luisteren naar internetradio ................................... 34
Muziek afspelen met AirPlay .................................. 35
Weergave van iTunes/iPod-muziekcontent ................. 35
Het huidige nummer/de huidige zender
registreren (voorkeuzefunctie).............................36
Een voorkeuze registreren ........................................... 36
Een voorkeuze terugroepen ......................................... 36
Een voorkeuze wissen.................................................. 36
GEAVANCEERDE BEDIENING
Afspeelinstellingen configureren voor
verschillende afspeelbronnen
(menu OPTION)....................................................37
Optiemenu-items ......................................................... 37
Verschillende functies configureren
(menu SETUP).......................................................39
SETUP menu-items ..................................................... 39
Network ....................................................................... 40
Bluetooth ..................................................................... 41
Balance ........................................................................ 41
Max Volume ................................................................ 41
InitialVolume............................................................... 42
AutoPowerStby (Auto Power Standby) ....................... 42
De systeeminstellingen configureren
(menu ADVANCED SETUP)...............................43
ADVANCED SETUP menu-items.............................. 43
De versie van de firmware controleren
(VERSION) ............................................................. 43
De afstandsbedienings-ID selecteren
(REMOTE ID)......................................................... 43
Stelt de afstemfrequentiestap in (TU).......................... 43
De standaardinstellingen herstellen (INIT) ................. 43
De firmware bijwerken (UPDATE)............................. 44
De firmware van het toestel updaten.......................45
AANVULLENDE INFORMATIE
Foutopsporing............................................................46
Ondersteunde apparaten en bestandsindelingen ...52
Ondersteunde apparaten............................................... 52
Ondersteunde bestandsindelingen ............................... 52
Technische gegevens..................................................53
Handelsmerken..........................................................55
Index ...........................................................................56
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
BEDIENING
GEAVANCEERDE
INFORMATIE
AANVULLENDE
Nederlands
1 Nl

INLEIDING

Opmerking
Dit toestel
1 Internet 2 Streamingservice
Modem
Router*
3 PC 5 AirPlay (iTunes)
4 NAS
5 AirPlay (iPhone/iPad/iPod touch) 6 Bluetooth
7 CD-speler, enz.
Mobiel
apparaat
8 Radio

Wat u kunt doen met dit toestel

Dit toestel is een netwerkontvanger die compatibel is met een netwerkbron, zoals een mediaserver en een mobiel apparaat. Niet alleen afspelen van analoge signaalbronnen, zoals een CD-speler of AM/FM-radio wordt ondersteund, maar ook Bluetooth-apparaten en netwerkstreamingdiensten.

Bronnen die op dit toestel afgespeeld kunnen worden

Wi
Fi
DISPLAY MODE
MEMORY BAND
SPEAKERSPHONES
BASS
BLUETOOTH
PRESET
TUNING
TREBLE
INPUT
VOLUME
SELECT
PUSH ENTER
RETURN
CONNECT
*
U hebt een in de handel verkrijgbare draadloze router (toegangspunt) nodig als u een mobiel apparaat gebruikt.
1 Internetradio weergeven (p. 34)
2 De streamingservice afspelen
(zie de aanvulling voor elke service.)
3 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
pc afspelen (p. 32)
4 Muziekbestanden die opgeslagen zijn op uw
NAS afspelen (p. 32)
Raadpleeg “Aansluitingen” (p. 10) voor meer informatie over het aansluiten van externe apparaten.
2 Nl
5 Muziekbestanden afspelen met AirPlay (p. 35)
6 Audioinhoud afspelen van Bluetooth-
apparaten (p. 30)
7 Uw externe component afspelen (p. 10)
8 Naar radio luisteren (p. 22, 26, )
Bijgeleverde accessoires
Afstandsbediening FM-antenne (R-N303)AM-antenne (R-N303)
Batterijen (x2)
(AA, R6, UM-3)
DAB/FM-antenne
(R-N303D)
*
Afhankelijk van de regio waarin het toestel wordt aangekocht wordt één van het bovenstaande meegeleverd.
R-N303/R-N303D gebruikershandleiding
cd-rom (model voor Europa)
R-N303/R-N303D gebruikershandleiding
(behalve model voor Europa, dit boek)
R-N303/R-N303D Snelstartgids
(model voor Europa)
G
Network Receiver
Controleer of de volgende accessoires bij het product zijn geleverd.
Wat u kunt doen met dit toestel
INLEIDING
G
Network Receiver Réseau Ampli-Tuner
Nederlands
3 Nl

