Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door vooraleer uw
buitenboordmotor in gebruik te nemen.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25101
Aan de eigenaar
Dank u voor uw keuze van een Yamaha-buitenboordmotor. Deze Gebruikershandleiding bevat informatie die vereist is voor een
behoorlijk gebruik, onderhoud en verzorging.
Een grondig begrip van deze instructies zal
u helpen maximaal plezier uit uw nieuwe
Yamaha te halen. Als u nog vragen hebt over
de werking of het onderhoud van uw buitenboordmotor, gelieve dan een Yamahadealer te raadplegen.
In deze Gebruikershandleiding wordt bijzonder belangrijke informatie op de volgende
manieren onderscheiden.
Het Veiligheidsalarmsymbool betekent
AANDACHT! LET GOED OP! UW VEILIGHEID STAAT OP HET SPEL!
DWM00780
WAARSCHUWING
Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de
bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert of herstelt.
DCM00700
OPGELET:
Een waarschuwing toont de speciale
voorzorgmaatregelen die moeten worden
genomen om beschadiging van de buitenboordmotor te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA verstrekt belangrijke informatie
om procedures gemakkelijker of duidelijker
te maken.
Yamaha streeft voortdurend vorderingen in
productontwerp en -kwaliteit na. Hoewel
deze handleiding de meest recente beschik-
bare productinformatie op het moment van
het drukken bevat, kunnen er toch kleine verschillen zijn tussen uw machine en deze
handleiding. Mocht u nog vragen hebben
over deze handleiding, gelieven dan uw
Yamaha-dealer te raadplegen.
Om ervoor te zorgen dat het product lang
zou meegaan, beveelt Yamaha aan het product te gebruiken en de gespecificeerde nazichten en onderhoudsbeurten te laten
uitvoeren overeenkomstig de instructies in
de gebruikershandleiding. Wanneer u die instructies niet volgt, is het niet alleen mogelijk
dat het product defect raakt maar ook dat de
garantie vervalt.
In bepaalde landen gelden wetten of voorschriften die gebruikers verbieden het product elders te gebruiken dan in het land waar
het werd aangekocht, en de kans bestaat
dan ook dat het product niet kan worden geregistreerd in het land van bestemming. Bovendien is het mogelijk dat de garantie niet
geldt in bepaalde gebieden. Wanneer u van
plan bent het product mee te nemen naar
een ander land, dient u de dealer te raadplegen bij wie het product werd gekocht.
Als u het product tweedehands aankocht,
neem dan contact op met de dichtstbijzijnde
dealer om het opnieuw te laten registreren
en om in aanmerking te komen voor de gespecificeerde diensten.
NOTA:
De F40DET, F50FED, F50FET, FT50GET,
F60CET, FT60DET en de standaard accessoires worden gebruikt als basis voor de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding.
Bijgevolg kunnen bepaalde elementen eventueel niet van toepassing zijn op elk model.
Het buitenboordmotorserienummer staat
vermeld op het label op de bakboordzijde
van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in
de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer
of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
ruimte voorzien als referentie in geval u een
nieuwe sleutel nodig hebt.
1. Sleutelnummer
DMU25202
EG label
Motoren voorzien van dit label voldoen aan
bepaalde gedeelten van de richtlijn van het
Europese Parlement in verband met machineparken. Zie het label en de EG Verklaring
van Overeenstemming voor verdere details.
DMU25190
Sleutelnummer
Als de motor is uitgerust met een hoofdsleutelschakelaar, is het sleutelidentificatienummer ingestanst op uw sleutels zoals getoond
op de afbeelding. Noteer dit nummer in de
1
1
1. EG-labellocatie
ZMU04704
Algemene informatie
Brandstoflabel
ZMU01696
DMU25221
Emissiebeheersingsinformatie
DMU25351
SAV-modellen
Motoren die voorzien zijn van het hieronder
afgebeelde label, zijn conform de SAV (de
Zwitserse emissieregelingsvoorschriften
voor de Zwitserse kustwateren).
Goedgekeurd label van het emissieregelingscertificaat
ZMU05466
YAMAHA MOTOR CO.,LTD.
Motorfamilie
AbgastypenprufNummer
ZMU04492
1
ZMU04031
1. Positie van het brandstoflabel
DMU25371
Veiligheidsinformatie
Vooraleer de buitenboordmotor te monte-
●
ren of in gebruik te nemen, moet u deze
volledige handleiding doorlezen. Door
deze te lezen krijgt u een goed inzicht in de
motor en zijn werking.