Voorpaneel

Opmerking

Bedieningselementen en functies

1 2 3 0954 6 7
DISPLAY MODE
SPEAKERSPHONES
MEMORY BAND
BASS
ED F G
1 A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
2 STANDBY/ON-indicator
Helder brandend: Toestel staat aan Gedempt: Stand-by-modus
Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet gebruikt dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Dit toestel gebruikt een minimale hoeveelheid stroom, zelfs als de stand-by-modus actief is.
3 Display voorpaneel
Geeft informatie weer over de bedrijfsstatus van het toestel (p. 6).
4 DISPLAY
Selecteert de informatie die wordt weergegeven op de display op het voorpaneel (p. 20).
5 MODE
Stelt de FM-bandontvangstmodus in op automatische stereo of mono-ontvangst (p. 22).
6 MEMORY
Slaat het huidige radiostation op als voorkeuze wanneer TUNER is geselecteerd als signaalbron (p. 23, 27). Registreert het huidige nummer of streamingstation dat wordt afgespeeld als een voorkeuze wanneer NET zijn geselecteerd als signaalbron (p. 36).
7 BAND
Stelt de radiotunerband in wanneer TUNER is geselecteerd als ingangsbron. (p. 22, 26)
8 BA
Wi
Fi
BLUETOOTH
PRESET
TREBLE
TUNING
SELECT
INPUT
PUSH ENTER
RETURN
CONNECT
VOLUME
H JIC
8 PRESET j / i
Roept een voorkeuzeradiostation (p. 24, 22) of nummer/streamingstation op (p. 36).
9 BLUETOOTH-indicator
Gaat branden als het toestel verbinding maakt met een Bluetooth-apparaat.
0 Wi-Fi-indicator
Deze brandt als er verbinding wordt gemaakt met een draadloos netwerk, of als het toestel wordt gebruikt als een access point (toegangspunt). Gaat ook branden als het toestel met de app MusicCast CONTROLLER wordt geregistreerd, zelfs als het toestel is verbonden met een vast netwerk.
A Afstandsbedieningssensor
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
B TUNING jj / ii
Selecteert de afstemfrequentie (p. 22) of een DAB­radiostation (p. 26) als TUNER is geselecteerd als signaalbron.
4 Nl
C PHONES-aansluiting
Voert audio uit naar uw hoofdtelefoon zodat u privé kunt luisteren.
D SPEAKERS A/B
Elke keer als de betreffende toets wordt ingedrukt, wordt de luidsprekerset die is aangesloten op de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het achterpaneel in- of uitgeschakeld.
E BASS +/–
Verhoogt of verlaagt de versterking van de lage tonen. Bedieningsbereik: –10 tot +10 (20 Hz)
F TREBLE +/–
Verhoogt of verlaagt de versterking van de hoge tonen. Bedieningsbereik: –10 tot +10 (20 kHz)
G INPUTl / h
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt luisteren.
H SELECT/ENTER (stapsgewijze keuzeknop)
Draai de keuzeknop om een numerieke waarde of instelling te selecteren en druk vervolgens op de keuzeknop om te bevestigen.
I RETURN
Keert terug naar de vorige indicatie op het voorpaneelscherm.
Bedieningselementen en functies
INLEIDING
CONNECT
Gebruiken om het toestel te bedienen via de MusicCast CONTROLLER-app voor mobiele apparaten. Raadpleeg MusicCast Installatiehandleiding voor de details.
J VOLUME-bediening
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Nederlands
5 Nl
Bedieningselementen en functies
Opmerking
Opmerking
STEREO SP
MUTE
A
TUNED
SP
SLEEP
B
1
42 3 5 6

Display voorpaneel

U kunt het helderheidsniveau van de display op het voorpaneel wijzigen door te drukken op DIMMER (p. 8).
1 Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang). U kunt de weergegeven informatie wisselen als u drukt op DISPLAY (p. 20).
2 STEREO indicator
Gaat branden als het toestel een stereo FM­radiosignaal ontvangt.
3 TUNED indicator
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/ AM-station ontvangt.
AM-radio is alleen beschikbaar voor de R-N303.
4 Luidsprekerindicators
5 MUTE indicator
6 SLEEP indicator
6 Nl
“SP A” gaat branden als de SPEAKERS A-uitgang is ingeschakeld en “SP B” gaat branden als de SPEAKERS B-uitgang is ingeschakeld.
Knippert als de audio is gedempt.
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld (p. 21).

Achterpaneel

SPEAKERS
ANTENNA
CD
GND
PHONO LINE
IN
OUT
CLASS 2 WIRING
CABLAGE CLASSE 2
A OR B:8ΩMIN./SPEAKER
A
B
NETWORK
SERVICE
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
AM
FM
75
2
VOLTAGE SELECTOR
22020
240 V
0
CD LINE
IN
OUT
32
76A
B
1324 5
089
9 0
(R-N303 behalve model voor Europa)
* Het R-N303-model voor Europa en de R-N303D zijn uitgerust met de onderstaande aansluitingen.
Bedieningselementen en functies
INLEIDING
1 SERVICE-aansluiting
Deze aansluiting is voor support, en wordt normaliter niet gebruikt.
2 NETWORK-aansluiting
Voor aansluiting op een netwerk met een netwerkkabel (p. 13).
3 ANTENNA-aansluitingen
Voor de aansluiting op de radio-antennes (p. 12).
4 Draadloze antenne
Voor het draadloos verbinding maken met een netwerkapparaat (p. 13).
5 Netsnoer
Voor de aansluiting op een stopcontact (p. 13).
6 OPTICAL-aansluiting
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van optische digitale uitgangen zijn voorzien (p. 10).
7 COAXIAL-aansluiting
Voor de aansluiting op audiocomponenten die van coaxiale digitale uitgangen zijn voorzien (p. 10).
8 PHONO-aansluitingen (R-N303 behalve model
voor Europa)
Voor het aansluiten op een draaitafel (p. 10).
9 CD-aansluitingen
Voor de aansluiting op een CD-speler (p. 10).
0 LINE 1-3 aansluitingen
Europa, R-N303)
LINE 1-2 aansluitingen (R-N303- behalve model voor Europa)
Voor de aansluiting op analoge audiocomponenten (p. 10).
A SPEAKERS-aansluitingen
B VO LTAGE S E LECTOR
Gebruikt om luidsprekers aan te sluiten (p. 11).
(alleen voor het universele model)
(R-N303 model voor
Nederlands
7 Nl
Bedieningselementen en functies
Opmerking
1
2 3
4
B
C
H
I
D
J
5
8
7
9 0
E
A
F
G
6
(R-N303, behalve het model voor Europa)