●
Vooraleer de boot in gebruik te nemen,
moet u alle meegeleverde eigenaars- of
gebruikerhandleidingen en alle labels.
Zorg dat u elk punt begrijpt vooraleer de
boot in gebruik te nemen.
Oefen niet te veel aandrijfkracht op de
●
boot uit met deze buitenboordmotor. Te
veel aandrijfkracht kan u de controle over
de boot doen verliezen. Het nominale vermogen van de buitenboordmotor moet ge-
2
Algemene informatie
lijk zijn aan of lager dan de nominaalvermogenscapaciteit van de boot. Als de
nominaal-vermogencapaciteit van de boot
onbekend is, raadpleeg dan de dealer of
bootfabrikant.
Voer geen aanpassingen aan de buiten-
●
boordmotor uit. Aanpassingen kunnen de
motor ongeschikt of onveilig voor gebruik
maken.
●
Het gebruik van een verkeerde schroef of
een verkeerd gebruik kan niet alleen leiden tot motorschade maar ook tot een te
hoog brandstofverbruik. Raadpleeg uw
dealer in verband met een correct gebruik.
Gebruik de boot nooit na het drinken van
●
alcohol of innemen van drugs. Ongeveer
50% van alle bootongelukken hebben te
maken met intoxicatie.
●
Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest
aan boord hebt voor elke passagier. Het is
een goed idee een zwemvest te dragen
telkens u met de boot vaart. Ten minste de
kinderen en niet-zwemmers aan boord
moeten steeds een zwemvest dragen en
iedereen moet zwemvesten dragen in potentieel gevaarlijke vaaromstandigheden.
Benzine is uiterst ontvlambaar en de ben-
●
zinedampen zijn ontvlambaar en explosief. Hanteer en bewaar benzine op
zorgvuldige wijze. Ga na of er geen gasdampen of brandstoflekken zijn vooraleer
de motor te starten.
Dit product stoot uitlaatgassen uit die kool-
●
stofmonoxide bevatten, dat een kleurloos
en geurloos gas is dat hersenschade of de
dood van veroorzaken bij inademing.
Symptomen zijn onder andere misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Houd
stuurcabine en verblijfscabines goed geventileerd. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
●
Controleer de goede werking van gashendel, schakelhendel en besturing vooraleer
de motor te starten.
●
Maak het motorstopschakelaarsnoer op
een veilige plaats vast aan uw kleding, uw
arm of been tijdens het varen. Als u ongewild weggaat van de stuurhendel, zal het
snoer worden losgetrokken van de schakelaar en de motor doen uitvallen.
●
Zorg dat u de scheepvaartwetten en -reglementen kent op de plaats waar u wilt
varen - en leef deze na.
●
Zorg dat u op de hoogte bent van het
weerbericht. Controleer de weersverwachtingen vooraleer te gaan varen. Vermijd
het varen in gevaarlijke weersomstandigheden.
Vertel aan iemand waar u naartoe gaat:
●
laat een vaarplan achter bij een betrouwbare persoon. Vergeet het vaarplan niet
opnieuw te annuleren als u terugkeert.
●
Gebruik uw gezond verstand bij het varen.
Ken uw mogelijkheden en zorg dat u weet
hoe uw boot reageert in de verschillende
vaaromstandigheden waarmee u geconfronteerd kunt worden. Blijf binnen uw limieten en deze van uw boot. Vaar steeds
met veilige snelheden en blijf opletten voor
eventuele hindernissen en ander verkeer.
Kijk steeds goed uit voor zwemmers terwijl
●
de motor draait.
●
Blijf uit de buurt van zwemzones.
Als een zwemmer in het water ligt in uw
●
buurt, zet de schakelhendel dan in neutraal en zet de motor uit.
Werp lege bussen die u hebt gebruikt voor
●
het verversen of bijvullen van olie niet op
een onwettige manier weg. Raadpleeg de
verkoper van de olie in verband met de
correcte procedure voor het wegwerpen
van lege oliebussen.
3
Algemene informatie
●
Bij het verversen van oliën die worden gebruikt voor het smeren van het product
(motor- of tandwielolie), dient u eventuele
gemorste olie steeds op te vegen. Giet
nooit olie in de motor zonder gebruik te
maken van een trechter of een gelijkaardig
voorwerp. Raadpleeg eventueel uw dealer
in verband met de vereiste procedure voor
het verversen van olie.
●
Dank het product nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te
raadplegen in verband met het afdanken
van het product.