Afstandsbediening

DIMMER
SLEEP
SPEAKERS
OPTICAL
COAXIAL
LINE 1
LINE 2 PHONO
5 SPEAKERS A/B
Als u op de betreffende toets drukt, wordt de luidsprekerset die is aangesloten op de aansluitingen SPEAKERS A en/of SPEAKERS B op het achterpaneel van het toestel in- of uitgeschakeld.
BA
CD
6 Signaalkeuzetoetsen
Hiermee kiest u de ingangsbron waar u naar wilt luisteren.
ENTER
VOLUME
BLUETOOTH
TUNING
PRESET
RETURN
OPTION
MUTE
SHUFFLE
TUNER NET
BAND
MEMORY
CLEAR MODE DISPLAY
HOME
SETUP
NOW PLAYING
REPEAT
1 Infraroodsignaalzender
Verzendt infrarode signalen.
2 A (aan/uit)
Hiermee zet u het toestel aan/uit (stand-by).
3 SLEEP
Stelt de slaaptimer in (p. 21).
4 DIMMER
Wijzigt het helderheidsniveau van het voorpaneelscherm. Kies de helderheid uit 5 niveaus door herhaaldelijk op deze toets te drukken.
De toets NET is voor netwerkbron. Druk hier herhaaldelijk op om de gewenste netwerkbron te selecteren.
7 Radiotoetsen
De radio bedienen. BAND Stelt de radiotunerband in
wanneer TUNER is geselecteerd als signaalbron (p. 22, 26).
TUNINGjj / ii Selecteert de afstemfrequentie
(p. 22) of een DAB-radiostation (p. 26) als TUNER is geselecteerd als signaalbron.
8 MEMORY
Slaat het huidige radiostation op als voorkeuze wanneer TUNER is geselecteerd als signaalbron (p. 23, 27). Registreert het huidige nummer of streamingstation dat wordt afgespeeld als een voorkeuze wanneer NET zijn geselecteerd als signaalbron (p. 36).
9 CLEAR
Wist het voorkeuzegeheugen (p. 24, 28, 36).
0 MODE
Stelt de FM-bandontvangstmodus in op automatische stereo of mono-ontvangst (p. 22).
A Menutoetsen
Cursortoetsen Selecteren een menu, instelwaarde
of een andere parameter.
ENTER Hiermee bevestigt u een
geselecteerd item.
RETURN Keert terug naar de vorige situatie.
B HOME
Keert terug naar het bovenste niveau bij het selecteren van muziekbestanden, mappen, etc.
C SETUP
Geeft het menu “SETUP” weer (p. 39).
D NOW PLAYING
Geeft muziekgegevens weer bij het selecteren van muziekbestanden, mappen, etc.
8 Nl
Bedieningselementen en functies
Opmerking
AA, R6, UM-3-batterijen
Ongeveer 6 m
Afstandsbediening
E Afspeeltoetsen
Hiermee kan worden afgespeeld of kunnen andere handelingen worden uitgevoerd voor netwerkbronnen en Bluetooth-apparaten.
Yamaha kan de werking van alle Bluetooth-apparaten niet garanderen.
F PRESET j / i
Roept een voorkeuzeradiostation (p. 24, 22) of nummer/streamingstation op (p. 36).
G DISPLAY
Selecteert de informatie die wordt weergegeven op de display op het voorpaneel (p. 20).
H OPTION
Geeft het menu “OPTION” weer (p. 37).
I MUTE
Dempt de audioweergave.
J VOLUME +/–
Verhoogt of verlaagt het geluidsniveau.
Batterijen plaatsen
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik van de afstandsbediening kleiner wordt. Voordat u nieuwe batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.
INLEIDING
Werkingsbereik
Richt de afstandsbediening binnen het hieronder weergegeven bedieningsbereik op de afstandsbedieningssensor op het toestel. Er mogen zich geen grote obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en het toestel.
Nederlands
9 Nl

VOORBEREIDINGEN

VOORZI CHT IG
Opmerking
OC
Audio­ingang
Audio-
uitgang
Luidsprekers B
DVD-speler, enz.
Audio-uitgang
(digitaal coaxiaal)
Audio-uitgang
(digitaal optisch)
CD-speler, enz.
Audio-
uitgang
CD-speler
CD-recorder, enz.
Luidsprekers A
(R-N303 behalve
model voor Europa)
Draaitafel
Audio­uitgang
GND

Aansluitingen

Audio-apparaten aansluiten

Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Als de aansluitingen niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk, met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk van uw componenten. Gebruik RCA-kabels voor het aansluiten van audiocomponenten.
• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten zijn voltooid.
• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
De ingangen van het R-N303-model voor Europa en de R-N303D (p. 7) zijn verschillend.
Alleen PCM-signalen kunnen naar de digitale (OPTICAL/COAXIAL)-aansluitingen van dit toestel worden verzonden.
NETWORK
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
SERVICE
ANTENNA
FM
75
PHONO LINE
GND
CD
AM
SPEAKERS
A OR B:8ΩMIN./SPEAKER
IN
OUT
2
A
B
CLASS 2 WIRING
CABLAGE CLASSE 2
10 Nl
Opmerking
• Bundel audiokabels en luidsprekerkabels niet samen met het
VOORZI CHT IG
Opmerking
Opmerking
aa
b
b
d
d
c
c
10 mm
Rood:positief (+) Zwart:negatief (–)
Banaanstekker
S
R
A
P
Dit toestel
Luidspreker
SPEAKERSPHONES
VOLUME
SELECT
RETURN
PUSH ENTER
CONNECT
DISPLAY MODE
MEMORY BAND
PRESET
TUNING
BASS
TREBLE
INPUT
SPEAKERS A/B
SPEAKERS A/B
netsnoer. Dit kan ruis veroorzaken.
• De PHONO-aansluitingen zijn ontworpen voor het aansluiten van een draaitafel met een MM-cartridge.
• Sluit uw draaitafel aan op de GND- aansluiting om ruis in het signaal te reduceren. Bij sommige draaitafels hoort u echter minder ruis zonder de GND-verbinding.
• Om geluidslussen te voorkomen bij de modellen R-N303D en R­N303 voor Europa, wordt er geen geluid weergegeven via de LINE 3 (OUT)-aansluiting als de LINE 3-ingang is geselecteerd. Op andere modellen wordt er geen geluid weergegeven via de LINE 2 (OUT)-aansluiting als de LINE 2-ingang is geselecteerd.

De luidsprekers aansluiten

Sluit luidsprekers met de hieronder weergegeven impedantie aan. Als er luidsprekers met een extreem lage impedantie worden aangesloten kan dit toestel oververhit raken.
Luidsprekeraansluiting Luidsprekerimpedantie
SPEAKERS A of SPEAKERS B
SPEAKERS A en SPEAKERS B
Dubbele bedrading 8 of hoger
8 of hoger
16 of hoger (behalve het model voor Noord­Amerika)
Aansluitingen
Aansluiten via banaanstekker (alleen
modellen voor Noord-Amerika, Australië, universele modellen)
Draai de knop vast en steek vervolgens de banaanstekker in het uiteinde van de aansluiting.
Dubbel bekabelde aansluiting
Een dubbel bedrade aansluiting scheidt de woofer (lagetonenluidspreker) van het gecombineerde deel voor de middentonen en de tweeters (hogetonenluidsprekers). Een luidsprekerkast voor dubbele bedrading heeft vier aansluitklemmen. Met deze twee sets aansluitingen kan de luidsprekerkast gesplitst worden in twee onafhankelijke delen. Met deze verbindingen wordt de weergave van de middentonen en hoge tonen via de ene set aansluitingen geleid en die van de lage tonen via een andere set aansluitingen.
SPEAKER
A OR B:8ΩMIN./S
A
CLASS 2 WI
CABLAGE CL
B
VOORBEREIDINGEN
De luidsprekerkabels aansluiten
aVerwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van de
uiteinden van de luidsprekerkabel en draai de blootliggende draden van de kabel stevig in elkaar.
bMaak de luidsprekeraansluiting los. cSteek de blootliggende draden van de kabel in de
opening aan de zijkant (bovenaan rechts of onderaan links) van de aansluiting.
dMaak de aansluiting vast.
Wanneer u luidsprekerkabels in de luidsprekeraansluitingen steekt, steek dan alleen de blootliggende luidsprekerdraad in. Als u geïsoleerde kabel insteekt, kan de verbinding slecht zijn en hoort u mogelijk geen geluid.
Sluit de andere luidspreker op dezelfde manier aan op de andere set aansluitingen.
• Bij het maken van dubbel bekabelde aansluitingen dient u de kortsluitbruggen of kabels van de luidspreker te verwijderen. Raadpleeg de handleidingen van de luidsprekers voor meer informatie.
• Om dubbel bekabelde aansluitingen te gebruiken, drukt u op SPEAKERS A en SPEAKERS B (p. 8), zodat beide luidsprekerindicators(“SP A” en “SP B”) branden op het voorpaneel.
DIMMER
SLEEP
BA
SPEAKERS
COAXIAL
CD
OPTICAL
11 Nl
Nederlands
Aansluitingen
Opmerking
Opmerking
ANTENNA
CD
GND
PHONO LINE
IN
OUT
NETWORK
SERVICE
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
AM
FM
75
FM-antenne AM-antenne
(behalve model voor Europa)
Insteken
2
Ingedrukt houden
1
ANTENNA
CD
IN
OUT
NETWORK
SERVICE
DIGITAL
OPTICAL
COAXIAL
AM
FM
75
LINE
FMDAB
75
DAB/ FM antenne