DMU25382
Belangrijke labels
DMU25395
Waarschuwingslabels
ZMU04703
DMU25401
Label
DWM01260
WAARSCHUWING
●
Zorg dat de schakelinrichting in neutraal staat alvorens de motor te starten
(behalve bij 2 pk).
●
Verwijder of raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten of als de
motor draait.
●
Hou handen, haar en kleren uit de buurt
van het vliegwiel en andere draaiende
onderdelen als de motor draait.
DMU25465
Waarschuwingslabels
ZMU04702
DMU25473
Label
DCM01191
OPGELET:
Vervoer de motor en berg hem op zoals
op de afbeelding wordt getoond. Anders
zou de olie kunnen lekken en zo de motor
beschadigen.
DMU25540
Tankinstructies
DWM00010
WAARSCHUWING
BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN
ERG ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!
Rook niet als u brandstof bijvult en blijf
●
uit de buurt van vonken, vlammen en
andere bronnen van ontbranding.
Zet de motor af alvorens brandstof te
●
tanken.
Tank op een goed verluchte plaats. Vul
●
draagbare brandstoftanks niet in de
boot.
Mors geen benzine. Verwijder gemorste
●
benzine onmiddellijk met droge doeken.
Doe de brandstoftank niet te vol.
●
Draai de vuldop goed vast na het tan-
●
4
Algemene informatie
ken.
●
Raadpleeg onmiddellijk een arts als u
benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt in geademd of benzine in
de ogen hebt gekregen.
Mocht er benzine op uw huid terecht
●
komen, verwijder die dan onmiddellijk
met zeep en water. Kleed u om als er
benzine op uw kleren is terecht gekomen.
●
Raak met de tuit de vulopening of de
trechter aan om elektrostatische vonken te voorkomen.
DCM00010
OPGELET:
Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine
die bewaard werd in zuivere containers
en die niet gecontamineerd is door water
of vreemde stoffen.
DMU25580
Benzine
Aanbevolen benzinetype:
Gewone loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 90 (Research
Octane Number).
DMU25683
Motorolie
Aanbevolen motorolie:
4-takt motorolie met een combinatie
van de volgende SAE- en API-olietypes
Motorolietype SAE:
10W-30 of 10W-40
Motorolieklasse API:
SE, SF, SG, SH, SJ, SL
Motoroliehoeveelheid (zonder oliefilter):
2.5 L (2.64 US qt) (2.20 Imp.qt)
NOTA:
Als u de aanbevolen motorolietypes nergens
kunt vinden, dient u een alternatief te selecteren uit de volgende tabel, overeenkomstig
de gemiddelde temperaturen in uw streek.
Als de motor begint te kloppen of pingelen,
gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
5
DCM01050
OPGELET:
Alle 4-taktmotoren worden door de fabriek zonder motorolie geleverd.
ZMU01710
DMU25700
Accuvereisten
DCM01060
OPGELET:
Gebruik geen accu die niet de vermelde
capaciteit heeft. Als er een accu wordt gebruikt die niet aan de specificaties voldoet, kan het elektrische systeem slecht
presteren of overladen worden, waardoor
het beschadigd wordt.
Voor modellen met elektrische starter, kies
een accu die voldoet aan de volgende technische gegevens.
DMU25720
Technische gegevens van accu
Algemene informatie
ge invloed kan hebben op de prestaties en
de motor ook ernstige schade kan toebrengen. Het motortoerental is afhankelijk van
het propellerformaat en van de bootbelasting. Als het motortoerental te hoog of te laag
is voor goede motorprestaties, zal dit een nadelige invloed hebben op de motor.
Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust
met propellers die werden gekozen om goede prestaties te leveren bij verschillende toepassingen, maar er kunnen toepassingen
zijn waarbij een propeller met een andere
spoed geschikter zou zijn. Bij een grotere gebruiksbelasting is een propeller met kleinere
spoed beter geschikt, vermits deze het mogelijk maakt het juiste motortoerental in
stand te houden. Anderzijds is een propeller
met grotere spoed beter geschikt voor een
kleinere belasting.
Yamaha-dealers hebben een gamma propellers in voorraad en kunnen u advies geven over de best geschikte propeller voor uw
toepassing en deze ook voor u monteren.
Minimum koudstartstroomsterkte (CCA/
EN):
430.0 A
Minimum nominaal vermogen (20HR/
IEC):
70.0 A/u
NOTA:
De motor kan niet worden gestart als de accuspanning te laag is.