De FM/AM antennes aansluiten (R-N303)

Sluit de meegeleverde FM/AM-antenne aan op dit toestel. Bevestig het einde van de FM-antenne aan een muur en plaats de AM-antenne.

De DAB/FM-antenne aansluiten (R-N303D)

Sluit de meegeleverde DAB/FM-antenne aan op dit toestel en bevestig de antenne-uiteinden aan een wand.
• Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren.
• Wikkel de kabel van de AM-antenne niet verder af dan de benodigde lengte.
• De draden van de AM-antenne hebben geen polariteit.
De meegeleverde AM-antenne monteren
De draden van de AM-antenne
aansluiten
• Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren.
• De antenne moet horizontaal worden gespreid.
12 Nl
Aansluitingen
Opmerking
Let op
WAARSCHUWING
ANTENNA
NETWORK
SERVICE
AM
FM
75
LAN
WAN
Network Attached
Storage
(NAS)
Internet
Modem
Router
Netwerkkabel
PC
Dit toestel (achterzijde)
Mobiel apparaat (zoals iPhone)
(R-N303)
VOLTAGE SELECTOR
22020
240 V
0
Naar stopcontact met het netsnoer
(aan/uit)

De netwerkkabel aansluiten

Sluit het toestel aan op de router met een in de handel verkrijgbare STP-netwerkkabel (rechte kabel van CAT-5 of hoger).
Gebruik STP(Shielded Twisted Pair)-kabel om elektromagnetische interferentie te voorkomen.

Netsnoer aansluiten

Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat u alle andere aansluitingen hebt gemaakt.
Alleen voor het universele model: Zorg dat u de VOLTAGE SELECTOR van het toestel op het lokale voltage instelt, voordat u het netsnoer aansluit. Bij onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR bestaat brandgevaar en kan schade aan het apparaat ontstaan.
VOLTAGE SELECTOR
0
MAINS
22020
240 V
VOORBEREIDINGEN

Een draadloze antenne voorbereiden

Als u het toestel draadloos aansluit, dient u de draadloze antenne uit te klappen. Voor informatie over het aansluiten van het toestel op een draadloos netwerk, raadpleegt u “Op een netwerk aansluiten” (p. 14). Zie voor meer informatie over het gebruik van dit toestel met een Bluetooth-apparaat “Muziek afspelen via Bluetooth” (p. 30).

Het toestel inschakelen

Druk op A (aan/uit) om het toestel in te schakelen.
DIMMER
SLEEP
SPEAKERS
OPTICAL
COAXIAL
LINE 1
LINE 2 PHONO
TUNER NET
MEMORY
BLUETOOTH
BAND
TUNING
PRESET
CLEAR MODE DISPLAY
CD
A
BA
Nederlands
Oefen niet te veel kracht uit op de draadloze antenne. Daarmee beschadigt u mogelijk de antenne.
13 Nl
Opmerking
Opmerking

Verbinding maken met een netwerk

R-N303 (voorbeeld)
Met de Wi-Fi-instelling van het iOS-apparaat (iPhone / iPad / iPod touch) verbinding maken
De Wi-Fi-instelling van het iOS­apparaat delen (p. 15)
Met de WPS drukknopconfiguratie op de draadloze router (of toegangspunt) verbinding maken
De WPS-drukknopconfiguratie gebruiken (p. 16)
Met een draadloze router (toegangspunt) zonder WPS-drukknopconfiguratie verbinding maken
De netwerkverbinding handmatig instellen (p. 16)
Met de MusicCast CONTROLLER-app verbinding maken
Raadpleeg “Configureren MusicCast” (p. 19) voor de details.
Met de DHCP-serverfunctie van de router verbinding maken
U kunt verbinding maken met het netwerk door een bekabelde verbinding te maken (p. 13)
Er zijn verschillende methoden om het toestel verbinding te laten maken met een netwerk. Selecteer een verbindingsmethode in overeenstemming met uw omgeving.
• Bepaalde beveiligingssoftware die op uw PC is geïnstalleerd of de firewall-instellingen van netwerkapparaten (bijvoorbeeld een router) kunnen de toegang van het toestel tot de netwerkapparaten of internet blokkeren. In deze gevallen dient u de instellingen van de beveiligingssoftware of firewall op de juiste wijze te configureren.
• Elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnetwerk als het toestel.
• Als u de service via internet wilt gebruiken, wordt een breedbandverbinding ten zeerste aanbevolen.
• Als u een audiosignaal met hoge resolutie afspeelt via het netwerk, raden we u aan een bekabelde verbinding te maken met een router voor stabiele weergave.
WAC (Wireless Accessory Configuration)
Als u het toestel inschakelt direct nadat u het heeft gekocht of geïnitialiseerd, gebruikt het toestel automatisch de netwerkinstellingen van het iOS-apparaat (iPhone/iPad/iPod touch) en probeert verbinding te maken met een draadloos lokaal netwerk (tenzij het toestel al is verbonden met een bedraad lokaal netwerk).
Als u een iOS-apparaat heeft, volg dan de procedure vanaf stap 6 in het gedeelte “De iOS-apparaatinstelling delen” (p. 15). Als u van plan bent met het toestel draadloos via een andere methode verbinding te maken, druk dan op RETURN om het huidige scherm te verlaten en ga naar één van de onderstaande gedeelten.
Met een draadloze router (access point) verbinding maken
Maak verbinding met het netwerk via de hieronder genoemde methode die overeenkomt met uw omgeving.
WAC R-N303 XXXXXX
Bekabelde verbinding maken met een router
• Raadpleeg pagina 40 voor instellen van het IP-adres en andere menu-onderdelen.
• Stel om over te schakelen van verbinding met een draadloos lokaal netwerk naar verbinding met een bedraad lokaal netwerk, de “Connection” bij “Network” in het setupmenu in op “Wired” (p. 40).
14 Nl
Verbinding maken met een netwerk
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Draadloos verbinding maken met een mobiel apparaat (Wireless Direct)
Draadloos verbinding maken met Wireless Direct (p. 17)
RETURN
SETUP
ENTER
Cursortoetsen
/
De naam van dit toestel
Voorbeeld (iOS 10)
Tik hierop om het instellen te starten
Het momenteel geselecteerde netwerk
Zonder een bekabelde router of draadloze router (access point) verbinding maken
Als het toestel met Wireless Direct op het netwerk is aangesloten, kan het geen verbinding maken met een andere draadloze router (access point). Om inhoud van internet af te spelen of de firmware van het toestel via het netwerk te updaten, sluit u dit toestel met een bekabelde of draadloze router (toegangspunt) aan op een netwerk.