DMU25742
Propellerselectie
De prestaties van uw buitenboordmotor worden sterk beïnvloed door uw propellerkeuze,
aangezien een verkeerde keuze een nadeli-
x
-
123
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
ZMU04606
6
Algemene informatie
x
-
123
1
ZMU04607
1. Propellerdiameter in inches
2. Propellerspoed in inches
3. Type van propeller (propellermerk)
NOTA:
Selecteer een propeller die de motor in staat
zal stellen het midden- of bovengedeelte van
het bedrijfsbereik bij volledig open gashendel met maximale bootbelasting te bereiken.
Als de bedrijfsomstandigheden zoals lichte
bootbelastingen daarna het motortoerental
tot boven het aanbevolen maximum bereik
laten stijgen, zet dan de gashendel minder
ver open om de motor binnen het gepaste
bedrijfsbereik te houden.
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 70.
DMU25760
Neutraal startbeveiliging
Yamaha-buitenboordmotoren voorzien van
het afgebeelde label of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn
uitgerust met neutrale startbeveiliging(en).
Deze voorziening zorgt ervoor dat de motor
alleen in neutraal kan worden gestart. Zet de
keuzehendel steeds in neutraal vooraleer de
motor te starten.
ZMU01713
1. Label voor neutrale startbeveiliging
7
Basiscomponenten
DMU25799
Hoofdcomponenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; behoort mogelijk ook niet tot de standaarduitrusting van alle modellen.
Als uw model uitgerust is met een draagbare
brandstoftank, heeft die de volgende functie.
DWM00020
WAARSCHUWING
De brandstoftank die bij de motor wordt
bijgeleverd, is het brandstofreservoir van
de motor en mag niet worden gebruikt als
een container om brandstof in op te
slaan. Commerciële gebruikers moeten
voldoen aan de van toepassing zijnde li-
9
1. Brandstofleiding koppelstuk
2. Brandstofmeter
3. Brandstoftankkap
4. Ontluchtingsschroef
DMU25830
Brandstofleidingkoppelstuk
Dat koppelstuk wordt gebruik om de brand-
Basiscomponenten
stofleiding te verbinden.
DMU25841
Brandstofmeter
Deze meter is gesitueerd op de tankdop of
op de basis van het brandstofleidingkoppelstuk. Deze geeft de resterende hoeveelheid
brandstof in de tank bij benadering aan.
DMU25850
Brandstoftankdop
Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij verwijderd is, kan de tank worden gevuld met
brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij
tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Die schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen
de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU26180
Afstandsbediening
De afstandsbedieningshendel bedient zowel
de schakelhendel als de gashendel. De elektrische schakelaars zijn op het afstandsbedieningskastje gemonteerd.
DMU26190
Afstandsbedieningshendel
Door de hendel naar voor te duwen vanuit de
neutrale stand wordt de vooruitversnelling
ingeschakeld. Door de hendel naar achter te
trekken vanuit de neutrale stand wordt de
achteruitversnelling ingeschakeld. De motor
blijft in vrijloop staan tot de hendel ongeveer
35° wordt verplaatst; (er is een palletje te
voelen). Door de hendel verder te duwen
wordt de gasklep geopend en de motor begint te accelereren.
1. Neutraal “”
2. Vooruit “”
3. Achteruit “”
4. Schakelen
5. Volledig gesloten
6. Gashendel
7. Volledig open
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
2. Afstandsbedieningshendel
3. Neutraalvergrendelingstrekker
4. Neutraal-gashendel
5. Hoofdschakelaar / chokeschakelaar
6. Motorstopstrengschakelaar
7. Gashendelfrictieafstelling
DMU26201
Neutraal vergrendeltrekker
Om uit de neutrale stand te gaan moet u
eerst de neutraal vergrendeltrekker omhoog
trekken.
10
Basiscomponenten
1. Neutraalvergrendelingstrekker
DMU26211
Neutraal gashendel
Om de gasklep te openen zonder in achteruit
of vooruit te zetten, moet u de afstandsbedieningshendel in neutraal zetten en de neutraal gashendel omhoog zetten.
NOTA:
De neutraal gashendel werkt alleen als de
afstandsbedieningshendel in neutraal staat.
De afstandsbedieningshendel werkt alleen
als de neutraal gashendel in de gesloten
stand is gezet.
1. Volledig open
2. Volledig gesloten
DMU25911
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de
stuurhendel naar links of naar rechts.