De iOS-apparaatinstelling delen

U kunt eenvoudig een draadloze verbinding configureren door de verbindingsinstellingen toe te passen op iOS­apparaten (iPhone/iPad/iPod touch). Voordat u verder gaat, bevestigt u dat uw iOS-apparaat is verbonden met een draadloze router (toegangspunt).
• Als u de volgende procedure uitvoert worden alle netwerkinstellingen geïnitialiseerd.
• Deze configuratie werkt niet als de beveiligingsmethode van uw draadloze router (toegangspunt) WEP is. Gebruik in dat geval een andere verbindingsmethode.
CLEAR MODE DISPLAY
ENTER
VOLUME
RETURN
OPTION
MUTE
HOME
SETUP
NOW PLAYING
1 Druk op SETUP.
5 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om “Share
Setting” te selecteren en druk vervolgens twee keer op ENTER.
Als er verbinding is met een bekabeld netwerk geeft de display op het voorpaneel de meldingen “LAN CBL” en “Pls disconnect” weer. Trek de netwerkkabel uit het toestel en druk op de ENTER­toets.
6 Selecteer op het iOS-apparaat het toestel als
de AirPlay-luidspreker op het Wi-Fi-scherm.
7 Controleer of het veld “Network” op het
gewenste netwerk is ingesteld en tik vervolgens op “Next”.
VOORBEREIDINGEN
2 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connection” te selecteren en druk op ENTER.
4 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
WIRELESS ¡WPS
Als het deelproces is afgerond, wordt het toestel automatisch verbonden met het geselecteerde netwerk (toegangspunt). Als het instellen is afgerond, dient u te controleren of het toestel is verbonden met een draadloos netwerk (p. 18).
15 Nl
Nederlands
Verbinding maken met een netwerk
Opmerking
Opmerking
Opmerking
RETURN
SETUP
ENTER
Cursortoetsen
/
¡WPS
WIRELESS
Cursortoetsen
¡
SSID

Configureren met de WPS-drukknop van de router

U kunt heel simpel een draadloze verbinding configureren met één druk op de WPS-knop.
Deze configuratie werkt niet als de beveiligingsmethode van uw draadloze router (access point) WEP of WPA2-TKIP is. Gebruik in dat geval een andere verbindingsmethode.
CLEAR MODE DISPLAY
ENTER
VOLUME
RETURN
OPTION
MUTE
HOME
SETUP
NOW PLAYING
1 Druk op SETUP. 2 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3
Gebruik de cursortoetsen ( / ) om “Connection” te selecteren en druk op ENTER.

De draadloze netwerkverbinding handmatig instellen

Voordat u de volgende procedure uitvoert, controleert u de beveiligingsmethode en de beveiligingssleutel op de draadloze router (access point).
CLEAR MODE DISPLAY
ENTER
ENTER
VOLUME
RETURN
OPTION
MUTE
RETURN
HOME
SETUP
SETUP
NOW PLAYING
1 Druk op SETUP. 2 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Network” te selecteren en druk op ENTER.
Druk op RETURN om terug te gaan naar het vorige scherm.
3 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Connection” te selecteren en druk op ENTER.
4 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
4 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“Wireless” te selecteren en druk op ENTER.
5 Druk tweemaal op ENTER.
“Connecting” verschijnt op de display van het voorpaneel.
6 Druk op de WPS-knop op de draadloze router
(toegangspunt).
Als het verbindingsproces is afgerond, verschijnt “Completed” op de display van het voorpaneel. Als het instellen is afgerond, dient u te controleren of het toestel is verbonden met een draadloos netwerk (p. 18). Als “Completed” niet verschijnt, herhaal dan de procedure vanaf stap 1 of probeer een andere verbindingsmethode.
7 Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
Info over WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard die is ontwikkeld door de Wi-Fi Alliance, waarmee een draadloos thuisnetwerk makkelijk te maken is.
16 Nl
5 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om
“ManualSetting” te selecteren en druk op ENTER.
MANUAL ¡SSID
6 Gebruik de cursortoetsen ( / ) om “SSID”
te selecteren en druk op ENTER.
Loading...
+ 45 hidden pages