DMU25922
Schakelhendel
Als u de schakelhendel naar u toe trekt, zet
u de motor in de voorwaartse versnelling zodat dat boot vooruit vaart. Als u de schakelhendel van u af duwt , zet u de motor in de
achteruitversnelling zodat de boot achteruit
vaart.
1. Vooruit “”
2. Neutraal “”
3. Achteruit “”
DMU25941
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhendel. Als u de hendel tegen de klok in draait,
verhoogt de snelheid en als u hem met de
klok mee draait verlaagt de snelheid.
11
DMU25961
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid
brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de
beste prestaties en het laagste verbruik biedt
voor de gewenste werking.
Basiscomponenten
om.
DWM00031
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om de gashendel of de greep
te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25971
Gashandel frictie afstelling
Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de
afstandsbedieningshendel, en kan worden
ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen draait u de
frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand
te verlagen draait u de frictieregelaar links-
Als constante snelheid vereist is, draai de
frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste gashendelinstelling te bewaren.
DMU25990
Motorstopsnoerschakelaar
De vergrendelplaat moet bevestigd zijn aan
de motorstapschakelaar om de motor te laten draaien. Het snoer moet op een veilige
plaats bevestigd zijn aan de kledij van de
schipper, zijn arm of been. Als de schipper
overboord valt of weggaat van de stuurhendel, zal het snoer de vergrendelplaat uittrekken, waardoor de ontsteking naar de motor
12
Basiscomponenten
wordt onderbroken. Dit voorkomt dat de boot
wegvaart door de aandrijfkracht.
DWM00120
WAARSCHUWING
●
Maak de motorstopschakelaarstreng
op een veilige plaats aan uw kleren, een
arm of een been vast als u de motor gebruikt.
●
Maak de streng niet vast aan kleren die
kunnen worden losgetrokken. Zorg dat
de streng nergens kan blijven achterhaken, want dan werkt ze niet.
Zorg ervoor dat u tijdens het normale
●
gebruik niet per ongeluk aan de streng
trekt. Als de motor niet meer draait,
heeft men bijna geen controle meer
over de besturing. Bovendien zal de
boot dan bruusk vertragen, waardoor
de personen en de voorwerpen aan
boord naar voren kunnen worden geworpen.
NOTA:
De motor kan niet worden gestart met de
vergrendelplaat verwijderd.
1. Streng
2. Vergrendelingsplaat
DMU26001
Motorstopknop
Om het ontstekingscircuit te openen en de
motor uit te zetten, dient u op die knop te
drukken.
1. Streng
2. Vergrendelingsplaat
13
DMU26090
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar bedient het ontstekingssysteem; de werking ervan is hieronder beschreven.
●
“”
(off)
Met de hoofdschakelaar in de “” (uit)-
stand zijn de elektrische schakelingen uitgeschakeld en de sleutel kan worden uitgenomen.
“”
(aan)
●
Met de hoofdschakelaar in de “” (on)-
stand zijn de elektrische schakelingen ingeschakeld en de sleutel kan niet worden uitge-
Basiscomponenten
nomen.
●
“”
(start)
Met de hoofdschakelaar in de “” (start)-
stand begint de startmotor te draaien om de
motor te starten. Als de sleutel wordt losgelaten, keert deze automatisch terug naar de
“” (on)-stand.
hendel naar stuurboord “B”.
DWM00040
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te
vast. Als er te veel weerstand is, kan het
moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
B
A
ZMU02810
Als de weerstand niet toeneemt, zelfs niet
wanneer de hendel naar bakboord “A” wordt
gedraaid, dient u na te gaan of de moer werd
aangedraaid met het gespecificeerde aandraaimoment.
DMU31430
Stuurfrictieregelhendel
Een frictie-inrichting geeft een instelbare
weerstand aan het stuurmechanisme en kan
worden afgesteld naar gelang van de voorkeur van de bestuurder. Onderaan op de
stuurhendelbracket bevindt er zich een instelhendel.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
hendel naar bakboord “A”.
Om de weerstand te verhogen, draait u de
1. Moer
Moeraandraaimoment:
3.7 Nm (2.7 ft-lb) (0.4 kgf-m)
NOTA:
●
Controleer of de stuurhendel soepel beweegt wanneer de hendel naar stuurboord
14
Basiscomponenten
“B” wordt gedraaid.
●
Breng geen smeermiddelen zoals vet aan
op de wrijvingszones van de stuurfrictieregelhendel.
DMU26141
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar op
afstandsbediening of stuurhendel
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem
stelt de buitenboordmotorhoek bij in verhouding tot de spiegel. Door de schakelaar “”
(omhoog) in te drukken, wordt de buitenboordmotor omhoog getrimd en dan omhoog
gekanteld. Als u de schakelaar “” (om-
laag) indrukt, wordt de buitenboordmotor
omlaag gekanteld en dan omlaag getrimd.
Als de schakelaar wordt losgelaten, zal de
buitenboordmotor stoppen in zijn huidige positie.
NOTA:
Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina’s 44 en 47.
DMU26151
Trim- en
kantelbekrachtigingsschakelaar op
onderste motorkap
De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
is gesitueerd aan de zijkant van de onderste
motorkap. Als de schakelaar “” (omhoog)
wordt geduwd, wordt de buitenboordmotor
omhoog getrimd en dan omhoog gekanteld.
Als de schakelaar “” (omlaag) wordt ge-
duwd, wordt de buitenboordmotor omlaag
gekanteld en getrimd. Als de schakelaar
wordt losgelaten, stopt de buitenboordmotor
in zijn huidige positie.
DWM01030
WAARSCHUWING
Gebruik de kantelbekrachtigingsschakelaar op de onderbak alleen wanneer de
boot helemaal stil ligt en de motor afgezet
is. Als u die schakelaar zou willen gebruiken terwijl de boot in beweging is, verhoogt de kans dat er iemand overboord
valt en dat de bestuurder afgeleid wordt,
wat op zijn beurt de kans op een botsing
met een andere boot of een hindernis verhoogt.
15
UP
DN
Basiscomponenten
1
ZMU03634
1. Trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar
NOTA:
Voor instructies over het gebruik van de trimen kantelbekrachtigingsschakelaar, zie pagina 47.
DMU30900
Schakelaars voor het regelen van de
snelheid voor stapvoets varen
De snelheid voor stapvoets varen kan worden verhoogd of verlaagd terwijl uw boot
stapvoets vaart. Druk op de schakelaar “”
om de snelheid voor stapvoets varen te verhogen en druk op de schakelaar “” om de
snelheid voor stapvoets varen te verlagen.
NOTA:
De snelheid voor stapvoets varen wordt
●
ongeveer met 50 omw/min verhoogd of
verlaagd telkens wanneer een schakelaar
wordt ingedrukt.
●
Als de snelheid voor stapvoets varen werd
gewijzigd, keert de motor terug naar de
normale snelheid voor stapvoets varen nadat de motor werd uitgeschakeld en opnieuw gestart, of wanneer het
motortoerental wordt opgevoerd tot boven
de 3000 omw/min.
Voor instructies over het gebruik van de
●
schakelaars voor het regelen van de snelheid voor stapvoets varen, zie pagina 43.
1. Schakelaar voor het regelen van de snelheid
voor stapvoets varen
DMU26241
Trim tab met anode
De trim tab moet zodanig worden ingesteld
dat de besturing naar rechts of naar links kan
worden gedraaid door dezelfde kracht uit te
oefenen.
DWM00840
WAARSCHUWING
Een verkeerd afgestelde trimtap kan ervoor zorgen dat het moeilijk is om te sturen. Laat de motor altijd proefdraaien
nadat een trimtap geïnstalleerd of vervangen is om er zeker van te zijn dat de besturing correct verloopt. Zorg ervoor dat
u de bout vastdraait nadat de trimtap bijgeregeld is.
Als de boot makkelijk naar links (bakboord)
afwijkt, verdraai het achtereind van de trim
tab naar bakboordzijde “A” op de afbeelding.
Als de boot makkelijk naar rechts (stuurboordzijde) afwijkt, verdraai het uiteinde van
de trim tab dan naar stuurboordzijde “B” op
de afbeelding.
DCM00840
OPGELET:
De trimtap doet ook dienst als anode om
de motor te beschermen tegen elektrochemische corrosie. De trimtap mag niet
16
Basiscomponenten
worden geschilderd, want dan kan ze niet
meer als anode werken.
3
2
1
B
A
ZMU02525
1. Trimtap
2. Bout
3. Kap
A
1
2
1. Trimtap
2. Bout
DMU26261
Trimstang (kantelpen)
De stand van de trimstang bepaalt de minimumhoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel.
B
ZMU03097
ZMU03593
DMU26312
Kantelvergrendelingsmechanisme
Het kantelvergrendelingsmechanisme wordt
gebruikt om te voorkomen dat de buitenboordmotor uit het water wordt getild bij het
achteruit varen.
1
ZMU03594
1. Kantelvergrendelhendel
Om te vergrendelen dient u de kantelvergrendelingshendel in de “” (lock)-stand te
zetten. Om te ontgrendelen dient u de kantelvergrendelingshendel in de “” (release)-
stand te duwen.
DMU26340
Kantel de steunhendel voor modellen
met trim- en kantelbekrachtiging of
hydraulische kanteling
Om de buitenboordmotor in omhooggekantelde stand te houden, moet u de kantelsteunhendel vastzetten op de klembeugel.
17
Basiscomponenten
1
ZMU03595
DMU26372
Motorkapvergrendelingshendel(s)
(draaitype)
Om de motorkap te verwijderen dient u de
vergrendelingshendel(s) te draaien en de
kap op te heffen. Bij het installeren van de
motorkap dient u ervoor te zorgen dat ze
goed op de rubberen dichting wordt aangebracht. Vergrendel de motorkap dan opnieuw door de hendel(s) weer in de
vergrendelde stand te zetten.
1
ZMU05093
1. Motorkapvergrendelingshendel(s)
DMU26460
Doorspoelplug
Deze plug wordt gebruikt om de koelwaterdoorgangen van de motor te reinigen met
behulp van een tuinslang en leidingwater.
NOTA:
Voor details over het gebruik, zie pagina 60.
ZMU05095
1. Doorspoelplug
DMU31702
Waterafscheider
Deze motor heeft een gecombineerde
brandstoffilter/waterafscheider en bijbehorend waarschuwingssysteem. Als het van de
brandstof afgescheide water een bepaald
volume overschrijdt, wordt het waarschuwingssysteem geactiveerd.
ZMU05474
Activering van het waarschuwingssysteem
Het waterafscheiderwaarschuwings-
●
lampje begint te knipperen.
●
De zoemer weerklinkt met tussenpozen,
doch uitsluitend wanneer de versnellingshendel in neutraal staat.
●
Wanneer het waarschuwingssysteem
werd geactiveerd, dient u de motor onmiddellijk uit te schakelen en een Yamahadealer te raadplegen.
18
Basiscomponenten
DMU26301
Waarschuwingslamp
Als de motor in een situatie terecht komt die
aanleiding geeft voor een waarschuwing,
licht de aanduidingslamp op. Voor meer details over het aflezen van de waarschuwingslamp, zie pagina 31.
1. Waarschuwingslamp
DMU26470
Toerenteller
Deze meter geeft het motortoerental aan en
heeft de volgende functies.
1
2
ZMU04578
1. Toerenteller
2. Waarschuwingslamp(en)
DMU26491
Digitale toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental en
heeft de volgende functies.
NOTA:
Alle segmenten van het display lichten kort
op na inschakelen van de hoofdschakelaar
en keren daarna terug naar normale toestand.
6
7
1
2
3
5
8
1. Toerenteller
2. Trimmeter
3. Urenmeter
4. Waarschuwingslamp voor lage oliedruk
5. Oververhittingswaarschuwing
6. Waarschuwingslamp voor waterafscheidingsfilter
7. Waarschuwingslamp voor motorprobleem
8. Afstelknop
9. Modusknop
NOTA:
De waterafscheider- en motorstoringwaarschuwingslampjes werken alleen wanneer
de motor is uitgerust met de toepasselijke
functies.
DMU26503
Waarschuwinglamp voor lage
oliedruk
Als de oliedruk te laag is, begint die waarschuwingslamp te flikkeren. Voor meer informatie, zie pagina 31.
DCM00020
OPGELET:
●
Laat de motor niet draaien als de waarschuwingslamp voor lage oliedruk
brandt en het motoroliepeil te laag is.
Ernstige motorschade zou daarvan het
9
4
ZMU04185
19
gevolg zijn.
●
De waarschuwingslamp voor lage oliedruk geeft niet het motoroliepeil aan.
Gebruik de oliepeilstok om de overblijvende hoeveelheid olie te controleren.
Voor meer informatie, zie pagina 35.
ZMU04754
DMU26522
Waarschuwingslampje voor lage
oliedruk
Als de oliedruk te laag zakt, begint het waarschuwingslampje te knipperen. Zie voor verdere informatie pagina 31.
DCM00020
OPGELET:
●
Laat de motor niet draaien als de waarschuwingslamp voor lage oliedruk
brandt en het motoroliepeil te laag is.
Ernstige motorschade zou daarvan het
gevolg zijn.
De waarschuwingslamp voor lage olie-
●
druk geeft niet het motoroliepeil aan.
Gebruik de oliepeilstok om de overblijvende hoeveelheid olie te controleren.
Voor meer informatie, zie pagina 35.
Basiscomponenten
1
ZMU01736
1. Waarschuwingslamp voor lage oliedruk
DMU26572
Oververhittingswaarschuwing
Als de temperatuur van de motor te hoog is,
begint die aanduidingslamp te flikkeren.
Voor meer informatie over het aflezen van de
aanduidingslamp, zie pagina 31.
DCM00050
OPGELET:
Laat de motor niet draaien als de oververhittingswaarschuwing aan staat. Ernstige
motorschade zou daarvan het gevolg
zijn.
ZMU04715
DMU26581
Oververhittings waarschuwing
(digitaal type)
Als de motortemperatuur te hoog stijgt, begint het waarschuwingslampje te knipperen.
Voor verdere informatie over het lezen van
20
Basiscomponenten
de indicator, zie pagina 31.
DCM00050
OPGELET:
Laat de motor niet draaien als de oververhittingswaarschuwing aan staat. Ernstige
motorschade zou daarvan het gevolg
zijn.
1
ZMU01737
1. Oververhittingswaarschuwing
DMU26600
Snelheidsmeter (digitaal type)
Deze meter toont de bootvaarsnelheid.
gaat de meter over op normale werking.
Houd de meter in het oog bij het aanzetten
van de hoofdschakelaar om zeker te zijn dat
alle segmenten aan gaan.
NOTA:
De snelheidsmeter geeft km/u, mph of knopen aan, volgens de voorkeur van de schipper. Selecteer de gewenste meeteenheid
door de keuzeschakelaar aan de achterkant
van de meter in te stellen. Zie de illustratie
voor instellingen.
1. Kap
2. Keuzeschakelaar (voor snelheidseenheid)
3. Keuzeschakelaar (voor brandstofverzender)
1. Snelheidsmeter
2. Brandstofmeter
3. Tripmeter/klok/voltmeter
4. Waarschuwingslamp(en)
NOTA:
Als de hoofdschakelaar de eerste keer wordt
aangezet, gaan alle segmenten van het display aan als een test. Na enkele seconden
21
DMU26610
Trimmeter
Dat instrument toont de trimhoek van uw buitenboordmotor.
ZMU04581
NOTA:
Leer de trimhoeken die voor uw boot het best
werken in de verschillende omstandigheden
uit het hoofd. Pas de trimhoek aan de gewenste instelling aan met behulp van de
trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar.
DMU26620
Trimmeter (digitaal type)
Deze meter toont de trimhoel van uw buitenboordmotor.
NOTA:
●
Onthoud de trimhoeken die het best werken voor uw boot onder verschillende omstandigheden. Stel de trimhoek naar wens
in met behulp van de trim- en kantelbekrachtigingsschakelaar.
●
Als de trimhoek van uw motor het trimbedrijfsbereik overschrijdt, zal het bovenste
segment van het trimmeterdisplay knipperen.
ZMU01740
DMU26650
Urenmeter (digitaal type)
Deze meter toont het aantal bedrijfsuren van
de motor. Deze kan worden ingesteld om het
totale aantal uren of het aantal uren voor de
huidige trip aan te geven. Het display kan
ook worden aan- en uitgezet.
Basiscomponenten
ZMU01741
●
Het displayformaat wijzigen
●
Door het indrukken van de “” (werk-
stand)-knop wordt het displayformaat gewijzigd in de volgende sequentie:
●
Totale uren→Tripuren→Display uit
●
De tripuren resetten
●
Gelijktijdig indrukken van de “” (instel-
len)- en “” (werkstand)-knoppen ge-
durende meer dan 1 seconden terwijl de
tripuren worden weergegeven zet de tripmeter terug op 0 (nul).
NOTA:
Het totale aantal bedrijfsuren van de motor
kan niet worden gereset.
DMU26690
Tripmeter
Deze meter geeft de afstand weer die de
boot heeft afgelegd sinds de meter voor het
laatst werd gereset.
Druk meerdere keren op de “” (werk-
stand)-knop tot de indicator op de meter
“” (trip) aanwijst. Om de tripmeter weer
op nul te zetten, moet u de “” (instellen)-
en “” (werkstand)-knoppen tegelijk in-
drukken.
22
Loading...
+ 67 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.